lichaamstaal

Thema 6

Consequent: als je doet wat je van te voren hebt gezegd. Je houdt je aan gemaakte afspraken

Inconsequent: als je niet doet wat je van te voren hebt gezegd.

De communicatie: het delen van gedachten, ideeën en informatie.

Verbale communicatie: communicatie door middel van woorden.

non-verbale communicatie: communicatie zonder woorden, bijv. lichaamstaal, symbolen, kleding of geluiden.

Van nature: iets wat vanzelf gaat, wat je niet hebt hoeven leren.

Van nature kunnen vissen zwemmen Van nature jaagt een kat op vogeltjes.

Achterhalen: ergens achter komen, uitvinden wat er bedoeld wordt.

Achterhalen wat hier geschreven staat is niet gemakkelijk.

Het verband: als twee dingen met elkaar te maken hebben.

Nagenoeg: zo goed als.

De auto’s staan hier nagenoeg stil. De kaartjes voor deze wedstrijd zijn nagenoeg uitverkocht.

Afstemmen op: ervoor zorgen dat iets bij iets anders past.

Het oogcontact: de band die je (even) met iemand hebt als je elkaar in de ogen kijkt.

Spreken is zilver, zwijgen is goud: het is goed als je je mond durft open te doen, maar soms is het verstandiger om even niets te zeggen.

Betwist/onbetwist: iets is betwist, als er verschil van mening over is. Iets is onbetwist als iedereen het erover eens is.

Betwist, er is een verschil van mening

Onbetwist, ze zijn het eens geworden

De wenk: een beweging met je ogen, je hoofd of je handen om iets duidelijk te maken.

De houding: de manier waarop je je gedraagt tegenover anderen, wat je uitstraalt.

Onbewogen: zonder gevoel

De laatste emoji laat een gevoel zien, is onbewogen.

Vertwijfeld: wanhopig

Het begrip: het begrijpen, het kunnen inleven in de ander.

Het onbegrip: het niet begrijpen, je niet kunnen inleven in een ander.

Feilloos: zonder fouten

Hij heeft de tafels feilloos gemaakt.

Hij schiet de bal feilloos in het doel.

De blik: het kijken naar iets of iemand

Betrekkelijk: in vergelijking met iets anders.

Nederland is betrekkelijk klein in vergelijking met de staat Texas in Amerika.

Alhoewel: geeft een tegenstelling aan.

Ik houd niet van sport, alhoewel ik voetballen wel erg leuk vind.

Ik houd niet van snoep, alhoewel ik een lolly wel erg lekker vind.

Het houvast: iets waar je je aan vast kunt houden, waar je steun aan hebt.

Mama geeft me houvast.De hond is de houvast voor het blinde meisje.

Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig: iemand hoeft maar een beetje te horen om te snappen wat er bedoeld wordt.

Eerlijk duurt het langst: eerlijk zijn levert uiteindelijk het meest op.

Olijk: grappig , leuk.

Zijn blik spreekt boekdelen: hoewel er niks gezegd wordt, kun je alles uit zijn blik begrijpen.

Schemering: tussen licht en donker in, vlak voordat de zon opkomt of vlak nadat de zon ondergaat.

Stikdonker: heel erg donker

Het territorium: het gebied dat een mens of dier ziet als zijn leefgebied.

afbakenen: aangeven waar de grens (van een gebied) ligt.

Huilen: het geluid van de wind dat op huilen lijkt.

De roedel: een groep wolven die samenleeft.

De concurrentie: de strijd tussen mensen of dieren om de beste plek.

Het signaal: een sein of teken dat aangeeft dat je iets moet doen of dat er iets moet gebeuren.

Beschikken over: gebruik van iets of iemand kunnen maken.

Tegen een stootje kunnen: sterk zijn wanneer je in een lastige toestand komt.

Letterlijk tegen een stootje kunnen Figuurlijk tegen een stootje kunnen

Van de regen in de drup komen: van het ene probleem in een nog groter probleem terechtkomen.

Knorren:1. het geluid wat varkens maken2. als iemand op je knort, moppert die persoon op je.Hij of zij is dan een beetje boos op je.

1. Letterlijk knorren2. Figuurlijk knorren, mopperen.