BDW - editie 1274

27
N° 1274 VAN 7 TOT 14 APRIL 2011 ¦ WEEK 14: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: [email protected] Ook voorrang in middelbaar D e voorbije drie jaar moch- ten de Lokale Overlegplat- forms (LOP) experimente- ren met aanmeldingssystemen om de wachtrijen bij de inschrijvingen weg te werken. Dit leidde in Brussel tot steeds wisselende regelingen. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) beloofde de re- gels van aanmelding en inschrijving decretaal vast te laten leggen en zo stabiliteit te bieden. Uiteindelijk zijn het enkele Vlaamse parlementsleden van SP.A, CD&V en N-VA die zopas een voorstel van decreet indienden. Met dit voorstel willen ze bereiken dat de scholen een sociale mix worden, maar ook dat in Brussel de Nederlandstaligen alle kans op inschrijving hebben. Nu al hebben de Nederlandstali- gen een voorrang ten belope van 55 procent in het basisonderwijs. In het voorstel van decreet wordt dit nog wat uitgebreid. Als er meer broertjes en zusjes dan vrije plaat- sen zijn, dan komen de Nederlands- talige broertjes en zusjes het eerst aan de beurt. Bovendien krijgen Ne- derlandstaligen ook voorrang in het secundair. De volgorde wordt daar als volgt: eerst broers en zussen, dan Nederlandstaligen, dan – een nieuwe categorie – de kinderen van het personeel, daarna, ook nieuw, de leerlingen uit de basisschool op BRUSSEL – Nederlandstalige kinderen krijgen ook voorrang bij inschrijving in het secundair onderwijs. Dat is een van de nieuwigheden uit het voorstel van decreet dat enkele Vlaamse parlementsleden van de meerderheid indienden. Onderwijs > Voorstel van decreet breidt voorrang voor Nederlandstaligen uit Inkomens- ongelijkheid in Brussel LEDE – Vier zevendejaars Integrale Veiligheid van het Anderlechtse Sint-Guido- Instituut rijden met de gocart van Brussel naar Blankenberge, waar ze woensdag aankomen. Joachim, Steven, Mathias en Antony doen dat om geld in te zamelen voor de © SASKIA VANDERSTICHELE WOUTER DEPREZ IN KVS, TUSSEN TEDERHEID EN PRETENTIE En ook: Jane Alexander, Max!mal Bl!ndman en het Bifff. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153 de campus, en dan de rest. In het basisonderwijs zullen eerst broers en zussen, daarna Nederlandstali- gen, vervolgens kinderen van per- soneel en dan de overige kinderen aangemeld en ingeschreven kunnen worden. Hoe zit het dan met die sociale mix? Nu hebben Brusselse GOK- leerlingen, op hetzelfde moment als de Nederlandstaligen, een voorrang van dertig procent. In het nieuwe voorstel moeten de LOP’s een sys- teem uitwerken dat ervoor zorgt dat het aandeel GOK-leerlingen in de scholen overeenstemt met het per- centage kansarmen in de buurt. Op de ene plek zal daarom voorrang ge- geven moeten worden aan kansar- men, op de andere aan kansrijken, maar dat gebeurt in elk geval pas nadat de Nederlandstaligen gebruik hebben kunnen maken van hun voorrang. “Het LOP mag daarbij zelf beslissen of er een verhouding voor heel Brussel vastgelegd wordt en of er per gemeente gediversifieerd wordt,” zegt Paul Delva (CD&V), een van de indieners van het voorstel. “In een kansrijke gemeente zou er dan een lager GOK-percentage gel- den dan in een kansarme gemeente. We willen dat de school een afspie- geling is van de buurt.” Brussels SP.A-parlementslid Jef Van Damme verwacht dat de kwestie opnieuw voor flinke discussie bin- nen het LOP zal zorgen. “Over de andere voorrangsregels zijn de kno- pen wel doorgehakt, en dat is een goede zaak.” De stuurgroep van het LOP vergadert later deze week over het voorstel. Voorzitter Dimokritos Kavadias vreest alvast dat de dese- gregatie die de laatste jaren dankzij het GOK-decreet werd ingezet, weer een halt wordt toegeroepen. Bettina Hubo ADVERTENTIE ADVERTENTIE ADVERTENTIE Meer info, zie pagina 18 Ga snel naar pagina 32 en 33 DB11/725221C1 Polo vs. Pomp Ontdek de uitslag op pag 34 DB21/727501C1 ONDERWEG NAAR HAÏTI < 20.000 euro < 20.000 - 25.000 euro < 25.000 - 30.000 euro > 30.000 euro BRUSSEL JETTE GANS- HOREN SINT- AGATHA- BERCHEM SINT-JANS- MOLENBEEK KOEKEL- BERG EVERE SCHAARBEEK SINT-JOOST-TEN-NODE SINT- LAMBRECHTS- WOLUWE SINT- PIETERS- WOLUWE ETTER- BEEK BRUSSEL ANDERLECHT VORST SINT- GILLIS UKKEL WATERMAAL- BOSVOORDE OUDERGEM ELSENE 07 04 11 Rijken maken het verschil LEES PAGINA 6 SINT-JOOST- TEN-NODE actie van Broederlijk Delen in Haïti. De tocht wordt gesponsord door leerlingen, ouders, leerkrachten en door enkele stagebedrijven. De jongens verkopen onderweg mattentaartjes en slapen in jeugdherbergen. NK

description

Brussel Deze Week van 6 april tot en met 12 april 2011

Transcript of BDW - editie 1274

Page 1: BDW - editie 1274

N° 1274 VAN 7 TOT 14 APRIL 2011 ¦ WEEK 14: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: [email protected]

Ook voorrang in middelbaar

D e voorbije drie jaar moch-ten de Lokale Overlegplat-forms (LOP) experimente-

ren met aanmeldingssystemen om de wachtrijen bij de inschrijvingen weg te werken. Dit leidde in Brussel tot steeds wisselende regelingen. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) beloofde de re-gels van aanmelding en inschrijving decretaal vast te laten leggen en zo stabiliteit te bieden. Uiteindelijk zijn het enkele Vlaamse parlementsleden van SP.A, CD&V en N-VA die zopas een voorstel van decreet indienden. Met dit voorstel willen ze bereiken dat de scholen een sociale mix worden, maar ook

dat in Brussel de Nederlandstaligen alle kans op inschrijving hebben.Nu al hebben de Nederlandstali-gen een voorrang ten belope van 55 procent in het basisonderwijs. In het voorstel van decreet wordt dit nog wat uitgebreid. Als er meer broertjes en zusjes dan vrije plaat-sen zijn, dan komen de Nederlands-talige broertjes en zusjes het eerst aan de beurt. Bovendien krijgen Ne-derlandstaligen ook voorrang in het secundair. De volgorde wordt daar als volgt: eerst broers en zussen, dan Nederlandstaligen, dan – een nieuwe categorie – de kinderen van het personeel, daarna, ook nieuw, de leerlingen uit de basisschool op

BRUSSEL – Nederlandstalige kinderen krijgen ook voorrang bij inschrijving in het secundair onderwijs. Dat is een van de nieuwigheden uit het voorstel van decreet dat enkele Vlaamse parlementsleden van de meerderheid indienden.

Onderwijs > Voorstel van decreet breidt voorrang voor Nederlandstaligen uit

Inkomens-ongelijkheidin Brussel

LEDE – Vier zevendejaars Integrale Veiligheid van het Anderlechtse Sint-Guido-Instituut rijden met de gocart van Brussel naar Blankenberge, waar ze woensdag aankomen. Joachim, Steven, Mathias en Antony doen dat om geld in te zamelen voor de

© S

AS

KIA

VAN

DE

RS

TICH

ELE

WOUTER DEPREZ IN KVS, TUSSEN TEDERHEID EN PRETENTIEEn ook: Jane Alexander, Max!mal Bl!ndman en het Biff f.

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

de campus, en dan de rest. In het basisonderwijs zullen eerst broers en zussen, daarna Nederlandstali-gen, vervolgens kinderen van per-soneel en dan de overige kinderen aangemeld en ingeschreven kunnen worden.Hoe zit het dan met die sociale mix? Nu hebben Brusselse GOK-leerlingen, op hetzelfde moment als de Nederlandstaligen, een voorrang van dertig procent. In het nieuwe voorstel moeten de LOP’s een sys-teem uitwerken dat ervoor zorgt dat het aandeel GOK-leerlingen in de scholen overeenstemt met het per-

centage kansarmen in de buurt. Op de ene plek zal daarom voorrang ge-geven moeten worden aan kansar-men, op de andere aan kansrijken, maar dat gebeurt in elk geval pas nadat de Nederlandstaligen gebruik hebben kunnen maken van hun voorrang. “Het LOP mag daarbij zelf beslissen of er een verhouding voor heel Brussel vastgelegd wordt en of er per gemeente gediversifi eerd wordt,” zegt Paul Delva (CD&V), een van de indieners van het voorstel. “In een kansrijke gemeente zou er dan een lager GOK-percentage gel-den dan in een kansarme gemeente.

We willen dat de school een afspie-geling is van de buurt.”Brussels SP.A-parlementslid Jef Van Damme verwacht dat de kwestie opnieuw voor fl inke discussie bin-nen het LOP zal zorgen. “Over de andere voorrangsregels zijn de kno-pen wel doorgehakt, en dat is een goede zaak.” De stuurgroep van het LOP vergadert later deze week over het voorstel. Voorzitter Dimokritos Kavadias vreest alvast dat de dese-gregatie die de laatste jaren dankzij het GOK-decreet werd ingezet, weer een halt wordt toegeroepen. Bettina Hubo

ADVERTENTIE ADVERTENTIE ADVERTENTIE

Meer info, zie pagina 18

55040_TEASER BrusDezeWeek_BP.indd 1 28/03/11 10:03

Ga snel naar

pagina

32 en 33

DB1

1/72

5221

C1

Polo vs. Pomp Ontdek de uitslag op pag 34

DB

21/7

2750

1C1

ONDERWEG NAAR HAÏTI

Inkomens-ongelijkheidin Brussel

< 20.000 euro< 20.000 - 25.000 euro< 25.000 - 30.000 euro> 30.000 euro

BRUSSELJETTE

GANS-HOREN

SINT-AGATHA-

BERCHEM

SINT-JANS-MOLENBEEK

KOEKEL-BERG EVERE

SCHAARBEEKSINT-JOOST-TEN-NODE

SINT-LAMBRECHTS-

WOLUWE

SINT-PIETERS-

WOLUWE

ETTER-BEEK

BRUSSEL

ANDERLECHT

VORST

SINT-GILLIS

UKKEL WATERMAAL-BOSVOORDE

OUDERGEM

ELSENE

07 0411

Rijken makenhet verschilLEES PAGINA 6

SINT-JOOST-TEN-NODE

actie van Broederlijk Delen in Haïti. De tocht wordt gesponsord door leerlingen, ouders, leerkrachten en door enkele stagebedrijven. De jongens verkopen onderweg mattentaartjes en slapen in jeugdherbergen. NK

Page 2: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Is deze knuffel in de Belliardstraat van u? Breng dan een ladder mee als u hem terug wilt. © SASKIA VANDERSTICHELE

DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE

Een probleem van alle seizoenen

Uitgelicht > Winter voorbij, opvang gaat dicht

W at heeft het voorbije jaar gebracht? In de lente van 2010  logeerden  in  het 

Noordstation  bij  de  intrede  van  de dooi  een  aanzienlijk  aantal  daklo-zen  en  asielzoekers,  wat  leidde  tot taferelen,  een  ontwikkelingsland waardig.  Augustus  van  datzelfde jaar:  in  het  Maximiliaanpark,  op een  boogscheut  van  het  Noordsta-tion, verrijst een heuse bidonville die een  kleine  maand  blijft  staan;  een stad  gebouwd  met  stadsmeubilair, tenten en afval. Wie er nog aan twij-felde, ziet nu met eigen ogen tafere-len van buiten Europa.Najaar  2010:  vroege  vorst  eind  no-vember. Weer van dattum, weer het Noordstation.  Daklozen  en  asiel-

zoekers  slapen  in  het  CCN-gebouw tussen de treinreizigers. Een Neder-landse journalist die de schrijnende Belgische toestanden wil optekenen, wordt door de politie aangehouden. En  dan,  in  december  2010:  Brus-sels OCMW-voorzitter Yvan Mayeur (PS)  kondigt  aan  dat  het  Belgische asielbeleid  gefaald  heeft.  Niet  on-zinnig,  want  in  de  hoofdstad  (ook elders, maar vooral in de hoofdstad) snijden  de  assen  armoede,  asiel  en dakloosheid elkaar, culminerend in een punt waar weinigen nog zicht op lijken te hebben.

Geen coördinatieDe balans, volgens het Belgian Anti-Poverty Network, een koepelorgani-

satie  die  het  Belgische  middenveld groepeert  in  zijn  strijd  tegen  ar-moede: Brussel doet het beter, maar er wordt bij het begin van de winter nog  altijd  onduidelijk  gecommuni-ceerd  over  waar  er  opvang  is,  hoe men  daar  geraakt  en  wie  ervoor  in aanmerking  komt.  Het  BAPN  richt zich  vooral  op  daklozen,  maar  ver-meldt in zijn besluit ook dat opvang van  asielzoekers  onvermijdelijk  tot het takenpakket behoort. De  officiële  nachtopvang  in  Brus-sel  wordt  georganiseerd  door  één organisatie:  Samu  Social,  waarvan Yvan  Mayeur  trouwens  voorzit-ter  is.  Daarnaast  maakt  het  BAPN melding van elf privé-initiatieven en zeventien  sociale  restaurants,  die zonder  coördinatie  los  van  elkaar opereren. Ten slotte, misschien het  meest  kernachtige:  er  was  een  capaciteitsprobleem,  stelt  het  net-werk.De eisen van het BAPN aan de ver-schillende  politieke  niveaus  zijn: een  gecentraliseerde  opvang,  een 

uniform  systeem.  Noodopvang,  al-tijd  en  overal,  voor  alle  mensen,  of ze nu asielzoeker, dakloze of drug-gebruiker zijn.Maar  er  is  een  maar.  Ondanks  het feit  dat  OCMW-voorzitter  Yvan 

Mayeur toegeeft dat er een probleem is  met  asielopvang,  dat  het  aantal daklozen in Brussel stijgt, ondanks het feit ook dat staatssecretaris Phi-lippe  Courard  (PS)  toegeeft  dat  het zo niet verder kan, de toestroom van 

JEF BURM, G’HET ONS ÈT GESTOULE

BRUSSEL – Nu zaterdag wordt acteur en woordkunstenaar Jef Burm (1923-2011) begraven in zijn geboortestad Sint-Niklaas.

Burm was geen Brusselaar, maar wel Brusseleir van ’t Joer (2004), Brussels  cabaretier  tijdens  het Gala van het Brussels en zanger van dialectliedjes in de Weik van ’t  Brussels.  Kortom,  ne pee van hee,  ook  al  woonde  hij  decen-nialang  in  het  naburige  Meise (van 1971 tot zijn opname in een rusthuis  in  Sint-Pieters-Leeuw). Waarom  denken  generaties Brus selaars  dan  dat  Burm  een Brusselaar  was?  Omdat  hij  zich als  geen  andere  niet-Brusselaar met gul enthousiasme de streek-taal eigen maakte, in acteerwerk en chansons.Het  begon  nochtans  anders. Van  het  Reizend  Volkstheater (1949-’51) ging hij naar de open-bare omroep, waar hij de  luiste-raar  met  spelletjes  aan  de  radio kluisterde.  Van  een  geaffecteerd Nederlands – ABN was toen een must  voor een hele acteursgene-ratie – ging het naar revues met Denise De Weerdt, Anton Peters en Connie Neefs.

Witte van BrusselDoor tv-series als Slisse en Cesar, Het pleintje en De paradijsvogels ging  Burms  ster  pas  echt  schit-teren.  Als  ervaren  senior-acteur werd hij ook gecast in de Gaston & Leo-film Zware jongens (1984), in  Boerenpsalm  (1989)  van  Ro-land  Verhavert  en  in  Blinker en het Bagbag-juweel (2000),  naar het  jeugdboek  van  Marc  de  Bel. Maar  vooral  op  de  planken  was de  ‘Witte  van  Brussel’  een  on-geëvenaard  talent,  altijd  te  vin-den  voor  zwans  en  een  lach.  In de eerste productie van het Brus-sels  Volkstejoêter  (begin  van deze  eeuw)  schitterde  de  frêle Burm  als  Madame  Chapeau,  in het vaudevillestuk Bossemans en Coppenolle:  een  van  de  moeilijk-ste vrouwenrollen voor heren uit het klassieke komedierepertoire. Een straatsculptuur van dit type-tje (hoek Mussen- en Zuidstraat) herinnert  de  Brusselaars  voor eeuwig  aan  Burm.  En  natuurlijk zijn er ook nog de opnamen van zijn  stem,  onder  meer  in  ‘Brus-sel, g’het main èt gestoule, van de Nord tot de Midi’.� Jean-Marie�Binst

IN MEMORIAM

BRUSSEL – Nu het weer warmer wordt, maakt een koepel van middenveldorganisatie de balans op van de voorbije opvangwinter. De hoofdstad heeft beter ge-zorgd voor daklozenopvang, klinkt het, maar er is nog altijd een fundamenteel gebrek aan coördinatie. Over opvangproblemen buiten de winter wordt niet gerept.

Met de tentenkampen en de opvang in het Noordstation lijkt een grens overschreden

© B

AR

T DE

WA

EL

E / IMA

GE

DE

SK

.BE

Page 3: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 APRIL 2011 WEEKOVERZICHTWOENSDAG�30�MAARTJuSTiTiEpAlEiS�ANDERS. Een internationale wedstrijd levert 194 nieuwe ideeën op voor het Justitiepaleis. De federale regering besliste tijdens het Belgische EU-voorzitterschap in 2010 de wed-strijd te lanceren. Het prijzengeld van 60.000 euro wordt verdeeld tussen de verschillende laureaten.

DONDERDAG�31�MAARTREchTEN�iN�TWEE�TAlEN. De uitwisselingsovereenkomst tussen de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) en de Facultés Uni-versitaires Saint-Louis (FUSL) wordt plechtig ondertekend. Daardoor kunnen de studenten van de HUB vanaf september kiezen voor een rechtenopleiding in twee talen. Naast de Nederlandstalige colleges van de HUB kan er ook in het Frans les gevolgd worden aan de FUSL.

VRiJDAG�1�ApRilZEVENTiEN�SchOlEN. Brussels minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD) dient zeventien schooldossiers in bij zijn Vlaamse colle-ga Pascal Smet (SP.A). Vanraes vraagt dat de Vlaamse regering tegen 2013 bijna 36 miljoen euro in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel pompt. Er moeten dringend 1.500 plaatsen bijkomen.

BRuSSEl�EcOhOOfDSTAD. Als erkenning voor hun milieu-inspanningen ontvangen 38 Brusselse ondernemingen een ecodyna-misch label van de Brusselse regering. Daarvan worden zestien labels voor het eerst toegekend; 22 labels worden verlengd. Twee bedrijven behalen de hoogste categorie voor hun inspanningen.

DE�STRAAT�Op.�Het einde van de winter betekent ook het einde van de win-teropvang voor daklozen. Voor meer dan vierhonderd mensen, onder wie steeds meer vrouwen, wil dat zeggen dat ze vanaf vanavond op straat moeten slapen.

ZATERDAG�2�ApRilScOuTS�TE�fiETS. Vanaf de middag bezetten scouts uit heel België het Ter Kamerenbos voor de 24 uur fietsen. Elke groep zal proberen in een etmaal zoveel mogelijk rondjes te fietsen. De fiets-marathon zit dit jaar aan zijn 25ste editie.

KOERDEN�ROEREN�Zich. 1.700 mensen nemen deel aan een Koerdische manifestatie in het centrum van de stad. De gemoederen raken even verhit wanneer Turkse handelaars de betogers uitjouwen op het De Brouckèreplein. De jongeren worden door de ordediensten gekalmeerd. Niemand wordt aangehouden.

ZONDAG�3�ApRilpAARS-WiT�VERliEST. Op de eerste dag van de play-offs in het voetbal verliest Anderlecht met 1-3 van Standard. De Luikenaars, die nochtans met de B-ploeg beginnen en Defour en Witsel op de bank laten, zijn de hele match baas op het veld. Hoewel Anderlecht de play-offs als leider begon, neemt Genk de koppositie van paars-wit over. 

MAANDAG�4�ApRilfRANSTAliGE�fEDERATiE. Het zat er al een tijdje aan te komen en het is nu ook zo ver: de Franse Gemeenschap wordt versneld om-gedoopt tot Fédération Wallonie-Bruxelles. Het initiatief komt er na-dat Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) in een weekend-interview in La Libre Belgique zegt dat Brussel nooit een volwaardig Gewest kan worden. Beide kampen spreken van provocaties.

DiNSDAG�5�ApRilGROENE�Wifi�VOOR�DE�BlAuWEN. Drie MR-leden dienen een voorstel van ordonnantie in bij het Brussels parlement. MR wil in de nabije toekomst Brusselse parken uitrusten met een gratis draadloze internetverbinding. Gratis wifi is volgens de Franstalige liberalen een basisbehoefte van de moderne samenleving.

‘SEpARATiSME’. Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) noemt de omvorming van de Franse Gemeenschap tot Waals-Brus-selse Federatie ‘separatisme’. Volgens de christendemocrate is de demarche van een dag eerder ongrondwettig. Binnen de Brusselse regering is er al geruime tijd onenigheid tussen CD&V en PS. Volgens de Franstalige socialisten gedraagt de Vlaams-Brusselse christen-democratie zich niet Brussels genoeg.

� Samengesteld�door�Noémie�Kowalczyk��en�christophe�Degreef

MEER NIEUWS DE HELE WEEK

ROND OP

Tentenkampen ’s zomers, slaapzalen in grote sta tions in de lente: opvang is het jaar rond nodig.

asielzoekers, en ondanks de sociale bekommernis  van  het  middenveld, lijkt er onlangs een grens overschre-den. Een stille grens.Die  grens,  dat  zijn  tentenkampen in  de  zomer,  slaapzalen  in  grote treinsta tions  in  de  lente.  Dat  zijn structurele  problemen,  niet  alleen ’s winters.Een  deel  van  het  probleem,  dat  is de  buurtbewoner  die  oude  matras-sen naar een tentenkamp brengt en zegt:  “Dat  is  zo  in  een  grootstad, dat  mensen  uit  de  boot  vallen,  en 

dat gaat er ook niet op verbeteren.” Dat  probleem  is  ook  de  politieman die  vertelt  dat  het  fifty-fifty  is  met de toestroom havelozen die opvang zoeken:  vijftig  procent  daklozen en  vijftig  procent  asielzoekers  die willen  blijven  proberen.  Als  een  voldongen feit, als een noodzakelijk iets.De  journalist  die  naar  het  tenten-kamp  afzakt,  een  paar  beelden maakt,  en  weer  weg  gaat.  De  pen-delaar  die  nauwelijks  opkijkt  in  de centrale  hal  van  het  Noordstation, 

op weg naar zijn trein. En de stede-ling die nerveus om beleid roept. En misschien, heel misschien toch ook de sociale werker die zegt dat er al-tijd en overal opvang moet zijn, zon-der een lijn te trekken wie het meest behoeftig is.En wat te denken van Yvan Mayeur, die zegt dat het goed gaat met onze sociale  zekerheid?  Terwijl  hij  de toevloed  van  asielzoekers  die  zijn OCMW  overspoelen,  heeft  aange-klaagd.� christophe�Degreef�

Ik geef Anderlecht de goede raad om niet tot Pasen te wachten om te verrijzen.”

Voetbaljournalist Peter Vandenbempt vond Anderlecht afgelopen weekend de slechtste ploeg van Play-off I. Het verloor met 1-3 van Standard (op sporza.be).

De Stad Brussel is geobsedeerd door haar congres-centrum. Er valt niet mee te praten.”

Thierry Meeùs, eigenaar van Océade en Mini-Europa, in Le Soir. De toeristische trekpleisters moeten eind augustus 2013 wijken voor het Neo-project van de Stad Brussel.

Heel soms duiken er aan de horizon verrassingen op. Verrassingen uit het oosten, in dit geval.Volgens  de  bevolkingscijfers  van  de  gemeente  Elsene wonen  er  momenteel  tien  Sovjets  in  de  rode  oase. Sovjets,  u  leest  het  goed.  Mensen  uit  de  Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie? Die bestaat toch al lang niet meer? De Muur  is  al  lang  gevallen,  Jeltsin  beklom  zijn  tank  en Poetin  gaat  heden  ten  dage  jagen  in  Siberië.  Maar  in Elsene blijft de socialistische droom leven.

(10)HET

GETAL

© IVA

N P

UT

““Het gaat om mensen die voor 1989 in de Sovjet-Unie geboren zijn, en zich nooit hebben gemeld met een an-der  paspoort  van  een  ex-Sovjetstaat,”  deelt  men  ons mee  op  de  dienst  Bevolking.  “Dit  betekent  inderdaad dat ze in de cijfers nooit van nationaliteit veranderd zijn, en dus als Sovjet door het leven gaan.” Bewust of onbe-wust, dan.De dienst Bevolking van de gemeente Elsene nam onze vraag zeer serieus. Alle lof. Daags na de vraag klonk het dat  de  tien  vergeten  Elsense  kameraden  opgeroepen zullen worden om zich te melden op het partijsecr... ge-meentehuis, al dan niet met een paspoort waar de ge-meente geen weet van heeft. Om dan in de statistieken een andere nationaliteit te krijgen.  cD�

Page 4: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Erfgoed > Myriam Serck (Koninklijk Instituut Kunstpatrimonium) na 42 jaar met pensioen

‘Laat de belastingbetaler zien wat we doen’

BRUSSEL – In mei verhuist het beschadigde monument van Everaard t’Serclaes voor studie en herstel naar het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK). Directeur-generaal Myriam Serck-Dewaide zal het niet meer meemaken: eind deze maand zet de ‘moeder aller beelden’ een punt achter haar 42-jarige carrière.

M yriam Serck behoort tot de laatste  generatie  conser-vators-restaurateurs  die 

‘in het atelier’ zijn gevormd, met po-lychrome sculpturen als haar dada. In de online  fototheek van haar  fe-derale  wetenschappelijke  instelling kunnen  vandaag  ruim  een  miljoen foto’s  van  750.000  kunstobjecten geraadpleegd  worden.  Zo  blijft  er altijd  een  spoor  van  het  Belgische patrimonium, ook na versnippering en verkopen.Op  de  drempel  van  haar  pensioen vragen we Serck of er voor haar  le-ven is na het KIK, en omgekeerd. “Ik heb  hier  heel  mijn  leven  gewerkt,” vertelt ze. “Toen ik het KIK (het pand dateert van 1962, red.) bezocht  tij-dens mijn studie kunstgeschiedenis aan de toen nog tweetalige universi-teit van Leuven, wist ik meteen wat ik wou doen: ‘Daar ga ik werken!’ In de zomer van 1969 – mijn thesis was nog  niet  af  –  vroeg  ik  de  directeur, chemicus René Sneyers, of  ik stage mocht  komen  lopen.  Voor  een  his-toricus had hij geen werk, maar hij zocht  iemand  die  cement  rond  een muurschildering wou wegschrapen. Ik  nam  het  aan,  voor  iets  van  een tachtig frank per dag (equivalent van 2 euro, red.). En  ik  ben  gebleven... De  restaurateur  voor  muurschilde-ringen, die  ik mocht helpen, kwam uit  Litouwen.  Hij  had  als  mijnwer-ker  zijn  studie  gefinancierd  om  in 

Rome restauratietechnieken te gaan studeren.  Later  verhuisde  ik  naar het  beeldhouwwerkatelier,  onder leiding van de Duitse gravin Agnes von Ballestrem (1935-2007), die ons leerde  hoe  polychrome  beelden  in Duitsland onder handen werden ge-nomen. Na haar vertrek heb ik vanaf 

1973  dat  atelier  overgenomen.”  In 1999  werd  Serck  dan  hoofd  van  de tien restauratieateliers.

Op een laatste werkdag komen de frustraties boven. Hebt u onvervulde dromen?Myriam Serck:  “Tegenover  alle realisaties  verdwijnen  die  in  het niets.  Maar  iets  wat  ik  nooit  heb kunnen klaren, is de restauratie van 

het  verwaarloosde  interieur  van  de twaalfde-eeuwse  burchtkapel  van Edingen, La Chapelle Castrale  (ver-bouwd door Filips van Kleef in 1514; nu staatseigendom, red.). Daar heb ik wel hartzeer van, ja. De kapel heeft zestiende-eeuwse  glas  ramen,  ge-polychromeerde  retabels,  houtfrag-menten  van  retabels,  schilderingen en een unieke poort. Het is een ware schatkamer.  In  mijn  jeugd  maakte ik  mijn  thesis  over  de  kapelramen. De Koning Boudewijnstichting bezit het dossier; het geld is zelfs gereser-veerd.  Toch  blijven  er  hinderpalen, zoals  de  sluiting  van  de  kapeltoren voor het publiek.”

Liggen er voor het KIK geen inter nationalere projecten in het verschiet?Serck: “We staan bekend van Dres-den en Parijs tot Indonesië en China. Vooral  voor onze expertise  in  reta-bels  en  wandtapijten  worden  we gesolliciteerd.  In  2010  hebben  we een jaar lang met een internationale ploeg de voorstudie en een klein on-derhoud  van  ‘Het  lam  Gods’  in  de Gentse  Sint-Baafskathedraal  uitge-voerd – de eerste restauratie dateert van 1951. Het is tijd voor een gron-dige  restauratie  door  het  KIK,  un jour. Binnen het Topstukkendecreet zou dit moeten kunnen, als kanun-nik  Ludo  Collin,  Vlaanderen,  de provincie,  de  stad,...  –  als  iedereen er  samen  wil  voor gaan. Het draait zeker niet om geld alleen.”

U wou het KIK toch uitbreiden, met nieuwbouw?Serck: “Toen ik  in 2005 directeur-generaal werd, dacht  ik een nieuwe bibliotheek te bouwen. (Er kwam een

de Regie der Gebouwen is rond, voor een bouw tussen voorpand en gara-ges. Maar toen sloeg de crisis toe. Ik had nog graag meegemaakt dat het publiek  meer  toegang  kon  krijgen tot  het  kunstpatrimonium  dat  hier passeert. We hebben een expositie-zaal nodig, waar de belastingbetaler kan zien wat er met zijn of haar geld voor het erfgoed gebeurt. Zodra een belangrijk  werk  gerestaureerd  is, zou het daar telkens een maand ge-toond kunnen worden.”

Waarvoor kan die aanbouw nog meer dienen?Serck: “We missen een atelier voor monumentale  werken  in  brons  en steen.  De  t’Serclaes  van  de  Grote Markt, goed zeven meter hoog, moet nu in stukken binnenkomen. Gelijk-tijdig  arriveren  enkele  grote  barok-beelden en een retabel. Ons plaats-gebrek  wordt  dramatisch.  Voor  de microzandstraling  met  laserstraal ontbreekt een veilige, aparte kamer. In  die  nieuwbouw  planden  we  ook een  educatieve  dienst,  mét  perso-neel, bij een kijkatelier of expositie-zaal.  Ik hoop dat mijn opvolger het project kan realiseren.”

U spreekt nu over publieksparticipatie, maar dit jaar doet u bijvoorbeeld niet mee aan de Open Monumentendagen. Waarom?Serck: “Het KIK moet nu twee pro-cent  besparen,  en  drie  procent  in 2012.  Vorig  jaar  zag  ik  tijdens  de Brusselse Open Monumentendagen voor  het  eerst  het  bezoekersaan-tal  onder  de  duizend  terugvallen. Hoe  dat  komt?  Doordat  de  Monu-mentendagen  gingen  samenvallen 

Myriam Serck-Dewaide (1946) woont in Sint-Pieters-Woluwe en bouwde sinds 1969 haar loopbaan uit in het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium, eerst als departementshoofd van het beeldhouwwerkatelier en sinds 2003 (definitief sinds 2005) als directeur-gene-raal. Ze vormde 95 Belgische en buitenlandse stagiairs in het sculpturenatelier (1973-’99) en leidde de restaura-tie en conservatie van 25 retabels, van meubilair uit kastelen en kerken en van architecturale decoraties (koninklijk paleis, Chinees Paviljoen,...).Serck gaf/geeft les aan La Cambre en het Institut National du Patrimoine van Frankrijk. Ze werkte voor het Louvre en andere Parijse musea, het Musée de Cluny en talloze Franse kerken. Serck is stichtend voorzitster van de Beroepsvereniging voor Conservators-Restau-rateurs van Kunstwerken (BRK). Op haar palmares staan 121 (inter)nationale publicaties en 32 tentoon-stellingen.

Myriam Serck

Winter 2008-’09: schade.

Hoe zou het zijn met... de schade in het Museum voor Oude Kunst?

© M

ICH

IEL

HE

ND

RYC

KX

Infotheek, maar die nam intern plaats af van ateliers, red.) Het dossier met 

In  een  reservezaal,  volgestouwd met 842 vijftiende- tot negentiende-eeuwse  schilderijen  (op  paneel  en doek),  liet  de  luchtbevochtiger  van Dalkia het op 21 november 2008 af-

weten – het was net voor een vries-winter. Precies 55 dagen later, op 14 januari 2009, kwam de schade aan het licht. Het technisch toezicht was uitbesteed aan het Brusselse Dalkia, 

dat  ook  aan  andere  overheidsdien-sten  klimaatregelaars  levert.  Het bedrijf  had  vanuit  zijn  dispatching op  pc  niets  van  de  klimaatwis-sel  gemerkt.  Ook  controle  met  een veiligheidsagent  bleek  niet  nodig. Mu seumdirecteur  Michel  Draguet vroeg  een  EHBO-ploeg  van  het  Ko-ninklijk  Instituut  voor  Kunstpatri-monium (KIK) – per brief – om hulp. 

Myriam  Serck  van  het  KIK  stuurde zes  experts.  Volgens  hun  eerste vaststelling ging de schade van klei-ne  tot  meervoudige  opstuwingen van  de  verflaag  op  de  paneelschil-deringen  van  Vlaamse  primitieven, waaronder  ‘De  passie’  (1544),  een triptiek van Colin de Coter. De eer-ste  dagen  zweeg  Draguet  de  zaak dood  voor  de  pers,  tot  een  infor-

BRUSSEL – Wat is de stand van zaken in het schadedossier Dalkia/Museum voor Oude Kunst? Die vraag stelden we ons nu de restauratie is begonnen aan de beschadigde werken in de reserves van het museum, een onderdeel van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.

“Geen bezwaar tegen een gewestelijke opdeling van het KIK, er is werk genoeg. Maar wat kosten drie KIK’s?”

Page 5: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

met autoloze zondag. Daar zijn wij, buiten  het  centrum,  het  slachtoffer van. Als ik zestig man personeel vier verlofdagen moet geven voor weinig publieksrespons, dan is de rekening snel gemaakt. Het KIK zal voortaan om  het  jaar  participeren.  Dit  jaar doen we wel mee aan de Dag van de Onderzoeker.”

Intussen maakt de regering geen haast met de erkenning van het beroep van restaurateur. Wat vindt u daarvan?Serck:  “Met de BRK, de  tweetalige Beroepsvereniging  voor  Conserva-tors-Restaurateurs  van  Kunstvoor-werpen (Serck was stichtend voorzit-ster in 1991, red.),  ijveren  we  voor de  erkenning  van  die  titel.  Maar  we  krijgen  tegenwind.  Het  erken-ningsdossier  ligt bij de minister  en wordt niet ondertekend, waarschijn-

lijk  om  dat  lobbyende  ambachtslui het  afblokken.  Nu  kan  iedereen zich  restaurateur  noemen.  Er  zijn privéondernemingen  die  prachtig werk leveren, zoals Manufactuur De Wit  in Mechelen voor wandtapijten –  al  werken  wij  nog  iets  preciezer, waardoor  we  ook  iets  duurder  zijn. Maar er zijn ook vele charlatans die het erfgoed verprutsen. Mocht onze demarche  slagen,  dan  zouden  be-schermde kunstobjecten en die van eerste  categorie  alleen  nog  behan-deld  kunnen  worden  door  gediplo-meerden. Lijkt  logisch, niet? Spijtig genoeg  zie  ik nu nog veel  catastro-fes, gewoon omdat mensen lukraak de telefoongids nemen. Ik hoop dat de nieuwe regering werk maakt van de beroepserkenning.”

Is er plaats voor het federale KIK in een institutioneel hertekend Belgisch landschap?

Serck:  “Pleiten  voor  aparte  insti-tuten  voor  kunstpatrimonium  voor Brussel,  Wallonië  en  Vlaanderen is  een  visie  als  een  andere.  Ik  heb 

geen bezwaar tegen een gewestelijk drievoud van het KIK. Werk op ons terrein  is  er  voor  het  patrimonium uit alle gewesten genoeg. Maar wat kosten  drie  KIK’s?  Wie  maakt  de rekening?  En  moet  de  topexper-tise  die  het  KIK  sinds  1948  opge-bouwd  heeft,  versnipperd  worden? 

Er  bestaan  retabels,  schilderijen, polychrome beelden, textiel en edel-smeedstukken genoeg, overal in het land. We vragen niet liever dan alles 

te mogen bestuderen, op waarde te schatten en te conserveren.”

Wilt u opnieuw een deel van het Jubelparkmuseum worden?Serck: “Over mijn lijk, dat is uit den boze! Het KIK heeft een globale mis-sie. We zijn nu net uit de museum-

relatie  met  de  Koninklijke  Musea voor Kunst en Geschiedenis gestapt om  een  meer  algemene  invloed  te kunnen  uitoefenen  op  alle  beheer-ders  van  het  kunstpatrimonium, ook  internationaal.  Wij  geven  les-sen in heel de wereld. Onze ethische en  kwalitatieve  ingrepen  op  kunst-voorwerpen,  vooral  met  de  jongste technologieën, zorgen ervoor dat we impact hebben. Mochten wij afhan-gen van één of twee musea, om hun collecties  in de eerste plaats aan te pakken, dan is daar in theorie niets mis mee. De helft van het KIK-per-soneel staat dan wel op straat. Want de  helft  van  de  onderzoekers  is contractueel  en  werkt  op  projecten die  extern  gesubsidieerd  worden.  Als  we  gratis  voor  een  museum moeten werken, wie betaalt dan de factuur?” Jean-Marie Binst

Myriam Serck (r.) in het polychrome-beeldenatelier: “Zodra een restauratie af is, zou de belastingbetaler het een maand moeten kunnen zien.”

© S

AS

KIA

VA

ND

ER

STI

CH

EL

E

“Wanneer wordt het beroep van conservator-restaurateur erkend? Ik zie nog veel catastrofes omdat mensen lukraak de telefoongids nemen”

mant het blad (Télé ) Moustique tipte.“We namen 803 werken in observa-tie, de rest – vooral de doeken – had niets,”  bevestigt  Serck.  “Het  ging niet  om  meesterwerken  –  die  han-gen  in  de  zalen  –,  maar  er  waren heel interessante stukken bij. In één maand  tijd  brachten  we  voorlopige vasthechtingen  met  papiertjes  aan, opdat  er  geen  verdere  opstuwingen zouden  ontstaan.  Die  urgentie-in-greep  voorkomt  dat  picturale  lagen afbladderen.  Daarnaast  maakten we een staat op van alle problemen. We klasseerden alles, volgens de be-

hoeften van elk stuk, met een kleur-code. Rood voor verflagen, geel voor de drager, enzovoort. Door de daling van  de  vochtigheidsgraad  zijn  de houtpanelen gaan ‘werken’, met als gevolg dat 211 paneelschilderingen belangrijke  verfopstuwingen  had-den, 234 werken hadden kleine op-stuwingen zonder risico en 158 had-den  problemen  aan  de  drager.  Het ging meestal om gevolgen van de al aanwezige geblokkeerde parkettage. De  conclusie  was  dat  een  grondige restauratie  –  beschermpapiertjes verwijderen,  definitieve  fixatie,  rei-

niging  –  op  de  lange  termijn  nodig was,  ook  al  is  niet  alles  het  gevolg van  dat  ene  ongeluk.  Kortom,  360 werken  vertonen  structurele  pro-blemen die aangepakt moeten wor-den.”“We  berekenden  voor  de  KMSK  en hun  verzekeringsmaatschappij  wat dat zou kosten. Het is aan de KMSK om dit geld te vorderen; dat is onze zaak  niet.  Maar  natuurlijk  moet  de factuur  van  mijn  personeel  betaald worden. Ik zal het einde van dit dos-sier niet meer meemaken...”“Het  is spijtig dat dit ongeluk in de 

reserves  is  kunnen  gebeuren.  Am-per  tien  procent  van  de  collectie hangt  in de zalen, wat heel uitzon-derlijk is voor een museum. Natuur-lijk  had  ook  een  dubbele  controle in het museum veel kwaad kunnen voorkomen,  zeker  als  je  met  exter-nen en uitbestedingen werkt.” Sinds 2009 communiceren Draguet en zijn museum niet meer over het schadedossier. Ook Dalkia houdt de lippen op elkaar. Alle communicatie rond het dossier zit gecentraliseerd bij één Dalkia-manager, Daniel Noé, met  één  boodschap  na  twee  jaar: 

“Rien n’a changé.  De  verzekeraars werken eraan.”Ook het museum was kort over het verloop (“Het dossier volgt zijn weg”) en gooide de hoorn op de haak toen we aandrongen. Nu Michel Draguet de  titel  van  directeur-generaal  van de  Koninklijke  Musea  voor  Kunst en  Geschiedenis  wil  binnenhalen, moet hij de rotte appel zo snel mo-gelijk uit zijn Hoorn des Overvloeds zien te krijgen. Sinds kort heeft het museum twee restaurateurs aan het beschadigde erfgoed gezet. JMB

Page 6: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

D e  inkomensverschillen  tus-sen de inwoners van dit land zijn  nergens  zo  groot  als  in 

Brussel.  Bovendien  is  de  kloof  tus-sen arm en  rijk de  jongste  tien  jaar nog  toegenomen.  Dat  blijkt  uit  de cijfers  van  het  Nationaal  Instituut voor  de  Statistiek  (NIS)  die  BDW doornam.De  ongelijkheid  is  het  grootst  in Sint-Pieters-Woluwe  en  het  kleinst in  Anderlecht.  Sociologen  meten (on)gelijkheid  aan  de  hand  van  de Gini-coëfficiënt. Dat is een cijfer tus-sen  0  en  1.  Hebben  alle  inwoners hetzelfde  inkomen,  dan  is  de  Gini 0;  is  de  ongelijkheid  extreem  –  dat wil zeggen dat één  inwoner alle  in-komen binnenrijft –, dan is het cijfer 1. In 2008 was de Gini-coëfficiënt in België  0,310,  in  het  Hoofdstedelijk Gewest 0,365, in Wallonië 0,311 en in  Vlaanderen  0,301.  Die  Vlaamse Gini-coëfficiënt  is  exact  hetzelfde cijfer als Brussel in 1998 had.Anderlecht  was  in  1998  al  de  ge-

BRUSSEL – Niet de armen bepalen het imago van de Brusselse gemeenten, maar de rijken. “Ook een rijke gemeente als Ukkel telt een groot aandeel lage inkomens, maar ze heeft ook een kleine groep zeer hoge inkomens,” zegt VUB-socioloog Ignace Glorieux. Hem legden we cijfers en kaarten over inkomensongelijkheid voor.

© IN

FOG

RA

FIE

K: B

DW

. BR

ON

: NIS

.

Financiën > Inkomensongelijkheid blijft groot

Rijken maken het verschilin  voor.  Toch  is  het  ook  belangrijk om te kijken naar de uitersten die er wél  in  voorkomen:  de  armen  en  de rijken  (al kun  je met een belasting-aangifte  van  50.000  euro  niet  echt van  ‘rijken’  spreken;  dat  zijn  veel-eer middeninkomens die behoorlijk hun kost verdienen. Wie minder dan 10.000  euro  op  zijn  aangifte  heeft 

staan, kan echter wel als ‘arm’ wor-den omschreven.)Dat  er  in  de  ‘arme’  gemeenten  een groot  aandeel  laagste  inkomens (minder  dan  10.000  euro)  is,  viel te  verwachten.  Sint-Joost  is  hier  de absolute  koploper  met  meer  dan dertig  procent.  Maar  ook  Elsene, Brussel,  Schaarbeek,  Sint-Gillis 

en  Molenbeek  pieken  ver  boven  de twintig procent. Minder evident zijn de  cijfers  voor  de  rijke  gemeenten: ook  Ukkel,  Sint-Pieters-  en  Sint-Lambrechts-Woluwe,  Watermaal-Bosvoorde  en  Oudergem  tellen  on-geveer twintig procent gezinnen die het  met  minder  dan  10.000  euro moeten stellen.Het  grote  verschil  tussen  rijke  en arme  gemeenten  zit  ’m  echter  in het  aantal  gezinnen  die  meer  dan 50.000 euro op hun aangifte invul-len. Er zijn maar twee gemeenten die boven de vijftien procent uit komen: Sint-Pieters-Woluwe (18 procent) en Watermaal-Bosvoorde  (15,5).  Ook Elsene, de zuidoostelijke gemeenten Ukkel, Sint-Lambrechts-Woluwe en Oudergem, en Sint-Agatha-Berchem in  het  noordwesten  scoren  boven de  tien  procent.  Sint-Joost  en  Mo-lenbeek  zijn  onder  de  drie  procent gezakt.  In  de  woorden  van  profes-sor  Glorieux:  “Brussel  telt  niet  al-leen  een  grote  concentratie  armen, er is ook een rijke bovenlaag. Het is die bovenlaag die  in gemeenten als Ukkel  en  Sint-Pieters-Woluwe  de socia le ongelijkheid nog versterkt.” �� Danny�Vileyn

Sint-Joost en Molenbeek hebben minder dan drie procent rijken

< 20.000 euro< 20.000 - 25.000 euro< 25.000 - 30.000 euro> 30.000 euro

BRUSSELJETTE

GANS-HOREN

SINT-AGATHA-

BERCHEM

SINT-JANS-MOLENBEEK

KOEKEL-BERG EVERE

SCHAARBEEKSINT-JOOST-TEN-NODE

SINT-LAMBRECHTS-

WOLUWE

SINT-PIETERS-

WOLUWE

ETTER-BEEK

BRUSSEL

ANDERLECHT

VORST

SINT-GILLIS

UKKEL WATERMAAL-BOSVOORDE

OUDERGEM

ELSENE

Kleine ongelijkheidGemiddeld grote ongelijkheidGrote ongelijkheid

BRUSSELJETTE

GANS-HOREN

SINT-AGATHA-

BERCHEM

SINT-JANS-MOLENBEEK

KOEKEL-BERG EVERE

SCHAARBEEKSINT-JOOST-TEN-NODE

SINT-LAMBRECHTS-

WOLUWE

SINT-PIETERS-

WOLUWE

ETTER-BEEK

BRUSSEL

ANDERLECHT

VORST

SINT-GILLIS

UKKEL WATERMAAL-BOSVOORDE

OUDERGEM

ELSENE

GEMIDDELD INKOMEN BRUSSELS GEWEST INKOMENSONGELIJKHEID BRUSSELS GEWEST

meente  met  het  kleinste  verschil tussen arm en rijk, en dat blijft zo in 2008. Opvallend is wel dat het ver-schil in Anderlecht nog altijd groter is  dan  de  verschillen  op  Belgisch, Waals en Vlaams niveau.

Lage inkomensUkkel,  de  gemeente  die  in  1998 koploper  was  inzake  sociale  on-gelijkheid,  heeft  die  eerste  plaats in  2008  moeten  afstaan  aan  Sint-Pieters-Woluwe.  Sociale  gelijkheid zegt  echter  niets  over  rijk  of  arm. De  sociale  ongelijkheid  kan  in  een gemeente met zeer arme mensen en middeninkomens even groot zijn als in  een  gemeente  met  middeninko-mens en een groepje extreem rijken. Een  andere  manier  om  Brussel  in kaart  te  brengen,  is  te  kijken  welk bedrag  er  op  de  gemiddelde  belas-tingaangifte  prijkt.  Dat  criterium laat  toe  om  de  gemeenten  in  vier groepen in te delen (zie linkerkaart). Er zijn er twee waar de gemiddelde 

aangifte  lager  is  dan  20.000  euro op  jaarbasis  (Sint-Joost-ten-Node en Sint-Jans-Molenbeek); in drie ge-meenten stijgt het bedrag boven de 30.000 euro uit (Ukkel, Watermaal-Bosvoorde en Sint-Pieters-Woluwe). In Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe  is de  inkomensongelijkheid  ook  het grootst.Hier hoort wel een belangrijke nuan-ce. De cijfers gelden op gemeentelijk niveau,  terwijl  de  verschillen  zich ook  –  en  vooral  –  op  buurtniveau situeren.  Het  is  bijvoorbeeld  wei-nig  waarschijnlijk  dat  de  inwoners van  de  Louizawijk  op  het  grondge-bied van de Stad Brussel minder rijk zouden  zijn  dan  hun  nabije  buren van Elsene of Ukkel. Of nog: als u in hoog-Sint-Gillis  gaat  stappen,  dan ziet u absoluut niet dat de gemeente arm is.Ten tweede: de cijfers slaan enkel op inwoners  die  een  belastingaangifte indienen. De twee ‘uitersten’ – ille-galen en eurocraten – komen er niet 

Page 7: BDW - editie 1274

ADVERTENTIEBDW 1274 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

P-PRAAT

CHIEN ÉCRASÉ

Er is een nieuw gemeenteraadslid in Etterbeek, en ze heet Colette Njomgang. Ze vervangt in de PS-fractie Jacqueline Berger, die naar een andere gemeente verhuist. Njomgang is van Kameroen-se origine, is oogarts en volgens de PS ‘het eerste socialistische raadslid van beneden de Sahara’. Ter gelegenheid van deze socialistische wissel stonden er in de jongste gemeenteraad flesjes Spa Rood op tafel. Attent.

Stel u voor dat er in Etterbeek een partij van de dieren bestond, en dat daar een wissel zou plaatsvinden. Wat zou er dan op tafel staan?

“Niet alleen de eenden zorgen voor een zekere terughoudendheid, ook de kwaliteit van het visbestand knaagt aan mijn geweten. Zwem-men er alleen gezonde vissen in de vijver? Heeft het collegelid zicht op de verhouding tussen de kleinere soorten en de vette vissen? Maar wat me het meeste angst aanjaagt, is de paling. Het is mij onduidelijk of in een biologische zwemvijver met of zonder zwemkleding gezwommen moet worden. En de bijtkracht van de Dilbeekse paling is natuurlijk legendarisch. We weten allemaal dat in de vijver van het Neerhof veel palingen zwemmen.” 1 april in de Raad van de Vlaamse Gemeenschaps-commissie (VGC). Voor uw gemak hebben we  de woordjes (vrolijkheid) en (hilariteit) weggela-ten.

Waarom Dilbeek? Omdat de grap was dat er daar bij de kinderboerderij (VGC-eigendom) een zwemvijver zou komen. “De VGC staat achter de renovatie en de heropening van gemeentelijke zwembaden. Deze zwembaden bevinden zich meestal in wijken waar een zwembad uit sportief en sociaal oogpunt meer dan zinvol is. De VGC is tevens de ontwikkeling genegen van biologische zwemvijvers in grote Brusselse parken.” Voor wie er niet genoeg van krijgt: www.raadvgc.be.

ELSENE – Het was voorspeld, en het is ook bewaarheid: het Flageyplein was vorige week het vuilste plein ter wereld. De oorzaak hiervoor dient gezocht te worden bij de Millennium-generatie, ook wel Facebookgeneratie genoemd. U weet wel: die generatie die voor een beter milieu is en om minder te vervuilen bij mama en papa inwoont. Die generatie wilde vorige week protesteren tegen het uitblijven van een rege-ring, en zij protesteerden te Elsene met friet. En bierblikjes, -flessen, en toespraken in de zin van: “Ja, maar wij, euh, zijn voor een, euh, federale kieskring want dat is... euh... solidair en zo.”

ELSENE – De boodschap is zeker aangekomen. ’s Ochtends stonden de schoonmaakploegen van de gemeente meer paraat dan ooit. Dat is historisch.

ETTERBEEK – Historisch was de aprilgrap van de gemeente Etterbeek niet, maar laten vangen hebben we ons wel. Fier kondigde het gemeente-bestuur aan dat prins William en zijn verloofde Kate Middleton hun huwelijksnacht op het Jourdanplein wilden doorbrengen (het is te zeg-gen: in een hotel aldaar). Burgemeester Vincent De Wolf (MR) werd volgens het bericht door de Britse premier David Cameron opgebeld met de belofte tien Etterbekenaren een plaats te geven in Westminster Abbey als bedankje voor de on-getwijfeld heuglijke nacht die de jonggehuwden in de Maalbeekgemeente zouden meemaken. Naast vijf schepenen mochten er vijf burgers mee, en wie op de inschrijfknop klikte, kreeg vervolgens een grote vis te zien.

ADVERTENTIE

WWW.BASILIX.BE

PASENVAN 05/04 T.E.M. 26/04/2011

KINDERWORKSHOPS OP: WOENSDAG 13 EN 20/04 - ZATERDAG 16 EN 23/04

(VAN 14U00 T.E.M. 18U00)

BDW_Basilix_wk14.indd 1 23-03-11 16:05

Ik heb zo een voorgevoel dat vandaag alles in de soep gaat

voorgevoel dat vandaag alles in de soep gaat

voorgevoel dat vandaag

draaien.alles in de soep gaat

draaien.

Maar neen, we winnen zeker de eerste preis.de eerste preis.

Belgische prei kan je bijna het hele jaar door eten, van juni tot april. Het zou dus jammer zijn om de heerlijk smaak van prei links te laten liggen ! Zeg nu zelf, waarom zou u groenten kopen die van de andere kant van de wereld komen of helemaal niets met het seizoen te maken hebben ? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Kies daarom voor lokale en seizoens gebonden producten. Zo herontdekt u de smaak van de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.Recepten en kalender vindt u op www.leefmilieubrussel.be of via 02 775.75.75.

EET LOKAAL EN VOLGENS SEIZOEN D A’ S G O E D V O O R U E N G O E D V O O R O N Z E P L A N E E T.

Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars.

Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing

2IBG0095_BDW_Poireau_178x125_NL.indd 1 24/03/11 15:43

Brussel rijker, Brusselaars armer

BRUSSEL – In het Hoofdstedelijk Gewest zorgt één procent econo-mische groei maar voor een half procent banengroei. Dat staat in een ULB-onderzoek voor Brussels Studies. De Brusselse economie doet het goed, stellen de onder-zoekers, maar laaggeschoolden vallen almaar vaker uit de boot.

De onderzoekers hebben de sociaal economische evolutie in de vijf stedelijke gebieden van het land (Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi) vergeleken. De opvallendste vaststelling is dat het Brussels Gewest het economisch goed doet (alleen Gent doet beter), maar dat de werkgelegenheid voor laaggeschoolden afneemt en die voor hooggeschoolden toeneemt. Dat is de jongste twintig jaar een constante. Cijfers laten zien dat het aandeel van de arbeidskrachten met een diploma hoger onderwijs die in Brussel wonen, tussen 1992 en 2005 gestegen is van 37 naar vijftig procent. De achteruitgang van beroepen voor laagopgeleide handarbeiders, in de industrie en tertiaire sector, was in Brussel gro-ter dan in de rest van het land. Dat is dramatisch voor laaggeschool-den, omdat de werkgelegenheid er ook maar half zo snel toeneemt als de toegevoegde waarde.De onderzoekers citeren Dominique Michel van de werkgeversorganisa-tie Agoria: “Terwijl de werkgevers op zoek zijn naar gemiddeld 33 procent gediplomeerden van het hoger onderwijs, dertig procent gediplomeerden van het hoger secundair onderwijs en 37 procent gediplomeerden van het basis- of lager onderwijs, volgt het profiel van de werklozen die verdeling niet: de verhoudingen bedragen daar elf, negentien en zeventig procent.” De cijfers spreken voor zich. Toch menen de onderzoekers dat werk-loosheid al te vaak als een mismatch tussen vraag en aanbod wordt gezien. Volgens de auteurs geven werkgevers altijd voorrang aan mensen met een hogere opleiding, ook voor banen die geschikt zijn voor laaggeschoolden. Ook de kan-sen op werk in de Vlaamse Rand rond Brussel mogen volgens de on-derzoekers niet overschat worden. Er is wel de taalbarrière (voor Brus-selaars die geen of te weinig Neder-lands kennen), maar toch zeggen de onderzoekers dat de situatie in de Rand niet zo heel erg verschilt van die in Brussel: “Onze studie heeft aangetoond dat het aantal banen voor laagopgeleiden ook in de Rand afneemt. Het is dus een illusie om de economische dynamiek van de Rand te beschouwen als een oplossing voor de werkloosheid van laagopgeleide Brusselaars.”De sociale polarisatie van de Belgische steden moet volgens de onderzoekers ook bekeken worden in relatie met de ruimtelijke polarisatie, de verschillen tussen wijken. Die verschillen zijn ook al op gemeentelijk niveau af te leiden (zie kaarten links).� DV

Page 8: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Verheugde schipper naast God

Religie > Hulpbisschop Jean Kockerols gewijd in de Heilig-Hartbasiliek

N a  eerder  in  februari  door de  paus  te  zijn  benoemd, werden  de  drie  hulpbis-

schoppen voor het aartsbisdom Me-chelen-Brussel  gewijd  in  de  Heilig-Hartbasiliek. Zij gaan aartsbisschop André-Joseph  Léonard  bijstaan  in zijn  aartsbisdom,  660  parochies groot.Voor  het  vicariaat  Brussel  is  dat theo loog Jean Kockerols  (1958), die pas in 1993 pastoor werd. Vóór zijn wijding  was  hij  jurist  bij  de  Belgi-sche  Scheepvaartmaatschappij  (‘de Maritime belge’).Na  eerder  in  Etterbeek  en  Sint-Pie-ters  in  Ukkel  te  zijn  voorgegaan, werd  hij  in  2007  pastoor  in  de  pa-rochies Sint-Marcus en Sint-Paulus in  Ukkel.  De  Brechtse  Kockerols, met  Duitse  voorvaderen,  was  ook actief  in  het  Franstalige  pastoraal in Ukkel. Sinds bijna vier jaar is hij  deken van Brussel-Zuid. In zijn bis-

schoppelijke  blazoen  staat  (onder meer)  de  iris,  symbool  van  het  Ge-west.

Uw nieuwe wapenschild draagt in het Latijn de leuze ‘Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren’.Monseigneur Jean Kockerols: “Kardinaal  Danneels  sprak  ooit  de gevleugelde woorden:  ‘Een christen die  alleen  blijft,  is  een  christen  in doodsgevaar.’ Dat sprak me erg aan. Het  geloof  moet  samen  beleefd  en gevierd worden, al betekent dat niet meteen dat je elke zondag in de kerk moet staan. Samenzijn is in ons ge-loof van groot belang.”

U bent er in de anonieme hoofdstad ook voor de talloze vreemdelingen. Hoe benadert u hen?Kockerols: “Mijn plannen zijn nog 

BRUSSEL – Op de vierde zondag van de vasten of Laetare (‘verheug u’) werden drie hulpbischoppen gewijd: Jean Kockerols (Brussel), Leon Lemmens (Vlaams-Brabant/Mechelen) en Jean-Luc Hudsyn (Waals-Brabant). Ander heuglijk nieuws van mon-seigneur Kockerols: “Ik leerde van Brussel houden door uw krant.”

niet in detail uitgestippeld. Maar de multiculturaliteit van Brussel is een enorme  troef.  De  uitdaging  bestaat erin  het  risico  op  anonimiteit  niet anders  of  groter  te  zien  dan  in  om 

het  even  welke  andere  grote  stad. Bijna  alle  inwoners  van  deze  stad komen van elders. Of het nu van tien kilometer  is,  honderd,  duizend  of tienduizend,  wij  zijn  hier  allemaal 

inwijkeling.  We  proberen  hier  alle-maal te leven en een stad op te bou-wen. Het  is een uitdaging die com-pleet samenvalt met die van de kerk. Kerk zijn en kerk maken is mensen samenbrengen  en  samen  iets  bele-ven.”

Merkt u iets van het ellendige gevoel en de frustraties bij allochtonen en andere,

minder geïntegreerde gemeenschappen, en zelfs bij een Vlaamse minderheid?Kockerols: “Ik herken dit  in Brus-sel.  Je  moet  elke  frustratie  eerst 

goed weten te verwoorden, opdat ze beter begrepen kan worden. Dat kan pas  als  men  met  elkaar  spreekt  en elkaar ontmoet. Het blijft een uitda-ging om de platforms te vinden waar mensen  dat  kunnen,  zodat  ze  ook ervaren dat ze iets gemeenschappe-lijks hebben.”

Doelt u dan ook op Vlamingen en Franstaligen?Kockerols:  “In  de  kerk  in  Brussel bestaat sinds veertig  jaar een auto-nomie van de pastorale werking.  Ik eerbiedig dat en ben daar uiteraard ook voorstander van. Maar autono-mie wil niet zeggen dat je elkaar niet meer  hoeft  te  zien,  en  nog  minder dat je niets meer met elkaar samen hoeft  te  beleven.  Ik  vind  dat  zij  el-kaar weer meer moeten vinden, om samen iets te doen in de stad.”

Wat heeft het zeerecht u geleerd?Kockerols:  ”Ik  werkte  bij  de  Belgische  Scheepvaartmaatschap-pij  als  jurist.  Ik  heb  daar  het  recht leren  interpreteren.  Voor  mij  blijft  een  komma  een  komma.  Als  ze  niet  nodig  is,  dan  plaats  ik  ze  ook niet.  Ik  blijf  jurist  in  mijn  binnen-ste.” 

Is het niet de bedoeling dat u een koers gaat uitzetten?Kockerols:  “Dat  wil  ik  doen  in overleg met priesters, diakens, pas-torale werksters en werkers. We zit-ten  allemaal  in  hetzelfde  schuitje. En  ook  in  overleg  met  de  verschil-lende christengemeenschappen van buitenlandse herkomst, die alsmaar groeien en iets te betekenen hebben in  Brussel.  De  grote  groepen  Azia-tische  en  Latijns-Amerikaanse  ge-meenschappen  hebben  iets  te  zeg-gen;  ik  wil  ze  dan  ook  ontmoeten, zodat ik een koers voor Brussel kan uitstippelen.”“Ik  moet  nog  zeggen  dat  ik  door Brussel Deze Week de stad heb leren kennen,  en  van  Brussel  ben  gaan houden.  Wat  voor  mij  van  belang is,  is dat  men  een  positieve  kijk  op de stad biedt. Sommige nieuwsbla-den  spelen  in  op  het  spectaculaire, het negatieve of het moeilijke  in de maatschappij. BDW heeft een posi-tieve blik op de stad, en dat vind ik belangrijk.” Jean-Marie Binst

Jean Kockerols houdt zijn eerste homilie als hulpbisschop tijdens de chrismamis van zaterdag 19 april om 19 uur in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal

De Heilig-Hartbasiliek stroomde zondag vol voor de wijding van de Brusselse Jean Kockerols (vooraan op de grond), Leon Lemmens (midden) en Jean-Luc Hudsyn (achteraan).

© IVAN PUT

“Ik vind dat Franstaligenen Vlamingen elkaar meer moeten vinden, om samen iets te doen in de stad”

© W

WW

.KE

RK

NE

T.BE

Page 9: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 9 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

ADVERTENTIE

Financiën > Parlementslid Vincent De Wolf vreest voor zijn gesubsidieerde jobs

Preventie andersBRUSSEL – Volgens Vincent De Wolf, MR-parlementslid en burge-meester van Etterbeek, staan er in heel het gewest honderdtachtig banen op de tocht als er aan de preventiecontracten gemorreld wordt. Minister-president Charles Picqué (PS) ontkent dat.

Honderdtachtig  banen  zouden  er verdwijnen in de negentien gemeen-ten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,  of  dertien  in  de  gemeente Etterbeek.  Dat  meent  Vincent  De Wolf, naast burgemeester ook Brus-sels parlementslid (MR) in de oppo-sitie,  te  weten.  De  liberaal  kondigt ietwat  apocalyptisch  aan  dat  het einde  van  de  preventiecontracten in zicht  is, waardoor zijn gemeente veel socioculturele activiteiten (met jongeren) zal moeten schrappen.Dat  behoeft  nuance.  Wanneer  het Brussels  Observatorium  voor  Vei-ligheid en Preventie op volle toeren zal draaien,  is het de bedoeling dat die  dienst  de  Brusselse  regering zal  bijstaan  bij  het  toekennen  van 

subsidies  voor  preventieprojecten. Het is daarbij volgens minister-pre-sident  Picqué  de  bedoeling  om  een 

nieuwe procedure te volgen. Zo zou-den gemeenten die subsidies willen ontvangen,  vooraf  hun  projecten 

zorgvuldiger tegen het licht moeten houden, en ook vooraf een duidelijke analyse moeten maken van waar de centen  juist  voor  moeten  dienen, vooraleer  ze  een  contract  aangaan met het Gewest.Die  rationaliseringsmaatregel  lijkt geïnspireerd  op  de  procedures  die federaal minister van Binnenlandse Zaken  Annemie  Turtelboom  (Open VLD) nu toepast om  federale subsi-dies  toe  te  kennen  aan  gemeenten die aanspraak willen maken op cash voor veiligheids- en preventiewerk.

BuurtplanIn  een  antwoord  van  Picqué  op een  interpellatie  van  parlements-lid Gaëtan Van Goidsenhoven  (MR) van  oktober  jongstleden  klinkt  het zo:  “De  verdeling  van  de  middelen door de minister van Binnenlandse Zaken  gebeurt  niet  op  basis  van vaststaande  criteria.  Het  Brussels Gewest  baseert  zich  daarentegen op vroegere projecten en op federale parameters,  zoals  inwonersaantal, criminaliteitscijfers  en  gemiddeld 

inkomen.  De  hoogte  van  de  subsi-die wordt bepaald op basis van een schatting  die  de  gemeenten  in  hun subsidieaanvraag  maken.”  Picqué gaf  toen  ook  mee  dat  de  opmaak van  het  Brusselse  Preventie-  en Buurtplan  in  samenspraak  met  de minister  van  Binnenlandse  Zaken gebeurt.De  Wolfs  oproep  heeft  te  maken met het feit dat er dit jaar een nieuw, vierjaarlijks  buurtplan  in  werking treedt.Die  rationalisering  wordt  nu  door-gezet, in die zin dat gemeenten een duidelijk  initiatief  moeten  tonen willen ze  subsidies  van het Gewest binnenrijven.  “Gemeenten  die  goe-de  projecten  indienen,  worden  be-loond,”  zei  Picqué  in  oktober.  Ove-rigens  geeft  de  sociaaldemocraat nu nog mee dat dit niet betekent dat projecten zomaar worden stopgezet, zoals  De  Wolf  meent,  maar  dat  ze – als ze goed zijn – gerust aanspraak kunnen maken op ‘andere program-ma’s’. Christophe Degreef

Minister Turtelboom in gesprek met een stadswacht in Anderlecht. Stadswachten krijgen gewestelijke en federale subsidies.

© B

ELG

A / B

EN

OÎT D

OP

PA

GN

E

Voor bruisende persoonlijkheden!Scholengroep Brussel start vanaf 1 september 2011met een nieuwe schoolAlgemeen Secundair Onderwijs

Een pedagogisch project op hoog niveau dat gericht is op kennisoverdracht en tegelijk de creatieve persoonlijkheid van de leerling stimuleert.

Verdere inlichtingen:Atheneum Brussel | Moutstraat 24 | 1000 BrusselTel. 02 511 07 42 | [email protected] | www.atheneumbrussel.be

Een nieuwe school in de DansaertwijkATHENEUM BRUSSEL

Page 10: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 10 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Deze week bij Thurn & Taxis > Spoorwegtalud wordt Hofje van Eden

Samen tuinieren in de stad

Abdel weet ongeveer alles over elke boom en elke struik in de tuin. © SASKIA VANDERSTICHELE

V an  op  de  brug  is  de  Thurn &  Taxis-tuin  nauwelijks  te zien. Heel wat Lakenaren en 

Molenbekenaren  zijn  dan  ook  niet op de hoogte van het bestaan van dit verborgen paradijsje.Je  bereikt  de  tuin  door  een  deurtje naast de brug, onder het muurfresco van  het  stripfiguurtje  Titeuf.  Als  je de trap af loopt, bots je eerst op twee grote  compostbakken.  Daarachter begint  de  tuin,  een  lange,  smalle strook  boven  de  spoorwegberm. Jarenlang  reed  beneden  de  trein en  waren  er  op  de  hellingen  volks-tuintjes.  Maar  op  een  gegeven  mo-ment werden de sporen opgebroken en  de  volkstuiniers  weggestuurd en  werd  de  grond  verkocht  aan  de joint  venture  Thurn  &  Taxis.  Die was vier jaar geleden bereid om een stukje van het braakland tijdelijk af te staan aan Le Début des Haricots. 

Deze  organisatie  legt,  naar  New Yorks  voorbeeld,  collectieve  tuinen aan op verlaten en ongebruikte lap-pen  grond.  Zo  ontstaan  er  midden in  de  stad  groene  plekjes  waar  de buurtbewoners  samen  aan  kun-nen werken. Zeker in Brussel is hier behoefte  aan.  Een  recente  studie van  de  verbruikersorganisatie  Oivo toont aan dat maar vier procent van de  Brusselaars  zijn  eigen  fruit  en groenten kweekt, tegen twintig pro-cent in de Vlaamse en dertig procent in de Waalse steden.Toen  Le  Début  des  Haricots  aan de  tuin  onder  de  Jubelfeestburg begon,  was  het  perceel  bedolven  onder  groot  en  klein  huisvuil.  Dat wordt  sinds  jaar  en  dag  vanaf  de brug  naar  beneden  gekieperd.  De organisatie  haalde  het  afval  weg, recupereerde  de  oude  kersen-  en notenbomen  die  de  volkstuinders 

hadden achtergelaten, plantte jonge struiken  en  bomen,  legde  een  vij-vertje  aan,  bouwde  een  amfithea-tertje  en  een  droog  toilet,  plaatste bijenkorven en installeerde een tank om  het  regenwater  op  te  vangen. 

Waterleiding  en  elektriciteit  zijn  er immers  niet  op  het  talud.  De  ini-tiatiefnemers kregen van de Koning Boudewijnstichting een kleine tien-duizend euro voor de aanleg.

Toen de basis gelegd was, droeg Le Début des Haricots de tuin over aan vrijwilligers uit de buurt, die samen de  feitelijke  vereniging  Collectieve Tuin Thurn & Taxis vormen. De vas-te kern bestaat uit zeven, acht man-nen  en  vrouwen  van  heel  diverse origine. Meestal hebben ze zelf geen tuin.  Een  van  hen  is  Aline  Rigaux, die  vooral  vanwege  de  groepssfeer meewerkt en die, ook nu ze verhuisd is  naar  Ganshoren,  regelmatig  on-

der de Jubelfeestbrug in de aarde zit te wroeten.Eens per maand komt de groep bij-een voor een zondagse brunch, in de tuin  of  bij  iemand  thuis.  “Dan  be-

slissen we samen wat we gaan zaai-en  en  planten  en  worden  de  taken verdeeld.  Niemand  heeft  hier  een eigen  perk  of  groentebed.  De  oogst wordt onder iedereen verdeeld,” zegt Abdel. Hij is de grote trekker van de groep,  een  sympathieke  elektricien die,  sinds  hij  arbeidsongeschikt  is, elke dag in de tuin te vinden is. Voor hem is werken in de hof geen corvee. “Ik  doe  het  uit  liefde.  Het  doet  me denken aan mijn jeugd in Marokko: daar waren ook bijenkorven.”Abdel weet ongeveer alles over elke boom  en  elke  struik  in  de  tuin.  En dat  zijn  er  veel,  zo  blijkt  tijdens  de rondleiding.  Vooral  bessenstruiken en  fruitbomen,  van  kweeperen  en pruimen  over  appels  en  peren  tot perziken  en  vijgen.  Tegen  de  muur groeien kiwi’s en wijnranken. Dich-ter bij de grond moeten binnenkort frambozen,  aardbeien,  rabarber  en broccoli  verschijnen.  De  boontjes, erwtjes  en  uien  zijn  al  gezaaid,  de overige groenteperken zijn zaaiklaar gemaakt.  De  olijfboom  en  andere mediterrane  planten  staan  nog  in de  serre.  Helemaal  achteraan  is  er een  nieuwe  kippenren.  Vier  kippen en  een  haan  doen  binnenkort  hun intrede op het hof.Alles  floreert  hier.  De  tuin  ligt  dan ook op het zuidoosten, beschut ach-ter een hoge muur. Abdel was zelfs begonnen aan een heuse wijngaard op de flank, met terrassen, maar dat bleek een te zware klus.Soms,  als  het  te  nat  is,  zit  de  tuin vol  slakken,  die  de  planten  opeten. En  er  is  ook  de  ontembare  Japanse duizendknoop,  die  alles  dreigt  te overwoekeren.  Maar  de  tuiniers weigeren  chemische  verdelgers  te gebruiken.Een ander probleem blijft het sluik-storten.  Vorig  jaar  nog  werd  met vrijwilligers en de hulp van de Stad Brussel veertig ton vuilnis onder de brug geraapt. Nu is de tuin schoon, maar het mooie vergezicht op Thurn &  Taxis  en  de  Noordwijk  wordt enigszins  ontsierd  door  de  vieze matrassen, afgedankte  fauteuils en jerrycans die op het tussenliggende braakland zijn achtergelaten.Toch  laten  de  tuiniers,  de  occasio-nele helpers en de andere gebruikers van  de  tuin  zich  niet  afschrikken. Als het mooi weer is, zit er steevast een kringetje oudere mannen samen in het zonnetje. “Gelijk hebben ze,” zegt Abdel. “Een tuin  is niet alleen om in te werken, maar ook om van te genieten.”� Bettina�Hubo

Open dagen op 9 en 10 april

“Ik doe het uit liefde. Het doet me denken aan mijn jeugd in Marokko: daar waren ook bijenkorven”

BD

W R

EGIO

LAKEN – Vier jaar geleden werd een verlaten en vies lapje grond onder de Jubel-feestbrug omgetoverd tot een tuin voor de buurt. De stadstuiniers hebben er intus-sen een kleine Hof van Eden van gemaakt. Maar ze moeten ook strijd leveren: tegen slakken en Japanse duizendknoop, en tegen sluikstorters.

Page 11: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 11 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

ADVERTENTIE

Over enkele maanden zal in een deel van de gemeente betaald moeten worden van negen uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds; nu is dat nog tot 18 uur. In de gemeenteraad kwam ook de karige bedeling van de stationsbuurt door het openbaar vervoer ter sprake.

Binnenkort  moet  er  langer  betaald  worden om te parkeren in de wijk tussen Leuvense-steenweg  en  Josaphatpark  (Dailly/Made-liefjes). Op de grote assen (Dailly-, Chazal-, Rogierlaan) zal bovendien een blauwe schijf niet volstaan: daar komen parkeermeters.Dit gebeurt op vraag van de buurt, voor wie het  ’s  avonds  steeds  almaar  wordt  om  een parkeerplaats te vinden. De gemeente hoopt zo de parkeerdruk in de wijk wat weg te ne-men. Het gaat om een test; na zes maanden wordt  er  geëvalueerd.  De  gemeenteraad heeft  ook  beslist  om  een  parkeerticket  in te  voeren  in  de  winkelstraten  (rode  zone), met twintig minuten gratis parkeren. In de straten  met  meters,  maar  vrijstelling  voor 

buurtbewoners (groene zone), zal dat ‘snel-ticket’ tien cent voor een kwartier kosten.

‘Tram 4 langs station’Een  betere  bediening  van  Schaarbeek  met het openbaar vervoer was  in 2006 een van de  beloften  van  de  MR-Ecolo-meerderheid. Volgens  raadslid  Denis  Grimberghs  (CDH, oppositie)  komt  daar  niet  veel  van  terecht. De MIVB heeft zelfs enkele lijnen geschrapt (trams  24  en  56),  waardoor  de  buurt  rond het  station  nu  wel  erg  karig  bediend  is.  Er komt  in  september  een  nieuwe  lijn  bij  (62, Weldoeners-Bordet),  maar  volgens  Grim-berghs heeft zo’n korte  lijn uit mobiliteits-oogpunt weinig zin. “Iedereen weet dat die vooral bedoeld is om de trams naar het de-pot  van  Haren  te  brengen.”  Volgens  sche-pen Christine Smeysters  (Ecolo)  luistert de MIVB niet naar de vragen van de gemeente. “Wij dringen erop aan om tram 4 langs het station  te  leiden, maar volgens de MIVB  is dat te moeilijk.”� Steven�Van�Garsse

Veel auto’s, weinig tramsSchaarbeek > Hete hangijzers in mobiliteit

ARcHITEcT EN LEGER DES HEILS BEKROOND

KOEKELBERG – André Krikilion, die lang als architect gewerkt heeft bij de Koe-kelbergse Haard,  is Koekelbergenaar van het Jaar. Van de jury onder leiding van Robert Delathouwer krijgt hij de prijs omdat hij altijd naar oplossingen gezocht heeft om de sociale woningen comfortabeler te maken. De vestiging van het Le-ger  des  Heils  in de  Sint-Annakerkstraat  wordt Koekelbergenaar  voor  het  Leven.  De  organisatie  doet  vooral  aan  schuldbemiddeling  en  aan  begeleiding  van  thuis lozen.� HUB

Op zOEK NAAR VERGETEN VERzETSLuI

JETTE – Op voorstel van gemeenteraadslid Herman Mennekens (Open VLD) richt de gemeente een commissie op die op zoek gaat naar vergeten Jetse verzetsstrij-ders uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hun namen zullen verwerkt worden in een sculptuur, plaat of fresco. De commissie bestaat uit Mennekens zelf, een lid van de oppositie en enkele experts.� HUB

TELEXR

EGIO

Schooltje aan WolvendaelIn september 2012 komt er een Neder-landstalig gemeenteschooltje aan het Wolvendaelpark.

Er  zijn  acht  Brusselse  gemeenten  die  geen Nederlandstalig  onderwijs  aanbieden.  Aan-gezien  die  meestal  wél  Franstalig  onderwijs organiseren,  doen  ze  in  feite  het  tweetalige statuut  van  de  lokale  besturen  in  Brussel geweld  aan.  VGC-collegevoorzitter  Jean-Luc Vanraes  (Open  VLD)  zegt  dat  er  een  lichte verbetering  merkbaar  is  in  het  communau-

taire  klimaat  bij  de  gemeentebesturen.  Na Schaarbeek (zie eerdere berichtgeving)  gaat nu ook Ukkel Nederlandstalig onderwijs aan-bieden.  De  gemeente  stelt  een  terrein  in  de Stroobantlaan ter beschikking. Daar komt in september 2012 een schooltje voor honderd-tachtig kinderen. In een eerste fase zullen er containers  worden  neergezet,  “voorzien  van alle comfort,” benadrukt Vanraes.   SVG

Meer nieuwe scholen op www.brusselnieuws.be/scholenplan

Ukkel�> Containerklassen vanaf september 2012

De Sint-Lambertuskerk wordt gerestau-reerd, en met de belendende elektrici-teitscabine wordt creatief omgesprongen.

De  Lambertuskerk  werd  net  voor  de  Twee-de  Wereldoorlog  gebouwd  ter  vervanging van  de  oude  kerk  met  romaanse  toren  uit de  twaalfde eeuw. Delen van het oorspron-kelijke  bouwwerk,  het  kerkhof  en  de  oude ommuring  zijn  historisch  waardevol.  Het geheel  is  dan  ook  beschermd.  En  daar  valt nu eenmaal ook het ‘technisch lokaal’ onder. Het gaat om een cabine die niet alleen aan de kerk, maar ook aan een deel van de buurt elektriciteit levert.Heel wat inwoners weten nog dat de stroom-voorziening het vaak liet afweten tijdens een begrafenis.  Monumenten  &  Landschap pen beschouwt  de  hoogspanningscabine  dan 

ook  als  een  noodzakelijk  kwaad.  Daarom wordt  ze  ‘meegenomen’  in  de  restauratie.De  metalen  deur,  vroeger  in  het  typische grijs, zal er binnenkort helemaal uitzien als een  eikenhouten  poort,  in  harmonie  met de  kerkdeuren.  De  natuurstenen,  die  de deurlijst  vormen,  worden  ook  nagebootst. Ondertussen  is  een  onverwacht  probleem opgedoken:  wat  met  de  knalgele  sticker die  ostentatief  op  de  deur  prijkt?  Dat  eisen elektriciteitsleveranciers en controlemecha-nismen nu eenmaal. Er wordt nu hard nage-dacht hoe men de klever kan integreren in de trompe-l’oeil.  In de barok werden complete kerkkoepels  in  trompe-l’oeil  geschilderd; die moesten dan het hemelgewelf voorstel-len. Maar toen waren er nog geen zwart-gele stickers... �� Lieven�Bulckaert

Hoogspanningscabine in eik en natuursteen

Sint-Lambrechts-Woluwe > Trompe-l’oeil aan kerk

© S

AS

KIA

VA

ND

ER

STI

CH

EL

E

De technische ruimte van een kerk is een noodzakelijk kwaad, maar mooi is anders.

Bru

ssel

s sportfeest

SPORT EN BRUSSEL

v.u.

: Eri

c V

ERRE

PT, l

eide

nd a

mbt

enaa

r, Sa

inct

elet

tesq

uare

17,

100

0 Br

usse

l

Page 12: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 12 - DONDERDAG 7 APRIL, 2011

ADVERTENTIE

BD

W R

EGIO

Het verscholen Abt Froidureparkje, inge-sloten door de huizen van de Brugmannlaan (Vorst) en de Franz Merjaystraat (Elsene), verbonden door de Hoge-Bruggelaan en de Darwinstraat, trekt een ruim publiek. En dat klaagt over de ‘glijdende sluitingsuren’ en over parkeerhinder.

Het parkje dankt zijn naam sinds 1995 aan de verbrusselde Ieperse priester Edouard Froidure (1899-1971),  ‘apostel  van  de  verwaarloosde jeugd’ en stichter van de Stations de Plein Air (1935) en Les Petits Riens/Spullenhulp (1955). Froidure was oorlogsvrijwilliger in 1918 en ver-zetsstrijder in 1940. Hij werd door de Gestapo opgepakt  en  opgesloten  in  Esterwegen,  Bay-reuth  en  Dachau  van  1942  tot  zijn  bevrijding door de Amerikanen in 1945.Het Brussels Gewest, dat eigenaar was van het pand  aan  de  Brugmannlaan  52-54,  liet  begin jaren 1990 de tuin tot openbaar park herteke-nen door landschapsarchitect Jef De Gryse. Ver-schillende referenties aan water lopen door het symmetrische patroon, wat  talloze verscholen hoekjes  oplevert.  Verstoppertje  spelen  is  hier erg in trek.Toen  het  Gewest  het  pand  verkocht,  gingen ook de Commissie voor Monumenten en Land-schappen  en  de  Bibliothèque  René  Pechère die  er  gevestigd  was,  er  weg.  De  salons  heb-

‘Elke dag op ander uur dicht’Vorst > Parkbezoekers verdeeld over toegankelijkheid Abt Froidure

Een tijdje geleden ging het Abt Froidureparkje ineens om 16 uur op slot...

© M

AR

C G

YSE

NS

“historisch en biologisch niet waardevol genoeg om stappen in die richting te on-dernemen,” kregen we te horen. Het park staat wel op de inventarislijst van 1995.De  exploitanten  van  Brugmannlaan  52 zijn zich van geen kwaad bewust over de moeilijke  toegang  voor  het  BIM  om  het park te onderhouden, maar geroep en ge-fluit om één over tien ’s avonds – om de gasten tot stilte te manen – is wel sche-ring en inslag. Burengeschil, dus.Toch  hebben  de  parkbezoekers  vooral andere zorgen, met name over de dienst-uren  van  de  parkwachter.  In  de  winter zou  het  park  van  8  tot  17  uur  toegan-kelijk moeten zijn, vanaf mei tot 18 uur. Een tiental parkgebruikers heeft het over sluitingstijden,  soms  om  halfzes,  soms vijf,  soms  halfvijf,  en  vorige  week  zelfs eens om vier uur ’s middags.Een Hollandse dame, die pertinent Frans blijft  praten  en  de  dagelijks  andermans hond uitlaat in het park, meent het te we-ten:  “Het  Tenboschpark  wordt  klokslag halfzes gesloten. Vooraf komt de sleutel-man altijd snel het Froidureparkje slui ten om toch maar voor halfzes bij Tenbosch te zijn.”�� Jean-Marie�Binst

ben  verschillende  nieuwe  bestemmin-gen  gekregen:  culinaire  seminaries  en  cursussen,  eetsoirees  en  verhuur  van  vergaderzalen.  The  Food  and  Wine  Aca-demy  zetelt  er,  de  Havana  Club  heeft  een fumoir,  de  Club  du  Cacao  (van  mevrouw Marcolini) socializet er regelmatig.

Gewest  (park)  en  privé-eigenaar  hebben hun respectieve nieuwe eigendommen van elkaar  afgesloten  met  een  reuzenhek:  ter-rasrecepties van de culinaire tempel liepen al eens uit in het Froidurepark. Het park is niet beschermd en is voor Leefmilieu Brus-sel (BIM) en Monumenten en Landschappen 

Brusselse berichten vanaf de middag.Brussel Midi. Het middagnieuws van tvbrussel. Elke weekdag vanaf 12u30.

Page 13: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

OUDERGEM – Welke troeven hebben de Nederlandstalige bibliotheken van de negentien Brusselse gemeenten? Ons rondje begint deze week in Oudergem. Want lang duurt het niet meer voor ook daar de fichebak verdwijnt. Wie  de  bibliotheek  van  Oudergem binnenstapt,  wordt  begroet  door een  loketbediende.  Het  voormalige bankfiliaal is niet groot, maar heeft het voordeel dat het bibliotheekper-soneel  gewoon  kan  meelopen  om, 

Bankgeheimen

© A

N D

EVR

OE

Van Gogh, Meunier, Van de Woes-tijne, Brel, Multatuli en Elsschot: deze kunstenaars hebben gemeen dat Laken ooit een rol speelde in hun leven of oeuvre. Wie meer wil weten, kan zondag samen met het Willemsfonds op pad.

Het artiestenparcours begint  in het gemeenschapscentrum Nekkersdal. Daarvandaan  is  het  maar  een  paar tientallen  meters  wandelen  tot  aan het Poesjkinplein, zo genoemd om-dat  er  in  1999  een  fors  standbeeld van Aleksandr Poesjkin, de grootste Russische dichter, werd neergepoot. Rosanne  Germonprez,  die  vorige lente  met  het  Lakense  Willems-fonds een huldebetoon aan de dich-ter organiseerde en nu het initiatief nam  voor  het  artiestenparcours, hoopt nog altijd dat het nabijgelegen metrostation  Pannenhuis  weldra omgedoopt wordt tot halte Poesjkin.Vandaar  gaat  de  tocht  naar  de  ka-naalzone,  waar  verschillende  kun-stenaars  sporen  achterlieten.  Zo staat  aan  de  Lakense  brug  het  in-drukwekkende  ‘Monument  van  de arbeid’  van  de  negentiende-eeuwse beeldhouwer  Constantin  Meunier. 

De Lakense tijd van Van Gogh & coLaken > Willemsfonds organiseert artiestenwandeling

zoals dat in het jargon heet, help the user help himself.“Hier zijn we ‘Michaël’ en ‘Katrien’,” zegt  bibliothecaresse  Katrien  Ver-beek  over  bibmedewerker  Michaël Guns  en  zichzelf,  “en  de  vrijwil-ligers zijn  ‘Magda’ en zo verder. Zo vertrouwd gaat het hier toe dat kin-deren soms een uurtje een boek ko-men lezen en dan weer vertrekken.”Toen  de  bank  verhuisde,  kon  een wandgrote kluizenkast de deur niet meer uit: “Er hoort een bak vol sleu-tels bij. We zouden er samen met de 

kinderen  een  of  andere  schatten-tocht  mee  willen  spelen.”  Een  quiz voor  jongeren  moet  de  afhakende adolescenten  lokken, zodat ze eens met eigen ogen kunnen zien dat de bib  van  hun  kindertijd  geëvolueerd is.  Dat  je  er  nu  de  nieuwste  dvd’s, strips  voor  volwassenen  en  heel actueel leesvoer vindt. “We zouden willen  dat  ze  de  bib  niet  alleen  as-sociëren  met  verplicht  lezen  voor school, maar ook met leuke dingen ontdekken.”Guns  vindt  dat  ze  wel  fier  mogen 

zijn  op  boeken  als  Kroniek van het Roklooster,  maar  dat  ze  toch  liever de  laatste  thrillers  of  makkelijke leesboeken  voor  anderstaligen  eta-leren. De bibliotheek heeft ook een Facebook-profiel,  maar  de  digitale bibliotheek, dat is volgens Guns nog niet voor morgen. “Een boek is heel duidelijk  en  tastbaar,  ik  denk  niet dat  het  zal  inboeten  aan  populari-teit.”  Al  moet  het  uitleensysteem voor hem niet zo nodig die tastbare fichebak van weleer zijn. “We zitten in  een  overgangsfase,  binnenkort 

treden  we  toe  tot  het  gewestelijk Brussels  Netwerk  Openbare  biblio-theken  (BruNo) met een geautoma-tiseerde uitleen. Na onze erkenning door  de  Vlaamse  overheid,  als  een van de laatste in Brussel, kijken we hier het hardst naar uit.”Hoewel vrij klein is de bib toch niet claustrofobisch  dankzij  de  door-kijkjes  en  de  zithoek  bij  het  raam. Huisschilderes  Annelies  Van  Ende verlevendigt  de  muren  met  citaten en  boekenmonsters.  “Een  vriendin van mij, die kindertandarts is,” zegt Verbeek.  “We  hebben  geen  grote budgetten,  we  doen  wat  we  kun-nen  met  een  pot  verf.”  Wat  ruimer behuisd  zijn,  daar  kijken  ze  toch naar uit, eventueel weer zoals vroe-ger onder één dak met het gemeen-schapscentrum  Den  Dam.  Hoewel ze  zich  apart  dan  weer  wat  beter kunnen  profileren  in  de  gemeente, waar  ze  trouwens  Bibliotheek  Her-toginnedal  heten  om  niet  verward te worden met de Franstalige biblio-theek van Oudergem. Misschien ligt het aan de dikke mu-ren,  maar  de  stilte  is  hier  nog  een troef.  Net  als  de  soepele  omgang met  de  uitleentermijn:  “Of  hebt  u liever langer dan drie weken?”� An�Devroe

Waversesteenweg 1688, 1160 Oudergem, 02-672.38.42, www.oudergem.bibliotheek.be

OpENBARE BIBLIOTHEKEN IN BRuSSEL aflevering 1 OuDERGEM

Rechts: de wandgrote kluizenkast herinnert aan de bank die hier vroeger zat.

Annelies Van Ende, beroepshalve kindertandarts, maakte muurschilderingen. “We doen wat we kunnen met een pot verf.”

Het beeld stond aanvankelijk op de Jules de Troozsquare, maar moest in 1949 verhuizen naar de andere kant van de brug.In  deze  buurt  verbleef  vanaf  1878 ook  Vincent  van  Gogh,  een  groot bewonderaar  overigens  van  het  so-ciaal  geëngageerde  werk  van  Meu-nier. Als 25-jarige volgde hij les aan de  Vlaamse  Opleidingsschool  in de  Groendreef.  Eigenlijk  was  hij  er maar  gast-leerling,  want  de  bedoe-ling  van  deze  protestantse  school was  om  Vlaamse  jongelingen  op  te 

leiden  tot  evangelist.  De  opleiding was  geen  succes,  maar  Van  Gogh maakte  toen wel  zijn  eerste beken-de  schets,  van  het  kleine  Café  au Charbonnage.  Aan  zijn  broer  Theo schreef  hij  dat  het  geen  bijzonder cafeetje was, maar dat hij onder de indruk  was  van  de  kolenarbeiders die er hun boterhammen opaten.Van  Van  Gogh  gaat  het  naar  Mul-tatuli,  wiens  vrouw  Tine  een  tijd op  de  Antwerpsesteenweg  woonde. Daarna voert de wandeling langs het kerkhof van Laken, waar het eerste 

afgietsel  staat  van  ‘De  denker’  van Auguste Rodin.Wat  verderop  in  de  Sint-Annadreef nummer  24  woonde  vanaf  1912  de schrijver  Karel  Van  de  Woestijne, die vanuit Brussel als correspondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Cou-rant  (NRC)  berichtte.  In  diezelfde periode betrok ook Willem Elsschot met zijn vrouw en vier kinderen een appartement  op  de  tweede  verdie-ping  van  het  nummer  237  van  de Bockstaellaan. Beneden was café Le Cygne,  en  cafébazin  Jeanne-Marie zou  later  model  staan  voor  Dikke Jeanne in Lijmen/Het been.Het  parcours  eindigt  met  de  herin-nering  aan  een  muzikant,  en  niet de minste:  Jacques Brel  trouwde 61 jaar geleden eerst in het Lakense ge-meentehuis en een week  later  in de Goddelijk  Kind  Jezuskerk  met  Mi-che, een meisje uit de Stiénonlaan.

� Bettina�Hubo

Artiestenparcours met gids Hugo Neyrinck, zondag 10 april, om 14 uur vertrek in Nekkersdal, waar het Willemsfonds na afloop pannenkoeken serveert

In november 1878 schetste Van Gogh café au charbonnage aan het kanaal (l.). ‘De denker’ van Rodin op de grafzerk van Jef Dillens (r.).

RONDLEIDING IN HET KATTEBROEK

SINT-AGATHA-BERCHEM – Het Kattebroek, een pareltje natuurschoon in de stad, staat zaterdag centraal in een geleide wandeling tijdens het Brussel Welkom Weekend.

Micheline Van de Maele van het wijkcomité SOS Kattebroeck leidt u rond. De 4,5 hectaren op de rechteroever van de Maal-beek op Berchems grondgebied, en verder tot in Dilbeek, werden als landschap definitief be-schermd in 2009. Midden jaren 1980 wou de gemeente het ter-rein nog verkavelen, maar SOS Kattebroeck bond de strijd aan om het drassige gebied te be-schermen. Vooral de rietvelden zijn bijzonder binnen Brussel.Ondanks de paden kan het terrein drassig zijn; daarom draagt u het best laarzen. Vertrek om 9 uur in de Kat-testraat (tegenover nummer 94). De straat heet verkeerdelijk rue des Chats in het Frans, maar verwijst naar het Mid-delnederlandse katte, ‘ringwal’, ‘verhoogde berm’.� JMB

Inschrijven op 02-468.20.52

© D

JUM

BO

Page 14: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Brussel ligt op amper vijftig kilometer van de kerncentrale van Doel. © ERIC HERCHAFT / REPORTERS

Milieu > Annemie Maes (Groen!): ‘Kernenergie? Nee bedankt!’

‘Onbetrouwbaar, duur en onveilig’

De kans op tsunami’s of grote aard­bevingen mogen in ons land dan wel zo goed als onbestaand zijn, ook hier kunnen we problemen nooit volledig uitsluiten. Denk bijvoor­beeld aan een neerstortend vlieg­tuig, een brand die overslaat op de nucleaire installaties, of problemen met de koelsystemen, blijkbaar de achilleshiel van kerncentrales. Hoe onwaarschijnlijk een ramp ook lijkt, het is wel degelijk mogelijk, en de gevolgen zijn gigantisch.Toch worden de gevolgen van een nucleaire ramp op Belgisch niveau al jaren systematisch geminima­liseerd. Brussel ligt weliswaar op

een officieel ‘veilige’ afstand van de Belgische kerncentrales, maar laten we alstublieft ernstig blijven: de Belgische normen over een evacua­tiezone bij een eventueel incident bedragen amper tien kilometer, wat belachelijk weinig is als je ziet dat dertig kilometer wordt aanbevolen door een onderzoekscommissie over nucleaire veiligheid. Brussel ligt op amper vijftig kilometer van Doel en op zeventig kilometer van Tihange. Ter vergelijking: Tokyo – waar men nu mensen massaal aanspoort om veiliger oorden op te zoeken door de gezondheidsrisico’s – ligt op 240 ki­lometer van Fukushima.

VergroeningWaarover we ons ook zorgen moe­ten maken, is over de uiterst risico­

Annemie Maes.

volle opwerking van nucleaire stof­fen, het transport en het jarenlange opstapelen van kernafval waarvoor nog altijd geen enkele oplossing is gevonden. De voorstanders van kernenergie blijven als struisvogels hun kop in het zand steken.De laatste jaren was het bon ton

om de beslissing van paars­groen uit 2003 voor een geleidelijke kern­uitstap in twijfel te trekken: is het nog wel nodig om in 2015 een aan­tal kerncentrales te sluiten? Het licht zou massaal uitgaan zonder kernenergie, en onze economie zou ineenstuiken! Sommigen gingen

zelfs zo ver om kernenergie voor te stellen als dé ecologische oplossing voor al onze klimaatproblemen en voor onze energieverslaving. Want als er iets duidelijk is, dan is het wel dit: de Belgen zijn enorme ener­gieslokoppen. En dat brengt ons te­rug bij onze Brusselse context: ook hier zitten we nog altijd met een te hoog energieverbruik en moeten we met z’n allen een serieuze tand bij­steken.Ons Gewest heeft helaas weinig po­tentieel om zelfbedruipend te wor­den op het vlak van energieproductie – een geplande vergistingsinstalla­tie, een houtverbrandingsinstallatie en enkele duizenden zonnepanelen niet te na gesproken. Ook projecten met kleine stadswindmolens, zoals ontwikkeld door de Erasmushoge­school, moeten een eerlijke kans krijgen. Maar waar we als stedelijk gebied wel iets aan kunnen doen, is ons energieverbruik verminderen, zonder aan comfort in te boeten. De Brusselse regering trekt dan ook terecht volop de kaart van energie­efficiëntie en energiebesparing: pas­siefbouw als norm voor nieuwbouw, dakisolatie en dubbel glas in be­staande woningen, een energiebe­leid waarbij ook de minder kapitaal­krachtige Brusselaars gestimuleerd worden tot energie­efficiëntie, voor­rang voor voetgangers en fietsers en vergroening van ons openbaar vervoer. Bij de introductie van elek­trische voertuigen in ons gewest moet échte groene energie een van de voorwaarden zijn.

TransparantieHet voornemen van een aantal par­tijen om de oudste kernreactoren (bouwjaar 1975!) tien jaar langer open te houden, blijft een onzeker en risicovol experiment.Deze kernreactoren zijn ontworpen met de bedoeling dertig jaar mee te gaan: we zitten nu dus al over de limiet. Bovendien zijn er nergens anders ter wereld kerncentrales van vijftig jaar oud die nog werken. Groen! vraagt een duidelijke bevesti­ging van het engagement om de drie verouderde kerncentrales in 2015 te sluiten, en in afwachting van de sluiting moet er volledige transpa­rantie zijn: de publieke opinie en het parlement moeten volledig ingelicht zijn over de risico’s die wij als burger (ook hier in Brussel) lopen.Daarnaast is het de evidentie zelf dat we in een hogere versnelling gaan met investeren in hernieuw­bare energie, nog meer energie­ef­ficiëntie en minder energieverbruik. Dan hoeven we ons geen zorgen te maken: het licht zal in 2015 echt niet uitgaan.

Annemie Maes,Brussels parlementslid

Groen!

“We kunnen ons energieverbruik verminderen zonder aan comfort in te boeten”

© A

RC

HIE

F B

DW

BDWOPINIE

BRUSSEL – “Vergeet de mantra van bepaalde opiniemakers en politici dat kernenergie ‘goedkoop, proper en veilig’ zou zijn,” zegt Annemie Maes (Groen!). “De problemen die Japan nu heeft met de kerncentrale in Fukushima, tonen aan dat kernenergie een onbetrouwbare, dure en allesbehalve veilige energiebron is.”

Page 15: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

BDWOPINIESpierballen door Danny Vileyn

“Brussel zal nooit een volwaardig gewest worden.” Dat zei Vlaams minister­president Kris Peeters (CD&V) in La Libre Belgique. Niets nieuws onder de zon, maar aan Frans­talige kant werd het gepercipieerd als een provocatie, en dus een mooie aanleiding om de spierballen te laten rollen. FDF­voorzitter Olivier Maingain kondigt in het Brussels parlement een resolutie aan over de erken­ning van Brussel als volwaardig én voor uitbreiding vatbaar gewest. Minister­presi­dent Charles Picqué (PS) zegt dat Brussel een

volwaardig gewest is en dat de Brusselaars nooit iets anders zullen aanvaarden. En Waals minister­president Rudy Demotte (PS) zegt dat er geen sprake kan zijn van een beheer door de twee gemeenschap­pen. De ene Franstalige zegt dus dat Brussel een volwaardig gewest moet worden, de andere zegt dat Brussel een volwaardig gewest moet blijven. En Demotte meent zelfs te weten dat Kris Peeters het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil opdoeken. Waarop Picqué en Demotte dan maar de Franse Gemeenschap opdoeken en vervangen door de Fédé-ration Wallonie-Bruxelles. Een tip aan de politici: stel een verklarende lijst met politieke begrippen op (wat is bijvoorbeeld een volwaardig ge-west?). Laten we dezelfde definities hanteren. Dan gaan we ten minste weten waarover we het oneens zijn.Misschien had Peeters de journalisten die hem uitvroegen over Brus­sel, wandelen moeten sturen. Maar hij heeft gezegd wat hij gezegd heeft. Maar wat heeft hij precies gezegd? Niet dat het Hoofdstedelijk Gewest door de gemeenschappen moet worden bestuurd, niet dat Brussel zijn huidige statuut moet lossen.Brussel is een volwaardig gewest: het heeft niet alleen dezelfde be­voegdheden als Vlaanderen en Wallonië, het heeft er zelfs meer. Brus­sel heeft een bicommunautaire sector, het heeft provincie­ en agglomeratiebevoegdheden (brandweer en vuilnisophaling), en het mag het predicaat ‘hoofdstedelijk’ voeren. Brussel is op twee vlakken geen gewest als Vlaanderen en Wallonië. Eén: het Brussels parlement heeft geen decreten, maar ordonnnanties. De jure is er een verschil, de facto niet. Twee: Brussel heeft geen constitutieve autonomie. Dat wil zeggen dat Brussel de samenstelling van zijn parlement niet kan wijzigen. De Franstalige politici vinden dit een groot onrecht, maar er zijn allicht weinig Brusselaars die er wakker van liggen.Moet Brussel constitutieve autonomie krijgen? Nee. En indien wel, dan moeten we terug naar de dubbele meerderheid van 1989. De afge­zwakte versie van 2001 (Lambermont­Lombard) biedt de Vlamingen onvoldoende garanties om niet politiek buitenspel gezet te worden.

EVA HILHORST

BRIEVEN VAN LEZERS [email protected]

De torens: rechtgezet

In het artikel naar aanleiding van een gesprek met mij over de Noordwijk (‘De Titanic zinkt nog altijd’, in BDW 1273, p. 4) staat dat in het Manhattanplan acht kan­toortorens gepland waren. Dat klopt niet. Het ging om tachtig (!) torens, waarvan acht voor het WTC, op het kruispunt van de twee autowegen. Op dit ogenblik staan er een twintigtal kantoortorens (binnen de omtrek van het vroegere BPA) en nog eens een vijftiental in de on­middellijke omgeving.Dit alles staat op onze website. Ik begrijp niet hoe deze fout is kunnen gebeuren.

Albert Martens, prof. em. sociologie K.U.Leuven

Vervuild

Naar aanleiding van het artikel ‘Duizenden dupe van vuile grond’ (BDW 1273, p. 1) willen we het volgende rechtzetten.1. Volgens het artikel verplicht de ordonnantie van 5 maart 2009 een bodemonderzoek voor de verkoop van ‘vermoedelijk vervuilde grond’. Die verplichting is er al sinds de ordonnantie van 13 mei 2004, dus al zes jaar. Sindsdien hebben alle vastgoedtransacties (verkopen) het voorwerp uitgemaakt van dit onderzoek. In het geval van een verkoop van de Gomb uit 2005, waarvan sprake in het artikel, heeft de Gomb normaal gezien de grond moeten laten onderzoeken. Zo niet kan de verkoop te­niet worden gedaan. Wij willen er overigens op wijzen dat de verplichting in Vlaanderen al sinds 1995 bestaat.2. In het artikel staat dat de betrokkene, mevrouw V., vandaag de verplichtingen ontdekt inzake het bodem­onderzoek, naar aanleiding van een verkoop. De ordon­nantie van 13 mei 2004 heeft heel wat vergelijkbare situaties doen ontstaan bij gebrek aan een informatie­procedure. Mensen ontdekken op het moment van het verlijden van de akte – dus heel laat in de verkoopspro­cedure – dat er sprake is van vervuilde grond. Dit heeft serieuze gevolgen voor de betrokken partijen op het vlak van timing en van prijs.Precies om dit probleem te verhelpen, voorziet de ordon­nantie van 5 maart 2009 erin om vooraf een informatie­procedure in te stellen. Leefmilieu Brussel is dus bezig met alle mensen die hiertoe in de toekomst verplicht zullen zijn, te informeren over de toestand van hun ter­rein als er een vermoeden van vervuiling is. Dat is een omvangrijke operatie die drie jaar zal duren en die be­gin januari van start is gegaan. De eigenaars hebben de mogelijkheid om dit vermoeden te betwisten. Ze worden ook geïnformeerd over de gevolgen als het vermoeden overeind blijft, zoals de verplichting van een bodem­onderzoek bij een verkoop. Het doel is juist mensen de kans te geven beter te anticiperen op hun verplichtingen en te vermijden dat ze voor verrassingen komen te staan.3. Het artikel vermeldt de gevolgen als er een vervuilde grond ontdekt wordt, en de verplichtingen tot saneren op kosten van de eigenaars. Wanneer de verantwoorde­lijke van de vervuiling onbekend is (bij historische pol­lutie, bijvoorbeeld), dan bestaat de enige verplichting voor de eigenaars erin na te gaan of de vervuiling een gevaar vormt voor de gezondheid. Als dat zo is, dan zal de eigenaar alleen gevraagd worden om dat gevaar uit de weg te ruimen. De eigenaar hoeft dus niet over te gaan tot de sanering van zijn gronden! Als blijkt dat de verant­woordelijke van de vervuiling identificeerbaar is, dan zal Leefmilieu Brussel zich tegen de vervuiler richten. In dat geval zal een sanering van het terrein worden gevraagd, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’.4. Tot slot: Leefmilieu Brussel kent ook premies toe (tot

zestig procent, voor een maximum van 2.200 euro) voor wie een bodemonderzoek wil.

Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Leefmilieu (Ecolo)

Boeken toe

De Slegte van Brussel gaat dicht. Ik ben wrevelig, teleur­gesteld, ontgoocheld, nijdig – pisnijdig. Is Brussel soms het (zeer verre) familielid met wie men de banden het eerst verbreekt? Of dacht u dat de Nederlandstaligen in de hoofdstad zo verwend zijn in het aanbod aan boeken­winkels? Weet dan dat het aanbod zeer beperkt is, zeker in verhouding tot de Franstalige boekenwinkels. Daar kunnen we jaloers op zijn. Ja, je kunt een boek online bestellen, maar ik word daar zo triest van. Ik wil de sfeer van een winkel, een boekenwinkel...Ik betuig mijn oprechte solidariteit met het personeel van De Slegte in de Lievevrouwbroersstraat en hoop dat ze terechtkunnen in een andere boekenwinkel.

Mieke Vanhouche, Brussel

Scheldestraat

Ik woon in de Jean Dubrucqlaan, vlak bij de Schel­destraat. Sinds een maand is het hier oorlog. Jongeren klommen vanuit een speeltuintje in onze tuin, stookten er vuurtje en lieten er gestolen handtassen achter. Uit­eindelijk is dat (voorlopig?) gestopt door met mensen uit de buurt erop af te gaan en te praten.Mijn ervaring met de politie was negatief. Het speel­tuintje was Molenbeek, mijn tuin Brussel. Ik moest de politie van Brussel hebben. Zij konden mij écht niet hel­pen. Wel moest ik bellen, elke keer als ik iets zag. Aan preventief langskomen deden ze niet. En effectief, ik zie ze hier niet rondrijden.Ik heb nu gebeld met Bravvo (preventiedienst van de Stad Brussel, red.). Die mensen waren heel vriendelijk en gaan kijken wat ze kunnen doen. En daar geloof ik ook volledig in. Pak die jongens aan voor het escaleert. Dit zijn absoluut jongeren die zich vervelen en eigenlijk roepen om aangepakt te worden. Maak mij niet wijs dat zij hierdoor gelukkiger worden.Ik begrijp de houding van de politie echt niet. Als ze het niet aankunnen, waarom trekken ze dan niet aan de alarmbel? Dit kun je toch niet zo laten, het gaat van erger naar erger. Je kunt een buurt toch niet zomaar op­geven?Ik hoop van harte dat BBDO niet wegtrekt (‘Wanneer werken in Molenbeek moeilijk wordt’, in BDW 1273, p. 4-5: communicatiebedrijf BBDO denkt eraan weg te gaan uit de Scheldestraat). Hun aanwezigheid draagt bij tot een sociale mix in de buurt. Het zou zo’n negatieve be­slissing zijn.Ik hoop van harte dat er gereageerd wordt op dit artikel, ik hoop van harte dat er buurtwerkers komen die deze jongeren op de voet volgen, ik hoop van harte dat de po­litie beseft wat haar taak is, ik hoop ook dat de buurt wakker wordt. Ik geloof stellig dat als alle bewoners zich uitspreken tegen dit geweld, deze jongeren onder de in­druk zullen zijn.Soit, ik geloof er nog in, omdat dat volgens mij de enige oplossing is. Dat is niet goedkoop, want ik woon er mid­denin, met drie opgroeiende kinderen. Er is een pro­bleem. Een groot probleem. Maar we kunnen toch niet allemaal weglopen? Het probleem zal dan alleen maar groter worden. Ruth Plaizier, Sint-Jans-Molenbeek

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar [email protected]. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via [email protected]. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

Page 16: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

VADROUILLEDE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

Architectuur > Bozar presenteert ideeënwedstrijd over toekomst Justitiepaleis

In de sporen van de scheve architect

F unctionaliteit  was  duidelijk  niet  de hoofdbekommernis  van  skieven archi-tèk Joseph Poelaert, en naarmate de tijd 

vordert,  doet  zich  dat  almaar  sterker  voelen. Het gebouw  is niet  aangepast aan de heden-daagse  noden,  waardoor  verschillende  ge-rechtelijke  instanties er al zijn weggetrokken en de overblijvers worden geconfronteerd met 

ernstige  beveiligings-  en  comfortproblemen.Wat  kun  je  aan  met  zo’n  gebouw?  De  fede-rale regering, die via de Regie der Gebouwen de eigenaar, en via het ministerie van Justitie de  eindverantwoordelijke  van  de  gebruikers is,  besliste  over  die  vraag  een  internationale ideeënwedstrijd te lanceren.Omdat  er  nog  geen  welomlijnd  programma 

is  voor  de  (her)bestemming,  konden  de  deel-nemers aan Brussels courthouse – Imagine the future! werken binnen twee mogelijke scena-rio’s:  een  waarbij  het  Justitiepaleis  (gedeel-telijk)  een  justitiële  functie  behoudt,  en  een waarbij  die  functie  verdwijnt.  Van  het  twee-honderdtal  inzendingen van over de hele we-reld stapten er 81 in het eerste scenario en 113 in het tweede.De jury, onder leiding van de Brusselse bouw-meester  Olivier  Bastin,  bekroonde  voor  elk scenario  drie  laureaten,  die  samen  met  een selectie  van  een  dertigtal  andere  ontwerpen worden  tentoongesteld.  Curator  Joachim  De-clerck  van  Architecture  Workroom  Brussels koos  daarbij  voor  een  thematische  aanpak, 

BRUSSEL – Gent, Antwerpen, Luik en Bergen hebben ondertussen allemaal een nieuw gerechtsgebouw. Brussel moet het nog altijd doen met de kolos die Joseph Poelaert bouwde tussen 1866 en 1883. Of mág het nog altijd doen, want een tentoonstelling met architectuurideeën in Bozar laat zien dat het gebouw behalve beperkingen ook veel mogelijkheden heeft.

DORP OP STAP, DE JUBILEUMEDITIE

BRUSSEL – Dorp op Stap, een initia-tief van het Festival van Vlaanderen Brussel, viert dit jaar zijn tiende verjaardag. En die gaat niet onopge-merkt voorbij.

Op zondag 17 april worden alle zestig dorpen, gehuchten en wijken die ooit hebben  deelgenomen  aan  Dorp  op Stap,  uitgenodigd  op  een  groot  feest in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. In  de  voormiddag  komt  een  special guest herinneringen  ophalen  met grappige  foto’s  en  anekdotes.  Daar-na  volgt  een  exclusief  concert  door het  Nationaal  Orkest  van  België.  Na de  middag  staan  geleide  wandelin-gen  door  Brussel  op  het  programma (waarvoor  reserveren  noodzakelijk is).Sinds  2001  organiseert  Dorp  op Stap  jaarlijks een klassiek concert  in Brussel  voor  vijf  dorpen,  wijken  en gehuchten  uit  heel  Vlaanderen.  In de beginjaren waren er zelfs Wijk op Stap en Dorp op Stap in de Provincie: alles  bij  elkaar  hebben  al  meer  dan twintigduizend  mensen  kunnen  ge-nieten  van  een  dagje  Brussel  en  van toegankelijke klassieke muziek.Het doel van Dorp op Stap is mensen op  een  aangename  manier  dichter bij  klassieke  muziek  te  brengen  en de  vooroordelen  te  ontkrachten  die mensen vaak  tegen dat muziekgenre hebben.  Gezien  het  succes  dat  het initiatief  oogst,  is  de  opdracht  voor een groot deel geslaagd. De doelgroep van  Dorp  op  Stap  zijn  ‘agrarische dorpen’,  waarvan  de  inwoners,  door een  soms  behoudende  of  onwennige mentaliteit, de weg naar een concert in de stad niet vinden. Dorp op Stap probeert ook de sociale cohesie in de dorpen te verstevigen.Wat  Dorp  op  Stap  ook  populair maakt,  is  dat  deelnemers  niets  hoe-ven te betalen, zelfs niet de vestiaire of  het  programmaboekje.  Bussen worden  ingelegd  van  op  het  dorps-plein tot aan de concertzaal, en voor kinderen  jonger  dan  zes  wordt  een babysit geregeld.

� Noémie�Kowalczyk

© S

AS

KIA

VAN

DE

RS

TICH

EL

EHet Nederlandse City 4 ziet rond het Justitiepaleis veel groene openbare ruimte ontstaan (en als bonus het stadsspel ‘Zoek Vermassen’).

ADVERTENTIE

Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs

te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor

personen met een handicap

Handicap & informatie

alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak

[email protected]

02/463.58.58

Page 17: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

KANSARM, KANSLOOS?

Vinden kansarmen hun weg naar de sportzalen en -velden? “Doorbreken in de sport is altijd moeilijk, en zeker voor iemand uit een kansarm milieu.” Raf Wyns van BIS-Foyer ziet in Brussel veel talent verloren gaan. Foyer wijdt er een congres aan: Inclusie in en door sport.

LEES MEER OP PAGINA 24-25

IN HET SPOOR VAN JOAN MIRÓ

De negenjarige Noémie ging op het Koningsplein naar de grote Miró-tentoonstelling. Niet alleen om te kijken; ze dook ook de ABC-studio in om te werken naar het voorbeeld van de grote Spaanse schilder. Hiernaast zie je haar ‘Wang van de zon’.

LEES EN BEKIJK MEER OP PAGINA 26-27

naargelang  de  ontwerpideeën  meer  nadruk leggen  op  de  symboliek,  de  stedelijke  dyna-miek,  de  functionaliteit,  de  monumentaliteit of de inplanting van het gebouw en de site.

Rotsblok of schandpaal?Uiteraard  zijn  niet  alle  ideeën  even  pragma-tisch en mag er ook al eens gelachen worden. Zo  wil  AVA  het  Justitiepaleis  letterlijk  laten verstenen  tot  een  gigantisch  rotsblok,  en  wil  ORG  het  gebouw  uit  elkaar  halen  om  de onderdelen te kunnen verschuiven en herver-delen.Iets meer programmatisch zijn de ideeën van Peter Janssen en Suzy Van Gerwen, die het pa-leis langzaam tot een imposante ruïne willen laten verworden, of van Donis uit Nederland, dat een transparant scherm voor het gebouw plaatst  met  de  naar  Magritte  verwijzende naam ‘This is not a scaffolding’ en het gebouw wil toevertrouwen aan de kunsten.Office Kersten Geers David Van Severen, Gui-do Jan Bral en Kuehn Malvezzi zien het paleis dan weer als een onderdeel van een tijdelijke tentoonstelling van Europese architectuur. Het  Grieks-Portugese  duo  Oliveira-Ruivo  wil in het Justitiepaleis niet alleen de rechtspraak, maar ook de bestraffing organiseren, door op de bovenverdiepingen en in de koepel een ge-vangenis te installeren waarnaar de gevange-nen na hun vonnis ‘opstijgen’ met een rondje om  de  toren.  Het  (bedenkelijke)  principe  van de schandpaal.

In de achtbaan: ‘Equilibre précaire’ van A. Chaudemanche/BXLMRS.

En  met  welke  ideeën  kwamen  de  laureaten? De eerste laureaat in de categorie met behoud van  een  (gedeeltelijke)  justitiële  functie  is  de associatie  van  T.O.P.  Office  en  Expo68.  Hun voorstel  brengt  op  een  elegante  manier  be-paalde nieuwe functies binnen in het gebouw, die  evenwel  strikt  gescheiden  blijven  van  de justitiële.  Uitgangspunt  is  de  recuperatie  en herbestemming  van  de  enorme  sokkel  –  de kelder,  zo  u  wilt  –  van  het  paleis:  liefst  vijf-tienduizend vierkante meter gewelfde ruimtes die  de  verbindingen  van  het  oorspronkelijke stadsweefsel  kunnen  herstellen,  zich  lenen voor wandelroutes waarin ook de enorme bin-nenplaatsen  zijn  opgenomen,  maar  ook  voor commerciële, culturele en toeristische activi-teiten. Ook de Miniementrap, de Salle des Pas Perdus  en  de  koepel  met  panoramisch  zicht 

worden publiek, maar de rest van het gebouw wordt integraal door justitie opgenomen.In  dezelfde  categorie  volgen  de  twee  andere laureaten  (Surentu/De Mul en City 4 uit Ne-derland)  hetzelfde  spoor,  met  veel  aandacht voor de toegankelijkheid en de transformatie tot groene zones van de omliggende ruimten. City  4  organiseert  daarin  ook  het  stadsspel ‘Zoek advocaat Vermassen’.

RadicaalIn de categorie die geen rekening meer houdt met  een  justitiële  functie,  won  het  radicale project  ‘Pas  de  Palais,  pas  de  Palais’  van Scale:  het  Justitiepaleis  wordt  ontmanteld, de  restanten  worden  opgesplitst  en  getrans-formeerd  tot  een  stadswijk.  Die  afbraak  zou dan wel wat aan het lot van Horta’s Volkshuis doen denken, terwijl tweede laureaat Graphi-cal Arch van het paleis net een Volkshuis wil maken  door  er  een  residentiële,  culturele  en recreatieve functie aan te geven.Derde laureaat Silande/Papin focust vooral op de Salle des Pas Perdus als onderdeel van een voetgangersstraat  waar  eventueel  de  Mara-thon van Brussel kan passeren.

Zo  heeft  deze  tentoonstelling  zeker  de  ver-dienste dat ze aan het denken zet. Kun  je de justitiële  functie  binnen  één  gebouwencom-plex  combineren  met  andere  functies,  en  zo ja,  met  welke  dan?  Kun  je  een  theaterzaal inrichten  waar  twee  verdiepingen  hoger  in de assisenzaal waargebeurde gruwelverhalen verteld worden? Wonen op een plek waar cri-minelen af- en aangevoerd worden? Shoppen in een wandelstraat waar de Witte Mars zijn eindpunt heeft?Moet  je dit Guggenheim van Brussel aan het publiek  geven?  Of  heeft  Justitie  alle  recht  op zo’n monument, ook al maakt dat fundamen-tele  ingrepen  in  de  oorspronkelijke  architec-tuur  noodzakelijk?  Minister  van  Justitie  Ste-faan De Clerck (CD&V) en de Brusselse balies hebben alvast hun voorkeur laten blijken voor het behoud en terugkeer van de gerechtelijke instanties naar het Justitiepaleis. Als minister van  Financiën  en  verantwoordelijke  voor  de Regie  der  Gebouwen  hoopt  Didier  Reynders (MR) binnenkort op de ministerraad over een concreet programma en een financieringsmo-del te kunnen spreken.� Michaël�Bellon

Boven: Surentu/De Mul Architects. Onder: Pierre Silande & Mickael Papin.

Kun je een theaterzaal inrichten waar twee verdiepingen hoger in de assisenzaal waargebeurde gruwelverhalen verteld worden?

© M

AR

C G

YSE

NS

© N

MIE

Tentoonstelling Architecture for Justice, nog tot en met 15 mei in het Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Gratis, elke dag (behalve maandag) van 10 tot 18 uur, donderdag tot 21 uur. Meer op 02-507.82.00, [email protected] of www.bozar.be. U kunt alle ingediende ideeën consulteren op www.brusselscourthousecontest.be

Page 18: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

ADVERTENTIE

Strip > Op verkenning door middeleeuws Brussel

Tristan schudt t’Serclaes de handBRUSSEL – Tristan is neergestreken in middeleeuws Brussel. Dat levert een goed verhaal en mooie plaatjes op.

H erinnert u zich nog de lessen geschie-denis  –  of  uw  jongste  geleide  stads-wandeling – waarin de oorsprong van 

Brussel  ter  sprake  kwam?  In  1979  vierde  de stad haar duizendjarige bestaan; dat betekent dus dat Brussel in 979 gesticht werd.De  naam,  zo  kregen  wij  destijds  te  horen, komt van Broeksele, ‘vestiging in het moeras’. In  het  beeldverhaal  Tristan  worden  nog  twee andere hypothesen opgediept. Volgens de eer-ste zou Brussel niet van het ‘Vlaamse’ Broek-sele  komen,  maar  van  het  Keltische  buroc  of burco – ‘met struikgewas bedekte, moerassige plek’ – en het Latijnse cella, ‘deel van een tem-pel’. Ook de tweede hypothese grijpt terug naar de Kelten: Brussel zou van het Keltische briga, ‘heuvel’, komen. Tempel op de heuvel, dus. Het woord is aan de historici.Tristan is natuurlijk veel meer dan onenigheid onder  historici;  het  is  vooral  mooie  plaatjes kijken.  Bijvoorbeeld  die  van  de  zeven  stads-poorten:  ik  had  ze  me  nog  nooit  zo  duidelijk voorgesteld. Ook herinnert een apocalyptische plaat ons eraan hoe afschuwelijk het antisemi-tisme ook in het middeleeuwse Brussel was.

En dan is er het verhaal, dat begint in de pre-historie en eindigt met de Bourgondiërs. Het is een verhaal van weelde, maar ook van uitbui-ting en sociale conflicten. Een verhaal van oor-log en vrede. En van Everaard t’Serclaes die de Vlamingen verjaagt en de vlag van het hertog-

dom Brabant aan het huis De Sterre hijst. Toen was  er  nog  geen  stadhuis,  alleen  een  belfort. Everaard t’Serclaes, door Julien Dillens vereeu-wigd op de hoek van de Grote Markt en de Karel Bulsstraat,  wordt  nog  elke  dag  door  toeristen gestreeld die geloven dat dit geluk zou brengen.

Het boek van Jacques Martin en Nicolas Van De  Walle  oogt  aantrekkelijk;  jammer  alleen dat er in de tekst af en toe storende neologis-men  (!)  als  onverdeelbaarheid  opduiken.  Het boek eindigt met de geschiedenis en architec-tuur  van  de  Grote  Markt  en  de  geschiedenis van de Ommegang en Beatrijs Soetkens.Over Jacques Martin, die vorig jaar op 88-jari-ge leeftijd overleed, heeft burgemeester Fred-dy Thielemans het in zijn voorwoord: “Jacques Martin... het zou bijzonder verwaand zijn hem in enkele zinnen te willen samenvatten. Zijn levensweg  is  uitgestippeld  langs  zoveel  in-drukwekkende  bakens:  zijn  samenwerking met Hergé, de avonturen van Alex... Hij stond nooit  weigerachtig  tegenover  samenwerkin-gen.  Hij  beschouwde  ze  als  een  verrijking, en  uiteindelijk  een  noodzaak,  omdat  hij  aan een  oogziekte  leed.  De  samenwerking  met  Nicolas Van De Walle, die begon met Carcas-sonne en die jammer genoeg hier eindigt, zal zonder  twijfel  een  van  zijn  meest  geslaagde blijven.”� Danny�Vileyn

N. Van De Walle en J. Martin, De reizen van Tristan: Brussel, uitg. Casterman, 56 p., 6,95 euro

De Anderlechtsepoort, een van de zeven toegangen tot het oude Brussel.

© C

AS

TER

MA

N

www.bruparck.com

Schrijf je nu in voor de paaseierenjacht in Bruparck.Zondag 24 en paasmaandag 25 april (14u tot 16u30). Deelnemen kan enkel mitsinschrijving vooraf via onze website www.bruparck.com, en voor kinderen tot max.10 jaar.Creatieve ateliers van 13u tot 18u (geen inschrijving nodig).Alle activiteiten zijn gratis.

55040 1-2 ad Pasen BDW.indd 1 28/03/11 09:58

Page 19: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

ADVERTENTIE

Geel voor Vlamingen, rood voor Franstaligen

Op basis van het smoelwerk van de improvisatiekandidaten moest het publiek raden of die Nederlands- dan wel Franstalig waren.

© JO

VOE

TS

Gezien: La guerre belge/De Belgi-sche oorlog, donderdag 31 maart in gemeenschapscentrum De Linde in Haren (www.bis-produkties.be).

In Haren kwam het vorige week  tot een Belgische oorlog. Zij het dan op ludieke  wijze,  met  een  wedstrijdje improvisatietheater  tussen  de  twee taalgroepen.Zulke  tweetalige  improvisatiewed-strijden zijn niet nieuw; de twee tak-ken  van  de  Belgische  Improvisatie Liga  organiseerden  er  ook  al.  Maar in  dit  geval  worden  vier  leden  van 

de Fédération Belge d’Improvisation Amateur samengebracht  met  vier  Vlaamse  lolligaards van The Lunatics, voor een tournee waarin de taalstrijd als thema door de hele avond loopt.Voor en na de wedstrijd weerklinkt Belgische muziek.  Boven  het  podium  hangen  de  haan, de leeuw en de driekleur. De presentator opent met enkele grapjes en weetjes over Vlamingen en  Franstaligen.  Het  publiek,  dat  zowel  uit Franstaligen  als  Nederlandstaligen  bestaat, mag  zoals  altijd  aan  het  einde  van  elke  op-dracht beslissen welke van beide teams het er het best van afbrengt: de gele kaart omhoog steken is een stem voor de Vlamingen, de rode één voor de Franstaligen.In GC De Linde in Haren was een vrij talrijk, maar kalm publiek komen opdagen, maar de presentator (Geert De Wael van tvbrussel, die in  zijn  vrije  tijd  blijkbaar  ook  zelf  aan  impro doet) hield de zaal de hele tijd in de ban.Het  idee  voor  de  voorstelling  van  de  kandi-daten  was  geweldig.  De  acht  spelers  werden een  voor  een,  maar  in  willekeurige  volgorde en  zonder  vermelding  van  hun  naam  opge-roepen.  Het  publiek  moest  alleen  op  basis van  hun  smoelwerk  (iedereen  droeg  neutrale zwarte kleren) gokken of de kandidaat Neder-landstalig of Franstalig was. Het raadde er zes van de acht goed.Improvisaties staan of vallen grotendeels met de uitvoering van de opdrachten, al is het idee dat  in  de  opdrachten  vervat  zit,  vaak  ook  al leuk. Een reclamespot spelen over het andere landsdeel, waar (volgens de eisen van het pu-bliek) ook een draak en een  trappist  in moe-ten voorkomen; een aflevering van Blind date waarin kandidaat De Wever voorstelt voor het 

eerste etentje naar de frituur te gaan, maar de bestelling wel netjes in twee te splitsen; een  scène  spelen  waarin  zoveel  mogelijk clichés moeten voorkomen over maatschap-pelijke  minderheden,  zoals  daar  zijn  Ma-rokkanen  en  Sprookjesfiguren:  dat  zijn  de typische  ingrediënten  die  zo’n  improavond kruiden. In  dit  geval  kwamen  daar  nog  de  commu-nautaire grapjes bij en het feit dat de teams hun scènes ook regelmatig in de andere taal moesten  spelen.  Dat  was  charmant  en  het leverde grappige momenten op. Bijvoorbeeld toen een Nederlandstalige speler het woord œufs, dat hij van de mayonaisepotten kende, nogal  fonetisch  uitsprak,  of  toen  Charleroi als  Karel Koning  werd  vertaald.  Hoewel  je improvisatiespelers  met  hun  moedertaal net  een  van  de  weinige  wapens  ontneemt die  ze  tijdens  zo’n  wedstrijd  ter  beschik-king hebben, vielen hier en daar taalkundige spitsvondigheden  te  noteren.  Het  beste  re-sultaat  haalden  de  verenigde  teams  in  een gezamenlijke  ‘abc-scène’.  Die  moest  in  het Frans  gespeeld  worden,  maar  speelde  zich af  in  West-Vlaanderen,  en  elke  nieuwe  zin moest  beginnen  met  weer  een  nieuwe  let-ter  van  het  alfabet,  te  beginnen  bij  de  A. Niet alleen begon de Nederlandstalige kan-didaat die met een G moest beginnen, met het woordje gier (West-Frans voor histeren), de anderen breidden aan deze accidentrijke scène  met  een  zatte  boer  ook  nog  een  ele-gant  einde  met  het  rijtje  ‘X-ray’,  ‘Ypres’  en ‘Z’est juste’.De  puntentelling  werd  bepaald  door  een gigantische  teerling,  die  zoals  bij  Wal-ter  Capiau  destijds  over  de  hoofden  van  de toeschouwers  tot  op  de  scène  werd  gerold. Het  team dat een opdracht had gewonnen, mocht dan het aantal gegooide ogen bij zijn score tellen. Toevallig rolde de dobbelsteen voor  de  Franstaligen  altijd  veel  gunstiger dan voor de Vlamingen, wat uiteraard aan-leiding gaf tot grapjes over oneerlijke trans-fers. De Franstaligen wonnen dus het pleit, waardoor  België  voortaan  een  Franstalig land genoemd mag worden, GC De Linde tot Le Tilleul werd omgedoopt, en de verliezers het volkslied in het Frans moesten zingen.

� Michaël�Bellon

Pra

at

ach

teraf

VAN STEENO TOT DOE MAAR

BRUSSEL  –  Het  centrum  voor  volwasse-nenonderwijs  Lethas  organiseert  op  7  april Zingba(a)r,  een groot muzikaal project  in het café  van  de  Beursschouwburg.  Er  zijn  twee sessies:  een  van  14.30  tot  16  uur,  gezon-gen  door  de  studenten  van  de  voor-  en  na-middaglessen,  en  een  van  18.30  tot  20  uur, gezongen  door  de  studenten  die  ’s  avonds les  volgen.  Het  Nederlandse  lied  zal  er  in  al zijn  veelzijdigheid  aan  bod  komen,  van  Luc Steeno  over  Raymond  van  het  Groenewoud tot  Herman  van  Veen  en  Doe  Maar.  De  zan-gers  zijn  studenten  van  alle  niveaus.  De 

Zingba(a)r-band  die  de  zangers  zal  begelei-den,  bestaat  uit  studenten  en  leerkrachten.Het evenement heeft verschillende doelen. De liedjes  worden  gebruikt  als  didactisch  mate-riaal in de lessen, maar het is ook een manier om de studenten het Nederlandstalige én het Brusselse  culturele  erfgoed  te  leren  kennen. Bovendien gaan de organisatoren ervan uit dat samen zingen verbondenheid en vreugde over alle  grenzen  heen  schept.  Door  de  beperkte capaciteit  zal  het  café  van  de  Beursschouw-burg die dag uitsluitend toegankelijk zijn voor studenten, leerkrachten en genodigden.  NK�

TELEX VADROUILLE

BELGISCHE wIJNBOUwERS pROfILEREN zICH

BRUSSEL  –  De  Belgische  wijnbouwers,  ver-spreid  over  alle  uithoeken  van  de  wereld,  winnen de laatste jaren aan belang. De inter-nationale  wijnkenners  zijn  zich  steeds  meer bewust  van  de  kwaliteit  van  deze  wijnen. Daarom organiseren Vino Magazine en Vino-pres de tweede editie van Belgovino, de beurs van  de  Belgische  Wijnbouwers  zonder  Gren-zen.Het  evenement  vond  ook  al  eens  plaats  in 2006  en  had  in  de  tussentijd  een  vertegen-woordiging  op  de  jaarlijkse  Megavino.  Deze enorme  wijnbeurs  strijkt  elk  jaar  in  oktober 

neer  op  de  Heizel  en  verzamelt  wijnbouwers van alle uithoeken van de wereld. In 2010 wa-ren er driehonderd standhouders uit 28 wijn-landen  en  kreeg  de  beurs  meer  dan  25.730 bezoekers over de vloer.Het evenement vindt plaats op zondag 10 april in het prestigieuze Koloniënpaleis in Tervuren van  11  tot  18  uur.  Toegangskaartjes  kosten  10  euro  per  persoon;  parkeren  is  gratis.  De organisatoren van Belgovino kunnen rekenen op de medewerking van verschillende media, zoals Vinogusto, Knack en FM Brussel.�� NK

Culturele middagpauzes in het Museum van de Stad Brussel

12 en 14 april om 12.30u

De franciscanen en armoede in BrusselDe rondleiding is gratis!Toegang museum: € 4

Museum van de Stad BrusselGrote Markt (tegenover het Stadhuis)

Info: 02 279 43 71 | www.musea.brussel.be

FOCUS OP

Page 20: BDW - editie 1274

BRUSSEL – The Cube by Electro-lux is een vijfhoekig bouwwerk van zestig ton dat dienst doet als rond-reizend restaurant. Om de drie maanden strijkt de Cube op een nieuwe markante Europese locatie neer. Nu is de triomfboog in het Jubelpark aan de beurt. Culinair genieten op 45 meter hoogte.

Het bouwwerk, dat niet vast staat, maar vakkundig boven op de triomfboog werd neergepoot, heeft een grondoppervlak van 150 vier-kante meter en is getekend door de Italiaanse architect Michele Rossi in opdracht van het Zweedse be-drijf Electrolux. De constructie is volledig uit recycleerbaar materiaal opgetrokken. Een team van achttien mensen zorgt voor de opbouw en de ontmanteling van de Cube: het duurt negen dagen om hem op te bouwen en vijf dagen om hem af te breken.

De Cube kan achttien gasten ont-vangen, die samen aan een negen meter lange tafel in een wit interieur aanschuiven. De tafel, gemaakt uit de kunsthars Corian, is gemaakt uit één stuk en weegt een slordige acht-honderd kilogram.In het restaurant staan twee ster-renchefs achter het fornuis: Bart De Pooter van De Pastorale (**) en Sang-Hoon Degeimbre van L’Air du Temps (**). Ze wisselen elkaar om de twee weken af en brengen telkens een nieuw menu. De lunch kost de bezoeker 150 euro en het diner 200 euro. Maandag en dinsdag zijn ex-clusief voor bedrijven die het com-plex willen afhuren, woensdag is gereserveerd voor de werknemers en de partners van Electrolux, en de andere dagen van de week zijn be-stemd voor particulieren. Reserve-ren kan op www.electrolux.be. Elke week komt er een nieuwe week vrij

BDW 1274 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Muziek > Brussels trio Hoquets maakt Belgische versie van Congotronics

‘Alles is een instrument’

K onono N°1 maakte in 2005 een daverende entree op de Europese festivals met

zijn tradi-moderne sound. Die haalden ze uit uit afval vervaar-digde instrumenten, aangeslo-ten op versterkers, gemaakt van motorstukken van afgedankte voer-tuigen. Voeg daaraan nog een ste-vige portie distorsie en repetitieve ritmes toe, en je krijgt hypnotise-rende akoestische trance. Clubbing op z’n Congolees, zowaar. De band uit Kinshasa stond die zomer op Couleur Café en stak heel Thurn & Taxis in zijn zak.Iets later lanceerde de Brusselse mu-zikale ontdekkingsreiziger Vincent Kenis de compilatie Congotronics op Crammed Discs, en sindsdien is het hek van de dam. De muzikale ver-nieuwing uit Congo bleef verbazen, en begin dit jaar bracht Crammed zelfs een dubbelalbum uit, Tradi-modern vs. rockers, waarop westerse rockbands zich laten inspireren door de Congotronics.

InnoverenNu is er met Belgotronics van de

Brusselse band Hoquets een ver-lengstuk van eigen bodem. Voor de drie jongelui van Hoquets was Konono N°1 liefde op het eer-ste gezicht. “Het eerste optreden was een buitengewone ervaring. Zoiets had ik nog nooit eerder ge-zien,” zegt de Franse inwijkeling Maxime Lê Hung. “Zo’n innoveren-de sound!”De dag na een Congotronics-nacht in de Cabaret Sauvage in Parijs waar Konono N°1, Kasai Allstars en Staff Benda Bilili voor het eerst samen optraden, stond het trio van Ho-quets voor het eerst samen op het podium. “McCloud (Zicmuse, red.) had een optreden met zijn solopro-ject en we hebben hem op percussie begeleid tijdens één nummer, zwaar geïnspireerd door de Congotronics, want die onvergetelijke nacht in Pa-rijs zat nog vers in ons geheugen,” vertelt de Belg François Schulz, die als kind al drumsets in elkaar knut-selde door vuilnisbakken aan elkaar te plakken.Twee maanden later werd Hoquets boven de doopvont gehouden. Hun repetitieruimte/atelier hadden ze

in hun hoofdkwartier La Compilo-thèque, een collectief op nummer 50 van de Akenkaai dat concerten, collectieve maaltijden, conferenties, filmprojecties, het Bal du Canal en nog veel meer creatiefs organiseert.Net voor ons gesprek zit Schulz nog wat te prutsen aan Russische mi-crofoons (“Niemand moet hiervan hebben omdat ze er niet uitzien,

maar het is echt goed spul”), terwijl de Amerikaan McCloud Zicmuse de laatste hand legt aan een eensnarig gitaartje, de zogenaamde iaeniaen (spreek uit: jang jang). “Het eerste dat ik vervaardigd heb, maakte een erg schel geluid, iaen iaen, vandaar de naam,” zegt Zicmuse. “Nadien creëerde ik ook een tenor- en een basversie, want onafhankelijk van

BRUSSEL – Na Congotronics, de Congolese ‘tradi-moderne’ bands Konono N°1, Kasai Allstars en Staff Benda Bilili, zijn er nu ook de Belgotronics. De band Hoquets stelt op donderdag 7 april bij Atelier 210 zijn debuut Belgotronics voor, uit op Crammed Discs, het Brusselse label dat ook de Congolese pioniers uitbracht.

Hoquets’ avonturen in België, met (vlnr.) Maxime Lê Hung, McCloud Zicmuse en François Schulz.

© C

RA

MM

ED

Culinair > Dure reclamestunt

Dineren op de triomfboog

Dineren onder de sterren: tot 3 juli in het Jubelpark.

© S

AS

KIA

VAN

DE

RS

TICH

EL

E

voor reserveringen. Momenteel is alles tot mei volgeboekt. De Cube blijft zeker tot 3 juli in Brussel,

daarna verkast hij onder meer naar Moskou en Stockholm.Deze reclamestunt kost Electro-

lux tot liefst 70.000 euro per dag.

� Noémie�Kowalczyk

wat we bespelen, we hebben elk een eigen toonhoogte.”Al die zelfgemaakte instrumenten heten hoquet. Schulz speelt tenor-hoquet, Lê Hung bashoquet en Zic-muse high hoquet.Hun naam Hoquets slaat op de hik (‘avoir le hoquet’), maar het is ook makkelijk uit te spreken in het Frans en in het Engels (‘Okay!’). Hockets slaat ook op een techniek die bij ons veel gebruikt werd in de mid-deleeuwen, maar ook in Afrika en Bali, waarbij een melodie verdeeld wordt over verschillende stemmen of instrumenten. Een techniek die Hoquets in sommige nummers ge-bruikt.

Belgische folkloreHoquets’ debuutalbum Belgotronics is een knipoog naar de Congotro-nics, maar ook een eerbetoon aan minutieus uitgekozen aspecten van hun teergeliefde vaderland/adoptie-land België, zoals de meertaligheid, de Slag bij Waterloo, het abdijbier Orval, de mooie Gentse vrouwen (op het nummer ‘Gentse Speciaal’), enzovoort, allemaal breed gedocu-menteerd in hun fanzine Hockets holler.Humor met hopen, zo ook bij de handleiding met tekeningen over de folkloristische Waalse dans ‘Chaud boulet’, of bij hun passie voor de Couques de Dinant van Collard, “zo hard dat je er behoorlijk op moet zuigen, wat dan weer andere conno-

Page 21: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Het lijkt de zoveelste versie van fastfood, maar ramen maakt toch minstens deel uit van wat ouders ‘jeugdcultuur’ noemen.

Ramen is een Japans gerecht. Het is een soep met noedels erin. Vandaag wordt het ook bij ons genut-tigd als snack. Mannen van mijn leeftijd zochten ooit soelaas voor hun geeuwhonger in een pak friet of een pistolet met gekapt . De mensheid heeft altijd gesnackt wanneer daar geld voor was. Maar noe-dels als snelle hap? Het is eens wat anders.De eerste geruchten over snelle noedels kwamen uit mijn tijd als waarnemer in de visserij in de ja-ren 1980. Jonge mensen die ik begeleidde, liepen stage op Japanse vissersboten. Hoewel ze graag brood bij het ontbijt aten, vonden ze dat niet op hun schip. Volgens hun verhalen keerden de Japanse vissers terug van hun wacht aan dek en haalden ze een potje ramen uit de voorraadkast, goten daar kokend water op en een geklutst rauw ei met wat sojasaus. Zoiets heette dan een maaltijd. Onze jonge sta giairs gruwden bij de gedachte, maar ver-telden nog verder: het hoefde niet noodzakelijk een rauw ei te zijn. De noedels konden evengoed ver-sierd worden met geraspte katsuobushi . Dat laatste is voor Japanse noedels wat Parmezaanse kaas is voor Italiaanse pasta. Het is een hard bruin ding dat over de dampende schotel geraspt wordt. Maar het is geen kaas, Oost-Aziaten hebben weinig met melkproducten. Het gaat om fi lets van de skipjack-tonijn, die eerst dagenlang worden gerookt, tot ze hard zijn en eruitzien als donkere stukken hout. Vervolgens worden de visfi lets in dozen verpakt waar een schimmel in zit die het visproduct verder ‘op smaak’ brengt. Katsuobushi is vis die gerijpt is als kaas, en verder wordt het ook echt als raspkaas gebruikt.Het kan nog rijker. De meest geliefde saus op de instantnoedels bleek shiokara te zijn. Ik heb het nog niet gevonden in Brussel, maar ik heb er dan ook nog niet naar gezocht. Shiokara komt van de-zelfde skipjack, maar dan niet het visvlees, maar de geurige ingewanden, die gezouten worden en ver-volgens gegist in grote vaten. Het moet van smaak iets hebben van de oriëntaalse vissausen, gezouten ansjovis of misschien zelfs van de legendarische Romeinse vissaus garum ? Stinken, dus. Naar het schijnt, geurde de mess op de visserijboten zo sterk dat zeeziekte spoedig geen punt meer was. Dit le-

ken verhalen van een verre visserij, maar bij mijn terugkeer in België kwamen de instantnoedels hier stilaan ook de winkels binnen.Ramen, men weet niet waar het woord echt vandaan komt, maar het heeft niets met vensters te maken. Het is oorspronkelijk een Japanse maaltijdsoep die in verschillende versies bestaat. Er kan varkensvlees in zitten met groenten en paddenstoelen, of ook zee-vruchten of de eenvoudige lekkernijen die ik boven beschreef, en het is uitgegroeid tot een populaire manier van snacken en lunchen voor de gewone ar-beider. Overal zijn er eetstalletjes voor noedelsoep. Hoe belangrijk ramen voor de Japanners is, wordt voor ons, onwetende westerlingen, misschien nog het best geïllustreerd in de hilarische fi lm Tampopo , waarin enkele randfi guren uit het Rijk van de Rij-zende Zon een arme weduwe helpen om van haar aftandse ramenwinkel een succesvol restaurantje te maken. In het begin van het verhaal zien we een oude meester die zijn leerling leert hoe hij een kom ramen moet appreciëren: hoe men het vlees moet aaien, de groenten moet bekijken met verlangen op wat komen zal en dan de hele hap slurpend naar bin-nen werken met stokjes, waarna men in rituele slok-ken de overblijvende soep tot zich neemt. De ramen als bron van fi losofi e. Als u, net als ik, de fi lm hebt gemist bij zijn uitkomen in de jaren 1980: het hele verhaal is te herbekijken op YouTube, met uitzonde-ring van enkele pikante scènes die iets met rauwe eieren en garnalen te maken moeten hebben. De dagelijkse werkelijkheid van de ramen is natuurlijk niet zo poëtisch als in de fi lm, maar maatschappe-lijk daarom niet minder belangrijk.Noedelsoep zou in Japan pas populair zijn gewor-den na de Tweede Wereldoorlog, vooral dankzij het goedkope Amerikaanse meel waarmee het verslagen land weer op de been werd gebracht. In 1958, het jaar van ‘onze’ Expo, vond ene Momofuko Ando de instantnoedels uit. Dat waren de pakjes droge pasta, klaar in drie minuten, die we vandaag ook hier in in-dividuele porties in de oosterse supermarkten aan-treffen. In 1971 introduceerde Ando de cup noodles

in een kant-en-klaar kommetje, waar men alleen nog kokend water aan hoefde toe te voegen.Mijn kinderen vallen voor deze snelle hap. Ideaal voedsel voor vlijtige studenten in de blok en voor luie canapéliggers voor de buis. Het past ook helemaal in hun cultuur van anime en computerspelletjes. In-stantnoedels zijn ‘cool’. Ik durf ook weleens een pak-je open te trekken (de plastic kommetjes vind ik net iets té wegwerpmaatschappelijk). Waar oorspron-kelijk, zoals op de vissersboten, het alleen noedels waren die op smaak dienden te worden gebracht, zit-ten er nu pakjes bij met olie en droge kruiden, in de meest exotische combinaties. In de supermarkt sta ik gewoon paf bij wat er bestaat: met kip, met curry, met eend of garnalen, met kimchi (gegiste kool) of vis... Eerlijkheidshalve staat erbij dat het slechts om ‘de smaak van’ gaat, want tussen het poeder zit geen vin of vleugel van welk dier dan ook. Het is echt niets om een voedingsgewoonte van te maken, maar nu en dan is het gewoon fun om zo’n luiemenseneten klaar te maken. Als u gruwt van E-nummers en syn-thetische smaken, gooi dan de bijgesloten smaak-pakjes gewoon weg. Hou de noedels over (ze zijn er al vanaf 35 cent per pakje!), doe die in een kommetje, giet er een kluts kokend water over, zet er een bordje op en wacht drie minuten. Pers er een vers teentje look over en wat gehakte verse peterselie. En o, ver-geet dat rauwe ei niet. Roeren. Smakelijk.

[email protected]

De hele reeks nalezen?www.brusselnieuws.be/trachet

Ramen

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Nick Trachet

taties oproept,” zegt Zicmuse met een knipoog.“De teksten zijn geïnspireerd door onze belevenissen in België,” ver-telt hij verder. “Als Amerikaan sta

ik ervan versteld dat jullie Belgen niet meer respect hebben voor jul-lie traditie. Hier zijn zoveel bui-tengewone plekjes, maar Belgen geven er niet om. Dat is jammer. Onze muziek zal dat niet veran-deren, maar we willen er toch op wijzen dat er heel wat mooie

dingen aan het verdwijnen zijn.”

Sloophout Deze zomer heeft de band een in-drukwekkende concertreeks, voor-namelijk in België en Frankrijk. Door de broosheid van hun instru-menten zijn ze nu al op zoek naar ateliers waar ze terechtkunnen om tijdens off-days hun hoquets te her-stellen. “We nemen van overal materiaal mee. Dit,” zegt Schulz, wijzend naar een soort mini-marimba aan de muur, “is bijvoorbeeld gemaakt met buizen van op een slakkenberg in Charleroi. We hebben ook eens in Parijs grote planken meegenomen: die kunnen altijd dienst doen om percussiekisten van te maken. Onze sound wordt dus mee bepaald door het materiaal dat we oppikken tij-dens onze tournees. Benieuwd wat dat deze zomer allemaal gaat ople-veren...”En na al die vreemde verhalen blijft natuurlijk de vraag: hoe klinkt nu in godsnaam hun muziek? Heel simpel, het is Belgische groove : r’n’belge !� Benjamin�Tollet

“Onze sound wordt mee bepaald door het materiaal dat we oppikken tijdens onze tournees”

Media > Luisterpunt heeft twee nieuwe diensten

Lezen met je orenBRUSSEL – Luisterpunt, de biblio-theek met aangepaste lectuur voor mensen met een leesbeperking, stelt twee nieuwe diensten voor. Een daarvan is Mijn Luisterpunt.

Met Mijn Luisterpunt kan de lezer van thuis uit zijn leeshistoriek raad-plegen en zijn boekenlijst beheren. De meeste abonnees leggen met Mijn Luisterpunt een voorraadlijstje aan. Zodra ze een boek uitgelezen en teruggestuurd hebben, wordt hun het volgende boek opgestuurd.De andere nieuwe dienst is de Braille-enkel. Vroeger was er de Braille-heen-en-terug , een concept waarbij de lener pas een nieuw boek kreeg als hij het andere boek terug-gezonden had. Wie een boek wou lenen dat iemand anders in zijn bezit had, moest wachten tot het boek terug was. Vanaf nu worden de nieuwe boeken niet meer ingebon-

den, maar digitaal opgeborgen. Zo-dra een lezer een boek bestelt, wordt het geprint en op een gemakkelijke manier samengehouden. Die versies zijn gemakkelijker verzendbaar. Het meest innoverende bij Braille-enkel is dat elk boek altijd voor iedereen beschikbaar is en dat een besteld boek niet hoeft te worden terugge-geven. Zo kan de boekenwurm thuis zijn eigen bibliotheek samenstellen.Lid worden van Luisterpunt, boeken bestellen en laten leveren is volledig gratis.De bibliotheek biedt vandaag acht-duizend brailleboeken aan en zes-tienduizend Daisy-luisterboeken, waarbij het verhaal voorgelezen wordt op cd-rom. Luisterpunt krijgt elk jaar 1,3 miljoen euro subsidies van de Vlaamse overheid. In decem-ber ontving de bibliotheek nog de publieksprijs van de Vlaamse Bib Web Awards.� NK

Nu en dan is het gewoon fun om luiemenseneten klaar te maken

Nick ©

NIC

K T

RA

CH

ET

Hoquets stelt zijn debuutalbum Belgotronics voor op donderdag 7 april om 21 uur in Atelier 210, Sint-Pieterssteenweg 210, 1040 Etterbeek. Kaartjes kosten 5 euro. Op 29 april verzorgt Hoquets het voorprogramma van Staff Benda Bilili in de AB, en op 12 mei neemt de band deel aan de Tradi-modern vs. rockers-nacht op Les Nuits Botanique. Meer op www.crammed.be en www.hoquets.net

Page 22: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Giacomo Lariccia is Brussel dankbaar: “Mijn wereld ging pas open op mijn twintigste; voor mijn zoontjes begint het nu al.”

P rofessioneel  muzikant  worden,  daar droomde  de  kleine  Giacomo  Lariccia al van. “Helaas, het was wel het laatste 

waar  mijn  ouders  oren  naar  hadden.  En  dus ben ik, hun ter wille, braafjes naar de univer-siteit  gegaan,  communicatiewetenschappen studeren. Tegelijkertijd heb  ik door uitwisse-lingsprogramma’s gelukkig een groot deel van Europa mogen ontdekken. Het scherpte mijn honger naar zelfbestemming alleen maar aan: nog geen maand nadat ik mijn thesis had ver-dedigd, stond ik al met mijn koffers in Brussel. Om te ontdekken wat me als mens het meest kon  verrijken  en  gelukkig  maken.  Voor  mijn vader  en  moeder  was  het  een  beetje  alsof  de hemel hun op het hoofd viel, al had ik hen er met de jaren zachtjes op voorbereid.”“Waarom  Brussel?  In  de  ogen  van  velen  is Rome misschien wel de mooiste stad ter we-reld. Maar Rome is meer dan alleen maar het historische  centrum.  Vier  miljoen  inwoners, een  immense  periferie.  En  in  die  periferie ben  ik  opgegroeid,  en  dat  was  niet  bepaald een  lachertje:  grote  afstanden,  het  verkeer een  nachtmerrie.  Ik  was  ook  enorm  geboeid door de rijkdom in diversiteit van Europa. En Brussel  is  daar  een  exponent  van,  had  ik  uit ervaring  geleerd.  De  hoofdstad  van  Europa, internationaal,  stimulerend,  open  voor  alles 

wat nieuw is. En op de koop toe een metropool met menselijke huurprijzen. Nog geen secon-de heb  ik me de keuze beklaagd. Enorm veel mogelijkheden heb ik hier gekregen om me te ontplooien.  Als  artiest,  als  mens.  In  een  kli-maat dat niet verziekt is door een rampzalige economische  toestand  en  de  fratsen  van  een potentaat als Berlusconi.”

SpellboundOnmiddellijk  na  zijn  aankomst  schreef  de nieuwe Brusselaar zich  in aan het Conserva-torium. “Vijf  jaar heb ik me daar bekwaamd. Een  mooie  tijd,  maar  ook  wel  hard.  Op  hulp van mijn ouders kon ik niet echt rekenen; om mijn  studie  te  bekostigen  en  in  mijn  levens-onderhoud te voorzien, werkte ik acht uur per week in een advocatenbureau, waar ik voor de computers zorgde. Voor de rest was het stude-ren, studeren en nog eens studeren: ik leefde bijna als een monnik. Maar hoe moeilijk ook, het heeft allemaal geloond. Dubbel en dik.”“Tijdens  mijn  studie  heb  ik  gewetensvol  ge-volgd  wat  de  docenten  me  voorkauwden.  Al was ik het er niet altijd mee eens, of was ik niet altijd even geboeid. Pas daarna ben ik mijn ar-tistieke  identiteit  gaan  zoeken.  Te  beginnen met  mijn  eerste  full cd,  Spellbound:  min  of meer  de  concretisering  van  de  invloeden  die 

ik na mijn vertrek uit  Italië had ervaren. Het werd  jazz,  omdat  ik  als  tiener  in  de  ban  was geraakt  van  alles  wat  met  zwarte  muziek  te maken heeft. De essentie van jazz is improvi-satie, het bood me de mogelijkheid mijn din-gen voor te stellen, mijn muziek, mijn type van improvisatie.”“Het project heeft me ook nog maar eens ge-leerd hoe open van geest Brussel wel is. Voor de  promotie  had  ik  mails  rondgestuurd  naar journalisten.  Een  tiental  hebben  me  geant-woord,  ik  heb  zelfs  de  eerste  pagina  van  Le Soir Culture gekregen.  Onvoorstelbaar:  het was een eerste plaat, jazz dan nog, van iemand die nog maar net kwam piepen. Ik was er he-lemaal ondersteboven van, maar het was wél de bevestiging dat de weg die ik gekozen had, de juiste was.”

Avventura in musicaOp  Spellbound  beperkte  Lariccia  zich  nog  tot zijn gitaar, maar hij begon de behoefte te voe-len om letterlijk uit te drukken wat hij voelt en denkt. Met zijn stem, dus. “Muziek in combi-natie  met  tekst  kan  zoveel  meer  dan  muziek alleen. Meer dan emoties oproepen, de zaken exact  beschrijven  zoals  ze  zijn.  Dus  wilde  ik aftasten  wat  het  effect  zou  zijn  om  geënga-geerde teksten te brengen.”“Het is goed uitgedraaid: dankzij de steun van het  Italiaans  cultureel  instituut  heb  ik  een reeks  concerten  kunnen  brengen,  waarin  ik hulde bracht aan grote Italiaanse zanger-lied-jesschrijvers  zoals  Fabrizio  De  André,  Lucio Battisti en Gior gio Gaber.”“Ongeveer  in  diezelfde  periode  –  zowat  twee 

jaar  geleden  –  heeft  Rocco  Granata  me  ge-vraagd om met hem op tournee te gaan. Een mooie ontmoeting tussen twee verschillende generaties van Italiaanse muziek, een kennis-making ook met een heel energieke en posi-tieve  man.  Er  was  wederzijds  respect:  na  de tournee  heeft  Rocco  me  gevraagd  teksten  te schrijven voor zijn nieuwe cd.” Ook een in Brussel residerende Italiaanse mu-ziekcriticus had ondertussen Lariccia’s talent opgemerkt. “Hij schreef me, buiten mijn we-ten om, in voor een Italiaans liedjesconcours, dat ik dan ook nog eens won. Het sterkte me in mijn overtuiging op de ingeslagen weg ver-der te gaan. Met een cd vol zelfgeschreven en -gezongen  nummers:  Avventura in musica. Een  platenfirma  die  bereid  is  te  investeren in  iemand  die  nog  nooit  met  zijn  kop  op  tv 

Om zijn tweede langspeler, Avventura in musica, te promoten, geeft Giacomo Lariccia gratis huisconcertjes.

© MARC GYSENS

ETTERBEEK – “Ik prijs me gelukkig dat ik iets meer dan tien jaar gele-den voor Brussel heb gekozen. Enorm veel mogelijkheden heb ik hier gekregen om me als artiest én als mens te ontplooien. Was ik in Italië gebleven, dan had het plaatje er wellicht anders uitgezien.” Giacomo Lariccia is een gitarist en zanger met Italiaans bloed in de aderen.

Page 23: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

FREDDI SMEKENS

Weite

W anneer men het in het Brussels over  goo geweite  heeft,  doelt men  niet  alleen  op  een  goed 

geweten.  Weite  heeft  alles  met  ‘weten’ te  maken.  Onze  sympathieke  Brusselse uitdrukking “Goo geweite” impliceert een absolute vorm van instemming, een soort onderstreping  van  woorden  als  nateur-laaik,  goo gezeen  en  eventueel  vanaaiges. Ik zou durven te stellen, waarde lezer, dat het  absolute  tegengestelde  van  “Goo ge-weite”  geformuleerd  kan  worden  als  het “Da zeede van hee” van vorige week.Natuurlijk  kan  weite  in  verband  wor-den  gebracht  met  een  zekere  vorm  van nieuwsgierigheid.  Maar  het  is  ook  een woordje  waarachter  men  zich  af  en  toe handig kan verschuilen. Wie bijvoorbeeld zijn wereldvreemdheid op tafel wil gooien, pakt uit met: “Ik weit van niks.” Of die uit-spraak nu geloofwaardig overkomt of niet, doet er niet zoveel toe.De laatste tijd heb ik het gevoel dat men-sen meer dan anders wille weite wat er in de weirelt on ’t gebeure es. Maar misschien is  dat  maar  een  heel  subjectieve  indruk. Wanneer  we  ergens  absoluut  van  op  de hoogte  willen  blijven,  hebben  we  niet zelden  het  gevoel  da alleman dat oek wil weite. Behalve wanneer het heel persoon-lijke aangelegenheden betreft, natuurlijk.Even over naar de dagelijkse conversatie, nu. Het komt voor dat we lichtjes de oren spitsen  wanneer  iemand  zegt:  “Moo naa neki eet weite?” Een vraag die alles te ma-ken heeft met mysterie en die ons aanzet tot al dan niet gezonde nieuwsgierigheid. (Daarbij stel ik me de vraag of er ook ón-gezonde  nieuwsgierigheid  bestaat.)  Al naargelang van ons humeur kan men ant-woorden:  “Zeg neki”  of  “Neije!”  In  beide gevallen zal men iets te weten komen wat niet meteen wereldschokkend is.Hetzelfde gaat op voor “Weut ’t al?” of “Ik goen a neki eet zegge da ge nog ni wist.” Gewoonlijk ga ik ervan uit da ’k veul dinge ni weit dee andere weite.  Maar  gelukkig geldt  net  zo  goed  dat er oek veul es da ’k weit wa andere ni weite. Die laatste be-denking  wil  ik  zonder  schroom  aan  een vorm van ijdelheid wijten.

In  verband  met  weite  hoort  men  af  en toe  “Haai ik in daan taaid geweite wa ’k naa weit...”  Een  uitroep  waarbij  weite  in ons  Brussels  heel  goed  van  pas  komt,  is “Weute wa!?” Die gebruikt men gezwind wanneer  men  op  een  briljant  idee  of  tot de  oplossing  van  een  ingewikkeld  pro-bleem gekomen  is.  Iets negatiever klinkt de uitroep “Ik wist ’t!” Die heeft namelijk meestal  te  maken  met  verontwaardiging of  een  soort  berusting  in  de  situatie.  Ei-genaardig genoeg weet men op het ogen-blik  dat  men “Ik wist ’t”  aanheft,  hele-maal niet wat er ging gebeuren of ons ging overkomen. Meestal is het tegendeel zelfs waar.Nu  toch  graag  even  terug  naar  de  dood-doeners “Ik weit er niks van”  en  “Ik weit van niks.”  Opmerkingen  in  die  aard  slui-ten meestal een discussie af. Maar dat kan zich evengoed voordoen met “Ik weit er al-les van.” Het is uiteraard nooit uitgesloten dat men tot in de kleinste details van een gebeurtenis op de hoogte is. Maar om er toch eet mier van te weite,  laat  men  die uitspraak  maar  beter  achterwege.  Waar-mee men echter nooit mag uitpakken – op straffe van zich onsterfelijk belachelijk te maken –,  is: “Ik weit alles.” Het kan wel-licht  eigenaardig  klinken,  maar  ik  ken mensen  die  deze  uitspraak  tot  hun  wa-penspreuk  verheven  hebben.  Zelfs  wan-neer we een onnozele opmerking als “Gaa weut niks” naar het hoofd geslingerd krij-gen, komt “Ik weit alles” niet van pas.Gelukkig hoeven we onze kop ni te breike over hoe we die opmerking dan wél moe-ten  pareren.  Onze  grote  dichter  Remy  C. van de Kerckhove schreef ooit: ‘Ik weet ik weet weinig’. Een uitspraak die ik met veel plezier tot de mijne maak.Ten  slotte  is  de  beste  manier  om  zoveel mogelijk  te weite te komme,  het  aloude huure, zeen en zwaaige. Hoewel dat laatste niet  meteen  mijn  sterkste  punt  is,  hoop ik met de twee eerste ruimschoots toe te komen.  Misschien  is  het  ook  leuk  om  te weten,  waarde  lezer,  dat  men  altijd  kan terugvallen op ‘Wat niet weet, niet deert’. Ziezo,  waarde  lezer,  wee nog mier auver weite wilt te weite komme, weut ma wuune.

is  geweest,  die  niet  de  makkelijkste  muziek brengt,  het  leek  –  zeker  met  de  crisis  in  de sector – mission impossible. Maar het moest en het zou: via een Brusselse kennis die me altijd heeft gesteund, ben  ik hulp gaan vragen aan vrienden, mensen die mijn concerten bezoch-ten,  kenners.  Zo  vormde  zich  een  groep  van zowat honderd sympathisanten die het project samen hebben gefinancierd, mee de songs en de single hebben gekozen. Sommigen van hen figureren ook als acteur  in de clip, die  in het Théâtre  Saint-Michel  is  opgenomen,  samen met Belgische muzikanten. Het was een gok, maar  vooral  was  het  een  mooie  alternatieve manier om een album te produceren.”“Het  is  allemaal  heel  snel  gegaan.  Op  10 februa ri ben ik begonnen met het zoeken naar alternatieve steun, op 14 mei komt de cd uit. In  België,  Luxemburg,  Frankrijk  en  Italië.  Ik was  echt  verrast  door  de  bereidheid  van  de mensen om deel  te nemen aan het avontuur, verrast  door  hun  enthousiasme.  Nu  ben  ik met de promotie bezig, onder meer door wat ik noem concerts chez moi. Gratis concerten bij de mensen thuis. In België – Brussel, Antwerpen en  Gent  –,  maar  ook  in  Italië  en  Luxemburg en binnenkort volgen ook nog eens Frankrijk en Engeland. Niet met alle muzikanten: ik op zang en gitaar, samen met de Zweedse celliste Anja  Naucler.  Een  heel  intieme  sfeer  om  de songs te ontdekken, de mensen in hun hart te raken met wat ik te vertellen heb.”“Waarlijk  bevoorrecht  voel  ik  me,  dankbaar dat  ik  hier  in  Brussel  als  artiest  ben  kunnen groeien. Ik heb ook het gevoel dat ik van hieruit makkelijker de rest van Europa kan bereiken. 

Er is ook weinig concurrentie, in tegenstelling tot in Italië: ik moet zowat de enige Italiaanse zanger  in  Brussel  zijn.  En  mijn  ouders  zijn ondertussen mijn grootste fans geworden, ze hebben  me  onvoorwaardelijk  gesteund  voor Avventura in musica.”

De liefde gevondenNog  zo’n  onvoorwaardelijke  fan:  Lariccia’s vrouw  Yael.  “Yael  is  Israëlische.  Ik  heb  haar leren kennen aan het Conservatorium, waar ze barokfluit studeerde. Het is de muziek die ons heeft  samengebracht,  al  heeft  ze  na  een  tijd haar  studie  laten  varen.  We  wonen  in  Etter-beek, vlak bij het Jubelpark. Thuis is er genoeg leven in de brouwerij, met onze drie schattige zoontjes van vier en twee jaar en zeven maan-den jong. Voor mij  is dit het zoveelste bewijs dat ik de juiste keuze heb gemaakt door inder-tijd voor de muziek te kiezen, en voor Brussel. Zo’n goed leven opbouwen: in Italië zou dat al-lemaal veel moeilijker geweest zijn, misschien zelfs onmogelijk. De lonen zijn er bedroevend laag, de huurprijzen heel hoog.”“Mijn oudste zoontje spreekt nu al  Italiaans, Nederlands  en  Hebreeuws  en  hij  verstaat Frans. De menselijke,  linguïstische en cultu-rele rijkdom waarin mijn zoontjes mogen op-groeien,  vind  ik onbetaalbaar. Voor mij  is de wereld  pas  opengegaan  toen  ik  twintig  was, voor hen begint het nu al.”

� Karel�Van�der�Auwera

www.giacomolariccia.com, www.avventurainmusica.com

‘De enigeItaliaanse zanger in Brussel’

Giacomo Lariccia, muzikant

“Hier heb ik me als artiest en als menskunnen ontplooien. In een klimaat dat niet verziekt is door een rampzalige economie en de fratsen van een potentaat als Berlusconi”

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: [email protected] (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, [email protected]. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer ([email protected]), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten ([email protected]), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman ([email protected]), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne ([email protected]). EINDREDACTIE Katrien Stroobants ([email protected]). REDACTIE Jean-Marie Binst ([email protected]), Christophe Degreef ([email protected]), Bettina Hubo ([email protected]), Patrick Jordens ([email protected]), Freddi Smekens ([email protected]), Steven Vandenbergh ([email protected]), Steven Van Garsse ([email protected]), Danny Vileyn ([email protected]). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. [email protected]), Lien Annicaert ([email protected]), Gerd Hendrickx ([email protected]). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vander-stichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt ([email protected]). FINANCIËLE ADMINIS-TRATIE Manu De Hertogh ([email protected]). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie ([email protected]). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboom-laan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Page 24: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 24 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

SINT-JANS-MOLENBEEK – Integratie door sport, hoe werkt dat? Hebben kansarmen hun plaats op grasvelden en in sportzalen? En hoe springt de sportwereld met hen om? BIS-Foyer trekt al twintig jaar aan de kar en stelt vast dat lang niet iedereen erop raakt. Er gaat véél talent verloren in Brussel. Hoog tijd om wat good practices uit binnen- en bui-tenland te bekijken op het congres Inclusie in en door sport.

BIS-Foyer bestaat twintig jaar. Brussel Inte-gratie door Sport groeide uit een aantal losse sportactiviteiten met migrantenjongeren. Die vonden moeilijk hun weg naar de klassieke clubs. Coördinator Raf Wyns: “Die eerste jaren werd er nogal vrijblijvend gewerkt. Activiteiten en initiaties allerhande, in de hoop dat die kin-deren en jongeren zouden doorstromen naar het reguliere sportaanbod. Maar dat gebeurde niet. Dus besloten we al gauw om zelf clubs op te zetten. We leerden met vallen en opstaan. Badminton trok te weinig volk, de twee tafel-tennisclubs draaiden wel een tijdje goed. Maar vaak hangt veel af van één gedreven kracht die er zijn schouders onder zet. Valt die weg, dan wordt het stil. Zo ook met Suru, een Soedanese vluchteling met een pingpongpassie die we in het Klein Kasteeltje leerden kennen. Hij trok heel wat jongeren op gang, maar toen we bud-gettair krap kwamen te zitten, haakte hij af. Alle begrip daarvoor: ook nieuwkomers moe-ten leven en willen dus een centje verdienen.”De zaalvoetbalploeg van Foyer scoorde wel. “Die schopte het letterlijk tot derde nationale. Allemaal met jongeren hier uit de buurt. Maar om op dat niveau mee te blijven draaien, heb je grotere structuren nodig, meer centen ook. En die hadden we niet. Terug naar af dus, al zijn

Ex-atletiekkampioen Raf Wyns ziet veel talent verloren gaan. “Voor heel wat ouders is sport een spel. En spelen is niet prioritair.”

© MARC GYSENS

‘We zijn de boot aan het missen’Beleid > BIS-Foyer organiseert congres Inclusie in en door sport

de CLUB

‘We zijn geen plakkers’Royale Amicale Cycliste Uccle (RACU)

UKKEL – Vlaamse wielergekte heb je amper in Brussel. Toch houden de anciens combat-tants van de Royale Amicale Cycliste Uccle (RACU) goed stand.

“Vorig jaar hebben we onze 75ste verjaardag gevierd,” vertelt voorzitter Robert Moerman, zelf al een eind in de zeventig. “In de begin-jaren werd er anders gefietst dan vandaag. Er werd toen ook onder meer aan fietsbehendig-heid gedaan, tussen kegels rijden bijvoorbeeld. Of ballonrally’s: per fiets een luchtballon pro-beren te volgen. We organiseerden ook rally’s van zeshonderd kilometer, tot Parijs en terug. Dat is nu verleden tijd.”De RACU had al competitierenners en zelfs een wereldreiziger in haar gelederen, maar ze concentreert zich toch vooral op de recreatieve tochten op zondagochtend. “Dan trekken we naar wedstrijden van bevriende clubs. In ei-gen tempo rij je je koers. Rustig, zonder druk. Los van de zondag zijn er geen gestructureerde trainingen. Je ziet ons dus nooit samen rijden, ook omdat de jonge gasten te snel gaan voor

ons. Mensen komen bij ons omdat het bij an-dere clubs te snel gaat of omdat je er vies wordt bekeken als je eens afwezig bent. Bij ons ben je vrij, en dat trekt onze leden aan.”En zoals het een echte recreatieve wielerclub betaamt, wordt na de inspanning het café op-gezocht. “Dat is altijd heel gezellig. Maar pas op, we zijn geen plakkers. Een of twee pintjes, en we zijn weg.”De RACU is een echte Brusselse club waar zo-wel Frans als Nederlands gesproken wordt. De leden moeten wel kiezen tussen de Nederlands- en Franstalige federatie, en dat zorgt weleens voor wrevel. “Je gaat rijden bij bevriende clubs opdat zij ook bij jou komen fietsen. Een club uit Ruisbroek die bij de Vlaamse federatie is aan-gesloten, gaat eerder in Menen rijden dan bij ons. Want wij zitten in de Franstalige federatie – overigens zonder dat ze het ons ooit gevraagd hebben. Dat communautaire gedoe is onnozel en vervelend.”De meeste leden van de RACU zijn al jarenlang trouw aan hun club; één lid is al 81. “Je hebt ook leden van rond de veertig, hoor. We krijgen regelmatig telefoontjes van mensen die hun kinderen bij ons willen laten fietsen. Ze denken dat het is zoals bij een voetbalclub, waar je de kinderen dropt en achteraf weer ophaalt. Dat gaat niet. Je moet die kinderen omringen. Ze mogen komen, maar ze moeten hun plan kun-nen trekken. We zijn geen leerschool.”�� Tim�Schoonjanswww.racu.beRACU uit Ukkel: “Wij hebben ook leden van rond de veertig, hoor.”

© M

AR

C G

YSE

NS

heel wat van die jongens wél doorgestroomd naar andere teams.”Wyns is een voormalig Belgisch atletiek-kampioen. Hij is en blijft de drijfveer achter

Atlemo, de Molenbeekse club die al jaren jongeren opleidt en met Monder Rizki een lokale atleet tot tweemaal toe op de Olym-pische Spelen kreeg. Zonder veel steun van

buitenaf. “Dat is en blijft een pijnpunt. Ik kan alleen maar vaststellen dat er hier een enorm groot potentieel aan talent leeft. Maar doorbreken is absoluut niet makkelijk, zeker

Page 25: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 25 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

niet voor iemand in een kansarm milieu. Voor heel wat ouders is en blijft sport een spel. En spelen is niet prioritair. Of daar in-vesteer je toch niet in als je het al moeilijk hebt. Toch is er hoop. Als ik één ding heb zien veranderen, dan zijn het wel de ouders. Vaak mama’s en papa’s die zelf nog hebben gelo-pen of gesport en daar echt de voordelen van zien. Steeds meer allochtone ouders gaan nu gericht op zoek naar een sportclub. En jawel, Nederlandstaligheid is dan een extra troef.”�“Er zitten zo’n 25.000 kinderen en jongeren in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Maar hoeveel Nederlandstalige clubs zijn er

hier? Niet bijster veel. Er wordt ook niet echt in geïnvesteerd. We zijn de boot aan het mis-sen in Brussel, vrees ik. Ik geef het je op een briefje: van welke discipline ook, als er één sportfederatie of -koepel serieus investeert in de hoofdstad, dan heeft die meteen een enorme voet voor. Maar niemand doet het.”

HuursubsidiesNet als heel wat sportclubs overleeft ook BIS-Foyer bij de gratie van de VGC. “De VGC helpt waar het kan,” bevestigt Wyns. “Het is simpel: zonder haar huursubsidies en werkings toelagen mogen de meeste sport-clubs de boeken toe doen. Verschrikkelijk hoe weinig sportinfrastructuur er in Brus-sel is. En hoe mede daardoor de huurprijzen de pan uit swingen. Lokale overheden tellen flink door: 22 euro voor één basketsport-veldje in een sporthal. Wie buiten Brussel actief is, begrijpt dat niet. Een voorbeeld van net over de grens: in Groot-Bijgaarden betaal je voor een terrein 3 euro als je een Dilbeekse vereniging bent. Wie van buiten Dilbeek komt, betaalt het dubbele, zes euro.”

“Met BIS-Foyer huren we heel wat sport-accommodatie af. Op jaarbasis zitten we te-gen de 15.000 euro huurgeld aan. Dat krijg je echt niet meer rond met subsidies. Terwijl we er nadrukkelijk voor kiezen om de lidgel-den laag te houden: tussen twintig en veertig euro.”“Bij de meeste clubs loopt dat op tot twee-honderd euro of meer,” zegt Wenke Thewis van de BIS-Foyer-basketmeisjes. “Voor ons doelpubliek is dat veel. Heel veel.”“Terwijl basketbal voor meisjes echt enorm aanslaat,” vertelt Raf Wyns. “We hebben al vaak geprobeerd om allochtone meisjes van twaalf, dertien jaar aan het sporten te krij-gen. Maar bijna niks sloeg aan. Behalve bas-ket: dat was meteen een schot in de roos. Het succes deint uit en de vraag is groot. Groter dan de middelen en de vrije zaaluren.”“Op termijn moeten we sowieso naar de ver-zelfstandiging van de eigen sportclubs. Stil-aan wordt de basis breder. Nu al gaat een aantal jongeren een engagement aan als be-geleider, coach van de allerkleinsten of ref. En er duiken mondjesmaat ook ouders op die al eens een handje toesteken. Dat is een posi-tieve evolutie. Op die weg moeten we verder, maar het wordt nog hard timmeren.”“Binnenkort trekken we mee een zaalvoet-balcompetitie voor nieuwkomers op gang. We gaan ook een fitnesszaaltje openen. En we willen over de schouders kijken en idee-en uitdragen, zoals nu met het congres over inclusie door sport. Een boksproject in Lim-burg onder leiding van Abdel Wahhabi, een Free of Charge Sports School in Turkije. En de MasterBoys uit Amsterdam: straatvoet-ballers die zich verenigen en een... basket-baltrainer in de arm nemen. Interessant hoe dingen ontstaan en groeien. Daar willen we in de toekomst nog meer aandacht aan ge-ven. In de hoop dat ook anderen geïnspireerd geraken.”� Francis�Marissens

Congres Inclusie in en door sport, donderdag 7 april van 13.30 tot 17.30 uur in Sporthal Heyvaert, Nijverheidskaai 31, 1080 Sint-Jans-Molenbeek; gratis. Meer op www.foyer.be

Goede buren zijn van goudwaarde in de grote stad. Mensen op wie je altijd kunt rekenen. Neem nu meneer en mevrouw Weytsman. Het bejaarde koppel staat altijd op de bres voor de buurt. Nieuwe bewoners worden kundig en vriendelijk wegwijs gemaakt door het hartelijke echtpaar.Meneer Weytsman is een beminnelijk man. Hij werkte veertig jaar voor dezelfde bank. Bescheiden bouwde hij een mooie loop-baan uit door hard werk en zelfstudie. Maar Weytsman heeft het niet makkelijk gehad. Hij verloor zijn vader op negentienjarige leeftijd. Verder studeren zat er niet in. De avondschool en veel zelfdiscipline brachten redding.Meneer en mevrouw Weytsman trouwden jong en kregen een dochter. Als hun vrien-den uitgingen en van het leven genoten, studeerde meneer Weytsman voor alle exa-mens waarvoor hij ingeschreven was. Zelfs als hij zijn schoonfamilie bezocht.Het echtpaar kwam in 1969 in onze straat wonen. Ze maakten de vele veranderingen in de wijk mee. Ze hebben de bouw van de tunnel onder de basiliek op de eerste rij meegemaakt, de viaduct die Simonis met het Rogierplein verbond, het Elisabethpark dat destijds in twee gespleten werd door de drukke bovengrondse steenweg die de Kei-zer Karellaan met de Leopold II-laan ver-bond, het opnieuw samensmelten van de twee parken tot één geheel, de bouw van de Katholieke Universiteit Brussel en de slui-ting ervan, de eerste nachtwinkels, de aan-leg van de busbanen, de ontwikkeling van de kleine criminaliteit en andere overlast.Er is veel veranderd in de laatste decen-nia. Niet altijd ten goede, maar het koppel is altijd positief gebleven. Het overkomt me weleens dat ik meneer Weytsman ’s och-tends kruis wanneer hij naar gewoonte even verderop de krant gaat halen en ik naar

mijn werk vertrek. De korte babbel is geen ritueel, daarvoor gebeurt het net te weinig, maar de conversaties dragen bij tot de goede verstandhouding in de buurt. Hij geniet van het contact met jongere mensen, die lieve meneer Weytsman. Dan vraagt hij steevast naar de stand van zaken in het Belgische voetbal, en bij RSC Anderlecht.Zijn echtgenote staat hem overal in bij. Echte liefde is zonder woorden. Ze knijpt een oogje dicht wanneer hij een goede gezondheid veinst. Mannelijke trots is van alle leeftij-den. Een mooi koppel dat ongedwongen over de harmonie van het gemeenschap(je) waakt. Na het gesprekje vertrekt hij sloffend naar de krantenwinkel en de bakker om de hoek. Vertrouwde taferelen waar een mens weleens aan denkt op vakantie of bij een andere afwezigheid. Het ‘oost west, thuis best’-gevoel. De conversaties zijn gerust-stellend. Wanneer iemand in ‘zijn’ gebouw een probleem heeft, staat meneer Weyts-man altijd klaar.Samen met enkele buurtbewoners eten we taart in het appartement van de jonge fami-lie die net haar intrek heeft genomen in het gebouw van de familie Weytsman. We spre-ken over composteren en andere zondagse onderwerpen. Meneer Weytsman geniet van het gezelschap. Hij glundert. De nieuwe, hartelijke bewoners zijn een aanwinst voor het appartementsgebouw en voor de buurt.Vorige zaterdag krijgt mijn vrouw plots be-zoek van zijn dochter. Meneer Weytsman is de avond voordien in zijn kantoor gevallen. Hartstilstand.‘Monsieur Weytsman’ is niet meer. We zul-len hem heel erg missen.

www.brusselnieuws.be/steegen

David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

David Steegen

ADVERTENTIE

Meneer Weytsman

LAAT JE pRIKKELEN

ETTERBEEK – Sportprikkels palmt opnieuw het sportcomplex van de Vrije Universiteit in.

Bloso en de Stichting Vlaamse Schoolsport organiseren voor de negentiende keer de ac-tie Sportprikkels en houden op donderdag 7 april halt aan de VUB. Sportprikkels wordt georganiseerd voor studenten van de derde graad secundair onderwijs, om hun het nut van sport bij te brengen en hen te informeren.Studenten van de universiteiten en de hoge-scholen hebben het programma opgesteld,

en wat voor een programma! Er zijn High-land Games, clipdance, cricket, lacrosse, sumoworstelen of ‘gewoon’ wat breakdance of een vechtsport – in feite is er veel te veel om het allemaal uit te kunnen proberen. Er worden dan ook verschillende sportpakket-ten aangeboden. Die bestaan uit één massa-activiteit en drie sporten, één voor en twee na de middag. De leerlingen worden om 8.30 uur ontvangen, en tijdens de lunch krijgen ze een spetterende middagshow voorgescho-teld. De dag wordt tussen 15 en 16 uur met een grootse apotheose afgesloten.� TS

EK GYMNASTIEK KOMT NAAR HEIZEL

BRUSSEL – De beste Europese gymnasten nemen het tussen 9 en 13 mei 2012 tegen elkaar op aan de voet van het Atomium.

Junioren en senioren zullen in Hal 11 van Brussels Expo strijden voor de medail-les op het Europees kampioenschap artis-tieke gymnastiek voor landenteams. Voor de junioren staan een teamcompetitie, een allroundfinale en toestelfinales op het pro-gramma, bij de senioren een teamcompetitie en toestelfinales. Het evenement krijgt als

motto ‘Make it happen’, met Belgisch gym-nastiektalent Aagje Vanwalleghem als am-bassadrice. Er worden een driehonderdtal gymnasten verwacht op het EK, dat ook met-een de laatste graadmeter is voor de Olym-pische Spelen, die in de zomer van 2012 in Londen plaatsvinden. Dat geeft het evene-ment extra piment en belang.Hal 11 biedt plaats aan vijfduizend toeschou-wers per competitie. Kaartjes kunt u vanaf 15 mei bestellen op www.brusselsgymnas-tics2012.eu.� TS

“Doorbreken is niet makkelijk, en al helemaal niet voor iemand in een kansarm milieu”

Stem voor de mooiste klasfoto!

16 Brusselse klassen gaan

de strijd aan voor de leukste klasfoto.

Nog niet gestemd?

Dat kan tot 8 april op

www.klasindemedia.be

voor mooiste

Stem voor de mooiste klasfoto!

Stem

klasfoto!klasfoto!klasfoto!

voor mooiste

klasfoto!klasfoto!de klasfoto!de klasfoto!de Stemde mooiste Stem voor

mooiste klasfoto!klasfoto!klasfoto!klasfoto!

mooiste

Page 26: BDW - editie 1274

BDW 1274 PAGINA 26 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

... dat zei de Spaanse kunstenaar Joan Miró ooit over

zichzelf. En dat zie je duidelijk aan zijn vele schilderijen,

tekeningen, beeldhouwwerken, collages... Je hoeft niet

naar Barcelona te reizen om Miró’s mooie ‘dromen’ te

bewonderen. Het kan nu ook in Brussel!

‘T oen Miró nog een baby’tje was, zag hij vanuit zijn wieg

altijd een sterrenhemel. Niet de echte, maar een hemel

getekend op het plafond van zijn kinderkamer. Later,

toen hij schilder werd, heeft Miró heel vaak zijn eigen sterrenhemels

gemaakt.” Dat vertelt Friederike aan de kinderen van het vierde leerjaar

van de school Sainte Trinité/Cardinal Mercier uit Elsene. Die zijn op

bezoek in de ABC-studio: dat is een bijzondere plek voor kinderen in

de tentoonstelling over Miró. Je komt er niet alleen meer te weten over

deze kunstenaar, je wordt er ook zelf een beetje Miró.

“Zullen we zelf eens een sterrenhemel maken?” stelt Friederike voor

aan haar groepje kids. “Zet gewoon een aantal punten op je blad papier,

met je ogen toe. Als je die punten verbindt, dan zal je merken dat er

automatisch een sterrenbeeld tevoorschijn komt. Of je kan bestaande

sterrenbeelden kopiëren, zoals op deze poster, als je dat wil.”

Naji, Noémie en co hoeven niet lang na te denken. Naji sluit zijn

ogen en verzint zo een paar sterrenbeelden: een vogel, een hond,

zelfs een pijl. Zijn vriendje Felipe tekent liever iets na en schetst

een weegschaal op zijn tekenblad: “Dat is ook in het echt mijn

horoscoop.” Sommige kinderen tekenen graag nauwkeurig,

anderen fantaseren er liever op los.

Lange wimpers en vreemde vissen

Nadien neemt Friederike de kinderen mee naar de dromerige schilderijen

van grootmeester Miró zelf. “Toen hij aan zee woonde, kon hij ’s nachts

goed de sterrenhemel zien. En zo heeft hij een reeks gemaakt van wel

23 verschillende hemels. ‘Constellaties’ heten die schilderijen,” vertelt

Friederike nog.

Joan Miró hield duidelijk niet van gewoon maar wat kopiëren, hij bedacht

liever zelf allerlei bizarre hemelfi guren. Ze worden ook weleens Miró-

gliefen genoemd.

“Ga eens op zoek naar de elementen in zijn hemels die jij het mooist of het

eigenaardigst vindt, om ze aan je eigen sterrenhemel toe te voegen,” stelt

Friederike voor. “Ja maar, alles is mooi!” reageert Marwan. Naji kiest er

een ‘Constellatie’ uit waarin hij een gekke ‘lamp met handdoek’ ontdekt.

Marwan ziet in een paar cirkels boven elkaar een pandabeer. Drazen vindt

overal vreemde vissen. Noémie kiest voor een oog, “want ik hou van haar

kleur en vorm, en ook dat ze zulke lange wimpers heeft,” legt ze uit. “Deze

vind ik ook leuk: net een alien met scherpe hoektanden.” En ze begint

meteen te tekenen. “Ik vind de schilderijen van Miró heel leuk: als je goed

kijkt, kan je er echt van alles in zien.”

Op wandel met een lijn

“Maar... heeft Miró soms niet een beetje n’importe quoi , om het even wat,

gedaan?” vraagt Naji na een tijdje aan Friederike. “Misschien,” antwoordt

ze, “maar soms kan n’importe quoi ook iets heel moois worden. Laten we

eens proberen.”

De kids gaan weer naar de ABC-studio, om er te experimenteren in een van

In de ABC-studio word je eventjes zelf Miró. Op de achtergrond een

reproductie van een van zijn vele schilderijen.

Ontdek schilder-dichter Joan Miró in de ABC -studio!

‘Ik droomnooit ’s nachts, ik droom als ik werk’

de speelstations. Ze krijgen de opdracht om zonder

nadenken met een lijn op hun blad papier te gaan

‘wandelen’. Een lijn die nooit stopt en die alle kanten uit

gaat. De kids, eerst een beetje in de war, krabbelen als kleuters.

“Probeer er nu eens allerlei vormen in te zien. Je mag daarvoor ook af en toe je blad

draaien.” En tot hun verbazing lukt het nog ook: Clément ziet in zijn lijn een lachende

mond en een mes, Naji een futuristische soepkom en een vogelsnavel. Bij Felipe

duurt het wat langer. Telkens draait hij zijn blad tot er plots... grote moerasmonsters

verschijnen!

automatisch een sterrenbeeld tevoorschijn komt. Of je kan bestaande

Naji, Noémie en co hoeven niet lang na te denken. Naji sluit zijn

Nadien neemt Friederike de kinderen mee naar de dromerige schilderijen

van grootmeester Miró zelf. “Toen hij aan zee woonde, kon hij ’s nachts

de speelstations. Ze krijgen de opdracht om zonder

nadenken met een lijn op hun blad papier te gaan

‘wandelen’. Een lijn die nooit stopt en die alle kanten uit

gaat. De kids, eerst een beetje in de war, krabbelen als kleuters.

BDW VOO

R IED

EREEN VAN 9 TO

T 13

JA

AR •

ZIEza

© S

AS

KIA

VAN

DE

RS

TICH

EL

E

© IL

AH

Page 27: BDW - editie 1274

DOOR PATRICK JORDENS

BDW 1274 PAGINA 27 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Met wasco en stiften kleuren ze die

fantasiefi guren in. Wat eerst een rommeltje

leek, wordt een origineel kunstwerkje à

la Miró. Kijk maar eens naar de tekening

van Noémie in ‘Blikvanger’. Dus toch niet

helemaal n’importe quoi , quoi ...

Dit schilderij is

een van Miró’s

‘Constellaties’, een

reeks van

23 sterrenhemels.

De ABC-studio

en de expositie

van Joan Miró

kan je bezoeken

in het ING-

Cultuurcentrum op

het Koningsplein 6,

nog tot en met

19 juni. Heel leuk om met

je klas, vrienden

of ouders naartoe

te gaan. Surf naar

www.ing.be/art!

[ SORRY ] SN

ORRY?

Sommige mensen zeggen dat Miró’s

werk aan kindertekeningen doet denken.

En waarschijnlijk was Miró daar zelf

heel gelukkig om. Hij bewonderde die

tekeningen, omdat ze vaak vol fantasie

zitten. Van zijn enige dochter, Dolores,

bewaarde hij alle tekeningen, in een grote map. Als een schat!

Toen Miró klein was, bracht hij zijn vakanties bij zijn grootouders door, op het eiland

Mallorca. Hij kreeg er weleens een siurell cadeau. Dat is een fi guurtje (een stier, een

duiveltje...) gemaakt uit klei, met achteraan een mondopening om op te fl uiten.

Vrouwen van pottenbakkers maakten ze voor hun kinderen, of voor een feest. De

kleine Joan vond niets leuker dan er hele dagen op te blazen.

Later, toen Miró zijn eigen grote atelier had op Mallorca, stond daar altijd een grote

verzameling siurells . Die fl uitfi guren zijn helemaal wit en beschilderd met enkel

streepjes en punten, telkens in de hoofdkleuren rood-geel, rood-groen, rood-groen-

blauw. Met die basiskleuren heeft Miró ook vaak geschilderd, hij is er zelfs bekend

om geworden. En twee van zijn grootste sculpturen, ‘Maanvogel’ en ‘Zonnevogel’,

zijn gebaseerd op de vormen van de siurell . Daarom noemde collega-kunstenaar

Salvador Dalí hem ooit, een beetje spottend, ‘de schilder van de fl uitjes uit

Mallorca’. Maar Zazie denkt eerder dat Miró altijd een beetje kind gebleven is...

(Meer weten? In de ABC-studio kan je een korte fi lm bekijken en vind je heel wat mooie boeken

over Miró’s leven en werk.)

‘De schilder vande fl uitjes uit Mallorca’

... zo noemde Noémie (9) haar

kunstwerkje, in de stijl van Miró

(lees ook het hoofdartikel) .

Miró gaf zijn schilderijen en tekeningen

ook vaak poëtische titels mee: ‘Nachtelijke

fi guren volgen het lichtende slakkenspoor’,

bijvoorbeeld. Of wat dacht je van ‘De vogel met

ontplooide vleugels vliegt naar de verzilverde

boom’?

Ontdek schilder-dichter Joan Miró in de ABC -studio!

nooit ’s nachts, ik droom als ik werk’

bewaarde hij alle tekeningen, in een grote map. Als een schat!

Toen Miró klein was, bracht hij zijn vakanties bij zijn grootouders door, op het eiland

Mallorca. Hij kreeg er weleens een

duiveltje...) gemaakt uit klei, met achteraan een mondopening om op te fl uiten.

Vrouwen van pottenbakkers maakten ze voor hun kinderen, of voor een feest. De

kleine Joan vond niets leuker dan er hele dagen op te blazen.

Later, toen Miró zijn eigen grote atelier had op Mallorca, stond daar altijd een grote

verzameling

streepjes en punten, telkens in de hoofdkleuren rood-geel, rood-groen, rood-groen-

blauw. Met die basiskleuren heeft Miró ook vaak geschilderd, hij is er zelfs bekend

om geworden. En twee van zijn grootste sculpturen, ‘Maanvogel’ en ‘Zonnevogel’,

zijn gebaseerd op de vormen van de

Salvador Dalí hem ooit, een beetje spottend, ‘de schilder van de fl uitjes uit

Mallorca’. Maar Zazie denkt eerder dat Miró altijd een beetje kind gebleven is...

‘De wang van de zon’

BLI

KV

AN

GER

JOA

N M

IRÓ

EN

ZIJN D

OC

HTE

R D

OLO

RE

S. ©

AB

C

© K

MS

K