MuMMiesoverleven na de dood
Mu
MM
ies overleven na de dood
MuMMiesoverleven na de dood
Redactie: V.T. van Vilsteren
Pagina 2/3:
Mummies in de catacomben
van het Kapucijnerklooster van
Palermo (zie ook pag. 179)
Inhoud Ten geleide (V.T. van Vilsteren) 71 Hoezo Egypte? – Mummies: een wereldwijd verschijnsel 8 W. Rosendahl en V.T. van Vilsteren
2 Luguber en verschrompeld – Natuurlijke mummificatie 12 W. Rosendahl
De dikke dame (G. Hotz) 243 In spleten en spelonken – Dierlijke mummies 26 M. Bertling, M. Feuersenger en V.T. van Vilsteren
De brulaap van Argentië (M. Freudenberg) 344 Mumia vera Aegyptiaca – Het wondermiddel van de apotheker 36 S. Bernschneider-Reif
Mumia, creeftogen en duivelsdreck (V.T. van Vilsteren) 465 Nat en droog – Menselijke preparaten 50 W. Rosendahl, H. Gill-Frerking en K. Füldner
In f lessen en potten (V.T. van Vilsteren) 566 Ultieme offers – Mummies in het veen 58 J.R. Beuker en V.T. van Vilsteren
Het meisje en de duivel (J.R. Beuker) 68 Vermalen veenlijk tegen alle kwalen (V.T. van Vilsteren) 70 Moord of magie? (V.T. van Vilsteren) 727 Overleven na de dood – Mummies uit Egypte 74 W. Rosendahl, K.W. Alt, F. Rühli, H. Gill-Frerking, G. Hotz en T. Pommerening
Een lijk in linnen (F. Huisman) 82 Een mummie met vier benen (E. Korendijk) 86 Uitwikkelen (V.T. van Vilsteren) 888 Mummies in bundels – Zuid-Amerikaanse mummies uit de collectie Mannheim 90 W. Rosendahl, K.W. Alt, F. Rühli, E. Michler, S. Mitschke en M. Tellenbach
Voldragen maar vol drama (H. Cuykx) 1029 Een heilige met kiespijn – Observaties bij een boeddhistische mummie uit China 104 E. Bruijn
Zelfmummificatie (V.T. van Vilsteren) 116 De onnozele kinderen (F. Huisman) 11810 Voorouders – Mummies uit Oceanië en Azië 120 M. Tellenbach, K.W. Alt, F. Rühli en W. Rosendahl
Vuurmummies (F. Huisman) 12611 Koud en kil – IJsmummies in de permafrost 128 A. Fleckinger
12 Stille getuigen – Crypte-mummies uit Vác 152 I. Szikossy, Á. Kustár, L.A. Kristóf en I. Pap
Het ‘wonder’ van Wieuwerd (K. Heijmann) 17213 Rimpelloos – Balsemen en andere conserveringsmethoden 174 M. Rupp, S. Birkenbeil, S. Bock en F. Huisman
Balseming business (F. Huisman) 18214 Uitgekleed tot op het bot – Restauratie van mummies 184 J. Klocke Illustratieverantwoording en auteurs 190
6 M u M M I e s
De Franklin-expeditie naar de Noordpool in
1845 liep voor de complete bemanning uit
op een drama (zie pagina 148).
Op 15 mei 1897 stond in de Provinciale Drentsche en
Asser Courant het bericht dat ‘in een veentje tus-
schen Vries en IJde een volledig menschengeraamte’
was gevonden. Het duurde vervolgens nog ruim
een week voordat Mr. Joosting, bestuurslid van het
museum in Assen, besloot om ‘in loco inspectie te
gaan houden en te trachten het lijk te veroveren’.
Dat lukte en sinds 19 juni van dat jaar behoort ‘het
meisje van Yde’ officieel tot de collectie van wat
toen nog het Provinciaal Museum van Oudheden in
Drenthe heette. Daarmee had het museum in Assen
het eerste veenlijk van Nederland verworven. Het
veengebied in Drenthe zou daarna nog een aantal
veenlijken prijsgeven, die voor een deel terechtkwa-
men in de collectie van wat nu het Drents Museum
is. Zo telt de verzameling op dit moment niet min-
der dan acht complete of gedeeltelijke veenlijken
en daarmee is het Drents Museum wereldwijd het
museum met de meeste veenlijken in de collectie.
Al direct na de ontdekking van het meisje van Yde
werd haar lichaam tentoongesteld in het museum.
In de afgelopen 117 jaar hebben honderdduizenden
bezoekers gefascineerd gekeken naar de strop om
haar hals, waarmee zij is gewurgd. Ook heeft zij van
2002 tot en met 2007 een reis om de wereld ge-
maakt. Ze was achtereenvolgens te zien in musea in
Hannover, Ottawa, Calgary, Manchester, Pittsburgh,
Los Angeles en Wenen.
Zo gewoon als bezoekers het vinden om de veenlij-
ken in de vitrine te zien liggen, zo verrast reageren
ze vaak als hen wordt verteld, dat veenlijken ook
mummies zijn. ‘Maar mummies heb je toch alleen
in Egypte?’ Natuurlijk zijn dat soort ingewikkelde
Egyptische mummies overal op de wereld bekend.
Maar er zijn nog veel meer soorten mummies en
ze zijn verspreid over alle continenten te vinden.
Ook zijn lang niet alle mummies bewust gemum-
mificeerd. Tegenwoordig gebruiken we het woord
mummie heel algemeen voor al die menselijke en
dierlijke lichamen, waarvan hetzij door natuurlijke,
hetzij door kunstmatige omstandigheden nog weke
delen bewaard zijn gebleven.
Een tentoonstelling over verschillende soorten
mummies is in Nederland nog nooit te zien geweest.
Dat het Drents Museum daarmee de primeur heeft,
is dan ook niet zo verwonderlijk gezien de veen-
lijken in de collectie. De tentoonstelling Mummies
– overleven na de dood wil de grote verscheidenheid
in mummies laten zien. Ook hopen we de bezoe-
ker te boeien met de vele verschillende verhalen
die mummies ons vertellen. Was het de bedoeling
van de Egyptenaren om hun dierbaren goed voor
te bereiden op een leven in het hiernamaals, bij
andere mummies spelen vaak heel andere ideeën en
gedachten een rol. De veenlijken bijvoorbeeld zijn
waarschijnlijk als offer aan de goden in het veen
gelegd en daardoor gemummificeerd. Bij bepaalde
godsdiensten zien we dat stoffelijke overblijfselen
van heiligen of verlichte personen na hun dood
worden geconserveerd en aanbeden. En in som-
mige culturen was het gebruikelijk om voorouders
te mummificeren en zo te blijven betrekken bij het
dagelijks leven. Maar heel vaak ook zijn mummies
door toevallige omstandigheden op natuurlijke
wijze gemummificeerd. Ook dan vertellen ze vaak
aangrijpende verhalen. Moderne onderzoeksmetho-
den maken het mogelijk om zonder schade aan de
mummies een maximum aan informatie te verza-
melen. De resultaten van dat onderzoek zijn in deze
tentoonstelling verwerkt.
De individuele mummies hebben ieder hun eigen
achtergrond. Hun verhalen bieden ons een boeiende
kijk op de wereld van de mummies, een intrigeren-
de wereld vol onverwachte ervaringen. Voor mum-
mies is de dood niet het einde. Zij vertellen ons ook
hoe het is om te overleven na de dood.
V.T. van Vilsteren
Ten geleide
7m u m m i e s
Bij het woord mummie denkt iedereen al snel aan Egypte. Dat is ook niet verwonderlijk. Hoe vaak worden we niet geconfronteerd met de bekende mummies van de Egyptische farao’s? Maar mummies zijn op alle continenten te vinden en al duizenden jaren voordat de Egyptenaren mensen mummificeerden,
gebeurde dat ook al in Peru en Chili. Maar een lichaam kan ook op natuurlijke wijze mummificeren. Zo kunnen bijvoorbeeld hitte, droogte, kou en wind ervoor zorgen dat insecten, aaseters en bacteriën hun werk niet meer kunnen doen.
Mummies: een wereldwijd verschijnsel
Hoezo Egypte?
8 m u m m i e s
W. Rosendahl
V.T. van Vilsteren
9m u m m i e s
maar het is allemaal begonnen bij het Perzi-
sche woord mūm. Daarmee wordt net als met
het Arabische woord mūmiya een wasachtige
substantie aangeduid. Mūmiya was in de Oud-
heid heel bekend en wijd verbreid als medicijn.
Als grondstof is het in feite niets anders dan
bitumen of asfalt. in de 11de eeuw werd het
Arabische woord mūmiya ook als mumia in de be-
tekenis van geneesmiddel opgenomen in het La-
tijnse vocabulaire van West-europa. in de loop
der eeuwen kwam er steeds meer vraag naar dit
medicijn mumia, zodat het allengs moeilijker
werd om de Arabische en de europese markt
te bedienen. Al in de 12de eeuw zijn er berich-
ten dat in de lijken van egyptische mummies
ook een soort mumia te vinden was. De bij het
balsemen van overledenen rijkelijk gebruikte
harsen, oliën en stoffen waren in de loop der
tijd samengeklonterd tot een zwartbruine
teerachtige substantie, die veel overeenkomst
had met het eigenlijke mumia. in latere teksten
blijkt dat langzamerhand de geconserveerde
egyptische lijken in europa ook met het woord
mumia werden aangeduid. Het Latijnse mumia
heeft zich zo verder ontwikkeld tot het woord
mummie. Heel lang werden daarmee alleen de
egyptische lijken aangeduid waarvan ook nog
weke delen (haren, huid, ingewanden) bewaard
waren gebleven.
Wat is een mummie?
Tegenwoordig wordt het woord mummie veel
algemener gebruikt voor al die menselijke en
dierlijke lichamen, waarvan hetzij door natuur-
lijke, hetzij door kunstmatige omstandigheden
nog weke delen bewaard zijn gebleven. Waar
die lichamen dan vandaan komen, doet niet ter
zake. Het proces waarbij mummies ontstaan
noemen we mummificatie. Daarbij is onder-
scheid te maken tussen natuurlijke of toeval-
lige mummificatie enerzijds en intentionele
of opzettelijke mummificatie anderzijds. Het
woord intentioneel heeft daarbij de voorkeur
boven het woord kunstmatige mummificatie,
omdat dat dat niet alleen allerlei kunstmatige
balsemings- en preparatietechnieken omvat,
maar ook het bewust deponeren van een lijk op
een plek waar het van nature gemummificeerd
wordt. Zo is bij veel van de Zuid-Amerikaanse
mummies geen enkele vorm van kunstmatige
balseming toegepast. Toch blijkt soms de plek
waar de doden zijn bijgezet dusdanig specifieke
en voor mummificatie gunstige eigenschappen
te hebben, dat we ervanuit kunnen gaan dat de
doden weloverwogen daar zijn bijgezet. Waar-
schijnlijk wist men heel goed dat het menselijk
lichaam op die plekken goed bewaard bleef.
Interesse
interesse voor mummies en mummificatie is al
heel oud. De Griekse schrijver Herodotus bracht
al in de 5de eeuw v.Chr. een bezoek aan egypte
en schreef daarbij uitgebreid over kunstmatige
mummificering en de verschillende soorten
van balseming. Nog veel uitvoeriger zijn vier
eeuwen later de beschrijvingen van de Romein-
se schrijver Diodorus siculus. maar dit soort
informatie over kunstmatige mummificatie is
niet alleen te vinden bij schrijvers uit de antieke
oudheid. Ook in de bijbel wordt er over bericht
(mozes i, hoofdstuk 50).
in de 13de eeuw komt in europa de interesse
voor oud-egyptische mummies goed op gang in
verband met de productie van het geneesmid-
De Atacama-woestijn
in het noorden van
Chili staat bekend als de
droogste woestijn ter we-
reld. Begraven lichamen
kunnen daar door de
droogte op natuurlijke
wijze gemummificeerd
worden.
Hoezo Egypte?
10 m u m m i e s
11m u m m i e s
del mumia. in de 16de en 17de eeuw blijkt dit
één van de meest gebruikte geneesmiddelen.
Allengs ontstond in de 17de eeuw ook om een
andere reden belangstelling voor mummies, na-
melijk als object voor de rariteitenkabinetten.
Door de expedities van Napoleon naar egypte
(tussen 1798 en 1801) en de daaruit voortvloei-
ende fascinatie voor egypte nam de vraag naar
mummies enorm toe. Het bleef niet alleen bij
het exposeren van mummies. er werden ook
bijeenkomsten georganiseerd waarbij men
mummies letterlijk te lijf ging door ze ‘uit te
pakken’. De drijfveer voor dergelijke bijeen-
komsten was behalve nieuwsgierigheid ook een
stukje fascinatie en afgrijzen én natuurlijk de
hoop om kostbare sieraden te ontdekken.
Onderzoek
in 1834 zette de chirurg van de hertog van
Kent, Thomas Joseph Pettigrew, de eerste stap
op weg naar het wetenschappelijk onderzoek
van mummies. in zijn boek History of Egyptian
Mummies werden voor het eerst de bevindingen
van de ‘uitpaksessies’ vastgelegd. in het begin
van de 20ste eeuw begon het wetenschappe-
lijk onderzoek steeds serieuzer te worden. De
kennis over de mensen kwam daarbij steeds
meer centraal te staan. Zo ontstonden interdis-
ciplinaire onderzoeksprogramma’s met allerlei
nieuwe non-destructieve technieken (bijv. rönt-
gen). Dergelijk modern onderzoek was aanvan-
kelijk nog puur gefocust op egyptische mum-
mies. maar dat veranderde snel. Tegenwoordig
richt het onderzoek zich zowel op dierlijke als
op menselijke mummies uit allerlei culturen
en uit verschillende natuurlijke milieus. in de
tentoonstelling in het Drents museum wordt
duidelijk hoezeer dat onderzoek tegenwoordig
in internationaal en interdisciplinair verband
plaatsvindt met allerlei hypermoderne analyse-
methoden. Door intensieve samenwerking tus-
sen antropologen, anatomen, medici, chemici,
natuurkundigen, biologen, genetici en andere
specialisten lukt het de geheime wereld van de
mummies te ontrafelen. Zo stelt de toepassing
van CT-scans, DNA-analyse, isotopenonderzoek
en C14-datering ons in staat om informatie te
verzamelen over geslacht, leeftijd, grootte, her-
komst, ziekten, doodsoorzaak, voeding, ouder-
dom en ook over de wijze van mummificatie.
Heel belangrijk is dat dit onderzoek zo ook een
bijdrage levert aan de bestrijding van besmette-
lijke ziektes zoals tbc. De tegenwoordig best on-
derzochte mummie bijvoorbeeld is er niet een
uit het oude egypte. Het is de gletsjer-mummie
die beter bekend is als Ötzi.
De tentoonstelling ‘mummies – Overleven na de
dood’ presenteert een verrassende hoeveelheid
mummies uit alle delen van de wereld: men-
sen en dieren, jong en oud, met opzet of per
ongeluk door de natuur gemummificeerd. Zoals
gezegd is er veel aandacht voor de bijzondere
resultaten die het wetenschappelijk mummie-
onderzoek heeft opgeleverd. met respect voor
de overledenen geeft de tentoonstelling een ver-
rassende kijk op overleven na de dood.
mummies opgegraven in
de Vallei der Koningen in
Thebe (egypte) worden
als koopwaar aangebo-
den. Historische foto uit
1870 gemaakt door Félix
Bonfils.
Wetenschappelijk onder-
zoek, zoals hier aan de
universiteit van Zürich,
levert niet alleen tal van
gegevens over de betref-
fende mummie, maar kan
ook een bijdrage leveren
aan de bestrijding van
besmettelijke ziektes zoals
tbc.
12 m u m m i e s
Natuurlijke mummificatie
Mammoeten behoren tot
de best bewaard gebleven
dierenmummies. In de
ijzige omstandigheden
van Siberië is soms zelfs
nog het bloed van 30.000
jaar oude mammoeten
bewaard gebleven.
Als een levend organisme mummificeert, onttrekt het zich aan de natuurlijke kringloop. In de praktijk komt dit soort gevallen maar betrekkelijk zelden voor. Op sommige plaatsen komen mummies vaker voor dan op andere. Meestal hangt dat samen met de natuurlijke omstandigheden, die op die plaatsen dan
gunstiger zijn voor mummificatie. In dit hoofdstuk laten we een aantal voorbeelden zien van de verschillende milieus waarin mummificatie kan optreden. Daarbij komen ook de processen aan bod die daarbij een rol spelen.
Luguber en verschrompeld
W. Rosendahl
13m u m m i e s
De belangrijkste voorwaarde voor alle milieus
om überhaupt mummificatie te kunnen laten
plaats vinden, is dat de vertering van een dood
lichaam min of meer wordt stopgezet. Zowel
het ontleden van de organische structuur door
allerlei enzymen als ook het bacteriële rottings-
proces dient zo veel mogelijk te worden voorko-
men of vroegtijdig te worden tegengehouden.
Vanzelfsprekend moeten dan de omstandighe-
den ook zo zijn dat het lijk ongestoord aan het
mummificatiemilieu wordt blootgesteld en daar
lang genoeg kan verblijven. Alleen zo kan het
natuurlijke mummificatieproces zijn werk doen
om te zorgen dat de weke delen lange tijd be-
waard blijven. Komt zo’n natuurlijk gemummi-
ficeerd lijk in een ander milieu terecht, dan kan
ook na lange tijd het verrottingsproces alsnog
verder gaan. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen
als een door ijs geconserveerd lichaam door
het afsmelten van een gletsjer weer vrij aan de
lucht komt. Afhankelijk van de hoogte waarop
dit gebeurt, kan in de zomer een periode van
enkele dagen al genoeg zijn om een lichaam te
laten verteren, hoe oud het ook is.
In principe blijft geen enkele mummie eeuwig
bewaard. Of het nu honderden of duizenden
jaren zijn, vroeger of later wordt ook een ge-
mummificeerd organisme weer opgenomen in
de kringloop van het leven, zelfs als het gaat om
een volledig versteend fossiel uit de tijd van de
dinosauriërs. Het aardoppervlak verandert im-
mers ook voortdurend langzaam, maar gestaag.
Alles wat in de bovenste aardlagen ligt begra-
ven, verandert mee en kan zo ook een andere
vorm krijgen of helemaal verdwijnen.
Natuurlijke mummificatiemilieus
WoestijnenWoestijnen zijn gebieden waar door specifieke
droogte of koude geen of slechts extreem aange-
paste vegetatie kan overleven. In deze definitie
besloten ligt een onderscheid tussen koude en
droge woestijnen. Al naar gelang de geografi-
sche ligging kunnen die laatste dan weer onder-
De Sprengisandur op
IJsland is een typisch
voorbeeld van een koude
woestijn. Door de koude
lucht drogen organismen
snel uit en blijven zo goed
bewaard.
Luguber en verschrompeld
14 m u m m i e s
verdeeld worden in subtropische woestijnen zo-
als de Sahara, kustwoestijnen zoals de Atacama
en woestijnen in geïsoleerde berggebieden zoals
de Gobiwoestijn.
Bij de koude woestijnen in polaire gebieden en
in het hooggebergte is vaak niet alleen de lage
temperatuur doorslaggevend, maar is ook de
extreme droogte van belang. In veel gebieden in
Antarctica valt haast nooit regen of sneeuw.
De belangrijkste factor bij mummificatie in
woestijngebieden is wel de droogte. Of droge
lucht nu warm of koud is, in beide gevallen ver-
oorzaakt het samen met directe zonnestraling
een snelle onttrekking van vocht en daarmee
uitdroging van een dood lichaam. Door de
intensieve onttrekking van vocht verloopt het
verteringsproces langzamer of kan het zelfs
helemaal tot stilstand komen. Meestal is het
de buitenkant van een organisme die het eerst
uitdroogt en daardoor hard wordt, waardoor
de eventuele opname van nieuw vocht wordt
verhinderd. Een lijk wordt op deze manier als
het ware verzegeld, waarbij dieper in het orga-
nisme het vochtgehalte langer op peil blijft en
het verrottingsproces verder kan gaan, natuur-
lijk afhankelijk van de mate en de snelheid van
de uitdroging. Vaak wordt dat tegengewerkt
doordat bij het verrottingsproces ook stoffen
ontstaan, die weefsel verder doen afbreken. Bij
mummificatie in woestijnen kan daardoor de
Meestal is het de buitenkant van een organisme die het eerst uitdroogt...
De Sinaï in Egypte is een
goed voorbeeld van een
droge woestijn.
15m u m m i e s
conservering van interne organen heel verschil-
lend zijn.
In woestijngebieden kan mummificatie niet
alleen aan de lucht optreden, maar ook als
een lijk in het zand begraven is. Vooral in heet
woestijnzand kan het uitdrogingsproces heel
snel verlopen. Als dat zand dan ook nog spe-
cifieke eigenschappen heeft zoals een hoog
zoutgehalte, dan vindt in zulke omstandighe-
den mummificatie nog veel sneller plaats. De
oudste mummies uit het prehistorische Egypte
geven een goed voorbeeld van een dergelijke
natuurlijke mummificatie in het hete en zoute
woestijnzand. Ook de aanwezigheid van de be-
roemde mummies in de Taklamakanwoestijn in
China heeft direct te maken met het woestijn-
klimaat en het hoge zoutgehalte in de bodem
ter plaatse. In het geval van natuurlijke mum-
mies uit woestijngebieden spreken we meestal
over woestijnmummies of droge mummies.
Maar zoals nog zal blijken is het voorkomen van
natuurlijke droogmummies niet perse beperkt
tot woestijngebieden.
VenenVeen is meestal een relatief recent onderdeel
van het landschap, waarvan het ontstaan veelal
pas na het eind van de laatste ijstijd (circa
12.000 jaar geleden) valt. Belangrijkste voor-
waarde is een neerslagoverschot in combinatie
met een hoge grondwaterstand en een gebrek-
kige afvoer vaak op ondoorlatende bodems. Het
voortdurende hoge grondwaterniveau zorgt
voor een gebrek aan zuurstof met dientenge-
volge een onvolledige afbraak van plantenma-
teriaal. Tekort aan zuurstof remt de afbraak
door allerlei micro-organismen. Op deze manier
wordt er niet alleen een dik pakket van afge-
storven plantenmateriaal gevormd, maar wordt
dat materiaal ook nog chemisch omgezet.
Afhankelijk van de klimatologische omstan-
digheden en de plek in het landschap worden
verschillende soorten veen onderscheiden.
Laagveen is afhankelijk van het grondwater
en ontstaat meestal bij het dichtgroeien van
meertjes of in beekdalen. Het water in dit soort
veen is relatief voedselrijk, hetgeen resulteert
in een rijk gevarieerde f lora en fauna. Voor de
natuurlijke mummificatie zijn de laagvenen
van weinig belang, omdat de weke delen in dit
voedselrijke milieu niet bewaard blijven. Het
tweede type veen is het hoogveen, dat uitslui-
tend afhankelijk is van neerslag. Vanwege die
afhankelijkheid kunnen hoogvenen ook boven
het grondwaterniveau uitgroeien en als een
bolle deken over het landschap liggen. Door de
extreme omstandigheden zijn de hoogvenen
relatief arm aan plantensoorten. Niet meer
dan 30 soorten veenmos, enkele heidesoorten
en een handjevol andere planten zijn zodanig
aangepast dat ze in een zuur milieu met een
pH-waarde van 3,4 tot 3,7 en in de zuurstof- en
voedselarme omstandigheden van het veen
kunnen overleven. Daarbij komt nog dat door
de lage warmtegeleiding van het met water
verzadigde veen onder het plantendek veen-
De oudste mummies uit
Egypte zijn natuurlijk
gemummificeerd in het
hete en zoute woestijn-
zand. Heel bekend is deze
mummie in het British
Museum in Londen. Hij
wordt ‘Ginger’ genoemd
en dateert uit 3500 v. Chr.
© 2014 WBOOKS / Drents Museum / de auteursAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektro-nisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
ISBN 978 94 625 8004 6NUR 682
Verschenen bij WBOOKS, Zwolle (NL) in samenwerking met het
Drents Museum, Assen en de Reiss-Engelhorn-Museen, Mannheim
ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Mummies – overleven na
de dood’ in het Drents Museum te Assen (4 februari – 31 augustus
2014).
Uitgave
Drents Museum, Assen
WBOOKS, Zwolle
(eind)redactie
Drs. V.T. van Vilsteren
vertaling
K. Heijmann
F. Huisman M.A.
V.T. van Vilsteren
Ontwerp en Opmaak
AlbertsKleve BNO, Assen
Gerard Alberts
Dit is deel 6 van de serie ‘Internationale archeologie in het Drents
Museum’.
Eerder verschenen in deze serie:
B. Mater, Het terracotta leger van Xi’an – schatten van de eerste keizers van
China. Assen/Zwolle (2008),
V.T. van Vilsteren en A.Z. Anninga (red.), Goud uit Georgië – de mythe
van het Gulden Vlies. Assen/Zwolle (2010),
B. Mater (red.), De gouden eeuw van China – Tang-dynastie (618-907
n. Chr.). Assen/Zwolle (2011),
V.T. van Vilsteren (red.), Vikingen! Assen/Zwolle (2012).
M. Popovic (red.), De Dode Zeerollen - Nieuw licht op de schatten van
Qumran, Assen/Zwolle (2013).
Colofon
IMMUNITEITVERSTREKKERSaMENwERKINgSPaRTNERS
INDEMNITEITVERSTREKKER
IN SaMENwERKINg MET
HoofDSPoNSoRS SPoNSoRS
SUbSIDIëNTEN TENTooNSTEllINg
bEgUNSTIgERSSUbSIDIEgEVER
MuMMiesoverleven na de dood
Mu
MM
ies overleven na de dood
Top Related