SAMEN OP HET VELD
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND 2011
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND
COLOFON
ONTWERP
Case Communicatie
www.casecommunicatie.nl
FOTOGRAFIE
Portretten
Fred van de Heetkamp
www.fredvandeheetkamp.nl
Malieveld
Arie Kievit en Martijn Beekman
www.hollandse-hoogte.nl
TEKST
Mensinks Tekstfabriek
www.mensinkstekstfabriek.nl
DRUKWERK
Van de Ridder Druk & Print
www.vanderidder.nl
PUBLICATIENUMMER
2012-377
Jaarcijfers
Op www.ggznederland.nl vindt u de
digitale versie van dit jaarverslag.
Met extra informatie zoals onze
jaarrekening 2011 en het exploitatie-
overzicht, een overzicht van de
ggz-lidinstellingen en de samenstelling
van bestuur en commissies in 2011.
Coverbeeld
Via het Malieveld werd de ggz in
2011 zichtbaarder voor Nederland.
Van verschillende kanten klonken
duidelijke oproepen: goede, toe gan ke -
lijke geestelijke gezondheids zorg
heeft meerwaarde en is onmisbaar.
Voor mensen, voor de samenleving
en voor de economie. GGZ Nederland
maakt dat dagelijks mogelijk.
Foto: Martijn Beekman
3SAMEN OP HET VELD
VOORWOORD 04
SAMEN OP HET VELD 05-11 INTERVIEW MARLEEN BARTH / INTERVIEW PAUL VAN ROOIJ
01 VEILIGHEID 12-16 DWANG EN DRANG / WETSVOORSTELLEN /
CONVENANT GGZ NEDERLAND EN POLITIE / VERSLAVINGSZORG / FORENSISCHE ZORG / MEDISCH BEROEPSGEHEIM
02 SAMENWERKING 17-21 LPGGz EN NVvP / CAO EN ARBEIDSMARKT /
ONDERZOEK NAAR EFFECTEN EIGEN BIJDRAGE / TRANSITIE JEUGD-GGZ
03 FINANCIERING 22-27 PRESTATIEBEKOSTIGING / BESTUUR EN LEDEN SCHOUDER
AAN SCHOUDER / ADVERTENTIECAMPAGNE IN REACTIE OP BEZUINIGINGEN / LANGDURENDE ZORG: TRANSITIE NAAR Wmo / 18.000+-MAATREGEL / HERSTEL EN BURGERSCHAP
LIDINSTELLINGEN 2011 28
SAMENSTELLING BESTUUR EN
COMMISSIES PER 31 DECEMBER 2011 31
JAARREKENING 2011 32
INHOUDSOPGAVE
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND4
Voor u ligt het jaarverslag 2011 van GGZ Nederland. In dit
jaarverslag laten we u graag zien waar GGZ Nederland zich
voor heeft ingezet.
Ggz staat nooit op zichzelf. In 2011 werd de samenwerking
verder geïntensiveerd met onze zorgpartners en met het
onderwijs, politie, justitie en partijen als de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten en VNO-NCW. Mede door
die samenwerking biedt de geestelijke gezondheidszorg
dagelijks meerwaarde. Aan de kwaliteit van het leven van
onze patiënten, aan de veiligheid van Nederland en aan
onze economie.
VOORWOORD
JAN
UAR
I
‘In de zomer veranderde er het nodige. Nadat we samen
met onder andere het LPGGz en de NVvP het Malieveld
hadden laten vollopen, eindeloos brieven hadden gestuurd
aan Kamerleden en de media hadden gemobiliseerd.
Ik merkte in persoonlijke contacten op het Binnenhof dat
de Kamer in beweging kwam. ‘Kloppen mijn meningen
over de ggz wel?’, vroeg men zich af.’
Marleen Barth, voorzitter GGZ Nederland
5SAMEN OP HET VELD
SAMEN OP HET VELD
31
WW
W.B
LIKO
PNIE
UW
S.N
L GG
Z N
EDER
LAN
D O
NDE
RTEK
ENT
INTE
NTI
E-VE
RKLA
RIN
G 'P
REVE
NTI
E VA
N D
WAN
G IN
DE
GGZ
'
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND6FE
BRU
ARI
Het jaar 2011 was ingewikkeld voor de ggz. Forse bezuinigings-
rondes eisten hun tol. Voorzitter Marleen Barth zag ook de
keerzijde: veel aandacht van politici, ambtenaren, politie en jus-
titie. ‘Onze meerwaarde is uiteindelijk echt gezien. Instellingen
kregen bezoek van Kamerleden die met eigen ogen wilden zien
hoe het nou toch zit met tbs, zorg voor autisten en kinderen met
aanpassingsstoornissen. Men kent ons nu veel beter.
‘Een zekere kennisachterstand in de Kamer, met veel nieuwe,
onervaren Kamerleden, en valse beeldvorming speelden ons parten.
Ook de wijze waarop de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport aanvankelijk te werk ging, was niet helemaal verstandig.
Het had op deze manier niet gehoeven. Als ze eerst eens goed naar
de sector had geluisterd…
Ons verhaal was – en is – krachtig. Wij hebben steeds gezegd:
‘Er kan meer met minder geld in de geestelijke gezondheidszorg.
Wel 20%. Laat ons vanuit de visie Zorg werkt! uitleggen hoe.
We kunnen en willen efficiënter en effectiever werken.
‘Wij hebben steeds gezegd: dit regeerakkoord discrimineert de ggz.
Er komt een eigen bijdrage in de tweedelijns ggz en niet in de
tweedelijns somatische zorg, er wordt veel harder op de ggz
bezuinigd dan op de rest van de zorg en de jeugd-ggz is het enige
onderdeel van de curatieve gezondheidszorg dat overgeheveld
wordt naar de gemeenten. Alle drie deze maatregelen geven aan dat
kennisachterstand over de ggz bestond tot in de hoogste regionen.’
BUURVROUW
‘Op grond van vooroordelen van een handjevol Kamerleden en
gebrek aan feitelijke kennis kun je niet de hakbijl in een hele
sector zetten. Dat mag je geen bezuinigen noemen! Ik ben nog
steeds verontwaardigd over de wijze waarop minister Schippers
beargumenteerde om niet langer vanuit de Zorgverzekeringswet
hoogwaardige, innovatieve behandelingen van aanpassings -
stoornissen te vergoeden: ‘Met sommige problemen moet je
maar naar de buurvrouw gaan’. Zij had bij aanpassingsstoornissen
een ‘Gooische vrouw’ in beeld die niet kan verwerken dat haar man
haar in de steek laat. Terwijl in werkelijkheid twee hoogwaardige,
gespecialiseerde klinieken bijna de deuren moesten sluiten voor
de behandeling van kinderen die door verwaarlozing of seksueel
misbruik trauma’s hebben opgelopen. Want daarover gaat het ook
bij een aanpassingsstoornis. Als je eigen minister dat niet beseft,
is het als branche wel opboksen tegen de beeldvorming.’
MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING HEEFT DE TOEKOMST
‘Het lastige is dat je wel een paar jaar bezig bent voor je bepaalde
beelden hebt weggenomen. Beeldvorming is hardnekkig en staat
soms lijnrecht tegenover de werkelijkheid. Je laat iemand niet 180
graden draaien in zijn opvattingen in één gesprek. Daar is veel
meer voor nodig. Gelukkig hebben we daar samen met onze leden
veel aan weten te doen. De ggz is complex: we zijn bezig met de
ggz in de Zorgverzekeringswet, in de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten, in de Wet maatschappelijke ondersteuning, in
justitieverband, met jeugd-ggz, met ouderen-ggz, met forensische
zorg, met Regionale Instellingen voor Beschermd en Begeleid
Wonen (RIBW’s), arbeidsmarkt en wonen. GGZ Nederland staat
samen met de leden voor een enorme opgave. Maar we doen het
uiteraard graag voor onze leden!
Leden die natuurlijk allemaal met precies hetzelfde zitten, maar
dan in en om hun eigen instelling. Ook zij moeten stuk voor stuk
hun eigen netwerk opbouwen en onderhouden. Met justitie, politie,
welzijnswerk, woningcorporatie, met het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV), de gemeenten, zorgverzekeraars
en onderwijs. Ook voor onze instellingen geldt dat het investeren
in je maatschappelijke partners veel tijd en energie kost. Maar ik
denk wel dat die maatschappelijke inbedding van ons werk echt de
toekomst is. We kunnen het allemaal niet alleen, dat is wel vast
komen te staan in 2011.’
RESULTAAT
‘We merkten overigens ook dat het loont als wij Kamerleden en
ambtenaren stelselmatig informeren over de inhoud van ons werk,
de randvoorwaarden, de resultaten en de dilemma’s waarmee
onze bestuurders, medisch specialisten en zorgprofessionals
dagelijks te maken hebben. We organiseerden werkbezoeken aan
de instellingen om te kijken hoe het daar echt aan toegaat. In
gesprekken groeide interesse en hoorden we steeds vaker ‘o, dat heb
ik nooit geweten, goed om dat nu wel te beseffen’. Bijvoorbeeld over
autisme, het percentage mensen in het criminele circuit dat aan
psychische stoornissen lijdt en het feit dat mensen die een psychose
doormaken wel gewoon hun verstandelijke vermogens houden.
De kennisachterstand bij Kamerleden en ambtenaren is in 2011 wel
snel verminderd.’
MEERJARENAKKOORD
‘Inmiddels zijn we ook weer in gesprek met de minister. Over het
meerjarenakkoord. De eerste mijlpaal is binnen: de invoering
van prestatiebekostiging voor de tweedelijns curatieve geestelijke
gezondheidszorg per 2013 is door de Eerste en Tweede Kamer
geaccodeerd. Daar zijn we echt heel blij mee!’
VEILIGHEID
‘We hebben op landelijk niveau enorm geïnvesteerd in samen-
werking met de politie. Dat heeft zich in 2011 uitbetaald. Want toen
de bezuinigingen kwamen, was de politie de eerste die voor ons in
de bres sprong en riep: ‘Die eigen bijdrage moet je nooit doen want
een deel van de patiënten belandt daardoor bij ons’.
De relatie van ggz met veiligheid en leefbaarheid is nadrukkelijk
geagendeerd. De politie is onze beste kameraad gebleken.
Een nuancering is hierbij op zijn plaats: we behandelen in Nederland
in de ggz bijna één miljoen mensen per jaar en 97% daarvan is
niet gevaarlijk en overtreedt nooit de wet. De grote bulk van onze
patiënten zijn burgers die een psychische stoornis krijgen.
Maar als je het verhaal omdraait en je gaat kijken wat voor soort
mensen je terugziet in detentie, dan zie je dat 70 tot 80% van de
mensen in detentie een verslaving of psychiatrische stoornis heeft
of allebei. Vanuit die invalshoek zie je dat het belang van de ggz
in het veilig houden van Nederland de afgelopen jaren enorm is
‘ONZE MEERWAARDE WERD UITEINDELIJK ZICHTBAAR’
INTERVIEW
Marleen Barth
Voorzitter
GGZ Nederland
SAMEN OP HET VELD 7
'SAMENWERKING TUSSEN VERSCHILLENDE DISCIPLINES BETEKENT NIET DAT ANDERSMANS EXPERTISE MOET WORDEN OVERGENOMEN'
’OP GROND VAN VOOROOR DELEN WERD DE HAKBIJL IN EEN HELE SECTOR GEZET. DAT NOEM IK GEEN BEZUINIGEN.’
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND8
03
SKI
PR G
GZ N
EDER
LAN
D ZE
T IN
OP
DUU
RZAM
E IN
ZETB
AARH
EID
IN C
AO
07
ZO
RGVI
SIE
PAU
L VA
N R
OO
IJ: ‘E
ENVO
UD
BELA
NGR
IJK B
IJ U
ITW
ERKI
NG
GGZ-
DBC’
S’
MAA
RT
toegenomen en in 2011 echt erkenning kreeg van justitie, politie
en het Openbaar Ministerie. Dat zijn allemaal instanties die heel
goed de waarde van ggz inzien op dit soort onderwerpen. Voor ons
als sector is het belangrijk dat nog verder uit te werken.’
Werken naar vermogen?
‘GGZ Nederland heeft aan Justitie soms een betere partner gehad
dan aan het ministerie van VWS. En ook het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid werd een belangrijke gesprekspartner
voor ons. Ik heb veel gesproken met staatssecretaris De Krom over
de Wet werken naar vermogen en alles wat daarachter schuil gaat.
Zoals de moeite die wij hebben om mensen met een psychische
stoornis aan het werk te krijgen. Het probleem van de Wet werken
naar vermogen is dat de filosofie prima is, maar wel verstoord
door een enorme bezuinigingstaak stelling. De wet wil redeneren
vanuit wat mensen wél kunnen. Daar staan wij echt 100% achter.
Tegelijkertijd zien wij dat de manier waarop de wet vorm moet
krijgen in de praktijk bijna onwerkbaar is. We hebben heel erg ons
best gedaan daarin verandering aan te brengen.’
Samenwerkings partners
‘UWV, Cedris, de branchevereniging vanuit de sociale werkvoor-
ziening en ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
zijn belangrijke partners voor GGZ Nederland. Juist omdat
arbeid voor onze patiëntengroep echt belangrijk is vanuit onze
visie Herstel en Burgerschap. En ook als je ziet wat er allemaal
naar de gemeenten toegaat. Zij worden in toenemende mate
gesprekspartner voor de ggz, en ook een inkoper en klant. Net zo
belangrijk als de zorgverzekeraar. Wellicht niet in omvang, wel in
belang, inbedding en samenwerking. In gemeenten komen alle
draadjes samen.’
Meerwaarde: arbeidsproductief houden
‘De meerwaarde van de ggz is heel goed terug te zien in de arbeids-
productiviteit van mensen. In de somatiek geven we het grootste
deel van al die miljarden uit in de laatste vijftien maanden van een
mensenleven. Juist in de ggz investeer je in mensen die fysiek nog
in de kracht van hun leven zijn. Als wij hen weten te genezen,
kunnen ze nog twintig tot dertig jaar bijdragen aan de arbeidsmarkt.
Behandelingskosten vallen in het niet tegenover die productieve
jaren waarin iemand niet alleen geen uitkering heeft, maar ook
gewoon geld verdient voor de BV Nederland. Om nog maar te
zwijgen van de veel hogere kwaliteit van leven die zo’n patiënt met
behandeling zelf weer heeft. Daar doen we het voor!’
9SAMEN OP HET VELD
GGZ VOORKOMT STIJGING VAN ZORGKOSTEN
STEEDS MEER RESULTAAT PATIËNTVEILIGHEID
GGZ Nederland had in 2011 vanzelf-
sprekend ook veel aandacht voor patiënt-
veiligheid. Dat gebeurde in het kader
van het programma ‘Veilige zorg, ieders
zorg’. Met inzet van leden werden onder
meer diverse handreikingen voorbereid
op het gebied van agressie-incidenten,
risicomanagement en een integrale
aanpak van brandveiligheid. Ook rond
Veilig Incidenten Melden (VIM) en het
werken aan een veiligheidscultuur vonden
expertmeetings en trainingen plaats.
Patiëntveiligheid heeft veel facetten.
GGZ Nederland vindt het belangrijk dat
alle informatie daarover gebundeld en
goed toegankelijk is. Het programma
Veilige zorg, ieders zorg voorziet daarin
en biedt zowel handreikingen voor visie
en beleid als handige instrumenten en
aansprekende praktijkvoorbeelden op
het gebied van veilig incidenten melden,
somatische comorbiditeit, suïcidepreventie,
medicatieveiligheid, Dwang en Drang en
brandveiligheid.
De toename van wetenschappelijke kennis over ziekte en gezondheid leidt er in
de ggz juist toe dat steeds meer mensen door een tijdige en goede diagnose snel
kunnen worden behandeld, bijvoorbeeld in het geval van depressies of burnout.
Daarmee voorkomt de ggz een stijging van zorgkosten. En bovendien participeren
deze mensen vaak in de samenleving, terwijl ze voorheen die toegang niet hadden.
‘Onze sector maakt al jaren grote slagen
bij de invoering van e-health, het steeds
meer ambulant helpen van patiënten en in
het actief benaderen van mensen die zorg
mijden terwijl ze dat wel nodig hebben.
Dat gebeurt onder andere via social
inclusion, ACT en FACT, dat zijn actieve en
assertieve vormen van zorg en begeleiding
voor mensen met langdurende of blijvende
ernstige psychiatrische aandoeningen.
Denk aan psychotische stoornissen in
combinatie met bijvoorbeeld dak- en
thuisloosheid, geldproblemen en soms
crimineel gedrag. ACT is intensief, soms
24 uur per dag, maar wel ambulant. Een
team van hulpverleners bouwt zorgvuldig
een contact op en biedt praktische hulp
waardoor patiënten verleid worden tot
gedoseerde, continue zorg in de eigen
leefomgeving. Meedoen in de maatschappij
is een belangrijk aspect van deze evidence
based behandelingen. We bereiken steeds
meer resultaat door goede samenwerking
met de somatische zorg, instellingen gaan
constructieve samenwerking aan met de
gemeenten in het kader van hun taak binnen
de Wmo. In 2011 werd dat meer zichtbaar.’
Paul van Rooij
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND10AP
RIL
’In juni maakten we een vuist en waren we als branche heel
zichtbaar voor Nederland. Meteen ook doken we in de analyse:
wat gebeurt hier, hoe is het zover gekomen, wat leren we
hiervan?’ Directeur Paul van Rooij kijkt terug op een jaar waarin
samenwerking en meerwaarde van ggz centraal stonden.’Zo
actiegericht hadden wij onszelf nog niet gezien.’
‘Het kwam in zekere zin onverwacht. Velen rekenden op een zwaar
jaar. Maar we begonnen 2011 in goede onderhandelingen met VWS
gericht op een meerjarenakkoord. Daarop waren we als branche
goed voorbereid. Met ‘Zorg werkt!’ hadden we in 2010 onze visie
neer gelegd voor kwalitatief goede, kostendekkende geestelijke
gezondheidszorg. Door slimmer werken, door ambulantisering, met
e-health, noem maar op. Er stond veel in de steigers. Maar van het
ene op het andere moment trok de minister de stekker uit de onder-
handelingen.’
In nood leer je je vrienden kennen…
‘Vrienden? Dat waren er heel weinig. Ronduit teleurgesteld waren
we in de zorgverzekeraars. Juist omdat we samen optrokken rond
prestatiebekostiging en het akkoord Routine Outcome Monitoring
(ROM) dachten we partners te zijn. Inmiddels zijn we bijna een jaar
verder. We vinden elkaar wel weer, maar het is het zoeken naar de
goede toon, de juiste woorden en de beste vorm.’
‘De samenwerking met patiënten en professionals is in 2011
absoluut hechter geworden. We stonden schouder aan schouder,
hand in hand op het Malieveld. Mede dankzij de vakbonden mag ik
wel zeggen. Zij hebben ons enorm geholpen met het organiseren
van de demonstraties. Dat is veel meer hun expertise natuurlijk.
Dankzij hun draaiboeken stonden we binnen een week op het
Malie veld! Ik ben ook trots op ons bureau. Dat heeft veel voor
elkaar gekregen, actief de samenwerking met de leden gezocht.
Onze branche had in deze crisis uit elkaar kunnen klappen. Maar
integendeel: patiënten, behandelaars, bestuurders, bureau en leden
zochten elkaar op, vonden elkaar en boden steun.’
IMPACT
‘Zo’n manifestatie op het Malieveld helpt wel om weer helder te krij-
gen waartoe je als organisatie op aarde bent. De patiëntenbeweging
stond voorop, zij hadden de regie en wij, GGZ Nederland en de NVvP
en de andere professionals boden organisatorische en inhoudelijke
steun. Er werd heel wat afgedemonstreerd die zomer, door de pgb-
houders, de huisartsen, de cultuursector. Maar ik durf de stelling wel
aan dat wij de meeste impact hadden. Met Kamerleden, met patiën-
ten die op het podium durfden te komen, met medisch specialisten
en verpleegkundigen die het merkbaar moeilijk vonden hun patiën-
ten een dag ‘achter te laten’. De zorg zit in onze genen en dat werd
op het Malieveld zichtbaarder dan ooit. De verplichte eigen bijdrage
voor geestelijke gezondheidszorg was het hoofdonderwerp. Want
daarmee werden we als sector in de hoek gezet: discriminerend en
stigmatiserend. Het effect van al het lobbywerk en acties was dat de
eigen bijdrage werd verlaagd naar 200 euro. Maar dan nog: waarom
voor ggz wel een eigen bijdrage en niet voor bijvoorbeeld kanker-
patiënten? Dat is toch niet uit te leggen. Dat vonden we nog erger
dan de bezuinigingen, terwijl die er toch ook heel fors in hakken.
FEITEN OF FICTIE?
‘We hebben de Tweede Kamer veel feiten gegeven: dit gebeurt er in
de ggz en dit kost het. Daarbij constateerden we veel beeldvorming,
bijvoorbeeld over verslaving en stoornissen. We hebben op een
gegeven moment Kamerleden en politici gevraagd: waarop is jullie
beeld van de ggz eigenlijk gebaseerd? De antwoorden waren schok-
kend. Met stip op 1 dokter Rossi uit de serie ‘Gooische vrouwen’.
Op 2 de dramareeks ‘In therapie’ en op 3 het boek ‘Wie is van hout’
van Jan Foudraine uit begin jaren zeventig van de vorige eeuw.
Dat is ook een verwijt aan onszelf. We zijn voorheen niet zichtbaar
genoeg geweest. Tegelijkertijd zie ik 2011 als een jaar waarin veel
rechtgezet kon worden. En ik ben ervan overtuigd dat er nog veel
naïeve beelden over zijn. Hoeveel beleidsmakers en wethouders je
nu in de transitie van de jeugd-ggz naar gemeenten ook weer hoort
zeggen dat je met sport en een duidelijke opvoeding de kansen op
persoonlijkheidsstoornissen, psychoses of autisme flink vermindert.
We hebben nog veel te doen.’
SAMENWERKING EN ONDERNEMERSCHAP
‘We zoeken onze partners actief op. Bewuster dan ooit. Onder meer
via de veiligheidshuizen en ook in samenwerking met collega-zorg-
branches zoals de jeugdzorg, gehandicaptenzorg en de huisartsen.
Gemeenten waren al belangrijke partners vanuit de Wet maatschap-
pelijke ondersteuning, maar met de voorgenomen transitie van de
begeleiding en de jeugd-ggz wordt dat nog intensiever. Hetzelfde
geldt voor onderwijs, opleidingen, politie en justitie, VNG en
VNO-NCW. Een van de mooiste voorbeelden van samenwerking en
meerwaarde vind ik het convenant dat we afsloten met de politie.
Zo laat je zien welke rol je als ggz in de maatschappij kunt vervullen.’
Vorig jaar zei u: ‘Als wij meer ruimte krijgen voor ondernemer-
schap en prestatiebekostiging zijn er behoorlijk wat mogelijk-
heden om goede, toegankelijke en betaalbare zorg te bieden’.
Heeft u in 2011 ervaren dat de geestelijke gezondheidszorg meer
ruimte kreeg voor ondernemerschap?
‘Meer ruimte kwam er niet per se. Maar onze leden vonden er wel
hun weg in. In 2011 zaten we in het vierde overgangsjaar naar
prestatiebekostiging. Ondanks de administratieve last van een
dubbele registratie en oude budgetten konden leden toch vrij goed
afspraken maken met verzekeraars en gemeenten om hun werk te
doen. Daar staat tegenover dat de aangekondigde kortingen op de
ggz natuurlijk dramatische effecten gaven. Ze variëren tussen de 5
en de 11% per instelling. Dat kun je alleen opvangen door fors te
reorganiseren. Veel instellingen deden dat, keken naar hun flexibele
schil en namen afscheid van mensen. Het bizarre is dat we diezelfde
mensen over drie tot vijf jaar weer keihard nodig hebben.’
‘Het belangrijkste voor volgend jaar is financiële en organisatorische
rust voor de leden. En ons imago en onze reputatie moeten meer
in overeenstemming met de werkelijkheid komen. Meer gebaseerd
op feiten dan op fictie. De advertentiecampagne met drie patiënten
uit de ggz was een voorbeeld. Drie mensen die de maatschappij
vertellen: ‘Dit ben ik, dit heb ik nodig en dit kan ik doen. Dit pro-
beren we ook steeds meer te staven met cijfers over investeringen
en resultaten van de ggz op patiëntniveau en op maatschappelijk
niveau.’
‘SCHOUDER AAN SCHOUDER OP HET MALIEVELD’
INTERVIEW
Paul van Rooij
Directeur
GGZ Nederland
SAMEN OP HET VELD 11
‘METEEN DIE ENORME SOLIDARITEIT EN HET DIEPE BESEF:SAMENWERKING MET ANDEREN MOETEN WE BLIJVEN ZOEKEN’
19
PER
SBER
ICH
T GG
Z N
EDER
LAN
D O
NDE
RHAN
DE LI
NGE
N C
AO G
GZ G
ESTR
AND
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND12AP
RIL
VEILIGHEIDDe ggz speelt een belangrijke rol bij het veilig houden van
Nederland. Dat kwam in 2011 duidelijk over het voetlicht.
Veel aandacht ging uit naar de gevolgen van de eigen
bijdrage voor onder andere patiënten in verslavingszorg.
De samenwerking met de politie kreeg opnieuw vorm
in een convenant. GGZ Nederland koos positie toen het
beroepsgeheim onder vuur lag.
01
MEI
13
GGZ Nederland ondertekende begin 2011
de Intentieverklaring 'Preventie van
dwang in de GGZ' samen met het Landelijk
Platform GGz, Verpleegkundigen en
Verzorgenden Nederland, de Nederlandse
Vereniging voor Psychiatrie, de Vereniging
voor PAAZ Managers en het ministerie van
VWS. Hierin is vastgelegd dat het sturen
op drang- en dwang struc tu reel ingebed
moet zijn in ggz- instellingen. Van werk-
vloerniveau tot aan de Raad van Bestuur
moet structureel aandacht worden besteed
aan het zoveel mogelijk terug dringen van
dwang binnen ggz-afdelingen. Waarom is
dat belangrijk?
Roxanne Vernimmen: ‘Op alle niveaus
moet daarvoor aandacht zijn. Continue.
Het vergt veel van onze mensen omdat het
een cultuurverandering betreft. Het heeft
geen zin als dit alleen in een team aandacht
heeft. Mensen willen het beste voor
de patiënt en dan heb je iedereen in je
organisatie nodig: behandelaars, opleiders,
facilitaire dienst.’
‘Het moet verder gaan dan aandacht’,
stelt Alice Padmos, regiodirecteur van het
centrum voor consultatie en expertise CCE.
‘Er moet een diepe overtuiging zijn dat het
anders kan en anders moet. Dat wil niet
zeggen dat het altijd lukt. Maar er moet in
de hele organisatie een drive zijn om anders
te wíllen. Langdurige separatie, daar leggen
wij ons niet bij neer.’ Het CCE was niet bij de
ondertekenaars van de intentieverklaring,
maar sloot in juni 2011 een apart convenant
samenhang met de Wet verplichte ggz neemt
wettelijke belemmeringen van goede zorg-
verlening mogelijk weg. GGZ Nederland heeft
eerder voorstellen gedaan om te komen tot
harmonisatie van de rechtspositier egelingen,
die zullen volgend jaar worden opgepakt
door het ministerie van Veiligheid en Justitie.
3 DE WET CLIËNTENRECHTEN ZORG ver-
vangt een groot deel van de patiënt- en kwa-
liteitswetgeving. Waaronder de Wet op de
geneeskundige behandelingsovereenkomst,
de Wet klachtrecht cliënten zorgsector en de
Kwaliteitswet zorginstellingen.
4 DE BEGINSELENWET AWBZ-ZORG (Baz)
geeft de patiënt een aantal rechten, waarbij
de regie over het eigen leven centraal staat.
WETGEVING
DWANG EN DRANGMINDER DWANG
EN DRANG:
9 AMBITIES VAN
GGZ NEDERLAND
VOOR 2012
DWANG EN DRANGmet GGZ Nederland waarin zij verklaren
samen te zullen werken in het terugdringen
van dwang en drang.
Separeren zonder mogelijkheid tot con-
tact met een hulpverlener mag niet meer.
Waarom is dat belangrijk en wat betekent
het concreet voor de kwaliteit van zorg en
de inzet van personeel?
Vernimmen: ‘Separatie is geen behandeling.
Het is eerder een vorm van beveiliging
omdat je het niet meer weet. Separatie
betreft twee onmachtige partijen: het team
en de patiënt. Die onmacht voel je met
elkaar, het is ook goed om dat – achteraf –
te delen. Patiënten waarderen dat en
beiden leer je ervan. Met de mogelijkheid
tot contact, laat je iemand niet alleen in
zijn wanhoop. Nog niet alle instellingen zijn
er precies uit hoe dat moet. Aanwezigheid
vergt een bepaalde attitude en soms
ook meer personele inzet. In Altrecht zijn
we bezig met een ic-unit en willen we
vermin dering van dwang en drang bij
mensen met psychotische stoornissen en
verslavings pathologie als een specialisme
zien.’
Er zijn in 2011 regelmatig platform- en
kennisbijeenkomsten georganiseerd.
In juni organiseerden GGZ Nederland en
het Centrum Voor Consultatie (CCE) het
sympo sium ‘Niet opsluiten maar aansluiten.’
Centrale vraag was hoe dwang en drang
verder kan worden teruggedrongen bij
patiënten met ernstig probleemgedrag in
de geestelijke gezondheidszorg.
Is deze vraag voldoende beantwoord
tijdens het symposium?
Vernimmen: ‘Uiteindelijk is terugdringen van
dwang en drang maatwerk. Maar daarbij
heb je elkaars ervaringen en creativiteit hard
nodig. Niet één partij heeft het wiel uitge-
vonden. Bijeenkomsten en podia zijn nodig
om consultatie te bieden, know how te delen
en zo vorm te geven aan de negen ambities
die GGZ Nederland heeft geformuleerd voor
het terugdringen van dwang en drang.’
Padmos: ‘Er zijn die dag veel casussen
gepresenteerd en er is veel praktijkinformatie
uitgewisseld. De belangrijkste conclusie was:
het kan anders. Maar daarmee is het niet
klaar. Implementeren in de eigen instelling
is het grootste karwei. En daarin verschil-
len instellingen ook nogal van elkaar. Het
congres ging ook vooral over mensen die in
langdurige zorg zijn, bijvoorbeeld vanwege
chronische aandoeningen, autisme en
niet-aangeboren hersenletsel. Daar dring je
dwang en drang terug door mensen niet te
overvragen. Daardoor gaan mensen minder
snel door het lint.’
Hoe werken CCE en GGZ Nederland samen?
‘CCE geeft GGZ Nederland een overzicht
van het aantal meldingen rond dwang en
drang en inventariseert de kenmerken van
instellingen die goede resultaten boeken
met de terugdringing ervan. Het CCE gaat
geen namen noemen van instellingen die
het goed doen. Wij zijn de Inspectie niet.
We willen uit de rol van controleur blijven.’
1 Iedere instelling heeft beleid ontwik-
keld rondom dwangtoepassingen en
dit wordt aantoonbaar uitgevoerd, op
gezette tijden geëvalueerd en zo nodig
bijgesteld, in overleg met de cliëntenraad
en de OR.
2 Iedere instelling beschikt over een
extra beveiligde ruimte met de mogelijk-
heid voor face to face contact om direct
met een hulpverlener te spreken.
3 Er is een overzicht van het aantal
instellingen met de beschikking over
een Intensive Care Unit (ICU), er is een
veldnorm ontwikkeld voor deze ICU en
er is een spreidingsmaat op basis van
bevolkingspopulatie die noodzakelijk is
voor een dekkend landelijk netwerk
van ICU’s.
4 Elke dwangtoepassing wordt aan-
toonbaar geëvalueerd met de patiënt,
het team en de instelling. Uitkomsten
van deze evaluaties worden aantoonbaar
gebruikt voor aanpassing/verbetering
van de handelswijze van de instelling met
betrekking tot dwangtoepassingen.
5 Bij elke dwangtoepassing langer dan
een week heeft een interne consultatie
plaatsgevonden. Bij elke dwangtoepas-
sing langer dan 4 weken heeft opschaling
van expertise plaatsgevonden.
6 Iedere instelling heeft een pro-
gramma voor scholing en deskundig-
heidsbevordering gericht op het terug-
dringen van dwangtoepassingen. Dit
scholingsprogramma is verplicht voor alle
afdelingsmedewerkers die werken met
verplichte zorg.
7 De registratie van dwangtoepas-
singen wordt binnen de instellingen
aantoonbaar gerapporteerd en gebruikt
om de eigen handelswijze te evalueren
en bij te stellen.
8 Uiterlijk 1 juli 2012 registreren alle
ggz-instellingen vrijheidsbeperkende
maatregelen in de gehele instelling met
behulp van de Argus-dataset.
9 In 2012 wordt een landelijke data-
base Argus ingericht; uiterlijk 1 januari
2013 leveren de instellingen de gegevens
van de Argus registratie aan aan deze
database.
VIJF WETSVOORSTELLEN STONDEN CENTRAAL IN 2011
Tevens maakt deze wet het mogelijk bij
‘ernstige klachten over verzorging en beje-
gening’ een klacht bij de Inspectie voor de
Gezondheidszorg in te dienen.
5 Het wetsvoorstel WET VERPLICHTE
MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER-
MISHANDELING. Als deze wet wordt aange-
nomen krijgen scholen, gevangenissen en
de hele ggz-sector de plicht een meldcode te
hanteren. De bestaande Meldcode Kinder-
mishandeling van GGZ Nederland wordt
dan aangepast zodat er een meldcode voor
zowel huiselijk geweld als kindermishande-
ling ontstaat. De sector bereidt dan ook een
implementatieplan voor.
1 DE WET VERPLICHTE GGZ doet recht aan
de behandelmogelijkheden in de ggz. De
wet maakt niet alleen intramurale dwang-
behandeling op maat mogelijk, maar schept
ook nieuwe mogelijkheden voor begeleiding
thuis of verplichte poliklinische behandeling.
Hierdoor kunnen ernstig zieke patiënten
vaker thuis blijven wonen en, met de zorg die
zij nodig hebben. Bezuinigingsmaatregelen
zijn aangekondigd waardoor de commissies,
die een centrale plaats in de procedure voor
verplichte ggz in het wetsvoorstel hadden,
geschrapt zijn.
2 DE WET FORENSISCHE ZORG is een
rechtstreeks gevolg van het parlementaire
onderzoek door de commissie Visser naar het
TBS-systeem. Behandeling van deze wet in
27
NRC
AFS
CHAF
FEN
TOLK
DIEN
STEN
BIJ
ARTS
ENBE
ZOEK
VEILIGHEID
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND14
11
TEL
EGRA
AF A
FKEE
R VA
N B
EZU
INIG
INGE
N Z
ORG
TRO
UW
INST
ELLI
NGE
N Z
ULL
EN E
IGEN
BIJD
RAGE
IN
GGZ
BO
YCO
TTEN
14
PERS
BERI
CHT
GGZ
NED
ERLA
ND
TERU
GDRI
NGE
N DW
ANG
EN D
RAN
G IN
PSY
CHIA
TRIE
DO
OR
SA
MEN
WER
KEN
CCE
EN
GGZ
NED
ERLA
ND
16
PER
SBER
ICH
T GG
Z N
EDER
LAN
D GG
Z GA
AT O
VER
TOT
HAR
DE A
CTIE
EN
LAS
T O
PNAM
ESTO
P IN
NO
S N
IEU
WS
ACTI
ES P
SYCH
IATR
ISCH
E IN
STEL
LIN
GEN
10
PER
SBER
ICH
T GG
Z NE
DERL
AND
GGZ
BEZU
I NIG
ING E
N O
NGE
KEND
HAR
D VO
OR K
WET
SBAR
E PA
TIËN
T SK
IPR
GGZ
VERB
IJSTE
RD O
VER
MAA
TREG
ELEN
KA
BINE
T
08
TEL
EGRA
AF, N
OS,
TRO
UW
, VAR
A M
ARLE
EN
BART
H: ‘
DE M
INIS
TER
PAKT
MET
DE
EIGE
N BI
JDRA
GEN
DE
KWET
SBAA
RSTE
CH
RON
ISCH
PS
YCH
IATR
ISCH
E PA
TIËN
TEN
’
JUN
I
’Politie en ggz kijken steeds vaker in elkaars keuken. Ons
werk is natuurlijk ook enorm met elkaar verweven. Het op 21
december 2011 vernieuwde convenant Politie – GGZ Nederland
verstevigt onze samenwerking en zal leiden tot een uniforme
werkwijze in het land.’
Hans Slijpen blikt terug op de samenwerking tussen
GGZ Nederland en de politie. Hij is accountmanager Gezond-
heidszorg van Politie Utrecht en lid van de ggz-expertgroep
die advies geeft aan de raad van korpschefs.
‘Van de mensen die wij oppakken heeft 70 tot 80% een psychiatri-
sche aandoening zoals verslaving of verstandelijke beperking of
een combinatie daarvan. Zeker 20 tot 30% van alle politiewerk
is ggz-gerelateerd. Patiënten zijn vaak potentiële slachtoffers,
of worden door psychoses gevaarlijk voor anderen of voor zichzelf.
Wanneer de ggz haar werk goed kan doen, levert dat ook een
bijdrage aan de openbare orde en veiligheid op.
Politie en ggz weten elkaar steeds beter te vinden. Op sommige
politiebureaus zijn sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen gesta-
tioneerd en dat levert goede resultaten op. We kunnen snel
optreden en dat voorkomt veel. Ook zit de politie in het overleg van
de hoofden van de crisisdiensten en is de ggz bij het overleg van de
politie.’
Op veel plaatsen werkt de politie samen met forensische
ACT-teams. Wat is daar de meerwaarde van?
‘ACT staat voor Assertive Community Treatment. Zo’n mobiel team
bezoekt patiënten thuis, in opvangvoorzieningen, in detentie of
op straat. Het team treedt op zodra mensen uit de omgeving zich
zorgen maken of als de persoon zelf contact zoekt.
Goede ambulante (bemoei)zorg leidt tot minder crisissituaties en
dus tot minder gedwongen opname met inbewaringstelling (IBS).
We hebben geprobeerd om door onderzoek aan te tonen wat het
effect is van ACT. Zo hebben we 25 mensen door de jaren heen (van
1998 tot 2011) gevolgd en hun politiecontacten in beeld gebracht.
Dat waren er in de onderzoeksperiode 3507. In eerste instantie
zie je dat het aantal politiecontacten stijgt nadat ACT zich ermee
gaat bemoeien, maar op de langere termijn zie je toch echt een
structurele daling. Kortom: vanuit de politie zijn we heel enthousiast
over deze werkwijze.’
U gaf eind 2011 in de Volkskrant aan dat u door de invoer van
een verplichte eigen bijdrage voor psychiatrische zorg vreest
voor een verschuiving van patiënten naar gevangenissen…
‘Ja, het opleggen van een eigen bijdrage leidt ertoe dat mensen die
geen of weinig geld hebben de zorg gaan mijden. Daardoor zullen
er meer situaties uit de hand lopen, en dan moet de politie er vaker
aan te pas komen om de zaken weer onder controle te krijgen.
De politie heeft uiteraard te maken met de meest extreme situaties
zoals crisissituaties, familiedrama’s en suïcides. Maar feit is dat veel
politieagenten zich steeds vaker afvragen hoe situaties zover konden
komen.
Natuurlijk levert het invoeren van een eigen bijdrage in het begin
geld op, maar op de langere termijn gaat het ons geld kosten.
Het is ‘Pennywise and Poundfoolish’. Los van het feit dat het geld
kost, vind ik het diep triest wanneer een psychiatrisch patiënt in
een cel terechtkomt, omdat hij bijvoorbeeld vanuit een psychose
verschrikkelijke dingen heeft gedaan.’
Waarop moet de samenwerking tussen ggz en politie zich
met name richten in de toekomst?
‘De afspraken uit het convenant moeten op lokaal niveau
geoperationaliseerd worden. Politie en ggz-aanbieders moeten
lokaal vaste contactpersonen benoemen, die elkaar snel kunnen
bereiken wanneer er dingen niet goed gaan. We moeten meer
dan ooit bij elkaar in de keuken kijken. En strafrecht en zorg
moeten meer naar elkaar toegroeien. Zodat zij elkaar op een
goede manier kunnen aanvullen. En last but not least moeten
we af van een overkill aan regels en bureaucratie.’
STRAFRECHT EN ZORG GROEIEN NAAR ELKAAR TOE
INTERVIEW
Hans Slijpen
Accountmanager Gezondheidszorg
Politie Utrecht
AMBULANTE TEAMS BIEDEN VEEL PREVENTIEVE AANDACHT ‘De verplichte eigen bijdrage, bezui -
nig ingen en zorgmijding zijn zorgelijk’,
zegt Roxanne Vernimmen. Zij is bestuurs-
voorzitter van ggz-instelling Altrecht
in Den Dolder en bestuurslid van GGZ
Nederland. We merken ook dat mensen
met ernstige pathologie om financiële
redenen toch stoppen met ambulante
behandelingen en vervolgens met zwaai-
licht en al moeten worden opgenomen of
in bewaring moeten worden gesteld.
Maar ambulantisering op zich hoeft niet
te leiden tot meer crises of separaties.
Ambulante teams bieden veel
preventieve aandacht en zorgvuldige,
slagvaardige zorgmethodes. Je wacht
niet tot iemand ernstig ziek is. Het is
wel mogelijk dat je mensen die minder
zorg nodig hebben aan andere partijen
over moet laten. Mensen die wat
stabieler zijn, kun je verwijzen naar
hun huisarts. Ketenpartners en familie
worden essentiëler dan ooit.’
15
'SAMENWERKING TUSSEN VERSCHILLENDE DISCIPLINES BETEKENT NIET DAT ANDERSMANS EXPERTISE MOET WORDEN OVERGENOMEN'
17
NU.
NL
GGZ
NED
ERLA
ND
VOER
T H
ARDE
ACT
IE
TEGE
N K
ORT
ENTE
LEGR
AAF
ERGE
RNIS
KAM
ER O
M A
CTIE
S GG
Z
22
PSY
.NL
GRO
TE A
CTIE
S VE
RWAC
HT
IN D
E GG
ZTR
OU
W, D
E VO
LKSK
RAN
T, A
D, T
ELEG
RAAF
, H
ET P
ARO
OL,
MET
RO E
N S
PITS
ADV
ERTE
NTI
E ‘W
IJ ZI
JN V
ERBI
JSTE
RD’ (
GGZ
NED
ERLA
ND,
N
VvP,
LPG
Gz)
27
AN
P, T
ELEG
AAF.
NL,
RAD
IO1,
AD,
DE
VO
LKSK
RAN
T, R
TL N
IEU
WS
MAR
LEEN
BAR
TH: ‘
VOO
RSTE
L VA
N D
E M
INIS
TER
EEN
STA
P IN
DE
GOED
E RI
CHTI
NG,
M
AAR
HET
BLI
JFT
EEN
STI
GMAT
ISER
ENDE
, DI
SCRI
MIN
EREN
DE, K
ORT
ZICH
TIGE
EN
ON
BEGR
IJPEL
IJKE
MAA
TREG
EL’
29
NO
S RA
DIO
1 M
ARLE
EN B
ARTH
: ‘KA
BIN
ET M
OET
O
OK
KIJK
EN W
AT G
GZ O
PLEV
ERT’
A
NP
- DE
VOLK
SKRA
NT
GGZ
NED
ERLA
ND
GAAT
ACT
IE V
OER
EN T
EGEN
BEZ
UIN
IGIN
GEN
’IK VREES VOOR VERSCHUIVING VAN PSYCHIATRISCH PATIËNTEN NAAR GEVANGENISSEN DOOR INVOER VAN EEN EIGEN BIJDRAGE.’
VEILIGHEID
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND16JU
LI
‘Als je naar het drugsdebat kijkt, krijg je
toch de indruk dat men met de versla-
vingen van gisteren bezig is. Wie zit er
– buiten de drie grensgemeenten in het
Zuiden – nu op een wietpas te wachten?
Waarom laten we het problematisch
GHB-gebruik links liggen? De tot 2011
dominante volks gezondheidsaspecten
in het drugsbeleid raken volledig onder-
gesneeuwd.’
Ruud Rutten reageert op de ‘nieuwe drugs-
koers’ van het kabinet en reikt een alternatief
aan. Hij is voorzitter van de raad van bestuur
van Tactus Verslavingszorg en voorzitter van
het Netwerk Verslavingszorg, een kennis-
netwerk van GGZ Nederland dat bestaat uit
verslavingszorgdeskundigen. ‘Wat ontbreekt,
is een goed, wetenschappelijk onderbouwd
debat met de sector over de werkelijke
problemen. En dat moet verder gaan dan een
gesprek op de werkvloer. Profiteer toch van
wetenschappelijke inzichten en de bestuur-
lijke slagkracht die mogelijk is bij de bestrij-
ding van alcohol en drugsproblemen.’
MEDISCH BEROEPSGEHEIM: PRIVACY VERSUS VEILIGHEID
KOERS EN RESULTATENSterker en gezamenlijker optrekken. Die
koers hebben de forensische psychiatrische
centra in 2011 ingezet met het Kwaliteits-
programma Forensische Zorg. Voorwerk is
verricht, ana lyses zijn gemaakt en uitgangs-
punten werden omschreven. Thema’s
waarop instellingen elkaar vonden zijn:
identiteit, imago, resultaten van behande-
ling en strategie. Concreet is gewerkt aan
de verdere ontwik keling, toetsing en
overdracht van kwaliteits programma’s en
uitwisseling van best practices op het
terrein van bijvoorbeeld agressiehantering,
schema-focustherapie, ROM en verslaving.
FORENSISCHE ZORGVERSLAVINGSZORG
MEDISCH BEROEPSGEHEIM
‘HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM IS NIET VAN DE DOKTER, HET IS VAN DE PATIËNT EN HET IS KOSTBAAR.’ MARLEEN BARTH
ONMISBARE SECTOR
MET NIEUW ELAN
1 ‘Je krijgt discus sie over concentratie
van forensische zorg in dure, specia-
listische instellingen. Er wordt gezegd
dat de markt z’n werk moet doen.
Maar dan moet die markt er wel zijn.
Ik verwacht eerlijk gezegd meer van
het Kwaliteitsprogramma dan van
marktwerking.’
2 ‘Met nieuw elan laten wij zien dat
forensische zorg een onmisbare sector
is met een groot maatschappelijk
belang. Aan de hand van cijfers laten
we zien wat we voor stakeholders en
ketenpartners kunnen betekenen.’
RENDEMENT ‘Ons rendement mag beter over het
voetlicht: forensische zorg draagt bij aan
een veiliger samenleving. Wij zijn in staat
mensen met zeer problematisch gedrag
tot zelfinzicht te brengen en te behandelen
zodat er uiteindelijk minder slachtoffers
vallen.’ Joep Verbugt, bestuursvoorzitter
van GGz Eindhoven en de Kempen en
bestuurs lid van GGZ Nederland.‘
PROFITEER TOCH VAN WETEN SCHAPPELIJK INZICHT!
In de media en bij instellingen was
veel aandacht voor het onderwerp
geheimhouding en informatieverstrekking
aan derden. Aanleidingen waren onder
meer schietincidenten in Alphen aan
den Rijn en Baflo, waarbij daders in het
verleden onder behandeling van ggz
waren. Met privacy als hard uitgangspunt
ging GGZ Nederland op zoek naar
verheldering van wat kan en niet kan,
van wat mag en niet mag. Voorzitter
Marleen Barth licht toe.
‘Voor deze discussie actueel werd, had
GGZ Nederland in het bestuur en met
de leden al geconcludeerd dat het tijd
was om kritisch te kijken naar hetgeen
we opgeschreven hadden over het
beroepsgeheim. We stelden vast dat
geestelijke gezondheidszorg de afgelopen
jaren in rap tempo een andere positie
had gekregen, onder meer ook door onze
actieve participatie in de Veiligheidshuizen:
netwerken met politie, Justitie en jeugdzorg.
Juist in die Veiligheidshuizen is het delen van
informatie vaak cruciaal. Dat moet goed en
zorgvuldig gebeuren. Dat brengt voor onze
medewerkers dilemma’s met zich mee voor
de eigen veiligheid, de privacy en voor de
relatie met de patiënt.’
VEILIGHEIDSHUIZEN EN EIGEN DILEMMA’S
‘We zijn in gesprek gegaan met de
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij
ter bevordering van de Geneeskunst
(KNMG). Zij werkten aan een herziening
van de Handreiking beroepsgeheim en
politie/justitie. Die verscheen in februari
2012 en geeft een goede verheldering.
Toch is de wijze waarop de KNMG ermee
omgaat niet voldoende toereikend voor
ons. Internisten en dermatologen werken
niet in Veiligheidshuizen en onze medisch
specialisten, psychiaters en sociaal-
verpleegkundigen doen dat wel. Dat brengt
eigen dilemma’s met zich mee en daarom
werkt GGZ Nederland aan een actuele
handreiking die de toepassing van het
medisch beroepsgeheim, toegespitst op de
ggz, aanscherpt.
Voor ons is het belangrijk dat er heldere
en concrete omschrijvingen komen die
aansluiten op de beroepspraktijk. Draagvlak
in de sector en praktisch nut, daar gaat
het om. En of dat uiteindelijk in een hand-
reiking of een meldcode gebeurt, dat is
niet belangrijk. Het gaat erom dat wij als
werkgevers en als zorgaanbieders in de
ggz onze mensen en onze patiënten goede
bescherming kunnen bieden en de vrije
toegang tot zorg overeind houden.’
Hoe koos GGZ Nederland positie in het drugsdebat?
• Concentratie op preventiemaatregelen voor kwetsbare jongeren met (dreigend) alcohol-
en drugsgebruik. Bijvoorbeeld door goede voorbereiding op puberteit en uitgaansleven.
• Het Partnership Jeugd en Verslaving gaf vaste vorm aan de bestaande samenwerking
met jeugdzorg en kinder- en jeugdpsychiatrie.
• Het Netwerk Verslavingszorg wil meer grip krijgen op de landelijke verslavingsagenda.
En sprak af dat de verslavingszorginstellingen bestaande interventies met dezelfde doel-
stelling samenvoegen tot een Landelijk Basispakket Verslavingspreventie. Alleen gestan-
daardiseerde en op effectiviteit onderzochte interventies worden daarin opgenomen.
• Verslavingszorginstellingen gaan meer samenwerken op het gebied van preventie.
EEN GERAFFINEERD SPEL VAN REGEL GEVING
‘Onze grootste uitdaging is nu het verder
voorkomen van verslaving door vroeg-inter-
ventie, preventieve maatregelen en meer
aandacht in de eerste lijn. Het is de kunst
mensen tijdig in behandeling te krijgen.
Het accent leggen op de strafbaarstelling
van hun probleem helpt daarbij niet.
Natuurlijk is het goed om het aanbod van
bijvoorbeeld alcohol te beperken.
Maar als je bijvoorbeeld wietgebruik gaat
crimina liseren, schiet je in je eigen voet.
13
MED
ICAL
FACT
S.N
L GG
Z N
EDER
LAN
D W
ERKT
AAN
BRA
NCH
ECO
DE V
OO
R
UIT
ZON
DERI
NGE
N B
ERO
EPSG
EHEI
M
Verslaving moeten we blijven zien als een
aandoening. Het is een ziektebeeld. Wie er
aanleg voor heeft en in bepaalde leefom-
standigheden komt, raakt verslaafd. Dan
helpt voorkomen wel, maar verbieden niet.
Op macroniveau is verslavingszorg een
geraffineerd spel van regelgeving. Dat speel
je niet met de botte bijl, maar op basis van
wetenschappelijk inzicht en in goed overleg
met de sector.’
17SAMENWERKING
SAMENWERKINGToen de crisis daar was, wisten Landelijk Platform GGz,
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en GGZ Nederland
elkaar snel te vinden. Gezamenlijk ontwikkelden zij plannen
om tot meerjarenafspraken te komen, die de sector in
rustiger vaarwater moet brengen en de patiëntenzorg
versterkt. Met betrekking tot de transitie van de jeugd-ggz
naar de gemeenten werden de krachten gebundeld. En met
de bonden kon uiteindelijk toch een cao gesloten worden.
Was 2011 het jaar van de vruchtbare samenwerking?
02
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND18AU
GUST
US
INTERVIEW
Peter Niesink
NVvP
en
Marjan ter Avest
Landelijk Platform GGz
SAMEN EEN VUIST MAKEN, SAMEN DE KLOOF OVER ‘We hielden al een tijd rekening met bezuinigingen in de
ggz’, zeggen zowel Peter Niesink (NVvP) als Marjan ter Avest
(LPGGz). ‘De aard en omvang heeft ons echter wel verrast.’
Dat het kabinet een eigen bijdrage wilde invoeren was bekend.
Maar de hoogte en het discriminerende karakter brachten
grote verontwaardiging. Het was de trigger om schouder aan
schouder ten strijde te gaan.
Niesink blikt terug: ‘Dat wij samen konden en gingen actie voeren,
hadden we begin 2011 niet kunnen bevroeden, maar er was wel een
goede basis om dat te gaan doen.’ Ter Avest beaamt: ‘Er was grote
actiebereidheid bij alle achterbannen. Ik was onder de indruk van de
grootschalige mobilisatie vanuit de instellingen. We zagen bussen
het Malieveld oprijden. Vol patiënten, artsen, verpleegkundigen,
therapeuten en bestuurders. We zijn er nog steeds dankbaar voor
dat we samen in korte tijd zo’n vuist wisten te maken.
We stelden het op prijs dat zowel GGZ Nederland als de NVvP in 2011
steeds benadrukten dat het de acties van de patiënten moesten zijn.
Wij mochten het voortouw nemen en daarbij konden we terugvallen
op hun, veel grotere, organisaties. GGZ Nederland en NVvP gaven
ons letterlijk het veld en het podium.’
STRATEGISCHE ALLIANTIES
De banden tussen GGZ Nederland en de Nederlandse Vereniging
voor Psychiatrie zijn altijd goed geweest, ’ beschrijft Peter Niesink.
‘Niet in de laatste plaats omdat leden van de vereniging vaak ook
actief zijn bij GGZ Nederland in commissies en bestuur. Toen we
op 9 juni 2011 door de minister op de hoogte werden gebracht
van de onwaarschijnlijk hoge bezuinigingen, was er al een stevige
samenwerkingsbasis. Daarbij komt dat GGZ Nederland steeds meer
oog heeft voor samenwerking en strategische allianties.’
‘Mijn indruk is dat er de afgelopen jaren veel veranderd is bij GGZ
Nederland’, beschrijft Marjan ter Avest. ‘Er ontstaat meer ruimte
voor het cliëntperspectief waarvoor het Landelijk Platform GGz staat.
Wij zijn welkom om in verschillende stuurgroepen onze stem te
laten horen. We krijgen mogelijkheid om vanuit patiëntperspectief
deelprojecten uit te voeren op drie grote trajecten van GGZ
Nederland: ROM, patiëntveiligheid en Herstel en Burgerschap.’
‘We werken al langer samen op terreinen als de ontwikkeling van
ROM, wetgevingstrajecten zoals de aanstaande Wet Verplichte
GGZ, de meldcode kindermishandeling en de stuurgroep dwang
en drang’, vertelt ook Niesink. ‘Onze organisaties hebben als
kernwaarde dat je met samenwerking het verst komt. Daarbij moet
gezegd worden dat GGZ Nederland hierin als branchevereniging
in de zorg heel vooruitstrevend is. Het is soms best ingewikkeld
om steeds afstemming te zoeken met patiëntenorganisaties en
beroepsverenigingen. Maar GGZ Nederland blijft dat doen.’
Tot welke concrete resultaten leidde de samenwerking in 2011?
‘De diverse partijen waarmee wij van doen hebben - zoals het
ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland, het College voor
Zorgverzekeringen en de Nederlandse Zorgautoriteit - hebben heel
goed in de gaten dat wij een front vormen,’ weet Niesink.
Ter Avest: ‘In de stuurgroep ROM probeerden we de discussie
steeds terug te brengen naar de kernvraag wat het bijdraagt aan
het primaire behandelproces van de patiënt. Voor patiëntveiligheid
hebben we concrete handreikingen ontwikkeld voor patiënten- en
cliëntenraden. Samen met GGZ Nederland en de NVvP richtten we
een stichting op voor stigmabestrijding.’
Op welke punten scherpen GGZ Nederland, het Landelijk
Platform GGz en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
elkaars geest bijvoorbeeld?
‘Wij zijn van mening dat het lerend vermogen van de
ggz-instellingen beter kan’, zegt Ter Avest. ‘Als je bijvoorbeeld de
enorme hoeveelheid good practices om dwang en drang fors te
verminderen vergelijkt met wat daar over de hele linie van in de
praktijk wordt gebracht. Dit magere resultaat is niet te verkopen
aan cliënten en familie. Wij verwachten van de raden van bestuur
dat dit de komende jaren hoog op de agenda staat en dat de
Argusregistratie overal wordt gehanteerd.’
Wat ook hoog op de agenda moet staan is het familiebeleid.
Slechts drie van de veertig instellingen voldoen aan onze eisen
voor een goed familiebeleid en ontvingen onlangs van ons
een familiester. Wij hanteren via www.lpggzsterren.nl dit
kwaliteitskeurmerk vanuit patiënten- en familieperspectief.
In ziekenhuizen krijg je diagnosegesprekken en behandelplannen
ook aangeboden in aanwezigheid met je naasten. In de ggz is dat
niet vanzelfsprekend. Terwijl is aangetoond dat familie van belang
kan zijn bij behandeling en eventueel herstel.’
‘De NVvP wordt graag betrokken bij trajecten om bijvoorbeeld te
komen tot een convenant Politie en GGZ Nederland. Wij becom-
mentariëren de teksten en geven adviezen’, beschrijft Peter Niesink.
‘Maar een puntje van kritiek in deze is wel, dat we hierin ook
volwaardig partner zouden willen zijn. GGZ Nederland moet durven
om dergelijke strategische samenwerkingsverbanden ook te
delen met het Landelijk Platform GGz en onze vereniging. Immers
psychiaters zijn meestal de belangrijkste uitvoerders van dergelijke
afspraken.’
WAAR WE DE
DEGENS KRUISEN,
ONTSTAAT EFFEC-
TIEVE DIALOOG
‘Het is goed dat we de afgelopen
jaren weer de focus kregen op wat we
gemeenschappelijk hebben. Samen
moeten we aantonen dat ggz van enorme
waarde is voor Nederland. Daarnaast is
het mooi dat we elkaar de ruimte geven
om van elkaar te verschillen.
We staan vanzelfsprekend ook wel
eens tegenover elkaar. Met name rond
incidenten die vaak diep treurig zijn en
aanleidingen vormen om structureel
verbeteringen te realiseren. Daar waar
we de degens kruisen, ontstaat een
respectvolle en effectieve dialoog die
moet leiden tot verbetering van de zorg
en positie van de patiënt.
Vaak speelt de kloof tussen ggz en
somatische zorg ons parten. En die
dichten we alleen als we schouder aan
schouder blijven vechten voor erkenning
van de meerwaarde van ggz.’
Marjan ter Avest (en Peter Niesink).
01
MED
ICAL
FACT
S.N
L GG
Z N
EDER
LAN
D TE
LEU
RGES
TELD
OVE
R U
ITW
ERKI
NG
MO
TIE
VAN
DER
STA
AIJ/
BRU
INS
SLO
T
19SAMENWERKING
‘HET IS GOED DAT WE DE AFGELOPEN JAREN WEER DE FOCUS KREGEN OP WAT WE GEMEENSCHAPPELIJK HEBBEN.’
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND20SE
PTEM
BER
EFFECTEN EIGEN BIJDRAGE• Om de gevolgen van de eigen bijdrage
in beeld te krijgen, startte GGZ
Nederland een online onderzoek samen
met de Nederlandse Vereniging voor
Psychiatrie, het Landelijk Platform
GGz en de Nederlandse Vereniging van
Vrijgevestigde Psychotherapeuten.
Op de website www.rechtopzorg.nl
konden patiënten een vragenlijst
invullen. De uitslag werd bekend-
gemaakt in 2012.
• Het Landelijk Platform GGz spande een
rechtszaak aan tegen de staat omdat
de eigen bijdrage voor psychiatrische
patiënten niet rechtmatig is en
discriminerend. GGZ Nederland,
de NVvP, de NVVP en enkele ggz-
instellingen steunen het platform.
• Zorgverzekeraars Nederland constateert
dat het innen van de eigen bijdrage
voor verblijf praktisch onuitvoerbaar is.
Iedere zorgverzekeraar gaat daar op
zijn eigen manier mee om. De één int
wel en de ander niet.
ONTSLAGGOLF
De bezuinigingen zorgden voor een
ontslaggolf in de branche. Ondertussen
dreigt er over vijf jaar – en hier en daar
ook nu al – een tekort aan medewerkers.
‘Een enorm dilemma voor de
instellingen’, beschrijft Van der Plank.
‘Velen zijn in 2011 op regionaal niveau
met de bonden bezig geweest om
te komen tot een goed sociaal plan.
Inmiddels hebben we de effecten
wat meer in beeld: enkele duizenden
medewerkers verliezen helaas hun baan.
Dat is en blijft pijnlijk. Uitgangspunt is
steeds dat we zoveel mogelijk bemiddelen
van werk naar werk. In de instelling, in de
regio of in de zorg als geheel. Ook behoud
van kennis en ervaring voor de branche is
een belangrijk uitgangspunt. Ondanks de
bezuinigingen. Want straks zijn de experts
weer keihard nodig. We willen dus toch
ook met de overheid komen tot goede
afspraken voor een groeipad voor de
toekomst. We zien nadrukkelijk redenen
en mogelijkheden om slimmer te gaan
werken: op proces en op competenties.
Daarover gaan we aan de hand van onze
visie ‘Zorg werkt!’ in gesprek met de
beroepsgroepen en met de overheid. Er is
grote spanning tussen de noodzaak nu en
de uitdaging straks.’
EIGEN GELUID
CAO EN ARBEIDSMARKTGGZ Nederland wist in 2011 een cao af
te sluiten. Maar het was een moeizaam
traject. De bezuiniging die plompverloren
over de ggz werd uitgestort, had een
verlammend effect op het verloop van de
onderhandelingen.
Bestuurslid van GGZ Nederland en
delegatieleider Rob van der Plank: ‘De leden
verzochten ons in te zetten op flexibilisering.
Maar daarover viel met de bonden op geen
enkele manier te praten. Het was taboe.
Zeer teleurstellend in onze ogen. Zeker in
het licht van de huidige arbeidsmarkt.’
ARMSLAG
‘We hebben ons uiteindelijk beperkt tot
het geld en alle andere onderwerpen
doorgeschoven naar de volgende ronde.
We wilden de impact van de bezuinigingen
in toom houden. Daarom werd het een cao
met een beperkte looptijd. Dat geeft ons
als branche meer speelruimte. In zekere zin
hebben we de leden behoed voor voldongen
feiten die nog jaren geld kosten. We kunnen
straks in de actuele, politieke situatie nog
goed nadenken over 2013 en verder.’
HANDREIKING
‘Uiteindelijk stelden de bonden zich
op het standpunt dat de bestaande
cao al behoorlijk wat ruimte geeft om
medewerkers flexibel in te zetten. De cao
bevat veel zogenaamde kan-bepalingen. Die
handschoen hebben we opgepakt.’
HOE VERDER?
GGZ Nederland beraadt zich in 2012 tijdens
een tweetal conferenties met de leden
op de nieuwe cao-inzet. Want het moet
voor instellingen mogelijk zijn om beter
en sneller in te spelen op de regionale
arbeidsmarktsituatie.
01
REF
ORM
ATO
RISC
H D
AGBL
AD G
GZ N
EDER
LAN
D BL
IJ M
ET B
RAN
DBRI
EF A
SSCH
ER (B
EZU
INIG
-IN
GEN
)
08
SKI
PR G
GZ N
EDER
LAN
D TE
GEN
‘AFT
OPP
EN’
VAN
ZW
AARS
TE D
BC’S
16
PER
SBER
ICH
T GG
Z N
EDER
LAN
D BE
ZUIN
IGIN
GEN
GGZ
VERO
ORZ
AKEN
WAT
ERBE
DEFF
ECT
SKIP
R N
VZ E
N G
GZ N
EDER
LAN
D VE
RDEE
LD O
VER
KABI
NET
SPLA
NN
EN
GGZ Nederland wil uit de slipstream
van de ziekenhuizen en de gehandicap-
teninstellingen. Wil zich nadrukkelijker
profileren op eigen titel. Zowel in de
arbeidsmarkt als richting de bonden.
Van der Plank: ‘Uiteindelijk vissen we in
dezelfde vijver, dan wil je toch als branche
een eigen geluid laten horen.
Ook met het arbeidsvoorwaardenpakket.
Waar die accenten dan liggen? Die discussie
voeren wij in 2012 met de leden als we
spreken over modernisering van de cao.
We willen aantrekkelijk blijven als werk-
gever, we zien die krappere arbeidsmarkt
op ons afkomen. In de totale gezondheids-
zorg vergrijst de ggz het snelst. Daarnaast
zien we dat de ggz te maken heeft met
groei. Slimmer werken zal een thema
zijn. Dat kan betekenen dat je andere
competenties van mensen vraagt en anders
aantrekkelijker wordt als werkgever.’
21
TRANSITIE JEUGD-GGZ: DE HAKKEN ZIJN UIT HET ZAND INTERVIEW
Rita van de Wouw, directeur Herlaarhof Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Het is de vraag of het er echt van komt en waar het dan toe
leidt: de transitie van jeugd-ggz naar gemeenten. Maar ondanks
dat signaleert Rita van de Wouw, directeur van Herlaarhof
Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie dat de hakken uit het
zand zijn. De jeugd-ggz zet zelf sterk in op samenwerking.
Van de Wouw was nauw betrokken bij het project ‘Een goed begin
is het halve werk’ en bij de handreiking Integrale Zorg die begin
2012 verscheen. In het land sprak ze wethouders over de betekenis
van jeugd-ggz voor gemeenten. ‘Aanvankelijk bespeurde ik binnen
de instellingen en gemeenten veel weerstand en een negatieve
beeldvorming. Inmiddels zie ik dat partijen elkaar op alle niveaus
echt ontmoeten. De kinder- en jeugdpsychiatrie zoekt nadrukkelijk
de niet-vrijblijvende samenwerking met de jeugdhulpverlening en
Centra voor Jeugd en Gezin. Er is veel winst geboekt, maar we zijn er
nog lang niet.’
IMPACT
‘Wat de impact van de voorgenomen transitie zal zijn op
instellingsniveau is nog niet duidelijk. Garanties geeft de minister
niet. Het is behoorlijk lastig wanneer je regionaal werkt. Want hoe
verhoudt je werk zich dan tot gemeentelijk beleid? Is er sprake van
één beleidslijn? Op welk niveau wil een gemeente afspraken gaan
maken? Er zijn gemeentes die ons zien als paraoverheid, dus bijna
als een gemeentelijke afdeling. Er zijn ook gemeentes die spreken
over ‘output’ financiering, waarmee meer beleidsvrijheid ontstaat.
Ook als het gaat om indicatiestellingen is het onvoldoende door-
gedrongen dat wij werken in het publieke domein, maar evengoed
in het private domein. Bij multiprobleemgezinnen waar veel
instellingen actief zijn, kan het Centrum voor Jeugd en Gezin
als regisseur nuttig zijn. Maar er zijn ook genoeg gezinnen waar
een verwijzing via de huisarts of kinderarts voldoende is.’
Een rechtstreekse verwijzing blijft een “must”. De laatste anderhalf
jaar heeft de kinder- en jeugdpsychiatrie het kennisaanbod
flink uitgebreid richting scholen, Centra voor Jeugd en Gezin,
jeugdhulpverlening, huisartsen en ziekenhuizen. ‘Dat is nodig ook’,
stelt Rita van de Wouw. ’Ziekenhuizen en huisartsen hebben de
rol van de ggz duidelijk op het netvlies. Van oudsher zijn de lijnen
kort. Je weet elkaar te vinden op medische verantwoordelijkheid
en via de medische verwijspatronen. Voor scholen, gemeenten en
ook voor de jeugdhulpverlening ligt dat toch anders. Nu we daarin
actiever optreden, wordt veel duidelijker wat wij doen en bieden
we onder meer consultatie en ondersteuning aan. Soms wordt
er te willekeurig gebruik gemaakt van onze expertise. Een school
heeft de vrijheid thema’s naast zich neer te leggen, de kinder- en
jeugdpsychiatrie in het Zorgadviesteam te betrekken of niet.
Landelijke richtlijnen en geformaliseerd beleid zouden goed zijn.’
GEMEENTEN
Aantoonbaar maken dat preventieve samenwerking goed effect
heeft, is lastig. Hoe toon je aan dat iets niet is gebeurd? Toch geloof
ik dat wij onze meerwaarde kunnen laten zien. Gemeenten zijn
erbij gebaat om risicogroepen, zoals multiprobleemgezinnen
snel in beeld te hebben. Daarvoor is preventief overleg belangrijk.
De ggz kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Wij analyseren,
diagnosticeren en behandelen immers snel.’
GARANTIES
‘Welke garanties er in 2011 zijn verkregen voor het behoud van de
kwaliteit en de toegankelijkheid van gespecialiseerde jeugdzorg?
Geen. Zelfs de brief die de minister en staatssecretaris van VWS
daarover op 27 april 2012 schreven, blijft vaag. En dat is zorgelijk.
Veel gemeenten moeten 20% bezuinigen. Gelden zijn niet geoor-
merkt voor jeugd-ggz, dus dan kun je wel raden wat daarmee
gebeurt. Dit moeten wij echt op alle beleidsniveaus hoog op de
agenda houden!’
GGZ Nederland vindt de transitie van
jeugd-ggz naar gemeenten niet nodig en
schreef daarover op 10 mei 2011 een brief
aan de leden van de algemene commissie
voor jeugdzorg van de Tweede Kamer.
Samen met het LPGGz en de NVvP.
GGZ Nederland vindt scherp en adequaat
toezicht op kwaliteit van zorg van het groot-
ste belang. Het gaat immers om minder -
jarige, kwetsbare burgers. De kwaliteit van
hun zorg en de toegankelijkheid ervan mag
door de transitie geen enkel gevaar lopen.
BELANG VAN BOVENREGIONAAL
Onder jeugd-ggz vallen ook de behande-
lingen van zeldzame aandoeningen als
schizofrenie, syndroom van Gilles-de la
Tourette, eetstoornissen en een delier. Juist
deze onderdelen van de zorg vragen vaak
kostbare, hoogkwalitatieve en intensieve
zorg die niet lokaal, maar bovenregionaal
georganiseerd moet worden.
Ook is het de vraag hoe de derdelijnszorg,
academische zorg, wetenschappelijk
onderzoek, innovatie en verbetering van
behandelrichtlijnen overgedragen moeten
worden aan de gemeenten.
Uit de voortgangsbrief stelselwijziging jeugd
'Geen kind buiten spel' van 27 april blijkt dat
de staatssecretarissen geen enkele rol zien
voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Dat verbaast GGZ Nederland. Omdat de
jeugd-ggz ook na een eventuele transitie
curatieve zorg blijft, is het passend dat het
kwaliteitstoezicht van de IGZ op de jeugd-
ggz blijft bestaan. Zoals niemand
zou accepteren dat chirurgie of orthodontie
per gemeente gaat verschillen, zo moet
dat ook zijn bij de curatieve jeugd-ggz.
Het gaat immers om een verzekerd recht
op zorg van iedere burger.
GGZ NEDERLAND
BEPLEIT BORGING
WETTELIJK RECHT OP
ZORG EN TOEZICHT
SAMENWERKING KRIJGT DOORSTART‘Overal in het land zie ik dat er bestuur-
lijke verbanden ontstaan met de jeugd-
hulpverlening en andere zorgpartners.
Dat is een verworvenheid. Samenwerking
op het gebied van de kinder- en jeugdzorg
krijgt zo een doorstart. De transitie is
niet per se nodig. Maar het geeft een
onvoorstelbare impuls.’
Rita van de Wouw
19
SKI
PR B
EGRO
TIN
G VW
S KR
ITIS
CH
ON
TVAN
GEN
29
DE
VOLK
SKRA
NT
DUIZ
ENDE
N B
ANEN
WEG
IN
DE
ZORG
TE
LEGR
AAF,
DE
VOLK
SKRA
NT,
AD,
TRO
UW
, PA
ROO
L AD
VERT
ENTI
ES P
SYCH
IATR
ISCH
E PA
TIËN
TEN
EN
OPR
OEP
TW
EEDE
KAM
ER
SAMENWERKING
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND22
FINANCIERINGDe algemene ledenvergadering van GGZ Nederland besloot
in juni het overleg met VWS op te schorten vanwege de
buitenproportionele bezuinigingen. Dat was de roerigste
ledenvergadering aller tijden. Na de zomer kwam het overleg
weer op gang. Onze inzet: rustiger vaarwater voor onze leden,
een meerjarenakkoord zodat we op een duurzame manier
de besparingen kunnen realiseren die iedereen zo belangrijk
vindt. Geef ons de ruimte om te laten zien dat Zorg werkt!’
Sybren Bangma, vice-voorzitter GGZ Nederland.
OKT
OBE
R
13
PER
SBER
ICH
T GG
Z N
EDER
LAN
D RI
CHTL
IJN V
OO
R BE
TERE
CO
MM
UN
ICAT
IE
HU
ISAR
TS -
TWEE
DELI
JNS
GGZ
14
ZO
RGVI
SIE
GGZ
NED
ERLA
ND
PRAA
T W
EER
MET
SC
HIP
PERS
03
23
VIER DRINGENDE VRAGENGGZ Nederland dringt op 1 november
2011 per brief aan op actie bij de
Vaste Kamercommissie voor VWS.
De brancheorganisatie legt vier dringende
verzoeken neer voor de minister van VWS.
1 Verhaal de gevolgen niet op de
ggz-instellingen wanneer de geplande
bezuinigingen in 2012 niet gehaald
worden, zoals het CPB voorspelt.
2 Vertel hoe u de gevolgen van de invoering
van de eigen bijdrage en de andere
bezuinigingen in kaart wil brengen.
3 Investeer meer in kennis over de ggz in
de eerste lijn, zodat behandelaars in de
tweede lijn zich meer kunnen focussen
op de patiënten die daar thuishoren.
4 Wees bereid in gesprek te gaan met de
Kamer over het voortbestaan van de
eigen bijdrage in de tweedelijns ggz en
voor verblijf, wanneer de gevolgen ervan
daartoe aanleiding geven.
RESULTAAT
De minister heeft een monitor ingesteld
naar de effecten van de eigen bijdrage
voor kwetsbare groepen in de samenleving
in zijn algemeen. De eerste resultaten
daarvan zijn naar verwachting beschikbaar
in september 2012.
EINDELIJK, EINDELIJK… PRESTATIEBEKOSTIGINGEr is geen enkele reden om de ggz
finan cieel anders te benaderen dan
andere medische specialismen. Patiënten,
professionals en instellingen ervaren de
AWBZ al jaren als stigmati serend en
discriminerend. Sinds 2008 verricht GGZ
Nederland veel voorbereidend werk voor
de overstap van de ggz naar prestatie-
bekostiging in de Zorgverzekeringswet.
Begin 2012 – vier jaar na invoering van
de DBC’s in de ggz – is het eindelijk zover:
de besluitvorming over prestatiebekostiging
is (bijna) definitief. Per 2013 behoren de
tijden van dubbele boekhoudingen (in DBC’s
en in de oude NZa-parameters) en een
overmaat aan bureaucratie en admini-
stratieve lasten als het goed is voorgoed
tot het verleden. De Eerste en Tweede Kamer
zijn akkoord. De sector verwacht dat het
schrappen van de dubbele registratie een
forse besparing zal opleveren.
GEEN B-SEGMENT, GEEN MARKTWERKING
In de ggz komt geen B-segment – een
categorie behandelingen waarvoor
zorgaanbieders zelf de prijzen mogen
vaststellen. Dat is overeengekomen met de
minister. In plaats daarvan wordt er gewerkt
met bandbreedtetarieven. Dat zijn tarieven
die zorgverzekeraars en instellingen in
overleg met elkaar bepalen, binnen een door
de NZa vastgestelde bandbreedte. Van vrije
tarieven en meer marktwerking is voorlopig
geen sprake in de ggz.
21
ZO
RGVI
SIE
ON
TSLA
GGO
LF B
EDRE
IGT
GGZ
FINANCIERING
ROM GEEFT INZICHT EN VEERKRACHTDe ggz in Nederland is internationaal
koploper op het gebied van Routine
Outcome Measurement (ROM) waarmee
de effectiviteit van behandelingen
beter inzichtelijk wordt en patiënt en
behan delaar zo nodig tijdig kunnen
bijsturen. Het was goed geweest wanneer
het kabinet dit voorafgaand aan de
bezui nigingsronde had erkend. Dat zou
bijdragen aan de verhoging van de
kwaliteit en aan kostenbeheersing in
de ggz-sector. GGZ Nederland hecht
groot belang aan de inhoudelijke door-
ontwikkeling van ROM voor de ggz-
praktijk en wil dat doen in samen werking
met het Landelijk Platform GGz, het
Nederlands Instituut van Psychologen
en de Nederlandse Vereniging voor
Psychiatrie, de vele experts en kennis-
centra.
LANGDURENDE ZORG: TRANSITIE NAAR WMO VRAAGT FLEXIBELE FINANCIERINGDe in 2011 ingezette decentralisatie van
de begeleiding van de AWBZ naar de
Wmo biedt volgens de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) unieke
mogelijkheden aan gemeenten om de
ondersteuning voor mensen met een
beperking op een betere manier te
organiseren. Jaap Fransman, bestuurslid
van GGZ Nederland en voorzitter van
de RIBW Alliantie, zet daar wel enkele
kanttekeningen bij.
Door de transitie naar de Wmo worden
gemeenten belangrijkere financiers
voor RIBW’s en ggz-aanbieders. In 2011
heeft de Alliantie het document ‘Anders
Professioneel’ in de steigers gezet. Het
is een hulpmiddel voor zorgaanbieders
bij de nieuwe contacten met gemeentes,
verwijzers en ketenpartners.
Fransman: ‘De Wmo is een participatiewet,
uitgangspunt is wat iemand wèl kan. Dat is
een goede ontwikkeling die sluit ook aan bij
de inspanningen van GGZ Nederland op het
gebied van Herstel en Burgerschap. Waarbij
meer en meer gewerkt wordt met herstel-
ondersteunende methodieken, ervarings-
deskundigen en vrijwilligers. Dat verbetert
voor velen de kwaliteit van leven aanzienlijk.
Kanttekening is dat deze patiëntengroep
vaak lange tijd zelfstandig functioneert en
dan met tussenpozen intensieve zorg en
begeleiding nodig heeft. Die zorg moet
integraal zijn, dus zowel begeleiding als
behandeling omvatten. De bekostiging
daarvan beweegt nu nog niet voldoende
mee. Vanuit de Wmo kan iemands recht op
zorg te snel vervallen. Dat vraagt nauwe
samenwerking van zorgverzekeraars en
gemeenten.
CENTRUMGEMEENTEN
Een ander risico is dat zorgaanbieders met
alle gemeenten apart gaan onderhandelen.
Dat kost enorm veel tijd, per RIBW kunnen
dat wel dertig of veertig gemeenten zijn.
De RIBW Alliantie bepleit dan ook bij de VNG
dat er gemeenschappelijke inkoopcentra
of centrumgemeenten worden aangesteld.
‘Een zekere schaalgrootte is ook efficiënter’,
zegt Fransman, ‘onder meer met het oog
op de op te bouwen kennis over ggz door
gemeenten.’
‘INTRAMURAAL WAAR HET MOET, AMBULANT WAAR HET KAN’JAAP FRANSMAN
HERSTEL EN BURGERSCHAPDe ggz wil samen met patiënten en
maat schappelijke partners werken aan
het verbeteren van de positie van de
patiënt. Enerzijds door meer samen te
werken in de wijk aan ‘burgerschap’ en
anderzijds door de principes van ‘herstel’
in te voeren in de zorg. RIBW’s werken
daarbij samen met ambulante vakteams
en zorgpartners.
Van 2009 tot en met 2011 werd met dat
doel een project gefinancierd door VWS.
Het project is gestopt, maar de ambities
zijn nog actueel. Daarom ondersteunt
GGZ Nederland haar lidinstellingen op
veel manieren bij het realiseren van de
ambities rondom Herstel en Burgerschap.
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND24N
OVE
MBE
R
‘Legitimiteit leveren voor keiharde bezuinigingen, daarvoor
lenen wij ons niet. Stop het overleg met VWS maar. Dat was de
teneur tijdens de algemene ledenvergadering van GGZ Neder-
land in juni 2011’, vertelt vice-voorzitter Sybren Bangma. ‘Het
bestuur volgde de koers van de leden volledig. Zij waren de gro-
te sturingsfactor in het hele proces en bepaalden het moment
waarop we weer aan tafel gingen met de minister van VWS’.
‘Uiteindelijk maakte de minister een gebaar van goede wil. In de
uitwerking van de bezuinigingen, gingen de scherpe kantjes er iets
af voor onze instellingen. Er kwam een volumekorting in plaats van
een tariefkorting. Daardoor zijn we nu in staat om de wachtlijsten
weg te werken. De minister liet zien dat het haar menens was en
toen was het moment daar: GGZ Nederland kwam weer aan de
overlegtafel.
ENORM VERSTEVIGD
Nee, ten opzichte van de leden was dit niet lastig. Als bestuur en
leden trokken we gezamenlijk op vanaf het eerste moment dat dit
over ons heen kwam. Nu al bijna een jaar lang gaat er elke week een
mail naar hen toe over het verloop van de lobby.
We riepen als bestuur een werkgroep van leden in het leven waarin
iedereen kon meepraten over de impact van de bezuinigingen en
de gewenste inzet voor het meerjarenakkoord. Veel leden stonden
medewerkers af met expertise op specifieke gebieden. Heel relevant
voor de technische en juridische uitwerking van bezuinigingsbeleid
op instellingsniveau. Dat heeft het draagvlak onder de leden enorm
verstevigd. We treden meer saamhorig op dan ooit. Ik vind dat
zowel mooi als logisch: bestuur en leden van GGZ Nederland hebben
in 2010 een gedeelde visie op de toekomst van de ggz neergelegd
in ‘Zorg werkt!’. We hebben heel helder in beeld wat we willen
en niet willen. Daarmee zijn we bereid het gesprek aan te gaan
om de belangen van de leden én de patiënten te dienen. Richting
bewindslieden en in de media. Zorgvuldig. Met een heldere strategie
die werkt.
NIET DE RUST VAN HET KERKHOF
We zetten met name in op een paar jaar rust voor de sector. Dat
wordt niet de rust van het kerkhof en gemakkelijk wordt het op geen
enkele manier. Maar raden van bestuur moeten weten waarop ze
kunnen sturen. Een zekere mate van beleidsmatige voorspelbaarheid
is dringend nodig!
Het realiseren van onze visie ‘Zorg werkt!’ is de inzet van GGZ
Nederland bij de meerjarenafspraken met VWS. We willen samen de
randvoorwaarden creëren om duurzame besparingen te realiseren.
Daarvoor is flexibiliteit nodig in de verschillende financiële kaders.
En er moet ruimte zijn voor innovatiegelden. Want ‘Zorg werkt!’
betekent: ambulantisering, inzetten van e-health en andere
besparende innovaties, ontbureaucratisering en preventie.
Daar is in de loop van het jaar nog de Basis-ggz bijgekomen omdat
dat een stevig gevoelde wens van de kant van VWS is. Dat zal een
deel van de patiëntenstroom verplaatsen van de tweede naar de
eerste lijn. Voor de bedrijfsvoering van onze instellingen is dat niet
per se een goede ontwikkeling, maar voor de patiënt moet dat zeker
op de langere termijn stabiele, toegankelijke en veilige geestelijke
gezondheidszorg opleveren. Daarom zetten wij ons daar van harte
voor in.
EIGEN BIJDRAGE MOET VAN TAFEL
En natuurlijk gaat het overleg ook over de eigen bijdrage en een
behoorlijk groeipercentage de komende jaren. Bij marktwerking
hoort een gelijk speelveld met dezelfde regels en dezelfde rechten
voor nieuwe aanbieders en bestaande instellingen. Ieder moet op
dezelfde manier kunnen werken en groei moet voor ieder in gelijke
mate mogelijk zijn.
In beginsel moet de eigen bijdrage exclusief voor de ggz van tafel.
Dat kan natuurlijk op twee manieren: of hij gaat er helemaal uit
of je voert de eigen bijdrage ook elders in. Met allebei kunnen wij
leven. Maar we hebben wel gezegd, wat je ook doet er moet een
uitzondering komen voor de laagste inkomens. Omdat we nu al zien
dat daar, met name als gevolg van de eigen bijdrage, vraaguitval
plaatsvindt. In de grote steden, bij de verslavingszorg, bij de
ouderenpsychiatrie. Wij hebben als bestuur tegen elkaar gezegd:
‘In een stinkend rijk en beschaafd land als Nederland hoort toegang
tot zorg niet afhankelijk te zijn van de dikte of de dunte van je
portemonnee.’
BESTUUR EN LEDEN STAAN SCHOUDER AAN SCHOUDER
INTERVIEW
Sybren Bangma
vice-voorzitter
GGZ Nederland
IEDEREEN ZIET HET GEBEURENBezuinigingsmaatregelen veroorzaken
vaak een waterbedeffect. Nu al stromen
psychiatrische patiënten, geremd door de
eigen bijdrage van 200 euro, niet meer
binnen via de reguliere zorg, maar via de
veel duurdere eerstehulpdiensten van de
ziekenhuizen. Patiënten wachten langer
om zich aan te melden, zijn zieker, kosten
meer aandacht en dus meer geld.
25
'SAMENWERKING TUSSEN VERSCHILLENDE DISCIPLINES BETEKENT NIET DAT ANDERSMANS EXPERTISE MOET WORDEN OVERGENOMEN'
‘TOEGANG TOT ZORG HOORT NIET AFHANKELIJK TE ZIJN VAN DE DIKTE OF DUNTE VAN JE PORTEMONNEE.’
23
PER
SBER
ICH
T GG
Z N
EDER
LAN
D PR
OJE
CT
MEN
SKRA
CHT
WIN
T AN
DRÉE
VAN
ES-
PRIJS
FINANCIERING
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND26
07
DE
VOLK
SKRA
NT
REGE
LS V
OO
R GE
BRU
IK V
AN
ISO
LEER
CEL
AAN
GESC
HER
PT
09
PER
SBER
ICH
T GG
Z NE
DERL
AND
GGZ
NEDE
RLAN
D H
KZ E
N IG
Z M
AKEN
AFS
PRAK
EN O
VER
VE
RBET
EREN
PAT
IËN
TVEI
LIGH
EID
DECE
MBE
R
ADVERTENTIECAMPAGNE JUNI 2011
ADVERTENTIECAMPAGNE SEPTEMBER 2011
En kwaad. En vooral vreselijk bezorgd.Niet omdat er bezuinigd gaat worden. Dat is nodig. Dat weten wij ook.We zijn boos over hoe er bezuinigd gaat worden.
Het kabinet laat de geestelijke gezondheids-zorg (ggz) en Verslavingszorg opdraaien voor 35% van de bezuinigingen in de zorg, terwijl ze 10% besteedt!
De plannen van het kabinet zijn onrecht- vaardig.En onuitvoerbaar. Zelfs ontoelaatbaar. En discriminerend.De ggz kan en wil MILJOENEN bezuinigen. Als we de kans krijgen. Daarom komen wij zelf met betere plannen.Die duurzaam zijn en meer opleveren. Voor IEDEREEN.
GELIJKE RECHTENIeder mens heeft recht op gelijke behande-ling. Dat is de basis van onze Nederlandse rechtsstaat.Gelukkig maar. Toch maakt het kabinet in haar nieuwe plannen onterecht onderscheid tussen patiënten met zware PSYCHISCHE aandoeningen en die met LICHAMELIJKE klachten.
De een krijgt straks wel een hoge eigen bijdrage. De ander niet. Maar waarom moet iemand met schizofrenie straks ongelofelijk veel meer betalen dan iemand met de ziekte van Parkinson?Of kan iemand met een manisch-depressieve stoornis straks door de hoge bijdrage geen zorg meer betalen en een persoon met multiple sclerose wel?Wat is het verschil tussen deze patiënten? NIKS!Vinden wij. Allemaal hebben ze recht op betaalbare zorg.
GROTE GEVOLGENWaarom zijn de gevolgen zo groot?• Naast de hoge eigen bijdragen voor psy-
chische aandoeningen, gaat er 7% van de ggz-budgetten af. Dit houdt in dat er lange wachtlijsten komen voor deze patiënten die vaak acuut zorg nodig hebben.
• Deze groep mensen zit nu al op een inkomen van 30% lager dan de rest van de bevolking. Het is voor hen extra moeilijk om een betaalde baan te vinden en rond te komen.
• Als zij de eigen bijdrage moeten betalen is de kans groot dat ze zorg mijden.
Als onze patiënten door de hoge eigen bijdra-gen psychiatrische hulp niet meer kunnen betalen, dan betekent dit dat ze geen toe-gang meer hebben tot de juiste medicatie of andere vormen van hulp.
Denk aan verslaafden die weer op straat terecht komen, terwijl ze nu hulp en opvang krijgen. Of mensen met een psychose die aan zichzelf en anderen schade kunnen toebren-gen als ze niet geholpen worden. Kortom, het is zeer onwenselijk en ook onveilig als dit gaat gebeuren. Daar is niemand in onze samenleving mee geholpen. Dat lijkt ons duidelijk.
DIT KAN BETERWe moeten efficiënt met geld om gaan. Maar dit kan echt anders. Dit kan veel beter. We kunnen bezuinigen door meer patiënten te helpen via online coaching oftewel e-mental health. En door meer mensen in hun eigen omgeving op te vangen in plaats van in een instelling. Dit kan uiteindelijk honderden MILJOENEN opleveren.
De maatregelen van het kabinet doen niets aan de bestaande knelpunten. Sterker nog, ze belemmeren juist de innovatie in de zorgsector. Het zijn korte termijn bezuinigingen. Geen duurzame bezuinigingen.
ACTIEWij willen vooral gelijkheid en rechtvaardig-heid.
Betaalbare zorg voor iedereen. En daarom gaan we actie voeren. Op 27 juni beginnen we met een estafette-opnamestop bij ggz-instellingen door het hele land. Wij willen ons excuseren aan patiënten die tijdelijk hinder ondervinden van onze actie. Wij denken dat deze hinder uiteindelijk in het niet valt bij de gevolgen van de bezuinigings-maatregelen voor onze patiënten. Wij zullen tijdens onze actie waarborgen dat iedereen die spoedeisende zorg nodig heeft dit ook krijgt. Op 29 juni protesteren we op Het Plein in Den Haag.
Zeg ook NEE tegen onrechtvaardige bezuinigingen!
Check:www.ggznederland.nlwww.nvvp.netwww.platformggz.nl
WIJ ZIJN VERBIJSTERD!
Lotte (17 jaar) heeft autisme en ADHD“Mijn stoornissen zijn aangeboren. En zullen nooit over gaan. Voordat ik 24-uurs behandeling kreeg was mijn leven één grote chaos. Ik was erg depressief. Ik sloot me voor alles af en werd erg agressief. Ik woon nu tijdelijk in een instelling. De problemen thuis waren onhoudbaar. Hier leer ik langzaam om te gaan met mijn autisme. Als mijn zorg stopt door de bezuinigingen ben ik doodsbang dat alles weer misloopt en dat ik er niet meer uit kom. Ik wil net als iedereen een normaal leven opbouwen.”
Het kabinet wil mensen met een psychische aandoening 200 euro per behandeling en 145 euro per maand voor noodzakelijke opname in een instelling laten betalen.
Deze bezuinigingsmaatregel treft alleen de geestelijke gezondheidzorg en de verslavingszorg. Waarom moet iemand met autisme straks veel meer betalen dan iemand met diabetes? Iedereen heeft recht op betaalbare zorg.
83% van de mensen met een ernstige psychische aandoening moet rond komen van een minimum inkomen. Een hoge eigen bijdrage betekent dat ze geen toegang meer hebben tot de juiste zorg.
Net als Lotte zijn er nog tienduizenden andere mensen met een ernstige psychische stoornis die in de problemen komen door de voorgenomen bezuinigingen. Vandaag overlegt de Tweede Kamer over de geestelijke gezondheidszorg. Tweede Kamer, zie af van invoering van deze eigen bijdrage!
Robert (37 jaar) is verslaafd aan alcohol en blowen
“Bij mijn eerste blowtje wist ik het: dit is fantastisch. Al gauw stak ik mijn eerste joint op na het ontbijt en dronk ik een krat bier per dag. Ik ben nu een jaar clean. Dat lukt me alleen door intensieve psychische begeleiding, die ik levenslang nodig zal hebben. Als dit wegvalt door hoge eigen bijdra-ges, dan zou dat een ramp zijn. Ik heb vooral schulden. Die ben ik nu juist aan het aflossen en langzaam bouw ik een normaal bestaan op.”
Het kabinet wil mensen met een psychische aandoening 200 euro per behandeling en 145 euro per maand voor noodzakelijke opname in een instelling laten betalen.
Deze bezuinigingsmaatregel treft alleen de geestelijke gezondheidzorg en de verslavingszorg. Waarom moet iemand met een verslaving straks veel meer betalen dan iemand met Parkinson? Iedereen heeft recht op betaalbare zorg.
83% van de mensen met een ernstige psychische aandoening moet rond komen van een minimum inkomen. Een hoge eigen bijdrage betekent dat ze geen toegang meer hebben tot de juiste zorg.
Net als Robert zijn er nog tienduizenden andere mensen met een ernstige psychi-sche stoornis die in de problemen komen door de voorgenomen bezuinigingen. Vandaag overlegt de Tweede Kamer over de geestelijke gezondheidszorg.
Tweede Kamer, zie af van invoering van deze eigen bijdrage!
27
voor patiënten. De verschillende tijds-
klassen en bijbehorende tarifering zijn
het resultaat van zorgvuldige kostprijs-
berekeningen. De 18.000+-maatregel helpt
deze systematiek volledig om zeep.
JURIDISCHE HOUDBAARHEID TWIJFELACHTIGIn Nederland is een DBC-productstructuur
ontwikkeld voor een adequate bekosti-
ging van het bestaande behandelaanbod.
Marktpartijen onderhandelen daarmee
over de prijs van volledige behandelingen
19
PER
SBER
ICH
T GG
Z NE
DERL
AND
MEE
R AA
NDAC
HT
VOOR
CRI
SISS
ITUA
TIES
MET
VER
WAR
DE P
ERSO
NEN
SKIP
R PO
LITI
E EN
GGZ
NED
ERLA
ND S
LUIT
EN
CON
VEN
ANT
VAN TAFEL GEVEEGD
De branche heeft een alternatief aan-
gereikt voor de 18.000+-maatregel.
De beoogde opbrengst van 26 miljoen
zou met het alternatief van GGZ
Nederland zelfs groter kunnen worden.
Bewindslieden hebben er niet serieus
naar gekeken.
Verheul: ‘Ons alternatief was onder-
bouwd op basis van de multidisciplinaire
richtlijnen, die overigens met subsidie
van VWS tot stand kwamen. Men heeft
het voorstel naast zich neergelegd omdat
men te veel juridische haken en ogen
vreesde. Het is buitengewoon betreurens-
waardig dat er door de overheid zo slecht
wordt geluisterd naar steekhoudende
argumenten. Op dit moment loopt een
bezwaarprocedure bij de NZa, die het
voorstel naar eigen zeggen heeft terug-
gestuurd naar VWS.
Onze insteek is pragmatisch. De beoogde
opbrengst van de maatregel is binnen.
De instellingen die het zwaarst getrof-
fen zijn, zeggen: laat die eenmalige
korting van 2% in 2012 voor wat het is,
maar herstel wel de tarieven voor de
18.000+-DBC’s volgens de oorspronkelijke
kostprijsberekeningen. Laat vervolgens
het College voor Zorgverzekeringen (CVZ)
of de Gezondheidsraad nog eens kritisch
kijken naar de doelmatigheid van deze
behandelingen. Dan gaan wij ondertus-
sen door met behandelen!’
Doordat berekende tarieven worden
weggegooid met de introductie van een
nultarief. Verheul: ‘Eigenlijk gaat de politiek
op de stoel van de behandelaar zitten om
te beslissen over het moment waarop de
operatie maar eens klaar moet zijn.
Dat zie ik ze bij een hartoperatie nog niet
snel doen, maar als het over ggz gaat is er
blijkbaar meer geoorloofd.’
De 18.000+-maatregel wijkt fundamenteel af
van andere (generieke) kortingsmaatregelen
in die zin dat specifieke instellingen achteraf
worden gekort op basis van prestaties
in het verleden. Uit de aanwijzing van
de minister noch de beleidsregel blijkt
waarom. Het is zeer de vraag of deze gang
van zaken juridisch houdbaar is. Feitelijk
worden instellingen hier als het ware
‘gestraft’ omdat zij in het verleden hun
verantwoordelijkheid hebben genomen door
complexe zorg te ontwikkelen en te leveren
aan de meest kwetsbare patiënten.
FINANCIERING
VERBIJSTERING EN VERZETDe ggz wordt ongekend en onevenredig hard
getroffen door overheidsmaatregelen. Het
kabinet bezuinigt in totaal € 593 miljoen op
het budget en haalt daarmee 35% van de
overschrijdingen in de totale zorg binnen.
En dat terwijl de ggz 10% van de zorgkosten
besteedt. Daarnaast voert het kabinet alléén
voor de ggz een eigen bijdrage in. De sector
is verbijsterd en blijft zich verzetten.
De feiten op een rij:
• De minister van VWS riep in 2011 het
beeld op dat het budget alleen in de ggz
de afgelopen 10 jaar is verdubbeld. Maar
dit geldt voor veel meer zorgsectoren
(tandartsen + 109%, ziekenhuizen + 96%)
• De minister van VWS neemt de cijfers voor
inflatie niet mee.
• De minister gaat voorbij aan het effect
van de groei op het gebied van veiligheid
en het terugdringen van instroom in de
ziektewet, WIA en Wajong. Psychische
stoornissen zijn de belangrijkste
veroor zakers van instroom in uitkeringen.
Van de mensen in de Wajong had in 2009
nog altijd 63 % (120.000) een psychische
aandoening.
NEEM DE 18.000+-MAATREGEL ‘Kwetsbare patiënten dreigen de dupe te
worden van de 18.000+-maatregel, een
bezuiniging die strijdig is met weten-
schappelijke inzichten en vakrichtlijnen.’
Zegt Roel Verheul, voorzitter raad van
bestuur van de Viersprong en bestuurslid
GGZ Nederland. De maatregel deugt van
geen kanten, dupeert patiënten, tast de
dbc-productstructuur in de kern aan, kort
specifieke instellingen onevenredig en leidt
vrijwel zeker tot uitvoeringsproblemen.
Voor welk probleem moet de 18.000+-
maatregel dan een oplossing zijn?
‘Het is helemaal geen oplossing, het was
een soort ruil om een structurele bezui-
niging van 600 miljoen op de ggz mogelijk
te maken. Dat ging zo: halverwege 2011
werd de motie-Van der Staaij/Bruins Slot
aangenomen, die ging over het risico op
zorgmijding. Een aantal maatregelen zou
tot een lagere eigen bijdrage in de tweede-
lijns-ggz moeten leiden. Een van die maat-
regelen werd de zogeheten 18.000+-budget-
maatregel: een verlaging per 1 januari 2012
van de tarieven van 18.000+ dbc’s tot het
tarief van de DBC met dezelfde diagnose in
de tijdklasse van 12.000-17.999 minuten.
Aftoppen heet dat.
ONJUIST
De minister van VWS onderbouwde deze
keuze met het argument dat zorglevering
van 18.000 minuten en langer vaak
ondoelmatig is. Absoluut onjuist en strijdig
met het recht op medisch noodzakelijke
zorg. Multidisciplinaire richtlijnen bevelen
verschillende 18.000+-behandelingen
juist aan. Er is wetenschappelijk bewijs
dat het hierbij gaat om doelmatige
zorg voor patiënten met borderline
persoonlijkheidsstoornis, schizofrenie of
autisme.
DOELMATIG ALTERNATIEF
Niet voor niets heeft ZonMw recent twee
onderzoeksaanvragen gehonoreerd naar
de (kosten)effectiviteit van Mentalization
Based Treatment (MBT) voor patiënten
met een zeer ernstige borderline
persoonlijkheidsstoornis. Dit programma
vormt een doelmatig alternatief
voor de langdurige zorgtrajecten van
chronische draaideurpatiënten met een
hoge individuele, maatschappelijke en
economische ziektelast. Invoering van de
18.000+-maatregel leidt ertoe dat 3.000
tot 4.000 kwetsbare patiënten niet meer
volgens state of the art inzichten worden
behandeld voor hun zeer complexe
problematiek.Diverse gespecialiseerde
instellingen als het Dr. Leo Kannerhuis en
de Viersprong gaan fors verlies lijden door
deze maatregel. Verheul schat in dat het
bij die instellingen minstens 10% van de
omzet gaat kosten vanaf 2013. Dus stapte hij
samen met enkele andere instellingen naar
de voorzieningenrechter. Maar die verwees
hen vooralsnog terug naar de Nederlandse
Zorgautoriteit.
‘Wij hebben besloten vooralsnog niet met
de 18.000+-behandelingen te stoppen.
We hebben er tien tot vijftien jaar keihard
aan gewerkt om zover te komen en zijn
overtuigd van de toegevoegde waarde van
deze programma’s voor de ggz. We laten
patiënten voorlopig gewoon instromen
in deze programma’s. Daarmee nemen
we bedrijfsmatige risico’s, maar we gaan
ervan uit dat recht en redelijkheid zullen
zegevieren voordat het te laat is! Overigens
zijn diverse andere instellingen al wel
gestopt met de 18.000+-programma’s om de
daarmee gepaard gaande bedrijfsrisico’s te
managen.’
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND28
FINANCIEEL OVERZICHT 2011
29
LIDINSTELLINGEN 2011
A
Accare Assen
Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg Den Dolder
Arkin Amsterdam
B
Bouman GGZ Rotterdam
C
Castle Craig Nederland Den Haag
Centrum Maliebaan Utrecht
Centrum voor Consultatie en Expertise Utrecht
Cordaan Amsterdam
Curium-LUMC Oegstgeest
D
De Bascule, academisch centrum voor
kinder- en jeugdpsychiatrie Duivendrecht
De Brug Midden-Nederland Katwijk
De Forensische Zorgspecialisten Utrecht
De Jutters, centrum voor Jeugd-GGZ
Haaglanden Den Haag
De Regenboog Groep Amsterdam
Delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal
Dimence Deventer
Dr. Leo Kannerhuis Doorwerth
E
Eleos, Stichting Gereformeerde GGZ Nieuwegein
Emergis, Centrum voor GGZ Goes
F
FPC De Kijvelanden Rhoon
FPC de Oostvaarderskliniek Almere
FPC De Rooyse Wissel Venray
FPC Oldenkotte Eibergen
FPC Veldzicht Balkbrug
G
GGD Amsterdam Amsterdam
GGMD voor Doven en Slechthorenden Gouda
GGNet Warnsveld
GGz Breburg Groep Tilburg
GGz Centraal Amersfoort
GGZ Delfland Delft
GGZ Drenthe Assen
GGZ Eindhoven en de Kempen Eindhoven
GGZ Friesland Leeuwarden
GGZ inGeest Amsterdam
GGZ Noord-Holland-Noord Heiloo
GGZ Oost Brabant Boekel
GGZ Westelijk Noord-Brabant Bergen Op Zoom
H
HVO/ Querido Amsterdam
I
Intend Zwolle
Inter-Psy GGZ Praktijk BV Groningen
IrisZorg Arnhem
J
Jeugdriagg Noord Holland Zuid Haarlem
K
Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie Ede
Kwintes Zeist
L
Leger des Heils Gelderland Apeldoorn
Lentis Zuidlaren
Lievegoed Zorggroep Bilthoven
LSG-Rentray Zutphen
M
Mediant geestelijke gezondheidszorg Enschede
Mensana, RIBW Noord- en Midden-Limburg Venlo
Mentaal Beter Den Dolder
MOC 't Kabouterhuis Amsterdam
Mondriaan voor geestelijke gezondheid Heerlen
Mutsaersstichting Venlo
N
Novadic-Kentron Vught
O
Orbis Geestelijke Gezondheidszorg Sittard
P
Parnassia Bavo Groep Den Haag
Pluryn Hoenderloo Groep Oosterbeek
Pro Persona Renkum
Promens Care Assen
De Viersprong, landelijk centrum voor
persoonlijkheidsproblematiek Halsteren
R
Reakt Groep Gouda
Reinier van Arkel Groep Den Bosch
RIAGG Amersfoort & Omstreken Amersfoort
RIAGG Maastricht Maastricht
RIAGG Rijnmond Rotterdam
RIAGGZuid Roermond
RIBW Arnhem en Veluwevallei Arnhem
RIBW Fonteynenburg Zoetermeer
RIBW Gooi en Vechtstreek Huizen
RIBW Heuvelland en Maasvallei Maastricht
ORGANISATIE EN PLAATS Organisatie en plaats
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND30
RIBW IJssel-Vecht Zwolle
RIBW Kennemerland/Amstelland en de
Meerlanden Haarlem
RIBW Midden-Brabant Tilburg
RIBW Nijmegen & Rivierenland Nijmegen
RIBW Twente Hengelo
RIBW Zaanstreek/Waterland en West-Friesland Purmerend
RoderSana Zorg BV Oirschot
S
SBWU Utrecht
Sinai Centrum Amstelveen
Stichting Anton Constandse Den Haag
Stichting Centrum '45 Oegstgeest
Stichting De Hoop Dordrecht
Stichting Fier Fryslân Leeuwarden
Stichting Impact Diemen
Stichting in de Bres Drachten
Stichting Kentalis Zorg Sint Michielsgestel
Stichting Pameijer sociale psychiatrie Rotterdam
Stichting PerspeKtief Delft
Stichting Rivierduinen Leiden
Stichting Riwis Zorg & Welzijn Apeldoorn
Stichting Streetcornerwork Amsterdam
Stichting Volksbond Amsterdam Amsterdam
Stichting Wonen en Psychiatrie Terneuzen
T
Tactus Verslavingszorg Deventer
Triversum, Centrum voor Kinder- en
Jeugdpsychiatrie Alkmaar
V
Verslavingszorg Noord Nederland Groningen
Vincent van Gogh voor Geestelijke
Gezondheidszorg Venray
W
Woonzorgnet B.V. Renkum
Y
Yorneo Assen
Yulius, voor geestelijke gezondheid Dordrecht
Z
Zonnehuizen Kind en Jeugd Zeist
31
SAMENSTELLING BESTUUR EN COMMISSIES PER 31 DECEMBER 2011BESTUUR GGZ NEDERLAND
Mw. M.A.M. Barth, voorzitter
S.P. Bangma, vice-voorzitter
A.A. Rietveld, penningmeester
C.L. Bruinsma, secretaris
J.M.L. Fransman
Mw. S.T. van Lonkhuijzen-Hoekstra
R.N. van der Plank
Mw. J.M. Teeuwisse
J.W.M. Verbugt
R. Verheul
Mw. R.H.M. Vernimmen
COMMISSIE FINANCIERING EN BEKOSTIGING
C.L. Bruinsma, Lentis
Mw. P.M.E. van Dam, Arkin
B.J.M. Deitmers, Triversum
T. de Grefte, GGNet
R.T.J.M. Janssen, Altrecht
E. Klunder, Dimence
P.M.F.J.J. Knapen, GGZ Westelijk-Noord-Brabant
E.A.M. Laarhoven, Stichting Rivierduinen
Mw. S.T. van Lonkhuijzen-Hoekstra (voorzitter), GGZ inGeest
Mw. M.L. van Loon, SBWU
D.F.L. Olthof, Iriszorg
S. Valk, Parnassia Bavo Groep
COMMISSIE WERKGEVERS- EN ARBEIDSZAKEN
Mw. M.M.A. von Bönninghausen tot Herinkhave-Visser,
RIBW Zaanstreek/Waterland en West-Friesland
A. Jansen, GGZ Noord-Holland-Noord
R. Koning, Parnassia Bavo Groep
Mw. R. Molendijk, Pro Persona
R.N. van der Plank (voorzitter), Roads BV
J. Schaart, Centrum ’45
B.J.N. Schreuder, GGZ Centraal
J.F.W.M. Timmermans, Riagg Maastricht
J.W.M. Verbugt, GGZ Eindhoven en de Kempen
P.G.M. Willems, De Bascule
COMMISSIE ZORGVISIE EN NORMERING
E.S. van der Haar, GGZ Drenthe
Mw. T.J. Heeren, GGZ Centraal
R. Hermanides, Novadic Kentron
R. Joosten, RIBW Gooi- en Vechtstreek
E. Kwidama, Parnassia Bavo Groep
C.P.F. Lemke, GGNet
R. Mentjox, Emergis
J.T.M. Menting, Yulius
J.V. Muller, Arkin
Mw. R.H.M. Vernimmen (voorzitter), Altrecht
Mw. H. van der Wal, Dimence
COMMISSIE INFORMATIEBELEID
G.H. ter Avest, GGZ Centraal
Mw. J. Beck, Parnassia Bavo Groep
G.W.A.M. Heyne, Reinier van Arkel groep
P. Hofman, Lentis
G. Honkoop, Eleos
Mw. M.P.I. ten Kroode, Stichting Rivierduinen
P. Lukkien, Karakter
J.P.G. Molema, Mondriaan Zorggroep
R. Sponselee, GGZ Delfland
R. Verheul (voorzitter), PTC De Viersprong
J.A.W. Vermeulen, Mensana
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND32
JAARREKENING 2011 Balans per 31 december 2011
31 DECEMBER 2011 31 DECEMBER 2010 IN EURO'S IN EURO'S
ACTIVA VASTE ACTIVA Financiële vaste activa
- Deelnemingen 0 0
Materiële vaste activa
- Kantoorinventaris 457.131 571.879
- Vervoermiddelen 16.250 25.000
- Computerapparatuur 150.901 9.475
624.282 606.354
VLOTTENDE ACTIVA
Vorderingen
- Overige vorderingen en vooruitbetaalde bedragen 5.862.948 6.656.211
LIQUIDE MIDDELEN 1.491.857 1.862.706
7.979.087 9.125.271
33
31 DECEMBER 2011 31 DECEMBER 2010 IN EURO'S IN EURO'S
PASSIVA EIGEN VERMOGEN - Algemene reserve 2.932.961 2.989.063
VOORZIENINGEN - Overige voorzieningen 801.561 101.561
KORTLOPENDE SCHULDEN - Kortlopende schulden projecten 1.471.959 2.105.627
- Overige kortlopende schulden 2.772.606 3.929.020
4.244.565 6.034.647
7.979.087 9.125.271
JAARVERSLAG GGZ NEDERLAND34
WERKELIJK BEGROTING WERKELIJK 2011 2011 2010 IN EURO'S IN EURO'S IN EURO'S
BATEN Contributies 7.973.188 7.976.104 7.835.842
Interest 33.898 20.000 12.047
Subsidies 2.184.791 1.643.399 2.988.373
Doorberekende baten 2.087.919 1.747.023 2.396.686
Diverse opbrengsten 270.218 160.000 233.013
Totaal baten 12.550.014 11.546.526 13.465.961
LASTEN
Personeelskosten
Personeelskosten 5.572.161 5.469.923 5.234.481
Doorber. personeelskosten SVG 916.417 951.417 767.049
6.488.578 6.416.340 6.001.530
MATERIËLE KOSTEN Huisvestingskosten 1.046.156 1.081.414 1.198.892
Bureau- en administratiekosten 228.162 438.250 270.877
Automatisering en telecommunicatie 440.586 422.600 497.835
Bijdragen VNO & werknemersorganisaties 518.026 515.000 501.538
Advieskosten/uitbesteed werk 388.526 467.831 887.550
Public relations 400.352 172.000 266.574
Bestuurs- en commissiekosten 335.033 368.500 255.315
Algemene kosten 671.773 531.106 726.904
Doorberekende materiële kosten -95.867 -50.000 -114.254
3.932.747 3.946.701 4.491.231
PROJECTKOSTEN Projectkosten 2.818.460 1.183.485 2.661.051
Mutatie kortlopende schuld projecten -633.669 0 367.812
2.184.791 1.183.485 3.028.863
TOTAAL LASTEN 12.606.116 11.546.526 13.521.624
SALDO -56.102 0 -55.663
Exploitatie overzicht 2011
35
Toelichting waarderingsgrondslagen
GRONDSLAGEN VOOR HET WAARDEREN VAN ACTIVA EN PASSIVA ALGEMEEN
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de richtlijn
voor de jaarverslaggeving 640 {organisaties zonder winststreven},
uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.De jaarrekening
is opgesteld in euro's. De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd
op de historische kosten en kostprijzen. Activa en passiva worden
gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarde-
ringsgrondslag is vermeld.
VERGELIJKING MET VOORGAAND JAAR
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaat-
bepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande
jaar.
VASTE ACTIVA
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen
aanschaffingswaarde, verminderd met de lineair berekende
afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur.
VLOTTENDE ACTIVA EN PASSIVA
De vorderingen, geldmiddelen en schulden zijn opgenomen voor
de nominale waarde. De door derden gefinancierde projecten
worden verantwoord voor het deel van de toegezegde subsidie
die betrekking heeft op het boekjaar en de vooruitontvangen
voorschotten. De saldi hiervan worden verantwoord als transitori-
sche posten.
GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT ALGEMEEN
Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor
vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden
toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar dat
zij zijn gerealiseerd. De verliezen worden verantwoord in het jaar
waarin deze voorzienbaar zijn.
CONTRIBUTIES
Contributies worden als bate verantwoord in het jaar waarop de
contributie betrekking heeft.
SUBSIDIES
Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van
baten en lasten van het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn
gemaakt.
KOSTEN
De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan
het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
KASSIERSFUNCTIE STICHTING VERSLAVINGSRECLASSERING
GGZ NEDERLAND
Voor het terrein van de verslavingsreclassering en andere justitiële
verslavingszorg heeft de Vereniging GGZ Nederland namens haar
leden een landelijke regiefunctie in samenwerking met de stichting.
De financiën voor deze taken zijn centraal ondergebracht bij de
Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland (SVG).
BEZOEKADRES
Piet Mondriaanlaan 50/52
3812 GV Amersfoort
(033) 460 89 00
www.ggznederland.nl
twitter.com/ggznederland
POSTADRES
Postbus 830
3800 AV Amersfoort
Top Related