Zingen in de kerkdienst bij Calvijn - Refo500 · 2017-04-13 · Zingen in de kerkdienst bij...

4
1 In de meeste kerken verloopt een kerkdienst in een vaste volgorde. We noemen dat de liturgie van de eredienst. Maak een overzicht van de standaard litur- gie in de protestants-christelijke kerken in Nederland. Vermeld ook welke variaties voorkomen. Gebruik daarbij in de eerste plaats de informatie die in de klas aanwezig is. Vul dit aan met gegevens van internet. 2 In de diverse vormen van liturgie zit groot verschil in het aantal mensen dat een actieve rol vervult in de dienst. Beschrijf / bedenk twee uitersten: a Een voorbeeld van een dienst waarbij heel weinig mensen een actieve rol hebben. b Een voorbeeld van een dienst waarbij een groot deel van de aanwezigen een actieve rol heeft. Op 21 mei 1536 was de kerk van Genève met de Refor- matie meegegaan. Men had de rooms-katholieke mis- viering afgeschaft. Dat betekende echter veel meer dan vaak gedacht wordt. Het afschaffen van de mis met alles er op en er aan betekende namelijk ook dat de priester- zang zweeg en dat het koor verdween. De samenkomst van de gemeente werd een ‘woorddienst’, die hierin be- stond dat de predikant voorlas uit de Bijbel, die vervol- gens uitlegde, toepaste en bad. De gemeente luisterde. De gemeente zat ‘onder het gehoor’ en zweeg. Enkele maanden na deze ‘reformatie’ van de eredienst arriveerde de jonge Calvijn in Genève. Al snel werd hij ingezet in de bediening van de eredienst. Hij en zijn collega’s voelden zich niet gelukkig bij de vorm van de liturgie zoals die op dat moment in Genève bestond. Dàt kon nooit de bedoeling zijn van een eredienst. De Bijbelse eredienst is vol van geluid, en in de Bijbel staat een heel boek met liederen: de Psalmen. NIVEAU 1 NIVEAU 2 NIVEAU 3 NIVEAU 4 L2-N4 I n s t a p I n s t a p I n s t a p I n s t a p Zingen in de kerkdienst bij Calvijn

Transcript of Zingen in de kerkdienst bij Calvijn - Refo500 · 2017-04-13 · Zingen in de kerkdienst bij...

Page 1: Zingen in de kerkdienst bij Calvijn - Refo500 · 2017-04-13 · Zingen in de kerkdienst bij Calvijn. Op 16 januari 1537 legden Calvijn en twee andere pre-dikanten een voorstel aan

1 In de meeste kerken verloopt een kerkdienst in een vaste volgorde. We noemen dat de liturgie van de eredienst. Maak een overzicht van de standaard litur-gie in de protestants-christelijke kerken in Nederland. Vermeld ook welke variaties voorkomen. Gebruik daarbij in de eerste plaats de informatie die in de klas aanwezig is. Vul dit aan met gegevens van internet.

2 In de diverse vormen van liturgie zit groot verschil in het aantal mensen dat een actieve rol vervult in de dienst. Beschrijf / bedenk twee uitersten:a Een voorbeeld van een dienst waarbij heel weinig

mensen een actieve rol hebben.b Een voorbeeld van een dienst waarbij een groot

deel van de aanwezigen een actieve rol heeft.

Op 21 mei 1536 was de kerk van Genève met de Refor-matie meegegaan. Men had de rooms-katholieke mis-viering afgeschaft. Dat betekende echter veel meer dan vaak gedacht wordt. Het afschaffen van de mis met alles er op en er aan betekende namelijk ook dat de priester-zang zweeg en dat het koor verdween. De samenkomst van de gemeente werd een ‘woorddienst’, die hierin be-

stond dat de predikant voorlas uit de Bijbel, die vervol-gens uitlegde, toepaste en bad. De gemeente luisterde. De gemeente zat ‘onder het gehoor’ en zweeg.

Enkele maanden na deze ‘reformatie’ van de eredienst arriveerde de jonge Calvijn in Genève. Al snel werd hij ingezet in de bediening van de eredienst. Hij en zijn collega’s voelden zich niet gelukkig bij de vorm van de liturgie zoals die op dat moment in Genève bestond. Dàt kon nooit de bedoeling zijn van een eredienst. De Bijbelse eredienst is vol van geluid, en in de Bijbel staat een heel boek met liederen: de Psalmen.

niVeAu 1 niVeAu 2 niVeAu 3 niVeAu 4

L2-n4

In

stap Instap Instap In

stap

Z i n g e n i n d e ke r kd i e n s t b i j Ca l v i j n

Page 2: Zingen in de kerkdienst bij Calvijn - Refo500 · 2017-04-13 · Zingen in de kerkdienst bij Calvijn. Op 16 januari 1537 legden Calvijn en twee andere pre-dikanten een voorstel aan

Op 16 januari 1537 legden Calvijn en twee andere pre-dikanten een voorstel aan de Raad van Genève voor. Deze ‘Articles’ gingen over de organisatie van de ere-dienst. Aan de orde kwamen o.a. de viering van het Hei-lig Avondmaal, de handhaving van de kerkelijke wetten, het zingen van psalmen tijdens de dienst en het kerke-lijk onderwijs aan de jeugd.Calvijn vond het heel belangrijk dat alles in de kerk or-delijk gebeurde. Ook de eredienst moest een vaste vorm hebben. Alleen dan was het mogelijk om gezamenlijk met alle kerkgangers God te dienen. Hij noemde zijn beschrijving van de liturgie niet voor niets ‘La forme des prières’ - de vorm van de gebeden. De eredienst moet niet afhankelijk zijn van de ideeën van een dominee of

de gevoelens van de kerkgangers. Omdat het de weg is waardoor God tot ons komt, moet er een vaste vorm voor gebruikt worden.

De eredienst is volgens Calvijn niet alleen iets voor de predikant. De preek is maar een klein onderdeel van de dienst. Heel belangrijk is ook het gezamenlijke gebed door de gemeente. Daarin belijdt de ge-meente haar schuld, maar ook is het een uiting van geloof en dient het gezamen-lijke gebed als lofprijzing en aanbid-ding. Maar hoe krijg je de gemeente-leden zover dat zij actief meebidden, zonder dat het een chaos wordt?

Zingen is nodig

3 Bedenk waarom in alle godsdiensten muziek gebruikt wordt.4 a Hierboven staat: Zingen is nodig. Bedenk twee argumenten vóór deze stelling.

b Ben je het zelf eens met deze stelling? Leg je antwoord uit.

Over het zingen schreef Calvijn in zijn Institutie: ‘En in-derdaad, als het zingen zich voegt naar de ernst die be-tamelijk is wanneer we onder de ogen van God en de engelen verkeren, kan het van grote betekenis zijn en er veel toe bijdragen om aan de heilige handelingen waardigheid en bekoorlijkheid te verlenen, alsook om het gemoed op te wekken tot een ware ijver en warme belangstelling voor het bidden.’ In de ‘Articles’ uit 1537 schreven Calvijn en zijn collega’s over het nut van het zingen in de eredienst: ‘De psalmen kunnen ons opwek-ken om onze harten tot God op te heffen en ons gemoed in vurige gloed zetten, zodat we God aanroepen en door lofgezangen de glorie van Zijn naam verhogen.’

In de Rooms-katholieke kerk werd er alleen gezongen door de priester en het koor. Zij zongen in het Latijn. De meeste kerkgangers begrepen daar niet veel van. Cal-vijn vond dat de hele gemeente mee moest zingen. Hij

kwam vooral tot die con-clusie toen hij een aantal jaren in Straatsburg door-bracht en daar zag hoe de gemeente in de eigen taal de psalmen zong.

Toen een vluchteling uit Vlaanderen in Straatsburg op bezoek was, schreef hij daarover: ‘De liederen werden door allen samen gezongen, zowel mannen als vrouwen, in een prach-tige harmonie en dat is een schitterende zaak om te zien. U moet weten dat ie-der met een muziekboek in de hand zit. Ik was tot tra-nen toe bewogen toen ik de kleine vergadering zag van mensen, verdreven uit aller-lei landen, dank brengend aan de Heere door het zin-gen van Psalmen. Nooit zou iemand kunnen geloven wat een vreugde het is wan-neer men de lof en de won-deren van de Heere zingt in zijn moedertaal, zoals men dat hier doet.’

Toen Calvijn zijn beschrij-ving van de liturgie ‘La forme des prières’ noemde, bedoelde hij niet alleen dat de kerkdienst een vaste vorm moet hebben, maar gaf hij ook aan dat het gezamenlijk zingen een vorm van gebed is. De kerkvader Augustinus (rond 400 n.Chr.) zei het ook al: Zingen is twee keer bidden.

5 a Wat is volgens Calvijn het belangrijkste doel van samen zingen tijdens de eredienst?

b Hoe belangrijk vind jij zingen in de kerk? Leg je antwoord uit.c Wat bedoelde Augustinus met: ‘Zingen is twee keer bidden.’

6 a Welke functies kan samen zingen nog meer hebben?b Welke functie heeft het luisteren naar muziek bij jou?

Op weg naar een psalmboek

Calvijn wilde heel graag zijn gemeente alle psal-men laten zingen, maar er was geen psalmboek. in Straatsburg ontdekte Calvijn dat er wel andere gees-telijke liederen waren. Ze spraken hem aan, evenals de melodieën die hij daar hoorde. Toch wilde Calvijn graag de psalmen zingen. Daarom ging hij er zelf

Verwer

king

Liturgie bevestigingsdienst

Orgelspel

Votum en groet

Zingen: Psalm 135 : 2 en 12

God is goed: looft Hem te zaâm

met gezang en snarenspel;

Prijs Zijn liefelijke naam,

want de HEER heeft Israël

Zich ten eigendom geschikt,

Jacob door Zijn heil verkwikt.

Sion, loof met dankb’re stem

God, uw HEER, die eeuwig leeft,

en het schoon Jeruzalem

door Zijn woning luister geeft.

Loof Hem voor uw heilrijk lot,

Loof al juichend uwe God!

Lezing van de wet des Heeren

Zingen: Psalm 80 : 11

Behoud ons, HEER der legermachten,

zo zullen w’ ons voor afval wachten;

zo knielen w’ altoos voor U neer.

Getrouwe Herder, breng ons weer;

verlos ons, toon ons ’t lief’lijk licht

van Uw vertroostend aangezicht.

Gebed om de opening van het Woord en verlichting

met de Heilige Geest

Verwer

king

Het koor van een Engelse kathedraal

Melodie en berijming van psalm 42

Page 3: Zingen in de kerkdienst bij Calvijn - Refo500 · 2017-04-13 · Zingen in de kerkdienst bij Calvijn. Op 16 januari 1537 legden Calvijn en twee andere pre-dikanten een voorstel aan

voor zitten om de psalmen in het Frans te vertalen als liederen met verschillende coupletten met rijm en ritme. in die tijd kreeg hij ook een aantal andere ‘berijmde’ psalmen in de Franse taal in handen. Sa-men met zijn eigen berijmingen nam hij ze op in het eerste psalmboekje dat in 1539 gedrukt werd. er stonden negentien psalmen en drie gezangen in.

Een paar jaar later, toen Calvijn weer terug was in Genève, ontmoette hij daar Clement Marot. Marot was een bekende Franse dichter uit die tijd. Samen met een vriend die Hebreeuws kende, was hij al een poosje be-zig met het berijmen van de Psalmen in het Frans. Toen de Duitse keizer Karel V in 1540 Parijs bezocht, had Ma-rot een welkomstgedicht gemaakt. Met toestemming van koning Frans I van Frankrijk bood hij dertig Franse psalmen aan de keizer aan. De keizer was enthousiast en vond dat Marot het hele Psalmboek moest berijmen. Voorlopig kwam Marot daar niet aan toe, maar toen hij in 1542 naar Genève kwam, stimuleerde Calvijn hem om verder te werken. In het jaar dat volgde, berijmde Ma-

rot negentien nieuwe psalmen. Toen had hij er genoeg van. Het leven in het reformatorische Genève was niets voor de ka-tholieke Marot.

Pas in 1548 vond Calvijn een opvolger voor Marot. Het was Theodorus Beza. Calvijn stimu-leerde hem met het berijmen van de psalmen verder te gaan.

Beza wilde wel, en hij kon het ook. Al na drie jaar had hij 34 nieuwe psal-men gereed. Zijn drukke baan als professor in Lausanne zorgde ervoor dat het werk daarna vertra-ging opliep. Over de laatste 67 psal-men deed hij tien jaar. Toen was het Franse psalm-

boek van Genève compleet.

7 De psalmen van Marot hadden rijm en ritme. Lees het psalmvers hieronder. Het komt uit psalm 23.

God is voorwaar mijn Herder wel getrouwe, Dies vrees’ ik niet dat m’ enig nood benauwe:

Hij legert mij op schoon’ begraasde weiden En zal mij voort aan ‘t stille water leiden Om Zijns Naams wil zal Hij mijn ziel verzaden En voeren mij op Zijne rechte paden.

a Welk rijmschema heeft dit vers?b Zoek op welke rijmschema’s er in het Geneefse psalmboek verder nog voorkomen. Er zijn in de loop van de eeuwen verschillende psalmberijming- en in het Nederlands gemaakt. Kies zelf een van die berijmingen. c Hoe is het metrum van dit vers (de afwisseling tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen)?d Welke metrum komt er in het Geneefse psalmboek ook nog voor?

Psalmmelodieën

Marot had de psalmen niet berijmd om te zingen. Toch gebeurde dit al kort nadat ze gepubliceerd wa-ren. Men koos de melodieën van volksliedjes. Cal-vijn was daar niet voor. Hij vond dat een psalm een melodie moest hebben die waardig was (‘poids et majesté’) voor de eredienst. Tijdens de jaren dat hij in Straatsburg werkte, vond hij dat in de melodieën van de Straatsburgse componisten zoals Matthias Greiter.

Toen Calvijn in Genève terug was, startte daar een in-tensieve samenwerking met Louis Bourgeois. Bourgeois maakte bij de berijmingen van Marot en Beza de meeste melodieën. Regelmatig gebruikte hij daarvoor melo- dieën van oude, middeleeuwse gezangen. Dit paste goed bij de ideeën van Calvijn. Hij vond dat voor de nieuwe psalmen geen andere stijl gekozen moest wor-den dan de kerkmuziek uit de Middeleeuwen.

Toch had Bourgeois moeite zich te houden aan de af-spraken die met Calvijn gemaakt waren. Zijn eigenwijze manier van doen leidde in 1551 zelfs tot een paar dagen in de gevangenis. In 1552 vertrok Bourgeois uit Genève. De psalmen die na 1552 door Beza zijn berijmd, werden door Maistre Pierre van een melodie voorzien.

8 a Welke twee uitgangspunten had Calvijn voor de melodieën bij de psalmen?

b Maak voor het eigentijdse psalmvers hieronder een melodie.

Wie mag, o God, bewonen Uw tent, Uw berg, die heilig is? Alleen wie doet wat recht is, wie recht door zee en echt is.

c Zing met elkaar de melodieën die jullie gemaakt hebben. Passen ze bij de 2 uitgangspunten van Cal-vijn? Leg uit waarom.

Verwer

king

Augustinus

Clement Marot

Theodorus Beza

Psalmboek van Beza

Verwer

king

Verwer

king

Page 4: Zingen in de kerkdienst bij Calvijn - Refo500 · 2017-04-13 · Zingen in de kerkdienst bij Calvijn. Op 16 januari 1537 legden Calvijn en twee andere pre-dikanten een voorstel aan

9 Stel: je wordt gevraagd om een stukje voor de ge- meentegids van de kerk te schrijven over de muziek in de kerk. Wat zou je schrijven?

Hoe zong de gemeente van Calvijn?

Samenzang was in de tijd van Calvijn nog niet al-gemeen bekend. Toen er in Genève een psalmboek was, moest de gemeente het zingen gaan leren. Calvijn zette daarvoor de jeugd van de kerk in. Zij leerden op de scholen de melodieën van de Psalmen. Zo konden zij tijdens de eredienst als een soort voorzangers de gemeente stimuleren.

De melodieën die voor het psalmboek in Genève ge-maakt werden, hadden twee soorten noten: halve no-ten en kwartnoten. De halve noten waren maatgevend. Volgens Calvijn moest het tempo van zingen aansluiten bij het hart van de mens. De hartslag van de gemeente bepaalde zo het tempo. Bij een hartslag van 65 per mi-nuut moesten er even zoveel halve noten per minuut gezongen worden. Jonge mensen hebben gemiddeld een hogere hartslag. Mogelijk zong de gemeente van Calvijn dus nog sneller dan 65 halve noten per minuut.

10 a Meet je hartslag. Hoeveel slagen heeft je hart per minuut?

b Probeer op het tempo van je hartslag een psalm te zingen.

c Zing je op die manier sneller of langzamer dan bij jullie in de kerk?

d Hoe voelt het om op je hartslag te zingen?

In de eredienst in Genève werden altijd hele psalmen gezongen en niet één of twee psalmversjes. In één kerk-dienst klonken zo al gauw 20 tot 25 coupletten. Of de lange psalmen zoals psalm 119 ook in hun geheel ge-zongen werden, is niet bekend.

In de Rooms-katholieke en de Lutherse kerk zong een koor de liederen meerstemmig. Calvijn wilde dat niet. De samenzang in de calvinistische kerkdiensten moest

eenstemmig zijn. Dit betekende overigens niet dat Cal-vijn tegen meerstemmige zang was. Hij heeft zelfs Louis Bourgeois gestimuleerd bij zijn nieuwe melodieën ook een vierstemmige uitgave te maken. Deze konden de gemeenteleden dan thuis gebruiken. Calvijn was van mening dat goed meerstemmig zingen voor de ge-meente niet mogelijk was. Wanneer er rommelig meer-stemmig gezongen zou worden, zou dat de waardig-heid van het psalmgezang verstoren.

11 a Waarom was Calvijn tegen meerstemmig zingen in de kerk?

b Wat vind jij daar zelf van?

Calvijn waardeert de instrumentale muziek. Vooral in het Oude Testament komt hij het gebruik van instru-menten voortdurend tegen. Hij weet ook van de he-lende werking die muziek kan hebben. Toch komt hij tot de slotsom dat instrumenten in de eredienst geen plaats moeten krijgen. ‘Laten wij dus vasthouden dat die instrumentale muziek naar de wijze van die tijd en van het volk toegelaten zijn, omdat zij waren als kinderen, zoals de heilige Schrift spreekt, die aan die kinderlijke beginselen behoefte hadden, die men nu niet eigener beweging terug moet roepen, - als wij de evangelische volkomenheid ten-minste niet teniet willen doen, en het volle licht dat wij in Christus onze Heere verkregen hebben, verduisteren.’

Ook al zouden instrumenten goed gebruikt worden, op een nuttige en heilige manier, dan zouden ze volgens Calvijn toch niets anders dan hindernissen zijn waar-door we van de kennis van onze Heere zouden worden afgehouden.

Calvijn maakt duidelijk onderscheid tussen wat in de eredienst acceptabel is en wat bij de gelovigen thuis nuttig en aangenaam is. In de eredienst passen geen instrumenten. ‘Ze zijn door een duidelijk gebod van de Geest uit onze tempels geworpen’. Wat in de eredienst on-gepast is, kan intussen voor gelovigen thuis van groot belang zijn. Calvijn zal niemand tegenhouden die thuis wil musiceren, om vrolijkheid te combineren met de lof aan God.

12 Met betrekking tot de instru-mentale muziek in de eredienst vol-gen de meeste kerken Calvijn niet. Vanaf het midden van de zeven-tiende eeuw werd het in de Neder-landse gereformeerde kerk heel ge-woon dat een orgel gebruikt werd als begeleiding van de samenzang. Bedenk oorzaken daarvoor.

‘Zingen in de kerkdienst bij Calvijn’ door drs. P.G.W.C.H. Verrips is lesbrief 2, niveau 4, uit een serie van acht lesbrieven op vier niveaus (PO en VO) over Calvijn en het calvinisme. Niveau 4 is bedoeld voor de bovenbouw havo/vwo.

Deze lesbrief maakt deel uit van het educatieve materiaal dat ontwikkeld is door de Werkgroep Jongeren Educatie 500 jaar Calvijn, een initiatief van het Instituut voor Reformatieonderzoek te Apeldoorn. Behalve de lesbrievenserie is er een documentaire en een opstelwedstrijd beschikbaar.

Zie de website www.calvijn2009.nl voor aanvullend lesmateriaal, lesideeën en handreikingen voor de docent. De citaten uit de Institutie zijn ontleend aan de vertaling door dr. C.A. de Niet die naar verwachting in het najaar van 2009

bij Uitgeverij Den Hertog te Houten zal verschijnen. Er is zorgvuldig geprobeerd de rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Mocht iemand desondanks menen op een van de afbeeldingen

rechten te kunnen laten gelden, dan kan hij contact opnemen met het Instituut voor Reformatieonderzoek. Copyright: Instituut voor Reformatieonderzoek, Apeldoorn 2008.

Opmaak en drukwerk: Drukkerij Verloop, Alblasserdam.

Verwer

king

Verwer

king

Verwer

king

Verwer

king