Realit 02 2010

24
Juni 2010 • jaargang 9 02 Magazine met nieuws en informatie voor alle relaties van Sogeti Nederland B.V. VINT-symposium 2010 Krappe begroting vaak fataal voor projecten DON’T BE EVIL

description

 

Transcript of Realit 02 2010

Page 1: Realit 02 2010

Juni 2010 • jaargang 9

02

Magazine met nieuws en informatie voor alle relaties van Sogeti Nederland B.V.

VINT-symposium 2010

Krappe begroting vaak fataal voor projecten

Don’t be evil

Page 2: Realit 02 2010

LekkerDrop is misschien wel het bekendste relatiegeschenk van Sogeti. Jaarlijks bestellen we ruim 10.000 kilo bij de firma Matthijs. Klanten waarderen het enorm. Een kleine impressie van het productieproces. (Foto’s Frank de Leeuw)

Page 3: Realit 02 2010

3

Juni

Hoofd redactie:

Ruud Poels

Redactie-adres:

Realit

Postbus 76

4130 EB Vianen

[email protected]

Vormgeving en productie:

Berg Kleijn Communicatie,

Den Haag

Drukwerk:

Chevalier,

Hendrik Ido Ambacht

Aan dit nummer werkten mee:

Martin van den Berg

Jaap Bloem

Sander Duivestein

Harold van Heeringen

Dave van Herpen

Patrick Savalle

Metin Seven (coverillustratie)

Jeroen Versteeg

colofon

realitRealit is een uitgave van Sogeti. Dit magazine bevat o.a. nieuws over onze dienstverlening en de samenwerking met onze klanten. Met de Realit hopen we u te informeren én inspireren. Heeft u vragen, interessante informatie of wilt u een bijdrage leveren aan Realit? Mail dan naar: [email protected].

2 Drop ons relatiegeschenk4 100.000 testboeken

7 Agenda8 Krappe begroting vaak fataal voor projecten10 Uitrol Windows 7 een eitje12 VINT-Symposium 2010

15 De smartphone-revolutie16 Concentratie op organisatie en business20 Lifestreaming helemaal van deze tijd21 Ontvlechting van ICT vereist nieuwe samenwerking

23 Jolande Timmerman: young professional

Joost Jongman wiltestconsultant worden

vint-symposium 2010

Altijd bereikbaarin West-europa

6

12

18

inhoud

8 procent. Sogeti heeft in Mumbai een eigen offshorelocatie en daar werken nu ongeveer 250 mensen. De basis voor deze ontwikkelin-gen hebben we gelegd tijdens de crisis. Over het recessiejaar 2009 kan ik niet anders con-cluderen dat we dat als Sogeti goed door-gekomen zijn, ondanks dat we te maken kregen met een slinkende portefeuille en tariefdruk. Het is ons gelukt om onze order-portefeuille beter in balans te brengen, marktaandeel te winnen, onze medewerkers – en hun kennis – aan boord te houden en een goede, winstgevende financiële perfor-mance te realiseren. Groeien in een krim-pende markt doe je door beter presteren, transparant, sneller en goedkoper te werken. Door nog beter te luisteren en vervolgens te leveren waar de klant behoefte aan heeft. Bij Sogeti hebben wij daar een term voor: klantwaarde. Die creëer je volgens ons niet door een klakkeloos ‘U vraagt, wij draaien’, maar door on the job, vanuit je eigen exper-tise, mee te denken over een oplossing voor een vraagstuk, binnen zijn specifieke con-text. Daar zijn wij goed in, en daar willen wij nog veel beter in worden. Wij houden de ambitie om het beste ICT-bedrijf van Neder-land te zijn, dat de meeste klantwaarde

biedt, met een boven marktgemiddelde performance en de hoogste medewerker-tevredenheid kent.

[email protected]

What’s in it?“Gelukkig is het einde van de crisis in zicht. De Nederlandse IT-sector heeft een harde klap gekregen, maar het herstel is niet te stoppen en dus komen we als bedrijf in een volgende fase, die van groei.

Dat betekent bijvoorbeeld dat we weer nieu-we medewerkers gaan aannemen. Onlangs is ons online referral recruitment gestart. Het idee is om vacatures via social media te ver-vullen door aanbevelingen van medewerkers. De ervaring leert dat bedrijven met een refer-

ral recruitment over het algemeen betere kandidaten vinden die gemiddeld langer in dienst blijven tegen lagere wervingskosten. We zijn ook gestart met een strategisch pro-gramma onder de naam SLIM. Het creëren van meer klantwaarde en het verbeteren van onze interne productiviteit staan in dit pro-gramma centraal. Verder willen we meer werk in India laten uitvoeren. Het plan is om daar uiteindelijk 20 tot 25 procent van het werk neer te leggen. Nu is dat nog zo’n

SoGeTI maakT werk

VaN ambITIe

Jeroen Versteeg

Page 4: Realit 02 2010

what’s new?

4

enkel een boek nietmeer van deze tijd

Sogeti overhandigt 100.000e exemplaar testboeken

Het boek Me the Media van het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (ViNT) is de eerste Nederlandse Apple iPad applicatie. Me the Media is met stip binnengekomen op nummer 5 in de top van Free iPad Software. Me the Media is twee jaar geleden uitgebracht en gaat over oude en nieuwe media. Via de iPad-applicatie krijgt het boek een tweede leven en dat past helemaal bij deze tijd.

Mede-auteur Sander Duivestein: “Een boek is nooit meer af. Dankzij nieuwe technologie is het nu mogelijk om nieuw leven te blazen in een reeds bestaand product. Het boek is veranderd in een continu proces. Of zoals CEO John Makinson van Penguin Book onlangs zei: ‘The definition of the book itself seems up for grabs’. Het simpelweg publiceren van een boek volstaat dus niet langer. Meer en meer mensen zijn op zoek naar inspiratie, naar beleving. Dit kun je nu aanbieden middels de iPad. Schrijvers zullen zich in de toekomst moeten richten op multimediale strategieën: een boek, een website, een ebook en een video. Steve Jobs zei het onlangs nog. ‘People don’t read books anymore’.”

[email protected]

Sogeti heeft onlangs het 100.000e exemplaar uit een lange reeks van testboeken uitgereikt op de Dutch Testing Conference. Joost van Haarlem (directie van de test- en kwaliteitsdivisie van Sogeti) overhandigde het jubileumboek aan de Conference Chair Petra Koenders. De Dutch Testing Conference is hét nieuwe testevent van Nederland.

Al in 1995 heeft Sogeti de keuze gemaakt om haar gedachte-goed over testen vast te leggen in boekvorm. Het uitgangs-punt daarbij was dat de testmethoden daarmee voor iedereen toegankelijk zijn. TMap® (Test Management Approach) is sinds de introductie uitgegroeid tot dé standaard voor gestructureerd testen van software.

Met de komst van TMap NEXT® in 2006 is deze positie nog verder verstevigd en wordt de aanpak wereldwijd toegepast. Eind 2009 is TPI® NEXT (Test Process Improvement) geïntro-du ceerd, de wereldwijde standaard voor testvolwassenheid. In datzelfde jaar is ook een boek over de unieke aanpak van ketentesten ‘Testen van ketens met TMap NEXT®’ verschenen.

Daarmee zijn er inmiddels 23 boeken over testen uitgebracht en in zeven verschillende talen, waaronder naast Nederlands en Engels ook Japans en Koreaans. De boeken zijn verkrijg-baar via de boekhandel of direct via Uitgeverij Tutein Nolthenius www.utn.nl

Een compleet overzicht van alle Sogeti boeken over testen is te vinden op www.tmap.net

Joost van Haarlem (directie van de test- en kwaliteitsdivisie van Sogeti) overhandigt

het jubileumboek aan de Conference Chair Petra Koenders.

Zes werkgevers van bedrijven uit Vianen, waaronder Sogeti Nederland, hebben hun handtekening gezet onder een overeenkomst met de gemeente Vianen. Een belangrijke overeenkomst, waarin ze afspreken dat ze er samen voor gaan zorgen dat bedrijventerrein Vianen ook in de toekomst bereikbaar blijft.

De werkgevers (Sogeti Nederland, Bosal Nederland, Volker Rail, gemeente Vianen, Makro en KWS infra) hebben zich verenigd in het mobiliteitsplatform Vianen. Gezamenlijk bespreken ze knelpunten en mogelijke oplossingen en wisselen ze ervaringen uit op het gebied van ´slim reizen´. Dit helpt niet alleen bedrijventerrein

www.tpinext.nl

Sogeti helpt om Vianen bereikbaar te houden

Page 5: Realit 02 2010

5

IBM Maximo voor ziekenhuis LeuvenSogeti ondersteunt de universitaire ziekenhuizen van Leuven bij de implementatie van IBM-technologie voor de heldesk en de verdere implementatie van Integrated Service Management (ISM). De eerste fase in dit project bestaat uit de implementatie van Tivoli Service Request Manager - Maximo (TSRM) versie 7.2. Deze technologie (versie 6) is bovendien door Sogeti Nederland in gebruik bij onze eigen Helpdesk. De daarop volgende fasering bestaat uit de implementatie van Tivoli Application Dependency Discovery – Maximo (TADDM) versie 7.2 en de CCMDB van Maximo voor Change en Configuration Management en tenslotte Tivoli Asset Management For IT – Maximo (TAMIT). Na de zomer wil UZ Leuven voor haar techni-sche dienst -die het beheer voert over alle ziekenhuis appara-tuur- de huidige implementatie van Maximo 5 op BEA Weblogic migreren naar Maximo 7 op Web Sphere. In de opdracht aan Sogeti is een deel van de werkzaam heden ondergebracht bij onze business partner Gemba Services. Sogeti heeft daartoe eerder dit jaar een partnerovereenkomst getekend met Gemba. Sogeti is sinds eind 2008 bezig met de ontwikkeling van de dienstverlening rond Asset Management met IBM Maximo.

[email protected]

Digitale hulp voor vissers

Vianen bereikbaar te houden, het blijkt meer voordelen te hebben: duurzaam ondernemen betekent een positief imago, kostenbesparing, minder parkeerplaatsen nodig en aantrekkingskracht op personeel door goed werk-geverschap. Niet alleen in Vianen, maar ook in de rest van de provin-cie spannen bedrijven en overheid zich in. In dertien ‘werkkernen’ zijn overheid (BRU, provincie Utrecht, gemeenten) met 150 bedrijven actief om een bereikbare regio te krijgen. Samen hebben deze bedrijven ruim 90.000 medewerkers.

[email protected]

Vissers kunnen de blik meer richten op hun werk nu de administratie door de komst van een digitaal knooppunt minder hoofdbrekens geeft. Dankzij deze zogenoemde vishub kunnen de controlediensten als AID, douane en ook de havenmeester sneller en soepeler aan hun informatie komen.

Afgezien van het gemak levert het de vissers en overheid ook financieel wat op. Demissionair minister Gerda Verburg (LNV) rekende bij de officiële opening in de Scheveningse visafslag voor dat deze efficiënte aanpak een stuiver op elke kilo vis scheelt, totaal 4,1 miljoen euro. En het scheelt de overheid 1,1 miljoen euro.

Het knooppunt biedt ook logistieke voordelen. Vissers kunnen de visafslag al snel inseinen welke vangsten er binnenkomen. En dat maakt het weer makkelijker om de veiling, transport, verwerking en verkoop op elkaar af te stemmen, aldus Verburg.

De hub is er gekomen omdat er binnen Europa met een elektronisch logboek moet worden gewerkt. Volgens het ministerie van LNV loopt de Nederlandse visserij voorop in het digitaal uitwisselen van gegevens.

Voorzitter Doeke Faber van het Productschap Vis zei dat ook marktpartijen zoals visafslagen en producentenorganisaties inmiddels zijn aangesloten bij de vishub. Volgens hem wordt het de “centrale geautomatiseerde draaischijf van al het digitale berichtenverkeer binnen de sector”. De vishub is door Sogeti in opdracht van ICTU gerealiseerd.

[email protected]

Sogeti helpt om Vianen bereikbaar te houden

Dit

artik

el is

ook

gep

ublic

eerd

in d

e Fi

nanc

iële

Tele

graa

f

Page 6: Realit 02 2010

what’s next?

6

Joost Jongman

wil test consultant worden

Voor het derde jaar op rij organiseert automatisering Gids

samen met diverse bedrijven het IT-talenten-programma

voor afstudeerders met net dat beetje extra. bij Sogeti doet

Joost Jongman (24) mee.

Waar kun je beter afstuderen op het gebied van testen dan bij een club die één van de belangrijkste testmethodes - te weten TMap - zelf heeft bedacht? Nergens, dacht Joost Jongman en hij besloot te solliciteren bij Sogeti. "Ik wist dat de concurrentie groot was en het was ook nog eens het allereerste bedrijf dat ik benaderde, dus ik was dolgeluk-kig toen ik hoorde dat ik het geworden was", vertelt de student Information Engineering.

ZENUWACHTIGToen hij aan zijn stage begon was hij 'best wel zenuwachtig'. Hij maakte zich zorgen of hij het niveau van de 'grotemensenwereld' wel aankon, maar nu, halverwege zijn stage, is hij gerustgesteld. "De opleiding die ik volg is een keer verhuisd, samengevoegd met studenten uit andere opleidingen en het

BOEIEND VAKTijdens zijn studie merkte hij dat zijn hart ligt bij het testen. "Ik vind het een enorm boeiend vak, het is jammer en onterecht dat dit onderdeel van de IT zo'n stoffig imago heeft." Daarnaast merkt hij dat sommigen IT'ers testers maar lastig vinden. "Dan roepen ze: dankzij jou moet ik een systeem of applicatie opnieuw bouwen en heb ik extra werk. Maar je wilt toch dat wat je bedenkt en maakt, goed is en dat de klant tevreden is? Uiteindelijk zal het je overigens juist tijd en geld besparen als je tijdens de ontwikkelingsfase op een goede manier test!" Volgens hem is niet iedere IT'er in de wieg gelegd voor het testvak. "Je moet niet alleen goed kunnen samenwerken en communiceren, je moet analytisch heel sterk onderlegd zijn, gestructureerd kunnen werken en uiterst kritisch zijn."

GEWONE WERKNEMERSDeze zomer hoopt hij af te studeren. Dan heeft hij er zes jaar hbo opzitten. Verder studeren ziet hij niet zitten: "Voorlopig ben ik er even klaar mee. Wat niet wil zeggen dat ik ben uitgeleerd, want dat ben je nooit in de ICT."IT-talenten worden bij Sogeti net zo behandeld als 'gewone' werknemers. Dat betekent dat hij cursus-sen mag volgen en op mag gaan voor bepaalde certificeringen. "Natuurlijk heb ik mijn oog al laten vallen op een TMap-certificeringstraject", lacht Jongman.Het liefst gaat hij straks aan de slag als testconsul-tant. "Dan hou ik me niet alleen bezig met het tes-ten zelf maar ook met de advisering eromheen."

curriculum is een aantal keren gewijzigd. Dus dan ga je je aan de vooravond van zo'n afstudeerstage toch afvragen of je wel aan de hoge eisen die werkgevers stellen kunt voldoen en de lesstof die je tot je hebt geno-men niet achterhaald is. Gelukkig bleek dat erg mee te vallen", lacht hij.

Van jongs af aan wist hij al dat hij een IT-studie wilde doen. Alles wat met computers te maken had, vond hij op de havo al fascine-rend. "Ik weet eigenlijk niet hoe dat zo geko-men is, want ik had geen rolmodellen in mijn buurt." Na twee jaar Bedrijfskundige Informa-tica besloot hij te switchen naar Information Engineering. "Ik vond dat ik veel te weinig echte IT-vakken had gehad, de focus lag naar mijn idee te veel op economie."

Dit

artik

el is

ook

gep

ublic

eerd

in A

utom

atis

erin

g G

ids

Page 7: Realit 02 2010

what’s happening?

Nadere informatie over het programma en locaties en de nieuwste events: evenementen.sogeti.nl.

Juni

7

Joost Jongman

wil test consultant worden

Zijn voorkeur gaat uit naar loondienst, 'want een baas geeft meer zekerheid'. Sogeti stond altijd al hoog op zijn verlanglijstje en na een aantal maan-den stagelopen is dat onveranderd. Hij was dan ook aangenaam verrast toen hij onlangs hoorde dat het IT-bedrijf waar hij stage loopt weer aan het werven is. "Ik heb het idee dat ik hier op mijn plek zit, dus ik hoop dat ik mijn carrière hier voort kan zetten."

CRISISTot nu toe heeft hij persoonlijk niets gemerkt van de economische crisis. Wel ziet hij dat sommige studie-genoten die wat lakser zijn moeite hebben een stageplek te vinden. "Maar dat ligt voor een groot deel aan henzelf." Bang voor de gevolgen van de crisis voor zijn loopbaan is hij niet. "Ik ben super gemotiveerd en dat scheelt een hoop. Bovendien zie ik dat de vraag naar IT'ers al weer aan het aan-trekken is. Bovendien zal het belang van testen binnen de IT alleen maar verder toenemen, dus voorlopig hoef ik me geen zorgen te maken. Hoewel... het blijft de IT, dus morgen kan alles weer anders zijn."

[email protected]

'Ik weeT Nu DaT Ik heT

NIVeau VaN De

GroTemeNSeNwerelD

aaNkaN'

AGENDA

24 Juni 2010themadag iCt in de zorgLocatie nog te bepalen Contactpersoon: [email protected]

25 Juni 2010oracle seminar Locatie nog te bepalenContactpersoon: [email protected]

Joost Jongman: “Niet iedere IT’er is in de wieg gelegd voor het testvak.”

Joost Jongman studeert Information Engineering aan de Hogeschool van Utrecht. Bij afstudeerbedrijf Sogeti gaat hij zich primair bezighou-den met het verbeteren van de testbasis, secundair komt daarbij het opleveren van een mechanisme om te kiezen voor een juiste tool die ingezet kan worden bij Model Based Testing (MBT). Joost is: analytisch, stressbestendig en kritisch.

Page 8: Realit 02 2010

what’s on my mind

Krappe begroting vaak fataal voor projecten

8

Insp

anni

ng

Doorlooptijd

Optimale tijd/kosten

Minimale tijd/kosten

Onmogelijk Realistisch Onpraktisch

Onmogelijk

Realistische schattingenTe lage schattingen

Onderschatten

Extr

a ko

sten

Te hoge schattingen

0%

>100%

Overschatten

Software realisatie projecten hebben de naam nogal eens te

mislukken. Volgens harold van heeringen komt dat, omdat

de projecten vaak worden begroot op basis van onrealistische

verwachtingen. “Zo’n raming leidt vrijwel altijd tot grote

problemen in het project.”

De afgelopen jaren zijn er vele onderzoeken gepubliceerd waarin de algemene tendens was dat de meeste software realisatie projec-ten nog steeds mislukken. Het meest beken-de onderzoek op dit gebied is het Chaos rapport van de Standish Group (1). In de 2009 editie van dit rapport staat dat slechts 32% van de software projecten gestart in 2008, succesvol was (op tijd, binnen budget en de afgesproken functionaliteit geleverd). Hieruit valt af te leiden dat 65% van de pro-jecten dus niet succesvol zijn geweest. Inmid-dels is er ook een aantal onderzoeken geweest die proberen te verklaren waarom zoveel projecten falen. Een aantal oorzaken: te weinig aandacht voor requirements, te weinig betrokkenheid vanuit de opdracht-gever, te weinig ‘human skills’ bij de project-manager. De belangrijkste reden volgens mij is echter het feit dat er bij de start van de meeste projecten wordt begroot op basis van onrealistische verwachtingen. Een begroting die is gebaseerd op onrealistische verwach-ting. Daarom wil ik in dit artikel beschrijven hoe men kan toetsen welke verwachtingen wel realistisch zijn.

EENZIJDIGAnno 2010 worden de meeste software reali-satie projecten nog steeds eenzijdig begroot door middel van een zogenaamde expertbe-groting. Eén of een aantal experts bekijkt de specificaties van het te realiseren systeem en

bepaalt hoeveel uren hieraan besteed zullen gaan worden. Uit onderzoek blijkt echter dat de expertbegroting meestal geen realistische begroting is. Experts zijn bij uitstek subjectief in hun oordeel, vergeten nog wel eens wat activiteiten en denken vaak onterecht dat organisaties leren van fouten die in eerdere projecten zijn gemaakt.Volgens onderzoek van McConnell (2) kan een expertbegroting daarom wel 30% te optimistisch zijn. Daar komt nog bij dat de doorlooptijd van een project (door verschil-lende goeroes op het gebied van ‘software estimation’ - beschouwd als één van de belangrijkste’ cost drivers’ voor een begroting

- vaak niet wordt begroot maar wordt opge-legd. Als we uitgaan van het volgende ver-band (o.a. gepubliceerd door een van de toonaangevende metrics goeroes op deze aardbol: Larry Putnam (3), dan zien we dat de begroting in feite een directe resultante is van de gekozen doorlooptijd. Volgens Putnam gebeurt dit zelfs met de volgende formule: Benodigd aantal uren = contante gedeeld door doorlooptijd.

ZONESVoor ieder project is er een aantal uren/ doorlooptijd combinatie mogelijk (bij dezelf-de omvang en productiviteit). Er is echter een ‘onmogelijke zone’ waarin de doorloop-tijd te kort is om het project uit te kunnen voeren en er is een ‘onpraktische zone’ waar-bij de begrote doorlooptijd van het project zo lang is dat men weinig waarde meer hecht aan de uitkomst van het project.Dit houdt in dat de gekozen doorlooptijd voor een project bijzonder belangrijk is en dat het aantal benodigde uren erg afhanke-lijk is van deze doorlooptijd. Volgens Putnam kan een doorlooptijd van één maand minder, er zo maar toe leiden dat het aantal beno-

Benodigd aantal uren = constante

doorlooptijd

Page 9: Realit 02 2010

9

Insp

anni

ng

Doorlooptijd

Optimale tijd/kosten

Minimale tijd/kosten

Onmogelijk Realistisch Onpraktisch

Onmogelijk

Realistische schattingenTe lage schattingen

Onderschatten

Extr

a ko

sten

Te hoge schattingen

0%

>100%

Overschatten

digde uren met 50% toeneemt. Dit komt doordat er dan met een groter team gewerkt moet worden en dat iedere extra persoon in een team de totale productiviteit (bijvoor-beeld gemeten in het aantal uren dat gemid-deld benodigd is om een functiepunt te realiseren) doet afnemen.

TE KRAPIn de praktijk zal de doorlooptijd eerder te krap dan te ruim worden gekozen (de begro-ting is immers gebaseerd op de optimistische expertbegroting), wat ertoe leidt dat veel software projecten al direct vanaf de start gedoemd zijn te mislukken. Druk vanuit de opdrachtgever is hierbij de meest voorkomen-de oorzaak. Soms is het belangrijk om een bepaalde ‘time-to-market’ te halen, maar in sommige gevallen wordt er ook druk op de doorlooptijd van een project gezet, zonder dat daar een goede reden voor is. Het resul-taat is dat men gewoon te weinig uren begroot voor de doorlooptijd die is gesteld. Ook in het geval dat een bepaalde doorloop-tijd gehaald moet worden, is het zaak om een realistische schatting te maken van de team-omvang en het aantal benodigde aantal uren.

MEER MENSENAls we ervan uitgaan dat de meeste software projecten van start gaan onder onrealistische verwachtingen (te krappe doorlooptijd, begroot door middel van een gemiddeld

30% te optimistische expertbegroting), dan ligt het erg voor de hand dat een gemiddeld project in de problemen komt. Helaas blijkt de standaard reactie van de gemiddelde projectleider (bijvoorbeeld het toevoegen van nieuwe medewerkers aan het project) het project meestal wel veel duurder te maken en maar weinig tijdswinst op te leve-ren. Dit komt onder andere door het creëren van extra communicatiepaden, het inwerken van de nieuwe medewerkers (gaat ten koste van de productiviteit van iemand anders). De enige echt effectieve methode, het terug-brengen van de op te leveren functionaliteit naar een realistische omvang, wordt helaas vrijwel nooit toegepast.

BESTE METHODEDe beste methode om een realistische begroting te maken is gebaseerd op het opstellen van een methodische begroting naast het uitvoeren van de expertbegroting. Met een methodische begroting bedoel ik dat de volgende stappen moeten worden uitgevoerd:

1. Het meten van de omvang van de te realiseren software. Dit kan door het toepassen van een ISO gecertificeerde

EIGEN AfDELINGSogeti erkent de noodzaak van het metho-disch begroten van projecten en heeft daar-om al enige jaren een afdeling Sizing, Estimating & Control (SEC), waarin de ken-nis, de vaardigheden en ervaring op het gebied van het meten en begroten van projecten is geborgd. Binnen deze afdeling worden de RVO’s (Resultaat verplichte opdrachten) van Sogeti zelf opgesteld om ervoor te zorgen dat de aanbiedingen naar de klant toe zo realistisch mogelijk zijn.

www.sogeti.nl

(dus objectieve, herhaalbare en verifieer-bare) methodiek zoals NESMA (4) of IFPUG (5) functiepunt analyse of de meer accurate en meestal beter toepasbare methode COSMIC [6]. Het resultaat is de functionele omvang in (COSMIC) functie-punten.

2. Het vermenigvuldigen van de omvang met een realistisch productiviteitscijfer. Dit productiviteitscijfer, door de Interna-tional Software Benchmarking Standards Group (ISBSG) (7) aangeduid als PDR (Project Delivery Rate) wordt uitgedrukt in uur/Functiepunt (NESMA/IFPUG) of uur/COSMIC Functiepunt (COSMIC). De meest realistische productiviteitscijfers zijn die zijn gebaseerd op de eigen erva-ringscijfers van de organisatie zelf. Orga-nisaties die deze ervaringscijfers niet hebben, kunnen echter eenvoudig (en goedkoop) de ISBSG database aanschaf-fen, waarin de projectgegevens en pro-ductiviteitscijfers van meer dan 5.000 projecten zijn opgenomen. Het grote voordeel van deze database is dat men al de data in MS-Excel krijgt opgeleverd en dus zelf analyses kan gaan maken om op deze manier de voor het betreffende project meest realistische productiviteit en doorlooptijd kan vaststellen.

3. Het gebruik van tools (zoals QSM SLIM (8)] of Galorath SEER-SEM (9) ) om de begroting te tunen op zaken zoals gewenste doorlooptijd, maximale team-omvang, minimaal gewenst kwaliteits-niveau, totale kosten).

Niet alle organisaties hebben de beschikking over dit soort tools. Het is echter al een goed startpunt om de eerste twee stappen uit te voeren om een indicatie te krijgen van de realiteitszin van de expertbegroting.

[email protected]

Page 10: Realit 02 2010

what’s working?

Pilot van 1100 werkplekken

10

uitrol Windows 7 een eitje

Sogeti is als een van de eerste bedrijven

over gegaan op windows 7. op het Techworld

windows 7 migratie Seminar presenteerde

axe van de Ven de Sogeti case.

“We zijn er best trots op dat we bij de eerste bedrijven hoorden”, zegt Axe van de Ven, die als projectmanager leiding gaf aan de migratie bij Sogeti. Onderdeel van de deelname aan het Launch-programma van Microsoft was dat Sogeti Nederland bij de lancering van Windows 7 minimaal duizend werkplekken had overgezet, dit in ruil voor onder-steuning vanuit Microsoft. Van de Ven: “Bij de launch hadden we elfhonderd werkplekken gemigreerd. Dat was onze pilot.”

VOORSPRONGSogeti Nederland heeft in totaal ongeveer 2500 werkplekken. Dat zijn niet alleen desktops, maar vooral ook laptops van mensen die onder-weg moeten kunnen werken. De reden voor de migratie was vrij simpel. Men wilde bij Sogeti vroeg over, om met de opgedane ervaring voor-sprong te kunnen nemen op de concurrentie. “Veel organisaties zullen de komende tijd migreren naar Windows 7. Dus is het belangrijk dat wij daar veel ervaring mee hebben”, aldus Van de Ven. Maar er was ook nog een interne reden voor de migratie: het bedrijf wilde meer stabiliteit in het netwerk krijgen. De VPN-verbindingen op Vista waren erg instabiel en daar ondervonden gebruikers hinder van. Dat had veel invloed op de beleving van de gebruiker, die soms ineens werk kwijtraakte. Bij Sogeti had men er vertrouwen in dat dit probleem met Windows 7 kon worden opgelost.

DRIE LIJNENDe projectafdeling van Van de Ven heeft ruim de tijd genomen voor de voorbereiding. “In juni 2009 hebben we een programma opgesteld. De belangrijkste doelen daarin waren kennisopbouw en de ontwikkeling van een ‘slimme werkplek’”, legt hij uit. Het project bestond uit drie lijnen. De eerste was het opzetten van een kenniscentrum, waarin mensen in een laboratoriumomgeving alles uit moesten zoeken. In de tweede lijn werd Windows Vista vervangen door Windows 7. Dat gebeurde in eerste instantie op elfhonderd werkplekken. “Die werk-plekken hebben we één voor één met de hand gemigreerd, om te ervaren waar we tegenaan zouden lopen”, vertelt Van de Ven. Op die plekken wilde men ook uitproberen wat de nieuwe functionaliteit nu precies kon inhouden. De derde lijn, tot slot, bestond uit de volledige

invoering van de slimme desktop. De ervaring die werd opgedaan met de handmatige installaties is vervolgens meegenomen in deze automatische uitrol.

VOORBEREIDINGDe applicaties zijn in eerste instantie, net als het besturingssysteem, handmatig geïnstalleerd onder Windows 7. Maar de volledige uitrol van Windows 7 en de applicaties gaat helemaal automatisch. Bij het installeren van de images van het besturingssysteem, de applicaties en de patches wordt SCCM gebruikt. Met die uitrol is Sogeti Nederland nog steeds bezig. “In juni 2009 zijn we begonnen. In oktober waren we klaar met die eerste elfhonderd laptops. Daarna zijn we heel lang bezig geweest met analyseren en uitzoeken. Alleen de laatste zes weken zijn we aan het uitrollen. Inmiddels is gebleken dat je ruim tweehonderd systemen per week kunt migreren en dat de problemen minimaal zijn.” Het zit hem echt in de voorbereiding, benadrukt Van de Ven. De applicaties zijn veelal omgezet naar sequences en worden nu dus automatisch en virtueel uitgerold, zodat ze ter beschikking komen in een bubble. Zo geven ze geen conflicten met het besturingssysteem, zegt Van de Ven. Maar hij geeft ook toe dat sommige applicaties juist geïntegreerd zijn met het besturingssysteem. “Dat moet goed worden uitgezocht. Het is een wedstrijd die per organisatie interessant is om te analyseren.” D

it ar

tikel

is o

ok g

epub

licee

rd d

oor T

echw

orld

Axe van de Ven (links) op het seminar van Techworld.

Page 11: Realit 02 2010

11

VOORZICHTIGVolgens Van de Ven is zijn bedrijf extreem voorzichtig geweest met de applicaties. Eerst is met behulp van een Microsoft-tool onderzocht wat alle verschillende applicaties precies doen en hoe het zou uitpakken als ze onder Windows 7 zouden draaien. “Bij tachtig procent van onze applicaties bleek dat er niets aan de hand was. Van de twintig procent waarvan de tool aangaf dat we moesten opletten, bleek maar vijf pro-cent echt een uitdaging op te leveren. Het ging daarbij om software die bijvoorbeeld naar onderdelen van het besturingssysteem schreven die in Windows 7 niet meer aanwezig zijn.” Het ging daarbij meestal om maatwerkapplicaties. Uit de eerste analyse bleek ook dat de meeste werkplekken helemaal geen gebruik maakten van die applicaties. Die konden dus meteen worden overgezet. Uiteindelijk veroorzaakte Internet Explorer 8 nog het grootste probleem, vertelt Van de Ven. Veel maatwerkapplicaties blijken er niet mee om te kunnen gaan. Ook veel applicaties van third parties leken in het begin problemen op te leveren, omdat ze nog niet waren gecertificeerd voor Windows 7. Daar loop je tegenaan als je een early adopter bent. In

dergelijke gevallen ging Van de Ven met zijn mensen om de tafel zitten met Microsoft en de leverancier, en meestal was het probleem dan snel opgelost. De producten waren misschien niet gecertificeerd, maar vaak wel compatibel. Een enkel programma deed het niet, maar daarbij deed een goede samenwerking met de leverancier wonderen.

ACCUOok andere problemen verdwenen vaak als sneeuw voor de zon. In het begin gaven laptops bijvoorbeeld onjuiste informatie over hun accu. “Dan meldde een laptop dat gebruikers nog een kwartier vooruit kon-den, maar hield hij er vervolgens ineens mee op”, zegt Van de Ven daarover. Dat probleem werd snel opgelost met een update. Ook problemen met het updaten van Defender en het patchmanagement, wat toch essentiële onderdelen zijn, zijn met een Service Pack van SCCM opgelost. Allemaal potentiële showstoppers, aldus Van de Ven, maar ze waren erg snel de wereld uit. Een stevige uitdaging zat nog wel in het versleutelen van de harde schijven van de laptops, met Bitlocker. Bij die uitrol moesten keys wor-den ingegeven en het was niet direct duidelijk hoe dat moest gebeuren. Dit kon namelijk niet zonder decriptie van de harddisk, een proces dat uren in beslag kan nemen. Hiervoor is een oplossing gevonden in een script dat Bitlocker pauzeert. Tijdens die pauze kan Windows 7 worden uitgerold en na de installatie wordt, ook weer met een script, de Bitlocker-key uitgelezen en vervolgens opgeslagen in active directory. “We hebben ons vooraf erg veel zorgen gemaakt over de migratie naar Windows 7”, zegt Van de Ven. “Dat bleek echter koudwatervrees, want uiteindelijk waren er maar weinig echte uitdagingen. We hebben veel geanalyseerd, en als je veel legacysystemen hebt, moet je veel onder-zoek doen. Maar ben je daar eenmaal doorheen, dan is de uitrol een eitje.”

[email protected]

“ SucceSVolle mIGraTIe

haNGT af VaN VoorbereIDING”

Page 12: Realit 02 2010

MIDAS DEKKERSHet is het beest in de mens waar we voor op moeten passen. Accepteer dat maar, want de evolutie valt niet te versnellen. Die heeft gewoon haar tijd nodig. Internet en ICT heb-ben de mens de afgelopen decennia niet beter gemaakt. Aan de andere kant zijn we vanuit onze sociale natuur allerlei anders geaarden om ons heen steeds meer gaan waarderen. Van negers en vrouwen tot die-ren, waar in Nederland zelfs een partij voor is opgericht. Aan de vooravond van de parle-mentsverkiezingen was dit de analyse van Midas Dekkers op het VINT-symposium “To Do: Don’t Be Evil”. Dekkers, die de dag afsloot, gebruikt nog gewoon een type machine en heeft geen mobiele telefoon.

EMILY GREENWat een verschil met de openingskeynote van Emily Green, president en CEO van Yankee Group. Zij presenteerde de wereld-wijde maatschappelijke en economische

potentie van mobiel breedband onder het motto “Anywhere: How Global Connectivity is Revolutionizing the Way We Do Business”. Dat is tevens de titel van haar laatste boek. De uitrol van mobiel breedband in alle soci-aal-economische sectoren belooft de meest spectaculaire fase te worden in de ontwikke-ling en toepassing van ICT en internet. Het “seamless, intelligent, ubiquitous, abundant Anywhere Network” zal mensen en dingen verbinden, overal waar dat waarde toevoegt, en zo hele sectoren als ook de essentie van werk herdefiniëren. Mobiel breedband zal ons helpen optimaal om te gaan met schaarse middelen, zal de wereld om ons heen veel transparanter maken en zal een sterk democratiserend effect hebben. Op die manier, aldus Green, zal dit daadwerkelijk universele netwerk de kwalijke kanten van

to Do: Don’t be evil

balans tussen business en biologie

menselijk handelen reduceren en de goede bevorderen.

MICHAEL BRAUNGARTVan kwaad en kwalijk wil Michael “C2C” Braungart niet horen. Kwaad en kwalijk zijn simpelweg de afwezigheid van goed. Het klinkt diepzinnig maar zo is het niet bedoeld. Voor Braungart is het zo klaar als een klontje: we moeten de technische kringloop inrich-ten zoals de biologische. Daar fungeert afval als voedsel en moeilijker hoeft het niet te zijn. De ondertitel van de Nederlandse editie van zijn boek “Cradle to Cradle – Remaking the Way We Make Things” luidt dan ook sim-pelweg “afval = voedsel”. De “van wieg naar wieg”-gedachte van optimaal hergebruik is de duurzame variant op de verkwistende “van de wieg tot het graf”-praktijk, waar

herman wijffels nam het eerste boek Don’t be evil

in ontvangst tijdens het VINT-symposium 2010 in

het bussumse Spant!-theater. Daarna volgde een

indrukwekkend aantal sprekers. een impressie.

Foto

’s: P

atric

k Sa

valle

“ SeamleSS, INTellIGeNT, ubIquITouS,

abuNDaNT aNywhere NeTwork”

12

what’s the story?

Page 13: Realit 02 2010

hergebruik alleen in de marge een rol speelt. Traditioneel leidt productie tot opslag en verbranding van afval, maar als we beter en vooral anders nadenken, hoeft dat helemaal niet. Denk in het verlengde van People, Planet en Profit, de drie P’s die bedrijven hebben geadopteerd als richtsnoer voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, aan Ecology, Economy en Equity. Duurzaam-heid is pas gegarandeerd als die drie E’s in balans zijn. Braungart en co-auteur William McDonough hebben hun cradle-to-cradle-principe in de praktijk gebracht bij onder meer Ford, Unilever, Nike en Herman Miller. Braungart, die ook verbonden is aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit benadruk-te op het “To Do: Don’t Be Evil”-symposium de C2C-voorbeeldfunctie van Nederlandse regio’s en bedrijven. Om krasse uitspraken zat Braungart niet verlegen. Met het huidige niveau en de toename van verkwisting en vervuiling hebben we onze leefomgeving binnen enkele decennia onherstelbaar ver-pest. “C2C is the only way to avoid a global

holocaust”. Zorg om te beginnen gewoon, dat je afval productief kunt maken in tech-nische of biologische kringlopen.

JOSEPH PINEMet Braungart en Dekkers stond de middag van “To Do: Don’t Be Evil” meer in het teken van de biologie en van organisch. Na Emily Green sloot Joseph Pine de ochtend af, en die stond daarmee duidelijk in het licht van technologie, mens en organisatie. Pine begon heerlijk simpel met het doel dat orga-nisaties nastreven: waarde creëren voor de klant. Zonder dat het expliciet werd genoemd, ging het vervolgens over de intieme relatie tussen “organisatie” en “organisch” acteren, ontegenzeggelijk een kernwaarde in het kader van het “Don’t Be Evil”-gebod. Geloofwaardig waarde creëren voor de klant is waar het om gaat, en daar-voor kun je het beste het advies opvolgen van Polonius, een karakter uit Hamlet. Vrij vertaald luidt dat advies: “wees echt/eerlijk voor jezelf, dan kun je voor niemand anders

Herman Wijffels (links) ontvangt het boek uit handen van Menno van Doorn (rechts).

CTO Michiel Boreel opende het VINT-symposium.

Herman Wijffels houdt van positieve aanmoedigingen.

Emily Green op haar praatstoel.

13

Page 14: Realit 02 2010

what’s the story?

meer onecht/oneerlijk zijn”. Niet toevallig keren authenticiteit en Shakespeare terug in de titels van de boeken die Pine samen met James Gilmore schreef: “The Experience Economy: Work Is Theater & Every Business a Stage” en “Authenticity: What Consumers Really Want”. Volgens Pine voelen we ons in de wereld alleen en op drift vanwege de “toxic levels of inauthenticity we are forced to breathe”. Net als Polonius hebben Pine en Gilmore hebben ook een advies: prijs jezelf maar liever niet aan als authentiek en echt, zoals het gemiddelde supermarktproduct. Het is makkelijker om authentiek te zijn, als je dat niet van de daken schreeuwt , want dat wekt alleen maar argwaan. En wat het thema van het VINT-symposium 2010 aangaat: “Doing Well by Doing Good” is de bekende

maxime van Benjamin Franklin, een van de founding fathers van de Verenigde Staten. Maar je kunt ook gewoon “Doing Good by Doing Well” doen – gewoon door als organi-satie eerlijk, echt en oprecht aan je klanten jouw waarde te leveren. Het basisgebod dat je daarbij kan leiden, is “Don’t Be Evil”.

HERMAN WIJffELSHerman Wijffels moest er even aan wennen, aan “Don’t Be Evil”. Wijffels houdt meer van positief gestelde aanmoedigingen, maar per saldo, zo zei hij, kon hij zich er goed in vin-den. Voorafgaand aan de presentaties en overwegingen van Emily Green, Joseph Pine, Michael Braungart en Midas Dekkers ontving Herman Wijffels het eerste exemplaar van het boekje “To Do: Don’t Be Evil” uit handen van Michiel Boreel, CTO Sogeti, en Menno van Doorn, directie VINT. Herman Wijffels, onder meer voormalig Rabobank-topman en

oudvoorzitter van de SER, is tegenwoordig hoogle-raar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verande-ring aan de Universiteit Utrecht en co-voorzitter van World connectors, een initiatief van oudpremier Ruud Lubbers. Wijffels besprak het “To Do: Don’t Be Evil”-boekje, onderdeel van het gelijknamige multi-mediaproject van VINT, als volgt: “Al die dingen die in de lopende ver kiezingsstrijd niet aan de orde komen, die staan hier in. En daar gaat het om. De industriële tijd nodigde uit tot schaalvergroting en nu zien we overal kleinschalige technologieën, zoals in de life sciences en nanotechnologie. Daar-mee hebben we de kans om kleine schaal en grote schaal optimaal in elkaar te schuiven, teneinde te komen van single-P governance naar de triple-P governance van People, Planet en Profit. Van eendi-mensionaal maximaliseren moeten we overstappen naar meerdimensionaal optimaliseren. Technologie is daarbij heel belangrijk. Steeds is zij een nieuwe release van idee en praktijk, en ICT faciliteert indivi-dualiteit zo grootschalig, dat ze de hele wereld omspant. Internet is de infrastructuur van het mon-diale bewustzijn. Achter in dit boekje staat een interessante checklist voor elk van de drie P’s om te kijken waar je staat en waar je naartoe wilt. Het gaat erom, dat je de kwaliteit van verbindingen en rela-ties verhoogt, inclusief aarde, eco- en leefsysteem. Organisaties en individuen moeten niet wachten op de politiek, maar moeten zelf constructief en crea-tief aan de slag.”

http://www.dontbeevil.nl)

[email protected]

De geautomatiseerde “Don’t Be Evil” PPP-checklist is

als iPhone app gratis te downloaden via http://bit.ly/

dbe-app Het boek is ook verkrijgbaar in de boek-

handel.

Joseph Pine: “Wees echt/eerlijk voor jezelf, dan kun je voor niemand anders meer onecht/oneerlijk zijn.”

Michael Braungart: “Zorg om te beginnen gewoon, dat je afval productief kunt maken in technische of biologische kringlopen.”

Midas Dekkers: “Zorg voor het beest in jezelf.”

“ weeS echT/eerlIJk

Voor JeZelf,

DaN kuN Je Voor

NIemaND aNDerS

meer oNechT/

oNeerlIJk ZIJN”.

VaN eeNDImeNSIoNaal

maxImalISereN moeTeN

we oVerSTaPPeN Naar

meerDImeNSIoNaal

oPTImalISereN.

14

Page 15: Realit 02 2010

De smartphone-revolutie

15

what means?

Tot de introductie van de KIN-telefoons werd besloten tijdens de ontwikkeling van Windows Phone 7, het platform dat behalve webnetwerken, muziek, foto’s en video ook Xbox LIVE games, Office, One Note, Sharepoint Workspace en Outlook integreert. Windows Phone 7 gaat het leven van de veeleisende smartphone-gebruiker vergemakkelijken, en de KIN ONE en TWO faciliteren het sociale leven van Generatie Upload optimaal. Het is het ver-schil tussen ‘simplifying’ en ‘amplifying’, zoals Microsoft zelf zegt.

Versimpelen en versterken zijn twee basisdoelen voor smartphone-gebruik. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling in het kader van de People-Planet-Profit-trend om ons leven maatschappelijk, ecologisch en economisch duurzaam te maken, is de integratie van onder meer smartphones in voertuigen. Dat is een mooi voor-beeld van ‘sense & simplicity' in real-life waardeketens – zeker met het oog op een energiezuinige, CO2-neutrale toekomst. Op basis van Microsoft Auto zijn al een aantal enter- en infotainment-systemen gerealiseerd, waaronder Fiat Blue&Me, Ford Sync en Kia UVO.Deze aanzet zal nu versneld worden uitgebouwd. Nissan bijvoor-beeld komt met apps voor zijn eerste elektrische model, de Leaf,

Het

eer

ste

US-

pate

nt v

oor e

en d

raad

loze

tele

foon

.19

06

Mar

tin C

oope

r voe

rt h

et e

erst

e m

obie

le-t

elef

oong

espr

ek in

New

Yor

k.19

73

De

eers

te c

omm

erci

ële

mob

iele

tele

foon

s w

orde

n

gepr

esen

teer

d in

Toky

o.19

79

Nok

ia in

trod

ucee

rt z

ijn e

erst

e m

obie

le te

lefo

on.

1982

Finl

and

heef

t de

prim

eur v

an h

et e

erst

e G

SM-n

etw

erk.

1991

De

eers

te m

obie

le c

onte

nt w

ordt

ver

koch

t:

natu

urlij

k ee

n rin

gton

e.19

98

De

Blac

kber

ry k

omt o

p de

mar

kt e

n lu

idt h

et

tijdp

erk

van

mob

iele

em

ail i

n.19

99

Japa

n st

art m

et 3

G-t

elef

onie

.20

01

De

gren

s va

n 3

milj

ard

mob

iele

tele

foon

gebr

uike

rs w

ordt

ber

eikt

en

de

iPho

ne z

et e

en n

ieuw

e tr

end

met

zijn

touc

h-in

terf

ace.

2007

Mee

r dan

1 m

iljar

d m

ense

n he

bben

toeg

ang

tot i

nter

net e

n 60

0 m

iljoe

n m

ense

n zi

jn o

p he

t Web

act

ief v

ia h

un m

obie

le te

lefo

on.

2008

200

milj

oen

Face

book

-geb

ruik

ers,

Twitt

er is

een

mas

sam

ediu

m

gew

orde

n en

er z

ijn m

eer d

an 4

milj

ard

mob

iele

tele

foon

gebr

uike

rs.

2009

De

offlin

e- e

n de

onl

ine-

wer

eld

rake

n st

eeds

ver

der g

eïnt

egre

erd.

2010

De

“sen

sorc

onom

y” n

eem

t een

vlu

cht:

sens

oren

voo

r alle

mog

elijk

e

doel

eind

en w

orde

n ge

mee

ngoe

d in

real

-life

waa

rdek

eten

s.20

11

1 bi

ljoen

(tril

lion)

gen

etw

erkt

e di

ngen

: “Th

e In

tern

et o

f Thi

ngs”.

20

12

Mob

iel b

reed

band

is d

e st

anda

ard.

2013

70 p

roce

nt v

an d

e m

ense

n in

Indi

a en

Afr

ika

hebb

en

een

mob

iele

tele

foon

.20

14

Mob

iel b

etal

en is

de

stan

daar

d ge

wor

den

en TA

FKA

P, Th

e A

ppar

atus

Fo

rmer

ly K

now

n A

s Ph

one,

is e

en o

nmis

bare

tool

.20

15

The

New

Yor

k Ti

mes

sto

pt m

et z

ijn p

apie

ren

uitg

ave

en

bie

dt e

Pape

r Rea

ders

aan

voo

r 1 d

olla

r.20

16

Dan

kzij

auto

mat

isch

e ve

rtal

ing

piek

t de

mob

iele

eco

nom

ie.

2017

Mob

ile c

yber

sec

urity

sta

at n

umm

er 1

op

de w

erel

dage

nda.

20

18

Vijf

milj

ard

van

de a

cht m

iljar

d m

ense

n op

aar

de b

ezit

een

‘TA

FKA

P’.

2019

De

smar

tpho

ne/T

AFK

AP-

revo

lutie

ber

eikt

zijn

hoo

gtep

unt.

2020

die in december 2010 in de verkoop gaat. Oplaadgegevens en de locatie van je auto in parkeergelegenheden worden via je smart-phone bijgehouden. Verleden jaar werd al een 4G/LTE Prius getoond als voorproefje van wat we straks mogen verwachten van onze ‘smartphone op wielen’. Maar waarschijnlijk zal deze You Ain’t Seen Nothing Yet-ervaring al weer ver zijn overtroffen, omdat er in 2012 naar verwachting 1 biljoen (trillion) genetwerk-te apparaten zullen zijn.

[email protected]

Bronnen:

http://www.kin.com

http://www.windowsphone7.com

http://microsoft.com/auto

http://www.atelier-us.com/emerging-technologies/article/me-my-

electric-vehicle-and-%E2%80%A6-my-smartphone

http://www.hybridcarblog.com/2009/11/4g-toyota-prius-smartphone-on-wheels.html

hoera, kIN is live, de nieuwe smartphone-experience voor Generatie upload. het idee is,

dat de typische webnetwerkers tot dertig jaar hun kIN-toestel gebruiken voor hun ‘tweede

onbetaalde baan’. Daarmee doelt microsoft op het enthousiaste gebruik in met name deze

leeftijdscategorie van sociale netwerken als facebook en Twitter.

De tijdlijn geeft aan hoe de ontwikkeling van mobiel is voortgeschreden sinds 1906 (!) en hoe ze in dit decennium in grote lijnen zal uitwerken met het jaar 2010 als kantelpunt.

Page 16: Realit 02 2010

16

what’s on my mind?

Iedere organisatie krijgt het applicatie-

portfolio dat zij verdient. uiteindelijk.

het applicatielandschap gaat zich immers

steeds meer vormen naar de business-

behoeften die het moet bevredigen.

Dit

artik

el is

ook

gep

ublic

eerd

in C

ompu

tabl

e.

hoe VolwaSSeN wIlT u uw aPPlIcaTIePorTfolIo hebbeN?

Concentratie op organisatie en business

MODELLENEr zijn legio methoden om de volwassenheid van processen en organi-saties op een objectieve wijze te meten, om hierin vervolgens verbete-ringen aan te brengen. Hoewel de meeste modellen zijn gebaseerd op het CMM-model (bijv. People-CMM, CMMi, CMMi for Services), zijn er ook andere inzichten in volwassenheidsmodellering ontstaan, zoals AMM (architectuur), OPM3 (projectmanagement), Luftman’s Business-IT Alignment model en het bekende INK/EFQM-model.

Maar voor de bepaling van de volwassenheid van een applicatieport-folio is er nog geen gestandaardiseerd en breed geaccepteerd model.

Page 17: Realit 02 2010

17

tiegraad van:• governance• bedrijfsarchitectuurenbusinessprocess

management• kosten/kwaliteitverhoudingvanIT• regievoeringopIT• IT-beleideninnovatie• IT-architectuureninfrastructuur• lifecyclemanagement• ontwikkel-enbeheerprocessen

Het minimale niveau van elk van deze dimensies bepaalt de toestand en feitelijk de volwassenheid van het portfolio in zijn geheel. Hoewel het onderlinge samenspel en een gezonde balans in deze dimensies van groot belang is, geldt hier zeker ook dat de keten zo sterk is als haar zwakste schakel.

Er zal dus aandacht moeten zijn voor al deze aspecten om het gehele applicatieportfolio naar een hoger niveau te krijgen. Althans, voor zover de organisatie daarom vráágt. We hebben eerder al gezien dat de organisatie (de business) misschien wel helemaal geen hogere verwachtingen heeft van de applica-tieportfolio, en mogelijk genoegen neemt met het huidige niveau van professionaliteit.

ULTIEME MODELMaakt het dan nog iets uit welk volwassen-heidsmodel we gebruiken om de applicatie-portfolio op in te schalen? In essentie niet, nee. Zo lang er maar consistent door de gehele organisatie hetzelfde beeld ontstaat van (1) de huidige status van het applicatie-landschap, (2) de verwachtingen en het gewenste volwassenheidsniveau en (3) de dimensies van de portfolio die beïnvloed moeten worden om van de huidige naar de gewenste situatie te komen.

Daarbij heeft CMMi natuurlijk wel een erg sterk verhaal met een integrale en toch organisatiespecifieke benadering. De ver-schillende dimensies van een applicatie-portfolio worden hiermee aanmerkelijjk afgedekt. Aangevuld met een combinatie van een staged en continuous approach leent dit model zich uitermate goed voor businessgerichte verbetering. Daarnaast is het CMMi-model veelgebruikt, wijdverspreid en komen we het vaak in de haarvaten van organisaties tegen.

Of CMMi daarmee het ultieme volwassen-heidsmodel biedt voor toepassing op appli-catieportfolio’s, lijkt me een goede discussie waard. Maar laten we ons allereerst concen-treren op de organisatie, de business, en wat haar primaire behoeften zijn. Hoe dynamisch moet IT zijn en wat is het werkelijk belang van IT? Zodra die vraag is beantwoord, komt een passend model daarna wel.

[email protected]

Mijn asocialeiPhone momentjeSander Duivestein schrijft regelmatig

een column op de dot.com pagina van

dagblad Metro.

Vorige week kreeg ik twee pasfoto’s van

mijn kinderen in mijn handen gedrukt.

“Voor in je portemonnee”. Huh? Leuke foto’s,

maar ehh, maar wat heb ik er aan? Heel mijn

iPhone staat vol met foto’s. Zo’n zeshonderd

stuks over de dingen die ik en mijn kinderen

hebben gedaan. Dagje Efteling, Sinterklaas,

zeilen, de zwemles. Te pas en te onpas trek

ik mijn mobieltje te voorschijn om dit soort

momenten te vereeuwigen. Wat moet ik nog

met celluloid?

Afgelopen jaar, zag ik een presentatie

van de chief marketing officer van Kodak.

Hij had een probleem. Vroeger rende

iedereen bij een uitslaande brand zijn huis

nog in om de foto albums te redden.

Tegenwoordig doet niemand dat meer.

Foto’s worden immers bewaard in de cloud.

Op Flickr of Picasa. Geen reden dus om je

leven te riskeren. Het zogeheten ‘Foto

Momentje’ bestaat niet meer. En dat is een

financiële ramp voor die business, want als

er een sector is die de destructieve kracht

van internettechnologie ondervindt, dan is

de fotoindustrie het wel.

En wat moet je dan? Innoveren! Maar hoe

blaas je het celluloid nieuw leven in? Deze

week kwam het verlossende antwoord.

Het ‘Foto Momentje’ wordt sociaal. Plaatjes

krijgen weer een emotionele waarde door

ze te delen. Ik twijfel. De foto’s van mijn

kinderen hou ik voor mijzelf. Mijn asociale

iPhone momentje.

[email protected]

De vraag is ook of dit er wel moet komen. Natuurlijk zou het voordelen bieden om een applicatielandschap te kunnen inschalen langs een gestandaardiseerde meetlat, om er vervolgens de nodige verbeterplannen op los te laten. Maar kunnen we er nog wel een nieuw volwassenheidsmodel bij hebben in de al zo prominent aanwezige modellen-diarree? Het toepassen van een reeds bestaand volwassenheidsmodel op applica-tieportfolio’s ligt dan ook veel meer voor de hand.

GEWENSTE NIVEAUVoordat we überhaupt kunnen vaststellen welk model daarbij het beste zou passen, moeten we allereerst de vraag beantwoorden welke factoren overwegend bepalen wat het gewenste volwassenheidsniveau (V) van de applicatieportfolio is. In mijn ogen spelen hier twee factoren een cruciale rol: - De mate van wendbaarheid of ‘agility’ (A)- Het (potentieel) belang van IT (B)

Met de mate van ‘agility’ doel ik vooral op de gewenste dynamiek van de IT-organisatie. Oftewel, wat verwacht de business aan verandercapaciteit en reactiesnelheid van de ondersteunende IT-dienstverlening. In hoeverre en hoe adequaat men van IT ver-wacht dat zij inspeelt op veranderingen in de business, is sterk bepalend voor de gewenste volwassenheid van de applicatieportfolio. Hoe hoger deze verwachtingen, hoe profes-sioneler het landschap moet zijn ingericht.

Daarnaast is ook het belang dat de business aan IT hecht, sterk bepalend voor de gewenste volwassenheid van het applicatieportfolio. Dit belang kunnen we in de volgende, oplo-pende niveaus onderscheiden: IT als kosten-post, IT als waardetoevoeger en IT als beleidsbepaler en vormgever. Hoe hoger het potentieel belang van IT in een organisatie, des te meer volwassenheid gevraagd wordt van het applicatieportfolio. Methodes als Information Economics of Bedell kunnen overigens prima gebruikt worden om het belang van IT en applicatieportfolio nog verder meetbaar te maken.

Een simpele rekensom laat vervolgens de afhankelijkheden zien: V = A x B. Het samen-spel van deze twee factoren bepaalt dus wat de totale organisatie daadwerkelijk vráágt van haar applicatielandschap.

ASPECTENEn wat zijn dan de verschillende dimensies van een applicatieportfolio? Welke aspecten moeten afzonderlijk worden ontwikkeld maar ook voldoende in samenhang worden gebracht, zodanig dat zij de gewenste vol-wassenheid van het applicatielandschap kunnen vormgeven? Welnu, die dimensies omvatten vooral de toestand en implementa-

Page 18: Realit 02 2010

what’s possible?

18

Altijd bereikbaar in West-europa

hoe mobiel is een werkplek? met welke

uitdagingen kun je geconfronteerd

worden, en hoe los je die op? Glenn

wesenhagen (Sogeti) en Tony krijnen

(microsoft) namen de proef op de som.

De doorgewinterde it'ers testen in vijf dagen tijd in vijf verschil-lende landen hard- en software onder extreme omstandigheden, zoals: in een helikopter, aan een steile bergwand, onder vuur bij het paintballen, tijdens een race op het circuit van Monza en - voor het contrast - op een rust gevende golfbaan. De gedachte achter deze extreme mobility challenge is dat als je van het ene avontuur in het andere rolt en je kunt blijven werken, dan lukt het pakweg in de trein ook wel met mobiel werken.

WAT WAS DE MEEST UITDAGENDE OPDRACHT?Tony Krijnen: “De ijswand, we zaten echt afgezonderd diep in de Alpen. Maar we hadden bereik met de mobiele telefoons, dus data en mail konden we ophalen en synchroniseren. Proef geslaagd.”Glenn Wesenhagen: “Voor mij ook het ijsklimmen. Dat had ik nog nooit gedaan en de omgeving was indrukwekkend. Op de tweede plaats Monza. Het heeft wel iets om met een camper met hoge snelheid over het circuit te racen. Ik kijk nu ook met andere ogen naar de Formule 1.”

HEBBEN JULLIE VOORAfGAAND AAN DE REIS VEEL VOORBEREIDINGEN GETROffEN?Glenn Wesenhagen: “Bij sogeti zijn we al goed voorbereid op mobiel wer-ken. Ik heb alleen vooraf geregeld dat ik in het buitenland overal UMTS kon gebruiken.”Tony Krijnen: "We hadden een flatfee geregeld om de kosten voor mobiele dataverzending in de hand te houden. Als je dat niet hebt dan kan 1mb ophalen zomaar 10 euro kosten en ben je aan het einde van de dag 1000 euro kwijt. Dat is niet de bedoeling. Met de flatfee – een soort abonne-ment – hebben we de kosten vooraf geregeld met de provider.”

Teks

t: Ru

ud P

oels

Glenn Wesenhagen en tony Krijnen kunnen overal mobiel werken

Page 19: Realit 02 2010

19

Mobiel werken is een actueel onderwerp. Daarom is onlangs de Extreme Mobility IT Challenge gehouden. Tijdens deze challenge ging Microsoft met partners Sogeti, Getronics en Winvision de uitdaging aan om te laten zien dat er altijd en overal gewerkt kan worden. De testploeg reisde in vijf dagen tijd met een camper door vijf verschillende en voerde extreme opdrachten uit.

Altijd bereikbaar in West-europa

EIGENLIJK IS HET BIJ GEEN ENKELE OPDRACHT MISGE-GAAN? JE KUNT ALTIJD MOBIEL WERKEN?Tony Krijnen: “Videoverbindingen zijn af en toe lastig. Voor live meetings heb je veel band-breedte nodig. Als je van het ene naar het andere land gaat, valt de verbinding soms weg, omdat er van provider gewisseld wordt. Dat is overigens voor niet alle applicaties een pro-bleem. Outlook gaat bijvoorbeeld gewoon door als er weer verbinding is.”Glenn Wesenhagen: “In West-Europa is het nergens een probleem. De connectiviteit is overal in orde.”

WAT HEEfT DE CHALLENGE OPGELEVERD?Glenn Wesenhagen: “Los van het feit dat ik een geweldige week heb gehad, in ieder geval veel betere contacten met Microsoft. Voor Sogeti is het goed om als partner van Microsoft bij dit soort zaken te worden betrokken.”Tony Krijnen: “We hebben het mobiele werken op een nieuwe manier inzichtelijk gemaakt. Door extreme omstandigheden te creëren, kun je laten zien hoe ver je kunt gaan. Het is een andere aanpak dan de filmpjes van de firma Vistransploft bijvoorbeeld. Ik denk dat er meer mensen overtuigd zijn van de mogelijkheden van het nieuwe werken, want de challenge had veel meer volgers op internet dan vooraf was gedacht.”

HOE MOET HET NU VERDER MET MOBIEL Of HET NIEUWE WERKEN?Tony Krijnen: “Technisch zijn we er klaar voor . Het gaat vooral om de acceptatie op de werk-vloer. Zijn managers in staat om hun mensen vrijheid te geven of houden ze toch het liefst toezicht op kantoor. Mijn ervaring is dat als er op output wordt gemanaged en niet op aan-wezigheid de productiviteit toeneemt. Als ik soms zie hoeveel collega’s ik ’s avonds nog kan

bereiken voor het werk. Het nieuwe werken kan niet in elke sector, maar in onze branche zeer zeker.”Glenn Wesenhagen: “We zullen functionalitei-ten verder uit moeten bouwen. Bijvoorbeeld voor live meetings. Je merkt nu vaak dat men-sen geïnteresseerd zijn in een onderwerp, maar niet naar een seminar komen, omdat ze er te ver voor moeten reizen. Als ze het online kun-nen volgen, steken ze er gemakkelijker tijd in.”

EN IN DE VERDERE TOEKOMST?Glenn Wesenhagen: “Grote bedrijven zullen steeds verder gaan met mobiel werken. Het is belangrijk dat de bedrijfscultuur het aan kan. Bij sommige werkgevers is lokale aanwezigheid nu eenmaal belangrijk. Die zullen meer tijd nodig hebben om er toe over te gaan. Bij bedrijven die er al heel ver mee zijn, zoals Sogeti, zie ik het snel volwassen worden.”Tony Krijnen: “Nu zit je nog vast aan grote, dure servers om mobiel werken met Exchange, Sharepoint of Office Communications mogelijk te maken. Als we die diensten in de toekomst via de cloud kunnen aanbieden, wordt het mobiele werken ook voor middelgrote en kleine bedrijven mogelijk.”

[email protected]

Ook in je achtertuinHet nieuwe werken zorgt voor een cultuuromslag in organisaties, zegt HRM-manager Mark Paap van Sogeti. “Ik voorspel: over vijf jaar is het nieuwe werken bij de meeste bedrijven wel doorgedrongen.”

Ongeveer 60 procent van de bedrijven in Nederland buigt zich al over dit ‘moderne’ vraagstuk: het nieuwe werken. Wat is het precies en wat moeten we ermee?Zo is bijvoorbeeld Microsoft een bedrijf waar het nieuwe werken al heel ver is doorgedrongen. Het bedrijf heeft maar 667 werkplekken, terwijl in totaal 1030 medewerkers dagelijks voor Microsoft Nederland werken. Maar ook andere bedrijven doen experimenten, met het hele bedrijf, of met een aantal afdelingen.“Het nieuwe werken is eigenlijk flexibel zijn in het maken van de keuzes van het tijdstip en de locatie voor je werkzaam-heden”, licht Mark Paap toe. Hij is speci-alist op het gebied van het nieuwe wer-ken bij Sogeti zelf, maar ook bij klanten. “Het is eigenlijk zo dat werk en privé veel meer door elkaar gaan lopen.”

Hij voorspelt dat het nieuwe werken over vijf jaar bij de meeste bedrijven is door-gedrongen. “Dat zul je het meest terug-zien in dat medewerkers - vooral de kenniswerkers - meer dagdelen vanuit huis werken. IT speelt een belangrijke rol: je moet natuurlijk wel bij de informa-tie kunnen die je nodig hebt, op welke plek je ook werkt. Toch is er meer dan IT voor nodig om het nieuwe werken te realiseren, zie het als een cultuuromslag. De ‘gewoontevergadering’ bijvoorbeeld, waardoor onze agenda’s dichtslibben, krijgt een andere functie: hij wordt effici-enter en gaat meer draaien om sociale contacten.” Volgens Paap is er als bedrijf eigenlijk geen reden om niet mee te gaan met de trend. “Je bespaart kosten op werkplekken en mobiliteit en het is aangetoond dat medewerkers productie-ver worden.” Is er dan helemaal geen nadeel? “Jawel, de arbo-wetgeving is er nog niet op ingesteld, dat is een drempel.”

[email protected]

Geraakt bij paintballen

Dit

artik

el is

ook

gep

ublic

eerd

in M

etro

.

Page 20: Realit 02 2010

20

what’s on the web?

Moeten we alles willen zien?live video uitzenden op het internet. overal. en altijd.

Internetdienst uStream geeft ons die mogelijkheid met de

komst van een mobiele versie voor de iPhone. we gaan live!

maar is dat een goede zaak?

worden. Dergelijke video's verschijnen nu ook al met regelmaat op internet. Zoals die beruchte Happy Slapping-rage, waarin jon-geren nietsvermoedende mensen op straat een klap in het gezicht gaven en dat opne-men op video, en publiceren op YouTube. ”Maar daar zit meer controle op”, weet Duive-stein. “YouTube-video's kun je flaggen. Dan geef je aan dat ze niet door de beugel kunnen. Live-streaming mist zo'n filter. Ik kan bijvoor-beeld een ongeluk op straat live de wereld in zenden. Allerlei mensen kan ik filmen. En nummerborden. Ik ben ervan overtuigd dat we niet alles moeten willen zien.”

[email protected]

Dit

artik

el is

ook

gep

ublic

eerd

in N

ieuw

e Re

vu, t

ekst

Nic

k Ki

vits

Dat internet een 'hotbed' is voor burgerjour-nalisten, is al eerder bewezen. Mooie voor-beelden zijn de crash op Schiphol vorig jaar, waarvan de eerste berichten en beelden via Twitter werden verspreid. En de zeebeving voor de kust van Chili in februari van dit jaar, die een tsunami veroorzaakte die recht op het tropische vakantieoord Hawaii afging. Beelden van die noodlottige tweede kerstdag van 2004 schieten weer door ons hoofd. Toen stierven zo’n 230.000 mensen als gevolg van een tsunami in de Indische Oceaan. Het enige verschil anno nu is dat het de enorme water-massa die richting de bewoonde wereld dendert geen verrassing meer is. De bewo-ners van Hawaii maken zich op om te vluch-ten. De rest van de wereld kruipt achter de computer. Want daar komt het nieuws het snelst binnen. Terwijl de tsunami richting Hawaii trekt, schakelen 70.000 internetters in op UStream -een van de drie grote websites die gebruikers in staat stelt live video te strea-men. Daar zend een internetter live beelden uit vanaf Hawaii. Al wachtend op de tsunami.

GESCHOKTSogeti’s trendwatcher Sander Duivestein keek geschokt toe. “Je zag mensen op Twitter de

seconden aftellen tot de tsunami zou arrive-ren.” Pure sensatiezucht volgens Duivestein, toch ziet hij het gebruik van diensten als UStream en soortgelijken de komende jaren alleen maar groeien. “Je leven live uitzenden gaat een enorme vlucht nemen in de komen-de jaren. Het past in de trend waarin we nu zitten: ‘lifestreaming’. Steeds meer mensen zetten de gebeurtenissen uit hun eigen leven online.”In de nabije toekomst gaan UStream en soortgelijke diensten als Livestream en Justin.TV een enorme vlucht nemen, volgens Duivestein. Vooral aangezien het mobiele internet het huidige internet gaat inhalen. “Lifestreamen is nu een trend. Net als real-time. De krant komt een dag te laat. En een weekblad soms wel een week te laat. Real-time is het nú.” Maar met de komst van UStream naar de iPhone komen er volgens Duivestein nieuwe gevaren bij. “Dat pestkop-pen hun pesterijen live uit gaan zenden op internet, bijvoorbeeld.”

KOPPELINGUStream en soortgelijke diensten bieden overigens ook een koppeling met YouTube, waardoor de video's ook opgeslagen kunnen

lifestreaming helemaal van deze tijd

Page 21: Realit 02 2010

21

what’s Cooking?

In de loop der jaren zijn veel IcT-systemen geïmplementeerd

die kunnen worden getypeerd als verzuild. Veel organisaties

beseffen dit en zijn bezig om een meerlagenarchitectuur te

implementeren. wat ze echter vergeten is dat ook het IcT-

voortbrengingsproces verzuild is en dat de ontzuiling hiervan

een randvoorwaarde is voor het succesvol ontvlechten van

systemen.

gekarakteriseerd door een meerlagenarchi-tectuur met een expliciete scheiding tussen lagen voor bijvoorbeeld opslag van operatio-nele data, basis IT-functies, processen, beslis-singslogica en bedrijfsvoeringinformatie. Binnen elke laag wordt daarbij gestreefd naar een set van herbruikbare modules.Dit resulteert in een ecosysteem van modules binnen verschillende architectuurlagen. Ter illustratie uit de verzekeringswereld: in een

Traditionele ICT-systemen worden geken-merkt door een sterke verwevenheid in de implementatie van data, processen en bedrijfsvoeringinformatie. Dit is vaak gekop-peld aan een ICT-kolom per product of dienst die wordt geleverd. Voor veel organisaties is deze situatie ongewenst omdat die heeft geleid tot hoge onderhouds- en beheerkos-ten en zeer lange implementatietrajecten. Ontzuilde systemen daarentegen worden

ontvlechting van iCt vereist nieuwe samenwerking

ontzuild systeem is een schadesysteem geen silo meer, maar een samengesteld systeem dat gebruik maakt van de modules binnen de diverse architectuurlagen. Als de organi-satie daarbij ook nog haar kanaal- of distribu-tiekant ontkoppelt van de productsystemen, dan ontstaan samengestelde systemen die niet meer specifiek gericht zijn op de afhan-deling van klantinteracties via een bepaald kanaal. Ze maken gebruik van meer herbruik-bare modules om data uit op te halen, beslis-regels te hergebruiken, processen samen te stellen en bovendien om productinformatie op te halen, zoals weergegeven in figuur 1. De figuur geeft zowel de lagenstructuur weer als voorbeelden van herbruikbare modules binnen elke laag.

Het zal duidelijk zijn dat de meerlagenarchi-tectuur een nieuwe ‘structuur’ van ICT-syste-men inhoudt. Van belang bij het ontwerpen van dergelijke nieuwe structuren is dat goed vooraf wordt nagedacht over de benodigde functionaliteit van de lagen, de modules binnen de lagen en de interfaces daartussen. In het definiëren en implementeren van de

Page 22: Realit 02 2010

22

modules ligt de noodzaak voor samenwer-king in het voortbrengingsproces.

VERZUILINGHet ICT-voortbrengingsproces bestaat uit een keten van disciplines: het analyseren, archi-tectureren, ontwerpen, bouwen, testen en beheren van toepassingen. Elk van deze vakdisciplines heeft zich over de tijd individu-eel ontwikkeld en verbeterd. De integraliteit over de totale ICT-voortbrengingsketen is daarbij echter onvoldoende geborgd. Sterker nog, de ICT-voortbrengingsketen is verzuild. Elke discipline streeft naar optimalisatie, maar het totaal is suboptimaal. Dit is geïllustreerd in figuur 2.Elke discipline heeft haar eigen methoden, technieken en talen. Uiteindelijk leidt dat tot veel modellen en beschrijvingen die worden opgeslagen in eigen databases of binnen eigen omgevingen die alleen toegankelijk zijn voor de eigen discipline. Natuurlijk wordt er informatie overgedragen tussen de disci-plines, maar dat gebeurt veelal in de vorm van dikke documenten. Gechargeerd kan het ICT-voortbrengingsproces worden vergele-ken met het bouwen van de toren van Babel. Die kwam nooit af omdat de mensen elkaar niet begrepen.

Langzamerhand begint ook op dit gebied het besef te ontstaan dat de volledige keten, het totale ICT-voortbrengingsproces, integraal beschouwd moet worden. Dit vergt een nieuwe aanpak (‘cultuur’) om het voortbren-gingsproces van de architectuur over de individuele disciplines af te stemmen. In dit artikel vangen we dit onder de term ‘Architec-tuur Lifecycle Management’, waarbij idealiter

de diverse modules van de verschillende lagen in de meerlagenarchitectuur in samen-hang over de volledige levenscyclus kunnen worden gemanaged.

RELATIESDe grote vraag is wat de relatie is tussen het ontzuilen van systemen en het ontzuilen van het voortbrengingsproces. Als we silosyste-men willen vervangen door meerlagensys-teem stellen wij dat het grote voordelen heeft dat de verschillende ICT-disciplines uit het voortbrengingsproces met elkaar samen-werken. Een situatie zoals weergegeven in figuur 1 geeft het eigenlijk al aan. In een meerlagenarchitectuur zijn het modules uit de verschillende lagen die samen met elkaar een systeem vormen op het moment dat er bijvoorbeeld een verzoek van een klant wordt afgehandeld. Elk van deze modules heeft een levenscyclus die efficiënt gemanaged moet worden. Dit managen is van nog groter belang als we beseffen dat een bepaalde module in meerdere systemen gebruikt wordt. In een SOA-architectuur is dat juist het streven. In figuur 3 zijn beide dimensies van ontzui-ling uitgezet. Het mag duidelijk zijn dat het voor veel organisaties optimaal is om in het rechtsboven kwadrant “Competitief voordeel” te belanden. In de huidige situatie bevinden ze zich echter veelal in het linksonder kwa-drant “Verstard”. Daarom is de vraag wat de route is om van linksonder naar rechtsboven te evolueren.

GEVAARIn de huidige situatie wordt binnen organisa-ties vaak getracht om een meerlagensysteem te realiseren in een traditionele cultuur van

onvoldoende samenwerkende disciplines. In onze optiek is daarbij dan sprake van nieuwe structuren met oude culturen zoals figuur 3 aangeeft. Wij zijn van mening dat het realise-ren van meerlagensystemen dan een groot gevaar van mislukken heeft. Mensen in de organisatie zijn immers niet gewend met elkaar samen te werken en (heel extreem gesteld) begrijpen ze elkaar nauwelijks. Dat kan ertoe leiden dat de oplevering van de verschillende componenten van een meer-lagensysteem lang op zich laat wachten, en wat nog erger is, dat het eindresultaat onbe-trouwbaar is. In een gedistribueerde omge-ving, waarin verschillende componenten met elkaar moeten samenwerken, kan dat funest zijn. Het gevolg kan zijn dat opdrachtgevers

de leveranciers van componenten niet meer vertrouwen en weer overgaan tot het zelf bouwen van een systeem: de situatie die heeft geleid tot de vele silo-systemen waar we juist vanaf willen.Wat als we ICT-disciplines beter met elkaar willen laten werken in een omgeving met silosystemen? Dit gaat prima. Door de betere samenwerking worden systemen goedkoper en beter beheerbaar en aanpassingen kunnen sneller en beter worden gerealiseerd. Dit schept de randvoorwaarden om, wanneer nodig, de stap te maken naar een meerlagen-architectuur.

CONCLUSIEVoor het ontzuilen van systemen is het opti-maal eerst het ICT-voortbrengingsproces te optimaliseren (zie figuur 4). Dit voorkomt het gevaar dat uw organisatie weer terugvalt in een verzuilde systeemarchitectuur!

[email protected]

[email protected]

Onmogelijk

Internetkanaal

Bedrijfsvoering-informatie

Aanvraagverzekering

Leveringverzekering Verhuizing

Tarief regels Klantacceptatieregels Vergoedingsregels

Klantdata Productdata Factuurdata

Check kredietwaardigheid Verstuur nota Bepaal pakketkorting

Vraag over nota

Schadesysteem Leversysteem Hypotheken-systeem Sparensysteem

Beslissingslogica

Procesfunctionaliteit

Basis IT - logica

Operationele data

Tussenpersonenkanaal

Call centre Management-informatie

Figuur 1.

Figuur 2.

Figuur 3.

Figuur 4.

Page 23: Realit 02 2010

23

who’s talking?

Young professionals zijn voor veel bedrijven van grote waarde. Ze zijn het kapitaal van de toekomst en hebben een natuurlijke kennis van nieuwe technologie. Bij de verkiezing binnen haar bedrijf, ICT-dienst-verlener Sogeti Nederland, is Jolande gekozen als beste young profes-sional.Kenmerkend voor de generatie van nu is volgens Jolande Timmerman hun heldere blik op de toekomst. “Verder durven we te gaan voor succes buiten gebaande paden om en hebben we een sterke persoon-lijkheid. Bovendien zijn we bruggenbouwers. We gaan niet voor eigen succes, maar kunnen het juist goed delen.”Jolande is in het dagelijks werk accountmanager en bedient klanten in de financiële sector. Geen gemakkelijke opgave, want ICT-bedrijven en banken zijn keihard geraakt door de financiële crisis. “Juist die moeilijke omstandigheden maken het voor mij interessant. Bij een klant op bezoek gaan als het goed gaat, is niet zo moeilijk, maar als de klant moet bezuinigen, is het een stuk lastiger. Maar juist dan is het de uitdaging om de klant op te blijven zoeken en te kijken wat er wel mogelijk is.”Door Sogeti wordt ze enorm gesteund. “Jong talent krijgt er veel aan-dacht en ruimte. Je bent er in het bedrijfsleven nog niet met een afge-ronde studie. Het leren begint daarna eigenlijk pas. Bij Sogeti krijgen ik en mijn jonge collega’s ruim voldoende kansen. Het is wel aan ons om die vervolgens te grijpen.” De uiteindelijke finale van de Young Professional of the Year is gewon-nen door Coen van Kralingen van Corus. “Een terechte winnaar. Iemand met inhoud. Ik ben blij dat de jury dat zwaar heeft laten tellen.”Zelf kon ze de prijsuitreiking niet bijwonen, omdat ze kort ervoor was bevallen van zoon Stijn. “Mijn campagneteam was geweldig. Ze moes-ten natuurlijk rekening houden met mijn zwangerschap.” De Young Professional of the Year verkiezing is een initiatief van ICA, de Inter-Company Association, en is samen met VK Banen georganiseerd.

[email protected]

www.youngprofessionaloftheyear.nl

Jolande Timmerman van Sogeti was een van

de zeventien kandidaten om young Professional

of the year te worden. Tijdens de campagne

was ze hoogzwanger en inmiddels bevallen

van zoon Stijn. “Die zou ik voor geen goud

meer willen missen.”

Jolande Timmerman kandidaat Young Professional

“ Mijn generatie kan goed delen”

Page 24: Realit 02 2010

Voor wie tijdens de crisis wil investeren in plaats van stagneren, is Sogeti de ideale partner. Want Sogeti is niet zuinig met ICT-oplossingen. Wij ontwerpen, bouwen, implementeren en beheren. En lopen voorop op het gebied van testen en architectuur. Opdrachtgevers in alle sectoren helpen wij verder met toepassingen van morgen. Vakmanschap en passie voor ICT, dat maakt ons uniek.

sogeti.nl Staat voor resultaat

Wie nu niet denkt in oplossingen, lost straks vanzelf op.Ga verder met IcT van Sogeti.