Psychologie van de armoede Guido cuyvers Overpelt 7 december 2006.
-
Upload
jozef-jansen -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
Transcript of Psychologie van de armoede Guido cuyvers Overpelt 7 december 2006.
Psychologie van de armoede
Guido cuyvers
Overpelt 7 december 2006
Inhoud
• Armoede door de ogen van de psychologie • Rol van persoonlijkheidskenmerken• Betekenisgeving• Tijdsperspectief• Presteren• Zelfbeeld• Copingggedrag
1 Armoede door de ogen van de psychologie
• Geen objective benadering• Altijd een keuze!• Deficit benadering versus krachtenbenadering
– Probleem versus positieve mogelijkheden
• Constructionisme: betekenissen• Rol van de context! Betekenisgeving is
proces dat samen met anderen plaats vindt
Persoon Situatie
Doelgericht handelen
copinggedrag
Betekenisgeving
Interacties interacties
Persoonlijkheid
• Geen schuldmodel: vanuit de persoonlijkheid alleen• Wel meer gezondheidsproblemen, fysiek en
psychisch• Taalgebruik
Krachten
- wederzijdse hulp- Vermijden stress tgv competitiviteit en
individualisme- Informele- humor- Kinderen genieten van elkaars gezelschap
Beperkt tijdsperspectief • Vb impulsaankopen:
– onmiddelijke bevrediging– Zijn zoals de anderen: identiteit– Minimum goed gevoel
Weerbaarheid
Betekenisgeving
• Andere toeschrijving van oorzaken van hun situatie
• attributiestijl– Zelf: extern: situationeel:
slachtoffers– Anderen: intern: dispositioneel
• Geleerde hulpeloosheid via modelgedrag in gezin en andere sociale instituties
• Negatieve ervaringen• Overnemen van info van anderen over
zichzelf
Zelfbeeld: belangrijkste betekenis!
• Negatief zelfbeeld en lage zelfwaardering
• Werking: selectie van informatie
Gevoelens- Machteloosheid- Wantrouwen
Verbindproblematiek• Zichzelf• Anderen• Maatschappij• ToekomstRisico’s
Interacties- situatie
Presteren
• Behoefte is zwak• Prestatiebehoefte in onderwijs en arbeid• Voor maatchappelijk zinvolle prestaties is
motivatie zwakker• Wel sterker op andere domeinen vb
solidariteit• Geen sterke prestatiebehoefte geleerd in
kindertijd – angst om te mislukken• Gn onderscheid in mislukken op taak en
mislukken als persoon
Copingggedragstrategie om in een bedreigende situatie te overleven
• Stellen zich afhankelijk op– Probleemgedrag maakt hen
afhankelijk– Hulp eenzijdig:
verschuldiging– Voor het verbeteren van hun
situatie moeten ze terugvallen op anderen
• Weerbaarheid