PLATTEGROND VAN HET CONCERTGEBOUW

Informatiebeveiliging in de ambulancezorg

Café

Grote Zaal

Garderobe

Entree

Robeco Summer

Restaurant

Museum-foyer

Solistenfoyer

PleinfoyerSummerNights Live!

Kleine ZaalGrote Zaal

Dirigenten-foyer

Begane grond

1e verdieping

Voorzaal

Zuid

Noord

Achterzaal

Frontbalkon

Podium

Podium

Podium

Balkon Zuid

Balkon Noord

Trap Trap

Trap Trap

Trap Trap

Trap Trap

T

T

JULIAUGUSTUS

Zaterdag 9 juli 2016Grote Zaal 20.00 uur

Orkest van het Oosten Toonkunstkoor AmsterdamJan Willem de Vriend, dirigentBoudewijn Jansen, koordirigentJudith van Wanroij, sopraanBarbara Kozelj, mezzosopraanJuan Carlos Falcón, tenorPanajotis Iconomou, bas

Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791Adagio en Fuga in c, KV 546 (1788)

Ludwig van Beethoven 1770-1827Eerste symfonie in C, op. 21 (1799-1800)Adagio molto - Allegro con brioAndante cantabile con motoMenuetto: Allegro molto e vivaceAdagio - Allegro molto e vivace

PAUZE

Wolfgang Amadeus MozartRequiem in d, KV 626 (1791)Introitus: RequiemKyrieSequens: Dies irae - Tuba mirum - Rex tremendae - Recordare - Confutatis - LacrimosaOffertorium: Domine Jesu - HostiasSanctusBenedictusAgnus DeiCommunio: Lux aeterna

Muziek beleven doet u samen. Veel van onze bezoekers willen optimaal van de muziek genieten door geconcentreerd en in stilte te luisteren. Wij vragen u daar rekening mee te houden.

WWW.ROBECOSUMMERNIGHTS.NL

juli-aug 2015Toelichting//Biografie//Summary//ConcerttipTOELICHTING BIOGRAFIE

Het Orkest van het Oosten staat sinds 2006 onder leiding van Jan Willem de Vriend en beheerst een repertoire van vier eeuwen. Het orkest werkt geregeld samen met de Natio-nale Reisopera en maakte succesvolle tour-nees naar de VS, Spanje, Engeland en China.Toonkunstkoor Amsterdam, opgericht in 1829, zingt repertoire van Sweelinck tot nu. Het koor trad op onder leiding van Willem Mengelberg, Otto Klemperer, Bruno Walter en Bernard Haitink. Sinds 2003 wordt het geleid door Boudewijn Jansen. Traditioneel brengt TKA Bachs Matthäus-Passion op Goede Vrijdag in Het Concertgebouw.Jan Willem de Vriend studeerde viool in Amsterdam en Den Haag. In 1982 richtte hij Combattimento Consort Amsterdam op. Sinds 2006 is De Vriend chef-dirigent en artistiek leider van het Orkest van het Oosten. Ook is hij per 2015 vaste dirigent van het Residentie Orkest. De Nederlandse sopraan Judith van Wanroij studeerde in Amsterdam bij Charles van Tassel, Lucia Meeuwsen en Margreet Honig. In 2004 sloot zij de opleiding aan De Nieuwe Opera Academie ‘met onderscheiding’ af. Zij treedt regelmatig als soliste op in binnen- en buitenland.De Sloveense mezzosopraan Barbara Kozelj vertolkt barokmuziek, opera en concertwer-ken. Ze zong in opera’s van Händel, Gluck, Mozart, R. Strauss en Wagner, in passies van Bach en liederen van Mahler. Ze studeerde aan de conservatoria in Ljubljana en Den Haag, en aan De Nederlandse Opera Studio.Juan Carlos Falcón studeerde in München bij Reri Grist en Claes-Håkan Ahnsjö en was verbonden aan de operahuizen in Coburg en Regensburg. Sinds 2002 werkt hij freelance als opera-, oratorium- en concertzanger. Hij

zong in opera’s van Händel tot R. Strauss in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk.De in München geboren bas Panajotis Iconomou was lid van het Tölzer Knabenchor waarmee hij veelvulig optrad onder leiding van Nikolaus Harnoncourt. Hij zong veel Bach en Mozart; in 1997 voegde hij zich bij de National Opera Studio in Londen.

Shortly after arriving in Vienna in 1781 from his birthplace of Salzburg, Mozart met the Leiden-born Austrian diplomat Gottfried Baron van Swieten. Van Swieten was a fan of the baroque music of Handel and Bach, and organized historical concerts in Vienna featuring the music of both composers. These concerts were conducted by Mozart, who was then inspired to begin experimen-ting with music in the baroque style. His dark, Bach-like Adagio and Fugue in C minor, K 546 was a result. Beethoven was thirty years old and living in Vienna when he wrote his First Symphony in C major, op. 21, a work full of turbulence, unexpected twists, and dissonance. The work also left audiences puzzling about the meaning of the enigmatic opening chord. When Mozart started work on his Requiem in d, K 626 in October 1791 he was, according to reports, overwrought and depressed, and he believed he had been poisoned. On 4 December, he felt a little better, and organized a rehearsal of the still-unfinished Requiem. He gave his student Süssmayr instructions about completing the work. The following night, on 5 December 1791, Mozart died. Unfinished or not, Mozart’s Requiem has become one of his most famous and mysterious compositions. Translation: Eileen Stevens

WWW.ROBECOSUMMERNIGHTS.NL

Social media

Meer Robeco SummerNights onlineVolg Het Concertgebouw op social media en deel uw concertervaring. Participeer en bekijk concertfragmenten op Facebook, beluister de mooiste muziek via onze Spotify-playlist, of neem een kijkje achter de schermen via Instagram.

SummerNights Live!

Geniet nog even na van het concert tijdens Robeco SummerNights Live! Met vanavond in de Pleinfoyer een ontmoeting met dirigent Jan Willem de Vriend. U bent van harte welkom.

Robeco en Het Concertgebouw

De Robeco SummerNights komen voort uit een unieke samenwerking tussen Robeco en Het Concertgebouw. Allebei kennen we een rijke geschiedenis vol vernieuwing met passie voor kwaliteit en oog voor onze basis. Elk op ons eigen terrein. Met de Robeco SummerNights willen we muzikale traditie op innovatieve wijze voor iedereen toegan-kelijk maken. Met een programmering die muziek omvat van klassiek tot modern, en van akoestisch tot elektronisch behoren de Robeco SummerNights al bijna dertig jaar tot de best bezochte festivals van Nederland.

Robeco is trotse sponsor van de Robeco SummerNights.

Concerttip

Zomerse serenades van Mozart en DvořákHet Wratislavia Chamber Orchestra heeft klarinettist Paul Meyer te gast. Mozarts delicate Klarinetconcert wordt gecombineerd met twee serenades – muziek voor zwoele avonden. De bekendste: Mozarts Eine kleine Nachtmusik.

WWW.ROBECOSUMMERNIGHTS.NL

SUMMARY

vr 22/07 20.00 uur Grote Zaal

EN VERDER...

Kort na zijn aankomst in Wenen in 1781 vanuit zijn geboorteplaats Salzburg kwam Wolfgang Amadeus Mozart in contact met de in Leiden geboren Oostenrijkse diplomaat Gottfried Baron van Swieten. Die was sinds hij ambassadeur was geweest in Londen en Berlijn een fanatieke liefhebber van de muziek van Händel en Bach. Na zijn pensio-nering terug in Wenen maakte hij vurig propaganda voor de muziek van de twee barokke reuzen. In zijn huis in Wenen organi-seerde hij zogenaamde historische concerten waar op zondag na het middaguur muziek van Bach en Händel werd uitgevoerd, gere-geld onder Mozarts leiding. Van Swieten haalde Mozart over Bach en Händel te bestuderen en in de barokke stijl te compo-neren. Zo ontstond het duistere, Bach-achtige Adagio en Fuga in c, KV 546. Het stuk zal voor veel Weense luisteraars een schok zijn geweest.

Een vragend begin In 1792, een jaar na de dood van Mozart, kwam vanuit Bonn een talentvolle pianist van nog maar tweeëntwintig jaar aan in Wenen. Zijn naam: Ludwig van Beethoven. Hij maakte eerst naam als pianovirtuoos en liet een tijd later ook van zich horen als componist van turbulente muziek. Zo bij-voorbeeld zijn Eerste symfonie in C, op. 21 uit 1800. Al meteen in het begin van dit werk zaait Beethoven verwarring. Wat is dat voor vragend beginakkoord? Voor de kenners: een dominantseptiemakkoord. Werkelijk een ongehoorde manier om een werk te begin-nen. Het Weense publiek was gewaarschuwd voor deze nieuwkomer met zijn tomeloze talent. Ook verderop zijn vele misleidende maten waarmee hij de luisteraar bij de neus

neemt. En zelfs het onstuimige slotdeel begint met een langzame inleiding. Het lijkt alsof de strijkers hier nog op een thema zitten te broeden. Beethoven was nog maar dertig en had nog acht symfonieën te gaan.

Door de dood ingehaaldMuziek en dood vormen al eeuwenlang een ijzersterke combinatie. De Middeleeuwen en Renaissance leverden een stroom van doden-missen die nog nagalmde in de requiems van Mozart, Cherubini, Bruckner, Brahms, Verdi, Dvořák, Fauré en Britten. Dit concert besluit met een van de beroemdste dodenmissen uit de westerse cultuur, het Requiem in d, KV 626 van Mozart. Toen Mozart in oktober 1791 aan zijn Requiem begon, was hij volgens de overleve-ring overspannen en depressief en meende hij dat hij werd vergiftigd. Op 4 december leefde hij enigszins op en organiseerde hij nog een repetitie van het onvoltooide Requiem. Aan zijn leerling Franz Xaver Süssmayr gaf hij instructies hoe het werk te voltooien. De nacht daarna overleed Mozart, op 5 december 1791, vijf minuten voor één. Sindsdien is Mozarts Requiem omgeven door mysteries, controverses en raadselen. Misschien hebben die zelfs bijgedragen aan de status van het werk als Mozarts beroemd-ste compositie.

Clemens Romijn