Owk leertaak deel b
-
Upload
tanja-rietberg -
Category
Documents
-
view
237 -
download
5
description
Transcript of Owk leertaak deel b
24 december 2014
Hogeschool Arnhem & Nijmegen
Instituut Leraar en School
Faculteit Educatie
Onderwijskunde
Onderdeel B
“Groepsklimaat”
Tanja Rietberg
Hoofdfase, En3b
495514
Voorwoord
Mijn naam is Tanja Rietberg. Ik ben 22 jaar en studeer aan de Hogeschool van
Arnhem & Nijmegen, te Nijmegen. Sinds september 2012 volg ik de opleiding leraar
2e graad Engels en ik zit nu in mijn 3e leerjaar van de hoofdfase.
Voor het vak Onderwijskunde (OWK) maak ik het dossier leertaken. Deze leertaak
bestaat uit drie verschillende onderdelen:
Onderdeel A: Miniles
Onderdeel B: Groepsklimaat
Onderdeel C: Gespreksvaardigheid
Onderdeel B ga ik afronden tijdens mijn wpl2B. Ik loop stage op maandag, dinsdag,
donderdag en vrijdag op het Schaersvoorde te Aalten. Onderdeel B: Planmatig
omgaan met de groep als klas en de groep als geheel van individuen ga ik uitvoeren
bij klas BK1A (1 VMBO b/lwoo).
Onderdeel C kunt u vinden in bijlage 6. De gespreksvaardigheid heb ik uitgevoerd
tijdens het vak COLLEN.
Verzamelde data
In dit document vindt u al mijn observatie schema’s en een aantal ingevulde
vragenlijsten van leerlingen als bewijs voor mijn leertaak.
Inhoudsopgave
Inleiding ...................................................................................................................... 1
De context .................................................................................................................. 2
Het onderzoeksdoel .................................................................................................... 3
De onderzoeksaanpak ................................................................................................ 4
Observatieschema ...................................................................................................... 5
Vragen over jou & je klas ............................................................................................ 6
Sociogram .................................................................................................................. 8
Leerlingen volgsysteem ............................................................................................ 13
Onderzoeksvraag ..................................................................................................... 16
Zorgstructuur van Schaersvoorde ............................................................................ 17
Plan van aanpak ....................................................................................................... 26
Feedback van SPD ................................................................................................... 27
Evaluatie ................................................................................................................... 28
Reflectie op het hele proces ..................................................................................... 29
Literatuurlijst ............................................................................................................. 31
Bijlage ....................................................................................................................... 32
Bijlage 1: Observatieschema ................................................................................. 32
Bijlage 2: Vragen over jou & je klas ....................................................................... 33
Bijlage 3: Vragenlijst zorgstructuur ........................................................................ 34
Bijlage 4: Lesplan 1 – Phone Conversation! .......................................................... 35
Bijlage 5: Lesplan 2 – News Flash ........................................................................ 39
Leesblad 1: News Flash! .................................................................................... 42
Leesblad 2 ......................................................................................................... 43
Bijlage 6: Peerfeedback gespreksvaardigheid ...................................................... 47
1
Inleiding
Om goed te kunnen leren en functioneren in een klas is het belangrijk dat leerlingen
zich veilig voelen. “Als leerlingen zich niet veilig voelen kunnen zij zich niet optimaal
ontwikkelen. Veiligheid kan de fysieke en emotionele veiligheid betreffen. Basaal
fysiek veilig betekent bijvoorbeeld dat een leerling door de school of klas kan lopen
zonder dat zijn tas wordt afgepakt. Basaal emotioneel veilig betekend bijvoorbeeld
dat een leerling niet gepest, gejend of gekleineerd wordt vanwege een fout truitje”
(Ebbens, 2005).
Het is mijn taak als docent om bij te dragen aan een veilig sociaal groepsklimaat voor
alle leerlingen. Dit ontstaat niet vanzelf in een groep, daar moet ik als docent mijn
best voor doen en acties voor moeten ondernemen. De groep bestaat uit een aantal
verschillende individuen, maar is samen ook een groep.
Hoe ga ik om met al deze verschillende leerlingen en de groep als geheel? Hoe
waarborg ik in mijn lessen en begeleiding een veilig en sociaal klassenklimaat voor
iedereen?
In leerjaar 1 en 2 heb ik theorie gehad over de behoeften van leerlingen in een groep
en de fasen die een groep in de tijd doormaakt. Het ging in jaar 2 bij het begeleiden
van leerlingen vooral om het kennen en herkennen van deze groepsprocessen. Nu,
tijdens mijn wpl2B stage komt het erop neer dat ik planmatig omga met
(problematische) (groeps)situaties in de klas.
Via deze taak krijg ik zicht op het functioneren van een groep en hoe ik daar op kan
inspelen om bijvoorbeeld het groepsklimaat te verbeteren.
Onderdeel B is gekoppeld aan de volgende competenties:
Interpersoonlijk
Pedagogisch
Vakdidactisch
Samenwerken met collega’s en omgeving
Reflectie en ontwikkeling
2
De context
Het onderzoek vindt plaats op mijn stageschool. Het onderzoek start op dinsdag 4
november en eindigt 18 december 2014. Voordat ik van start ga met het onderzoek
heb ik mijn SPD en andere vakdocenten ingelicht dat ik dinsdag mee zou lopen met
de klas om de klas te observeren. Hieronder ziet u de relevante informatie die van
belang is voor het onderzoek.
Stageschool Schaersvoorde
Aalten Slingelaan
Hoofdlocatie
Slingelaan 28
7122 AW Aalten
05 34 – 49 11 11
Onderzoeksklas:
Klas: BK1A
Aantal: 14 leerlingen
Leerweg: VMBO B/LWOO
Rooster Vak Docent
1e uur Engels Meneer Janssen
2e uur Engels Meneer Janssen
3e uur Drama Mevrouw Wikkelink
4e uur Wiskunde Mevrouw Wikkelink
5e uur Nas/tech Mevrouw Lucassen
3
Het onderzoeksdoel
Met het onderzoek wil ik zicht krijgen op het functioneren van een groep en hoe ik
daar als docent op kan inspelen, om bijvoorbeeld het groepsklimaat te kunnen
verbeteren. Tijdens dit onderzoek richt ik mij alleen op de klas (BK1A) en niet op de
docenten.
Onderzoeksvragen en deelvragen
De onderzoeksvragen die ik hieronder geformuleerd heb zijn afgestemd op het
onderzoeksdoel. Door de onderzoeksvragen word mijn onderzoek inzichtelijker en zo
word duidelijker wat ik met mijn onderzoek te weten wil komen.
Onderzoeksvragen
1. Wat is het klassenklimaat in de klas?
2. Hoe ligt het verband tussen leerlingen onderling in de klas?
3. Wie werkt graag / niet graag samen met wie?
4. Hoe ziet de zorgstructuur van de school eruit?
Een onderzoeksvraag heb ik opgesplitst in deelvragen. Dit heb ik gedaan omdat
deze vraag het belangrijkste is voor mijn onderzoek. De onderzoeksvraag “Wat is het
klassenklimaat in de klas?” heb ik opgesplitst, omdat deze vraag veel vragen bij mij
oproept. Door middel van deze deelvragen kom ik erachter wat het klassenklimaat
van deze klas is. Nadat ik het klassenklimaat binnen de BK1A onderzocht heb, kan ik
een nieuwe onderzoeksvraag formuleren en een plan van aanpak bedenken voor
mijn lessen, waarbij ik mijn plan van aanpak ga uitvoeren.
Opgesplitste onderzoeksvraag: Wat is het groepsklimaat in klas?
Vinden leerlingen de klas leuk?
Vinden leerlingen elkaar aardig en leuk?
Maken leerlingen ruzie met elkaar in de klas?
Kunnen de leerlingen goed met elkaar opschieten?
Wie werkt graag samen met wie?
Wie werkt niet graag samen met wie?
Wie gaat buiten school met elkaar om?
Wie gaat niet buiten school met elkaar om?
4
De onderzoeksaanpak
In de voorafgaande onderdelen heb ik door middel van oriënteren en richten het
praktijkonderzoek in beeld gebracht. Hierdoor kwam ik tot een onderzoeksdoel,
onderzoeksvragen en deelvragen. In dit onderdeel beschrijf en plan ik de
onderzoeksactiviteiten voor het verzamelen, analyseren en het concluderen van de
informatie voor mijn onderzoeksvraag. (C. van der Donk & B. van Lanen, 2012)
Observeren
Door te observeren verzamel ik doelgericht, systematisch en goed doordachte data
om mijn onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Ik ga een klas waar ik les aan
geef bij minimaal 3 andere vakken dan ik zelf geef, observeren. Objectief observeren
is hiervoor van belang. Voorafgaand maak ik een observatieformulier met punten
waarop ik wil gaan letten. (Bijlage 1: Observatieschema)
Op welk onderzoeksvraag is de onderzoeksactiviteit gericht?
De onderzoeksactiviteit observeren is gericht op de onderzoeksvraag: Wat is het
klassenklimaat in de klas?
Wat ga ik doen?
Door de klas te observeren bij verschillende vakken wil ik erachter komen wat het
klassenklimaat binnen de groep is. Hiervoor ga ik een observatieschema ontwikkelen
waarbij ik de klas kan observeren.
Observatie instrument maken Afspraak maken met spd’er voor klassen volgen Klas observeren bij verschillende vakken Observatie uitvoeren en aantekeningen maken Observatie instrument uitwerken Klassenklimaat vaststellen
Wie heb ik daarvoor nodig?
Voor de observatie loop ik een dag met klas BK1A mee. Hierdoor kom ik verschillende docenten tegen. Mijn observatie instrument is alleen gericht op de klas, zodat ik het klimaat binnen deze groep kan onderzoeken.
Klas: BK1A Docent en vak: Meneer Janssen – Engels
Docent en vak: Mevrouw Wikkelink – Drama
Docent en vak: Mevrouw Wikkelink – Wiskunde
Docent en vak: Mevrouw Lucassen – Nas/tech Wanneer voer ik de onderzoeksactiviteit uit? Datum: Dinsdag 4 november 2014 Tijd: 08:20 – 14:35 Plaats: Schaersvoorde, Aalten Klas: BK1A
5
Observatieschema
In de observatieschema’s observeer ik hoe vaak iets voorkomt. Ik zet turfstreepjes
voor elke keer dat bepaald gedrag optreedt. Het doel van het observatieschema is
om er achter te komen wat het groepsklimaat is binnen de klas. Hoe gaan leerlingen
met elkaar om, wat doen ze tijdens de les en welke contacten zijn er tijdens een les
etc. (Bijlage 1: Observatieschema)
Reflectie op observatieschema
Tijdens de lessen van onderwijskunde kreeg ik uitleg over hoe je een goed
observatieschema kunt maken. Maar tegen die tijd had ik mijn observatie opdracht
en mijn sociogram al gemaakt en uitgewerkt. De volgende keer zal ik mijn
observaties verdelen in tijd. Per 5 minuten bekijken wat er in de klas gebeurt. Zodat
ik niet iedere keer maar hoef te blijven strepen.
Mijn observatie gegevens heb ik gekopieerd en in een apart document gezet. (Zie
document: Verzamelde data – Observatieschema’s)
6
Vragen over jou & je klas
Op maandag 17 november nam ik mijn vragenlijst en sociogram af bij klas BK1A. Zelf
heb ik er 10 vragen bij toegevoegd. Om zo een beter zicht in het klassenklimaat te
kunnen krijgen, door te vragen na de mening van de leerlingen over hun eigen klas.
(Bijlage 2: Vragen over jou & je klas). Hieronder de uitwerking van mijn vragen en
van de sociogram. (Zie document: Verzamelde data – Vragenlijst jou & je klas) Als
bewijs heb ik 5 vragenlijsten bijgevoegd in het document.
Vraag 1 t/m 5: Conclusie
Hieruit blijkt dat 12 leerlingen hun klas leuk vinden, de andere 2 zeggen soms /
regelmatig. Dit is een hoge score voor de klas. De meeste kunnen ook goed met
elkaar opschieten. Bij moeilijkheden worden klasgenoten door elkaar geholpen, dit
verschilt erg. 2 leerlingen zeggen nooit / soms te worden geholpen. De rest zegt
regelmatig of vaak te worden geholpen. In de klas wordt regelmatig en soms ruzie
gemaakt onderling. Maar 11 leerlingen, meer dan de helft, zegt dat er (bijna) nooit
ruzie wordt gemaakt in de klas, maar 5 leerlingen zeggen soms. Misschien zijn het
dan juist deze 5 leerlingen die hierbij betrokken zijn.
0
2
4
6
8
10
12
14
1. Ik vind mijn klas leuk
2. Ik kan goed met de meeste
klasgenoten opschieten
3. Bij moeilijkheden word ik door klasgenoten
geholpen
4. Leerlingen in de klas maken wel eens ruzie
met elkaar
5. In de klas worden wel eens leerlingen gepest
(Bijna) Nooit
Soms
Regelmatig
Vaak
7
Vraag 6 t/m 10: Conclusie
De meeste leerlingen voelen zich vaak op zijn gemak binnen deze klas. Niet
iedereen voelt dat hij/zij altijd bij deze klas hoort. Maar 8 leerlingen vinden dit vaak
het geval en 5 voelen dat ze regelmatig bij deze groep te horen. Een leerlingen zegt
soms en een zegt eigenlijk nooit, in plaats van (bijna) nooit. Binnen de klas wil
iedereen wel graag samenwerken met klasgenoten. De meeste leerlingen vinden
hun klasgenoten wel aardig en denken dat ze ook wel aardig worden gevonden
binnen de klas. Een leerling denk dat de klasgenoten hem/haar niet aardig vinden.
Uit alle vragen blijkt vooral dat 1 leerling de klas niet zo leuk vindt als dat de rest van
de klasgenoten. Zelf heeft hij/zij ook het idee dat de klasgenoten andersom ook zo
over hem/haar denken.
0
2
4
6
8
10
12
14
6. Ik voel me in deze groep op
mijn gemak
7. Ik voel dat ik bij deze groep
hoor
8. Ik werk graag samen met een klasgenoot aan een opdracht
9. Ik vind de leerlingen in mijn
klas aardig
10. Ik denk dat mijn klasgenoten
mij wel aardig vinden
(Bijna) nooit
Soms
Regelmatig
Vaak
8
Sociogram
Na het afnemen van mijn vragenlijst heb ik een sociogram gemaakt van de klas.
(Bijlage 3: Sociogram) Nu weet ik welke leerlingen er positief voor elkaar kiezen of
negatief voor elkaar kiezen. (Zie document: Verzamelde data – Vragenlijst jou & je
klas)
Stappenplan:
1. Sociometrisch schema
2. Sociogram maken
3. Conclusie
1. Sociometrisch schema
- Positief Sociometrisch schema
- Negatief Sociometrisch schema
De schema’s heb ik verdeeld in positieve en negatieve schema’s. Hierdoor kan ik
snel aan het totaal aantal gescoorde punten aflezen, wie het meest positief of het
meest negatief binnen de groep valt. Zie de volgende bladzijde voor de uitgewerkte
schema’s.
2. Sociogram
Zie bijlage 2: Sociogram. Hierin heb ik mijn sociogram uitgewerkt. De keuzes zijn per
kleur verschillend afgebeeld. De positieve vragen en de negatieve vragen heb ik ook
hier weer apart uitgewerkt volgens Kralingen. (W. Geerts & Kralingen, 2011)
3. Conclusie
Als conclusie heb ik een top 5 van de meest populaire / minder populaire leerlingen
gemaakt. Verdeeld onder positief / negatief binnen de groep. Wat opvalt is dat Thijs
bij zowel bij positief in de top 3 staat als bij de negatief. Dit komt door de keuzes van:
omgaan in de vrije tijd / samenwerken met. Hij valt negatief bij het samenwerken, dit
komt doordat hij vaak niet mee doet met de les en vaak geen zin heeft in opdrachten.
Positief binnen de groep Negatief binnen de groep
1. Tijmen 2. Chiel 3. Thijs 4. Henri 5. Wouter / Mick
1. Inge 2. Annemarie 3. Thijs 4. Noa V 5. Robin
De top 5 komt niet als een verassing voor mij. Binnen de klas merk en zie ik ook hoe
de leerlingen met elkaar omgaan. Wie er boven de klas uit springen, veel praten,
vragen stellen en durven te zeggen wat ze denken. Ook merk ik dat de stillere of juist
onaardigere leerlingen binnen de negatieve groep vallen.
1. Positief Sociometrisch schema
- Met welke klasgenoten ga je graag om in je vrije tijd?
- Met welke klasgenoten werk je het liefste samen?
3 punten = 1e keus
2 punten = 2e keus
1 punt = 3e keus
Annemarie Chiel Henri Inge Kelvin Luuk Marcin Mick NoaV Noa Robin Thijs Tijmen Wouter
Annemarie 3+3 1 2
Chiel 1+3 3 2+2
Henri 2+1 1+2 3+3
Inge 3 2+3
Kelvin 2+1 3+3 1 2
Luuk 2+2 3+3 1
Marcin 1 2 3 3
Mick 3+3
Noa V 3 2 1
Noa 3+3
Robin 1 2 3
Thijs 2+2 1 3+3
Tijmen 3+2 1+1 2+3
Wouter 2+2 3+3
keuzes
Totaal punten
3 16 13 6 8 5 1 11 7 10 0 14 24 11
1. Negatief Sociometrisch schema
- Met welke klasgenoten ga je niet zo graag om in je vrije tijd?
- Met welke klasgenoten werk je niet zo graag samen?
3 punten = 1e keus
2 punten = 2e keus
1 punt = 3e keus
Annemarie Chiel Henri Inge Kelvin Luuk Marcin Mick NoaV Noa Robin Thijs Tijmen Wouter
Annemarie 3 2
Chiel 2+3 3+2
Henri 2+1 1 2 3+3
Inge 1 2+1 3+3 2
Kelvin 2 3 1
Luuk 2+2 1+1 3+3
Marcin
Mick 1+1 3+2 2+3
Noa V
Noa
Robin 3+3
Thijs 2+2 3+3 1+1
Tijmen 2+2 1+1 3+3
Wouter 2+2 3+3 1
keuzes
Totaal punten
14 2 9 20 7 1 1 8 12 4 11 13 0 8
Sociogram
Leerlingen volgsysteem
Op donderdag 20 november heb ik in het leerlingen volgsysteem van BK1A gekeken.
Deze bestond uit 2 volle mappen. Ik heb veel informatie gekregen over de leerlingen
in mijn klas. Hieronder geef ik een beschrijving van de klas en de verschillende
leerlingen.
Klas BK1A
Jongens 10
Meiden 4
Totaal 14
Deze leerlingen komen allemaal uit Aalten of omgeving: Dinxperlo en Varsseveld.
Een aantal leerlingen zaten bij elkaar op de basisschool of kennen elkaar van het
voetbalteam.
Het dossier
Het dossier bestaat vooral uit verschillende onderzoeken en documenten:
- Lwoo-verklaringen
- Intake gesprekken en eindconclusies
- Accent onderzoeken
- AVL onderzoeken
- Drempelonderzoeken
- Onderwijskundige rapporten
- Begeleidingsplannen
- Verslag psychologisch onderzoek
- Dyslexieverkarlingen
- Cito scores
- Verslag basisschool docent
Achterstanden:
Wat mij vooral opviel was dat alle leerlingen uit de klas een grote achterstand hebben
in TL, BL, SP en IR. Hieronder een schema met de achterstanden van leerlingen:
Technisch lezen 49 % 45 %
Begrijpend lezen 47 % 29 %
Spelling 34 % 30 %
Inzichtelijk rekenen 23 % 5 %
Ook de IQ scores en de cito scores kon ik terug vinden in het dossier. De IQ scores
variëren vooral tussen de 75 en de 95 punten. De cito scores variëren van 525 tot
533.
Algemene beschrijving
Een leerling in mijn klas komt uit Nijmegen. Ze is verhuisd naar Varrseveld. Ze is 12
jaar oud en is op deze leeftijd ook al een mantelzorger en zorgt voor haar zieke
moeder. Daarnaast heeft ze ook nog pleegouders, want haar ouders zijn gescheiden.
Op de basisschool was ze verlegen en durfde ze geen vragen te stellen aan de
docent of in de klas. Het is leuk om te zien, dat deze meid nu alleen maar vragen
stelt, ook al gaan deze nergens over. Dit laat zien dat ze al erg gegroeid is in het
halve jaar dat ze in het 1e leerjaar zit.
Ook zit er een leerling in de klas die een articulatiestoornis heeft en dyspractie
(Developmental Co-ordination Disorder): Deze leerling heeft moeite met zinsvorming,
moeite met zinspatronen en functiewoorden. Deze leerling kan moeilijk omgaan met
verandering, heeft een gemiddelde non-verbale intelligentie en problemen met de
fijne motoriek.
Een andere leerling heeft faalangst en is vroeger op de basisschool gepest. Dit merk
ik heel erg terug in de klas. Deze leerling is erg verlegen en stil. Ze praat weinig en
gaat alleen om met de leerlingen die ze kent. Ze heeft een grote leerachterstand in
alle onderdelen en heeft een drempelonderzoek gehad. Hier kwam uit dat ze vooral
in kleinere groepjes moest werken en dat een kleine klas het beste zou zijn. Door de
stof stap voor stap uit te leggen en haar extra tijd te geven, functioneert zij het beste
in de klas. Verder is ze erg creatief en vindt ze het leuk om dingen te maken en om
met haar handen te werken.
Ook zit er een leerling in de klas die vroeger Pfeiffer had gehad. Dit had een nadelig
effect op zijn presteren op de basisschool. Ook zijn dyslexie was hiervoor een
probleem. Dit had allemaal invloed op zijn prestatie. Mede hierdoor werkt hij daarom
veel liever met zijn handen. Hij houdt van technische dingen maken en vindt het leuk
om creatief bezig te zijn.
Deze leerling kreeg logopedie voor begrijpend lezen. Maakt moeilijk contact met
medeleerlingen en vraagt niet zo snel om hulp aan de docent of andere leerlingen.
Bij deze leerling moet de docent vertrouwen wekken.
Een leerling in de klas valt eigenlijk niet op. Hij is heel erg stil en zegt niks uit zichzelf.
Deze leerling heeft selectief mutisme. Selectief mutisme is een stoornis waarbij
iemand niet spontaan spreekt. Hij heeft faalangst, moeite met sociaal contact te
maken, wantrouwt mensen snel en hij toont vaak uitstel gedrag. Deze stoornis zit bij
hem in de familie. Zijn broer heeft dit ook, maar zijn tweelingzusje niet. Zijn ouders
zijn erg betrokken bij zijn school. Op de basisschool hebben ze een begeleidingsplan
voor hem opgesteld, dit heeft ertoe geleidt dat hij fluistert in de klas. Als docent moet
je hem zo veel mogelijk betrekken bij de les en bij de klas. Ook mag de docent deze
leerling tot antwoord dwingen.
ADHD komt ook voor in deze klas. Een leerling heeft ADHD, in de klas valt dit niet zo
heel erg op. Hij heeft een grote leerachterstand in BL en IR. Hij heeft een
presentatiemotivatie probleem. Ook vertoont hij emotionele instabiliteit.
Een jonge is slechthorend en is hiermee geboren. Hij heeft een gehoorapparaat. Hij
heeft er veel baat bij dat hij vooraan in de klas zit, dat de docent hem vaak aankijkt
tijdens de uitleg en dat je de uitleg visueel maakt voor hem. Zelf krijgt hij niet vaak
alles mee tijdens de les, dit komt ook doordat hij zijn gehoorapparaat niet altijd in
doen. De docent gaat hier vaak achteraan en contacteert zijn ouders hier over.
Ook zit er een boerenjonge in mijn klas. Deze heeft weinig motivatie van huis uit mee
gekregen, omdat hij later toch het bedrijf overneemt. Dit zie ik vooral terug in de les,
hij vindt alles wel best en toont weinig inzet. Heeft nooit zijn spullen op orde, zoals
geen pennen en geen agenda bij zich. Ook roept hij vaak door de klas heen.
Verder hebben veel leerlingen moeite met leren door hun dyslexie. Ze hebben een
laag concentratievermogen en weinig tot geen uithoudingsvermogen, ze geven snel
op. Leerlingen zijn snel afgeleidt door andere dingen en hebben een laagwerktempo.
Sommige zijn ook erg chaotisch. De meeste leerlingen hebben een duidelijke
structuur nodig in de klas, zodat ze weten wat er van hun verwacht wordt en wat ze
moeten doen tijdens de les.
Samenvatting van de klas:
Mantelzorger
Dyspractie
Faalangst
Gepest
Dyslexie
Leerachterstanden
Vertrouwen nodig
Laag concentratievermogen / uithoudingsvermogen
Structuur nodig
Stap voor stap uitleggen
Snel afgeleidt
Laag werktempo
Chaotisch
ADHD
Slechthorend
Emotionele instabiliteit
Moeite met communiceren / vrienden maken
Selectief mutisme
Uitstel gedrag
Onderzoeksvraag
Na mijn observaties, vragenlijst en sociogram heb ik een beter inzicht gekregen van
de onderlinge relaties van de leerlingen uit BK1A. Hierdoor weet ik nu wie er graag
met wie samen werkt of juist niet. Wat mij vooral opviel tijdens mijn observaties en
onderzoeken was dat er een leerling in de klas zit, die eigenlijk (door zijn stoornis)
nooit wat uit zichzelf zegt in de klas. Graag zou ik voor deze leerling een plan willen
bedenken, zodat hij ook mee kan doen en meer kan praten tijdens mijn les.
Deze leerling heeft selectief mutisme. Door deze stoornis zal deze leerling (bijna)
nooit uit zichzelf gaan praten of iets zeggen. Wel weet ik dat hij antwoord geeft als je
hem iets vraagt, maar hij houdt deze antwoorden kort (ja / nee). Doordat ik BK1A
vaak zie, weet ik dat deze leerling vrienden heeft en zich veilig voelt in de klas.
Hierdoor wil ik gaan proberen om voor deze leerling een geleidde les te maken,
waarbij hij en alle andere leerlingen moeten gaan spreken.
Onderzoeksvraag: Hoe krijg ik de stille leerling (Marcin) uit mijn klas actief aan het
praten tijdens mijn les?
Zorgstructuur van Schaersvoorde
Op vrijdag 12 december had ik een afspraak gemaakt om te praten over de
zorgstructuur op het Schaersvoorde met mevrouw Frenken-Lurvink. Hierbij had ik
mijn vragenlijst over de zorgstructuur als hou vast voor het gesprek meegenomen.
(Bijlage 3: Vragenlijst zorgstructuur). Daarnaast kreeg ik ook een document
toegestuurd waarin alle informatie nog een keer werd herhaald. (Zorgprofiel 2012 –
2015)
Mevrouw Frenken is docent godsdienst op het Schaersvoorde en tevens een
steunpunt begeleider voor lwo leerlingen. Dit betekend dat wanneer leerlingen
problemen hebben op school, in de les, met vrienden of vriendinnen of privé ergens
mee zitten, ze altijd bij haar terecht kunnen voor hulp of een gesprek. Dit heb ik
tijdens mijn stage al meerdere keren gezien. Zelfs op de laatste schooldag voor de
vakantie kwam er een meisje huilend naar haar toe en ging ze met haar praten en
tekenen in de time-out ruimte.
Het doel van de zorg
Het doel van zorg in het onderwijs is steeds het in stand houden van het
onderwijsleerproces van de leerling om uiteindelijk een diploma te kunnen behalen.
De ontwikkelingen in de maatschappij werken door in het onderwijs. Schaersvoorde
staat voor grote uitdagingen, willen ze de kwaliteit van het onderwijs aan alle
leerlingen waarborgen.
Door een gezamenlijke visie en missie willen ze deze uitdaging aangaan. In de
komende twee jaar wil het Schaersvoorde zijn onderwijszorgaanbod verder gaan
ontwikkelen. Het onderwijszorgaanbod van de school wordt bepaald door: de mate
waarin het gehele onderwijsconcept bijdraagt aan het zich geaccepteerd voelen van
leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte en de positie op vijf velden van de
onderwijsbehoefte.
De school bekijken waar ze staan als het gaat om het onderwijszorgaanbod, waar ze
over twee jaar willen zijn en wat de school moeten doen om er te komen.
Visie
We willen alle leerlingen van lwo-niveau t/m vwo-niveau een passend onderwijs-
aanbod bieden op één van de vier locaties van Schaersvoorde.
Missie
De zorg staat ten dienste van het onderwijs en is erop gericht om de leerlingen in
staat te stellen een diploma te behalen op het toegekende niveau.
Doelen
Om de leerlingen beter te kunnen begeleiden zullen we docenten d.m.v.
teamtrainingen scholen voor de uitdagingen die de komende jaren aan hen worden
gesteld. Om goed om te kunnen gaan met bijzondere hulpvragen van leerlingen
zullen individuele docenten hiervoor worden geschoold.
De kwaliteit van de zorg wordt gewaarborgd door de aanwezige expertise en verdere
scholing van het zorgteam te behouden dan wel te vergroten. Bij specifieke
hulpvragen van leerlingen wordt gebruik gemaakt van de externe expertise binnen
het SWV en wordt ondersteuning van specialisten ingeroepen.
Beschrijving basiszorg op het Schaersvoorde
Het begrip Basiszorg moet worden gezien als het onderwijs/zorgaanbod voor
leerlingen zonder indicatie, waarin op kwaliteitsniveau preventieve en curatieve
interventies planmatig worden uitgevoerd die passen binnen de onderwijsstructuur
van Schaersvoorde, met zo nodig de inzet van expertise van het VSO en andere
ketenpartners (hulpverlening en ander ondersteunende instanties).
Algemene afspraken basiszorg
Preventieve zorg
Aanmelding en toelating van zorgleerlingen
De aanmelding en toelating van zorgleerlingen verloopt volgens onderstaande
procedure.
Ouders en basisschool nemen contact op met de ontvangende teamleider.
Ontvangende teamleider nodigt ouders, school van herkomst en
zorgcoördinator telefonisch of via mail uit voor een oriënterend gesprek.
Ouders en school van herkomst leveren informatie aan op leer- en of sociaal-
emotioneel gebied.
Teamleider bespreekt in toelatingscommissie
Teamleider informeert ouders over de toelating, hetgeen moet geschieden
binnen 6 weken na aanmelding, met een uitloopmogelijkheid van 4 weken.
Indien de school de leerling niet toelaat, zal deze leerling worden besproken in
het Zorgadviesteam om een passende onderwijsplek binnen het regionale
netwerk te vinden. Ouders zullen hiervoor worden uitgenodigd.
Organisatie
Schaersvoorde heeft ongeveer 1975 leerlingen verdeeld over de locaties Winterswijk,
Dinxperlo, Slingelaan en Stationsplein. De onderbouw biedt op de locaties
Winterswijk, Dinxperlo en Slingelaan alle onderwijsniveaus aan: vmbo-havo-vwo. Op
de locatie Slingelaan wordt het Lwoo-niveau aangeboden in leerjaar 1 en 2.
Schaersvoorde heeft negen teams met een eigen teamleider. Het team staat dicht bij
de leerlingen en kan steeds beter inschatten waar leerlingen behoefte aan hebben
en zorgen voor een veilige leeromgeving. Ieder team in de onderbouw en vmbo
bovenbouw werkt twee jaar met dezelfde groep leerlingen.
Het mentoraat
Het functioneren van de docent als mentor is binnen Schaersvoorde belangrijk. In
principe kan daarom ook elke docent een mentor zijn. Daar waar een docent te
weinig mentorkwaliteiten bezit om invulling te geven aan de rollen en taken die
behoren bij het pedagogische model dat behoort bij het stadium waarin de leerling
zich bevindt, is het schoolbeleid erop gericht hem daarin verder te ontwikkelen.
Binnen de pedagogische driehoek, leerling, ouders en school is de mentor altijd het
aanspreekpunt.
De mentor wordt gevoed door het team, zijn groep leerlingen en de ouders. Signalen
over de ontwikkeling van de leerling gaan als eerste naar de mentor, die deze
signalen daarna bespreekt met ouders, teamleider en daarna eventueel met de
leerlingbegeleider.
Leerlingbespreking in het team
Elk team heeft de mogelijkheid regelmatig leerlingen met hulpvragen of zorgsignalen
te bespreken en in te brengen bij het Interne Zorg Team (IZT). In eerste instantie kan
binnen het team door de mentor, teamleider en leerlingbegeleider de hulpvraag
besproken worden en de eerste ondersteuning worden geboden. Is de teamexpertise
onvoldoende om de hulpvraag te beantwoorden of het zorgsignaal op te pakken, dan
zal de leerling worden besproken in het intern zorgteam voor verdere consultatie.
Magister
Magister is een leerlingvolgsysteem waarin we allerlei informatie vastleggen ter
ondersteuning van het onderwijsleerproces. Het geeft naast de didactische
vorderingen ook een overzicht van instroomgegevens, verzuim, incidenten en
correspondentie. Deze overzichten worden gebruikt bij de evaluatiegesprekken met
leerlingen en ouders, bij teambesprekingen en in het intern zorgteam.
Ouderparticipatie
De pedagogische driehoek kind – ouder/verzorger – docent/begeleider kenmerkt zich
door principiële gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid.
Gemeenschappelijk is er de inspanning om het kind te begeleiden in diens
ontwikkeling naar volwassenheid. Partijen spannen zich in om dat te doen vanuit een
gedeelde pedagogische visie. De opvatting van het kind wordt daarbij net zo zeer
gerespecteerd als die van docenten/begeleiders als ouders/verzorgers. Aan het
educatief partnerschap ligt de pedagogische driehoek ten grondslag. Ouders worden
betrokken bij het team- en schoolbeleid. De school is laagdrempelig: ouders hebben
goede mogelijkheden om in contact te komen met management, mentoren en de
andere begeleiders en kunnen op een eenvoudige wijze kennis maken met het
onderwijsprogramma en de resultaten van hun kind. Door middel van een
ouderklankbordgroep raken ouders meer actief betrokken bij de ontwikkeling en het
leren van hun kind op school. Zij praten, denken en beslissen mee over zaken die
(ook) hen en hun kind betreffen. Ouders hebben via Magister, het digitaal
leerlingvolgsysteem van school, de mogelijkheid om de gegevens van hun kind te
bekijken over absenties, resultaten, huiswerk en vakken. De school informeert de
ouders over onderwijsontwikkelingen en schoolactiviteiten door middel van
nieuwsbrieven en informatiebijeenkomsten.
Aanbod voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie
Dyslexie
De begeleiding van leerlingen met dyslexie wordt meer en meer geïntegreerd in de
teams. Het Protocol Dyslexie in het Voortgezet Onderwijs dient als uitgangspunt. Op
Schaersvoorde is het leren omgaan met de beperking dyslexie het hoofddoel. Er
wordt niet geremedieerd maar gedispenseerd en gecompenseerd. Docenten zijn op
de hoogte van wat dyslexie is en wat het kan betekenen voor het leerproces van de
leerling.
Leerlingen met een diagnose dyslexie en dyscalculie gaan voor vakgerelateerde
hulpvragen naar de vakdocent. Bij vak overstijgende hulpvragen wordt de mentor als
eerste aanspreekpunt ingezet. Is er sprake van complexe problematiek dan wordt de
leerling besproken in het RT team. De leerlingen worden in leerjaar 1 gescreend op
dyslexie n.a.v. signalen vanuit het basisonderwijs en in hogere leerjaren vanuit het
team. Schaersvoorde biedt de leerlingen de mogelijkheid tot het deelnemen aan een
dyslexieonderzoek dat gedeeltelijk door school wordt gefinancierd. Voor een officiële
dyslexieverklaring wordt samengewerkt met een extern orthopedagoog.
Schaersvoorde betaalt de orthopedagoog en verrekent de kosten met de ouders.
Facilitering en hulpmiddelen worden gehanteerd naar de wettelijke regels:
- Claroread en Kurzweil zijn spraaksoftwareprogramma‟s die ingezet worden
voor leerlingen met dyslexie.
- Leerlingen worden voor het examen voorbereid door het RT-team.
- Binnen de teams bestaat de mogelijkheid om in een begeleidingsgroep
leerlingen de gelegenheid te bieden om ervaringen uit te wisselen en die
ondersteunend werken in het omgaan met dyslexie.
- Muiswerk is een oefenprogramma voor het strategisch lezen en spelling en
voor het rekenonderwijs.
Remedial teaching
Er zijn leerlingen die structurele problemen hebben met lezen, schrijven, spellen
en/of rekenen. Door gerichte hulp (remedial teaching) kunnen deze leerlingen
gedurende een bepaalde periode ondersteuning krijgen om studieproblemen te
voorkomen of op te lossen. De remedial teacher wordt ingeschakeld door de mentor
bij gesignaleerde lees-, spelling- en rekenproblemen (o.a. dyslexie en dyscalculie) en
leerproblemen. Alle leerlingen van de eerste klassen maken een
screeningsonderzoek taal en rekenen. Dyslectische leerlingen krijgen een
dyslexiepasje.
Dyscalculie
Leerlingen met dyscalculie worden gefaciliteerd volgens de wettelijke regels
omschreven. Voor de vakken waarbij dyscalculie een beperkende rol speelt voor de
leerling is de betreffende docent het aanspreekpunt voor extra hulp.
Leerwegondersteunend onderwijs
Schaersvoorde kiest ervoor om leerlingen met een LWOO-indicatie in de onderbouw,
klas 1 en 2, in aparte kleine klassen (tot 15 leerlingen) onderwijs aan te bieden.
Vanaf klas 3 worden LWOOleerlingen geïntegreerd opgenomen binnen het vmbo-
programma. De keuze om LWOO-leerlingen in kleine klassen te plaatsen heeft te
maken met het feit dat het Schaersvoorde waarde hecht aan de expertise van de
docenten en de manier waarop docenten met deze doelgroep weten om te gaan.
De leerwegondersteunende middelen worden ingezet in de basiszorgstructuur van
Schaersvoorde, ten behoeve van kleinere groepen in de basisafdelingen, de
mentoren, maar ook voor de andere leden binnen de zorgteams, contactpersonen
zorg en zorgcoördinator. Bij de overgang van basisonderwijs naar leerjaar 1 wordt
met alle leerlingen, ouders en basisscholen een overdrachtsgesprek gehouden. Voor
alle LWOO-leerlingen wordt een handelingsplan gemaakt en met ouders besproken.
In de onderbouw van het vwo bestaat in Aalten de mogelijkheid om het vwo+
programma te volgen.
(Ortho)pedagogische en/of (ortho)didactische programma’s en methodieken gericht
op sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen.
Sociale vaardigheidstrainingen
Binnen Schaersvoorde is er een aantal opgeleide docenten die trainingen verzorgen
op het gebied van examenvrees, faalangstreductie en/of sociale vaardigheden. Op
basis van signaleringsinstrumenten en vanuit de leerlingbesprekingen worden
leerlingen voor deze trainingen aangemeld. Ouders worden altijd op de hoogte
gebracht van deze activiteiten.
Curatieve zorg die de school samen met ketenpartners kan bieden
Eerste hulp bij Schoolverzuim (EHBS)
Leerlingen die dreigen vast te lopen door verzuim of een nog niet nader omschreven
problematiek kunnen door teamleiders zonder indicatie rechtstreeks verwezen
worden naar de begeleiders van EHBS. Dat is een korte directe lijn vanuit school,
waarbij de zorgcoördinator altijd op de hoogte wordt gesteld. Er zijn zes weken
beschikbaar voor een begeleidingstraject. Er is een mogelijkheid om dit traject te
verlengen. Bij ongeoorloofd verzuim wordt altijd de leerplichtambtenaar
ingeschakeld.
De voornaamste doelstellingen van de inzet zijn:
Opheffen van het verzuim.
Zicht krijgen op de begeleidingsvraag/behoefte vanuit leerling en gezin.
Life Coach
Leerlingen die dreigen vast te lopen binnen het onderwijsproces door een complexe
combinatie van oorzaken die vooral buiten de school liggen ( het systeem van de
jongere) worden door het intern zorgteam verwezen naar de life-coach. De life-coach
is ook ‟s avonds, in het weekend en in de vakanties bereikbaar en inzetbaar.
De voornaamste doelstellingen van de inzet zijn:
Met jongere en ouders de problematiek vaststellen en samen met hen een
plan maken om de problematiek te bestrijden.
Zo nodig externe instanties inschakelen waarmee wordt samengewerkt of
doorverwezen
De jongere pas loslaten als het resultaat van intensieve, persoonlijke aanpak
voorzetting van
Het onderwijsproces en de positieve ontwikkeling van de jongere mogelijk
maakt.
Schoolarts
Doel van inschakelen van de schoolarts is het bewaken van de goede lichamelijke en
psychosociale ontwikkeling van de leerling. Alle leerlingen uit het tweede leerjaar
worden preventief onderzocht. Hiernaast kan de schoolarts nog gericht onderzoek
doen op verzoek van de leerling, docent of ouders. Dit verzoek wordt via de
zorgcoördinator gedaan.
ZAT (Zorg Advies Team)
Het ZAT heeft als doel het opstellen van een advies tot aanpak van een leerling,
waarvan de problematiek van dien aard is dat de (school-) ontwikkeling van de
leerling dreigt te stagneren en/of waarvan de interventies vanuit hun eigen school
niet het gewenste effect hebben.
In het ZAT hebben naast de zorgcoördinator van de betreffende school een
vertegenwoordiger van het Speciaal Onderwijs, een vertegenwoordiger van BJZ, een
vertegenwoordiger van het algemeen maatschappelijk werk, de
leerplichtambtenaren, de jeugdmaatschappelijk werker en de orthopedagoog zitting.
Een leerling die zorg nodig heeft kan na overleg met de ouders door de
zorgcoördinator worden aangemeld. Na overleg komt het ZAT dan met een advies
betreffende de aan te bieden ondersteuning. Dit advies wordt kenbaar gemaakt aan
de afdelingsleider en/of mentor.
Zorgstappenplan
Conclusie zorgstructuur
Tijdens mijn afspraak met mevrouw Frenken ben ik veel te weten gekomen over de
zorgstructuur van het Schaersvoorde. Zelf liet ze weten dat het niet zo goed ging met
de zorg op het Schaersvoorde. De zorgstructuur moet het op het Schaersvoorde
steeds vaker doen met meer voor minder. Ze willen van alles, maar ze krijgen geen
geld om iets uit te voeren, cursussen te volgen, extra time-out lokalen te maken etc.
Ook is het Schaersvoorde bezig met een plan om een locatie te maken voor alle zorg
voor de leerlingen. Maar mevrouw Frenken wil heel graag onder de leerlingen blijven,
waar je de zorg ook echt nodig hebt. Je moet als docent tussen de leerlingen lopen,
wil je weten wat er speelt of wie welke zorg nodig heeft en ten alle tijden moeten
leerlingen bij je terecht kunnen. Wanneer ze dit op het Stationsplein plaatsen, kan dit
natuurlijk niet meer.
Wat ik vooral erg interessant vond was dat mevrouw Frenken vertelde hoe ze
leerlingen aan het praten kreeg, door ze te laten tekenen. Ze had hiervoor een
cursus gevolgd. Leerlingen laten tekenen en aan de hand van hun tekening begint ze
een praatje met de leerlingen. Hierdoor komen vaak bijzondere verhalen naar boven.
Een kort voorbeeldje:
Een leerling was de klas uitgezet en was erg van streek. Ze zat op de grond voor het
lokaal. Mevrouw Frenken zag haar en vroeg of ze mee wou gaan tekenen, dat wilde
de leerling wel. Ze tekende een poppetje zonder een nek/keel. Hierdoor knoopte ze
een gesprek aan met de leerling. De uitkomst van het gesprek was dat de leerling
onterecht het lokaal uitgezet was en ze zei hier niks over. Ze was boos en verdrietig
en ging het lokaal uit. Ze had niks gezegd tegen de docent, terwijl ze eigenlijk zoveel
wilde zeggen over hoe het zat en dat het oneerlijk was dat zij het lokaal uit moest. Dit
haalde mevrouw Frenken allemaal uit de tekening en ging vervolgens een gesprek
aan. Na de les ging de leerling naar de docent en vertelde wat ze dus eigenlijk kwijt
wilde. Hierdoor was de leerling weer opgelucht en had ze geen problemen meer in
haar hoofd.
Conclusie (zorgstructuur 2012-2015)
Schaersvoorde past bij het profiel van een begeleidingsschool en hier en daar zijn
raakvlakken met een dialoogschool. De zorg staat ten dienste van het
onderwijsproces en het streven is dat de leerlingen uitstromen met een diploma op
het toegekende niveau.
De school wil voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod realiseren; op één
van de vier locaties van Schaersvoorde en als dit niet mogelijk is in overleg met het
SWV op een geschikte plek binnen of buiten het SWV. Voor heel veel leerlingen
kunnen ze een passend onderwijsaanbod verzorgen.
De uitdaging zit in de groep leerlingen die nu in het speciaal onderwijs zit of
rechtstreeks van de basisschool naar het speciaal onderwijs gaat. Deze leerlingen
zouden een plek kunnen krijgen binnen het reguliere onderwijs van het SWV.
Daarvoor zouden we niet alleen naar de aantallen moeten kijken (1 à 2 leerlingen per
kernteam erbij?) maar vooral naar wat deze leerlingen nodig hebben en wat het
Schaersvoorde hen kan bieden.
Plan van aanpak
Op basis van de voorgaande stappen beschrijf ik mijn plan van aanpak om mijn
vraag te beantwoorden.
Stap / fase Resultaat Uitvoering / datum
1 Geleide opdracht maken Opdracht 27-11-2014
2 Opdracht controleren door SPD
Goedkeuring 28-11-2014
3 Les uitvoeren Leerling voert geleide opdracht uit
Bijlage 4: Lesplan 1 01-12-2014
4 Reflecteren Feedback SPD 01-12-2014
5 Nieuwe (minder) geleide opdracht maken
Opdracht 09-12-2014
6 Opdracht controleren door SPD
Goedkeuring 11-12-2014
7 Les uitvoeren Leerling voert minder geleide opdracht uit
Bijlage 5: Lesplan 2 18-12-2014
8 Reflecteren Feedback SPD 18-12-2014
Doelen van het plan van aanpak
Mijn doel is vooral gericht op de stille leerling. Het is de bedoeling dat ik doormiddel
van een geleide spreekopdracht de leerling aan het praten/samenwerken krijg. Dit
doe ik in tweetallen, zodat hij kan wennen en er niet te veel leerlingen mee luisteren.
Mijn volgende doel is de leerling zelf meer aan het praten te krijgen, door een minder
geleide opdracht. Hierdoor moet hij zelf meer gaan praten en/of vragen stellen aan
zijn medeleerling maar heeft hij nog wel houvast om ergens over te praten.
De stille leerling uit zichzelf aan het praten krijgen
De stille leerlingen laten praten met een klasgenoot
De stille leerling actief mee te laten doen en denken
De stille leerling te laten samenwerken
Feedback van SPD
Evaluatie
In dit onderdeel ga ik mijn plan van aanpak evalueren, dit doe ik per les. Ik blik terug
naar mijn doelen, deze waren bij beide lessen hetzelfde. Heb ik deze behaald,
waarom wel of waarom niet en hoe weet ik dat? Ook betrek ik de feedback van mijn
SPD bij mijn evaluatie. Als conclusie vertel ik wat ik de volgende keer anders zou
doen.
Evaluatie les 1: Phone Conversation!
Dit was de eerste les waarbij ik klas BK1A liet samenwerken. In deze klas zitten 4
leerlingen met ADHD en die het erg lastig vinden om samen te werken, hierdoor
werkt deze klas eigenlijk altijd individueel en nooit samen of in groepen. Dit kon ik erg
goed merken tijdens mijn eerste les. Alle leerlingen waren meteen onrustig en gingen
praten en waren chaotisch, want dit is natuurlijk geen normale les voor ze.
Uiteindelijk heb ik een leerling een time-out gegeven en hij mocht op de gang staan.
Dit was nodig, want hij bleef constant praten met de leerling naast hem en hij was
even helemaal in de war. Daarna ging ik verder met de les. Doordat ik deze leerling
een time-out gaf, deed de SPD mee met de les, omdat ze in tweetallen moesten
werken. Hierdoor heb ik helaas geen schriftelijke feedback gekregen van mijn SPD.
Conclusie
Tijdens deze les heb ik mijn doelen niet echt behaald. Marcin was meer aan het
schrijven dan aan het praten. Hij beantwoorde vragen alleen met korte antwoorden.
Wel deed hij netjes mee met de les en de opdracht. Na de les heb ik dit besproken
met mijn SPD. De volgende les zou ik geen papier gebruiken, zodat leerlingen echt
moeten praten en niet anders kunnen.
Evaluatie les 2: News Flash!
Tijdens deze les ging het echt een stuk beter. De les had veel meer structuur en ik
stond dominanter voor de klas. Dit kwam vooral doordat ik nu veel meer lessen had
gegeven aan BK1A en ze dus beter ken. De leerlingen deden allemaal mee met de
les en vonden de artikelen ook erg leuk om te lezen.
Conclusie
Na de feedback van les 1 heb ik alles toegepast om les 2 goed te laten verlopen en
Marcin aan het praten te krijgen. De les verliep prima! Marcin praatte tegen zijn
medeleerlingen over zijn artikel en probeerde ook 1 minuut vol te praten. Hij deed
actief mee met de les en vond de artikelen volgens mij ook leuk om te lezen.
Na een minder goede les is het mij uiteindelijk gelukt om een leuke en actieve les te
maken en uit te voeren waarbij de stille leerlingen daadwerkelijk actief mee deed en
praatte tijdens de les.
Reflectie op het hele proces
In dit onderdeel reflecteer ik op het hele proces, op de hele leertaak. Wat heb ik
geleerd en hoe heb ik mij als docent verder ontwikkeld ten aanzien van de
competenties? Heeft het werken aan deze leertaak nieuwe leervragen opgeroepen?
Per onderdeel reflecteer ik kort op mijn proces en eindig ik met een korte conclusie.
Wat heb ik geleerd?
Doormiddel van deze leertaak kreeg ik echt een veel duidelijker zicht op mijn
leerlingen. Met name door het bekijken van het leerlingvolgsysteem. Hierdoor wist ik
meer over waarom een leerling zich op een bepaalde manier gedroeg in de klas of
waarom hij of zij zo stil of luidruchtig is in de klas. Hierdoor verdiepte ik mijzelf veel
beter in de leerlingen dan dat ik anders zou doen. Ik leerde ze op een hele andere
manier “kennen” en zien.
Daarnaast vond ik het ook erg interessant om mij te verdiepen in het zorgsysteem
van het lwoo. Vooral omdat deze leerlingen veel zorg nodig hebben, ben ik er nu
achtergekomen wat een school leerlingen met een leerachterstand kan bieden en
hoe ze leerlingen verder kunnen helpen.
Ook heb ik geleerd om na te denken over leerlingen individueel. Tijdens deze
leertaak heb ik mij bijvoorbeeld alleen gericht op Marcin, de stille leerling uit de klas.
Maar ik zou mij bijvoorbeeld ook kunnen richten op de ADHD leerlingen en een
actieve les kunnen bedenken. Door hierover na te denken, lessen te maken en uit te
voeren kom je erachter hoe de leerlingen hier zelf mee omgaan.
Mijn ontwikkelingen en competenties
Ik ben vooral gegroeid in de interpersoonlijke, vakdidactische en pedagogische
competentie. Ik ga op een prettige manier met mijn leerlingen om en dit is vooral
beter geworden doordat ik de klas en de leerlingen beter kende en mij meer in ze
heb verdiept. Hierdoor wist ik beter op welke manier ik de verschillende leerlingen
kon benaderen of wijzen op storen gedrag. Hierdoor word ook de sfeer natuurlijk
beter in de klas, dit bleek vooral in mijn 2e les.
Ook creëer ik een veilige leeromgeving voor de klas. Mijn lessen hebben een
duidelijke opbouw en structuur. Vooral mijn 2e les had meer structuur. Ook had ik een
stopwatch gebruikt voor extra structuur. Leerlingen moesten tijdens mijn 2e les vooral
zelf meer initiatieven nemen en zelfstandig maar toch in tweetallen kunnen werken
en praten. Pedagogisch heb ik veel geleerd van deze lessen, als ik meer tijd had
gehad had ik het fijner gevonden om nog een aantal extra lessen te geven voor deze
leertaak.
Ook vakdidactisch ben ik gegroeid. Tijdens deze lessen hield ik rekening met de
individuele leerlingen. Aan het begin zette ik de tafels tegen elkaar, zodat ze niet
chaotisch zouden worden. Ook vertelde ik tijdens de 2e les duidelijk wie waar moest
zitten. Zodat er geen vragen zouden zijn. Tijdens mijn 2e les met de artikelen
vertelden leerlingen elkaar over het nieuws, hierdoor leren ze van elkaar.
Nieuwe leervragen
Na het uitvoeren van mijn 2 lessen kreeg ik natuurlijk alleen maar meer vragen.
Marcin vond het niet echt eng om te praten tijdens de les, want hij deed het gewoon.
Ook geeft hij gewoon antwoord op vragen. Hij kan het wel, maar het komt er niet echt
uit. Hierdoor kreeg ik natuurlijk veel meer vragen. Een aantal heb ik zelf natuurlijk al
proberen op te zoeken op het internet.
Hoe kunnen ze leerlingen met selectief mutisme verder helpen?
Kun je van selectief mutisme afkomen?
Hoe is Marcin thuis, praat hij meer/veel?
Hoe is Marcin onder zijn vrienden, praat hij dan?
Conclusie
Het hele proces vond ik erg leerzaam. Vooral door het verdiepen in de verschillende
leerlingen leer je veel meer over een klas. Ook vond ik het leuk om een les te
bedenken gericht op een leerling, maar waar alle leerlingen aan mee konden doen.
Hierdoor geef je wel weer anders les dan anders (methode lessen).
Wat ik wel jammer vond was dat de stage maar zo kort was. Hierdoor kon ik
vanwege de planning en toetsen niet maar zo een andere les uitvoeren bij BK1A.
Ook had ik graag nog andere lessen willen bedenken voor andere leerlingen,
bijvoorbeeld actieve lessen gericht op leerlingen met ADHD of leerlingen met
faalangst etc. Verder ben ik tevreden over mijn leertaak en heb ik mijn doelen
behaald.
Literatuurlijst
C. van der Donk & B. van Lanen, 2012
Praktijkonderzoek in de school
Uitgever Coutinho, maart 2012, 2e druk
W. Geerts & Kralingen, 2011
Handboek voor leraren
Uitgever Coutinho, juni 2011, 1e druk
Zorgstructuur 2012 – 2015
Christelijk College Schaersvoorde
Code: 121001.SB
Datum: 23 mei 2014
BBC Newsround
CBBC Newsround, 2014
Bijlage
Bijlage 1: Observatieschema
Observatieformulier – Klassenklimaat
Datum: 04 november 2014 Docent:
Klas: BK1A Lesuur/vak:
Leraar – leerling contact bij binnenkomst Leraar tolereert fouten Interactie leraar – leerling Positieve feedback / complimenten Leerlingen durven vragen te stellen Leerlingen roepen door de klas heen
Leerlingen groeten elkaar Leerlingen kletsen met elkaar voordat les begint
Sociale contacten tussen leerlingen tijdens de les (niet les gebonden)
Les gebonden contacten Leerling praat voor zijn/haar beurt
Leerlingen durven vragen te stellen Leerlingen vragen elkaar om hulp of uitleg Leerlingen tolereren elkaars fouten Leerlingen lachen elkaar uit Leerlingen werken in de les Leerlingen werken samen
Er wordt gescholden Leerlingen slaan of schoppen elkaar Leerlingen roddelen Leerlingen maken ruzie Leerlingen maken spullen kapot Leerlingen pakken spullen af
Anders…
Bijlage 2: Vragen over jou & je klas
Vragen over jou & je klas
Naam:______________________________________________________
Klas: _______________________________________________________
Datum: _____________________________________________________
Sociogram van jou klas
Met wie ga je graag om in je vrije tijd? 1. 2. 3.
Met wie ga je niet zo graag om in je vrije tijd?
1. 2. 3.
Met wie werk je het liefste samen? 1. 2. 3.
Met wie werk je niet graag samen? 1. 2. 3.
Bijlage 3: Vragenlijst zorgstructuur
Vragenlijst zorgstructuur
1. Hoe ziet de zorgstructuur van het Schaersvoorde eruit?
2. Uit welke personen bestaat deze zorg?
3. Voor wie is deze zorgstructuur bedoeld?
4. Welke verschillende vormen van zorg zijn er voor leerlingen beschikbaar?
5. Is deze zorg op school beschikbaar of buiten school?
6. Welke andere instanties kunnen e.v.t. worden ingeschakeld om een leerling
de juiste zorg te bieden?
7. Wanneer komen leerlingen in aanmerking voor een bepaalde zorgstructuur?
8. Wie bepaald wanneer leerlingen een bepaalde zorg nodig hebben?
9. Wie biedt deze zorg aan bij de leerlingen?
10. Hoelang duurt een bepaalde zorg bij leerlingen?
11. Wat moeten leerlingen zelf doen?
12. Wat kunnen ouders doen?
13. Worden ouders altijd van te voren geïnformeerd over de verschillende
zorgstructuren?
14. In het onderwijs wordt flink bezuinigd, welk effect heeft dit op jullie
zorgstructuur?
Bijlage 4: Lesplan 1 – Phone Conversation!
Samenvatting van de opdracht: Telefoongesprek voeren Introductie
Leerlingen pakken werkboek blz. 72 / tekstboek blz. 38 voor zich
Laat leerlingen na het inschrijfformulier voor het zomerkamp kijken
Docent legt eerst de hele opdracht uit
Docent noemt tweetallen op en zet deze tegenover elkaar
Docent verdeelt de rollen: leerling A / leerling B Oefening 1
Leerlingen gaan eerst een geleid telefoongesprek op schrijven samen
Vertaal de opdracht op blz. 73 (A en B)
Maak hier een goedlopend gesprek van (stones / vocabulary)
Zorg ervoor dat je alle vragen stelt over het registratieformulier
Laat dit controleren door de docent Uitvoering
Leerlingen voeren het gesprek uit met papier (stones)
Leerlingen voeren het telefoongesprek uit zonder papier
Leerling A schrijft zich in
Leerling B vult de gegevens in (werkboek blz 73)
Leerlingen wisselen van rol Afsluiting
Leerlingen vullen evaluatieschema in werkboek in
Beide leerlingen laten hun werkboek (met ingevuld registratieformulier) zien aan de docent
Lesplan 1 Instituut voor Leraar en School
Naam student: Tanja Rietberg
Titel van de les: Phone Conversation!
Stage: WPL2b School: Schaersvoorde, Aalten
Klas: BK1A Lesuur: 3e les uur
Datum: 01-12-2014 Spd: Henk Janssen
Aantal leerlingen: 14 leerlingen Vak: Engels
Beginsituatie (voorkennis van de leerlingen, bijzondere omstandigheden)
Leerlingen hebben hoofdstuk 3: My Phone and Me al doorgewerkt. Ze kennen de stones 7, 8, 9 en de
vocabulary die bij dit hoofdstuk hoort.
Ondersteuningsbehoefte v.d. leerlingen
- Stones 7, 8 en 9
- Vocabulary
- Duidelijk de opdracht uitleggen en voordoen
Schoolagenda N.V.T.
Doelen en taalinput
ERK leerdoelen (can-do-statements)
- Leerlingen kunnen vragen over zichzelf beantwoorden
- Leerlingen kunnen om verduidelijking vragen
- Leerlingen kunnen een geleid telefoongesprek voeren in het Engels
- Leerlingen kunnen gegevens in het Engels invullen
Vakspecifieke leerdoelen
- Zinnen van Nederlands – Engels vertalen
- Engels spreekvaardigheid
- Vocabulary
- Stones
Onderwijskundige leerdoelen
- Samenwerken in tweetallen
- Opdracht opbouwen van begin tot uitvoering
- Spreekvaardigheid
- Telefoongesprek voeren
- Gegevens noteren / samenvatten
Benoem de bouwstenen
Stepping Stones – 1 vmbo b/lwoo – Textbook
- Stone 7: Zo voer je een telefoongesprek, blz. 31
- Stone 8: Zo vraag je persoonlijke informatie, blz. 33
- Stone 9: Zo vraag je om verduidelijking, blz. 37
- Vocabulary, blz. 39 + 40
Te gebruiken materialen en hulpmiddelen
Stepping Stones werkboek en tekstboek (Zie werkboek kopieën hieronder)
Pen en papier
Tafels en stoelen tegen over elkaar zetten (leerlingen kijken elkaar aan)
Oefendoelen voor jezelf
De klas rustig houden
De klas moet de opdracht uitvoeren
Er op letten dat leerlingen Engels praten
De opdracht goed en duidelijk uitleggen
Leerlingen in tweetallen zetten (via sociogram)
Bijlage 5: Lesplan 2 – News Flash
Samenvatting van de opdracht: News Articles Vooraf aan de les:
Docent maakt goede klassenopstelling (zie voorbeeld)
Tafels tegenover elkaar zetten
Klaar leggen op tafels: - Tafel A: Leesblad 1 - Tafel B: Leesblad 2
Leerlingen komen lokaal binnen Uitleg
Alle leerlingen gaan zitten
Leerlingen A: Kiezen 1 van de 3 artikels uit en lezen deze door
Leerlingen B: Lezen het artikel dat voor hun ligt
Leerling A verteld aan B over zijn artikel (2 minuten)
Leerling B verteld aan A over zijn artikel (2 minuten)
Leerlingen hebben 1 minuten en moeten deze vol praten over het artikel!
Leerlingen B wisselen van plek (op deze plek ligt een ander artikel) Aan het eind van de les
Heeft leerling A alle 3 artikelen gelezen op zijn papier en besproken
Heeft leerling B 3 verschillende artikelen gelezen en besproken Afronding
Leerlingen gaan zitten
Docent vraagt leerlingen te vertellen over hun gelezen artikelen
Lesplan 2 Instituut voor Leraar en School
Naam student: Tanja Rietberg
Titel van de les: News Flash!
Stage: WPL2b School: Schaersvoorde, Aalten
Klas: BK1A Lesuur: 2e lesuur
Datum: 18 december 2014 Spd: Henk Janssen
Aantal leerlingen: 14 leerlingen Vak: Engels
Beginsituatie (voorkennis van de leerlingen, bijzondere omstandigheden)
Leerlingen hebben een aantal weken geleden een spreekvaardigheid les met mij gedaan. Ze hebben
hoofdstuk 3 helemaal afgerond en hebben dus geen huiswerk of leerwerk voor vandaag.
Ondersteuningsbehoefte v.d. leerlingen
- Structuur bieden aan leerlingen
- Duidelijk de opdracht uitleggen
- Stopgedrag direct toepassen
- Duidelijk en rustig praten
Schoolagenda N.V.T.
Doelen en taalinput
ERK leerdoelen (can-do-statements)
- Leerlingen kunnen artikelen in het Engels lezen
- Leerlingen kunnen Engelse artikelen begrijpen
- Leerlingen kunnen de gelezen artikelen bespreken met andere leerlingen
- Leerlingen kunnen de artikelen kort samenvatten
Vakspecifieke leerdoelen
- Engels leesvaardigheid / begrijpend lezen
- Engels Spreekvaardigheid
- Vocabulary
Onderwijskundige leerdoelen
- Samenwerken in tweetallen
- Leesvaardigheid
- Spreekvaardigheid
- Begrijpend lezen
- Uitleggen
- Samenvatten
Benoem de bouwstenen
Zie artikelen van leesblad 1 en leesblad 2. (BBC – Newsround, 2014)
Te gebruiken materialen en hulpmiddelen
Klassenopstelling (tafels tegenover elkaar)
Leesblad 1: News Flash!
Leesblad 2 (artikelen uitknippen)
Stopwatch: http://www.online-stopwatch.com/countdown-timer/
Oefendoelen voor jezelf
De opdracht goed en duidelijk uitleggen
De klas rustig houden (direct stopgedrag toepassen)
De klas moet de opdracht uitvoeren en actief mee doen
Leerlingen moeten 1 minuut aan het praten blijven
Leesblad 1: News Flash!
Largest cake sculpture record attempt
A world record attempt for the largest cake sculpture has been
launched in London.
The massive cake was put together by forty five volunteers over six hours
and is big enough to feed twelve thousand people!
It weighs two tonnes, which is nearly the same weight
as an average African elephant.
But to break the record the entire cake must be eaten,
with all the money raised going towards a children's charity. Yum!
World's biggest Christmas lights display in Australia
Nearly 1.2 million Christmas lights have been put up in a shopping
centre in Australia's capital, Canberra.
It's broken the record for the world's largest display of LED lights. Lawyer
David Richards and his army of volunteers set up the display to help raise money for a children's charity.
The lights are running on electricity donated by a local
power company.
Crane falls into Dutch house after proposal goes wrong
A crane tipped over and crashed into the roof of a house after a marriage proposal went wrong.
A man had rented a crane to lower him into his girlfriend's garden so he could surprise her, and ask for her hand in marriage.
But the crane wasn't secured properly and fell into a neighbour's house,
destroying the roof.
An attempt to remove the crane caused further damage to the house in
IJsselstein, Netherlands.Luckily no-one was hurt in the accident, and the girl said yes to her boyfriend's proposal!
Leesblad 2
100-year-old sees ocean for first time A 100-year-old lady in the US has seen the ocean for the first time
in her life.
Ruby Holt lived on a farm in Tennessee, a state which is not close to water
and said she never had the time or money to go a beach.
The home where she lives, along with a charity, paid for her to visit the
Gulf of Mexico and experience walking on a beach and feeling waves on her feet for the first time.
Meet the new doll with a difference. She looks more like a normal person than a supermodel and even comes complete with freckles, spots and scars.
The doll has been made by US artist Nickolay Lamm and is based on a
19-year-old American woman.
Nickolay told Newsround: "I was shopping for a doll for a niece of mine and all the dolls looked like supermodels."
He also said: "I'm just trying to add some diversity to dolls, so it's almost
as if it's saying: yeah it's cool to be a supermodel - it's also cool to be a normal person."
The doll goes on sale next year but there have
already been 19.000 orders!
The mystery of Alcatraz escaped prisoners Alcatraz in the San Francisco Bay in California, is a small island
which is home to the former Alcatraz prison.
From 1934 to 1963, some of America's most dangerous criminals were held there.
It was thought to be "escape proof" but in 1962,
3 prisoners escaped after spending months digging a tunnel out of their cells using sharpened spoons.
Escape prisoners: Frank Morris, John Anglin and Clarence Anglin
The three bank robbers made an inflatable raft out of raincoats and set
out into the water, sometime between 8pm and 2am.
They were never seen again and it is still a mystery, if they have survived it and made it to land or died after getting in the water.
Denmark claims North Pole belongs to them
The conflict about who owns a part of the North Pole has been
going on for a while, but now Denmark is claiming it belongs to them.
They say that Greenland, a place that belongs to Denmark, is connected
to an underwater mountain range beneath the North Pole and means they
should own it.
Russia and Canada have already previously claimed that the area in the Arctic belongs to them.
All three countries want control because there's potentially
huge amounts of oil and energy underneath the Arctic sea.
Prince William shows 'memorial' to WW1 Christmas truce
Prince William has unveiled a memorial to remember the Christmas Truce in World War One when soldiers from Britain and
Germany stopped fighting and played football on Christmas Day.
England manager Roy Hodgson joined the Duke of Cambridge to
unveil the statue at the National Memorial statue in Staffordshire,
England.
The Football Remembers memorial was created by
a schoolboy after a UK-wide competition.
The prince and England had chosen the design
from a ten-year-old boy from Newcastle. There were 30.000 schools involved in the competition.
Professor Wu the giant salamander arrives at London Zoo
A Chinese giant salamander called Professor Wu has arrived in the
UK at London Zoo.
The giant salamander is the world's largest amphibian and the first of its kind in the UK. The salamander is more than one metre long!
The 19-year-old was brought over to the UK from Rotterdam Zoo and is
part of a London Zoo project that is trying to help prevent the Chinese giant salamander becoming extinct in the wild.
The International Union for Conservation of Nature said: “These salamanders are endangered. The
salamanders are close to extinction in their native country, China.”
The mystery of Alcatraz escaped prisoners Alcatraz in the San Francisco Bay in California, is a small island which is home to the former Alcatraz prison.
From 1934 to 1963, some of America's most
dangerous criminals were held there.
It was thought to be "escape proof" but in 1962, 3 prisoners escaped after spending months digging
a tunnel out of their cells using sharpened spoons.
Escape prisoners: Frank Morris, John Anglin and Clarence Anglin
The three bank robbers made an inflatable raft out of raincoats and set
out into the water, sometime between 8pm and 2am.
They were never seen again and it is still a mystery, if they have survived
it and made it to land or died after getting in the water.
Bijlage 6: Peerfeedback gespreksvaardigheid