Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

58
Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie

Transcript of Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Page 1: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Module 5 – Hoofdstuk 2

Technische aspecten van datacommunicatie

Page 2: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Inhoud presentatie

• Wat is een netwerk

• Apparatuur

• IP-adressen

• Transport van data in een netwerk

• Beroepsfuncties

Page 3: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Netwerk - definitie

• Een netwerk bestaat uit twee of meer computers die onderling met elkaar verbonden zijn

• Hierdoor is het mogelijk om resources te delen– Documenten– Programma’s– Printers– Enz.

Page 4: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Twee soorten netwerken

• LAN– Local Area Network

• WLAN– Wireless Local Area Network

Page 5: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Geschiedenis van netwerk

• Vóór 1980: computer met meerdere toetsenborden / beeldschermen

• Mainframe

• Alle programma’s e.d. worden op mainframe uitgevoerd– Central processing

Page 6: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Geschiedenis van netwerk

• Vanaf 1980 veel losse pc’s

• Koppeling van losse pc’s met mainframe

• Distributed processing

Page 7: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Voordelen van een netwerk

• Minder kosten bij aanschaf software• Gebruikers hebben gelijktijdig toegang

tot gemeenschappelijke gegevens• Gemeenschappelijk gebruik van printers

e.d.• Virussen kunnen beter (centraal)

bestreden worden

Page 8: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Typen netwerk

• Client-servernetwerk• Peer-to-peernetwerk

Page 9: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Client-servernetwerk

• Clientcomputers zijn verbonden met server– Op server staan alle data en programma’s

Page 10: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Client-servernetwerk

• Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen server en client

• De server moet enorm snel zijn• Kan verschillende doeleinden hebben

Page 11: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Doeleinden server

• Fileserver• Printserver• Applicatieserver• Mailserver• Webserver

Page 12: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Peer-to-peernetwerk

• Iedere computer vervult een dubbele rol want iedere computer:– maakt gebruik van gedeelde bronnen van

andere computers– deelt bronnen voor andere computers– is tegelijkertijd server en client– werkt alleen goed in een kleine omgeving,

bijvoorbeeld thuis

Page 13: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Peer-to-peernetwerk

• Nadelen– Niet alle computers staan altijd aan– Veel hulpbronnen worden beveiligd met een

wachtwoord– Het is moeilijker te onthouden waar

verschillende bestanden te vinden zijn– De gebruiker moet weten op welke manier

je bronnen kunt delen en hoe je deze kunt beveiligen

Page 14: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Netwerkapparatuur (1)

• Netwerkinterfacekaart• Router• Gateway• Switch• Repeater• Bridge

Page 15: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Netwerkapparatuur (2)

• Tegenwoordig veel gecombineerde apparaten

• Bijvoorbeeld– Repeater in een switch

Page 16: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Netwerkinterfacekaart

• Network Interface Card (NIC)

• Verbinding van apparaat met netwerk

Page 17: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Router

• Koppelen van twee netwerken

• Bijvoorbeeld het netwerk van– internetprovider– thuisnetwerk

• Router ‘kent’ alle apparaten in het netwerk en regelen al het dataverkeer in het netwerk

Page 18: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Werking van een router

Page 19: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Gateway

• Speciaal type router

• Poort tussen eigen netwerk en buitenwereld

• Koppelen van twee verschillende architecturen

• Functie als firewall

Page 20: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Werking van een gateway

Page 21: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Switch

• Hub

• Gebruikt om netwerk in stukken te verdelen

• Minder dataverkeer

• Maximale snelheid

Page 22: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Switch

Page 23: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Repeater

• Verbinding tussen twee LAN-segmenten

• Versterkt het signaal– Limiet bij kabels ongeveer 100 meter

Page 24: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Bridge

• Zelfde functie als switch

• Maar alleen voor gelijke apparaten

• Bijvoorbeeld– computers <-> computers

• Niet:– computers & printers <-> computers

Page 25: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

IP adres

• Uniek nummer voor elk apparaat in netwerk

• Bestaat uit 4 getallen, gescheiden door een punt– Bijvoorbeeld 213.10.128.48

• Ieder getal tussen de 0 en 255– 8 bits

Page 26: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

IP-adres

• Thuis een vast IP-adres

• Mobiele telefoons een dynamisch adres– Wordt toegewezen tijdens gebruik

• DHCP– Dynamic Host Configuration Protocol

Page 27: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

IP-adres

• Private range

• Binnen een netwerk

• 10.0.0.0 tot 10.255.255.255• 172.16.0.0 tot 172.31.255.255• 192.168.0.0 tot 192.168.255.255

Page 28: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

IP-adres

• IP-adressen zijn ‘op’

• Te veel apparaten met IP-adres

• Oplossing: IPv6

Page 29: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

IPv4 vs IPv6

• IPv4– 4.294.967.296 adressen

• IPv6– 3,4 × 1038

– Ongeveer 5.000.000.000.000.000 adressen

Page 30: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

IPv6

• 128 bits lang• 8 groepen van 4 hexadecimale cijfers

– Hexadecimaal• 0 t/m 9 en a t/m f

Voorbeeld:3ffe:6a88:85a3:08d3:1319:8a2e:0370:7344

Page 31: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Topologie

• De wijze waarop computers onderling verbonden zijn– Busnetwerk– Ringnetwerk– Maasnetwerk– Sternetwerk

Page 32: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Busnetwerk

Page 33: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Busnetwerk

• Is eenvoudig aan te leggen• Bestaat uit één lange kabel• Bij kabelbreuk valt het hele netwerk uit• Begin en einde zijn

afgesloten door eenterminator

Page 34: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Busnetwerk

• Bij een vrije lijn kunnen de computers gegevens versturen

• Bij tegelijkertijd versturen botsen de gegevens (gegevenspakket moet opnieuw worden verstuurd)

Page 35: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Ringnetwerk

Page 36: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Ringnetwerk

• Bestaat uit een lange kabel in de vorm van een cirkel

• Data reist de cirkel rond met behulp van een token

• Als een tussenliggende computer gegevens voor een anderontvangt, stuurt deze hettoken weer door

Page 37: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Ringnetwerk

• Gegevens mogen alleen verstuurd worden door de computer die een leeg token ontvangt

• Botsingen kunnen op deze wijze niet ontstaan

• Netwerk is duurder omdatde gebruikte techniekvan de netwerkkaarteningewikkelder is

Page 38: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Sternetwerk

Page 39: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Sternetwerk

• Alle computers zijn verbonden met één centraal punt, de switch

• De switch stuurt de gegevens door naar de andere computers

• De aanleg is duurderen ingewikkelder

Page 40: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Sternetwerk

• Bij een kabelbreuk valt alleen de computer aan het einde van de kabel uit. Als de switch uitvalt, ligt wel het hele netwerk plat

• Het opsporen vanstoringen is hierdoormakkelijker

Page 41: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Maasnetwerk

Page 42: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Maasnetwerk

• Er bestaat een verbinding tussen (bijna) alle knooppunten

• De snelheid is een voordeel: bij een ‘volle’ verbindingkan een andereroute genomenworden

Page 43: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Maasnetwerk

• Een maasnetwerk is vrij onoverzichtelijk en duur

• Nauwelijks kwetsbaar voor botsingen van data

• Het internet is eenvoorbeeld van eenmaasnetwerk

Page 44: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Verschillende soorten kabels

• Coaxkabel• Twisted pair kabel• Glasvezel kabel• Draadloos: geen bekabeling

Page 45: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Coaxkabel

• Snelheden van 10 tot 500 Mbps

Page 46: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Twisted pair kabel

• Twee soorten– UTP– STP

Page 47: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Twisted pair kabel• UTP te verdelen in 7 categorieën

• CAT 2 4 Mbps• CAT 3 16 Mbps• CAT 4 20 Mbps• CAT 5 100 Mbps (max. 100 meter)• CAT 5e 1000 Mbps of 1Gbps (max. 100 m.)• CAT 6 10 Gbps (max. 55 meter)• CAT 6a 10 Gbps (max. 100 meter)

Page 48: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Twisted pair kabel

• Connector voor twisted-pair is RJ-45

Page 49: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Glasvezel

• Groot verschil ten opzichte van andere kabels

• Geleiding door licht i.p.v. stroom

Page 50: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Glasvezel

• Voordelen– Zeer hoge snelheden, 10 tot 100 Gbps– Geen last van elektromagnetische storing– Kabel zelf is goedkoop

• Nadelen– Connectors zijn duur– Kabel mag niet in scherpe bochten liggen– Herstellen van een breuk niet eenvoudig

Page 51: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Draadloos

• Zonder kabels

• Radiofrequentie

• Access point / Router– Verbonden met UTP kabel

• Netwerkadapter in PC / laptop

Page 52: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Draadloos - beveiliging

• Niet onderschatten!

• Meer risico dan bekabeld netwerk

• Inloggen op netwerk van de buren

Page 53: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Overige technieken

• Bluetooth– Tussen mobiele apparaten– 10 tot 15 meter afstand

• Met versterker rond de 100 meter

– Radiosignalen

Page 54: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Overige technieken

• Infrarood– Televisie en afstandbediening– Een zichtverbinding nodig

• Line of sight

– Maximaal enkele meters

Page 55: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Functies

• Systeembeheerder• Applicatiebeheerder• Netwerkbeheerder

Page 56: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Systeembeheerder

• Zorgt voor beschikbaarheid bestanden, printers, programma’s, e.d.

• Deelt gebruikers in groepen in en verzorgt toegang gebruikers en beheert de rechten

• Verantwoordelijk voor een goede back-up

Page 57: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Applicatiebeheerder

• Verantwoordelijk voor installatie en onderhoud gebruikersapplicatie

• Verzorgt upgrades

Page 58: Module 5 – Hoofdstuk 2 Technische aspecten van datacommunicatie.

Netwerkbeheerder

• Verzorgt de bekabeling

• Instellingen aan routers, switchen, enz.

• Houdt de performance van het netwerk bij