Inhoudsopgave · 2020-06-29 · Inhoudsopgave – Sancta Maria, Huissen - juli 2020 U kunt in dit...
Transcript of Inhoudsopgave · 2020-06-29 · Inhoudsopgave – Sancta Maria, Huissen - juli 2020 U kunt in dit...
2
Inhoudsopgave – Sancta Maria, Huissen - juli 2020
U kunt in dit nummer o.a. lezen over: op pagina:
Column Michel Hodes: Met de deur in huis! 3
Er was eens ……… de Dag van het Sprookje (7 juli) 4
Uit het dagboek van Dien Booyink-Kappert 5 - 6
Een hand 6
Seniorenpastoraat: De Gulden (gouden) Regel 7 - 8
Wie is wijs? 8
Ons brein wordt slimmer na ons 50ste 9
Welzijn 10
Beste cliënten en bewoners (Theo de Zwart, Geestelijk Verzorger) 11
Zo’n Idee...! 12
Dora Berning 13-15
Zomertijd! 16
Colofon
Coördinatie:
Liduina, Bemmel: Rieky Otten, Dorrie van Meurs, Elisabeth Sohl
St. Jozef, Lent: Ria Besselink, Jan Huijbers
Sancta Maria, Huissen: Helma Verhoef, Henk Wolters
St. Jozef, Gendt: Peggy Joosten
Communicatie algemeen: Elisabeth Sohl
Eindredactie: Helma Verhoef
Omslagfoto: Helma Verhoef
Inleveren kopij:
Wanneer: t/m 8e van de maand
Waar: Liduina, Bemmel: ideeënbus recreatiezaal
St. Jozef, Lent: receptie
Sancta Maria, Huissen: bus Op de Hoogte
St. Jozef, Gendt: receptie
Of per email naar:
3
Met de deur in huis! Ik val maar meteen met de deur in huis: het gaat de goede kant op! En meteen een
“winstwaarschuwing” daar overheen: wij zijn er nog lang niet! Overigens, even een zijstapje: met de deur in huis vallen is eigenlijk een vreemde
uitdrukking als je het letterlijk neemt. Wij begrijpen allemaal wat er als gezegde mee bedoeld wordt, namelijk dat je meteen ter zake komt. Maar nu even letterlijk. Je komt dus
binnenvallen en je neemt de deur dan in je val mee? Raar toch, zou ik zeggen. Ik zie het al voor mij als erg visueel en in beelden denkend mens. Wat een troep moet dat geven en
hoe vaak kun je dat dan doen? De deur zal toch eerst weer hersteld moeten worden. Enfin, ik zal u niet verder vermoeien met mijn gedachtenkronkels.
Terug naar waar ik het over wilde hebben. De strikte regels die de overheid met ons heeft afgesproken kunnen gelukkig wat losser gelaten worden. Daarmee is bijna iedereen wel
gelukkig. Wij hebben gezien dat de afzondering, met als doel een veilige haven te zijn en te blijven tegen besmettingen, zijn sporen heeft achtergelaten. De discussie over kwaliteit
van leven wordt terecht gevoerd en ik kan er een heel eind in meegaan. Als bestuurder van een organisatie als de onze kan ik het los zien van de verantwoordelijkheid die wij hebben voor al onze cliënten, die bij ons wonen. Uiteindelijk gaat het daar wel over: “Hoe kunnen
wij kwetsbare mensen beschermen tegen een virus dat voor ons tot op de dag van vandaag nog vele geheimen heeft?”.
Dus het goede nieuws is, dat het in Nederland (en de wereld) weer beter gaat en dat de
hectiek van het virus afneemt. Maar daarmee neemt het risico op besmetting in eerste instantie nog niet af! Het zal geen nieuws voor u zijn, dat het virus nog steeds onder ons is
en de enige reden dat het zich wat koest houdt is, dat wij de maatregelen serieus hebben genomen. Dat is een pluim voor ons allen.
Vanaf deze plaats wil ik een lans breken voor onze medewerkers, die een zware tijd achter de rug hebben. Ten eerste moesten zij zich in
vele bochten wringen om de planning, waarop zoveel extra druk werd gelegd, te realiseren. Vervolgens kwamen er de meerdere overlijdens
bij, niet alleen vanwege corona, maar ook vanwege de griep die er nog was. Heftige tijden, vooral op die locaties waar het virus aanwezig is
geweest. Zij stonden altijd klaar. Hulde voor hen, de helden van RijnWaal!!!
Maar ook voor u die, zonder dat u daar iets aan kon doen, uw familie en geliefden in eerste instantie niet meer kon zien, maar later wel dichtbij kon hebben in de bezoekersruimte. En
nu ook weer in levende lijve in uw nabijheid, maar nog steeds met 1,5 meter afstand, omdat het virus er nog steeds is.
Ik hoop dat de beruchte “tweede golf” van besmettingen er niet komt. Daar kunnen wij zelf
wat aan doen, maar niet alles. Daarom wens ik u allen een fijne tijd met dierbaren dichterbij u en wie weet kunnen er nog
meer beperkingen op korte termijn worden opgeheven. Wij houden u “Op de Hoogte”.
Met vriendelijke groet,
Michel Hodes
Voorzitter Raad van Bestuur
4
Er was eens ……… de Dag van het Sprookje (7 juli) Of je nu 3 bent of 103, sprookjes vinden bijna alle mensen van alle leeftijden erg leuk.
Sinds 2007 hebben wij, dankzij een initiatief van de Efteling, de “Dag van het Sprookje”.
De datum, de 7e van de 7e verwijst naar het getal zeven dat in veel sprookjes voorkomt,
bijvoorbeeld de zeven dwergen, de zevenmijlslaarzen of de zeven geitjes.
Laat ik u wat meer vertellen over de geschiedenis van het sprookje. Het woord “sprookje” is afgeleid van het middeleeuwse woord “sproke”, dat verhaal of
vertelling betekent.
Er zijn veel verschillende soorten sprookjes: dierensprookjes, raadselsprookjes of leugensprookjes en zogenaamde toversprookjes vol magie en vol avonturen.
De toversprookjes behoren tot de volkssprookjes. Ze bestaan al honderden jaren en werden door mensen aan elkaar doorverteld. Niemand weet dan ook wie ze ooit heeft verzonnen.
Van sommige sprookjes zijn tientallen versies geschreven.
In Frankrijk werden in de vorige eeuw al bijna honderd verschillende versies van “Klein Duimpje” verteld.
De hoofdfiguren in de sprookjes zijn bijna altijd arme mensen, vrouwen en kinderen die aan hun lot zijn overgelaten en jongste zonen zonder rijke vader.
De meeste sprookjes hebben een goed einde, dat betekent meestal dat de meisjes trouwen met een knappe prins en dat de kinderen en jonge mannen heel rijk worden.
In het bestaan van heksen, duivels en geesten geloven we in de huidige tijd allang niet
meer, maar de mensen van een paar eeuwen geleden wisten niet beter dan dat die wezens wel degelijk bestonden.
Zelfs wolven waren in die tijd nog in heel Europa aanwezig. De strijd tussen goed en kwaad, armoede en rijkdom, gerechtigheid en onrecht, al deze
elementen kwamen en komen in de sprookjes voor. Ze waren dan ook niet alleen voor kinderen bedoeld, maar bevatten ook een boodschap of
waarschuwing voor volwassenen. De oude sprookjes zijn nog altijd in omloop, alhoewel ze door de Disney-films inhoudelijk
erg veranderd zijn. Er worden in de huidige tijd heel wat sprookjesachtige boeken geschreven, maar ze lijken
niet meer op de sprookjes van vroeger. Ze zijn lang niet meer zo griezelig en de reuzen, heksen en monsters zijn een stuk
aardiger. Een ding echter hebben ze meestal toch nog met elkaar gemeen, ze eindigen vaak met:
“ en ze leefden nog lang en gelukkig…..!”
5
Uit het dagboek van Dien Booyink-Kappert
(Hellendoorn, 04-04-1921) Tip Top Colonne uit Twente in Huissen van 29 juni 1945 t/m eind augustus 1945.
’t Jonge jonge wat hebben we gisteren een fijn feest gehad, ’t was denderend, de gehele
middag zijn we bezig geweest met de voorbereidingen en tegen 7.30 uur kwamen de gasten, o.a. de pastoor, kapelaan de Kruijf, Kievitsbosch, de Vries van ’t Zand, de pater die de retraite gaf aan de eerwaarde Zusters, en de voornaamste Kapelaan Saverij. Ik zal niet
in details treden, diegene die er belang in stellen moeten maar in ons programmaboekje kijken.
Wel moet ik nog even zeggen, dat de stemming reusachtig was, ook heeft Ans Ebberink een envelop met inhoud aangeboden aan de pastoor ongeveer f 130.00 wat de meisjes zelf
ontvangen hadden. De pastoor bedankte er hartelijk voor en ook speciaal voor het werk wat we hier gedaan
hebben, ook zou hij nog proberen een blijvende herinnering voor ons te krijgen en zou dit wel nasturen.
Ook nodigde hij ons allen uit minstens 1 keer per jaar in Huissen te komen en we zouden dan op de pastorie een gastvrij onthaal vinden.
Er volgde een daverend applaus op en van dit aanbod zullen we dan ook gaarne gebruik maken.
Gisteren liep toch alles gesmeerd. We zijn pas om ½ negen opgestaan en na ontbeten te hebben, zijn we om 10 uur naar de kerk gegaan.
Er was een plechtige mis met 3 heren en voor het eerst na 5 jaar oorlog, Huissensche omdracht, wij hadden een plaats achter de bruidjes en mochten het Mariabeeld dragen, ’t
was een hele eer voor ons, maar ook ontzettend zwaar. We losten elkaar om beurten af.
Bij de ruïnes van de kerk was het eerste rustaltaar, de tweede op het einde van de Langestraat, de derde op de markt en de vierde en laatste bij de noodkerk. Het was geweldig indrukwekkend, ook werd er bij de ingestorte kerk een pracht preek
gehouden. Vooral maakte het indruk op mij, dat in de gaten en afgebrokkelde huizen een prachtig
versierd Maria of H. Hartbeeld stond. Heel Huissen was versierd, heerlijk om in zo een Katholieke plaats te wonen.
Na afloop brachten we het beeld weer in de kerk en werd ons verzocht te wachten tot we gehaald werden of een of ander teken zouden ontvangen.
Het duurde dan ook niet lang of we gingen met de muziek voorop naar de pastorie waar alle geestelijken naar buiten moesten komen en voor de oppergeneraal, (d.i.) pastoor het
vendel werd gezwaaid. Daarna werden wij naar voren gehaald en werd het vendel gezwaaid ter ere en meteen tot
afscheid van de Tip Top Colonne. Het was verrukkelijk de eer die de Huissenaren ons aandeden, de muziek speelde: “Lang
zullen ze leven!”. Wat door alle inwoners hardop werd meegezongen, telkens opnieuw.
De schutters stelden zich daarna twee aan twee op, wij moesten er tussen in, en zo werden we met volle muziek naar huis gebracht een geweldige eer voor ons bescheiden Tip
Toppers. Voor het klooster bleven de ruiters te paard staan, met de schutters en de vendeliers en het muziekkorps en brachten voor ons nogmaals een serenade waarna een telkens
opnieuw gezongen “Lang zullen ze leven! Nee zo een afscheid van Huissen hadden we ons nooit voor kunnen stellen, ’t was af.
Woensdag gaan we dan deze zoo zwaar geteisterde stad verlaten en we hopen allen dat het gauw z’n oude glorie zal terug krijgen.
Morgenavond gaan we nog naar de bioscoop in Arnhem en daarna nog een nachtje slapen. Waarna de thuisrit aan zal vangen, ik verlang er toch wel naar…………………………
6
Bewerking: H.Hoen, Huissen 06-2020
Een hand Er verscheen een hand aan de hemel
Iedereen keek omhoog Het is heel goed mogelijk dat het zomaar een hand was
Die iemand had weggegooid En die toevallig in een opstijgende luchtstroom terecht
was gekomen En anders is er wel een andere verklaring die
aannemelijk is Een vinger wees naar ons Maar dat kan alles, letterlijk alles betekenen
Toon Tellegen
‘Gewone gedichten.’
7
Seniorenpastoraat: De Gulden (gouden) Regel Een van de mooie dingen die we in de coronacrisis
ervaren is de grote verbondenheid en saamhorigheid tussen mensen. Verbondenheid met de slachtoffers, met nabestaanden. Verbondenheid met allen die zich
inzetten: medisch, politiek en maatschappelijk. We zien een veelheid van acties waarmee mensen naar elkaar omkijken.
De zorg voor de kwetsbaren onder ons. Mensen die kampen met grote eenzaamheid, voedseltekorten en armoede.
De coronacrisis maakt eens te meer duidelijk hoe we elkaar nodig hebben, van elkaar afhankelijk zijn. Dat we met andere woorden mens en medemens zijn.
Alleen ik-gericht-zijn is geen optie, daarmee red je het niet. Niet in de ons bekende samenleving maar nog minder in deze coronacrisis.
Enkel uit zijn op eigen belang botst dan hard met de vraag naar solidariteit. “Samen volhouden, samen de strijd aangaan tegen het virus“. De vertaling vinden we in het volgen van de maatregelen die ons worden
voorgehouden om ons gedrag, ons omgaan met elkaar vorm te geven en de verantwoordelijkheid voor elkaar serieus te nemen In dit verband is wat de Gulden of Gouden Regel wordt genoemd een bijzondere
inspiratie: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Of meer positief geformuleerd: “Wat je graag ziet voor jezelf, gun dat ook de ander”. Of zoals in bovenstaande afbeelding: “Ik zeg en doe dingen die fijn zijn
voor mezelf en de ander!”. Deze leefregel verwijst o.a. naar Jezus’ woorden in het Mattëus-evangelie 7,12 “Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen.
Dat is het hart van de Wet en de Profeten”. Het is een leefregel die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Daarmee is niet gezegd dat wij dit ook in de praktijk toepassen.
Eigenbelang en opkomen voor je zelf hoe dan ook staan vaak nog voorop. Met andere woorden het is een leefregel, een basisgedachte die ons wijst op een ideaal, dat Jezus voor ogen heeft.
Daarmee schetst hij een betere wereld, noem het Gods nieuwe wereld. Een wereld waar we ons steeds de vraag stellen hoe zou ik behandeld willen worden en hoe zou ik willen leven met mijn capaciteiten.
Welk leed, pijn en welke tegenslagen zou ik graag willen ontwijken? Hoe kan ik omgaan met wat mij en mijn medemensen overkomt in deze coronacrisis?
Wat kan ik doen en wat mag ik van de ander verwachten? Hoe kan ik gezond blijven en hoe voorkom ik dat ik anderen schaad en waar kan ik misschien een helpende hand bieden?
Jezus’ woorden vinden we terug in wat genoemd wordt: “De Gouden Regel”. Het is een wegwijzer die wereldwijd herkenning vindt. Want het bijzondere van de Gouden Regel is dat die niet alleen verwijst naar een
evangelietekst. De Gouden Regel treffen we in de een of andere vorm aan in vrijwel elke godsdienst en cultuur, in humanistische stromingen en levensfilosofieën.
8
Zo lezen we al in de Joodse Bijbel in Leviticus 19,18: “Je zult geen wraak op iemand nemen of haatdragend tegenover iemand zijn. Integendeel: je moet de
ander liefhebben zoals je jezelf liefhebt. Ik ben de Heer”. Bij de Islam vinden we in een aan Mohammed toegeschreven uitspraak (An-Nawawi): “Niemand van jullie is gelovig, zolang hij niet voor zijn broeder wenst,
wat hij voor zichzelf wenst.” Ook bij het Hindoeïsme lezen we “Dit is de hoogste plicht: doe niet aan anderen wat jezelf pijn zou doen en wens hun toe wat je zelf verlangt".
Of zoals bij het Boeddhisme: "Zoals een moeder, zolang zij leeft, haar kind, haar enig kind bewaakt en beschermt, moge zo elkeen met onbelemmerde geest gelijk welk levend wezen beminnen”. (Metta-Sutta 149)
En de woorden uit het Taoïsme (China) spreken voor zich: Voor allen die goed zijn (voor mij) ben ik goed; en voor diegenen die niet goed zijn (voor mij) ben ik ook goed; zodoende zullen allen ertoe komen goed te zijn”. (Tau Te Tjing 49,2)
En in de filosofie van Immanuel Kant (1785) vinden we de tekst: “Handel slechts naar zulke gedragsregels waarvan je tegelijk kunt willen dat ze algemene wet worden”.
De Gulden of Gouden regel biedt zo wereldwijd een basis waarop we kunnen bouwen wanneer we een leven proberen vorm te geven in en na de coronacrisis. Een wereld waarin mensen zo kunnen leven met en voor elkaar zodat ieder tot zijn
recht komt. Een wereld waar mensen niet alleen oog hebben voor elkaar uit zelfbescherming maar ook om wederzijdse verbondenheid ruim baan te bieden!
Seniorenpastor John Rademakers
Wie is wijs?
Een leraar vroeg aan een 7-jarige leerlinge: ‘Als ik je één appel en één appel en nog één
appel geef, hoeveel appels heb je dan?’
‘Vier’, zei het meisje zonder aarzelen.
De leraar had een moeiteloos, correct antwoord verwacht. Hij was zichtbaar teleurgesteld.
en bedacht zich dat het kind misschien niet goed had geluisterd. Hij herhaalde de vraag.
‘Luister goed. Als ik je één appel en één appel en nog één appel geef, hoeveel appels heb
je dan?’ De leerlinge wilde de leraar niet opnieuw teleurstellen en dacht langer na.
Vervolgens zei ze: ‘vier’
De leraar was wederom teleurgesteld en bedacht zich dat de
leerlinge liever aardbeien eet. ‘Misschien weet ze het dan
wel.’ Vol enthousiasme vroeg de leraar: ‘Als ik je één aardbei
en één aardbei en nog één aardbei geef, hoeveel aardbeien heb
je dan?’
‘Drie’ vroeg het meisje met een aarzelende glimlach.
De leraar was blij. Zijn aanpak was geslaagd. ‘Zie je wel.’ Nu
zou het met de appels ook lukken. En op de vraag over de
appels antwoordde de leerlinge wederom met ‘vier’.
Geïrriteerd en streng vroeg de leraar: ‘Hoezo?’
‘Nou,’ zei het meisje ‘omdat ik al de hele tijd een appel in mijn tas heb.’
9
Ons brein wordt slimmer na ons 50ste Want ja, er gaat van alles achteruit in de hersenen, maar ons brein wordt ook slimmer
naarmate we ouder worden. Het is goed voor onze gezondheid om daar wat meer de nadruk op te leggen.
Wat het beeld van ons ouder wordende brein geen goed doet, is dat de dingen die
achteruitgaan heel zichtbaar zijn. Als je ouder wordt, zie en hoor je minder goed, je loopt minder soepel en hebt moeite om
je boodschappenlijstje te onthouden. Maar wat je niet ziet, is dat ons brein ook slimmer wordt.
Zo blijft onze feitenkennis ook op oudere leeftijd overeind en kunnen we vaak zonder moeite feitjes oplepelen die we lang geleden leerden.
Sterker nog, ons feitelijke geheugen wordt naarmate we gezond ouder worden sterker; het bouwt zich namelijk steeds verder uit.
Ook hoe we met emoties omgaan verandert ten goede naarmate de jaren beginnen te stijgen.
Als je jonger bent en er komen negatieve dingen op je pad, dan leidt dit vaak tot veel
stress. Bij ouderen werkt het anders! Het 50+ -brein reageert minder sterk op negatieve prikkels.
In plaats daarvan hebben positieve gevoelens de overhand. Je bent daardoor minder snel van streek en kunt beter relativeren.
Dat maakt het leven een stuk makkelijker. Je pakt een ruzie in de familie of met de buren wellicht een stuk tactischer aan en wordt
minder snel boos. Dat bevordert je levensgeluk.
Nog zo’n misvatting: als we ouder worden, is het heel moeilijk om nieuwe dingen te leren. Het geheugen bestaat uit meerdere delen.
We weten dat sommige delen achteruitgaan, maar ook dat andere delen van ons brein zich blijven
ontwikkelen en het verval deels kunnen opvangen. De hersenen passen zich steeds aan de omgeving aan
en richten zich in iedere leeftijdsfase op specifieke vaardigheden.
In onze jonge jaren is dat bijvoorbeeld leren lopen of praten, op latere leeftijd het integreren van opgedane
kennis in het leven. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er geen verval
optreedt.
Aan de ene kant neemt het kortetermijngeheugen af; het wordt moeilijker om nieuwe dingen te onthouden.
Maar tegelijkertijd heb je tijdens je leven allerlei handige strategieën geleerd om hiermee om te gaan, bijvoorbeeld om hulp te vragen, om iets op te schrijven en vaker te herhalen
als je iets wilt onthouden.
Daar komt bij dat we vaak vergeten dat nieuwe dingen leren altijd veel energie kostte en soms ook frustrerend kan zijn.
Maar laat je niet demotiveren door de omgeving die je wijsmaakt dat je iets niet meer kan!
(Margriet Sitskoorn, neuropsycholoog)
10
Welzijn
De dagbesteding is weer opgestart.
We starten met bezoekers die dicht bij ons wonen en onze locaties ‘eenvoudig’ zelf kunnen bereiken, mogelijk met onze hulp of gebracht kunnen worden door een mantelzorger.
We starten met de bewoners die het ’t meest nodig hebben. Voor de overige bezoekers blijven we Welzijn OpMaat bieden.
Zie ook hieronder.
We starten met maximaal 6 deelnemers, mits deze 1,5 meter afstand van elkaar kunnen houden.
Zijn er bezoekers in “schrijnende situaties” die wat verder weg wonen, dan gaan we hierover in overleg.
De deelnemers van buitenaf worden in eigen ruimten begeleid.
De deelnemers kunnen dus niet vrij het verpleeg- of verzorgingshuis in.
Individuele begeleiding en Welzijn OpMaat
De individuele begeleiding is vanaf 1 juni weer opgestart.
Mensen met de juiste indicatie kunnen weer thuis bezocht worden.
Daarnaast blijft er ruimte om maatwerk-dagbesteding te bieden voor bezoekers die nog
niet kunnen starten aan de dagbesteding in groepsverband.
De telefonische ondersteuning, de huisbezoeken OpMaat, beeldbellen, ganggym en allerlei andere gang-activiteiten, de welzijnsboekjes, de videokanalen, de balkonquizzen, het
ondersteuningsteam Angeren, het glascontact en allerlei andere projecten die de afgelopen weken zijn ontwikkeld, zijn voorbeelden van maatwerk-dagbesteding.
Groepsbegeleiding intramurale bewoners
De afgelopen weken is een voorzichtige start gemaakt met het groepsgewijs begeleiden van intramurale bewoners.
Op een aantal plaatsen werd al met bewoners groepsgewijs gegeten, bewogen en andere
zaken ondernomen binnen de regels.
Hier gaan we, ook weer OpMaat, mee verder.
Binnenkort wordt voorzichtig gestart met gezamenlijk eten in het restaurant.
11
Beste cliënten en bewoners,
Behoefte aan een gesprek? Even zin in een praatje?
Een luisterend oor nodig?
In gesprek willen gaan over levensvragen?
Schroom dan niet om de Geestelijk Verzorger van
RijnWaal Zorggroep te bellen.
Gewoon doen!
De Geestelijk Verzorger is er voor u en voor jou!
Hij komt u graag opzoeken als u hem een seintje geeft
via de verzorging en/of de receptie van uw locatie.
Theo de Zwart, Geestelijk Verzorger
Telefoonnummer: 0481 - 47 06 00
of mail naar: [email protected]
12
Zo’n Idee...! Er moet toch ’n plek zijn, ’n land, ’n rijk,
waar iedereen happy is, iedereen gelijk. Er moet toch zo’n plek zijn, of dacht je van nee,
ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Er moet toch zo’n plek zijn, heel ver hier vandaan, daar kookt nooit iets over, daar brandt nooit wat aan.
Geen vel op de melk en geen vlieg in de thee, ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Er moet toch ’n plek zijn, misschien wel heel hoog, daar krijg je in ’t bad nooit zeep in je oog.
D’r is altijd plezier en papier op de plee, ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Er moet toch ’n plek zijn, vér weg zeggen ze,
daar glijdt nooit je broek van je kleerhangertje. Het kan er niet tochten en d’r is geen TV,
ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Er moet toch ’n plek zijn, zo kinderlijk speels, daar loopt nooit de rits van je gulp uit de rails.
En niemand is hongerig en niemand blasé, Ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Er moet toch een plek zijn van ’n ander allooi,
ver weg van de haat en het kleine geklooi. Geen roddels, geen pijn en geen ach en geen wee, ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
En als je daarboven opnieuw bent ontwaakt,
en je denkt, wat heb ik me te sappel gemaakt, dan begrijp je de sores die je had hier benée,
ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Daar is alles anders, de poen en de seks, je gaat er ook heen zonder traveller-cheques.
Maar als er één gaat, roep je nooit “mag ik mee”, want ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n idee…!
Toon Hermans
13
Dora Berning Beukenlaan 11 te Bemmel Opgenomen d.d. 28-11-2019 door H.Hoen
Dora is geboren te Huissen op 25 mei 1932 in de Loostraat 5. Haar ouders waren Hubertus
(Bart) Berning en Maria Catharina (Marie) Klauwer. Dora groeide op in Huissen en ging daar ook naar school.
Dora weet nog wel wie de onderwijzeressen waren op de Agnesschool. Ik ging daar naar school vanaf 1938. De school stond in de Langekerkstraat.In de 1ste klas had ik juffrouw
Cor Willems, in de 2de klas zuster Ans, in de 3de klas juffrouw Sanders, in de 4e klas juffrouw Lucy Willems, in de 5de klas zuster Erna, in de 6de klas juffrouw Cis Zweers en in
de 7de en 8ste klas zuster Anna-Louise.
Bewoners in de Loostraat Naast ons woonde Piet van Aalten met zijn gezin. En
daarnaast de familie Willem Helmich. Ik kan me nog wel herinneren dat mijn broer Huub wel eens met de ponykar van Helmich een karweitje had en naar het
station in Elst ging. Via Elst werden de Fransen met de trein richting Brussel en Frankrijk geloodst.
Franse krijgsgevangenen
Omstreeks 1942/1943 kwamen de Franse gevluchte krijgsgevangenen bij de familie Helmich en werden daar opgevangen. Bij Helmich kregen zij de nodige instructies. Willem
Helmich was de Franse taal machtig, omdat hij in zijn jonge jaren in Frankrijk gewoond en gewerkt had. Mijn broer Huub vervoerde regelmatig die Fransen, echter Huub sprak geen
Frans, dus het werd een zwijgzame rit met de ponykar. Huub was toen ongeveer 16 à 17 jaar. Huub wist toen al wel dat het Fransen waren.
De Fransen die bij de familie Helmich waren ondergebracht aten tussen de middag warm mee en de buurt sprong ook weleens bij en soms aten de Fransen ook bij ons thuis mee.
Mijn moeder maakte ook wel boterhammen met daarop metworst uit eigen slacht. De Fransen verkleedden zich als gewone boeren met rode zakdoeken met pet op en ze hadden
gereedschap bij zich. Ook veranderden ze wel van kleding om zo onopgemerkt te blijven. Dus ze waren aardig gecamoufleerd. Ook kwamen de Fransen weleens bij ons aan tafel en
aten meestal een boerenpot mee. Wat ik me nog kan herinneren is dat ik door mevrouw Helmich gevraagd werd om naar Huize Westerveld in Elden te gaan om te zeggen dat “de wol niet was aangekomen??” Mevrouw Helmich spon ook in de oorlog, en dat deden vele
mensen. Ik heb de opdracht om naar Elden te gaan uitgevoerd. Na de oorlog kwam ik erachter dat die opdracht te maken had met die Franse gevluchte krijgsgevangenen. Dat
heeft mevrouw Helmich mij verteld.
Mijn zus Gerda, die een jaar jonger was dan ik, wist al wel dat het Fransen waren. Het
gebeurde in die tijd een keer dat er ’s nachts bij ons aan de deur werd geklopt. Wij werden
wakker omdat er zachtjes:”Helmich, Helmich” werd geroepen. Mijn vader stond op en ging
met de mensen naar de familie Helmich. Mijn vader wist precies waar Helmich sliep en ook
waar de Fransen onderdak kregen. Zachtjes gooide mijn vader steentjes tegen de ruit van
de slaapkamer van Helmich en dat betekende dat mijn vader de Fransen al binnen had
gelaten. Mijn vader kende de schuilplaats voor de Fransen.
Mijnheer (Willem Helmich) in 1943 opgepakt
Er kwamen twee Duitsers op de fiets naar Helmich. Zij hadden zich verdekt opgesteld.
Toen mijnheer Helmich naar buiten kwam hebben de Duitsers mijnheer Helmich
gearresteerd. Toen mijnheer Helmich werd afgevoerd riep hij tegen mijn vader: “Berning,
ik ga op avontuur!” Wat ik weet is dat mijnheer Helmich via Arnhem in Vught terecht is
gekomen. Gelukkig is het goed afgelopen met mijnheer Helmich.
14
Teun Bouwmeister
Nadat Willem Helmich in 1943 gearresteerd was door de
Duitsers heeft Teun Bouwmeister, die tegenover ons
woonde, de zorg voor de perenbongerd van Helmich op
zich genomen. Ik weet nog wel dat ik in die periode de
valperen in de bongerd van Helmich heb opgeraapt.
Evacués
In september 1944 kwamen bij ons in huis de eerste
evacués uit Elden. Het waren hoofdzakelijk familieleden.
Ook waren er bij ons zo’n 40 Duitse soldaten
ingekwartierd. Wij hadden een deel die door de Duitsers
werd gebruikt. De Duitsers hadden zelf een gaarkeuken bij
zich. De omgang met de Duitse soldaten was 100 procent.
Ik weet nog wel dat, als je bijvoorbeeld niet goed in orde
was, ze druiven brachten. Of ze die dan betaald of gejat hadden, dat weet ik niet.
Ik weet ook nog wel dat als wij ’s avonds de rozenkrans baden er ook Duitsers op de
knieën meebaden.
Mijn zus Marie
Marie was 18 jaar en was in dienstbetrekking bij de familie Gozewien Coopmans in de
Korte Loostraat. Begin oktober 1944 werd Marie bij ons thuis in de Loostraat getroffen door
een granaatscherf in haar arm. De medische post van de Duitsers die bij Kamps
gestationeerd was kwam eerste hulp verlenen. Na een prima behandeling hebben zij Marie
naar het Dominicanenklooster gebracht. Door het Rode Kruis is Marie naar het Elisabeth
Gasthuis gebracht. Helaas was het niet te voorkomen dat zij haar arm niet kon behouden.
Dankzij de familie Coopmans is mijn zus bij het evacuatieadres in Achterveld terecht
gekomen. Door de omstandigheden wisten mijn ouders niet waar Marie verbleef op dat
moment. Na verloop van tijd kwamen wij via het rode Kruis erachter dat Marie bij de
familie Coopmans in Achterveld verbleef. Tot op de dag van vandaag zijn wij de familie
Coopmans nog dankbaar wat zij allemaal voor mijn zus Marie hebben gedaan.
Over de oude Rijnbrug
Wij zijn tesamen met de Eldense evacués bijna als laatsten de toen nog in tact zijnde
Rijnbrug overgestoken. We waren door de Duitsers ingelicht dat we de Rijnbrug vóór de
middag nog konden oversteken. Wat me is bijgebleven dat ik Hanne Kregting (uit de
Vierakkerstraat) zag die de Rijnbrug overstak. Haar kleding was beschadigd tijdens het
oversteken van de brug. Wij kwamen al lopende in Otterlo terecht. Daarna zijn we met
paard en wagen naar Barneveld gebracht. Daar zouden we erwtensoep krijgen, maar dat
werd door de Duitsers geweigerd, zij aten die zelf op. Daarna zijn we weer met paard en
wagen naar Voorthuizen gebracht en daar zijn we ongeveer drie weken gebleven. In
Voorthuizen hadden wij een kippenhok als onderkomen maar dat was wel goed ingericht.
Wel werden wij door het evacuatiecomité van Voorthuizen gesommeerd om direct klaar te
staan om te vertrekken. De eigenaar van de kippenfarm was bevriend met de man van het
evacuatiecomité, maar die had niets verteld tegen zijn vriend van de kippenfarm. Vanaf die
tijd konden ze elkaar niet meer zien. De eigenaar van de kippenfarm wilde eigenlijk
helemaal niet, dat mijn vader en mijn moeder met 6 kinderen zou moeten vertrekken,
want hij had aan mijn vader een goede kracht. Daarna zijn we weer met paard en wagen
naar Huizen (NH) vervoerd. Na een grondige medische inspectie werden we op
verschillende adressen ondergebracht. Ikzelf en mijn zussen Gerda, Riek en Lies werden bij
verschillende gezinnen ondergebracht. Mijn vader en moeder en onze jongste broer Hans
zaten bij de familie de Boer. De Boer had een transportbedrijf met paard en wagen. Voor
mijn vader kwam dat heel goed uit, want zijn passie was altijd het boerenbedrijf. Hij kon
hier zijn hart ophalen, want hij werd vrachtrijder.
15
Huizen
De voedselsituatie in Huizen was niet zo best. Wij hadden, net als zovelen erge honger. In
Huizen was ik ondergebracht bij de familie Lustig, een protestantse familie. Het waren wel
heel goede mensen. Wat ze niet hadden, werd nog gedeeld kon men wel zeggen. Zo kwam
het bij mij over. Dochter Annie ging regelmatig richting Putten om daar naaiwerk te
verrichten in ruil voor eten. Door een van de boerenfamilies in Putten werd aan Annie
verteld, dat zij ‘s zondags maar naar de kerk moest gaan, want dat zou kunnen helpen om
meer werk te krijgen. En dat gebeurde ook. Ik weet ook nog wel dat er een pater uit
Gennep in Huizen geëvacueerd was. In de Balatumfabriek (kunstzeil) was een ruimte
ingericht die diende als een gebedsruimte voor de katholieken. Ook weet ik nog wel dat ik
de catechismus moest leren. Door de familie Lustig werd ik overhoord. Ik moest wel alles
goed kennen, want anders mocht ik niet de straat op! De pater kwam de familie Lustig
persoonlijk bedanken voor hun inzet.
Bevrijding 5 mei 1945
Eindelijk was de oorlog voorbij. Mijn vader mocht al eerder richting Huissen om ons huis
alvast op te gaan ruimen. Door de gemeente Huissen werden Betuweboekjes naar de
evacuatiegemeentes gestuurd en dat betekende dat de families een vrijwaring hadden om
naar huis terug te keren. Op 13 juni zijn mijn moeder en onze vijf jongste kinderen met
paard en wagen naar Huissen vertrokken. Mijn zus An was al wat eerder in Huissen, want
zij was hulp bij dr. Van de Laan in de Langestraat. Mijn zus Mieneke en broer Huub waren
op een ander evacuatieadres ondergebracht, maar zij konden ook naar Huissen terugkeren.
Mijn vader had al aardig wat opgeruimd. Alleen wat wij niet zien mochten werd natuurlijk
achtergehouden. Geleidelijk aan werd ons gemengd bedrijf (vee-groenten-fruit) weer in
gebruik genomen. Vroeger werd zo’n bedrijf een hofstèèj genoemd.
Naar school
Ik ging weer naar de Mariaschool bij zr. Anna Louise van de zusters
Franciscanessen aan de Langekerkstraat. Wel was de grote school
door het bombardement verwoest en moesten we naar de
noodschool in de Cremerstichting . Ook werden in het
zustersklooster lokalen ingericht. Wat ik wel erg vond was dat er 4
kinderen van mijn vroegere klas in de oorlog overleden waren. Dat
waren Marietje de Winkel, Hermien Eerden, Annie van der Welk en
Mimie Eerden. Ik zat voor de laatste keer in de achtste klas die er
toen nog was. Daarna was die er niet meer.
Dr. Van de Laan en de naaischool
Ik was 14 jaar toen ik in de huishouding ging werken bij huisarts dr.
Van de Laan in de Langestraat. Mevrouw Van de Laan was ziek.
Eigenlijk wilde ik naar de naaischool bij de zusters, maar die was er
na de oorlog niet meer, ik had wel de hoop dat de naaischool er
weer zou komen, maar dat is helaas niet gebeurd. Er waren na de
oorlog niet voldoende naaimachines en aanverwante artikelen om de
school weer op te starten bij de zusters. Ik ben een jaar bij de heer
en mevrouw Van de Laan geweest, zij hadden toen 6 kinderen. Mijn
zus An is bijna negen jaar bij dr. Van de Laan in dienst geweest. In
het begin hebben mijn zus An en ik samen bij de familie v.d. Laan gewerkt. Ik was nog wel
leerplichtig, maar dr. Van de Laan heeft er voor gezorgd dat ik niet meer naar school
hoefde. Na mijn werk bij de familie Van de Laan ben ik in Bemmel gaan werken bij de
familie Meurs-Burgers op de Molenwei. Chris Meurs was molenaar van beroep. Toen mijn
zus Mieneke trouwde met Herman Wolters ben ik weer bij mijn ouders in de Loostraat gaan
werken in de huishouding.
Enkele details in het verhaal van Dora Berning over de fam. Helmich komen uit het verslag
van Dra. M.Strasser-Helmich, oudste dochter van de familie Helmich-Bonke.
16
Zomertijd! Het zomerseizoen is nu echt aangebroken en we kunnen genieten van het prachtige
zomerweer. Je merkt dat een aantal zaken op een laag pitje staat en ook vertrekken sommige
bewoners, medewerkers, kinderen of andere vrienden voor een korte of langere periode naar een vakantieplek om even op te laden.
Maar hier in de zorg gaan toch ook veel dingen gewoon door.
Wij wensen u allen een goede zomertijd toe. Denkt u er ook aan om, wanneer het zo heel warm is, extra te drinken.
Met vriendelijke groet, Redactie “Op de Hoogte”
Zon spreekwoorden met de betekenis
Eén zwaluw maakt nog geen zomer
(een enkel gunstig feit mag men niet veralgemeniseren)
Het is hartje zomer (het is in het midden, het warmste deel van de zomer)
De zomer in de bol hebben
(vrolijk en uitgelaten zijn)
Een oude wijvenzomer (een zomer met veel regen)
Hij/zij is het zonnetje in huis (iemand die vreugde brengt)
Achter de wolken schijnt de zon
(er komt altijd weer een voorspoediger tijd)
Hij kan de zon niet in het water zien schijnen (hij is jaloers)
17
Telefoonnummers Sancta Maria, Huissen - 1
Zorgcentrum Sancta Maria
(026) 326 33 00
Huisartsenpraktijk Polseweg: Polseweg 17, Huissen
T.H.J. Bakker, S.A. Hermans, T. Tomesen, N. Aaftink
(026) 325 09 08
Huisartsenpraktijk Oostveen en Kamp: van Voorststraat 1, Huissen
M.C. Oostveen en J. Kamp
(026) 325 11 66
Huisartsenpraktijk: Plaza 7, Huissen S. Broens
(026) 325 06 91
Huisartsenpraktijk: Plaza 3, Huissen
C.B.M. Bles en P.J.P. Poels
(026) 325 12 31
Huisartsenpraktijk: Raadhuisplein 2, Huissen E.J. Rodermond en D.P.T. Both-Siemers
(026) 325 06 09
Huisartsenpraktijk Jupiter: van Gelrestraat 4a, Huissen S. Roeleveld en A. Pons
(026) 325 16 28
Huisartsenposten in regio Arnhem voor Spoed:
Huisartsenpost Arnhem-Noord
Wagnerlaan 55, Arnhem (naast de Spoedeisende Hulp in Rijnstate)
Dagelijks van 17.00 tot 08.00 uur Weekenden en feestdagen 24 uur per dag
Huisartsenpost Arnhem-Zuid
Mr. D.U. Stikkerstraat 122, Arnhem Dagelijks van 17.00 tot 23.00 uur
Weekenden en feestdagen van 08.00 tot 23.00 uur Huisartsenpost Zevenaar
Hunneveldweg 14B, Zevenaar Dagelijks van 17.00 tot 23.00 uur
Weekenden en feestdagen van 08.00 tot 23.00 uur
0900 15 98
(026) 389 96 96
Vertrouwensarts: H.J. Schers
(024) 309 45 00
Zuider Apotheek Huissen, Zilverkamp, Brink 4, Huissen
(026) 325 21 20
Medsen Apotheek Lichtenbelt, Langestraat 23, Huissen
(026) 325 15 23
Medsen Apotheek Loovelden, Plaza 1, Huissen
(026) 325 32 55
Zuider Apotheek Huissen - Angeren,
Polseweg 17, Huissen
(026) 325 55 03
Zuider Apotheek Huissen Centrum, van Voorststraat 1, Huissen
(026) 205 12 77
18
Telefoonnummers Sancta Maria, Huissen - 2
Fysiotherapie Huissen, van Gelrestraat 4, Huissen
(026) 325 20 65
Fysiopunt, Mecklenburg 3, Huissen (026) 389 10 66
Fysiotherapiepraktijk Broersen en Van Oeyen, Lemoen 14a en Van Voorststraat 1, Huissen
(026) 325 38 53
Fysiotherapie M. van der Ploeg, Jan Joostenstraat 40a, Angeren
(026) 325 52 72
Politieteam Gelderland-Midden
0900 88 44
Participatiepunt Huissen: Sancta Maria
(088) 255 25 30
Protestantse Gemeente, Huissen
(026) 325 34 21
RK Parochie Maria Magdalena, Bemmel bij nood, ziekte of bij overlijden
(0481) 45 13 71 06 30 05 17 77
Geestelijk Verzorger Theo de Zwart (0481) 75 17 74 06 58 08 43 17
Klantenservicebureau RijnWaal Zorggroep
(0481) 47 06 60
Centrale Cliëntenraad RijnWaal Zorggroep
Ambtelijk secretaris CCR: Helmi Bus Bereikbaar op maandag, woensdag en vrijdag
(0481) 42 13 38
GEEN OPLOSSINGEN
BINNENGEKOMEN
VOOR JUNI 2020
19
PUZZEL JULI 2020
Naam:………………………………………………………………………………
Kamer/appartement:…………………………………………………………
De oplossing kunt u t/m 8 juli 2020 inleveren bij: Sancta Maria, Huissen: in de bus van “Op de Hoogte” in de ontmoetingsruimte
Liduina, Bemmel: in de ideeënbus in de recreatiezaal St. Jozef, Lent: afgeven bij de receptie
St. Jozef, Gendt: afgeven bij de receptie
20