22

HOOFDSTUK 7: Afrika in de greep van de slavenhandel (1440-1800)

1. Aanvoer van slaven door de Sahara, tussen de Afrikaanse oostkust en Azië Vergelijk het aantal slaven van de Atlantische slavenhandel met die door de Sahara en aan de oostkust. Wat zijn de opvallende verschillen? ………………………………………………………………………………………………...……………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………... De handel in slaven door de Sahara is eeuwenoud en krijgt vanaf de 7de eeuw een forse impuls door de ……………………….............. verovering van Noord-Afrika en de inplanting van de ……………………. in dit gebied. Wat is de argumentatie van de Arabische handelaars om slaven op te halen in het gebied ten zuiden van de Sahara? …………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………...…………………………………………………………………………………………………...

De slavenkaravanen trekken door de Sahara naar de havens van de Middellandse Zee en de Rode Zee. De slaven moeten meer dan 2000 km te voet lopen. Ze doen er één tot drie maanden over. Bijna 20% sterft onderweg. Een groot deel van deze slaven zijn vrouwen die bestemd zijn voor huisarbeid en als bijzit of lid van een harem. Mannen worden als eunuch opgenomen in de hofhoudingen, doen dienst als soldaat of als werkkracht in de landbouw. Slavenmarkt Jemen (13de eeuw)