Het verleden van Westeraam - Marithaime verleden van westeraam v2010.pdfverbeterd en zijn de...
Transcript of Het verleden van Westeraam - Marithaime verleden van westeraam v2010.pdfverbeterd en zijn de...
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
1
Het verleden van Westeraam
naar gegevens uit de “collectie Nip”
opgeschreven in de periode 1988/1990
bewerkt door J.T.J. Beeren en G.J. Mentink
Historische Vereniging Marithaime
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
2
Inhoud ........................................................................................................................... ………2
Inleiding ..................................................................................................................................... 3
Buurschap Aam ........................................................................................................................ 3
Huys tot Ambe ...................................................................................................................... 3
Postweg/Nimweegsestraatje ................................................................................................. 4
Hofsteden ............................................................................................................................... 6
Oude straatnamen ................................................................................................................ 6
Moderne ontwikkelingen ..................................................................................................... 7
Bemmelse zeeg .......................................................................................................................... 8
Aamsestraat .............................................................................................................................. 9
Aamsepad ................................................................................................................................ 13
Boerderij Westeraam ......................................................................................................... 14
Boerderij Landasoord ........................................................................................................ 16
Overige boerderijen en woonhuizen ................................................................................. 17
Landaspad ............................................................................................................................... 20
De Koekoek ......................................................................................................................... 20
De Zwarte Hof .................................................................................................................... 20
De Ronde Burg ................................................................................................................... 20
Overige hofsteden en woonhuizen .................................................................................... 21
Lingestraat .............................................................................................................................. 21
De Assenburg ...................................................................................................................... 21
De Droogstal ........................................................................................................................ 22
Overige hofsteden en woonhuizen .................................................................................... 22
Rijksweg Noord van overweg tot de Linge, oostzijde ......................................................... 23
Rijzenburg ........................................................................................................................... 24
De Kleine Kerkenbouwing ................................................................................................. 27
De Lage Woerd ................................................................................................................... 28
Sevenbruggen ...................................................................................................................... 29
Groenoord ........................................................................................................................... 30
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
3
Inleiding
In de jaren 1988/1990 heeft de heer A. Nip, oud-directielid van voorheen Taminiau Elst en
Omstreken (T.E.O.) in Elst, vele gesprekken gevoerd over het verleden van de buurschap
Aam met mensen die daar vroeger gewoond hebben of er toen nog woonden. Daarnaast heeft
hij veel materiaal verzameld over de historie van dit gebied. Handgeschreven verslagen van
de gesprekken en bijbehorende dia‟s zijn na het overlijden van de heer Nip beschikbaar
gesteld aan de Historische Vereniging Marithaime. De hierachter volgende tekst geeft dus de
situatie weer uit de jaren 1988-1990.
Informatie uit “de collectie Nip” is door Marithaime gebruikt voor de beschrijving van de
geschiedenis van Westeraam. Hierbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de originele
teksten en dia‟s. De cijfercombinaties bij veel illustraties verwijzen naar dianummers uit de
collectie Nip.
Westeraam vormt slechts een onderdeel van de door Nip beschreven buurschap Aam. De
buurschap Aam omvatte naast Westeraam aan de westkant van RW 325 ook Bredelaar
alsmede Den Heuvel en Bergerden (voormalige gemeente Bemmel) aan de oostkant hiervan,
samen “Oosteraam”.
Nip heeft eerst het gebied Aam in zijn algemeenheid beschreven, daarna de waterlopen en
vervolgens de bewoners en de bewoningsgeschiedenis van de boerderijen en huizen langs het
Aamsepad, het Landaspad en de Lingestraat.
Buurschap Aam Het woord Aam is naar alle waarschijnlijkheid afkomstig van Ambe, dat water of hoge plaats
bij water zou betekenen. Aam is een vroegere zijtak van de Rijn. Ook bestond vroeger een
gedeelte van de buurschap uit laaggelegen moerassige gronden. Deze lage gebieden moeten er
uit gezien hebben als de Biesbosch. Het woord Aam zit ook in Amersfoort, Amstel en Amer.
Huys tot Ambe
In de buurschap Aam kan in vroegere tijden een “Huys tot Ambe” gestaan hebben. Dit blijkt
uit gegevens van J.S. van den Hof1, die meldt dat in 1326 Reinald II, Graaf van Gelre, Dideric
van Ambe beleende met “dat Huys tot Ambe”. In 1369 worden in “de schatting”, een
belastingkohier, genoemd “Wouter van Ame” en die “vrouwe van Ame”.
Van den Hof veronderstelt dat “het Huys Ambe” gestaan kan hebben op de plaats waar nu de
vervallen witte boerderij van Wouters van den Oudenweyer staat, aan de zuidwestelijke kant
van het viaduct over de autoweg RW 325. Misschien zelfs gecombineerd met de
dichtbijgelegen vroegere “Tillenhof” (waar nu onder meer een kantoor van de Rabobank
staat). Van den Hof heeft dat niet kunnen bewijzen uit archiefstukken, maar zijn mening
wordt ingegeven door de situatie van het vroegere wegennet ter plaatse.
1 J.S. van den Hof, Het dorp Elst en de Elster buurschappen, een bewoningsgeschiedenis, (onder redactie van
J.G.C. de Wolf, F.J.G. Hoogveld en D. Herberts) . Duiven 2004
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
4
43-03 Gedeelte uit de chromo-
topografische kaart van omstreeks 1865
betreffende Aam
Op die plaats was vroeger namelijk een kruispunt van vier wegen: De Aamsestraat komende
van Elst, die daar overging in de Breedlersestraat, de huidige Lingestraat komende van
Rijkerswoerd en de weg naar het zuiden, de zogenaamde Napoleonsweg of Postweg, richting
Ressen en Lent. Een deel van die weg is onder de naam Postweg nog aanwezig in Ressen.
Postweg/Nimweegsestraatje
Ouderen onder ons die in deze buurt gewoond of gewerkt hebben spreken nu nog steeds over
deze Postweg als het “Nimweegsestraatje”. Dat was vroeger een landweg die aan de westzijde
van de schuur van Wouters van den Oudeweyer in zuidelijke richting door de landerijen liep
tot aan de Bemmelseweg. In de herinnering van velen was halverwege een hek, waar het pad
ophield. Op dit pad hadden landeigenaren of pachters het recht van overweg om bij hun land
te kunnen komen. De families van Manen van de Dorahoeve aan de oostkant van RW 325
(Sillestraat 2) hebben daar veel gebruik van gemaakt. Jonker (1902), arbeider bij de
gebroeders Breunissen op de vroegere “Tillenhof”, weet zeker dat er na het bewuste hek een
pad was dat uitkwam bij van Heumen (nu Marcelis, Bemmelseweg 59). Volgens Zwijnen sr.,
vroeger arbeider op de Dora Hoeve en later eigenaar van de Assenburg, (een boerderij die
plaats heeft moeten maken voor de aanleg van RW 325) liep het “Nimweegsestraatje” tot aan
de Mermseweg, naast de boerderij waar nu van Pommeren woont. Volgens zijn herinnering
stonden er aan weerszijden van het pad bomen.
43-20 Kopie van kadastrale kaart van 1832
met het “Nijmeegsestraatje”
In het Gelders Archief in Arnhem bevindt zich een kopie van een kadasterkaart van 1832 en
daarop is “het straatje” duidelijk aangegeven. Het had zelfs een apart kadasternummer. Op
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
5
deze kaart eindigde het pad ongeveer halverwege “de Mermse weg”, vlak voor de plaats waar
de Bemmelsepijp en de Bemmelsezeeg samenvloeien.
43-02 Gedeelte uit polderkaart 1871,
betreffende het Nijmeegse straatje.
Deze situatie wordt bevestigd door een kaart van 1871, afkomstig van het voormalige
Polderdistrict Over-Betuwe, waarop hetzelfde wordt aangegeven.
Op de kadasterkaart van de Provincie Gelderland van 1865, no 4, is het straatje als een
gewone weg aangegeven, die van de viersprong bij Aam naar de huidige Bemmelseweg loopt,
de laatste paar honderd meter over de grens tussen de gemeenten Elst en Bemmel. De weg
kwam uit op de Bemmelseweg ten oosten van de laatste boerderij vlak voor het huidige
viaduct.
Door de aanleg van de RW 325, met de daarbij behorende viaducten en aanpassingen van
wegen en later door het graven van de Eisenhouwerplas is de situatie in dat gebied radicaal
veranderd en is “het Nijmeegsestraatje” verdwenen. Het eerste stuk ten westen van de
boerderij van Wouters van den Oudenweyer is er nog.
43-04 Restant Nijmeegsestraatje naast de
boerderij van Wouters van den Oudenweyer,
1989
Van den Hof stelt dat deze straten niet toevallig zijn ontstaan maar wijzen op belangrijke
verbindingen. De Postweg, waarvan de Kampsestraat van Rijkerswoerd naar de Linge, de
huidige Lingestraat en ook het Nijmeegsestraatje deel uitmaakten, heeft op een gegeven
moment zijn functie verloren. In de tweede helft van de 16de
eeuw wordt geregeld geschreven
over onderhoud van deze postweg. Na het graven van de Grift met bijbehorende Griftdijk
raakte deze postroute in onbruik. Het werd dan een zogenaamde “groene straat”. Bekend is
dat de huidige Kampsestraat vroeger Groenestraat werd genoemd.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
6
Hofsteden
In de omgeving van het vroegere “Huys Ambe” en kruispunt van wegen zijn veel sporen van
oude bewoning gevonden. Van den Hof verwijst naar Ds. Heldring, die in 1838 van de
bewoners en landeigenaren rondom dit kruispunt vernomen heeft, dat er urnen, steenbrokken,
Romeinse penningen en blauw marmer in die buurt waren gevonden.
Dit wijst eerder op een Romeins bouwwerk dan op een middeleeuws kasteel.
Niet ver van het kruispunt stonden twee “burgen”, de “Assenburg” (ligt nu onder het tracé van
RW 325) en de “Ronde Burg” (Landaspad 1), twee hofsteden. Historicus Hardenberg meende
ten onrechte dat die burg-namen zouden wijzen op de vroegere aanwezigheid van Romeinse
sterkten.
43-05 Gedeelte uit Gemeentekaart 1980
Oude straatnamen
Op de kaart van 1980 is duidelijk te zien dat de Lingestraat afbuigt, en langs de snelweg loopt.
Dat was vroeger niet het geval. De weg liep toen recht toe recht aan naar de Aamse bruggen.
Door de aanleg van de snelweg, die er dwars door heen liep is dat toen veranderd.
De Aamsebruggen die over de dubbele wetering (Waalwetering en Rijnwetering) lagen
brachten de verbinding tussen de huidige Lingestraat, vroeger Aamsestraat en later Sillestraat,
en de Kampsestraat tot stand.
Gedeelte uit Polderkaart 1871 betreffende het gebied Aam
Op de kaart van 1635 in het werk van mevrouw Leppink over het St. Catharinagasthuis in
Arnhem. staat ongeveer halverwege tussen de Aamsebruggen en het kruispunt bij de
Aamsestraat (halverwege de huidige Lingestraat) in oostelijke richting de Petter Celystraat
aangegeven op de plaats van de huidige Nieuwslag. Op de polderkaart van 1871 is hetzelfde
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
7
het geval, maar dan onder de naam Peterseliestraat. In die buurt lagen de Selieakkers, en ca.
100 meter vanaf het doodlopende einde van de Nieuwslag stond vroeger de Sillehut.
De herkomst van de naam Sillestraat is niet geheel duidelijk. In de literatuur over volksnamen
komt de naam Sille niet voor, noch bij planten in het algemeen en ook niet als afgeleide van
Peterselie. Het meest voor de hand zou liggen dat het woord Sille afgeleid is, na verbastering
van Celie. Deze familienaam heeft volgens Mentink in deze buurten bestaan.(Celie:
waarschijnlijk een familienaam; zie Gelders Archief, rechterlijk archief van Over-Betuwe,
gerichtssignaat van Valburg, klappers Van Beynum.)
Dat de oude Sillestraat tussen de Aamse bruggen en het kruispunt bij de Aamsestraat zeer oud
is, zou mede geconcludeerd kunnen worden uit de volgende waarneming. De Sillestraat was
een modderweg, altijd slecht, maar in 1927 zo slecht dat men er verbeteringen moest
aanbrengen. Bij de ontgraving van de weg kwamen de restanten van een boomstammenweg te
voorschijn. Het moet in vroegere tijden erg moerassig zijn geweest. Net als in de venen
werden daarom boomstammen gebruikt, aangevuld met grond om de weg begaanbaar te
maken.
Dat klopt weer met de opmerking van oud-bewoners van de Lingestraat en het Aamsepad, dat
de gronden aan de oostkant van het Aamsepad nog in de jaren ‟30 zo laag waren dat men
zonder hulpmiddelen niet met droge voeten in de huizen kon komen. Ook groeide er veel riet.
Door de activiteiten van de Dorpspolder Elst is de waterhuishoudkundige situatie sterk
verbeterd en zijn de problemen van wateroverlast op die lage plaatsen opgelost.
De buurschap Aam, van oorsprong een laag gelegen gebied in een riviervlakte met bewoning
op hoger gelegen oeverwallen, is in de 12de
en 13de
eeuw geleidelijk ontgonnen. Er was toen
grote behoefte aan landbouwgronden en landbouwbedrijven om de sterk groeiende bevolking
te kunnen voeden.
Moderne ontwikkelingen
In de 19e eeuw is op de relatief hogere gronden met zandige klei (zavelige grond) de
tabaksteelt tot ontwikkeling gekomen en hebben zich in Aam tabaksplanters gevestigd. Toen
deze tabakscultuur geen middel van bestaan meer bood, is in het begin van de 20e eeuw de
fruitteelt verder tot ontwikkeling gekomen. In diezelfde tijd is langs de Aamsestraat ook
groente- en fruitteelt onder glas ontstaan. Als gevolg van oorlogshandelingen in 1944/1945
zijn in Aam veel vernielingen aangericht.
Vanaf 1870 heeft een industriële ontwikkeling plaatsgevonden langs de bestaande wegen rond
station Elst. Na 1945 is de industrialisatie sneller en op systematische wijze tot ontwikkeling
gekomen, waardoor de zuidkant van de Aamsestraat geleidelijk industrieterrein is geworden.
Deze laatste ontwikkeling ging in een versneld tempo door na de aansluiting van de
Aamsestraat op de autoweg RW 325.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
8
Industriële ontwikkeling langs de wegen
rond station Elst. Mentink 1976 (Afb. 16)
Bemmelse zeeg
De Bemmelse Zeeg is vroeger van groot belang geweest voor de afwatering van Westeraam.
De oorspronkelijke zeeg begon in de buurt van “De Kinkelenburg”in Bemmel, liep 100 tot
200 m ten westen van de Bemmelse Groenestraat, kruiste de Bemmelse weg halverwege de
huidige Mermsestraat en de Bemmelse Groenestraat, doorliep het gebied tussen de Bemmelse
weg en de Aamsestraat, doorsneed het huidige emplacement vanaf de achterkant van het
huidige “Vriesveem”en liep tot aan de hoek van de Aamsestraat en de Stationsdwarsstraat
waar nu het voormalige Groenekruisgebouw staat (Aamsestraat).
De zeeg vervolgde zijn weg aan de noordzijde van de Aamsestraat, langs de landerijen van de
“Eshof” tot aan de hoek van de huidige Johan de Wittstraat. Vanaf dit punt liep hij in een
rechte lijn naar de “Schoekse Brug”in de Rijksweg Noord, om vervolgens vlak vóór
“Vredenburg” en na “de Helster”in de Linge uit te komen recht tegenover “de Santakkers”.
Het Aamsepad werd doorsneden, waardoor daar een vonder was gelegd.
Toen omstreeks 1950 de Eisenhouwerplas werd gegraven, werd de loop van de Bemmelse
Zeeg onderbroken.
Ten oosten van “de Welkoop” ( nu parkeerplaats ten oosten van het station) ligt een oude
parallelweg van NS. Aan het einde van die weg ligt, achter het Vriesveem, een restant van de
oude Bemmelse Zeeg. Het lijkt erop dat naast de zeeg een pad gelopen heeft. Dat zou een pad
geweest kunnen zijn om via de Aamsestraat bij de landerijen te komen.
Toen de spoorweg (1879) en later het emplacement werd aangelegd, werd de zeeg
noodgedwongen langs de parallelweg gegraven, ging via een duiker onder de Aamsestraat
door en kwam aan de Westkant van de overweg weer in de oude loop terecht.
Het emplacement werd van de oostkant gedraineerd op de sloot langs de parallelweg, de
westkant op een sloot die tussen het toenmalige bedrijf van Taminiau en het spoor lag. Toen
Taminiau de sloot bij de verdere overname van gronden ging dempen en de riolering werd
aangelegd, moest het bedrijf het drainagewater van het emplacement blijven ontvangen. Hoe
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
9
dat bij de voormalige veiling werd geregeld is niet bekend, maar het is zeker dat er tot de
jaren ‟50 nog een sloot evenwijdig aan het emplacement aanwezig was.
Bij de bebouwing van “de Eshof” in de tweede helft van de jaren ‟50 is de zeeg opnieuw
verlegd. Hij werd gegraven aan de Heemskerkstraat, langs de spoorlijn. Hij vervolgt zijn weg
een eindje westwaarts langs de Thorbeckestraat en loopt tussen de huizen no. 17 en 19 over
“De Enk” volgens het oude stramien. Aan de oostkant van het voormalige bruggetje in het
Aamsepad, liep vanaf het Oosten, de Aamsepijp, in de Bemmelsezeeg.
Langs de zuidzijde van de Aamsestraat lag tot in de jaren ‟80 ook een behoorlijke sloot, de
Kromhoeksepijp, die oorspronkelijk in de Bemmelsezeeg kwam op de plaats waar later de
overweg werd aangelegd. Later kwam deze terecht vlak voor de duiker die onder de
Aamsestraat door ging. In 1990 zijn er voor “de Tillenhof” en bij de Welkoop nog een paar
gedeeltes van de Bemmelse Zeeg over.
Het oorspronkelijke bruggetje in het Aamsepad is bij de laatste verlegging van de zeeg,
vervangen door een stevige, ijzeren constructie. Die heeft tot 1989 recht voor het Aamsepad
gelegen, maar is onlangs overgebracht naar een punt halverwege de Heemskerkstraat.
43-48 IJzeren bruggetje over de
Bemmelsezeeg bij de Heemskerkstraat, 1989
Aamsestraat
De Aamsestraat begint bij de huidige Stationsstraat, loopt voor het station langs en gaat verder
in oostelijke richting. Bij het vroegere kruispunt bij “het Huys Ambe” liep de Aamsestraat
naar het noorden door tot aan de Aamse Bruggen. In de volksmond werd het laatste stukje
Aamsestraat voor het genoemde kruispunt, ter hoogte van de huidige huisnummers 84 t/m 90,
“De Kromme Hoek” genoemd. De achtergrond van deze naam is niet bekend. Op de
polderkaart van 1871 is de sloot langs de zuidzijde van de Aamsestraat de “Kromhoeksepijp”
genoemd.
43-08 Aamsestraat vanaf de latere Stationsstraat tot overweg,
polderkaart 1871
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
10
Op de polderkaart is ook duidelijk te zien dat de huidige Aamsestraat zoals die bij de
Stationsstraat begint niet veranderd is wat ligging betreft. De toch wel merkwaardige bochten
in het begin hebben een oorzaak. Het zou voor de hand liggen dat de Aamsestraat zou
beginnen in het centrum van het dorp bij de Grote Kerk. Dat kon echter niet. In de eerste
plaats lag de oude boerderij “De Eshof” in de weg. Daar omheen lag de Grote Laak, een
gebiedje dat bij hoog water steeds onder liep. Binnen de driehoek Aamsestraat,
Stationsdwarsstraat en Stationsstraat was de Kleine Laak, ook een laag gelegen gebied.
Tussen de Grote en de Kleine Laak lag blijkbaar een hoge rug, waarover de Aamsestraat
werd aangelegd.
De Aamsestraat was vroeger een slechte en vaak modderige weg. De verharding bestond uit
grint en “groes” aangevuld met steenpuin. Vooral in de wintermaanden was het uitermate
moeilijk de weg te berijden, laat staan te belopen en met droge voeten thuis te komen. Door
de Dorpspolder, (Gemeente nam pas alle wegen over in 1948, de Stationsstraat in 1898 en de
Valburgseweg in 1914. Zie wat dit laatste betreft de notulen van de gemeenteraad van Elst
van 1914 – 1917, nr 775,778, 779, 803, 899, 977.) die het onderhoud verzorgde, werden
maatregelen genomen om regelmatig de wielsporen die door de wagens werden gemaakt op te
vullen. Daartoe werden betonblokken in de sporen gebracht. Men deed dat met een
tussenruimte van een aantal meters. Noodgedwongen ging men toen naast het spoor rijden om
het hevige stoten tegen de blokken te voorkomen. Geleidelijk aan werd een nieuw spoor
gevormd, maar daardoor werd het oude spoor opgevuld. Als het nieuwe spoor weer te diep
was werden de blokken verplaatst en begon het spel opnieuw.
Was de Aamsestraat nog “verhard”, de andere buitenwegen waren echte modderwegen,
waardoor ze in de wintermaanden en bij hevige regenval naar de normen van vandaag
onbegaanbaar waren.
43-10 Gevel schuur Wouters van den
Oudenweyer, richting Breedlersestraat 1988
De boerderij van de familie Wouters van den Oudenweyer, nu Aamsestraat 90, was vroeger,
voordat de snelweg er was, het eerste huis over het kruispunt gelegen aan de Breedlersestraat.
De gevel van de schuur die het dichtst bij de weg staat heeft een rooilijn die scheef staat op de
huidige straat. Immers de Breedlersestraat liep schuin over de snelweg en sloot aan de
overkant aan op de huidige weg. Een deel van die weg is nog in het land zichtbaar.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
11
43-11 Breedlersestraat vanaf het oosten
richting snelweg; links het oude stuk weg in
het land.
Vanaf de overweg, in oostelijke richting heeft de Aamsestraat een flauwe S-bocht. Voor 1969
was die S-bocht er niet. Komende uit het oosten liep de weg lijnrecht naar een haakse hoek,
dwars door het huidige stationsgebouwtje, op de plaats waar nu de inrit naar het
stationspleintje ligt. Toen de overweg moest worden aangelegd, moest het verkeer Elst – Aam
doorgaan. Het ligt voor de hand dat men naast de bestaande weg, aan de noordzijde de
overweg heeft gebouwd om later het oorspronkelijke stuk te laten vervallen. Daarom moest
via de scherpe S-bocht het oorspronkelijke tracé weer worden opgezocht.
Door percelen grond aan te kopen werd de scherpe S-bocht uit de weg gehaald, waardoor aan
de zuidzijde een brede groenstrook is ontstaan.
43-23 Bocht in Aamsestraat vanaf de
spoorwegovergang naar het oosten, 1967
43-21 Haakse hoek in de Aamsestraat 1871
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
12
Na 1945 was de Aamsestraat beklinkerd. Ook vanaf de overweg oostwaarts. Geleidelijk aan
werden de kanten weggereden waardoor een bol profiel ontstond. Omstreeks 1984 werd de
weg met asfalt over de klinkers opgeknapt.
43-26 Beklinkerde Aamsestraat 1967. Rechts het voormalige
huis van de familie van der Linde
43-40 Situatie Aamsestraat omstreeks 1980
In de jaren 1987/1988 is de weg radicaal veranderd vanwege de aansluiting op de autoweg
RW 325. Het viaduct werd vervangen. Daardoor werd, omdat dat aan de noordkant gebeurde,
de aansluiting ook verlegd. De weg werd ook meer dan eens zo breed, fietspaden werden
aangelegd, alles ten koste van gronden aan de noordkant van de weg en ten koste van enkele
huizen die werden afgebroken.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
13
Aamsepad
Op de Polderkaart van 1871 is duidelijk te zien, - en nu moet de Rijksweg even weggedacht
worden -, dat de oude Dorpsstraat, zoals die vroeger uitkwam bij café “De Ommelanden”,
doorliep naar het Aamsepad. Ook is te zien dat het pad bij “Westeraam” over het achtererf
liep. Later bij de ruilverkaveling in de jaren ‟70 is dat vervallen. Het moet vanouds een pad
met recht van overpad geweest zijn. Een van de vorige bewoners heeft de last van de passage
over het erf vermeden door twee bruggetjes aan te leggen over de Aamsepijp. Net voor de
achteringang van de boerderij ging men linksaf het weiland in, het paadje liep langs de sloot
en na de laatste schuur van Westeraam was het tweede vonder om weer op het Aamsepad te
komen. Het is jammer dat dit stukje pad verdwenen is, het onderbreekt een zeer oude route.
Gedeelte uit Polderkaart 1871: Aamsepad loopt van
Aam door naar centrum Elst
Volgens de polderkaart van 1871 loopt het Aamsepad niet rechtstreeks naar de Lingestraat
zoals nu, maar langs de Aamse Pijp over het Landaspad. Toen Landasoord is gebouwd zal de
situatie wel veranderd zijn. Overigens zijn er ook andere omstandigheden die daar een rol in
zullen hebben gespeeld, zoals bv. de moerassige gronden tussen “Westeraam”en de
Lingestraat. Hierover is al iets vermeld op pagina 7.
Het Aamsepad was van oudsher een verbindingspad, een kerkepad tussen de buurschap Aam
en het dorp. Er is nog lange tijd een onbewaakte spoorwegovergang geweest ter hoogte van de
Thorbeckestraat. Hoewel verklaarbaar, is het toch jammer dat die overgang werd afgesloten.
Er is een nieuwe verbinding gemaakt via een rustiek weggetje parallel aan het spoor in
zuidelijke richting naar de Aamsestraat ten oosten van de overweg. Het was een aantrekkelijk
pad, zeker toen vroeger aan beide zijden uitgestrekte boomgaarden lagen. Vanaf het
Aamsepad is er in het kader van de ruilverkaveling evenwijdig aan de spoorlijn een landweg
aangelegd die uitkomt in de boomgaard van “Rijsenburg” aan Rijksweg-Noord.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
14
42-01 Verbindingsweg tussen Rijsenburg en Aamsepad
42-02 Aamsepijp met knotwilgen, omstreeks 1940
Boerderij Westeraam
Aan het Aamsepad liggen enkele oude boerderijen. Ongeveer halverwege tussen de spoorlijn
en het Landaspad ligt de boerderij Westeraam, de huidige “Thermen de Lingetuin”.
Op de oude kaarten van 1861 en 1871 staat de naam “Westeraam” getekend bij de plaats van
de Dora-Hoeve. De naam Westeraam is later omstreeks 1900 overgegaan op de boerderij
Westeraam.
Op ”Westeraam” woonde vanaf 1821 het geslacht Breunissen. De familie Breunissen is
afkomstig uit Lunteren. Een vrouwelijk telg uit de familie is naar Arnhem verhuisd. Nadat
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
15
haar man overleden was, trouwt de weduwe Breunissen met een zekere Barten uit Bemmel,
en zij verhuist met haar kinderen naar de boerderij “De Heuvel”. Deze kinderen kochten later
“De Bredelaar” en men vertrok van “De Heuvel” naar deze bouwhof.
Er waren drie broers Breunissen. Wessel ging in 1821 naar “Westeraam”, Derk bleef op de
“Bredelaar”en Jan vertrok naar “De Hoek” in Ressen.
42-09 Vooraanzicht huis Westeraam
De laatste bewoner Wessel is een telg uit het vijfde geslacht dat op de „Westeraam” woont.
Het oude woonhuis is in 1897 afgebroken en toen herbouwd in de huidige staat. De eerste
steen geeft 26 juli 1897 aan. Volgens Van den Hof was het bedrijf in 1821 ruim 49 ha groot,
later uitgebreid tot 52 ha, terwijl de grootvader van de laatste bewoner er 68 ha van maakte.
Wessel Breunissen die in 1821 Westeraam aankocht leefde van 1788 tot 1873. Hij is twee
keer gehuwd geweest. Eerst met Everdina Zanders. Een zoon uit dit huwelijk, Cornelis
Johannes was de latere pachter van Landasoord, en de stamvader van de Breunissen van de
“Tillenhof”. Uit het tweede huwelijk werd een zoon geboren Hendrik die huwde met
Jacomina van Olst. Hun zoon was Hendrik Wessel, diens zoon Hendrik Jan Dirk en diens
zoon Wessel woonden als laatsten, evenals de voornoemde voorouders, op Westeraam.
42-13 Oude stallen achterkant Westeraam
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
16
Boerderij Landasoord
De volgende boerderij aan de noordkant van het Aamsepad is Landasoord. Het pand is danig
opgeknapt door de huidige bewoners. Helaas zijn bruine kleuren toegepast op deuren en
kozijnen, niet passend bij het monumentale karakter van het pand.
Van den Hof schrijft uitvoerig over “Landasoord”. Het is al eeuwen in bezit van het geslacht
Sweerts de Landas. In 1816 is het geslacht geadeld met het predikaat “baron” en de
toevoeging “Wyborgh”. Zij waren leden van de Ridderschap van Gelderland en Heren van
Oirschot en Oyen. In 1767 werd in Oirschot geboren Jacob Derk, die in 1799 huwde met
Caroline Frederika Otteline van Randwijck, geboren in Lent in 1768, dochter van de
Ambtman Gerard Adriaan van Randwijck en Sofia Carolina, gravin van Bijlandt. Als laatste
mannelijke nakomeling van deze tak van Sweerts de Landas Wijborgh treffen wij als eigenaar
van Landasoord aan Mr. Jacques Leonard Jean (zijn grootvader had nog de namen Jacob
Henri Leonard, Jan.)
42-14 Landasoord
Na diens overlijden in 1961 ging het landgoed in vruchtgebruik over op zijn weduwe en in
blote eigendam op Emile Claude Everts te Velp (G).
Het landgoed was oorspronkelijk 64 ha groot. In het begin van de vorige eeuw was de pachter
Jan Holleman. Na Holleman kwam Albert Smids van de „Mooje Weg” uit Elden, geboren in
1793. Na hem kwam Cornelis Johannes Breunissen waarover bij “Westeraam” al uitvoerig is
geschreven. Na Breunissen kwam Marius van Empel uit Varik en na deze Rombertus van
Beynum van de hofstede “De Hel” uit Indoornik. Bovengenoemde van Empel was grootvader
van Mars van Empel die in de naoorlogse jaren exploitant van hotel-restaurant “De
Vereniging” was en van Jo van Empel van de boerderij op de hoek van de Nieuwslag, nu
wonende in het huis ernaast.
De zoon en de dochter van Rombertus van Beynum, Gert en Anneke waren in de Elster
gemeenschap zeer kleurrijke figuren. Beiden waren vrijgezel. Gert had een
verzekeringsportefeuille, werd in 1966 raadslid van de Boerenpartij. Nadien zijn ze verhuisd
naar de Breedlersestraat. Later verhuisde hij naar de villa “de Berken”aan de Rijksweg Noord,
tegenover de Griegstraat. En wie herinnert zich Anneke niet, die op haar motorfiets de
omgeving doortrok en de Dorpsstraat onveilig maakte?
Bij hen heeft lange tijd gewoond mevrouw Van Holten, een tante, weduwe van de bekende
architect/bouwer, die verschillende huizen bezat aan de Aamsestraat en de Stationsstraat.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
17
De Van Beynums werden opgevolgd door Lammers in 1948. Die vertrok later naar het pand
“Landasoord”. Ten koste van 10 ha grond werd een bungalow en een landbouwschuur
gebouwd, waarover bij de beschrijving van de Lingestraat meer zal worden geschreven. De
gronden van Landasoord bleven echter wel gepacht door de familie Lammers. Het woonhuis
met de schuren, inclusief een ha grond werden verkocht aan Holleman die er een
varkensmesterij in voert.
Overige boerderijen en woonhuizen
Ten oosten van Landasoord staat aan dezelfde kant van het pad, ongeveer 100 m verder, het
huis van en bewoond door W.H.J. Mulders, zoon van Hein Mulders van de Bemmelseweg.
Mulders heeft een slopersbedrijf en handelt in gesloopte materialen. Mulders kocht dit huis
van Johannes Gidding die daarna op Kostverloren woonde. Het huis prijkt met een eerste
steen van 25 juli 1952, gelegd door J.B. Gidding-Holleman.
42-19 Oorspronkelijke boerderij Gidding, 1940
De oorspronkelijke boerderij was in 1944/1945 zo zwaar beschadigd dat deze moest worden
afgebroken. Er werd een noodwoning gebouwd waar de familie ruim zeven jaren in woonde.
42-18 Aamsepad 3. woonhuis van W.H.J. Mulders
Deze boerderij is het stamhuis van het geslacht Baltussen uit Elst, Driel en omgeving. In het
begin van de vorige eeuw woonde daar Frans Baltussen, geboren in 1783, de stamvader van
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
18
de familie die de Conservenfabriek oprichtte, van notaris, burgemeester en van vele andere
nakomelingen met een goede maatschappelijke positie.
Gidding, afkomstig van “De Parck” heeft einde dertiger jaren het bedrijf van Boesewinkel
gehuurd. Hij kocht het in 1947 (rente toen 3 ½ %). Daarnaast pachtte hij grond van juffrouw
Tap van “De Hucht”uit de Stationsstraat. Dat deed hij ca. 50 jaar. Door de aanleg van het
industrieterrein raakte hij die gronden kwijt. Hij vertrok naar Kostverloren omstreeks 1966.
Schuin tegenover het bovenbeschreven pand staat een huis (Aamsestraat 6) op de hoek van de
Lingestraat. In 1989 is het bijna totaal uitgebroken om in nieuwe stijl te worden opgetrokken.
De huidige bewoner is M. Hoeke, daarvoor H. van der Voort, geen van beiden van oorsprong
Elstenaren.
Het huis is gebouwd en bewoond door de vader van Piet Joosten in 1912. De kostprijs zou f.
2000,= geweest zijn. Joosten sr. was arbeider bij Erdkamp op “Rijsenburg”. Zoon Piet was
werkzaam in de bouw. Hij heeft onder meer meegewerkt aan de restauratie van de N.H. Kerk.
In 1973 verliet de familie Joosten dit pand.
42-24 Huis Joosten, 1987
42-25 Huis Joosten,1990
Het huis van Joosten stond op een zeer laag gelegen gebiedje, waarin zelfs moerassige
stukken met veel rietland voorkwamen. Toen de waterbeheersing, niet zoals nu alleen in de
wintermaanden, tekort schoot stond het gebied tussen Aamsepad, Lingestraat en de “Zwarte
Hof” onder water.
En in dat lage stuk grond stond een arbeiderswoning van de boerderij die tegenover
“Landasoord” lag, op de hoek van het Landaspad, waar nu ook een varkensmesterij is van
twee broers van Holleman van “Landasoord”.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
19
42-30 Boerderij-varkensmesterij Holleman,
1990
Een van de zoons Holleman woont in de bungalow een eindje van de weg af, halverwege
“Joosten”en het Landaspad. Deze bungalow was oorspronkelijk een houten woning bewoond
door Holleman die op “Landasoord” woont. Na zijn vertrek naar die boerderij is een andere
broer daar gaan wonen.
42-27 Schuur familie Holleman, voorheen
arbeiderswoning Evers,1989
Het houten huis is op een aangelegde terp gebouwd. In de jaren „88/‟89 is er een muur
omheen gezet en zijn de andere voorzieningen aangebracht.
Achter de bungalow staat een schuur. Dat was het toenmalige arbeidershuis. Een van de
laatste bewoners was de familie Evers. In deze schuur liggen nog de plavuizen van de
toenmalige woonkamer. Ook de schoorsteen is er nog. De ingang bevond aan de kant van de
Aamsestraat. Als men daar de deur binnenging, was er rechts een klein kamertje met de
bedstee. Links was een varkenshok. De zeven kinderen sliepen op de zolder onder de
dakpannen. Door het hoge water dat ieder jaar langdurig de omgeving van het huis
overstroomde, moest men in die jaren op de verhogingen aanleggen om met droge voeten te
kunnen binnenkomen. Voor Evers woonde er Stevens.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
20
Landaspad
De Koekoek
Op de hoek van de Lingestraat en het Landaspad (Lingestraat 1) aan de zuidzijde, woont in
1989 Heijmans, een aardappelhandelaar. Daarvoor woonde er Gieling, een bloemenkweker
met een aantal kassen.
De oorspronkelijke plannen voor de aansluiting op de snelweg voorzagen in vier
aansluitingen. Vanwege de kosten werden het er later twee. Bij het eerste plan zouden de
kassen ook moeten verdwijnen. Vooruitlopend daarop verkocht Gieling het huis. De kassen
bleven staan en Gieling is terug met een nieuw warenhuis en een woning op het Landaspad.
Het bewuste huis van Heijmans is een herbouwwoning van na de oorlog. Oorspronkelijk
woonde daar de familie Kersten. Het is het geboortehuis van Kersten, voormalig elektricien
aan de Dorpsstraat. Harm Kersten die zijn vader opvolgde en later een groot bedrijf stichtte
aan de Stationsdwarsstraat, was een kleinzoon van de kweker Kersten die daar zijn bedrijf
uitoefende. Het huis droeg de naam ”De Koekoek”.
De Zwarte Hof
Aan de noordzijde van het Landaspad ligt de “Zwarte Hof”, zeer hoog gelegen, dat wijst op
oude bouwgrond. Bij het bewerken van dit land zijn in het verleden veel scherven uit de
oudheid gevonden.
De Ronde Burg
Het oude hofsteetje aan de linkerkant heet de “Ronde Burg” (Landaspad 1). Aan de voorzijde
is de vermoedelijke ouderdom af te lezen aan de muurankers: 1706. Sedert 1987 in bezit van
Rikken, pleegzoon van de familie Otters, die er vele jaren hebben gewoond. De familie Hell
renoveert het huis volledig.
42-36 De Ronde Burg achterkant, 1988
42-37 de Ronde Burg, achterzijde, 1987
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
21
Overige hofsteden en woonhuizen
In het verleden was het Landaspad met meerdere van deze kleine hofsteden bebouwd. Zo
stond er ook één op de plaats van het volgende dubbele woonhuis, ook aan de linkerkant. Het
was een arbeiderswoning van “Westeraam”. Omstreeks 1934 werd dit pand afgebroken en het
nu aanwezige huis gebouwd. Onlangs werd dit huis verkocht.
Aan de overkant van de weg stonden er nog twee. De eerste op de plaats waar het eerste huis
staat, gebouwd door Jan Cornelissen, voormalig jamkoker/kuiper van Taminiau‟s
Conservenfabriek en het tweede op de plaats van het daarop volgende huis. Beide huizen zijn
in „44/‟45 verwoest.
In het eerste huis woonde Turk, in het tweede, dat kleiner was en de naam “De Kluis” droeg,
woonde vroeger Arends de kleermaker, de overgrootvader van de eigenaren van Arends
Kledingmagazijn aan de Dorpsstraat. Mensen die hem hebben gekend spreken over een man
met een baard en één been.
(Het kladhandschrift waarop de volgende tekst is gebaseerd was zeer moeilijk leesbaar en bevat daardoor
mogelijk onjuistheden)
Rechts:
Rieten dak (J. Cornelissen) J. Hartjes. 1926 verkocht Arns-Arends spoorman het 2e huis aan Welvaart, ook
spoorman komend van Opheusden. Voorjaar ’42 door onoplettendheid van inwoonster verbrand. Pannendak
wat was vrij ????? 1926.
3e huis Berend Turk, zijn voorganger had dit rood geschilderd, ook pannendak. 1928 Lemmer verbrand. T-
boerderij compagnon was ???? ???? bewoner verderop. Moeilijkheden.
Huize Breunisse gesloopt in ’33. ’34 nieuwbouw ter plekke.
Derk Baltus. (Kleine) knecht beide mensen aan het eind gebracht. De Pastoor ging met de erfenis strijken. Leen
Holleman werd pachter. (afgebrand? GM)
Lingestraat
De Assenburg
Tegenover “De Koekoek” zoals het huis van Heijmans oorspronkelijk genoemd werd, stond
vanouds “De Assenburg”. De laatste bewoners waren de familie Zwijnen, nu wonende aan de
Aamsestraat. Het bedrijf moest verdwijnen in verband met de aansluiting op de snelweg.
De “Assenburg” was een oude boerderij met rieten dak. In 1935 brandde alles af. Het toen
nieuw gebouwde huis heeft de oorlog overleefd. In het jaar van de brand woonden er de
ouders van Zwijnen sr (Aamsestraat).
Over het erf van de “Assenburg” liep vroeger een kerkpad naar de boerderij de “Dora Hoeve”.
In het hoofdstuk “Geschiedenis” is de rol van de “Assenburg” aan de orde geweest. De
familie Zwijnen was bekend door de “berekar” waarmee zij door de omgeving reden.
Aan het eind van de 18e eeuw waren de eigenaren de echtelieden Gradus Hoogveld en Maria
Anna Braam. De hofstede zelf was maar één morgen groot. Er werd tabak verbouwd.
Bovendien bezaten zij de nabijgelegen hofstede “Amerweyde”, eveneens één morgen, het
bouwland “Berchemsland” 2 ½ morgen onder Aam en Bredelaar, 8 á 9 morgen bouwland op
de Bredelaar, 8 hond (are) bouwland op Aam, de “Peppele Weyde”, 5 morgen onder Aam en
12 ½ morgen bouwland in het “Nijslag”. Samen 30 morgen (27 ha).
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
22
De volgende bewoners waren de Janssens, bekend als Janssen van de Assenburg. In 1814
Willem (geb. 1755), in 1830 Jan, in 1867 Gerardus en Johannes Theodorus als laatste. Hij
verkocht het pand in 1901 aan Gerrit Jan Zwijnen, evenals de Janssens, tabaksplanter van
beroep.
In 1926 nam de zoon Martinus Zwijnen het bedrijf over. Deze Martinus was de vader van
Zwijnen sr, in 1989 wonende met zijn zoon aan de Aamsestraat.
Voor de brand van 1935 stond er nog een tabaksschuur achter het huis.
De Droogstal
De boerderij “Droogstal” ( Lingestraat 5 ) ligt aan de weg. Voordat de snelweg er lag, was dat
niet het geval maar was er een verbindingsweggetje van ca. 100 m met de Lingestraat.
“Droogstal”, wordt sedert 1967 bewoond door Toon Jansen, een van de zoons van “de
keizer”. Zijn voorganger was Van Eimeren. De vrouw van Jansen is ook een Van Eimeren.
De naam van deze hofstede behoeft geen verklaring. Het huis met deel zal wel zo hoog
gebouwd zijn dat de stallen bij hoog water droog bleven.
Het geslacht Burgers heeft daar lang gewoond. Albertus, geboren 1797, had vijf kinderen die
op “Droogstal” zijn geboren. Na het overlijden van de ouders werd de hofstede toebedeeld
aan Albertus jr en zijn zuster Cecilia. De laatste overleed in 1909, waarna Albertus het goed
overdroeg aan Antonius Martens. Bij acte van scheiding in 1921 kwam de hofstede in handen
van Johannes en Hendrikus Martens, landbouwers, die het in 1928 overdroegen aan
Everhardus van Eimeren. In 1942 woonde er Antonius Visser en in 1944 Albertus Hendriks.
Zoals eerder gesteld kwam in 1967 Antonius Gerardus Jansen in bezit van de hofstede. Een
van de gebroeders Martens, zo wordt verteld, kon lezen noch schrijven, maar er was geen
betere jager of visser dan hij.
“Droogstal” lag op een lage terp. Er stond ook een tabaksschuur bij.
Overige hofsteden en woonhuizen
Aan de noordkant van de “Assenburg” stond nog een hofstede die eveneens wegens de
aansluiting aan de snelweg moest verdwijnen. Destijds woonde er Holleman, die van alles
deed om aan de kost te komen. Ook dit was vanouds een tabakstelershofstede.
Op de hoek van het Aamsepad en de Lingestraat staat het witte arbeidershuisje, van oorsprong
van “Landasoord”.(Lingestraat 3)
Nu woont er een van de zoons van Lammers die samen met zijn broer de gronden van het
voormalige “Landasoord” -complex exploiteren. Iets verder aan dezelfde kant (Lingestraat
3A) woont deze broer in de bungalow. Dit huis en de landbouwschuur zijn omstreeks 1980
daar gebouwd.
Zoals al eerder is geschreven liep de Lingeweg schuin door de huidige snelweg rechtstreeks
naar de Aamse Bruggen. Het was een niet verharde weg.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
23
Rijksweg Noord van overweg tot de Linge, oostzijde
Direct over de overweg staat een huis dat er in de dertiger jaren ook al stond, toen bewoond
door G.J. Jager, een spoorman. Nu woont er Klein Mentink.
75-01. Spoormanshuis
Vervolgens komt “Rijzenburg”waaraan een aparte paragraaf is gewijd.
Naast “Rijzenburg” staat een oude hofstede waar in de jaren ‟30 de gebroeders Klaassen
woonden. Na 1945 hebben daar tot ca. 1980 de familie Jacobs, met vele kinderen, gewoond.
Waar Maassen, het loonbedrijf, nu is gevestigd stond vroeger een hofstede van de weduwe
van Dulm, genaamd “De Lage Woerd”. Zie de aparte paragraaf hierover.
Vervolgens kwam “Groenoord”. Hier is ook een aparte paragraaf aan gewijd. Daar woonde
ook A. Peters, een tuinman, die werkzaam was bij Sanders. Hij had daar een aparte ruimte en
een afzonderlijk huisnummer.
Achter Sanders lag aan de Linge de boerderij van Garritsen, toen eigendom van de kerk. In de
oorlog verwoest en na de wederopbouw weer bewoond door de familie Garretsen.
75-30 Boerderij van D. Tap, direct over de Linge
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
24
Een eindje verder aan de Rijksweg stond nog een arbeiderswoning waar P.J. ten Westerend
woonde. Woning was van D.Tap. Vlak voor de huidige plas heeft er nog eentje gestaan.
Rijzenburg
Van den Hof heeft zich grondig verdiept in de historie van dit landgoed. In 1525 wordt het al
genoemd, als de graaf van den Bergh, (‟s-Heerenberg) het in leen ontvangt van het
vorstendom Gelre.
Het behoorde toen aan “de Gulicker Goederen”. Gulick, afgeleid van het Duitse Jülich, is
waarschijnlijk afkomstig van Willem I, hertog van Gelre en van Jülich ( 1363 – 1402). Dat
zou betekenen dat omstreeks 1400 al sprake was van “Rijzenburg”.
75-02 “Rijzenburg” volgens tekening van Kok, rechtse
schuur staat er nog, ca. 1890 ?
Het geslacht Van den Bergh bezat meerdere goederen in de Betuwe, onder andere in
Randwijk, Heteren en Driel. Het financieel beheer was niet goed. In 1734 waren de Betuwse
eigendommen al met f. 70.000,= hypotheek belast. In 1758 bleken de schulden van het “Huys
Bergh” 9 ton gouds te bedragen.
75-03 “Rijzenburg”, ca. 1900, achterzijde vanuit het
kerkepad.
75-04 “Rijzenburg”, ca. 1900, iets meer noordelijk
De grootste problemen veroorzaakte Johan Baptist, graaf van den Bergh, bijgenaamd “de
dolle graaf”.
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
25
Zijn vader was meerder malen bedrogen door één van de ambtenaren die hem goederen
afhandig had gemaakt. Bovendien stichtte hij brand in het kasteel, waardoor de administratie
verloren was gegaan.
Verder was het huwelijk van Johan Baptist een mislukking. Door zijn liederlijk gedrag is zijn
echtgenote er van door gegaan. Toen raakte hij helemaal van slag. Hij leidde een slecht leven,
geen vrouw was voor hem veilig en mensenlevens telden niet voor hem. In korte tijd verbraste
hij f. 600.000,=.
In 1751 had er een zekere verzoening plaats, waarbij werd geregeld dat de gravin op het
kasteel Bergh zou wonen en de graaf op het kasteel Boxmeer. Het interessante voor Elst is,
dat deze verzoening plaats vond op “Rijzenburg”. Het landgoed moet toen al van allure zijn
geweest, als men daar in staat was het gezelschap met paarden en karossen te ontvangen. Er
wordt verondersteld dat het toen een verdedigbare havensathe was met spijker en rentmeester-
kamers.
Na veel dramatische avonturen, overleed hij, na ruim 20 jaar als gevangene te hebben moeten
leven, in 1781. De “dolle Graaf” werd opgevolgd door zijn zuster die gehuwd was met haar
neef, erfprins van Hohenzollern- Sigmaringen. Hun oudste zoon Anton Aloysius, regerend
vorst van Hohenzollern en Graaf van den Bergh, was door de wankele financiële toestand
genoodzaakt de Betuwse bezittingen te verkopen.
75-05. “Rijzenburg” ca. 1910, voorkant Rijksweg
75-06 Rijzenburg met hooibergen
75-07 Hooibergen bij de Rijzenburg
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
26
75-08 Hooioogst op de Rijzenburg, ca. 1928
De nieuwe eigenaren van “Rijzenburg” werden de echtelieden Johan Dekhorst en Cornelia
Sanders. Het landgoed, met een stuk land, de “Helster” genaamd, was groot 80 morgen, werd
verkocht voor f. 19.000,=. De pachter was toen Anton de Bruyn. Alles speelde zich af
omstreeks 1800.
Dan komt de naam Erdkamp aan de orde. Oorspronkelijk was de naam Eritskamp.
Pertus Erdkamp, geboren te Hulm bij Kleef in 1739, trouwde te Donsbrüggen, tussen Kleef en
Kranenburg, in 1768 met Johanna Voss. De twee zonen uit dit huwelijk vertrokken naar de
Betuwe. Gradus Antonis, geboren te Hulm in 1779, huwde Christina Anna Fransiska
Ockhorst, dochter van het echtpaar Ockhorst-Sanders van de “Rijzenburg” en vestigde zich
aldaar.
Johannes Petrus, geboren in 1773, eveneens te Hulm, trouwde de dochter van Arnoldus van
de Kamp en Anna Sanders uit Driel, wonende op “Vredesteyn”, en nam het bedrijf eveneens
over. Door financiële problemen, veroorzaakt door de consequenties van borg, moest
“Rijzenburg” verkocht worden, en werd Gradus Antonis pachter.
Laatstgenoemde had zeven kinderen waarvan
- Johannes Theodorus, van 1811, eigenaar was van café “de Harmonie” te Elst,
- Hyronimus Hermannes us, van 1821 de opvolger op “Rijzenburg”,
- Johanna Wilhelmina van 1813, trouwde met Petrus Arnoldus Wouters van den
Oudeweyer van “Haesbaert” en
- Cornelia Johanna Petronella van 1809 trouwde met Van Kerkhoff van de
“Dirkshoeve”uit Hollanderbroek.
Hyronimus Hermannes pachtte het landgoed voor f. 3550,= per jaar. Bovendien was hij later
eigenaar-exploitant van “Groot Baarle” in de buurschap Baal, 45 ha. groot. Daarboven bezat
hij nog 8 ha weiland in Valburg en Elst.
75-12 Rijzenburg met rechts twee hooibergen,
ca. 1970
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
27
Hij had zes kinderen, waaronder Gerardus Antonius Coenradus, wonende op “Rijzenburg”,
vele jaren wethouder van de gemeente Elst en Johannes Theodorus, geboren februari 1875 en
overleden in 1956. Hij was de laatste pachter uit het geslacht Erdkamp, van “Rijzenburg” en
werd de eigenaar van “de Santakkers” in 1933.
75-09. J. Erdkamp en Gidding? Ca. 1930
“Rijzenburg” is tussen 1890 en 1900 verbrand en opgebouwd door een Utrechtse aannemer.
Bij deze nieuwbouw is het woonhuis met de voorkant naar de Rijksweg gebouwd. Voor de
brand was dat andersom. Voor het huis liep vroeger een kerkpad. De oude schuur die nu
rechts vooraan staat is nog van voor de brand. De hooibergen, helaas gesloopt in de jaren ‟80,
waren ook nog van die tijd.
Sedert 1933 wonen er twee families: Mocking aan de zuidzijde en Ebskamp aan de noordkant.
De Kleine Kerkenbouwing
Deze hofstede is het stamhuis van vele generaties Klaassen. Deze familie kwam
oorspronkelijk uit Ressen en had een slepersbedrijf, verhuisde naar Driel en kwam daarna
terecht op de kleine hofstede net voorbij “Rijzenburg” en eigendom van de Hervormde
gemeente.
Eén der zonen Klaasen heeft twee jaar op “Groenoord”gewoond zonder huur te betalen. Het
spookte er namelijk. De eerste nacht, hij had twee jachtgeweren naar de slaapkamer
meegenomen, werd hij wakker van de spoken die aan de deuren van het huis rammelden.
Enkele schoten vanuit het bovenraam waren voldoende om de spoken voorgoed te verjagen.
Toch stonden regelmatig kamerdeuren open, die van tevoren toch gesloten waren. Men weet
dat aan de drassige grond, de “waterige” omgeving van de grote vijver, de wetering en de
restanten van “De Grift”.
75-16 De kleine kerkenbouwing, 1986, achterzijde
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
28
75-17 De kleine kerkenbouwing, vanaf de Rijksweg
Na twee jaar spookvrij zou huur worden geheven. Klaassen vertrok toen naar één van de
hofsteden aan de Kleine Molenstraat, die in naoorlogse jaren is afgebroken. Twee ongehuwde
broers bleven op “de Kleine Kerkenbouwing” tot ca. 1950. Tot 1986 woonde er de familie
Jacobs. In 1986 kwamen er te wonen Linda van Steenen, die in 1991 verongelukte, en Theo
Jansen.
De Lage Woerd
(Hier wonen de gebroeders Maassen, loonbedrijf op nr. 94)
Over deze boerderij wordt op 8 mei 1731 bij een boedelscheiding reeds gesproken. De “Lage
Woerd” behoorde evenals de “Lange Woerd”in Rijkerswoerd tot het grootgrondbezit van het
geslacht Hoogveld. In de acte worden de volgende eigendommen beschreven:
- bouwland onder Hollanderbroek bij de Wetering aan de Molenstraat (bij het kleine
Honingsveld).
- de hofstede “de Lage Woerd” aan de Kleidijk (een ten oosten van de Grift gelegen
weg bij de Tol (de “Oude Tol”).
- de hofstede gelegen in Groessen in het land van Kleef
- bouwland achter de kerk van Elst
- bouwland in het Broek in Rijkerswoerd
- bouwland bij de Tol onder Elst
- de hofstede onder Hollanderbroek bij de Wetering aan de Molenstraat (het kleine
Honingsveld, later genoemd “de Slemperburg”).
75-20 De Lage Woerd, gebr. Maassen, 1992?
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
29
De erfgenamen van “de Lage Woerd”waren Frans Hoogveldt en zijn vrouw Mechtelt
Baltussen. In 1738 dragen zij het “huis en hofstede”over aan Hendrik van Meurs, Scholte van
het schoutambt Bemmel voor f. 1600,=. Het was vier morgen groot. De grenzen werden
beschreven als volgt: Oost en noord: Mevrouw Diemert van Versen (Groenoord), west:
Hendrik Beekhuizen, zuid: de Kleidijk.
Op 24 april 1776 verkochten Hendrik van Meurs en zijn echtgenote Francinia Christianides
“de Lage Woerd” aan Jacob van Gilskerke(n). Hun dochter Elisabeth huwde in 1778 met
Hendrik Bruenisse(n), landbouwer op de St. Agnietenhof bij de Park te Elst. Hun
kleindochter Willemijn trouwde in 1815 met de heemraad Hieronimus Desiderus van IJseldijk
en in 1836 met de eerste Elster apotheker Abram Jacob van Meurs.
Op oudjaar van 1836 sterft Steven van Gilskerken, de toenmalige bewoner van “de Lage
Woerd” (de naam is intussen verandert in Van Geelkerken) en zoon van Jacob die het
landgoed had gekocht.
De kinderen van Steven verkopen de hofstede aan Jacob Marinus Roseninck te Wageningen,
de eigenaar van het naastgelegen buitenverblijf “Groenoord”. Deze bezat toen ook reeds 44 ha
grond in Rijkerswoerd. Roseninck verkocht “de Lage Woerd”aan Mr Tromp, oud-
kantonrechter te Arnhem, die het weer later verkocht aan baron van Brakel tot den Brakel.
Deze verkocht het goed in 1861 aan Matthijs van Dulm, geboren in het huis “de Zwaan” aan
de dorpsstraat te Elst op 17 oktober 1809, als zoon van Johannes van Dulm en Gerritje
Frederiks.
Matthijs van Dulm trouwde in 1832 met Hendrika Ida Gijben, dochter van een schoolmeester
uit Neerbosch. Na het overlijden van dit echtpaar kwam de boedelscheiding in 1886:
- “De Lage Woerd”kwam aan de zoon Hendrikus Gerardus van Dulm, landbouwer te
Elst, gehuwd met Hendrika Sterrenberg uit Hellouw bij Haaften.
- De ernaast gelegen boomgaard van 2 ½ ha kreeg de dochter Johanna Hendrika,
gehuwd met Gerrit van de Pol, landbouwer te Herveld op de hoeve “Meeuwerden”.
Sevenbruggen
“Aan de Seven Bruggen” de kruising van de beide weteringen en de Grift staat op de kaart
van 1635 van het St. Catharina Gasthuis aangegeven een perceel grond dat zij aan de
zuidoost-kant van de weteringen in bezit hebben.
Precies in de zuidoost-hoek van de bruggen is een huis getekend. Het zou het oorspronkelijke
“Groenoord” kunnen zijn.
Aan drie zijden van het perceel staan de eigenaren van de aanliggende landerijen:
- oostkant: Gertien van Genckel
- zuidkant: Otto Arentsen
- noordkant: Rutger
75-49 Gedeelte van een kaart van het kruispunt van de
Linge met Rijksweg en Grift
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
30
De bijbehorende beschrijving is als volgt:
“Het stuck geteickent B, liggende onder Elst bij de sevenbruggen, is een gedeelte van een
stuck lants geheyten de Wuerdt, groot ses morgen. Ende is dit perceel anno 1571 Derk Dulm
toegescheiden, die anno 1574 hem in ‟t Gasthuys begeven hebbende, het met sich daarin
gebracht heeft, ende is dit bij metinge groot bevonden 1 morgen 364 roeden. Dit stuck is den
27 Februari 1642 (verkocht) vercogt aan Otto Arnts voor negenhonderet en soevenentwintich
carolus guldens”.
Op de hoek van de Kerkstraat staat nu “De Gemeint”. Dit is een herbouwde boerderij waar
vroeger een familie Arntz woonde. (Zie buurschap Aam, Weteringsewal).
Groenoord
In het begin van de 17de
eeuw liet Cornelis van Bronckhorst tot den Poll en de Beringen (van
het Kasteel te Bemmel) dit landhuis bouwen aan de zuidoosthoek van de Waalwetering aan de
Rijksweg Noord. In het verleden was de naam van dit huis “de Seven Bruggen”.
75-24. Groenoord, ca. 1925
Toen de Grift werd aangelegd in 1607 begon voor de eigenaar Cornelis van Bronckhorst een
moeilijke tijd aan te breken. Men begon bij hem voor de deur met een proef om de grondslag
te leren kennen. Dat heette toen nog de “Drie Bruggen”. Men ging zo diep mogelijk. Grote
schade werd aangebracht aan hekken, bruggen, de vijver en de gracht om de hof. Ook het huis
zou beschadigd zijn. Het duurde 57 jaar voordat er een overeenkomst kon worden gesloten
tussen Cornelis en de magistraat van Nijmegen. Na taxatie door twee onpartijdige metselaars
en timmerlieden bleek de Stad f. 665,= schuldig te zijn. Hij kreeg f. 300,= en voor de
resterende f. 365,= kreeg hij of hen die later op het huis zouden wonen met welk
transportmiddel dan ook, het recht om het veer in Lent zonder kosten te gebruiken. De
vrijdom was voor onbepaalde tijd (ten eeuwigen dage!), mocht de vrijdom niet meer nodig
zijn dan zou het restant toch betaald worden.
Cornelis, ambtman van de Over-Betuwe, overleed in 1671. Zijn zoon woonde niet op de Poll
te Bemmel, waar hij een kostbaar ingericht verblijf had, maar ‟s-zomers wil hij in plaats van
in het somber kasteel in zijn buitenverblijf “De Seven Bruggen” wonen, omringd door groene
tuinen.
Waar komt de naam “De Seven Bruggen” vandaan? Het ligt voor de hand dat in de naaste
omgeving zeven bruggen lagen. Op de kaart van Geelkerken van 1635 staat op die plaats
“Aan de Seven Bruggen”. Er waren twee weteringen, dus twee bruggen, verder liep het oude
kerkpad, nu de Kerkstraat, door achter “Rijsenburg”. Daar lagen in de jaren ‟30 nog vonders
over de beide weteringen. Dat worden er dan vier. Cornelis woonde na de aanleg van de Grift
aan de Kleidijk, die zou ook via twee bruggen over beide weteringen naar de aansluiting van
WERKDOCUMENT 04 boek WESTERAAM 9 januari 2009
31
de Kerkstraat een verbinding kunnen hebben gehad. Dat zijn er dan zes. En tenslotte had hij
een gracht en vijver bij zijn huis, zodat daar de zevende brug moet zijn geweest.
Na de Bronckhorsten kwam het huis in de handen van Mr. Dimert van Versen. In 1705 werd
hun zoon Pouwel de eigenaar. Het was toen 1 ½ morgen groot. In 1780 verkocht kleinzoon
Diemert Pouwles het huis, groot 1 ½ morgen en nog eens 1 ½ morgen bouwland, alles
gelegen aan “de Seven Bruggen” “reght over den Toll” voor f. 2440,= aan M.E. Beijings,
weduwe van Jacob de Lille, de moeder van de Elster schout De Lille.
In1782 werd door vererving de volgende eigenaar het echtpaar Hendrik de Lille en Florentina
Dietz, dochter van Peter Dietz, ook schout te Elst. Hun dochter Hendrinia Jocoba trouwde met
de predikant Thomas Verweel, die tussen 1810 en 1840 in Elst stond. Zij ontving het landhuis
uit de boedel van haar ouders.
De erven Verweel – De Lille verkochten de plaats aan Mr. Hendrik Willem Tromp, oud
kantonrechter te Elst, die het landgoed weer overdeed aan Frans Gijsberts Staadsken, baron
van Brakel tot den Brakel, aldaar. In 1861 werd de eigenaar Hendrik Jan Abraham van Son te
Velp. De huurder was in die jaren Mr. Jan Jacob de Rovere van Bruegel, oud inspecteur-
generaal der Registratie en Loterijen.
Intussen was de naam “Groenoord”. In 1864 werd eigenaar Frederik Arnoldus Bernardus
Hugenholtz, afkomstig uit Batavia. In 1869 verkocht hij het aan Gerardus Theodorus Peters,
landbouwer en eigenaar van het landgoed “het Vredenburg” onder Rijkerswoerd. Van 1870 –
1880 woonde er burgemeester Stefanus Johannes Otto Pieter Gualthérie van Weezel. Hij was
daarna notaris te Dedemsvaart.
Na zijn vertrek verkocht Peters in 1818 “Groenoord”aan Anna C.R. Hillebrand, weduwe van
de pianofabrikant Schulze te Leeuwarden. Zij overleed in1900. Zij legateerde haar tuinman-
huisknecht Derk Reintjes de hofstede naast het Tolhuis.
In 1901 werd “Groenoord”geveild en verkocht aan de weduwe M.J. Smids te Elden. In 1916
werd haar neef door vererving eigenaar, die het in 1917 verkocht aan H.L. Bles, landbouwer
te Oosterhout. In 1920 verkocht hij het aan Gongerius Witjes uit Lienden (Elst). In 1926 werd
Theodorus Wilhelmus Petrus Sanders uit Arnhem de nieuwe eigenaar.
In 1845 werd het huis verwoest en later in 1949 weer opgebouwd. De huidige bewoner is
Th.N. Sanders
Achter het land van de “Oude Tol”ligt een complex grond dat “de Sevenbruggen” werd
genoemd. (zie ook Klaassen Valburgseweg over spoken op “Groenoord”).