een nieuwe werkwijze voor in het Voortgezet Onderwijs · 2017-08-03 · 3 1. Inleiding Jij en je...

47
Procesevaluatie van Jij en je gezondheid : een nieuwe werkwijze voor in het Voortgezet Onderwijs September 2015 Anouk Wisse Judith de Meij Marcel van der Wal Marrit Nijman GGD Amsterdam

Transcript of een nieuwe werkwijze voor in het Voortgezet Onderwijs · 2017-08-03 · 3 1. Inleiding Jij en je...

Procesevaluatie van Jij en je gezondheid :

een nieuwe werkwijze

voor in het Voortgezet Onderwijs

September 2015

Anouk Wisse

Judith de Meij

Marcel van der Wal

Marrit Nijman

GGD Amsterdam

2

INHOUD

1. Inleiding 3

2. Het onderzoek: waarom, wat en hoe? 4

- Waarom Jij en je gezondheid? 4

- Wat houdt Jij en je gezondheid in? 5

- Hoe wordt Jij en je gezondheid onderzocht? 6

3. Wat is de kwaliteit van de uitvoering? 7

- Volledigheid van uitvoering 7

- Blootstelling en bereik 8

- Tevredenheid 10

4. Welke factoren bevorderen dan wel belemmeren de kwaliteit van 17

Jij en je gezondheid?

- Kenmerken van de omgeving 17

- Kenmerken van de organisatie 17

- Kenmerken van de gebruiker 19

- Kenmerken van de innovatie 20

5. Hoeveel leerlingen worden gesignaleerd met Jij en je gezondheid? 22

6. Is Jij en je gezondheid geschikt voor stadsbrede implementatie? 26

7. Wat zijn verbeterpunten voor Jij en je gezondheid ? 27

- Aanpassingen 27

- Aanbevelingen voor implementatie 32

- Wensen voor doorontwikkeling 34

Literatuur 36

Bijlage 1. De kleine lettertjes 37

Bijlage 2. Overzicht onduidelijkheden leerlingvragenlijst 40

Bijlage 3. Feedback leerlingen op leerlingvragenlijst 43

Bijlage 4. Feedback leerlingen op gezondheidsboodschappen 45

Bijlage 5. Feedback ouders op werkwijze 46

3

1. Inleiding

Jij en je gezondheid is een nieuw screeningsinstrument ontwikkeld door GGD Amsterdam, bestemd voor

leerlingen van 12 tot 19 jaar. Jij en je gezondheid wordt door de jeugdgezondheidszorg (JGZ) gebruikt bij

de contacten met leerlingen van het Voortgezet Onderwijs (VO) en het Middelbaar Beroepsonderwijs

(MBO). In hoofdstuk één wordt het hoe en waarom van Jij en je gezondheid toegelicht.

De toepasbaarheid van Jij en je gezondheid binnen de JGZ-contactmomenten is zowel op scholen in het

VO als in het MBO onderzocht. In schooljaar 2014/2015 is een pilot uitgevoerd bij drie GGD-en:

• GGD Amsterdam. De pilot is uitgevoerd op 6 VO scholen. Deelnemers varieerden in leerjaar (1

t/m 4) en opleidingsniveau (VMBO, Havo en VWO).

• GGD Drenthe. De pilot is uitgevoerd op 3 MBO scholen. Deelnemers waren afkomstig uit

leerjaar (1 of 2) en varieerden in opleidingsniveau (1, 2, 3 en 4).

• GGD Zaanstreek Waterland. De pilot is uitgevoerd op 1 VO-school (VMBO) in klas 2 en 4.

In dit onderzoeksrapport worden de resultaten van de pilot Jij en je gezondheid op de zes VO scholen in

Amsterdam beschreven. Voor de resultaten van de pilot bij GGD Drenthe en GGD Zaanstreek-Waterland

wordt naar de onderzoeksrapporten van deze instellingen verwezen1.

Op de website www.jijenjegezondheidinfo.nl is meer informatie te vinden over Jij en je gezondheid,

bijvoorbeeld de leerlingvragenlijsten, het schoolgezondheidsprofiel, gebruikershandleidingen en het

laatste nieuws.

1 Contactpersoon GGD Drenthe: Ermanda Feddema ([email protected])

Contactpersoon Zaanstreek-Waterland: Janine van Leeuwen ([email protected])

4

2. Het onderzoek: waarom, wat en hoe?

Jij en je gezondheid is een werkwijze waarmee leerlingen van het Voortgezet Onderwijs (VO) met

risicogedragingen en (een verhoogde kans op) sociaal-emotionele en sociaal-medische problemen actief

worden opgespoord door de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Waar nodig ontvangen leerlingen hulp en

worden leerlingen doorverwezen naar veelbelovende en effectieve preventieprogramma’s en zorg. Door

vroegsignalering en tijdige hulp komen leerlingen minder snel terecht bij zware hulp of gedwongen hulp

(crisishulp).

Waarom Jij en je gezondheid?

Professionalisering van de screening

Tot nu toe werd bij het preventieve JGZ contactmoment in klas 2 en 4 gewerkt met E-MOVO om

jongeren met (een verhoogd risico op) gezondheidsproblemen op te sporen. E-MOVO is echter opgezet

als monitor om de gezondheid van jongeren in kaart te brengen. De vragenlijst is niet gemaakt voor

screeningsdoeleinden. Jij en je gezondheid bestaat vrijwel uitsluitend uit betrouwbare en gevalideerde

screeningslijsten.

Gedrag beter in beeld

Uit onderzoek is gebleken dat gedrags- en leerproblemen beter door docenten gesignaleerd kunnen

worden dan via zelfrapportage van jongeren. Daarom kunnen mentoren in de pilot van Jij en je

gezondheid op indicatie een vragenlijst invullen over het (leer)gedrag van de leerling op school en in de

klas.

Inzicht in schoolklimaat

Het schoolklimaat wordt gemeten met 4 indicatoren. De mentor kan met de leerkrachtvragenlijst

aangeven in hoeverre elke leerling antisociaal en prosociaal gedrag vertoont. De leerling geeft aan in

hoeverre hij of zij antisociaal gedrag (pesten) en prosociaal gedrag (sociale steun) van medeleerlingen

ervaart.

Versterken eigen kracht en verantwoordelijkheid

Via een persoonlijk gezondheidsprofiel ontvangt elke leerling op basis van de gegeven antwoorden

passende voorlichting en tips. Ook kunnen jongeren in de leerlingvragenlijst aangeven of zij zelf een

gesprek willen met de jeugdarts of –verpleegkundige. Daarnaast is het via de jongerenwebsite van de

GGD, www.jouwggd.nl, voor alle jongeren mogelijk een chat aan te gaan met een jeugdarts of –

verpleegkundige.

Tijdig passende effectieve hulp

Momenteel is het geringe bereik van preventie het belangrijkste knelpunt in de strijd tegen sociaal-

emotionele en sociaal-medische problemen bij jongeren. Volgens schattingen bereiken interventies

slechts 5 tot 25 procent van de doelgroep (Meijer et al.,2006). Ook de deelname bij online interventies

valt tegen (Van Dorsselaer et al., 2010). Uit onderzoek is gebleken dat bij de jeugd een betere

afstemming nodig is tussen de zorgvraag en het interventieaanbod (Wierdsma, 2013). Binnen Jij en je

gezondheid is er een betere signalering en doelgroepselectie en worden voor alle doelgroepen

zorgpaden ontwikkeld, zodat er een betere afstemming ontstaat tussen zorgvraag en zorgaanbod.

5

Wat houdt Jij en je gezondheid in?

Jij en je gezondheid is een werkwijze die uit verschillende onderdelen bestaat: de leerlingvragenlijst, het

persoonlijk gezondheidsprofiel met gezondheidsboodschappen, de leerkrachtvragenlijst, risicotaxatie,

het gezondheidsconsult (gesprek van leerling met jeugdarts of –verpleegkundige), instrumenten voor

nader onderzoek op indicatie en zorgpaden voor een goede aansluiting van screening op programma-

aanbod. Daarnaast ontvangt elke school direct na afname van de vragenlijsten een terugkoppeling van

de resultaten op groepsniveau in een schoolprofiel.

Vragenlijsten

De digitale leerlingvragenlijst wordt klassikaal door alle leerlingen ingevuld en is samengesteld uit

bestaande valide vragenlijsten gericht op gedrag (op school en in de klas), psychische gezondheid (zoals

angst en depressie), leefgewoonten (zoals genotmiddelengebruik) en leefomgeving (thuis en op school).

Leerkrachten hebben een goed beeld van het gedrag en de schoolse vaardigheden van de leerlingen. In

de pilot van Jij en je gezondheid is om die reden ook een vragenlijst voor de leerkracht opgenomen. De

leerkracht kan voor elke leerling invullen in hoeverre deze prosociaal of antisociaal gedrag vertoont.

Daarnaast kunnen het werkgeheugen en gedrag in de klas in kaart worden gebracht.

Persoonlijk gezondheidsprofiel met boodschappen

Na het invullen van de vragenlijst kan de leerling meteen online zijn of haar gezondheidsprofiel inzien.

Het gezondheidsprofiel geeft per onderwerp (bijvoorbeeld alcohol) aan hoe het met de leerling gaat:

‘het gaat goed’, ‘het kan beter’ of ‘het gaat niet zo goed’. Op basis van het gezondheidsprofiel krijgt de

leerling per onderwerp een persoonlijk advies. Ook wordt verwezen naar betrouwbare websites (waar

mogelijk www.jouwggd.nl) waar de leerling meer informatie over een bepaald onderwerp kan vinden.

De leerlingen kunnen het gezondheidsprofiel en de gezondheidsadviezen doorsturen naar hun

privémail. Zo kunnen leerlingen op een later moment op hun gemak het profiel en de adviezen nog eens

bekijken. Ook is mogelijk om met de inlogcode op een later moment nogmaals in te loggen en de

adviezen te lezen.

Risicotaxatie, gezondheidsconsult en toeleiding

Jij en je gezondheid wordt gebruikt bij het preventief gezondheidsonderzoek van JGZ in klas 2 en 4 van

het VO. Op het VMBO bestaat het contactmoment uit het invullen van de leerlingvragenlijst en een

gezondheidsconsult bij de jeugdarts of –verpleegkundige. Tijdens het gezondheidsconsult wordt de

leerlingvragenlijst besproken en wordt de leerling gemeten en gewogen. HAVO- en VWO-leerlingen

vullen de leerlingvragenlijst in en worden door de doktersassistent(e) gemeten en gewogen. Bij

HAVO/VWO-leerlingen wordt op basis van de leerlingvragenlijst, meet- en weeggegevens en eventuele

aanvragen (school, ouders of de jongere zelf) gekeken of zij in aanmerking komen voor een

gezondheidsconsult. Leerlingen die ten tijde van de vragenlijst afname de gedachte hebben zichzelf te

doden worden direct opgeroepen voor een consult. De consulten vinden plaats op school, zonder de

ouder(s). De vragenlijst, informatie uit eerdere contacten, informatie van school of ouders en de lengte

en het gewicht van de leerling komen aan bod. De jeugdarts of –verpleegkundige luistert, ondersteunt,

informeert en adviseert de leerling bij kleine en grote problemen. Het ontzorgen en normaliseren staat

hierbij centraal. Indien nodig onderzoekt de jeugdarts of –verpleegkundige (mogelijk met behulp van

een aanvullende vragenlijst of klinisch diagnostisch interview) of het noodzakelijk is de jongere te

verwijzen en welke interventie passend is. De leerling geeft zelf aan welke informatie met de ouder(s) of

zorgcoördinator mag worden gedeeld. Indien noodzakelijk neemt de jeugdarts of –verpleegkundige

contact op met de ouder(s) of brengt hij/zij de leerling in ter bespreking in het multidisciplinair overleg

op school. Ook hier is het uitgangspunt dat de leerling ermee instemt.

6

Terugkoppeling van resultaten in schoolprofiel

De school ontvangt elk schooljaar na afloop van de afname van de vragenlijsten, per leerjaar, een

terugkoppeling van de resultaten op groepsniveau via het schoolprofiel. Het schoolprofiel wordt samen

met de jeugdarts of –verpleegkundige, de gezondheidsbevorderaar van de school, de zorgcoördinator

en eventueel de directeur besproken. Gezamenlijk wordt gekeken wat de aandachtspunten zijn voor de

school en wat er nodig is om de gezondheid van de leerlingen te bevorderen (Gezonde School). Daarbij

gaat de aandacht uit naar signaleren, schoolbeleid, educatie en omgeving.

Hoe wordt Jij en je gezondheid onderzocht?

In het schooljaar 2014-2015 is met Jij en je gezondheid een pilot uitgevoerd op 6 VO-scholen. De pilot is

begeleid met een actiegericht participatief onderzoek (procesevaluatie), waarbij de gebruikers intensief

betrokken zijn bij het proces van ontwikkeling en evaluatie. Verbeterpunten die tijdens het onderzoek

naar voren kwamen zijn zoveel mogelijk direct besproken in de werkgroep (met onder andere

beleidsadviseur/stafarts JGZ, teamleider JGZ, jeugdarts, applicatieontwikkelaars, epidemioloog en

andere onderzoekers) en verwerkt. Tijdens het onderzoek is gewerkt met een vaste groep jeugdartsen

en –verpleegkundigen, zij zijn bij het gehele proces betrokken. Daarnaast zijn leerlingen,

zorgcoördinatoren, ouders en gezondheidsbevorderaars meegenomen in het onderzoek. Het

onderzoeksmodel staat verder uitgewerkt in bijlage 1. In de procesevaluatie wordt gekeken naar de

kwaliteit van uitvoering, de bevorderende dan wel belemmerende factoren en de resultaten. Op basis

van de uitkomsten wordt bepaald of Jij en je gezondheid in het schooljaar 2015-2016 stadsbreed

geïmplementeerd wordt en wat de aanbevelingen zijn.

Onderzoeksvragen:

“Is Jij en je gezondheid geschikt voor screening door JGZ in het voortgezet onderwijs en toeleiding naar

passende preventieprogramma’s en zorg?”

1. Wat is de kwaliteit van de uitvoering?

- Volledigheid van uitvoering

- Blootstelling en bereik

- Tevredenheid

2. Welke factoren bevorderen of belemmeren de kwaliteit van Jij en je gezondheid?

- Kenmerken van de omgeving

- Kenmerken van de organisatie

- Kenmerken van de gebruiker

- Kenmerken van de innovatie

3. Hoeveel leerlingen worden gesignaleerd met Jij en je gezondheid?

4. Is Jij en je gezondheid geschikt voor stadsbrede implementatie?

5. Wat zijn verbeterpunten voor Jij en je gezondheid?

- Aanpassingen

- Aanbevelingen voor implementatie

- Wensen voor doorontwikkeling

7

3. Wat is de kwaliteit van de uitvoering?

Volledigheid van uitvoering

Afname leerlingvragenlijst Jij en je gezondheid op school

Zoals vooraf bepaald is de leerlingvragenlijst bij alle deelnemende klassen afgenomen als onderdeel van

het contactmoment jeugdgezondheidszorg (JGZ). Bij één klas liep het systeem van Jij en je gezondheid

vast, waardoor de leerlingen de vragenlijst niet konden afmaken. Ook bij een tweede poging gaf het

systeem problemen, waardoor niet alle leerlingen uit de desbetreffende klas de vragenlijst volledig

hebben ingevuld.

Uit de observaties is gebleken dat het per school verschilt hoe de afname van de leerlingvragenlijst

wordt georganiseerd. Vaak wordt de afname van de leerlingvragenlijst losgekoppeld van het meten en

wegen, bij 2 scholen werd dit gecombineerd. Leerlingen gingen hiervoor in groepjes van twee tijdens de

afname van de vragenlijst naar de doktersassistent(e) en maakten bij terugkomst de vragenlijst af. De

leerlingen hebben dit niet als vervelend ervaren. Bij de meeste scholen werd de vragenlijst per klas

afgenomen, bij één school werd de vragenlijst in één dubbel lokaal bij vier klassen tegelijk afgenomen.

De afname vond op alle scholen plaats in een computerlokaal, maar de opstelling van de tafels

verschilde per school. Soms zaten de leerlingen in rijen achter elkaar, soms in een cirkelopstelling. Soms

werd er op vaste computers gewerkt en soms op laptops. Meestal was er, volgens de richtlijnen, naast de

jeugdarts of –verpleegkundige een docent aanwezig om de orde in de klas te handhaven. Eenmaal was

er ook een ICT-beheerder aanwezig om eventuele computer- of internetproblemen snel te verhelpen. De

afname van de vragenlijst ging sneller dan verwacht, de meeste leerlingen waren binnen een halfuur

klaar. Hierdoor hadden de leerlingen voldoende tijd over om de persoonlijke gezondheidsboodschappen

te lezen.

Afname leerkrachtvragenlijst

Bij de werving van de scholen is het invullen van de leerkrachtvragenlijst als optie aangeboden. Tijdens

de pilot bleek het op scholen niet haalbaar om voor elke leerling de leerkrachtvragenlijst te laten

invullen. Dit onderdeel van Jij en je gezondheid is nieuw in vergelijking met E-MOVO en het vergt iets

extra’s van mentoren. Op enkele scholen worden andere methoden of vragenlijsten gebruikt om

leerlingen met problematisch (leer)gedrag op te sporen. De meeste mentoren hebben geen tijd om voor

alle leerlingen een vragenlijst in te vullen. Ook is het nut ervan nog niet bij alle scholen duidelijk.

Uiteindelijk heeft één mentor de leerkrachtvragenlijst ingevuld voor enkele leerlingen.

Risicotaxatie

De jeugdartsen en –verpleegkundigen hebben bij alle klassen risicotaxatie toegepast. Direct na de

afname zijn in de medewerkersmodule de uitslagen bekeken en is gekeken of leerlingen aangaven op

dat moment de gedachte hebben om zichzelf te doden. Bij één klas (de klas waarbij het systeem

vastliep) hadden nog niet alle leerlingen de vragen over suïcide ingevuld, waardoor de eerste

risicotaxatie niet kon worden uitgevoerd.

8

De VMBO-leerlingen zijn vervolgens allemaal opgeroepen voor een gezondheidsconsult. HAVO/VWO-

leerlingen werden uitgenodigd afhankelijk van de uitslag van de leerlingvragenlijst, de meet- en

weeggegevens en het dossier (alleen bij klas 2). Ook bij afwezigheid of wanneer een leerling zelf, de

ouder(s) of de school een gezondheidsconsult heeft aangevraagd is de leerling uitgenodigd.

Direct oproepen

De leerlingen die op het moment van invullen suïcidale gedachten hadden, zijn nog dezelfde week

gezien. Het was niet altijd mogelijk om de desbetreffende leerling, volgens protocol, dezelfde dag te

zien. De leerling was na de risicotaxatie niet meer op school aanwezig of de jeugdarts of –

verpleegkundige had geen tijd om dezelfde dag een leerling te zien.

Gezondheidsconsulten en toeleiding

De gezondheidsconsulten zijn grotendeels uitgevoerd zoals gepland. Bij de klas waarbij het systeem

vastliep hebben niet alle leerlingen de vragenlijst afgerond, waardoor voor bepaalde onderwerpen input

ontbrak voor het gezondheidsconsult (en eventuele toeleiding). Bij de overige gezondheidsconsulten is

met de leerlingen gesproken over de onderwerpen waarop zij verhoogd hadden gescoord.

Schoolprofielen

Het schoolprofiel is in de periode van het onderzoeksjaar ontwikkeld. Daardoor was het niet direct na

afloop van het contactmoment beschikbaar. Uiteindelijk is het schoolprofiel bij twee scholen gebruikt bij

het adviesgesprek.

Blootstelling en bereik

Aan het onderzoek hebben 6 VO-scholen deelgenomen: het Bindelmeer College (VMBO), het IVKO

(VMBO-t/HAVO), het Marcanti College (VMBO), het Montessori Lyceum Amsterdam (VMBO-t/HAVO),

het St. Nicolaaslyceum (HAVO/VWO) en Thamen (VMBO).

Leerlingen

In Amsterdam zijn 1624 leerlingen, verspreid over de 6 scholen, uitgenodigd voor het

gezondheidsonderzoek. In totaal hebben 1428 leerlingen (87,9 %) de leerlingvragenlijst ingevuld. Deze

respons is vergelijkbaar met de respons bij E-MOVO. Redenen dat leerlingen de vragenlijst niet invullen

zijn: weigering door ouder(s), weigering door leerling zelf, afwezigheid (bijvoorbeeld ziekte),

taalproblemen en overige problemen. Daarnaast hebben enkele leerlingen de leerlingvragenlijst niet

ingevuld vanwege de technische problemen met het systeem (was het geval bij één klas). In tabel 1 staat

de respons weergegeven, uitgesplitst naar onderwijsniveau. In tabel 2 staat weergegeven hoe de

leerlingen, die de leerlingvragenlijst hebben ingevuld, zijn verdeeld over de verschillende

onderwijsniveaus en leerjaren.

9

Tabel 1. Respons, uitgesplitst naar onderwijsniveau.

Aantal leerlingen totaal Vragenlijst ingevuld Responspercentage (%)

Totaal 1624 1428 87,9

VMBO 779 699 89,7

HAVO/VWO 845 729 86,3

Tabel 2. Deelnemende leerlingen, uitgesplitst naar onderwijsniveau en leerjaar.

Aantal leerlingen (N) Percentage (%)

Totaal 1428 100

VMBO 699 48,9

HAVO/VWO 729 51,1

Leerjaar 1 (VMBO) 91 6,4

Leerjaar 2 732 51,3

VMBO 246 33,6

HAVO/VWO 486 66,4

Leerjaar 3 (VMBO) 118 8,3

Leerjaar 4 487 34,1

VMBO 244 50,1

HAVO/VWO 243 49,9

Zorgcoördinatoren en mentoren

Alle betrokken zorgcoördinatoren zijn geïnformeerd over Jij en je gezondheid, de

leerlingvragenlijstafname en de consultplanning en geattendeerd op de leerkrachtvragenlijst. De

zorgcoördinatoren is gevraagd of er interesse was voor de leerkrachtvragenlijst en wat de

mogelijkheden waren deze uit te zetten bij de mentoren. Enkele mentoren en zorgcoördinatoren gaven

direct aan dat het niet haalbaar was om gedurende het pilotjaar de leerkrachtvragenlijst in te (laten)

vullen. Hiervoor moest eerst draagvlak gerealiseerd worden binnen het team, beleid aangepast worden

of meer tijd geregeld worden. Anderen waren positief en wilden het wel gaan proberen. Slechts één

mentor heeft tijdens het onderzoek de leerkrachtvragenlijst daadwerkelijk ingevuld voor enkele

leerlingen.

10

Jeugdartsen en -verpleegkundigen

De jeugdartsen en –verpleegkundigen van de deelnemende scholen hebben allemaal met Jij en je

gezondheid gewerkt. De toepassing bestaat voor jeugdartsen en –verpleegkundigen uit de afname van

de leerlingvragenlijst, het uitvoeren van risicotaxatie (bij HAVO/VWO), het direct oproepen, het voeren

van gezondheidsconsulten en eventueel toeleiden tot een passend preventie- of zorgprogramma. In

totaal hebben 2 jeugdartsen en 7 jeugdverpleegkundigen aan het onderzoek meegewerkt.

Tevredenheid leerlingen

Aan alle 1428 leerlingen zijn drie korte evaluatievragen voorgelegd aan het eind van de digitale

leerlingvragenlijst: in hoeverre de leerlingen de vragenlijst moeilijk vonden, of de leerlingen denken dat

de vragenlijst eerlijk wordt ingevuld door jongeren en wat er volgens de leerlingen beter kan in de

vragenlijst. Daarnaast hebben 7 focusgroepinterviews plaatsgevonden. Vijf focusgroepinterviews

vonden plaats op twee van de pilotscholen. Hierbij zijn vierdeklassers VMBO gesproken en

tweedeklassers HAVO/VWO. Eén focusgroepinterview vond plaats op een andere school. Hieraan

hebben eersteklassers VMBO-basis en kader deelgenomen. Er is gevraagd wat de leerlingen van de

vragenlijst en de gezondheidsboodschappen vinden. Daarnaast vond één focusgroepinterview plaats

met HAVO/VWO-vierdeklassers die niet afkomstig waren van een pilotschool. Dit gesprek was gericht

op het introductiefilmpje. In totaal zijn bijna 50 leerlingen gesproken.

Afname leerlingvragenlijst

De meeste leerlingen (81,4 procent) vonden het niet moeilijk om de vragenlijst in te vullen. Zij lichtten

dit toe door aan te geven dat zij niets te verbergen hebben, eerlijk antwoord hebben gegeven, de vragen

duidelijk vonden en/of zich niet schamen voor hun antwoorden. Een deel van de leerlingen vond het fijn

dat er meerkeuzevragen worden gesteld. Uit de focusgroepen bleek dat het merendeel van de leerlingen

het begrijpelijk vindt dat de GGD jongeren een vragenlijst voorlegt en vindt het ‘logisch’ dat de

onderwerpen van Jij en je gezondheid daarin worden nagevraagd. Een deel van de leerlingen (16,7

procent) vond het een beetje moeilijk om de vragenlijst in te vullen en 1,5 procent vond het heel moeilijk.

De voornaamste reden die door deze leerlingen werd genoemd was dat de vragen (te) privé waren. Eén

van de leerlingen antwoordde bijvoorbeeld: “De helft gaat jullie gewoon niks aan, dat is voor mij en de

mensen die dichtbij me staan”. Verder werd genoemd dat enkele vragen onduidelijk zijn, dat het

moeilijk is om een antwoord te kiezen en dat sommige vragen emoties oproepen; “Sommige dingen

werd ik verdrietig van”.

11

Ook is de leerlingen gevraagd of zij denken dat andere jongeren de vragenlijst eerlijk zullen invullen. Een

kwart van de leerlingen denkt dat anderen de vragen eerlijk zullen beantwoorden. Zij vertrouwen erop

dat hun gegevens vertrouwelijk worden behandeld, vinden het belangrijk om de vragenlijst eerlijk in te

vullen (het gaat om de eigen gezondheid) en zien het als een mogelijkheid om hulp te krijgen bij

eventuele problemen. Meer dan de helft van de leerlingen weet niet of anderen de leerlingvragenlijst

eerlijk zullen invullen en een vijfde denkt van niet. Een belangrijke reden die hiervoor wordt genoemd is

de privacy; 16,4 procent is van mening dat de vragen te privé zijn, 6,6 procent denkt dat anderen bang

zijn dat ouders of school de resultaten zullen zien en 1,4 procent denkt dat andere leerlingen bang zijn

dat er wordt meegekeken door klasgenoten. Een deel van de leerlingen (8,3 procent) geeft aan dat

anderen bang zijn eerlijk te antwoorden omdat ze zich schamen, omdat zij de vragenlijst niet boeiend

vinden en niet serieus nemen of om andere redenen. Bijvoorbeeld: “Ze zijn bang om het in te vullen, ze

zijn vooral bang dat ze uit huis worden geplaatst”. Volgens de leerlingen is de vragenlijst vooral zinvol

voor jongeren die iets over eventuele problemen kwijt willen en open staan voor hulp. Wanneer dat niet

het geval is zullen leerlingen de vragen niet eerlijk beantwoorden.

325 leerlingen hebben de laatste evaluatievraag beantwoord met opmerkingen of ideeën. Hiervan geeft

21,2 procent expliciet aan dat het een goede vragenlijst is. Zij antwoordden bijvoorbeeld: “Het was

helemaal top” en “Hij is een stuk beter dan vorige jaren”. Verschillende leerlingen geven aanbevelingen:

stel minder vragen, stel duidelijkere vragen, zorg voor meer antwoordcategorieën, formuleer de vragen

op een andere manier, herhaal de vragen niet en verwijder onderwerpen zoals zelfmoord en seksualiteit

uit de vragenlijst. Sommige leerlingen missen een open tekstvak bij de vragen, zij hebben de behoefte

om antwoorden toe te lichten. Een aantal leerlingen had behoefte aan meer privacy en adviseerde de

vragen niet in een openbare ruimte te stellen of zelfs face-to-face te stellen. Voor enkele leerlingen voelt

het niet vertrouwd om na het invullen van de vragenlijst een emailadres op te geven voor het versturen

van de gezondheidsboodschappen. Wellicht voelt het meer vertrouwd als het emailadres pas na het

lezen van de boodschappen wordt gevraagd, dan weten de leerlingen waarvoor ze hun emailadres

opgeven. In bijlage 2 staan de vragen en begrippen die leerlingen onduidelijk vinden, in bijlage 3 staat

feedback op de vragen per onderwerp weergegeven.

Gezondheidsboodschappen

Leerlingen gaan verschillend om met de gezondheidsboodschappen: sommige leerlingen lezen alle

boodschappen aandachtig door, anderen lezen ze nauwelijks. Sommige leerlingen weten al veel over

gezondheid. Sommigen weten dat hun gedrag niet gezond is, maar willen hun gedrag niet veranderen

en hebben geen behoefte aan informatie. Andere leerlingen geven aan de gezondheidsboodschappen

wel nuttig te vinden. Weinig leerlingen klikken door naar genoemde websites. Leerlingen geven aan

geen zin of tijd te hebben of bang te zijn dat ze daar nog meer vragen moeten beantwoorden. Alleen de

leerlingen die echt meer willen weten over het desbetreffende onderwerp klikken door. Sommige

leerlingen kijken vooral naar de oranje en rode boodschappen: ‘Bij een groene score gaat het goed dus

heb je geen advies en tips nodig’. Andere leerlingen lezen ook de groene boodschappen: ‘Het is altijd fijn

om te horen dat dingen goed gaan’. Leerlingen vinden het fijn dat de gezondheidsboodschappen eerst in

zwart/wit worden weergegeven, dan ziet niet direct iedereen de uitslag. Over het algemeen vinden de

leerlingen de gezondheidsboodschappen duidelijk. Wel zouden de tips concreter mogen, zoals bij roken,

zodat leerlingen er direct wat mee kunnen. Bij veel boodschappen wordt de leerling verwezen naar een

vertrouwenspersoon, maar leerlingen vinden het onduidelijk wat dat hen gaat opleveren. In bijlage 4

staat de inhoudelijke feedback op de gezondheidsboodschappen per onderwerp weergegeven.

12

Introductiefilmpje

Leerlingen vinden het introductiefilmpje helder, duidelijk en informatief. De jeugdverpleegkundige komt

betrouwbaar over (mede omdat het een vrouw is) en geeft goed uitleg over de regels, de privacy en de

kleurcodes. Ook wordt duidelijk dat eerlijk antwoorden belangrijk is, dat er geen foute antwoorden zijn

en dat je hulp kunt krijgen waar nodig. Over het algemeen geeft het filmpje een relaxte indruk, waardoor

leerlingen ook relaxed over de vragenlijst denken.

Het grootste struikelblok dat wordt genoemd is dat de acteurs (vooral van het vierdeklas filmpje)

overduidelijk veel jongere personages spelen dan dat zij zelf zijn. Het ziet er onrealistisch en geforceerd

uit. Het komt onnatuurlijk over waardoor het ongeloofwaardig wordt. Leerlingen voelen zich als ‘jonge

kinderen’ benaderd en niet serieus genomen. Daarnaast zijn de acteurs erg stereotype: een Antilliaanse

jongen die dom is en een blond meisje dat slim is. Beide acteurs zijn slank en knap. Om meer aan te

sluiten bij de werkelijkheid is het aan te bevelen andere acteurs te nemen, bijvoorbeeld een dikker type

of een jongen met beugel. Daarnaast wordt aangeraden om voorbeelden van een klas te laten zien of

jongeren te laten vertellen wat het gezondheidsonderzoek hen heeft opgeleverd. Liefst hebben de

jongeren een zo kort mogelijk fimpje zonder herhaling.

Tevredenheid jeugdartsen en –verpleegkundigen

Jeugdartsen en –verpleegkundigen hebben hun meningen en ervaringen gedeeld via een

evaluatieformulier en vier focusgroepen. Twee voorafgaand aan de pilot, één halverwege en één aan het

eind van de pilot. Daarnaast hebben zij gedurende het onderzoek regelmatig contact gehad met de

onderzoekers om ervaringen en opmerkingen (direct) te bespreken. Ook hadden zij een logboek waar zij

knelpunten, vragen en opmerkingen in konden bijhouden.

Leerlingvragenlijst

Inhoudelijk

Alle jeugdartsen en –verpleegkundigen vinden de leerlingenlijst van Jij en je gezondheid een geschikt

instrument voor het opsporen van (risico op) sociaal-emotionele en sociaal-medische problemen. Ze zijn

positief over het feit dat de vragenlijsten gevalideerd zijn en beter aansluiten op het zorg- en

preventieaanbod. De antwoorden geven een goed beeld van een leerling. In vergelijking met E-MOVO

zijn de vragen directer waardoor sneller blijkt wat er speelt. Hierdoor verloopt het gesprek constructief

en komt men sneller tot de kern. De Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) wordt gemist in de

leerlingvragenlijst: zowel als input voor de eigen gezondheidsconsulten als voor de communicatie

richting school (SDQ is een vragenlijst die veel scholen kennen). Wanneer de achterliggende informatie

wordt uitgelegd staan ze er minder negatief tegenover: (1) de SDQ is een generieke screeningslijst met

grove indicatie, (2) per construct in de SDQ is in Jij en je gezondheid een volwaardige screeningslijst

opgenomen, (3) de SDQ biedt alleen een emotionele schaal (geen onderscheid tussen angst en

depressie), (4) subschalen van de SDQ zijn niet geschikt voor doorverwijzing en (5) de schalen in Jij en je

gezondheid sluiten beter aan bij het GZ aanbod (afgestemd met zorgaanbieders).

13

De jeugdartsen en –verpleegkundigen vinden het een meerwaarde dat ook de thuissituatie en

eetstoornissen worden nagevraagd. Over psychotische klachten zijn de meningen verdeeld. Wel is

gebleken dat juist bij psychotische klachten en eetstoornissen soms niet alle vragen goed begrepen

worden. Vooral vragen waarbij sprake is van een dubbele ontkenning worden regelmatig verkeerd

begrepen. De jeugdartsen en –verpleegkundigen zijn positief over het open tekstvak aan het eind van de

vragenlijst. Dit geeft jongeren de mogelijkheid om zelf andere onderwerpen of problemen aan te

kaarten. Jeugdartsen en –verpleegkundige hebben verschillende keren de vraag gekregen hoe leerlingen

hun zorgen kunnen uiten over een (vriend)in of klasgenoot. De jeugdartsen en –verpleegkundigen

vinden dat de terminologie van de leerlingvragenlijst beter kan: bijvoorbeeld ‘rare gedachten’ impliceert

dat het raar is dat een leerling bepaalde gedachten heeft. Daarnaast missen zij bepaalde onderwerpen in

de leerlingvragenlijst: concentratie (alleen inzichtelijk voor leerkracht en zorgcoördinator), sociale

media, gehoorschade, sexting & grooming, homoseksualiteit en harddrugs. Ze vinden het goed dat de

leerlingen hun persoonlijke gezondheidsprofiel via e-mail toegestuurd kunnen krijgen, al is het lastig om

hierbij de privacy te waarborgen (zodat de uitslag niet bij de ouder(s) terecht komt).

Afname

De jeugdartsen en –verpleegkundigen vinden het positief dat de afname van de leerlingvragenlijst bij de

meeste leerlingen niet langer dan 30 minuten duurt en dat de leerlingen goed geconcentreerd blijven.

Over het algemeen vinden de jeugdartsen en –verpleegkundigen de klassikale afname een goede manier

om de leerlingvragenlijst af te nemen: het bereik is groot. In de praktijk is het een uitdaging gebleken om

afnames tijdig en in goed overleg in te plannen. Daarnaast blijkt het lastig om de privacy van de

leerlingen te waarborgen tijdens de afname. Een examenopstelling is ideaal, maar vaak niet haalbaar.

Risicotaxatie

Inhoudelijk

Bij enkele onderwerpen hadden de jeugdartsen en –verpleegkundigen twijfels over de afkappunten:

worden geen leerlingen gemist of worden juist niet te veel leerlingen opgeroepen? De jeugdartsen en –

verpleegkundigen vinden dat de oproepcriteria vooral gericht zijn op zorg. Ze zouden graag meer

leerlingen met een ‘oranje’ score oproepen zodat ze zich meer kunnen richten op preventie. Ze vinden

het een gemiste kans dat er geen leerlingen worden opgeroepen op basis van de Kidscreen (Hoe gaat

het met je?) en opvallend dat geen leerlingen worden oproepen die één keer een ongewenste seksuele

ervaring hebben gehad maar zeggen daar geen last meer van te hebben. Daarnaast vinden sommigen

het jammer dat leerlingen niet op basis van leefstijl (voeding, bewegen, roken en onveilige seks) worden

opgeroepen voor een gezondheidsconsult. Dat deze uitslagen op groepsniveau direct beschikbaar

komen in het schoolprofiel wordt wel als een groot voordeel ervaren. Op die manier kunnen riskante

leefstijlgedragingen op school met groepsinterventies worden aangepakt.

14

Uitvoering

De jeugdartsen en –verpleegkundigen vinden de medewerkersmodule geschikt voor risicotaxatie en

voelen zich deskundig genoeg om de risicotaxatie binnen Jij en je gezondheid goed toe te passen. Ze

vinden het een meerwaarde dat leerlingen met een sterk verhoogd risico op suïcide direct gesignaleerd

worden. De risicotaxatie werkt efficiënt omdat alle leerlingen (ook degenen die de vragenlijst niet

hebben ingevuld) zichtbaar zijn in de medewerkersmodule en meteen zichtbaar is welke leerlingen

prioriteit hebben omdat ze veel oranje of rood scoren. Ook geeft het klassenoverzicht inzicht in welke

problemen de boventoon voeren in desbetreffende klas. Ze vinden het een pluspunt dat bij elke leerling

de gezinssamenstelling zichtbaar is, dat geeft direct informatie over de thuissituatie. De jeugdartsen en

–verpleegkundigen vinden dat ze vaak moeten klikken voordat ze een precies beeld hebben van de

leerling en op itemniveau zien wat een leerling geantwoord heeft.

Gezondheidsconsulten

Inhoudelijk zijn de gezondheidsconsulten anders dan bij E-MOVO, er komen nieuwe onderwerpen aan

bod zoals eetproblemen, psychotische klachten en thuissituatie. Deze onderwerpen leiden in veel

gevallen tot een open gesprek. Gedrag komt minder aan bod, dat is een gemis. Eén

jeugdverpleegkundige heeft het idee dat er minder spontane dingen naar boven komen dan bij E-

MOVO, anderzijds is meerdere malen gebleken dat de Jij en je gezondheid vragenlijst de leerlingen aan

het denken heeft gezet. Doordat specifieke problemen worden nagevraagd, wordt een probleem snel

concreet. Daardoor komt het gezondheidsconsult sneller ‘to-the-point’. Eén jeugdverpleegkundige zou

het een meerwaarde vinden als er gezondheidswebsites aan de medewerkersmodule worden

toegevoegd. Die kunnen de jeugdartsen en –verpleegkundigen waar nodig aan de leerlingen meegeven.

De jeugdartsen en –verpleegkundigen voelen zich bekwaam genoeg om de gezondheidsconsulten uit te

voeren, maar spreken de voorkeur uit voor een training om de deskundigheid (vooral op gebied van de

nieuwe onderwerpen) te vergroten.

Toeleiding

De jeugdartsen en –verpleegkundigen vinden het voor enkele problemen lastig in te schatten welke

vervolgactie of doorverwijzing gepast is. Voor sommige onderwerpen hebben ze in de loop der tijd hun

eigen ‘sociale kaart’ ontwikkeld, maar voor andere onderwerpen is het nog onduidelijk wat het aanbod is

of wat de exacte criteria zijn van een bepaald preventie- of zorgprogramma. Tijdens de pilot waren de

zorgpaden nog niet (volledig) uitgewerkt, waardoor geen enkele jeugdarts of -verpleegkundige de

zorgpaden inhoudelijk heeft kunnen beoordelen.

Schoolprofiel

De jeugdarts en –verpleegkundige die het schoolprofiel al tijdens de pilot hebben gebruikt bij het

adviesgesprek vinden dat de inhoud een goede terugkoppeling geeft van de resultaten op groepsniveau.

Het profiel geeft een neutrale weergave van de uitkomsten, de school wordt niet direct ‘beoordeeld’. De

vergelijking met de Amsterdamse cijfers is handig als referentie. De inhoud van het schoolprofiel is goed

bruikbaar voor het adviesgesprek, maar zonder toelichting weinig geschikt om binnen de school te

verspreiden. Met meer concrete uitleg wordt de kans groter dat de cijfers op de juiste manier worden

geïnterpreteerd. Voor het adviesgesprek zou het fijn zijn als de jeugdarts of –verpleegkundige zelf over

aanvullende informatie kan beschikken zoals groepsuitslagen op enkele afzonderlijke items

(vraagniveau).

15

Tevredenheid zorgcoördinatoren

Leerlingvragenlijst

Inhoudelijk

De zorgcoördinatoren zijn van mening dat het tijdig opsporen van (risico op) sociaal-emotionele en

sociaal medische problemen en verwijzing naar de juiste hulp een belangrijke taak is van de

jeugdgezondheidszorg. Vraag hierbij is hoe deze taak zo goed mogelijk gedeeld kan worden met school

en andere ketenpartners. De leerlingvragenlijst van Jij en je gezondheid is een goed instrument om

risicoleerlingen te signaleren. Het feit dat ook door de mentor een vragenlijst wordt ingevuld vergroot de

betrouwbaarheid. Het blijft altijd de vraag of leerlingen niet sociaal-wenselijk antwoorden. Een

onderwerp dat wordt gemist is cyberpesten. Ook de leefomgeving zou iets breder uitgevraagd kunnen

worden, het komt regelmatig voor dat leerlingen de dupe zijn van een ernstige echtscheidingssituatie.

Uitvoering

De zorgcoördinatoren vinden de klassikale afname, onder toezicht van een jeugdarts of –

verpleegkundige, een goede manier. Enkele zorgcoördinatoren zijn van mening dat leerlingen een

dergelijke vragenlijst thuis niet zouden invullen. In de praktijk kan de afname van de leerlingvragenlijst

wringen met de planning van de school: in het lesprogramma is weinig tijd voor een vragenlijstafname

en het gebruik van een computerlokaal is niet altijd mogelijk wanneer de jeugdarts of –verpleegkundige

aanwezig is. Een tijdige (jaar)planning kan hierbij uitkomst bieden.

Leerkrachtvragenlijst

Inhoudelijk

Zorgcoördinatoren vinden het een taak van de school om (samen met de ouders) gedragsproblemen en

leerproblemen te signaleren. Daarvoor kan een screeningsvragenlijst gebruikt worden, het eigen inzicht

van docenten speelt echter ook een belangrijke rol. Plak niet onnodig een label op een leerling en zet in

op normaliseren in plaats van problematiseren. Eén van de zorgcoördinatoren heeft de vragenlijsten

over gedragsproblemen, concentratieproblemen en werkgeheugen voor 4 leerlingen ingevuld. De

zorgcoördinatoren vinden de vragenlijsten goed, eentje vindt het aantal vragen (te) beperkt voor een

doorverwijzing. Het onderwerp ‘aandacht vragen’ wordt gemist, net als een ruimte voor opmerkingen

(bijvoorbeeld is de leerling ziek geweest, zijn er problemen thuis etc). Eén zorgcoördinator mist de

NVPJ-2, gericht op schoolvaardigheden.

Uitvoering

De meeste zorgcoördinatoren zijn van mening dat de leerkrachtvragenlijst het beste door de mentor

kan worden ingevuld en eventueel (wanneer de leerling al bekend is bij het zorgteam) door de

zorgcoördinator. De leerkrachtvragenlijst dient voor alle zorgcoördinatoren beschikbaar te zijn. Eén

zorgcoördinator geeft aan dat ook andere leerkrachten een vragenlijst zouden moeten kunnen invullen

wanneer zij zich afvragen wat er met een leerling aan de hand is of waarom een leerling niet goed

functioneert. Het invullen van de vragenlijst kost ongeveer 5 à 10 minuten per leerling. Het is niet nodig

om deze vragenlijsten voor alle leerlingen in te vullen, dat zou leiden tot onnodige administratieve

lasten. De leerkrachtvragenlijst is nuttig wanneer een leerling verhoogd scoort op de leerlingvragenlijst,

wanneer een leerkracht vermoedens heeft van problemen en wanneer de ontwikkeling van een leerling

stagneert. Zorgcoördinatoren vinden een instructie wenselijk voor het invullen van de

leerkrachtvragenlijst: wanneer en hoe te gebruiken, gaat het om gedrag dat zichtbaar is of ook om een

gevoel? Daarnaast is het wenselijk dat de uitslag direct zichtbaar is en dat het op korte termijn mogelijk

is hiermee aan de slag te gaan. Een concreet handelingsplan voor in de klas is hierbij een wens.

16

Samenwerking school en GGD

Over de samenwerking tussen de school en de GGD rondom Jij en je gezondheid zijn de

zorgcoördinatoren over het algemeen tevreden: er is tijdig overleg, er zijn vaste mensen betrokken bij de

planning, er is regelmatig contact, JGZ-medewerkers zijn flexibel inzetbaar en opmerkingen/adviezen

worden serieus genomen. Eén zorgcoördinator vindt het jammer dat de school geen inzicht krijgt in

welke leerlingen worden opgeroepen voor een gezondheidsconsult, dit zou de samenwerking kunnen

verbeteren.

Communicatie

De ouderbrief kan inhoudelijk beter en mogelijk digitaal. Enkele zorgcoördinatoren pleiten voor een

informatiebrief die vanuit school verstuurd wordt, anderen vinden juist dat de brief los van school

verstuurd zou moeten worden. Het is belangrijk om duidelijk uitleg te geven over de privacy. Ook is het

goed om de vragenlijst voor ouders inzichtelijk te maken. Daarnaast is het voor school handiger als

ouders direct via de GGD (algemeen mailadres) kunnen laten weten dat ze geen toestemming geven

voor deelname aan het gezondheidsonderzoek. Nu komt het nog wel eens voor dat bezwaarbriefjes

kwijt zijn of te laat binnen komen. Voor de leerlingen zou het goed zijn als er flyers worden uitgedeeld

zodat ze weten dat de vragenlijst afname eraan komt. Ook zijn richtlijnen gewenst voor de mentor of

leerkracht die de vragenlijst-afname begeleidt.

Huidig gebruik gezondheidsvragenlijsten

Op dit moment worden verschillende vragenlijsten gebruikt op de scholen: SVL (schoolervaring en

gedrag), NIO (wanneer wordt getwijfeld aan het niveau van de leerling), SEV (wanneer gedacht wordt

aan sociaal-emotionele problemen), VvGK (wanneer gedacht wordt aan gedragsproblemen) en de

NPVJ-2 (schoolvaardigheden). Er zijn ook scholen waar geen vragenlijsten worden gebruikt.

17

4. Welke factoren bevorderen of belemmeren de kwaliteit van Jij en je gezondheid ?

Kenmerken van de omgeving

Programma-aanbod

Wanneer lokaal zorgaanbod niet beschikbaar is of niet aansluit bij de zorgvraag heeft screenen weinig

nut. Het is belangrijk dat er lokaal een passend zorgaanbod komt voor de onderwerpen die binnen Jij en

je gezondheid worden nagevraagd.

Kenmerken van de organisatie (JGZ en school)

Planning en samenwerking

De samenwerking tussen JGZ en school verschilt per school. Met enkele scholen verloopt de

samenwerking voorspoedig en door goed onderling contact kost het inplannen van het contactmoment

(vragenlijstafnames en gezondheidsconsulten) weinig moeite. Bij andere scholen laat de samenwerking

(nog) te wensen over: de motivatie of middelen ontbreken, waardoor het veel moeite kost om het

contactmoment in te plannen en uit te voeren. Wanneer zorgcoördinatoren en directie tijdig worden

ingelicht en betrokken levert dat meer begrip op en minder moeilijkheden qua planning.

Afname leerlingvragenlijst

In Amstelland wordt de leerlingvragenlijst afgenomen door de doktersassistent. Om vijf redenen heeft

het de voorkeur om de leerlingvragenlijst te laten afnemen door de jeugdverpleegkundige of -arts. (1)

Leerlingen zien bij wie ze op gesprek gaan, dit wekt vertrouwen. (2) De jeugdverpleegkundige krijgt een

eerste indruk van de klas en de leerlingen en kan direct anticiperen op vragen en problemen. (3) Direct

na afname van de leerlingvragenlijst bekijkt de jeugdverpleegkundige of er leerlingen zijn die direct

gezien moeten worden. Wanneer er leerlingen zijn die direct gezien moeten dient de

jeugdverpleegkundige of –arts op school aanwezig te zijn. (4) Doktersassistenten kunnen inhoudelijke

vragen van leerlingen minder goed beantwoorden. (5) Doktersassistenten mogen geen hulp bieden als

dit naar aanleiding van de vragenlijstafname nodig blijkt te zijn.

Privacy leerlingen

Leerlingen vinden hun privacy belangrijk, zowel ten opzichte van ouders als ten opzichte van

medeleerlingen en school. Daarom is het belangrijk om vooraf duidelijk uit te leggen wat er met de

antwoorden gebeurt en wie de antwoorden kan inzien. Omdat vaak geen sprake is van een

examenopstelling tijdens afname van de leerlingvragenlijst, kunnen leerlingen bij elkaar meekijken en is

het lastig de privacy te waarborgen. Wanneer het waarborgen van privacy tijdens de vragenlijstafname

als doelstelling wordt opgenomen in het protocol, krijgt de klasinrichting wellicht meer aandacht. Een

andere mogelijkheid om de privacy te waarborgen is dat leerlingen de vragenlijst via hun smartphone

kunnen invullen.

18

Direct oproepen

In de praktijk was het niet altijd mogelijk om leerlingen met een sterk verhoogd risico op suïcide nog

dezelfde dag te zien: de leerling was al naar huis, de jeugdarts of –verpleegkundige had zelf te weinig tijd

of er was geen adequate ruimte beschikbaar. Wanneer protocol van direct oproepen vooraf met school

en het planbureau wordt besproken en wordt opgenomen in de planning is de kans groter dat het wel

mogelijk is deze leerlingen dezelfde dag te zien.

Registratie

Voor de jeugdartsen en –verpleegkundigen was het aan het begin van de pilot soms onduidelijk welke

informatie ze in Kidos (digitaal kinddossier) moesten registreren. Het zou goed zijn om de

gezinssamenstelling op te nemen in Kidos, dat wordt (bijna) altijd goed ingevuld en is erg informatief

voor in het kinddossier. Idealiter worden de twee systemen (Jij en je gezondheid en Kidos) aan elkaar

gekoppeld waardoor uitslagen automatisch worden weggeschreven in het kinddossier.

Gebruik smartphone

Door het ontbreken van smartphones is het voor jeugdartsen en –verpleegkundigen niet mogelijk om

met leerlingen in contact te komen via Whatsapp. Voor leerlingen is dit juist hét communicatiemiddel.

Wanneer dit wel mogelijk is kan makkelijker contact gemaakt worden met leerlingen voor of na het

gezondheidsconsult. Hiervoor moeten wel mobiele telefoonnummers van leerlingen worden

nagevraagd.

Scholing

Scholing kan bijdragen aan de doelstelling van het contactmoment: risicojongeren tijdig signaleren en

de juiste zorg aanbieden. Vooral bij de nieuwe onderwerpen zoals psychotische klachten, eetstoornissen

en posttraumatische stress is meer kennis gewenst: wanneer is er sprake van een probleem en wat zijn

de mogelijkheden qua toeleiding? Maar ook bij andere onderwerpen kan scholing de signalering en

toeleiding ten goede komen.

Leerjaar van afname

De meningen van de jeugdartsen en –verpleegkundigen zijn verdeeld over de vraag tijdens welke

leerjaren de afname van Jij en je gezondheid het beste tot zijn recht komt. Enkelen hebben een voorkeur

voor klas 1 en 3 (op het VMBO): het sluit beter aan op het PGO 10 en problemen worden eerder

gesignaleerd. Anderen spreken de voorkeur uit om het bij klas 2 en 4 te houden: in de 4e klas hebben de

leerlingen een leeftijd waarop er veel lijkt te veranderen in de weg naar volwassenheid. Daarnaast

kunnen de vragen best confronterend zijn, dit lijkt te heftig voor eersteklassers die soms nog niet in de

puberteit zitten en pas net naar het VO gaan. Ook onder de zorgcoördinatoren heerst verdeeldheid.

Voordeel van klas 1 is dat de leerlingen snel na de basisschool gezien worden en eventuele problematiek

vroegtijdig gesignaleerd wordt en daardoor beter is op te lossen. Aan de andere kant hebben leerlingen

in klas 2 meer ervaring met bijvoorbeeld genotmiddelen. Eén zorgcoördinator vindt het een optie om de

leerlingvragenlijst vaker af te nemen.

19

Kenmerken van de gebruiker (leerlingen, professionals en ouders)

Leerlingen

Uit de evaluatievragen van de leerlingen bleek dat relatief jonge leerlingen (klas 1 en 2) de vragenlijst

moeilijker vinden dan oudere leerlingen (klas 3 en 4). De jonge leerlingen vinden de vragen vaker

onduidelijk. Ook is verrassend genoeg gebleken dat HAVO/VWO-leerlingen de vragenlijst moeilijker

vinden dan VMBO-leerlingen. Vooral leerlingen met een Surinaamse achtergrond (30,1 procent) vinden

de vragen (te) privé. Bij de Nederlandse en Marokkaanse jongeren geldt dit voor 13,1 procent. Van de

Turkse jongeren vond slechts 11,1 procent de vragen te privé. De ervaring van de jeugdarts is echter dat

ook Turkse en Marokkaanse leerlingen moeite hebben met persoonlijke vragen.

Professionals

Zorgcoördinatoren willen graag zo snel mogelijk de resultaten op schoolniveau inzien. Het is mooi dat

dit met Jij en je gezondheid via het schoolprofiel direct teruggekoppeld kan worden. Vooral bij de

onderwerpen suïcide en mishandeling willen scholen graag weten welke leerlingen dit betreft. Voor de

jeugdarts of –verpleegkundige kan het dan lastig zijn niet teveel in detail te treden. Eén

jeugdverpleegkundige zou liever nabespreken met de mentor in plaats van zorgcoördinator, omdat de

mentor de leerlingen beter kent.

Ouders

Uit de gesprekken met ouders bleek dat het merendeel niet weet dat JGZ ook actief is op het VO.

Ouders kennen vooral de zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werker of intern begeleider. Ouders

wensen meer betrokken te worden bij de contactmomenten op het VO: tijdig geïnformeerd worden over

afname van de vragenlijst en wanneer sprake is van problemen, vragen kunnen inzien, controle hebben

over de gegevens en meebeslissen of de school of een andere instantie betrokken wordt. Het proactieve

karakter van de werkwijze met screeningslijsten wordt door de meeste ouders als positief beoordeeld.

De jeugdgezondheidszorg wordt bovendien als een deskundige organisatie gezien en men heeft

vertrouwen in de professionaliteit van de jeugdartsen en –verpleegkundigen. Rondom de

contactmomenten vinden ouders de volgende aspecten belangrijk: (1) de mogelijkheid om bezwaar te

kunnen maken, (2) continuïteit (niet elke keer een andere jeugdarts of -verpleegkundige), (3) goede

informatie over privacy en beveiliging van gegevens, (4) duidelijkheid wat er met de gevoelige

informatie gebeurt, (5) juiste benadering van leerlingen (niet oneindig doorvragen) en (7) goede

afstemming met zorgverleners wanneer leerlingen al zorg ontvangen. Wanneer ouders ervaren hebben

niet of niet op de juiste manier te worden betrokken, zijn ze zeer kritisch tegenover JGZ.

Vooral ouders van Turkse en Marokkaanse afkomst staan kritisch tegenover JGZ op het VO. Zij zijn van

mening dat leerlingen met vragen of problemen terecht kunnen bij de ouder(s), mentor en

zorgcoördinator. Ze zijn bang dat antwoorden van leerlingen niet goed geïnterpreteerd worden. Daarbij

heerst bij deze ouders het gevoel dat de normen en waarden van hun cultuur als abnormaal worden

gezien door de jeugdarts of –verpleegkundige. Ze hebben het idee dat er snel andere instanties bij

worden betrokken met uiteindelijk uithuisplaatsing als gevolg. In bijlage 5 staan de meningen van ouders

uitgebreider beschreven.

20

Kenmerken van de innovatie (Jij en je gezondheid)

Introductiefilmpje

Het filmpje met uitleg over de vragenlijst voor de leerlingen is nu nog gebaseerd op E-MOVO. Een nieuw

introductiefilmpje aangepast aan Jij en je gezondheid zou een verbetering zijn. In het filmpje is meer

uitleg gewenst rondom de privacy van de leerling: (te) veel leerlingen denken nog dat de antwoorden

ook zichtbaar zijn voor ouders, mentoren en/of docenten. Eén medewerker vindt het introductiefilmpje

voor de vierde klas te kinderachtig: vierdeklassers verliezen hierdoor de aandacht.

Leerlingvragenlijst

De leeringvragenlijst wordt gemiddeld sneller ingevuld dan de E-MOVO vragenlijst. De vragen over

eetstoornissen en psychotische klachten worden soms niet goed begrepen door leerlingen. Dat is

meerdere malen tijdens het gezondheidsconsult gebleken. De antwoorden bleken niet te kloppen

waardoor leerlingen onterecht werden opgeroepen. Verder zijn zowel de leerlingen als de jeugdartsen

en –verpleegkundigen overwegend positief (zie tevredenheid, vanaf pagina 10).

Afkappunten

Over de afkappunten bij emotionele problemen (RCADS) en mishandeling (CTQ-SF) bestaan twijfels:

worden hierbij geen leerlingen met (beginnende) problematiek gemist? Bij emotionele problemen lijken

deze twijfels terecht. Uit het databestand is gebleken dat met de bestaande afkappunten weinig

leerlingen worden gesignaleerd. Dit komt niet overeen met de literatuur (Dunnink, 2009). Bij bewegen,

rare gedachten (APSS) en eetproblemen (SCOFF) scoorden leerlingen in de pilot juist (te) snel rood.

Medewerkersmodule

De medewerkersmodule is handig in gebruik. Het wordt een pluspunt wanneer de instrumenten voor

nader (diagnostisch) onderzoek, die kunnen worden toegepast bij (vermoedens van) problemen,

beschikbaar komen in de medewerkersmodule. Het hanteren van deze instrumenten bevordert de

professionaliteit en draagt eraan bij dat de jeugdartsen en –verpleegkundigen een goed beeld kunnen

vormen van welke zorg aansluit bij de leerling. Daarnaast is het een voordeel wanneer het in de

medewerkersmodule mogelijk is om per klas een overzicht op te vragen op welk onderwerp de meeste

problemen voorkomen. Ook inzicht in mogelijke samenhang tussen psychosociale onderwerpen zou

nuttig zijn.

21

Schoolprofiel

Het schoolprofiel is overzichtelijk en geeft een duidelijke terugkoppeling van de resultaten op

groepsniveau. Wanneer foto’s worden toegevoegd spreekt het mogelijk nog meer aan. Omdat de

psychosociale onderwerpen specifiek worden uitgevraagd, komt de psychische gezondheid ook

uitgebreid aan bod. Dit geeft de zorgcoördinator meer inzicht in wat de jeugdarts of –verpleegkundige

kan betekenen voor leerlingen. De resultaten worden per leerjaar gerapporteerd. Omdat scholen soms

leerjaren willen vergelijken zou het handig zijn om twee leerjaren in één schoolprofiel op te nemen. Eén

school zou graag vergeleken willen worden met vergelijkbare scholen (niet qua opleidingsniveau, maar

qua populatie). De gezondheidsbevorderaars vinden dat het schoolprofiel een overzichtelijke en

duidelijke terugkoppeling geeft van de resultaten op groepsniveau. In vergelijking met het E-MOVO

schoolprofiel bevat het minder cijfers en uitleg. Voor de gezondheidsbevorderaars was het soms niet

helemaal duidelijk wat een ‘oranje’ of ‘rode’ score nu eigenlijk betekent en wanneer een leerling wordt

opgeroepen voor een gezondheidsconsult. Tijdige scholing kan hierbij uitkomst bieden. Voor de nieuwe

onderwerpen vonden zij het tijdens de pilot lastig een koppeling te maken met het bestaande

programma-aanbod. Het onderwerp ‘sociale media’ wordt gemist.

Communicatie

De communicatie rondom Jij en je gezondheid is nog niet optimaal. Enkele leerlingen vinden het logo te

simpel. De herkenbaarheid kan beter door bijvoorbeeld het ontwikkelen van een website. De

vormgeving van de gezondheidsboodschappen is nog niet optimaal, met bijvoorbeeld filmpjes zou dit de

leerlingen wellicht meer aanspreken. De creatieve sector zal betrokken worden om hierin een

verbeterslag te maken.

Jouwggd.nl

Leerlingen vinden het onduidelijk wat www.jouwggd.nl voor website is en welke informatie ze daar

kunnen vinden. De bestaande posters geven te weinig duidelijkheid. Punten die door leerlingen zijn

benoemd om te posters te verbeteren en leerlingen sneller naar de website te leiden: probeer in plaats

van een statisch model een situatie uit te beelden (bijvoorbeeld pesten), noem de website in de tekst,

laat het logo en www.jouwggd.nl meer opvallen (bijvoorbeeld door meer contrast in de kleuren),

ontwikkel per onderwerp een aparte poster.

Koppeling met Kidos (kinddossier)

Tijdens de pilot was er geen koppeling met Kidos, waardoor de jeugdartsen en -verpleegkundigen bij elk

gezondheidsconsult moesten inloggen in Jij en je gezondheid. Deze extra handeling kost tijd. Daarnaast

waren er nog geen duidelijke richtlijnen opgesteld over welke informatie op welke wijze waar in Kidos

genoteerd moest worden.

22

5. Hoeveel leerlingen worden gesignaleerd met Jij en je gezondheid?

In totaal hebben 1428 leerlingen de leerlingvragenlijst ingevuld. In onderstaande tabel staat

weergegeven hoeveel leerlingen een oproepindicatie hadden op basis van de leerlingvragenlijst.

Leerlingen met een directe oproepindicatie hebben een zeer sterk verhoogd risico op suïcide.

Tabel 3. Overzicht van leerlingen met oproepindicatie op basis van de leerlingvragenlijst, uitgesplitst naar

opleidingsniveau en leerjaar.

Beschrijving Aantal leerlingen (N) Percentage (%)

Totaal 624 43,7

Direct 11 0,8

VMBO 315 45,1

HAVO/VWO 309 42,4

Leerjaar 1 (VMBO) 45 49,5

Leerjaar 2 324 44,3

Leerjaar 3 (VMBO) 53 44,9

Leerjaar 4 202 41,5

23

In tabel 4 staat per onderwerp weergegeven hoeveel leerlingen een oproepindicatie hadden op basis van

de leerlingvragenlijst.

Tabel 4. Overzicht van leerlingen met oproepindicatie per onderwerp.

Onderwerp Aantal leerlingen (N) Percentage (%)

Eigen aanvraag 80 5,6

Emotionele problemen 35 2,5

Nare gedachten 123 8,6

Rare gedachten 129 9,0

Eetproblemen 240 16,8

Nare gebeurtenissen 167 11,7

Alcohol 64 4,5

Cannabis 17 1,2

Gamen 7 0,5

Onvrijwillige seks 17 1,2

Gepest worden 48 3,4

Lichamelijke mishandeling 24 1,7

Emotionele mishandeling 49 3,5

Emotionele verwaarlozing 161 11,3

24

In onderstaande tabel staat per onderwerp weergegeven hoeveel leerlingen uitsluitend een

oproepindicatie hadden op het desbetreffende onderwerp.

Tabel 5. Overzicht van leerlingen met oproepindicatie uitsluitend op desbetreffend onderwerp.

Onderwerp Aantal leerlingen (N) Percentage (%)

Eigen aanvraag 34 2,4

Emotionele problemen 2 0,1

Nare gedachten 20 1,4

Rare gedachten 40 2,8

Eetproblemen 89 6,2

Nare gebeurtenissen 54 3,8

Alcohol 22 1,5

Cannabis 2 0,1

Gamen 0 0

Onvrijwillige seks 4 0,3

Gepest worden 7 0,5

Lichamelijke mishandeling 3 0,2

Emotionele mishandeling 2 0,1

Emotionele verwaarlozing 80 5,6

In tabel 4 en 5 zijn de onderwerpen roken, tanden, voeding, bewegen en veilige seks niet opgenomen.

Voor deze onderwerpen worden leerlingen niet opgeroepen voor een gezondheidsconsult. Wel

ontvangen leerlingen een persoonlijke gezondheidsboodschap. Waar nodig kan voor deze onderwerpen

universele preventie worden ingezet. In tabel 5 staat weergegeven hoeveel leerlingen een sterk

verhoogd risico (rode score) hadden op deze onderwerpen.

Tabel 6. Overzicht van leerlingen met verhoogd risico per onderwerp.

Onderwerp Aantal leerlingen (N) Percentage (%)

Roken 75 5,3

Tanden 289 20,2

Voeding 206 14,4

Bewegen 543 38,0

Veilige seks 19 1,3

25

Buiten de leerlingvragenlijst is op HAVO/VWO scholen ook gebruik gemaakt van andere bronnen op

basis waarvan een leerling kan worden opgeroepen voor een gezondheidsconsult: (1) meten en wegen,

(2) aanvraag door school, (3) aanvraag door ouders en (4) informatie in het dossier (alleen bij klas 2).

Daarnaast is een jeugdarts of –verpleegkundige vrij om op basis van de eigen deskundigheid een leerling

zonder oproepindicatie toch uit te nodigen voor een gezondheidsconsult. Dit kan bijvoorbeeld

voorkomen wanneer een leerling op meerdere (samenhangende) onderwerpen oranje scoort. In tabel 6

staat weergegeven hoeveel van de HAVO/VWO leerlingen uiteindelijk zijn opgeroepen.

Tabel 7. Overzicht van HAVO/VWO leerlingen die zijn opgeroepen voor een gezondheidsconsult, uitgesplitst

naar leerjaar.

Aantal HAVO/VWO

leerlingen

Opgeroepen Percentage opgeroepen

(%)

Totaal 845 342 40,5

Leerjaar 2 562 212 37,8

Leerjaar 4 283 130 45,9

In tabel 7 is te zien dat in totaal 342 HAVO/VWO-leerlingen zijn uitgenodigd voor een

gezondheidsconsult. 309 HAVO/VWO-leerlingen hadden een oproepindicatie op basis van de

leerlingvragenlijst (tabel 3). Dit betekent dat 33 leerlingen zijn opgeroepen buiten de leerlingvragenlijst

om. In vergelijking met tabel 3 zie je dat het percentage opgeroepen leerlingen in tabel 7 lager is. In tabel

7 is uitgegaan van het totaal aantal leerlingen (dus ook de leerlingen die geen leerlingvragenlijst hebben

ingevuld). Conclusie is dat niet alle leerlingen die geen leerlingvragenlijst hebben ingevuld (116

leerlingen) zijn opgeroepen voor een gezondheidsconsult.

26

6. Is Jij en je gezondheid geschikt voor stadsbrede implementatie?

De ervaringen van de pilot zijn zodanig positief dat JGZ heeft besloten om Jij en je gezondheid in het

contactmoment van klas 2 en 4 op te nemen. Dat betekent implementatie van Jij en je gezondheid in

Amsterdam en Amstelland. Jij en je gezondheid signaleert met behulp van betrouwbare en gevalideerde

screeningslijsten VO-leerlingen met risicogedragingen en (een verhoogd risico op) sociaal-emotionele of

sociaal-medische problemen. Volgens de jeugdartsen en –verpleegkundigen is Jij en je gezondheid een

verbeterde versie van E-MOVO. Alle leerlingen ontvangen passende informatie en (praktische) tips via

een persoonlijke gezondheidsboodschap, de scholen ontvangen de resultaten op groepsniveau via het

schoolprofiel. De medewerkersmodule van Jij en je gezondheid werkt efficiënter omdat alle leerlingen

van een klas in één scherm zichtbaar zijn. Zo is meteen duidelijk welke leerlingen prioriteit hebben en

welke problemen de boventoon voeren in desbetreffende klas. Daarnaast is direct zichtbaar welke

leerlingen een sterk verhoogd risico hebben op suïcide, zodat deze leerlingen direct opgeroepen kunnen

worden.

Aandachtspunten

(1) Leerkrachtvragenlijst. Uit de pilot is gebleken dat scholen de leerkrachtvragenlijst vooral op

indicatie willen invullen. In geval van onderzoek op indicatie is een kort screeningsinstrument

minder geschikt. De screeningslijsten voor leerkrachten worden daarom komend schooljaar

(2015-2016) niet actief aan scholen aangeboden. Leerkrachten en mentoren die zorgen hebben

om een leerling kunnen dit melden bij JGZ. Hiervoor gebruiken ze het (nieuwe)

aanmeldingsformulier. Ook leerlingen uit klassen die niet meedoen aan het

gezondheidsonderzoek kunnen worden aangemeld. De jeugdarts of –verpleegkundige kan de

leerkracht of mentor een vragenlijst voor nader onderzoek opsturen (BRIEF-75 of VvGK). De

beoordeling daarvan gebeurt door JGZ. Terugkoppeling naar school vindt plaats in overleg met

de leerling.

(2) Afkappunten. Bij sommige onderwerpen dienen de afkappunten te worden bijgesteld, zodat de

risicotaxatie beter verloopt en leerlingen hun persoonlijk gezondheidsprofiel beter herkennen.

(3) Randvoorwaarden. Het is belangrijk dat de randvoorwaarden goed zijn: ouders en leerlingen

worden tijdig en goed geïnformeerd, scholen verlenen (tijdig) hun medewerking, leerlingen

voelen zich vrij eerlijk te antwoorden (waarborgen privacy), JGZ-medewerkers hebben

voldoende inhoudelijke kennis over de onderwerpen die aan bod komen en er is genoeg tijd

beschikbaar voor de risicotaxatie en de gezondheidsconsulten.

(4) Nader onderzoek. Om te zorgen dat de juiste leerlingen bij de juiste preventieprogramma’s

terecht komen is het soms gewenst nader onderzoek te doen. Inmiddels worden daarom

instrumenten aan de medewerkersmodule toegevoegd die gebruikt kunnen worden voor nader

(diagnostisch) onderzoek in geval van (vermoedens van) gedragsproblemen, emotionele

problemen of leerproblemen. Nader onderzoek vindt plaats door middel van een extra

vragenlijst die de leerling, de leerkracht of de ouder invult of een gestructureerd interview bij de

jeugdarts of psycholoog op school. Met deze instrumenten worden problemen beter in kaart

gebracht zodat sneller passende zorg in gang gezet kan worden.

27

7. Wat zijn verbeterpunten voor Jij en je gezondheid?

Aanpassingen

Leerlingvragenlijst

De vragenlijst voor psychotische klachten (APSS) maakt niet langer deel uit van de leerlingvragenlijst.

Uit de gezondheidsconsulten is gebleken dat deze vragen regelmatig verkeerd begrepen worden.

Daardoor scoren veel leerlingen vals positief, waardoor zij een verkeerde gezondheidsboodschap

ontvangen en onterecht worden uitgenodigd voor een gezondheidsconsult. Daarnaast is uit de

gezondheidsconsulten gebleken dat vaak geen sprake was van psychotische klachten bij de leerlingen

die terecht (wanneer de vragen wel goed werden begrepen) als risicoleerling werden gesignaleerd. De

APSS blijft wel beschikbaar om te gebruiken op indicatie, wanneer er signalen zijn dat mogelijk sprake is

van psychotische klachten. Vijf onderwerpen zijn nieuw toegevoegd aan de leerlingvragenlijst: slapen

(SRSQ), werkgeheugen (BRIEF), eenzaamheid (RULS-8), waterpijp en XTC. Bij cannabis is de foto

aangepast. Enkele leerlingen herkenden de cannabis niet op de foto, daarom is nu gekozen voor een

foto waarop naast de cannabis ook een joint zichtbaar is.

Vraagstelling

Enkele vragen en stellingen zijn tekstueel aangepast (zie tabel 8).

Tabel 8. Aanpassingen in vraagstelling.

Onderwerp Vraag Oud Nieuw

Kwaliteit van leven 10 Heb je goed kunnen opletten? Heb je op school goed kunnen

opletten?

Emotionele problemen 22 Ik ben bang dat ik mezelf voor gek

zal zetten.

Ik ben bang dat ik mezelf voor gek zal

zetten tegenover andere mensen.

Eetproblemen 3 Ben je meer dan 7 kg afgevallen in

3 maanden?

Ben je wel eens meer dan 7 kilogram

afgevallen in 3 maanden?

Traumatische stress 1 Heb je de afgelopen 12 maanden

iets schokkends of heel naars

meegemaakt?

Heb je in de afgelopen tijd iets

schokkends of heel naars

meegemaakt?

Roken, alcohol en

cannabis

5 Hoe moeilijk lijkt het je om te

stoppen met….

Hoe moeilijk lijkt het jou om te

stoppen met…

Voeding 5 Hoeveel dagen per week drink je

zoete dranken (frisdrank,

vruchtensap en energiedrank)?

Hoeveel dagen per week drink je

zoete dranken (frisdrank, limonade,

vruchtensap en energiedrank)?

28

Bewegen 3 Hoeveel uur per week sport je bij

een sportvereniging? Denk alleen

aan sport waarvan je gaat zweten

of buiten adem raakt.

Hoeveel uur per week sport je bij een

sportvereniging of sportclub? Denk

alleen aan sport waarvan je gaat

zweten of buiten adem raakt.

Onveilige seks 2 Hebben jullie altijd condooms

gebruikt tijdens de

geslachtsgemeenschap (neuken)?

Hebben jullie altijd condooms

gebruikt tijdens de

geslachtsgemeenschap?

Onveilige seks 3 Gebruikten jullie tijdens de laatste

keer geslachtsgemeenschap

(neuken) een condoom?

Gebruikten jullie tijdens de laatste

keer geslachtsgemeenschap een

condoom?

Onveilige seks 4 Gebruikten jullie tijdens de laatste

keer geslachtsgemeenschap

(neuken) de pil?

Gebruikten jullie tijdens de laatste

keer geslachtsgemeenschap de pil,

een spiraaltje of een prikpil?

Mishandeling 7 Werd ik gestraft met een riem, een

plank, een koord (of een ander

hard voorwerp).

Werd ik gestraft met een riem, een

stok, een slipper (of een ander hard

voorwerp).

Afkappunten

Bij enkele onderwerpen bestond twijfel over de afkappunten. Afgaand op de ervaringen van jeugdartsen

en -verpleegkundigen en naar aanleiding van analyses op het databestand is besloten voor enkele

onderwerpen de afkapwaarden aan te passen (zie tabel 9 en 10).

Tabel 9. Overzicht aangepaste afkappunten RCADS.

Totaalscore jongens

Oud Nieuw

Leeftijd Groen Oranje Rood Groen Oranje Rood

12-13 0-27 28-30 31-75 0-16 17-21 22-75

14-15 0-27 28-30 31-75 0-15 16-20 21-75

16 en ouder 0-26 27-29 30-75 0-19 20-23 24-75

Totaalscore meisjes

Oud Nieuw

Leeftijd Groen Oranje Rood Groen Oranje Rood

12-13 0-32 33-35 36-75 0-21 22-24 25-75

14-15 0-30 31-33 34-75 0-22 23-27 28-75

16 en ouder 0-29 30-32 33-75 0-22 23-27 28-75

29

Depressiescore jongens

Oud Nieuw

Leeftijd Groen Oranje Rood Groen Oranje Rood

12-13 0-11 12-13 14-30 0-7 8-9 10-30

14-15 0-12 13 14-30 0-8 9 10-30

16 en ouder 0-12 13-14 15-30 0-9 10-11 12-30

Depressiescore meisjes

Oud Nieuw

Leeftijd Groen Oranje Rood Groen Oranje Rood

12-13 0-13 14 15-30 0-9 10 11-30

14-15 0-13 14 15-30 0-10 11-13 14-30

16 en ouder 0-12 13-14 15-30 0-11 12-13 14-30

Angstscore jongens

Oud Nieuw

Leeftijd Groen Oranje Rood Groen Oranje Rood

12-13 0-16 17-18 19-45 0-9 10-12 13-45

14-15 0-16 17-18 19-45 0-8 9-11 12-45

16 en ouder 0-14 15-16 17-45 0-7 8-10 11-45

Angstscore meisjes

Oud Nieuw

Leeftijd Groen Oranje Rood Groen Oranje Rood

12-13 0-20 21-22 23-45 0-12 13-14 15-45

14-15 0-17 18-19 20-45 0-12 13-15 16-45

16 en ouder 0-17 18-19 20-45 0-11 12-14 15-45

30

Tabel 10. Overzicht aangepaste afkappunten eetproblemen, voeding en bewegen.

Onderwerp Oud Nieuw

Eetproblemen Groen: 0

Oranje: 1

Rood: 2-5

Groen: 0-1

Oranje: 2

Rood: 3-5

Voeding Groen: 15-20

Oranje: 10-14

Rood: 0-9

Groen: 12-20

Oranje: 9-11

Rood: 0-8

Bewegen Groen: 15-20

Oranje: 10-14

Rood: 0-9

Groen: 8-20

Oranje: 6-7

Rood: 0-5

In tabel 11 staat weergegeven wat de oproeppercentages zijn wanneer de APSS niet wordt

meegerekend en de nieuwe afkapwaarden worden toegepast.

Tabel 11. Overzicht van risicoleerlingen zonder APSS en op basis van de nieuwe afkappunten, uitgesplitst

naar opleidingsniveau en leerjaar.

Beschrijving Aantal leerlingen (N) Percentage (%)

Totaal 502 35,2

VMBO 249 35,6

HAVO/VWO 253 34,7

Leerjaar 1 (VMBO) 36 39,6

Leerjaar 2 246 33,6

Leerjaar 3 (VMBO) 46 39,0

Leerjaar 4 174 35,7

Gezondheidsboodschappen

Uit de focusgroepgesprekken met de leerlingen is gebleken dat (vooral VMBO-)leerlingen behoefte

hebben aan concrete tips waar ze direct iets mee kunnen. Om aan deze vraag te voldoen zijn de

gezondheidsboodschappen herzien. Op de volgende pagina drie voorbeelden van hoe de

gezondheidsboodschappen er voor schooljaar 2015-2016 uitzien.

31

1. Suïcidale gedachten.

Tips:

• Probeer je gevoelens bespreekbaar te maken bij je ouder(s). Bijvoorbeeld: “De laatste tijd zit ik niet

zo lekker in mijn vel”. Grote kans dat zij al in de gaten hebben dat jij je niet zo goed voelt. Samen

kunnen jullie kijken wat jullie er aan kunnen doen.

• Praat erover met iemand anders die je vertrouwt. Iemand die naar je luistert, bijvoorbeeld iemand

van school, een vriend(in), een familielid of je huisarts.

• Praat je liever met iemand die je niet kent maar die jou wel kan helpen? Via www.jouwggd.nl kun je

chatten met een jeugdarts of –verpleegkundige. Ook kun je bellen met 113online: 0900-1130113. Dat

kan 24 uur per dag.

2. Slaapproblemen.

Tips:

• Doe geen inspannende dingen voor het slapen gaan zoals ruzie maken, een spannende film kijken of

intensief sporten.

• Zoek een rustgevende of ontspannende bezigheid voor het slapen gaan, zoals het lezen van een

tijdschrift of een boek.

• Drink geen koffie, thee, cola of andere cafeïnehoudende dranken 3 uur of korter voor het slapen

gaan.

• Houd je bedtijden zo regelmatig mogelijk en slaap in het weekend of andere vrije dagen niet meer

dan een uur uit. Doe geen ‘middagdutje’.

3. Cannabis.

Tips om te minderen of stoppen:

• Bedenk vanaf welk moment je gaat minderen of stoppen (kies een datum).

• Stel een haalbaar doel voor jezelf. Bijvoorbeeld: komende 3 maanden mag ik maximaal 2 keer

blowen.

• Vermijd moeilijke situaties zoals plekken waar geblowd wordt.

• Ga naar www.wietcheck.nl. Daar krijg je jouw persoonlijke advies.

• Vertel een paar vrienden die je zullen steunen dat je gaat minderen met blowen.

32

Aanbevelingen voor implementatie

Goede voorbereiding en scholing

Het is van belang dat alle betrokkenen voor de start van de implementatie van Jij en je gezondheid een

gebruikershandleiding en werkinstructie ontvangen. Het is essentieel dat per discipline een

werkinstructie beschikbaar is. Jeugdartsen en –verpleegkundigen vinden ondersteuning noodzakelijk.

Vooral bij de nieuwe onderwerpen is inhoudelijke expertise nodig. Voor de de toepassing van nader

ondezoek is een training gewenst, omdat de meeste jeugdartsen en –verpleegkundigen hier geen of

weinig ervaring mee hebben. Ook voor de uitvoering van het adviesgesprek is een goede voorbereiding

nodig. Zowel voor de jeugdartsen en –verpleegkundigen als voor de gezondheidsbevorderaars is het

belangrijk om feeling te krijgen met de vragenlijst, de bijbehorende resultaten en de vragen die scholen

hierover (kunnen) hebben. Op organisatorisch gebied is er behoefte aan duidelijke afspraken rondom de

taakverdeling en goede bereikbaarheid van de afdeling E&G. Omdat het een nieuwe werkwijze betreft is

het goed om na een halfjaar een bijeenkomst te organiseren waarin de jeugdartsen en –

verpleegkundigen ervaringen kunnen uitwisselen en kennis verdiept kan worden. Ook kunnen dan

verdere verbeterpunten worden geïnventariseerd. Zo is er in de pilot nog geen ervaring opgedaan met

de inzet van nader onderzoek. Dat onderdeel zal nog geëvalueerd moeten worden.

Goede afstemming van taken

Voor een goede uitvoering van Jij en je gezondheid is het noodzakelijk dat alle betrokkenen weten hoe

de taakverdeling eruit ziet en wie welke verantwoordelijkheid heeft. De samenwerking tussen GGD en

school is hierbij erg belangrijk. Om ervoor te zorgen dat Jij en je gezondheid goed kan worden ingepast

op scholen is een notitie ontwikkeld waarin wordt beschreven hoe de werkzaamheden van de GGD zich

verhouden tot de zorgstructuur op het voortgezet onderwijs. In deze notitie wordt inzichtelijk gemaakt

hoe taken en activiteiten samenhangen en hoe school en GGD elkaar kunnen ondersteunen en

versterken in de zorg voor leerlingen. Enkele onderwerpen uit Jij en je gezondheid hebben raakvlakken

met het functioneren op school. Om een goed totaalbeeld te krijgen van een leerling en de juiste zorg

aan te kunnen bieden is overleg nodig met school: herkent school gesignaleerde problemen en wordt er

al iets aan gedaan? Binnen de GGD is de afstemming tussen de afdelingen JGZ en E&G cruciaal. E&G

heeft veel expertise op het gebied van universele preventie. Korte lijntjes tussen JGZ en E&G kunnen

ervoor zorgen dat op korte termijn keuzes gemaakt kunnen worden over het al dan niet inzetten van

universele preventieprogramma’s om problemen op groepsniveau aan te pakken.

In Amsterdam is JGZ vanaf januari 2015 onderdeel van de Ouder- en Kindteams (OKT) Amsterdam. In

het OKT werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen (OKA JGZ) en doktersassistenten samen met

jeugdpsychologen en ouder- en kindadviseurs. Dit biedt kansen voor samenwerking en

doorontwikkeling van Jij en je gezondheid bijvoorbeeld door gebruik te maken van kennis en expertise

van de andere OKT professionals bij het doen van het assessment en aanbieden van de interventie.

33

Tijdig duidelijke communicatie richting ouders

De communicatie richting ouders is van groot belang voor de beeldvorming van ouders over JGZ op het

VO. Ouders willen meer weten over de taken en het aanbod van JGZ op het VO. Deze informatie kan

eventueel al gegeven worden tijdens het laatste contactmoment op het basisonderwijs. Ook zou JGZ

tijdens het eerste leerjaar al uitleg kunnen geven over hun werkzaamheden op het VO en wat JGZ voor

ouders en leerlingen kan betekenen, via een ouderavond of een nieuwsbrief. Ouders raken zo eerder

bekend met JGZ, wat het vertrouwen in JGZ kan vergroten. Voorafgaand aan het contactmoment in klas

2 en 4 wensen ouders een korte brief: wat is het doel van het contactmoment, wie zijn de jeugdarts en –

verpleegkundige van mijn kind, hoe kan ik hen bereiken, wat houdt het contactmoment in (direct

benoemen dat mogelijk een gezondheidsconsult volgt), wanneer en hoe neemt JGZ contact met de

ouder(s) op, welke rechten heb je als ouder(s), wat gebeurt er met de gegevens, wie hebben inzage in de

gegevens en wat is de rol van school bij het gezondheidsonderzoek.

Meer aandacht voor privacy in introductiefilmpje

Het E-MOVO-introductiefilmpje wordt over het algemeen positief beoordeeld. Uit het groepsgesprek

met leerlingen is gebleken dat de acteurs (vooral van het het vierdeklas filmpje) veel jongere personages

spelen dan dat zij zelf zijn. Leerlingen voelen zich hierdoor niet serieus genomen. Daarnaast zijn de

acteurs erg stereotype. Uit de observaties bleek dat veel leerlingen zich (ook na het filmpje) afvragen

wat er met de gegevens gebeurt en wie de gegevens kan inzien. Daarom is het aan te bevelen dit nog

nadrukkelijker te benoemen in het introductiefilmpje. Daarnaast is het advies om te benoemen dat er

aan het eind van de lijst ruimte is (open tekstvak) om antwoorden toe te lichten of andere

vragen/problemen aan te kaarten. Streven is om het filmpje zo kort mogelijk te maken, zodat leerlingen

goed hun aandacht erbij kunnen houden.

Waarborgen privacy tijdens afname

Bij het invullen van de leerlingvragenlijst is het belangrijk dat alle leerlingen zich vrij voelen om eerlijk te

antwoorden. Enerzijds is het daarbij belangrijk dat de leerlingen vooraf goed wordt uitgelegd wat er met

de antwoorden gebeurt en wie de antwoorden kan inzien. Anderzijds is het belangrijk dat de leerlingen

tijdens de afname niet te dicht op elkaar zitten, zodat ze niet bij elkaar kunnen meekijken. Het is aan te

raden om een examenopstelling als richtlijn in de handleiding op te nemen, zodat scholen tijdig

voorbereidingen kunnen treffen. Bij voorkeur neemt de jeugdverpleegkundige de vragenlijst af, zodat de

leerlingen weten bij wie ze (eventueel) op gezondheidsconsult gaan.

Gezondheidsconsulten suïcidaliteit op zeer korte termijn

Leerlingen met een sterk verhoogd risico op suïcidaliteit (op moment van afname de gedachte om

zichzelf te doden) worden binnen 48 uur opgeroepen voor een gezondheidsconsult. Om dit te realiseren

zijn de volgende voorwaarden belangrijk: de jeugdarts of jeugdverpleegkundige neemt zelf de

leerlingvragenlijst af, er is tijd en ruimte beschikbaar op school, de jeugdarts is beschikbaar en school,

leerlingen en ouders zijn op de hoogte dat een leerling nog dezelfde dag kan worden opgeroepen voor

een gezondheidsconsult. Twee punten kunnen de toepassing minder gecompliceerd maken: de

medewerkersmodule is te openen op een smartphone (dan zijn de resultaten nog sneller in te zien) en

het telefoonnummer van de leerlingen wordt nagevraagd in de vragenlijst (zo zijn leerlingen beter te

bereiken). Het streven is om leerlingen die ooit hebben geprobeerd zichzelf te doden binnen een week

op te roepen voor een gezondheidsconsult. Dit is echter nog niet in de richtlijnen vastgelegd en moet

nog worden onderzocht op haalbaarheid.

34

Voorkom stigmatisering

Om stigmatisering van leerlingen te voorkomen wordt tijdens de afname duidelijk maar luchtig

uitgelegd dat leerlingen op korte termijn uitgenodigd kunnen worden voor een gesprek. Als toelichting

hierbij kan bijvoorbeeld worden aangedragen dat de jeugdarts of –verpleegkundige zelf ook nog wat

vragen kan hebben aan een leerling. Het helpt ook wanneer de mentor of zorgcoördinator de leerling in

de pauze opzoekt en naar de jeugdarts of –verpleegkundige brengt, zodat de jeugdarts geen leerlingen

uit de klas hoeft te halen.

Stem zorgaanbod af op de inhoud van de leerlingvragenlijst

Het is belangrijk dat het lokale aanbod van zorg- en preventieprogramma’s aansluit bij de onderwerpen

die in de vragenlijsten van Jij en je gezondheid aan bod komen. Belemmeringen die hiervoor moeten

worden opgelost hebben betrekking op inhoud en logistieke zaken. Voorbeelden zijn een hiaat in de

beschikbaarheid van geschikt aanbod of onduidelijkheid over het juiste instrument voor nader

onderzoek of de juiste locatie voor de uitvoering van een programma. Alleen wanneer geen sprake is

belemmeringen kunnen jeugdartsen en –verpleegkundigen doorverwijzen naar een passend programma

wanneer via de leerlingvragenlijst en instrumenten voor nader (diagnostisch) onderzoek een probleem

word gesignaleerd.

Licht de scores in het schoolprofiel kort en duidelijk toe

Tijdens de bespreking van het schoolprofiel is het voor scholen soms onduidelijk wat een ‘rode’ of

‘oranje’ score precies betekent. Een heldere uitleg is hierbij noodzakelijk, vooral bij de psychosociale

onderwerpen. Bijvoorbeeld suïcidaliteit is een hot item voor scholen, daarom is het belangrijk om dit

onderwerp zo concreet mogelijk te beschrijven. Hetzelfde geldt voor de samenhang tussen frequentie

en verslaving bij genotmiddelen, een heldere toelichting is nodig zodat scholen de cijfers goed kunnen

interpreteren. Daarnaast willen scholen graag weten bij welke uitslag een leerling wordt opgeroepen

voor een gezondheidsconsult en dus in beeld is bij de jeugdarts of –verpleegkundige.

Zorg voor koppeling van Jij en je gezondheid met het digitaal kinddossier

Op dit moment is er geen koppeling aanwezig tussen Jij en je gezondheid en Kidos (digitaal

kinddossier).Hierdoor kost het meerdere handelingen om de leerlinggegevens in te lezen in Jij en je

gezondheid. Wanneer een koppeling tussen de twee systemen gerealiseerd kan worden kunnen de

benodigde gegevens automatisch van Kidos worden ingeaden in Jij en je gezondheid.

Wensen voor doorontwikkeling

Voeg (valide) vragenlijsten toe voor ontbrekende onderwerpen

Momenteel ontbreken enkele relevante onderwerpen in de leerlingvragenlijst omdat voor die

onderwerpen geen valide vragenlijst beschikbaar is. Deze onderwerpen komen dus ook niet terug in het

schoolprofiel. Als algemeen wettelijk uitgangspunt geldt dat in screeningsvragenlijsten alleen datgene

mag worden uitgevraagd wat voor individuele zorg nodig is. Zolang dit geldt is het onwenselijk

specifieke vragen of onderwerpen op te nemen speciaal voor rapportage in het schoolprofiel ten

behoeve van universele preventie.Hopelijk komt daar in de nabije toekomst verandering in, zodat ook de

onderwerpen sociale media, gehoorschade, sexting en grooming, en (overige) harddrugs kunnen

worden opgenomen in de leerlingvragenlijst.

35

Vertaal de leerlingvragenlijst

Voor leerlingen die de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn, is het nu niet mogelijk de

leerlingvragenlijst in te vullen. Daarom is het een wens de leerlingvragenlijst te vertalen in het Engels,

zodat meer leerlingen de leerlingvragenlijst kunnen invullen en het bereik van Jij en je gezondheid groter

wordt.

Ontwikkel een audio leerlingvragenlijst

Soms kunnen leerlingen de leerlingvragenlijst niet invullen omdat ze de vragen niet kunnen lezen, dit

kan te maken hebben met visus of met leesvaardigheid. Voor deze groep kwetsbare leerlingen zou het

uitkomst bieden wanneer de leerlingvragenlijst via audio kan worden afgenomen.

36

Literatuur

Dunnink G. Advies extra contactmoment in de leeftijdsperiode 12-19 jaar. Bilthoven: RIVM, Centrum

Jeugdgezondheid, 2009.

Fleuren M, Wiefferink K, Paulussen T. Determinants of innovation within health care organizations.

Literature review and Delphi study. International Journal for Quality in Health Care, 2004, 16 (2), pp 107–

123.

Linnan L, Steckler A (Eds). Procesevaluation for public health interventions and research. San Fransisco

(CA): Jossey-Bass, 2002.

Meijer SA, Smit F, Schoemaker C, Cuijpers P. Gezond verstand: evidence-based preventie van

psychische stoornissen. RIVM-Rapport nr. 270672001; VTV Themarapport. Bilthoven/Utrecht:

RIVM/Trimbos-instituut, 2006.

Van Dorsselaer S, de Looze M, Vermeulen-Smit E, de Roos S, Verdurmen J, ter Bogt T, Vollebergh W.

Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Trimbos 2010, ISBN: 978-90-5253-

688-0.

37

Bijlage 1. De kleine lettertjes

Onderzoeksopzet Jij en je gezondheid

De opzet van het evaluatieonderzoek is gebaseerd op het model van Fleuren, Wiefferink en Paulussen

(2004) en het model van Linnan en Steckler (2002). Het model staat in figuur 1 schematisch

weergegeven. Alle onderdelen zijn meegenomen in de planmatige procesevaluatie van Jij en je

gezondheid.

Figuur 1. Model voor de procesevaluatie van de implementatie van JIJ EN JE GEZONDHEID .

In bovenstaand figuur is te zien dat de implementatie van Jij en je gezondheid centraal staat. De kwaliteit

en mate van implementatie wordt beïnvloed door verschillende determinanten (context). Hierbij wordt

gekeken naar de kenmerken van de omgeving (programma-aanbod), de kenmerken van de organisatie

(JGZ en school), de kenmerken van de gebruiker (jeugdartsen en – verpleegkundigen, leerlingen,

zorgcoördinatoren en ouders) en de kenmerken van de innovatie (Jij en je gezondheid) (Fleuren et al.,

2004).

De belangrijkste aspecten om de kwaliteit en mate van implementatie te onderzoeken (proces

uitkomsten) zijn: volledigheid van uitvoer, blootstelling, bereik en tevredenheid van de gebruiker

(jeugdartsen en – verpleegkundigen, leerlingen en zorgcoördinatoren) (Linnan en Steckler, 2002). De

mate en kwaliteit van implementatie beïnvloeden de beoogde resultaten: signalering van risicogroepen

en toeleiding naar effectieve zorg.

Meetinstrumenten

De onderzoeksvragen van de procesevaluatie zijn deels door kwantitatief onderzoek (databestand en

responsformulieren) en deels door kwalitatief onderzoek (observaties, evaluatieformulieren, focusgroep

interviews en persoonlijke gesprekken) beantwoord. Hieronder staan de meetinstrumenten beschreven.

Determinanten van de innovatie

Kenmerken van de innovatie

Kenmerken van de omgeving

Kenmerken van de organisatie

Kenmerken van de gebruiker

Resultaten

Tevredenheid

Blootstelling en

bereik

Volledigheid van

uitvoer

Proces uitkomsten

Implementatie

Signalering van

(sterk verhoogd)

risico op

problemen

Toeleiding naar

effectieve zorg

38

Databestand

In alle deelnemende klassen is de digitale vragenlijst van Jij en je gezondheid afgenomen. Daaraan zijn

drie korte evaluatievragen toegevoegd. De antwoorden die de leerlingen hebben ingevuld zijn

weggeschreven naar het Jij en je gezondheid databestand. Uit dit bestand is gebleken hoeveel

risicoleerlingen worden gesignaleerd op basis van de leerlingvragenlijst en welke problemen veel

voorkomen. Ook is dit bestand gebruikt om de drie evaluatievragen te analyseren: in hoeverre de

leerlingen de vragen moeilijk vonden, of de leerlingen denken dat de vragenlijst eerlijk wordt ingevuld

door jongeren en wat er volgens de leerlingen beter kan in de vragenlijst.

Responsformulieren

De jeugdarts of – verpleegkundige heeft per klas een responsfomulier ingevuld. Hierin wordt

aangegeven uit hoeveel leerlingen de klas bestaat, hoeveel leerlingen de vragenlijst hebben ingevuld,

hoeveel leerlingen zijn opgeroepen voor een gezondheidsconsult, hoeveel tijd er nodig was voor de

risicotaxatie en of er op groepsniveau bijzonderheden waren tijdens de afname en/of de

gezondheidsconsulten.

Observaties

De onderzoekers waren bij ongeveer 15 afnames van de leerlingvragenlijst aanwezig om te observeren.

Er is vooral gekeken naar de setting waarin de vragenlijst werd afgenomen (is de privacy gewaarborgd, is

er toezicht van een docent, hoe is de sfeer in de klas tijdens de afname), het gedrag van de leerlingen

tijdens de afname en de vragen die kwamen naar aanleiding van de vragenlijst. Tijdens de observaties

hebben de onderzoekers alle bevindingen genoteerd.

Evaluatieformulieren

Alle jeugdartsen en –verpleegkundigen die hebben meegewerkt aan de pilot hebben een

evaluatieformulier ingevuld. Hierin is nagevraagd of ze Jij en je gezondheid een geschikt instrument

vinden voor het opsporen van risicoleerlingen, wat verbeterpunten zijn voor Jij en je gezondheid (zowel

inhoudelijk als organisatorisch), hoe zij aankijken tegen het gebruik van instrumenten voor nader

(diagnostisch) onderzoek, of ze genoeg deskundigheid hebben om Jij en je gezondheid goed toe te

passen en wat er volgens hen nodig is om de samenwerking met scholen te verbeteren.

Ook aan de zorgcoördinatoren van de 6 pilotscholen is na afloop van het contactmoment een

evaluatieformulier voorgelegd. Doel hiervan was om te achterhalen hoe de contactmomenten nu

worden uitgevoerd en wat de behoefte is van de school op het gebied van jeugdgezondheidszorg. Hoe

ziet de samenwerking en afstemming tussen school en JGZ er momenteel uit? Welke vragenlijsten en

screeningslijsten worden er al gebruikt op school? Wat is de meerwaarde van Jij en je gezondheid? Wat is

de rol van docenten, mentoren en zorgcoördinatoren bij de vroegsignalering van problemen?

Focusgroep interviews

Voorafgaand, tijdens en na afloop van de pilot zijn de betrokken jeugdartsen en – verpleegkundigen vier

keer uitgenodigd voor een focusgroep interview. Tijdens de groepsgesprekken is de JGZ-medewerkers

gevraagd naar hun ‘top’ en ‘flop’-ervaring met Jij en je gezondheid. Daarnaast is gevraagd wat zij van Jij

en je gezondheid vinden: wat is er goed, wat kan er beter en wat is er nodig om optimaal met het systeem

te kunnen werken binnen de bestaande VO-contactmomenten.

39

Gedurende de pilot hebben ook 6 groepsgesprekken met ongeveer 30 leerlingen (verspreid over 3

pilotscholen) plaatsgevonden om inzicht te krijgen in hun ervaringen met de leerlingvragenlijst en de

gezondheidsboodschappen. Per groepsgesprek kwamen 2 of 3 onderwerpen uit de vragenlijst aan bod.

Hierbij is besproken of de leerlingen de inhoud van de vragenlijsten begrijpen, of ze de

antwoordcategorieën passend vinden bij de vragen, of ze de boodschappen begrijpen, of ze de

boodschappen informatief vinden, of ze de boodschappen lezen en wat ze van de vormgeving van de

vragen en de boodschappen vinden. Daarnaast is één focusgroepinterview gevoerd met 14 HAVO/VWO-

jongeren (los van de pilotscholen) waarbij de focus lag op het introductiefilmpje.

Ook zijn tijdens de pilot verschillende oudergroepen gesproken. Tijdens deze groepsgesprekken is

besproken wat ouders van Jij en je gezondheid vinden, wat ze graag anders zouden zien en hoe ouders

geïnformeerd willen worden over Jij en je gezondheid. Verder is ingegaan op de ervaringen van ouders

met de jeugdgezondheidszorg binnen het VO en de behoefte van ouders op het gebied van

jeugdgezondheidszorg binnen het VO.

Interviews

De schoolprofielen zijn geëvalueerd door middel van persoonlijke interviews. Eén jeugdarts, één

jeugdverpleegkundige en twee gezondheidsbevorderaars hebben feedback gegeven over het

schoolprofiel. Hierbij is gevraagd wat ze van de terugkoppeling vinden met dit schoolprofiel, wat de

school ervan vindt, of de inhoud genoeg handvaten biedt voor het adviesgesprek, of ze voldoende

expertise bezitten om het schoolprofiel goed te bespreken en wat ze hier nog voor nodig hebben en of er

verder nog verbeterpunten zijn.

Analyse

De Jij en je gezondheid vragenlijsten en responsformulieren zijn ingevoerd en geanalyseerd in SPSS. De

evaluatieformulieren en focusgroep interviews zijn uitgewerkt in een verslag, wat de onderzoeker

vervolgens heeft geanalyseerd. De belangrijkste uitkomsten zijn overlegd met een tweede onderzoeker.

40

Bijlage 2. Overzicht onduidelijkheden leerlingvragenlijst

Enkele woorden en begrippen roepen vragen op bij leerlingen, zie tabel 11.

Tabel 12. Overzicht onduidelijke woorden en begrippen leerlingvragenlijst.

Onderwerp Begrip

Hoe zit je in je vel? Ik kan niet helder nadenken.

Rare gedachten Heb je wel eens het gevoel gehad dat je onder de controle stond van een

bijzondere macht?

Jij en eten Overheerst voedsel en eten je leven?

Hoe is het thuis? Werd ik gestraft met een riem, een plank, een koord (of een ander hard

voorwerp).

Kwamen mijn gezinsleden voor elkaar op.

Voelden personen in ons gezin zich verbonden met elkaar.

Was ons gezin een bron van kracht en steun.

Geloof ik dat ik emotioneel mishandeld werd.

Enkele leerlingen hebben vragen over onderwerpen, zie tabel 12.

Tabel 13. Vragen naar aanleiding van leerlingvragenlijst.

Onderwerp Vraag

Achtergrondinformatie Mijn moeder heeft een nieuwe vriend maar die woont nog niet bij ons. Moet

ik dan invullen dat mijn moeder samenwoont met een nieuwe partner?

Wat moet ik invullen als ik de helft van de tijd bij mijn moeder woon en de

helft van de tijd bij mijn vader?

Valt Curaçao onder de Nederlandse Antillen of onder Caribisch gebied?

Hoe gaat het met je? Bedoelen ze met ‘Heb je goed kunnen opletten?’ op school?

Hoe zit je in je vel? Betekent ‘iets ergs gebeuren’ dat ze je gaan bedreigen?

Bedoelen ze met ‘alleen slapen’ alleen in huis of alleen in je kamer?

Wat heeft de stelling ‘Ik moet sommige dingen steeds opnieuw doen (zoals

handen wassen, dingen schoonmaken of op een bepaalde manier

neerleggen)’ ermee te maken hoe je in je vel zit?

Moet je bij een ontkenning in de vraag met ‘ja’ of juist met ‘nee’

antwoorden?

‘Ik vind niets meer echt leuk.’

‘Ik heb geen zin in eten.’

41

‘Ik heb geen energie om dingen te doen.’

Rare gedachten Over welk tijdsbestek gaan deze vragen?

Gaat de stelling ‘Sommige mensen geloven dat anderen hun gedachten

kunnen lezen. Heb jij weleens meegemaakt dat iemand je gedachten kon

lezen?’ over dat je vrienden soms aan je gezicht kunnen zien wat je op dat

moment denkt?

Moet je de vraag ‘Heb je weleens het gevoel gehad dat mensen je volgen of

bespioneren?’ met ’ja’ beantwoorden als je wordt achtervolgd door meisjes

die verliefd op je zijn?

Moet je de vraag ‘Heb je weleens het gevoel gehad dat mensen je volgen of

bespioneren?’ met ja beantwoorden als je vroeger vaak spion speelde?

Jij en eten Over welk tijdsbestek gaan deze vragen?

Hoeveel is 7 kilogram? Zie je dat goed aan iemand?

Roken Wat moet je invullen als je al een tijdje gestopt bent?

Gamen Geldt dit ook voor spelletjes op de smartphone?

Tanden Valt de orthodontist ook onder de tandarts?

Ik ga vaker dan 2 keer per jaar naar de tandarts, wat moet ik dan invullen?

Voeding Valt limonade ook onder zoete dranken?

Telt een beschuitje ook als ontbijt?

Bewegen Als je loopt naar de bus die je naar school brengt, geldt dat dan als lopend

naar school gaan?

Als je bij een sportschool sport, geldt dit dan als sporten bij een

sportvereniging of sporten in je vrije tijd?

Hoe kan ik een rode score krijgen terwijl ik 2 keer per week sport?

Seks Waarom krijg ik advies over de pil als ik (meisje) seks heb met een meisje?

Waarom krijg ik advies over de pil als ik (jongen) seks heb met een jongen?

Gaat de vraag ‘Heb je wel eens geld gekregen voor seks?’ over vrijwillige

seks of over gedwongen seks?

Nare gebeurtenissen Het is uit gegaan met mijn vriend, telt dat ook?

Mijn oma is overleden, telt dat ook?

Omgang met elkaar Wat moet je antwoorden als je nooit hulp nodig hebt gehad?

Wat moet je antwoorden als je nooit verdrietig bent geweest?

Hoe is het thuis? Wat wordt bedoeld met je belangrijk of speciaal voelen?

Wat moet je antwoorden op de vraag ‘Had ik het gevoel dat mijn ouders

wensten dat ik nooit geboren was’ als je het gevoel hebt dat dat voor één

42

van je ouders geldt?

Wat moet je antwoorden als het nooit nodig was dat je gezinsleden voor

elkaar opkwamen?

Bedoelen ze met ‘Kwamen gezinsleden voor elkaar op’ binnen of buiten het

gezin?

43

Bijlage 3. Feedback leerlingen op leerlingvragenlijst

Hoe zit jij in je vel? (emotionele problemen)

Leerlingen vinden de titel positief en het merendeel van de vragen goed. Bij enkele vragen vinden

leerlingen het lastig aan te geven of ze wel eens bang te zijn, zich zorgen maken of spijt hebben. Dat

geldt dan alleen in specifieke situaties. De stelling ‘Ik denk aan de dood’ roept (vooral bij moslims)

vragen op: ‘Gaat het erom of je aan zelfmoord denkt of gaat het erom of je nadenkt of er na de dood nog

een ander leven is? Gaat dit ook over geloof?’ en ‘Ik ben een moslim en dan denk je vaak aan de dood

want als je iets doet wat Allah niet wilt heeft dat consequenties voor ons voor de dood’.

Nare gedachten

Leerlingen vinden dit een ‘raar’ onderwerp en denken niet dat leerlingen met suïcidale gedachten hier

eerlijk op zullen antwoorden: ‘Dat ga je toch niet zeggen’ en ‘Als je zelfmoord wil plegen vul je hier geen ja

in want dan word je geholpen en dat wil je niet’. Daarnaast geven enkele leerlingen aan dat ze wel over de

dood nadenken, maar niet met het idee dat ze zelf dood willen.

Rare gedachten

Leerlingen begrijpen wel waarom deze vragen worden gesteld maar vinden het ‘raar’ om het in te vullen

en herkennen er weinig in: ‘Het is echt een ver-van-mijn-bed show’.

Gamen

Veel leerlingen vinden het onduidelijk of gamen op een smartphone ook meetelt. Leerlingen vinden 2

uur per dag gamen niet veel en daarom de rode score onterecht. Daarnaast zijn ze van mening dat het

tijdsbestek er niet toe doet. Ze vinden het belangrijker hoeveel geld aan het gamen wordt uitgegeven en

of het ten koste gaat van ‘real life’ vriendschappen en/of schoolprestaties.

Seks

De term ‘geneukt’ roept veel reacties op bij leerlingen (lacherigheid, verbazing, schaamte). Uit één van

de groepsgesprekken bleek uiteindelijk dat ‘geneukt’ wel de meest duidelijke term is. Zou je

bijvoorbeeld kiezen voor ‘seks hebben’, zullen wellicht niet alle leerlingen hier hetzelfde onder verstaan.

De leerlingen vinden dat de vraag ‘Heeft iemand je wel eens gedwongen om seksuele dingen te doen die

je niet wilde?’ iets heftigers suggereert dan dat je een seksuele ervaring hebt gehad die je eigenlijk niet

wilde. Door het woord ‘gedwongen’ denken leerlingen aan aanranding of verkrachting. Leerlingen die

zich door een vriend(in) hebben laten verleiden tot iets waar ze zelf nog niet aan toe waren zullen dat bij

deze vraag niet aangeven. Wellicht weten niet alle leerlingen wat de pil is, vooral eersteklassers kunnen

hier moeite mee hebben. Soms weet de jongen niet of het meisje de pil gebruikt.

Nare gebeurtenissen (traumatische stress)

Leerlingen vragen zich af waarom het bij nare gebeurtenissen om de afgelopen 12 maanden gaat.

Leerlingen kunnen ook voor die tijd iets heftigs hebben meegemaakt waar ze nog steeds last van

hebben. Wanneer sprake is van een ingrijpende gebeurtenis en de leerling heeft daar (nog) last van zou

de leerling binnen twee weken bij de jeugdarts of –verpleegkundige terecht moeten kunnen.

44

Omgang met elkaar (gepest worden)

De leerlingen vonden de meeste vragen duidelijk en begrepen ze goed. Alleen de vraag ‘Hoe vaak werd

je door een andere leerling geholpen toen je hulp nodig had?’ roept verwarring op. Leerlingen weten bij

deze vraag niet wat ze moeten antwoorden als ze geen enkele keer hulp nodig hebben gehad.

Hoe is het thuis? (mishandeling)

Enkele leerlingen geven aan dat ze het fijn vinden dat de thuissituatie wordt nagevraagd. Voor (bijna)

alle leerlingen is direct duidelijk dat deze vragenlijst serieus is en dat het niet gaat om grapjes die broers

en zussen onderling kunnen maken door elkaar ‘lelijkerd’ te noemen of te stoeien. Het zou nog

duidelijker worden wanneer bij stelling 1 ‘personen in ons gezin’ wordt vervangen door ‘ouders’.

Leerlingen vinden ‘iemand lui noemen’ geen uitschelden. Het woord lui wordt door ouders regelmatig

gebruikt als leerlingen bijvoorbeeld niet willen helpen met afwassen of opruimen. Enkele leerlingen

vinden de vragen over geweld best heftig, mede omdat dit meerdere keren terugkomt. Volgens hen

kunnen deze stellingen (5, 6 en 7) worden samengevoegd. Daarnaast schrikt het woord ‘plank’ enorm af,

het woord ‘stok’ zou beter zijn. Voor veel leerlingen is het onduidelijk op welke situatie wordt gedoeld bij

de stelling ‘Kwamen gezinsleden voor elkaar op’, daardoor vinden ze het lastig goed te antwoorden. Het

woord ‘kracht’ in de stelling ‘Was ons gezin een bron van kracht en steun’ vinden te leerlingen te zwaar.

Een suggestie: ‘Steunde ons gezin elkaar’. Eén leerling gaf tijdens een focusgroep interview aan het

onduidelijk te vinden wie er bij het gezin hoort, hoort aangetrouwde familie daar ook bij?

45

Bijlage 4. Feedback leerlingen op gezondheidsboodschappen

Hoe zit jij in je vel? (emotionele problemen)

De verwijzing naar de Kindertelefoon wordt niet serieus genomen. Het is voor leerlingen onduidelijk met

wie ze spreken en wat er met hun gegevens gebeurd. Daarnaast denken veel leerlingen dat de

Kindertelefoon zich vooral richt op heftige problemen zoals kindermishandeling.

Nare gedachten

Leerlingen weten niet dat ze hiervoor bij hun huisarts terecht kunnen. Enerzijds levert dit positieve

reacties op omdat dit een mogelijkheid is die ze niet kenden. Anderzijds werd het advies niet echt

serieus genomen: ‘Daar ga je toch niet voor naar je huisarts?’.

Rare gedachten

Bij de oranje en rode boodschap wordt nadrukkelijk verwezen naar drugsgebruik: ‘Het is belangrijk om te

weten dat drugs deze klachten verergeren’. Deze boodschap geeft de leerling het gevoel dat wordt

aangenomen dat een leerling drugs gebruikt wanneer sprake is van psychotische gedachten. Het zou

beter zijn om bij de tips te zetten: ‘Gebruik geen drugs want dit kan de klachten verergeren’.

Jij en eten (eetproblemen)

Leerlingen vinden de oranje en rode boodschap (te) belerend omdat er staat: ‘Dan moet je er iets aan

doen’. Leerlingen willen zelf bepalen of ze ergens iets aan gaan doen. Een betere optie zou zijn: ‘Dan zou

ik er iets aan doen’.

Roken

Duidelijke boodschappen met concrete tips waar de leerling iets mee kan wanneer een leerling wil

stoppen met roken.

Alcohol

Veel leerlingen weten dat alcohol drinken slecht is voor de gezondheid, maar gaan er toch mee door. De

boodschap zet nu niet aan om te stoppen met het drinken van alcohol. De tips zouden concreter kunnen

(zoals bij roken), zodat leerlingen handvaten krijgen hoe te handelen in bepaalde situaties.

Seks

De rode boodschap bij onvrijwillige seks wekt medelijden: ‘Wat vervelend dat je wel eens een seksuele

ervaring gehad hebt tegen je wil’. Leerlingen worden liever niet zielig gevonden worden. Daarnaast richt

deze boodschap zich vooral op zorg wanneer een leerling er last van heeft dat dit is voorgevallen. Er zit

geen preventieve boodschap bij met tips hoe dit in de toekomst te voorkomen.

46

Bijlage 5. Feedback ouders op werkwijze

Jeugdgezondheidszorg (JGZ) op het Voortgezet Onderwijs (VO)

Het merendeel van de ouders is niet op de hoogte van het feit dat de jeugdgezondheidszorg ook op het

VO actief is. Enkele ouders hebben wel via hun kind(eren) gehoord over de jeugdarts of –

verpleegkundige op school. Ouders kennen JGZ vooral van het gezondheidsconsultatiebureau en de

gezondheidsconsulten binnen het basisonderwijs. Voor ouders is niet duidelijk wat de taken zijn van JGZ

op het VO. Hoe verhoudt JGZ zich bijvoorbeeld ten opzichte van schoolmaatschappelijk werk of de

zorgcoördinator? Wellicht is het een idee om tijdens het laatste contactmoment op het basisonderwijs

uitleg te geven over de contactmomenten en de taken van JGZ binnen het VO.

Ervaringen Voortgezet Onderwijs (VO)

Enkele ouders hebben ervaring met een VO-gezondheidsconsult. Eén ouder is erg kritisch: “Een

negatieve ervaring was de wijze waarop mijn dochter werd benaderd: de JGZ-er keek alleen mij aan, was

kleinerend, gaf mijn dochter niet de ruimte en bleef maar doorvragen bij het onderwerp seks terwijl mijn

dochter al met ‘nee’ had geantwoord”. Een andere ouder geeft aan dat bezwaar was gemaakt tegen

deelname aan het onderzoek maar dat de JGZ-medewerker probeerde de leerling over te halen toch

deel te nemen.

Jij en je gezondheid

De proactieve aanpak vinden de meeste ouders goed. Ouders zijn positief over het introductiefilmpje:

“De vertrouwelijkheid van de informatie wordt goed benadrukt”. De uitleg over de kleuren zou wellicht

wat korter kunnen. Enkele ouders zijn voorstander van het gebruik van vragenlijsten. Belangrijke

onderwerpen komen aan bod en er kan sprake zijn van vragen, problemen of ongewenst gedrag. De

verandering in de puberteit is groot en onderwerpen zoals ruzie thuis zijn erg belangrijk in deze

levensfase. Sommige onderwerpen, zoals genotmiddelen en seks, kunnen vroeg komen voor

tweedeklassers. Echter, tijdige voorlichting kan ook nuttig zijn voor later. Eén ouder heeft met de

inlogcode van de leerling de uitslag thuis bekeken en vond dat erg handig. Enkele ouders zijn kritisch

over het gebruik van vragenlijsten: “Leerlingen hebben al genoeg mogelijkheden (ouders en school) om

problemen te bespreken. Bij een vragenlijst is het toch altijd maar de vraag of eruit komt wat een

leerling bedoelt, daarnaast worden tijdens de gesprekken misschien wel woorden in de mond gelegd”.

Uitnodigingsbrief

Eén ouder vond de brief prima. Een aantal ouders vond de brief ouderwets. De voorkeur gaat uit naar

een korte bondige brief. In de brief staat nu niet wat er precies met de gegevens gebeurt: waar wordt het

opgeslagen, wie kan het inzien, hoelang wordt het bewaard en hoe is het beveiligd? Voor ouders is dit

erg belangrijke informatie. Enkele ouders hebben moeite met de tweede brief met de uitnodiging voor

het gesprek. Ouders willen weten over wat en met wie het gesprek gevoerd gaat worden. Er wordt

geopperd om de twee brieven samen te voegen, zodat ouders één keer een brief ontvangen en direct

weten dat er mogelijk een gesprek volgt. Ouders willen graag weten wat er gebeurt wanneer er

daadwerkelijk sprake is van problemen. Wordt er dan telefonisch contact opgenomen?

47

Betrekken ouders

Ouders vinden het belangrijk dat zij tijdig betrokken worden wanneer er vermoedens zijn van

problemen. Een deel van de ouders vindt het goed dat het gesprek alleen met de leerling wordt gevoerd,

andere ouders zouden graag bij het gesprek aanwezig zijn. Zowel wanneer school problemen signaleert

als wanneer er problemen in de vragenlijst naar boven komen zou dit in eerste instantie besproken

moeten worden met de ouder(s). Wellicht later, met toestemming van de ouder(s), kan dit besproken

worden met school. Enkele ouders zouden graag controle hebben over de gegevens. Ouders willen

graag de vragen (en eventueel antwoorden) van de leerlingvragenlijst inzien, controle over hun kind

houden en het recht hebben tot inzage van vragenlijst en dossier. Eén ouder zou graag meer weten over

het aanbod van JGZ.

Communicatie

De communicatie rondom de contactmomenten kan beter. De meningen van ouders zijn verdeeld over

het gebruik van digitale ouderbrieven en nieuwsbrieven. Enkele ouders staan open voor push-berichten

vanuit de GGD met tips voor ouders van puberende jongeren. Ook wordt een ouderportaal genoemd,

hierin zou zowel informatie rondom het contactmoment (informatie, leerlingvragenlijsten en bezwaar

maken) als overige nuttige tips kunnen worden opgenomen.