De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus...

74
Bij het begin van het derde christelijk mil- lennium gaan de mensheid en de Kerk samen een toekomst tegemoet die met zich de erfenis meedraagt van de voorbije eeuw met al haar licht- en schaduwzijden. We beleven een nieuw moment in de geschiedenis van de mens. Velen vragen zich af waarop de mensheid afstevent en wat haar in de toekomst te wachten staat. Enerzijds zien we in de wereld de dynamiek van vooruitgang en steeds grotere onderlin- ge afhankelijkheid op het gebied van econo- mie, cultuur en media; van de andere kant zijn er allerlei plaatselijke conflicten en treft men grote gebieden aan waar honger, ziekte en armoede hand over hand toenemen. De aanvang van een nieuw millennium stelt het geweten van de wereld voor de ker- nopgave te bouwen aan de toekomst, en stelt ook de hoop centraal die van wezens- belang is voor de homo viator en christen, die gespannen uitziet naar de vervulling van de goddelijke beloften. Voor de mens, op weg naar een onzekere toekomst, is deze hoop een fakkel voor het geloof en een prik- kel voor de liefde. 2. De tiende gewone Algemene Vergade- ring van de Bisschoppensynode, die aan- vankelijk gehouden zou worden tijdens het Jubileumjaar maar nu zal plaats vinden in oktober 2001, maakt deel uit van dit nieuw begin. Met een profetisch inzicht heeft Zijne Heiligheid paus Johannes Paulus II aange- geven dat het thema van deze Vergadering zou zijn: Episcopus minister Evangelii Iesu Christi propter spem mundi. Om verschillende gewichtige redenen is dit onderwerp bijzonder actueel in het leven 199 2001 Kerkelijke documentatie 3 Algemeen Secretariaat van de Bisschoppensynode Tiende gewone Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode Instrumentum laboris De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus voor de hoop van de wereld Inleiding In het perspectief van een nieuw millennium 1. Christus Jezus, onze hoop (1Tim 1,1), dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid (Heb 13,8), de opperherder (1Pe 5,4), leidt zijn Kerk tot de volheid van waarheid en leven, tot aan de dag dat Hij in heerlijkheid zal terugkeren en alle beloften zullen zijn ingelost en de verwachtingen van de mensheid in vervulling gegaan.

Transcript of De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus...

Page 1: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Bij het begin van het derde christelijk mil-lennium gaan de mensheid en de Kerksamen een toekomst tegemoet die met zichde erfenis meedraagt van de voorbije eeuwmet al haar licht- en schaduwzijden.

We beleven een nieuw moment in degeschiedenis van de mens. Velen vragenzich af waarop de mensheid afstevent enwat haar in de toekomst te wachten staat.Enerzijds zien we in de wereld de dynamiekvan vooruitgang en steeds grotere onderlin-ge afhankelijkheid op het gebied van econo-mie, cultuur en media; van de andere kantzijn er allerlei plaatselijke conflicten en treftmen grote gebieden aan waar honger, ziekteen armoede hand over hand toenemen.

De aanvang van een nieuw millenniumstelt het geweten van de wereld voor de ker-nopgave te bouwen aan de toekomst, enstelt ook de hoop centraal die van wezens-

belang is voor de homo viator en christen,die gespannen uitziet naar de vervullingvan de goddelijke beloften. Voor de mens,op weg naar een onzekere toekomst, is dezehoop een fakkel voor het geloof en een prik-kel voor de liefde.

2. De tiende gewone Algemene Vergade-ring van de Bisschoppensynode, die aan-vankelijk gehouden zou worden tijdens hetJubileumjaar maar nu zal plaats vinden inoktober 2001, maakt deel uit van dit nieuwbegin.

Met een profetisch inzicht heeft ZijneHeiligheid paus Johannes Paulus II aange-geven dat het thema van deze Vergaderingzou zijn: Episcopus minister Evangelii IesuChristi propter spem mundi.

Om verschillende gewichtige redenen isdit onderwerp bijzonder actueel in het leven

199 • 2001 Kerkelijke documentatie 3

Algemeen Secretariaat van de Bisschoppensynode

Tiende gewone Algemene Vergadering van de Bisschoppensynode

Instrumentum laboris

De bisschop: dienaar van het evangelie vanJezus Christus voor de hoop van de wereld

Inleiding

In het perspectief van een nieuw millennium

1. Christus Jezus, onze hoop (1Tim 1,1), dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid (Heb 13,8), de

opperherder (1Pe 5,4), leidt zijn Kerk tot de volheid van waarheid en leven, tot aan de dag dat Hij in

heerlijkheid zal terugkeren en alle beloften zullen zijn ingelost en de verwachtingen van de mensheid in

vervulling gegaan.

Page 2: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

van de Kerk en de mensheid. Hoewel dezeredenen allereerst een theologisch en kerke-lijk karakter hebben, zijn sommige ookantropologisch en maatschappelijk vanaard.

In het voetspoor van voorafgaandeSynodevergaderingen

3. Allereerst de theologische redenen. Degehele Kerk heeft vol vreugde het groteJubileum gevierd van het jaar 2000 om degeboorte van Jezus Christus te herdenken.Niet alleen herinnerde het Heilig Jaar voldankbaarheid aan zijn komst onder ons,tweeduizend jaar geleden, maar het vierdeook zijn levende tegenwoordigheid in deKerk gedurende de twintig eeuwen van haarbestaan en zijn unieke rol als Heiland vande wereld, Centrum van de kosmos en degehele geschiedenis.

Vanwege de onverbrekelijke band tussenChristus en zijn evangelie benadrukt hetthema van de Synode dat Jezus Christus,Gods Zoon, gezonden door de Vader engezalfd door de heilige Geest (vgl. Joh10,36), de hoop is van wereld en mensheid.Hij is de hoop van iedere mens en van degehele mens.1

In Christus immers, het definitieveWoord en de totale gave van de Vader, hetware evangelie van God, worden alle belof-ten vervuld, en in Hem is ook het “Amen”van God (vgl. 2Kor 1,20) en de vervullingvan de hoop van de wereld. Zijn evangelieis een blijde en altijd nieuwe boodschap,een levenskracht die twintig eeuwen langaan de wereld de weg naar de toekomst isblijven wijzen. De persoon van Christus enzijn leer zijn onverbrekelijk met elkaar ver-bonden, evenzeer als zijn werk en zijnonderricht, zijn boodschap en de Kerk waar-in Hij blijvend tegenwoordig is. Bij hetbegin van het derde millennium verkondigtde Kerk opnieuw vol vreugde de boodschap

van leven en hoop voor de gehele mens-heid.2

4. Er zijn twee soorten kerkelijke redenenvoor het te behandelen thema van de Syno-de: sommige met een algemeen geldigkarakter en andere die samenhangen met dehuidige situatie.

In de laatste dagen van zijn verblijf opaarde zond de Heer Jezus zijn apostels alszijn getuigen en boodschappers uit naar deuiteinden van de aarde en tot aan het eindeder tijden. Op dit woord berust ook debelangrijke opdracht, zijn persoon en leervoor te houden als het hoogste waarop dewereld kan hopen: “Ga en maak alle volke-ren tot leerling; doop hen in de naam vande Vader, de Zoon en de heilige Geest, enleer hun alles onderhouden wat Ik julliegeboden heb. Weet wel, Ik ben met jullie,alle dagen, tot aan de voleinding van dewereld” (Mt 28,19-20). Thans zijn de bis-schoppen geroepen om in verbondenheidmet de paus deze taak samen met alle ledenvan de Kerk te vervullen. Hoewel eeniedergetuige moet zijn van Christus’ evangelie inde wereld “hebben de bisschoppen als eer-sten de edele opdracht ‘rekenschap te gevenvan de hoop die in hen leeft’ (vgl. 1Pe 3,15),een hoop die berust op de beloften van God,op de trouw aan zijn Woord, en die onwrik-bare zekerheid ontleent aan de verrijzenisvan Christus, zijn beslissende overwinningover zonde en kwaad”.3

Hoe belangrijk de tiende gewone Alge-mene Vergadering van de Bisschoppensyno-de over het ambt van de bisschop als bedie-naar van het evangelie omwille van de hoopvan de wereld is blijkt duidelijk als menhaar plaatst in de reeks van voorafgaandegewone Algemene Vergaderingen: Roepingen zending van de leken in de Kerk en dewereld twintig jaar na het Tweede VaticaansConcilie (1987), De priestervorming in dehuidige omstandigheden (1990) en Het god-

Kerkelijke documentatie 2001 • 2004

1. Vgl. TweedeVaticaans Concilie,pastorale Constitu-tie over de Kerk inde wereld van dezetijd Gaudium etspes, 45; Paulus VI,Encycliek Populo-rum progressio (26maart 1967), 14.

2. Congregatievoor de Geloofsleer,Verklaring Domi-nus Iesus, (6augustus 2000), 1-2.

3. Johannes PaulusII, Toespraak tot deBisschoppenconfe-rentie van Colum-bia (2 juli 1986), 8,in: AAS 79 (1987),80.

Page 3: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

gewijde leven en zijn zending in Kerk enwereld (1994). Na al deze Synodes heeft depaus een postsynodale apostolische Exhor-tatie gepubliceerd: Christifideles laici, Pas-tores dabo vobis en Vita consecrata.

Vandaar dat het goed schijnt ditmaal hetambt van de bisschop als onderwerp vanbespreking te nemen, gezien in het licht vande verkondiging van het evangelie en dehoop, als min of meer het hoogtepunt en desamenvatting van vroegere gewone Alge-mene Vergaderingen. De voorgaande Syno-des hebben impulsen gegeven tot vernieu-wing van de verschillende soorten vanroeping binnen het volk van God, en bijge-dragen tot het aanvullen van ieders rol ineen ecclesiologie van communio en zen-ding, met eerbiediging van de hiërarchischeen charismatische natuur van de Kerk. Debehandeling van het onderwerp van dezeSynode maakt duidelijk dat de zending vanhet gehele volk van God, in verbondenheidmet zijn Herders, op de toekomst moet wor-den gericht.

5. In het laatste decennium van de twin-tigste eeuw, tegen het einde van het tweedemillennium van het christelijk tijdperk,heeft de paus de bisschoppen van de ver-schillende werelddelen uitgenodigd totdeelname aan speciale synodale bijeenkom-sten om te spreken over de Kerk in Europa(1991 en 1999), Afrika (1994), Amerika(1997) Azië (1998) en Oceanië (1998).Vrucht van deze synodale Vergaderingenwaren telkens postsynodale documentenwaarvan sommige reeds gepubliceerd zijnen andere nog worden voorbereid.

Bij het bespreken van haar eigen onder-werp zal de komende Algemene Vergade-ring daarom de ervaringen kunnen benuttenvan die bijzonder intens doorleefde momen-ten van een synodale communio zonderweerga.

In een bepaald opzicht waren alle Synodesvan de laatste decennia van belang voor hetbisschopsambt, niet alleen omdat de Bis-schoppensynode uiteraard vanuit de gehelewereld bisschoppen bijeenbrengt, maar ookomdat iedere Synode op een of andere wijzeertoe heeft bijgedragen de ambtelijke rolvan de bisschop vorm te geven met betrek-king tot Evangelisatie (1974), Catechese(1977), Gezin (1981), Verzoening en boete(1983), Lekengelovigen (1987), Priesters(1990), Godgewijd leven (1994), en over hetin praktijk brengen van de doelstellingenvan het Tweede Vaticaans Concilie tijdensde buitengewone Synode van 1985.

6. De leerstellige en pastorale aspecten vanhet synodethema hebben dus betrekking opde verkondiging van het evangelie vanChristus omwille van de hoop van dewereld. Zo gezien is het onderwerp van dekomende gewone Algemene Vergaderingook in menselijk en maatschappelijk opzichtvan groot belang. De Kerk, die verlangt tedelen in “vreugde en hoop, verdriet en angstvan de mensen van vandaag”4 zal zich moe-ten afvragen welke wegen de mensheidmoet gaan in deze tijd, waarin zij leeft alshet zout van de aarde en het licht van dewereld (vgl. Mt 5,13-14). Ook dient zij zichaf te vragen hoe zij de ware hoop van dewereld, Jezus Christus en zijn evangelie, inonze tijd moet verkondigen.

Wij staan aan het begin van een nieuwmillennium in de christelijke tijdrekening,gekenmerkt door heel eigen maatschappelij-ke en culturele situaties, bijna een aetasnova, een nieuw tijdperk, dat vaak als post-modern wordt omschreven. Er wordt eennieuwe krachtsinspanning gevraagd om deverkondiging van het heil zo te doen klin-ken in de wereld dat het de aan het evange-lie eigen theologische dynamiek teweeg-brengt. Op die wijze “moge de hele wereld,door te luisteren, geloven in de boodschap

201 • 2001 Kerkelijke documentatie 5

4. Gaudium etspes, 1.

Page 4: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

van het heil, door te geloven, hopen, endoor te hopen, liefhebben”.5

De christelijke hoop is nauw verbondenmet de moedige verkondiging van hetonverkort evangelie, en dit behoort tot devoornaamste opdrachten van het bisschops-ambt. Vandaar dat “temidden van al zijnbeslommeringen en moeilijkheden dieonvermijdelijk verbonden zijn aan de trou-we dagelijkse arbeid in de wijngaard desHeren, de hoop voorop moet staan”.6

Continuïteit en nieuwheid

7. Men kan zeggen dat de voorbereidingop en viering van de tiende gewone Alge-mene Vergadering van de Bisschoppensyno-de een van de vele genadegaven is van delaatste tijd.

De publicatie van de Lineamenta in1998 en de grondige bestudering van ver-schillende aspecten die met het bisschops-ambt verbonden zijn, heeft grote belang-stelling gewekt en informatie opgeleverdwaaruit gemeenschappelijke onderwerpenter bespreking voortkomen. Het voorliggendInstrumentum Laboris is vrucht van de reac-ties van de Bisschoppenconferenties enandere gremia, alsmede van de antwoordenvan vele bisschoppen en andere leden vanhet volk van God. De bedoeling van ditdocument is, op het door de paus gekozenthema door te gaan en het toe te lichten,door in aansluiting bij de Lineamenta vra-gen en antwoorden erin op te nemen, zodateen ordelijke en open gang van zaken bij debesprekingen op de Synode kan wordengewaarborgd.

De voorbereiding op de synodale Verga-dering heeft van de fase van raadpleging inde Lineamenta geleid tot een verslag van dereacties daarop in het Instrumentum Labo-ris. Op deze wijze gaat het synodaal procesnormaal verder en wordt in dezelfde lijnnagedacht over het door de Heilige Vader

gekozen onderwerp. Het is zeer opmerkelijkdat zoveel materiaal uit het eerste documenteen plaats heeft gevonden in dit werkdocu-ment. De grote mate van consensus die doorde Lineamenta was verkregen heeft inder-daad geleid tot een zeer homogene ontwik-keling van ideeën en een opmerkelijke gelij-kenis tussen de twee teksten.

De rijke ervaring van de bisschoppen uitde wereld, opgedaan tijdens de laatstegewone Algemene Vergaderingen en de spe-ciale Synodevergaderingen, en ook de rijkeschat aan doctrine die toen werd geoogst,vormen de basis voor een vruchtbare voor-bereiding op de komende Vergadering. Van-daar dat het Instrumentum Laboris de situ-atie van de wereld niet in detail beschrijft,en nog minder de aandacht wil vestigen opbijzondere of regionale vraagstukken diereeds behandeld zijn in de voorafgaandeVergaderingen per werelddeel.

8. De specifieke behandeling van het ambtvan de bisschop als bedienaar van het evan-gelie van Jezus Christus omwille van dehoop van de wereld vindt plaats in de lijnvan het kerkelijk magisterium welke, in hetbijzonder met betrekking tot de leer, ver-woord wordt in de documenten van Vatica-num II, met name in de dogmatische Consti-tutie Lumen gentium en het Decreet ChristusDominus.

Vanwege zijn volledigheid en de concre-te beschrijving van de rol en de dienst vande bisschop in de particuliere Kerk is hetpastoraal Directorium van de Congregatievoor de Bisschoppen Ecclesiae Imago (22februari 1973) ook heden nog ten volle vantoepassing.7 Voor zover het is bijgewerkt opcanonisch en theologisch gebied moet menzich houden aan de Codex Iuris Canonici(CIC) van 1983 en de Codex Canonum Eccle-siarum Orientalium (CCEO) van 1990.

Vele documenten van het magisterium, ver-

Kerkelijke documentatie 2001 • 2026

5. Tweede Vati-caans Concilie,dogmatische Con-stitutie over degoddelijke openba-ring Dei verbum, 1.

6. Johannes PaulusII, Toespraak tot deOostenrijkse bis-schoppen bij hunad limina-bezoek (6juli 1982), 2, in:AAS 74 (1982),1123.

7. Vgl. Congregatievoor de Bisschop-pen, Directoriumvoor het pastoraleambt van de bis-schoppen EcclesiaeImago (22 februari1973).

Page 5: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

schenen in de tijd na het Concilie, hebbenmet name betrekking op het herdersambtvan de bisschop. Bijzondere aandacht ver-dienen daaronder de toespraken van depaus tot de verschillende Bisschoppencon-ferenties bij gelegenheid van hun Ad Limi-na-bezoek of tot de bisschoppen tijdens dereizen van de paus in de laatste decennia.

Onder de meer recente documenten overspeciale vraagstukken van het herdersambtvan de bisschoppen in de universele Kerk enin de particuliere Kerken moet vanwege hunecclesiologische betekenis gewezen wordenop de brief van de Congregatie voor deGeloofsleer, met als titel: Communionisnotio, over enkele aspecten van de Kerk alscommunio (28 mei 1992),8 en tenslotte op deapostolische brief als Motu proprio vanJohannes Paulus II Apostolos Suos (21 mei1998) over de theologische en juridischeaard van de Bisschoppenconferenties.9

9. Het door de paus aangegeven onder-werp voor de komende synodale Vergade-ring heeft betrekking op ‘de bisschop’, het-geen hier nader verklaard moet worden. Hetgaat over het bisschopsambt zoals dit met alzijn aspecten en pastorale taken beschrevenwordt in de dogmatische Constitutie Lumengentium en het Decreet Christus Dominus.Alle bisschoppen hebben de genade van debisschopswijding gemeen; zij zijn de opvol-gers van de apostelen; en in communio metde paus vormen zij het college van bis-schoppen.

Het Tweede Vaticaans Concilie heeft hetbegrip Bisschoppencollege weer in ere her-steld als opvolging van het apostelcollegeen als de beste verwoording van de herder-lijke dienst van de bisschop in communiomet elkaar en met Petrus’ opvolger. Alsleden van dit college zijn “alle bisschoppenniet alleen voor een of ander bisdom, maarvoor het heil van de hele wereld gewijd”.10

Door instelling en gebod van Christus “zijn

ze gehouden tot daadwerkelijke zorg voorde gehele Kerk, een zorg die, hoewel ze nietdoor een daad van rechtsmacht wordt uitge-oefend, niettemin in ruime mate aan hetwelzijn van de universele Kerk bijdraagt”.11

Iedere bisschop die wettig in de katho-lieke Kerk is gewijd deelt in de volheid vanhet Wijdingssacrament. In het drievoudigambt tot de uitoefening waarvan hij isgeroepen, namelijk om te onderrichten, teheiligen en te besturen, dient hij als dienaarvan de Heer en opvolger van de apostelen,met de genade van de Paracleet, zo te wer-ken dat de gehele Kerk groeit als Familievan de Vader, Lichaam van de Zoon enTempel van de heilige Geest.

De Synode heeft speciaal betrekking opde diocesane bisschop en op ieder aspectvan zijn dienstwerk in de particuliere Kerk.Hij is de levende tegenwoordigheid vanChristus, “herder en behoeder” van onzezielen (1Pe 2,25); hij is zijn plaatsvervangerin de hem toevertrouwde particuliere Kerk,niet alleen van zijn Woord, maar van zijnPersoon.12

Het belang van het thema van de Syno-de blijkt duidelijk uit het feit dat het beeldvan de bisschop in de laatste decennia eenverandering heeft ondergaan. In de praktijkblijken de gelovigen hem steeds meer tezien als iemand die midden onder zijn men-sen staat en hun meer nabij is als vader,broeder en vriend. Bovendien vinden zehem toegankelijker, en zijn levenswijze een-voudiger. In een Kerk die steeds meer aan-dacht heeft voor de noden van de wereldzijn tegelijk zijn herderlijke verantwoorde-lijkheden en ambtsplichten toegenomen, enwel in die mate dat de bisschop tegenwoor-dig belast schijnt te zijn met een grote ver-scheidenheid aan ambtelijke taken, en vaakeen teken wordt van tegenspraak bij hetverdedigen van de waarheid. Vandaar dathij voortdurend open moet staan voor ver-nieuwing van zijn pastorale functie door

203 • 2001 Kerkelijke documentatie 7

8. Congregatievoor de Geloofsleer,Brief aan de bis-schoppen van dekatholieke Kerkover enkele aspec-ten van de Kerk alscommunio Commu-nionis notio (28mei 1992).

9. Johannes PaulusII, Motu proprioApostolos Suos (21mei 1998).

10. Tweede Vati-caans Concilie,Decreet over demissieactiviteit vande Kerk Ad gentesdivinitus, 38.

11. Tweede Vati-caans Concilie,dogmatische Con-stitutie over deKerk Lumen genti-um, 23.

12. A.w., 27.

Page 6: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

een steeds dieper beleefde communio ensamenwerking met priesters, godgewijdemensen en leken.

De tiende gewone Algemene Vergade-ring van de Bisschoppensynode zal onge-twijfeld de gelegenheid bieden om vast testellen dat naarmate de eenheid van de bis-schoppen met de paus, van de bisschoppenonderling en van de bisschoppen met hetvolk van God sterker is, ook de communioen zending van de Kerk daardoor verrijktwordt, en hun ambtswerk vruchtbaarder eneen bron van troost zal zijn.

Nieuwe verkondiging van het evange-lie van de hoop

10. De Kerk ziet hoopvol uit naar de vieringvan de komende Synode. Het grote Jubi-leum van het jaar 2000, waarin zoveelgebeurd is en waaraan jaren van voorberei-ding voorafgingen die in het teken stondenvan de Drie-eenheid, heeft het gehele volkvan God de genade geschonken een heiligjaar te beleven van bekering, verzoening engeestelijke vernieuwing.

De gelovigen in Rome en in het HeiligeLand hebben in tegenwoordigheid van Pet-rus’ opvolger, evenzeer als de gelovigen inde particuliere Kerken rond hun bisschop-pen, vreugdevol een jaar beleefd van barm-hartigheid en heiligheid. Velen hebben zichafgevraagd hoe de genaden en positieveervaringen van het grote Jubileum een ver-volg kunnen krijgen bij het begin van eennieuwe eeuw en een nieuw millennium.

Opnieuw staat de Kerk voor de wereldals een teken van hoop, met name door hetgetuigenis van allerlei leden van het volkvan God, zoals van jonge mensen en gezin-nen, door belangrijke oecumenische gebeur-tenissen, door het zuiveren van het geheu-gen en vergiffenis vragen, en ook door hetmoedig herdenken van de geloofsgetuigenvan de twintigste eeuw.

Er werd krachtig op aangedrongen omgevangenen gratie te verlenen, en daarnaastwerd opgeroepen tot vermindering of gehelekwijtschelding van de internationale schuldwaaronder zoveel landen gebukt gaan.

De bisschoppen hebben ook momentenkunnen meemaken van intense communioen geestelijke vernieuwing in hun specialeJubileumvieringen, toen zij samen met depaus verenigd waren rond de maagd Maria,zoals de apostelen met Pinksteren bij hungebed in de Avondmaalszaal.

Het evangelie zelf van Christus bewijstin deze tijd levenskracht te zijn, een woorddat mensen werkelijk meer humaan maakt,hen tot een familie laat worden, en zonderonderscheid van taal, ras of godsdienst hetwelzijn bevordert van allen.

11. Steunend op de christelijke hoop dieniet wordt teleurgesteld (vgl. Rom 5,5) trektde Kerk met hernieuwd elan de toekomsttegemoet voor een nieuwe evangelisering.

Nu de wereld over de drempel van hetnieuwe millennium is gestapt, wacht ze opeen woord van hoop en licht dat haar zalleiden naar de toekomst. Zoals in het verle-den is het evangelie ook in de tijdgebondengeschiedenis van de mensheid, thans en inde toekomst, een bron van vrijheid, vooruit-gang, broederschap, eenheid en vrede.13

De komende Bisschoppensynode hooptde Kerk en de wereld de moedige en getrou-we verkondiging te bieden van Christus’evangelie, die de harten hoop schenkt indeze tijd en voor de eeuwigheid. Ze wil ditdoen door het getuigenis van eenheid,vreugde en zorg voor de mensen, een getui-genis dat gegeven wordt door de opvolgersvan de apostelen, in communio bijeen metde paus, die de Heer zelf heeft beloofd bij tezullen staan tot aan het einde der tijden(vgl. Mt 28,20).

Kerkelijke documentatie 2001 • 2048

13. Ad gentesdivinitus, 8.

Page 7: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Hoofdstuk I Dienstwerk van dehoop

Met het hart van de Goede Herder dewereld beschouwen

12. Welke houding wordt van de bisschopgevraagd, wil hij een dienaar zijn van hetevangelie van Jezus Christus omwille vande hoop van de wereld?

Voor alles moet hij oog hebben voor hetreilen en zeilen van onze wereld, en ditbezien vanuit hetgeen zijn ambt in concretovraagt en vanuit de communio met de uni-versele Kerk en de particuliere Kerk die aanzijn zorgen is toevertrouwd; vervolgensmoet hij een meevoelend hart hebben, instaat zijn tot verbondenheid met de mannenen vrouwen van deze tijd voor wie hij getui-ge en dienaar van de hoop moet zijn.

De van de bisschop verwachte houdingwordt duidelijk gemaakt in een gelijkenisuit het evangelie. Bij de aanvang van zijnoptreden stelt Jezus zich voor als de herautvan de blijde boodschap van de Vader, engeeft er een bewijs van door de manierwaarop Hij omgaat met de noden van demensen: “bij het zien van de mensenmenig-te werd Hij diepbewogen door hen, omdatze geplaagd en gebroken waren als schapenzonder herder” (Mt 9,36).

Door de genade van de heilige Geest, diehem de ogen van het geloof wijd open doetgaan en ze scherpt, doorleeft de bisschop bijhet zien van de zorgen en verwachtingenvan de huidige wereld de gevoelens vanChristus, de Goede Herder, verkondigt hijdaarbij een woord van waarheid en leven,en spant hij zich in zo te handelen dat hethart van de mensen wordt geraakt. Alleenwanneer hij met Christus verenigd is entrouw aan zijn evangelie, met werkelijk-heidszin openstaat voor deze wereld en doorGod wordt bemind, kan de bisschop de pro-feet van de hoop worden.

Dat dient hij te zijn voor de mannen envrouwen van onze tijd, die na het wegvallenvan valse ideologieën en droombeelden,vaak het verleden vergeten en overbezorgdzijn over het heden, nogal kortzichtige enbekrompen plannen maken, en vaak despeelbal worden van economische en poli-tieke krachten. Daarom moeten ze weer dedeugd van de hoop ontdekken, over goederedenen beschikken om te geloven en tehopen, en van de andere kant om lief tehebben en te werken voor meer dan hetdirect noodzakelijke. De bisschop moetonbevangen terugzien op het verleden enmet vertrouwen uitzien naar de toekomst.

Naar Jezus’ geest toont de Kerk – endaarin de bisschop als herder van de kudde– zich getuige van de hoop die niet teleur-stelt (vgl. Rom 5,5), zich steeds bewust vande drijvende kracht die haar leidt tot de ver-vulling van Gods beloften: immers, “Godsliefde is in ons hart uitgestort door de heili-ge Geest die ons werd geschonken” (Rom5,5).

Het evangelie van de hoop is aan deKerk en haar herders toevertrouwd. Dezehoop berust op de zekerheid van Godsbeloften; tot levende hoop heeft de Vaderons opgewekt door de verrijzenis van Chris-tus (vgl. 1Pe 1,3), die zonde en dood over-won. Bijgevolg berust de hoop op de zeker-heid van de blijvende tegenwoordigheidvan Christus, de Heer van de geschiedenis,Vader voor eeuwig (vgl. Js 9,6).

Daarom moeten wij vol vertrouwen hetderde millennium der christenheid beginnenen het beleven met het verkondigen van hetevangelie van Gods beloften.

In de Heilige Schrift en de Traditie vande Kerk vinden wij het verborgen zaad vanGods plannen dat in de toekomst van men-sen en volkeren tot wasdom moet komendankzij de heilige Geest – de ervaren wevervan het weefsel der mensengeschiedenis –die onze medewerking vraagt.

205 • 2001 Kerkelijke documentatie 9

Page 8: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Onder het teken van de goddelijkedeugd van hoop

13. In het begin van een nieuwe eeuw eneen nieuw millennium is een belangrijke rolweggelegd voor de goddelijke deugd vanhoop die totaal vertrouwt op de beloftenvan God. De tien jaar lange voorbereidingop en het uitzien naar zo’n belangrijkmoment in de geschiedenis van de mens-heid als het jaar 2000, tweeduizendste ver-jaardag van Jezus’ geboorte, zijn thans ooksymbolisch op de toekomst gericht. Nietlanger streven we een bepaald doel na,maar we staan uit te zien naar een verrehorizon. Thans moeten we geduldig bouwenaan de toekomst.

Hoop is de drijvende kracht van hetnieuwe, het vermogen om over de toekomstte dromen en vaste sporen na te laten in detijd door nieuwe initiatieven te nemen,geschiedenis te schrijven door de kracht vanhet evangelie, of althans de geschiedeniseen betekenis te geven voordat de wereldsemachten de zin of het verloop van de toe-komst bepalen.

Dat zal de uitwerking zijn van de hoopals de christenen trouw hun opdracht ver-vullen, om namelijk de ziel te zijn van dewereld. Om met Diognetus te spreken:“Mogen de christenen in de wereld zijn watde ziel is in het lichaam.”14 De Kerk vanJezus is geroepen om de geschiedenis teinspireren en te stuwen door te luisterennaar de diepste verlangens en verwachtin-gen van de mensen in deze wereld.

De hoop die van de bisschop gevraagdwordt bij zijn getuigenis als dienaar van hetevangelie van Jezus Christus is de goddelijkedeugd van hoop tezamen met een actiefgeloof en vruchtbare liefde.

Wat dit betreft heeft het pastoraal Direc-torium Ecclesiae Imago in het kort bepaaldekenmerken naar voren gebracht van hetwerk van de bisschop, die vermeld dienen te

worden bij de bespreking van het themavan de hoop op een God die altijd trouw isaan zijn beloften: “het evangelie – waaruitde bisschop leeft door het geloof en dat hijaan de mensen verkondigt in naam vanChristus – is ‘de vaste grond voor wat wijhopen, het bewijs van wat wij niet zien’(Heb 11,1). Steunend op deze hoop verwachtdaarom de bisschop met grote zekerheid allegoeds van God, koestert hij een zo grootmogelijk vertrouwen op Gods voorzienig-heid, en zegt met Paulus: ‘Ik kan alles aan,dankzij Hem die mij kracht geeft’ (Fil 4,13).Hij herinnert zich de heilige apostelen en deeerste bisschoppen die onder grote moeilijk-heden en allerlei bezwaren toch in alle vrij-moedigheid het evangelie verkondigden vanGod (vgl. Hnd 4,29 en 31; 19,8; 28,31). Dehoop, ‘die niet wordt teleurgesteld’ (Rom5,5) wekt de missionaire geest van de bis-schop en daardoor zijn creativiteit en vin-dingrijkheid. Want hij weet dat hij doorGod, de Heer van de geschiedenis (vgl. 1Tim1,17), gezonden is om de Kerk op te bouwenop de plaats, de tijd en het moment ‘dat deVader in zijn volmacht heeft vastgesteld’(Hnd 1,7). Vandaar dat hij bezield wordtdoor een gezond optimisme dat van hemuitstraalt naar anderen, met name naar zijnmedewerkers.”15

14. Steunend op deze goddelijke deugd vanhoop maakt de bisschop zich op om de toe-komst te plannen; hij zoekt zich deze voorte stellen en als het ware te dromen, terwijlhij het Woord van God, met de genade vande heilige Geest en in de kerkelijke commu-nio, tot zich laat doordringen.

Het Woord van God, dat door de Geestvrucht draagt in het hart van de bisschopdie verenigd is met zijn priesters en gelovi-gen, zal zijn eeuwigdurende inspiratiebronen toevlucht zijn om de uitdagingen van detoekomst tegemoet te treden. Om met pausPaulus VI te spreken: “de Kerk heeft behoef-

Kerkelijke documentatie 2001 • 20610

14. Diognetus,Epist. ad Diogne-tum, 6, in: PatresApostolici I, ed. F.Funk (Tubingae,1901), 400; vgl.Lumen gentium, 38.

15. EcclesiaeImago, 25.

Page 9: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

te aan een eeuwigdurend Pinksteren; zeheeft behoefte aan vuur in het hart, woor-den op de lippen, een profetische blik.”16

De paus, het Bisschoppencollege, de bis-schoppen van de nationale en regionale Bis-schoppenconferenties, ja, heel het heiligvolk van God – zij allen zijn geroepen totdezelfde hoop (vgl. Ef 4,4).

Deze communio in de hoop waarborgtde levende tegenwoordigheid van Christusen de inspiratie van de Geest, aan wie detaak is toevertrouwd om het evangelie vanJezus Christus in de geschiedenis van demensheid tot volle ontplooiing te brengen.17

De communio in de hoop moet verdiepten gedeeld worden als bron van inspiratie,bevrucht worden door het gebed van de bis-schop, door de liefdesdialoog met het gehelevolk van God, met name met zijn nauwstemedewerkers. Zo kunnen zij deelnemen aande bespreking van allerlei initiatieven enhet opzetten van concrete programma’s.

De hoop van de christenen is een drij-vende kracht voor de toekomst. Deze deugdlaat niet alleen sporen na in het leven vande mensheid, het legt ook voren open omhet zaad te planten van de goddelijke belof-ten, en om met Gods hand de initiatievenvoor de toekomst richting te geven. De Kerkzal een daadwerkelijk teken van hoop zijnals zij weet te luisteren naar Gods plan datborg staat voor een volmaakte toekomst, alszij getrouw zijn wil volgt en als zij de diep-ste verwachtingen van de mensheid weet teonderscheiden die zij moet verstaan en lei-den.

Tussen verleden en toekomst

15. Bij het begin van het derde millenniumstapt de Kerk over de drempel van de hoop,met een bijzondere aandacht voor de men-sen van deze tijd, en deelt met hen vreugdeen hoop, verdriet en angst, maar wetend datzij het woord van heil bezit.18 Toch moet

men zich bezinnen op de vraag in wat voorsoort wereld de bisschoppen worden uitge-zonden om het evangelie te verkondigen.

Voor de goddelijke deugd van hoop dieals vertrouwen op de beloften van Godgroeit en zich ontplooit, betekent hetafwachten vaak een zuiveringsproces; dezedeugd wordt waarachtiger naarmate zemeer op de proef wordt gesteld. Ze heefthaar wortels in de positieve tekenen dieontkiemen in het Koninkrijk van God, datreeds aanwezig is in de huidige wereld enop weg is naar zijn uiteindelijke glorievollevoltooiing.

Hoop is herinnering, verankerd in Godsopenbaring die niet alleen de heilsgeschie-denis duidelijk maakt maar ook Gods voor-nemen en plan voor de toekomst. Daaromdraagt het laatste boek van de HeiligeSchrift als titel: Apokalyps of Openbaring.Hoop wekt in het hart een dynamiek dieiedere dag opnieuw weer ontvonken kan.

Het gaat om die trouwe ‘volharding’ diewe in de Handelingen van de Apostelenzien (vgl. Hnd 1,14; 2,42) waar gesprokenwordt over de specifieke houding van devolgelingen van Jezus, die iedere dagopnieuw hun geloof intens beleven. Het ishet vaste vertrouwen op God, de Vader vanonze Heer Jezus Christus, die door de verrij-zenis van zijn Zoon het ‘heden’ van iederedag richt op de zekere vervulling van zijnbeloften.

16. Bij vele gelegenheden heeft het magiste-rium, met name in de laatste tien jaren, desituatie beschreven van de huidige wereld.

De Bisschoppensynode heeft een soort-gelijke analyse verricht zowel tijdens despeciale continentale en regionale Vergade-ringen voor Europa, Afrika, Amerika, Aziëen Oceanië alsook in de daarop betrekkinghebbende postsynodale apostolische Exhor-taties die tot dusver gepubliceerd zijn.19

Vandaar dat zo’n uitvoerige analyse dit-

207 • 2001 Kerkelijke documentatie 11

16. Paulus VI, LoSpirito Santo ani-matore e santifica-tore della Chiesa(29 november1972), in: L’Osser-vatore Romano (30november 1972), 1.

17. Dei verbum, 8.

18. Vgl. Gaudiumet spes, 1.

19. Bijzondere Bis-schoppensynodevoor Europa (1991),SlotverklaringOpdat wij getuigenzijn van Christusdie ons heeft vrijge-maakt (13 decem-ber 1991); Johan-nes Paulus II,postsynodale apos-tolische ExhortatieEcclesia in Africa(14 september1995), 46-52; Post-synodale apostoli-sche ExhortatieEcclesia in America(22 januari 1999),13-25; postsynoda-le apostolischeExhortatie Ecclesiain Asia (6 novem-ber 1999), 5-9.

Page 10: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

maal niet nodig is. Er kan mee worden vol-staan op te merken dat dergelijke analysesweliswaar in verschillende opzichten tenge-volge van de steeds verder gaande globali-sering gemeenschappelijke kenmerken ver-tonen, maar ook vereisen dat er aandachtwordt besteed aan de problemen en oploss-ingen op plaatselijk niveau.

De tekst van de Lineamenta heeft even-eens de algemene situatie beschreven, het-geen bevestigd en aangevuld werd door dereacties van de Bisschoppenconferenties.

De wereld met haar licht- enschaduwzijden

17. De wereld biedt ons een beeld met bui-tengewoon veel tinten. Nog afgezien vaneen politieke, sociologische en economischeanalyse kan het de Kerk, met het waakzaamoog en bewogen hart van de Goede Herder(vgl. Mt 9,36), niet ontgaan dat in de huidi-ge wereld gebrek aan vertrouwen of echtewanhoop heerst. In reactie daarop biedt zijde troost en bemoediging van in Christusgeschonken vertrouwen en bevrijding. Hetis geen zwakke, vluchtige boodschap vantroost die slechts een ogenblik verlichtingbiedt, maar een boodschap die berust op dezekerheid van het geloof, weer ontdekt doormensen met een hart dat tot liefde en dienstin staat is. Deze zekerheid berust op hetonverdeelde en ware zicht op wat vanwezenlijk belang is in het persoonlijk enmaatschappelijk leven, zonder pessimisti-sche of optimistische beperkingen. In iederesituatie biedt de Kerk het evangelie van dehoop.

Er blijven tegenwoordig problemenbestaan die van de Kerk vragen dat ze bijhet uitoefenen van haar zending de bron isvan hoop die tot voortdurende vernieuwingleidt in wereld en maatschappij. In concretogeldt dit ook voor het ambtswerk van debisschop in zijn particuliere Kerk.

18. In veel delen van onze wereld is er leeden heerst uitzichtloosheid tengevolge vanarmoede, gebrek aan vrijheid, beperkingvan de mensenrechten, etnische conflictenen een achterblijvende ontwikkeling waar-door de armoede van grote delen van debevolking nog groter wordt.

De media confronteren ons voortdurendmet de vele vormen van wanhoop: het beeldvan ondervoede en uitgebuite kinderen; hetbeeld van werkeloze jonge mensen diegedoemd zijn tot wanhoop en onverschillig-heid, en gemakkelijk door ideologieën mis-bruikt kunnen worden of in moreel en gees-telijk opzicht afglijden; het beeld vanvrouwen die in hun waardigheid wordenaangetast; het beeld van hulpbehoevendebejaarden; de talloze armen die door te emi-greren op zoek zijn naar hoop voor de toe-komst; het beeld van vluchtelingen op zoeknaar een vaderland; het beeld van deinheemse volkeren die van hun akkers wor-den verdreven.

De niet opgeloste conflicten van devorige eeuw en het vorige millennium heb-ben geleid tot dood en verwoesting, ontvol-king, armoede, etnische gevechten enonderlinge haat tussen stammen. Veeldoden zijn er het gevolg van geweest en zehebben diepe wonden nagelaten naarlichaam en geest.

De open wonden van sommige recenteplaatselijke conflicten hebben een scheidingteweeg gebracht in cultuur en volk terwijlze juist samen zouden moeten zoeken naarvrede. Van tijd tot tijd ziet men godsdienstigfundamentalisme dat vijandig staat tegen-over dialoog en vrede, de kop opsteken.

Ook bij de meest ontwikkelde volkerenzijn er vaak grote gebieden van economischen moreel verval; men ziet er toenemendecorruptie en wetteloosheid, ook op politiekgebied.

Kerkelijke documentatie 2001 • 20812

Page 11: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

19. De gevolgen van de globalisering doenzich thans gevoelen door de meedogenlozedwang van een economisch systeem datgebaseerd is op een ongebreideld liberalis-me, waardoor de rijken rijker, en de armenarmer worden. Aangezien de armen zo bui-ten ontwikkelingsprogramma’s wordengehouden spreekt men tegenwoordig welvan een ‘Nieuwe Wereld Wanorde’. Terechtmaakt men zich zorg over de toekomst, alsaan hele volkeren, die tot de ene familie vanGod behoren en dezelfde rechten hebben,het rechtvaardig aandeel in voor allenbestemde goederen wordt onthouden. Insommige gevallen worden inheemsegemeenschappen door uitbuiting vangrondgebied en bevolking beroofd van hungrondstoffen en van de natuurlijke rijkdom-men van hun land.

Hoewel het milieubewustzijn groeit,heeft zelfs de aarde – misschien als nooittevoren in de geschiedenis der mensheid –te lijden onder de klimaatveranderingen inhet ecosysteem, die ernstige vragen doenrijzen over de toekomst van onze planeet.De aantasting van het milieu baart grotezorg. De Kerk wil spreekbuis zijn voor hetoprecht verlangen van de mensheid naareen ecologisch evenwicht, zodat onze aardeniet in gevaar komt evenmin als de geheleschepping, die uit Gods hand komt en aande mensen is geschonken als een woon-plaats van schoonheid en evenwicht, alsgave en fundamentele rijkdom van hetmenselijk bestaan.

Tussen terugkeer naar wat heilig is, enonverschilligheid

20. Ofschoon er duidelijke tekenen zijn vaneen religieus reveil, van een nieuwe belang-stelling voor geestelijke zaken en van eensoort terugkeer tot wat heilig is, zien de her-ders met zorg de stille uittocht van eengroot aantal mensen die niet langer meer

praktiseren. Een cultuur die alleen bij dedag leeft, staat niet open voor hetgeen denatuur overstijgt. Zelfs christenen zien intoenemende mate met een onverschillig oognaar de toekomstige wereld en naar debovennatuurlijke kant van het bestaan diehet leven in de wereld werkelijk de moeitewaard maakt.

Een dergelijke houding komt tot uitingin een individualisme dat los staat van dekerkelijke communio en de sacramentelepraktijk. Vandaar dat mensen er soms toekomen geestelijke compensatie te zoeken inalternatieve religieuze bewegingen en sek-ten; of men neemt een of andere vorm vanreligieus gedrag aan die voor een deel eennabootsing is van de edelste ascetischepraktijken van niet-christelijke godsdien-sten. Er zijn tegenwoordig veel mensen diezich tevreden stellen met een twijfelachtigegodsdienstigheid zonder werkelijke per-soonlijke betrokkenheid op de ware Godvan Jezus Christus en op de kerkelijkegemeenschap.

Veel herders maken zich grote zorgenover het tekort aan roepingen tot priester-schap en godgewijd leven, en zien de toe-komst somber in, alleen al met het oog opeen gewoon pastoraal program voor evan-gelisering, een passend sacramenteel eneucharistisch leven, en de vereiste zorg vooreen levend geloof en christelijke praktijk.

Nieuwe ethische problemen doemenop

21. Beangstigend is ook dat morele waardensteeds meer gerelativeerd worden in eenbepaalde cultuur die niet langer het levenvoorop stelt en er geen eerbied voor heeft;het gevolg daarvan is dat het menselijkbestaan waarvan begin en einde zo intiemverbonden zijn met het mysterie van de Godvan het leven, van zijn sacraal karakter ont-daan wordt.

209 • 2001 Kerkelijke documentatie 13

Page 12: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Tekenen van hoop op God de Schepper kanmen echter zien in het overdragen van hetfysieke leven, het grootbrengen van kinde-ren en de plicht om de waarden van hetmenselijk bestaan in volle omvang tebevorderen.

Tegelijk zijn we thans door de valse stel-ling dat er een ethische rechtvaardigingbestaat voor hetgeen wetenschappelijkmogelijk is, gekomen tot een werkelijk bio-logisch ingrijpen, met ernstige gevolgenvoor de mens die in Christus, ons leven,geschapen is naar beeld en gelijkenis vanGod (vgl. Joh 1,4; 14,16). De laatste jarenzijn daarmee samenhangende kwesties aande oppervlakte gekomen die de toekomstoverschaduwen.

De door het magisterium van de Kerkgevoerde krachtige verdediging van dewaardigheid van ieder mensenleven, vanafhet begin tot het natuurlijke einde daarvan,heeft ook invloed op de openbare meningen begint vrucht af te werpen op het gebiedvan de ethiek in de wereld. Het gaat om detoekomst van de mensheid en de waardig-heid van de mens met zijn onaantastbare enonvervreemdbare rechten.

22. Tegenwoordig vormen de crisis in hetgezin en zijn gebrek aan stabiliteit, en ookde sluipende ondermijning van het gezin alsinstituut een ernstig gevaar voor het levenen de opvoeding van de kinderen.

De Kerk is door de jaren heen conse-quent gebleven in haar onderricht ten gun-ste van het huwelijks- en gezinsleven. Veledocumenten van het pauselijk magisteriumen van andere departementen van de Heili-ge Stoel20 laten deze voortdurende aandachtduidelijk zien; daarnaast is er ook de inter-nationale Dag van het Gezin die echtparenmet het oog op betere huwelijken en eenspiritualiteit van het gezin zeer veel dienstbewijst.

Nieuwe kerkelijke situaties

23. In gebieden die lange tijd onder eentotalitair regime hebben geleefd ziet meneen nieuwe situatie. De particuliere Kerkenin deze gebieden ervaren dat er weer vrij-heid van eredienst is en zien dat ze weerapostolisch werkzaam kunnen zijn. Er zijntalrijke roepingen, en een beginnend mis-sionair elan dat over de grenzen van de par-ticuliere Kerken heen gaat. De vooruitzich-ten en vreugde over een nieuw begin, detalrijke getuigenissen van een blije katholie-ke geest en een geloofsijver die in anderelanden onbekend is doen hen hopen op eenvruchtbare toekomst.

Tegelijk zijn er nog steeds structurele enorganisatorische problemen, zoals de moei-lijkheid om tot een broederlijke dialoog tekomen en tot een werkelijke verbondenheiden oecumenische samenwerking met anderekerken, met name de orthodoxe kerken.

Niettemin gaat de Kerk door met haaropdracht om moedig het evangelie te ver-kondigen in deze landen, waar de cultuurvan de totalitaire regimes een innerlijkeleegte heeft nagelaten. Ja, ze dient deopvoeding te bevorderen tot vrijheid en totde hervonden communio onder alle christe-nen. Een goede geloofsvorming kan bijdra-gen tot het overwinnen van bepaalde onge-fundeerde devotionele praktijken, alsmedeaanzetten tot een nieuwe evangelisatie. Hetis daarom noodzakelijk te werken aan eensterk geloof en een overtuigd zedelijk leven,met name gezien de oprukkende sekten,gezien ook het gevaar te vervallen – zoalssommigen vrezen – tot buitensporig consu-mentisme.

24. In de toekomst zal de Kerk van het derdemillennium het centrum van de katholiekebevolking langzaam zien verschuiven naarAfrika en Azië waar, evenals in Latijns-Amerika, jonge Kerken ontstaan, vol ijver

Kerkelijke documentatie 2001 • 21014

20. Vgl. Gaudiumet spes; Paulus VI,Encycliek Humanaevitae (25 juli 1968);Johannes Paulus II,apostolischeExhortatie Familia-ris consortio (22november 1981);Encycliek Evangeli-um Vitae (25 maart1995); Brief aan deGezinnen (2 febru-ari 1994). Verderverschillende docu-menten van dePauselijke Raadvoor het Gezin ende Pauselijke Aca-demie voor hetLeven.

Page 13: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

en vitaliteit, rijk aan priesterroepingen enroepingen tot het godgewijde leven, dievaak de nood aan roepingen in het Westenverlichten.

Men mag niet de uitgestrekte, dichtbe-volkte gebieden vergeten van het Aziatischwerelddeel, waar vele gelovigen nog steedsniet de mogelijkheid hebben in het open-baar, in verbondenheid met de universeleKerk en haar opperherder, hun katholiekgeloof te belijden. Ook naar deze gebiedenziet de Kerk met grote hoop, en ze vertrouwtop het stille werken van de heilige Geestopdat de gelovigen aldaar vorm zullen kun-nen geven aan de volle zichtbare kerkelijkecommunio en onderlinge hulp, en allenbekend maken met onze Heiland Christus.

Tekenen van vitaliteit en hoop

25. Positieve tekenen die we zowel in dewereld als in de recente synodale Vergade-ringen aan het einde van de eeuw en hetmillennium zagen zijn onder meer het hun-keren naar vrede, het verlangen van volke-ren mee te werken aan de oplossing vanplaatselijke conflicten, het groeiend besefvan de mensenrechten, de gelijkwaardig-heid van alle volkeren en het streven naareen grotere eenheid door middel van eendaadwerkelijke solidariteit op wereldniveautussen de arme en rijke landen. Een straalvan hoop is zichtbaar in het groeiend aantalmensen die zich wijden aan de dienst derarmen en deelnemen aan vrijwilligerspro-gramma’s in de armste landen. Ook wordende specifieke talenten van vrouwen meer enmeer gewaardeerd, en ziet men hen meer enmeer verantwoordelijkheden in maatschap-pij en Kerk bekleden.

Er heerst nogal wat vrees met betrek-king tot de excessen van de globalisering,maar er zijn ook positieve reacties zoalssolidariteit in verschillende vormen, eengroter betrokkenheid bij het behouden van

de culturele waarden van volkeren en lan-den, en de erkenning dat ethische en religi-euze waarden de voorrang moeten hebbenboven economische en politieke waarden.Er bestaat in onze wereld een krachtig stre-ven naar waarachtige vrijheid, en een groei-end gevoel van saamhorigheid dat ingaattegen individualistische tendensen.

Met betrekking tot de betrokkenheid bijhet maatschappelijk en economisch welzijnvan alle volkeren is de aankondiging dat hetCompendium van de Sociale Leer van deKerk gepubliceerd gaat worden een hoopvolteken.

Tussen deze licht- en schaduwzijden iser, zelfs wereldwijd, een zekere veranderingte bespeuren in opvattingen over blijkbaarbedreigde punten. Tegenover genetischingrijpen en de minachting voor het nogongeboren leven begint men meer aandachtte schenken aan het leven van de mens ende transcendente betekenis daarvan die hetverbindt met de God van het leven. Menzoekt duidelijk naar ethische waarden opinternationaal niveau, terwijl het gevaarvan de verstoring van het ecologisch even-wicht leidt tot een scherper inzicht in dewaarde van de gehele schepping.

Naar een nieuw humanisme

26. De globalisering prikkelt terecht tot eenvurig verlangen naar personalisme eninnerlijkheid. Tegenwoordig wordt hetevenwicht tussen eenheid en pluralisme vangroot belang geacht: een eenheid, deel uit-makend van Gods plan die de ene menselij-ke natuur heeft geschapen welke de grond-slag is voor de eenheid in oorsprong enbestemming van de familie van de volkeren;pluralisme van volkeren, talen en culturendie alle de bonte rijkdom weerspiegelen vanGods wijsheid (vgl. Ef 3,10). In verbanddaarmee ziet men een reveil van culturenals reactie op een globalisering die ernaar

211 • 2001 Kerkelijke documentatie 15

Page 14: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

tendeert alles onder dezelfde noemer tebrengen en die voor verschillen weinig oogheeft. Daarentegen is, ook door onderlingeuitwisseling van goederen, de cultureleidentiteit een verrijking voor elkaar.

Voor vele mensen die in een wanhopigesituatie verkeren (eenzaamheid, egoïsme,kleine menselijke ondernemingen zonderenige verderreikende betekenis maar vaakalleen maar gericht op het eigen- of groeps-belang) inspireert de hoop nieuwe mogelijk-heden van onderlinge eenheid, samenwer-king, gemeenschappelijke actie, edelmoedigonbetaald vrijwilligerswerk. Dergelijkewaarden vormen een onderdeel van Godsplan met het persoonlijk, kerkelijk engezinsleven waarin ieder reageert overeen-komstig de eigen individuele roeping.

Ook heden zijn mensen op zoek naar zinen kwaliteit van leven op alle niveaus, ookop het spirituele vlak. Men ziet een groteregevoeligheid voor het personalisme en voorde betekenis die onderlinge betrekkingenvoor de gemeenschap hebben wanneer zeberusten op een werkelijke onderlinge ver-bondenheid onder mensen.

De wereld en de Kerk hebben in deze tijddringend behoefte aan eenheid, ook alwordt de ware en echte ‘cultuur’ van een-heid en onderlinge verbondenheid vaakaangevochten.

De vruchten van het Jubileum

27. Met name sinds het grote Jubileum vanhet jaar 2000 zet de vernieuwing van hetchristelijk leven en een gezonde algemenedeelname aan de nieuwe evangelisatie zichop kerkelijk niveau voort.

Volgens het pastoraal en spiritueel pro-gramma, uiteengezet in Tertio millennioadveniente van paus Johannes Paulus II,heeft men zich op de Jubileumherdenkingvan de Menswording wereldwijd voorbereidmet goede initiatieven op het gebied van

catechese en intensief sacramenteel leven.De drie jaren, gewijd aan de beschouwingvan het mysterie van de Zoon, de heiligeGeest en de Vader, waarbij bijzonderenadruk gelegd werd op de sacramenten(nieuw inzicht in doopsel, vormsel en boe-tesacrament) en aan maatschappelijkeethiek, beginnen vrucht te dragen.

Het Jubileum van het jaar 2000 werdbeleefd in de geest van het vijftigste jubel-jaar uit de bijbel (vgl. Lv 25) dat in JezusChristus ten volle verwezenlijkt werd (vgl.Lc 4,16 e.v.). Het is werkelijk een jaar vangeestelijke vooruitgang geweest. Er zijn zeervele genadevolle bekeringen geweest en dehoop werd gewekt dat dit zou doorgaan endat er een nieuw begin zou wordengemaakt, samenvallend met de aanvangvan het derde millennium.

28. Sommige momenten van het Jubileumhadden een bijzondere betekenis voor deKerk en de wereld. Door de opgewekte aan-wezigheid en betrokkenheid van veel jonge-lui, die uit alle hoeken van de wereld inRome rond de paus waren samengestroomd,heeft de Wereldjongerendag een krachtiggetuigenis gegeven van geloof, vroomheiden kerkelijke vitaliteit. Hun aanwezigheid inde Kerk is een uitdaging: voor de komendedecennia moet het zwaartepunt liggen in depastoraal voor de jeugd. Men ziet bij dejonge mensen het verlangen om duidelijk enovertuigd volgens het evangelie te leven.

Onder leiding van de heilige Geest

29. Zoals uit de verschillende continentalesynodale Vergaderingen en de viering vanPinksteren 1998 is gebleken, ervaart de Kerkduidelijk dat de heilige Geest – zoals Hij datin andere tijden heeft gedaan – nieuweapostolische en spirituele krachten, waar-achtige charisma’s van leven volgens hetevangelie en van missionaire ijver heeft

Kerkelijke documentatie 2001 • 21216

Page 15: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

gewekt die aangepast zijn aan de noden vande moderne wereld; dit geldt in het bijzon-der voor kerkelijke bewegingen en nieuwegemeenschappen. Dit zaaigoed doet eenrijke oogst verhopen op priester- religieuze-en lekenroepingen bij veel jonge mensen diehun leven verlangen toe te wijden aan dedienst van het evangelie.

Wanneer zij zich houden aan de kerke-lijke normen zoals die zijn uiteengezet doorhet magisterium21 en aan hun eigen charis-ma, vormen deze nieuwe bewegingen engemeenschappen samen met de reedsbestaande het heden en de toekomst van deKerk in de wereld.22

Naar wegen die samen in de richtingvan eenheid gaan

30. Ongetwijfeld heeft de onmiskenbarevooruitgang in de oecumenische dialoog,kostbare vrucht van de Geest tijdens deafgelopen eeuw, in de nieuwe eeuw en hetnieuwe millennium geleid tot meer eenheidonder gelovigen en herders van de verschil-lende kerken en christelijke gemeenschap-pen. In de afgelopen tien jaar zijn er bij dezedialoog nogal wat moeilijkheden geweest.Maar de hervatting van de oecumenischecontacten in de laatste jaren is een bemoe-diging voor de onverzettelijke wijze waaropde Kerk zich inzet voor de dialoog metandere kerken en kerkelijke gemeenschap-pen.

Sommige Jubileumplechtigheden zoalshet openen van de Heilige Deur van de Pau-lus-basiliek, de oecumenische herdenkingvan de geloofsgetuigen uit de twintigsteeeuw, de reis van de paus naar het HeiligLand, en andere initiatieven uit de laatstetijd, zijn tekenen dat de christenen opnieuwvastbesloten zijn samen de weg van de Heerte gaan.

Ook de interreligieuze dialoog is eennieuwe fase ingegaan in het zoeken naar

vrede en erkenning van religieuze en trans-cendente waarden. Op de eerste plaats moe-ten de betrekkingen genoemd worden metde vertegenwoordigers van het volk vanGod uit het Eerste Verbond. Zulke ontmoe-tingen zijn tekenen van hoop aan het beginvan het millennium dat door velen wordtbeschouwd als een tijdperk van de grotedialoog tussen de wereldgodsdiensten die dehoeders zijn van de geestelijke waarden.

De dialoog, verstaan als ontmoetingtussen individuen en groepen van mensen,waarbij de verschillen in identiteit wordengerespecteerd en alle irenisme en syncretis-me vermeden worden, is niet alleen de nieu-we naam voor liefde, zoals paus Paulus VIhet formuleerde,23 maar op het nieuwewereldtoneel thans ook de nieuwe naamvoor hoop.

Een sterk verlangen naar spiritualiteit

31. Een ander teken van hoop is het sterkverlangen van mensen naar spiritualiteit datonder verschillende gedaanten zich mani-festeert.

Allereerst blijkt dit uit het verlangennaar de fundamentele christelijke ervaringvan de ontmoeting met de levende JezusChristus. Dat betekent de overgang van het‘verkondigd geloof’ naar het ‘doorleefdgeloof’. Ook vraagt het om een dynamischeliturgie waar de mens de goedheid kanervaren van een barmhartige God die ver-lossing en heil aanbiedt als “dokter naarlichaam en geest”.24

Op moreel gebied gevoelt men debehoefte om onder aanblazing van de Geestde christelijke ervaring met haar ethischeeisen tot leven te wekken. Inderdaad ont-plooit de christelijke moraal “haar missio-naire kracht, wanneer zij tot stand komtniet alleen door het verkondigde, maar ookdoor het beleefde woord. In het bijzonderblijkt het leven in heiligheid, dat schittert in

213 • 2001 Kerkelijke documentatie 17

21. Vgl. JohannesPaulus II, postsyno-dale apostolischeExhortatie Christi-fideles laici (30december 1988),30.

22. Vgl. JohannesPaulus II, Bood-schap aan het Vier-de Wereldcongresvan KerkelijkeBewegingen enNieuwe Gemeen-schappen (27 mei1998), in: L’Osser-vatore Romano(wekelijkse Engelseeditie, 10 juni1998), 2.

23. Vgl. Paulus VI,Encycliek Eccle-siam suam (6augustus 1964), III.

24. Ignatius vanAntiochië, AdEphesios 7, 2, in:Patres Apostolici I,218; vgl. TweedeVaticaans Concilie,Constitutie over deheilige liturgieSacrosanctum Con-cilium, 5.

Page 16: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

zoveel nederige en dikwijls aan het oog ont-trokken leden van het volk Gods, de een-voudigste en aantrekkelijkste weg te zijn,waarlangs het gegeven is, onmiddellijk deschoonheid van de waarheid, de bevrijdendekracht van de liefde van God, de waardevan de onvoorwaardelijke trouw aan alleeisen van de wet van de Heer, ook in demoeilijkste omstandigheden, waar tenemen.”25

Er is bijgevolg dringend behoefte aaneen meer spiritueel pastoraal plan datbeantwoordt aan de eisen van de nieuweevangelisatie. Aan de pastoraal moet zóvorm worden gegeven dat ze voert tot eenpersoonlijke en mystieke ontmoeting metChristus, zoals de apostelen voor en na deverrijzenis en de eerste christenen die heb-ben doorleefd.

De bisschop, getuige van de hoop

32. Dit zicht op de situatie van de Kerk in dewereld, met haar licht- en schaduwzijden, isbepalend voor het getuigenis van Christus’evangelie omwille van de hoop van dewereld dat iedere bisschop in de universeleen de particuliere Kerk moet afleggen.

Daaruit volgt de concrete pastorale enspirituele verantwoordelijkheid van de bis-schop in de particuliere Kerk, die leeft ineen werelddorp van communicatie en deelheeft aan het leven van de gehele planeet.

Ook vergete men niet welke verplichtinguit een dergelijke situatie volgt voor eengeordende visie op de Kerk in de wereld,welke vraagt dat de bisschop met woord endaad het algemeen belang bevordert.

Zoals de maagd Maria trouw aan deverwachtingen en beloften van God

33. De Kerk ontleent haar hoop aan de ver-rezen Christus die reeds de overwinningheeft behaald. Gegrond op de beloften van

God ziet de Kerk hoopvol en vol vertrouwenuit naar de komende heerlijkheid die ze ophet einde der tijden zal ontvangen.

In het kader van een leven dat uitzietnaar iets nieuws dat van God moet komen,is de bisschop, wanneer hij wordt gecon-fronteerd met de beproevingen van iederedag, voor zijn Kerk als Abraham, die “heeftgehoopt tegen alle hoop in” en die ervanovertuigd was dat God getrouwelijk zouvervullen wat Hij beloofd had (vgl. Rom4,18-22). In vast vertrouwen verlaat hij zichop het woord en het plan van God, zoalsMaria deed, de vrouwe van hoop die op devervulling van de beloften van de getrouweGod heeft gewacht, te Nazaret, te Betlehem,op de Calvarieberg en in Avondmaalszaal.

De geschiedenis van de Kerk is eengeschiedenis van geloof en liefde, maar ookvan hoop en moed. De bisschop die eenwaakzaam profeet van de hoop weet te zijnen een wachter van God in het donker vande nacht (vgl. Js 21,11), kan bij zijn kuddevertrouwen wekken door in de wereld nieu-we wegen op te gaan.

Als hij in God alleen gelooft en op Hemhoopt (1Pe 1,21) kan iedere bisschop Augus-tinus nazeggen: “Wie wij ook zijn, u moetuw hoop niet op ons stellen maar op de per-soon van Christus. Als bisschop zeg ik zelfs:graag wil ik mij over u verheugen, maarniet hoog door u worden verheven. Eenmens die zijn hoop op mij blijkt te stellen,zal ik terechtwijzen, niet in zijn houdingbevestigen; hij moet veranderen en nietaangemoedigd worden om ermee door tegaan … Laat uw hoop niet naar ons alsmens uitgaan, laat uw hoop niet op mensenberusten. Als we goed zijn, zijn we diena-ren; zijn we slecht, ook dan zijn we diena-ren. Maar als we goede en trouwe dienarenzijn, dan zijn we werkelijk dienaar.”26

34. Het is in dit wijde perspectief dat hetdienstwerk van de Kerk voor het komend

Kerkelijke documentatie 2001 • 21418

25. Johannes Pau-lus II, EncycliekVeritatis Splendor(6 augustus 1993),107.

26. Augustinus,Sermones 340/A, 9,in: PLS 2, 644.

Page 17: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

millennium is gelegen, en met name de zen-ding van de bisschop als getuige en bevor-deraar van de christelijke hoop.

Iedere herder in de Kerk dient dapper enstoutmoedig God tegenwoordig te stellen inhet leven van iedere dag. Heel het ambts-werk van de bisschop bestaat erin, het volkvan God en ieder persoonlijk “herboren telaten worden tot een leven van hoop” (1Pe1,3). Daarom moet de bisschop heel hetwerk van de evangelisatie richten op dedienst van de hoop, vooral bij jonge mensendie bedreigd worden door ontgoocheling enpessimisme tengevolge van dromen die inrook opgaan, alsmede bij hen die zuchtenonder vele vormen van armoede en de Kerkvanwege haar bovennatuurlijke hoop zienals hun enige verdediging.

Iedere bisschop moet innerlijk trouw dehoop bewaren, want zij is het paasgeschenkvan de verrezen Heer. Ze is gebaseerd op hetfeit dat het aan de zorg van de bisschop toe-vertrouwde evangelie een alles omvattendgoed is en het kernpunt van het bisschoppe-lijk dienstwerk. Zonder deze hoop zou al hetpastoraal werk van de bisschop steriel blij-ven. Het geheim van zijn zending berust opde hechte basis van de goddelijke, eschato-logische deugd van hoop. Hierover zegtPaulus: reeds vroeger “hebt u daarvangehoord toen het evangelie, het woord vande waarheid, tot u kwam” (Kol 1,5-6).

De christelijke hoop begint bij Christusen wordt door Christus gevoed. Het is deel-name aan zijn Paasgeheim, en in zekere zinonderpand voor een lot dat op dat vanChristus gelijkt, want de Vader “heeft onssamen met Hem laten opstaan en laten zete-len in de hemelse regionen” (Ef 2,6).

De bisschop is teken en bedienaar vandeze hoop. Iedere bisschop kan de woordenvan paus Johannes Paulus II nazeggen:“Zonder hoop zouden we niet alleen onge-lukkig zijn en meelijwekkend, maar al onzepastorale arbeid zou steriel zijn; we zouden

niets durven ondernemen. In de onwrikbarehoop is het geheim gelegen van onze zen-ding. De hoop is sterker dan alle teleurstel-lingen en twijfels, omdat ze haar krachtontleent aan een bron die niet uitgeput kanraken door ons gebrek aan aandacht nochdoor onze zorgeloosheid. De oerbron vanonze hoop is God zelf, die door Christus dewereld eens en voor al heeft overwonnen endie thans, door ons, zijn heilswerk onder demensen voortzet.”27

Hoofdstuk II Mysterie, dienst enspiritualiteit van de bisschop

Beeld van Christus, de Goede Herder

35. In talrijke teksten van de heilige Schriftwordt het geestelijk beeld geschetst van debisschop in het licht van Christus, de Hoge-priester en Herder van onze zielen. De pas-sages uit het Oude zowel als uit het NieuweTestament draaien om het beeld van dehogepriester en de herder.

Al deze teksten verwijzen naar Christusals het oerbeeld. Hij wordt in de parabel vanhet evangelie voorgesteld als de herder dieop zoek is naar het verloren schaap (vgl. Lc15,4-7). Hij omschrijft zichzelf als de“Goede” Herder van de kudde (vgl. Joh10,11.14.16; Mt 26,31, Mc 14,27). De apost-olische gemeenschap erkent Hem met detitel van “herder en behoeder van … zielen”(1Pe 2,25), “opperherder” (1Pe 5,4), “groteherder van de schapen” (Heb 13,20) die doorde Vader uit de dood is opgewekt. In de visievan de Apokalyps is de verrezen Heer hetLam als Herder (vgl. Apk 7,17) die in zich dewerkelijkheid verenigt van de offerdood enverlossing van Pasen, en de rol van Priesteren Herder uit het Oude en Nieuwe Testa-ment.

De vroeg-christelijke iconografie stelde

215 • 2001 Kerkelijke documentatie 19

27. Toespraak totde Oostenrijkse bis-schoppen bij hunAd Limina-bezoek,2.

Page 18: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Christus graag voor als de Goede Herder inde stralende glans van zijn verrijzenis, diein de liturgie bezongen werd als de GoedeHerder die zijn leven gaf voor zijn schapenen opstond uit de dood.28

Jezus Christus is daarom de Herder diein zijn persoon de waarheid, goedheid enschoonheid verenigt van zijn zelfopofferingvoor de kudde. De schoonheid van de GoedeHerder bestaat in de liefde waarmee Hijzichzelf wegschenkt voor ieder van zijnschapen en met hen een persoonlijke relatieaangaat, hen kent en liefheeft.

De Kerk is de plaats waar de Goede Her-der wordt ontmoet, waar Hij zich tegen-woordig stelt, waar Hij zijn kudde met zijnwoord en sacramenten voedt en leidt naarde grazige weiden van het eeuwig levendoor middel van hen die Hij zelf in de Geestheeft aangesteld als herders van de kudde.De schoonheid van de Herder weerspiegeltzich in de schoonheid van de liefhebbendeen dienende Kerk, een Kerk die een redentot hoop is voor de hele mensheid, daar dezedoor het goddelijk verlangen in haar hartgedreven wordt naar de heilbrengendeschoonheid zoals die zichtbaar wordt op hetgelaat van het Lam als Herder.

36. Alleen Christus is de Goede Herder. Alsvanuit een bron gaat van Hem het doorJezus aan Petrus toevertrouwde herders-ambt in de Kerk uit (vgl. Joh 21,15.17), eengenade die gezien wordt als de voortzettingvan het werk van de apostelen om leiding tegeven en te waken: “zorg voor de kuddenvan God waarvan u de herders bent; hoedze zoals God het wil: niet uit dwang, maarvrijwillig” (1Pe 5,2).

De bisschop als herder is een vertrouwdbeeld in de christelijke traditie, zoals blijktin bepaalde woorden, gebaren en tekenenvan de bisschoppelijke waardigheid, dieallemaal gezien moeten worden als verwij-zing naar de éne Herder en, door middel van

de van Hem ontvangen genade, als navol-ging van zijn gevoelens.

“Hij (de bisschop) aan wie de Heer, deGoede Herder door het sacrament van hetepiscopaat zijn eigen macht heeft overge-dragen, heeft de liefdesplicht de kudde vande Heer te weiden. Hij dient van zijn kantmet grote liefde hierop te reageren, en hijmoet ernaar streven zijn ambt te beleven ente vervullen in dezelfde geest als Christus,‘opperherder’ (vgl. 1Pe 5,4) en ‘herder enbehoeder van onze zielen’ (vgl. 1Pe 2,25).”29

Het bisschopsambt wordt in de Kerk toteen amoris officium, zoals Augustinus hetnoemt,30 een dienst van eenheid in degemeenschap en van zending. Door de titel‘herder’ en alle daarmee samenhangendetermen verwijst dit ‘liefdesambt’ steeds naarhet oerbeeld Christus als Herder.

I Mysterie en genade van hetbisschopsambt

De genade van de bisschopswijding

37. Door de bisschopswijding “wordt devolheid van het wijdingssacrament ver-leend, een volheid die met name in de litur-gische traditie van de Kerk en door de mondvan de heilige vaders het hogepriesterschapen de samenvatting van het gewijde ambtwordt genoemd”.31 In de sacramentele litur-gie die in de oude traditie terecht ‘natalisepiscopi’ genoemd wordt, wordt de wezens-kern van het mysterie en ambt van de bis-schop uitgedrukt door de woorden en geba-ren van de bisschopswijding.

In het Oosten en Westen wordt vanaf dechristelijke oudheid het beeld van de bis-schop in de Kerk in de verschillende litur-gieën van de bisschopswijding beschrevenals het moment waarop door de handopleg-ging en de wijdingswoorden de genade vande heilige Geest op de gekozene neerdaalt

Kerkelijke documentatie 2001 • 21620

28. Surrexit pastorbonus qui animamsuam posuit proovibus suis et progrege suo mori dig-natus est, in:Romeins missaal,vierde zondag vanPasen, Communie-antifoon.

29. EcclesiaeImago, 22.

30. Vgl. Augusti-nus, Tractatus 123in Ioannem, in: PL35, 1967.

31. Lumen genti-um, 21.

Page 19: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

en hij door het heilig merkteken ten vollegemaakt wordt tot het levende beeld vanChristus, Leraar, Herder, Hogepriester, zodathij in zijn naam en persoon kan optreden.32

De bisschop wordt ook met het heiligchrisma gezalfd, waardoor hij deel krijgtaan het hogepriesterschap van Christus. Zokan hij ten volle het ambt van woord, heili-ging en bestuur uitoefenen. Als hogepriesterwordt de bisschop genomen vanuit de men-sen en aangesteld om hen te vertegenwoor-digen bij God (vgl. Heb 5,1). Vandaar dathet bisschopsambt niet op de eerste plaatseen eer is, maar een dienst; het is nietbedoeld om superioriteit te tonen, maar omwèl te doen. De woorden van de Heer zijnimmers ook bedoeld voor de bisschop: “degrootste van jullie moet de minste worden,en de leider de dienaar” (Lc 22,26).33

In gemeenschap met de Drie-eenheid

38. Het drievuldigheidsaspect van Jezus’leven waardoor Hij als gezalfde en in dewereld gezondene verbonden is met deVader en de heilige Geest, en dat in heel zijnwezen en al zijn handelingen duidelijkwordt, is ook van invloed op de bisschop alsgoede herder, opvolger van de apostelen.

Deze deelname aan trinitair leven enzending vindt haar eerste toepassing op deapostelen, als de eersten die deelden ingemeenschap en zending: “Met de liefde diede Vader Mij heeft toegedragen, heb Ik jullieliefgehad. Blijf in die liefde met Mij verbon-den’ (Joh 15,9; 17,23); “zoals de Vader Mijgezonden heeft, zo zend Ik jullie” (Joh 20,21). Bovendien bidt Jezus dat zij deel mogenhebben aan dezelfde trinitaire liefde: zoalsde Vader en de Zoon één zijn, zo mogen ookde leerlingen één zijn (vgl. Joh 17,21).

Deze verwijzing naar de Drie-eenheidmaakt duidelijk wat de bron is van het ambtvan de bisschop. De apostolische successieis niet alleen een fysiek en tijdgebonden

gebeuren, maar heeft door de genade van debisschopswijding ook een ontologisch enspiritueel karakter. Bisschoppen wordendoor de apostelen als hun opvolgers gezon-den; de apostelen werden gezonden doorChristus, en Christus werd door de Vadergezonden.34

39. Het trinitair zegel van de genade vanhet episcopaat vindt in de Romeinse liturgievan de bisschopswijding een passende uit-drukking: “Zie dus toe op heel de gemeen-schap waarover de heilige Geest u heeftaangesteld om Gods Kerk te hoeden. Doehet in de naam van de Vader, van wie gij hetbeeld in de Kerk tegenwoordig stelt, in denaam van zijn Zoon Jezus Christus, van wiegij het ambt van leraar, priester en herderuitoefent, en in de naam van de heiligeGeest die de Kerk van Christus laat leven enonze zwakheid door zijn kracht tot sterktemaakt.”35

Ook wordt dit duidelijk gemaakt doorhet wijdingsritueel van de handoplegging,een gebaar dat volgens Irenaeus van Lyonherinnert aan de twee handen van Vader,Zoon en heilige Geest.36 Hiermee wordt degekozene gevormd en aangesteld in de vol-heid van het priesterschap, juist zoals degave van de ‘Geest van het Hogepriester-schap’ over Christus werd uitgestort enovergedragen op de apostelen die overal terwereld de Kerk gevestigd hebben.37

Van de Vader, door Christus, in de heiligeGeest

40. Het is een aloude traditie de bisschopvoor te stellen als het beeld van de Vader.Men vindt dit met name in de brieven vanIgnatius van Antiochië, waarin van deVader gezegd wordt dat Hij de onzichtbareBisschop is en de Bisschop van allen.38 Opzijn beurt moet de bisschop geëerbiedigdworden omdat hij het beeld is van de

217 • 2001 Kerkelijke documentatie 21

32. Vgl. t.a.p.

33. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, Presbyterorumet Diaconorum,Editio Typica Alte-ra, (Typis Poliglot-tis Vaticanis 1990),39. Zie: De wijdingtot diaken, priesteren bisschop, Natio-nale Raad voorLiturgie (Zeist1977), 18.

34. Vgl. ClemensRomanus, Epist. adCorinthios, 42-44,in: Patres Apostoli-ci I, 154-159.

35. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, Presbyterorumet Diaconorum, 39.Zie: De wijding totdiaken, priester enbisschop, 18.

36. Vgl. Irenaeus,Adversus haereses,IV, 20, 1.3, in: PG,7, 1032; Demon-stratio Praedicatio-nis Apostolicae, 11,Sources chrétiennes62, 48-49; vgl.Katechismus van deKatholieke Kerk,704.

37. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, Presbyterorumet Diaconorum , 47.Zie: De wijding totdiaken, priester enbisschop, 26.

38. Vgl. Ignatiusvan Antiochië, AdMagnesios 6,1; 3,1,in: Patres Apostoli-ci I, 232-233; 234-235.

Page 20: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Vader.39 In dezelfde zin maant een oudetekst: “Heb de bisschop lief, omdat hij naGod je vader en moeder is.”40

Op dit vaderlijk aspect wordt nog hedenin de plechtigheid van de bisschopswijdinggewezen. De bisschop draagt met vaderlijkegenegenheid zorg voor het heilig volk vanGod als een werkelijk gezinshoofd, om hetmet de hulp van priesters en diakens voor tegaan op de weg van het heil.41 Het onder hetTweede Vaticaans Concilie ontwaakte nieu-we verstaan van de Kerk als familie van Godmaakt het beeld van de bisschop als vaderbijzonder welsprekend.42

Door zijn voortdurende verbondenheidmet de persoon van Christus, het oerbeeldvan de Vader en de openbaring van zijntegenwoordigheid en barmhartigheid, wordtdoor de genade van het sacrament de bis-schop als hoofd en bruidegom van de hemtoevertrouwde Kerk ook het levend tekenvan Jezus Christus. Als priester vervult hijin zijn particuliere Kerk het ambt van heili-ging, eredienst en gebed; als leraar de dienstvan evangelisering, catechese en onder-richt; als herder de taak van bestuur en lei-ding van het volk. Ieder van deze dienstenmoet doortrokken zijn van de kenmerkendetrekken van de Goede Herder, namelijk vanliefde, kennis van de kudde, zorg voor allen,bekommernis jegens armen, pelgrims ennoodlijdenden; daarnaast ook het zoekennaar het verloren schaap om het terug tebrengen naar de ene schaapskooi van deKerk.43

Dat alles is mogelijk omdat de bisschopbij zijn wijding in volheid de zalving ont-vangt van de heilige Geest die met Pinkste-ren over de leerlingen neerdaalde, de Geestvan het hogepriesterschap die hem inwen-dig toerust en gelijkvormig maakt aanChristus, zodat hij de levende voortzettingkan zijn van zijn mysterie voor zijn Mystie-ke Lichaam.

Dit trinitair verstaan van leven en ambt

van de bisschop is ook ten diepste kenmer-kend voor zijn blijvende relatie met hetmysterie dat ook in de Kerk, beeld van deDrie-eenheid, oplicht in het door de eenheidvan de Vader, de Zoon en de heilige Geest invrede en harmonie verzamelde volk.44

Het kerkelijk beeld van de bisschop

41. De tekenen van de bisschoppelijkewaardigheid die hij tijdens zijn wijding ont-vangt als uitdrukking van de genade en hetambt hebben wegens hun kerkelijke symbo-liek een sterke zeggingskracht.

Het op het hoofd van de bisschopgeplaatste evangelieboek is teken van eenleven dat heel en al onderworpen is aan hetWoord van God en wordt doorgebracht metde geduldige prediking van het evangelie ende volledige leer.

De ring is het symbool van de trouw aande Kerk die hij in ongeschonden geloof enzuiverheid van leven als bruid van Christusmoet bewaren. De mijter herinnert aan debisschoppelijke heiligheid en aan de glorie-kroon die de Opperherder aan zijn trouwedienaars zal toekennen. De kromstaf is hetsymbool van de opgave een goede herder tezijn, die over de hem door de heilige Geesttoevertrouwde kudde waakt en deze vol toe-wijding leidt.45

Het pallium dat de bisschoppen in hetOosten steeds dragen en dat sommige bis-schoppen in het Westen tegenwoordig ookontvangen, heeft allerlei betekenissen. Voorde aartsbisschoppen in het Westen is het:een teken van hun verbondenheid met depaus, een symbool van eenheid, een verbin-tenis tot communio met de ApostolischeStoel, een liefdesband en aansporing om hetgeloof krachtig te belijden en te verdedigen.Als omophorion van de bisschoppen in deOosterse Kerken heeft het pallium van ouds-her andere zeer belangrijke spirituele enkerkelijke betekenissen. Het is geweven uit

Kerkelijke documentatie 2001 • 21822

39. Vgl. Ignatiusvan Antiochië, AdTrallianos 3,1, in:Patres Apostolici I,244-245.

40. Didascaliaapostolorum II, 33,1, in: Didascalia etConstitutionesApostolorum, II, ed.F. Funk (Paderborn1905), 114-105.

41. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, 40: PromissioElecti “plebem Deisanctam (…) ut piuspater fovere et inviam salutis dirige-re”.

42. Vgl.Lumengentium 6, 28;Ecclesia in Africa,65.

43. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, 40: PromissioElecti.

44. Vgl. Cyprianus,De Oratione Domi-nica, 23, in: PL 4,553: “SacrificiumDeo maius est paxnostra et fraternaconcordia, et deunitate Patris, etFilii et SpiritusSancti, plebsadunata”; Lumengentium, 4.

45. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, 50-54: Unctiocapitis et traditioLibri Evangeliorumatque insignum.

Page 21: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

wol en met kruisen versierd, en zo is het hetteken van de bisschop die zoals Christus deGoede Herder zijn leven geeft voor de scha-pen en het verloren schaap op zijn schou-ders neemt. Bovendien duidt het op de zorgvoor allen, met name voor hen die van dekudde zijn afgedwaald. Zo wordt betuigd inde traditie van het Oosten46 en het Westen.47

Het kruis dat de bisschop zichtbaar opde borst draagt, zegt op welsprekende wijzedat hij Christus toebehoort, belijdt zijn ver-trouwen in Hem, is teken van de kracht dievoortdurend uit het kruis van de Heer voorhet geschenk van het leven geput wordt.Het is volstrekt niet bedoeld als een kost-baar sieraad, maar stelt het roemrijk kruisvoor van Christus, teken van hoop, waar-over Paulus schrijft: “Ik denk er niet aan mijop iets anders te beroemen dan op het kruisvan onze Heer Jezus Christus, waardoor dewereld voor mij gekruisigd is en ik voor dewereld gekruisigd ben” (Gal 6,14).

Uit deze paar eenvoudige aanduidingenblijkt de symboliek die onderdeel is van hetplechtig karakter van de bisschopswijding.

De bijklank van dit alles is dat het vantoepassing is op allen die de bisschopswij-ding hebben ontvangen en die, in commu-nio met de paus van Rome, deel uitmakenvan het Bisschoppencollege en met hem dezorg voor de gehele Kerk delen.48

De Geest van heiligheid

42. Samenhangend met het beeld van debisschop dat naar voren komt uit de woor-den en riten van de wijding, is zijn geroe-pen-zijn tot heiligheid, tot een eigen spiritu-aliteit en weg naar heiligheid envolmaaktheid overeenkomstig het evange-lie. Deze traditie wordt bevestigd door deriten van Oost en West, die wijzen op devolkomen heiligheid waarnaar de bisschopvoor God en in gemeenschap met de gelovi-gen moet leven.

Het oude Eucologion van Serapion ver-woordt deze gedachte in het gebed van debisschopswijding: “God van waarheid,maak uw dienaar tot een ware bisschop, eenheilige bisschop in de opvolging van de hei-lige apostelen; en geef hem de genade vande goddelijke Geest die U aan alle trouwedienaars, profeten en patriarchen hebtgeschonken.”49

Het gaat om een roeping tot heiligheiddie wordt beleefd in herderlijke liefde, inblijvende dienst aan de Heer, in het offerenvan de heilige gaven, in de dienst van dezondenvergeving, in welbehagen aan deHeer door mildheid en zuiverheid, en doorzichzelf als een welriekend offer weg teschenken.50

Uit deze vooronderstellingen volgt datde bisschop geroepen is tot een speciaalsoort heiligheid op grond van de ontvangengave en van de hem opgedragen dienst vanheiligmaking.

II Heiliging in het eigen ambt

Het geestelijk leven van de bisschop

43. Als leven in Christus volgens de Geeststaat het geestelijk leven van de bisschopgeworteld in de genade van de sacramentenvan doopsel en vormsel. Als ‘christifidelis’is hij in Christus herboren en in staatgesteld in God te geloven, op Hem te hopenen Hem lief te hebben met de goddelijkedeugden, en onder aandrift van de heiligeGeest te handelen dankzij zijn heiligegaven. In dat opzicht verschilt hij niet vaniedere andere volgeling van de Heer die lid-maat is geworden van zijn Lichaam en tem-pel van de heilige Geest, en die zijn christe-lijke roeping beleeft in het besef van zijnrelatie met Christus als volgeling en apostel.Augustinus beschrijft dit in de bekende uit-spraak tot zijn gelovigen: “Voor jullie ben ik

219 • 2001 Kerkelijke documentatie 23

46. Vgl. Isidorusvan Pelusium,Erminio comiti,Epist lib. I, 136, in:PG 78, 271-272: “Idautem amiculum,quod sacerdoshumeris gestat,atque ex lana, nonex lino contextumest, ovis illius,quam Dominusaberrantem quaesi-vit inventam quehumeris suis sustu-lit, pellem designat.Episcopus enim quiChristi typum gerit,ipsius munere fun-gitur ….”

47. Vgl. BenedictusXIV, ConstitutieRerum Ecclesiarum(12 augustus 1748):De pallii benedic-tione et traditione,in S.D.N. BenedictiPapae XIV Bullari-um, tom II, 494-497: “Ut quammysticae reprae-sentant pastoralisofficii plenitudi-nem, atque excel-lentiam, pleno quo-que operentureffectu … Sit bonimagnique illiusimitator pastoris,qui errantem ovemhumeris suis impo-sitam adunavit, proquibus animamposuit.”

48. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, 49-54: Unctiocapitis et traditioLibri Evangeliorumatque insignum.

Vervolg noten opblz. 24

Page 22: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

bisschop, met jullie een christen.”51

Ook de bisschop is dus gedoopt engevormd, wordt gevoed door de heiligeeucharistie en heeft vanwege menselijkezwakheid de vergeving nodig van de Vader.Met alle andere priesters moet hij bovendieneen eigen spirituele weg volgen, omdat hijdoor de heilige wijding tot heiligheid isgeroepen.52

44. Gegeven het unieke karakter van hetambt van de bisschop gaat het hierbij echterom een eigen spiritualiteit die geënt is opzijn geloofsbeleving in hoop en liefde alsverkondiger, liturg en leider in de gemeen-schap. Het is een kerkelijke spiritualiteitomdat iedere bisschop door zijn liefde vooren dienst aan de Kerk gelijkvormig wordtaan Christus, Herder en Bruidegom.

Men kan Christus niet liefhebben enintiem met Hem omgaan als men de Kerkniet liefheeft die door Christus wordtbemind. Hoe meer een mens Gods Geestbezit, hoe meer hij de Kerk liefheeft, “een inallen en alles in ieder afzonderlijk; eenvou-dig in haar veelvormigheid door de eenheidvan geloof, veelvormig in ieder door deband der liefde en de verscheidenheid vande charisma’s”.53 Alleen uit de liefde voor deKerk, die door Christus zozeer bemind werddat Hij zichzelf voor haar heeft gegeven(vgl. Ef 5,25), komt een spiritualiteit voortdie even alomvattend is als de liefde vanonze Heer Jezus voor de mensen, dat wilzeggen een liefde tot aan het kruis toe.

Het gaat dus om een spiritualiteit vankerkelijke verbondenheid, met het doel deKerk met waakzame zorg op te bouwenzodat ieder woord en iedere handeling,iedere daad en iedere beslissing in zijn pas-toraal werk een teken wordt van de dyna-miek van het trinitaire leven in communioen zending.

Een oprechte herderlijke liefde

45. Centraal in de eigen spiritualiteit van debisschop is de uitoefening van zijn ambt,dat innerlijk geïnspireerd wordt door geloofen hoop, en met name door herderlijke lief-de die de ziel is van zijn apostolische activi-teit. Hij doet dit in een dynamiek van pas-torale ‘pro-existentia’, dat wil zeggen eenwijze van leven voor God en de anderemensen zoals Christus deed, gericht op hetdoen van de wil van de Vader en zich geheeliedere dag wegschenkend en wijdend aan dedienst van zijn broeders en zusters in eentotaal onzelfzuchtige liefdesgave, in ver-bondenheid met de Drie-eenheid. Lumengentium zegt: “de herders van de kudde vanChristus moeten, naar het voorbeeld van deeeuwige Opperpriester, de Herder en Behoe-der van onze zielen, hun ambt met heilig-heid en ijver, deemoed en sterkte uitoefe-nen. Aldus waargenomen, zal dit ambt ookvoor hen een uitstekend middel tot heiligingzijn. Tot de volheid van het priesterschapverheven, ontvangen zij de sacramentelegenade, om door gebed, offer en predikingde volmaakte taak van de herderlijke liefdeuit te oefenen bij alle vormen van hun bis-schoppelijke zorg en dienst; om zonder aar-zelen voor hun schapen hun leven te wagenen, als voorbeeld voor de kudde (vgl. 1Pe5,3), ook door hun voorbeeld de Kerk onop-houdelijk tot hogere heiligheid aan te spo-ren.”54

Het pastoraal Directorium EcclesiaeImago wijdde reeds heel een gedetailleerdhoofdstuk aan de deugden die voor een bis-schop onmisbaar zijn.55 Naast de bovenna-tuurlijke deugden van gehoorzaamheid,volmaakte onthouding omwille van hetKoninkrijk, armoede, herderlijke wijsheid ensterkte wordt ook de goddelijke deugd vande hoop genoemd. Uit deze hoop moed put-tend verwacht de bisschop alle goeds vanGod en stelt hij zijn volle vertrouwen op de

Kerkelijke documentatie 2001 • 22024

49. Sacramenta-rium Serapionis,28, in: Didascaliaet ConstitutionesApostolorum, II,191.

50. Vgl. PontificaleRomanum, DeOrdinatione Epis-copi, Presbyterorumet Diaconorum , 47.Zie: De wijding totdiaken, priester enbisschop, 26.

51. Augustinus, InNatale Episcopi, in:CCL 104, 919, 1:“Vobis enim sumepiscopus; vobis-cum sum christia-nus. Illud estnomen susceptiofficii, hoc gratiae;illud periculi est,hoc salutis.”

52. Vgl. TweedeVaticaans Concilie,Decreet over hetambt en het levenvan de priestersPresbyterorum ord-inis, III; vgl. Johan-nes Paulus II, Post-synodaleapostolischeExhortatie Pastoresdabo vobis (25maart 1992), III.

53. Petrus Damia-nus, Opusc. XI(Liber qui apellaturDominus vobis-cum), 5, in: PL 145,235; vgl. Augusti-nus, In Ioann., 32,8, in: PL 35, 1645.

54. Lumen genti-um, 41.

55. Vgl. EcclesiaeImago, I, IV, 21-31.

56. A.w., 25.

Page 23: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

goddelijke Voorzienigheid, “indachtig deheilige apostelen en bisschoppen uit hetverleden die grote moeilijkheden ondervon-den en met alle mogelijke hinderpalen temaken hadden, en toch met grote vrijmoe-digheid het evangelie van God verkondig-den”.56

Vanaf de eerste eeuwen der christenheidtot op heden toe, zijn veel bisschoppenvoorbeeld geweest van theologische wijs-heid en herderlijke liefde. In hun leven heb-ben zij het ambt van prediking en catechese,de viering van de heilige geheimen engebed, apostolische ijver en liefde voor deHeer met elkaar weten te doen samengaan.Deze bisschoppen hebben kerken gesticht,zeden hervormd, de waarheid verdedigd. Zijwaren dappere getuigen in hun martelaar-schap en hebben hun stempel gedrukt op desamenleving door initiatieven van liefde engerechtigheid en door dapper de zaak vanhun mensen te verdedigen voor het aange-zicht van de machtigen in deze wereld.57

Het ambt van de prediking

46. De bisschop dient zijn spiritualiteit diein herderlijke liefde geworteld is en zichmanifesteert in het drievoudig ambt vanonderricht, heiliging en bestuur, niet tebeleven als zou deze staan buiten zijn ambt,maar in nauwe verbinding daarmee.

De bisschop is voor alles dienaar van deheilbrengende waarheid, niet alleen om demensen te onderrichten en te informeren,maar ook om hen tot voortgang op de wegder hoop te leiden Als een bisschop duswerkelijk voor zijn volk teken, getuige endienaar van de hoop wil zijn moet hij zich-zelf voeden met het Woord der Waarheid,zich aan dit woord in volkomen ontvanke-lijkheid gewonnen geven, naar het voor-beeld van Maria, de heilige Moeder van Goddie “gelooft; wat haar namens de Heer isgezegd, zal in vervulling gaan” (Lc 1,45).

Aangezien dit goddelijk Woord in de heiligeSchrift vervat ligt en wordt uitgesproken,moet de bisschop door voortdurend lezen engrondige studie erop teruggrijpen ten dien-ste van zijn ambtswerk.58 En dit niet alleenomdat hij een nutteloze prediker zou zijnvan het Woord van God als hij het nietinnerlijk in zich zou opnemen,59 maar ookomdat hij anders zijn bediening van dehoop zou ontkrachten. Inderdaad ontleentde bisschop het voedsel voor zijn spirituali-teit aan de Schrift, zodat hij in volle waar-heid zijn ambt van evangelieverkondigerkan vervullen. Alleen op die manier zal hijzich, zoals Paulus, kunnen richten tot zijngelovigen en zeggen: “door de volhardingen de vertroosting die wij putten uit deSchrift mogen wij leven in hoop” (Rom15,4).

De keuze van de apostelen in de eerstedagen van de Kerk wordt herhaald in hetwerk van de bisschop: “wij blijven ons toe-leggen op het gebed en de bediening vanhet woord” (Hnd 6,4). Origenes schreef: “depaus heeft twee dingen te doen: enerzijdsleren van God door de heilige Schrift telezen en er steeds weer over te mediteren,anderzijds het volk onderrichten. Maar hijmoet onderrichten in zaken die hij zelf vanGod geleerd heeft!”60

Iemand die bidt en leert bidden

47. De bisschop is ook iemand die bidt, dievoorspreker is voor zijn volk, door de trou-we viering van het getijdengebed waarin hijook bij gelegenheid temidden van zijn volkmoet voorgaan.

In het besef dat hij alleen door zijn per-soonlijk gebed zijn gelovigen kan leren bid-den, richt de bisschop zich tot God en her-haalt met de psalmist: “Ik zie met verlangennaar uw woorden uit” (Ps 119,114). Hetgebed is immers het moment om de hoop uitte zeggen of, zoals Thomas zegt: “het gebed

221 • 2001 Kerkelijke documentatie 25

57. Vgl. JohannesPaulus II, Homilietijdens de eucharis-tieviering van hetJubileum van debisschoppen (8oktober 2000), 4,in: L’OsservatoreRomano (wekelijkseEngelse editie, 11oktober 2000), 6-7.

58. Vgl. Isidorusvan Sevilla, DeEcclesiasticis Offi-ciis, Lib. II, 16-17,in: PL 83, 785.

59. Vgl. Augusti-nus, Serm. 1279, 1,in: PL 38, 966.

60. Origenes, InLeviticum Hom. VI,in: PG 12, 474 C.

61. Thomas van

Page 24: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

is een weerspiegeling van de hoop.”61

De dienst van het herderlijk en apos-tolisch gebed is met name een taak die hijverricht voor God ten behoeve van zijnvolk, in navolging van Jezus die voor zijnapostelen bad (vgl. Joh 17) en van Paulusdie bad voor zijn gemeenten (vgl. Ef 3,14-21; Fil 1,3-10). De bisschop moet in zijngebed de gehele Kerk insluiten, waarbij hijin het bijzonder bidt voor het aan zijn zorgtoevertrouwde volk. In navolging van Jezusbij het kiezen van zijn apostelen (vgl. Lc6,12-13) moet ook hij zijn herderlijke initia-tieven aan de Vader voorleggen, en Hemdoor Christus in de Geest zijn verwachtin-gen en hoop aanbieden. De God van hoopzal hem dan vervullen met alle vreugde envrede opdat hij door de kracht van de heili-ge Geest overvloeit van hoop (vgl. Rom15,13).

Een bisschop moet ook gelegenhedenzoeken waarbij hij naar het Woord van Godkan luisteren en bidden samen met zijnpriesters, de permanente diakens, de semi-naristen, de godgewijde mannen en vrou-wen uit zijn particuliere Kerk en zo mogelijkmet de leken, met name met hen die hunapostolaat in groepsverband verrichten.

Op die manier bevordert hij in zijn dio-cees de geest van onderlinge eenheid, steunthij er het geestelijk leven en laat hij zien dathij in zijn particuliere Kerk “leraar in devolmaaktheid” is, wiens plicht het is “deheiligheid te bevorderen van zijn geestelijk-heid, van religieuzen en van leken, en welovereenkomstig ieders eigen bijzondere roe-ping”.62 Tegelijk herleidt hij ook de bandentussen de verschillende levensstaten die erin de Kerk waarover hij gesteld is en waar-van hij het zichtbaar centrum van eenheidis, tot hun goddelijke oorsprong en beves-tigt ze in de gemeenschap van het gebed.

Hij zal ook soortgelijke gelegenhedenzoeken voor een geestelijke ontmoeting metzijn medebisschoppen, vooral met hen die

tot dezelfde kerkprovincie of kerkelijkeregio behoren. Bij dergelijke gelegenhedenziet men hoe goed het is om als broederssamen te leven (vgl. Ps 133,1), maar tegelijkook wordt daardoor de collegialiteit van hetBisschoppencollege zichtbaar en bevorderd.

Gevoed door de genade van de sacramenten

48. In hoeverre de herderlijke leiding van debisschop en zijn getuigenis van Christus, dehoop van de wereld, effect sorteert, hangtvoornamelijk af van de oprechtheid waar-mee hij de Heer volgt en in vriendschap metHem leeft.

Alleen heiligheid is de profetische ver-kondiging van de vernieuwing; in zijn eigenleven grijpt de bisschop daarop vooruit doorhet doel te benaderen waarheen hij zijngelovigen geleidt. Op zijn geestelijk padervaart hij echter als ieder christen de nood-zaak van bekering, omdat hij zich bewust isvan eigen zwakheid, ontmoediging en zon-den. Maar aangezien, zoals Augustinus leer-de, aan iemand die zijn zonden bekendheeft hoop op vergiffenis wordt geschon-ken,63 dient de bisschop zijn toevlucht tenemen tot het sacrament van boete en ver-zoening. Ieder die een kind van God hooptte zijn en God te zien zoals Hij is, maaktzich rein zoals de hemelse Vader rein is (vgl.1Joh 3,3).

Ook de apostelen aan wie de verrezenJezus de gave van de heilige Geest schonktot vergeving van de zonden (vgl. Joh20,22-23) moesten van de Heer het woordvan vrede ontvangen dat verzoeningbrengt, en de smeekbede van berouwvolleliefde die geneest (vgl. Joh 20,19-21; 21,5e.v.).

Het is ongetwijfeld bemoedigend voorhet volk van God als het de bisschop alseerste ziet naderen tot het sacrament vanverzoening, met name wanneer hij voorgaatin een boeteviering waaronder het boetesa-

Kerkelijke documentatie 2001 • 22226

Aquino, SummaTheologica, II-II, q.17, a: 4,3: “Petitioest interpretativaspei.”

62. Tweede Vati-caans Concilie,Decreet over hetherderlijk ambt vande bisschoppen inde Kerk ChristusDominus, 15.

63. Vgl. Augusti-nus, Enarr. inpsalm., 50, 5, in: PL36, 588.

64. Sacrosanctum

Page 25: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

crament individueel gevierd wordt.Samen met het gehele volk van God

voedt de bisschop zijn hoop ook vanuit deliturgie. Immers, wanneer de Kerk op aardede liturgie viert, heeft zij in hoop een voor-smaak van de liturgie van het hemelse Jeru-zalem waarheen zij als pelgrim op weg is enwaar Christus, gezeten aan de rechterhandvan de Vader “het heiligdom bedient, dewaarachtige tent, die de Heer zelf heeftopgericht, en niet een mens” (Heb 8,2).64

49. Al de sacramenten van de Kerk, en opde eerste plaats de eucharistie, zijn gedach-tenis aan de woorden, werken en geheim-nissen van de Heer; ze zijn de vernieuwdetegenwoordigstelling van het eens en voorgoed door Christus voor allen bewerkte heil,en een vooruitgrijpen op het volle bezitdaarvan, die de gave zal zijn van eindtijd.65

Tot dan toe viert de Kerk ze als werkzametekenen in verwachting, smeekgebed enhoop.

In het Oosten zowel als in het Westen isde spiritualiteit van het bisschopsambt ver-bonden met de viering van de heilige gehei-men, waarin de bisschop voorgaat en die hijviert samen met zijn priesters, diakens enhet volk van God.

De verscheidenheid aan riten in de Kerken hun specifieke aard is zowel in het Oos-ten als in het Westen kenmerkend voor hetvolk van God; daaraan dankt het zijn eigenkarakter; ze is de bron van een rijke kerke-lijke spiritualiteit. Daarom moet de bisschopals hogepriester van zijn volk de heiligegeheimen niet alleen met grote aandachtvieren, maar ook van die viering een wareschool van spiritualiteit maken voor zijnvolk. Hij zal daarbij ondersteund wordendoor kennis van de theologie en van de bis-schoppelijke liturgie zoals deze in het Cae-remoniale Episcoporum uiteen wordtgezet.66

Trouw aan het rijke liturgische erfgoed

van hun onderscheiden eigen vieringenkunnen de bisschoppen van de OosterseKerken in volle overeenstemming met degeestelijke waarden van hun eigen traditiesleven en handelen.67

Als hogepriester onder zijn volk

50. Onder de liturgische handelingen zijn erenkele waarbij de aanwezigheid van de bis-schop een bijzondere betekenis heeft. Aller-eerst de Chrisma-mis, waaronder de Olievan de Catechumenen en de Ziekenolieworden gezegend en het heilig Chrismawordt gewijd. Deze liturgie is de hoogstemanifestatie van de plaatselijke Kerk, omdatzij de Heer Jezus viert, de eeuwige Hoge-priester van zijn eigen offer. Voor de bis-schop is dat een moment van grote hoop,want hij verzamelt de priesters van zijn dio-cees om zich heen om in het blijde vooruit-zicht van Pasen samen op te zien naar Jezusde Hogepriester. Op die manier beleven zijopnieuw de genade van het wijdingssacra-ment, door de beloften van hun wijdingsdagte hernieuwen die hun priesterlijk werk inde Kerk in het bijzonder kenmerken. Bijdeze unieke gelegenheid in het kerkelijk jaarzijn de weer aangehaalde banden van dekerkelijke communio een overtuigende uit-drukking van hoop voor het volk van God,hoezeer het ook onder zorgen gebukt gaat.

Daarnaast is er de plechtige liturgie vande priester- en diakenwijding. Terwijl hijvan God nieuwe medewerkers ontvangtvoor zijn ambt en werk als bisschop ziet hijdat de heilige Geest, Donum Dei en DatorMunerum, zijn gebed om overvloedige roe-pingen en de hoop op een Kerk die in haarambtswerk nog luisterrijker is, verhoordheeft.

Hetzelfde kan gezegd worden van detoediening van het Vormsel waarvan de bis-schop van oorsprong de bedienaar is, en inde Latijnse Kerk de gewone bedienaar.

223 • 2001 Kerkelijke documentatie 27

Concilium, 8.

65. Vgl. SummaTheologica, III, q.60, a 3.

66. Vgl. Caeremo-niale Episcoporum,Editio Typica (TypisPoliglottis Vaticani1984).

67. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche Brief OrientaleLumen (2 mei1995); vgl. Congre-gatie voor de Oos-terse Kerken,Instructie over detoepassing van deliturgische regelin-gen van het CCEO (6januari 1996).

68. Vgl. Katechis-

Page 26: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Ook in dit sacrament van uitstorting van deheilige Geest, dat vaak veel tijd vraagt vande herder, en de gelegenheid biedt voor eenherderlijk bezoek aan zijn parochies, beleeftde bisschop een moment van intense spiri-tualiteit en gemeenschap met zijn gelovi-gen, met name met de jeugdigen. Het feitdat het sacrament wordt toegediend door dediocesane bisschop laat zien dat een van deeffecten van het sacrament is dat alle gelo-vigen nauwer worden verbonden met hetgeheim van Pinksteren, met de Kerk vanGod in haar apostolische oorsprong en metde plaatselijke gemeenschap, en ook dat aanhen die het sacrament ontvangen de krachtwordt gegeven voor de opdracht om vanChristus te getuigen.68

Een spiritualiteit van communio

51. Teken van een sterke communio-spiri-tualiteit en een belangrijk element in de hei-ligheid en heiliging van de bisschop is zijnverbondenheid met zijn priesters, diakens,godgewijden en leken zowel in persoonlijkecontacten als bij verschillende bijeenkom-sten. Zijn woord van bemoediging en zijngeestelijke boodschap kunnen zorgen voorde actieve en heiligende aanwezigheid vanChristus temidden van zijn Kerk, en voor destroom van genade van de Geest die een bij-zonder getuigenis bewerkt van eenheid enliefde.

Daartoe is het van belang dat de bis-schop door zijn persoonlijke aanwezigheiden woord de ‘momenten van de Geest’ aan-moedigt en stimuleert, die bevorderlijk zijnvoor de groei van het geestelijk leven, zoalsretraites, geestelijke oefeningen, spirituali-teitsdagen. Daarbij moet ook van de mediagebruik worden gemaakt om mensen tebereiken die veraf staan.

De bisschop dient ook van de gewonemiddelen van het geestelijk leven gebruikweten te maken, zoals geestelijke raad,

vriendschap en broederlijke gemeenschap,om zo het gevaar te ontlopen van vereenza-ming en ontmoediging bij het zien van demoeilijkheden.

Zo zal hij een communio-spiritualiteitbevorderen met allen die in de pastoraalwerkzaam zijn, door naar hen te luisteren,met hen samen te werken, en taken enbevoegdheden aan hen toe te vertrouwen.

Een bijzondere manier om deze spiritu-aliteit levend te houden is een affectieve endaadwerkelijke communio van de bisschopmet de paus en de andere bisschoppen doorzijn gebed en persoonlijke betrekkingen.

De bisschop staat niet alleen in zijnwerk. Hij moet die stroom van broederlijkeliefde geven en ontvangen die haar oor-sprong vindt in zijn relatie met zijn mede-broeders in het bisschopsambt door eenoprechte beoefening van wederzijdse liefde,zoals Jezus die vroeg van zijn leerlingen(vgl. Joh 13,34; 15,12-13). Dat wordt zicht-baar in gezamenlijk gebed, het met elkaarbespreken van geestelijke en pastorale erva-ringen, hulp bij onderscheiding.

Van groot belang zijn daarom gelegen-heden tot gesprek en onderlinge uitwisse-ling, dagen van geestelijke inkeer enmomenten van ontspanning, waardoor debisschoppen ook communio en herderlijkeliefde kunnen beoefenen.

Bevorderaar van herderlijke spiritualiteit

52. De bisschop zelf is geroepen om doorzijn levensstijl en de geloofwaardigheid vanzijn woorden en daden onder zijn volk eenpastoraal te bevorderen die op heiligheid isgericht, en een geestelijk leermeester te zijnvan zijn kudde.

Zelf geroepen tot heiligheid is de bis-schop ook verplicht de voor allen geldenderoeping tot heiligheid in zijn particuliereKerk te bevorderen; daarom moet hij de spi-ritualiteit en heiligheid van het volk van

Kerkelijke documentatie 2001 • 22428

mus van de Katho-lieke Kerk, 1313.

Page 27: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

God door geëigende initiatieven bevorde-ren, waarbij hij oude en nieuwe charisma’serkent als tekens van de rijkdom van de hei-lige Geest.

Communio met de heilige Moeder van God

53. In zijn geestelijk leven wordt de bis-schop ondersteund door de bijzondere moe-derlijke aanwezigheid van Maria, wanneerhij haar als een ware zoon liefheeft envereert.

Iedere bisschop mag dat bijzonderemoment doorleven waarop Maria aan devoet van het kruis werd toevertrouwd aande leerling Johannes, en Johannes aanMaria (vgl. Joh 19,26-27). Hij is ook geroe-pen zich te spiegelen aan het eensgezindeen volhardende gebed van de leerlingensamen met Maria, de moeder van Jezus,vanaf de Hemelvaart tot aan Pinksteren(vgl. Hnd 1,14). In de broederlijke commu-nio is iedere bisschop en zijn alle bisschop-pen in ambtswerk, communio en hoop aande moederlijke zorg van Maria toever-trouwd.

Dit voert tot een sterke Maria-devotievan intense verbondenheid met de heiligeMoeder van God: in het bisschoppelijkdienstwerk van heiliging en eredienst, bijzijn onderricht in de leer, in zijn persoonlijkleven en zijn leiding geven. Deze stijl vanoptreden naar het voorbeeld van Maria bijhet uitoefenen van zijn bisschopsambt isgefundeerd op het gegeven dat de Kerk beeldis van Maria.

III De geestelijke weg van de bisschop

Een noodzakelijke geestelijke weg

54. In een volgehouden leven van trouwaan iemands roeping is christelijke spiri-tualiteit een weg die in fasen verloopt en

haar beproevingen en verrassingen kent. Deseizoenen van het leven en het volgehoudenstreven naar volmaaktheid en persoonlijkeheiligheid volgens God bedoeling, helpen debisschop om in zijn dienstwerk een oprechteen eigen geestelijke weg te gaan. Temiddenvan vreugden en beproevingen, waaraanhet in het leven van de herder niet ont-breekt, doorleeft hij zijn eigen verhaal endat van zijn volk. Hij gaat voor zijn kuddeuit en leidt haar in trouw aan Christus, dooreen leven waarin hij tot het einde toe getui-genis geeft.

Bezield met de goddelijke hoop kan enmoet hij ieder moment met kalm vertrou-wen doorleven, zelfs als het ogenblik geko-men is om ontslag aan te vragen uit zijnambt. Ook tijdens zijn emeritaat moet hij tothet eind toe door gebed en andere taken degeest van zijn ambt zo goed mogelijk blij-ven beleven.

Met de geestelijke werkelijkheidszin vaniedere dag

55. Door geestelijke werkelijkheidszin leertde bisschop ook hoe hij zijn roeping tot hei-ligheid moet beleven in het licht van demenselijke zwakheid, van zijn vele verplich-tingen, van alles wat hem iedere dag over-komt, van de vele problemen op persoonlijken institutioneel gebied. Het kan gebeurendat hij, onder het gewicht van de vele ver-antwoordelijkheden door moeilijkhedenwordt overmeesterd, en niet in staat is omde juiste antwoorden en oplossingen te vin-den.

Iedere bisschop ervaart dagelijks de lastvan leven en geschiedenis; ook zijn verant-woordelijkheden, zijn delen in de proble-men en vreugden van zijn volk, leggen eendruk op hem. Hij zal soms onder drukkomen te staan van de media in verbandmet bepaalde voorvallen waar de Kerk bij isbetrokken en die betrekking hebben op de

225 • 2001 Kerkelijke documentatie 29

69. Vgl. Paulus VI,apostolischeAdhortatie Gaudetein Domino (9 mei1975), I.

70. Vgl. EcclesiaeImago, 89.

Page 28: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

verdediging van de ware leer en moraal; inandere gevallen zal hij met onterechtebeschuldigingen of maatschappelijke pro-blemen geconfronteerd worden.

Daarom moet hij een evenwichtigelevenswijze bezitten die een juiste balans opmentaal, psychisch en emotioneel terreinbevordert, bevorderlijk is voor intermense-lijke betrekkingen, hem in staat stelt op deproblemen van mensen in te gaan, mee televen met treurige of vreugdevolle gebeur-tenissen van zijn volk dat in hem de rijpheiden goedheid wil vinden van een vader engeestelijk leermeester.

De bisschop moet moedig zijn bij demoeitevolle kanten van zijn ambt, waardigzijn kruis dragen en ervaren hoe eervol hetis om, in verbondenheid met de gekruiste enverheerlijkte Christus, te mogen dienen.

In de harmonie van het goddelijke en hetmenselijke

56. De bisschop is geroepen tot een aan demenselijkheid van Jezus beantwoordendespiritualiteit, waarin hij de goddelijke enmenselijke aspecten van zijn wijding enzending tot uitdrukking kan brengen. Zokan hij evenwicht brengen in zijn verplich-tingen: liturgische vieringen en persoonlijkgebed, pastorale planning, bezinning enrust, voldoende ontspanning en de tijd dienodig is voor vakantie, studie en het op dehoogte blijven van ontwikkelingen op theo-logisch en pastoraal gebied.

De zorg van de bisschop voor zijn licha-melijke, psychische en geestelijke gezond-heid en voor een evenwichtige levensstijl isook een bewijs van liefde jegens zijn gelovi-gen, en waarborgt dat hij meer open zalstaan voor de ingevingen van de Geest,meer bereid zal zijn om diens leiding te vol-gen.

Dankzij zijn spiritualiteit vindt de bis-schop innerlijke vrede en diepe verbonden-

heid met de Drie-eenheid die hem heeft uit-verkoren en gewijd. Door de hem door Godgeschonken genade zal hij weten hoe hijiedere dag zijn dienst kan vervullen als eengetuige van hoop, vol aandacht voor denoden van Kerk en wereld.

Iedere dag immers hernieuwt de bis-schop zijn vertrouwen op God en beroemtzich, zoals de apostel “op onze hoop op deheerlijkheid van God … in het besef dat ver-drukking leidt tot volharding, volhardingtot beproefde deugd en die weer tot hoop”(Rom 5,2-4). Hoop brengt ook vreugde. Hethopen brengt vreugde, de christelijke vreug-de namelijk die vreugde is door te hopen(vgl. Rom 12,12). De bisschop moet alsgetuige van de op het kruis geboren christe-lijke vreugde niet alleen over die vreugdespreken maar er ook “naar uitzien” en ervoor zijn volk van getuigen.69

Trouw tot het einde

57. De bisschop zal geduldig zijn en volhar-den in hoop wanneer hij tijdens zijn werkdoor ziekte beproefd wordt of als hij zo doorde Heer geleid wordt dat hij zijn leven moetgeven als een offer voor zijn kudde, of alshij bij vervolging en martelaarschap geroe-pen wordt van Christus te getuigen, iets watin verleden noch heden een uitzonderingwas.

Ook dat zullen onschatbare gelegenhe-den zijn waardoor het aan de zorg van debisschop toevertrouwde volk weet dat hunherder de gekruisigde Christus in zijn totalezelfgave navolgt.

Het zal ook een goed voorbeeld voor hetvolk zijn als de bisschop bij ernstige ziekteplechtig het heilig Oliesel en Viaticum ont-vangt in tegenwoordigheid van geestelijk-heid en volk.70

In dit laatste getuigenis van zijn levenop aarde heeft hij de gelegenheid om degelovigen voor te houden dat de hoop nooit

Kerkelijke documentatie 2001 • 22630

71. Lumen genti-um, 1.

72. Buitengewonevergadering van deBisschoppensynode1985, Eindrapport(Relatio finalis) InGods woord viert de

Page 29: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

verloren mag gaan, en dat het tegenwoordi-ge lijden verlicht wordt door de hoop op dekomende heerlijkheid.

Op dit laatste ogenblik van zijn uittochtuit de wereld naar de Vader zal hij nog een-maal de eigenlijke doelstelling van zijnambt in de Kerk kunnen samenvatten envoorhouden: de kinderen van de Kerk wij-zen op het eschatologisch doel, juist zoalsMozes op de berg Nebo het beloofde landtoonde aan de kinderen van Israël (vgl. Dt34,1 e.v.).

Daarom moet het einde van zijn geeste-lijke weg, bij zijn dood en uitvaart in dekathedraal, een belangrijk spiritueelmoment zijn voor het leven van de gelovi-gen, en een lofzang op de verrijzenis van deHeer die zijn trouwe dienaren verwelkomt.Het is een gunstige gelegenheid om aan deKerk de woorden na te laten van zijn gees-telijk testament en de herinnering aan eennabij en bevriend gelaat, naast de vele her-ders die hem in de particuliere Kerk zijnvoorgegaan.

Het voorbeeld van heilige bisschoppen

58. Op zijn geestelijke weg wordt de bis-schop bemoedigd door de vele herders die,te beginnen bij de apostelen, in alle tijdenen overal door hun voorbeeld een luisterwaren voor het leven van de Kerk. Dezeluisterrijke voorbeelden die in de Kerk schit-teren en van wie de heiligheid door de Kerkerkend werd of nog erkend zal worden, kun-nen onmogelijk allemaal worden opgesomd.Maar hun namen en gezichten leven in deuniversele Kerk en de lokale Kerken, en ookin de vieringen van de liturgische jaarkringof de lezingen van het getijdengebed.

We denken aan de heilige herders dievanaf het begin van de Kerk heiligheid vanleven verbonden hebben met prediking enwijsheid, met een pastoraal en ook sociaalbesef van het evangelie. Sommigen van hen

hebben als martelaar getuigenis afgelegd, ofhebben kerken gesticht waar men hen alsheilige schutspatronen vereert en aan henterugdenkt.

Sommige herders muntten uit door hunleer, hun speciale bijdrage aan oecumeni-sche Concilies, of hebben met wijsheid her-vorming en vernieuwingen doorgevoerd.Onder de missionarissen zijn vele heiligebisschoppen die het evangelie brachten naarnieuwe landen en het leven in de jongeplaatselijke kerken vorm gaven. Talrijk zijn– ook in onze tijd – de geloofsgetuigen diemet gevangenschap, verbanning en anderlijden hebben moeten betalen voor huntrouw aan de katholieke Kerk en hun com-munio met de Stoel van Petrus. Anderenhebben in moeilijke omstandigheden hunleven gegeven voor hun kudde omdat zeopkwamen voor de godsdienstige- en men-senrechten.

Geestelijke verbondenheid met deze her-ders is reden voor hoop en bron van apost-olische ijver. Voor iedere bisschop is in hende genade en kracht zichtbaar van de heili-ge Geest; daaraan ziet hij tot welke eenmate van trouw hij in zijn eigen herderlijkdienstwerk is geroepen.

Hoofdstuk III Het bisschopsambt,dienst van gemeenschap en zen-ding van de Kerk

Vrienden van Christus die Hij gekozen enuitgezonden heeft

59. De woorden van Jezus bij het LaatsteAvondmaal, met name die opgetekend staanin hoofdstuk 15 van het Johannes-evange-lie, gaan over de roeping van de apostelenmet het oog op gemeenschap en zending.Jezus spreekt over de wijnstok en de ranken,in een bijbels beeld dat duidelijk de nood-

227 • 2001 Kerkelijke documentatie 31

Kerk de mysteriesvan Christus voorhet heil van dewereld (1985), II, C,1.

73. Communionisnotio, 3.

74. Vgl. t.a.p.

75. Vgl. Lumengentium, 13.

76. Christifideleslaici, 31.

77. Vgl. Lumengentium, 23; CIC,can. 381 §1; CCEO,can. 178.

78. Vgl. Lumengentium, 22; CIC,can. 336; CCEO, can.49.

79. Vgl. Cyprianus,De CatholicaeEcclesiae Unitate,5, in: PL 4, 516; vgl.

Page 30: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

zaak van de onderlinge verbondenheid ende vruchtbaarheid van de zending aanduidt.Ook al hebben Jezus’ woorden een kerkelij-ke en eucharistische betekenis die op allegelovigen van toepassing is, toch zijn ze opde eerste plaats bedoeld voor de kring vande apostelen, en dus ook voor hun opvol-gers.

Jezus’ woorden over de wijnstok en deranken wijzen erop hoe de Drie-eenheiddynamisch werkzaam is in de gemeenschapen de zending. De Vader is de wijngaarde-nier, Christus de ware wijnstok; het inwen-dig sap van verbondenheid en vruchtbaar-heid is de heilige Geest die leven schenktaan de met de wijnstok verenigde rankendie bestemd zijn om overvloedige en blij-vende vruchten te dragen. Centraal in deparabel staat een fundamenteel onderricht:de leerlingen van Jezus zijn geroepen omvitaal verbonden te blijven met Christus,met zijn woord en geboden, om, ‘besnoeid’door de Vader, uit te groeien en rijke vruchtte dragen (vgl. Joh 15,1-10).

Vandaar de noodzaak van verbonden-heid met Christus en, in Hem, met de Vaderen de heilige Geest in de mystieke wingerd,afbeelding van de Kerk.

“Los van Mij kunnen jullie niets” (Joh15,5). Overeenkomstig de gelijkenis van dewijnstok in het Johannes-evangelie geeftJezus zijn leerlingen te kennen dat verbon-denheid met Hem betekent trouw te blijvenaan een goddelijke vriendschap: “Mijnvrienden zijn jullie, maar dan moeten jullieook doen wat Ik jullie opdraag” (Joh 15,14).Vriendschap met Christus houdt in dat zijdelen in de kennis van de geheimen van deVader, de gave van het leven tot de doodtoe, en de wederzijdse verbondenheid inliefde. Van de kant van Jezus verondersteltdeze vriendschap, in het verlengde van zijnvan de Vader ontvangen opdracht, dat Hijzijn leerlingen kiest en als evangelieverkon-digers uitzendt: “Niet jullie hebben Mij uit-

gekozen; nee, Ik heb jullie uitgekozen en Ikheb jullie de taak gegeven eropuit te gaanen vrucht te dragen, vruchten die blijvendzijn” (Joh 15,16). Van de leerling wordtgevraagd trouw te zijn aan het woord en dezending.

60. Als vriend van Christus, leerling enapostel is de bisschop een levende rank diegeënt is op Christus, de wijnstok, en draagtin zich de persoonlijke en ambtelijke roe-ping tot gemeenschap en zending.

Het eigen karakter van een bisschop inde Kerk berust op de dynamiek van de apos-tolische successie, die niet alleen gezienmoet worden als de bekleding met gezag,maar ook als de uitbreiding van de trinitairegemeenschap en zending. Aangezien de bis-schop door de Heer is gekozen, geroepen istot een blijvende verbondenheid met Hem,en de wereld in is gezonden, is hij vereen-zelvigd met de persoon van Jezus in hetdoorgeven van het goddelijk leven, in deliefdesgemeenschap en het offer van zijnleven.

I Het bisschopsambt in een ecclesiolo-gie van de communio

In de Kerk, beeld van de Drie-eenheid

61. In zijn theologische beschouwingenheeft het Tweede Vaticaans Concilie de Kerkals plaats bij uitstek van de geheimen vanhet geloof vooropgesteld, en daarbij bijzon-dere aandacht besteed aan het kernthemavan de communio. Reeds in de aanvang vande Constitutie Lumen gentium wordt deKerk beschreven als “het sacrament, dat wilzeggen het teken en instrument, van deinnige vereniging met God en van de een-heid van heel het menselijk geslacht”.71

Terecht heeft daarom het document vande buitengewone Vergadering van de Bis-

Kerkelijke documentatie 2001 • 22832

Eerste VaticaansConcilie, dogmati-sche Constitutie

Page 31: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

schoppensynode van 1985 gesteld: “deecclesiologie van de communio is het cen-trale en fundamentele begrip in de docu-menten van het Concilie.”72 “Het begrip‘communio’ vormt de kern van het kerkelijkzelfverstaan.”73 ‘Communio’ is verticaal enhorizontaal, gemeenschap met God en metde mensen, gave van de Drie-eenheid enzichtbare en onzichtbare plicht van geloofen liefde.74

Gebaseerd op het Woord van God en desacramenten, speciaal de eucharistie, komtde kerkelijke communio tot uitdrukking inhet geloof, is gefundeerd op de hoop, wordtbezield door de liefde en staat geworteld inde eenheid van het ambt van onderrichtingen bestuur van de opvolger van Petrus en debisschoppen. Zo heeft ze een bindendekracht en tegelijk een missionaire dyna-miek. Zoals het mysterie van de Drie-een-heid die communio en missio is voor hetheil van de wereld, is de Kerk, levend even-beeld van de Drie-eenheid en beschikkendover de kracht van de heilige Geest, het ver-zamelen van een volk (ekklesia) en de open-baring (epiphania) van een zending voorhet heil van de wereld.

De Kerk moet altijd en overal in steedssterkere mate deelname en sacrament zijnvan de trinitaire liefde voor het heil van dewereld. Daarom bezit zij de kracht zelf vande Geest die binnen de Drie-eenheid hetbeginsel is van communio en missio in lief-de.

62. Daarom is de Kerk het geheimenis ensacrament waarin evangelisering en cate-chese, viering van de geheimen, kerkelijkespiritualiteit, doorleefde naastenliefde vande christenen, missionaire actie en getuige-nis samenkomen. Alleen in een waarachtigkerkelijk perspectief kunnen morele plich-ten, pastorale plannen en aanpak, wegenvan doorleefde spiritualiteit worden begre-pen.

Communio en missio hebben elkaar nodig.De kracht van de communio doet de Kerkgroeien in aantal en diepte. Maar de missiodoet ook de communio groeien en zich alsin concentrische cirkels uitbreiden tot zealle mensen bereikt. Inderdaad verspreidt deKerk zich in allerlei culturen en leidt ze bin-nen in het koninkrijk75 zodat hetgeen vanGod is uitgegaan kan terugkeren naar God.Daarom werd gezegd: “de gemeenschapstelt zich op voor de zending, zij wordt zelfzending.”76

De communio beantwoordt aan hetwezen van de Kerk en herinnert eraan dathet doel van alle charisma’s de agapè is, degemeenschap in eenheid, in hetzelfde heils-plan en in dezelfde kerkelijke activiteit.

De eenheid van de Kerk als communioen missio is niet alleen de kern van haargeheim en opdracht in de wereld, maar ookde waarborg en bezegeling van haar godde-lijk handelen: alles komt voort uit het planvan de drievuldige God die in zijn eenheidde oorsprong en het uiteindelijk doel is vanalle dingen, overeenkomstig de visie van deheilsgeschiedenis aangaande mensheid enkosmos.

In een ecclesiologie van communio enmissio

63. Tegenwoordig is eenheid een teken vanhoop wanneer het over mensen gaat en ersprake is van menselijk streven naar eenbetere en met elkaar verzoende wereld. Een-heid is ook een teken en geloofwaardiggetuigenis van de waarachtigheid van hetevangelie. Daarom is de eenheid van deKerk, met name onder de volgelingen vanChristus, noodzakelijk opdat de wereld kangeloven (vgl. Joh 17,21).

Het geheim van de Drie-eenheid, hetgeheim van gemeenschap in wederkerig-heid, is daarom het levenspatroon van deKerk, van haar zending, haar diensten, en

229 • 2001 Kerkelijke documentatie 33

Pastor aeternus,Proloog, in: DS3051; Lumen genti-um, 18.

80. Communionisnotio, 13.

81. Vgl. Lumengentium, 23.

82. Vgl. Commu-nionis notio 9; 11-14.

83. Christus Domi-nus, 6; vgl. Lumengentium 23; Chris-tus Dominus, 3, 5.

84. Vgl. Sacro-sanctum Concilium,26.

Page 32: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

daarom van het bisschopsambt.Een dergelijk perspectief is een teken

van hoop voor de wereld, waarin de eenheiddoor tegenstellingen en conflicten wordtaangetast. De kracht van de Kerk is gelegenin haar gemeenschap; haar zwakte in ver-deeldheid en innerlijke tegenstellingen.

Eenheid en katholiciteit in het dienstwerkvan de bisschop

64. Het dienstwerk van de bisschop heeftzijn plaats in deze ecclesiologie van com-munio en missio, die leidt tot een handelenin gemeenschap, een spiritualiteit enlevensstijl die door communio bepaaldwordt.

In dit dienstwerk komt de eenheid vande apostolische opvolging in het Bisschop-pencollege onder leiding van het Petrus-ambt tot uiting. Bovendien zijn de particu-liere Kerk, de gemeenschap van het volkvan God met priesters, diakens, godgewij-den en leken, allen op de bisschop als cen-trale figuur gericht.

Deze communio in eenheid wordtgedragen door herderlijke liefde en debovennatuurlijke hoop dat Gods plan doorde kracht van de heilige Geest in vervullingzal gaan.

65. De bisschop wordt in Christus’ naam alsherder van een particuliere Kerk aangesteld;hij wordt belast met de zorg voor het hemtoevertrouwde deel van het volk van God enlaat het, dankzij het evangelie en de eucha-ristie, als communio groeien. Daarbinnen ishij het zichtbaar beginsel en de grondslagvan de eenheid van geloof, van de sacra-menten, van het bestuur krachtens de machtwaarmee hij bekleed is.77

Toch is iedere bisschop de herder vaneen particuliere Kerk, in zoverre hij deel uit-maakt van het Bisschoppencollege. Iederebisschop wordt in het Bisschoppencollege

opgenomen krachtens de bisschopswijdingen door de hiërarchische communio met hethoofd van dit College.78 Dit heeft voor hetdienstwerk van de bisschop enige conse-quenties, en we doen er goed aan deze, zijhet in het kort, onder ogen te zien.

Allereerst is een bisschop nooit alleen.Dat geldt niet alleen voor zijn positie bin-nen zijn particuliere Kerk, maar ook voordie in de universele Kerk dankzij de bandendie hem, overeenkomstig het wezen van heténe en ongedeelde episcopaat,79 verbindenmet het gehele Bisschoppencollege datopvolger is van het Apostelcollege. Daaromis iedere bisschop tegelijkertijd betrokken opde particuliere Kerk en op de universeleKerk.

Als zichtbaar beginsel en grondslag vaneenheid in de aan zijn herderlijke diensttoevertrouwde particuliere Kerk is de bis-schop de zichtbare band van de kerkelijkecommunio tussen zijn Kerk en de universeleKerk. De bisschoppen resideren weliswaar inverschillende delen van de wereld, maarzijn altijd in hiërarchische communio methet hoofd van het Bisschoppencollege enmet dit college zelf, en geven zo de katholi-citeit van de Kerk vastheid en gestalte.Tegelijk verlenen zij datzelfde kenmerk vankatholiciteit aan de particuliere Kerk waar-over ze zijn aangesteld.

“De bisschop is een zichtbare bron eneen zichtbaar fundament van de eenheidvan de particuliere Kerk die aan zijn pastor-ale zorg is toevertrouwd. Maar in iedereparticuliere Kerk die volledig Kerk wil zijn,dat wil zeggen, de particuliere representatievan de universele Kerk met alle essentiëleelementen en dus gevormd naar het modelvan de universele Kerk, moet het hoogstegezag van de Kerk – het Bisschoppencollege‘wanneer zij in communio is met de pausvan Rome als haar hoofd en nooit zonderdit hoofd’ – aanwezig zijn.”80

In de communio der Kerken vertegen-

Kerkelijke documentatie 2001 • 23034

85. Vgl. ChristusDominus, 6.

86. Vgl. Lumengentium, 22-23.

87. A.w., 8; vgl.Dominus Iesus, 17.

88. A.w., 26.

89. A.w., 6.

90. Communionisnotio, 14.

91. Vgl. Lumengentium, 25.

92. Vgl. Congrega-tie voor de Bis-schoppen, Directo-rium pro visitationead limina Constitu-

Page 33: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

woordigt de bisschop zijn particuliere Kerken in deze particuliere Kerk vertegenwoor-digt hij de communio der Kerken. Door hetdienstwerk van de bisschop beleeft iedereparticuliere Kerk, die ook een portio Eccle-siae universalis is,81 de totaliteit van de EneHeilige Kerk, en in haar is de ApostolischeKatholieke Kerk in haar totaliteit aanwe-zig.82

66. De tweede consequentie die aandachtverdient is dat juist deze collegiale eenheidof broederlijke liefdesgemeenschap of ditcollegiaal besef ten grondslag ligt aan degrote zorg die, naar Christus’ instelling enopdracht, van iedere bisschop gevraagdwordt voor de gehele Kerk en voor de ande-re particuliere Kerken. Zo strekt deze zorgzich ook uit tot “die gebieden in de wereldwaar het woord van God nog niet verkon-digd is of waar de christengelovigen vooralwegens het geringe aantal priesters gevaarlopen te vervreemden van de christelijkelevensweg of zelfs het geloof te verliezen”.83

Anderzijds zijn de goddelijke gavenwaarmee iedere bisschop zijn particuliereKerk opbouwt, namelijk het evangelie en deeucharistie dezelfde als die welke niet alleeniedere andere particuliere Kerk tot een ver-zameling in de Geest maken, maar ook lei-den tot de communio met al de andere Ker-ken. De verkondiging van het evangelieomspant de gehele wereld en, zoals de Heerhet gewild heeft, is ze tot alle mensengericht en te allen tijde onveranderlijk.

Evenals alle andere liturgische hande-lingen is de viering van de eucharistie uithaar aard een daad van de gehele Kerk; zeraakt het gehele Lichaam van de Kerk datdoor haar gemanifesteerd en erbij betrokkenwordt.84 Vandaar ook dat iedere bisschop alswettige opvolger van de apostelen en lidvan het Bisschoppencollege de plicht heeftom in zekere zin borg te staan voor degehele Kerk (sponsor Ecclesiae).85

In communio met Petrus’ opvolger

67. De ecclesiologie van de communio, diekenmerkend is voor de katholieke Kerk, ver-woordt niet alleen de velerlei betrekkingenvan onderlinge eenheid van de particuliereKerken in hetzelfde geloof, dezelfde hoop enliefde, dezelfde leer en sacramenten, maarook in de concrete communio met de paus,zichtbaar beginsel en fundament van deeenheid der Kerk. Dit wordt zichtbaar inheiliging en eredienst, leer en bestuur, over-eenkomstig het goddelijk plan van Christus,die wilde dat Petrus en diens opvolgers hetbeginsel zouden zijn van de zichtbare een-heid zodat zij hun broeders in het geloofzouden kunnen bevestigen.86

De eenheid van de Kerk, in communiomet en onder leiding van Petrus’ opvolger,is ook bron van hoop voor de toekomst. Hetplan van God is de eenheid van de gehelemensenfamilie, en de katholieke Kerkbewaart in haar structuur dit kostbaargeschenk.

Voor christenen is deze eenheid bronvan vertrouwen en hoop voor de toekomstvan hun zending in de wereld. Zij waar-borgt dat de waarheid en het leven van hetevangelie stand zullen houden: de volheidvan een Kerk die zoals Christus het gewildheeft, één, heilig, katholiek en apostolisch isen die “zich bevindt in de katholieke Kerk,die door de opvolger van Petrus en de methem verenigde bisschoppen wordtbestuurd”.87

68. Op velerlei wijze zijn de afzonderlijkebisschoppen verbonden met het Petrusambt:voor alles door gemeenschap in het godde-lijk leven bij de viering van de eucharistie,de grondslag van de eenheid der Kerk inChristus.88 Iedere viering van de eucharistie,teken van de ‘sanctorum communio’, dat wilzeggen de gemeenschap der heiligen en vanal wat heilig is – volgens een geliefde uit-

231 • 2001 Kerkelijke documentatie 35

tioni apostolicaePastor Bonus adn-exum (29 juni1988).

93. Vgl. ChristusDominus, 37-38;CIC, can. 447-449.

94. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche Brief Aposto-los suos (21 mei1998), in: AAS 90(1998), 641-658;vgl. Congregatievoor de Bisschop-pen, Epistula Pra-esidibus Conferen-tiarumEpiscopaliummissa, nomine quo-que Congregationispro Gentium Evan-gelizatione (21 juni1999), in: AAS 91(1999), 996-999.

Page 34: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

drukking uit de christelijke oudheid89 – heeftplaats in vereniging niet alleen met een par-ticuliere bisschop, maar allereerst met depaus en het episcopaat en bijgevolg metheel de geestelijkheid en het volk van God,zoals het in verschillende eucharistischegebeden gezegd wordt.90

Een andere vorm van verbondenheid isde communio in de prediking van evangelieen ware leer, in trouw aan het door de pausin de Kerk uitgeoefend leergezag, met namein zaken van geloof en zeden. Wanneer hetpauselijk magisterium van harte wordt aan-vaard en verspreid, is dat een teken van eenoprechte communio, een waarborg voor deeenheid van de Kerk, en ook kan daardoorhet volk van God, met name op het gebiedvan de leer, geleid worden over de padender waarheid, waarbij ook een nauwkeurigeen speciale bestudering wordt gevraagd vannieuwe vraagstukken.91

Tenslotte is ook de noodzakelijke een-heid op het gebied van de kerkelijke tucht,met behoud van de volgens het recht geoor-loofde verscheidenheid, een teken van com-munio in waarheid en leven.

Medewerking in het Petrusambt

69. Het is ondenkbaar lid te zijn van hetBisschoppencollege zonder communio methet zichtbaar hoofd daarvan, de paus; ditlidmaatschap heeft verschillende vormenvan deelname en beoefening van collegiali-teit.

Juist omdat hij deel uitmaakt van hetBisschoppencollege ontmoet iedere bisschopbij de uitoefening van zijn ambt de bisschopvan Rome en staat hij in een levende endynamische communio met de opvolger vanPetrus en het hoofd van het College, alsme-de met al zijn medebisschoppen uit de gehe-le wereld. In deze communio krijgt ook dezorg gestalte voor alle Kerken in de wereld,evenals de aspecten van missie, missionaire

samenarbeid en medewerking die voor hetbisschopsambt kenmerkend is.

Een speciale vorm van deze samenwer-king met de paus is de Bisschoppensynode,waarin een vruchtbare uitwisseling plaatsvindt van gegevens en suggesties, en waarin het licht van het evangelie en de leer vande Kerk, gemeenschappelijke richtlijnenworden vastgesteld; nadat deze door depaus zijn bekrachtigd, worden ze aan degehele Kerk voorgelegd en geformuleerd totwelzijn van de plaatselijke Kerken. Dit bete-kent voor de Kerk een krachtige ondersteu-ning voor het bewaren van de communiotemidden van de veelheid aan culturen enomstandigheden.

Vrucht en uitdrukking van deze colle-giale eenheid is dat bisschoppen uit alledelen van de katholieke wereld samenwer-ken binnen de organen van de Heilige Stoel,met name in de dicasteriën van de Romein-se Curie, en in verschillende commissieswaar zij als herders van particuliere Kerkeneen effectieve bijdrage kunnen leveren.

De Ad Limina-bezoeken en de relaties metde Heilige Stoel

70. Een belangrijke uiting van de commu-nio met de paus en de organen van de Heili-ge Stoel zijn de Ad Limina-bezoeken. Daar-bij wordt de eucharistie gevierd engezamenlijk gebeden, en zijn er persoonlijkeontmoetingen van de bisschoppen met depaus en zijn medewerkers. Zij geven gele-genheid tot evaluatie, waarbij de toestand,zorgen, verwachtingen, vreugden en kwes-ties in het zichtbare centrum van de com-munio worden binnengebracht, om dekatholiciteit te verrijken en als een bijzon-dere ervaring van de eenheid.

Naar aanleiding van dergelijke bezoekenkonden de laatste tijd de herders met elkaaren met hun naaste diocesane medewerkersen enkele groepen van gelovigen enige tijd

Kerkelijke documentatie 2001 • 23236

95. EcclesiaeImago, 210; vgl.Apostolos suos, 5.

96. Apostolos suos,20.

Page 35: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

in gezamenlijk gebed doorbrengen; daar-mee werd de echte en waarachtige betekenisvan de bezoeken van bisschoppen van par-ticuliere Kerken ‘ad limina apostolorum’onderstreept.92

In hun antwoorden op de Lineamentahebben vele bisschoppen de wens uitge-sproken dat, als manifestatie van een eccle-siologie van communio, de betrekkingentussen de opvolger van Petrus en diocesanebisschoppen die lopen langs de departemen-ten van de Heilige Stoel en de pauselijkevertegenwoordigers, sterker gekenmerktzouden worden door het criterium vansamenwerking en broederlijke hoogachtingmet eerbiediging van ieders bevoegdheden.

Bisschoppenconferenties

71. De bisschoppen beleven hun communiomet andere bisschoppen door het beoefenenvan bisschoppelijke collegialiteit. Sinds dechristelijke oudheid is in de viering vanoecumenische concilies, en ook van plenairedan wel van provinciale, particuliere conci-lies bijzonder duidelijk gebleken hoe reëelde communio is. Ook thans zijn dergelijkeconcilies nog steeds nuttig terwijl tegelijker-tijd het belang van de Bisschoppenconfe-renties toeneemt.

De Bisschoppenconferenties zijn in devorige eeuw ontstaan, werden in het decreetvan het Tweede Vaticaans Concilie ChristusDominus bijzonder warm ontvangen, enkregen in het CIC nauwkeurig omschrevenregels.93 Ingevolge de aanbeveling van deBuitengewone Synode van 1985, waaringevraagd werd om een studie naar het theo-logisch en juridisch karakter van Bisschop-penconferenties, heeft paus Johannes Pau-lus II onlangs de motu proprio Apostolossuos gepubliceerd waarin dit helder wordtbehandeld.94

In het pastoraal Directorium EcclesiaeImago wordt het karakter van de Bisschop-

penconferentie als volgt beschreven: “deBisschoppenconferentie is ingesteld om indeze tijd een veelzijdige en vruchtbare bij-drage te leveren aan het concreet belevenvan de collegialiteit. Op uitstekende wijzewordt dankzij de Bisschoppenconferentiesde geest van verbondenheid met de univer-sele Kerk en tussen de verschillende particu-liere Kerken onderling gestimuleerd.”95

72. Terwijl iedere bisschop voor zich allegezag heeft in zijn particuliere Kerk “oefe-nen de bisschoppen gezamenlijk hun bis-schopsambt uit ten bate van de gelovigenuit het territorium van de Conferentie; maarom wettig te zijn en bindend voor de ver-schillende bisschoppen, is voor deze uitoe-fening de tussenkomst nodig van het hoog-ste gezag van de Kerk, dat bij algemene wetof bijzondere opdrachten bepaalde kwestiesaan de beslissing van de Bisschoppenconfe-rentie toevertrouwt”.96

“Het gezamenlijk uitoefenen van hetbisschopsambt heeft ook betrekking op hetleerambt.”97 De in de Bisschoppenconferen-tie verzamelde bisschoppen dienen er vooralvoor te zorgen het magisterium van de uni-versele Kerk aan het hun toevertrouwdevolk bekend te maken.98 Opdat de uitsprakenvan de Bisschoppenconferentie de gelovi-gen verplichten zich met religieuze eerbiederaan te houden, moeten ze eenstemmig ofmet een gekwalificeerde meerderheid zijngoedgekeurd om de recognitio te verkrijgenvan de Apostolische Stoel.99

De Oosterse Kerken met een patriarch ofgroot-aartsbisschop hebben hun eigeninstellingen met een synodaal karakter,zoals de Patriarchale Synode100 en dePatriarchale Vergadering met hun eigenwetten. Het CCEO zelf voorziet in Vergaderin-gen van de hiërarchie der verschillende Ker-ken sui iuris.101

Er bestaan ook organismen zoals Inter-nationale Bijeenkomsten van Bisschoppen-

233 • 2001 Kerkelijke documentatie 37

97. A.w., 21.

98. Vgl. t.a.p.

99. Vgl. a.w., 22.

100. Vgl. CCEO, can.110 en 152.

101. Vgl. a.w., can.322.

102. Vgl. Apostolossuos, 5, noot 32.

103. Vgl. Lumengentium, 22-23 metnoten.

104. Vgl. TweedeVaticaans Concilie,Decreet over deOosterse katholiekeKerken OrientaliumEcclesiarum, 9;CCEO, can. 55-56.

105. Vgl. CCEO, can.151-152.

106. Vgl. CIC, can.336; 337; 339.

107. Vgl. Congre-gatie voor de Bis-schoppen, NormaeIn vita Ecclesiaeover bisschoppendie het ambt neer-leggen (31 oktober1988); PauselijkeRaad voor de Inter-pretatie van Wet-steksten, Antwoord(3 december 1991),in: AAS 83 (1991),1093.

108. Vgl. Lumengentium, 23.

109. Cyprianus,

Page 36: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

conferenties op continentaal of regionaalvlak, die weliswaar niet de bevoegdhedenbezitten van de Bisschoppenconferenties ineigenlijke zin volgens de normen van hetkerkelijk recht, maar toch, omdat ze dichtbijelkaar liggen, nuttige instrumenten zijnwaardoor de samenwerking onder bisschop-pen bevorderd wordt ten bate van het alge-meen belang.102

Affectieve en effectieve communio

73. De relaties die tot stand komen tussende bisschoppen zowel in het kader van depatriarchale synodes van de Oosterse Ker-ken als door middel van de Bisschoppen-conferenties of andere vormen van samen-werking en communio – ieder met eigentheologisch en juridisch karakter – mogenniet alleen maar beschouwd worden alsmiddel om interne en externe kwesties opbureaucratische wijze te bespreken. In degeest van de communio onder de herdersvan de Kerken en in affectus collegialis,namelijk krachtens het sacramenteel delenin de zorg voor het gehele volk van God,moeten deze relaties veeleer een werkelijkgeestelijk gebeuren zijn, waarbij de commu-nio affectief en effectief beleefd wordt.

Wanneer bisschoppen vergaderen moetdit gebeuren met de bereidheid om naarelkaar te luisteren, omdat men tezamen deverantwoordelijkheid en zorg heeft voor degehele Kerk. Het zijn momenten van herder-lijke verantwoordelijkheid, evangelischbroederschap, gezamenlijke behandelingvan problemen, ware kerkelijke en geestelij-ke onderscheiding; momenten waarop debisschoppen over de kwesties van onze tijdhet licht van de wijsheid van het evangelielaten schijnen en daarbij elkaar terzijdestaan. Ze stellen zich open voor de genadevan God die aanwezig is temidden van allendie in Zijn Naam verenigd zijn (vgl. Mt18,20) en voor de bijstand van de heilige

Geest die de Kerk leidt.

74. Deze onderlinge hulp van de bisschop-pen, met name van de kant van de Metropo-lieten, kan en moet in moeilijke momentenworden tot bemoediging, steun bij beoorde-ling van situaties, wederzijdse raad, en somsbroederlijke terechtwijzing overeenkomstighet evangelie.

Sommigen zouden graag zien dat,krachtens de broederlijke verbondenheid inde genade van het episcopaat en in de een-heid van de Kerk, tussen grote en kleinerediocesen onderlinge betrekkingen zoudenontstaan om aangepaste hulp te bieden,zoals door werkers in de pastoraal uit tewisselen, en door economische middelen ensubsidies, maar ook door het opzetten vangemeenschappelijke organisaties en bureauswanneer de diocesen dicht bij elkaar liggen.Als teken van zorg voor de universele Kerkverdient het ook aanmoediging dat dioceseneen speciale band aangaan met diocesenover de gehele wereld, met name met dejonge Kerken en met de meest noodlijdendeKerken.

In de reacties op de Lineamenta wordtgevraagd om verduidelijking van de onder-linge verhoudingen, wanneer om verschil-lende redenen, en met name vanwege deverscheidenheid van Kerken sui iuris of hetbestaan van een persoonlijke prelatuur ofeen militair ordinariaat, verschillende bis-schoppen zetelen op hetzelfde territoriumen leiding geven aan hun respectievelijkegelovigen. Er dienen nauwkeurige criteria teworden vastgesteld ter bevordering van hetgetuigenis van de eenheid.

Kerkelijke documentatie 2001 • 23438

Epistola 69, 8, in:PL 4, 418-419:“Unde scire debes

Page 37: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

II Bepaalde problemen

Het bisschopsambt in zijn verschillende vor-men

75. In sommige reacties op de Lineamentaworden vragen aangesneden die bijzondereaandacht verdienen opdat in het licht vande ervaring uit de laatste jaren taak, rechtenen plichten van de afzonderlijke bisschop-pen, met eerbiediging van hun eigen gaven,worden verduidelijkt.

De eerste vraag heeft betrekking op deverscheidenheid in het bisschopsambt, zoalsdit zich in de loop van de geschiedenis ende tradities van de Kerk heeft ontwikkeld.

In de Kerk bestaat het ambt van de bis-schop die gekozen en gewijd is ten dienstevan een particuliere Kerk. Aan de bisschopvan Rome heeft de Heer een speciale rol toe-gekend. De Kerk in Rome bekleedt het voor-zitterschap over de liefde, heeft een bijzon-dere voorrang, en, vanwege de specialeband met de apostel Petrus, is de bisschopvan Rome Hoofd en Herder van de univer-sele Kerk.103 Bezield door de Geest van deGoede Herder weidt hij de gehele kudde vanChristus en bevestigt zijn broeders in dewaarheid, is tot teken van communio eneenheid tegenover alle andere christelijkeKerken en belijdenissen, alle andere gods-diensten en de gehele samenleving.

Een bijzonder ambt bekleden, volgensde oudste kerkelijke overlevering, de bis-schoppen die de titel van Patriarch bezittenen de katholieke Oosterse Kerken leiden.Aan de Patriarch komt een bijzondere eertoe omdat hij vader en leider is van zijnpatriarchale Kerk.104 In de katholieke Ooster-se Kerken zijn ook groot-aartsbisschoppendie metropoliet zijn op een bepaalde, doorhet hoogste gezag van de Kerk erkendezetel, en die de leiding hebben over eengehele Oosterse Kerk sui iuris maar die geenpatriarchale titel hebben.105

Aartsbisschoppen en bisschoppen van dio-cesen of eparchiën zijn de herders van hunparticuliere Kerken

Naast de aartsbisschoppen en bisschoppendie aan het hoofd staan van een particuliereKerk, zijn er andere aartsbisschoppen enbisschoppen die, bekleed met de bisschop-pelijke waardigheid en genade, in dienststaan van de gehele Kerk en een bijzondereband hebben met het Petrusambt bij hetbestuur van de Kerk; onder hen zijn sommi-gen tot het kardinalaat verheven, ook alhebben zij geen eigen zetel. Andere aarts-bisschoppen en bisschoppen werken samenmet de paus in de zorg voor de gehele Kerken staan in dienst van de Heilige Stoel,waarbij zij een taak hebben binnen deRomeinse Curie of in de Nuntiaturen enApostolische Delegaties.

Genoemd moeten ook worden de metro-politaan bisschoppen van de Oosterse Ker-ken aan wie binnen het territorium van eenpatriarchale Kerk een provincie is toever-trouwd, volgens de normen van hun eigenrecht. Ook in de Latijnse Kerk zijn metropo-lieten die de leiding hebben over een kerk-provincie en beschikken over eigen rechtenen plichten in overeenstemming met de wet.

Diocesane en eparchiale hulp- en wij-bisschoppen zijn in dienst van hun eigendiocees of eparchie, en staan de bisschopvan het diocees of de eparchie bij wanneerde omstandigheden dit vragen, volgens deeigen rechtsnormen.

Gezien vanuit theologisch standpunt envanuit het institutioneel karakter van deKerk maakt deze eenvoudige opsomming degrote verscheidenheid duidelijk van het bis-schopsambt in de universele en particuliereKerk.

Emeriti-bisschoppen

76. Tegenwoordig is er een aanzienlijk aan-

235 • 2001 Kerkelijke documentatie 39

Episcopum inEcclesia esse etEcclesiam in Epis-copo, et si quis cumEpiscopo non sit, inEcclesiam nonesse.”

110. Vgl. Lumengentium, 9-13.

111. EcclesiaeImago, 14.

112. Vgl. Lumen

Page 38: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

tal bisschoppen die om door het recht voor-ziene redenen van hun herderlijk ambt zijnontheven. Verschillende malen werd devraag gesteld naar hun grotere betrokken-heid bij het leven van de Kerk.

Emeriti-bisschoppen zijn blijvend lidvan het Bisschoppencollege en behoudenhet recht en de plicht om deel te nemen aande handelingen van het College op de doorhet recht voorziene wijze.106

Gezien hun pastorale ervaring wordenzij bovendien over kwesties van algemeneaard geraadpleegd. En om op de hoogte teblijven van de belangrijkste kwesties ont-vangen zij op voorhand de documenten vande Heilige Stoel, het mededelingenblad vande diocesane bisschop en eventuele anderedocumenten. Op grond van hun deskundig-heid op bepaald gebied kunnen ze benoemdworden tot toegevoegd lid en consultor vande departementen van de Romeinse Curie;in door de statuten van de Bisschoppencon-ferenties voorziene gevallen kunnen zegekozen worden voor de Bisschoppensyno-de. In gevallen dat de statuten niet voorzienin hun noodzakelijke aanwezigheid metstemrecht kunnen ze deelnemen aanbepaalde vergaderingen of studiecommis-sies.107

In de reacties op de Lineamenta werdgevraagd om getrouwe toepassing van debepalingen van de wet aangaande de emeri-ti-bisschoppen.

Ook werd gevraagd, aan de emeriti-bis-schoppen een passende financiële onder-steuning toe te kennen, en voor hen te zoe-ken naar mogelijkheden om isolement tevermijden en vitaal deel te nemen aan hetkerkelijke leven.

Er dient voldoende aandacht te wordenbesteed aan de noodzakelijke zorg voorbejaarde of zieke bisschoppen. In de Kerk entemidden van de gelovigen zijn dezen ookeen voorbeeld van liefde voor Christus envan het geven van hun leven in hun ambt,

gebed en lijden.Tenslotte: het advies van mede-bis-

schoppen kan een grote steun en verlichtingbetekenen, wanneer het moment is gekomenom zich terug te trekken. De wijsheid, hetbegrip en de bemoediging van de anderebisschoppen kunnen de noodzakelijke hulpverschaffen, zodat bij deze op menselijk engeestelijk vlak moeilijke overgang, debeslissingen met betrekking tot hun toe-komst in alle innerlijke vrede en in vertrou-wen op de goddelijke voorzienigheid geno-men kunnen worden.

Keuze en vorming van de bisschoppen

77. Sommige reacties op de Lineamentaraken de kwestie aan van de raadpleging dieaan de keuze van de bisschop voorafgaatom daardoor te komen tot de keuze van dekandidaat die het meest geschikt is voor dehem toe te vertrouwen zending.

Op grond van de bijzondere verant-woordelijkheden van de bisschop wordtsteeds meer de noodzaak gevoeld om voorde pas benoemde bisschoppen speciale ini-tiatieven te ontwikkelen. In de laatste jarenzijn initiatieven genomen om hen in staat testellen zich op het gebied van theologie,pastoraal, kerkelijk recht, spiritualiteit enbestuur goed op de eisen van hun ambtvoor te bereiden.

Door middel van programma’s voorvoortgezette vorming wordt bevorderd datde bisschop op leerstellig, pastoraal en spiri-tueel gebied naar behoren op de hoogteblijft. Deze programma’s versterken de com-munio onder de collega-bisschoppen en hetgoed functioneren van de pastoraal in huneigen diocees.

Wanneer ze staan voor beslissingen vaniedere dag of van groot belang, wordt vande bisschoppen gevraagd om tijdens hunwerk voldoende tijd te besteden aan over-weging en beschouwing, met name als

Kerkelijke documentatie 2001 • 23640

gentium, 23.

113. ChristusDominus, 11; vgl.CIC, can. 368.; CCEO,can. 177.

114. Vgl. Lumengentium, 26.

115. Vgl. Sacro-sanctum Concilium,10.

116. Paulus VI,apostolischeExhortatie Evange-lii nuntiandi (8

Page 39: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

moeilijke kwesties om een oplossing vragen,en de herder in zijn zorgen een gebedspauzenodig heeft om in de stilte van het hart teluisteren naar de Geest.

Hoofdstuk IV De bisschop indienst van zijn Kerk

Het bijbels beeld van de voetwassing:Joh 13,1-16

78. Op het hoogtepunt van zijn leven opaarde, toen Jezus zag dat het uur gekomenwas om van dit leven over te gaan naar deVader door zichzelf voor ons heil te offeren,toonde Hij zich aan zijn leerlingen als dedienaar van allen.

Met de voetwassing heeft Jezus eenbeeld nagelaten van de liefde die dienstbaaris tot het geven van eigen leven toe, alsvoorbeeld voor de ware volgelingen van hetevangelie. Navolging van Christus vraagtzijn gedrag te volgen. “Ik heb jullie hetvoorbeeld gegeven: je moet doen zoals Ikvoor jullie heb gedaan” (Joh 13,15). Ditgebaar van nederige dienstbaarheid datiedere bisschop op Witte Donderdag onderde viering van het avondmaal van de Heerelk jaar als rite moet herhalen, is verbondenmet de dienst van de liefde, met het nieuwegebod van de onderlinge liefde (vgl. Joh13,34-35); het is een teken dat zijn voltooi-ing vindt in de eucharistie en in de offer-dood op het kruis. Dienst, liefde, eucharistie,kruis en verrijzenis zijn nauw met elkaarverbonden in het leven van Jezus, in zijnonderricht, in zijn voorbeeld voor zijn Kerk,en in de gedachtenis aan Hem die zij viert.

In het licht van dit beeld van Johanneswordt het ambt van de bisschop in zijn par-ticuliere Kerk gezien als een liefdesdienst,en zijn gestalte als die van Christus, de die-naar van zijn broeders. Het is met deze

gevoelens dat Jezus dit gebaar heeft gesteld,als een teken van hoop ook, daar Hij wistdat de Vader alles aan Hem in handen hadgegeven, dat Hij van de Vader was uitge-gaan en erheen terugkeerde, in de vaste ver-wachting zijn leerlingen na Pasen te zullenterugzien (vgl. Joh 13,3). Zo zal de bisschopin de eenvoud van zijn dienst ook door hetwoord de hoop verkondigen, haar vieren inde sacramenten en tot realiteit makentemidden van zijn volk en zijn gelovigen,door zich als eenvoudig mens te buigenover alle noden van de gelovigen, in het bij-zonder van de allerarmsten onder hen.

I De bisschop in zijn particuliere Kerk

De particuliere Kerk

79. De bijzondere taak van het bisschoppe-lijk dienstwerk krijgt een concrete betekenisin de particuliere Kerk waarvoor de diocesa-ne bisschop gekozen en gewijd is. Hetdienstwerk van de bisschop moet verstaanworden als een dienst aan de particuliereKerken over de gehele wereld, waarin enwaardoor (in quibus et ex quibus) de éne enenige katholieke Kerk bestaat.108

De wederzijdse relatie tussen identiteiten vertegenwoordiging die de bisschop cen-traal stelt in de particuliere Kerk, wordt dui-delijk in de van Cyprianus overgeleverdewoorden: “U moet weten dat de bisschop inde Kerk is en de Kerk in de bisschop, en datwie niet met de bisschop is, niet in de Kerkis.”109 Zo heeft het dienstwerk van de bis-schop betrekking op zijn Kerk in haargeheel, waarvan hij zelf deel uitmaakt, endie een reeks elementen vertegenwoordigtvan de communio en de eenheid van deuniversele Kerk. Van de andere kant kanmen niet denken aan een particuliere Kerkzonder te verwijzen naar haar herder. Departiculiere Kerk kan verstaan worden van-

237 • 2001 Kerkelijke documentatie 41

december 1975),62.

117. Communionisnotio, 8.

118. A.w., 10.

119. Vgl. t.a.p.

120. Vgl. Lumengentium, 9, 13.

121. Vgl. Commu-nionis notio, 9.

Page 40: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

uit de drievoudige opdracht van de bis-schop: te heiligen, te onderrichten en te lei-den, hetgeen rechtstreeks overeenkomt metde profetische, priesterlijke en koninklijkedimensie van het volk van God.110

Vandaar dat het Directorium EcclesiaeImago er reeds op wees dat “de bisschop inzich de hoedanigheden dient te verenigenvan broeder en vader, van volgeling vanChristus en leermeester van het geloof, vanzoon van de Kerk en in zekere zin van vadervan de Kerk, omdat hij de bovennatuurlijkegeboorte van de christenen tot standbrengt”.111

Een mysterie dat samenkomt in de met zijnvolk verenigde bisschop

80. In de met zijn volk verenigde bisschopkomen de kenmerken van de kerkelijkecommunio samen. In hem wordt de trinitai-re communio zichtbaar, want hij wordt hetteken van de ‘Vader’; hij is de tegenwoor-digheid van Christus, ‘hoofd, bruidegom endienaar’; hij is ‘uitdeler’ van de genade enman van de heilige Geest. De bisschop beli-chaamt de apostolische communio waardoorhij de getuige wordt van de levende overle-vering van het evangelie die verbonden ismet de opvolging van de apostelen. In zijnpersoon is de hiërarchische communiowerkzaam die hem verbindt met het petri-nisch charisma zoals de apostelen in Jeru-zalem met Petrus verbonden waren.

De eenheid van de particuliere Kerkwordt concreet in de genade van zijn ambtals leermeester, priester en herder; hij isvoor haar het verbindingspunt tussen depriesters en de verschillende parochies enplaatselijke verenigingen, die ‘rechtsgeldig’worden omdat ze in communio zijn methem. Hij bevordert ook de communio vancharisma’s en diensten van de andere chris-tengelovigen, zowel van de godgewijden alsvan de leken, die in hem het beginsel vin-

den van eenheid en missionaire kracht.Ook de wederkerige relatie tussen de

universele Kerk en de particuliere Kerkenwordt zichtbaar in de persoon van de bis-schop. Deze particuliere Kerken hebben welonderlinge banden, maar zijn delen van hetvolk van God en portiones Ecclesiae112 in deéne, heilige, katholieke en apostolische Kerkdie reeds vóór hen bestaat en die in hengestalte krijgt in de vorm van historisch-,territoriaal- en cultureelbepaalde gemeen-schappen.

Woord, eucharistie, gemeenschap

81. In het Decreet over het herderlijk ambtvan de bisschoppen in de Kerk ChristusDominus wordt het beeld van de particuliereKerk in theologische termen die uitdrukke-lijk op het diocees slaan, geschilderd: “Eenbisdom is een deel van het volk van God dattoevertrouwd is aan de herderlijke zorg vaneen bisschop en van diens priesterlijkemedewerkers. In gemeenschap met zijn her-der, die het bisdom door evangelie-verkon-diging en door viering van de eucharistie inde heilige Geest samenbrengt, vormt het eenplaatselijke Kerk waarin de ene, heilige,katholieke en apostolische Kerk van Chris-tus waarlijk aanwezig is en zich uitwerkt.”113

De elementen waaruit de particuliereKerk rond de bisschop is samengesteld, kun-nen worden samengevat met de volgende,aan de ecclesiologie van het Nieuwe Testa-ment ontleende, grondbegrippen.114

a. De prediking van het evangelie, alstegenwoordigstelling van Christus en zijnWoord. Dat Woord schept de Kerk. Vóóralles dankt de Kerk haar bestaan aan hetWoord; zij is ‘creatura Verbi’ onder delevenwekkende adem van de Geest. Doormiddel van het evangeliewoord wordt deKerk immers ‘ecclesia’, gemeenschap van debijeengeroepenen; ze wordt gevormd enkrijgt gestalte door het verkondigde Woord

Kerkelijke documentatie 2001 • 23842

122. Vgl. Lumengentium, 28.

123. Pastores dabovobis, 31.

124. Communionisnotio, 16.

125. Vgl. Presbyte-rorum ordinis, 10;Pastores dabovobis, 32; JohannesPaulus II, EncycliekRedemptoris missio(7 december 1990),

Page 41: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

dat in geloof wordt aanvaard en voortdu-rend gepredikt zoals de Handelingen van deApostelen ons leren (vgl. Hnd 2,4). Vandaardat de verkondiging van het Woord, deevangelisering en catechese, in de levend-makende kracht van de Geest tot het wezenvan de Kerk behoren.b. Het geheim van het avondmaal desHeren of de eucharistie, dat de Kerkopbouwt. Christus is immers Hoofd en Brui-degom van de Kerk; en het is de eucharistie,de sacramentele gedachtenis van de dooden verrijzenis van de verheerlijkte Christusdie de Kerk één, heilig, katholiek en apos-tolisch maakt.c. Deze synaxis, die ook gerealiseerd wordtin “kleine, arme en verstrooide gemeen-schappen”, vooronderstelt en verwekt hetgoddelijk leven: liefde, hoop en naastenlief-de, dat wil zeggen het christelijk bestaan datin de band tussen de christengelovigenonderling en in hun zending tot uitdrukkingkomt. De eucharistie is de bron en het hoog-tepunt van het leven van de Kerk.115

In deze drie tekenen worden de funda-mentele kenmerken van wat een christen is,duidelijk. In haar zichtbare band met deonzichtbare Heer en met zijn Geest, ont-vangt de Kerk het Woord van het evangelie,viert zij het geheim van het avondmaal desHeren en leeft zij in de liefde door eenzelfdegeloof en hoop.

Eén, heilig, katholiek en apostolisch

82. De particuliere Kerk bergt in zich deveelomvattende realiteit van de Kerk alsvolk van God, waarin alle gedoopten delendoor hun plichten op allerlei gebied als eenpriesterlijk, profetisch en koninklijk volk inheel de verscheidenheid van gewijde amb-ten en charisma’s.

Het is een volk dat getekend is door degenade van de sacramenten en dat in Chris-tus en in de Geest tot Kerk is gemaakt tot

eer van de Vader. Maar het is ook een volkop weg, dat hier en nu geworteld staat ineen land, een geschiedenis, een cultuur.

De particuliere Kerk moet zich voortdu-rend toetsen aan de rijkdom van de univer-sele Kerk die zij zelf concretiseert, tegen-woordig stelt en activeert. Ze is de lokale,particuliere Kerk, maar opgenomen in heteschatologisch plan dat omvat: eenheid ingoddelijk leven, ambtswerk, sacramenten,leven en zending, verbondenheid met Pe-trus; heiligheid in de rijkdom van het door-leefde evangelie en in de rijke en gerijpteervaring van de gaven van de heilige Geest;katholiciteit, als hartelijke gemeenschap metallen, openstaande voor de universaliteitvan de Kerk en haar veelvoudige rijkdom-men die door onderlinge uitwisseling geïn-tegreerd kunnen worden; apostoliciteitkrachtens de van de apostelen komendeoverlevering van geloof en sacramenteelleven, met de kracht van de opdracht om tothet einde der tijden uit te gaan tot aan deuiteinden van de aarde.

Een Kerk met een menselijk gelaat

83. De Kerk, waarin het goddelijke en hetmenselijke samenkomen, is gefundeerd opde Drie-eenheid, maar als akker en wijn-gaard van God heeft zij haar wortels ook opaarde. Als volk op weg leeft zij op eenbepaalde plaats, heeft zij een geschiedenis,een heden en een toekomst. Een particuliereKerk heeft haar eigen tradities, soms ook ophet gebied van de liturgie, en draagt de spo-ren van de heilsgeschiedenis in verleden enheden, waaruit ze leeft en de toekomst tege-moet gaat.

Deze aardse werkelijkheid van de parti-culiere Kerk, die hier en nu leeft, behoortnaar waarde geschat te worden zodat men,met het oog op de evangelisering en hetgeven van getuigenis, inzicht heeft in haarinnerlijk wezen en handelen, haar sterke en

239 • 2001 Kerkelijke documentatie 43

67.

126. Vgl. Lumengentium, 28.

Page 42: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

zwakke kanten, haar noden. Als particuliereKerk is zij er zich van bewust de communiote zijn van de heilsgoederen, een communiovan heiligen in de hemel en op aarde, datwil zeggen de ware en grote ‘communiosanctorum’.

Bovendien is de Kerk een gemeenschapvan personen, waar ieder een eigen gelaatheeft en de eigen individualiteit behoudt. Degezichten wijzen op het concrete leven vande mensen, mannen en vrouwen van iedereleeftijd en levensstaat.

In deze ‘Kerk van gezichten’ kan meneen reële boodschap lezen, een sterk verlan-gen naar persoonlijke uitstraling, evangeli-sering, getuigenis, een bereidheid totgesprek, een vragen om waarachtigheid.Wanneer men aan de particuliere Kerkdenkt moet men steeds de concrete gezich-ten voor ogen houden, want daarin weer-spiegelt zich het levende beeld van Christus.Paulus VI heeft erop gewezen dat de “uni-versele Kerk belichaamd wordt in de afzon-derlijke particuliere Kerken die op hun beurtweer uit dit of dat deel van het menselijkgeslacht bestaan; die deze of die taalgebruiken; die een bepaalde ontwikkelingen leer, een bepaalde wereldbeschouwing,een bepaalde geschiedbeschouwing, doorerving een bepaalde menselijke grondslagbezitten en daarmee verbonden zijn”.116

Inderdaad, iedere particuliere Kerk heeftop het menselijk en geografisch vlak eenheel eigen aanzien, dat ook bepalend is vooreen eigen aanpak van de pastoraal. Sommi-ge diocesen zijn geconcentreerd in dichtbe-volkte moderne steden, andere omvattenuitgestrekte gebieden die voor de herdermoeilijk te bereiken zijn.

Universele Kerk, particuliere Kerk

84. Het document van de Congregatie voorde Geloofsleer, getiteld Communionis notio,dat bepaalde belangrijke punten en beper-

kingen van de communio-ecclesiologie ende eucharistische ecclesiologie wil verdui-delijken, heeft – terecht – vanuit authentiekkatholiek perspectief bepaalde aspectennader willen aanduiden van wat de particu-liere Kerk naar haar wezen is en welkebeperkingen ze kent.

Zo waarschuwt het document bijvoor-beeld tegen een opvatting over de particu-liere Kerk waarbij de communio van deafzonderlijke Kerken zó wordt voorgestelddat het begrip van de eenheid der Kerk ophet zichtbare en institutionele vlak erdoorverzwakt wordt. In het document lezen wij:“zo wordt gesteld dat iedere particuliereKerk een zelfstandige eenheid is en dat deuniversele Kerk het resultaat is van dewederzijdse erkenning door de particuliereKerken. Dit ecclesiologisch unilateralisme,dat niet alleen een verarming betekent vanhet begrip universele Kerk maar ook van hetbegrip particuliere Kerk, verraadt een tebeperkt verstaan van het begrip commu-nio.”117

Juist om geen gevaar te betekenen voorde communio in haar aspect van universali-teit stelt ditzelfde document: in de Kerk isniemand een vreemde. Elke gelovige is,zeker tijdens de viering van de eucharistie,thuis in zijn eigen Kerk, in de Kerk vanChristus.”118 Ongeacht of hij al of niet tot hetbisdom, de parochie of een andere bijzonde-re gemeenschap behoort, moet iedere gelo-vige zich thuis voelen in de Kerk waar deeucharistie wordt gevierd. Want terwijl hijbehoort tot de particuliere Kerk waarin hijgedoopt is, waarbinnen hij leeft en deel-neemt aan het leven van Christus, behoorthij hoe dan ook in zekere zin tot alle parti-culiere Kerken.119

Dit geheim van de onlosmakelijke een-heid van de particuliere en de universeleKerk maakt deel uit van het bisschoppelijkdienstwerk.

Kerkelijke documentatie 2001 • 24044

127. Vgl. t.a.p.

128. Vgl. a.w., 7;CIC, can. 495.

129. Vgl. Lumengentium, 29.

130. Vgl. a.w., 29,41.

131. Vgl. Pastoresdabo vobis, 65.

Page 43: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

85. In dit deel van het volk van God beleefteen tot de éne familie van God behorendegemeenschap volledig haar betrokkenheidop het Rijk van Christus, waarin alle rijk-dommen van de katholiciteit geïntegreerdzijn120 zoals die voorafgebeeld werden in deKerk van Pinksteren.121

De relatie met de Kerk van Jeruzalemheeft tot gevolg dat er een bijzondere bandis met Petrus, hoofd van de Oerkerk. Doordeze band wordt door middel van de apost-olische opvolging van de bisschoppen hetapostolisch karakter van iedere plaatselijkeKerk gewaarborgd. De communio in de éneKerk en in de afzonderlijke Kerken veron-derstelt ook de eenheid van het charismavan Petrus, en dus de communio met alleandere Kerken in de gehele wereld.

In dit plan van universele eenheid enindividuele eigenheid ontvouwt zich eensoort trinitair plan dat het eigen bestaanvan iedere Kerk binnen de katholieke Kerken de wederzijdse betrekkingen daartussenbezegelt en vorm geeft. Het is dus nietonbetekenend welke vorm iedere Kerk ophet maatschappelijk, cultureel, geografischen historisch vlak heeft. In de over dewereld verspreide plaatselijke Kerken, zoalsze zijn, brengt de universele Kerk het mys-terie tot stand van de eenheid, en verzoe-ning van allen in Christus. De bisschop iswaarborg en teken van de communio vanalle leden van de particuliere Kerk.

II Communio en missio in de particu-liere Kerk

Communio met het presbyterium

86. Een noodzakelijke daad van communiois de sacramentele vereniging van het pres-byterium rond zijn bisschop. Volgens deoudste overgeleverde teksten, zoals vanIgnatius van Antiochië, is dit een wezenlijk

element van de particuliere Kerk. Tussenbisschop en priesters bestaat de ‘communiosacramentalis’ in het ambtelijk of hiërar-chisch priesterschap, dat een delen is in heténe priesterschap van Christus, en daardoor,zij het in verschillende mate, aan het énegewijde kerkelijk dienstwerk en de éneapostolische zending.

Overeenkomstig hun deelname aan hetdienstwerk van de bisschop “brengen depriesters het huisgezin van God als eenbroederlijk bezielde gemeenschap bijeen”.122

In de lijn van het Tweede VaticaansConcilie heeft paus Johannes Paulus IIbenadrukt dat het behoren tot een particu-liere Kerk de basis is van een rijke theologieen spiritualiteit: “De priester moet beseffendat zijn ‘staan in een particuliere Kerk’ opzich een belangrijk element vormt voor despiritualiteit van waaruit hij leeft. De pries-ter vindt juist in zijn toebehoren tot en toe-wijding aan de particuliere Kerk een bronvan zingeving, waaruit hij ook de criteriaput op grond waarvan hij Gods wil onder-kent en tot handelen komt om gestalte tegeven zowel aan zijn herderlijke zending alsaan zijn geestelijk leven.”123

Tot het presbyterium van het dioceesbehoren ook alle priesters uit instituten voorgodgewijd leven en gezelschappen voorapostolisch leven. Ze beleven hun eigencharisma in de eenheid, communio en zen-ding van de particuliere Kerk. Ze dragenaan deze particuliere Kerk bij doordat zedoen delen in hun eigen rijke gaven vanspiritualiteit en apostolaat. Zo kunnen departiculiere Kerken op charismatisch niveauverrijkt worden naar ‘het beeld’ van de uni-versele Kerk waarin sommige, het dioceesoverstijgende instituten verankerd zijn.124

De dimensie van universaliteit is wezen-lijk verbonden met de communio van alleKerken en met het eigen karakter van hetpriesterlijke dienstwerk dat een universeleheilszending heeft.125

241 • 2001 Kerkelijke documentatie 45

132. Vgl. Congre-gatie voor deKatholieke Opvoe-ding en Congrega-tie voor de Clerus,Gezamenlijke ver-klaring over debasisnormen voorde vorming vanpermanent diakens(Diaconatus perma-nens) (22 februari1998); Congregatievoor de KatholiekeOpvoeding, Basi-snormen voor devorming van per-manent diakens(Ratio fundamenta-lis institutionis dia-conorum perma-nentium (InstitutioDiaconorum));

Page 44: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

87. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft deonderlinge relaties tussen de bisschop en depriesters met verschillende beelden enwoorden beschreven. Het heeft de bisschopaangeduid als de ‘vader’ van de priesters;126

naast het geestelijk vaderschap heeft hetook gewezen op de broederlijkheid, devriendschap, de noodzakelijke samenwer-king en beraad. Toch is het waar dat depriester de sacramentele genade ontvangtdoor tussenkomst van de bisschop, en datdeze genade hem wordt geschonken opdathij met de bisschop kan samenwerken aande apostolische opdracht. Deze zelfde gena-de verbindt de priester met de verschillendefuncties van het bisschoppelijk dienstwerk,met name met diens functie van bedienaarvan het evangelie van Jezus Christus voorde hoop van de wereld. Krachtens dezesacramentele en hiërarchische band nemende priesters als onmisbare medewerkers enraadgevers voor een deel de plichten en zor-gen op zich van de bisschop, en stellen hemaanwezig in iedere groep van gelovigen.127

Deze sacramentele en hiërarchischerelatie komt tot uiting in een steeds volge-houden streven naar werkelijke communiovan de bisschop met de leden van zijn pres-byterium, en maakt dat de innerlijke en uit-wendige houding van de bisschop tenopzichte van zijn priesters vastheid vertoonten duidelijk is. Een dergelijke communiokomt tot stand in de Priesterraad, de senaatvan de bisschop. Deze Raad vertegenwoor-digt de geestelijkheid en staat de bisschopbij in het bestuur van het diocees om debelangen van alle gelovigen zo doeltreffendmogelijk te behartigen. De bisschop is ver-plicht deze Raad te raadplegen en gewilligte luisteren naar haar oordeel.128

Speciale zorg voor de priesters

88. De bisschop is een model voor de gehelekudde (vgl. 1Pe 5,3), maar op de allereerste

plaats voor zijn geestelijkheid, waarvoor hijeen voorbeeld moet zijn van gebed, vansensus Ecclesiae, van apostolische ijver, vantoewijding aan herderlijke zorg, van samen-werking met alle gelovigen.

De bisschop heeft vervolgens de eersteverantwoordelijkheid voor de heiliging vanzijn priesters en voor hun voortgezette vor-ming. In het licht van deze geestelijke eisenhandelt de bisschop zo dat hij van het werkvan zijn presbyterium op de meest adequatewijze gebruik maakt. Hij moet er voortdu-rend voor zorgen dat de priesters weten entastbaar ervaren dat ze niet alleen staan ofaan hun lot zijn overgelaten, maar dat zeleden zijn en deel uitmaken van het ‘énepresbyterium’.

Uit de reacties op de Lineamenta komtnaar voren dat de priesters behoefte hebbenaan geestelijk houvast en daarom steunmoeten vinden bij de bisschop. Als vader enherder zorgt deze ervoor, de persoonlijke engezamenlijke betrekkingen met zijn pries-ters te bevorderen, door hen een verant-woordelijke plaats te geven in de Priester-raad of te betrekken bij andere pastorale enspirituele vormingsbijeenkomsten. Iedereonenigheid tussen de bisschop en zijn pres-byterium geeft ergernis aan de gelovigen enondermijnt de geloofwaardigheid van deverkondiging; daarentegen wordt gezags-uitoefening in broederlijkheid een werkelij-ke dienst. Bovendien, als de bisschop eenzeer goede verstandhouding weet op te bou-wen met zijn priesters, leert hij hun talentenkennen en kan zo ieder de taak toevertrou-wen waarvoor hij het meest geschikt is.

De dienst en medewerking van de diakens

89. Aan de communio van de particuliereKerk hebben de diakens deel, zowel zij diediaken zijn gewijd met het oog op de pries-terwijding als de permanente diakens. Zestaan in dienst van de bisschop en van de

Kerkelijke documentatie 2001 • 24246

Congregatie voorde Clerus, Directo-rium voor de diensten het leven vanpermanent diakens(Directorium proministero et vitadiaconorum perma-

Page 45: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

particuliere Kerk door de diaconie van deliturgie, het woord en de liefdewerken.129

Diakens die niet voor de priesterwijdingmaar voor het diakenambt gewijd zijn, zijnvanwege hun plaats in de gewijde Ordenauw verbonden met de bisschop en metzijn presbyterium.130 De bisschop is dan ookde eerst verantwoordelijke om de roepingvan de kandidaten,131 en hun geestelijke,theologische en pastorale vorming te toet-sen. Het is ook de bisschop die, rekeninghoudend met de pastorale noden en methun gezins- en beroepssituatie, aan hen deambtelijke taken toebedeelt. Daarbij zorgthij ervoor dat ze harmonisch worden opge-nomen in het leven van de particuliere Kerk,en dat hun voortgaande vorming en geeste-lijke vooruitgang niet worden verwaar-loosd.132

Seminaries en roepingenpastoraal

90. Omdat de priesters en diakens in de par-ticuliere Kerk van zo wezenlijk belang zijn,heeft de bisschop allereerst te zorgen voorde roepingenpastoraal in het algemeen, enin het bijzonder voor die van de roepingentot priesterschap en diaconaat. Een specialeaandacht heeft hij daarbij voor het semina-rie dat in de kerkelijke traditie vaak deoogappel genoemd wordt van de herder. Alsgemeenschappelijke plaats en omgevingwaar de toekomstige priesters volwassenworden en hun vorming ontvangen is hetseminarie teken van de hoop op de toe-komst waaruit de particuliere Kerk leeft.

Vanwege de schaarste aan roepingen ineen Kerk die niet mag afzien van het vollepriesterambt voor de viering van Woord ensacramenten, met name van de eucharistieen zondenvergeving, moet men het priester-leven durven voorhouden. Daartoe, en ookals speciaal getuigenis van de hoop, moetonder de belangrijkste verplichtingen vande bisschop genoemd worden zijn zorg voor

de roepingen, en zijn directe belangstellingvoor de gehele vorming van de toekomstigepriesters, volgens de richtlijnen van hetmagisterium. Daarvoor is het nodig dat debisschop de kandidaten voor de priester- endiakenwijding persoonlijk kent.

In onze tijd moet weer opnieuw vol ver-trouwen het grote belang van de priester-roeping worden voorgehouden, in samen-werking met gezinnen, parochies,godgewijde personen, kerkelijke bewegin-gen en gemeenschappen. Een particuliereKerk waarin de noodzakelijke relatie met degewijde geestelijkheid ontbreekt, loopt hetgevaar haar identiteit te verliezen. Ondenk-baar is een christengemeenschap die zouafzien van het priesterambt met betrekkingtot onderricht, bestuur en sacramenten, metname die van zondenvergeving, ziekenzal-ving en eucharistie.

Andere ambten

91. De Kerk vervult haar zending niet alleendoor het priesterschap en diaconaat, maarook door ambtelijke diensten en anderetaken en functies. Gezien het grote aantaldaarvan, moet de bisschop zorgen voor ver-schillende ambtelijke diensten zodat de Kerkin staat is tot het verrichten van ieder goedwerk. Deze diensten moeten worden toever-trouwd zowel aan godgewijde personen alsaan lekengelovigen krachtens de gemeen-schappelijke roeping en zending die voort-vloeien uit de sacramenten van doopsel envormsel en de eigen talenten die ieder metvreugde in dienst van het evangelie stelt.

Hieruit volgt een drievoudige ambtelijkedienst in de Kerk, die verbonden is met dedrievoudige waardigheid van de gedooptenin het volk van God: uit de functie van pro-feet komt de evangelisering en de catechesevoort die gevoed worden door het luisterennaar het Woord; uit de functie van priesterkomen de diensten voort die verbonden zijn

243 • 2001 Kerkelijke documentatie 47

nentium (Diacona-tus originem)).

133. JohannesPaulus II, postsyno-dale apostolischeExhortatie Vitaconsecrata (25maart 1996), 3.

134. Vgl. a.w., 29;Lumen gentium, 44.

135. Vgl. Vita con-secrata, 47.

136. Congregatievoor de Religieuzenen de SeculiereInstituten en Con-gregatie voor deBisschoppen, Richt-lijnen over dewederzijdse betrek-kingen tussen debisschoppen enreligieuzen in deKerk Mutuae rela-tiones (14 mei1978), 9c.

137. Vgl. Vita con-secrata, 84, 88.

138. Vgl. a.w., 48;Ecclesiae Imago,207.

139. Vgl. Vita con-secrata, 48-49.

140. Vgl. Lumengentium, IV; Twee-

Page 46: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

met de viering van de liturgie, en ook degeestelijke eredienst van iedere dag en hetgebed, om zo het leven te maken tot eengave, een aanbidden in geest en waarheid;uit de functie van koning komen alle dienst-werken voort ten behoeve van het konink-rijk van God in de wereld, de structuur vansamenleving, gezin, arbeidsplaats, verbon-den met de concrete vormen van naasten-liefde, sociale actie, gezonde en gedreven‘politieke naastenliefde’.

Wanneer overal communio heerst, is dekracht werkzaam en zichtbaar van de Drie-eenheid die liefde is, en de hoop wordt in deonderlinge communio hernieuwd.

Zorg voor het godgewijde leven

92. In het godgewijde leven manifesteert deKerk zich op heel bijzondere wijze als debruid van het Woord. De postsynodaleapostolische Exhortatie Vita consecrataspreekt over het godgewijde leven als“staande in het hart van de Kerk als eenbeslissend element voor haar zending”.133 Inzijn velerlei vormen en kenmerkende voort-durende zichtbaarheid worden door hetgodgewijde leven de karakteristieke trekkenvan de zuivere, arme en gehoorzame Jezusin zekere zin in deze wereld tegenwoordiggesteld en aangeduid als een absolute eneschatologische waarde. De gehele Kerk isde Drie-eenheid dankbaar om de gave vanhet godgewijde leven. Daaruit blijkt dat hetleven van de Kerk niet beperkt is tot eenhiërarchische structuur, als zou ze alleen uitgewijde bedienaren en lekengelovigenbestaan. Veeleer heeft zij een wijdere, rijkereen meer gedifferentieerde structuur, diedoor Christus zelf is gewild, en waartoe ookhet godgewijde leven behoort.134

Het godgewijde leven komt voort uit deGeest en is een gave die bepalend is voorhet leven en de heiligheid van de Kerk. Hetheeft een noodzakelijke hiërarchische band

met het gewijde ambt, met name met datvan paus en bisschoppen. In de apostolischeExhortatie Vita consecrata heeft JohannesPaulus II erop gewezen dat de verschillendeInstituten van Gewijde Leven en de Socië-teiten van het Apostolisch Leven een spe-ciale band van communio hebben met depaus. Vanwege die band zijn ze universeelvan aard, en hebben zij een wijder bereikdan de grenzen van het diocees.135

In de richtlijnen van Mutuae relationeswordt gesteld dat aan de bisschoppen, ingemeenschap met de paus van Rome, doorhet hoofd Christus de taak is toevertrouwd“voor de religieuze charisma’s zorg te dra-gen. Dit te meer omdat het ongedeelde her-dersambt als zodanig hen tot vervolmakersvan de hele kudde maakt. Vandaar dat debisschoppen wanneer zij het religieuzeleven bevorderen en het overeenkomstig deeigen welomschreven kenmerken inbescherming nemen, een echte pastoraletaak vervullen.”136

In de postsynodale apostolische Exhor-tatie Vita consecrata vindt men de aanspo-ring om de betrekkingen te versterken tus-sen de Bisschoppenconferenties en deHogere Oversten en hun Conferenties, metals doel de rijkdom aan charisma’s te bevor-deren en samen te werken voor het welzijnvan de universele en particuliere Kerk.

De godgewijde personen beleven, waarzij zich ook bevinden, hun roeping voor deuniversele Kerk binnen een bepaalde parti-culiere Kerk; daarin tonen zij tot de Kerk tebehoren, en verrichten zij belangrijke taken.Vanwege het profetisch karakter dat hunleven in de Kerk kenmerkt zijn ze de leven-de verkondiging van het evangelie van dehoop, de welsprekende getuigen van hetprimaat van God in het leven van de chris-ten, van de macht van zijn liefde in debroosheid van het menselijk bestaan.137 Van-daar dat de samenwerking van de godgewij-de mensen met de bisschop van wezenlijk

Kerkelijke documentatie 2001 • 24448

de Vaticaans Con-cilie, Decreet overhet lekenapostolaatApostolicam actuo-sitatem; Christifi-deles laici; Eccle-siae Imago,153-161, 208.

141. Vgl. Gaudiumet spes, 39.

Page 47: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

belang is voor de harmonische ontwikkelingvan de pastoraal in de bisdommen.138

De Kerk is dank verschuldigd aan de tal-rijke bisschoppen die heel de geschiedenisdoor, tot op heden toe, het godgewijde levenzozeer hebben beschouwd als een specialegave van de heilige Geest aan het volk vanGod dat zij zelf religieuze congregaties heb-ben gesticht, waarvan vele nog steedsbestaan en hun werk verrichten in dienstvan de universele Kerk en de particuliereKerken. Bovendien vormt de bisschop diezich erop toelegt de instituten trouw te doenblijven aan hun charisma, een reden tothoop voor de instituten zelf, met name diewelke in moeilijkheden verkeren.139

Leken die zich inzetten en verantwoordelijkweten

93. Het Tweede Vaticaans Concilie, dezevende Gewone Algemene Vergaderingvan de Bisschoppensynode in 1987 en dedaarop volgende apostolische ExhortatieChristifideles laici van Johannes Paulus IIhebben de roeping en zending van de leken-gelovigen in Kerk en wereld uitvoerigbelicht.140 Door de waardigheid van hetdoopsel delen zij in het priesterschap vanChristus en ontvangen zij tegelijk een bij-zondere gave van de heilige Geest, eeneigen plaats binnen het Lichaam van deKerk waardoor zij geroepen worden om inovereenstemming met hun eigen charismate delen in de verlossende zending die deKerk in opdracht van Christus tot aan heteinde der tijden vervult.

De leken oefenen hun eigen verant-woordelijkheid als christen uit op allerleigebieden van leven en gezin, in de politiek,in de wereld van beroep en maatschappij, ineconomie en cultuur, wetenschap en kunst,internationale betrekkingen en media.

Bij al hun vele activiteiten verenigen delekengelovigen hun eigen aanleg en ver-

worven deskundigheid met het helder getui-genis van hun geloof in Jezus Christus. Bijhun betrokkenheid bij de tijdelijke zakenvan deze wereld hebben de leken deopdracht te getuigen van de goddelijkehoop die in hen leeft (vgl. 1Pe 3,15), en mettoeleg te arbeiden in deze wereld, omdat zegedreven worden door de verwachting vaneen “nieuwe aarde”.141 Wegens hun plaats inde wereld zijn ze in staat grote invloed uit teoefenen op de cultuur door daaraan wijderuitzicht te bieden op hoop. Op die wijzebewijzen ze ook een bijzondere dienst zowelaan het evangelie als aan de cultuur zelf,hetgeen temeer noodzakelijk is omdat inonze tijd er nog steeds de scheiding tussenbeide voortduurt. Daarnaast hebben de lek-engelovigen op het gebied van de media,die het denken van de mensen zo sterkbeïnvloeden een bijzondere verantwoorde-lijkheid met name voor de goede versprei-ding van morele waarden.

Om bij kwesties die zich voordoenonjuist optreden of zelfs zwijgen te vermij-den, wordt in de antwoorden op de Linea-menta de bisschoppen aangeraden discus-siegroepen in het leven te roepen waarin deleken met het charisma van hun wereldlijkestaat en deskundigheid aan het woordkomen, om zo de kloof te dichten tussen hetevangelie en de moderne samenleving.

94. Ofschoon de leken vanwege hun roe-ping zich voornamelijk bezighouden metwereldse zaken, mag men niet vergeten datze tot de éne gemeenschap behoren van deKerk, en daarin de meerderheid vormen. Nahet Tweede Vaticaans Concilie heeft de ver-antwoordelijke deelname door vrouwelijkeen mannelijke leken aan het leven vanparochie en diocees nieuwe vormen aange-nomen. Zo hebben zij een plaats in de ver-schillende pastorale Raden, vervullen zij eensteeds grotere rol bij verschillende dienstenzoals bij liturgische en catechetische activi-

245 • 2001 Kerkelijke documentatie 49

142. Vgl. Christifi-deles laici, 26.

143. Vgl. Lumengentium, 28.

144. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche AdhortatieCatechesi tradendae(16 oktober 1979),67.

145. Vgl. CIC, can.515.

146. Vgl. Christifi-deles laici, 27.

147. Vgl. a.w., 48;Ecclesiae Imago,

Page 48: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

teiten, zijn ze betrokken bij het onderrichtin de katholieke leer op scholen, enzovoorts.

Sommige leken zijn ook bereid zich blij-vend en zelfs voorgoed tot het verrichtenvan zulke taken te verplichten. Deze mede-werking van de lekengelovigen is zeer zekervan groot belang om opgewassen te zijntegen de eisen van de ‘nieuwe evangelisa-tie’, met name op plaatsen waar een tekortaan gewijde ambtsdragers is.

Wanneer over de lekengelovigen wordtgesproken moet ook aan een goede vormingworden gedacht. Anderzijds is het duidelijkdat de bisschop, met name op het geestelijkplan, ervoor moet zorgen allen te onder-steunen die op nauwere wijze meewerkenmet de zending van de Kerk.

Bij de vorming van de leken moet spe-ciale aandacht worden besteed aan desociale leer van de Kerk, zodat deze henvoorlicht en bemoedigt als zij overeenkom-stig de dringende eisen van rechtvaardig-heid en algemeen belang aan het werk zijn;zij moeten daaraan hun bijdrage leverendoor middel van de werken en diensten diede samenleving nodig heeft. Daartoe moe-ten als onmisbaar pastoraal instrument dio-cesane instituten voor sociale en politiekevorming worden opgericht.

In de reacties op de Lineamenta is er ookop gewezen dat op leerstellig maar ook opkerkelijk niveau goed gevormde lekenonmisbaar zijn voor het werk van de evan-gelisering. Anders dreigt het gevaar dat deevangeliseringsopdracht van de Kerk inbepaalde gebieden geen doorgang vindt,vooral daar waar een tekort aan priesters tebetreuren valt en leken de taak op zichnemen van hulp-ambtsdragers. In grotegebieden bekleedt de catechist een belang-rijke rol. Een degelijke vorming op leerstel-lig, pastoraal en geestelijk niveau is dusnoodzakelijk, wil men niet alleen competen-te catechisten maar ook goede andere pas-torale assistenten hebben, in staat in het

diocees en de parochies authentieke kerke-lijke activiteiten te ontplooien, ook opgebieden waar het evangelie het zuurdesemmoet worden van de moderne samenleving,een teken van verandering en hoop. Van debisschoppen en priesters wordt gevraagddat zij de leken meer vertrouwen schenken;want dezen hebben vaak het gevoel niet alsvolwassen christenen te worden gewaar-deerd, en ze zouden meer betrokken willenworden bij leven en ondernemingen van hetdiocees, met name op het gebied van deevangelisering.

In dienst van het gezin

95. Even belangrijk is ook de voorbereidingvan jonge mensen op huwelijksleven engezin door in te gaan op wat zij hopen enverwachten, en hen te brengen tot een diepeen oprechte liefde zoals God met huwelijken gezin bedoeld heeft. Doeltreffende mid-delen om een crisis van mogelijke onstand-vastigheid en ontrouw in de huwelijksver-bintenis het hoofd te bieden zijn pastoralezorg en spiritualiteit voor het gezin, aan-dacht voor echtparen die in moeilijkhedenverkeren, de wijze raad van oudere echtpa-ren en de huwelijksvoorbereiding door eenreeks inleidingen te geven over het huwe-lijkssacrament.

Het nauwe contact van de bisschop metechtparen en hun kinderen, met name opbisdomdagen voor het gezin, betekent voorbeide partijen een bemoediging.

De jeugd: een pastorale prioriteit voor detoekomst

96. De bisschoppen hebben speciale aan-dacht voor de jeugd, die de toekomst is vanKerk en mensheid. Iemand die in dienststaat van de hoop op de toekomst moetvanzelfsprekend aan die toekomst bouwensamen met hen aan wie de toekomst is toe-

Kerkelijke documentatie 2001 • 24650

184-188.

148. Vgl. Lumengentium, 12; Vitaconsecrata, 62.

149. Vgl. Lumengentium, 27.

150. A.w., 25; vgl.Ecclesiae Imago,55-65.

151. Vgl. CIC, can.386.

152. Vgl. Gaudiumet spes, 22.

153. Vgl. CIC, can.386, §2.

154. Vgl. Irenaeus,Adversus haereses,IV, 26, 2, in: PG 7,1053-1054.

155. Vgl. EcclesiaeImago, 59-60.

156. Vgl. Congre-

Page 49: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

vertrouwd. Zoals ‘wachters in de nacht’ ziende jonge mensen uit naar de dageraad vaneen nieuwe wereld, bereid om zich in te zet-ten voor leven en handelen van de Kerk,wanneer men aan hen echte verantwoorde-lijkheid en ware christelijke vorming biedt.Aangezien jonge mensen het evangeliebekendmaken aan hun leeftijdsgenoten, dievaak ver afstaan van de Kerk, vormen zijeen aansporing en prikkel voor de herdersdie naar een inwendige vernieuwing van deparochies streven.

Johannes Paulus II heeft met de Wereld-jongerendagen bewezen in de toekomst tegeloven en daarmee een weg van hoopgebaand; zijn voorbeeld kan voor de her-ders een steun zijn wanneer zij de jongemensen een echte, op Christus gefundeerdepastorale zorg willen bieden. Wanneer eenbisschop het geestelijk welzijn van de jeugdin het derde millennium ter harte gaat, isdat voor hem een sterk motief om hun teleren het evangelie aan de komende genera-ties door te geven.

Parochies

97. Als een christelijk netwerk staan in departiculiere Kerken de parochies centraal.Met een duidelijk verwijzing naar de theo-logie en taal van Lumen gentium, beschrijftde postsynodale apostolische ExhortatieChristifideles laici de parochiegemeen-schappen als de aanwezigheid van een par-ticuliere Kerk op een bepaalde plaats. Menkan dan ook zeggen dat het mysterie van deKerk in de parochie aanwezig en werkzaamis, ook al telt ze weinig gelovigen enbeschikt ze over weinig middelen, of als zeals het ware wordt opgeslokt door de dicht-bevolkte en chaotische moderne stadswij-ken, of bijna onvindbaar is temidden van inbergen en dalen wonende mensen, of ver-spreid ligt over zeer uitgestrekte gebieden.142

De parochie moet dus beschouwd wor-

den als het huisgezin van God, een door deGeest bezielde hartelijke gemeenschap,143

een warm en gastvrij thuis.144 Ze is degemeenschap van de gelovigen145 dieomschreven wordt als eucharistischegemeenschap: geloofsgemeenschap, waarinde christengelovigen levende dragers zijnvan charisma’s en dienende functies, enwaar pastoor, priesters en diakens hun werkverrichten. In de parochie wordt door ver-bondenheid met de bisschop de organischeen hiërarchische eenheid met de gehele par-ticuliere Kerk tot uitdrukking gebracht.

Door de menselijke bemiddeling van deleken wordt de gemeenschap geëvangeli-seerd en is ze evangeliserend werkzaam. Deleken brengen de verbinding tot stand tus-sen Kerk en wereld, tussen de mensen die inonderlinge eenheid bijeenkomen en de vol-keren waarheen zij gezonden wordt.

Voor religieuzen, leden van seculiereinstituten en gezelschappen van apostolischleven, de verschillende genootschappen vangelovigen en de kerkelijke bewegingenmoeten er binnen de parochiegemeenschapspeciale momenten zijn waarop ze van hunaanwezigheid en van het met elkaar samen-gaan blijk kunnen geven, met eerbiedigingvan ieders eigen roeping en charisma. Doorsamen met elkaar op te trekken vertegen-woordigen zij allen de Kerk die één is ingebed, arbeid en delen in de gewone dingenvan het dagelijks leven.

Het gezin weerspiegelt de werkelijkheidvan een huiskerk waarin Christus voelbaaraanwezig is. Zo kan de Kerk in haar nogsteeds belangrijke traditionele parochie-structuur, of – zoals Johannes XXIII graagzei – als “fontein van het dorp”, worden toteen bron van levend water dat de dorst vande gelovigen naar God kan lessen, en hetlevende water kan bieden van Christus’evangelie.146

98. Om de pastorale arbeid te coördineren

247 • 2001 Kerkelijke documentatie 51

gatie voor deGeloofsleer,instructie over dekerkelijke roepingvan de theoloogDonum Veritatis(24 mei 1990), 21,in: AAS 82 (1990),1559.

157. Vgl. JohannesPaulus II, apostoli-sche ConstitutieFidei Depositum (11oktober 1992), 4,in: AAS 86 (1994),113-118.

158. Vgl. Gaudium

Page 50: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

en de eenheid in de particuliere Kerk tebevorderen moet de bisschop ervoor zorgendat de parochies op elkaar afgestemd wor-den door middel van dekenaten op het plat-teland of elders, prefecturen of hoe ze mogenheten, overeenkomstig de verschillende vor-men van pastoraal werk binnen het diocees.Vaak is dit een kwestie van herstructureringzodat de organisatiestructuur zo goedmogelijk beantwoordt aan de doelstellingenvan iedere particuliere Kerk.

Die structuren van onderlinge verbon-denheid en missie bevorderen de collegiali-teit onder priesters, en zijn in regelmatiggehouden en goed geleide bijeenkomstennuttig om de juiste keuzes en plannen temaken. Zo wordt het mogelijk om zo nodigvoor eventuele waarneming en hulp bij hetdienstwerk te zorgen, zich te bekommerenover zieke of in moeilijkheden verkerendecollega’s. Op soortgelijke wijze kunnenonder de gelovigen uit hetzelfde gebied opinterparochieel niveau initiatieven wordengenomen op het gebied van evangelisering,catechese, vorming en getuigenis.147

Kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeen-schappen

99. De bisschop dient aandacht te bestedenaan kerkelijke bewegingen en andere nieu-we zaken die in de particuliere Kerk hetresultaat zijn van een overeenkomstig hetevangelie ingericht leven. Het institutioneelen charismatisch aspect – beide essentieel inGods plan voor de Kerk – ontmoeten enversterken elkaar in de particuliere Kerk. Inhet beleven van waarachtige communiogaan de gaven die door God voor het alge-meen welzijn werden geschonken, niet vol-ledig in zichzelf op, ze maken zich niet losvan de agapè en de eucharistie, en wordenniet narcistisch op zichzelf gericht; integen-deel, ze tonen hun eenvoudige en beschei-den maar noodzakelijke maat doordat ze

deel uitmaken van de andere gaven van deGeest.

De verschillende charisma’s – van reli-gieuzen, leken en missionarissen – verlenende lokale Kerk een dimensie van universali-teit, terwijl ze concrete vorm kunnen krij-gen in de door de stichters gewilde dienst eninzet voor het apostolaat.

In de reacties op de Lineamenta wordtmet grote nadruk gewezen op bepaalde ker-kelijke bewegingen die op universeel, dio-cesaan en parochieel niveau echt opbou-wend werk verrichten, terwijl andere min ofmeer buitenstaanders blijven bij het levenin parochie en diocees en in geen enkelopzicht bijdragen tot de bloei van de lokaleKerk. Ook wordt gesproken over nog anderedie bijzondere pretenties hebben en zichdaardoor aan de onderlinge eenheid dreigente onttrekken.

Daarom wordt gevraagd om behande-ling van de vraag wat het theologisch enjuridisch statuut is van dergelijke bewegin-gen binnen de particuliere Kerk, en hoe inconcreto hun relatie is met de bisschop.

Wat de nieuwe gemeenschappen betreftdie nog geen kerkelijke goedkeuring hebbengekregen, berust de beoordeling bij de her-ders; ze moeten de personen toetsen en hunspiritualiteit beoordelen, zo nodig na eenproefperiode.

Nog grotere aandacht is noodzakelijkwanneer de priesterroepingen binnen dezegroepen beoordeeld moeten worden. Dekandidaten moeten een degelijke vormingontvangen onder verantwoordelijkheid vande bisschop; het is ook de taak van de bis-schop zich een goed oordeel te vormen ofeen kandidaat tot ambtsdrager gewijd magworden en hem een apostolische taak in hetdiocees moet worden toebedeeld.148

In trouw aan de Geest moeten de charis-ma’s geïntegreerd worden in de communioen missio van de Kerk. Zo wordt het gevaarvermeden dat ze een geïsoleerd leven lei-

Kerkelijke documentatie 2001 • 24852

en spes, 33.

159. PauselijkeCommissie voor deCulturele goederenvan de Kerk, Circu-laire over de pas-torale betekenis

Page 51: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

den, en daarentegen zullen edelmoedigezelfgave, broederlijkheid en daadkracht totheil van de Kerk daardoor gestimuleerdworden.

III Het bisschopambt in dienst van hetevangelie

100. Het drievoudig ambtswerk van onder-richten, heiligen en besturen is een dienstaan Christus’ evangelie omwille van dehoop van de wereld. Door zijn woordimmers verkondigt de bisschop het evange-lie van de hoop, viert het in de liturgie,beleeft en verspreidt het door zijn herderlijkdienstwerk.

Het gaat hier niet om drie soorten vanhoop, maar om de éne hoop die verkondigden aanvaard wordt door de gelovige instem-ming, gevierd wordt in het diepe paasmys-terie dat de eucharistie is, en zo wordtbeleefd dat ze het gehele persoonlijk enmaatschappelijk leven van de gelovigendoorlicht en vorm geeft.

Hoe men ook die eenheid beschouwt,toch dient men zich te houden aan de inten-tie van het Tweede Vaticaans Concilie, datsprekend over de tria munera van bisschopen priesters, er de voorkeur aan geeft hetleerambt vóór de twee andere te stellen.Daarbij volgt het Tweede Vaticaans Conciliede opeenvolging van gedachten zoals dieblijkt in de woorden van de Verrezene, alsHij tot zijn leerlingen zegt: “Mij is allemacht gegeven in de hemel en op de aarde.Ga en maak alle volkeren tot leerling; doophen … en leer hun alles onderhouden wat Ikjullie geboden heb” (Mt 28,18-20). In ditvooropstellen van de kerkelijke plicht omhet evangelie te verkondigen, kenmerkendvoor de ecclesiologie van het Concilie, kaniedere bisschop de betekenis terugvindenvan het geestelijk vaderschap, die de apostelPaulus deed schrijven: “Misschien hebt u in

Christus duizend opvoeders, maar veelvaders hebt u niet. Ik ben het die u door hetevangelie in Christus Jezus heb verwekt”(1Kor 4,15).

1. De dienst van het Woord

Het evangelie van de hoop verkondigen

101. De taak die meer dan alle andere ken-merkend is voor de bisschop en in zekerezin zijn hele dienstwerk samenvat is, zoalshet Concilie leerde, die van plaatsvervangeren afgezant van Christus in de hem toever-trouwde particuliere Kerk.149 De bisschopvervult zijn sacramentele functie als levendteken van Christus, en doet dit door hetevangelie te prediken. Als bedienaar van hetWoord van God dat werkzaam is door dekracht van de Geest en dankzij het charismavan de bisschoppelijke dienst, stelt hij dewereld Christus voor ogen, maakt hij Hemaanwezig in de gemeenschap en deelt hijHem daadwerkelijk mede aan hen die Hemin hun leven willen toelaten.

Het gaat om de verkondiging van hetevangelie van de hoop als fundamenteletaak van de bisschop.

“Onder de voornaamste taken van debisschoppen staat de prediking van hetevangelie voorop. De bisschoppen immerszijn de verkondigers van het geloof … enauthentieke, d.w.z. met het gezag van Chris-tus beklede leraren, die aan het hun toever-trouwde volk het geloof als geestes- en leef-regel voorhouden.”150 In al zijn doen enlaten moet de bisschop streven naar de ver-kondiging van het evangelie, “een goddelij-ke kracht tot redding van ieder die eringelooft” (Rom 1,16), erop gericht zijn hetvolk van God te voeren tot de gehoorzaam-heid van het geloof (vgl. Rom 1,5) in hetwoord van God en tot het totaal aanvaardenvan Christus’ leer.

249 • 2001 Kerkelijke documentatie 53

van kerkelijkearchieven (2 fe-bruari 1997).

160. Vgl. Ecclesiain Africa, 59-62;Ecclesia in Asia,

Page 52: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Het centrum van de verkondiging

102. Het onderwerp van het leergezag vande bisschop is, zoals het Tweede VaticaansConcilie duidelijk te kennen geeft, het geloofdat men gelovig dient te aanvaarden enwaarnaar men moet leven.151 Daar hetlevend centrum van de verkondiging Chris-tus is, moet de bisschop de gekruisigde enverrezen Christus verkondigen, de enigeHeiland van de mens, dezelfde gisteren,vandaag en tot in eeuwigheid (vgl. Heb13,8), centrum van de geschiedenis en vanheel het leven van de gelovigen.

Alle andere waarheden van het geloof,en ook de hoop voor alle mensen, vinden indit centrum dat het Christusgeheim is, hunoorsprong. Christus is het licht dat allemensen verlicht. Allen die in Hem zijn her-boren ontvangen de eerstelingsgaven vande Geest waardoor ze in staat zijn de nieuwewet van de liefde te vervullen.152

103. De plicht het geloof te prediken en tebewaren betekent dat het Woord van Godverdedigd moet worden tegen alles wat dezuiverheid ervan zou kunnen aantasten, ter-wijl de rechtmatige vrijheid erkend wordtdieper op het geloof in te gaan.153 Naar dewil van de Vader heeft immers de bisschophet zekere charisma ontvangen van dewaarheid die overgedragen moet worden.154

Geen bisschop mag zich aan deze plichtonttrekken, zelfs niet als het tot offer ofonbegrip zou leiden. Evenals de apostelPaulus is de bisschop zich ervan bewustgezonden te zijn om het evangelie te ver-kondigen “niet met geleerde woorden, wantdan had het kruis van Christus zijn krachtverloren” (1Kor 1,17); zoals Paulus verkon-digt ook de bisschop “de boodschap van hetkruis” (1Kor 1,18), niet om de instemmingvan mensen te vinden, maar als goddelijkeopenbaring.

Geloofsonderricht en catechese

104. Als leraar van het geloof is de bisschopook, in het licht van Gods woord en hetmagisterium van de Kerk, opvoeder tot hetgeloof. Dat is zijn catechetische arbeid, eenwerk waarvoor de bisschoppen als leer-meesters en herders alle aandacht dienen tehebben, omdat zij ‘catecheten bij uitstek’zijn.

De bisschop oefent zijn bediening vanhet woord van God op velerlei wijzen uit.Het Directorium Ecclesiae Imago wijst opeen bijzondere vorm van prediking tot degemeenschap die het evangelie reeds kent:de homilie, die boven alle andere vormeneen vooraanstaande plaats inneemt doordatze gehouden wordt in het kader van deliturgie en in verband staat met de verkon-diging van het woord door lezingen uit deHeilige Schrift. Een andere vorm van ver-kondiging zijn de herderlijke brieven van debisschop.155

Verder kan een juist gebruik van de dio-cesane, interdiocesane en nationale mediaveel bijdragen tot de verspreiding van dedocumenten van het magisterium, pastoraleplannen en kerkelijke gebeurtenissen.

De gehele Kerk is bij de catechese betrokken

105. Het bisschoppelijk charisma van hetleerambt heeft vanwege de verantwoorde-lijkheid van de bisschop een uniek karakteren mag daarom absoluut niet gedelegeerdworden. Maar, zoals uit de reacties op deLineamenta blijkt, de bisschop leeft niet inafzondering binnen de Kerk. Iedere bisschopvervult zijn herderlijke taak in een particu-liere Kerk, waar de priesters, in nauwe ver-bondenheid met zijn ambt en onder zijngezag, zijn eerste medewerkers zijn. Daarbijhoren ook de diakens. Belangrijke steunwordt ook verleend door religieuzen en eengroeiend aantal lekengelovigen die, in over-

Kerkelijke documentatie 2001 • 25054

21-22; Vita conse-crata, 80-81.

161. Vgl. Presbyte-rorum ordinis, 5.

162. Lumen gen-tium, 26.

163. JohannesPaulus II, Catéchèsedu mercredi (11november 1992), 1,in: L’OsservatoreRomano (EHLF 2238,17 november1992), 12.

Page 53: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

eenstemming met de inrichting van de Kerk,met de bisschop meewerken bij het verkon-digen en beleven van het woord van God.

De bisschoppen zorgen ervoor dat hetware katholieke geloof aan de ouders wordtovergedragen, zodat zij op hun beurt hetkunnen overdragen aan hun kinderen. Het-zelfde geldt voor alle soorten opvoeders enonderwijzers. De gezamenlijke leken getui-gen van de zuiverheid van het geloof voorhet behoud waarvan de bisschoppen zichkrachtig inzetten. Het is van belang datiedere bisschop ervoor zorgt dat de lekeneen goede vorming krijgen door middel vandaartoe opgezette centra.

Dialoog en samenwerking met theologen engelovigen

106. Voor de verkondiging is de dialoog ensamenwerking met de theologen, die zichwijden aan de studie van de onpeilbare rijk-dommen van het Christusgeheim, bijzondernuttig. Hoewel ze een verschillende functiehebben, zijn zowel het magisterium van deherders als de arbeid van de theologenafhankelijk van het éne Woord van God, enhebben hetzelfde doel, om namelijk het volkvan God in de waarheid te bewaren. Daar-om dienen de bisschoppen de theologen tebemoedigen en hun steun te bieden, waar-door ze hun werk kunnen verrichten introuw aan de goddelijke overlevering enmet open oog voor de eisen van de geschie-denis.156

Door gesprekken met zijn gelovigen kande bisschop hun geloof leren kennen enbeoordelen, het versterken, het van aanslib-sels ontdoen, en het de juiste leerstelligeinhoud geven. Vandaar dat, met het oog ophet schrijven van plaatselijke catechismus-sen waarin rekening wordt gehouden metde verschillende situaties en culturen, deKatechismus van de Katholieke Kerk als uit-gangspunt zal dienen, opdat de eenheid van

het geloof en de trouw aan de katholiekeleer zorgvuldig worden bewaard.157

Getuige van de waarheid

107. Geroepen om het heil in Jezus Christuste verkondigen is de bisschop in zijn predi-king voor het volk van God een teken vande zekerheid van het geloof. Zoals de Kerkheeft ook hij niet altijd een pasklare oplos-sing voor de problemen van de mensen,maar toch is hij dienaar van de schoonheidvan een waarheid die licht kan geven ophun weg.158 Ook al bezit de bisschop geenspecialistische kennis voor de bevorderingvan de tijdelijke orde, toch vormt hij deleken, wanneer hij zijn leerambt uitoefenten de hem toevertrouwde mensen engemeenschappen opvoedt tot het geloof, enbereidt hij hen erop voor tot oplossingen tekomen waarvoor zij overeenkomstig huneigen deskundigheid verantwoordelijk zijn.

De reacties op de Lineamenta wijzenherhaaldelijk en met nadruk op de gesecula-riseerde mentaliteit in een groot deel van desamenleving en ook op de overdrevennadruk die gelegd wordt op de vrijheid vandenken en de relativistische cultuur, waar-door de gelovigen het spreken van de bis-schop of zelfs van de paus, in het bijzonderover de seksuele en gezinsmoraal, gaanbeschouwen als een van de vele opvattin-gen, zonder dat deze van invloed is op hetleven. Voor de bisschop is dit een radicaleuitdaging, maar ook een gebied om de hoopte verkondigen.

108. Ook al respecteert hij de autonomievan anderen die in wereldse zaken deskun-dig zijn, toch kan de bisschop het profetischkarakter van zijn boodschap als brenger vanhoop niet verloochenen, ook al weet hij datdie niet aanvaard zal worden. Dat gebeurtmet name wanneer hij moedig niet alleenmet woorden, maar met alle doeltreffende

251 • 2001 Kerkelijke documentatie 55

164. Vgl. Lumengentium, 26.

165. Vgl. Ignatiusvan Antiochië, AdMagn. 7, in: PA 1,Ed. F. Funk (Tubin-gae 1897), 194-196; SacrosanctumConcilium, 41;Lumen gentium, 26;Tweede VaticaansConcilie, Decreetover de katholiekedeelneming aan deoecumenischebeweging Unitatisredintegratio, 15.

166. SacrosanctumConcilium, 41.

Page 54: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

middelen onderwerpen aan de kaak stelt alsoorlog, onrecht en al wat de waardigheidvan de mens ondermijnt.

Door de kracht van het reddende Woordtegenwoordig te stellen verricht de bisschopeen daad van grote pastorale liefde jegensde mensen, en biedt hij hun de primairereden tot hoop.

Taken voor de toekomst

109. In sommige reacties op de Lineamentawordt duidelijk gevraagd om uitbreiding enmodernisering van de taken van het magis-terium van de bisschoppen.

Naargelang de omstandigheden dienenvérstrekkende diocesane en interdiocesaneinitiatieven worden bevorderd, zoals hetstichten van katholieke universiteiten, dieop het maatschappelijk leven gepasteinvloed kunnen uitoefenen, en waar lekengevormd worden die op de verschillendegebieden van wetenschap en techniek eenvooraanstaande plaats kunnen innemen tendienste van mens en waarheid. Met het ooghierop wordt ook gevraagd om aan de pas-toraal op de universiteit een nieuwe impulste geven overeenkomstig de richtlijnen vande Heilige Stoel.

Op het gebied van opvoeding en onder-wijs dienen priesters en leken geëigendeinstituten op te richten voor de bevorderingen verdediging van katholieke scholen. Menvraagt de regeringen de katholieke scholente erkennen, die bestaan omdat de oudershet recht hebben om voor hun kinderen eenvorm van onderwijs en opvoeding te kiezendie overeenstemt met de door hen gekozenreligieuze en culturele waarden.

Voor de bevordering van de socialecommunicatiemiddelen in een pluralistischesamenleving is een vereiste dat degenen diedaarin werkzaam zijn, door allerlei initiatie-ven op diocesaan en interdiocesaan niveaude daarvoor nodige vorming ontvangen.

Cultuur en inculturatie

110. Wil de bisschop het evangelie verkon-digen op het gebied van de cultuur, danvraagt dit dat het geloof wordt bevorderd opterreinen die het meest ontvankelijk zijnvoor de boodschap van het evangelie.

Bij voorkeur moet het gesprek gestimu-leerd worden met niet-kerkelijke cultureleinstellingen tijdens bijeenkomsten van des-kundigen, waarbij de Kerk kan tonen dathet echt menselijke haar dierbaar is.

Het kan voor een dergelijk gesprekbevorderlijk zijn te wijzen op de betekenisvan het cultureel, artistiek en historisch erf-goed van het diocees. Sommige diocesenimmers hebben een rijk cultureel en histo-risch bezit, zoals archieven en bibliotheken,kunstwerken, die als cultureel getuigenisbijzondere aandacht verdienen. Initiatievenvoor musea en tentoonstellingen, juistbeheer, catalogisering en uitstalling van deschatten uit een artistieke en litteraire over-levering kunnen instrumenten worden voorevangelisering en schoonheidsbeschouwing,en getuigen van de bijzondere aandacht diede Kerk heeft voor de geschiedenis van demens op geografisch en cultureel gebied.159

Volgens de beleidslijnen van de HeiligeStoel en in samenwerking met de Bisschop-penconferentie, behoort het tot de taak vande bisschop geloof en christelijk leveningang te doen vinden in de verschillendeculturen, overeenkomstig de richtlijnen diebij gelegenheid van de Vergaderingen vande Bisschoppensynode zijn opgesteld, metname wat betreft de liturgie, de priesterop-leiding en het godgewijde leven.160

2. De dienst van de heiligmaking

111. De verkondiging van Gods woord ligtten grondslag aan de verzameling van hetvolk van God tot Ekklesia, dat wil zeggentot heilige samenkomst. Deze verkondiging

Kerkelijke documentatie 2001 • 25256

167. Vgl. Caeremo-niale Episcoporum,42-54.

168. Vgl. a.w., 42-46.

169. Vgl. a.w., 47.

170. Vgl. a.w., 48.

171. Vgl. a.w., 50.

172. Vgl. a.w.,51.17.

Page 55: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

wordt echter pas volkomen in het sacramentvan de eucharistie. Woord en sacrament zijnéén en onscheidbaar, twee aspecten van heténe heilswerk. Beide stellen het door Chris-tus bewerkte heil volledig tegenwoordig enmaken het werkzaam. Christus, het mensge-worden Woord, is de diepste grond voor deinnige band die er tussen Woord en sacra-ment bestaat. Dat geldt voor alle sacramen-ten, maar in het bijzonder voor de heiligeeucharistie die bron en hoogtepunt is vanalle evangelisering.161

Krachtens deze eenheid tussen Woorden sacrament worden de bisschoppen,opvolgers van de apostelen die door de ver-rezen Heer werden uitgezonden om alle vol-ken te onderrichten en te dopen (vgl. Mt28,19), getekend door de volheid van hetWijdingssacrament, en ontvangen naasthun zending als verkondigers van het evan-gelie ook die van “uitdeler van de genadevan het hogepriesterschap”.162 De dienst vande evangelieverkondiging “staat in functievan de dienst der genade van Christus’sacramenten. Als bedienaar van de genadeoefent de bisschop het munus sanctificandi(ambt van heiligmaking) uit, dat het doel isvan zijn munus docendi (ambt van onder-richting) temidden van het hem toever-trouwde volk van God.”163

De dienst der heiligmaking is nauw ver-bonden met de viering van het heil in Chris-tus, waarbij de gelovigen door een hoopvolperspectief worden gestimuleerd uit te ziennaar de vervulling van Gods beloften, ter-wijl zij door deze wereld trekken op hunpelgrimstocht naar die stad die geen gelijkekent.

De bisschop als priester en liturg in zijnkathedraal

112. De dienst der heiligmaking is onver-brekelijk verbonden met de opdracht van debisschop. In zijn particuliere Kerk is de bis-

schop inderdaad de voornaamste toedienervan Gods geheimenissen, allereerst in deeucharistie waarin hij voorgaat. Hierbij ver-schijnt hij in de ogen van zijn volk vooralals man van de nieuwe en eeuwige goddelij-ke eredienst die Jezus Christus door hetkruisoffer heeft ingesteld. Hij houdt toezichtop de toediening van het doopsel waardoorde gelovigen delen in het koninklijk pries-terschap van Christus; hij is de gewonebedienaar van het vormsel, hij dient de hei-lige wijdingen toe en is beheerder van deboetedienst.164 De bisschop is de liturg vande particuliere Kerk, met name als hij in deeucharistieviering voorgaat.165

Hier in de Eucharistie, waar het levenvan de Kerk zijn hoogtepunt vindt, komtook het munus sanctificandi dat de bisschopuitoefent in de persoon van de eeuwigeHogepriester Christus tot volkomen ont-plooiing. Dat wordt duidelijk uitgesprokenin de overbekende tekst van het TweedeVaticaans Concilie: “Allen behoren veelbelang te hechten aan het liturgisch levenvan het bisdom rond de bisschop, vooral inde kathedrale kerk, in de overtuiging, dat deKerk het meest zichtbaar wordt in het vol-tallig en actief deelnemen van heel het hei-lige volk van God aan dezelfde liturgischevieringen, vooral aan dezelfde eucharistie,aan het éne gebed, aan het éne altaar metaan het hoofd de bisschop, omringd doorzijn priesterschaar en zijn altaardienaren.”166

Bij voorkeur hebben de vieringen waar-in de bisschop voorgaat plaats in de kathe-draal, waar zich de bisschoppelijke zetelbevindt en waar hij zijn volk onderricht. Zeis de moederkerk en het centrum van hetdiocees, teken van de ononderbroken gangvan zijn geschiedenis en symbool van zijneenheid. Het Caeremoniale Episcoporumwijdt er een heel hoofdstuk aan, onder detitel: ‘De kathedrale kerk’.167

In de kathedraal worden de grootsteplechtigheden van het liturgisch jaar

253 • 2001 Kerkelijke documentatie 57

173. Vgl. a.w., 52.

174. Vgl. Sacro-sanctum Concilium,106; Johannes Pau-lus II, apostolischeBrief over de heili-ging van de zondagDies Domini (31mei 1998).

175. Vgl. Lumengentium, 11.

176. Vgl. Sacro-sanctum Concilium,21.

177. Vgl. Lumengentium, 4.

178. JohannesPaulus II, EncycliekDominum et vivifi-cantem (18 mei1986), 66.

179. Vgl. Evangeliinuntiandi, 48.

180. Vgl. Katechis-mus van de Katho-lieke Kerk, 1674-1676.

181. CaeremonialeEpiscoporum, parsIII: De liturgia hor-arum et celebratio-nibus Verbi Dei.

Page 56: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

gevierd, met name de wijding van de heiligeoliën en de toediening van de heilige wij-dingen. Ze is beeld van Christus’ Kerk, vanhaar eenheid in het mystieke lichaam, vande vergadering der gedoopten en van hethemelse Jeruzalem. Daarom moet ze eenvoorbeeld zijn voor de andere kerken vanhet diocees wat betreft indeling en versie-ring van de heilige ruimte, en de waardigewijze waarop de liturgie overeenkomstig devoorgeschreven rubrieken wordt gevierd.168

Wat de innerlijke betekenis is van hetvoorgaan door de bisschop wordt ook totuitdrukking gebracht door middel van devoor de liturgie bestemde plaatsen: de bis-schopszetel, van waaruit hij de bijeenkomstvoorzit en voorgaat in het gebed,169 hetaltaar, symbool van het Lichaam van Chris-tus en tafel des Heren, waaraan de eucharis-tie wordt gevierd,170 het priesterkoor waaropde bisschop, de priesters, diakens en anderealtaardienaren zich bevinden,171 de ambovanwaar het evangelie wordt verkondigd enhet Woord wordt gepredikt, tenzij de bis-schop dat liever doet vanuit zijn zetel,172 ende doopkapel waar eventueel in de Paasvigi-lie het doopsel wordt toegediend.173

De eucharistie in het middelpunt van departiculiere Kerk

113. Een van de voornaamste plichten vande bisschop is ervoor te zorgen dat in degemeenschappen van de particuliere Kerkde gelovigen in de gelegenheid zijn om totde tafel des Heren te naderen, met name opzondag, de dag waarop de Kerk het paasge-heim viert, opdat zij met vreugde en in rustGod dank brengen “die ons in zijn grotebarmhartigheid herboren liet worden tot eenleven van hoop door de opstanding vanJezus Christus uit de dood” (1Pe 1,3).174

Vanwege het gebrek aan priesters of omandere ernstige redenen wordt het op veelplaatsen moeilijk om de eucharistie te kun-

nen vieren. Des te groter is daarom de plichtvan de bisschop de beheerder van de genadete zijn en altijd met grote aandacht de reëlebehoeften en de ernst van de situaties teonderkennen, zijn priesters wijs te verdelenen ervoor te zorgen dat zelfs in noodsitu-aties de gemeenschappen van gelovigenniet te lang van de eucharistie verstokenblijven. Dat geldt ook met betrekking totgelovigen die vanwege ziekte of ouderdomof om andere goede redenen de eucharistiealleen thuis of op de plaats waar zij zijnopgenomen, kunnen ontvangen.

114. De liturgie is de hoogste vorm van lof-prijzing van de heilige Drie-eenheid. In deliturgie, vooral in de viering van de sacra-menten, geeft het volk van God, op eenbepaalde plaats bijeen, uitdrukking aan zijnheilige en organische natuur als priesterlijkegemeenschap en brengt deze tot stand.175

Door zijn munus sanctificandi uit te oefe-nen bewerkstelligt de bisschop dat heel deKerk een biddende gemeenschap wordt, eengemeenschap van gelovigen die een vanhart volharden in het gebed (vgl. Hnd 1,14).

Doordrongen van de geest en de krachtvan de liturgie zorgt de bisschop, te begin-nen met zichzelf en tezamen met zijn pries-ters, in zijn diocees voor het stimuleren enontwikkelen van een intensieve vormingom de rijkdommen te ontdekken van deliturgie die gevierd wordt volgens de goed-gekeurde teksten en allereerst beleefd wordtals een geestelijk gebeuren. Omdat hij ver-antwoordelijk is voor de goddelijke ere-dienst in de particuliere Kerk, geeft hij lei-ding en bescherming aan het liturgischleven in het diocees. Dit doet hij in goedoverleg met de bisschoppen van zijn Bis-schoppenconferentie en in trouw aan hetgemeenschappelijk geloof. Bovendien geefthij steun aan het streven van zijn particulie-re Kerk om overeenkomstig de eisen van tijden plaats de liturgie te doen wortelen in de

Kerkelijke documentatie 2001 • 25458

182. Lumen gen-tium, 27; vgl.Christus Dominus,16.

183. JohannesPaulus II, Catéchèsedu mercredi (18november 1992),2.4, in: L’Osserva-tore Romano (EHLF2239, 24 november1992), 12.

184. Vgl. CIC, can.383 §1; 384.

185. Vgl. EcclesiaeImago, 93-98.

186. Pastores dabovobis, 23.

187. JohannesPaulus II, Toe-

Page 57: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

culturen. Daarbij houdt hij rekening methetgeen in haar onveranderlijk is omdat hetvan goddelijke instelling is, en met hetgeendaarentegen veranderd kan worden.176

Aandacht voor het gebed en de volks-vroomheid

115. In zijn verschillende vormen is hetgebed de handeling waarmee de hoop vande Kerk tot uitdrukking wordt gebracht.Ieder gebed van Christus’ bruid die uitzietnaar de volmaakte vereniging met de Brui-degom wordt samengevat in de aanroepingdie de Geest haar ingeeft: “Kom” (Apk22,17).177 De Geest spreekt dat gebed met enin de Kerk uit. Dit gebed is de eschatologi-sche hoop, de hoop op de uiteindelijke vol-tooiing in God, de hoop op het eeuwigkoninkrijk die in vervulling gaat door dedeelname aan het leven van de Drie-een-heid. De heilige Geest die als trooster aan deapostelen geschonken werd, behoedt enbezielt deze hoop in het hart van de Kerk. Inhet perspectief van het derde millennium naChristus, terwijl “de Geest en de bruid tot deHeer Jezus zeggen: Kom!”178 heeft hungebed zoals steeds een volle eschatologischebetekenis.

Zich hiervan bewust spant de bisschopzich iedere dag opnieuw in om door zijnpersoonlijk getuigenis, woord, gebed ensacramenten aan de gelovigen de volheid tedoen toekomen van het leven in Christus.

In samenhang hiermee richt de bisschopzijn aandacht ook op de verschillende vor-men van christelijke volksvroomheid en opde relatie daarvan met het liturgisch leven.Aangezien deze volksvroomheid een uitingis van de religieuze mentaliteit van de men-sen, mag er niet aan voorbij gegaan wordennoch mag ze met onverschilligheid enminachting behandeld worden, want, zoalsPaulus VI schreef, ze heeft grote betekenis.179

Toch heeft ze voortdurende evangelisering

nodig, opdat het geloof dat ermee wordtuitgedrukt steeds volwassener wordt. Eenwaarachtige liturgische pastoraal die op bij-belse grondslag berust zal de rijkdommenvan de volksvroomheid weten te benutten,te zuiveren en de weg te wijzen naar deliturgie als offerande van het volk.180

Enige speciale kwesties

116. In de reacties op de Lineamenta wordtgewezen op bepaalde taken die behoren tothet liturgisch dienstwerk van de bisschop endie hier in het kort dienen te wordenbesproken.

Allereerst is de bisschop primair verant-woordelijk in zijn Kerk voor de viering endiscipline van de christelijke initiatie. Heelin het bijzonder is hij bevorderaar, waakza-me behoeder en bedienaar van de riten vande christelijke initiatie van de volwassenen.Daarom is het goed als hij de meest kenmer-kende vieringen van het catechumenaatpersoonlijk leidt, met name bij de onmiddel-lijke voorbereiding op het doopsel en bij dechristelijke initiatie van de volwassenen tij-dens de Paaswake.

Om de liturgie waarachtiger en op die-pere wijze te stimuleren is het goed als hij,ook bij zijn bezoeken, vaak voorgaat in deliturgie van het Woord en het getijdenge-bed, zoals voorzien is in het CaeremonialeEpiscoporum.181 Zo zal hij voor zijn gelovi-gen verschijnen in zijn karakteristieke func-tie van leermeester die het woord van hetheil viert, en van priester die voor het volkbidt en bemiddelt.

3. De uitoefening van het dienstwerk vanleiding geven

De dienst van het besturen

117. De ambtelijke functie van de bisschopwordt afgerond met zijn taak om het hem

255 • 2001 Kerkelijke documentatie 59

spraak tot de bis-schoppen uit denoordelijke regiovan de Bisschop-penconferentie vanBrazilië bij hun adlimina-bezoek (28oktober 1995), 5,in: L’OsservatoreRomano, (wekelijk-se Engelse editie, 1november 1995), 5,8.

188. Vgl. Presbyte-rorum ordinis, 17.

189. Vgl. CIC, can.396 §1; 398.

190. EcclesiaeImago, 166; vgl.a.w., 166-170.

191. Vgl. CIC, can.460-468; vgl.Ecclesiae Imago,

Page 58: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

toevertrouwde deel van het volk van Godleiding te geven. Deze taak is in de traditievan de Kerk steeds met twee beelden verge-leken die naar het getuigenis van de evan-geliën Jezus op zichzelf toepast: het beeldvan de Herder en dat van de Dienaar. HetConcilie beschrijft de taak van de bisschopom leiding te geven aan de gelovigen alsvolgt: “De bisschoppen besturen de hun toe-vertrouwde particuliere Kerken als plaats-vervangers en afgezanten van Christus doorhun raadgevingen, opwekkingen en voor-beelden, maar ook door hun gezag en hungewijde macht. Hiervan maken zij echterslechts gebruik om hun kudde in de waar-heid en de heiligheid te stichten, het woordindachtig dat de voornaamste zich moetgedragen als de jongste en degene die beve-len geeft als iemand die dient (vgl. Lc22,26-27).”182

Paus Johannes Paulus II verklaart dat“de nadruk moet gelegd worden op hetbegrip dienen, dat van toepassing is op iederkerkelijk dienstwerk, te beginnen bij dat vande bisschop. Inderdaad is het bisschopsambtmeer een dienst dan een eer. En al is het ookeen eer, dan is het dit wanneer de bisschopals opvolger van de apostelen dienstbaar isin een geest van evangelische nederigheidnaar het voorbeeld van de Mensenzoon … Inhet licht van dit dienen als goede herdersmoet het eigen gezag gezien worden dat debisschop bezit, ook al is het steeds onder-worpen aan het gezag van de paus.”183

Terecht duidt het Wetboek van CanoniekRecht het bisschopambt aan als munus pas-toris, door het te karakteriseren door de pas-torale zorg.184

Beoefenen van waarachtige herderlijke lief-de

118. Herderlijke liefde is een typische deugdvan de bisschop waardoor hij Christusnavolgt die de Goede Herder is, omdat Hij

zijn eigen leven heeft gegeven. Deze liefdekrijgt niet alleen in de uitoefening vanambtelijke handelingen gestalte, maar nogmeer in het zichzelf wegschenken datgetuigt van Christus’ liefde voor zijn kudde.

Een van de vormen waarin de herderlij-ke liefde zichtbaar wordt is het meevoelennaar het voorbeeld van Christus de Hoge-priester die medelijden kon hebben met demenselijke zwakheid omdat Hij zelf, zoalswij, alles heeft doorgemaakt met uitzonde-ring van de zonde (vgl. Heb 4,15). Dit mee-voelen, dat de bisschop aanduidt en beleeftals teken van Christus’ meevoelen, mag ech-ter niet worden losgemaakt van Christus’waarheid. De liefde van de bisschop wordtevenzeer zichtbaar in de verantwoordelijk-heid voor God en Kerk betreffende de waar-heid die “te pas en te onpas” (2Tim 4,2) ver-kondigd moet worden.

Vanwege zijn herderlijke liefde zal debisschop in zijn diocees met grote zorg hetalgemeen belang dienen, dat weliswaarondergeordend is aan dat van de geheleKerk, maar waarin tegelijk het welzijn vande afzonderlijke gemeenschappen binnenhet diocees samenvloeit. Over dit punt zethet Directorium Ecclesiae Imago de grond-beginselen uiteen omtrent eenheid, verant-woordelijke samenwerking en coördinatie.185

Dankzij de herderlijke liefde die eeninwendig beginsel is dat de veelvoudigeactiviteiten van het dienstwerk tot eenheidbrengt “kan de wezenlijke en blijvende eisvan eenheid tussen het innerlijk leven en devele activiteiten en verantwoordelijkhedenvan het ambt een antwoord vinden. Die eisis zeer dringend in een sociaal-culturele enkerkelijke context die sterk gekenmerktwordt door ingewikkeldheid, onsamenhan-gendheid en versnippering.”186 Herderlijkeliefde moet dus bepalend zijn voor de wijzevan denken en handelen van de bisschop,en voor zijn betrekkingen met de mensenmet wie hij te maken krijgt.

Kerkelijke documentatie 2001 • 25660

163-165.

192. Vgl. CIC, can.212 §2,3.

193. Vgl. Congre-gatie voor de Bis-schoppen en Con-gregatie voor deEvangelisatie vande Volkeren,Instructie In Con-stitutione Apostoli-ca de Synodis dioe-cesanis agendis (19maart 1997), in:AAS 89 (1997), 706-727.

194. Vgl. a.w., V,2,3,4; CIC, can. 466.

195. Vgl. Gaudium

Page 59: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Bij het besturen van het diocees moet debisschop er ook voor zorgen dat men debetekenis inziet van de kerkelijke wet, diealtijd gericht is op het welzijn van mensenen van de kerkgemeenschap.187

Een herderlijke stijl die door het leven wordtbevestigd

119. Daarom vraagt de herderlijke liefdeeen stijl en vorm van leven waardoor debisschop in navolging van de nederige enarme Christus alle leden van de kudde,vanaf de eenvoudigste tot de machtigste,nabij kan zijn om niet alleen in gedachtenen gebed maar samen met hen hun vreug-den en verdriet te delen. Op die manier kande bisschop door zijn tegenwoordigheid endienst onbeschroomd iedereen nabij zijnzonder dat deze in verlegenheid wordtgebracht, zodat allen de liefde van God voorde mens kunnen ervaren.188

In de reacties van de Bisschoppenconfe-renties op de Lineamenta wordt vermeldwelke opvattingen de mensen in verschil-lende plaatsen en samenlevingen soms heb-ben over de bisschop. Soms hebben de men-sen een ‘monarchale’ of ‘autoritaire’ idee,waardoor de bisschop een rol wordt toege-dicht die niet past in de Kerk en in dewereld; in andere gevallen echter wordt debisschop gezien als ‘de herder temidden vanzijn kudde’, ‘de vader van het geloof’, zodatpriesters, religieuzen en leken niet alleen‘hulpen’ van de bisschop zijn, maar ook zijn‘medewerkers’.

Een dieper besef van wat de communiobetekent kan ertoe leiden de bisschop tezien als ‘de dienaar van de dienaren Gods’dat wil zeggen de eerste van de dienarenvan God. De bisschop zal inderdaad trouwzijn aan zijn opdracht als hij voor de geesthoudt dat zijn persoonlijke verantwoorde-lijkheid als herder door alle gelovigenkrachtens hun doopsel en door ieder van

hen op eigen wijze gedeeld wordt, en ookdoor sommigen die de heilige wijding heb-ben ontvangen en door anderen krachtenshun speciale toewijding aan de evangelischeraden.

120. Velen vermelden dat de grootte vanhet diocees en de vele verplichtingen van debisschop belemmeringen zijn voor dezecommunio.

Inderdaad wijzen sommige reacties ophet gevaar dat er in de wijze waarop de bis-schop bestuurt elementen binnendringendie weinig passend zijn voor een pastoraaldie werkelijk in de geest is van het evange-lie, zodat de gelovigen hem dreigen te ver-gelijken met wereldse machthebbers. Hetkan zelfs voorkomen dat de aanwezigheidvan de bisschop aan de zijde van burgerlijkeautoriteiten een schaduw werpt over zijnonafhankelijke positie, en dus ook het beeldaantast dat de mensen van hem hebben.

Daarnaast ziet men in samenlevingendie tegen een bepaalde gezagsuitoefeninggekant zijn de neiging een eigen interpreta-tie te geven van de rol van de bisschop inhet licht van het subsidiariteitsbeginsel enhet consultatie-recht. Vaak gebeurt datomdat gezag enkel als ‘macht’ wordtbeschouwd.

De bisschoppen kunnen al deze moei-lijkheden het hoofd bieden door hun taakop vaderlijke wijze uit te oefenen en tetonen dat zij opvolgers zijn van de aposte-len niet alleen door het gezag dat zij uitoe-fenen, maar ook doordat ze een stijl vanleven hebben die beantwoordt aan hetevangelie en in overeenstemming is methetgeen zij verkondigen, door de offers dieze brengen in hun apostolaat, de liefdevolleen barmhartige steun die ze bieden aan degelovigen, met name aan de allerarmsten,aan de mensen die lijden en in nood zijn.

Zo zullen zij teken zijn van Christusonder het volk van God, en hun herderlijk

257 • 2001 Kerkelijke documentatie 61

et spes, 1.

Page 60: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

bestuur zal zelf een verkondiging zijn vanhet evangelie van de hoop. Bepaalde uiter-lijkheden zoals eretitels en gewaden mogenniet afleiden van het bisschoppelijk ambts-werk om door woord en daad te onderrich-ten.

Door een eenvoudig en bescheidenleven moet de bisschop een levend tekenzijn van Christus die, hoewel Meester enHeer, de voeten waste van zijn leerlingen;hij moet de gelaatstrekken van Jezus weer-spiegelen zoals die in het evangelie staanopgetekend, en tonen een echte ‘man Gods’te zijn (vgl. 2Tim 3,17).

Herderlijke bezoeken

121. De kerkelijke traditie kent enige speci-fieke manieren waarop de bisschop zijn her-dersambt in zijn particuliere Kerk uitoefent.Twee daarvan verdienen speciaal genoemdte worden: bij de eerste is hij allereerst zelfbetrokken; de tweede is een synodale bij-eenkomst.

Herderlijke bezoeken zijn niet alleenmaar door de kerkelijke discipline aan debisschop voorgeschreven juridische instel-lingen, en evenmin een middel om informa-tie te verkrijgen.189 Door het herderlijkbezoek manifesteert de bisschop zich con-creet als beginsel en zichtbare grondslagvan de eenheid in de particuliere Kerk. Hetherderlijk bezoek van de bisschop is een“genadevol gebeuren dat herinnert aan hetunieke en volmaakt zichtbare bezoek dat de‘opperherder’ (1Pe 5,4), de herder en behoe-der van onze zielen (vgl. 1Pe 2,25), ChristusJezus aan de mensheid heeft gebracht toenHij zijn volk kwam verlossen (vgl. Lc1,68)”.190 Bovendien is het diocees, meer nogdan een bepaald grondgebied, een deel vanhet volk van God dat aan de herderlijkezorg van een bisschop is toevertrouwd.Vandaar dat het Directorium EcclesiaeImago heel terecht zegt dat de mensen bij

het herderlijk bezoek voorop staan. Om zichbeter met hen te kunnen bezighouden is hetdaarom aan te bevelen dat de bisschop aanandere personen de zorg overdraagt omkwesties van meer administratieve aard tebehandelen.

Mits goed voorbereid en georganiseerdzijn herderlijke bezoeken kostbare gelegen-heden waarbij de bisschop en de mensenelkaar kunnen leren kennen.

Een belangrijk moment in de parochiesis de ontmoeting van de bisschop met deparochiegeestelijkheid en de andere pries-ters. Het herderlijk bezoek biedt gelegenheidtot de dienst van prediking en catechese, totdialoog en rechtstreeks contact met de pro-blemen van de gelovigen; het is de gelegen-heid om samen de eucharistie en de sacra-menten te vieren, samen te bidden envolksdevoties met elkaar te delen. Bij gele-genheid van dit bezoek dient de aandachtvan de Herder naar meerdere groepen vanmensen uit te gaan: naar de jeugd, de zie-ken, de armen, de mensen aan de rand vande samenleving en naar hen die van de Kerkzijn vervreemd.

Uit ervaring blijken ook andere ontmoe-tingen wenselijk: met de leden van het dio-cees bij gelegenheid van de diocesane bij-eenkomsten voor pastorale planning enevaluatie, maar ook bij priester- of diaken-wijdingen en patroonsfeesten, of, tot slot,op dagen voor bepaalde groepen zoals voorgeestelijkheid, religieuzen, gezinnen.

De diocesane synode

122. Het houden van de diocesane synode,waarvan het karakter en de voorschriftenvastgelegd zijn in het Wetboek van Cano-niek Recht191 neemt onder de herderlijke ver-plichtingen van de bisschop ongetwijfeldeen belangrijke plaats in. De kerkelijke dis-cipline wijst immers de synode als eersteorgaan aan voor de ontwikkeling en groei

Kerkelijke documentatie 2001 • 25862

196. Vgl. CIC, can.1752.

197. Vgl. Gaudiumet spes, 22.

198. A.w., 93; vgl.Ecclesiam suam, III.

199. Vgl. DominusIesus, 20-22.

Page 61: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

van het leven in een particuliere Kerk. Destructuur ervan beantwoordt, zoals die vande andere zogeheten ‘overleg’-organen, aanfundamentele kerkelijke eisen, en is de insti-tutionele vorm van theologische gegeven-heden, zoals de noodzakelijke samenwer-king tussen de priesters en de bisschop, hetdelen van alle gedoopten in het profetischambt van Christus, de plicht van de herdersde waardigheid van de lekengelovigen teerkennen en te bevorderen door graaggebruik te maken van hun verstandigeraad.192 Uit haar wezen maakt de synodedeel uit van de medeverantwoordelijkheidvan alle leden van het diocees rond hun bis-schop tot het welzijn van het diocees. Inhaar samenstelling, zoals die door het gel-dende kerkelijk recht wordt voorgeschreven,brengt ze op uitstekende wijze de commu-nio binnen de particuliere Kerk tot uitdruk-king. Onder de synode, die goed voorbereiden met goed omschreven doelstellingen bij-eengeroepen dient te worden,193 luistert debisschop, die uiteindelijk verantwoordelijkis voor de beslissingen,194 naar hetgeen deGeest tot de particuliere Kerk zegt, zodatallen vast blijven staan in het geloof, ver-enigd blijven in onderlinge verbondenheid,open voor de missie, beschikbaar voor degeestelijke noden van de wereld, en vanhoop vervuld tegenover haar uitdagingen.

Een wijze van besturen die geleid wordtdoor de geest van communio

123. Vanwege zijn herderlijk ambt is de bis-schop in zijn particuliere Kerk de bedienaarvan de caritas die hij opbouwt door Woorden eucharistie. Reeds in de tijd van de apos-telen waren de twaalf ertoe overgegaan“zeven personen” aan te stellen “die goedbekend stonden, vol van de Geest en vanwijsheid” (Hnd 6,2-3) aan wie zij de dienstvan de tafel toevertrouwden. Een van desterke punten in het apostolaat van Paulus

was zijn zorg voor de armen, hetgeen voorons nog steeds het wezenlijk teken is van decommunio onder christenen. Zo is ook inonze tijd de bisschop geroepen persoonlijkdeze caritas in zijn diocees uit te oefenen engoed te organiseren.

Op die wijze doet hij blijken dat de ang-sten en zorgen van de mensen, vooral vande armen en van allen die lijden, ook dezorgen zijn van Christus’ volgelingen.195

Tegenwoordig heeft armoede vele gedaan-ten; naast de oude vormen van armoedezijn er nieuwe bijgekomen. In dergelijkesituaties zal de bisschop als eerste naarnieuwe vormen van apostolaat en caritaszoeken, overal waar de nood zich in nieuwegedaanten manifesteert. Dienen, mensenstimuleren en bewust maken van hun plichtom solidair te zijn, iedere dag het oude ver-haal van de barmhartige Samaritaan weertot leven wekken: dat alles is in zich eenteken van hoop voor de wereld.

124. Om zijn ambtswerk van herderlijke lei-ding en onderscheiding te vervullen heeftde bisschop de medewerking nodig van allegelovigen in een geest van communio enmissio.

Zoals we reeds zeiden, bestaan daartoeorganen voor dialoog, communio en onder-scheiding: de priesterraad en de pastoraleraad.

De groeiende pastorale behoeften heb-ben ertoe geleid in de curie van het diocees,in overeenstemming met de canonieke nor-men, een doelmatige structurele verdelingaan te brengen, overeenkomstig de moge-lijkheden van iedere particuliere Kerk en dedeskundigheid van de diocesane geestelijk-heid, de godgewijde personen en de leken,om op die wijze te beantwoorden aan al wathet diocees nodig heeft.

De bisschop dient niet alleen ervoor tezorgen dat zij die belast zijn met de ver-schillende bureaus van het diocees, serieus,

259 • 2001 Kerkelijke documentatie 63

200. Vgl. JohannesPaulus II, EncycliekUt unum sint (25mei 1995).

201. Vgl. PauselijkeRaad voor deBevordering van deEenheid der Chris-tenen, OecumenischDirectorium, Richt-lijnen voor de toe-passing van debeginselen en nor-men inzake deoecumenischebeweging (25 maart1993), met name37-47.

202. Vgl. Redemp-toris missio, 37.

Page 62: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

gecoördineerd en met initiatief hun werkverrichten, maar hij moet hen ook door zijnvoorbeeld stimuleren, en ervoor zorgen datcollega’s elkaar ontmoeten om het werk opelkaar af te stemmen. Er moet gezorgd wor-den voor een rustige sfeer van vertrouwen,vriendschap en verantwoordelijkheidsbesefzodat door de onderlinge eenheid en hetonderling begrip een echt kerkelijke stijl vanwerken ontstaat.

Financieel beheer

125. Mede met het oog op de burgerlijkeaansprakelijkheid is tegenwoordig hetbeheer van de bezittingen van het dioceesbijzonder belangrijk. Wil er waakzaamheiden ernst betracht worden in de financiëleadministratie van het diocees, zodat die ookals voorbeeld kan dienen voor andere dio-cesane instellingen, dan is daarvoor nodigdat binnen de diocesane beheersraden hetwerk verricht wordt door deskundige men-sen die van kerkelijke zaken op de hoogtezijn.

Dit is een van de belangrijkste eisen vanbestuur, om namelijk het algemeen belangvan het diocees en het gemeenschappelijkbezit te waarborgen en om de verplichtingvan actieve naastenliefde jegens armen enmissie na te komen.

Enige praktische kwesties in de particuliereKerk

126. Verschillende praktische kwesties,waarover reeds in andere paragrafen isgesproken, moeten hier bijeengezet wordenopdat de Synode, op basis van de inlichtin-gen uit de reacties op de Lineamenta, er denodige aandacht aan besteedt.

Vele Bisschoppenconferenties sprekenhet verlangen uit dat de bisschop de volledi-ge tijd aanwezig is in zijn diocees, aange-zien veelvuldige of langdurige afwezigheid

een bedreiging vormen voor de ordelijkevoortgang van de pastorale dienst.

Wanneer de bisschop steeds aanwezig isin zijn residentie of op bezoek bij parochies,zal het feit dat hij makkelijk bereikbaar isvoor priesters, religieuzen en leken, enbetrokken bij andere soorten van pastoralebezoeken, een garantie zijn voor stabiliteiten medeverantwoordelijkheid in de dage-lijkse uitoefening van zijn ambt. Zo ver-schijnt de bisschop als een voorbeeld vanduurzame dienstbaarheid aan zijn Kerk.

In andere reacties wordt erop aange-drongen dat de bisschop vast verbondenblijft aan het diocees waarvoor hij gekozenis, zodat hij in zijn doen en denken nogsterker ertoe wordt gebracht zich geheel tegeven aan de Kerk die hem door de bandvan trouw en echtelijke liefde werd toever-trouwd, en opdat problemen zoveel moge-lijk voorkomen worden, zoals daar zijn:slechts een oppervlakkige betrokkenheid bijhet diocees, het verlangen naar veranderingof om overgeplaatst te worden naar andereparticuliere Kerken met meer aanzien enminder moeilijkheden, of het ontbreken vaneen vaste lijn in pastorale plannen en initia-tieven.

Ook wordt aandacht gevraagd voor hetprobleem van bisdommen die lange tijd geenherder hebben, omdat er vertraging is bij debenoeming van bisschoppen. Als gevolgdaarvan ontstaan er moeilijkheden binnenhet presbyterium en onder het volk vanGod, omdat ze het bisschoppelijk dienst-werk van eenheid en communio moetenmissen.

Tenslotte wordt een enkele keer gespro-ken over het conflict tussen de burgerlijke enkerkelijke rechtspraak in processen waarbijkerkelijke personen betrokken zijn. In dereacties wordt vaak om publieke erkenningvan de kerkelijke wet gevraagd in dergelijkeprocessen. De bisschop zou de mogelijkheiden verantwoordelijkheid moeten krijgen om

Kerkelijke documentatie 2001 • 26064

203. A.w., 31.

204. A.w., 20.

205. Vgl. Ad gentesdivinitus, 38.

206. T.a.p.; vgl.Redemptoris mis-sio, 63.

207. Redemptorismissio, 11.

208. Vgl. Ad gen-tes, 9.

209. Vgl. Congre-gatie voor de Evan-gelisatie van deVolkeren, InstructieCooperatio Missio-nalis (1 oktober1998), in: AAS 91(1999), 306-324.

210. Vgl. Redemp-toris missio, 55;Johannes Paulus II,apostolische BriefTertio millennio

Page 63: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

tegen hen die aan zijn zorg zijn toever-trouwd, zo te kunnen optreden dat schan-daal wordt vermeden, en hij rechtvaardig enliefdevol zo goed mogelijk kan zorgen voorhet zielenheil, hetgeen de hoogste wet isvan de Kerk.196

Hoofdstuk V In dienst van hetevangelie voor de hoop van dewereld

In Jezus vieren wij het eeuwigejubileum van de Kerk

127. Het recent beëindigde Jubileum vanhet jaar 2000 heeft de Kerk en de wereld degelegenheid geboden op te zien naar Chris-tus die de blijde boodschap kwam aankon-digen aan de armen (vgl. Lc 4,16 e.v.). Doorde Vader gezonden kwam Hij iedereen totbekering opwekken, hoop geven aan demensheid, aan de mens zijn waardigheid alskind van God en zijn toekomstige heerlijk-heid openbaren. Door zijn werken, metname door zijn paasmysterie, heeft Hij deliefde zichtbaar gemaakt van God die demens zoekt, hem voor zichzelf duidelijkmaakt en inzicht geeft in zijn zeer hoge roe-ping.197

Heel het leven van Jezus was één jubi-leumtijd, waarin Hij de genade en vergiffe-nis van de Vader meedeelde, de weg derwaarheid toonde, en allen nabij kwam. Hijheeft het heil verkondigd en het voltrokkendoor zijn woorden, zijn werken en de uit-storting van de heilige Geest.

In het evangelieverhaal over Jezus vanNazaret herkent de Kerk een Messias vanhet jubileum, die zich in zijn leven totaalwegschenkt, aan allen de waarheid en hetleven schenkt, om bekering vraagt, en hetnieuwe gebod leert van de liefde die Hij aande wereld brengt als de wijze waarop de

Drie-eenheid is en handelt.Christus openbaart Gods wil dat alle

mensen gered worden. Door zijn menswor-ding heeft Hij zich met alle mensen, en doorzijn lijden en dood met iedere lijdende mensverenigd; door zijn verrijzenis wordt Hij debewerker van heil en hoop voor ieder men-senkind, dat bestemd is voor gemeenschapmet God in de heerlijkheid.

Vanaf Pinksteren zet de Kerk Jezus’ zen-ding met de genade van de heilige Geestvoort, en verkondigt dag in dag uit de blijdeboodschap en de verlossing van het kwaad.

Het heilswerk van de Kerk

128.In de geest van collegialiteit en hiërar-chische verbondenheid gaan alle bisschop-pen voort met deze verkondiging waarinJezus Christus centraal staat, ware God enware mens, de ene en enige Verlosser van dewereld.

Ofschoon ons de wegen onbekend zijnwaarlangs Christus zijn heilswerk verrichtbuiten de sacramentele structuren om vanzijn Lichaam, dat Lichaam waaraan Hij zelfhet werk van prediking en heiligmakingheeft toevertrouwd, gelooft de Kerk dat heelde mensheid aan Christus, de eerstgeborenevan de gehele schepping, toebehoort (vgl.Kol 1,15 e.v.).

Het hoopvolle uitzicht dat uiteindelijkgericht is op de verzoening van alles enallen in Christus, verlicht daarom de Kerk,die vrede en heil aankondigt “aan u dieveraf was en aan hen die dichtbij waren.Want door Hem hebben wij beiden in éénGeest toegang tot de Vader” (Ef 2,17-18);een Kerk die met vertrouwen de veelvuldigeheilsdialoog aangaat opdat ook de toekomstvan de geschiedenis zou toebehoren aan deHeer die gekend en bemind wordt als onzeBroeder en als openbaring van de liefde vande Vader. In het slotwoord zegt Gaudium etspes: “Op deze wijze zullen op de gehele

261 • 2001 Kerkelijke documentatie 65

adveniente (10november 1994),53.

211. Iustinus, Dia-logus cum Trypho-

Page 64: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

wereld de mensen tot een levende hoopworden gestimuleerd, die een gave van deheilige Geest is, zodat zij tenslotte eenmaalin de vrede en het hoogste geluk wordenopgenomen, in het vaderland dat straalt vande glorie van de Heer.”198

129. In de aanvang van dit millennium isde religieuze situatie zeer complex en dezending van de Kerk wordt er niet door ver-gemakkelijkt. De opkomst van grote gods-diensten als dragers van authentieke mense-lijke waarden vraagt dat de Kerk zerespectvol tegemoet treedt, om daarin hetplan van de éne goddelijke Verlosser tebegrijpen.

Het zijn niet meer alleen de grotewerelddelen waar de traditionele godsdien-sten een prominente rol spelen, maar tenge-volge van de immigratie die in de toekomstzeker nog verder zal groeien, en ook vanwe-ge de mobiliteit en de uitwisseling op eco-nomisch en cultureel gebied, leeft mentegenwoordig in een nieuwe multi-etnischeen multireligieuze situatie.

Terwijl met name in Azië, Afrika enOceanië de jonge Kerken met andere gods-diensten samenleven en ermee een nauweinterreligieuze dialoog onderhouden, verle-nen zij ook belangrijke missionaire onder-steuning in andere delen van het volk vanGod.

130. In de antwoorden op de Lineamentawijzen sommige Bisschoppenconferentieserop dat de Kerk aandacht dient te bestedenaan een in de geschiedenis niet onbekendverschijnsel, dat tegenwoordig een omvangheeft aangenomen als nooit tevoren. Hetgaat om nieuwe en talrijke volksverhuizin-gen. Deze scheppen nieuwe, concrete pas-torale problemen, zoals op het gebied vanevangelisering en interreligieuze dialoog, inhet bijzonder met hen die een niet-christe-lijke godsdienst belijden. Wat de katholieke

immigranten betreft, losgeraakt van hungeboortegrond en gewoonten hebben zij desteun nodig van priesters uit het land waar-uit ze afkomstig zijn, om hun geloof te steu-nen en te versterken.

Heel de Kerk moet zich dus opnieuwinzetten voor een nieuwe evangelisering;daarbij mag nooit vergeten worden uitdruk-kelijk te verkondigen dat de openbaring eenonmisbare gave is. De dialoog als middelom tot wederzijds verstaan te komen, moeter deel van uitmaken, en ook in en vóóralles het evangelisch getuigenis van metname de naastenliefde, als bezegeling vande verkondigde waarheid en basis voor dedialoog, opdat Christus in zijn volgelingenherkend kan worden. Daarnaast vraagt deonverkorte verkondiging van het heil dat deKerk zorg heeft voor alle waarachtige men-selijke waarden.

Dit zijn de uitgangspunten voor detaken van de Kerk; ze mag er niet vanafzien, de zin van leven en geschiedenis teverkondigen in het licht van het Christus-mysterie. Daarbij vertrouwt ze op de krachtvan het evangelie en de bijstand van de hei-lige Geest die door de verrezen Christuswordt geschonken om de waarheid en hetgoddelijk leven in volle omvang te openba-ren en tot stand te brengen.199

Oecumenische dialoog

131. Er is geen weg terug voor de betrok-kenheid van de Kerk bij de oecumenischedialoog voor de eenheid van de christenen,de kostbare vrucht van het werken van deheilige Geest. Deze dialoog beantwoordt aanhet gebed en de bedoelingen van de Heer(vgl. Joh 17,21-23), aan zijn offer op hetkruis om alle verstrooide kinderen bijeen tebrengen (vgl. Joh 11,52), aan de plicht vande Kerk te getuigen in de wereld (vgl. Ef4,4-5).

De bisschoppen delen in de bekommer-

Kerkelijke documentatie 2001 • 26266

ne, 11, in: PG 6,499; vgl. DominusIesus, 13-15.

212. Tweede Vati-caans Concilie,

Page 65: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

nis van de paus, neergelegd in het Concilie-decreet Unitatis redintegratio, en in de nieu-we inzet van de Kerk om te komen tot deeenheid van alle gedoopten, zoals ditbekrachtigd is door de Encycliek Ut unumsint als een opdracht die in het nieuwe mil-lennium voorop moet staan voor de hoopvan de wereld.200

In de lijn van de richtlijnen van de Hei-lige Stoel en in verbondenheid met zijn Bis-schoppenconferentie is iedere bisschopbevorderaar van de eenheid en apostel vangeestelijke oecumene en dialoog, door zijnbroederlijke contacten met Kerken en kerke-lijke gemeenschappen. Hij zal bevorderenwat positief is, maar tegelijk geen dubieuzeen overhaaste handelingen toelaten die deware oecumene door ongeduld schaden.

De bisschop zal onder zijn gelovigen hetvurig verlangen naar eenheid wekken datbrandde in Christus’ hart, vol hoop wach-tend op de genade van de communio metallen in de éne Kerk van Christus volgenshet plan van de heilige Geest.

In ieder diocees is aan de bisschop enzijn medewerkers de concrete taak opgedra-gen voor de oecumene ter plaatse;201 allerleiinitiatieven komen daarvoor in aanmerking,zoals de gebedsweek voor de eenheid van dechristenen, gemeenschappelijke gebedsdien-sten en getuigenis van het éne evangelievan Christus de Heer. Belangrijk zijn ook ‘dedialoog in het gewone leven’ en de oecume-ne van eenvoudige dagelijkse gebaren vancommunio en dienst die het hart en de geestvan de christenen dichter bij elkaar bren-gen.

De verkondiging van het evangelie

132. Nieuwe taken zijn aan de Kerk toege-vallen, want er zijn nieuwe maatschappelij-ke verschijnselen en culturele situaties,nieuwe terreinen voor evangelisering ennieuwe verplichtingen die voortvloeien uit

een dieper verstaan van het evangelie:bevordering van de vrede, ontwikkeling enbevrijding van de volkeren, erkenning vande rechten van de minderheden, verheffingvan de vrouw, nieuwe zorg voor kinderenen jongeren, heelheid van de schepping,bevordering van waarachtige cultuur,wetenschappelijk onderzoek dat de waardenvan het leven eerbiedigt, de dialoog onderde volkeren en nieuwe plannen op wereld-schaal.202

In deze maatschappelijke en culturelecontext wordt de eeuwige waarheid van hetevangelie van de hoop verkondigd in eennieuwe taal, met nieuw elan en toeleg, metnieuwe methodes, en vooral met de krachtdie uit de heiligheid van de Kerk en hetgetuigenis van haar eenheid voortvloeit.Deze taak is toevertrouwd aan hen die alsbisschop door de heilige Geest zijn uitgeko-zen om de Kerk van God te weiden (vgl.Hnd 20,28).

Missionaire actie en samenwerking

133. In navolging van Jezus van Nazaretdie het evangelie van de Vader verkondigde,wordt de bisschop bezield door de hoop diegelegen is in de verkondiging van de blijdeboodschap, en laat hij zijn dienstwerk overde grenzen heen reiken tot aan de gehelewereld, want zijn herderlijke zorg strekt zichuit tot alle mensen. De plaats die de bis-schop in de Kerk bekleedt en de zendingwaartoe hij geroepen is maken hem tot deeerst verantwoordelijke voor de blijvendemissieopdracht om het evangelie te brengennaar hen die Christus, de Verlosser van demensheid, nog niet kennen. De opdrachtvan de bisschop is nauw verbonden met zijnuniversele leerambt en zijn relatie met degemeenschap die hij in naam van Christusde Goede Herder leidt.

De zendingsopdracht die de verrezenHeer aan zijn apostelen heeft gegeven heeft

263 • 2001 Kerkelijke documentatie 67

Verklaring over degodsdienstvrijheidDignitatis huma-nae, 1; vgl. Domi-nus Iesus, 16-17.

213. Vgl. Redemp-toris missio, 5.

214. Vgl. Secreta-riaat voor de Een-heid der Christe-nen, Secretariaatvoor de Niet-Chris-tenen, Secretariaatvoor de Niet-Gelo-vigen en PauselijkeRaad voor de Cul-tuur, Voorlopigrapport Het ver-schijnsel van desekten of nieuwereligieuze bewegin-

Page 66: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

betrekking op alle mensen. In de persoonvan de apostelen “heeft de Kerk een univer-sele zending ontvangen die geen grenzenkent en het heil in heel zijn omvang betreft,volgens de volheid van leven die Christus iskomen brengen (vgl. Joh 10,10)”.203

Ook voor de opvolgers van de apostelenblijft de opdracht om het evangelie te ver-kondigen niet beperkt tot kerkelijk terrein;het evangelie is bedoeld voor alle mensen,en de Kerk zelf is het heilssacrament voorheel de mensheid. Ze is de “dynamischekracht op de weg van de mensheid naar heteschatologische Rijk, teken en bevorderaar-ster van de evangelische waarden onder demensen”.204 Daarom zullen de opvolgers vande apostelen altijd verantwoordelijk zijnvoor de verspreiding van het evangelie overde gehele aarde.

Bisschoppen worden niet alleen gewijdvoor een bepaald diocees, maar voor hetheil van de gehele wereld.205 Zowel als ledenvan het Bisschoppencollege als als afzon-derlijke herders van de particuliere Kerkenzijn ze samen met de bisschop van Romerechtstreeks verantwoordelijk voor de evan-gelisering van hen die Christus nog niet alsde enige Heiland erkennen noch op Hemhun hoop stellen.

in dit kader mag men niet het grote aan-tal missiebisschoppen vergeten die in verle-den en heden door hun heiligheid van levenen edelmoedige apostolische gedrevenheidde Kerk eer aandoen. Sommigen onder henhebben ook missie-instituten gesticht.

134. Als herder van een particuliere Kerk ishet de taak van de bisschop richting en lei-ding te geven aan de missieactiviteiten, enze te coördineren. Hij vervult zijn plicht omzijn particuliere Kerk van een missionairegeest te doordringen wanneer hij het mis-siewerk in zijn diocees begint, het bevorderten er leiding aan geeft. Dan “stelt de bis-schop de missionaire geest en ijver van het

volk van God tegenwoordig en maakt dezeals het ware zichtbaar, zodat het hele bis-dom missionair wordt”.206

In zijn ijveren voor de missieactiviteitentoont de bisschop ook hier dienaar en getui-ge te zijn van de hoop. De missie is zeerzeker “een nauwkeurige graadmeter voorons geloof in Christus en in zijn liefde voorons”;207 enerzijds brengt zij de mensen vanalle tijden tot een nieuw leven, maar daar-naast wordt ze door hoop bezield en is zezelf de vrucht van de christelijke hoop.

De verrezen Christus verkondigen bete-kent het verkondigen van Hem die eennieuw tijdperk begint in de geschiedenis.Daarmee verkondigen de christenen aan dewereld de blijde boodschap van een alom-vattend en voor iedereen bestemd heil datde kiemen bevat van een nieuwe wereld,waar leed en onrecht plaats zullen makenvoor vreugde en schoonheid. Daarom bid-den zij zoals Jezus hun leerde: “uw konink-rijk kome” (Mt 6,10). Tot slot, omdat de mis-sieactiviteit als hoogste doelstelling heeftieder mens het heil aan te bieden dat Chris-tus eens en voor al heeft geschonken, is demissieactiviteit in wezen gericht op deeschatologische voltooiing. Dankzij de mis-sieactiviteit neemt het volk van God inomvang toe, groeit het Lichaam van Chris-tus en wordt de Tempel van de Geest tot aanhet einde der tijden steeds groter.208

Bij dit begin van het derde millennium,terwijl we steeds meer beseffen dat het heilvoor alle mensen is bestemd en we zien datde verkondiging van het evangelie iederedag weer opnieuw vernieuwd moet worden,ziet de Kerk in, dat ze niet alleen haar mis-sionaire inspanning niet mag afzwakkenmaar ook alle krachten moet bundelen toteen nieuwe en verdergaande missionairesamenwerking waaraan alle opvolgers vande apostelen en hun particuliere Kerkenmeewerken.209

Kerkelijke documentatie 2001 • 26468

gen: een pastoraleuitdaging (7 mei1986), 10.

215. Vgl. Romeinsrituaal. Duivelsuit-drijvingen en enigegebeden (stan-daarduitgave);Congregatie voorde Geloofsleer,Instructio de Ora-tionibus ad Obti-nendam a DeoSanationem (14september 2000).

216. Vgl. Gaudiumet spes, 63.

217. Katechismusvan de KatholiekeKerk, 1818.

218. Vgl. Congre-gatie voor de

Page 67: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Interreligieuze dialoog en ontmoetingmet de andere godsdiensten

135. Als leraren van het geloof moeten debisschoppen voldoende aandacht bestedenaan de interreligieuze dialoog, boven allesaan de dialoog met de broeders en zustersvan Israël, het volk van het Eerste Verbond.

Iedereen beseft dat in de historischesituatie van deze tijd de interreligieuze dia-loog dringend noodzakelijk is geworden.Voor een groot aantal gemeenschappenimmers, zoals in Afrika en Azië, maakt deinterreligieuze dialoog praktisch een vastdeel uit van het dagelijks leven van gezin-nen, plaatselijke gemeenschappen, op hetwerk en in de openbare diensten. Voorandere gemeenschappen, zoals in West-Europa, en in ieder geval in traditioneelchristelijke landen, is dit een nieuw ver-schijnsel. Vanwege migratiebewegingenonder de volkeren, toerisme, maatschappe-lijke contacten en uit persoonlijke keuzekomt het ook daar steeds vaker voor dat degelovigen van verschillende godsdienstenen erediensten met elkaar in contact komenen vaak dicht bij elkaar wonen.

Paus Johannes Paulus II heeft eropgewezen dat de interreligieuze dialoogonderdeel is van de evangeliseringsopdrachtvan de Kerk, en behoort tot de oogmerkenvan Jubileum van het jaar 2000 en de doel-stellingen van het derde millennium.210

Onder de voornaamste redenen voor de dia-loog wijst het Decreet Nostra aetate op diewelke bij iemand opkomen bij het belijdenvan de christelijke hoop. Als door Godbeminde schepselen hebben alle mensenimmers in Hem een gemeenschappelijkeoorsprong, en in Hem is hun gemeenschap-pelijk laatste doel gelegen.

In deze dialoog valt er voor de christe-nen veel te leren. Toch moeten zij steedsgetuigen van hun hoop op Christus, deenige Heiland van de mens, en zich goed

houden aan hun plicht en vastbeslotenheidom zonder aarzelen het uniek karakter teverkondigen van Christus als Verlosser.Omdat Christus de vervulling is van allehoop stelt de christen op Hem, en op Hemalleen, zijn hoop. “Hij is de langverwachtevan hen die in ieder volk uitzien naar hetzichtbaar worden van de goddelijke goed-heid.”211 De gelovigen dienen bovendien dedialoog beginnen en voeren in de overtui-ging dat de énige ware godsdienst zichbevindt “in de katholieke en apostolischeKerk, die van de Heer Jezus de opdrachtheeft ontvangen deze godsdienst aan allemensen te verkondigen”.212

136. Iedere gelovige en iedere christelijkegemeenschap behoort de interreligieuze dia-loog te beoefenen, al is het niet steeds ophetzelfde niveau of even intens. Maar waarde omstandigheden het vragen of mogelijkmaken is het de plicht van de bisschop inzijn particuliere Kerk door zijn onderrichten herderlijke activiteit de gelovigen te hel-pen om de waarden, tradities en overtuigin-gen van de andere gelovigen te respecterenen te hoogachten, en daarnaast te zorgenvoor een degelijke en geschikte godsdiensti-ge vorming voor de christenen, zodat ze instaat zijn om vol overtuiging te getuigenvan de grote gave van het christelijk geloof.

De bisschop dient ook toe te zien op hettheologisch niveau van de interreligieuzedialoog wanneer deze in zijn eigen particu-liere Kerk mocht plaatsvinden, opdat nooitvoorbijgegaan wordt aan of niet uitdrukke-lijk gesproken wordt over het universele enunieke karakter van de verlossing die vol-trokken werd door Christus, de énige Ver-losser van de mens en degene die hetgeheim van God heeft geopenbaard.213

Alleen in samenhang met het geloof kanmen ook de geestelijke ervaringen engebedsvormen als ontmoetingen met Goddelen, vergelijken en verrijken.

265 • 2001 Kerkelijke documentatie 69

Geloofsleer,Instructie Christe-lijke vrijheid enbevrijding [Liberta-tis conscientia] (22maart 1986), 62.

219. Vgl. a.w., 60.

220. Vgl. JohannesPaulus II, Toespraakop de wereldge-bedsdag voor devrede (Assisi 27oktober 1986), 7,in: L’OsservatoreRomano (wekelijkseEngelse editie, 3november 1986), 3.

221. Gaudium etspes, 40.

222. Vgl. a.w., 76.

223. Vgl. a.w., 72,76.

Page 68: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

De interreligieuze dialoog heeft echter nietalleen betrekking op de leer; ze gaat ookover de vele dagelijkse ontmoetingen metallerlei soorten gelovigen in onderlingrespect en begrip. Het gaat om de dialoogvan het leven, waarin de gelovigen van deverschillende godsdiensten aan elkaargetuigen van hun eigen menselijke en gees-telijke waarden met de bedoeling vreedzaamsamen te leven en samen te werken aan eenrechtvaardiger en vriendelijker maatschap-pij. Als de bisschop een dergelijke dialoogstimuleert en aandachtig volgt dient hij degelovigen er steeds op wijzen dat dezebetrokkenheid haar grond vindt in de god-delijke deugden van geloof, hoop en liefde,en samen daarmee groter wordt.

Een bijzondere aandacht voor het ver-schijnsel van de sekten

137. Bij zijn zorg voor zijn gelovigen moetde bisschop duidelijk het gevaar beseffenvan de aantrekkingskracht die sekten enandere alternatieve bewegingen van allerleisoort en benaming kunnen uitoefenen opminder goed opgeleide mensen. Vaak gaathet om bewegingen die het katholiek geloofzoeken te ondermijnen, trachten te profite-ren van problemen op het gebied van maat-schappij en gezin, en mensen en hun gewe-ten naar hun hand willen zetten. Men zietzelfs een sterke toename van satanssektendie tegen het christendom zijn gericht enabnormale riten en vormen vertonen.

De sekten en hun wijze van doen moe-ten grondig worden bestudeerd, en er moetgebruik gemaakt worden van mensen die degelovigen zouden kunnen helpen wanneerdie ervan in de ban zijn geraakt of erdoorbedreigd worden. Een dergelijke hulp kan demensen weer hun zielenrust teruggeven enterugbrengen tot het geloof.214

Maar om tegen de invloed van deze sek-ten en bewegingen in te gaan zijn vooral

vitale en bezielde, echt christelijke, gemeen-schappen nodig die hoop weten te wekken,gemeenschappen dus waar men samen leeftvanuit het evangelie, waar men zich inzetvoor de missie, aandacht heeft voor deander, wederzijds hulpbetoon beoefent, endie door gebed en sacramenten een werke-lijke heilzame geestelijke plaats zijn voor demensen van onze wereld.

In de strijd tegen het kwaad en de Bozemoet de bisschop, overeenkomstig de kerke-lijke wet, vrome priesters van onbesprokengedrag aanstellen die toegerust zijn metwetenschap en wijsheid om als exorcist opte treden en te bidden om van God genezingte verkrijgen.215

Dialoog met mensen van anderelevensbeschouwingen

138. Omdat de Kerk de plicht heeft aan allemensen het evangelie en het heil in Christuste verkondigen, tracht zij op de meestgeschikte wijze het gesprek aan te gaan metmensen die andere religieuze overtuigingenzijn toegedaan. Vaak staan deze mensenopen voor de aantrekkingskracht van hetevangelie, voor de persoon van Jezus, voorde echt menselijke waarden van zijn predi-king en voorbeeld. Vaak verwachten zij datde Kerk een verhelderend woord zal spre-ken, vooroordelen zal overwinnen, zorgvul-dig zal zoeken naar de geloofwaardigewaarden van waarheid en gerechtigheid.Soms gevoelen zij een heimelijk verlangennaar het christendom waarin de redenen omte geloven en te hopen verenigd zijn, juistin een tijd dat na veel ontgoochelingen hetontbreken van het geloof veel mensen ervanweerhoudt over de drempel van de hoop testappen.

Daarom moet de bisschop in zijn parti-culiere Kerk bijeenkomsten bevorderen voormensen die op zoek zijn naar de waarheid,open staan voor de transcendente waarden

Kerkelijke documentatie 2001 • 26670

224. JohannesPaulus II, EncycliekCentesimus annus(1 mei 1991), 47.

225. Lumen gen-tium , 8.

226. Vgl. Gaudiumet spes, 22.

227. Vgl. Jubileumvan de Bisschoppen(Rome 6-8 oktober2000), boekje voorde deelnemers.

228. Vgl. JohannesPaulus II, Akte vanToewijding aan deHeilige MaagdMaria, 3-4, in:L’OsservatoreRomano (wekelijkseEngelse editie, 11oktober 2000), 7.

229. Lumen gen-tium, 68.

Page 69: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

van goedheid, rechtvaardigheid en schoon-heid, en die zich zorgen maken over demensheid van onze tijd. Het doel daarbij ishet gemeenschappelijk zoeken naar wegenom de menselijke waarden te bevorderen,speciaal door middel van de dialoog met dedeskundige vertegenwoordigers van cultuuren spiritualiteit.

Omdat hij de herder is van allen en ver-antwoordelijk voor de verkondiging van hetevangelie in de complexe situatie van onzemaatschappij, mag de bisschop niet verge-ten dat hij moet opkomen voor de rechtenvan de katholieke gelovigen en van de Kerk;vaak worden deze rechten op verschillendeplaatsen of in bepaalde maatschappelijke enpolitieke omstandigheden ontkend of aan-gevochten. Op momenten dat zijn gelovigenvervolgd of vijandig bejegend worden moetde bisschop als hun steun en toeverlaat aanhen hoop geven door onwankelbaar tegetuigen van de waarheid en door zijnonbesproken gedrag.

Aandacht voor nieuwe maatschappelij-ke kwesties en nieuwe vormen vanarmoede

139. Een bij uitstek geschikte gelegenheidom de hoop te verkondigen is de zorg voorde armen, beoefend binnen deze, onze,samenleving, waarbinnen, zoals het TweedeVaticaans Concilie gezegd heeft, de mensontwerper, centrum en doel is van het gehe-le sociaal-economisch leven.216 Vandaar dezorg van de Kerk om vooruitgang niet inpuur financiële zin te verstaan, maar veeleerals iets dat op de hele mens betrekkingheeft.

De christelijke hoop is zeer zeker gerichtop het Rijk der hemelen en het eeuwigeleven. Deze eschatologische bestemmingbetekent echter niet dat men zich minderzou moeten inspannen voor de vooruitgangvan de aardse stad, maar ze geeft daaraan

zin en kracht, terwijl “het vuur van de hoopbeschermt tegen egoïsme en leidt naar hetgeluk van de liefde”.217 Aardse vooruitgangen groei van het Koninkrijk staan niet losvan elkaar, want de roeping van de mens tothet eeuwige leven, ontslaat hem niet alleenniet van de opdracht om de van de Schepperontvangen krachten aan te wenden voor deontplooiing van zijn leven in deze wereld,maar maakt die nog dringender.

140. Het ligt niet op de weg van de Kerk omoplossingen aan te bieden voor economi-sche en sociale vraagstukken, maar in haarleer vindt men een reeks grondbeginselendie onontbeerlijk zijn voor het opbouwenvan een rechtvaardig maatschappelijk eneconomisch systeem. Ook op dat gebiedheeft de Kerk een evangelie te verkondigendat door iedere bisschop in zijn particuliereKerk moet worden uitgedragen door aan teduiden dat de kern ervan de zaligsprekingenzijn.218

Aangezien de liefde voor de naaste ietsheel concreets is dient de bisschop in zijndiocees geschikte initiatieven te stimuleren,en individuen of groepen aan te sporeneventuele apathie, passiviteit en egoïsme teoverwinnen. Ook is het van belang dat debisschop door zijn prediking ieders gewetenwakker schudt en opwekt om door actievesolidariteit en door middel van de hem tendienste staande middelen de naasten metkracht te verdedigen tegen alles wat demenselijke waardigheid aantast. Hierbijmoet de bisschop de gelovigen er steeds aanherinneren dat Christus aanwezig is in iede-re arme en in iedere mens in nood (vgl. Mt25,31-46). Het beeld zelf van de Heer alsRechter aan het eind van de tijden houdt debelofte in van een uiteindelijk volmaaktegerechtigheid voor levenden en doden, voorde mensen uit alle tijden en van overalafkomstig.219

267 • 2001 Kerkelijke documentatie 71

Page 70: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

Lijdende mensen nabij zijn

141. Omdat hij vader en verdediger is vande armen heeft de bisschop de plicht debeoefening van de naastenliefde te inspire-ren door zijn voorbeeld, door werken vanbarmhartigheid en gerechtigheid, dooreigen bemoeienissen, maar ook door breedopgezette solidariteitsprogramma’s.

Onder de verplichtingen van de bis-schop op het gebied van de caritas in onzetijd noemen de reacties op de Lineamentaonder andere de volgende.

Met de hulp van mensen die deskundigzijn op het gebied van het ziekenpastoraatverkondigt iedere herder in zijn diocees hetevangelie in het kader van de lichamelijkeen geestelijke gezondheidszorg. De gezond-heidszorg heeft een bijzondere plaats inonze samenleving. Geneeskunde op mense-lijke schaal, verzorging van zieken en bij-stand aan lijdende mensen doen de volge-lingen van Jezus denken aan de meelevendegestalte van Christus heelmeester naar zielen lichaam, en aan de gezaghebbendewoorden van de opdracht die Hij gaf:“Genees zieken” (Mt 10,8).

In het hart en leven van een bisschopmoet er een bijzondere plaats zijn voor deorganisatie en voortdurende stimuleringvan deze sector van de pastoraal.

Bevorderaar van gerechtigheid envrede

142. Wanneer gesproken wordt overgerechtigheid en liefde voor de naaste denktmen spontaan aan vrede: “De vrucht van degerechtigheid wordt in vrede gezaaid voorhen die vrede stichten” (Jak 3,18). De Kerkverkondigt de vrede van Christus, de Vre-desvorst, die “gelukkig” genoemd heeft “hendie vrede brengen, want zij zullen kinderenvan God genoemd worden” (Mt 5,9). Dit zijnniet alleen de mensen die weigeren geweld

als iets normaals te beschouwen, maar ookzij die zich moedig inspannen om alles watde vrede belemmert uit de weg te ruimen.Deze vredesactivisten beseffen heel goed datvrede begint in het hart van de mens. Daar-om ageren ze tegen het egoïsme waardoormen anderen niet weet te zien als broedersen zusters van de éne mensenfamilie. Zeworden daarbij ondersteund door hun hoopop Jezus Christus, de schuldeloze Verlosser,wiens lijden een onuitwisbaar teken is vanhoop voor de mensheid. Christus is de vrede(vgl. Ef 2,14) en de mens zal geen vrede vin-den zo hij Christus niet ontmoet.

Vrede is ieders verantwoordelijkheid.Deze manifesteert zich in duizend kleinehandelingen in het leven van iedere dag. Inhun dagelijkse omgang met anderen latende mensen zien of ze vóór of tegen vredezijn. Vrede wacht op haar profeten en opmensen die vrede scheppen.220 Deze bouwersaan vrede mogen absoluut niet ontbreken inde kerkelijke gemeenschappen waarvan debisschop de herder is.

De bisschop moet dus alle gelegenhedenaangrijpen om in de harten het verlangennaar eendracht aan te wakkeren, en om testimuleren dat mensen zich eensgezindinzetten voor gerechtigheid en vrede. Het iseen moeilijke opdracht die vraagt om toe-wijding, volhouden, en een indringendevredesvorming, vooral gericht op de jongegeneraties, zodat zij zich met hernieuwdevreugde en christelijke hoop inzetten voorhet bouwen aan een meer vreedzame envriendelijke wereld. Zich inspannen voorvrede is ook een van de voornaamste takenvan de evangelisering. Daarom is het bevor-deren van een eerlijke cultuur van gesprekmet elkaar en van vrede een fundamenteleplicht in de pastorale activiteit van een bis-schop.

143. De bisschop is de stem van de Kerk, diedoor zijn evangeliseringsactiviteit alle men-

Kerkelijke documentatie 2001 • 26872

Page 71: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

sen oproept en bijeenbrengt. Hij werkt altijdop een concrete manier opdat zijn verstan-dig en evenwichtig woord gehoor krijgt bijhen die op politiek, maatschappelijk en eco-nomisch gebied verantwoordelijk zijn, en zede rechtvaardigste oplossingen zoeken voorde problemen in de burgerlijke samenle-ving.

De omstandigheden waarin de herdershun opdracht op dit terrein vervullen zijnvaak zeer moeilijk, zowel voor de evangeli-sering als voor de maatschappelijke ontwik-keling van de mensen. Vooral deze omstan-digheden laten zien hoezeer en in welkevorm het bisschopsambt vraagt tot lijdenbereid te zijn. Maar zonder een dergelijkebereidheid kan de bisschop zijn opdrachtniet vervullen. Hij moet dus een groot ver-trouwen hebben in de verrezen Heer en zijnhart dient vol te zijn van de “hoop die nietwordt teleurgesteld” (Rom 5,5).

Hoeders van de hoop, getuigen van deliefde van Christus

144. De christenen vervullen een van Chris-tus ontvangen profetische opdracht wan-neer zij ernaar streven de hoop te doen ont-kiemen in de wereld. Daarom wijst hetTweede Vaticaans Concilie erop dat de Kerk“gelijke tred houdt met de gehele mensheiden in deze wereld dezelfde aardse lotgeval-len meemaakt. Daarin is zij als het zuurdeegen als de ziel van de menselijke gemeen-schap, om haar in Christus te vernieuwen entot een familie van God om te vormen.”221

Tot de plicht om het evangelie te ver-kondigen waartoe de Kerk door de Heergeroepen is, behoort ook dat men zich voorde hele wereld en de problemen, verlangensen verwachtingen daarvan verantwoordelijkweet. Dit gaat iedere bisschop persoonlijkaan en maakt hem gevoelig voor de ‘teke-nen van de tijd’ opdat hij bij de mensen eennieuwe hoop kan wekken. Daarbij handelt

hij als dienaar van de Geest die ook in onzetijd, in het begin van het derde millennium,steeds grote dingen tot stand blijft brengenopdat het aanschijn van de aarde wordt her-nieuwd. In navolging van de Goede Herdergeeft de bisschop aan welke weg de mensmoet volgen, en evenals de barmhartigeSamaritaan buigt hij zich over hem heen omzijn wonden te verzorgen.

145. De mens is in wezen ‘iemand vol ver-wachting’. Maar toch is het waar dat in ver-schillende delen van de aarde talrijkegebeurtenissen hem sceptisch en achterd-ochtig zouden kunnen maken, want hoevaak niet wordt tegenwoordig de hoopgetart! Maar in het mysterie van het kruisen de verrijzenis van haar Heer vindt deKerk de grond voor de ‘gezegende hoop’.Daar vindt zij de kracht om zich blijvend indienst te stellen van de mensen en van iedermens afzonderlijk.

Het evangelie waarvan de Kerk de die-naar is, is een boodschap van vrijheid, eneen kracht tot bevrijding die de illusies envalse verwachtingen ontmaskert en tegelijkde meest waarachtige verlangens van demens in vervulling doet gaan. En het kern-punt van deze verkondiging is dat Christusdoor zijn kruis en verrijzenis en door degave van de heilige Geest nieuwe wegenvan vrijheid en bevrijding voor de mensheidheeft geopend.

Een aantal van de taken en activiteitenwaarbij de bisschop zijn gemeenschap lei-ding dient te geven, bieden bijzonderemogelijkheden om de kracht van het evan-gelie te doen blijken en duidelijke tekenenvan hoop te geven. Het gaat daarbij in hetbijzonder om die taken en activiteiten diesamenhangen met de sociale leer van deKerk; deze leer staat niet buiten de christe-lijke boodschap maar vormt er een wezen-lijk onderdeel van, want ze houdt ons voorwat de onmiddellijke consequenties van het

269 • 2001 Kerkelijke documentatie 73

Page 72: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

evangelie zijn voor het maatschappelijkleven. Het magisterium heeft zich er meer-dere keren over uitgesproken, en deze leeruiteengezet in het licht van het paasmyste-rie, waaruit de Kerk steeds de waarheidafleidt over de geschiedenis en de mens-heid; daarbij werd erop gewezen dat hetvervolgens de taak is van de particuliereKerken om in verbondenheid met de Stoelvan Petrus aan deze leer concrete vorm tegeven.

146. Deze lijst van taken en activiteitenbegint met de relatie van de Kerk met deburgermaatschappij en het politieke leven.Wat dit betreft is het duidelijk dat de zen-ding van de Kerk een religieus karakterheeft, en dat bij haar werk de verkondigingvoorop staat van Jezus Christus, de enigeNaam “waardoor wij ons kunnen laten red-den” (Hnd 4,12). Daaruit volgt onder anderehet door het Tweede Vaticaans Conciliebevestigde onderscheid tussen de politiekegemeenschap en Kerk. Op eigen terrein zijnze autonoom en onafhankelijk, maar beidezijn zij dienstbaar aan de persoonlijke enmaatschappelijke roeping van dezelfdemensen.222

Daarom kan de Kerk die volgensopdracht van de Heer openstaat voor allemensen van goede wil, geen concurrent zijnvan het politieke leven, nu niet en ook nietin de toekomst. Maar evenmin houdt zijzich afzijdig van de problemen van hetmaatschappelijk leven. Terwijl ieder blijftbinnen zijn bevoegdheden betreffende degehele ontplooiing van de mens, kan deKerk naar oplossingen zoeken voor proble-men op wereldlijk gebied, met name ingevallen waarin de waardigheid van demens wordt aangetast en grondrechten wor-den geschonden.

147. In dit kader staat ook het werk van debisschop, die de autonomie van de staat

erkent en daarom de verwarring vermijdttussen geloof en politiek en zich liever indienst stelt van aller vrijheid. Hij onthoudtzich van alles wat ertoe zou kunnen leidendat het geloof gelijk gesteld zou worden aaneen bepaalde vorm van politiek, maar zoektvóór alles het Koninkrijk van God. Hij beoe-fent zo een waarachtige en zuivere liefde,door zijn broeders en zusters bij te staan en,gedreven door naastenliefde, werken vangerechtigheid te verrichten. Op die wijzetreedt hij op als behoeder van het transcen-dent karakter van de mens en als een tekenvan hoop.223 De specifieke bijdrage die debisschop op dit gebied kan leveren is dezelf-de als die van de Kerk namelijk “de visie opde waardigheid van de mens, welke zich tenvolle openbaart in het mysterie van hetmens geworden Woord”.224

De autonomie van de politieke gemeen-schap betekent niet dat ze zich niet zoumoeten laten leiden door morele beginselen;een politiek zonder morele achtergrond leidtonvermijdelijk tot verwording van hetmaatschappelijk leven, tot schending van dewaardigheid en rechten van de mens. Daar-om vindt de Kerk het bijzonder belangrijkdat de politiek door dienstbaarheid aanmens en samenleving gekenmerkt blijft, ofeventueel weer wordt. Aangezien bovendiende lekengelovigen rechtstreeks op politiekgebied actief moeten zijn moet de bisschophen helpen bij het bespreken van hun pro-blemen en bij het nemen van hun eigenbeslissingen in het licht van het Woord derWaarheid. Hij moet ook voor hun vormingzorgen en die begeleiden, opdat zij bij dekeuzes die ze maken, zich oprecht laten lei-den door de zorg voor het algemeen belangvan de samenleving waarin zij leven, vanalle mensen samen en van ieder persoonlijk.Zo moet de bisschop ook benadrukken dater harmonie moet zijn tussen de openbareen persoonlijke moraal.

Kerkelijke documentatie 2001 • 27074

Page 73: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

De stoet van getuigen en het ankervan de hoop

148. Als volgeling en getuige van Christusin dit begin van de eeuw en van het millen-nium heeft de bisschop de taak om evenalsJezus het koninkrijk van de Vader in hoopte verkondigen, gestalte te geven en tebevorderen.

Vast geworteld in zijn geloof, “de vastegrond voor wat wij hopen, het bewijs vanwat wij niet zien” (Heb 11,1), is hij gereedzijn volk te doen voortgaan zoals Israël inde woestijn, levend beeld van de pelgrims-tocht van de Kerk door de tijd “dwars doorde vervolgingen van de kant van de werelden de vertroostingen van de kant van Godheen”.225 Met zijn blik gericht op Christus inwie het geloof zijn oorsprong en voltooiingvindt, en ondersteund door de stoet van degetuigen van geloof en hoop wordt de bis-schop de geloofwaardige getuige van Godstrouw te allen tijde. Vandaar dat de Kerkaan het einde van de eeuw en van het mil-lennium de geloofsgetuigen van de twintig-ste eeuw oecumenisch heeft willen herden-ken als mensen die voor de nieuwegeneraties boodschappers zijn van de chris-telijke hoop.

In een heel de aardbol omvattendewereld verkondigt de bisschop communioen solidariteit, eenheid en verzoening. Ineen samenleving op zoek naar de zin vanhet leven biedt hij het bevrijdend woord vanhet evangelie, het woord van waarheid datde mens perspectief biedt over de doodheen, en dat de paden van het leven verlichtmet het licht van Christus’ paasmysterie.226

Door zich vast te klampen aan de hoopals aan een veilig en sterk anker (vgl. Heb6,18 e.v.) gaat de bisschop zijn volk vol ver-trouwen voor als dienaar van het evangelievan Jezus Christus voor de hoop van dewereld.

Tot slot

149. Van 6 tot 8 oktober 2000 hebben debisschoppen uit de gehele wereld in verbon-denheid met de paus hun jubileum in eensfeer van bekering en gebed gevierd, waar-bij zij zich lieten leiden door het onderwerpvan de komende gewone Algemene Verga-dering van de Bisschoppensynode: De bis-schop: dienaar van het evangelie van JezusChristus voor de hoop van de wereld.227

Zoals werd opgemerkt was het sinds hetTweede Vaticaans Concilie de eerste keer datzoveel bisschoppen uit de gehele wereld bij-een waren gekomen om samen momentenmee te maken van oprechte jubileumspiritu-aliteit: de boetedienst in Sint Jan van Late-ranen, de missieviering in Sint Paulus bui-ten de muren, het rozenkransgebed in dePaulus VI-gehoorzaal, en de ontmoetingenmet de paus, met name de plechtige eucha-ristische concelebratie op zondag 8 oktober,hoogtepunt van het jubileum van de bis-schoppen.

De Mariaverering waarvan het hoogte-punt het eerbetoon was aan het beeld vande Maagd van Fatima die de woeligegeschiedenis van de Kerk tijdens de twintig-ste eeuw over de paden van de hoop heeftgeleid, gaf aan deze jubileumbijeenkomsteen bijzonder karakter. De paus zei bij her-haling het gevoel te hebben dat de opvol-gers van de apostelen teruggekeerd warennaar de Avondmaalszaal op Pinksterensamen met Maria, Jezus’ moeder.

150. Bij deze bijzondere gelegenheid ver-trouwde Johannes Paulus II in een bijzonderontroerend gebed de vruchten van het Jubi-leum en de zorgen van het nieuwe millenni-um toe aan Maria.

In dit gebed stonden de verwachtingenvoor de toekomst centraal, in de zekerheiddat Christus de Heer de enige Heiland is, endat de Geest van waarheid voor de Kerk de

271 • 2001 Kerkelijke documentatie 75

Page 74: De bisschop: dienaar van het evangelie van Jezus Christus ... · het synodethema hebben dus betrekking op de verkondiging van het evangelie van Christus omwille van de hoop van de

onmisbare bron is van leven.De paus herinnerde aan de grote ont-

wikkelingen in een mensheid die staat opeen historisch kruispunt; daarnaast wees hijook op de noden van de allerzwaksten: nogongeboren kinderen, of kinderen die inarmoede en ellende geboren worden, jongemenen zoekend naar de zin van hun leven,mensen zonder werk of mensen die lijdenonder honger en ziekte, gebroken gezinnen,aan hun lot overgelaten bejaarden, eenzamemensen zonder uitzicht.228

Wat in de verwachtingen van de mens-heid op het spel staat is de waarde zelf dieaan het leven van de mens wordt gehecht,een waarde die de Kerk moedig verdedigt envoorhoudt tegenover alles wat haarbedreigt. Daarbij verlaat zij zich op de Godvan het leven en op de Moeder van Hem diede weg is, de waarheid en het leven.

In de woorden van Petrus’ opvolger enin zijn smeekbede voor de mensheid, hoor-den wij opnieuw het gebed voor een werelddie op zoek is naar redenen om te gelovenen te hopen.

Als logisch gevolg zullen de bisschop-pen bijeenkomen in de aanstaande Vergade-

ring van de synode om de hoop te verkondi-gen op Christus en op het werken van deGeest ten behoeve van de toekomst van deKerk en van de mensheid.

Van Maria, de eenvoudige dienstmaagddie zich aan God heeft toevertrouwd, leertde Kerk het evangelie te verkondigen vanheil en hoop. In het Magnificat horen we dezekerheid weerklinken van alle armen vande Heer die op zijn woord hopen. In haar, devrouwe die bekleed is met de zon en tenhemel is opgenomen aan de zijde van haarverrezen Zoon, vindt de Kerk de waarborgvoor de beloften die de Heer heeft gedaanaan de mensheid, die geroepen is om uitein-delijk te zegevieren over kwaad en dood.Tot haar, die tot aan de dag dat de Heerkomt, hier op aarde het lichtend teken isvan de vaste hoop en de vertroosting vanhet pelgrimerende volk van God,229 richt deKerk haar gebed, en roept haar aan als moe-der van de hoop en eersteling van dekomende wereld.

Vertaling: F. van Voorst tot Voorst s.j.

Kerkelijke documentatie 2001 • 27276