DE ASSOCIATIE TUSSEN SITUATIONELE KENMERKEN EN · PDF file Abstract Huidige masterproef...
date post
17-Oct-2020Category
Documents
view
2download
0
Embed Size (px)
Transcript of DE ASSOCIATIE TUSSEN SITUATIONELE KENMERKEN EN · PDF file Abstract Huidige masterproef...
DE ASSOCIATIE TUSSEN
SITUATIONELE KENMERKEN EN
BORDERLINE SYMPTOMEN IN HET
DAGELIJKSE LEVEN
Aantal woorden: 15 376
Marie Arts Studentennummer: 01302954
Promotor: Dr. Lize Verbeke
Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de klinische psychologie
Academiejaar: 2018 – 2019
“Ondergetekende, Marie Arts, geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden.”
Voorwoord
Deze scriptie is het kroonstuk van mijn opleiding tot master in de klinische psychologie.
Het schrijven van een masterproef doe je niet alleen. Ik wil dan ook graag van de gelegenheid
gebruik maken enkele mensen te bedanken voor de steun en de hulp. In de eerste plaats wil ik
mijn promotor, Dr. Lize Verbeke, bedanken om mij steeds op een enthousiaste en constructieve
manier feedback te geven en mijn scriptie kritisch te evalueren. Haar richtinggevend advies
betekende voor mij een enorme steun. Vervolgens wens ik mijn ouders te bedanken voor de
kans die zij mij gaven deze opleiding aan te vatten en de voortdurende interesse die zij toonde
in wat ik deed. Tot slot wil ik graag alle participanten bedanken voor de tijd en inzet die zij
gewijd hebben aan het invullen van de vragenlijsten. Zonder hun medewerking zou dit
onderzoek niet mogelijk geweest zijn.
Abstract
Huidige masterproef onderzoekt de associatie tussen situationele kenmerken en
borderline symptomen in het dagelijkse leven. De studie naar deze trigger-specifieke
verbanden, waarrond Miskewicz et al. (2015) reeds evidentie vonden, gebeurt aan de hand van
een dataset die verzameld werd in 2016. Deze steekproef bestaat uit 319 jongvolwassenen,
waaronder 136 mannen (39%) en 193 vrouwen (61%). De groep jongvolwassenen werd
gevraagd een persoonlijkheidsvragenlijst in te vullen en vervolgens 2 weken lang elke dag een
rapportage te maken van de situaties waarin ze zich die dag bevonden en de borderline
symptomen die ze die dag ervaarde. Door middel van deze dataset wordt onderzocht of
borderline pathologie getriggerd wordt door bepaalde situaties, en of we eveneens trigger-
specifieke verbanden kunnen terugvinden. Deze studie toont eerst en vooral aan dat de
kwetsbaarheid voor borderline persoonlijkheidsstoornis samenhangt met het ervaren van
bepaalde situaties. Zo kan er geconcludeerd worden dat personen met een grotere
trekkwetsbaarheid voor borderline enerzijds vaker negatieve situaties rapporteren en anderzijds
minder vaak positieve situaties rapporteren. Verder stelt het onderzoek vast dat de
kwetsbaarheid voor borderline positief gecorreleerd is met alle borderline symptoomfacetten,
behalve riskant gedrag. Eveneens wat betreft de trigger-specifieke verbanden wordt evidentie
gevonden. Zo constateren we dat het ervaren van negatieve situaties positief samenhangt met
het rapporteren van borderline symptomen, dat het ervaren van positieve situaties negatief
samenhangt met het rapporteren van borderline symptomen, en dat het ervaren van
typische/passieve situaties positief samenhangt met het rapporteren borderline symptomen in
het dagelijkse leven. Tot slot toont huidige studie aan, in tegenstelling tot voorgaand onderzoek,
dat er geen significante interactie-effecten van BPS-trekkwetsbaarheid bestaan, wat impliceert
dat alle personen op het borderline spectrum deze associatie tussen situationele dimensies en
borderline symptomen even sterk ervaren.
Inhoudsopgave
Inleiding 1
Borderline Persoonlijkheidsstoornis 2
Symptomatologie 2
Relaties 2
Emoties 2
Impulsiviteit 3
Zelfbeeld en denken 3
Categoriaal perspectief 3
Dimensioneel perspectief 4
Prevalentie 6
Impact op functioneren 6
BPS en intra-individuele variabiliteit 8
Etiologie 9
Situationele kenmerken 10
Trigger-Contingentie Benadering 14
Huidige masterproef 17
Methode 20
Steekproef en procedure 20
Meetinstrumenten 21
PID-5 21
Dagelijkse rapportage 22
Statistische analyses 24
Resultaten 25
Het verband tussen BPS-trekkwetsbaarheid en situationele dimensies 26
Het verband tussen BPS-trekkwetsbaarheid en real-life BPS-symptomen 28
Het verband tussen situationele dimensies en real-life BPS-symptomen 29
Het effect van BPS-trekkwetsbaarheid op het verband tussen situationele
dimensies en BPS-symptomen 30
Discussie 35
Interpretatie resultaten 35
Beperkingen, sterktes en suggesties voor toekomstig onderzoek 41
Implicaties 43
Conclusie 44
Referentielijst 45
1
Inleiding
De vraag naar het ontstaan van borderline persoonlijkheidsstoornis wordt binnen de
zorgsector geregeld gesteld. George en Engel introduceerden in 1980 het biopsychosociale
model, wat veronderstelt dat de interactie tussen biologische, psychologische en sociale
risicofactoren een belangrijk aandeel heeft in de ontwikkeling van psychische stoornissen. Dit
model lijkt eveneens van toepassing te zijn op persoonlijkheidsstoornissen, gezien hun
complexe en multidimensionale etiologie (Tyrer, 1988). Naar deze etiologische samenhang
werd doorheen de jaren reeds verschillende keren onderzoek gedaan. Zo bevestigden
verscheidene onderzoekers dat de kennis rond zowel de persoon, als de situatie essentieel zijn
om gedrag bij mensen te kunnen begrijpen (Epstein & O’Brien, 1985; Fleeson, 2004; Funder,
2001, 2006; Mischel, 1999; Reis, 2008). In het verleden werd voornamelijk rond de psychologie
van een persoon reeds veel onderzoek gedaan. Er werd evidentie gevonden voor het feit dat
persoonlijkheidstrekken sterk beïnvloed worden door de genetische aanleg (Plomin et al., 1990;
Tellegen et al., 1988). Anderzijds vonden Lieb, Zanarini, Schmahl, Linehan en Bohus in 2004
evidentie voor de rol die de omgeving speelt in het handelen van een persoon, en meer specifiek
in het ontwikkelen van borderline persoonlijkheidsstoornis. Vanuit het centrale idee dat de
manifestatie van persoonlijkheidsstoornissen, net als alle gedrag, steeds ingebed is in een
bepaalde situatie en hier niet los van staat, wordt binnen deze masterproef vertrokken.
Recentere studies hebben, via het introduceren van de trigger-contingentie benadering,
aangetoond dat elementen uit een bepaalde situatie ook een uitlokkende functie kunnen hebben
en borderline symptomen kunnen triggeren (Miskewicz et al., 2015). Daarnaast hebben
verschillende onderzoekers zich nader verdiept in het in kaart brengen van een taxonomie van
situationele kenmerken en hoe deze van invloed zijn op het gedrag van een individu (Rautmann
et al., 2014; Parrigon, Woo, Tay, & Wang, 2017). Bovenstaande bevindingen vormen in feite
de basis van deze masterproef. We gaan in huidig onderzoek aan de hand van recente
2
situationele taxonomieën de link tussen situaties en borderline symptomen onderzoeken,
gebruikmakend van gegevens bekomen via een vragenlijstonderzoek en een 14-daagse
zelfrapportage. Om dit verband te kunnen omschrijven is het aangewezen om borderline
persoonlijkheidsstoornis, situationele taxonomieën en de trigger-contingentie benadering eerst
in een breder kader te situeren.
Borderline Persoonlijkheidsstoornis
Symptomatologie. Borderline persoonlijkheidsstoornis, ook wel aangeduid met de
afkorting BPS, is een persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt door een persistent aanwezig
patroon van instabiliteit. Deze instabiliteit komt onder andere tot uiting in emotieregulatie,
impulscontrole, interpersoonlijke relaties en zelfbeeld (Lieb et al., 2004). Swaen & Sterk (2003)
beschrijven uitgebreid hoe het typerende instabiele, onzekere gedrag van BPS-patiënten zich
uit op 4 specifieke gebieden.
Relaties. Mensen met BPS slagen er moeilijk in stabiele relaties met mensen aan te
gaan. Hun contacten met anderen zijn vaak zeer intens en kennen veel ‘ups’ en ‘downs’. Hierin
spelen enerzijds hun angst om verlaten te worden, maar anderzijds ook hun angst voor het
beklemmende gevoel van een interpersoonlijke relatie een grote rol. Dit veroorzaakt hun
typerend gedrag van aantrekken en afstoten binnen relaties.
Emoties. Daarnaast vertonen ze ook op het gebied van emoties instabiel gedrag. Het is
voor mensen met BPS een hele opgave een gelijkmatige stemming te behouden. Ze kunnen
plots overgaan van een goede periode naar een depressieve, angstige of agressieve periode
zonder enige zichtbare aanleiding. Dit kan geweld tegen zichzelf, in de vorm van automutilatie
of zelfs een zelfmoordpoging, tot gevolg hebben. Hun gebrek aan emotie-regulatie is niet steeds
vanuit woede gedreven, maar kan ook door een intens en aanhoudend gevoel van leegt