c jaargang 12 nummer 4 december 2015 ogiscope van ... · Vooraankondiging symposium Duurzaam...
Transcript of c jaargang 12 nummer 4 december 2015 ogiscope van ... · Vooraankondiging symposium Duurzaam...
Themanummer vluchTelingen
– Bootvluchtel ing in ‘bang Neder land’
– Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtel ingen – voor kennis en expert ise
– Krachten en kwetsbaarheden van jonge v luchtel ingen
– Traumabehandel i ing bi j v luchtel ingen: wees a lert op stereotyper ing
c o g i s c o p e 04
15
co
gi
sc
op
e
T i j d s c h r i f T o v e r g e v o l g e nva n s c h o k k e n d e g e b e u r T e n i s s e n
co
gis
co
pe
0415
0415
s c h o l i n g
j a a r g a n g 1 2 n u m m e r 4 d e c e m b e r 2 0 1 5
21 januari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: OegstgeestSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
12 februari 2016Politie verwijzersdag (voor leidinggevenden)[email protected]
16 februari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: DiemenSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
9 maart 2016Empathie. Het geheime wapen in de psychotherapie en de hulpverleningwww.sympopna.nl
10 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampen – Symposium over psychosociale ondersteuning aan vluchtelingen(voor gemeenten, scholen, vrijwilligersorganisaties)[email protected]
11 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampenArq voorjaarssymposium over Kind, gezin en psychotrauma(voor behandelaren)[email protected])
21 maart 2016International Disaster Psychosocial (DPS) Conferencewww.dpsconference.ca
14-16 april 2016ESTD conferentie: Trauma, dissociation and affect dysregulation across the lifespanwww.estd2016.org
15 april 2016Congres positieve psychologie over veerkrachtwww.trimbos.nl
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: OegstgeestSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: DiemenSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
25-27 mei 2016European conference on child abuse and neglectwww.euccan.eu
27 mei 2016Politie verwijzersdag(voor bedrijfsartsen, eenheids-psychologen, bmw’ers, zorg-regisseurs, arbeidsdeskundigen en case-managers PTSS)[email protected]
juni 2016Vooraankondiging symposium Duurzaam inzetbaar voor zieken[email protected]
17-19 juni 201617th EMDR Europe Conferencewww.emdr2016.eu
21 juni 2016Refereerbijeenkomst Autisme en traumaLocatie: DiemenSpreker: drs. Bram Bijleveld en [email protected]
18-22 juli 2016Summer School Complex trauma en complexe PTSS: diagnostiek en behandelingwww.utrechtsummerschool.nl
a u T e u r s i n s T r u c T i e c o g i s c o p e 0 4 1 5 65
behoefTe om Te publiceren?schrijf voor cogiscope – platform voor kennisuit-wisseling – een artikel, essay, column; of inter-view een collega of bericht over uw onderzoek.
auteursinstructieCogiscope is een kwartaalblad over sociale en psychische gevolgen van schokkende gebeurte-nissen. Het stelt zich ten doel om betrokkenen op dit terrein te informeren over ontwik kelingen op het gebied van preventie en hulpverlening. Ook wil het de huidige en sociaal-historische context belichten waarin geweld plaatsvindt en -vond.De redactie ontvangt graag wetenschappelijke, opiniërende en praktijkgerelateerde bijdragen over sociale en psychische gevolgen en achter-gronden van geweld, als ook over de opvang, zorg en nazorg van betrokkenen. De redactie beoordeelt binnengekomen teksten en geeft een beknopte reactie. Daarin zijn de eventuele redenen voor afwijzing opgenomen dan wel vragen en opmerkingen als de tekst in beginsel is geaccepteerd.
instructies voor de auteurAuteur en redactie hebben bij voorkeur contact over omvang en inrichting van het artikel vóórdat het wordt toegezonden.• Indien u noten wilt gebruiken, dan enkel eind
noten. Notenlijst als tekst aan eind van het artikel.
• Indien u geen noten wilt gebruiken, maar wel literatuur wilt vermelden, dan graag aan het slot. * Houd het aantal literatuurverwijzingen beperkt.
• Citaten in het Nederlands.
• De tekst wordt verdeeld in (nietgenummerde) paragrafen, elke paragraaf heeft een titel
(tussenkopje). Werk met korte tussenkopjes (max. 20 karakters).
• Geef het artikel een korte titel, maximaal 30 karakters. De redactie kan kiezen voor een
andere titel. aanleveren en verdere procedureWe ontvangen uw tekst in Word, bij voorkeur per e-mail: [email protected] De tekst zo plat mogelijk aanleveren, dus zo weinig mogelijk opmaakeffecten in de tekst aan-brengen. Onderstrepingen en vet worden niet overgenomen, cursiveringen zijn wel toegestaan. In de regel zult u, korte tijd na de afgesproken inlever datum, de geredigeerde bijdrage ter goedkeuring ontvangen. Indien de redactie geen inhoudelijke wijzigingen of slechts minimale wijzigingen aanbrengt, bijvoorbeeld alleen in de interpunctie, krijgt u uw tekst niet meer voorge-legd. Ook dan ontvangt u bericht van de redactie. Voor de lay-out van uw bijdrage is de redactie verant woordelijk. Cogiscope verschijnt zowel in een papieren als digitale versie. honorariumVoor toegezonden en opgenomen tekst materiaal wordt geen honorarium verstrekt. In andere geval-len wordt het honorarium in overleg vast gesteld.
copyrightHet copyright van opgenomen materiaal valt toe aan Cogiscope. Uitzonderingen op deze regel zijn mogelijk.
c o g i s c o p e 0 4 1 5 r e d a c T i o n e e l
drama
Het grootste drama is als er iets doodgaat in de mens – en hijzelf verder leeft.Rodaan Al Galidi, dichter en ‘Asielzoeker des Vaderlands’
De huidige omvangrijke stroom vluchtelingen heeft geleid tot een humani-
taire crisis die ongekend is in de recente Europese geschiedenis. De afgelo-
pen periode kwamen de vaak schokkende omstandigheden van vluchtelingen
confronterend en massaal in beeld. Hoewel wetenschappelijk onderzoek
laat zien dat slechts een minderheid van in het westen gevestigde vluchte-
lingen psychische klachten ontwikkelt, menen velen dat het niet anders kan
of deze ervaringen laten diepe sporen na. Bovendien is de grote zichtbaar-
heid van deze schrijnende situatie aanleiding tot maatschappelijke onrust:
er is veel weerstand, er lijkt soms weinig inlevingsvermogen. De (sociale)
media laten niet na dit te onderstrepen, meningen buitelen over elkaar heen,
rampscenario’s worden geschetst. Wat betekent de huidige instroom voor
de Nederlandse samenleving; moeten we grote aantallen getraumatiseerde
mensen verwachten; en gaat dit tot maatschappelijke problemen leiden?
Het is belangrijk de ontstane situatie in het juiste perspectief te zien.
Vluchtelingen komen uit een heel stressvolle situatie en ook in Nederland
kunnen zij nog veel stress ervaren. Op een aantal van hen heeft dit een trau-
matische impact hetgeen kan leiden tot de ontwikkeling van bepaalde klach-
ten. De meeste mensen zijn evenwel veerkrachtig en weten goed te herstel-
len. Wel is belangrijk de grenzen van die veerkracht tijdig te onderkennen.
Onzekerheid tijdens de asielprocedure kan schadelijk zijn; voortdurende
uitzichtloosheid en machteloosheid kunnen problemen veroorzaken. Het
bieden van duidelijkheid, perspectief en bezigheden is daarom cruciaal.
Daarnaast moeten kwetsbare groepen goed in beeld worden gebracht om zo
nodig tijdig door te verwijzen naar geëigende zorg.
Dit themanummer schetst de vluchtelingcrisis in een brede context, de bij-
dragen belichten de situatie vanuit juridisch, beleidsmatig, gezondheids- en
klinisch psychologisch perspectief. De auteurs (werkzaam bij onder meer
COA, GGD, GGz en universiteiten) zijn veelal jarenlang direct betrokken bij
de vluchtelingenproblematiek en reiken concrete strategieën aan hoe pro-
blemen kunnen worden voorkomen dan wel gereduceerd. Want er is al veel
bekend, alleen dringt die kennis en kunde slechts gering en gefragmenteerd
door tot het publieke en politieke debat. Wat de bijdragen verder gemeen
hebben is hun genuanceerde visie; de artikelen scheiden feit van fictie, popu-
lisme van rede, stereotyperende aannames van wetenschappelijke evidentie
– en overstijgen zo de waan van de dag.
Jeroen Knipscheer, hoofdredacteur Cogiscope
abonnementsinformatie
Cogiscope verschijnt 4x per jaar. Een jaarabonnement kost
€ 27,50. U kunt zich abonneren via de Cogis-site:
www.cogis.nl/cogiscope
colofon
Redactie: Michel Dückers, Jeroen Knipscheer (hoofdredacteur),
Hans Moors, Onno Sinke, Ine Spee
Eindredactie: Marleen van de Ven
Bureauredactie: Linda Reek
Redactieadres: Cogis, Nienoord 5, 1112 XE Diemen
Telefoon 020-6601930, fax 020-6601931
Email [email protected]
Oplage: 1.250 exemplaren
Vormgeving: CARTA, communicatie & grafisch ontwerp, Bunnik
Druk: ZuidamUithof, Utrecht
ISBN 18711065 © Cogis
cogis
Cogis is het kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van
oorlog, vervolging en geweld. Hulpverleners vormen de belang-
rijkste doelgroep. Voor hen ontwikkelt en organiseert Cogis cur-
sussen, trainingen, congressen, symposia en studiedagen, ook
op aanvraag. Daarnaast geeft Cogis beleidsadviezen en fungeert
het als vraagbaak voor geweldsgetroffenen.
de bibliotheek van cogis
Cogis heeft een uitgebreide bibliotheek over de psy chische
gevolgen van geweld. Naast een uitgebreide eigen verzameling
gedrukt- en beeldmateriaal is veel (externe) informatie ook
digitaal toegankelijk. www.cogis.nl/bibliotheek
van de redacTie
Cogiscope informeert over de psychosociale
gevolgen van schokkende gebeurtenissen. Er is
aandacht voor de hulpverlening aan slachtoffers
als oorlogsgetroffenen, asielzoekers, vluchtelingen
en slachtoffers van mensenhandel, seksueel
geweld, rellen, aanslagen, gijzelingen, rampen.
Een belangrijk aandachtsgebied vormt ook de
werkbelasting voor mensen die veelvuldig met (de
gevolgen van) schokkende gebeurtenissen wor-
den geconfronteerd. Daarbij denken wij ook aan
geüniformeerden bij defensie, politie, ambulance,
brandweer, openbaar vervoer.
kwartaalblad: verschijnt 4x per jaar
Thema: sociale en psychische gevolgen
van schokkende gebeurtenissen
inhoud:
• achtergrondverhalen over
psychotrauma
• interviews
• congresverslagen
• recensies
• actuele informatie uit het veld
kosten: € 27,50 per jaar
aanmelden: [email protected]
cogiscope
Themanummer Radical iser ing
Terror ismedreiging vanuit een existent ieel gezichtspunt
Signaler ing cruciaal – maar wat , wie en hoe?
Psychologische inbreng onontbeer l i jk b i j prevent ie en nazorg
C o g i S C o P e 02
15
Co
gi
SC
oP
e
T i j d S C h R i f T o v e R g e v o l g e nva n S C h o k k e n d e g e b e u R T e n i S S e n
Co
giS
Co
Pe
02
15
0215
S C h o l i n g
j a a R g a n g 1 2 n u m m e R 2 j u l i 2 0 1 5
2 september 2015Contextuele behandeling van com-plex traumawww.rvagroep.nl
8 september 2015Trauma in ontwikkelingsperspectiefwww.delfosacademy.nl
17 september 2015F-ACT Congres 2015www.factcongres.nl
22 september 2015GGZ Kennisdag 2015www.trimbos.nl
24 september 2014Ouderenpsychiatrie in de praktijkwww.nursingcongressen.nl
2 oktober 2015ACT Congres: leven en werken met waardenwww.cursussenencongressen.nl
8 oktober 20153e congres Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatiseringwww.celevt.nl
8 oktober 2015Kompas Kinderen- en Jeugdpsychiatriewww.sympopna.nl
12 oktober 2015Laat professionals hun werk goed doen. Goede diagnostiek in de GGZ leidt tot betere en goedkopere zorgwww.sympopna.nl
15 oktober 2015Congres positieve psychologiewww.tijdschriftpositievepsycho-logie.nl
22-24 oktober 20159th European Congress on Violence in Clinical Psychiatrywww.oudconsultancy.nl
3-6 november 20153rd World Conference of Women’s Shelterswww.worldshelterconference.org
5-7 november 2015ISTSS Annual Meetingwww.istss.org
Scholingsaanbod arq i.s.m. Rino noord hollandEMDR - basiscursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaSeptember – november 2015
Psychotrauma en ouderenDiagnostiek, behandelvormen en comorbiditeitSeptember – december 2015
Trauma, cultuur en migratieComplicerende factoren bij de behandelingSeptember – december 2015
PTSS na vroegkinderlijk misbruik of mishandelingTraumagerichte behandeling in 2 fasenSeptember – december 2015
Narratieve Exposure Therapie (NET)Behandeling van complexe ptssSeptember 2015 – mei 2016
Basisopleiding PsychotraumaKenmerken, diagnostiek en behandelingoktober – december 2015
EMDR – vervolgcursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaoktober – december 2015
Behandeling van getraumati-seerde gezinnenEen trauma heb je nooit alleennovember 2015
Betrouwbare diagnose PTSS met CAPS-5Aanpassingen naar DSM-5november 2015
(BEPP) Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSSnovember 2015 – mei 2016
informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördi-nator professionele opleidingen Arq 06-33661013, [email protected]
26 november 2015TERRA Conferentiewww.terra-net.eu
8 december 2015Arq Najaarssymposiumwww.arq.org
(vooraankondiging) en Een integratie-ve behandelvorm voor traumaproble-
matiek VERWIJDERD om het zo te laten passen
• Verbindenopnat ionaal én Europeesniveau
•Maatschappel i jke impact van mini -cr ises
• Ervar ingenaanhet WOI f ront
• Levensverhalen inher inner ingscultuurén traumatherapie
C Og I s CO p E 01
15
COgIsCOpE
t I jdsChr I ft OVEr gEVOLgEnVan sChOkkEndE gEbEurtEn IssEn
COgIs
COpE0115
0115
s C hO L I n g
jaargang 1 2 nuMMEr 1 a pr I L 2 0 1 5
10april20157e jaarcongres klinisch psychologen en klinisch neuropsychologenwww.zonderzorg.nl
16april2015Psychiatrie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperkingwww.medilex.nl
20-21april2015Annual Conference UK Psychological Trauma Societywww.ukpts.co.uk
21april20153e Landelijke studiedag ‘Basis GGZ’www.leidscongresbureau.nl
23april2015 (herhaling26mei2015)Trauma en VerslavingRefereerbijeenkomst Stichting Centrum ’45 / Stichting Arqaanmelden:[email protected]
24-26april2015First International Conference on Transcultural Psychiatry in Central European Countrieswww.wpa-gdynia-2015.org
30april2015GGZ+Techwww.ggzplussymposium.nl
19mei2015Masterclass Positieve psychologie in de praktijkwww.11congressen.nl
28mei2015Congres Kind en traumawww.traumacongres.nl
10-13juni2015ESTSS Conference 2015www.estss.org
22-26juni2015The legacy of World War One - Shaping the Modern Worldwww.legacyww1.org
23juni2015Getuigen of therapieRefereerbijeenkomst Stichting Centrum ’45 / Stichting Arqaanmelden:[email protected]
24-26juni20153rd European Congress on Assertive Outreachwww.eaof.org
2september2015Contextuele behandeling van
scholingsaanbodarqi.s.m.rInOnoordholland
Narratieve Exposure Therapie (NET)Behandeling van complexe ptssseptember–mei2016
Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS (BEPP)Een integratieve behandelvorm voor traumaproblematiekMei–december2015
EMDR - basiscursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaseptember–november2015
Complexe traumatisering – basis-cursusDiagnose en behandelvormenMei-september2015
Psychotrauma en ouderenDiagnostiek, behandelvormen en comorbiditeitseptember–december2015
Behandeling van getraumati-seerde gezinnenEen trauma heb je nooit alleenseptember–december2015
Trauma, cultuur en migratieComplicerende factoren bij de behandelingseptember–december2015
EMDR – vervolgcursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaOktober–december2015
Informatieeninschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördi-nator professionele opleidingen Arq 06-33661013, [email protected]
Themanummer e-healTh
– De mobiele mental heal th revolut ie
– Waarom werken GGZ professionals
(nog zo weinig) met e-heal th?
– Onl ine herdenken st imuleert dia loog
– 3MDR – behandel ing in beweging
C o g i s C o p e
03
15
Co
gi
sC
op
e
T i j d s C h r i f T o v e r g e v o l g e n
va n s C h o k k e n d e g e b e u r T e n i s s e n
Co
gi s
Co
pe
03
15
0315
s C h o l i n g
j a a r g a n g 1 2 n u m m e r 3 o k T o b e r 2 0 1 5
12 oktober 2015
Laat professionals hun werk goed
doen. Goede diagnostiek in de GGZ
leidt tot betere en goedkopere zorg
www.sympopna.nl
15 oktober 2015
Congres positieve psychologie
www.tijdschriftpositievepsycho-
logie.nl
22-24 oktober 2015
9th European Congress on Violence
in Clinical Psychiatry
www.oudconsultancy.nl
3-6 november 2015
3rd World Conference of Women’s
Shelters
www.worldshelterconference.org
5-7 november 2015
ISTSS Annual Meeting
www.istss.org
6 november 2015
State of the art Ouderenpsychiatrie.
De kracht van kwetsbare ouderen
www.nkop.nl
9 november 2015
Bruggenbouwers gevraagd.
Verslavingszorg, van basis tot
specialistische zorg
www.sympopna.nl
13 november 2015
Congres NVGP: de groep in de
wereld, de wereld in de groep
www.groepspsychotherapie.nl
26 november 2015
TERRA Conferentie
www.terra-net.eu
8 december 2015
Arq Najaarssymposium
t.g.v. afscheid prof.dr. Rolf Kleber
8 december 2015
Dag van het Sociaal Werk
www.gemeentenucongressen.nl
10 december 2015
Eindcongres INPREZE: Denken
en doen. Over onderzoek naar- en
implementatie van e-mental health
www.inpreze.nl
scholingsaanbod arq
Basisopleiding Psychotrauma
Kenmerken, diagnostiek en
behandeling
oktober – december 2015
EMDR – vervolgcursus
Eye Movement Desensitization
and Reprocessing bij trauma
oktober – december 2015
Behandeling van getraumatiseerde
gezinnen
Een trauma heb je nooit alleen
november 2015
Beknopte Eclectische
Psychotherapie voor PTSS (BEPP)
Een integratieve behandelvorm voor
traumaproblematiek
november 2015 – mei 2016
Betrouwbare diagnose PTSS met
CAPS-5
Aanpassingen naar DSM-5
december 2015
Narratieve Exposure Therapie
(NET)
Behandeling van complexe ptss
oktober – december 2015
Traumatische rouw
Brief Eclectic Psychotherapy for
Traumatic Grief (BEP-TG)
december 2015
Narratieve Exposure Therapie
(NET)
Behandeling van complexe ptss
februari – september 2016
Beknopte Eclectische
Psychotherapie voor PTSS
(BEPP)
Een integratieve behandelvorm
voor traumaproblematiek
maart – mei 2016
voor meer informatie: [email protected]
ism rino noord holland, Loc.
Amsterdam, aanmelden: www.rino.nl
ism psy-Zo!, Locatie Groningen,
aanmelden: www.psy-zo.nl
Cogiscope omslag_3-2015-C.indd 1
01-10-15 11:15
Foto omslag: Vluchteling op het strand van Lesbos, september 2015 (foto Petros Giannakouris/HH).
Themanummer vluchTelingen
– Bootvluchtel ing in ‘bang Neder land’
– Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtel ingen – voor kennis en expert ise
– Krachten en kwetsbaarheden van jonge v luchtel ingen
– Traumabehandel ing a lert op stereotyper ing
c o g i s c o p e 04
15
co
gi
sc
op
e
T i j d s c h r i f T o v e r g e v o l g e nva n s c h o k k e n d e g e b e u r T e n i s s e n
co
gis
co
pe
0415
0415
s c h o l i n g
j a a r g a n g 1 2 n u m m e r 4 d e c e m b e r 2 0 1 5
21 januari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: OegstgeestSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
12 februari 2016Politie verwijzersdag (voor leidinggevenden)[email protected]
16 februari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: DiemenSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
9 maart 2016Empathie. Het geheime wapen in de psychotherapie en de hulpverleningwww.sympopna.nl
10 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampen – Symposium over psychosociale ondersteuning aan vluchtelingen(voor gemeenten, scholen, vrijwilligersorganisaties)[email protected]
11 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampenArq voorjaarssymposium over Kind, gezin en psychotrauma(voor behandelaren)[email protected])
21 maart 2016International Disaster Psychosocial (DPS) Conferencewww.dpsconference.ca
14-16 april 2016ESTD conferentie: Trauma, dissociation and affect dysregulation across the lifespanwww.estd2016.org
15 april 2016Congres positieve psychologie over veerkrachtwww.trimbos.nl
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: OegstgeestSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: DiemenSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
25-27 mei 2016European conference on child abuse and neglectwww.euccan.eu
27 mei 2016Politie verwijzersdag(voor bedrijfsartsen, eenheids-psychologen, bmw’ers, zorg-regisseurs, arbeidsdeskundigen en case-managers PTSS)[email protected]
juni 2016Vooraankondiging symposium Duurzaam inzetbaar voor zieken[email protected]
17-19 juni 201617th EMDR Europe Conferencewww.emdr2016.eu
21 juni 2016Refereerbijeenkomst Autisme en traumaLocatie: DiemenSpreker: drs. Bram Bijleveld en [email protected]
18-22 juli 2016Summer School Complex trauma en complexe PTSS: diagnostiek en behandelingwww.utrechtsummerschool.nl
c o g i s c o p e 0 4 1 5 1
2 Debat vol spraakverwarring
over migranten, vluchtelingen, asielzoekers en ontheem
den: een pot nat?
Anton van Kalmthout7 Het gevaar van verdrinking De reis van bootvluchtelingen
Joost Bierens11 EEN VLUCHTELING AAN HET WOORD
Abdul 12 Vluchteling in bang Nederland Zijn bange burgers en politici nog gevoelig (te maken)
voor humanitaire vraagstukken?
Jaap A. van Vliet17 ‘Wij zetten met z’n allen een gigantische prestatie neer’
in gesprek met coAmanager sjef Robroek
Veronique Huijbregts20 Tussen verbinden en verketteren:
de vluchtelingencrisis online sociale media: een onuitputtelijke bron van
informatie, ergernis en hoop
Ton Baetens, Anneke Bloemen, Debby Houtgraaf en Laura Roos
24 eEN VLUCHTELING AAN HET WOORD
susie25 Niet voor spek en bonen
Veerkracht bij jonge vluchtelingen
Marieke Sleijpen29 ‘Verwerken betekent niet dat je iets
kwijtraakt’ Hoogleraar Rolf Kleber over 35 jaar psycho
traumatologie
Paulien Bakker
33 Molukse jongeren: we weten niets meer over hen
De moeizame integratie van Molukkers in Nederland
sinds de Tweede Wereldoorlog
Henk Smeets36 eEN VLUCHTELING AAN HET WOORD
Husa37 it ain’t necessarily so Labels van vluchtelingen in de geestelijke
gezondheidszorg Jackie June ter Heide41 psychosociaal
ondersteuningspunt Vluchtelingen
Kennis en expertise kanaliseren en verspreiden
Annelieke Drogendijk en Petra Pannekoek
RUBRieKeN
44 in de Werkkamer
René stumpel, arts en directeur publieke gezondheid
bij ggD gHoR: ‘Publieke gezondheid, dat doen we al
jaren, maar crisis opvang was nieuw.’
Michel Dückers 47 onderzoek
Asieltragiek: kwetsbaar op weg door een labyrint
Michel Dückers50 Berichten uit het veld scholingsaanbod Arq Academy57 NtVp katern62 Boeken
scholing (achterkant omslag)
i N H o U D
>
Psychotraum
a wel beschouw
d. Liber amicorum
voor prof. dr. Rolf J. K
leberprof. dr. P
eter van der Velden, dr. Trudy Mooren en dr. Jeroen K
nipscheer (red.)
Liber amicorum voor prof. dr. Rolf J. Kleber
Psychotrauma wel beschouwd
prof. dr. Peter van der Velden, dr. Trudy Mooren en dr. Jeroen Knipscheer (redactie)
Over migranten, vluchtelingen, asielzoekers en ontheemden: één pot nat?
Anton Van Kalmthout
2 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Debat vol spraakverwarring
Vreemdelingen, migranten, (echte) vluchtelingen, verdragsvluchtelingen, asiel
zoekers, ontheemden, Dublinclaimanten, (on)veilige landen: het is maar een
onvolledige opsomming van de begrippen die in het actuele debat over het
vreemdelingenvraagstuk te beluisteren zijn. opvallend is met welk gemak deze
begrippen door elkaar worden gebruikt en misbruikt. Maar elk van deze begrip
pen heeft een nauwkeurig omschreven eigen betekenis. en daaraan zijn uiteen
lopende juridische consequenties verbonden. Met deze bijdrage beoogt Anton
van Kalmthout helderheid te scheppen over de betekenis van de uiteenlopende
kwalificaties die over vreemdelingen worden gebezigd.
Debat vol spraakverwarring
Migranten op het station van Boedapest,
Hongarije, september 2015
(Frank Augstein/HH).
Debat vol spraakverwarring c o g i s c o p e 0 4 1 5 3
Vluchtelingen zijn geen migranten. Niet iedere
asielzoeker is een vluchteling, niet iedere vluch-
teling ook een asielzoeker. Onder de illegale
vreemdelingen kunnen zich voormalige vluch-
telingen en asielzoekers bevinden, maar veelal
betreft het vreemdelingen, die met het niet-ju-
ridische begrip ‘economische vluchteling’ wor-
den getypeerd. Weinig consistent is ook het ge-
bruik van het begrip ‘allochtoon’. Formeel heeft
het alleen betrekking op vreemdelingen van wie
ten minste een ouder niet in Nederland is ge-
boren. Maar in de praktijk blijft het hardnekkig
worden toegepast op kinderen van tweedegene-
ratie allochtonen, die hier zijn geboren.
Het begrip vreemdelingHet meest duidelijk is wat we onder een
‘vreemdeling’ verstaan, namelijk: ‘ieder die
de Nederlandse nationaliteit niet bezit en
niet op grond van een wettelijke bepaling
als Nederlander moet worden beschouwd’
(Vreemdelingenwet, art. 1)1. De status van
vreemdeling is niet permanent. Onder bepaalde
voorwaarden kunnen vreemdelingen, nadat ze
een aantal jaren in Nederland hebben gewoond,
de Nederlandse nationaliteit krijgen.
4 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Debat vol spraakverwarring
De Vreemdelingenwet zegt niet alleen wat
onder het begrip vreemdeling moet worden
verstaan, maar maakt ook een duidelijk on-
derscheid tussen diverse categorieën vreem-
delingen en de uiteenlopende rechtsgevolgen
die aan dit onderscheid zijn verbonden. In het
dagelijkse spraakgebruik en de media worden
deze verschillen echter vaak genegeerd. Het ge-
volg is een Babylonische spraakverwarring.
Vluchteling of migrant?Op 10 november 2015 opende De Volkskrant
met de kop ‘EU gaat migranten ontmoedigen’.
De term ‘migranten’, blijkt uit het artikel, wordt
gebruikt als verzamelnaam voor alle vreemde-
lingen, vluchte-
lingen, asielzoe-
kers, economische
vluchtelingen die
naar Europa ko-
men om hier een
nieuw bestaan op
te bouwen, onge-
acht het motief dat hen daartoe heeft aangezet.
Juist dat motief is echter het doorslaggevende
criterium om vluchtelingen en erkende asiel-
zoekers niet als migranten in juridische zin te
beschouwen. De International Convention on
the Protection of Migrant Workers sluit vluchte-
lingen bijvoorbeeld uitdrukkelijk uit, want de
Conventie is gericht op migranten.
Wereldwijd zijn er, naar schatting van de
Verenigde Naties en de UNHCR, meer dan
200 miljoen migranten tegenover ongeveer
19,5 miljoen vluchtelingen. Het onderschei-
dend criterium is dat vluchtelingen – en het-
zelfde geldt voor asielzoekers – zijn gevlucht
uit veiligheidsoverwegingen (oorlog, vervol-
ging, geweld). Migranten hebben om andere
– dikwijls economische – redenen hun land
verlaten. Vaak noemen we deze mensen ‘eco-
nomische vluchtelingen’. Ten onrechte, want
het zijn ‘economische migranten’. Een migrant
is geen vluchteling, want hij of zij kan altijd
veilig naar zijn land terug, omdat – anders dan
bij vluchtelingen en erkende asielzoekers – niet
hoeft te worden gevreesd voor vervolging of ge-
weld van de kant van de overheid.
Het is niet zonder reden dat de UNHCR en
vluchtelingenorganisaties zo vasthouden aan
dit strikte onder-
scheid. Anders
raakt immers de
politieke steun
voor vluchtelin-
gen ondermijnd
en komt de be-
scherming die
het Vluchtelingenverdrag biedt onder druk te
staan. En dat is, overal in Europa, aan de orde.
Politici hebben de neiging om vluchtelingen
als migranten te benoemen. Migranten zonder
geldige papieren en zonder verblijfsvergunning
mag een land namelijk de toegang weigeren.
Vluchtelingen hebben daarentegen een inter-
nationaal gewaarborgd recht op bescherming.
Ze mogen niet worden teruggestuurd naar een
land waar hun leven of vrijheid in gevaar is.
Vluchtelingenverdrag en verblijfsvergunningArmoede, hongersnood, natuurrampen: er
zijn tal van schrijnende redenen waarom men-
sen de keuze maken om hun land te verlaten.
Het internationale Vluchtelingen verdrag van
Geneve (1951) definieert hen dan echter niet
als vluchteling. Deze kwalificatie heeft uitslui-
tend betrekking op iemand die ‘vanwege een
gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras,
godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een
DublinclaimantenVluchtelingen en asielzoekers zijn niet vrij in de keuze van het land waar zij hun verzoek om primaire of subsidiaire bescherming wil-len indienen. Om asielshoppen tegen te gaan, heeft de Europese Unie de zogeheten Dublinverordening uitgevaardigd. Deze ver-ordening bepaalt welk land voor de behande-ling van een asielverzoek verantwoordelijk is. Doorgaans is dat het land waar de vreemde-ling het zogeheten Schengenbied binnenkomt. Het Dublinstelsel is omstreden, omdat het een bijzondere last legt op de landen aan de buitengrenzen van het Schengengebied, zo-als Italië, Spanje, Griekenland en Hongarije. De bereidheid van deze landen om asiel-zoekers ‘terug te nemen’ is niet erg groot. Bovendien heeft het Hof in Straatsburg in 2011 Griekenland als ‘niet veilig land’ voor asielzoe-kers aangemerkt. Zodoende mogen sindsdien geen asielzoekers naar Griekenland worden teruggestuurd.
Een migrant is geen vluchteling, want hij of zij kan altijd veilig
naar zijn land terug
Debat vol spraakverwarring c o g i s c o p e 0 4 1 5 5
bepaalde sociale groep of zijn politieke over-
tuiging, zich buiten het land bevindt waarvan
hij de nationaliteit bezit en niet in staat is of,
vanwege deze vrees, niet bereid is een beroep te
doen op de bescherming van dat land’.
Vluchtelingen die aan deze definitie voldoen,
kunnen in aanmerking komen voor een ver-
blijfsvergunning. Meestal wordt hiervoor een
asielverzoek ingediend. Dan wordt een tijde-
lijke verblijfsvergunning afgegeven, die na vijf
jaar kan worden omgezet in een verblijfsver-
gunning voor onbepaalde tijd. Mocht de grond
voor de verlening van de verblijfsvergunning
in die periode van vijf jaar komen te verval-
len, dan verandert de status van ‘vluchteling’
weer in die van een
‘gewone migrant’. De
tijdelijke verblijfsver-
gunning kan alsnog
worden ingetrokken en
de ‘vreemdeling’ dient
Nederland te verlaten.
Vrijwel altijd doorlopen vluchtelingen om voor
een verblijfsvergunning in aanmerking te ko-
men de gewone asielprocedure. De zogehe-
ten ‘uitgenodigde vluchtelingen’ vormen een
uitzondering. Doorgaans gaat het over vluch-
telingen van wie de situatie in het vluchtelin-
genkamp zo uitzichtloos, onveilig of medisch
onverantwoord is, dat zij door de UNHCR wor-
den geselecteerd en voorgedragen voor directe
hervestiging in een ander land. In Nederland
telt deze groep ongeveer 500 vluchtelingen per
jaar.
AsielzoekersWat de meeste vluchtelingen gemeen heb-
ben met asielzoekers is dat beide groepen de
asielprocedure moeten doorlopen om een ver-
blijfsvergunning te kunnen krijgen. Veel asiel-
zoekers hebben hun land echter niet verlaten
vanwege een gegronde vrees voor vervolging,
zoals gedefinieerd in het Vluchtelingenverdrag.
Zij dienen daarom hun aanspraak op een ver-
blijfsvergunning te baseren op de nationale
regelgeving ter zake van Asielrichtlijnen, die
voor alle lidstaten binnen de Europese Unie
gelden (bijvoorbeeld de Opvangrichtlijn en de
Procedurerichtlijn).
Indien de asielzoeker aannemelijk maakt dat
hij of zij een
gegronde re-
den heeft om
aan te nemen
dat zich, na
uitzetting, in
het land van
herkomst een reëel risico voordoet van folterin-
gen, onmenselijke of vernederende behande-
lingen, of bestraffingen, dan kan die persoon in
aanmerking komen voor een verblijfsvergun-
ning. Het staat de autoriteiten dan immers niet
vrij om de asielzoeker terug te sturen naar het
land van herkomst zonder in strijd te komen
met het in artikel 3 van het Europees Verdrag
Voor de Rechten van de Mens verankerd ‘ver-
bod van refoulement’. Een verblijfsvergunning
biedt de bescherming die het land van her-
komst onthoudt. Ter onderscheiding van de
bescherming die vluchtelingen krijgen, spreekt
Veilig derde landVluchtelingen en asielzoekers die Europa binnenkomen via een transitland buiten het Schengengebied, kunnen onder bepaalde voorwaarden naar dat transitland worden teruggestuurd. Dat land moet bepaalde Mensenrechtenverdragen naleven, als een ‘veilig land’ zijn aangemerkt, en de vluchte-ling of asielzoeker fysiek toelaten, legaal laten verblijven of ten minste asiel laten aanvragen. Het is niet de bedoeling dat het transitland de vreemdeling alsnog uitzet naar het land van herkomst. Uiteraard staat of valt zo’n over-dracht met de bereidheid van het ontvangende land de vreemdeling over te nemen. Met bijvoorbeeld Kosovo, Rusland en Macedonië zijn in Benelux-verband overname-overeenkomsten gesloten. In de praktijk wordt daar nog maar weinig gebruik van gemaakt. De Europese Unie en Turkije sloten in de-cember 2013 een soortgelijke overeenkomst. Vooralsnog biedt die echter geen mogelijkheid voor het terugsturen van vreemdelingen die via Turkije de Europese Unie zijn binnenge-komen. De overeenkomst kent namelijk een overgangstermijn van drie jaar waarin die al-leen geldt voor Turken en ingezetenen van de Europese Unie. Het blijft steeds de vraag of de situatie in Turkije – en dat geldt voor alle zo-geheten veilige derde landen – wel zo veilig is als de overeenkomsten doen geloven. Net als in het geval van Griekenland in 2011 is het de rechter die bepaalt of de overdracht de toets aan artikel 3 van het Europees Mensenrechten Verdrag kan doorstaan.
Een verblijfsvergunning biedt de bescherming die het land
van herkomst onthoudt
6 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Debat vol spraakverwarring
ANTON VAN KAlMTHOUT is emeritus hoog-leraar straf- en vreemdelingenrecht aan Tilburg University.
men in dit geval van ‘subsidiaire bescherming’.
Daarnaast zijn er nog andere wettige gronden
om een asielzoeker een verblijfsvergunning te
geven, met name klemmende redenen van hu-
manitaire aard. Of als de algehele situatie in
een bepaald land zodanig is, dat het van bijzon-
dere hardheid zou getuigen wanneer iemand
gedwongen zou worden naar dat land terug te
keren.
Het verlenen van een verblijfsvergunning aan
een vluchteling of asielzoeker kan maken dat
ook diens naaste familie in aanmerking komt
voor een zogeheten ‘afgeleide verblijfsvergun-
ning’. Daarbij gaat het over partners of kinde-
ren die tegelijkertijd met de vreemdeling zijn
meegereisd of nagereisd (binnen een termijn
van drie maanden nadat de verblijfsvergunning
is verleend).
OntheemdenEen methode die nog weinig wordt toegepast,
maar door de massale komst van vluchtelingen
naar Europa opnieuw ter discussie is gesteld, is
om in Europa een beroep te doen op de Richtlijn
tijdelijke bescherming. Die kwam in 2001 tot
stand na de burgeroorlogen in het voormalige
Joegoslavië. Deze richtlijn houdt in, dat ‘indien
er sprake is van een massale toestroom van ont-
heemden’ de Europese Raad (de gezamenlijke
ministers van de lidstaten), op voorstel van de
Europese Commissie, kan besluiten om vluch-
telingen een tijdelijke, kortdurende verblijfsver-
gunning te verlenen met aanzienlijk beperkter
voorzieningen dan de gebruikelijke tijdelijke
verblijfsvergunning.
1 Er zijn niet-Nederlanders die toch als Nederlander wor-
den beschouwd en dus geen vreemdeling zijn in de zin
van de Vreemdelingenwet: de Molukkers, bijvoorbeeld,
die als zij staatloos zijn of de Indonesische nationaliteit
hebben weliswaar geen Nederlander zijn in de zin van
de Rijkswet op het Nederlanderschap, maar wel als
Nederlander behandeld worden en ook een Nederlands
paspoort kunnen krijgen.
Veel landen hebben weinig animo om deze
Richtlijn weer te gaan gebruiken. Dat blijkt wel
uit de hekken die worden opgetrokken. Ook ju-
ridisch zijn er de nodige bezwaren aan te voe-
ren. Het is namelijk de vraag of het juridisch
geoorloofd is om de vluchtelingen die voldoen
aan de criteria van het Vluchtelingenverdrag of
asielzoekers die een aanspraak kunnen maken
op subsidiaire bescherming, de daaraan ver-
bonden rechten te onthouden door ze in plaats
daarvan de zogeheten ontheemdenstatus te
verlenen. Bovendien is de ontheemdenstatus
bedoeld voor een relatief korte crisisperiode.
Het vooruitzicht is dat de ontheemden snel
weer naar hun land terugkeren. Maar dat lijkt
voor de huidige stroom van vluchtelingen en
asielzoekers vooralsnog geen reële optie.
Joost Bierens
Het gevaar van verdrinkingDe reis van bootvluchtelingen
Vluchtelingen uit Eritrea en Syrië
zijn voor de kust van Sicilië door
een Italiaans schip gered, mei
2015 (Fabrizio Villa/HH).
Het gevaar van verdrinking c o g i s c o p e 0 4 1 5 7
Alleen al in de Middellandse Zee en aan haar
oevers zijn er dit jaar meer dan 3.000 verdron-
ken vluchtelingen geteld. Het aantal vermiste
drenkelingen is minstens even groot. Eind 2015
waren er alleen al binnen Afrika 15 miljoen
mensen op de vlucht en de gevolgen daarvan
voor Europa komen steeds duidelijker in beeld.
Dit jaar zijn er al 700.000 vluchtelingen naar
Europa gekomen en verwacht wordt dat deze
migratie in de winter zal doorgaan. Ondanks
de slechte weersomstandigheden worden 5.000
vluchtelingen per dag verwacht.
Migratie over zeeEen groot deel van de vluchtelingen, 330.000
dit jaar, komt per boot via de Middellandse Zee.
Dat is zo’n 100 keer heen en weer met de veer-
boot Den Helder – Texel, en dan mogen de au-
to’s nog mee. Overigens moet men waken voor
een óverschatting van het aantal. Vluchtelingen
worden door Frontex – de organisatie die de sa-
menwerking van de landelijke grenspolities co-
ordineert – iedere keer geteld als ze een grens
overgaan en zo kan het zijn dat
een vluchteling twee of drie
maal in de statistieken wordt
opgenomen.
De migratie van vluchtelingen
over zee is geen nieuw feno-
meen, maar een eeuwenoude
traditie en wordt door de scheepvaart als een se-
rieus probleem ervaren. De schepen waarmee
deze migranten zich verplaatsen, zijn van slech-
te kwaliteit en komen vaak in de problemen. En
ondanks de aanwezigheid van georganiseerde
hulpverlening op zee (kustwacht, reddingmaat-
schappijen, Search and Rescue organisaties),
wordt de meeste hulp verleend door toeval-
lig in de buurt aanwezige schepen. In 1974 is
daarom mede hieraan aandacht besteed in de
International Convention for the Safety of Life at
Sea (SOLAS conventie), in 1979 aangevuld door
enkele artikelen in de International Convention
on Maritime Search and Rescue (SAR conventie)
en in 1982 in de United Nation Convention on
the Law of the Sea (UNCLOS conventie). Door
deze conventies is de maritieme traditie om
hulp te bieden aan vluchtelingen bij gevaar op
zee geformaliseerd en beschermd. Tevens is
opgenomen dat de geredde personen aan land
moeten worden opgenomen en verzorgd op een
veilige plaats. De praktische kant is beschreven
in richtlijnen en brochures.
De migratie vanuit Afrika kent ook een lange
traditie. Binnen de Afrikaanse landen is er al
tientallen jaren een vrije migratiestroom aan
de gang, waardoor in
de rijkere Afrikaanse
landen, zoals tot
voor kort Libië, grote
bevolkingsgroepen
elders uit Afrika
werkzaam zijn om
voor zich een betere
toekomst te bewerkstelligen. Voor veel van deze
bevolkingsgroepen is de tocht naar Europa een
verdere vlucht naar voren nu, in hun ogen, de
situatie in steeds meer Afrikaanse landen on-
Verdrinking is een zachte dood, minder
spectaculair in beeld te brengen dan een
bomexplosie, een aanslag of een mas
sagraf. Jaarlijks verdrinken er wereld
wijd 337.000 mensen, volgens officiële
doodsoorzaken statistieken. Dit is een
forse onderschatting. Het recent versche
nen WHO Global Report on Drowning,
Preventing a Leading Killer spreekt over
de mogelijkheid dat meer dan 1,5 miljoen
mensen jaarlijks verdrinken. Het feite
lijke aantal is vooral zoveel hoger door
de afwezige of onvolledige registratie
van verdrinking. Zo worden verdronken
vluchtelingen niet in de doodsoorzaak
statistieken opgenomen als drenkeling.
8 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Het gevaar van verdrinking
Een groot deel van de
vluchtelingen, komt per boot
via de Middellandse Zee
IHet gevaar van verdrinking c o g i s c o p e 0 4 1 5 9
houdbaar is geworden. Wat dat betreft is de in-
stroom vanuit Syrië van een andere orde. Die is
begonnen nadat het land in 2011 in een burger-
oorlog terecht is gekomen.
Bootvluchtelingen in de Middellandse ZeeEr zijn drie verschillende routes die gebruikt
worden om de Middellandse zee over te ste-
ken. De oudste en traditionele route is tussen
Marokko en Spanje, de zogenoemde westelijke
Mediterrane route. Het gaat hier, op dit mo-
ment, om een beperkt aantal mensen, vooral
uit Marokko, Algerije, Guinea, Kameroen en
Mali.
De route tussen Libië en Italië of Malta, de cen-
trale of zuidelijke Mediterrane route, bestaat
sinds het begin van deze eeuw. Ging het tus-
sen 2006 en 2008 nog om 20.000 – 40.000
bootvluchtelingen per jaar, intussen zijn het
er meer dan 150.000 per jaar. Het gaat vooral
over mensen uit Syrië, Eritrea, Nigeria en de
verschillende landen onder de Sahara. Deze
bootvluchtelingen worden vaak vervoerd met
slecht onderhouden vrachtschepen. Voor men-
sensmokkelaars zijn dit echte moneymakers.
Een afgedankt schip kost tussen € 150.000 en
€ 400.000. Met 200 tot 800 vluchtelingen aan
boord die ieder € 4.500 tot € 8.000 betalen,
is de gemiddelde winst vlot boven de miljoen
euro. Op kleinere schaal worden luxe jachten
gebruikt die vaak, maar niet altijd, zijn omge-
bouwd om vluchtelingen onopvallend te ver-
voeren.
De derde route, de oostelijke Mediterrane rou-
te, gaat van Turkije naar de Griekse eilanden en
Bulgarije. Het gaat hier om een route die pas
recent populair is geworden. De mensen die
deze route gebruiken, komen vooral uit Syrië.
Maar ook mensen uit Afghanistan, Pakistan
en Bangladesh, per vliegtuig aangekomen in
Ankara, hebben deze route al langer in gebruik.
De afstand tussen Turkije en de Griekse eilan-
den is gering; men kan de bestemmingen zien
liggen. Hier wordt vooral gebruik gemaakt van
opblaasboten met lichte buitenboordmotoren
en kleine, afgedankte vissersboten.
Verdrinken tijdens de overtochtTijdens de overtocht is er geen enkele aandacht
voor de veiligheid van de passagiers. Het gaat
om oude, slecht onderhouden schepen, waar-
van motor en stuurinrichting het op elk mo-
ment kunnen begeven. Een stuurloos schip is
levensgevaarlijk, midden op zee maar zeker ook
wanneer het aan de grond komt te zitten. Veel
passagiers springen in zee en halen de korte
afstand naar het strand niet. Alle schepen zijn
overvol, maken daardoor snel water en kunnen
makkelijk kapseizen. Het is niet ongebruikelijk
dat de passagiers onderweg een of meerdere
malen moeten overstappen van het ene schip
naar het andere; regelmatig gebeuren fatale
misstappen. De kleine rubberboten, soms tot
op de draad versleten, kunnen met de minste
golfslag omslaan. Of het motor tje begeeft het,
de passagiers proberen naar een Grieks eiland
te zwemmen, maar dit lukt weinigen.
In 2002 organiseerde de Maatschappij tot het Redden van Drenkelingen, opgericht in 1767, het eerste World Congress on Drowning in Amsterdam. De kennis die tijdens het inter-disciplinaire en interactieve congres aan de orde kwam, werd verzameld in het Handbook on Drowning (2004). In 2015 kwam de tweede druk van het boek uit: Drowning. De recente ontwikkelingen, niet in het minst de immense problematiek van verdrinking tijdens over-stromingen, scheepsrampen en bootvluchte-lingen, krijgen in dit boek veel aandacht. Een groot aantal Nederlandse experts heeft als auteur en redacteur aan het boek meegewerkt.
Joost J.l.M. Bierens (Ed.), Drowning. Prevention, Rescue, Treatment. Springer, 2e dr. 2015.
10 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Het gevaar van verdrinking
Daarnaast gaan de mensensmokkelaar respect-
loos met de passagiers om. Veel mensen zijn
overleden in een zinkend of kapseizend schip
omdat ze opgesloten zaten in het ruim en op
geen enkele manier konden ontsnappen. Er is
sprake van het moedwillig tot zinken brengen
van schepen. Schepen worden op de automati-
sche piloot gezet in de richting van de wal en
de bemanning verlaat het schip. Mensen wer-
den in wrakke houten boten gestopt, die zonder
enige bescherming achter een groter schip wor-
den gehangen en in het zicht van land worden
losgemaakt. Indien schepen beschikken over
een Automatic Identificatie Systeem (AIS) wordt
dit uitgezet, waardoor het schip niet herkend
kan worden, maar ook niet waargenomen door
schepen in de buurt. Reddingsmateriaal en per-
soonlijke reddingsvesten zijn aan boord niet
aanwezig.
Naast het gevaar te verdrinken is de situatie
levensbedreigend door gebrek aan drinken en
voedsel, oververhitting en ruzies. De komende
winterperiode zal onderkoeling voor grote pro-
blemen gaan zorgen.
Wat betreft de
centrale of zuide-
lijke Medi terrane
route heeft de
Italiaanse kust-
wacht aanvanke-
lijk zowel de formele wettelijke taken als de hu-
manitaire taken verricht zo dicht mogelijk voor
de kust van Libië. Men is hiermee gestopt toen
er geen steun in Europa was om dit gezamen-
lijk te doen en er veel kritiek was op deze dub-
belrol. De formele taak van de bewaking van de
grenzen van Europa is daarna overgenomen
door de Europese organisatie Frontex. Frontex
opereert alleen dicht onder de kust van Europa
en formeel heeft ze geen rol in de humanitaire
taken.
Intussen is een groot aantal organisaties in de
weer om de mensen van hun wrakke boten
te helpen en ze veilig aan wal te krijgen. Het
gaat om humanitaire organisaties, zoals United
Nations High Commissioner for Refugees
(UNHCR), Save the Children, Médecins
sans Frontières (MSF), International Rescue
Commitee (IRC) en speciaal opgerichte groe-
pen vrijwilligers die zich spontaan melden.
Daarnaast worden ook de organisaties actief
die ervaring hebben met het redden op zee,
zoals aan de International Maritime Rescue
Federation (IMRF) verbonden nationale red-
dingorganisaties. De coördinatie tussen al deze
organisaties ontbreekt en het is maar de vraag
of de, vaak vrijwillige en kortdurend beschik-
bare, medewerkers
van deze organisaties
voldoende opgeleid
zijn voor de com-
plexe problematiek
waarmee ze gecon-
fronteerd worden.
Ook de onderlinge afstemming en uitwisseling
van kennis en ervaring tussen de verschillende
organisaties is nog niet geformaliseerd.
Had het zo gemoeten?Terugkijken is altijd makkelijk. Maar het groei-
ende probleem van de bootvluchtelingen was
al aan het eind van de vorige eeuw duidelijk
aan het worden. Er is gekozen voor een poli-
tieke benadering met beleid om het probleem
te negeren en de kop in het zand te steken.
Iedere overtocht die eindigde met tientallen
drenkelingen had echter ook een aansporing
kunnen zijn om aandacht te besteden aan de
veiligheid van de bootvluchtelingen. Voor zover
er al over nagedacht werd, werd gemeend dat
dit een aanzuigende werking zou veroorzaken.
Daarbij vergetend dat men niet werd ‘aange-
zogen’ maar weg wilde, of weg moest om nog
een toekomst te hebben. Waar de onveilige en
mensonterende omstandigheden de mogelijk-
heid boden om met eenvoudige en concrete op-
lossingen te komen voor veilig en menswaardig
vervoer, bleef men inert hangen in de politieke
complexiteit van het migrantenprobleem.
Nu de vluchtelingen in Nederland aangekomen
zijn, gooien we het wat veiligheid betreft over
een andere boeg. Veiligheid krijgt hier maxi-
male aandacht in bedrijfshulpverleningsplan-
nen, bedrijfsnoodplannen, reglementen en ver-
boden in de opvangcentra. Toch lijkt ook een
formeel georganiseerde en veilige overtocht
steeds meer voordelen te hebben, zowel uit het
oogpunt van crisismanagement als uit humani-
taire oogpunt. De iconische foto van de aange-
spoelde Alan Kurdi laat in ieder geval zien hoe
het niet moet.
Het probleem van de boot
vluchtelingen was al aan het eind van
de vorige eeuw duidelijk
Een vluchteling aan het woord c o g i s c o p e 0 4 1 5 11
JOOST BIERENS is specialist op het gebied van waterveiligheid, rampengeneeskunde en crisismanagement. Hij is onder meer verbonden als visiting professor aan de Vrije Universiteit Brussel.
ReferentiesHorton R. (2014), ‘Offline: four drowning child-
ren’, in: The Lancet. Beschikbaar op: http://
www.thelancet.com/pdfs/journals/lancet/
PIIS0140-6736(15)61254-5.pdf
Kassar H. & P. Dourgnon (2014), ‘The big crossing:
illegal boat migrants in the Mediterranean’, in:
European Journal for Public Health, Aug; 24 Suppl.
1: 11-5.
UNHCR/IMO, Rescue at sea. A guide to principles
and practice as applied to migrants and refugees.
Beschikbaar op:
http://www.imo.org/en/MediaCentre/HotTopics/
seamigration/Documents/UNHCR-Rescue_at_
Sea-Guide-ENG-screen.pdf
http://frontex.europa.eu/assets/Publications/
Risk_Analysis/Annual_Risk_Analysis_2015.pdf
http://frontex.europa.eu/trends-and-routes/
migratory-routes-map/
Abdul (29 jaar, afkomstig uit syrië, sinds vier weken in Nederland; verblijft momenteel in een tentenkamp) is onrustig en rustig tegelijkertijd, van buiten een normale jongeman, van binnen is er zoveel gaande dat hij het niet in woorden kan vatten.
Hij vertelt: ‘Mijn leven is in één nacht compleet veranderd. ik had een heel leven in syrië, ik was pas afgestudeerd kinderarts en werkte in een ziekenhuis en privékliniek; daarnaast was ik veel bij familie en vriendin, en opeens was er een gifaanval. ik moest eerst weer veiligheid vinden, toen ik die had, ben ik op zoek gegaan naar meer stabiliteit en zo ben ik uiteindelijk in Nederland terecht gekomen. ik ben eerst naar Libanon gegaan maar voelde mij daar niet echt veilig en had de angst dat ik op een bepaald punt ook vandaar weer zou moeten vluchten. ik ben toen verder gegaan, kwam met een vreselijke oude boot in griekenland aan, een land in economische crisis en ben toen per trein naar Nederland gegaan. Het is meer een gevoel, het gevoel dat ik hier tijdelijk mijn leven vorm kan geven, mijn professie kan oppakken. Toch is het voor mij en de anderen nauwelijks te bevatten, ik denk dat dit ook voor Nederlanders zo is. Je weet pas wat je mist als je het kwijt bent en dan nog, ik ben nog steeds aan het overleven. Veiligheid, dat is alles wat ik nu heb. en ik hoop dat ik mijn leven weer kan opbouwen’. Hij zucht en zegt zachtjes dat het voelt alsof hij weer alles opnieuw moet doen in het leven, de taal zoals hij die leerde op school, zijn rij bewijs, zijn diploma’s, het weegt hem zwaar. Hij vervolgt: ‘sinds een paar weken geloof ik in tijd, ik noem het mijn “time theory”, ik blijf tegen mezelf zeggen dat ik moet blijven geloven in de tijd, dan zal het hopelijk goed komen’. Abdul wil leven – het liefst zijn oude leven.
(interview Elise van Wageningen)
EEN VlUCHTElING AAN HET WOORD
Abdul
12 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Vluchteling in bang Nederland
Jaap A. Van Vliet
Vluchteling in bang Nederland
Zijn bange burgers en politici nog gevoelig (te maken) voor humanitaire vraagstukken?
Informatieavond over de komst
van een tijdelijke noodopvang
voor vluchtelingen in de Oost
Groningse plaats Beerta (Kees
van de Veen/HH)
in 2007 publiceerde het ministerie van Justitie (toen
nog zonder ‘Veiligheid’) het boek ‘Justitie over morgen.
scenario’s en strategieën voor 2015’. (Ministerie van
Justitie, 2007) Het boek vermeldt vier mogelijke scena
rio’s voor 2015, mede gebaseerd op twee kernonzeker
heden. Die kernonzekerheden hadden betrekking op
twee centrale vragen. Ten eerste de vraag naar sociale
veiligheid, de vraag of de offers die mensen zich willen
getroosten om te voorkomen dat anderen hen leed of
schade toebrengen zal toe of afnemen. en ten tweede
de vraag of het draagvlak voor de eU zal toe of afnemen
en of oplossingen voor maatschappelijke problemen in
toenemende mate in internationale of in nationale wet
en regelgeving worden gezocht. Kortom: kijken burgers
primair naar ‘Brussel’ of naar ‘Den Haag’?
Vluchteling in bang Nederland c o g i s c o p e 0 4 1 5 13
‘ ‘Nu het 2015 is, is het interessant om het boek nog eens na te slaan en te zien welke
van de vier scenario’s op dit moment het meest van toepassing is. Mijns inziens is
dat het scenario ‘Bang Nederland’, dat hieronder is beschreven.
In 2015 is Nederland een angstig en in zichzelf gekeerd land geworden. Het gebrek
aan steun voor de EU bleek al bij het referendum over de ‘Europese grondwet’ en is
alleen maar verder toegenomen. Dezelfde ontwikkeling heeft zich in andere landen
voorgedaan. De economie zit gedurende een reeks van jaren in een dal. Vooral in
woners van de oude wijken van grote steden worden door werkloosheid getroffen. Er
is sprake van een concentratie van kansarmoede1 . Segregatie neemt toe. Spanningen
tussen bevolkingsgroepen lopen op. Mensen proberen risico’s op elkaar af te wentelen,
hetgeen tot uiting komt in juridisering en de ontwikkeling van claimcultuur.
Europese landen wedijveren om de meest restrictieve toelating van vreemdelingen.
Een van de opvallende zaken die ik daaruit wil halen is wat hierboven wordt genoemd
de toelating van vreemdelingen tot Europa. Het gaat, als je het nieuws van deze we-
ken volgt, natuurlijk niet vooral over vreemdelingen, maar voor een belangrijk deel
over vluchtelingen, mensen die hun land ontvluchten vanwege instabiliteit, oorlog en
vervolging in hun eigen land of regio, in een aantal gevallen ook om mensen die een
beter bestaan zoeken. Op Europees niveau is er geen draagvlak te vinden voor een
behoorlijke verdeling van deze vluchtelingen over de Europese landen. Bij het sce-
nario ‘Bang Nederland’ eisen burgers ‘een restrictief immigratiebeleid. Meedeinend
op angstsentimenten wordt het Vluchtelingenverdrag steeds vaker ter discussie ge-
steld. ‘Grenzen dicht’ is een veel gehoord credo. (Ministerie van Justitie, 2007: 70)
Het sluiten van de grenzen, en opvang in de eigen regio worden veel genoemd door
politici en commentatoren; het scenario uit het boek past naadloos bij de huidige
politieke en maatschappelijke debat, zoals dit zich in de media openbaart.
In dit artikel zal ik ingaan op die angst en de morele vragen die de discussie aan-
gaande de toestroom van vreemdelingen oproept, en met name ook op de gevolgen
die dit heeft voor kinderen. Kan er in dit bange
land nog aandacht zijn voor de humanitaire
vraagstukken. Of valt het wel mee met ‘Bang
Nederland’?
Vreemdelingen en vluchtelingenHet politieke en maatschappelijke draagvlak in
Nederland om vluchtelingen op te nemen staat
voortdurend ter discussie en leidt tot een verhar-
ding van standpunten tot bedreiging en intimi-
datie aan toe. Er is een parallel te trekken met de
terugkeer van ex-zedendelinquenten in de lokale
samenleving. In een onderzoek hiernaar wordt
in verband met zedendelinquenten verwezen
naar termen als ‘folk devils’ en ‘moral panic’2.
Op het debat
rondom vluch-
telingen lijken
deze begrippen
ook van toepas-
sing (Boone, Van
de Bunt, Siegel
& Van de Ven,
2014). Ook vluchtelingen worden door bange
burgers nogal eens weggezet als potentiële ze-
dendelinquenten. In het kader van bedoeld on-
derzoek wordt gesteld dat de morele paniek bij
terugkeer van een zedendelinquent een korte
maar krachtige reactie is en even snel verdwijnt
als zij opkwam. ‘Maar de crisis laat wel blijvende
voetafdrukken na, bijvoorbeeld in de vorm van
uitbreiding van strafrechtelijke bepalingen of
verhoging van wettelijke strafmaxima’ (Boone,
Van de Bunt, Siegel & Van de Ven, 2014: 19).
Of de felle reacties op de toestroom van vluch-
telingen snel zullen verdwijnen is de vraag; de
problematiek is vele malen groter en breder
over het land verspreid dan die van een enkele
terugkerende zedendelinquent. En die blijvende
voetafdruk zou weleens kunnen worden gezet
door een verscherping van het politieke en maat-
schappelijk debat en door strengere regelgeving,
zoals de ‘sobere opvang’ die het kabinet wil.
Maar vanuit humaan en moreel oogpunt is de
regelgeving nog niet streng genoeg. In een stu-
die uit 2009 wordt gesteld: ‘In Nederland groei-
en duizenden kinderen op in een gezin in een
asielzoekerscentrum (azc). De situatie waarin
deze kinderen opgroeien voldoet anno 2009
niet aan de eisen die het Internationaal Verdrag
voor de Rechten
van het Kind
stelt. Die consta-
tering geldt voor
het geheel en
voor alle onder-
werpen waar
kinderen mee
te maken hebben afzonderlijk: gezin en opvoe-
ding, wonen, recreatie, spel en vrije tijd, onder-
wijs, gezondheid, veiligheid, procedure, finan-
ciën en participatie.’ (Kloosterboer, 2009: 5).
De Europese Kinderombudsmannen maken
zich ook nu zorgen over de situatie van dui-
zenden kinderen die naar Europa vluchten. Zij
maken traumatische ervaringen mee, kunnen
slachtoffer worden van geweld en van mensen-
handel. De Kinderombudsmannen zijn van
mening dat Europese regeringen deze kinde-
ren moeten beschermen en toegang moeten
bieden tot gezondheidszorg en onderwijs. Zij
formeren daarom een taskforce, die erop toeziet
dat Europese leiders de rechten van deze kwets-
bare kinderen respecteren (Kinderombudsman,
2015).
Het Nederlandse vreemdelingenbeleid leidt
zo nu en dan tot merkwaardige ‘oplossingen’.
Zo werd recent onder druk van de pers, poli-
tieke kopstukken en de kinderombudsman een
klein publicitair succesje geboekt doordat twee
Angolese kinderen, Márcia en Gláucio, en hun
moeder na een verblijf van 15 jaar in Nederland
mogen blijven, terwijl de vader alsnog terug
moest naar Angola. De staatssecretaris heeft het
gezin zelf laten beslissen: of allemaal terug naar
Angola, of alleen de vader. Een Salomonsoordeel
dat door de betrokkenen zelf moest worden ge-
veld en voltrokken en dat bij de betrokkenen on-
getwijfeld tot verdriet en trauma’s zal leiden. Ik
moest hierbij denken aan het indrukwekkende
boek Sophies choice, waarin Sophie in Auschwitz
door een kampbewaker wordt gedwongen tot
een onmogelijke keuze: welk van haar twee kin-
deren mag in leven blijven? Ze kiest voor het
leven van haar zoon en de dood van haar doch-
ter en kan uiteindelijk zelf niet leven met haar
keuze. Hoe past het scheiden van één ouder van
de rest van het gezin in de Nederlandse cultuur,
waarin de band van ouders met hun kinderen
een belangrijk pedagogisch uitgangspunt is. Is
uitsluitend de verdenking van het feit dat de va-
der oorlogsmisdaden heeft gepleegd voldoende
om deze actie moreel te rechtvaardigen?
In de afgelopen anderhalf jaar heb ik verschil-
lende opvanglocaties van vreemdelingen be-
14 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Vluchteling in bang Nederland
Het politieke en maatschappelijke draag
vlak in Nederland om vluchtelingen op te
nemen staat voortdurend ter discussie
Vluchteling in bang Nederland c o g i s c o p e 0 4 1 5 15
zocht en gesproken met uitgeprocedeerde
asielzoekers die het land moeten verlaten en
met ambtenaren, die de gesprekken met hen
moeten voeren. Daarbij was de opdracht te be-
zien hoe vreemdelingen beter kunnen worden
gemotiveerd om vrijwillig ons land te verlaten.
(Ministerie van Justitie, 2015) Het schrijven van
een professionele, humane methodiek voor me-
dewerkers van de Dienst Terugkeer & Vertrek
van het Ministerie van Veiligheid en Justitie was
daarbij de opdracht. Hoe kun je aan de slag in
en met de landen van herkomst, met het begelei-
den bij het vinden van een nieuw toekomstper-
spectief en het herstellen van relaties en eervolle
terugkeer? (RTL-Nieuws, 2015)
Veelal zie je onder
de uitgeprocedeer-
den schrijnende
situaties van men-
sen die al jaren
in Nederland ver-
blijven en die des-
ondanks, na vele
procedures, geen recht hebben op een langer
verblijf in ons land. Soms zijn mannen, vrou-
wen en kinderen langdurig gescheiden. In op-
vanglocaties voor gezinnen wonen gezinnen
jaren samen, wachtend tot het jongste kind 18
jaar is.
Het is duidelijk, van de nu inkomende vluchte-
lingen zal een deel over enkele jaren weer het
land moeten verlaten omdat zij niet aan de crite-
ria voldoen voor een verblijfsvergunning. Maar
wat doet dat jarenlange verblijf, dat wachten, dat
toch een beetje integreren, dat van de ene naar
de andere opvanglocatie verplaatst worden met
de ontwikkeling van mensen en in het bijzon-
der: met kinderen? Is er in ‘Bang Nederland’
plaats voor een morele afweging van deze vraag?
AfsluitendMaar is Nederland wel zo bang als wordt gesug-
gereerd? Is er angst dat onze welvaart ons zal
worden afgenomen?
Vluchtelingen, het gaat voor een groot deel om
mensen die hebben meegemaakt dat hun fami-
lieleden werden vermoord, hun huis, hun veilig-
heid is kapotgemaakt. Wie hulp nodig heeft om
weer in balans te komen, zal die hulp moeten
worden geboden. En dat is andere hulp dan ver-
blijf in tentenkam-
pen en asielzoe-
kerscentra (azc’s).
In De Correspondent
van 2 november
jl. schrijft Rutger
Bregman een arti-
kel hier over onder
de titel ‘Wie goed doet...komt nooit in het jour-
naal (en dat is een groot probleem)’. Terwijl de
berichtgeving gericht is op angstige en boze
mensen en de overheid streeft naar sobere op-
vang, wordt geen aandacht gegeven aan de velen
die klaar staan om vluchtelingen te helpen. ‘In
Kapelle moest er een wachtlijst komen – niet
voor vluchtelingen, maar voor vrijwilligers. De
gemeente kondigde aan dat er tweehonderd
mensen uit Syrië zouden komen en een paar
uur later hadden honderdvijftig bewoners zich
gemeld. In Ootmarsum en Oud-Beijerland ge-
... van de nu inkomende vluchtelingen
zal een deel over enkele jaren weer het
land moeten verlaten ...
beurde hetzelfde. In die laatste gemeente meld-
den zich zelfs meer vrijwilligers dan vluchte-
lingen. “Iedereen wil nu helpen”, verzuchtte
een woordvoerder van Vluchtelingenwerk in de
gemeente Zuidhorn. “Er is bijna sprake van een
tsunami van vrijwilligers”.’
Het verbaasde mij ook, gezien de algemene be-
richtgeving, dat in mijn woonplaats Arnhem de
komst van vluchtelingen naar de oude, juist ge-
sloten koepelgevangenis, zo soepel verliep. De
hele omringende wijk stelt zich open, er wordt
kleding bezorgd, geld opgehaald en buurtbewo-
ners stellen hun huizen open voor gezamenlijke
maaltijden. ‘Onze beschaving is geen dun laagje
vernis, het is een dikke vetlaag die ons warm
houdt, zelfs als de dijken doorbreken’, stelt
Bregman.
Misschien is het scenario Bang Nederland toch
te somber en wordt het deels door de media ge-
creëerd. Maar intussen blijft de stroom vluch-
telingen komen en het probleem van uitgepro-
cedeerde asielzoekers die in ons land al lang
en breed zijn ingeburgerd onverminderd voort-
bestaan. In Bang Nederland is nog geen plaats
voor een morele en humanitaire aanpak van het
probleem maar voor het zoeken van oplossingen
in incidentenpolitiek en publicitaire succesjes.
Hoeveel Márcia’s en Gláucio’s zijn en komen
er nog in Nederland – of worden hier nog ver-
wekt en geboren – die na jaren van inburgering
zonder pardon het land zullen moeten verlaten
omdat op hen toevallig de publiciteit niet werd
gericht?
16 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Vluchteling in bang Nederland
LiteratuurM.M. Boone, H.G. van de Bunt, D. Siegel, m.m.v. K.
van de Ven (2014), Gevangene van het verleden.
Crisissituaties na de terugkeer van zedendelin
quenten in de samenleving. In opdracht van:
Programma Politie & Wetenschap. Politie &
Wetenschap, Apeldoorn; Universiteit Utrecht;
Erasmus Universiteit Rotterdam, p. 28.
Kinderombudsman 2015: http://www.dekinderom-
budsman.nl/70/ouders-professionals/nieuws/
europese-kinderombudsmannen-vormen-
taskforce-voor-kinderen-op-de-vlucht/?id=571
[geraadpleegd 27.10.2015].
K. Kloosterboer (2009), Kind in het cen
trum. Kinderrechten in asielzoekerscentra.
Samenvatting. Unicef, Kinderpostzegels, COA.
Ministerie van Justitie, Directie Algemene Justitiële
Strategie (2007), Justitie over morgen. Scenario’s
en strategieën voor 2015. Den Haag.
Ministerie van Justitie (2015). Brief dd. 6 okto-
ber 2015 van Staatssecretaris van Veiligheid
& Justitie Dijkhoff aan de voorzitter van de
Tweede Kamer met als onderwerp het Rapport
'Terugkeer van vertrekplichtige vreemdelingen',
kenmerk 675119.
RTl-Nieuws (2015): http://www.rtlnieuws.nl/
nieuws/binnenland/zo-praten-ambtenaren-
uitgeprocedeerde-asielzoekers-het-land-uit
[geraadpleegd 31 oktober 2015].
1 Kansarmoede is een duurzame toestand waarbij men-
sen, vergeleken met de grootste groep in de samenle-
ving, worden beperkt in hun mogelijkheden deel te heb-
ben aan onderwijs, werk en huisvesting. Deze toestand
doet zich voor op materieel en immaterieel gebied.
2 Dit begrip wordt gebruikt om de aandacht te vestigen
op het disproportionele, negatieve karakter van sociale
reacties op afwijkend gedrag. Overtrokken reacties kun-
nen bijdragen aan de ‘amplificatie’ van de problemen.
De overtrokken, negatieve manier waarop gereageerd
wordt op afwijkend gedrag kan leiden tot stigmatise-
ring, uitstoting en agressieve tegenacties van de betrok-
ken daders, en dus tot verergering van de problemen.
‘Bij een morele paniek is ten eerste sprake van bezorgd-
heid of zorg over het gedrag van een bepaalde groep of
persoon, die – tweede kenmerk – als vijand (folk devil)
wordt beschouwd’ (Boone, Van de Bunt, Siegel & Van
de Ven, 2014: 18 en 19).
JAAP A. VAN VlIET is senior adviseur en onderzoeker bij leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering en bij het lectoraat Werken in Justitieel Kader, Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. Daarnaast is hij zelfstan-dig gevestigd als adviseur en onderzoeker op het grensvlak van justitie en zorg.
‘Wij zetten met z’n allen een gigantische prestatie neer’ c o g i s c o p e 0 4 1 5 17
Veronique Huijbregts
In gesprek met COAmanager Sjef Robroek
Bewoners van de noodopvang AZC Heumensoord spelen een spelletje voetbal (Flip Franssen/HH).
‘Wij zetten met z’n allen een gigantische prestatie neer’
in nog geen jaar tijd is het aantal bewoners waar
voor het coA onderdak en begeleiding moet rege
len bijna verdubbeld. Dat betekent hands on. Daar
zijn ze bij het coA goed in, weet sjef Robroek,
unitmanager beleidsafdeling uitvoeringsprocessen.
Medewerkers werken op locatie samen onder soms
moeilijke omstandigheden. Bij heftige incidenten
kunnen ze een beroep doen op een psychologische
achterwacht.
18 c o g i s c o p e 0 4 1 5 ‘Wij zetten met z’n allen een gigantische prestatie neer’
Robroek doet het interview terwijl hij onderweg
is. Het zegt wel iets over de drukke agenda van
deze manager. In de auto vindt hij de tijd om
noodzakelijke telefoontjes te plegen, vertelt hij.
Met zijn afdeling zorgt hij ervoor dat de beleids-
afspraken die in ‘Den Haag’ worden gemaakt in
de praktijk toepasbaar zijn. Daarnaast zorgt zijn
afdeling dat er uitvoering gegeven wordt aan
zo’n zestig contracten, waaronder het zorg- en
het beveiligingscontract. Zijn medewerkers zijn
vaak in het land om de azc’s daarbij te helpen.
‘We hebben een korte lijn met de uitvoeringslo-
caties en gaan er ook graag heen. Zo weten we
wat er speelt en wat de behoeften zijn. Daar kun-
nen we dan met ons beleid, kaders en instructies
op inspelen.’
Rumoerige minderheidZelf bezoekt Robroek regelmatig avonden voor
burgers in gemeenten waar het COA een nieuwe
opvanglocatie wil openen. En ja, dan krijg je vaak
te maken met weerstand en met mensen die hun
mening klaar hebben. ‘Het onderwerp roept veel
emoties op bij voor- en tegenstanders. Die gevoe-
lens haal je niet weg door bijvoorbeeld te mel-
den dat tachtig procent van de asielzoekers die
tegenstanders graag als “gelukszoekers” type-
ren hier een vluchtelingenstatus krijgt. Mensen
doen bepaalde uitspraken vaak uit angst. Daar
kun je niet omheen. We moeten hen helpen om
die angst een plaats te geven en te gaan beseffen
dat die misschien onterecht is. We steken er veel
energie in om te laten zien dat de vooroordelen
wellicht ongegrond zijn. Maar we zijn ook nuch-
ter. Als je ergens met duizend mensen op een
locatie komt, kun je geen garantie geven dat er
nooit iets gebeurt. In elke woonwijk van duizend
mensen gebeurt wel eens wat.’
Overigens ontmoet Robroek op die bijeenkom-
sten ook veel mensen die vluchtelingen een
warm onthaal willen bieden en het COA als vrij-
williger willen steunen bij zijn taak. De media
zoomen eenzijdig in op de rumoerige minder-
heid, zegt hij. Op dit moment zijn er zeker drie-
duizend à vierduizend vrijwilligers bij het COA
actief. Het is het lot van het opvangorgaan om
tweemaal protest mee te maken, zegt de mana-
ger: bij de komst van een opvanglocatie én bij
vertrek uit een gemeente. ‘Als we eenmaal er-
gens zitten, wennen mensen langzaam aan onze
aanwezigheid. Dan protesteren ze juist weer als
we weggaan.’
VerdubbelingVanaf begin 2015 groeide het aantal bewoners
in de opvang van 24.000 mensen tot praktisch
45.000. En de groei houdt nog aan. In één jaar
tijd is er dus sprake van een verdubbeling van
mensen die opvang en begeleiding nodig heb-
ben. Dat vraagt ook een verdubbeling van mede-
werkers. Vanaf midden 2014 heeft het COA zo’n
1.500 nieuwe mensen aangetrokken.
Het lukt tot dusver om die te vinden, door ex-me-
dewerkers weer in dienst te nemen, dankzij de
medewerking en het selectiewerk van uitzend-
en bemiddelingsbureaus en door bij organisaties
als de Dienst Werk en Inkomen of Jeugdwerk
mensen die daar weg moeten te interesseren
voor werk bij het COA. Ook pas gediplomeerde
MBO’ers en HBO’ers gaan aan de slag.
Soms gaat het werven ‘met stoom en kokend
water’, zoals Robroek het uitdrukt. Hoe kan het
ook anders? ‘Neem Heumensoord in Nijmegen.
Daar zijn in no time drieduizend bewoners ge-
huisvest. Het is veel werk om daar in zo’n korte
tijd de benodigde honderd medewerkers voor te
werven, maar dat is wel gelukt. Het zijn mensen
van allerlei pluimage, maar ze voldoen allemaal
aan de eisen die wij stellen, MBO of HBO maat-
schappelijk of sociaal cultureel werk.’
De nieuwe medewerkers treffen in het COA een
‘organisatie van doeners’, zegt Robroek. ‘Ik werk
nu bijna twintig jaar bij deze organisatie en ik
heb het nooit anders gekend. We verwerven nu
op alle mogelijke manieren locaties: regulier en
in overleg met de veiligheidsregio’s en gemeen-
ten, die we oproepen om opvangplekken te cre-
eren. Het lukt ons nog elke dag om voldoende
onderdak te regelen voor de mensen die komen.
En op elke nieuwe locatie staat iedereen klaar
om tot diep in de nacht door te werken om die
gebruiksklaar te maken.’
VerdunningWat Robroek wel zorgen baart is de verhouding
ervaren medewerkers en nieuwkomers. ‘Die is
nu zo’n beetje fiftyfifty. Het is de vraag af hoe
ver die “verdunning” kan gaan.’ Het COA pro-
beert die onervarenheid te ondervangen door
nieuwe medewerkers eerst ervaring te laten op-
doen op bestaande locaties met ervaren mensen.
Ze doorlopen ook een programma waarmee ze
de benodigde basiskennis krijgen. Al met gaat
het heel goed, oordeelt Robroek, ‘maar net als
in alle organisaties met zo’n hectiek gaan er ook
zaken niet goed. Ik vind het mooi om te zien
hoe we de groei weten op te vangen. Wij worden
gecontroleerd door inspecties voor veiligheid en
‘Wij zetten met z’n allen een gigantische prestatie neer’ c o g i s c o p e 0 4 1 5 19
gezondheidszorg en die komen ook op nieuwe
locaties tot de algemene conclusie dat wij het
goed doen.’
De oude en de nieuwe medewerkers pakken het
werk enthousiast aan, vervolgt hij. ‘Maar het
gaat ze niet altijd in de koude kleren zitten. In de
opvang horen ze de verhalen van de bewoners
en zien ze wat er gebeurt. Sommige bewoners
hebben psychische problemen. Dat doet wel wat.
In de teams wordt veel gesproken over wat de
teamleden meemaken. Ze houden elkaar onder-
ling in de gaten. Ze worden ook geschoold om
met bepaalde zaken om te gaan. En we hebben
een vangnet voor het geval mensen op de loca-
ties traumatische gebeurtenissen meemaken,
een organisatie die kan begeleiden bij het ver-
werken van traumatische ervaringen. Teams en
individuele medewerkers kunnen daar terecht
voor gesprekken.’
TeamgesprekkenGevraagd naar de gevolgen van de aanval met
vuurwerkbommen op het azc in Woerden, ver-
telt Robroek dat zo’n agressieve gebeurtenis
haaks staat op de wijze waarop de medewerkers
zelf hun werk ervaren. ‘Wij vinden met z’n al-
len dat we een gigantische prestatie neerzet-
ten, waarvoor we ons niet schamen. Je doet iets
goeds, iets waarvoor je politiek en maatschap-
pelijk opdracht hebt gekregen, en dat wordt
dan beantwoord met agressie! Dat is niet niks.
We hebben het er in de teams veel over gehad.
Mensen kunnen er individueel over doorpraten,
als ze dat willen. Wij merken wel, en dat is ook
de ervaring van de organisatie die we voor bege-
leiding hebben ingehuurd, dat teamgesprekken
op locatie het beste werken. Het is belangrijk
niet te stoer over je gevoelens te doen, zo van:
dat hoort bij mijn vak en dat moet ik maar kun-
nen verdragen, het mag me niets doen. Wij sti-
VERONIqUE HUIJBREGTS (socioloog) is freelance journalist/redacteur (zie www.tekst-huijbregts.nl).
muleren eerder het tegenovergestelde: als iets je
even teveel wordt, doe er wat mee en ga erover in
gesprek, liefst met je team en je collega’s.’
Twee kantenDe vanzelfsprekende energie van de medewer-
kers om dingen aan te pakken en de veerkracht
van de vluchtelingen, het zijn beide zaken die
indruk op Robroek maken. ‘Bij het werk horen
zowel nare als fijne ervaringen. Het is bijvoor-
beeld fijn om mee te maken dat iemand na een
spannende tijd een vergunning krijgt om in
Nederland te blijven. Dan zijn de bewoners heel
erg blij. Die blijheid zie je overslaan op de mede-
werkers.’
Medische teams van het COA onderzoeken kort na aanmelding elke asielzoeker op zijn ge-zondheid. Volgens wettelijk voorschrift worden asielzoekers op de derde dag op tbc gescreend. (Deze wettelijke plicht is onlangs opgeschort voor de Syriërs, omdat de inspectie het risico op tbc bij hen laag inschat. Dit betreft 60-70% van alle asielzoekers. Vrijwel alle overige asielzoekers komen op dit moment uit Irak, Afghanistan en Eritrea.) Na deze screening krijgen ze een uitno-diging voor een gesprek over hun gezondheidssi-tuatie en om een dossier aan te leggen. Doel van het gesprek is ook om te bepalen of de asielzoe-ker de asielprocedure qua gezondheid aankan.
De bewoners van azc’s vallen allemaal onder een zorgverzekering. Als ze zorg nodig hebben, gaan ze naar hulpverleners in de omgeving van het azc. Medewerkers van de opvanglocatie informeren hen over het Nederlandse gezond-heidssysteem. Daar zijn ook verpleegkundigen en zorgconsulenten geestelijke gezondheid op de locaties om problemen te signaleren en naar zorg toe te geleiden. Over de precieze gezondheidstoestand van de bewoners valt enkel iets te zeggen aan de hand van de cijfers over hun zorgconsumptie, zegt Robroek. ‘Binnen de groep van 45.000 mensen die we opvangen heb je alle mogelijke problemen
HOe geZOnD Zijn De BewOneRs VAn De AZc? en ziektes. Maar dat geldt voor elke groep van deze omvang, al zijn er bij de asielzoekers wel-licht iets meer beschadigde mensen vanwege de doorstane gebeurtenissen.’‘Om naar ons land te komen hebben de asielzoe-kers een flinke en vaak gevaarlijke reis onderno-men. Ze zijn veelal in de kracht van hun leven, maar ze hebben wel vaak nare dingen meege-maakt. Soms leidt dat tot problematiek. Hoeveel, dat kan ik niet zeggen. Maar ik wil waken voor het idee dat alle mensen die bij ons wonen psy-chische problemen hebben. Het beeld dat een asielzoeker per definitie getraumatiseerd is, wil ik sterk relativeren.’
20 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Tussen verbinden en verketteren: de vluchtelingencrisis online
Ton Baetens, Anneke Bloemen, DebbY Houtgraaf en laura Roos
Sociale media: een onuitputtelijke bron van informatie, ergernis en hoop
Tussen verbinden en verketteren: de vluchtelingencrisis online
Vrijwilligers van het Rode Kruis
delen kledingpakketten uit aan
vluchtelingen (Kees van de
Veen/HH).
in 2010 constateerde de Raad voor
Maatschappelijke ontwikkeling dat sociale
media een perpetuum mobile van meningen
en informatie zijn. en – karakteristiek
voor dit medium – dat het publieke debat
verschijnselen van fragmentatie, groeiende
complexiteit en onvoorspelbaarheid liet
zien (Baetens, Jutten, stans & ponsioen,
2010). Vandaag de dag is dat niet anders:
we twitteren, we posten veel op Facebook,
we instagrammen (meer en meer) en pinnen
op pinterest. Rijp en groen, doordacht en
ondoordacht. We verbinden en verketteren.
De huidige vluchtelingencrisis toont voluit
waartoe sociale media in staat zijn. Hoe gaan
we hiermee om? Overheden en uitvoerings-
organisaties snakken naar een concreet hande-
lingsperspectief.
sociale media: geen grens tussen binnen en buitenSociale media (en internet) zijn in hoge mate
disruptief. Dat is niets nieuws. Castells (1988)
constateerde al dat ‘een structurele verandering
kan worden waargenomen in […] machtsver-
houdingen en in de gepercipieerde verhouding
tot de werkelijkheid.’ Tegelijkertijd onder-
strepen veel onderzoekers dat sociale media
ideale aangrijpingspunten bieden voor het
aangaan van een permanent publiek gesprek
over maatschappelijke kwesties (Aarts, 2009).
Beleidsmakers en -uitvoerders zouden die on-
line buitenwereld centraal moeten stellen om
deel te nemen aan dit permanente gesprek
(Winsemius, 2012). Rijnja (2012) constateert,
dat dit nieuwe spel tussen beleidsmakers en
publiek ‘steeds meer communicatieve vaardig-
heden’ vergt. En dat gaat met vallen en opstaan.
Het is dan ook niet gek, dat organisaties zich
met regelmaat ‘overvallen voelen’ door de on-
line hectiek ‘buiten’. Net zoals het ministerie
van OCW zich in 2008 geen raad wist met de
spontane en succesvolle scholierenacties (van
het LAKS) tegen de 1040-uren norm, lijkt het
maatschappelijk middenveld en de overheid
nogal handelingsverlegen ten opzichte van het
luidruchtig amalgaam aan meningen rond het
vluchtelingendebat op internet.
Het is niet allemaal goud wat er blinktIn het vluchtelingendebat online buitelden de
afgelopen weken meningen en opvattingen
lustig over elkaar heen. Sommige werden opge-
pikt door kranten, radio, televisie en vervolgens
weer rondgepompt. Uiteraard met nieuwe on-
line respons. De mediatization van de samen-
leving nam rond dit onderwerp welhaast gro-
teske vormen aan. De komst en integratie van
vluchtelingen raakt in Nederland kennelijk een
open zenuw. Heel veel mensen vinden er wat
van en uiten zich naar eigen goeddunken, dus
wordt er beledigd, geschopt, maar ook beargu-
menteerd en een beetje geluisterd. Dat kan fei-
telijk ook niet anders. Als we ons een mening
vormen, reageren we ergens op. Uitspraken
Tussen verbinden en verketteren: de vluchtelingencrisis online c o g i s c o p e 0 4 1 5 21
maken per definitie deel uit van een doorlo-
pend gesprek. Opinies krijgen betekenis door
uitwisseling, in interactie binnen een bepaalde
context (Veen et al., 2012). Kortom, pas in ge-
sprek hebben we het ergens over. Dus moeten
beleidsmakers en -uitvoerders dat gesprek ook
blijven voeren – offline en online – om partij te
zijn, ongeacht de toon en de tsunami van bele-
digingen.
Het vluchtelingendebat kenmerkt zich bepaald
niet door fijnzinnigheid. Wederzijds respect
is soms ver te zoeken. ‘Ik laat het riool aan de
ratten’, twitterde Tineke Ceelen, directeur van
de Stichting Vluchteling. Ze ontving honder-
den doodverwensingen, vertrouwde ze Radio
1 toe. Ze heeft haar Twitteraccount opgeheven.
Overigens verschillen deze online uitingen niet
noemenswaardig van de offline gedragingen
die mensen ten toon spreiden. Ook bijeenkom-
sten met bewoners in Oranje, Steenbergen, of
Purmerend liepen uit de hand. Welbeschouwd
is online gedrag slechts een spiegel van de off-
line ziel.
Maar gelukkig zorgen sociale media ook voor nieuwe verbindingenIs het online dan alleen maar kommer en kwel?
Nee, online zijn ook talloze positieve berich-
ten te vinden. En naast woorden vinden we er
ook concrete daden. Initiatieven van ‘gewone
Nederlanders’ die vluchtelingen willen helpen,
zijn er legio. Een kleine steekproef (waarin
we inventariseerden hoeveel hulpacties al-
leen al in september online te vinden waren)
toonde tientallen grote en kleine initiatieven.
Spontane hulpacties ontloken naast de profes-
22 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Tussen verbinden en verketteren: de vluchtelingencrisis online
sionele vluchtelingenhulp van (onder meer) het
Centraal Orgaan Asielzoekers, het Rode Kruis
en de Stichting Vluchteling.
Burgers organiseren zich dankzij sociale media
gemakkelijker. Een gelijkgestemde is slechts
één klik verwijderd. Volgens het Centraal
Bureau voor de Statistiek maakte in 2014 62%
van de Nederlanders actief gebruik van sociale
netwerken als Facebook en Twitter. We gebrui-
ken sociale media vooral om het belang van een
situatie te benadrukken, informatie te zoeken
en te verstrekken, emoties te delen, of steun te
zoeken (Jin, Lui & Austin, 2014). Geen wonder
dat er zoveel voorbeelden van actief burgerschap
zijn. In de vorm van online platforms, zoals We
willen wel helpen, Welkom in mijn achtertuin en Ik
wil iets doen voor een vluchteling. Dit laatste plat-
form maakt trouwens inzichtelijk waarom der-
gelijke platforms ontstaan. Naar eigen zeggen, is
een ‘samengeraapt zooitje mensen’ aan de slag
gegaan om helderheid te bieden: ‘een overzicht
dat we zelf niet konden vinden’.
Aansluiten bij ‘wat er buiten leeft’ is zo gemakkelijk nietHulporganisaties worstelen zichtbaar met het
hulpaanbod van actieve burgers. Zo reageerde
het COA er bijvoorbeeld lichtelijk gereserveerd
op en raadde mensen af om (nieuwe) inzame-
lingsacties te starten. Publicitair leverde dat kop-
pen op als ‘COA wil geen spontane acties voor
vluchtelingen’ en ‘Aanbod hulp vluchtelingen
overrompelt COA’. En die beeldvorming is las-
tig, als blijkt dat het COA het niet voor elkaar
krijgt om op tijd voldoende voedsel en kleding
bij de opvanglocaties te krijgen, terwijl ‘buiten
letterlijk half Nijmegen klaar [staat] om te hel-
pen’, aldus Lian Priemus op 12 oktober in De
Volkskrant.
Het kan ook anders, betoogde Priemus in haar
opiniestuk. Als actieve vrijwilliger in Amsterdam
merkte ze, dat Het Leger des Heils wel in staat
was aan te sluiten op het ‘disruptieve buiten’.
Het Leger ontdekte dat er in Amsterdam een
Facebookgroep (met meer dan duizend leden)
graag een steentje wilde bijdragen aan het or-
ganiseren van de opvang. Het Leger werd lid
en mobiliseerde de vrijwilligers snel en effectief
met concrete verzoeken en bijdragen. Binnen
een week waren alle vluchtelingen voorzien van
goede schoenen, kleren en verzorgingsmidde-
len.
Ook het Rode Kruis doet zijn best om gebruik te
maken van burgerkracht. De vereniging is zeer
actief op sociale media en vraagt regelmatig om
actieve inbreng van burgers bij hulpacties, bij-
voorbeeld via de app Ready2Help. Vrijwilligers
kunnen zich via deze app aanmelden en regi-
streren. Als er in de woonomgeving van een vrij-
williger hulp nodig is, ontvangt die persoon een
melding. Een mooi voorbeeld van hoe actieve
online communicatie kan bijdragen aan con-
crete hulp waar die nodig is. Nadeel is echter,
dat de app het ‘eigen’ hulpaanbod van het Rode
Kruis centraal stelt. Voor eigen initiatieven van
mensen is die app de weg niet.
nieuwe rolopvattingen zijn nodig in een nieuwe tijdDe activiteiten van de eigen organisatie centraal
stellen, verdraagt zich niet goed met de geest
van de tijd en het vuur in het vluchtelingen-
debat. Actief burgerschap volgt nieuwe lijnen
en wetten. In het essay Popup publieke waarde:
Overheidssturing in de context van maatschappe
lijke zelforganisatie schetst Nederlandse school
voor Openbaar Bestuur (2013) hoe burgers ‘ge-
woon’ beginnen, aan de slag gaan en bij elkaar
steun zoeken. Zonder budget en uiteraard zon-
der toestemming. Zo geven burgers invulling
aan wat zij zelf belangrijk vinden.
Sociale media maken het mensen makkelijk om
direct contact te leggen en informatie of ken-
nis te delen. En mensen zijn makkelijk actief te
benaderen door formele organisaties. Maar dat
vergt wel een aangepaste rolopvatting: een orga-
nisatie die in dit spel stapt, is niet langer de spe-
ler die het proces dirigeert, maar wordt als van-
zelf een teamspeler die faciliteert. Organisaties
Tussen verbinden en verketteren: de vluchtelingencrisis online c o g i s c o p e 0 4 1 5 23
moeten wennen om (weer) met de noppen in de
modder te staan. Door organiserend vermogen
en ervaring in te brengen en zo de kwaliteit van
een burgerinitiatief te verbeteren. Want in het
veld wordt het verschil gemaakt, maar alleen als
er recht gedaan wordt aan het enthousiasme en
de drive dat het initiatief deed ontluiken.
Tot slot: wat levert het nu allemaal op? Enerzijds zien we dat burgers zich mobiliseren
(rond stinkende totempalen en goede doelen),
waarbij belang en eigenbelang in elkaar over-
vloeien. Het vluchtelingendebat op sociale me-
dia in Nederland laat zien, dat zulks tot felle de-
batten leidt. Daarvan zijn fraaie en minder fraaie
voorbeelden te vinden. Niet alleen is de kwaliteit
van spontane initiatieven niet altijd even hoog.
1 Breng als organisatie actief in kaart welke actoren, netwerken en – voor-al – unusual suspects zich bezig houden met de thema’s waarop de organisatie zich profileert.
2 Zorg dat de organisatie weet, welke dominante actoren het discours be-palen.
3 Meet de temperatuur van het badwater: de toon van het debat.4 Zorg op regelmatige basis (bij voorkeur wekelijks; in tijden van crises
dagelijks) voor een overzicht (niet meer dan twee A4!) van de meest actuele ontwikkelingen online: hoe denkt de buitenwereld over ons? En onze thema’s?
5 Zorg dat de uitvoerende professionals in de organisatie actief in de openbaarheid mogen en kunnen treden (en zorg dat ze dat dan ook doen).
6 Wees transparant in communicatie over doelen, resultaten en dilem-ma’s van de organisatie (in goede en in slechte tijden).
7 Onderhoud online (en vooruit, ook offline) met regelmaat contact met relevante actoren (en relevant betekent niet ‘beslisser’, dan wel ‘baas’, maar vooral ‘geïnteresseerd’ en ‘betrokken’): broodnodig voor een per-manent gesprek met ‘buiten’.
8 In ieder gesprek komen gespreksdilemma’s voor zoals zorgen, vragen rond eigenaarschap, verantwoordelijkheid. Feitelijk is ieder gespreksdi-lemma een mogelijkheid om een context te veranderen. Door actief in gesprek te gaan en te blijven, evolueert de context en ontstaat – in de regel – wederzijds respect en begrip.
9 Wees bewust dat de organisatie niet langer het centrum van de wereld is. Samen spelen in een spannend team is trouwens vele malen leuker.
HAnDelingspeRspecTief: 9 wenken VOOR OVeRHeDen en uiTVOeRingsORgAnisATies
Soms zijn acties ongericht en weinig productief.
Aan de andere kant zien we ook, dat overheden
en uitvoeringsorganisaties nauwelijks pogingen
doen om die (soms) ongerichte acties beter in
te bedden. Formele organisaties zijn, ten eerste,
beperkt aangesloten op de interactie op sociale
media. En dus ontbreekt, ten tweede, het zicht
op het daadwerkelijke gesprek dat mensen in
hun informele netwerken voeren. Online valt
een wereld te winnen. Als we formele en infor-
mele netwerken maar zó durven inbedden, dat
ze elkaar versterken. Cruciale factor is dat over-
heden en uitvoeringsorganisaties oprecht het
belang willen zien om dat permanente gesprek
met ‘buiten’ aan te gaan. Met het oogmerk be-
ter te verbinden, opdat we over en weer minder
verketteren.
Referenties Aarts, M.N.C. (2009), Een gesprek zonder einde: over
strategische communicatie in een voortdurend ver
anderende omgeving. Amsterdam: Vossiuspers.
Baetens, T., T. Jutten, A. Ponsioen & J. Stans (2010),
‘Internet als Perpetuum Mobile’ in: De Nieuwe
Regels van het Spel. Den Haag: RMO.
Castells, M. (1988), The Information Age: economy,
society and culture. Vol 3. End of the Millennium.
Oxford: Blackwell.
Jin, Y., B.F. liu & l.l. Austin (2014), ‘Examining the
role of social media in effective crisis manage-
ment: the effects of crisis origin, information
form and source on public’s crisis responses’, in:
Communication Research, 41,1, pp. 74-94.
Rijnja, G. (2012), Genieten van weerstand (Enschede:
dissertatie).
Steen, M. van der, M. van Twist, N. Chin-A-Fat & T.
Kwakkelstein, (2013), Popup publieke waarde:
Overheidssturing in de context van maatschappelijke
zelforganisatie. Den Haag: NsOB.
Veen, M., H. te Molder, B. Gremmen & C. van
Woerkum (2012), ‘Competing Agendas in
Upstream Engagement Meetings Between
Celiac Disease Experts and Patients’, in: Science
Communication 34, 4, pp. 460-486.
Winsemius, P. (2012), Vertrouwen in burgers.
Amsterdam: AUP.
TON BAETENS, ANNEKE BlOEMEN, DEBBY HOUTGRAAF en lAURA ROOS werken bij EMMA – Experts in Media en Maatschappij, Den Haag (www.emma.nl).
24 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Tussen verbinden en verketteren: de vluchtelingencrisis onlinel / Een vluchteling aan het woord
susie is een jonge spontane vrouw van midden twintig die nu drie jaar in Nederland verblijft. Ze durft meer zichzelf te zijn al blijft het moeilijk dat ze nog niet een officieel teken heeft gehad dat ze zich hier in Nederland mag wortelen. Zo vertelt ze hoe ze zich de eerste maanden voelde in Nederland: ‘ik voelde me een ‘nobody’. in mijn geboorteland sierra Leone was ik al lange tijd mezelf kwijt , het ging bergafwaarts toen ik in mijn tienertijd wees werd en in Nederland voelde ik me nog steeds “lost”. ik hoorde al snel dat ik niet welkom was en belandde een week lang op het centraal station, een ontzettend moeilijke tijd. pas na die week werd ik opgemerkt, het was voor het eerst in die hele week dat iemand mij zag en aansprak. een ontzettend lieve vrouw vroeg of ze mij kon helpen. ik dankte god en zei tegen haar dat ik geen huis had, ik kon haar niet veel uitleggen maar ze begreep mij en bracht mij naar een vrouwenopvanghuis voor slachtoffers van mensenhandel. Nu ik een aantal jaren verder ben, weet ik steeds beter wie ik ben en wat ik wil. Toch is het zo lastig om het land, de mensen en dat wat mogelijk en onmogelijk is te leren kennen. ik was zo’n ander leven gewend, met andere omgangvormen, dat heeft tijd nodig, door interactie met anderen heb ik veel geleerd. er zijn mensen geweest die misbruik van mijn positie hebben gemaakt, zowel in mijn geboorteland als in Nederland. in mijn geboorteland hield mijn vrijheid op toen mijn vader overleed en ik wees werd. Toen werd ik geholpen door een, zo zei hij, missionair die mij meenam naar Nederland, maar hij bleek een mensenhandelaar en uitbuiter te zijn. ik begreep het leven niet meer, het was moeilijk om open te blijven staan voor nieuwe contacten, mensen te leren vertrouwen. ik zeg nu “where you will go, go as a human, and you’ll live”.’
(interview Elise van Wageningen)
EEN VlUCHTElING AAN HET WOORD
susie
Marieke Sleijpen
Niet voor spek en bonenVeerkracht bij jonge vluchtelingen
Vluchtelingen bij het AZC Ter Apel (Kees van de Veen/HH).
Niet voor spek en bonen c o g i s c o p e 0 4 1 5 25
Hoe houden jonge vluchte
lingen zich staande in onze
Nederlandse samen leving?
Marieke sleijpen raakte geïn
trigeerd door deze vraag en
maakte het tot onderwerp van
haar proefschrift. in deze bij
drage schetst ze het concept
veerkracht en welke krachten
en kwetsbaarheden een rol
kunnen spelen in het (over)
leven van deze groep.
26 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Niet voor spek en bonen
Veerkracht – men weet wat je bedoelt maar niet wat het isDe term ‘veerkracht’ is al jaren erg populair. Het
wordt gebruikt in de meest uiteenlopende the-
ma’s en verbanden, te pas en te onpas. Het zat al
in de eerste kersttoespraak van onze koning en
vandaag de dag in shampoos, en onlangs hoopte
heel Nederland, helaas en tegen beter weten in,
dat ons nationale voetbalelftal er mee te etikette-
ren viel. Over veerkracht zijn wetenschappelijke
artikelen geschreven en belangrijke congressen
georganiseerd. We kennen de term uit de me-
chanica en de bèta’s onder ons herinneren zich
de bijbehorende fysicawetten, waarmee dit ver-
schijnsel in de natuurkunde eenduidig is gedefi-
nieerd. Globaal genomen gaat het bij veerkracht
om het vermogen van iets of iemand om weer
naar een oorspronkelijke of evenwichtige toe-
stand terug te keren. Dat impliceert dat er spra-
ke is van een bepaalde mate van vervorming of
verandering in een richting die als onwenselijk
wordt beschouwd. Dit verklaart
waarom het woord vooral het af-
gelopen decennium van recessie
zo veelvuldig in ons alledaagse
spraakgebruik voorkomt. Bij de
term veerkracht doemt inderdaad
meteen ook de gedachte aan crisis
op, ze vormen een koppel.
Ook in de psychologie wordt het
begrip veerkracht gebruikt en in-
tuïtief weten we wel wat we eron-
der verstaan, maar over de exacte
definitie van het construct bestaat
controverse. Meestal wordt het gedefinieerd in
termen als ‘goede aanpassing of positieve ont-
wikkelingsresultaten ondanks ernstige bedrei-
gingen’ (bijvoorbeeld Masten, 2001). Maar wat
wordt er precies bedoeld met ‘goede aanpas-
singen’ en ‘ernstige bedreigingen’? Bovendien
houdt een dergelijke definitie het gevaar van
circulariteit in, bijvoorbeeld in een redenering
als: ‘veerkrachtige individuen hebben geen ge-
zondheidsproblemen en als iemand geen ge-
zondheidsproblemen heeft, is die ongetwijfeld
veerkrachtig’… Wat is veerkracht dán precies?
Het tegenovergestelde van ‘kwetsbaarheid’? En
wat zegt de aan- of afwezigheid van psychopa-
thologische verschijnselen überhaupt over de
niet-pathologische responses na het meemaken
van stressvolle ervaringen?
Een jaar geleden liet de befaamde professor
Robert Pynoos zich tijdens een meeting van
de ISTSS (International Society for Traumatic
Stress Studies) kritisch uit over dit construct. Hij
stelde dat veerkracht vaak ‘unanchored’ is waar-
door het betekenisloos wordt. Iemand kan in
verschillende levensfases verschillende reacties
laten zien op verschillende domeinen. Wanneer
het construct veerkracht gehanteerd wordt moet
volgens hem precies vastgesteld zijn wat de ge-
geven situatie is waar het aan gekoppeld wordt;
het heeft een anker nodig.
Hoewel de wetenschappelijke implicaties van
het concept veerkracht dus erg onduidelijk zijn,
kan het in de praktijk wel begrip bieden en zelfs
helpen om aan crisissituaties een minder ang-
stig en bedreigend perspectief te geven. Crisis
en veerkracht zijn immers, zoals hiervoor al
geconcludeerd, een koppel, als het ware deeltje
en antideeltje van elkaar. En in de kwantumme-
chanica: als er sprake is van het ene dan bestaat
per definitie, en dat is wet, ook het andere. Ga er
dan naar op zoek!
komen jonge vluchtelingen nog wel op hun pootjes terecht? Niet alleen vanwege de actualiteit houden diver-
se onderzoekers zich bezig met jonge asielzoe-
kers, maar ook omdat ze zich afvragen of, en ver-
volgens hoe, het toch mogelijk is dat deze groep
zich staande houdt in onze Nederlandse samen-
leving. Edith Montgomery (2010) laat in haar
studie zien dat veel jonge vluchtelingen meer-
dere ingrijpende gebeurtenissen met betrekking
tot oorlog en vlucht hebben meegemaakt en dat
zij bij aankomst in Denemarken veel klachten
rapporteren, maar dat deze aanzienlijk vermin-
deren na verloop van tijd; een kleine minderheid
heeft zo’n negen jaar na aankomst nog klinisch
mijn vuur is gedoofd
geen rooksliert overdag
en ’s nachts herinnert geen schijnsel aan mij
(Rodaan Al Galidi, Asielzoeker des Vaderlands)
Niet voor spek en bonen c o g i s c o p e 0 4 1 5 27
significante psychologische problemen.
Verbazingwekkend de kracht van deze popula-
tie, maar waarmee wordt ze gevoed? In ons re-
view (Sleijpen, Boeije, Kleber & Mooren, 2015)
belichten we diverse bronnen, zoals sociale
steun vanuit de omgeving, onderwijs en religie.
Bronnen die de jongeren helpen om zich veilig
te voelen, hun eigenwaarde te behouden, te be-
schikken over betekenisvolle relaties en stress
te reduceren. Toch blijken deze bronnen ook
contraproductieve aspecten te bevatten. Educatie
bijvoorbeeld, wordt door veel adolescente vluch-
telingen heel belangrijk gevonden (scholing
wordt gezien als dé sleutel naar een betere toe-
komst, een bron van afleiding en het geeft jon-
geren het gevoel toch nog ergens controle over
te hebben, namelijk de eigen schoolprestaties),
maar het vormt tegelijkertijd ook een bron van
stress. Het verlangen om te slagen en aan fami-
lieverwachtingen te voldoen verhoogt niet zel-
den het gevoel van eigen verantwoordelijkheid
dusdanig dat het gemakkelijk kan uitmonden in
faalangst. In diverse studies komt naar voren dat
een aantal jonge vluchtelingen benadrukt dat ze
veel harder moeten werken, alleen al omdat ze
tot een bepaalde etniciteit of sociale minderheid
met een lage sociaaleconomische status beho-
ren. Dit daagt sommigen van hen uit harder te
werken, meer te studeren en te proberen beter
dan hun leeftijdgenoten te zijn, maar het kan
ook demotiveren.
Voor mijn promotieonderzoek heb ik door het
hele land bij jonge vluchtelingen vragenlijsten
afgenomen. Hieruit is mij gebleken dat adoles-
cente vluchtelingen doorgaans snel Nederlands
spreken en zichzelf wegwijs maken in onze sa-
menleving. Voor asielzoekers die al wat ouder
zijn verloopt dat vaak moeizamer. Zij hebben
meer moeite met integreren in het Nederlandse
onderwijssysteem en als ze boven de 18 zijn
hebben ze meestal helemaal geen toegang meer
tot scholing of educatie. Ze zijn onderhevig aan
meer stress vanwege grotere verantwoordelijk-
heden, zorgen om familieleden en het verkrij-
gen van verblijfsvergunningen.
In Nederland moeten asielzoekerskinderen re-
gelmatig verhuizen van AZC naar AZC en daar-
door wisselen ze meermaals van school, wat
niet bevorderlijk is voor hun leerprestaties. Een
jonge asielzoekster (15 jaar) gaf tijdens een in-
terview te kennen niet nóg een keer van school
te willen wisselen en daardoor haar schoolni-
veau (HAVO) te zien dalen, niet alweer haar
(nieuwe) vriendenkring te willen verliezen. Zij
ondernam zelf actie om te proberen toch op de
haar vertrouwde school te blijven en werd daarin
gesteund door haar familie en de schooldirectie,
maar niet door de IND. Uiteindelijk is het haar
toch gelukt te blijven, maar ze moest daarvoor
wel in een pleeggezin en werd noodgedwongen
gescheiden van haar ouders. Het staat regel-
matig ter discussie of de kinderrechten, zoals
vastgelegd in het Internationaal Verdrag Inzake
de Rechten van het Kind, in Nederland wel in
voldoende mate worden gerespecteerd. Met de
huidige stroom aan (jonge) asielzoekers, die in
toenemende mate slechts zijn aangewezen op
tijdelijke noodvoorzieningen, zullen die niet
snel verbeteren.
Uit de verhalen van de jonge vluchtelingen
blijkt dat veerkracht (‘resilience’) of veerkrach-
tig zijn niet iets te zijn ‘wat je bent’ of ‘wat je
niet bent’. Het lijkt beter deze ‘eigenschap’ te
bezien in ‘een continuüm’ (zie ook Khanlou &
Wray, 2014), als een proces met schuivende di-
mensies. Dezelfde jongeren kunnen zich in ver-
schillende stadia van dit continuüm bevinden,
afhankelijk van beschikbare supportsystemen
en veranderingen die wel of niet in de tijd plaats-
vinden of hebben plaatsgevonden. Denk daarbij
bijvoorbeeld aan het wel of niet verkregen heb-
ben van een verblijfsvergunning of het wel of
niet toegang hebben tot educatie. Zelfs onder-
zoekers die ‘resilience’ niet beschouwen als een
proces maar als een (positieve) ‘eigenschap’ van
iemand (Wagnild, 2003), zijn toch van mening
dat veerkracht versterkt of verminderd kan wor-
den afhankelijk van de levensomstandigheden.
Het is belangrijk om de wisselwerking tussen
persoonlijke, sociale en contextuele factoren te
onderzoeken wil men veerkracht bij jonge vluch-
telingen begrijpen.
niet zielig, maar wel hulp nodigIn een recent opiniestuk in De Volkskrant
(Verkerk & Heslenfeld, 2015) wordt de veer-
kracht van Syrische vluchtelingen overtuigend
neergezet. De journalisten beschrijven hoe ze
naar een kamp in Jordanië afreisden om er hulp-
goederen te brengen, maar toen ze weer thuis
waren het gevoel hadden juist van alles te heb-
ben gekregen. Ze concluderen dat er een andere
kant aan de ‘vluchtelingenmedaille’ zit die voor-
al óók belicht moet worden als tegengeluid op
28 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Niet voor spek en bonen
het telkens weer benadrukken van de zieligheid
en hulpbehoevendheid en daarmee afhankelijk-
heid en ongelijkwaardigheid van de Syrische
vluchtelingen.
Een jonge vluchteling wordt door de samen-
leving bij uitstek gezien als behorend tot een
groep die weliswaar kwetsbaar is maar tevens
risicovol, met weinig mogelijkheden in en voor
onze maatschappij. En juist die etikettering
heeft gevolgen: het plaatst hem of haar in een
hokje waaruit moeilijk te ontsnappen valt. Om
nog maar te zwijgen over de gevolgen vanwege
kwalificaties die door sommige politici over
de totale groep vluchtelingen worden uitge-
strooid: gelukzoekers die naar hier komen voor
borstcorrecties, lopende Testosteron-bommen,
Allahu Akbar schreeuwend tuig… (kwalifica-
ties die uitgesproken zijn tijdens de Algemene
beschouwingen in de Tweede kamer.) Volgens
migratiedeskundige Hein de Haas is er sprake
van stemmingmakerij als men
er slechts op uit is om met be-
trekking tot asielzoekers altijd en
alleen te refereren aan iets nega-
tiefs; valse documenten, crimine-
len, leugens, mensen zonder mo-
gelijkheden. Door juist de kracht
van jonge vluchtelingen te zien
kunnen ook hun mogelijkheden
en potenties benut worden. Het
zijn jongeren die nog een hele
toekomst voor zich hebben en
mee kunnen (en de meeste zelfs
graag willen) vorm geven aan on-
ze Nederlandse samenleving.
Maar ‘veerkracht’ kan niet als excuus gebruikt
worden om daarom niets extra’s voor groepen
in nood te hoeven doen. Want het is ook nood-
zakelijk te beseffen dat niet iedereen in gelijke
mate kan profiteren van beschermende facto-
ren gezien de verschillende niveaus van risico.
Soms is het belangrijker om de druk op mensen
en blootstelling aan stress acuut te reduceren en
concrete directe of preventieve hulp te bieden
en niet berustend te vertrouwen op hun zelf-
redzaamheid, hoewel die er zeker is. (Zelfs de
meest geharde soldaat zal uiteindelijk na 200
à 240 dagen aan het front instorten, zo conclu-
deerden de Amerikaanse psychiaters Appel en
Beebe een jaar na de Tweede Wereldoorlog al.)
Die broodnodige hulp zal Nederland moeten
(blijven) bieden en daarmee wordt een appèl ge-
daan op de veerkracht van onze gehele samenle-
ving, de veerkracht van ons allemaal!
het is mooi en fijn om hier jong te zijn
ver van angst, moord, honger en pijn
maar jammer genoeg
mag je vaak niet ouder worden
(Rodaan Al Galidi, Asielzoeker des Vaderlands) MARIEKE SlEIJPEN is als psycholoog en pro-movenda verbonden aan Arq Psychotrauma Expert Groep en Universiteit Utrecht.
ReferentiesKhanlou, N. & R. Wray (2014), ‘A whole community
approach toward child and youth resilience
promotion: A review of resilience literature’,
in: International Journal of Mental Health and
Addiction, 12, 64-79.
Masten, A.S. (2001), ‘Ordinary magic: Resilience pro-
cesses in development’, in: American Psychologist,
56, 227-238.
Montgomery, E. (2010), ‘Trauma and resilience in
young refugees: A 9-year follow-up study’, in:
Development and Psychopathology, 22, 477-489.
Sleijpen, M., H.R. Boeije, R.J. Kleber & T. Mooren
(2015), ‘Between power and powerles-
sness: a meta-ethnography of sources of
resilience in young refugees’, in: Ethnicity &
Health. Vervroegde online publicatie. doi:
10.1080/13557858.2015.1044946
Verkerk, R. & T. Heslenfeld (2015, 17 september),
‘Syriërs zijn veel veerkrachtiger dan wij’, in: De
Volkskrant. Verkregen van http://www.volkskrant.
nl/opinie/syriers-zijn-veel-veerkrachtiger-dan-
wij~a4143586/?
Wagnild, G.M. (2003), ‘Resilience and successful
aging: Comparison among low and high income
older adults’, in: Journal of Gerontological Nursing,
29, 42-49.
Paulien Bakker
‘Verwerken betekent niet dat je iets kwijtraakt’
Hoogleraar Rolf Kleber over 35 jaar psychotraumatologie
‘Verwerken betekent niet dat je iets kwijtraakt’ C O G I S C O P E 0 4 1 5 29
‘Het beste wat je na een schokkende ervaring kunt
doen, is mensen helpen om zo snel mogelijk terug te
gaan naar hun dagelijks leven. Bied structuur, steun
en informatie. Ga niet gelijk behandelen.’ Aldus hoog-
leraar psychotraumatologie Rolf Kleber. Hij gaat in
december met emeritaat. Cogiscope grijpt het moment
aan om terug te blikken op de ontwikkeling van
de psychotraumatologie in de afgelopen 35 jaar.
Rolf Kleber
(foto Erik Kottier).
30 c o g i s c o p e 0 4 1 5 ‘Verwerken betekent niet dat je iets kwijtraakt’
Sinds hij in de jaren tachtig begon met onder-
zoek naar de gevolgen van traumatische ervarin-
gen en de effecten van traumabehandeling, zijn
steeds meer professionals zich daarmee gaan
bezighouden. Rolf Kleber is tegenwoordig hoog-
leraar psychotraumatologie aan de Universiteit
Utrecht en bij Arq Psychotrauma Expert Groep.
Het vakgebied dijde flink uit, maar Kleber kwam
niet tot radicaal andere inzichten. ‘Wat wel is
veranderd zijn de opvattingen van de gezond-
heidszorg en de samenleving. Toen wij begin
jaren tachtig onderzoek deden onder slacht-
offers van geweldsmisdrijven, ongevallen en
rampen, hadden we grote moeite om mensen
te vinden die leden aan de gevolgen van trauma-
tische ervaringen en die in therapie wilden. In
de GGZ zei men: wij zien die mensen hier ook
niet. Inmiddels heeft iedere GGZ-instelling een
trauma-unit en zijn er heel veel therapieën voor
trauma’s.’
Drijfveer om te willen weten hoe het in elkaar zitNa zijn afstuderen gaf Kleber les aan de
University of California in de Verenigde Staten.
Terug in Nederland werd hij met collega Danny
Brom gevraagd voor een groot onderzoek naar
het effect van behandelingen voor posttrauma-
tische stress-stoornis (PTSS). Het onderzoek
kwam in de nasleep van de treinkapingen in de
jaren 1975-1977. Hun werk in 1989 zou het eer-
ste gecontroleerde wetenschappelijke onderzoek
worden naar de effectiviteit van PTSS behande-
lingen in de wereld. Naar de publicatie wordt
nog steeds veel verwezen. In de jaren daarop
raakte hij betrokken bij de zorg na vrijwel alle
grote rampen die zich voordeden in ons land:
in de Bijlmer (de crash van het El Al toestel),
in Enschede (de ontploffing van de vuurwerk-
fabriek) en in Volendam (de brand in een café
tijdens nieuwjaarsnacht). Ook begeleidde hij
grootschalige onderzoeken naar de latere ge-
volgen van de Tweede Wereldoorlog. Hij deed
onderzoek naar de effecten van uitzendingen
op militairen en naar trauma’s bij vluchtelin-
gen. ‘Ik ben een typische wetenschapper, ik wil
weten hoe dingen in elkaar zitten. En ik ben
geïnteresseerd in andere culturen; in waarom
mensen anders zijn in andere landen en ge-
meenschappen’, vertelt hij. Trauma’s in an-
dere culturen werd één van zijn specialismen.
‘Hoe dat komt, weet ik niet. Ik ben geboren in
Indonesië. Ik heb er geen herinneringen meer
aan, maar mijn ouders hadden het er altijd over
wat een mooie tijd dat was. Die verhalen zijn
me bijgebleven.’
nadruk op klachtenDe focus lag in de jaren tachtig te veel bij pro-
blemen, meent Kleber. In de jaren negentig
bleek uit epidemiologische studies dat hooguit
tien procent – niet twintig procent zoals eerder
verondersteld werd – na een traumatische ge-
beurtenis PTSS ontwikkelt. Negentig procent
ontwikkelt dus geen ernstige klachten (die
mensen ervaren wel stressreacties maar niet
in die mate dat er van een stoornis gesproken
moet worden). ‘Dat wisten we in de jaren tach-
tig ook wel. Maar dat besef is wel sterker gewor-
den. Het blijft iets waar psychologen en psychi-
aters moeite mee hebben. Ik kom net terug van
een conferentie in New Orleans en de nadruk
lag daar op stoornissen. Er waren wel wat ses-
sies over hoe mensen herstellen of zich aanpas-
sen, maar dat waren er maar een paar.’
Waarom mensen geen problemen ontwikkelen
is niet toe te schrijven aan één factor. ‘Mensen
die veel sociale steun ervaren, ontwikkelen min-
der problemen. Mensen die veel greep op hun
eigen leven ervaren, veel controle hebben over
de situatie waarin zij zitten en niet eerder veel
schokkende gebeurtenissen hebben meege-
maakt, ontwikkelen minder vaak problemen.
Mensen ontwikkelen vaker psychische proble-
men na gecompliceerde gebeurtenissen die je
lastig kunt delen. Het aantal mensen dat PTSS
ontwikkelt na een verkrachting is bijvoorbeeld
hoog, want daar kun je vaak niet zo makkelijk
over praten.’
Een profiel van een getraumatiseerde vluchte-
ling is niet te schetsen. Er is geen eenduidig
patroon. ‘Cultuur, karakter, context zijn daarbij
bepalend en ik denk dat we de variatie tussen
mensen teveel veronachtzamen. Wat je grofweg
ziet, over alle culturen heen, zijn karakteristieke
klachten: herbelevingen, in de vorm van schrik-
reacties, nare dromen en overmatig herinne-
ren. En tegelijk dofheid; emotioneel vlak zijn,
niet erover willen praten. En mensen worden
vaak geteisterd door allerlei emoties: gevoelens
van zelfverwijt, angst, boosheid en somberte.
Begrijpelijk, want het is vaak ook zo dat alles
anders zou zijn geweest als iemand die ochtend
bijvoorbeeld net wat later van huis was vertrok-
ken. Het is moeilijk voor mensen om met een
‘Verwerken betekent niet dat je iets kwijtraakt’ c o g i s c o p e 0 4 1 5 31
situatie om te gaan waar je geen controle over
hebt.’
Vluchtelingen die naar Nederland komen, krij-
gen er veel acculturatietaken bij: ze moeten een
baan vinden, de taal leren, ze moeten uitvin-
den waar ze met hun problemen terecht kun-
nen. Dat geeft extra stress, een extra belasting.
Maar lang niet alle vluchtelingen zijn getrau-
matiseerd. Een mooie en omvangrijke studie in
de Lancet toonde enkele jaren geleden aan dat
zo’n tien procent PTSS heeft ontwikkeld en dat
daarnaast zo’n vijf procent van de vluchtelingen
kampte met depressie. ‘Vluchtelingen zijn in
eerste instantie bezig met het opnieuw opbou-
wen van hun leven. Vaak duiken problemen pas
de kop op als ze hun plaats in de maatschappij
hebben verworven – of niet – en ze van over-
leven naar leven gaan. Therapie is in het begin
niet nodig. Het gaat erom dat mensen controle
over hun bestaan herwinnen. Dan pas heeft het
zin om mensen actief te benaderen en te laten
praten over wat je hebt meegemaakt.’
Belangrijke mijlpalen van de afgelopen 35 jaar‘In de jaren tachtig werd het begrip post-trau-
matische stress-stoornis ingevoerd. Dat was een
doorbraak. Er ontstond aandacht voor het feit
dat schokkende gebeurtenissen ernstige gevol-
gen kunnen hebben. Mensen die last hadden
van een trauma kregen niet langer te horen dat
het vanzelf wel over zou gaan. Daarnaast zijn
er steeds effectievere methodes ontwikkeld om
mensen te helpen. In de jaren tachtig was dat
cognitieve gedragstherapie (CGT), nog steeds
de meest bestudeerde en vooralsnog de meest
effectieve therapie bij trauma. De laatste jaren
kwamen daar EMDR en narratieve exposure the-
rapie (NET) bij [een kortdurende, gestructureer-
de gedragstherapie gericht op het terughalen
van de traumatische gebeurtenis en dat plaatsen
in het verhaal van iemands leven, red]. Nu wor-
De psychotraumatologie heeft vanaf begin jaren tachtig een stormachtige ontwikkeling door-gemaakt. In Nederland heeft prof. dr. Rolf Kleber de afgelopen decennia daarin een centrale en stimulerende rol gehad. Naast alle wetenschappelijke studies en praktijkgerichte projecten, vormde de begeleiding van promovendi een vast onderdeel van zijn werk. Op de drempel van zijn emeritaat eind 2015, wilden zijn (oud-) promovendi gezamenlijk hun grote waardering daarvoor tonen. Resultaat is de bundel Psychotrauma wel beschouwd, met een groot aantal verhandelingen, van theoretische, beschouwende en empirische aard. Daarmee onderstreept dit liber amicorum de breedte van de psychotraumatologie, maar bovenal de rijkheid van zijn werk.
Peter van der Velden, Trudy Mooren en Jeroen Knipscheer (red.), Psychotrauma wel beschouwd. Liber amicorum voor prof.dr. Rolf J. Kleber. Diemen: Arq, 2015.ISBN 978905875467. Te bestellen via www.boompsychologie.nl
psYcHOTRAuMA wel BescHOuwD liBeR AMicORuM VOOR pROf. DR. ROlf j. kleBeR
>
Psychotraum
a wel beschouw
d. Liber amicorum
voor prof. dr. Rolf J. K
leberprof. dr. P
eter van der Velden, dr. Trudy Mooren en dr. Jeroen K
nipscheer (red.)
Liber amicorum voor prof. dr. Rolf J. Kleber
Psychotrauma wel beschouwd
prof. dr. Peter van der Velden, dr. Trudy Mooren en dr. Jeroen Knipscheer (redactie)
32 c o g i s c o p e 0 4 1 5 ‘Verwerken betekent niet dat je iets kwijtraakt’
den alleen EMDR en CGT voorgeschreven bij
traumagerelateerde stoornissen. Ik verwacht dat
NET en waarschijnlijk ook een therapie zoals de
Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS
(BEPP) binnen tien jaar dezelfde status verwer-
ven. En misschien ook nog andere benaderin-
gen. Wij vonden destijds dat ook kortdurende
psychodynamische therapie heel succesvol kon
zijn, maar niemand heeft die methode sindsdien
meer op zijn effecten onderzocht. Wat werkt is
om stil te staan bij de herinneringen aan een
traumatische gebeurtenis en alle implicaties er-
van, in een ontspannen sfeer. Dat is natuurlijk
paradoxaal: de gebeurtenis waar je niet meer aan
wilt denken geeft problemen, net zolang tot je
daarnaar teruggaat. De therapie moet de impact
van die emoties laten afnemen.’
Er zijn dus diverse effectieve methodes ontwik-
keld, maar het veld van de psychotraumatologie
is ook aan modes onderhevig. In de jaren tachtig
raakte ‘debriefing’ in. Deze methode van directe
opvang na een calamiteit werd vernauwd tot pra-
ten over je gevoelens direct na de ramp. Kleber:
‘Ik dacht al bij de eerste publicatie: zo is het toch
niet. Het is prima om over je gevoelens te pra-
ten, maar daar gaat het op dat moment meestal
niet om. In de VS stuurden ze ooit na een ramp
een heel vliegtuig hulpverleners op de slachtof-
fers af. Maar die mensen wilden niet praten,
die wilden naar huis, die wilden de rotzooi op-
ruimen en die wilden weten waar ze hun bood-
schappen konden doen.’
Mensen herstellen – maar vergeten nietOnder leiding van Kleber zijn inmiddels zo’n
twintig promoties afgerond, hij begeleidt er
momenteel nog zo’n tiental. De thematiek die
in al die jaren is onderzocht loopt erg uiteen.
‘In 2001 is Trudy Mooren gepromoveerd op
acculturatiestress en trauma bij onder meer
Bosnische vluchtelingen. Die blijken elkaar
in de weg te zitten. En onlangs is Jackie June
ter Heide gepromoveerd op de vraag of EMDR
beter werkt dan een laagdrempelige therapie
gericht op stabilisatie. Ze bleken even effectief
(wel beperkt). Annelieke Drogendijk onderzocht
de specifieke problemen van de allochtone ge-
troffenen van de Enschedese vuurwerkramp en
ontdekte dat die groep veel meer problemen on-
dervond dan de autochtone groep van getroffe-
nen. Nog lopende promotietrajecten gaan onder
meer over het voorspellen van het succes van
psychotherapieën bij veteranen met PTSS (Joris
Haagen), de veerkracht van adolescente vluch-
telingen in Nederland (Marieke Sleijpen) en
de psychosociale ondersteuning van geünifor-
meerden na schokkende gebeurtenissen (Juul
Gouweloos).’
Als tot slot gevraagd wordt of hij de afgelopen
35 jaar psychotraumatologie beschouwende, een
take home message kan geven, zegt Kleber: ‘Ik
sta zelf veel stil bij de dubbelheid van de din-
gen. Het intrigeert me bijvoorbeeld hoe door
rampen, geweld en oorlog getroffen mensen ge-
neigd zijn om te doen alsof er niets is gebeurd,
terwijl de traumatische ervaring onherroepelijk
steeds weer terugkomt. Ik zie die dubbelheid
ook onder wetenschappers en clinici. De focus
ligt vaak op stoornissen, terwijl negentig pro-
cent géén PTSS ontwikkelt na een traumatische
gebeurtenis. Mensen kunnen zich herstellen,
aanpassen, zelfs groeien. Tegelijk, je kunt din-
gen verwerken en toch gaan ze nooit echt voor-
bij. Mensen die een kind verliezen bijvoorbeeld
kunnen weer een leven opbouwen, zelfs weer
gelukkig zijn, maar het verdriet blijft. De pijn
verdwijnt niet. Verwerken betekent niet dat je
iets kwijt raakt. Waar ligt dan die balans?’
Op 8 december hield Kleber zijn afscheidsrede
– en daarna ging hij gewoon weer aan het werk.
PAUlIEN BAKKER is psychologe en freelance journalist. Ze schrijft met name over trauma’s en vluchtelingen.
Henk Smeets
Molukse jongeren: we weten niets meer over hen
De moeizame integratie van de Molukkers in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog
Inscheping naar Nederland (Stichting Moluks Historisch Museum/coll. Worung).
Molukse jongeren: we weten niets meer over hen c o g i s c o p e 0 4 1 5 33
Het is vijftien jaar geleden dat landelijk onderzoek werd
gedaan naar de positie van Molukse jongeren. Vijftig
jaar na de aankomst van Molukkers in Nederland werd
geconstateerd dat hun positie op sociaal economisch
gebied achter bleef bij hun witte Nederlandse
leeftijdgenoten. in voorafgaande jaren was vastgesteld
dat na een ‘terughoudende eerste generatie’ en het
gemarginaliseerd geraakte ouder deel van de tweede
generatie, de jongeren uit die generatie de weg naar
integratie waren ingeslagen. De verwachting dat dit
zou leiden tot het opgaan van de derde generatie in de
Nederlandse samenleving, werd niet bewaarheid.1
34 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Molukse jongeren: we weten niets meer over hen
een valse startDe Molukkers die thans in Nederland wonen,
stammen over het algemeen af van Molukse mi-
litairen die bij de soevereiniteitsoverdracht van
Nederlands-Indië aan Indonesië in 1949 tussen
wal en schip terecht kwamen.2 Niet alleen had-
den zij als lid van het Koninklijk Nederlands-
Indische Leger (KNIL) aan Nederlandse kant
gevochten tegen de nieuwe staat, maar óók
sympathiseerden ze met de Republiek der Zuid-
Molukken (Republik Maluku Selatan, RMS) die
in 1950 op Ambon was uitgeroepen als protest
tegen de opheffing van de federale structuur
van Indonesië en de vestiging van een eenheids-
staat. Gevreesd werd voor een bijltjesdag. KNIL-
militairen hadden het recht om hun plaats van
demobilisatie te kiezen. De Molukse militairen
kozen in meerderheid voor de Molukken. Daar
ging de Indonesische regering niet mee ak-
koord, omdat zij – niet ten onrechte – vreesde
dat de militairen na aankomst de RMS zouden
gaan versterken. Daarom overwoog Nederland
om hen op Java te demobiliseren. Daar stak
de Nederlandse rechter een stokje voor: het
werd onaanvaardbaar geacht om militairen
in Nederlandse dienst tegen hun wil achter te
laten op grondgebied van de (voormalige) vij-
and. Buitenlandse en binnenlandse kritiek op
de aanwezigheid van Nederlandse troepen op
Java, één jaar na de soevereiniteitsoverdracht,
dwong de Nederlandse regering tot handelen.
Zij besloot de KNIL-militairen en hun gezinnen
tijdelijk naar Nederland te halen. Decennialang
heeft de regering verklaard, dat de Molukkers
zich vrijwillig hebben ingescheept. Molukkers
daaren tegen zeiden dat ze op dienstbevel naar
Nederland waren gekomen. Onderzoek in 2006
heeft in ieder geval aan het licht gebracht dat
voor drie transporten – één naar de Zuidoost-
Molukken en twee naar Nederland – een schrif-
telijk dienstbevel nodig was om de militairen
met hun gezinnen aan boord te krijgen. In de
twee bevelen bij de transporten naar Nederland
schreef de toen hoogste Nederlandse militair
in Indonesië: ‘Van hen, die aan dit dienstbevel
geen gevolg geven, wordt het dienstverband als
geëindigd beschouwd. Zij worden aanstonds uit
het Leger ontslagen’.3 Dit dreigement kreeg een
wrange bijsmaak, toen de militairen een maand
later bij aankomst in Nederland collectief uit de
dienst ontslagen werden.
lange isolatieHet is dit ontslag, dat een uiterst negatief ef-
fect heeft gehad op de verhouding tussen de
Nederlandse overheid en de Molukkers. De
ex-militairen en hun gezinnen kwamen werk-
loos terecht in allerlei voormalige kampen van
de werkverschaffing en in twee kampen uit
de Duitse tijd (Vught en Westerbork). In die
kampen waren ze voor alles afhankelijk van de
overheid die hen in deze situatie had gebracht.
Aanvankelijk probeerden ze via de rechter hun
baan terug te krijgen. Dat leek te gaan lukken,
maar uiteindelijk verklaarde de Raad van Beroep
zich onbevoegd. Het ontslag bleef gehandhaafd.
In de eerste jaren was integratie in de
Nederlandse samenleving niet aan de orde. De
Nederlandse regering vond dat de Molukkers zo
snel mogelijk terug moesten naar Indonesië. Zij
mochten niet integreren. Ook de Molukkers zelf
wilden terug, maar dan naar een vrij Ambon.
Daarom wilden zij ook zelf niet integreren. De
wal keerde het schip. Toen het ‘tijdelijk verblijf’
als maar langduriger werd, besloot de regering
eenzijdig een eind te maken aan de ‘verzorging’
van de Molukkers en de ‘zelfzorg’ in te voeren.
De mannen moesten gaan werken en de vrou-
wen koken. Dat leverde verzet op van Molukse
kant. Niet omdat ze niet wilden werken of koken
(velen deden dat al), maar omdat de ‘zelfzorg’
hen verwijderde van hun militair-zijn en omdat
zij vonden dat de regering haar verantwoorde-
lijkheid voor de aanwezigheid van de Molukkers
in Nederland afschoof. Ook latere integratie-
bevorderende maatregelen (het sluiten van de
woonoorden en de bouw van Molukse wijken,
de overdracht van deze wijken aan woningcor-
poraties) zouden op vergelijkbaar verzet stuiten.
Van 1959 tot 1990 was de overheid vooral be-
zig met het leeg krijgen van de woonoorden.
Belangrijke randvoorwaarden voor de nieuwe
Molukse woonoorden (niet groter dan 50 hui-
zen, geen geïsoleerde ligging, in gebieden met
werkgelegenheid) werden daaraan opgeofferd.
Waarschuwingen en adviezen4 om extra aan-
dacht te geven aan de zwakke sociaal economi-
sche positie van jonge Molukkers vonden nau-
welijks gehoor, zelfs niet toen Molukse jongeren
zich vanaf 1970 begonnen te roeren met radi-
cale acties voor de RMS.
een gezamenlijke inspanningDat veranderde toen het kabinet Van Agt/Wiegel
na de gijzelingsacties (1975 t/m 1978) zich met
Molukse jongeren: we weten niets meer over hen c o g i s c o p e 0 4 1 5 35
een schok bewust werd van de sociaal economi-
sche achterstand van veel Molukse jongeren.
Wetenschappelijk onderzoek, dat decennialang
had ontbroken, bevestigde de ernst van de si-
tuatie.5 De gewelddadige ontknoping van de
laatste treinkaping (1977) had wonderlijke gevol-
gen voor de verhouding tussen de Nederlandse
overheid en de Molukse gemeenschap. Er
kwam veel specifiek beleid om de positie van
(jonge) Molukkers in het onderwijs en op de ar-
beidsmarkt te verbeteren. Tegelijkertijd bleken
nogal wat beteropgeleide Molukkers daaraan
een bijdrage te willen leveren. Dat resulteerde
uiteindelijk in de zogenoemde ‘Gezamenlijke
Verklaring’, waarin premier R.F. Lubbers en
de voorzitter van de grootste Molukse organi-
satie (de Badan Persatuan), ds. S. Metiarij, con-
cludeerden dat er in het verleden veel fout was
gegaan, dat dat niet allemaal te herstellen was,
maar dat de bereidheid bestond om er samen
het beste van te maken. Er kwam een levens-
lange uitkering en een penning voor de eerste
generatie, een Duizendbanenplan om meer
jongeren aan werk te helpen, maatregelen op
het gebied van huisvesting en een Moluks mu-
seum. Het bijzondere van deze ‘Verklaring’ was
dat het idee van Molukse kant was gekomen, dat
een visionaire minister-president kansen zag
om de oude patstelling tussen Molukkers en
Nederlandse overheid te doorbreken en dat óók
bij de uitvoering sprake was van een gezamen-
lijke inspanning. Dat herstelde het vertrouwen
in elkaar.
Te vroeg losgelatenDe aanpak had succes. In 1990 bleek de werk-
loosheid onder Molukse jongeren van vier
keer zo hoog als bij hun Nederlandse leeftijd-
genoten teruggebracht tot ‘even hoog’.6 Op
onderwijs gebied bleken de achterstanden nog
niet ingehaald. Integratie leek echter binnen
bereik. Voor de overheid voldoende reden om
de bijzondere aandacht voor Molukkers te be-
eindigen. Te vroeg, zoals bleek uit het onder-
zoek van Veenman in 2001. De snelle en voor-
tijdige afbouw van de specifieke aandacht voor
Molukkers had niet alleen tot gevolg dat nog
bestaande achterstanden niet meer of niet ade-
quaat werden aangepakt; óók de opgebouwde sa-
menwerkingsverbanden verdwenen. De afstand
tussen Molukse jongeren en de omringende
samenleving werd óók groter door de lauwe re-
actie van Nederlanders/de Nederlandse regering
op de burgeroorlog in de Molukken (januari
1999-februari 2002). Veel jongeren hadden het
gevoel in de steek te worden gelaten en grepen
terug op de frustraties van hun grootouders (‘Ze
hebben nooit iets voor ons gedaan’). Veenman
tekent daarbij aan dat dit mogelijk een tijdelijk
effect is (de burgeroorlog was tijdens het onder-
zoek nog niet voorbij).
Daarnaast kwam Veenman met een andere
belangrijke verklaringsgrond: de neiging van
Molukse jongeren om niet boven het maaiveld
uit te komen. Ze tonen zich weinig ambitieus.7
Veenman pleitte dan ook voor actie door zowel
de overheid als door de Molukse samenleving.
De stagnatie die Veenman in 2001 signaleerde
bij de Molukse derde generatie was voor het
tweede kabinet-Kok geen aanleiding om actie
te ondernemen. De onderwijscommissie van de
Tweede Kamer was het daar niet mee eens. Zij
verzocht staatssecretaris Karin Adelmund om
de derde generatie van óók andere migranten-
groepen te monitoren, met de Molukse jongeren
als pilot. Dat gebeurde tijdens de laatste verga-
dering van de commissie vóór het Fortuyn/LPF-
tijdperk. Daarna werd niets meer over een pilot
vernomen.8
OnzichtbaarMolukkers worden niet als zodanig geregi-
streerd. Als we naar hun nationaliteit kijken
zijn ze staatloos, Indonesiër of Nederlander,
maar dat zijn ook veel niet-Molukkers. De der-
de generatie (kinderen van Molukse ouders
die ook al in Nederland geboren zijn) krijgt bij
geboorte automatisch de Nederlandse nationa-
liteit. In statistieken van bijvoorbeeld het CBS
komen Molukkers dus niet voor. Statistische
informatie over Molukkers is zodoende alleen
maar te verkrijgen door het houden van repre-
sentatief onder zoek onder deze bevolkings-
groep. Registratie van Molukkers op grond van
etniciteit is enige tijd – met instemming van
Molukse organisaties – door de ministeries van
Onderwijs en Sociale Zaken gepraktiseerd, om
het effect van specifiek beleid te kunnen vaststel-
len. Nu dat beleid is verdwenen omdat de over-
heid de Molukkers geïntegreerd heeft verklaard,
is ook de etnische registratie van de baan. En
daarom weten we al ongeveer vijftien jaar niets
meer over hen.
36 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Een vluchteling aan het woord
1 J. Veenman, Molukse Jongeren in Nederland. Integratie
met de rem erop. Assen: Van Gorcum, 2001.
2 Zie voor de geschiedenis van Molukkers in Nederland:
Henk Smeets & Fridus Steylen, In Nederland gebleven.
De geschiedenis van Molukkers 19512006. Amsterdam/
Utrecht: Bert Bakker/Moluks Historisch Museum,
2006.
3 Idem, p. 65.
4 Zie bijvoorbeeld het belangrijke advies van de
Commissie Verwey-Jonker: Ambonezen in Nederland.
Den Haag: Staatsdrukkerij, 1959.
5 J. Veenman, De arbeidsproblematiek van Molukkers.
Eindrapport. Rotterdam 1985.
6 J. Veenman en E. Martens, Een lange weg. Molukkers
op de arbeidsmarkt. Rotterdam/Rijswijk: ISEO/
Arbeidsvoorzieningsorganisatie, 1991.
7 Veenman 2001. Zie ook T.P. Tunjanan, Molukse jongeren
& onderwijs. Quickscan 2008. Rotterdam/Utrecht: GG
en Forum, 2008.
8 Tweede Kamer, 2001-2002, 27 020, nr. 33.
HENK SMEETS, historicus, was van 1977 tot 1986 hoofd van het bureau van het Inspraakorgaan Welzijn Molukkers. Daarna was hij tot 2003 lid van de directie van het Moluks Historisch Museum.
Husa begint: ‘ik heb een vraag, een grote vraag, bestaat er een wereld zonder oorlog en vluchtelingen?’ Husa is een vriendelijke man van middelbare leeftijd, geboren in Bosnië, van wie alweer bijna de helft van zijn leven zich in Nederland afspeelt. Bij hem heeft zich een patroon ontwikkeld zoals bij vele Nederlanders na de de Tweede Wereldoorlog. Hij vluchtte uit de oorlog en was in Nederland voor het eerst na vele minuten, uren, dagen, weer veilig. Met deze veiligheid als gegeven bouwde hij zo snel als mogelijk zijn leven op, de taal werd geleerd, een klein appartement werd basic ingericht en hij begon te werken. Het werd voor hem van een vlucht uit de oorlog naar een vlucht in het werk, hij werkte met gemak zestig uur in de week. Aanvankelijk hielp hem dit zijn leven op te bouwen, na bijna twintig jaar op deze voet door te zijn gegaan merkte hij dat zijn lichaam en geest op waren. pas toen kon hij ruimte maken voor verwerking, iets wat vele Nederlanders ook pas jaren na de Tweede Wereldoorlog konden (pas in 1973 werd stichting centrum ’45 opgericht). Husa gaat verder: ‘een nieuw begin, alles opnieuw beginnen, is moeilijk. Alles achter je laten, je dagelijkse gewoonten en alle fijne dingen die je hebt gehad die worden herinneringen. Mijn eenzaamheid heb ik geprobeerd te verminderen met werk. ik leerde nieuwe dingen zoals de taal. en ondanks dat ik het goed heb gedaan blijf ik ontevreden. Het is niet mijn moedertaal en dat wordt het nooit. en het is meer dan dat. Nieuwe kennissen, het zijn geen nieuwe vrienden. Dat is on mogelijk ook. eerlijkheid en vriendschap krijgen een andere betekenis als je je leven opnieuw moet opstarten. Het is een vergeten eenzaamheid.’
(interview Elise van Wageningen)
EEN VlUCHTElING AAN HET WOORD
Husa
Jackie June ter Heide
Labels van vluchtelingen in de geestelijke gezondheidszorg
It ain’t necessarily so
It ain’t necessarily so c o g i s c o p e 0 4 1 5 37
Vluchteling uit Allepo in Syrië
in de vluchtelingenopvang in
AmsterdamOost, september
2016 (Rink Hof/HH).
Behandeling in beweging
‘To approach the stranger is to
invite the unexpected, release a
new force, or let the genie out of
the bottle’ – T.S. Eliot
Het label op de flesIn 1991 vestigde Roger Zetter, onderzoeker aan
het Refugee Studies Centre in Oxford, de aan-
dacht op het ‘labelen’ van vluchtelingen. Het
juridisch labelen van mensen als ‘vluchteling’
of ‘asielzoeker’ is een essentieel onderdeel van
het proces van gedwongen migratie. Dit labelen,
hoe nuttig ook, kan leiden tot onterechte en on-
getoetste veronderstellingen over de noden van
vluchtelingen en over de benodigde zorg. Het
brengt dan ook risico’s met zich mee van stereo-
typering en van het monddood maken van de ge-
labelde.
Wie bekend is met Zetter’s principe van labe-
ling ziet het recent weer overal gebeuren. Het
verschijnen van een groot aantal vreemdelingen
aan de deur maakt veel Europeanen onzeker.
Wie zijn deze vluchtelingen, en wat hebben ze
nodig? Bij gebrek aan informatie worden deze
vragen soms beantwoord met stereotypen over
‘slechte’ of ‘goede’ vluchtelingen. Vluchtelingen
zijn gelukszoekers, ze willen onze banen.
Vluchtelingen zijn slachtoffers, ze moeten om-
armd worden. Het niet voldoen aan dit stereo-
type, bijvoorbeeld wanneer ‘goede’ vluchtelingen
zich ontevreden uiten over de geboden opvang,
wekt verwondering en haalt de krant.
Ook hulpverleners in de Nederlandse geestelijke
gezondheidszorg vallen soms terug op labels.
Het plakken van diagnostische labels en het indi-
ceren van zorg is hun dagelijks werk. Bij tijdsge-
brek en onbekendheid met hulpzoekende vluch-
telingen kan een hulpverlener teruggrijpen op
stereotype ideeën wat er met vluchtelingen aan
de hand is en wat ze nodig hebben. Het label kan
dan op de fles geplakt worden zonder die lastige
geest te laten ontsnappen. Het diagnostisch pro-
ces wordt hierdoor versneld, maar de behande-
ling wordt er niet altijd beter door.
Dit artikel laat vijf gangbare klinische labels de
revue passeren en bespreekt waarom deze labels
niet altijd de inhoud van de fles dekken. Het is
een uitnodiging om, voorbij het stereotype, op
zoek te gaan naar passende diagnostische labels
en behandelingen van specifieke hulpzoekende
vluchtelingen. Immers, om met Porgy en Bess te
spreken: it ain’t necessarily so.
label i: Vluchtelingen zijn getraumatiseerdHet woord ‘trauma’ betekent een verwonding,
en niet iedere hulpzoekende vluchteling is psy-
chisch verwond. Sommige vluchtelingen zijn
niet blootgesteld aan wat in de psychotrauma-
literatuur wordt aangeduid als ‘potentieel trau-
matische ervaringen’, bijvoorbeeld omdat zij via
gezinshereniging naar Nederland zijn gekomen.
Sommige vluchtelingen zijn er wel aan blootge-
steld, maar er niet door getraumatiseerd. In wat
als psychisch verwondend wordt ervaren, be-
staan culturele verschillen. In een mooie review
over de transculturele validiteit van posttrau-
matische stressstoornis (PTSS) stellen Hinton
over de geestelijke gezondheidszorg
aan vluchtelingen bestaan nogal wat
aannames en opvattingen die de
complexe werkelijkheid niet altijd recht
doen. Het achterhalen van wat precies
de problematiek van vluchtelingen is
en welke zorg ze behoeven, is ook een
lastig proces. Het risico bestaat dat
te snel een bepaalde diagnose wordt
gesteld of specifieke behandeling
wordt gestart – of juist wordt onthou
den. in deze bijdrage bespreekt Jackie
June ter Heide vijf stereotype labels
voor hulpzoekende vluchtelingen in het
licht van wetenschappelijk onderzoek
38 c o g i s c o p e 0 4 1 5 It ain’t necessarily so
Door hoogwaardige technologie te integreren
in bestaande therapeutische principes
kunnen mensen met pTss die onvoldoende
profiteren van reguliere traumatherapie, op
een nieuwe manier aan hun klachten werken.
De Multi-modular Motion-assisted Memory
Desensitization & Reconsolidation (3MDR)
is een innovatieve behandeling waarbij
patiënten lopend door een op hun persoon
toegesneden virtuele context, traumatische
herinneringen kunnen verwerken. Bij stichting
centrum ’45 zijn de eerste ervaringen met deze
revolutionaire aanpak onderzocht.
It ain’t necessarily so c o g i s c o p e 0 4 1 5 39
en Lewis-Fernández (2011) dat in niet-westerse
samenlevingen de aantasting van familie en ge-
meenschap als relatief traumatischer wordt er-
varen dan in westerse samenlevingen. Voor een
westerling kan het moeilijk voor te stellen zijn
dat Tibetanen het getuige zijn van de verwoes-
ting van religieuze symbolen als schokkender
ervaren dan marteling. Een vraag als ‘hoe was
dit voor u?’ is dan ook zeker op zijn plaats.
label ii: Vluchtelingen hebben pTssWie getraumatiseerd is, moet wel PTSS heb-
ben – zo wordt vaak gedacht. Toch is dit niet
waar. Ruim 80% van de Nederlanders maakt
in zijn of haar leven een traumatische gebeur-
tenis mee, maar slechts een minderheid ont-
wikkelt een PTSS (De Vries & Olff, 2009). De
prevalentie van PTSS onder vluchtelingen ge-
vestigd in westerse landen wordt geschat op 9%
(Fazel, Wheeler & Danesh, 2005), en onder alle
vluchtelingen, inclusief hen die zijn gevlucht
binnen hun eigen land of eigen regio, op 31%
(Steel et al., 2009). Prevalentiecijfers worden
daarbij sterk beïnvloed door traumagerelateer-
de en demografische factoren. Vluchtelingen
die gemarteld zijn, hebben een groter risico op
het ontwikkelen van PTSS; en dit risico neemt
verder toe naarmate er sprake is van een gro-
ter aantal traumatische ervaringen (Steel et al.,
2009). Ook demografische factoren, zoals een
hogere leeftijd, vrouw zijn, en afkomstig zijn
van het platteland verhogen het risico (Porter &
Haslam, 2005). Vluchtelingen kunnen ook last
hebben van stress die niet posttraumatisch is.
Veel van de non-specifieke symptomen uit de
PTSS-diagnose, zoals concentratieproblemen en
slaapproblemen, worden ook beïnvloed door de
stress van gedwongen migratie. Een goede diffe-
rentiaal-diagnostiek, hoewel ingewikkeld, is dus
zeker de moeite waard.
label iii: Vluchtelingen hebben complexe pTssEen hardnekkige klinische veronderstelling is
dat vluchtelingen, omdat zij vaak langdurig, her-
haald en interpersoonlijk getraumatiseerd zijn,
wel zullen voldoen aan de diagnose complexe
PTSS. Deze diagnose behelst, naast de symp-
tomen van reguliere PTSS, problemen op het
gebied van emotieregulatie, zelfbeeld en inter-
persoonlijke relaties. In realiteit blijkt het over-
grote deel van de vluchtelingen hier niet aan te
voldoen. Wanneer de diagnose gesteld wordt
met behulp van een gevalideerd klinisch inter-
view, blijkt er sprake van te zijn bij nul (Weine et
al., 1998) tot 2% van de algemene vluchtelingen-
populaties (De Jong, Komproe, Spinazolla, Van
der Kolk & Van Ommeren, 2005) en bij 16% van
de hulpzoekende vluchtelingen (Teodorescu,
Heir, Hauff, Wentzel-Larsen & Lien, 2012). Als
u dan toch wilt labelen, doet u er statistisch beter
aan het label te vervangen door ‘vluchtelingen
hebben geen complexe PTSS’.
label iV: Vluchtelingen moeten worden gestabiliseerdHet label ‘complexe PTSS’ is therapeutisch ge-
koppeld aan de veronderstelling dat de behan-
deling van vluchtelingen allereerst, en mogelijk
alleen maar, moet bestaan uit stabiliserende
interventies. De veronderstelde problemen op
het gebied van emotieregulatie en interpersoon-
lijke relaties zouden de kans op een succesvolle
traumagerichte therapie bij vluchtelingen ver-
kleinen. Hetzelfde wordt gezegd voor onveilige
sociale omstandigheden, zoals het ontbreken
van een verblijfsstatus. Het wetenschappelijk be-
wijs voor de effectiviteit van ongestructureerde
vormen van stabilisatie bij vluchtelingen is ech-
ter laag. Op de persoon gesneden behandelin-
gen waarin multidisciplinair getracht wordt de
PTSS-klachten te verminderen en waarin een fo-
cus op blootstelling aan traumatische ervaringen
ondergeschikt is, komen als weinig effectief uit
de bus (Nickerson, Bryant, Silove & Steel, 2011).
Ook is er steeds meer wetenschappelijk bewijs
dat asielzoekers baat kunnen hebben bij trauma-
gerichte therapie (Ter Heide, Mooren, Van de
Schoot, De Jong & Kleber, in press). Niet stan-
daard stabiliseren dus, is het devies.
label V: Vluchtelingen moeten worden behandeld met traumagerichte therapieNa nuancering van het label dat vluchtelingen
standaard gestabiliseerd moeten worden, ligt
een ander label voor de hand: dat alle vluchte-
lingen behandeld moeten worden met trauma-
gerichte therapie. Ook deze vlieger gaat echter
niet altijd op. Volgens de richtlijnen voor behan-
deling van volwassenen met PTSS moet iedere
volwassene met PTSS behandeld worden met
traumagerichte therapie, oftewel geconfronteerd
worden met herinneringen aan de traumatische
gebeurtenissen en met hun persoonlijke beteke-
nis ervan (Bisson et al., 2007). Imaginaire expo-
sure en EMDR zijn hier goede voorbeelden van.
Om vluchtelingen met PTSS effectief te behan-
delen, blijkt een dergelijke vorm van traumage-
40 c o g i s c o p e 0 4 1 5 It ain’t necessarily so
richte therapie echter soms helemaal niet nodig.
Cultureel-aangepaste cognitieve gedragstherapie
voor PTSS (Hinton, Rivera, Hofmann, Barlow &
Otto, 2012) bestaat overwegend uit het aanleren
van copingvaardigheden (zoals mindfulness)
en blootstelling aan traumagerelateerde licha-
melijke sensaties. Ondanks het ontbreken van
expliciete blootstelling aan traumatische herin-
neringen is deze therapie zeer effectief (Lambert
& Alhassoon, 2015). Hoewel deze benadering
gecategoriseerd wordt als ‘traumagericht’ zou
het label ‘stabiliserend’ niet misstaan. Dat zet de
hele discussie over het al dan niet traumagericht
behandelen van vluchtelingen mooi in perspec-
tief.
conclusieVluchtelingen zijn vreemdelingen. Onbekend-
heid kan ertoe leiden dat vluchtelingen in de
geestelijke gezondheidszorg stereotype labels
opgeplakt krijgen die hun problematiek en hulp-
vraag maar beperkt dekken. Hiermee wordt de
persoon tekort gedaan – de ene vluchteling is
de andere immers niet. Maak de fles open voor
u een label plakt. Maak kennis met de geest.
Misschien komt u dan samen tot een betere
diag nose en behandelplan dan wanneer u op uw
vertrouwde labels was afgegaan.
JACKIE JUNE TER HEIDE is klinisch psycho-loog bij Stichting Centrum ’45.
ReferentiesBisson, J.I., A. Ehlers, R. Matthews, S. Pilling, D. Richards
& S. Turner (2007), ‘Psychological treatments for chro-
nic post-traumatic stress disorder: Systematic review
and meta-analysis’, in: British Journal of Psychiatry, 2,
97-104. doi:10.1192/bjp.bp.106.021402
Fazel, M., J. Wheeler & J. Danesh (2005), ‘Prevalence of
serious mental disorder in 7000 refugees resettled in
western countries: A systematic review’, in: Lancet, 365,
1309-1314. doi: 10.1016/S0140-6736(05)61027-6
Heide, F.J.J. ter, T.M. Mooren, R. van de Schoot, A. de
Jongh & R.J. Kleber (in press), ‘Eye movement desen-
sitisation and reprocessing therapy v. stabilisation as
usual with refugees: Randomised controlled trial’, in:
British Journal of Psychiatry.
Hinton, D.E. & R. lewis-Fernández (2011), ‘The cross-
cultural validity of posttraumatic stress disorder:
Implications for DSM-5’, in: Depression and Anxiety, 28,
783-801. doi: 10.1002/da.20753
Hinton, D.E., E.I. Rivera, S.G. Hofmann, D.H. Barlow
& M.W. Otto (2012), ‘Adapting CBT for trau-
matized refugees and ethnic minority patients:
Examples from culturally adapted CBT (CA-CBT)’,
in: Transcultural Psychiatry, 49 (2), 340-365. doi:
10.1177/1363461512441595
Jong, J.T. de, I.H. Komproe, J. Spinazzola, B.A. van der
Kolk & M.H. van Ommeren (2005), ‘DESNOS in three
postconflict settings: Assessing cross-cultural con-
struct equivalence’, in: Journal of Traumatic Stress, 18,
13-21. doi:10.1002/jts.20005
lambert, J.E. & O.M. Alhassoon (2015), ‘Trauma-focused
therapy for refugees: Meta-analytic findings’, in: Journal
of Counseling Psychology, 62 (1), 28–37. doi:10.1037/
cou0000048
Nickerson, A., R.A. Bryant, D. Silove & Z. Steel (2011), ‘A
critical review of psychological treatments of posttrau-
matic stress disorder in refugees’, in: Clinical Psychology
Review, 31, 399-417. doi:10.1016/j.cpr.2010.10.004
Porter, M. & N. Haslam (2005), ‘Predisplacement and
postdisplacement factors associated with mental
health of refugees and internally displaced persons:
A meta-analysis’, in: Journal of the American Medical
Association, 294(5), 602-612.
Steel, Z., T. Chey, D. Silove, C. Marnane, R.A. Bryant & M.
van Ommeren (2009), ‘Association of torture and other
potentially traumatic events with mental health outco-
mes among populations exposed to mass conflict and
displacement: A systematic review and meta-analysis’,
in: Journal of the American Medical Association, 302 (5),
537-549. doi: 10.1001/jama.2009.1132
Teodorescu, D.-S., T. Heir, E. Hauff, T. Wentzel-larsen
& l. lien (2012), ‘Mental health problems and post-
migration stress among multi-traumatized refugees
attending outpatient clinics upon resettlement in
Norway’, in: Scandinavian Journal of Psychology, 53, 316-
332. doi:10.1111/j.1467-9450.2012.00954.x
Vries, G.J. de & M. Olff (2009), ‘The lifetime prevalence
of traumatic events and posttraumatic stress disorder
in the Netherlands’, in: Journal of Traumatic Stress, 22,
259-267.
Weine, S.M., D.F. Becker, D. Vojvoda, E. Hodzic, M.
Sawyer, l. Hyman, D. laub & T.H. McGlashan (1998),
‘Individual change after genocide in Bosnian survivors
of “ethnic cleansing”, Assessing personality dysfunc-
tion’, in: Journal of Traumatic Stress, 11 (1), 147-153.
Zetter, R. (1991), ‘labelling refugees: Forming and trans-
forming a bureaucratic identity’, in: Journal of Refugee
Studies, 4 (1), 39-62.
Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtelingen c o g i s c o p e 0 4 1 5 41
Annelieke Drogendijk en Petra Pannekoek
Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtelingen
Kennis en expertise kanaliseren en verspreiden
Met de huidige omvangrijke instroom van vluchtelingen ontstaat
een groeiende behoefte aan kennis bij organisaties die direct of
indirect te maken krijgen met deze groep. Zorgverleners maar ook
scholen en gemeentes zien zich geconfronteerd met vragen rond
crisisopvang, verwijs en behandelmogelijkheden voor vluchtelin
gen. om de huidige structuren voor opvang en gezondheidszorg
te versterken en kennis te ontsluiten voor het veld, heeft Arq
psychotrauma expertgroep het psychosociaal ondersteuningspunt
Vluchtelingen (poV) opgericht. Annelieke Drogendijk en petra
pannekoek bespreken achtergrond en werkwijze van dit steunpunt.
Vluchtelingenstroom in de buurt van Boedapest, Hongarije september 2015 (Frak Augstein/HH)
42 c o g i s c o p e 0 4 1 5 Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtelingen
Afgelopen maanden is een grote stroom vluchte-
lingen naar Europa gekomen, een deel daarvan
komt in Nederland. Hoewel het Nederlandse
systeem voor opvang en gezondheidszorg toe-
reikend is voor de normale instroom, staat dit
systeem met een aantal asielaanvragen van
46.834 tot eind oktober dit jaar (IND) onder
druk. Internationaal gezien is de Nederlandse ge-
zondheidszorg van een hoog niveau (World Risk
Report, 2013). Echter, met deze grote instroom
van vluchtelingen moeten bestaande structuren
opgeschaald worden. Dit gebeurt door mensen
die normaliter met de doelgroep werken meer in
te zetten (‘alle verloven worden ingetrokken’) en
gebruik te maken van medewerkers en vrijwil-
ligers die wellicht affiniteit maar geen ervaring
hebben met deze doelgroep. Dit betekent dat de
kans bestaat dat de psychosociale hulp en onder-
steuning voor vluchtelingen soms niet voldoende
is.
psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtelingen (pOV)Om de huidige structuren te versterken en
kennis te ontsluiten voor het veld heeft Arq
Psychotrauma Expertgroep het Psychosociaal
Ondersteuningspunt Vluchtelingen (POV) op-
gericht. Arq Psychotrauma Expertgroep en haar
partners krijgen de laatste maanden veel vra-
gen over het toenemend aantal vluchtelingen.
Stichting Impact wordt door de GGD en het
Programmacollege PSH benaderd voor vragen
over maatschappelijke onrust en de situatie en in-
zet van extra personeel bij de 72-uur crisisnood-
opvang. Het Instituut voor Psychotrauma (IVP)
wordt standaard ingezet om de professionals bij
het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA)
te ondersteunen bij stressvolle gebeurtenissen.
War Trauma Foundation wordt door de UNHCR
ingezet voor het trainen en opleiden van mede-
werkers op de opvangkampen op de Griekse ei-
landen. Daarnaast komen bij Stichting Centrum
’45, Equator Foundation en het Psychotrauma
Diagnose Centrum vragen binnen over de orga-
nisatie van zorg en verwijs- en behandelmoge-
lijkheden voor vluchtelingen. Deze vragen zijn
afkomstig van zowel zorgverleners als gemeen-
tes, scholen en betrokken hulpverleners. Er zijn
met name zorgen over de opvang en begeleiding
van vluchtelingenkinderen en gezinnen. Om al
deze diverse vragen te kanaliseren en de kennis
binnen Arq Psychotrauma Expertgroep te bunde-
len is besloten om het POV op te richten. Met
het POV wil Arq professionals effectief onder-
steunen. Door bundeling van kennis en expertise
wordt het bestaande vangnet van opvang, bege-
leiding en zorg voor vluchtelingen ondersteund.
Hulporganisaties, gemeentes, scholen, GGD-en,
zorgverleners en andere professionals kunnen
voor consultatie en advies terecht bij het POV.
Het POV is opgericht naar aanleiding van de
goede ervaringen van het Nazorg Contact Punt
MH17 (NCP)1. Na de vliegramp met MH17 in
de Oekraïne heeft Stichting Impact het Nazorg
Contact Punt MH17 opgericht ter ondersteuning
professionals zoals huisartsen, eerstelijnspsy-
chologen en casemanagers van Slachtofferhulp
Nederland. Het NCP (en ook het POV) wordt
bemenst door psychologen die niet per se in de
zorgverlening ingezet worden. Zij hebben ver-
stand van het onderwerp en kunnen vragen
beantwoorden, maar kunnen ook inschatten of
de vraag door een expert beantwoord moet wor-
den. Mocht dat nodig zijn, dan kunnen zij hun
casus bespreken met een expert. Op deze wijze
worden vragen snel en professioneel opgepakt,
krijgt de vragensteller snel antwoord en zonder
verspilling van extra capaciteit binnen onze or-
ganisatie. Dit voor de klant laagdrempelige loket
kan lang kan blijven bestaan ook als er te zijner
tijd minder vragen zijn.
Advies, ondersteuning en kennisverspreiding Bij het POV is expertise beschikbaar voor vragen
over:
• Jeugd en gezin; zoals voor vragen over ge-
vluchte kinderen en families op school of in
huisartsen praktijk.
• Screening; het signaleren van symptomen van
traumatische stress, zoals Posttraumatische
Stressstoornis (PTSS).
• Zorgkaart; voor vragen over welke vormen van
(psychosociale) zorg nodig is en of er aanvul-
lende zorg nodig is op de reguliere zorg.
• Interculturele communicatie; voor vragen
over de verschillende culturele achtergronden
van de vluchtelingen en welke effecten deze
kunnen hebben op hun opvang.
• Preventie; of er bepaalde methodieken op
korte termijn ingezet kunnen worden om psy-
chosociale problemen op langere termijn te
voorkomen.
• Maatschappelijke onrust; voor vragen over de
balans tussen goede opvang voor de vluchte-
Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtelingen c o g i s c o p e 0 4 1 5 43
lingen en de belangen van inwoners van ge-
meentes.
Naast advies en ondersteuning is kennisver-
zameling en verspreiding ook een taak van het
POV. Als bepaalde problemen bij veel organisa-
ties terug komen, zullen deze bevindingen voor
iedereen beschikbaar zijn door middel van facts-
heets, artikelen of presentaties. Vanzelfsprekend
zal hierbij ook samengewerkt en doorverwezen
worden naar andere expertorganisaties.
Het POV volgt bij haar advisering de Multi-
disciplinaire Richtlijn psychosociale hulp bij
rampen en crises (waarin wordt aangesloten bij
bestaande zorgstandaarden) en adviseert, com-
plementair aan het aanbod van de professionals
en lokale structuren. Het POV ondersteunt, kan
verwijzen en adviseren, maar behandelt zelf
niet. Een psycholoog is het vaste aanspreekpunt.
Bij complexe vragen wordt advies ingewonnen
van gespecialiseerde experts en therapeuten.
BereikbaarheidHet POV is bereikbaar op werkdagen tussen
09.00 en 17.00 uur:
Telefoon: 088 – 330 51 02
E-mail: [email protected]
Voor aanvullende informatie, factsheets en
hand reikingen zie: www.arq.org/pov
ANNElIEKE DROGENDIJK is directeur van Stichting Impact en Cogis.PETRA PANNEKOEK is beleidsadviseur bij Stichting Arq ten behoeve van asielzoekers en ongedocumenteerden.
1 Gouweloos J., M. Dückers, G. Smid & A. Drogendijk
(2015), ‘Herken klachten na verlies en trauma’, in:
Medisch Contact, 26, 24 juni, 1274-1276.
iMMO: instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek
Het iMMO levert een bijdrage aan de bescherming van mensenrechten, in het bijzonder door het uitvoeren van medische onderzoeken van vermoede slachtoffers van marteling en inhumane behandeling. Deze onderzoeken vinden plaats in de context van een asielprocedure en worden verricht door vrijwillig werkende artsen en psychologen. Men gaat daarbij in op het causale verband tussen de medische bevindingen en het gestelde asielrelaas.
Er zijn thans 53 artsen en psychologen die als rapporteur voor iMMO werken.
Artsen en psychologen die belangstelling hebben om iMMO-rapporteur te worden, kunnen zich aanmelden op de website www.stichtingimmo.nl of nemen contact op met iMMO, Nienoord 5, 1112 XE Diemen, telefoon 020-8407670
advertentie
iN De WeRKKAMeR
‘Publieke gezondheid, dat doen we al
jaren, maar crisisopvang was nieuw’
In gesprek met René Stumpel, arts en directeur publieke gezondheid bij GGD GHOR
44 c o g i s c o p e 0 4 1 5 iN De WeRKKAMeR
De werkkamer bevindt zich deze keer binnen het kantoor van ggD gHoR Nederland
in Utrecht. Hier treffen we René stumpel: arts en ruim 20 jaar werkzaam bij de
ggD gooi en Vechtstreek, op dit moment als directeur publieke gezondheid, maar
ook nog steeds als forensisch geneeskundige. Daarvoor verzorgde hij onderwijs voor
ggD artsen. Al met al is hij meer dan 30 jaar actief op het snijvlak van publieke
gezondheid en calamiteiten. Het gesprek voert via ervaringen tijdens het werk die
indruk op hem hebben gemaakt, naar zijn affiniteit – en ook ambities – met de
psycho sociale hulp bij rampen. en de actuele vluchtelingenproblematiek: welke
uitdagingen brengt die met zich mee?
Vluchtelingenopvang in de evene
mentenhal van het Autotron in
Rosmalen (Flip Franssen/HH).
iN De WeRKKAMeR c o g i s c o p e 0 4 1 5 45
GGD’en worden geconfronteerd met ingewik-kelde dossiers. René Stumpel heeft een volle agenda. Desondanks oogt hij onvermoeibaar en rustig, met pretoogjes. Hij blikt direct terug op het begin van zijn carrière binnen de publieke calamiteitenzorg die hem duidelijk aan het hart gaat. Het is onmogelijk om dan niet stil te staan bij de vaktaal die oningewijden hoofdschuddend zullen aanhoren. ‘Toen ik in 1993 aantrad bij de GGD, heette het nog geneeskundige hulpverle-ning bij rampen. later is dat ongevallen en ram-
pen geworden.’ We glimlachen bij de gedachte dat in wetgeving die afkorting later weer is ver-anderd in ‘geneeskundige hulpverleningsor-ganisatie in de regio’. GHOR: René spreekt de letters een voor een uit. Het is een basisterm in dit werkveld vol afkortingen en een uniek jargon. Een tweede onvermijdelijk acroniem is PSH, de psychosociale hulp. Een gesprek over nazorg binnen GGD’en kan niet zonder. In het gesprek besluiten we een poging te doen om zoveel mo-gelijk van de afkortingen weg te blijven.
forensische geneeskundeRené heeft de ontwikkeling van de rampen-hulpverlening en de visie daarop van dichtbij meegemaakt. Niet alleen bestuurlijk, maar ook als professional. Het gesprek gaat al snel over werksituaties die indruk op hem hebben ge-maakt. Hij vertelt over zijn werk als forensisch geneeskundige. ‘In concreto ben ik lijkschouwer, dat brengt onvermijdelijk met zich mee dat je te maken krijgt met verdrietige situaties.’ Het is werk dat uiteindelijk iemand moet doen en dat
46 c o g i s c o p e 0 4 1 5 iN De WeRKKAMeR
zich altijd afspeelt tegen de achtergrond van krantenberichten. René spreekt over een gezins-drama waarmee hij te maken kreeg, jaren gele-den in Hilversum. ‘Het ging om een politieagent die zijn vrouw doodschoot, toen een eerste kind, een tweede kind, een derde kind en toen zich-zelf. Ik ben in dat huis geweest met een colle-ga.’ Er valt een stilte. ‘Daar heb ik aan den lijve meegemaakt wat het betekent om elkaar steun te bieden. Ik heb toen het belang van psychoso-ciale hulp meegemaakt. Ook in de buurt waar het onderzoek zich over uitstrekte. Het heeft erg veel indruk gemaakt op iedereen.’ Het is een taak die hij nog steeds uitvoert. Niet heel lang geleden nog bij slachtoffers van vlucht MH17. ‘Al die slachtoffers werden overge-bracht in een imposante stoet van auto’s naar de Korporaal van Heusden kazerne. Dat is mijn rayon. Er moest formeel een schouw plaats-vinden.’ Hij licht toe hoe op enig moment alle Nederlandse slachtoffers formeel dood zijn ver-klaard. ‘Het waren zoveel mensen. De eerste keer trokken er tientallen langs mijn oog. Dat was héél indrukwekkend. Het getal kreeg iedere keer weer een gezicht. Dan zie je pas hoeveel mensen het zijn. Bij een gezinsdrama zijn het er vijf, dat is al uitzonderlijk. Maar tientallen, dan komt de impact van een gebeurtenis erg binnen.’ Hij vervolgt. ‘Je valt terug op je profes-sionaliteit. Je bent verdrietig maar dat staat niet voorop. Je doet iets wat nodig is. En het werken in teamverband is dankbaar. Je doet het samen met vijf lijkschouwers. Je bent weken betrokken en houdt als het ware elkaar de hand vast.’
psychosociale hulpVanuit deze praktijkervaringen is de overstap naar de missie om landelijk bij te dragen aan een sterke PSH-organisatie snel gemaakt. Het is juist die combinatie die René zo boeiend vindt in zijn werk. En er is ontzettend veel vooruitgang ge-boekt, concludeert hij al terugblikkend. ‘Toen ik bij de GGD ging werken, was de Bijlmerramp net geweest. Het vrachtvliegtuig stortte op de flat. Op PSH-gebied kun je zeggen dat er zo onge-veer niets was. Ja, er waren staffunctionarissen rampenbestrijding. Oud “BB-ers” , verdeeld over GGD’en.’ De BB, de bescherming bevolking, werd in 1952 opgericht om de Nederlanders te beschermen tegen de gevolgen van luchtaanval-len door de vijand. In de Koude Oorlog waren dat de Russen. De organisatie bestond uit een paar honderdduizend vrijwilligers en hield in 1986 op te bestaan. Vanuit deze uitgangspo-sitie werd de rampenhulpverlening ingevuld. ‘Begin jaren negentig is een begin gemaakt met de psychosociale hulp. Iemand als Gerard lettinga ging afspraken maken met psychiatrie, slachtofferhulp en maatschappelijk werk. Vanuit GGD, rampenbestrijding en geestelijke gezond-heidszorg – de GGZ – ontstond een gezamen-lijke beweging. Professor Gersons heeft daarin een belangrijke rol gespeeld.’ René schetst hoe het zwaartepunt aanvankelijk sterk bij de GGZ lag en verschoof. ‘Geleidelijk werd duidelijk dat laagdrempelige, meer praktische ondersteuning meer aan de orde is en psychiatrie in het over-grote deel van de gevallen niet. later is vooral Slachtofferhulp Nederland naar voren gekomen als uitvoeringsorganisatie op PSH-gebied. Nog
steeds doen GGD’en veel zaken met de GGZ, maar dat is wat mij betreft geboren uit traditie.’
Belang van samenwerkingVanuit GGD GHOR Nederland is René een ac-tief pleitbezorger voor een goed georganiseer-de PSH. landelijk gezien vervullen regionale GGD’en binnen dit thema een coördinerende rol. De gezondheidsdiensten werken voor ge-meenten in hun werkgebied. Ze maken deel uit van netwerken van uitvoerings- en kennis-partners, die deels landelijk zijn georganiseerd. René benadrukt verschillende malen het belang van de samenwerking en uitwisseling tussen alle partners. Zo komen we ook te spreken over een recente ontwikkeling om die samenwerking op bestuurlijk niveau te versterken. Een ‘pro-grammacollege PSH’ is opgericht. Het is een structurele overlegvorm waarin bestuurders van nazorgorganisaties, waaronder Slachtofferhulp Nederland, maatschappelijk werk, GGZ, Impact/Arq en RIVM, actuele vraagstukken met elkaar bespreken, vaak in het bijzijn van beleidsmede-werkers van betrokken ministeries, nazorgex-perts en relevante anderen. Het programmacol-lege kan de directeuren publieke gezondheid van de diverse GGD’en adviseren over PSH-gerelateerde zaken. ‘Ik ben blij dat de partners bij elkaar aan tafel zitten in het programmacol-lege. We hebben nu een tafel waar we met elkaar in gesprek gaan over de verdere ontwikkeling van de PSH. Het komt allemaal bij elkaar en draagt bij optimalisering van de psychosociale hulp. Dat is waar we het voor doen.’
iN De WeRKKAMeR c o g i s c o p e 0 4 1 5 47
MICHEl DüCKERS is bestuurskundige en werkzaam als senior onderzoeker bij het NIVEl, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Daarnaast is hij programmacoördinator rampen en crises bij Impact en redactielid van Cogiscope.
VluchtelingenDe relatie met de vluchtelingenproblematiek is niet vergezocht. ‘Recentelijk is er een landelijke bijeenkomst georganiseerd om met GGD’en en samenwerkingspartners ervaringen te delen over vraagstukken die momenteel spelen. De vluch-telingenstroom houdt de gemoederen binnen het werkveld van de gezondheidsdiensten flink bezig.’ René legt uit dat alle GGD’en een lange geschiedenis kennen met de zorg voor vluchte-lingen. ‘Twintig jaar geleden was er de stroom uit het oosten. Daar werden we destijds ook wel door overvallen. Toen zijn er asielzoekerscentra ingericht. De medische zorg moest worden op-gezet. De afgelopen jaren is de capaciteit aan centra afgebouwd. Nu wordt Nederland gecon-fronteerd met een onverwacht grote stroom mensen vanuit met name Syrië en Eritrea. ‘Als land waren we onvoorbereid. Normaal vang je de mensen op in asielzoekerscentra waar ze zich (moeten) identificeren. Dat systeem liep over. Totaal onverhoeds. De afbouw van asiel-zoekerscentra heeft het probleem veroorzaakt, niet de aantallen. Daar komt de noodzaak van crisisopvang vandaan. Gemeenten benutten de structuur van de rampenbestrijding. Vooral de poot “bevolkingszorg” heeft een enorme ontwik-keling doorgemaakt. Vluchtelingen worden, zo-als bedacht in een rampencontext, opgevangen in sporthallen. De ervaring heeft alleen geleerd dat wanneer de gemeente in dat geval een sport-hal inricht, er maar twee mensen komen. De rest gaat naar familie.’ Dit verhaal moest worden gerevitaliseerd door GGD’en. ‘Niet iedere regio beschikte over ar-
rangementen. Het was nieuw, maar ik denk dat ze geslaagd zijn in het improviseren. Publieke gezondheid, dat doen we al jaren, maar crisis-opvang is nieuw.’ René ervaart het als een groot probleem dat de crisisopvang is ingericht in drie maal 24 uur. Vluchtelingen mogen maximaal 72 uur in een lokale crisisopvang blijven. Omdat het niet lukt om mensen tijdig een meer duur-zame plek te geven, worden ze “rondgepompt” van A naar B, van B naar C en C naar D. We weten dat het niet goed is, met name voor de kinderen niet. Vanuit de basale behoeften aan veiligheid, onderdak en zorg bezien is dat niet handig. Niemand wil het zo.’ Hij vervolgt zijn betoog, zijn zorg uitsprekend over de versnelde instroom van statushouders en gezinshereni-ging in de nabije toekomst. Na afloop van de procedure moeten mensen gaan inburgeren. ‘De ervaring leert dat 80% van de asielzoekers uit probleemlanden in Nederland blijft. Die mensen gaan wonen in gemeenten. Daar moeten we bin-nen de publieke gezondheid oplossingen voor bedenken, waarbij we de psychosociale proble-men ook weer niet moeten overdrijven. Niet ie-dereen is getraumatiseerd.’
oNDeRZoeK
Asieltragiek: kwetsbaar op weg door een labyrintWie gewend is aan een leven in Nederland zal
moeilijk kunnen invoelen wat het betekent om
ergens te wonen, te proberen om een bestaan te
onderhouden onder omstandigheden van voort-
durende onderdrukking of gevaar. De wereld
kent vele oorden waar overheden er niet in sla-
gen hun burgers te beschermen.
Op bereisbare afstand, zo blijkt. De Europese
Unie ziet zich geconfronteerd met een omvang-
rijke stroom vluchtelingen, afkomstig uit de
continenten ten oosten en zuiden van Europa.
Migratie is zo oud als de mens en kent door
de hele geschiedenis heen pieken en dalen.
Momenteel is er een duidelijke piek. De migratie
van mensen die veiligheid en een beter perspec-
tief zoeken, plaatst druk op de doorvoerlanden
en de beoogde landen van bestemming. Niet al-
leen een druk om mensen tijdelijk op te vangen
en aan basale mensenrechten te voldoen, maar
– met name in de bestemmingslanden – ook om
mensen deel te maken van een voor hen nog on-
bekende samenleving.
Het is een pad met vele hobbels en tussen-
48 c o g i s c o p e 0 4 1 5 oNDeRZoeK
oNDeRZoeKstops, niet gevrijwaard van tragiek. In deze
bijdrage worden twee publicaties besproken
waarin dit tot uiting komt. Eerst een artikel van
Stuart Turner over asielkwesties in Europa en
het Verenigd Koninkrijk, onlangs gepubliceerd
in het European Journal of Psychotraumatology,
waarin verschillende onderzoeken worden sa-
mengebracht. Vervolgens het proefschrift met
een aantal epidemiologische studies waarop
Simone Goosen in 2014 is gepromoveerd aan de
Universiteit van Amsterdam.
Ontnuchterende vluchtelingenmachinerieStuart Turner is een Britse psychiater die al jaren
onderzoek doet naar vluchtelingen en asielpro-
cedures. Medio dit jaar ontving hij hiervoor de
Wolter De Loos Award tijdens het tweejaarlijkse
congres van het European Society for Traumatic
Stress Studies. In het recente artikel Refugee
Blues vat hij een aantal prangende problemen sa-
men. Hij maakt bovendien korte metten met een
aantal misvattingen. Een man met een missie.
De migratiegolf is weliswaar erg gepolitiseerd,
zo benadrukt Turner, maar we mogen niet ver-
geten dat Europa betrekkelijk weinig vluchte-
lingen opneemt in vergelijking met Turkije,
Pakistan, Libanon en Iran. Westerse overheden
hebben het probleem verergerd en nieuwe pro-
blemen gecreëerd (los van het militair ingrijpen
in landen zoals Irak en Afghanistan). De cijfers
wekken de indruk dat pogingen van de afgelopen
decennia om de toestroom van migranten terug
te dingen, via visa en andere beperkende beleids-
maatregelen, vermoedelijk een pervers effect
hebben gehad. Dit beleid heeft volgens Turner
de illegale markt voor mensenvervoer aange-
moedigd en het probleem daarmee minder be-
heersbaar gemaakt. Dat is ironisch, maar wordt
schrijnend zodra vluchtelingen, aangekomen
na hun barre tocht, eenmaal asiel aanvragen in
Europa. Ze raken dan verstrikt in een doorgaans
kafkaësk, gejuridiseerd proces gekenschetst door
vertragingen en overplaatsingen (zie de bijdrage
van Anton van Kalmthout, elders in dit num-
mer). Al wachtend neemt de mentale gezond-
heid af.
Soms is men zelfs onderdeel van een moedwil-
lige afschrikkingsstrategie van beleidsmakers
en politici. Het beeld dat Turner schetst is con-
fronterend. Asielzoekers worden niet alleen ge-
confronteerd met positieve discriminatie, maar
ook met mishandeling en pesterijen. En zodra
hun zaak uiteindelijk wordt behandeld, dan zijn
er specifieke valkuilen, in het bijzonder waar het
aankomt op discriminatie van mensen met een
voorgeschiedenis met trauma. Asielzoekers be-
schikken zelden over objectief bewijs voor vervol-
ging in het land van herkomst. Er is gewoonweg
geen formeel document met de tekst: ‘persoon X
is geestelijk en/of lichamelijk mishandeld en/of
ziet bij terugkeer levenslange detentie, letsel en/
of de dood tegemoet’. Bij gebrek aan beter wordt
het oordeel over het statusverzoek aldus Turner
grotendeels gebaseerd op een ‘trauma narratief’,
waarvan de betrouwbaarheid – the credibility of
the claim – afhangt van de naïeve, subjectieve
inschatting van beoordelaars zonder psychologi-
sche expertise: Alarmingly weak. Wegingscriteria
zijn veelal niet gebaseerd op wetenschappelijk
bewijs.
Het zijn inzichten die Turner breed wil delen.
Hij schetst een ontnuchterend beeld van een
machinerie waarin het kwetsbare individu ver-
loren raakt. Een systeem waarin beleidmakers
op afstand blijven en een dubbelzinnig signaal
afgeven over de behoefte of zelfs de noodzaak
mensen binnen eigen grenzen op te vangen
na hun vlucht. Een systeem waarin criminelen
hun kans grijpen om eraan te verdienen. Een
systeem waarin procedures paradoxaal uit kun-
nen pakken door onvoldoende toegeruste uitvoe-
ringsambtenaren. Een systeem waarin de kans
op statustoekenning varieert tussen beoordelaars
en waarin sociale problemen (mate van werke-
loosheid) diezelfde kans negatief beïnvloeden.
Aan het slot van zijn betoog stelt Turner vast dat
asielbeleid in samenwerking tussen landen tot
stand moet komen, niet ingegeven door politieke
retoriek, maar door feiten uit systematisch on-
derzoek.
gezondheidsproblemen van asielzoekersHet proefschrift van Simone Goosen vormt een
aanvulling op dit verhaal omdat zij inzoomt op de
bredere gezondheidssituatie onder Nederlandse
asielzoekers. Goosen beschrijft verschillende
gezondheidsproblemen en risicofactoren onder
asielzoekers en hoe vaak ze vóórkomen. Dat is
gewenst, want het aantal onderzoeken naar de
oNDeRZoeK c o g i s c o p e 0 4 1 5 49
gezondheid van asielzoekers en vluchtelingen
in Nederland is beperkt. Het onderzoek onder
vluchtelingen binnen de opvangcentra, zoals be-
schreven in het proefschrift, wijst op verhoogde
mate van sterfte onder 40 jaar (met name vrou-
wen) door kanker, hart- en vaatziekten en niet-
natuurlijke doodsoorzaken. Asielzoekers in
Nederland blijken een hoger risico te lopen op
overlijden door infectieziekten (hiv, hepatitis en
tbc), ongevallen en verdrinking, sterfte gerela-
teerd aan zwangerschap en bevalling, en sterfte
door suïcide met name bij mannen.
Suïcidepogingen waarvoor behandeling in het
ziekenhuis nodig was, kwamen in vergelijking
met de algemene bevolking vaker voor bij man-
nelijke en vrouwelijke asielzoekers uit Oost- en
Zuid-Europa en Zuidwest Azië (inclusief het
Midden-Oosten). Bij mannen en vrouwen uit
Afrika kwamen suïcidepogingen juist minder
vaak voor. Bij 80% van de asielzoekers met een
suïcidepoging, was het medisch personeel voor-
afgaand aan de suïcidepoging op de hoogte van
het bestaan van psychische problemen. Het feit
dat deze problemen bij mensen uit Afrika die
zijn gehospitaliseerd na suïcidaal gedrag minder
vaak worden behandeld in vergelijking met men-
sen vanuit Zuidwest Azië en Centraal Europa
(al eerder geconstateerd in studies in Nederland
en het Verenigd Koninkrijk) blijft een punt van
zorg.
Goosen toont bovendien aan dat vaker wisselen
tussen opvanglocaties gepaard gaat met een toe-
name van psychische en psychosociale proble-
men bij kinderen (vooral indien blootgesteld aan
geweld en bij kinderen waar PTSS of depressie is
gediagnosticeerd bij de moeder). Verder blijkt bij
asielzoekers het vóórkomen van PTSS samen te
hangen met een hoge mate van type 2 diabetes,
ongeacht of sprake is van depressie. Ook komen
abortus en tienerzwangerschap vaker voor onder
asielzoekers (vooral uit Afrika en Azië) dan bij
vrouwen en meisjes die langer in Nederland wo-
nen.
Deze voorbeelden geven aan dat er reden is om
de gezondheid van vluchtelingen tijdens en
ook na de asielprocedure (ca. 80-90% van de
vluchtelingen uit Syrië, Eritrea en Afghanistan
krijgen een (tijdelijke) verblijfsvergunning:
Vluchtelingenwerk, 2015) te blijven volgen en in
te zetten op preventie. Zeker omdat ander on-
derzoek onder vluchtelingen van 18 jaar of ouder
uit Somalië, Iran en Afghanistan laat zien dat
psychische problemen blijven bestaan binnen
de groep met een verblijfstatus (Lamkaddem et
al., 2013).
Er zijn allerlei perspectieven en standpunten
mogelijk ten aanzien van vluchtelingen en asiel-
zoekers. De combinatie van onderzoeken zoals
hier besproken benadrukt vooral de niet-benij-
denswaardige situatie waarin het procedurele
stratenplan van Europa vluchtelingen brengt.
Asielprocedures zijn ontworpen als selectiemid-
del. Turner stelt dat wordt getracht om mensen
buiten de deur te houden op basis van criteria
die juist acceptatie zouden moeten rechtvaardi-
gen. De kans dat mensen uit Syrië en een aantal
ReferentiesGoosen S. (2014), A safe and healthy future?
Epidemiological studies on the health of asylum see
kers and refugees in the Netherlands. Universiteit
van Amsterdam: Amsterdam.
lamkaddem M., K. Stronks, A.A.M. Gerritsen,
W.l.J.M. Devillé, M.l. Essink-Bot (2013),
‘Gezondheid en zorggebruik van vluchtelingen:
vervolgonderzoek onder mensen met een ver-
blijfsvergunning in Nederland’, in: Nederlands
Tijdschrift voor Geneeskunde, 157.
Turner S. (2015), ‘Refugee Blues: A UK and
European Perspective’, in: European Journal
of Psychotraumatology, 6:29328 http://dx.doi.
org/10.3402/ejpt.v6.29328
Vluchtelingen in getallen 2015. Vluchtelingenwerk:
Amsterdam.
MICHEl DüCKERS is bestuurskundige en werkzaam als senior onderzoeker bij het NIVEl, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Daarnaast is hij programmacoördinator rampen en crises bij Impact en redactielid van Cogiscope
andere landen in Nederland mogen blijven is
relatief hoog. Toch resteert, ook kijkend vanuit
het onderzoek van Goosen, het beeld van een
potentieel kwetsbare groep qua gezondheid die
tijdens de asielprocedure in een extra kwetsbare
positie wordt gebracht.
50 c o g i s c o p e 0 4 1 5 B e R i c H T e N U i T H e T V e L D
De pers schrijft veel over de slechte omstandigheden op het eiland. Vanaf onze aankomst op Lesbos, donderdag 22 oktober, is het noodweer met onophoudelijk regen, onweer en harde wind. Desondanks nemen de aantallen boten, zelfs in dit weer, nauwelijks af. In de maanden september en oktober zijn er respectievelijk 150.000 en 220.000 vluchtelingen gearriveerd in Griekenland, waarvan de meesten op Lesbos. Dit betekent dat er hier op dit moment dagelijks tussen de 4.000 en 7.000 vluchtelingen arriveren, vooral op de noordelijke stranden, vanwaar ze verzameld worden, eerste opvang krijgen en lopend (ongeveer een dag lopen) of per bus (ongeveer 1,5 uur rijden) getransporteerd worden naar de twee opvangcentra in de buurt van de hoofdstad Mytilini. Onder de vluchtelingen zijn 23% kinderen, 15% vrouwen en 62% mannen. De vluchtelingen zijn verder overal op het eiland te vinden, gehuld in plastic, dekens en alles wat kan beschermen tegen de
U i T H e T V e L DB e R i c H T e N
Een ongekend aantal personen en gezinnen uit het Midden-Oosten, Afrika en Centraal-Azië hebben de Middellandse Zee en de Egeïsche zee overge-stoken in een poging om veiligheid in Europa te bereiken. In 2015 alleen al zijn er meer dan 3500 mensen verdronken of vermist. Honderdduizenden mensen, gedefinieerd in verschillende contexten als 'vluchteling', 'asielzoe-ker' of 'migrant' zijn onderweg naar Europees grondgebied. Migratieroutes veranderen voortdurend in reactie op veranderend nationaal beleid en be-stuursrechtelijke bepalingen. Juist door deze onvoorspelbaarheid wordt er mogelijk verdere schade berokkend aan bevolkingen die op de vlucht zijn voor geweld en oorlog. Te midden van de verschillende behoeften van al die mensen dient er ook aandacht uit te gaan naar de geestelijke gezondheid en het psychosociaal welzijn van de migranten. Vrijwilligers, gouvernementele, niet-gouvernemen-tele organisaties (NGO) en internationale organisaties zijn betrokken bij de uitdagende taken van de hulpverlening. Zo ook War Trauma Foundation die op verzoek van UNHCR zeer recent trainingen heeft gegeven in Grieken land. In de maand oktober 2015 heeft een trainingsteam van WarTrauma (Nikos Gionakis, Renos Papadopoulos, Margriet Blaauw en Jelly van Essen) op een zestal locaties training gegeven (Samos, Chios, Athene, Eidomeni, lesbos en Kos). Deelnemers van de trainingen waren staf van UNHCR, NGO’s, vrijwilligers, politie, kustwacht en anderen; allen die betrokken zijn bij de opvang van de vluchtelingen die via Turkije met boten in Griekenland aan-komen. Margriet Blaauw en Jelly van Essen doen verslag van hun ervaringen op lesbos.
Geen noodhulp zonder psychosociale hulp
geestelijke gezondheid en psychosociale zorg voor vluchtelingen – een verslag uit het veld
kou en de regen, tevergeefs in dit weer.
De twee centra zijn voormalige detentiecentra en zien er ook als zodanig uit. Het Centrum Kara Tepe is alleen bestemd voor Syrische vluchtelingen, vooral gezinnen. Het andere centrum, Moria, is gemengd Syrisch (alleenstaande mannen) en overige nationaliteiten, waar onder Afghanen, Irakezen, Eritreeërs en Pakistani. Vooral in Moria zijn de omstandigheden mensonterend. De opvang en registratie zijn in handen van de Griekse overheid. Alles wat er aanvullend aan hulp verleend wordt moet in overleg met de lokale overheid gebeuren. Vluchtelingen moeten zich eerst laten registreren voordat ze opvang krijgen in een van de centra. De registratie gaat langzaam; er hebben zich lange rijen vluchtelingen gevormd, een voor gezinnen en een voor mannen. Mensen moeten buiten de centra wachten tot ze binnen gelaten worden voor registratie. De wachttijd in de rij kan op
B e R i c H T e N U i T H e T V e L D c o g i s c o p e 0 4 1 5 51
U i T H e T V e L D
Vluchtelingen in Lesbos. September 2015 ( Jaco Klamer/HH).
lopen tot bijna een week (!), wanneer je de rij verlaat ben je je plek kwijt. Tijdens het wachten zijn er geen voorzieningen en geen onderdak. Mensen slapen onder olijfbomen, waar ze ook bidden en hun behoefte doen. Deze situatie creëert toestanden die nauwelijks denkbaar zijn voor Europa. Zieken, kinderen, zwangere vrouwen en andere kwetsbare groepen verblijven zonder voorzieningen. Vuilnis is opgehoopt tot een aaneengesloten laag van vuilnis en modder. De gezinnen liggen hierin. Er zijn veel frustraties en irritaties. Er is vooral grote frustratie onder de nietSyrische mensen over de voorrang die Syrische vluchtelingen in de registratieprocedure hebben. Maar ook de omstandigheden in Moria roepen veel boosheid en onmacht op. Ouders zijn ten einde raad omdat ze niet goed meer in staat zijn hun kinderen te beschermen. De situatie van de vele kinderen, gehuld in plastic en dekens voor zich uit starend, is schrijnend. Een enkele keer bij de toegangs
hekken naar Moria, waar vluchtelingen met de wapenstok door de politie worden weg geslagen, lopen de emoties zo hoog op dat er rellen uitbreken. Gezien de omstandigheden is het een wonder dat de situatie niet meer en vaker uit de hand loopt, maar dat lijkt ook om te gaan slaan.
De NGO’s en vrijwilligers (de meesten goed ingebed in organisaties) proberen in deze chaos kwetsbare groepen zoals zieken, zwangere vrouwen, kinderen en alleenstaande minderjarigen te identificeren en te beschermen. En waar mogelijk hulp te bieden in de spaarzame voorzieningen, zoals opvangcabines voor vrouwen met baby’s en kinderen, opvang voor alleenstaande minderjarigen en medische posten. Om kwetsbare groepen uit de rij te mogen halen moeten zij toestemming vragen aan de Griekse politie, die er vaak van uitgaat dat mensen simuleren, wat af en toe ook gebeurt, want mensen zijn wanhopig. We hebben be
52 c o g i s c o p e 0 4 1 5 B e R i c H T e N U i T H e T V e L D
U i T H e T V e L DB e R i c H T e N grepen dat er tot nu toe drie suïcides plaats vonden onder de zogenaamde ama’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers). Er is één blok van vier toiletten aanwezig, niet meer bruikbaar. Omdat naast dit blok het enige water punt is durft ook niemand dat nog te gebruiken.
Pas wanneer vluchtelingen toegelaten worden voor registratie kunnen ze gebruik maken van de voorzieningen in het centrum, maar dan willen de meeste zo snel mogelijk een ticket bemachtigen (zelf te kopen) voor de boot naar Athene. De barakken in Moria staan daarom meestal leeg. Ook omdat de overheid volgens Europese wetgeving iedereen in detentie van twee maaltijden moet voorzien en daar geen geld voor is.
In deze omstandigheden vinden onze trainingen plaats. We trainen drie Griekstalige groepen (vooral UNHCR, NGO’s, kustwacht en politie) en twee Engelstalige groepen (UNHCR, NGO’s en vrijwilligers uit allerlei landen). Voor veel deelnemers is het de eerste keer of een van de weinige momenten dat ze uit het werk kunnen
stappen en kunnen reflecteren op het werk, de problemen die dit met zich meebrengt en hun eigen welzijn. De meesten zijn dan ook zeer vermoeid. Vooral de vrijwilligers die 7 dagen per week, vaak ook ’s avonds en ’s nachts, werken, zijn dodelijk vermoeid, waardoor we de training vooral middels oefeningen en zoveel mogelijk door actieve participatie aanbieden. De rollenspelen en simulatieoefeningen, die een vast onderdeel zijn van Psychological First Aid (PFA) lenen zich daar goed voor. De PFA training, mede ontwikkeld door WarTrauma, World Vision en WHO, leert helpers basisvaardigheden om support te kunnen geven aan mensen in een crisissituatie. Alle deelnemers ervaren het werk als bijzonder zwaar, zij staan tegenover een humanitaire crisis die ongekend is in Europa, met een groot tekort aan middelen, personeel en adequate organisatie.
War Trauma Foundation is onderdeel van een netwerk van NGOs betrokken bij geestelijke gezondheidszorg en psychosociale zorg. Deze groep heeft een aantal principes uit de PFA trainingen uitgelicht om tijdens deze crisis nog eens extra te benadrukken: 1 Behandel alle mensen met waardigheid en respect en stimuleer onafhan-
kelijkheid.2 Reageer op mensen in nood in een humane en ondersteunende manier. 3 Geef informatie over diensten en ondersteuning; een belangrijke bron
van stress voor mensen ‘on the move’ is het gebrek aan informatie. 4 Zorg voor relevante psycho-educatie en het gebruik van de juiste taal.
Vermijd het gebruik van klinische termen buiten klinische settings. Geen woorden gebruiken als 'getraumatiseerd', 'psychotrauma', 'PTSS' om een hele bevolking te duiden.
5 Houd families samen en versterk de ondersteuning door de familie en medereizigers zelf. Familie en sociale ondersteuning zijn de beste be-scherming in tijden van nood en hechting aan een zorgzame volwassene is een belangrijke beschermende factor voor kinderen.
6 Zorg voor interventies die cultureel relevant zijn met een adequate tolk/vertaler.
7 Identificeer en bescherm de kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen, zwangeren en gehandicapten.
Bovenstaande zult u wellicht beschouwen als ‘common sense’ maar de prak-tijk blijkt anders. PFA is een set van eenvoudige regels en technieken voor professionals en niet-professionals inclusief vrijwilligers om op een humane manier om te gaan met mensen in nood. Voor meer informatie: [email protected]
Met dank aan Margriet Blaauw en Jelly van Essen
leontien Ruttenberg, directeur War Trauma Foundation
B e R i c H T e N U i T H e T V e L D c o g i s c o p e 0 4 1 5 53
U i T H e T V e L D- advertentie -
Geen noodhulp zonder psychosociale hulp War Trauma Foundation helpt mensen en gemeenschappen die zijn getroffen door oorlog, geweld of andere humanitaire rampen.
Dagelijks worden we in de media geconfronteerd met enorme vluchtelingenstromen en de schrijnende omstandigheden waarin deze kinderen, vrouwen en mannen moeten overleven. War Trauma Foundation helpt mensen om te gaan met de psychosociale gevolgen van oorlog en geweld, onder meer door het trainen van de hulpverleners die zich iedere dag opnieuw inzetten voor de opvang en zorg voor vluchtelingen.
Steun ons werk. Helpt u mee met uw donatie?
Maak een gift over op ING Bank NL29INGB0000001050 t.n.v. War Trauma Foundation, Diemen.
Meldt u aan als donateur, vrijwilliger of voor onze nieuwsbrief via www.wartrauma.nl
Om de kwaliteit van de psycho-traumazorg in Nederland verder te verbeteren en samen te wer-ken aan innovaties op dit terrein is op 18 september jl. het Netwerk Psychotrauma Nederland (NPN) opgericht. De instellingen die zich hierin verbonden hebben zijn GGZ-instellingen die psychotraumazorg als specialistisch aanbod leveren, te weten: • Stichting Centrum ’45, Arq
Psychotrauma Expert Groep, Oegstgeest/Diemen
• GGZ Drenthe, Top referent traumacentrum en De Evenaar, Beilen
• Mediant, Centrum voor Psychotrauma, Enschede
• PsyQ Psychotrauma, Parnassia Groep, Den Haag
• Reinier van Arkel, Psychotraumacentrum Zuid-Nederland, Den Bosch
• Rivierduinen,Psychotraumacentrum, leiden
• Sinai Centrum, AmstelveenOok de militaire GGZ en het landelijk Zorgsysteem Veteranen
(lZV) participeren actief in het NPN.
Bovenstaande instellingen leveren op dit moment gezamenlijk het overgrote deel van de psychotrau-mazorg in Nederland, met name de meer specialistische zorg. Het NPN zal zich in gaan spannen voor de hele psychotrauma zorgketen van preventie tot en met de hoog speci-alistische zorg. De instellingen van het NPN zullen een belangrijke bijdrage gaan leve-ren aan het tot stand komen van de landelijke zorgstandaard Trauma en stress gerelateerde stoornissen, waarin samen met (ex)patiënten gezocht wordt naar de beste wijze van zorg.Het doel zal steeds zijn om kennis rond psychotrauma te bundelen en te delen om van daaruit, onder-steund door wetenschappelijk on-derzoek, te komen tot vernieuwing in de zorg. Dit moet steeds weer lei-den tot verbetering van het welzijn van individuen én hun directe naas-ten, die getroffen zijn door trauma-tische gebeurtenissen.
netwerk psychotrauma nederland opgericht voor betere zorg
54 c o g i s c o p e 0 4 1 5 B e R i c H T e N U i T H e T V e L D
U i T H e T V e L DB e R i c H T e N
De Arq Academy werkt sinds 2011 voor bij en nascholing van zorgprofessionals samen met RiNo NH. samen bieden wij onder meer de opleiding tot gecertificeerd psychotraumatherapeut (NtVp) aan. Vanaf 2015 werkt de Arq Academy ook samen met psyZo! uit groningen. Hieronder treft u het vaste aanbod opleidingen aan dat via de RiNo NH, psyZo! of de Arq Academy wordt aangeboden. informatie en aanmelding via de websites van de RiNo (www.rino.nl) en psyZo! (www.psyzo.nl) en via [email protected]. Voor in company trainingen kunt u zich wenden tot [email protected].
Narratieve Exposure Therapie (NET) (4 daagse opleiding) Behandeling van complexe PTSSModule 4 van de opleiding tot psychotraumatherapeut - Februari – september 2016 (Groningen bij Psy-Zo!)- Maart – september 2016 (Diemen bij Arq Academy- September 2016 – mei 2017 (Amsterdam bij RINO NH)
Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS (BEPP) (4 daagse opleiding)Een integratieve behandelvorm voor traumaproblematiekModule 4 van de opleiding tot psychotraumatherapeut- Maart 2016 – oktober 2016 (Groningen bij Psy-Zo!)- April 2016 – oktober 2016 (Amsterdam bij RINO NH)- September 2016 – maart 2017 (Diemen bij Arq Academy)
Het Instituut voor Psychotrauma (IVP) en de Arq Academy gaan vanaf 2016 intensief samenwerken. De doelgroep bestaat onder andere uit gemeenten, overheidsbedrijven, ziekenhuizen, docenten/scholen, vrij willigers organisaties, huisartsen en POH.
U kunt lezingen, workshops en trai-ningen aanvragen over de volgende onderwerpen. Ze worden altijd op maat voor u gemaakt:- Een vluchtelingen kind in de klas
(voor docenten)
- Een ziek kind van getraumati-seerde ouders (voor teams in zieken huizen)
- Omgaan met getraumatiseerde ouders (voor docenten)
- Een vluchtelingengezin in de wijk (voor gemeenteambtenaren)
- Een trauma in mijn team (voor diverse soorten organisaties)
Voor informatie kunt u terecht bij Barbara lieuwen via [email protected] of Willeke Kuijpers via [email protected]
samenwerking iVp en Arq Academy
summer school complex trauma en
complexe pTssIn 2016 organiseert de Arq Academy in samenwerking met de Universiteit van Utrecht in de peri-ode van 18 – 22 juli in Utrecht een Summer School over complex trau-ma en complexe PTSS: diagnose en behandeling. Deze internationale Summer School biedt zowel begin-nend als ervaren behandelaren en onderzoekers de kans zich in een week bij te scholen op het gebied van de diagnose en behandeling van complex trauma en complexe PTSS.
De voertaal is Engels. Docenten zijn o.a. prof. dr. Andreas Maercker, prof. dr. Berthold Gersons, prof. dr. Paul Boelen, prof. dr. Rolf Kleber, dr. Jackie June ter Heide, dr. Simone de la Rie en dr. Mariel Meewisse.
Voor meer informatie www.utrechtsummerschool.nlof [email protected]
scholingsaanbod Arq Academy ism RiNo NH rn psyZo!
s c H o L i N g s A A N B o D A R q A c A D e M y c o g i s c o p e 0 4 1 5 55
U i T H e T V e L D
EMDR – basis (4 daagse opleiding)Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma- Februari – april 2016 (Amsterdam bij RINO NH)- September – november 2016 (Amsterdam bij RINO NH)
EMDR – vervolgcursus (4 daagse opleiding)Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaModule 3 van de opleiding tot psychotraumatherapeut - September – november 2016 (Amsterdam bij RINO NH)
Behandeling van getraumatiseerde gezinnen (2 daagse opleiding)Een trauma heb je nooit alleen!Module 6 van de opleiding tot psychotraumatherapeut- 3 en 10 juni (Amsterdam bij RINO NH)- 16 en 23 september (Groningen bij Psy-Zo!)
Trauma en Cultuur (2 daagse opleiding)Het belang van de culturele aspecten bij diagnostiek en behandeling Module 6 van de opleiding tot psychotraumatherapeut- 8 en 22 april (Amsterdam bij RINO NH)
Psychotrauma en Ouderen (2 daagse opleiding)Ouder worden met een traumaModule 6 van de opleiding tot psychotraumatherapeut- 3 en 4 november (Groningen bij Psy-Zo!)- 18 en 25 november (Amsterdam bij RINO NH)
Traumatische rouw (1 daagse opleiding)Overleven van een traumaModule 6 van de opleiding tot psychotraumatherapeut - 22 april (Amsterdam bij RINO NH)- 30 september (Groningen bij Psy-Zo!)- 14 oktober (Amsterdam bij RINO NH)
Basisopleiding Psychotrauma voor BIG (i.o.) (5 daagse opleiding)Inleiding psychotrauma – diagnostiek en indicatiestelling – CAPS 5 training – stabilisatie Modules 1, 2 en 5 van de opleiding tot psychotraumatherapeut - Maart – april 2016 (Diemen bij Arq Academy)- September – oktober 2016 (Amsterdam bij RINO NH) Basisopleiding Psychotraumavoor HBO en basispsychologen (6 daagse opleiding)Kenmerken, diagnostiek en behandeling- Oktober – december 2016 (Amsterdam bij RINO NH) Herkennen van PTSS bij patiënten met niet-westerse achtergrond(1 daagse opleiding) Cultuur en trauma in de POH –GGZ praktijk- 17 juni 2016 (Amsterdam bij RINO NH)- 11 november 2016 (Amsterdam bij RINO NH)
scholingsaanbod Arq Academy ism RiNo NH rn psyZo!
Linking postdisaster mental health to the erosion of social fabricTim Wind, proefschrift 2013€ 24,90 ISBN 9789089531957
Mental health in waraffected populationsPim Scholte, proefschrift 2013€ 19,90 ISBN 9789461057631
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minoritiesAnnelieke N. Drogendijk, proefschrift 2012€ 19,90 ISBN 9789461056382
Psychotrauma wel beschouwd. Liber amicorum voor prof. dr. Rolf KleberPeter van der Velden, Trudy Mooren en Jeroen Knipscheer (red.), 2015€ 20,50, ISBN 978905875467
An eye for complexity. EMDR versus stabilisation in traumatised refugeesJackie June ter Heide, proefschrift 2015€ 20,50, ISBN 9789089539175
Levensverhalen en psychotrauma. Narratieve exposure therapie in theorie en praktijkRuud Jongedijk, 2014€ 37,50 ISBN 9789461056375
A new generation: how refugee trauma affects parenting and child developmentElisa van Ee, proefschrift 2013 € 24,90 ISBN 9789089532671
ARq-BoeKeNReeKs
Voor PTSS-patiënten zijn er succesvolle traumagerichte therapieën zoals CGT of EMDR. Deze behandelingen zijn niet altijd toereikend en kunnen ook te belastend zijn voor patiënten die in het verleden meerdere en complexe traumatiserende gebeurtenissen hebben meegemaakt.
Speciaal voor deze PTSS-patiënten is Narratieve Exposure Therapie (NET) ontwikkeld. Het doel van NET is de patiënt het overzicht over zijn gehele leven te geven en om de trauma-tiserende gebeurtenissen te integreren in het levens verhaal. Dit gebeurt op basis van drie pijlers: de chronologische levenslijn, de narratieve exposure en het getuigenisverslag. NET is inmiddels een bewezen effectieve behandelvorm.
Dit eerste Nederlandse handboek over NET bevat een prak tische handleiding over de behandelmethodiek, met veel voorbeelden en casuïstiek. Diverse gerenommeerde auteurs belichten NET vanuit hun eigen invalshoek: levens verhalen van de vrouwen van Srebrenica, zwijgen als coping bij seksueel trauma, biografi e en hechting bij vroeg getrauma-tiseerde kinderen, getuigenistherapie, NET in Uganda, NET bij ouderen, KIDNET, NET en dissociatie en NET in een groeps setting.
Dit inspirerende boek is een aanrader voor traumathera peuten en voor hen die geïnteresseerd zijn in levensverhalen bij getraumatiseerde mensen.
Ruud Jongedijk is psychiater en directeur Zorg & Innovatie bij Stichting Centrum ’45 en Arq Psychotrauma Expert Groep. Hij heeft NET als behandelmethode in Nederland geïntrodu-ceerd en heeft NET-trainingen en supervisietrajecten opgezet.
www.boompsychologie.nl
Ruud Jongedijk
Levensverhalen en psychotrauma
Ruud Jongedijk
Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk
Levensverhalen en psychotrauma
Ruud Jongedijk
Levensverhalen en psychotrauma
Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk
>
ISBN 978-9-4610563-7-5
9 789461 056375
S.064.008 Arq_cover_RuudJongedijk_11.indd 1 25-02-14 14:10
Long term psycho-social consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
Anna Neeltje Drogendijk
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
Experiencing a disaster can profoundly affect one’s psycho-logical well-being. The impact can last even longer when there are ongoing adversities, such as severe physical health issues, property damage, forced relocation or fi nancial loss.
In recent years, an increasing number of studies have been published indicating several psychosocial consequences of disasters. Only some of these studies specifi cally address the effects on non-Western populations. This thesis complements the growing body of literature on ethnic minorities. It describes the psychosocial consequences for ethnic minorities affected by the Enschede Fireworks Disaster in The Netherlands in 2000.
The central question of this thesis is: what is the impact of a disaster on ethnic minorities? Is the mental health impact of a disaster greater for affected ethnic minorities than for affected Dutch natives? What is the relationship between acculturation into the Dutch community and the social support systems that address mental health problems after a disaster? And concerning after-care, do General Practitioners recognise mental health problems that arise from the disaster?
To answer these questions, we examined comparative data from the Enschede Fireworks Disaster Study, looking at affected ethnic minorities, affected Dutch natives and non-affected ethnic minority and Dutch natives. Furthermore, we conducted in-depth interviews with Dutch Turkish people affected by the fi reworks disaster. Finally, we used a GP-monitor, a record of all problems, diagnoses and interventions used to address the impact of the disaster.
The overall conclusion is that the impact of a disaster tends to be greater for affected ethnic minorities than for affected Dutch natives. The reason for this discrepancy can be found in the fact that ethnic minority populations tend to live in a more vulnerable situation before a disaster, and that probably increases the negative psychosocial impact after the disaster.
The author of this thesis is Anna Neeltje (Annelieke) Drogendijk. She is the director of the Impact Knowledge and advice centre for psychosocial care concerning critical incidents. She worked for 11 years as a researcher with the Institute for Psychotrauma.
Anna Neeltje Drogendijk
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic m
inoritiesA
nna Neeltje D
rogendijk
S.064.003 Arq_covers_ANDrogendijk_wt.indd 2 19-10-12 13:16
Trauma, lichaamsbeleving en seksualiteit. Een geïntegreerd behandel programma met bewegings, lichaamsgerichte en verbale componentenMia Scheffers en Ria Helleman, 2013e-book € 10,50 ISBN 789461052643
Verbinden na traumaMiranda Ollf, Oratie 2012e-book € 9,95 ISBN 9789461273833
Deconstructing delayed posttraumatic stressGeert Smid, proefschrift 2011€ 15,90 ISBN 9789461057884
Trauma en beschaving. Een historischsociologisch onderzoek naar de opkomst en verbreiding van de zorg voor slachtoffers van schokkende gebeurtenissenFrank Hermans, 2010€ 36,90 ISBN 9789461053336
Verbinden na trauma
Miranda Olff
Verbinden na trauma
Een ongeval, overval, brand of uit de hand gelopen caféruzie; het kan iedereen overkomen. Bij zo’n tien procent van de slachtoffers leidt een dergelijke gebeurtenis tot een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Traumatische ervaringen doen iets met de werking van het angstsysteem en met ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. In haar oratie zet Miranda Olff uiteen hoe het angstsysteem bij PTSS ontregeld raakt. Ook schetst ze het belang van regulatie hiervan door het oxytocinesysteem. Dit systeem, waarbij de sociale context een grote rol speelt, stimuleert gevoelens van veiligheid en verbondenheid: aspecten die juist bij PTSS zo verstoord zijn.
Miranda Olff is bijzonder hoogleraar Neurobiological mechanisms of prevention and treatment in trauma and PTSD aan de Universiteit van Amsterdam vanwege Stichting Arq Psychotrauma Onderzoek. Daarnaast is zij editor-in-chief van de European Journal of Psychotraumatology (EJPT).
www.arq.orgwww.uitgeverijboom.nl
Miranda Olff
Arq psychotrauma expert groep en Uitgeverij Boom geven samen een reeks wetenschappelijke boeken en ebooks uit op het gebied van psychotrauma. De boeken zijn te bestellen via de website van Uitgeverij Boom (www.boompsychologie.nl) en zijn ook te leen in de bibliotheek van cogis.
- advertentie -
56 c o g i s c o p e 0 4 1 5 A R q - B o e K e N R e e K s
An eye for com
plexity: EM
DR
versus stabilisation in traumatised refugees
Jackie June ter Heide
EMDR versus stabilisation in traumatised refugees
An eye for complexity:
Jackie June ter Heide
>
>
Psychotraum
a wel beschouw
d. Liber amicorum
voor prof. dr. Rolf J. K
leberprof. dr. P
eter van der Velden, dr. Trudy Mooren en dr. Jeroen K
nipscheer (red.)
Liber amicorum voor prof. dr. Rolf J. Kleber
Psychotrauma wel beschouwd
prof. dr. Peter van der Velden, dr. Trudy Mooren en dr. Jeroen Knipscheer (redactie)
Deconstructing Delayed Posttraumatic Stress Disorder
Geert E. Smid
Deconstructing D
elayed Posttraum
atic Stress D
isorderG
eert E. S
mid
9 789461 057884 >
ISBN 9789461057884
A new generation:Elisa van Ee
How refugee trauma aff ects parenting and child development
A new generation:How refugee trauma aff ects parenting and child development
Trauma and loss have a signifi cant impact on asylum seeker and refugee families as a whole that extends beyond individual mental health. To provide a warm, continuous, and intimate relationship to the child is quite a challenge when a parent suffers from PTSD symptoms. In families, the relational aspects of adjustment after war and violence may be most salient in young children because of their relatively greater dependence on caregivers. Nevertheless, despite the recognition of the reciprocal relationship between the mental health of asylum seeker and refugee parents and their children, most research has so far focused on individual responses. The mechanisms through which children without a trauma-history can be affected by the traumatization of their parents remain understudied.
A new generation uncovers the effect of parental trauma-tization on parenting and child development by a unique combination of parental report and close observations of parent-child interaction and attachment of asylum seeker and refugee mothers, fathers and their young children (born in the Netherlands). The results lead to the conclusion that symptoms of posttraumatic stress can affect parenting behavior and child development. By combining a trauma and attachment perspective a new generation is able to add new insights to the existing evidence.
A separate section is devoted to children born of wartime rape. These children are particularly vulnerable and their case is complex as their needs intertwine with the needs of their mothers or their cultural community. A new generation offers innovative insights into a comprehensive perspective that considers the needs and rights of both children and mothers.
About the authorElisa van Ee is a clinical psychologist and psychotherapist affi liated with Foundation Centrum ’45, the Dutch national institute for specialist diagnostics and treatment of psychotrauma resulting from persecution, war and violence.
Elisa van Ee
www.arq.org
A new generation: H
ow refugee traum
a aff ects parenting and child development
Elisa van Ee
ISBN 978-9-0895326-7-1
9 789089 532671 >
Boom_Arq_ElisaVanEe_covers_def.indd 1 25-09-13 14:31
NtVP-Katern c o g i s c o p e 0 4 1 5 57
Sterker door verbinding. Hoe gaat deze missie ons af? De balans maken we op in de komende algemene ledenverga-dering op 21 januari 2016. Hier vast een voorproefje. Als nieuw bestuur zijn we nu een jaar verder. De NtVP groeit. Het aantal leden en de aanmeldingen voor de regi-stratie tot Psychotraumatherapeut NtVP nemen toe. Onze inzet wordt dus gewaardeerd! We zijn beter zichtbaar door social media en op de web-site is steeds meer inhoudelijke informatie te vinden. Het nieuws wordt opgepikt. Dat blijkt uit persoonlijke feedback van leden, de likes en commentaren op linkedIn en Twitter. Ook betaalt de inzet van ons nieuwe secretariaat uit, zowel in service als in kosten. Het plan voor een nieuwe website met meer functionaliteit ligt klaar om gebouwd te worden. De organisatie van het bestuur werkt. De bestuursleden zijn niet enkel een denktank, zij coördineren ook de porte-feuilles communicatie, certificering, en kennisontwikkeling en kennisverspreiding. Commissieleden zetten zich op hun beurt in voor de deeltaken binnen een portefeuille. Als voorbeeld, de portefeuille communicatie is opgedeeld in deeltaken social media, Cogiscope, nieuwsbrief en website. Op deze manier blijven taken overzichtelijk. Dat is nodig voor onze geweldige groep aan betrokken leden. Zij zetten zich vrijwillig voor onze vereniging in, ongeacht hun toch al drukbezette agenda’s. Tijdens de algemene ledenvergadering presenteren we de plannen voor komend jaar. De voorbereidingen van een ‘controversieel’ congres zijn ook in volle gang. Ik hoop u daar en bij de ledenvergadering te ontmoeten! Samen ma-ken we een sterke vereniging.
Mariel Meewisse
Van de voorzitterVooruitblik op 2016
Rafaële Huntjens
Nieuws vanuit de portefeuille kennisontwikkeling en kennisverspreiding
Binnen het bestuur van de NtVP heeft de portefeuille kennisontwikkeling en kennis-verspreiding als doelstelling het bijhouden, ontwikkelen en actief aanbieden van rele-vante inhoudelijke kennis over het kennis-gebied psychotrauma bij professionals aan de leden.Voor 2016 zijn er mooie plannen op het gebied van kennisontwikkeling en kennis-verspreiding. Ten eerste zal op donderdag 26 mei 2016 het jaarlijkse NtVP congres plaatsvinden in congrescentrum De Werelt in lunteren. Het thema van het congres is ‘Controversen in de zorg na psychotrau-ma’. Onder leiding van prof. Paul Boelen zal de congrescommissie, waarin alle be-oogde doelgroepen vertegenwoordigd zijn, een mooi programma samenstellen. Daarnaast zullen we in 2016 diverse lezin-gen organiseren waaronder als kickoff twee lezingen gekoppeld aan de Algemene le-den Vergadering op 21 januari 2016, gepre-senteerd door Jannetta Bos (Centrum ’45, Equator) over het thema walging en door
Anja lok (AMC Psychiatrie) over het thema obsessief compulsieve stoornis en trauma-tische ervaringen. Ook zijn er in 2015 een aantal nieuwe Special Interest Groups (SIGs) van start gegaan welke bijeenkomsten zullen hebben in 2016. De SIG ‘Young Minds’ is een netwerk voor PhD studenten op het gebied van psy-chotrauma (contactpersoon voor geïnte-resseerde deelnemers is Marieke van Meg-gelen, [email protected]). De SIG ‘Opvang en Vroege Interventies’ heeft als doel om kennis en ervaringen uit te wis-selen onder medewerkers die opvang ver-lenen binnen de brandweer, politie, slacht-offerhulp, ziekenhuizen, ambulance en gerelateerde organisaties (contactpersoon lucy Dijkman, [email protected]). De derde SIG richt zich op het genereren van meer kennis over de behandeling van PTSS met ernstige (comorbide) problematiek en dissociatieve stoornissen (contactpersoon Rafaële Huntjens, [email protected]). Tenslotte zullen we op onze nieuwe website
58 c o g i s c o p e 0 4 1 5 NtVP-Katern
die begin 2016 de lucht ingaat, de missie van het NtVP als kenniscentrum verder vorm geven. Zo zullen we informatie over (diagnostische) instru-menten en veel gebruikte vragenlijsten op het gebied van psychotrauma opnemen. Ook zullen we via de website en andere sociale media nog meer dan nu kennis delen over recente onder-zoeksbevindingen. Tevens zullen we aandacht gaan besteden aan lopend onderzoek en cliënten de mogelijkheid bieden om hier ook zelf aan deel te nemen. Ten slotte hopen we video tutorials beschikbaar te stellen voor behandelaars waarin onder andere nieuwe behandeltechnieken gede-monstreerd worden. Met ons aanbod hopen we alle leden een leerzaam en gevarieerd kennisjaar te bieden!
DR.RAFAëlE HUNTJENS is universitair do-cent Experimentele Psychopathologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van het be-stuur van de NtVP.
Congresverslag
Joanne Mouthaan
Back to Basics in New orleans: hoogte punten van de 31e isTss Meeting
Met een sterk wetenschappelijk programma on-der Nederlandse leiding van ISTSS president, en voormalig NtVP-voorzitter, Miranda Olff (Aca-demisch Medisch Centrum, Arq Psychotrauma Expert Groep) en scientific chair Bernet Elzinga (Universiteit leiden) deed de 31e ISTSS bijeen-komst haar congresthema Back to Basics eer aan. Tegen de bruisende achtergrond van New Orleans werden trauma en PTSS onder de loep genomen, variërend van neurobiologische systemen en de psychologische structuur tot geavanceerde me-thodologische technieken, zoals neuroimaging, machine learning en Bayesiaanse statistiek.John Krystal (Yale School of Medicine) gaf de neu-robiologische track een sterke start met een over-zicht van de huidige crisis op het gebied van far-macotherapie voor PTSS. Op dit moment kan er gekozen worden uit slechts twee typen SSRI’s voor PTSS-behandeling, zijn er in het afgelopen decen-nium geen nieuwe psychofarmaca bijgekomen en investeert de farmaceutische industrie minimaal in nieuw onderzoek. Tegelijkertijd krijgen cliënten diverse combinaties medicatie voorgeschreven die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Een systeembenadering van het brein kan nieuwe in-
zichten opleveren en leiden tot een rationale ach-ter de ontwikkeling van PTSS-psychofarmaca. Een andere rode draad vormde onderzoek naar de latente structuur, klassen en predictoren voor de huidige PTSS-diagnose in DSM-5. Onder meer dit jaar’s Young Professional Award winnares Cherie Armour (University of Ulster, Northern Ireland, UK) toonde aan dat PTSS-symptomen in verschillende populaties beter verklaard worden door een model met zeven in plaats van vier factoren, waar-bij naast de huidige clusters intrusies, vermijding en negatieve veranderingen in stemming en cog-nitie, ook anhedonie, externaliserend gedrag, dys forische arousal en angstige arousal worden onderscheiden. Met name de typering van de affectieve PTSS-symptomen in de DSM-5 heeft consequenties voor onze huidige kennis over de incidentie van PTSS en comorbide depressie na trauma. In het volle congresschema was evenwel ruimte om stil te staan bij de vergaande gevolgen van trauma op individueel en maatschappelijk niveau. ‘A sense of place’, het gevoel ergens thuis te ho-ren, was de kernboodschap van de openingsle-zing over de kinderen getroffen door orkaan Ka-
NtVP-Katern c o g i s c o p e 0 4 1 5 59
trina tien jaar later. De persoonlijke ervaringen van deskundigen en overlevenden maakten het leed dat de inwoners van de stad nog dagelijks ervaren, maar ook hun veerkracht, tastbaar. In een speciaal toegevoegde sessie over de actu-ele vluchtelingensituatie belichtte Stuart Turner (Trauma Clinic, londen) hoe huidig politiek mi-gratiebeleid, wat een groot beroep doet op be-wijslevering van traumatische gebeurtenissen en daardoor op het ophalen van traumatische herinneringen, in feite bijdraagt aan de dupering en ook buitensluiting van de zwaarst getraumati-seerde groepen. In een videowelkomstboodschap benadrukte first lady Michele Obama de impact van de ISTSS als vakvereniging en voorvechter van de belangen van traumagetroffenen, zoals veteranen en hun partners en het tegengaan van stigma’s van hulpzoeken. Het afsluitende super-visiepanel gaf een passend beeld van de crosscul-turele klinische relevantie van alle basic science waarin de belangrijkste take home message was om de wetenschappelijke evidentie te gebruiken als kapstok om cultureel sensitieve behandeling te bieden. Door deze gevarieerde en hoog kwa-litatieve programmering bewees de ISTSS met deze bijeenkomst nogmaals haar toonaangeven-de positie in het psychotraumaveld. Het gehele programma en eventuele geluidsopnamen van de symposia zijn te vinden op www.ISTSS.org.
Meeting poster ISTSS 2015
DR. JOANNE MOUTHAAN is werkzaam als docent klinische psychologie aan de Universiteit leiden en is eindredacteur van het NtVP-katern Cogiscope
60 c o g i s c o p e 0 4 1 5 NtVP-Katern
sUpeRVisieVRAAg eN -ANTWooRDRUBRieK
In deze editie van de rubriek stelt drs. Martine Daniëls, GZ-psycholoog i.o. tot Klinisch Psycholoog GGZ Noord-Holland Noord, een vraag over geheugenproblemen en traumabehandeling.
Vraag In hoeverre zijn geheugenproblemen t.g.v. een Elektro Convulsieve Therapie (ECT) een contraindicatie voor traumabehandeling? Het betreft een cliënte waarbij middels de ECT de depressieve klachten zijn verminderd, de ECT wordt langzaam afgebouwd, maar de PTSS moet nog behandeld worden.
Antwoord van de expertEen interessante vraag met meerdere aspecten waar we hier, vanuit het oogpunt van één van de evidence based behandelingen voor psychotrauma (Eye Movement Desensitization and Reprocessing, EMDR), nader op in willen gaan. De patiënten waar de vraag betrekking op heeft, en die in aan-merking komen voor ECT, hebben een ernstige depressie die onvoldoende reageerde op de eer-dere behandelingen zoals beschreven in de Mul-tidisciplinaire Richtlijn (2013) voor depressie (zie www.ggzrichtlijnen.nl). Ernstige depressie gaat vaak gepaard met diverse cognitieve klachten waaronder ook geheugen-problemen. Bij zeer ernstige psychotische de-pressie kan er zelfs een amnesie voor de ernstige ziekteperiode zijn. Tot 70% van de patiënten die ECT hebben ondergaan, geven aan last te heb-ben gehad van hun geheugen, echter bij neuro-psychologisch onderzoek worden lagere percen-tages gevonden. Met het verbeteren van de de-pressie door ECT verbeteren in het algemeen ook de cognitieve functies gemeten met bijvoorbeeld de Mini Mental State Examination (MMSE). De specifieke geheugenklachten veroorzaakt door (tijdens) ECT bestaan uit anterograde en retro-grade amnesie. Na het beëindigen van de ECT-
oproep voor de rubriek Supervisievraag en -antwoordHebt u casuïstiekvragen over diagnostiek, indicatiestelling of behandeling, stuur die dan naar [email protected]. Diverse experts in de psycho traumazorg beantwoorden uw vraag binnen deze rubriek in een volgende uitgave van Cogiscope of op www.NtVP.nl
kuur verbetert de anterograde amnesie, meestal binnen twee maanden. Ook retrograde amnesie-klachten verbeteren na het stoppen van de ECT-kuur, maar dit kan langer, een half jaar tot een jaar, duren en soms nog langer. Helaas blijkt in de klinische praktijk dat de trauma gerelateerde herinneringen door ECT niet worden uitgewist. De trauma gerelateerde herinneringen zijn nog beschikbaar en indien er sprake is van PTSS ook nog geactiveerd. Om te beoordelen of de geheugenklachten de EMDR behandeling zouden kunnen verstoren, gaan we kort in op de meest actuele verklaring voor de werking van EMDR; de werkgeheugentheorie. Het uitgangs-punt van deze theorie is dat het menselijk korte termijn- of werkgeheugen verschillende taken tegelijkertijd kan uitvoeren. Het werkgeheugen heeft echter een beperkte aandachtscapaciteit met als gevolg dat door het uitvoeren van de ene taak de prestaties op een andere taak – zoals het in gedachten ophalen en vasthouden van geheu-genbeelden – onder druk komen te staan en wor-den onderbroken. Ook wordt de aandacht die ge-richt is op het beoordelen van een herinnerings-beeld afgeleid door de oogbewegingen en wordt er tegelijkertijd een soort van afstand gecreëerd tot het herinneringsbeeld door de instructies die tijdens EMDR worden gegeven. Hierdoor vindt er ‘verval’ (desensitisatie) van de herinneringsbeel-den plaats en neemt de helderheid en de emoti-onele lading van de herinnering steeds meer af als deze naar het lange termijn geheugen wordt
NtVP-Katern c o g i s c o p e 0 4 1 5 61
weggeschreven. Kortom, de werkgeheugentheo-rie voorspelt dat concentratie op een afleidende stimulus tot een vermindering van helderheid en emotionaliteit van een geheugenrepresentatie leidt (Engelhard, Van den Hout, Janssen & Van der Beek, 2010; Günter & Bodner, 2008; Maxfield, 2008). Voorwaarde voor EMDR behandeling is dat de herinneringsbeelden kunnen worden opgeroepen en dat de patiënt in staat is om de aandachtstaak uit te voeren. Het beeld dat overblijft nadat de aandacht is gericht op de taak, wordt opnieuw opgeslagen maar nu als minder beladen dan voorheen. Anterograde amnesie zou het opslaan van het door EMDR gewijzigde herinneringsbeeld kunnen bemoeilijken. Het verdient dan ook aan-beveling om bij patiënten na ECT na te gaan of er sprake is van anterograde amnesie en als dat het geval is de EMDR behandeling uit te stellen tot het moment waarop nieuwe ervaringen weer goed kunnen worden opgeslagen en gereprodu-ceerd. Meestal blijkt dat na twee maanden het geval. Retrograde amnesie zou, theoretisch, er toe kunnen leiden dat de patiënt zich de trauma-tische gebeurtenis niet meer herinnert en dus niet op kan halen.
De geheugenklachten vormen volgens ons dan ook geen reden om af te zien van een EMDR behandeling van de PTSS, tenzij het een patiënt betreft die duidelijke en klinisch relevante inpren-tingsstoornissen na ECT heeft. In dat geval zou
één tot twee maanden gewacht kunnen worden met EMDR tot de geheugenklachten verminderd zijn. Overigens wordt er momenteel op verschil-lende plaatsen vergelijkend onderzoek gedaan naar de effectiviteit van EMDR bij depressie als primaire stoornis (Wood & Ricketts, 2013).
Experts DR. YANDA VAN ROOD, klinisch psycholoog en psychotherapeut, en DR. IRENE VAN VlIET, psychiater, zijn beiden werkzaam bij de afdeling psychiatrie van het leids Universitair Medisch Centrum.
ReferentiesEngelhard I.M., M.A. van den Hout, W.C. Janssen &
J. van der Beek (2010), ‘Eye movements reduce
vividness and emotionality of ‘‘flashforwards’’’,
in: Behavior Research and Therapy, 48, 442–447.
Gunter, R. W. & G.E. Bodner (2008), ‘How eye
movements affect unpleasant memories:
Support for a working memory account’, in:
Behavior Research and Therapy, 46, 913-931.
Maxfield, l. (2008), ‘Considering mechanisms of ac-
tion in EMDR’, in: Journal of EMDR Practice and
Research, 2, 234-238.
Wood, E. & T. Ricketts (2013), ‘Is EMDR an
Evidenced-Based Treatment for Depression? A
Review of the literature’, in: Journal of EMDR
Practice and Research, 7 (4), 225-235.
De Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrau-ma (NtVP) is een onafhankelijke vereniging, die streeft naar continue kwaliteitsverbetering op het gebied van psychotraumatologie voor diegenen die zich professioneel of binnen een professio-nele organisatie met psychotrauma bezighouden.Dit doet de NtVP door zich in te zetten voor:n het ontwikkelen en verbeteren van kennis, op-
leiding, wetenschappelijk onderzoek en stan-daarden ten aanzien van de preventie, het ont-staan, diagnostiek en de behandeling van aan psycho trauma gerelateerde klachten;
n het bieden van een multidisciplinair netwerk met psychotrauma expertise, waarin kennis wordt gedeeld en leden discussie voeren ter be-vordering van hun professionele ontwikkeling;
n het behartigen van de belangen van het vakge-bied van psychotraumatologie.
De NtVP maakt deel uit van de Europese vereni-ging voor Psycho trauma (ESTSS). De ESTSS heeft verbindingen met een groot aantal nationale ver-enigingen, waardoor een Europees breed netwerk van Psychotrauma verenigingen ontstaat.
www.ntvp.nl
over de NtVp
Dit katern binnen de Cogiscope wordt verzorgd door
de werkgroep Communicatie van de Nederlandstalige
Vereniging voor Psychotrauma.
Redactie: Joanne Mouthaan en Ellen Klaassens
Contact: [email protected]
© NtVP 2015
B o e K e N
Acarturk, Ceren; Emre Konuk,
Mustafa Cetinkaya, Ibrahim
Senay, Marit Sijbrandij, Pim
Cuijpers, Tamer Aker, ‘EMDR for
Syrian refugees with posttraumatic
stress disorder symptoms: Results
of a pilot randomized control-
led trial’, in: European Journal of
Psychotraumatology. Vol.6 May
2015. doi: 10.3402/ejpt.v6.27414
(Open access)
De meest voorkomende psychische
problemen onder vluchtelingen
zijn depressie en PTSS. EMDR is
een effectieve behandeling voor
PTSS. In deze RCT wordt het effect
onderzocht van EMDR bij Syrische
vluchtelingen in een vluchtelingen-
kamp op de vermindereing van de
symptomen van PTSS en depres-
sie. Dit wordt vergeleken met de
conditie van een groep Syrische
vluchtelingen die op een wachtlijst
staan.
Alexander, Pamela C. (Ed.),
Intergenerational Cycles of Trauma
and Violence: An Attachment and
Family Systems Perspective, NY:
W.W. Norton & Company, 2015.
ISBN 9780393707182, 370 pagina’s.
De auteur richt zich in dit boek op
de veelzijdige hechtingsrelatie tus-
sen ouder en kind en plaatst deze
in een breder familie-systeem, en
integreert klinische ervaring met
neurobiologische en epigenetische
effecten van trauma op de lange
termijn. Praktijkvoorbeelden wor-
den met literatuurverwijzingen on-
dersteund. Oorzaken van trauma
die buiten de familiecontext liggen,
met inbegrip van (het blootstaan
aan) gevechtshandelingen, terro-
risme, pleegzorg en detentie van
ouders worden besproken. Tot slot
analyseert Alexander de verschil-
lende bronnen van veerkracht - de
neurobiologische, het individu, de
relationele en de sociale - om de
professional in staat te stellen ef-
fectieve interventies te formuleren
om de cirkel van trauma en geweld
te doorbreken.
Croitoru, Tal, De EMDR-revolutie.
Verander je leven herinnering na
herinnering. Een gids voor cliënten.
Feniks uitgeverij 2015.
ISBN 9789082332209, 177 pagina's.
EMDR kan mensen helpen bij
het verwerken van traumatische
gebeurtenissen in hun leven. De
auteur, tevens psychotherapeute,
beschrijft de werkwijze van EMDR
en de effecten van deze vorm
van psychotherapie. Theorie en
praktijkervaringen wisselen elkaar
af. Deze pocketuitgave is vooral
bedoeld voor belangstellenden en
patiënten die EMDR overwegen.
Delfos, Martine, Trauma vanuit een
ontwikkelingsperspectief, SWP, 2015.
ISBN 9789088505607, 144
paina’s; (Vertaling door Laura
Dekkers (Msc) van de Engelse
versie: Developmental Perspective on
Trauma, verschenen in 2014)
Het effect van trauma hangt van
vele factoren af, zowel biologische
als psychologische factoren. De
factor waar volgens de auteur geen
aandacht aan besteed wordt, is de
impact van het ontwikkelingsstadi-
um van het kind op de verwerking
van traumatische ervaringen. Dit
betreft de manier waarop trauma
de uitvoering van ontwikkelingsta-
ken beïnvloedt; een perspectief van
vorming. In dit boek presenteert
Martine Delfos een nieuw model
over trauma. In het model worden
de kenmerken van ontwikkeling
met de daarbij behorende ontwik-
kelingstaken van de hersenen toe-
gepast op traumatische ervaringen.
Het gaat daarbij mede om de toene-
mende connectiviteit (verbindings-
62 c o g i s c o p e 0 4 1 5 B o e K e N
Voor meer boeken, artikelen en dvd’s bezoek onze bibliotheek www.cogis.nl/bibliotheek
B o e K e N c o g i s c o p e 0 4 1 5 63
capaciteit) van de hersenen. Het
model verklaart de verschillen in
reactie op trauma bij verschillende
leeftijden. Het model is toegepast
op verschillende traumatische erva-
ringen zoals seksueel misbruik en
oorlogstrauma.
Essink-Bot, M.L, C.O. Agyemang,
K. Stronks, A. Krasnik, ‘Migrant
and Ethnic Minority Health. Ethnic
inequalities in health, ethnicity
and asoociated terminology’, in: S.
Boccia, P. Villari, W. Ricciardi
(Eds.), A systematic review of key
issues in public health (p. 189-203).
Springer,2015.
ISBN 978-3-319-13619-6.
Europese populaties zijn op etnisch
gebied steeds diverser geworden
door de toenemende migratiestro-
men. Het bestaan van gezond-
heidsverschillen tussen de verschil-
lende etnische groepen in Europa
wordt ondersteund door weten-
schappelijk ondezoek. Als eerste
worden in dit hoofdstuk de con-
cepten van migratie en etniciteit
bepaald, daarna wordt aan de hand
van een conceptueel model de
link en de oorzakelijke verbanden
gelegd tussen migratie en etnici-
teit. Als tweede wordt onderzocht
wat de bijdrage van de gezond-
heidszorg kan zijn om de etnische
ongelijkheid in gezondheid te mi-
nimaliseren. Dit wordt gedaan aan
de hand van 'diversity-responsive
care' als essentieel onderdeel van
kwalitatieve zorg op elk niveau bin-
nen de gezondheidszorg.
Freriks, Kester, Echo’s van Indië.
De onafhankelijkheid van Indonesië
in verhalen en herinneringen.
Athenaeum, 2015.
ISBN 9789025307264, 368 pa-
gina's.
Dit jaar is het zeventig jaar geleden
dat Indonesië zich losmaakte van
Nederland. De Proklamasi heeft
het leven van vele tienduizenden
mensen voorgoed veranderd.
Kester Freriks ging op zoek naar
de verhalen van betrokkenen
en ooggetuigen. Hij tekende de
verhalen en herinneringen op
van Nederlandse kolonialen en
Indische Nederlanders, Molukse
KNIL-militairen, mensen van
Chinese afkomst en kinderen van
de derde en vierde generatie. Ook
de vrijheidsstrijders van toen, de
pemoeda’s, komen in dit boek aan
het woord.
Goosen, Elisabeth Simone
Maria, A safe and healthy future?
Epidemiological studies on the he-
alth of asylum seekers and refugees
in the Netherlands, Proefschrift
Universiteit van Amsterdam ,2014.
ISBN 9789461695253, 244 pagina's.
Asielzoekers en vluchtelingen met
een verblijfsvergunning hebben
een hoger risico op ongunstige
zwangerschapsuitkomsten, bepaal-
de chronische ziekten en psychi-
sche problemen dan andere inwo-
ners van Nederland. De verhoogde
risico’s hebben te maken met hun
achtergrond en de omstandigheden
in het gastland. In dit proefschrift
staan aanbevelingen om de gezond-
heid van asielzoekers en vluchte-
lingen te verbeteren. Daarbij wordt
gekeken naar verschillende gezond-
heidsaspecten en er worden drie
thema’s benoemd voor preventie: 1.
seksuele gezondheid, 2. psychische
gezondheid van kinderen en 3.
chronische ziekten.
Heide, Jackie June ter, An eye for
complexity: EMDR versus stabilisation
in traumatised refugees, Arq, 2015.
ISBN 9789089539175, 168 pagina’s.
Door het meemaken van oorlog
en georganiseerd geweld hebben
vluchtelingen een verhoogde kans
op het ontwikkelen van PTSS.
Doordat zij hiernaast ook lijden
onder hoge migratie-gerelateerde
stress, worden hulpzoekende vluch-
telingen wel gezien als complexe
patiënten. EMDR is een bewezen
effectieve behandeling voor volwas-
senen met PTSS. In dit proefschrift
A safe and healthy future? A safe and healthy future?Epidemiological studies on the health of asylum seekers and refugees in the Netherlands
A safe and healthy future?
Simone G
oosen Simone Goosen
64 c o g i s c o p e 0 4 1 5 BoeKeN
B o e K e N
toont Jackie June ter Heide aan dat
EMDR ook bij vluchtelingen veilig
kan worden ingezet en beperkt ef-
fectief is. Daarnaast besteedt zij aan-
dacht aan predictoren voor behan-
delresponse en de prevalentie van
complexe PTSS bij vluchtelingen.
Indische Nederlanders in Kamp
Westerbork. Het verhaal van
Kamp Schattenberg 1950-1951.
Herinneringscentrum Kamp
Westerbork 2015. 176 pagina’s
Kamp Westerbork kent een lan-
gere geschiedenis dan die van de
oorlogsperiode, toen het kamp zijn
naam als Durchgangslager voor
Joden kreeg. Nagenoeg niemand
weet dat het kamp onder de naam
‘De Schattenberg’ een opvangkamp
is geweest voor gerepatrieerden uit
het voormalig Nederlands-Indië.
Indische Nederlanders in kamp
Westerbork schetst het beeld van
deze periode, waarin Indische
Nederlanders van de eerste genera-
tie hun verhaal vertellen.
Lewis-Fernandez, Roberto, [et al.]
(Eds), Handbook on the cultural
formulation interview: DSM-5.
American Psychiatric Publishing
2015.
ISBN 9781585624928, 329 pagina's.
Het Cultural Formulation
Interview (CFI) is ontstaan tijdens
het herzieningsproces van de DSM
gedurende de periode 2007-2013.
Het doel van de CFI is om de pro-
fessional een handvat te bieden om
rekening te houden met de invloed
van cultuur in hun klinische werk,
om de communicatie tussen arts
en cliënt te verbeteren en daarmee
ook de resultaten. Dit handboek
biedt de achtergrond, context en
gedetailleerde richtlijnen die nodig
zijn om artsen te trainen in het ge-
bruik van de CFI.
Oostindie, Gert, Soldaat in
Indonesië 1945-1950. Getuigenissen
van een oorlog aan de verkeerde kant
van de geschiedenis. Prometheus,
2015.
ISBN 9789035143494, 384 pagina’s.
In het publieke debat over onze
grootste militaire operatie ooit gaat
het vooral om Nederlandse oorlogs-
misdaden. Veteranen hebben zich
in deze debatten flink geroerd. Dit
boek is gebaseerd op hun brieven,
dagboeken, gedenkboeken en me-
moires. In dit boek worden deze
soldatenverhalen ingebed in de
bredere context van de kolonisatie-
oorlog en de verwerking ervan in
Nederland.
Piersma, Hinke, Jeroen
Kemperman, Openstaande rekenin-
gen. De gemeente Amsterdam en de
gevolgen van roof en rechtsherstel,
1940-1950. Boom, 2015.
ISBN 9789089536617, 256 pagina’s.
De woningen van Joodse huis-
eigenaren werden tijdens de
Tweede Wereldoorlog in het kader
van de anti-Joodse maatregelen
onder beheer gesteld, en in veel
gevallen verkocht aan ‘arische’
Nederlanders. Als gevolg van de
toenemende economische ont-
wrichting en de massale vlucht
van ‘foute’ Nederlanders (onder
wie oorlogsbeheerders en oorlogs-
kopers) in september 1944 (Dolle
Dinsdag), waren aan het einde
van de oorlog veel rekeningen
onbetaald gebleven. De gemeente
Amsterdam koos er voor om de
financiële schade die hierdoor was
ontstaan, op de oorspronkelijke
eigenaren of hun nabestaanden
te verhalen. NIOD-onderzoekers
Hinke Piersma en Jeroen
Kemperman onderzoeken in dit
boek dit Amsterdams gemeente-
beleid en plaatsten deze kwestie
in een brede historische en maat-
schappelijke context.
An eye for com
plexity: EM
DR
versus stabilisation in traumatised refugees
Jackie June ter Heide
EMDR versus stabilisation in traumatised refugees
An eye for complexity:
Jackie June ter Heide
>
a u T e u r s i n s T r u c T i e c o g i s c o p e 0 4 1 5 65
behoefTe om Te publiceren?schrijf voor cogiscope – platform voor kennisuit-wisseling – een artikel, essay, column; of inter-view een collega of bericht over uw onderzoek.
auteursinstructieCogiscope is een kwartaalblad over sociale en psychische gevolgen van schokkende gebeurte-nissen. Het stelt zich ten doel om betrokkenen op dit terrein te informeren over ontwik kelingen op het gebied van preventie en hulpverlening. Ook wil het de huidige en sociaal-historische context belichten waarin geweld plaatsvindt en -vond.De redactie ontvangt graag wetenschappelijke, opiniërende en praktijkgerelateerde bijdragen over sociale en psychische gevolgen en achter-gronden van geweld, als ook over de opvang, zorg en nazorg van betrokkenen. De redactie beoordeelt binnengekomen teksten en geeft een beknopte reactie. Daarin zijn de eventuele redenen voor afwijzing opgenomen dan wel vragen en opmerkingen als de tekst in beginsel is geaccepteerd.
instructies voor de auteurAuteur en redactie hebben bij voorkeur contact over omvang en inrichting van het artikel vóórdat het wordt toegezonden.• Indien u noten wilt gebruiken, dan enkel eind
noten. Notenlijst als tekst aan eind van het artikel.
• Indien u geen noten wilt gebruiken, maar wel literatuur wilt vermelden, dan graag aan het slot. * Houd het aantal literatuurverwijzingen beperkt.
• Citaten in het Nederlands.
• De tekst wordt verdeeld in (nietgenummerde) paragrafen, elke paragraaf heeft een titel
(tussenkopje). Werk met korte tussenkopjes (max. 20 karakters).
• Geef het artikel een korte titel, maximaal 30 karakters. De redactie kan kiezen voor een
andere titel. aanleveren en verdere procedureWe ontvangen uw tekst in Word, bij voorkeur per e-mail: [email protected] De tekst zo plat mogelijk aanleveren, dus zo weinig mogelijk opmaakeffecten in de tekst aan-brengen. Onderstrepingen en vet worden niet overgenomen, cursiveringen zijn wel toegestaan. In de regel zult u, korte tijd na de afgesproken inlever datum, de geredigeerde bijdrage ter goedkeuring ontvangen. Indien de redactie geen inhoudelijke wijzigingen of slechts minimale wijzigingen aanbrengt, bijvoorbeeld alleen in de interpunctie, krijgt u uw tekst niet meer voorge-legd. Ook dan ontvangt u bericht van de redactie. Voor de lay-out van uw bijdrage is de redactie verant woordelijk. Cogiscope verschijnt zowel in een papieren als digitale versie. honorariumVoor toegezonden en opgenomen tekst materiaal wordt geen honorarium verstrekt. In andere geval-len wordt het honorarium in overleg vast gesteld.
copyrightHet copyright van opgenomen materiaal valt toe aan Cogiscope. Uitzonderingen op deze regel zijn mogelijk.
c o g i s c o p e 0 4 1 5 r e d a c T i o n e e l
drama
Het grootste drama is als er iets doodgaat in de mens – en hijzelf verder leeft.Rodaan Al Galidi, dichter en ‘Asielzoeker des Vaderlands’
De huidige omvangrijke stroom vluchtelingen heeft geleid tot een humani-
taire crisis die ongekend is in de recente Europese geschiedenis. De afgelo-
pen periode kwamen de vaak schokkende omstandigheden van vluchtelingen
confronterend en massaal in beeld. Hoewel wetenschappelijk onderzoek
laat zien dat slechts een minderheid van in het westen gevestigde vluchte-
lingen psychische klachten ontwikkelt, menen velen dat het niet anders kan
of deze ervaringen laten diepe sporen na. Bovendien is de grote zichtbaar-
heid van deze schrijnende situatie aanleiding tot maatschappelijke onrust:
er is veel weerstand, er lijkt soms weinig inlevingsvermogen. De (sociale)
media laten niet na dit te onderstrepen, meningen buitelen over elkaar heen,
rampscenario’s worden geschetst. Wat betekent de huidige instroom voor
de Nederlandse samenleving; moeten we grote aantallen getraumatiseerde
mensen verwachten; en gaat dit tot maatschappelijke problemen leiden?
Het is belangrijk de ontstane situatie in het juiste perspectief te zien.
Vluchtelingen komen uit een heel stressvolle situatie en ook in Nederland
kunnen zij nog veel stress ervaren. Op een aantal van hen heeft dit een trau-
matische impact hetgeen kan leiden tot de ontwikkeling van bepaalde klach-
ten. De meeste mensen zijn evenwel veerkrachtig en weten goed te herstel-
len. Wel is belangrijk de grenzen van die veerkracht tijdig te onderkennen.
Onzekerheid tijdens de asielprocedure kan schadelijk zijn; voortdurende
uitzichtloosheid en machteloosheid kunnen problemen veroorzaken. Het
bieden van duidelijkheid, perspectief en bezigheden is daarom cruciaal.
Daarnaast moeten kwetsbare groepen goed in beeld worden gebracht om zo
nodig tijdig door te verwijzen naar geëigende zorg.
Dit themanummer schetst de vluchtelingcrisis in een brede context, de bij-
dragen belichten de situatie vanuit juridisch, beleidsmatig, gezondheids- en
klinisch psychologisch perspectief. De auteurs (werkzaam bij onder meer
COA, GGD, GGz en universiteiten) zijn veelal jarenlang direct betrokken bij
de vluchtelingenproblematiek en reiken concrete strategieën aan hoe pro-
blemen kunnen worden voorkomen dan wel gereduceerd. Want er is al veel
bekend, alleen dringt die kennis en kunde slechts gering en gefragmenteerd
door tot het publieke en politieke debat. Wat de bijdragen verder gemeen
hebben is hun genuanceerde visie; de artikelen scheiden feit van fictie, popu-
lisme van rede, stereotyperende aannames van wetenschappelijke evidentie
– en overstijgen zo de waan van de dag.
Jeroen Knipscheer, hoofdredacteur Cogiscope
abonnementsinformatie
Cogiscope verschijnt 4x per jaar. Een jaarabonnement kost
€ 27,50. U kunt zich abonneren via de Cogis-site:
www.cogis.nl/cogiscope
colofon
Redactie: Michel Dückers, Jeroen Knipscheer (hoofdredacteur),
Hans Moors, Onno Sinke, Ine Spee
Eindredactie: Marleen van de Ven
Bureauredactie: Linda Reek
Redactieadres: Cogis, Nienoord 5, 1112 XE Diemen
Telefoon 020-6601930, fax 020-6601931
Email [email protected]
Oplage: 1.250 exemplaren
Vormgeving: CARTA, communicatie & grafisch ontwerp, Bunnik
Druk: ZuidamUithof, Utrecht
ISBN 18711065 © Cogis
cogis
Cogis is het kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van
oorlog, vervolging en geweld. Hulpverleners vormen de belang-
rijkste doelgroep. Voor hen ontwikkelt en organiseert Cogis cur-
sussen, trainingen, congressen, symposia en studiedagen, ook
op aanvraag. Daarnaast geeft Cogis beleidsadviezen en fungeert
het als vraagbaak voor geweldsgetroffenen.
de bibliotheek van cogis
Cogis heeft een uitgebreide bibliotheek over de psy chische
gevolgen van geweld. Naast een uitgebreide eigen verzameling
gedrukt- en beeldmateriaal is veel (externe) informatie ook
digitaal toegankelijk. www.cogis.nl/bibliotheek
van de redacTie
Cogiscope informeert over de psychosociale
gevolgen van schokkende gebeurtenissen. Er is
aandacht voor de hulpverlening aan slachtoffers
als oorlogsgetroffenen, asielzoekers, vluchtelingen
en slachtoffers van mensenhandel, seksueel
geweld, rellen, aanslagen, gijzelingen, rampen.
Een belangrijk aandachtsgebied vormt ook de
werkbelasting voor mensen die veelvuldig met (de
gevolgen van) schokkende gebeurtenissen wor-
den geconfronteerd. Daarbij denken wij ook aan
geüniformeerden bij defensie, politie, ambulance,
brandweer, openbaar vervoer.
kwartaalblad: verschijnt 4x per jaar
Thema: sociale en psychische gevolgen
van schokkende gebeurtenissen
inhoud:
• achtergrondverhalen over
psychotrauma
• interviews
• congresverslagen
• recensies
• actuele informatie uit het veld
kosten: € 27,50 per jaar
aanmelden: [email protected]
cogiscope
Themanummer Radical iser ing
Terror ismedreiging vanuit een existent ieel gezichtspunt
Signaler ing cruciaal – maar wat , wie en hoe?
Psychologische inbreng onontbeer l i jk b i j prevent ie en nazorg
C o g i S C o P e 02
15
Co
gi
SC
oP
e
T i j d S C h R i f T o v e R g e v o l g e nva n S C h o k k e n d e g e b e u R T e n i S S e n
Co
giS
Co
Pe
02
15
0215
S C h o l i n g
j a a R g a n g 1 2 n u m m e R 2 j u l i 2 0 1 5
2 september 2015Contextuele behandeling van com-plex traumawww.rvagroep.nl
8 september 2015Trauma in ontwikkelingsperspectiefwww.delfosacademy.nl
17 september 2015F-ACT Congres 2015www.factcongres.nl
22 september 2015GGZ Kennisdag 2015www.trimbos.nl
24 september 2014Ouderenpsychiatrie in de praktijkwww.nursingcongressen.nl
2 oktober 2015ACT Congres: leven en werken met waardenwww.cursussenencongressen.nl
8 oktober 20153e congres Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatiseringwww.celevt.nl
8 oktober 2015Kompas Kinderen- en Jeugdpsychiatriewww.sympopna.nl
12 oktober 2015Laat professionals hun werk goed doen. Goede diagnostiek in de GGZ leidt tot betere en goedkopere zorgwww.sympopna.nl
15 oktober 2015Congres positieve psychologiewww.tijdschriftpositievepsycho-logie.nl
22-24 oktober 20159th European Congress on Violence in Clinical Psychiatrywww.oudconsultancy.nl
3-6 november 20153rd World Conference of Women’s Shelterswww.worldshelterconference.org
5-7 november 2015ISTSS Annual Meetingwww.istss.org
Scholingsaanbod arq i.s.m. Rino noord hollandEMDR - basiscursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaSeptember – november 2015
Psychotrauma en ouderenDiagnostiek, behandelvormen en comorbiditeitSeptember – december 2015
Trauma, cultuur en migratieComplicerende factoren bij de behandelingSeptember – december 2015
PTSS na vroegkinderlijk misbruik of mishandelingTraumagerichte behandeling in 2 fasenSeptember – december 2015
Narratieve Exposure Therapie (NET)Behandeling van complexe ptssSeptember 2015 – mei 2016
Basisopleiding PsychotraumaKenmerken, diagnostiek en behandelingoktober – december 2015
EMDR – vervolgcursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaoktober – december 2015
Behandeling van getraumati-seerde gezinnenEen trauma heb je nooit alleennovember 2015
Betrouwbare diagnose PTSS met CAPS-5Aanpassingen naar DSM-5november 2015
(BEPP) Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSSnovember 2015 – mei 2016
informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördi-nator professionele opleidingen Arq 06-33661013, [email protected]
26 november 2015TERRA Conferentiewww.terra-net.eu
8 december 2015Arq Najaarssymposiumwww.arq.org
(vooraankondiging) en Een integratie-ve behandelvorm voor traumaproble-
matiek VERWIJDERD om het zo te laten passen
• Verbindenopnat ionaal én Europeesniveau
•Maatschappel i jke impact van mini -cr ises
• Ervar ingenaanhet WOI f ront
• Levensverhalen inher inner ingscultuurén traumatherapie
C Og I s CO p E 01
15
COgIsCOpE
t I jdsChr I ft OVEr gEVOLgEnVan sChOkkEndE gEbEurtEn IssEn
COgIs
COpE0115
0115
s C hO L I n g
jaargang 1 2 nuMMEr 1 a pr I L 2 0 1 5
10april20157e jaarcongres klinisch psychologen en klinisch neuropsychologenwww.zonderzorg.nl
16april2015Psychiatrie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperkingwww.medilex.nl
20-21april2015Annual Conference UK Psychological Trauma Societywww.ukpts.co.uk
21april20153e Landelijke studiedag ‘Basis GGZ’www.leidscongresbureau.nl
23april2015 (herhaling26mei2015)Trauma en VerslavingRefereerbijeenkomst Stichting Centrum ’45 / Stichting Arqaanmelden:[email protected]
24-26april2015First International Conference on Transcultural Psychiatry in Central European Countrieswww.wpa-gdynia-2015.org
30april2015GGZ+Techwww.ggzplussymposium.nl
19mei2015Masterclass Positieve psychologie in de praktijkwww.11congressen.nl
28mei2015Congres Kind en traumawww.traumacongres.nl
10-13juni2015ESTSS Conference 2015www.estss.org
22-26juni2015The legacy of World War One - Shaping the Modern Worldwww.legacyww1.org
23juni2015Getuigen of therapieRefereerbijeenkomst Stichting Centrum ’45 / Stichting Arqaanmelden:[email protected]
24-26juni20153rd European Congress on Assertive Outreachwww.eaof.org
2september2015Contextuele behandeling van
scholingsaanbodarqi.s.m.rInOnoordholland
Narratieve Exposure Therapie (NET)Behandeling van complexe ptssseptember–mei2016
Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS (BEPP)Een integratieve behandelvorm voor traumaproblematiekMei–december2015
EMDR - basiscursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaseptember–november2015
Complexe traumatisering – basis-cursusDiagnose en behandelvormenMei-september2015
Psychotrauma en ouderenDiagnostiek, behandelvormen en comorbiditeitseptember–december2015
Behandeling van getraumati-seerde gezinnenEen trauma heb je nooit alleenseptember–december2015
Trauma, cultuur en migratieComplicerende factoren bij de behandelingseptember–december2015
EMDR – vervolgcursusEye Movement Desensitization and Reprocessing bij traumaOktober–december2015
Informatieeninschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördi-nator professionele opleidingen Arq 06-33661013, [email protected]
Themanummer e-healTh
– De mobiele mental heal th revolut ie
– Waarom werken GGZ professionals
(nog zo weinig) met e-heal th?
– Onl ine herdenken st imuleert dia loog
– 3MDR – behandel ing in beweging
C o g i s C o p e
03
15
Co
gi
sC
op
e
T i j d s C h r i f T o v e r g e v o l g e n
va n s C h o k k e n d e g e b e u r T e n i s s e n
Co
gi s
Co
pe
03
15
0315
s C h o l i n g
j a a r g a n g 1 2 n u m m e r 3 o k T o b e r 2 0 1 5
12 oktober 2015
Laat professionals hun werk goed
doen. Goede diagnostiek in de GGZ
leidt tot betere en goedkopere zorg
www.sympopna.nl
15 oktober 2015
Congres positieve psychologie
www.tijdschriftpositievepsycho-
logie.nl
22-24 oktober 2015
9th European Congress on Violence
in Clinical Psychiatry
www.oudconsultancy.nl
3-6 november 2015
3rd World Conference of Women’s
Shelters
www.worldshelterconference.org
5-7 november 2015
ISTSS Annual Meeting
www.istss.org
6 november 2015
State of the art Ouderenpsychiatrie.
De kracht van kwetsbare ouderen
www.nkop.nl
9 november 2015
Bruggenbouwers gevraagd.
Verslavingszorg, van basis tot
specialistische zorg
www.sympopna.nl
13 november 2015
Congres NVGP: de groep in de
wereld, de wereld in de groep
www.groepspsychotherapie.nl
26 november 2015
TERRA Conferentie
www.terra-net.eu
8 december 2015
Arq Najaarssymposium
t.g.v. afscheid prof.dr. Rolf Kleber
8 december 2015
Dag van het Sociaal Werk
www.gemeentenucongressen.nl
10 december 2015
Eindcongres INPREZE: Denken
en doen. Over onderzoek naar- en
implementatie van e-mental health
www.inpreze.nl
scholingsaanbod arq
Basisopleiding Psychotrauma
Kenmerken, diagnostiek en
behandeling
oktober – december 2015
EMDR – vervolgcursus
Eye Movement Desensitization
and Reprocessing bij trauma
oktober – december 2015
Behandeling van getraumatiseerde
gezinnen
Een trauma heb je nooit alleen
november 2015
Beknopte Eclectische
Psychotherapie voor PTSS (BEPP)
Een integratieve behandelvorm voor
traumaproblematiek
november 2015 – mei 2016
Betrouwbare diagnose PTSS met
CAPS-5
Aanpassingen naar DSM-5
december 2015
Narratieve Exposure Therapie
(NET)
Behandeling van complexe ptss
oktober – december 2015
Traumatische rouw
Brief Eclectic Psychotherapy for
Traumatic Grief (BEP-TG)
december 2015
Narratieve Exposure Therapie
(NET)
Behandeling van complexe ptss
februari – september 2016
Beknopte Eclectische
Psychotherapie voor PTSS
(BEPP)
Een integratieve behandelvorm
voor traumaproblematiek
maart – mei 2016
voor meer informatie: [email protected]
ism rino noord holland, Loc.
Amsterdam, aanmelden: www.rino.nl
ism psy-Zo!, Locatie Groningen,
aanmelden: www.psy-zo.nl
Cogiscope omslag_3-2015-C.indd 1
01-10-15 11:15
Foto omslag: Vluchteling op het strand van Lesbos, september 2015 (foto Petros Giannakouris/HH).
Themanummer vluchTelingen
– Bootvluchtel ing in ‘bang Neder land’
– Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtel ingen – voor kennis en expert ise
– Krachten en kwetsbaarheden van jonge v luchtel ingen
– Traumabehandel ing a lert op stereotyper ing
c o g i s c o p e 04
15
co
gi
sc
op
e
T i j d s c h r i f T o v e r g e v o l g e nva n s c h o k k e n d e g e b e u r T e n i s s e n
co
gis
co
pe
0415
0415
s c h o l i n g
j a a r g a n g 1 2 n u m m e r 4 d e c e m b e r 2 0 1 5
21 januari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: OegstgeestSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
12 februari 2016Politie verwijzersdag (voor leidinggevenden)[email protected]
16 februari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: DiemenSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
9 maart 2016Empathie. Het geheime wapen in de psychotherapie en de hulpverleningwww.sympopna.nl
10 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampen – Symposium over psychosociale ondersteuning aan vluchtelingen(voor gemeenten, scholen, vrijwilligersorganisaties)[email protected]
11 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampenArq voorjaarssymposium over Kind, gezin en psychotrauma(voor behandelaren)[email protected])
21 maart 2016International Disaster Psychosocial (DPS) Conferencewww.dpsconference.ca
14-16 april 2016ESTD conferentie: Trauma, dissociation and affect dysregulation across the lifespanwww.estd2016.org
15 april 2016Congres positieve psychologie over veerkrachtwww.trimbos.nl
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: OegstgeestSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: DiemenSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
25-27 mei 2016European conference on child abuse and neglectwww.euccan.eu
27 mei 2016Politie verwijzersdag(voor bedrijfsartsen, eenheids-psychologen, bmw’ers, zorg-regisseurs, arbeidsdeskundigen en case-managers PTSS)[email protected]
juni 2016Vooraankondiging symposium Duurzaam inzetbaar voor zieken[email protected]
17-19 juni 201617th EMDR Europe Conferencewww.emdr2016.eu
21 juni 2016Refereerbijeenkomst Autisme en traumaLocatie: DiemenSpreker: drs. Bram Bijleveld en [email protected]
18-22 juli 2016Summer School Complex trauma en complexe PTSS: diagnostiek en behandelingwww.utrechtsummerschool.nl
Themanummer vluchTelingen
– Bootvluchtel ing in ‘bang Neder land’
– Psychosociaal Ondersteuningspunt Vluchtel ingen – voor kennis en expert ise
– Krachten en kwetsbaarheden van jonge v luchtel ingen
– Traumabehandel i ing bi j v luchtel ingen: wees a lert op stereotyper ing
c o g i s c o p e 04
15
co
gi
sc
op
e
T i j d s c h r i f T o v e r g e v o l g e nva n s c h o k k e n d e g e b e u r T e n i s s e n
co
gis
co
pe
0415
0415
s c h o l i n g
j a a r g a n g 1 2 n u m m e r 4 d e c e m b e r 2 0 1 5
21 januari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: OegstgeestSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
12 februari 2016Politie verwijzersdag (voor leidinggevenden)[email protected]
16 februari 2016Refereerbijeenkomst intergenerationele gevolgen van psychotrauma Locatie: DiemenSprekers: prof. dr. Eric Vermetten, dr. Julia Bala, prof. dr. Jacques [email protected]
9 maart 2016Empathie. Het geheime wapen in de psychotherapie en de hulpverleningwww.sympopna.nl
10 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampen – Symposium over psychosociale ondersteuning aan vluchtelingen(voor gemeenten, scholen, vrijwilligersorganisaties)[email protected]
11 maart 2016Gezinnen op de vlucht voor oorlog en rampenArq voorjaarssymposium over Kind, gezin en psychotrauma(voor behandelaren)[email protected])
21 maart 2016International Disaster Psychosocial (DPS) Conferencewww.dpsconference.ca
14-16 april 2016ESTD conferentie: Trauma, dissociation and affect dysregulation across the lifespanwww.estd2016.org
15 april 2016Congres positieve psychologie over veerkrachtwww.trimbos.nl
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: OegstgeestSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
21 april 2016Refereerbijeenkomst psychosociale nazorg na een ramp of crisis: een reis door tijd en schaalniveausLocatie: DiemenSprekers: dr. Michel Dückers en Jurriaan [email protected]
25-27 mei 2016European conference on child abuse and neglectwww.euccan.eu
27 mei 2016Politie verwijzersdag(voor bedrijfsartsen, eenheids-psychologen, bmw’ers, zorg-regisseurs, arbeidsdeskundigen en case-managers PTSS)[email protected]
juni 2016Vooraankondiging symposium Duurzaam inzetbaar voor zieken[email protected]
17-19 juni 201617th EMDR Europe Conferencewww.emdr2016.eu
21 juni 2016Refereerbijeenkomst Autisme en traumaLocatie: DiemenSpreker: drs. Bram Bijleveld en [email protected]
18-22 juli 2016Summer School Complex trauma en complexe PTSS: diagnostiek en behandelingwww.utrechtsummerschool.nl