Post on 08-Aug-2020
Praktijkopleider in de gezondheidszorg
Studiegids 2019/2021
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
2
Colofon Samenstelling: UMCG Wenckebach Instituut onderwijs en opleidingen, School of Nursing & Health
Datum verschijning: 17-09-2019
Geldigheid De inhoud van dit document is geldig voor de duur van minimaal een jaar, onder voorbehoud van
wijzigingen.
Wijzigingen in het opleidingsreglement worden voor het begin van een nieuw leerjaar schriftelijk aan
de student bekendgemaakt. In een lopend leerjaar worden geen wijzigingen in het
opleidingsreglement aangebracht.
Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder
voorafgaande toestemming van het Wenckebach Instituut UMCG.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
3
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................ 4
1. Competenties en eindtermen..................................................................................... 5
2. Visie op onderwijs ...................................................................................................... 5
3. Het onderwijsprogramma ........................................................................................ 17
4. Organisatie en uitvoering van de opleiding .............................................................. 18
5. Voorzieningen .......................................................................................................... 21
6. Toetsing ................................................................................................................... 22
7. De praktijkcomponent.............................................................................................. 24
8. Vrijstellingenbeleid .................................................................................................. 25
9. Examenreglement .................................................................................................... 26
10. Begripsbepalingen.................................................................................................... 28
Bronverwijzing ..................................................................................................................... 29
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
4
Inleiding Deze studiegids heeft betrekking op de volgende opleiding:
Praktijkopleider in de gezondheidszorg
De opleiding wordt verzorgd door het studentenbureau (SbU) UMCG onderdeel van de School of
Nursing & Health van het Wenckebach Instituut Onderwijs en Opleidingen (WIOO) UMCG.
Informatie
In 2007 is de opleiding Praktijkopleider in de gezondheidszorg gestart om aan de vraag van de
afdelingen, een opleiding aan te bieden voor die mensen die zorg dragen voor onderwijs op een
verpleegafdeling, te voldoen. Door de jaren heen is de opleiding extramuraal geworden en heeft zich
ontwikkeld tot een opleiding met een duur van 11 maand.
Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en vormt in combinatie met het moduleboek en
de module voor de afrondende opdracht, het curriculum van de opleiding.
Dit curriculum is ontwikkeld aan de hand van het competentieprofiel voor de opleiding
Praktijkopleider in de Gezondheidszorg opgesteld door het SbU (SbU, 2019).
Het algemene doel van deze opleiding is:
- Zich te vormen tot ‘praktijkbegeleider in de gezondheidszorg’ conform de competenties zoals
die door het SbU (2019) in het competentieprofiel voor praktijkopleiders zijn gesteld;
Kenmerkend voor deze opleiding is dat studenten werkzaam moeten zijn in de beroepspraktijk
waarin zij* de functie van praktijkopleider bekleden of ambiëren.
Team praktijkdocenten studentenbureau UMCG
*In verband met de leesbaarheid wordt in onze documenten volstaan met ‘zij’, maar daar waar ‘zij’
staat wordt tevens ‘hij’ bedoeld.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
5
1. Competenties en rollen In dit hoofdstuk wordt de functie van de praktijkopleider, volgens het profiel voor praktijkopleiders
van het SbU, besproken.
Beroepsbeschrijving van de praktijkopleider
De praktijkopleider vervult een spilfunctie in het opleiden in de praktijk, ook wel werkplekleren genoemd. Al haar activiteiten en werkzaamheden hebben betrekking op de driehoek student-eigen organisatie-onderwijs. Hierbij staan de leeromgeving, het organiseren van het leren op de afdeling en het beroep waartoe men leert centraal. Als vertegenwoordiger van de organisatie ontwerpt de praktijkopleider leerprocessen, coördineert, voert uit en evalueert het onderwijs en stelt de werkbegeleiders in staat de leerprocessen van de studenten te begeleiden en te beoordelen. Hierbij maakt de praktijkopleider gebruik van een combinatie van kennis van methodieken en vaardigheden op het gebied van organisatiekunde, onderwijskunde en de voor de werkplek specifieke zorg. Vanuit de functie draagt zij bij aan de afstemming tussen onderwijs en praktijk en coördineert en bewaakt het leren in de praktijk voor zowel studenten als ook voor eigen medewerkers.
De driehoek student –eigen organisatie- onderwijs:
Studenten
Al voor aanvang van een leerperiode neemt de praktijkopleider deel aan selectiecommissies om voor de organisatie de meest geschikte kandidaten te selecteren. Dit doet zij samen met de docenten van het Studentenbureau UMCG (SbU) Het introduceren en ondersteunen van studenten is onderdeel van de functie. Terwijl de dagelijkse begeleiding van de leerlingen op de werkvloer wordt uitgevoerd door werkbegeleiders, bewaakt de praktijkopleider de grote lijnen en bespreekt regelmatig met de werkbegeleider en de student het verloop van de begeleiding. Haar eigen kennis en vaardigheden op het gebied van begeleiden deelt ze met de werkbegeleiders. Na afloop van een leerperiode levert de praktijkopleider, in samenspraak met de werkbegeleiders, een bijdrage aan de evaluatie en het bijstellen van het opleidingsplan en het opleidingsproces op de afdeling. Bij beoordelingen en examinering informeert, instrueert en begeleidt de praktijkopleider de werkbegeleiders. Tot slot levert ze een bijdrage aan de evaluatie en aan het (eventuele) bijstellen van de uitvoering examinering en beoordeling. De uitkomsten van deze evaluaties gebruikt ze om het leren op de afdeling indien nodig aan te passen en te verbeteren.
Eigen organisatie (medewerkers en eigen functioneren
Naast het leren van de student speelt de praktijkopleider een rol in het leren van de medewerkers van de organisatie die verbonden zijn aan de betreffende afdeling. Jaarlijks werkt de praktijkopleider een opleidingsbeleid uit dat bijvoorbeeld in een jaarplanning of een opleidingsplan beschreven wordt. Aan de hand van de gestelde relevante kaders als visie, missie en wet- en regelgeving wordt het opleidingsbeleid daarmee kenbaar gemaakt.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
6
Hierin is ook rekening gehouden met het specialisme van de afdeling, de wensen van de individuele medewerkers en het beschikbare budget. Het opzetten, uitvoeren en evalueren van eigen scholing van de praktijkopleider is ook een onderdeel van de functie. Reflecteren op het eigen functioneren is een essentiële vaardigheid van de praktijkopleider. Het onderzoeken en van eigen handelen, sturen en scholen in het eigen leerproces staat bij de persoonlijke ontwikkeling in de functie voorop.
Onderwijs
Het initiëren en uitvoeren van onderwijsinnovaties op de afdeling vormen het laatste onderdeel van de beschrijving van de functie van praktijkopleider. Daarbij is contact, samenwerking en uitwisseling met de externe onderwijsinstelling van groot belang.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
7
De zeven UMCG competentie rollen
De zeven rollen voor de functie van praktijkopleider zijn:
1. Vakbekwaamheid
De praktijkopleider heeft ruime gespecialiseerde kennis en expertise op het terrein van de
zorg waarin ze werkzaam is. Daarnaast heeft ze kennis over het leren van studenten en
medewerkers. Ze weet wat ze moeten leren en heeft kennis over hoe mensen leren. Er is
een start gemaakt met kennis over basisprincipes van onderwijskunde en organisatiekunde
als disciplines. Ze heeft praktische en theoretische kennis van de organisatie van
opleidingssystemen, en is in staat relevante kennis en procedures m.b.t. het leren
presenteren binnen een multidisciplinair team. Daarnaast heeft zij kennis over de functie
van praktijkopleider en de hierbij horende rollen en kan deze in de dagelijkse praktijk
uitvoeren. Het inventariseren van leerwensen, verwachtingen en het creëren van
leermogelijkheden passen bij de functie van praktijkopleider. De praktijkopleider
coördineert met optimaal gebruik van de randvoorwaarden effectief het opleidingsproces in
de praktijk. De praktijkopleider is in staat om op adequate wijze de leerlingen te beoordelen
en te examineren. Ze kan didactische middelen en instrumenten (zoals
competentieprofielen, portfolio’s etc.) toepassen. Het bewaken en verbeteren van het leer-
werkklimaat heeft altijd de aandacht van een praktijkopleider. Hierbij heeft zij oog voor de
student en de werkbegeleider.
Op basis van het opleidingsbeleid en de doelstellingen van het werkveld ontwikkelt de
praktijkopleider een opleidingsbeleid voor de afdeling en adviseert de leidinggevende en het
team hierover.
2. Communicatie
De praktijkopleider is in staat om contact te leggen en te onderhouden met studenten,
werkbegeleiders, onderwijsinstelling(en) en andere betrokkenen bij het opleiden in de
praktijk. Ze kan aangeven wat men van haar kan verwachten en waarvoor zij een beroep op
haar kunnen doen. Ze beschikt over goede basis gesprekstechnieken, heeft kennis over de
theorie van communiceren, gedragsbeïnvloeding en motivatie. Daarnaast beschikt zij over
coaching vaardigheden, zodat ze werkbegeleiders en studenten kan ondersteunen. Op deze
wijze kan zij op adequate wijze de leerprocessen binnen het werkplekleren uitvoeren en
verder ontwikkelen. De praktijkopleider kan op een juiste wijze feedback geven en
ontvangen. Deze vaardigheden gebruikt ze bij gesprekken en selectieprocedures. De
praktijkopleider heeft goede basis computervaardigheden en kan omgaan met de meest
gangbare computerprogramma’s.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
8
3. Samenwerking
De praktijkopleider is in staat om op adequate wijze samen te werken met zowel in- als
extern betrokkenen, zodat interne en externe contacten op gewenste wijze verlopen en
gestelde doelen gerealiseerd kunnen worden. Het samenwerken is een driehoek met
studenten, docenten en collega’s. De praktijkopleider kan duidelijk en krachtige inhoud en
sturing geven aan een gesprek, discussie en/of onderhandeling en streeft naar
overeenstemming over en draagvlak voor de uitkomst. Tevens is de groepsdynamica als
onderdeel van het leer- en werkklimaat een aandachtspunt van de praktijkopleider.
Tenslotte ziet de praktijkopleider toe op een goede wijze van verslaglegging, overdracht en
evaluaties m.b.t. het onderwijs op de afdeling.
4. Kennis ontwikkelen en delen
De praktijkopleider is in staat om op adequate wijze de leerling en werkbegeleider didactisch
te ondersteunen. Daarnaast beschikt ze over kennis van verschillende leermethodieken en
theorieën. De praktijkopleider heeft kennis en ervaring in het presenteren, opzetten,
uitvoeren en evalueren van lessen voor groepen. Het reflecteren op eigen handelen en het
stimuleren van het reflectieve vermogen van anderen is altijd een aandachtspunt, hierbij
wordt gebruik gemaakt van verschillende reflectiemethodieken. De eigen werkzaamheden
en keuzes kan de praktijkopleider deskundig onderbouwen. Eigen kennis m.b.t. het
praktijkleren wordt bijgehouden, het overbrengen van deze eigen kennis op
werkbegeleiders is een onderdeel van de functie. De praktijkopleider weet wat Evidence
Based Practice is en wat de meerwaarde hiervan is en helpt de student en afdeling dit
(verder) te implementeren op de afdeling.
De praktijkopleider voert projecten ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit en het
innoveren van opleiden en leren op de afdeling uit.
5. Maatschappelijke verantwoordelijkheid
De praktijkopleider houdt rekening met de maatschappelijke context van de leerwerkplek.
Het beschikbaar stellen van stageplaatsen en het mogelijk maken van de stage is een
onderdeel van de visie van de organisatie. Er worden studenten van verschillende
opleidingen en met verschillende culturele achtergronden opgeleid. De functie van
praktijkopleider vraagt ook voorlichting geven aan studenten over de rol van werknemer en
aandacht hebben voor de persoonlijke achtergrond van de student.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
9
6. Organisatie
De praktijkopleider als organisator organiseert, coördineer en bewaakt de uitvoering van het
opleidingsbeleid op de afdeling en fungeert als contactpersoon voor de in en externe
contacten. Ze is in staat om adequaat in te spelen op veranderingen die vanuit haar beroep
en de organisatie op haar afkomen. Daarnaast heeft zij kennis van de wijze waarop
onderwijs wordt georganiseerd en gefinancierd in de organisatie. Het werk en leerklimaat op
de eigen afdeling kan afgezet worden tegen het leer en werkklimaat in de gehele
organisatie. In het werken en leren op een afdeling blijft de aandacht voor patiëntveiligheid
voorop staan.
7. Professionaliteit De praktijkopleider is in staat om zich op een consistente en betrouwbare wijze te
verantwoorden aan de verschillende betrokkenen waarmee zij in de uitvoering van haar
werk te maken krijgt. Ze maakt haar eigen werkzaamheden hiermee inzichtelijk. De
praktijkopleider heeft kennis van de professionele standaarden van het betreffende beroep.
Er is kennis aanwezig over wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen,
standaarden, richtlijnen en protocollen. Ook relevante beroepsvereniging,
kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen zijn onderdeel van het kennisgebied van de
praktijkopleiders. De praktijkopleider is in staat om op adequate wijze een hoge kwaliteit
van dienstverlening te realiseren door de eigen deskundigheid optimaal in te zetten, te
bevorderen en te onderhouden. De praktijkopleider heeft een proactieve rol in
veranderingen en innovaties m.b.t. het onderwijs. De praktijkopleider is in staat relevante
modellen voor deze veranderingen en innovaties te gebruiken en deze bij het ontwerp, de
implementatiefase en de evaluatie in te zetten.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
10
Overzicht van rollen en bijbehorende competenties
1. vakbekwaamheid De praktijkopleider
a. Heeft gespecialiseerde kennis en expertise op het terrein waarop ze werkzaam is en kent de
grenzen van deze kennis.
b. Heeft kennis van basisprincipes van onderwijskunde en organisatiekunde als discipline.
c. Heeft kennis van wat de studenten en collega’s moeten leren in het leertraject. Hierbij
heeft zij praktische en theoretische kennis van de organisatie van opleidingssystemen en
het Nederlandse zorg en onderwijssysteem.
d. Heeft kennis over hoe mensen leren.
e. Kan didactische middelen en instrumenten toepassen zoals het werken met
competentieprofielen, portfolio’s, feedback documenten en beoordelingsprocedures etc.
f. Inventariseert de leerwensen en verwachtingen van de studenten en collega’s op de
afdeling
g. Creëert en ontwerpt en benoemt de voorwaarden op basis van het beleid van de
organisatie en de gewenste beroepsbekwaamheid een leertraject dat aansluit bij de
verwachtingen en expertise van de betrokkenen. Ze sluit daarbij aan bij de taal en expertise
van de zorg en onderwijsprofessionals op verschillende niveaus in verschillende disciplines.
h. Beoordeelt en examineert het opleidingstraject op de afdeling.
i. Bewaakt en verbetert het leer en werkklimaat op de eigen afdeling. Creëert een optimaal
leerklimaat voor werkbegeleiders en stagiaires, waarin het leren wordt gestimuleerd en de
betrokkenen steeds meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces, gericht
op zelfsturing
j. Bevordert de didactische en coachende vaardigheden en de vakdeskundigheid van
werkbegeleiders
2. Communicatie De praktijkopleider
a. Legt en onderhoudt contact met de driehoek van betrokkenen (opleidingen, organisatie en
student).
b. Communiceert helder over de wederzijdse verwachtingen en eigen taken.
c. Beschikt over goede basis gesprekstechnieken
d. Heeft kennis over de theorie van communiceren, gedragsbeïnvloeding en motivatie van
mensen.
e. Heeft coaching vaardigheden en goede feedback vaardigheden.
f. Maakt gebruik van moderne ICT middelen en kan omgaan met de meest gangbare
computerprogramma’s.
g. heeft kennis over methodieken te gebruiken bij selectie van studenten en medewerkers.
h. Geeft op adequate wijze individuele - en groepsbegeleiding aan werkbegeleiders zodat zij
geïnspireerd en gemotiveerd hun taken kunnen uitoefenen, zich uitgenodigd voelen vragen
te stellen om zich verder te ontwikkelen in hun rol als werkbegeleider.
i. Motiveert en inspireert studenten om hun taken binnen het werkplekleren te kunnen
uitoefenen en ze zich uitgenodigd voelen hun vragen te stellen om zich te ontwikkelen in
hun rol als (toekomstig) professional.
j. Evalueert de begeleiding van studenten met studenten en werkbegeleiders en bespreekt
deze met de betrokkenen t.b.v. de optimalisering van de gewenste leer- en
begeleidingsprocessen.
3. Samenwerking De praktijkopleider
a. Werkt samen met intern en extern betrokkenen van leertrajecten.
b. Kan duidelijk en krachtig inhoud en sturing geven aan een gespreksvorm en streeft naar
overeenstemming en draagvlak voor de uitkomst.
c. Is zich bewust van het op de afdeling aanwezige leer- en werkklimaat en kan hier invloed op
uitoefenen.
d. Ziet toe op verslaglegging, overdracht en evaluaties van het onderwijs op de afdeling.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
11
4. Kennis
ontwikkelen en
delen
De praktijkopleider a. Ondersteunt de betrokken met didactische kennis.
b. Heeft kennis en ervaring in het opzetten, presenteren, uitvoeren en evalueren van lessen
voor groepen.
c. Werkt d.m.v. reflectie aan persoonlijke en professionele deskundigheid en het verbeteren
van het (eigen) functioneren als praktijkopleider
d. Kan anderen helpen te reflecteren aan de hand van verschillende reflectiemethodes.
e. Houdt eigen kennis bij en brengt deze over op werkbegeleiders
f. Draagt bij aan de ontwikkeling van de beroepsrol van praktijkopleider en positioneert en
verduidelijkt die rol ten overstaan van professionals, binnen de eigen instelling, op
verschillende niveaus en in verschillende disciplines.
g. Bakent het domein van de praktijkopleider af en formuleert de professionele
verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid van de praktijkopleider in het licht van
kwaliteitseisen, bestaande regelgeving en juridisch-ethische uitgangspunten en levert
daarmee een bijdrage aan het vormgeven en identificeren van de professionele rol die de
praktijkopleider vervult.
h. Vertaalt opleidingsdoelen (competenties) naar observeerbare en beoordeelbare
beroepsactiviteiten (bijv. proeven van bekwaamheden) en daaraan gekoppelde
beoordelingscriteria.
i. Past de gangbare kwaliteitscriteria als validiteit, betrouwbaarheid, intersubjectiviteit en
uitvoerbaarheid toe.
j. Beoordeelt de voortgang van het leerproces van studenten door individuele proces- en
productevaluaties uit te voeren.
k. Voert toets procedures uit en neemt beslissingen m.b.t. de voortgang van de student.
l. Onderbouwt beslissingen in de vorm van ontwikkelingsgerichte feedback.
m. Houd zich bezig met het gebruik van EBP op de afdeling.
n. Geeft leiding aan het (innovatief) project: plant, delegeert, bewaakt en beheerst de
werkzaamheden binnen het project.
o. Betrekt belanghebbenden voor het leveren van input en het beoordelen van (tussen-
)resultaten.
p. Motiveert de projectteamleden en overige betrokkenen van het project en creëert
draagvlak om eventuele weerstand te verminderen.
q. Implementeert het projectresultaat op basis van een systematische strategie.
r. Evalueert het projectresultaat met alle betrokkenen aan de hand van een systematische
methodiek.
s. Draagt zorg voor de borging van het projectresultaat.
5. Maatschappelijke
verantwoording
De praktijkopleider a. houdt rekening met de maatschappelijke context van de leerwerkplaats.
b. geeft voorlichting over de rol van werknemer.
c. heeft aandacht voor de persoonlijke achtergrond van de student.
6. Organisatie De praktijkopleider
a. speelt in op veranderingen.
b. heeft kennis van de organisatie en financiering van het onderwijs binnen de eigen
organisatie.
c. let op de patiënt veiligheid versus het leren op de afdeling
d. Inventariseert relevante gegevens en maakt op grond hiervan opleidingsplan voor de
uitvoering van onderwijs, dat rekening houdt met de aanwezige menskracht en middelen.
(in plannen voor de afdeling wordt o.a.de organisatorische opzet van de beoogde
leermogelijkheden, de kaders, de te bereiken doelen, , de introductie van de stagiaires
binnen de afdeling, de koppeling van werkbegeleiders aan stagiaires , de planning
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
12
(roostering) en organisatie van de verschillende leertrajecten, de procedures voor
begeleiding en toetsing en het onderhouden van interne en externe contacten en het
daarvoor benodigde budget beschreven.
e. Draagt het opleidingsbeleid op de afdeling zowel mondeling als schriftelijk adequaat over
aan een persoon, groep of meerdere groepen.
f. Realiseert voldoende draagvlak, intern en extern, voor het opleidingsbeleid/plan van de
afdeling.
g. Bewaakt de kwaliteit van de uitvoering van het onderwijs gaande het proces en evalueert
na afloop de kwaliteit en uitvoering, rapporteert hierover binnen de organisatie en stelt het
beleid indien nodig bij.
7. Professionaliteit De praktijkopleider
a. Verantwoord en maakt eigen werkzaamheden inzichtelijk.
b. Heeft kennis van alle relevante wettelijke kaders.
c. Heeft invloed op de kwaliteit van onderwijs door de eigen deskundigheid optimaal in te
zetten, te bevorderen en te onderhouden.
d. Kan veranderprocessen en innovaties initiëren, implementeren en evalueren.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
13
2. Visie op onderwijs Aan de hand van de visie op didactische principes heeft het Wenckebach een visie op leren
opgesteld. Naar aanleiding van deze visie is voor deze opleiding het concept gekozen van
competentie gericht onderwijs (Elsen, 2004). Vervolgens is er voor de samenhang van de onderdelen
en om te voldoen aan de eindtermen gebruik gemaakt van de piramide van Miller (Miller, 1990). De
lesopbouw is volgens het lesmodel van van den Akker (2003). Met de lessen en lesopbouw is tevens
rekening gehouden met het breincentraal leren en de ASOOO methode (Dirksen, 2014). Met behulp
van deze modellen, concepten en principes is de onderwijskundige verantwoording van de opleiding
gewaarborgd. In dit hoofdstuk volgt een korte toelichting van de gekozen onderdelen. Het hoofdstuk
wordt afgesloten met informatie over het portfolio.
Visie op leren Met een actieve, doelgerichte en zelfstandige leerhouding ontplooien en ontwikkelen professionals
zich het beste. Leren is een proces van luisteren, oefenen, debatteren, discussiëren en reflecteren
(visie SoNH, 2014).
Professionals zijn zelf verantwoordelijk voor hun leerproces en koppelen hun leerdoelen aan de
dagelijkse praktijk. Omdat de praktijk zich voortdurend ontwikkelt, is leren een dynamisch proces
waarmee professionals nooit klaar zijn. Professionals hebben bij hun leerproces feedback nodig en
de gelegenheid om te reflecteren op het eigen handelen. Daarmee krijgen zij grip op de
leerbehoeften (visie SoNH, 2014).
Didactisch concept: competentiegericht onderwijs Het Wenckebach Instituut heeft als didactisch principe het Sociaal Constructivisme. Hierin staat
centraal dat leeractiviteiten gericht zijn op situatief leren, vereisen voorkennis vereisen, en dat er
aandacht is voor besef van eigen bekwaamheden en wordt er gebruik gemaakt van activerende
didactiek. De docent is veelal begeleider.
Het didactische concept van het curriculum van de Praktijkopleiders in de gezondheidszorg is
competentiegericht onderwijs. Dit sluit aan op het didactisch principe van het sociaal constructivisme
door in te zetten op het situatieve leren, gebruik maken van de voorkennis en werken met
activerende didactiek.
Beroepscompetenties zijn een combinatie van kennis, inzicht, vaardigheden, motivatie, houding en
persoonskenmerken die nodig zijn om effectief te handelen in een beroepssituatie (Oldenburger,
2012). Binnen deze omschrijving van beroepscompetenties vallen ook competenties om als
professional in een organisatie te kunnen samenwerken met anderen.
De competenties in het curriculum zijn gebaseerd op de activiteiten die de praktijkopleider in haar
eigen praktijksituatie verricht.
De competenties worden getoetst. Dit gebeurt door het beoordelen van een micropresentatie,
filmopdracht over communicatieve vaardigheden, reflecties op de praktijkervaring van de
behandelde onderwerpen (het portfolio), de eindopdracht en tenslotte de eindpresentatie.
Het portfolio wordt ingezet als ondersteunend en beoordelend instrument bij competentiegericht
leren. Daarbij zijn in de literatuur een aantal uitgangspunten beschreven (Elsen, 2004):
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
14
- de lerende is eigenaar van het portfolio
- het portfolio is toegankelijk voor de docent
- functie van het portfolio als beoordelingsinstrument sluit aan bij de onderwijsvisie van
competentiegericht leren
- werken in het portfolio moet voor alle studenten op een eenvoudige manier te
bewerkstelligen zijn
In de opleiding betekent dit dat de student de reflecties op de gemaakte ervaringen verzameld in een
document (het portfolio) de docent beoordeeld op het gebruik van een reflectiemethode en
aanwezigheid van de vereiste onderdelen.
Didactische modellen: Miller, Van den Akker en de breinprincipes Het didactisch model voor de gehele module van de bijeenkomsten, is de Piramide
competentieniveaus (Miller, 1990).
figuur 1, Piramide competentieniveaus (Miller, 1990)
Het doel van de piramide is het onderscheiden van niveaus in de beroepsbekwaamheid.
Onderliggende niveaus vormen steeds het fundament voor de bovenliggende laag.
Het onderliggende niveau knows wordt gevormd door de kennis die nodig is voor de functie van
praktijkopleider. Dit komt in de opleiding terug in de te bestuderen literatuur en de lessen van de
(gast)docenten.
Op het volgende niveau Knows how gaat het erom of de student weet hoe hij de kennis moet
gebruiken bij het uitvoeren van taken. Dit niveau komt terug in de discussievormen en werkvormen
(of rollenspelen en groepsopdrachten tijdens de lessen).
Op het derde niveau Shows how moet de student laten zien dat hij kan handelen in een
gesimuleerde situatie. Het gaat om kennis en handelen. Dit is in de opleiding terug te vinden in de
rollenspelen, de video opdracht en de micropresentaties.
Het bovenste niveau in de piramide Does, betreft het zelfstandig handelen in de complexe praktijk
van alledag. Daarbij wordt een beroep gedaan op een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden,
houdingen en persoonlijke eigenschappen. Het leren en beoordelen op ‘Does’ niveau vindt dan ook
grotendeels in de beroepspraktijk plaats. In de opleiding zijn dit de reflectieverslagen die gemaakt
worden naar aanleiding van de beroepservaring, de afrondende opdracht en de presentatie van de
afdrondende opdracht.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
15
Voor de opbouw van de lessen wordt het curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003) gebruikt.
De kern van een les wordt doorgaans door de doelen en inhouden van het leren bepaald.
Veranderingen in die kern vragen meestal ook om wijzigingen in andere leerplanonderdelen. Een
verhelderende manier om dat te visualiseren is het zogenaamde curriculaire spinnenweb (Van den
Akker, 2003).
De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die elk een vraag over het (plannen van) leren door studenten betreffen. De visie vormt de centrale, verbindende schakel; de overige onderdelen (leerplanaspecten) zijn verbonden met die visie. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De metafoor van het spinnenweb onderstreept het kwetsbare karakter van een curriculum. Spinnenwebben zijn weliswaar enigszins flexibel maar dreigen toch te scheuren als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden meebewegen. Elk aspect van het curriculaire spinnenweg werpt een kernvraag op met betrekking tot het onderwijzen en leren van studenten:
Figuur 2, circulaire spinnenweb (Van den Akker, 2003)
In de opzet van de lessen en het lesprogramma is ook rekening gehouden met de breinprincipes en de ASOOO-benadering. Er wordt steeds meer bekend over de werking van de hersenen in combinatie met het (aan)leren van nieuwe dingen. Deze kennis wordt toegepast in de methodiek van ‘Brein Centraal Leren’ (www.bclinstituut.nl). Deze methodiek geeft door middel van zes breinprincipes en de ASOOO-benadering vorm aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten op gebied van de werking van de hersenen bij het leren.
Deze benadering geeft handvaten om de motivatie om te leren te vergroten. De drie elementen:
Autonomie, Status en een groei-mindset (Overtuiging Over Ontwikkelbaarheid) staan hierbij centraal
(G. Dirksen, 2015).
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
16
Figuur 3, de zes breinprincipes en de ASOOO benadering (www.bclinstituut.nl)
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
17
3. Het onderwijsprogramma Van de student wordt verondersteld dat zij in staat is de behandelde en behaalde competenties uit
een onderwijsbijeenkomst kan toepassen in de overige lessen van de opleiding. Daarnaast
verwachten wij dat de student in staat is de transfer naar de eigen werksetting te maken. Een
overzicht van de verschillende lesdagen en lesactiviteiten is te vinden in het moduleboek.
Duur van de opleiding
De opleidingsduur is 11 maand. De lessen vinden gemiddeld eens in de drie week plaats. De
opleiding bestaat uit 13 lesdagen. Een gehele lesdag bestaat uit gemiddeld 6,5 lesuren. Voor een
enkele lesdag gelden andere lesuren (zie planning).
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
18
4. Organisatie en uitvoering van de opleiding Het Wenckebach Instituut Onderwijs en Opleidingen (WIOO) is in 2019 ontstaan bij een
samenvoeging van het WI en het onderwijsinstituut van het UMCG. Het WIOO bestaat uit drie
domeinen, te weten: academische en medische vervolgopleidingen, zorgopleidingen en een leven
lang leren. De primaire taak van de school of nursing and health (SoNH) is ondersteuning bieden van
kennisinhoudelijke en onderwijskundige expertise, het leveren van facilitaire diensten en het
verzorgen van opleidingsactiviteiten in Noord-Oost Nederland. Overigens kunnen ook andere klanten
en studenten gebruik maken van de diensten en activiteiten van de SoNH.
Als tweede taak beschikt de SoHN over deskundige en bekwame docenten evenals de faciliteiten om
een breed aanbod van opleiding- en ontwikkelingsactiviteiten uit te voeren. De derde belangrijke
taak betreft de innovatie van opleidingen en overige leer- en ontwikkeltrajecten. Het uiteindelijke
doel van deze activiteiten is het optimaliseren van de patiëntenzorg en de overige (kern) taken van
verpleegkundigen en andere zorgprofessionals (visiedocument WI, 2014).
De opleiding Praktijkopleider in de Gezondheidszorg wordt verzorgd door het Studentenbureau
(SbU). Dit is een onderdeel van de SoNH, welke ondersteuning en uitvoering biedt aan veel
activiteiten op het gebied van opleiden. Deze activiteiten vinden plaats in verschillende fasen en
betreffende diverse aspecten van de huidige en toekomstige beroepsbeoefenaar. Het SbU is de
voordeur van het UMCG, gericht op het praktijk leren voor studenten.
Uitvoering van de opleiding Bij de organisatie en uitvoering van het onderwijs zijn diverse personen betrokken:
Opleidingscoördinator studentenbureau:
De opleidingscoördinator is eindverantwoordelijk voor de opleiding. Daarnaast is de
opleidingscoördinator leidinggevende van de coördinator en docent (praktijkdocent).
De coördinator/docent:
De coördinator is een praktijkdocent van het studenten bureau en is als coördinator
verantwoordelijk voor de planning, organisatie, voortgang en inhoud van de genoemde opleiding als
geheel. Daarnaast is de coördinator verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het curriculum. De
coördinator heeft in deze opleiding nog een tweede rol en dat is de rol van docent. Dit betekent dat
er een aantal onderdelen van het onderwijs door de docent worden verzorgd en dat zij contacten
onderhoudt, voor bespreekt en evalueert met de gastdocenten. Ze is voor de studenten een vast
aanspreekpunt gedurende de opleiding.
Gastdocenten:
Gastdocenten worden regelmatig ingezet tijdens het onderwijsprogramma. Deze gastdocenten zijn
inhoudsdeskundige op het specifieke onderdeel in het onderwijsprogramma.
Begeleiders praktijk:
Er wordt van de student verwacht dat ze op de afdeling een vaste begeleider zoekt die feedback kan
geven over de te reflecteren onderwerpen. Ook heeft de begeleider een rol in de eindopdracht, het
onderwerp moet worden goedgekeurd op relevantie voor de werkplek en er moet goedkeuring
komen voor de verspreiding van het eindproduct. De begeleider kan een leidinggevende of collega
zijn.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
19
Medewerker Cursusadministratie Wenckebach Instituut:
De medewerker van de cursusadministratie ondersteunt de coördinator/docent in alle voorkomende
organisatorische en administratieve werkzaamheden.
Contact Wenckebach Instituut Cursusadministratie:
Carla Koenes, (e) c.koenes@umcg.nl (t) 050-36 19208
Bij mutaties van persoonlijke gegevens wordt verzocht deze door te geven via bovenstaand e-mail adres.
Postadres:
UMCG, Wenckebach instituut
Huispostcode FC13
Zusterhuis Ingang 27, kamer 3.07
Postbus 30.001
9700 RB Groningen.
Coördinator/docent:
Rachèl Oziël , (e) r.t. oziel@umcg.nl, (t) 050-3612152
Docent:
Jojanneke van Schie, (e) j.van.schie@umcg.nl, (t) 050-3610463
Opleidingscoördinator:
Drs. Richard van Dijk, (e) r.van.dijk01@umcg.nl ,(t) 050-36186187
Manager School of Nursing and Health
Mw. Drs. Triny van der Ploeg-Juk, WIOO, (e) t.d.a.van.der.ploeg@umcg.nl, (t) 050-3611461
Het onderwijs Het lesrooster geeft inzicht in de lesdagen en lesactiviteiten (activiteiten behorende bij 1 van de
lesdagen). Het lesrooster/ planning is te vinden op de digitale leerwegomgeving van de opleiding,
genaamd Nestor (zie hst 5.1) De uitwerking van de lessen staan beschreven in het moduleboek.
Lestijden
lesdag: 9:00-12:00 & 13:00-16:30 halve lesdag: 9:00-13:00 Locatie
Het grootste gedeelte van het onderwijs wordt verzorgd in het Onderwijscentrum van het UMCG. De
lokalen van het Onderwijscentrum bevinden zich in het UMCG op de tweede etage, bereikbaar
vanuit de Winkelstraat. De lesdagen die niet plaatsvinden in het onderwijscentrum vinden plaats op
een overige locatie welke vermeldt staat op de planning (zie Nestor).
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
20
Aanwezigheidsverplichting
Van de studenten wordt een 90% aanwezigheid verwacht tijdens de lesdagen. Afwezigheid wordt
geregistreerd. Als studenten verhinderd zijn geven zij dit telefonisch of per e-mail door aan de
coördinator/docent van de opleiding: r.t. oziel@umcg.nl
Bronnenstudie
Bij elke lesdag hoort een overzicht van relevante bronnen, zoals literatuur. Deels is dit te vinden in de
uitgereikte boeken. Aanvullende literatuur wordt uitgereikt of verstrekt via Nestor. Een deel van de
aanbevolen bronnenstudie is expliciet aangeduid, bijvoorbeeld in pagina’s te lezen tekst. Op andere
momenten wordt verwezen naar één of meerdere bronnen. In dat geval wordt ervan uitgegaan dat
studenten zelf keuzes (kunnen) maken welke bronnenstudie wenselijk is. Dit is bijvoorbeeld
afhankelijk van de voorkennis, gewenste verdieping of specifieke opleiding. Leidend hierbij zijn de
doelstellingen in de betreffende bijeenkomst.
Deelname aan de lesdagen kan alleen het gewenste resultaat hebben als er sprake is van een goede
voorbereiding van de lessen.
Gedurende het programma kunnen nieuwe (recente) bronnen bekend worden gemaakt. Met enige
regelmaat wordt verwezen naar internetadressen. Het is verplicht om gedurende de opleiding een
computer met internetverbinding beschikbaar te hebben (zie minimale eisen, zie verder in deze
gids). Bronnenstudie vraagt om een tijdsinvestering die per student kan variëren. Dit vraagt dus om
een persoonlijke planning. Studenten kunnen zo nodig overleg plegen met de docent.
Studievaardigheden
Van de student worden een aantal aanwezige basiscompetenties gevraagd zoals:
- een passende studieplanning kunnen maken;
- tijd vrij kunnen maken voor de studie;
- de vertaling kunnen maken naar de eigen werksituatie;
- ondersteuning kunnen vragen bij problemen.
Omdat studenten hun eigen studieproces bewaken wordt van hen initiatief verwacht om, waar
nodig, anderen te raadplegen. Tijdig “aan de bel trekken” en in overleg een passende oplossing
zoeken kan voorkomen dat problemen – onnodig - blijven bestaan en het studieproces negatief
beïnvloeden.
Studie Belastings Uren (SBU)
De totale zelfstudietijd, naast de lessen, bedraagt gemiddeld 424 uur.
Per les is er een gemiddelde studiebelasting van 6 uren. Waarbij voor de eindopdracht nog 24 uren
extra zijn opgenomen. 1 SBU komt gemiddeld overeen met 8 pagina’s studiemateriaal lezen.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
21
5. Voorzieningen Nestor, de digitale leeromgeving
Na inschrijving voor de opleiding heeft iedere student een persoonlijk Wenckebach account. Deze geeft toegang tot de digitale leeromgeving genaamd Nestor. In de digitale leeromgeving van de student staat al het lesmateriaal, worden mededelingen geplaatst en worden wijzigingen doorgegeven. Wij raden aan het e-mail adres tijdens de opleiding niet te wijzigen. Mocht dit wel gebeuren, dan kan deze gewijzigd worden in het eigen Wenckebach account. Problemen met de bereikbaarheid van de digitale leeromgeving kunt u melden aan: (e) helpdesk@wenckebach.umcg.nl (t) 050 36 15600.
Studiemateriaal en ICT-hulpmiddelen
Boekenlijst, modulemateriaal en aanvullende literatuur (reader), presentaties (hand outs) etc. worden geplaatst op de Nestoromgeving van de student. Het WI stelt dat de student gedurende de opleiding een PC of laptop met internetverbinding ter beschikking moet hebben.
Bereikbaarheid en parkeren
De meest actuele informatie is te vinden op de website van het Wenckebach Instituut.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
22
6. Toetsing Gedurende de periode dat de student in opleiding is zullen er regelmatig beoordelingen
plaatsvinden. Er wordt onderscheid gemaakt in summatieve beoordelingen en formatieve
beoordelingen. Een summatieve beoordeling is een beoordeling die aangeeft of een beoordeling
(on)voldoende is. Een formatieve beoordeling is een voortgangsbeoordeling met als doel feedback
aan de student te geven over zijn niveau ten opzichte van de doelstellingen. Door deze feedback
weet de student of hij wel of niet de gestelde competenties op een voldoende niveau beheerst en
als dit niet het geval is op welke terreinen hij of zij deficiënties heeft. In onderstaand beoordelingplan
wordt aangegeven welke momenten summatief zijn en welke formatief.
Beoordelingsvorm Summatief of
formatief
Behorende bij de rol
Niveau van
Miller
Voorbereidende
opdrachten
formatief Vakbekwaamheid Weet/ weet hoe
Video opdracht
communicatieve
vaardigheden
formatief Communicatie en Samenwerken Laten zien/ doet
Micropresentaties
didactiek
formatief Kennis ontwikkelen en delen Weet hoe/ Laten
zien
Peer assessment
afrondende opdracht
formatief vakbekwaamheid doet
Afrondende opdracht summatief Organisatie en professionaliteit en
maatschappelijke verantwoording
Laten zien/doet
Presentatie
afrondende opdracht
formatief Kennis ontwikkelen en delen doet
Portfolio summatief en
formatief
professionaliteit Laten zien
Toetsvormen Om na te gaan hoe ver een student is in zijn ontwikkeling tot een competente beroepsbeoefenaar
wordt een variëteit aan toetsvormen aangeboden die aansluiten op de leerdoelen. Hiermee wordt
beoogd dat er voor de uiteindelijke beoordeling meer informatie uit verschillende bronnen voor
handen is wat een beeld oplevert van de mate van beheersing van de stof en de vordering van
competenties. Gedurende op opleiding zal er regelmatig, zowel in de theorie als in de praktijk
toetsen plaatsvinden. De volgende toetsvormen worden onderscheiden binnen de opleiding.
Voorbereidende opdrachten
Voorbereidende opdrachten worden in de eigen beroepspraktijk of in de eigen tijd uitgevoerd en
hebben de functie de student voorkennis te geven voor de les.
Video opdracht communicatieve vaardigheden
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
23
Feedback op een in de praktijk opgenomen videofragment van de ontwikkelde communicatieve
vaardigheden zal de afsluiting zijn van het onderdeel communicatieve vaardigheden en coachen. De
aanwezigheid van de video en de ontwikkeling van de student staat bij de beoordeling centraal.
Micropresentaties
Tijdens de eerste les van didactiek wordt aandacht besteed aan het presenteren voor een groep en het opbouwen van een goede presentatie. In de tweede les gaat elke student een korte presentatie verzorgen waarna zij feedback krijgt op de presentatie van de medestudenten en de docente. Peer assessment afrondende opdracht
Het concept van de afdrondende opdracht is besproken met de docenten en de benodigde aanpassingen zijn gedaan door de student. Voor het inleveren van het definitieve document wordt de opdracht eerst naar een medestudent gestuurd (ookwel peer genoemd). Alle studenten beoordelen op deze wijze een opdracht van een medestudent aan de hand van het beoordelingsformulier behorende bij de vorm van de eindopdracht. Afrondende opdracht
De eindopdracht staat in het teken van innovatie en kwaliteit. In samenspraak met de praktijk en de
opleiding kiest de student haar eindopdracht. Deze opdracht wordt beoordeeld door de
coördinator/docent en een collega docent.
Voor keuzemogelijkheden en beoordelingscriteria wordt verwezen naar het betreffende module
eindopdracht. De opdracht moet met een voldoende worden beoordeeld op de vereiste onderdelen.
De kwaliteit van de opdracht is formatief. Dit houdt in dat als de vereiste onderdelen aanwezig zijn
de student de eindopdracht heeft behaald. Daarnaast worden bij het toesturen van de beoordeling
de sterke punten van de opdracht benoemd en worden tips voor verbetering meegegeven. Dit
gedeelte van de beoordeling is formatief. Er bestaat de mogelijkheid tot herkansen. Bij opnieuw
onvoldoende resultaat rond de student de opleiding af zonder diploma, maar met een bewijs van
deelname voor de gevolgde lessen.
Portfolio De student moet zelf een digitaal portfolio bijhouden. Dit mag een Word document zijn, een
PowerPoint document of een andere digitale vorm. Een voorbeeld hiervan inclusief de noodzakelijk
aanwezige onderdelen is te vinden op de Nestor omgeving van de opleiding. Belangrijk is dat er 5
reflecties verzameld moeten worden, deze worden op gebruik van een zelf gekozen methodiek en op
aanwezigheid van de reflecties en de overige gestelde onderdelen beoordeeld. Er moeten 3 reflecties
worden gemaakt op 3 zelfgekozen onderwerpen van de opleiding, er komt een reflectie van de video
opdracht en er moet een reflectie gemaakt worden over het proces van de eindopdracht. De student
is vrij om overige voor haar relevante informatie toe te voegen in het eigen portfolio.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
24
7. De praktijkcomponent De beroepspraktijk is een belangrijk middel en voorwaarde om competenties te verwerven. Zoals al
eerder beschreven sluiten het onderwijsprogramma en de praktijk op elkaar aan. Studenten zullen
zelf bepalen hoe het geleerde tijdens de lessen verder toegepast kan worden in de praktijk.
Andersom kan (oefening op) de eigen setting een goede voorbereiding vormen voor bepaalde les.
De student
De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces. In het kader hiervan pleegt ze overleg met
collega’s om werkzaamheden goed te laten aansluiten bij het leerproces. Dit geldt ook voor het
inplannen van het uitvoeren van opdrachten uit het onderwijsprogramma. De student bezit een hoge
mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van haar eigen leerproces en de
uitoefening van haar functie.
Begeleider praktijk
De begeleider is een leidinggevende of collega. Hij of zij geeft begeleiding door middel van een
samenwerkingsrelatie met de student.
Hier wordt vorm aangegeven door:
- de student te ondersteunen door feedback te geven op zijn reflecties en de voortgang te
bespreken
- als aanspreekpunt beschikbaar te zijn
- leermogelijkheden te zoeken en samen met de student te creëren
- goedkeuring geven voor het onderwerp voor de eindopdracht
- goedkeuring geven voor het product van de eindopdracht en toestemming voor
verspreiding. De begeleider heeft geen beoordelende rol maar toetst het product op
waarheid gezien vanuit de werksetting
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
25
8. Vrijstellingenbeleid Toelatingsvoorwaarden
De opleiding is bedoeld voor praktijkopleiders in de gezondheidszorg. Ook voor werkbegeleiders in
de gezondheidszorg die een functie van praktijkopleider ambiëren is deze opleiding toegankelijk.
Daarnaast is de student in het bezit van het diploma van één van de volgende opleidingen:
- verpleegkundige, mbo of hbo;
- welzijnszorg, mbo of hbo;
- operatieassistent;
- anesthesiemedewerker;
- radiologisch laborant of MBRT.
Tevens is de student al minimaal één jaar werkzaam in de zorg, heeft ze onderwijs in haar
takenpakket en beschikt ze over faciliteiten om praktijkopdrachten uit te voeren.
Vrijstelling
Vrijstelling voor de lessen, beoordelingsmomenten of eindopdracht is in principe niet mogelijk.
Slechts in uitzonderlijke gevallen is dit bespreekbaar met de coördinator. De coördinator kan samen
met de opleidingscoördinator beslissen over de hantering van vrijstelling.
Inschrijving
Inschrijving vindt plaats door het invullen van een digitaal inschrijfformulier op de website van het
Wenckebach Instituut. Daarvoor is het noodzakelijk een Wenckebach account aan te maken.
Inschrijving betekent niet automatisch plaatsing in de cursus.
Afsluiting van de opleiding
Een student rond de studie af als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de video opdracht is met een voldoende resultaat beoordeeld;
- de eindopdracht is met een voldoende resultaat beoordeeld;
- de eindpresentatie is met een voldoende resultaat beoordeeld;
- het portfolio van de student voldoet aan de voorwaarden;
- minimaal 90% van de lesuren is bijgewoond.
De lessen moeten binnen de duur van de opleiding bijgewoond worden. Indien de afrondende
opdracht niet binnen de opleidingsduur afgerond kan worden, kan een maximale verlenging van 12
maand voor dit onderdeel van de opleiding, worden aangevraagd bij de coördinator/docent.
Wanneer de student aan de afsluitende voorwaarden heeft voldaan ontvangt zij een officieel
certificaat van het Wenckebach Instituut. Bij onvoldoende resultaat kan een bewijs van deelname
verstrekt worden voor de bijgewoonde onderdelen.
Beëindiging van de opleiding
De volledige opleiding duurt 11 maanden. Tussentijdse beëindiging is mogelijk als:
- de student daar zelf om verzoekt
- de student niet deelneemt aan de beoordelingsmomenten
- bij afwezigheid van meer dan 10%, zonder overleg met de coördinator
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
26
9. Examenreglement Onregelmatigheden
Indien een student zich ten aanzien van enig onderdeel van een beoordeling aan enige onregel-
matigheid heeft schuldig gemaakt, kan de opleidingscoördinator bepalen dat de betrokken student
de beoordeling slechts kan worden gegeven na een hernieuwd beoordelingsmomenten de door de
coördinator/docent aan te wijzen onderdelen en op een door hem/haar te bepalen wijze.
Indien de onregelmatigheid na afloop van een beoordeling wordt ontdekt, kan de
opleidingscoördinator bepalen dat de betrokken student de beoordeling slechts kan worden gegeven
na een hernieuwd beoordelingsmoment in de door de opleidingscoördinator aan te wijzen
onderdelen en op een door hem/haar te bepalen wijze.
Alvorens een beslissing als gevolg van het eerste of tweede lid te nemen, hoort de
opleidingscoördinator de betrokken student en docent. De opleidingscoördinator deelt zijn beslissing
onverwijld mede aan de student, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk.
De opleidingscoördinator maakt van zijn beslissing en van de feiten waarop deze steunt, een rapport
op dat hij terstond aan student en de betreffende werkgever zendt.
Bij fraude wordt de opleiding beëindigd.
Bewaring
Het opleidingsinstituut bewaart het beoordeelde schriftelijke werk, opdrachten en verslagen
gedurende 12 maanden na bekendmaking van de uitslag.
Geldigheidsduur
De geldigheid van een afgelegd beoordelingsmoment , in welke vorm dan ook, vervalt 3 jaar na de
datum van de beoordeling.
Bezwaar
Indien een student van oordeel is dat de beoordeling onredelijk is, kan hij bezwaar aantekenen bij de
opleidingscoördinator van betreffende opleiding binnen een termijn van 30 werkdagen na
bekendmaking van de uitslag een beoordeling. De opleidingscoördinator onderzoekt of het bezwaar
gegrond is en maakt binnen een week zijn oordeel aan de student bekend.
Indien de student niet akkoord gaat met het genoemde oordeel, kan hij zich schriftelijk en met
redenen omkleed, richten tot de geschillencommissie van het WI. Deze commissie deelt de student
en de opleidingscoördinator binnen twee weken zijn besluit mee.
Accreditatie
De opleiding is geaccrediteerd door het kwaliteitsregister V&V met 80 punten en geaccrediteerd voor
het kwaliteitsregister voor de MBRT medewerkers. Overige accreditaties kunnen aangevraagd
worden via het secretariaat van het studentenbureau.
Kosten
Deelname aan de opleiding kost 2.730,- euro per persoon, inclusief boeken. Voor UMCG medewerkers worden de deelnamekosten ad EUR. 2.730,- gefinancierd uit het stagefonds. De inschrijf- en verletkosten worden achteraf 100% vergoed aan de afdeling.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
27
Groepsgrootte
Deelname aan de opleiding is aan een minimum van 10 en een maximum van aantal van 15 cursisten
gebonden. Inschrijving vindt plaats op volgorde van binnenkomst.
Onvoorzien
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet en waar omtrent een onmiddellijke beslissing
noodzakelijk is, beslist de opleidingscoördinator.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
28
10. Begripsbepalingen
competenties Competenties beschrijven separaat van elkaar alle kennisgebieden,
vaardigheden en attitudes die afgestudeerden dienen te beheersen. De
formuleringen van competenties zijn richtinggevend voor de opbouw van een
curriculum. De competenties zijn afgeleid van een functieprofiel.
Leerdoelen In de vakliteratuur komt men termen als outcomes, targets, doelstellingen,
leerresultaten tegen die samen te vatten zijn onder één begrip: leerdoel. Een
leerdoel beschrijft concreet wat een student na afronding van een les, cursus,
leergang of opleiding moet ‘kennen’ en ‘kunnen’. Leerdoelen helpen de docent
bij de selectie van leermethoden, het structureren van de inhoud en het meten
van de voortgangs- en eindresultaten. Voor de student maken leerdoelen
inzichtelijk wat er van hem wordt verwacht, het helpt hem bij de
studieplanning en vormgeving van persoonlijke doelen.
Module Een module is een hoeveelheid leerstof die in een bepaalde tijd wordt
onderwezen. Een module vormt dus een onderwijsleereenheid met een aantal
specifieke kenmerken:
Een module is altijd een samenhangend deel van de leerstof. Verschillende
vakken zijn naast elkaar geprogrammeerd vanuit een inhoudelijke samenhang.
Een module omvat zowel een presentatie (via colleges, boeken, readers, etc.)
als verwerking (via zelfstudie, groepswerk, e-learning, practica, etc.).
Een module is flexibel programmeerbaar in het systeem waarvan het een
onderdeel is (voorbeeld- of keuzemodule, is op andere plaats in het
programma in te roosteren, door andere doelgroepen te gebruiken of is door
het zelfstudiekarakter op een willekeurig tijdstip te volgen).
Een module is een afgerond toetsbaar geheel.
Praktijkopleider in de gezondheidszorg Studiegids 2019/2021 Wenckebach Instituut SoNH
29
Bronverwijzing Akker, van den, J.J.H. (2003). Curriculum perspectives: an introduction. Dordrecht: Kluwer Academic
Publishers.
Elsen, van, E., e.a. (2004). Praktische gids competentie gericht leren, begeleiden en beoordelen in het
vmbo. Esloo onderwijsgroep. Northgo Vollege, Vitogroep en Rovict b.v.
Dirksen, G., Boer, de, M. (2014). Breindidactiek. Synaps.
Oldenburger, I., Roelevink, M. (2010). Begrippenkader Wenckebach Instituut. Wenckebach UCMG.
Miller, G.E. (1990). The assessment of clinical skills/competence, performance. Academic Medicine,
65(9).
UMCG (2015). Studiegids acute zorg. Geraadpleegd van intranet. G:\SoNH\algemeen\Acute zorg
\faciliteiten\studiegids
UMCG (2015). Studiegids opleiding oncologie. Geraadpleegd van intranet.
G:\SoNH\algemeen\opleiding oncologie \faciliteiten\studiegids
UMCG (2014). Visie Wenckebach Instituut SoNH. Geraadpleegd van intranet 24 nov. 2015.
G:\SoNH\algemeen\beleid\visie op onderwijs SoNH.