van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie...

52

Transcript of van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie...

Page 1: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

van a tot zorg

2011

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 1 7/06/12 18:38

Page 2: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Voorwoord 3 beleid 4

Van A tot Zorg 5zorg 6

Award klantvriendelijkheid uitgereikt aan het geriatrisch dagziekenhuis 7Een nieuwe toepassing voor de patiëntenadministratie 8Identificatiebandje verhoogt de patiëntveiligheid 9Nutritionele zorg 10Innovatie in de patiëntenzorg 12Van medicatie-eiland naar medicatie-zorgpunt 14 Anesthesiologen optimaliseren de chirurgische omstandigheden bij laparoscopie 16 Pediatrie 18Het diabetesteam voor kinderen en adolescenten 19De moderne plastische chirurgie 20Handchirurgie anno 2012 22 Algemeen inwendige ziekten en infectieziekten 24Obesity Hypoventilation Syndrome 26 De nieuwe wereld van (vasculaire) interventies 27

projecten 30 Nieuwe bewegwijzering 31 Een vernieuwd of nieuw verloskwartier? 32Vernieuwing van de noodstroomvoorziening en hoogspanningspost 33

netwerk 34 Het PITplus project in de Brugse regio 35 De zorg voor ons geheugen 36Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg 38Met het juiste hoortoestel of implant, “hoor” je er zo weer bij! 40Neurochirurgisch centrum Noord-West-Vlaanderen 43Optimale cardiale zorg voor elke patiënt 44VATS lobectomie 46

zorg in cijfers 47

inhoud

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 2 7/06/12 18:38

Page 3: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Het ziekenhuis stelt met enige fi erheid opnieuw zijn jaarverslag

voor. Ditmaal hebben we ervoor geopteerd om u een reeks

van korte artikels aan te bieden die een staalkaart zijn van

onze werking. Een primeur is dat het jaarverslag nu ook een

online versie heeft. U zal ervaren dat er in 2011 weer heel wat

gerealiseerd werd en dit in alle domeinen: van de zorg tot de

zorgondersteuning. Het ziekenhuis bruist van activiteit door de

blijvende inzet van zijn artsen en medewerkers, wat we graag

onderstrepen. Mijn oprechte dank aan iedereen die zich elke

dag engageert voor onze patiënten, en dit in niet altijd even

makkelijke omstandigheden.

We worden overspoeld door berichten over de economische

crisis. De beelden van Griekenland met lange wachtrijen voor

gratis voedselbedeling staan in ons geheugen gegrift. Het

Europa van vandaag dient bekommerd te zijn om haar burgers.

Schrijnende situaties zoals we die nu te zien krijgen in wat één

van onze favoriete vakantiebestemmingen is en de bakermat

van onze cultuur, zijn een moderne maatschappij onwaardig.

In tijden van crisis is en blijft de zorg een noodzakelijke

behoefte waarin we als maatschappij moeten investeren, en dit

vooral in mensen die zich willen engageren voor onze sector.

Ik wil dan ook graag van deze gelegenheid gebruikmaken

om onze beleidsmakers erop te wijzen dat blind besparen op

de ‘zorgende handen’ een verkeerd signaal zou zijn. Bij deze

een pleidooi om met positieve toewijding om te springen met

iedereen die zich permanent inzet voor het welzijn van ons

allemaal. Het accent moet liggen op de kern van het zieken-

huis: de patiënt. Wanneer er dan toch bespaard moet worden,

laten we dit doen op de toenemende administratieve last die

ons exponentieel wordt opgelegd. Als ziekenhuis worden we

vandaag overspoeld met vragen tot registratie, notulering en

rapportering. Artsen en medewerkers moeten binnen een

kader van een correct kwaliteitsbeleid kunnen functioneren met

een minimum aan administratieve overlast. We hebben een

geschiedenis van volledige vrijheid van zorgomkadering met

een onbeperkte toegang tot diagnostische en therapeutische

methodes. Uiteraard is dit niet houdbaar en moeten er keuzes

gemaakt worden. Een correcte verdeling van de middelen die

een maatschappij wil besteden aan zieken en zorgbehoeven-

den vergt gedocumenteerde, geregistreerde en gecontroleerde

activiteiten. Doch op vandaag dreigt de balans over te slaan

naar het andere uiterste: een “registritis” en “administratitis”

waarbij men de kernopdracht dreigt uit het oog te verliezen.

Artsen en ziekenhuismedewerkers moeten zich kunnen

concentreren op hun zorg- en zorgondersteunende taken: alle

handen aan en rond het bed van de patiënt! Dit alles met de

onmisbare steun van onze technische, logistieke, administra-

tieve en facilitaire diensten.

Hans Rigauts

Algemeen directeur

voorwoord

3inhoud • voorwoord

Meer details in het online jaarverslag

www.vanatotzorg.be

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 3 7/06/12 18:38

Page 4: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

beleid

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 4 7/06/12 18:38

Page 5: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-

visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we

strategische denkoefeningen met een afvaardiging van alle

medewerkers uit onze organisatie: artsen, verpleegkundigen,

paramedici, apothekers, psychologen, bedienden, technici,

ingenieurs en arbeiders. Het geheel werd ten volle gedragen en

ondersteund door onze bestuurders die mee betrokken werden

in dit proces. Dit leidde tot de opmaak van een ziekenhuisvisie

en -missie met als kernzin “innovatieve referentiezorg voor

iedereen”. We zijn fi er op deze kernzin en toetsen hieraan op

vandaag alle ziekenhuisinitiatieven. Het ziekenhuis wil kwali-

tatief de best mogelijke zorg aanbieden en een referentie in

de regio zijn. Dit alles toegankelijk voor elke patiënt ongeacht

overtuiging, geaardheid of fi nanciële draagkracht. Om dit te

blijven realiseren moeten er keuzes gemaakt worden. Deze

keuzes willen we in 2012 opnieuw samen maken met strate-

gische denkgroepen uit alle geledingen van het ziekenhuis en

met een vertegenwoordiging van al onze campussen. In een

eerste fase zullen we nagaan of we de vijf strategische doelstel-

lingen die we vier jaar geleden samen vooropstelden, hebben

waargemaakt. En zoniet, hoe we dit nog kunnen bijsturen. Deze

doelstellingen waren: een kwaliteitsvolle en innovatieve zorg

garanderen en verder uitbouwen; klantvriendelijkheid, bejege-

ning en patiëntgerichtheid verbeteren; processen afstemmen

op de noden van de patiënt en de patiëntveiligheid garanderen;

het stimuleren van multi- en interdisciplinaire samenwerking;

een modern HRM-beleid. In een tweede fase zullen de keuzes

en beleidsopties voor de volgende vijf jaar vastgelegd worden.

Door ons beleid, onze strategie en onze werking te evalueren

en bij te sturen in samenspraak met de medewerkers willen we

de organisatiebetrokkenheid verankeren. De doelstelling is dat

onze medewerkers zich goed voelen en zich identifi ceren met

de organisatie wat leidt tot een positieve werksfeer.

Voor 2012 willen we bovendien de drie campussen verder

op elkaar afstemmen door de samenwerking van de dien-

sten verder te faciliteren over de grenzen van de campussen

heen. Ondertussen werd er al een weg afgelegd en groeit het

vertrouwen binnen de fusie-entiteit. De fase van kennismaken

en aftasten is voorbij en kan plaatsmaken voor verankering en

vertrouwen. Dit alles in een respectvolle samenwerking met de

ons omgevende ziekenhuizen. Ook hier werden er ondertussen

al een aantal samenwerkingsprojecten gerealiseerd en opge-

maakt. De initiële frons van de wenkbrauw bij de omgevende

ziekenhuizen na de aankondiging van de fusie van het AZ

Sint-Jan met het Henri Serruys ziekenhuis maakt plaats voor een

vertrouwensvolle knipoog. Elke campus binnen de fusie-entiteit

zal zich verder kunnen profi leren en ontwikkelen. Verdere

samenwerkingsverbanden met onder andere onze partners in

de Brugse en Oostendse regio zullen ondersteund worden en dit

met respect voor ieders eigenheid, identiteit en activiteit.

Tot slot kunnen we het huidige economische klimaat niet

negeren. Een uitdaging voor 2012 is het optimaliseren van onze

kostenstructuur en dit op alle niveaus. Zoals in mijn inleidende

tekst verwoord, willen we de overhead aan administratieve last

verminderen zonder te raken aan de kernactiviteit. Bij dit alles

hebben we evenwel de steun van onze beleidsmakers nodig.

Van A tot Zorg

Hans Rigauts

Algemeen directeur

Door ons beleid, onze strategie en onze werking te evalueren en bij te sturen ­ in samenspraak met de medewerkers ­ willen we de organisatiebetrokkenheid verankeren.

5beleid

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 5 7/06/12 18:39

Page 6: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 6 7/06/12 18:39

Page 7: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

acties zijn in dit verband te situeren. Er worden o.a. specifi eke

trainingen georganiseerd rond klantvriendelijkheid. Hierin

worden handvaten aangereikt om ook in moeilijke situaties

klantvriendelijk te blijven. Er wordt gerefl ecteerd over de dag-

dagelijkse praktijk vanuit het perspectief van de patiënt.

Er wordt gezocht naar verbeterpunten, zowel individueel als

in groep. Diverse teams volgden al het trainingstraject.

De teams die in hun dienst extra inspanningen leveren met het

oog op het verhogen van de klantvriendelijkheid, krijgen een

extra duwtje in de rug vanwege de directie van het ziekenhuis.

De organisatie drukt haar waardering uit voor diensten die

actiepunten uitwerken hieromtrent door het uitreiken van een

award “klantvriendelijkheid, de kroon op de zorg”. In 2011

werd deze voor het eerst uitgereikt, als stimulans voor zorgver-

lenende teams voor het nemen van initiatieven die een belang-

rijk positief verschil maken in de beleving van de patiënten.

In 2011 heeft het geriatrisch dagziekenhuis revalidatie op de

campus SFX een actieplan opgemaakt waarin ze rond discretie

en privacy werkten. Dit jaarwerkpunt werd geconcretiseerd

in twaalf werkpunten die iedere maand op allerlei manieren

onder de aandacht gebracht werden met als doel het gedrag

van medewerkers te optimaliseren. Alle teamleden onder-

schreven dit jaaractieplan door symbolisch hun namen op de

engagements verklaring te schrijven. Deze verklaring hing uit

op een zichtbare plaats zowel voor de medewerkers als voor

de patiënten. In de personeelskrant van het ziekenhuis ver-

scheen een uitgebreid artikel waarin de leidinggevende van

het geriatrisch dagziekenhuis revalidatie van de campus

SFX uiteenzette hoe ze als leidinggevende de medewerkers

motiveert en hoe ze samen met haar team het werkpunt in de

praktijk brengt. Hopelijk inspireert dit ook vele andere leiding-

gevenden, want zij spelen hierin een sleutelrol.

Op het einde van het jaar werd de award “klantvriendelijkheid,

de kroon op de zorg” door de algemeen directeur plechtig over-

handigd aan het team. Op deze manier wil de directie de mede-

werkers en de diensten die gezamenlijk inspanningen doen om

hun klantvriendelijkheid te verhogen, extra stimuleren.

Award uitgereikt aan het geriatrisch dagziekenhuis revalidatie op de campus SFX

Het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV neemt sinds enkele jaren

initiatieven om de klantvriendelijke attitude van medewerkers

te bevorderen. Het stimuleren van de patiëntvriendelijkheid

werd enkele jaren geleden als een van de vijf strategische

doelstellingen van het ziekenhuis aangeduid. Verschillende

Jane Vanhaute

Stafmedewerker zorg

Campus Sint­Jan

Klantvriendelijkheid, de kroon op de zorg.

7zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 7 7/06/12 18:39

Page 8: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Een nieuwe toepassing voor de patiëntenadministratie

Door de overschakeling naar de toepassing Nieuwe patiënten­

administratie (Npadm) op de campussen Sint­Jan en SFX,

maken alle campussen nu gebruik van hetzelfde ziekenhuis­

informatiesysteem voor wat betreft de patiëntenadministratie.

Inge Demeyer

Hoofd onthaal

Campus Sint­Jan

De campus Henri Serruys gebruikte de Npadm al een paar jaar.

De integratie is van groot belang in het totale ICT-fusieproject.

De overschakeling naar Npadm heeft een grote impact op het

gehele ziekenhuis, vandaar dat de voorbereiding en al een jaar

eerder gestart werden. Om de overgang te doen slagen was

een duidelijke risicoanalyse en een gestructureerd inzicht in

het totale businessproces noodzakelijk. Van bij de start werd

het einddoel (de ICT-fusie) en het kader (de specifieke noden

in Sint-Jan met heel veel decentrale administratieve toepassin-

gen) duidelijk voor ogen gehouden zodat beslissingen snel en

gemotiveerd konden genomen worden. Dankzij de samenwer-

king tussen de verschillende disciplines binnen ons ziekenhuis

zijn wij erin geslaagd de nieuwe toepassing vlot te integreren

en uit te rollen.

De nieuwe toepassing Npadm omvat de elektronische registra-

tie van de gegevens van de patiënt in al haar facetten: naast de

patiëntgegevens houdt het pakket ook de dossiergegevens bij.

De toepassing vormt de administratieve basis voor een belang-

rijk aantal processen rond de zorgverlening in het ziekenhuis.

Het administratieve proces omvat o.a. het beheer van de patiënt

zoals contactgegevens, adres, telefoonnummers, rijksregister-

nummer, geboorteplaats, burgerlijke stand, alsook de zieken-

fondsgegevens, oplegregeling, … Bij creatie en identificatie

van de patiënt wordt er maximale aandacht besteed aan de

correctheid van de gegevens. Via het inlezen van de elektroni-

sche identiteitskaart wordt het risico op identificatiefouten sterk

beperkt, wat natuurlijk de patiëntveiligheid ten goede komt.

Het zorgproces wordt administratief ondersteund door de

registratie van de opname- en consultatiegegevens. Het dossier

omvat naast prestaties, algemene en vervoerskosten, opname-

en ontslagparameters ook gegevens over wie zal instaan voor

de betaling van het dossier. Het registreren en aanmaken van

de patiëntendossiers, en dit zowel voor consultaties, daghospi-

talisaties, spoedgevallen, … gebeurt op een zeer gebruiksvrien-

delijke en praktijkgerichte manier. De nodige rapportering is ook

voorzien zoals diverse overzichtslijsten, foutenlijsten, documen-

ten en elektronische uitwisseling.

Om de wachttijden bij een geplande opname tot een minimum

te beperken werken we voortaan met “vooropnames”. Hierdoor

kan de administratieve afwikkeling van de opname al zoveel

mogelijk voorbereid worden, zodat op de opnamedag zelf de

administratieve afhandeling tot een minimum beperkt wordt.

Hierdoor kunnen we op een patiëntvriendelijke en kwaliteits-

volle manier de opname registratie afhandelen.

Npadm, het nieuwe programma voor de patiëntenadministratie werd in oktober 2011 in gebruik genomen.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 8 7/06/12 18:39

Page 9: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

De veiligheid verhoogt door de patiënt en zijn familie

informatief en actief te betrekken in het zorgproces.

Veiligheid voor allesIedere patiënt heeft recht op kwalitatieve en veilige zorg. Het

belang van de aandacht voor kwaliteit in de gezondheidszorg,

bleek uit een aantal ophefmakende studies. Sindsdien gaat

terecht meer aandacht naar de patiëntveiligheid. Zo zijn er heel

wat “modellen” ontwikkeld die patiëntveiligheid omschrijven

en die het belang ervan weergeven. Andere modellen geven

aan hoe onveiligheid kan ontstaan. Niet enkel in België maar

in alle westerse landen groeiden de initiatieven om de patiënt-

veiligheid te verbeteren.

Het is de intentie van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV om

kwaliteitsvolle zorg te garanderen en verder uit te bouwen,

dit werd dan ook opgenomen in het strategisch beleidsplan.

Verschillende projecten binnen het ziekenhuis brengen kwaliteit

blijvend onder de aandacht en stimuleren de medewerkers

iedere dag weer om hun zorgverlening verder te optimaliseren.

Een recent voorbeeld hiervan is dat in 2011 alle patiënten die

worden opgenomen, gepland of via de dienst spoedgevallen,

bij de inschrijving een identifi catiebandje met naam en barcode

om de arm krijgen. De barcode bevat het patiëntnummer en het

dossiernummer. Zo vergemakkelijken we een correcte identifi -

catie, essentieel bij het toedienen van medicatie, het prikken

van bloed, het afnemen van een onderzoek of het uitvoeren

van een operatieve ingreep. Het risico op identifi catiefouten

vermindert door het verifi ëren van de naam of door het scan-

nen van de barcode. Alle medewerkers die rechtstreeks contact

hebben met de patiënt, verifi ëren de aanwezigheid en lees-

baarheid van het bandje. Als het identifi catiebandje om welke

reden dan ook verwijderd of onleesbaar is, wordt een nieuw

identifi catiebandje omgedaan.

De patiënt zelf of zijn familie kunnen ook een waardevolle

bijdrage leveren door het controleren van de gegevens die op

het identifi catiebandje staan.

Doelstellingen het bevorderen van een cultuur van veiligheid, waarbij de

nadruk ligt op een lerende cultuur.

het uitwerken van structuren, procedures en processen in een

systeembenadering van patiëntveiligheid, waarbij rekening

wordt gehouden met de menselijke factoren.

het ontwikkelen van meldsystemen en proactief in kaart

brengen van de risico’s voor onveilige zorg en identifi catie.

Inge Demeyer

Hoofd onthaal

Campus Sint­Jan

Identifi catiebandje verhoogt de patiëntveiligheid

9zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 9 7/06/12 18:39

Page 10: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

De bijdrage van een voedingsteam in de zorg voor de patiënt

Nutritionele zorg is een fundamentele component van de

klinische zorg. Een significant aantal patiënten blijkt ondervoed;

daarnaast zijn de (goedbedoelde) interventies op het vlak van

voeding niet steeds adequaat. Dit alles leidt tot een verhoogde

morbiditeit, mortaliteit en verlengde hospitalisatieduur.

De taak van een nutritieteam bestaat erin alle zorgverleners

te begeleiden om betere nutritionele zorg te verlenen. Een

degelijk nutritiebeleid verhoogt de kwaliteit van de zorg en is

kostenbesparend.

ProbleemstellingIn verschillende wetenschappelijke studies is vastgesteld dat

ondervoeding voorkomt bij 20 à 25% van de gehospitaliseer-

den. In een geriatrische populatie kan dit oplopen tot 45%.

Deze ondervoeding leidt tot meer complicaties (bvb. door-

ligwonden, slechtere wondheling, respiratoire infecties, …),

verhoogde mortaliteit en verlengde hospitalisatieduur (voor

sommige aandoeningen + 15%).

Ondervoeding kan ook ontstaan gedurende het verdere ziekte-

verloop (typisch bij de oncologische patiënten), vandaar het

belang van blijvende waakzaamheid gedurende het ziekteproces.

Naast dit gegeven blijken de interventies op vlak van voeding

niet steeds adequaat te zijn. Te veel neemt men zijn toe-

vlucht tot parenterale nutritie. Bij deze manier van toedienen,

wordt niet alleen een verhoogde incidentie van kathetersepsis

beschreven, maar ook andere infectieuze complicaties. Dikwijls

wordt ook vastgesteld dat bij de aanpak van een voedings-

probleem een welomschreven nutritieplan ontbreekt, waardoor

ook geen optimale opvolging mogelijk is.

Verschillende cross-sectionele studies hebben aangetoond dat

een goed functionerend nutritieteam binnen een instelling

leidt tot minder ondervoeding, minder complicaties, en een

doelmatiger (en dikwijls goedkoper) aanwenden van voedings-

supplementen.

Bewustwording bevorderenNutritie, als onderdeel van de totale zorg, moet uit de vergeet-

hoek gehaald worden. Zowel de zorgverleners als het manage-

ment moeten voor deze problematiek gesensibiliseerd worden.

Hiervoor kan het belangrijk zijn de prevalentie van ondervoe-

ding in eigen huis te meten en de weerslag op morbiditeit

en mortaliteit kenbaar te maken. Het is ook nuttig de lokale

nutritiepraktijk na te gaan en te toetsen aan de richtlijnen.

Meten is wetenEen plan van aanpak voor het probleem van ondervoeding

in het ziekenhuis start bij de herkenning van de patiënten.

Het is aangewezen om een screeningsysteem uit te bouwen

waaraan alle patiënten die zich in een ziekenhuis aanbieden

onderworpen worden, en zo nodig verder behandeld worden.

Deze meting moet herhaald worden bij langdurig verblijf

(bvb. wekelijks), of verder in functie van de pathologie en het

opgestelde nutritieplan. Het is ook nuttig te meten bij ontslag:

dit gegeven is noodzakelijk voor een optimale transmurale zorg

en kan als referentie dienen bij latere contacten.

Bij het inschatten van (het risico op) ondervoeding mag niet

alleen gekeken worden naar de actuele antropometrische

gegevens. Er moet ook nagegaan worden of recent gewichts-

verlies is opgetreden, en daarnaast of de ziektetoestand de

voedingstoestand negatief kan beïnvloeden. Indien men een

screeningsysteem met succes wil uitrollen over het ganse

ziekenhuis, is een verregaande automatisering aangewezen.

Het is ook essentieel dat screening ingebed is in klinische paden

en zorgplannen.

Assessment en opstellen nutritioneel planOp grond van de meetgegevens moet bij patiënten met

ondervoeding of bij patiënten waarbij omwille van de patholo-

gie ondervoeding of een verminderde voedselinname dreigt,

een nutritioneel plan opgesteld worden. Het mag duidelijk

zijn dat de opstelling van dit plan steunt op een muldiscipli-

naire benadering van de problematiek: bij de peri-operatieve

support bvb. is er een noodzakelijke bijdrage van de ver-

pleegkundige, diëtist, chirurg en anesthesist om een coherent

beleid uit te stippelen. Voor het opstellen van een indivi-

dueel nutritieplan kan men steunen op bestaande algemeen

erkende richtlijnen, die in het ziekenhuis best ondergebracht

worden in een gecentraliseerd procedureboek en in klinische

paden. Het volgen van deze guidelines zal er ook toe bijdra-

gen het oneigenlijk gebruik van totale parenterale nutritie

te verminderen, wat de kwaliteit van de zorg verbetert en

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 10 7/06/12 18:39

Page 11: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

ook belangrijke economische implicaties heeft. Essentieel is

ook de opvolging van de nutritionele therapie, waarbij voor de

individuele patiënt doelstellingen gedefi nieerd worden en ook

de termijn waarna de doelstelling getoetst wordt.

Flexibiliteit en hernieuwd overleg laten toe het beleid bij te

sturen in functie van bereikte resultaten en nieuwe noden

van de patiënt. Belangrijk is ook een nutritioneel beleid uit

te stippelen bij ontslag van de patiënt, zeker als het risico op

ondervoeding latent aanwezig blijft.

Nutritieteam: de actorenBij de samenstelling en de werking van het nutritieteam zal

beroep gedaan worden op verschillende partijen: artsen,

verpleegkundigen, diëtisten, apothekers, logopedisten,

ICT-medewerkers, …

De krijtlijnen van het totale voedingsbeleid kunnen het best

in overleg uitgetekend worden en er zijn taakafspraken nodig

voor de uitbouw van dit beleid en de aanpak van de indivi-

duele patiënt. Belangrijk is het verzorgen van goede commu-

nicatie waarbij bestaande procedures en prioriteiten kenbaar

gemaakt worden. Opleiding, training en blijvende motivatie zijn

noodzakelijk om een stabiel succes en optimale medewerking

te bekomen. Het nutritieteam moet voor zichzelf een aantal

indicatoren defi niëren om het effect van het beleid in te schatten:

dit kunnen parameters zijn van een therapie (bvb. de verhou-

ding parenterale/enterale nutritie bij een aantal pathologieën)

of het effect van een interventie (bvb. ontstaan of verergeren

van mal nutritie gedurende het ziekenhuis verblijf, incidentie van

complicaties (decubitus, kathetersepsis, …). Deze meetgegevens

kunnen helpen het beleid van het voedingsteam bij te sturen.

Dr. Steven Van Avermaet

Diensthoofd Gastro­enterologie

Campus Henri Serruys

11zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 11 7/06/12 18:39

Page 12: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Innovatie in de patiëntenzorg

De Cel Extern Beleid (CEB) van het ziekenhuis heeft als alge-

meen doel: “Het bestendigen en uitbreiden van de medische

expertise van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV en dit zowel

lokaal, regionaal als internationaal.” Twee belangrijke concrete

doelstellingen werden daarbij vastgelegd:

1. De uitbouw van het supraregionale karakter van het AZ

Sint-Jan Brugge-Oostende AV in de breedte door verdere

uitwerking van netwerken met zorgverzekeraars, huisartsen en

ziekenhuizen.

2. De uitbouw van het supraregionale karakter van het AZ

Sint-Jan Brugge-Oostende AV in de diepte door toegepaste

wetenschappelijke activiteiten die de innovatie verhogen

en de kwaliteit verbeteren.

Toegepast wetenschappelijk onderzoekToegepast wetenschappelijk onderzoek start vanuit directe,

concrete vragen en hypothesen op de werkvloer en geeft

dan ook antwoorden die snel toegepast kunnen worden in de

medische praktijk (translationele geneeskunde). Het resul-

taat kunnen we dikwijls innovatief noemen en het verbetert

de kwaliteit van de patiëntenzorg, te meten aan effectiviteit,

efficiëntie en economie.

Naast deze directe effecten stimuleert het wetenschappelijk

werken de medewerkers om op de hoogte te blijven van de

laatste wetenschappelijke bevindingen en het oordeelkundig

gebruiken van deze kennis in hun patiëntenzorg. Dit is cruciaal

voor onze positie en missie van innovatieve referentiezorg.

Steeds vaker is het nodig om kennis uit verschillende disciplines

te combineren, wat het multidisciplinair maakt.

Wetenschappelijke activiteit nodigt ook uit tot een bredere

inzet: door de contacten met universiteiten en onderwijs-

instellingen, door actieve participatie in de wetenschappelijke

verenigingen en internationale werkgroepen, en door mee te

werken aan richtlijnen voor ‘good clinical practice’, integreren

we ons ziekenhuis in een breder netwerk van toonaangevende

ziekenhuizen waar ‘medical decision making’ en opleiding

belangrijk zijn.

Een hoge wetenschappelijke visibiliteit maakt ons ziekenhuis

aantrekkelijk, voor patiënten en voor doorverwijzing van patiën-

ten door externe zorgverleners, maar ook voor de instroom van

gekwalificeerd personeel en medische specialisten.

Kwaliteitsverhoging van het medische handelenEen innovatieve ingesteldheid binnen ons fusieziekenhuis zal

een nauwe samenwerking tussen de medische wereld en de

medisch-technische industrie faciliteren. Dit zal toelaten om

nieuwe medische ontwikkelingen sneller toe te passen binnen

ons ziekenhuis. Door proactief na te denken over nieuwe

diagnos tische en therapeutische technieken worden

de bestaande nieuwste technieken ook sneller toegepast

binnen ons ziekenhuis (door de overtuiging om wetenschappe-

lijk bewezen kennis toe te passen; translationele geneeskunde)

en zullen nieuwe ideeën en nog te ontwikkelen technieken ook

sneller een klinische toepassing krijgen in onze regio.

Referentie ziekenhuis in een supraregionaal netwerkInnovatie kan plaatsvinden binnen het ziekenhuis maar ook

binnen bredere - regionale - verbanden. Het AZ Sint-Jan Brugge-

Oostende AV is een ‘volledig’ ziekenhuis en biedt nieuwe kansen.

Op een aantal gebieden kunnen we de leiding nemen en echt

uitmunten door kennis te ontwikkelen die moet resulteren in

een ‘kennis- en competentienetwerk’ en het bestendigen van de

supraregionale functie voor de toekomst.

Het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV moet dé referentie zijn in-

zake geneeskunde en tevens sturend zijn in het supraregionaal

zorgnetwerk. De opbouw van een partnernetwerk rond het

AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV is niet enkel een middel

om haar verdere ontwikkeling als ‘center of excellence’ te

garanderen, maar heeft ook tot doel om de maatschappelijke

impact van het ziekenhuis en haar missie en visie te verhogen.

De ontwikkeling van een ‘kennis- en competentienetwerk’

binnen onze provincie en de bestendiging van het supra-

regionaal karakter is maar mogelijk indien we met alle “stake-

holders” samenwerken, niet alleen de regionale ziekenhuizen

en zorgverstrekkers maar ook de industrie, de overheid, de

universiteiten en hogescholen.

Een continue investering in innovatieve technieken verhoogt de kwaliteit en het engage­ment voor een zorg op maat van elke patiënt.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 12 7/06/12 18:39

Page 13: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

SchaalvergrotingDe uitbouw van een netwerk zal ook leiden tot mogelijkheden

van schaalvergroting met doorgedreven integratie en centrali-

satie van de operationele processen. Voor enkele disciplines is

dit zelfs essentieel voor hun voortbestaan. Schaalvergroting

is ook belangrijk om voldoende expertise te behouden bij de

diagnostiek en behandeling van bepaalde ziektebeelden.

Ook zal schaalvergroting een betere kosten-effectiviteitsratio

mogelijk maken.

BesluitVele diensten in ons ziekenhuis werken al innovatief op kleine

of grote projecten en verdienen alle steun om zich verder in te

zetten. Innovaties worden op de gepaste wetenschappelijke

congressen besproken en ons ziekenhuis mag fi er zijn op de

bereikte resultaten. Het resultaat is meer dan alleen een

wetenschappelijke bijdrage maar vertaalt zich ook in kwaliteit,

innovatie en engagement.

Dr. Kenneth Coenegrachts ­ Voorzitter Cel Extern Beleid (CEB)

Dr. Michel Langlois, Dr. Jan­Paul Mulier, Dr. Luc Cornette ­ leden CEB

13zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 13 7/06/12 18:39

Page 14: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

geworden op de weg naar meer kwaliteit en minder fouten bij

de geneesmiddelenzorg.

De daadwerkelijke aanwezigheid en permanentie van een

ziekenhuisapotheker bij de oncologische bereidingen is even-

eens een noodzakelijke ontwikkeling in onze kwaliteitszorg.

Bij de magistrale bereidingen werd meteen een grote stap

gezet. Het schrijven is vervangen door het digitaal invoeren van

gegevens. Dit is meer dan een administratief hulpmiddel, maar

omvat ook werkprotocollen en elektronische weegregistratie.

Een onmisbare verbetering door de geïntegreerde controle

zodat fouten tijdens de bereiding gedetecteerd worden. De hef-

boom was de inzet van de jongere collega’s en van de zieken-

huisapotheker in opleiding. Het systeem zal in 2012 nog verder

verfijnd en verbeterd worden met aangepaste programma’s.

De ziekenhuisapotheker in (lange) opleiding is een bijzonder

welkome, waardevolle en drijvende kracht, die getuigt van een

solide aanpak bij taakgeoriënteerde problemen. Deze inzet ge-

tuigt ook van een teamgerichte i.p.v. een individualistische aan-

pak en onderschrijft de kwaliteit van de nu verlengde opleiding.

Samenwerkingen tussen apotheek, zorgverleners en aankoopdienstHet Comité Medisch Materiaal mocht haar activiteiten uitbreiden

en de meerwaarde op haar terrein alvast consolideren in een

aantal geslaagde realisaties: uitbreiding van thema’s, grondige

analyses en een vooruitstrevende kijk op de noodzakelijke evo-

luties en aanpak op het terrein van medische hulpmiddelen.

Verhoogde veiligheid stond centraal in de benadering van alles

wat met prikken te maken heeft.

Kostenbewustzijn bij zorgverstrekkers werd gestimuleerd door

het verspreiden van financiële informatie, met de steun van

artsen, departements- en diensthoofden. Deze open geest voor

verandering heeft dan ook geleid tot een aantal contracten met

belangrijke budgettaire gevolgen. Financieel werden de grenzen

aldus verlegd via onderbouwde en geslaagde aanbestedingen.

De afgeronde aanbesteding van het afdekmateriaal voor het

operatiekwartier was een voorbeeld van een geslaagde samen-

werking tussen comité, artsen, aankoopdienst en apotheek.

Ditzelfde verhaal werd ook met het Medisch Farmaceutisch

Comité herhaald. Contracten hebben ook hier geleid tot nood-

zakelijke financiële besparingen, gezien de steeds krimpende

overheidsmiddelen die ter beschikking gesteld worden. Dit

comité gaf voldoende impulsen om een consolidatie tussen

de campussen gestalte te geven op het gebied van genees-

middelenkeuze en kostenbeheersing.

Van medicatie-eiland naar medicatie-zorgpunt

Het openbreken van de gesloten kring en het versterken van de

interne multidisciplinaire liaison vormden voor 2011 de essentiële

uitgangspunten van de ziekenhuisapotheek. Ons zorgaanbod

moet zich aanbieden onder een gewijzigde vorm: van medicatie­

eiland evolueren naar een medicatiezorgpunt. De patiënt heeft

recht op een snelle, correcte en kwaliteitsvolle levering van onze

diensten en zorg, dit is onze uitdaging.

In het verleden al verstrekten de ziekenhuisapothekers genees-

middeleninformatie op patiëntenmaat aan artsen en verpleeg-

kundigen, maar dit werd een meer zichtbare aanwezigheid van

de ziekenhuisapotheker op de afdeling. Dit legde meteen de

basis van de klinische farmacie, een absoluut noodzakelijke ont-

wikkeling dankzij het goedgekeurd apotheekproject, gesubsidi-

eerd door de overheid sinds 2010. Artsen en verpleegkundigen

van de dienst orthopedie creëerden een optimaal draagvlak

voor het enthousiasme van onze collega’s. Deze ontwikkeling

wekte interesse en wederzijdse waardering voor dit werk. De

klinische farmacie is nu een onmisbaar onderdeel van de kwali-

teitszorg en zal in 2012 dan ook verder uitgebouwd worden.

De geneesmiddelendistributie onderging een metamorfose

met de verdere uitrol van het elektronisch voorschrift op

meerdere verpleegeenheden. Gesteund in zijn opmars door

een enthousiast team van medewerkers op de betrokken af-

delingen en de stuwende kracht van de ziekenhuisapothekers

en hun projectleider. Het is een nieuw en onmisbaar concept

Kwaliteitsvol en kostenefficiënt werken op alle echelons is het adagio in de zieken­huisapotheek.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 14 7/06/12 18:39

Page 15: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

VerbeteringstrajectenDe noodzakelijke fi nanciële analyses kaderen in de evolutie

naar het transparanter maken van de fi nanciële stromen binnen

de ziekenhuisapotheek. De aanwerving van een stafmedewerker-

economist voor de apotheek is “verdienstelijk” en heeft reeds

een duidelijke stempel gedrukt, vertaald in contracten, offertes

en analyses. Het is trouwens onwaarschijnlijk om nieuwe en

vooral noodzakelijke initiatieven in de apotheek te kunnen

nemen die niet voldoende ondersteund worden met fi nanciële

informatie.

Er werden noodzakelijke stappen gezet in een verbeterings-

traject van o.m. voorschriften voor verdovende middelen. De

medewerking en samenwerking met de artsen en de verpleeg-

kundigen is de essentiële en resultaatgerichte vector.

Interne contacten met het verpleegkundig departement werden

aangescherpt met het oog op wederzijdse positieve beïnvloe-

ding en een zekere gelijkgestemdheid.

De eigen productie van antiseptica werd medio 2011 defi nitief

stopgezet, dit omwille van de niet-conformiteit van de berei-

dingszone, het nijpend plaatsgebrek en de beschikbaarheid op

de markt van steriele oplossingen voor eenmalig gebruik die de

kwaliteit van de multidosis oplossingen ver overstijgen. Frank Vancoillie

Hoofdapotheker­directeur

15zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 15 7/06/12 18:39

Page 16: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Anesthesiologen optimaliseren de chirurgische omstandigheden bij laparoscopie

Laparoscopie is in de abdominale heelkunde al jaren een

veelgebruikte operatiewijze waarbij de chirurg via kijkbuisjes

toegang krijgt tot de buik. Tijdens deze minimaal­invasieve of

‘kijk’­operatie wordt de buikholte gevuld met CO2 (koolzuur­

gas) zodat de chirurg daar de nodige werkruimte krijgt voor

een camera, een lichtbron en voor werk instrumenten die langs

verschillende openingen in de buik worden gebracht.

Deze chirurgische werkruimte moet voldoende zijn om niet

in een tunnel te opereren met het risico de omliggende

organen te raken. Tijdens de operatie is het een van de

verantwoordelijk heden van de anesthesioloog om er precies

voor te zorgen dat de chirurg in de buikholte voldoende volume

of ruimte heeft. Naast de insufflatiedruk die de chirurg kiest,

maakt hij hiertoe gebruik van medicatie die zorgt voor diepe

spierrelaxatie.

In de dagelijkse praktijk van de laparoscopie bleek het nogal

onvoorspelbaar of - bij normaal ingestelde druk - de chirurg

wel of niet voldoende werkruimte (ingeblazen volume CO2)

zou hebben in de abdominale holte. Het is precies deze relatie

tussen druk en volume in de abdominale holte, de abdominale

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 16 7/06/12 18:39

Page 17: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Dr. Jan­Paul Mulier

Diensthoofd Anesthesiologie

Campus Sint­Jan

compliantie, die het voorwerp heeft uitgemaakt van onderzoek

in het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. De vele laparoscopi-

sche ingrepen, in het bijzonder de bariatrische ingrepen waar

dit probleem van een te kleine abdominale werkruimte zich

frequenter stelde, waren een kans om dit verder grondig te

onderzoeken.

Er werden heel wat metingen van de abdominale compliantie

geregistreerd, samen met de gegevens omtrent de effectivi-

teit van het toedienen van spierverslappers. Er werd nagegaan

welke andere technieken er zijn om de chirurg werkvolume

te geven. Meettechnieken werden ontwikkeld met het oog

op een optimaal resultaat met een zo laag mogelijke druk.

Er werd nagegaan of de houding van de patiënt tijdens de

operatie, een invloed had. Tevens werden andere beïnvloe-

dende factoren opgelijst.

Dit wetenschappelijk onderzoek leidde ertoe dat een meettech-

niek werd ontwikkeld om de abdominale compliantie te meten

bij het begin van de laparoscopie. Er gebeurt verder onderzoek

naar een minder invasieve meettechniek voorafgaand aan de

laparoscopie. Voor de meeste mensen is er een lineaire relatie

tussen druk en volume, maar dit is niet zo voor mensen met

een extreme centrale intra-abdominale vetophoping, die reeds

een tonvormige buik hebben. Deze lineaire relatie is zeer

uitzonderlijk in ons lichaam omdat alle andere organen geen

lineaire relatie hebben. Het laat ons toe deze relatie eenvoudig

te meten, de insuffl atiedruk in te stellen en het werkvolume te

voorspellen. Andere beïnvloedende factoren van deze relatie

zijn eerdere zwangerschappen, vroegere laparoscopie, laparoto-

mie, obesitas en recente vermagering. Door accuraat en tussen-

tijds te meten tijdens het opblazen van de buik, maar ook door

rekening te houden met beïnvloedende factoren, kan er met

een zo beperkt mogelijke insuffl atiedruk voldoende chirurgische

werkruimte gecreëerd worden. Een lagere druk betekent voor

de patiënten dat tijdens de operatie de anesthesie vlotter ver-

loopt en dat ze na de operatie minder pijn hebben. Werkruimte

verbetert in combinatie met pre-operatief vermageren, Trende-

lenburg positie (hoofd lager dan de voeten tijdens de operatie)

en vooral spierverslapping om de buikspieren te verlengen.

In ons ziekenhuis hebben we ontdekt dat het plooien van de

benen of door de patiënt in zithouding te opereren, een positief

effect heeft op de compliantie. Ondanks al deze technieken

blijven we bij een beperkt aantal – meestal zwaarlijvige –

patiënten, onvoldoende werkruimte hebben. Hiervoor geven

we nu uitzonderlijk een recruitment manoeuvre van de buik

door kortstondig manueel even een hogere buikdruk te geven.

Nieuwe technieken zijn nu in ontwikkeling om dit verder te

optimaliseren. Een hoge dosis spierverslappers is effectief, maar

geeft moeilijkheden om te antagoniseren (decurariseren) op

het einde van de ingreep. Sinds het meer systematisch meten

van restcurarisatie en het selectief gebruik van Sugammadex

om te decurariseren, zijn deze postoperatieve complicaties bij

de patiënten duidelijk gedaald.

Het uitzonderlijke aan dit wetenschappelijk werk is dat de anes-

thesiologen onderzoeken op welke wijze de chirurg de operatie

in de meest optimale omstandigheden kan uitvoeren en hiermee

de chirurgische complicaties beperkt. Hier kunnen we spreken

van een “transdisciplinair werkend team” waar elkeen niet alleen

zijn job zo goed mogelijk probeert te doen, maar ook zijn kennis

en werkruimte gebruikt om het resultaat van de andere team-

leden te verbeteren. Dit gebeurt reeds in vele teams zonder dit te

benadrukken maar wordt soms ook “vergeten”.

17zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 17 7/06/12 18:39

Page 18: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Pediatrie

De dienst pediatrie bestaat uit een verzorgingseenheid, een

dagziekenhuis en een polikliniek.

Algemene pediatrieDe algemene pediatrie richt zich voornamelijk naar het onder-

zoek en toezicht van de pasgeborene, de groei en ontwikkeling

en de stoornissen hieraan verbonden, voeding en voedings-

stoornissen, infectieziekten, de multidisciplinaire aanpak van

gehandicapte kinderen.

Het begrip “kindvriendelijkheid” is een belangrijk aspect

van de zorg en hieraan besteden we aandacht in een speciale

werkgroep. Ook de pijnbestrijding bij het kind, zowel de post-

operatieve als de procedurele pijn, krijgt de nodige aandacht.

De dienst pediatrie is een van de pilootdiensten binnen de

“Nationale pijnconventie”.

De problematiek omtrent kindermishandeling komt even-

eens aan bod en dit in nauwe samenwerking met de diensten

klinische psychologie en medisch-maatschappelijk werk.

Het referentiecentrum voor wiegendood staat in voor het

opsporen van wiegendoodrisico (mee aan de hand van de

polysomnografie) en het organiseren van de cardiorespiratoire

thuisbewaking bij risicokinderen.

Subspecialismen werden de laatste jaren uitgewerkt, en

het huidig aanbod aan subspecialistische pediatrische zorgen

bestaat uit:

Kinderpneumologie: specialistische oppuntstelling van de

ernstige vormen van astma, zware infectieuze luchtwegen-

aandoeningen, mucoviscidose. Gespecialiseerde technische

onderzoeken als longfunctietesten en bronchoscopie

Kindercardiologie: gericht op neonatale, congenitale en ver-

worven cardiopathieën. Elektrocardiografie en echocardiografie

Kinderendocrinologie: vooral gericht op kinderdiabetes, maar

ook op groeihormoondeficiënties en obesitas.

Campus Sint-Jan en Campus Henri SerruysVanaf december 2011 versmolten de diensten pediatrie van

de beide campussen tot een en dezelfde dienst met hetzelfde

diensthoofd. De toekomstige stafleden zullen net als de huidige

steeds op de twee campussen actief zijn.

Zorgprogramma Kindergeneeskunde Brugge-OostendeEr is een samenwerkingsakkoord waarin is afgesproken dat er in

2013 in Oostende één zorgprogramma voor kinderen zal zijn, uit-

gebaat op twee sites met name AZ Sint-Jan campus Henri Serruys

en AZ Damiaan. Vanaf dan zullen de kinderartsen van de twee

ziekenhuizen in volledige associatie werken. Dit zal resulteren in

een gemeenschappelijke hospitalisatiesite voor de pediatrie in

Oostende (in de nieuwe gebouwen van AZ Damiaan), neonatale

zorg op de materniteit van de campus Henri Serruys en het AZ

Damiaan, alsook raadplegingen en dagopnames op beide sites.

Vanuit Brugge zal er gezorgd worden voor permanente opvang

van kritische pasgeborenen, en voor het organiseren van subspe-

cialistische raadplegingen zowel in Brugge als Oostende, waarvan

sommige in samenwerking met de diverse universitaire centra.

Dr. Patrick Degomme

Departementshoofd Kindergeneeskunde

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 18 7/06/12 18:39

Page 19: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Zorg op kindermaatIn het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV spitsen we ons sinds

januari 2009 toe op diabetes bij kinderen. Kinderen zijn geen

kleine volwassenen. Kinderen vragen om een aangepaste,

geïndividualiseerde en kindvriendelijke aanpak. Dit vereist van

de hulpverlener grondige kennis en vaardigheden omtrent de

behandeling van diabetes bij kinderen. Een dagelijkse portie

aan tijd, energie en vooral creativiteit en fl exibiliteit is nood -

zakelijk om tot een goede diabetesregulatie en op die manier

een zorg op (kinder)maat te komen. Dit betekent niet dat we

vasthouden aan reeds lang bestaande behandelingsmethoden.

We passen op een aangepaste manier de nieuwste therapieën

toe. Continue subcutane insulinetoediening (CSI of insuline-

pomp) en continue glucosemeting (CGM) zijn niet meer weg

te denken in de behandeling van kinderen met diabetes. De

voordelen van een insulinepomp bij kleine kinderen, zoals

betere kwaliteit van leven en minder ernstige hypoglycemieën

in vergelijking met de insulinepen, wegen op tegen de nadelen.

Belangrijk nadeel is de tijdrovende pompeducatie die noodza-

kelijk is, zowel tijdens hospitalisatie als tijdens de ambulante

consultaties. De uitdagingen zijn vooral bijblijven met deze

snel evoluerende tak van de diabetologie door het ontstaan

van steeds verfi jndere technieken van insulinetoediening en

glucosemeting.

Eind 2011 zijn er 36 kinderen in behandeling bij het diabetes-

team voor kinderen en adolescenten in het AZ Sint-Jan. 17% van

de kinderen zijn kleuters, waarvan 2/3 een insulinepomp heeft.

31% van de kinderen volgt lager onderwijs, hiervan heeft 1/3

een insulinepomp. 51% van de kinderen zijn adolescenten

waarvan 1/5 een insulinepomp heeft. Het voorkomen van dia-

betes type 1 onder de leeftijd van 15 jaar neemt de laatste jaren

toe. We zien geen algemene toename aan incidentie onder de

leeftijd van 40 jaar maar een verschuiving naar jongere leeftijd.

Een multidisciplinair teamIn 2011 is het kinderdiabetesteam bestaande uit een arts,

een diëtist en een maatschappelijk werker uitgebreid met

een diabeteseducator en een tweede diëtist voor kinderen.

De diabeteseducator is een pediatrisch verpleegkundige.

Zij is aanwezig tijdens de consultaties en verzorgt naast de

educatie van het kind en de ouders ook de educatie in scholen

en/of sportclubs waar de kinderen met diabetes verblijven.

Een tijd rovende maar dankbare en vruchtbare job. De diëtist is

aanwezig tijdens de diabetesconsultaties waarbij we vooral een

gezond en gevarieerd voedingspatroon willen aanleren.

In oktober werd voor de tweede keer een lerarenbijscholing

“diabetes@school” gegeven in het AZ Sint-Jan, in samenwerking

met de Vlaamse Diabetes Vereniging. Een 60-tal leerkrachten was

aanwezig. De voordracht werd aangevuld met praktische tips

en met het aanleren van vaardigheden zoals glycemie meting,

bedienen van de insulinepomp, toedienen van de noodspuit.

De leerkrachten kregen ons boekje “diabetes@school” mee.

Het jaar werd afgerond met administratieve versterking van

het team. Dit maakte het mogelijk om nog gestructureerder en

effi ciënter te gaan werken. Een aantal protocollen en attesten

kregen een nieuw kleedje.

Voor een optimale behandeling is deze multidisciplinaire

benadering noodzakelijk. Dit vereist een nauwe samenwerking

tussen de zorgverleners onderling. Door maandelijkse teamver-

gaderingen willen we de samenhang in de zorg optimaliseren.

Het komende jaar bouwen we ons team verder uit, en streven

we naar een kinderdiabetesconventie in het AZ Sint-Jan zodat

ook onze kinderen met diabetes dicht bij huis kunnen behan-

deld worden.

Het diabetesteam voor kinderen en adolescenten

Kinderen vragen om een aangepaste, geïndividualiseerde en kindvriendelijke aanpak.

Dr. Sylvia Depoorter

Stafl id Kindergeneeskunde

19zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 19 7/06/12 18:39

Page 20: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Net zoals in andere deelgebieden van de geneeskunde, kende de plastische chirurgie in de voorbije decennia een enorme vooruit­

gang. Het routinematig en met hoge succeskans kunnen uitvoeren van microchirurgische vrije weefseltransfers heeft de moge­

lijkheden binnen de reconstructieve chirurgie een stap verder gebracht. Ook in de esthetische chirurgie hebben nieuwe visies en

technieken geleid tot een moderne aanpak van de esthetische patiënt.

De moderne plastische chirurgie

Wie zijn we? Op heden bestaat ons jonge team uit 3 stafleden. Elke arts

bekwaamde zich tijdens zijn opleiding verder in de brede waaier

reconstructieve technieken met inbegrip van vrije weefseltransfer

alsook in de nieuwste trends binnen de esthetische heelkunde.

Wat doen we? Plastische heelkunde bestaat uit twee deelgebieden: recon-

structieve en esthetische heelkunde.

In de reconstructieve heelkunde overweegt het functioneel

herstel, waarbij tegelijk een zo goed mogelijke vorm wordt

beoogd. Het doel is om het verloren weefsel maximaal te her-

stellen. De technieken in de reconstructieve heelkunde zijn ge-

evolueerd door de jaren heen. Het gamma van technieken ging

van het gewoon sluiten van een wonde, het gebruik van een

huident, of later het gebruik van een gesteelde flap. Met deze

technieken konden echter niet alle problemen even elegant

worden opgelost. Door de intrede van de microchirurgie namen

de mogelijkheden binnen de reconstructieve heelkunde vrijwel

onbeperkt toe. Met deze techniek kunnen complete weefsel-

stukken of vrije flappen (huid, vet, bot, spier, fascia, …)

getransplanteerd worden naar verafgelegen delen van het

lichaam. Dit kan enkel indien de kleine aan- en afvoerende

bloedvaatjes doorgenomen worden en met zeer fijn instrumen-

tarium onder microscopische vergroting ingenaaid of geana-Dr. Bob Casaer, Dr. Bob De Frene, Dr. Fabrice Rogge

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 20 7/06/12 18:39

Page 21: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Dr. Bob De Frene

Dr. Bob Casaer

Dr. Fabrice Rogge

Stafl eden Plastische chirurgie

Campus Sint­Jan

stomoseerd worden op de acceptorvaten in de buurt van het

defect. Dit heet dan een vrije fl ap. In nauwe samenwerking met

de dienst dermatologie in het ziekenhuis en met perifeer wer-

kende dermatologen, wordt een belangrijk aantal weke delen

reconstructies uitgevoerd na resectie van huidtumoren.

Binnen de borstkliniek staat onze dienst in voor de borstrecon-

structies na borstsparende behandeling van borstkanker of na

borstamputatie. De gouden standaard binnen de borstrecon-

structietechnieken is een autologe borstreconstructie. Hierbij

wordt huid- en vetweefsel van de buik of de bil als vrije fl ap

microchirurgisch getransplanteerd naar de borstregio om tot

borst te worden gemodelleerd. Het voordeel is het zeer natuur-

lijk levenslang resultaat dat met het lichaam mee evolueert,

dit in tegenstelling tot de vroegere prothesereconstructies.

Bij esthetische chirurgie overweegt het morfologisch-esthetisch

herstel, zonder de functie evenwel te schaden. De hedendaagse

benadering in faciale esthetische heelkunde legt de nadruk op

proportionaliteit en volumerestauratie samen met minimale

incisietechnieken. Deze principes worden gebruikt zowel in de

ooglidchirurgie als voor neuscorrecties en facelifttechnieken

(MACS-lift). Bodycontouring is een belangrijk onderdeel van de

cosmetische chirurgie. Hier gaat het dan ter hoogte van de borst

om vergrotingen met hoogkwalitatieve anatomisch gevormde

borstimplantaten, borstverkleiningen of borstliftingprocedures.

Ook worden volledige buikwandcorrecties met liposculptuur uit-

gevoerd. Door het toenemend aantal bariatrische ingrepen is er

een grote groep patiënten die na gewichtsverlies in aanmerking

komt voor uitgebreide bodycontouring ingrepen.

Doelstellingen Ons jong en dynamisch team beoogt een progressieve groei

door nadruk te leggen op het aanbieden van kwaliteit aan

de patiënt, op reconstructief en esthetisch vlak maar ook op

menselijk vlak. Dit wordt bereikt door duidelijke informatie aan

de patiënt, door toepassing van moderne technieken op een

gesystematiseerde manier en door een deskundige verpleeg-

kundige omkadering. Tevens beogen wij de samenwerking

met andere specialiteiten te stimuleren. Onze overtuiging is

dat teamwork binnen een dienst, maar ook tussen diensten,

een belangrijke schakel is naar kwaliteit en vooruitgang.

Deze patiënte kreeg een secundaire autologe borstrecon­

structie d.m.v. een diep fl ap. 6 maand na die ingreep werd

een symmetrisatielifting uitgevoerd van de rechterborst

alsook een tepelreconstructie ter hoogte van de linkerborst.

Kort daarna volgde een tatoeage van de tepelhof.

21zorg

Meer details in het online jaarverslag

www.vanatotzorg.be

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 21 7/06/12 18:39

Page 22: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Het AZ Sint­Jan heeft zich kunnen profileren als een baken in het landschap waar de opvang van alle handletsels mogelijk is.

Het hand- en microchirurgisch team: Dr. Petrus Van Hoonacker, Dr. Jean Goubau, Dr. Diederick Kerckhove, Dr. Bart Berghs

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 22 7/06/12 18:39

Page 23: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Handchirurgie anno 2012

HistoriekOp het einde van de jaren ‘90 werd in het AZ Sint-Jan het

Handcentrum opgericht door de samenwerking van de dienst

plastische heelkunde en de dienst orthopedische heelkunde,

nadat in 1975 binnen ons ziekenhuis al de eerste duimreïmplan-

tatie plaats had gevonden. De dienst orthopedische heelkunde

opteerde vanaf 1998 resoluut voor een strategie met subspeci-

alisaties waaronder handchirurgie. Ondertussen is er reeds veel

gerealiseerd en kan het AZ Sint-Jan rekenen op een bijzonder

goed uitgebouwde eenheid hand- en bovenste lidmaatchirurgie.

De verdere uitbouw van het hand centrum is mogelijk geweest

door de komst van nieuwe stafl eden-orthopedisch chirurgen met

bijkomende opleidingen in gereputeerde buitenlandse centra

(in Groot-Brittannië, Zuid-Afrika, Australië en Frankrijk) en met

bijzondere interesse voor hand- en microchirurgie, alsook voor de

reconstructieve chirurgie. Zodoende kunnen we een optimale ver-

deling verkrijgen van de workload met garantie voor de kwaliteit

van de hand- en microchirurgie.

Het AZ Sint-Jan AV maakt ondertussen al meer dan vijf jaar deel uit

van het SOS Hand netwerk (FESUM) binnen Europa en is als een

van de weinige centra in België erkend als Hand Trauma Center

door de Federation of European Societies of Surgery of the Hand

(FESSH). Dit impliceert een 24u op 24u beschikbaarheid van het

centrum voor handtraumata. Op vandaag wordt de permanentie

voor SOS Hand en de Handchirurgie exclusief door het Hand- en

Micro team van de dienst orthopedische heelkunde verzorgd.

VerwezenlijkingenHet AZ Sint-Jan heeft zich kunnen profi leren als een baken in het

landschap waar alle opvang van handletsels mogelijk is.

Op urgentievlak impliceert dit de opvang van patiënten uit

Oost- en West-Vlaanderen, maar ook uit de twee dichtstbijzijnde

buurlanden Nederland en Frankrijk.

Op klinisch vlak ervaren we ook een evolutie en uitbouw van

verdere specialisatie binnen de handchirurgie. Na de revolutie

van de microchirurgie in de jaren ‘70, de endoscopische technie-

ken eind de jaren ‘80, prothetische innovaties in de jaren ‘90,

is de arthroscopische chirurgie van de pols en duimbasis meer

en meer ontwikkeld in onze dienst in het eerste decennium van

deze eeuw. De ruime ervaring in de heelkundige behandeling

van de Ziekte van Dupuytren heeft ertoe geleid dat we sinds

vorig jaar een van de Belgische testcentra voor het gebruik van

een fi bromatose oplossend collagenase zijn. Tenslotte is de

congenitale handchirurgie een van de onderdelen die in Sint-Jan

progressief aan belang wint. Hieraan is de kwaliteit van de dienst

neonato logie van het AZ Sint-Jan niet vreemd.

Op wetenschappelijk vlak wordt de kwaliteit van de hand-

chirurgie geïllustreerd door een nauwe samenwerking met de

universiteiten (consulentschap Universitair Ziekenhuis Brussel

en samenwerking Universiteit Gent) alsook een actieve leiding-

gevende deelname in o.a. de Belgian Hand Group, de Société

Française de Chirurgie de la Main en de European Wrist Arthro-

scopy Society. Veel handletsels vergen een bijzonder gespe-

cialiseerde kinesitherapeutische aanpak. De specifi citeit van dit

beroep kan niet voldoende onderstreept worden. Van bij het

ontstaan van het Handcentrum eind de jaren ‘90 werd resoluut

gekozen voor de opleiding van handtherapeuten in het AZ Sint-

Jan.

Een gespecialiseerde handtherapeut in Sint-Michiels was ons

voorbeeld, en we slaagden dankzij de samenwerking met de

dienst reumatologie en sportgeneeskunde. Twee kinesithera-

peuten liggen aan de basis van de oprichting van de handrevali-

datie in ons ziekenhuis, waarna nog een derde handtherapeut

na verloop van tijd het team heeft versterkt. De kwaliteit van

deze revalidatie is een van de triggers tot het succes van de

hand chirurgie in het AZ Sint-Jan.

ToekomstDe verdere uitbouw van de handchirurgie in het AZ Sint-Jan is

enkel mogelijk mits de inspanning van velen. Handletsels zijn

nu eenmaal in aanpak zeer specialistisch en tijdrovend. Dit geldt

zowel voor de acute aanpak voor de handchirurg, de opvang op

de verpleegeenheid als de weerslag op het sociaal en profes-

sioneel leven van de patiënt. De troeven die we nu hebben

zullen verder effi ciënt aangewend worden om de reeds bereikte

doelstellingen te consolideren en nieuwe uitdagingen op voor-

namelijk klinisch en wetenschappelijk vlak aan te gaan.

Dr. Jean Goubau, Dr. Petrus Van Hoonacker, Dr. Bart Berghs

Stafl eden Orthopedie

Dr. Diederick Kerckhove

Geconsulteerd arts

23zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 23 7/06/12 18:39

Page 24: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Spitsdiagnostiek als core business: de afdeling algemeen inwendige ziekten en infectieziekten

De afdeling algemeen inwendige ziekten en infectieziekten van het AZ Sint­Jan Brugge­Oostende AV is een sterk gespecialiseerde

dienst van tertiair niveau die zich toelegt op de diagnostiek en behandeling van ernstige systemische ziekten, meestal van inflam­

matoire of infectieuze origine. Bij patiënten die zich presenteren met dergelijke onstekingsziekten van onduidelijke oorsprong

of met een belangrijke weerslag op het ganse lichaam, wordt zo snel mogelijk een correcte diagnose gesteld, en daaraan een

geëigende behandeling gekoppeld. De artsen van de afdeling beogen om als een Hercule Poirot nauwkeurig en efficiënt het me­

disch probleem te ontrafelen en een oplossing op maat aan te bieden. Hierbij wordt vaak een beroep gedaan op de medische en

technische expertise van andere disciplines en artsen binnen en buiten het ziekenhuis. Algemeen inwendige ziekten en infectie­

ziekten is bij uitstek een transmurale, disciplineoverstijgende specialiteit.

Scope en organigram van de afdelingDe afdeling algemeen inwendige ziekten en infectieziekten is

organisatorisch en inhoudelijk nauw verweven met de afde-

ling nefrologie van het ziekenhuis. De artsen van deze twee

afdelingen behandelen ernstige infecties, systeemziekten en

nierziekten. Afhankelijk van de ernst van de ziekte, wordt de

patiënt ofwel poliklinisch behandeld, ofwel opgenomen op een

gewone verpleegafdeling of op een meer intensieve dienst,

dit laatste vaak in samenwerking met de intensivisten. Alle

activiteiten van de afdeling zijn de voorbije jaren sterk toe-

genomen. Gemiddeld zijn er een twintigtal patiënten gehospi-

taliseerd op de dienst. Dit is zowat een verdubbeling tegenover

acht jaar geleden. De afdeling heeft een sterk uitgebouwde

consultfunctie op diverse andere diensten binnen en buiten het

ziekenhuis. De artsen van de afdeling hebben jaarlijks meer dan

7000 poliklinische patiëntencontacten. De afdelingen nefrologie

en algemeen inwendige ziekten en infectieziekten garanderen

samen een 24/24 uur medische dienstverlening.

Op de afdeling wordt het ganse spectrum van ernstige syste-

mische infectieziekten behandeld, zoals tuberculose, osteo-arti-

culaire infecties, diepe weefselinfecties, endocarditis, seksueel

overdraagbare aandoeningen (SOA’s) en parasitaire infecties,

indien nodig in samenwerking met andere medische disciplines.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 24 7/06/12 18:39

Page 25: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Meer dan 250 HIV-seropositieve patiënten worden op regel-

matige basis opgevolgd (tegenover een 80-tal in 2003). Het AZ

Sint-Jan Brugge-Oostende AV heeft hiertoe een samenwerkings-

overeenkomst met het AIDS referentiecentrum UZ Leuven. De

betrokken artsen worden bijgestaan door twee gespecialiseerde

HIV-verpleegkundigen, een klinisch psychologe en een sociaal

verpleegkundige. Op deze manier kan aan HIV-seropositieve

patiënten niet enkel goede medische zorg geboden worden,

maar ook een maximale psychosociale ondersteuning.

De afdeling verzorgt eveneens een pre-travel clinic, waarbij

jaarlijks aan ongeveer 2000 reizigers met tropische bestemming

gelekoortsvaccinatie en de nodige gezondheidsadviezen worden

verstrekt, en een post-travel clinic voor patiënten die ziek terug-

komen uit de tropen.

Een tweede groep aandoeningen die op de afdeling behandeld

worden, zijn systeemziekten, auto-immuunziekten of auto-

infl ammatoire aandoeningen. Bij deze ziekten veroorzaakt een

abnormale reactie van het afweersysteem een ontstekings-

reactie met weefsel- en orgaanschade, met vaak belangrijke

nieraantasting. Het spectrum van auto-infl ammatoire aandoe-

ningen is zeer divers, en de diagnostiek complex. De behande-

ling omhelst vaak zwaardere schema’s die de afweer ernstig

onderdrukken, of het gebruik van nieuwe, dure designerdrugs.

Vele ziekten uit deze categorie zijn zeer zeldzaam, en worden

als ‘orphan diseases’ beschouwd. Indien nodig doen de artsen

van de afdeling algemeen inwendige ziekten bij de behande-

ling van deze ziekten een beroep op het advies van een aantal

internationale topexperten.

Werkmiddelen en doelstellingenDe performantie van de afdeling is niet afhankelijk van hoog-

technologische ingrepen, maar staat of valt met de knowhow,

de inzet en de patiëntenbetrokkenheid van de artsen en het

zorgteam. Bij de aanwerving van nieuwe stafl eden wordt steeds

gezocht naar mensen die zich onderscheiden in hun vakgebied,

o.a. door een opleiding in buitenlandse topcentra of door het

behalen van een doctorstitel. De afdeling is daarnaast ook actief

in het volgen en verlenen van continue navorming. De artsen

van de afdelingen nefrologie, algemeen inwendige ziekten en

infectieziekten zijn initiatiefnemer van verschillende klinisch-

wetenschappelijke onderzoekprojecten binnen de eigen dienst,

vaak in samenwerking met andere ziekenhuizen of universitaire

centra. De afdeling publiceert regelmatig de weerslag van haar

wetenschappelijk werk in toonaangevende internationale medi-

sche tijdschriften.

Ten slotte is het essentieel te benadrukken dat het belang van

de patiënt steeds vooropstaat in de medische zorg die ver-

leend wordt door de artsen en het zorgteam van de afdelingen

algemeen inwendige ziekten en infectieziekten, en nefrologie.

De betrokken artsen zijn gespecialiseerd in ernstige systemi-

sche ziekten, maar hun zorg gaat steeds uit naar mensen en

gaat verder dan een puur medisch ingrijpen. In hun zorgvisie

is continu overleg met de betrokken patiënten, hun familie, en

andere zorgverleners dan ook van cruciaal belang.

Dr. Stefaan Vandecasteele

Afdelingshoofd Algemeen Inwendige Ziekten en Infectieziekten

Campus Sint­Jan

De betrokken artsen zijn gespecialiseerd in ernstige systemische ziekten, maar hun zorg gaat steeds uit naar mensen en gaat verder dan een puur medisch ingrijpen.

25zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 25 7/06/12 18:39

Page 26: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Obesity Hypoventilation Syndrome (OHS) staat voor de associ­

atie t ussen enerzijds overgewicht en de ontwikkeling van chroni­

sche alveolaire hypoventilatie (letterlijk: te weinig ademhaling

door overgewicht). Dit ziektebeeld werd reeds beschreven in

1836 bij een romanfiguur Mr. Pickwick in “The Pickwick papers”

van Charles Dickens. Dit syndroom ontstaat door een complexe

interactie tussen verstoorde ademhaling gedurende de slaap,

verminderde neiging om te ademen ’s nachts en verminderde

ademhaling door overgewicht. Dit ziektebeeld is geassocieerd

met verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Hoe meer overgewicht,

hoe groter de kans op OHS.

Definitie OHS is aanwezig wanneer er tijdens de dag een verhoogd

koolzuurgehalte aanwezig blijft in het bloed bij zwaarlijvige

patiënten met een BMI van meer dan 30 kg/m². Uiteraard die-

nen andere oorzaken van hypoventilatie, zoals neuromusculaire

ziekten of restrictief longlijden, uitgesloten te worden.

Symptomen Men dient te denken aan OHS (en ook aan slaapapneusyn-

droom) bij zwaarlijvige patiënten die gemakkelijk in slaap

vallen of overdreven slaperig zijn tijdens de dag, depressief

zijn of eventueel een auto-ongeval of werkongeval hadden.

De OHS-patiënten zijn daarenboven zeer snel kortademig,

hebben gezwollen voeten, blauwe verkleuring van de lippen en

de nagels en dikwijls een korte, dikke nek.

Onderzoek Naast een standaard longfunctieonderzoek dient een slaapon-

derzoek en bloedgasmeting te gebeuren om OHS (of ook slaap-

apneusyndroom) op te sporen. Heel veel van de patiënten met

OHS hebben ook obstructief slaapapneusyndroom. Dit betekent

dat er gedurende de slaap een onderbreking optreedt van de

luchtstroom ter hoogte van de hals, wat dikwijls ook gepaard

gaat met snurken en onderbreken van het snurkgeluid. De

klassieke slaapapneupatiënten vertonen echter overdag geen

verhoogd koolzuurgehalte in het bloed. Bij OHS-patiënten vindt

men erg verlaagde zuurstofspanning ’s nachts en dikwijls heel erg

verhoogde koolzuurspanning, vooral tijdens de droomslaap.

Behandeling Deze patiënten worden behandeld door hun ademhaling te

ondersteunen ’s nachts met ofwel nasal CPAP (continu positieve

druk via een neusmasker, zoals bij slaapapneu) ofwel nasal

BiPap (zoals hiervoor maar met hulp bij iedere inademing).

Dit gebeurt dan meestal met een neus-mond masker.

Vermits het overgewicht de uitlokkende factor is, is hier een

belangrijke plaats weggelegd voor de bariatrische chirurgie.

Bij gewichtsverlies verdwijnt het OHS-syndroom, doch kan

eventueel wel het slaapapneusyndroom nog aanwezig

blijven. Het verhoogd ziekte- en overlijdensrisico valt echter

volledig weg.Door het RIZIV werd recent een afzonderlijke

revalidatie overeenkomst opgestart, waardoor OHS-patiënten

bijna kostenloos worden behandeld met beademing en/of

bijkomende zuurstof. Zowel de campus Henri Serruys als de

campus Sint-Jan hebben deze RIZIV-erkenning.

Obesity Hypoventilation Syndrome: nieuwe uitdagingen voor een oud ziektebeeld

Dr. Boudewijn Van de Maele

Diensthoofd Pneumologie

Dr. Wim Verhaeghe

Staflid Pneumologie

Campus Henri Serruys

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 26 7/06/12 18:39

Page 27: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

De nieuwe wereld van (vasculaire) interventies

Interventionele radiologie vraagt om een grote precisie van goede en betrouwbare beeldvormende technieken, liefst met 3D­

functionaliteit. Door de verbeteringen in beeldvorming, maar ook door de steeds snellere ontwikkelingen in medische software,

kunnen we niet alleen nauwkeuriger werken, maar ook veiliger en vaak met minder schadelijke straling voor de patiënt.

Toen de dieren nog spraken…Angiografi e is een afbeeldingstechniek in de geneeskunde waar-

bij bloedvaten en hartkamers met behulp van contrastvloeistof

worden afgebeeld met röntgenfoto’s. De techniek werd ontwik-

keld door de Portugese neuroloog en operacomponist Egas Moniz

in 1927. De eerste toepassingen waren vooral gericht op indirecte

lokalisatie van bloeduitstortingen en hersentumoren. Aanvanke-

lijk werd jodium nog rechtstreeks in de carotis ingespoten.

De Duitser Forssmann ontdekte in 1929 de katheterisatie,

waarbij een katheter over lange afstand in de bloedvaten

werd gebracht.

In 1934 vond de Nederlandse radioloog Ziedses des Plantes de

substractietechniek uit. Hierbij werd een negatief beeld zonder

contrasttoevoeging op een positief beeld met contrasttoevoeging

geplaatst waardoor hij een substractiebeeld bekwam waar enkel

het contrast op te zien was. M.a.w. enkel nog de bloedvaten

werden afgebeeld, zonder storende omgevende botelementen.

In de daaropvolgende jaren werden er behalve het afbeel-

den van de bloedvaten ook methoden ontwikkeld om via het

bloedvat ingrepen te verrichten. De eerste interventie werd

door Dotter uitgevoerd in 1964, waarbij een vernauwing in een

bloedvat werd gedilateerd (‘transluminele angioplastie’).

Sindsdien bepaalden verschillende innovaties de toekomst van

de angiografi e. Het uitvinden van voerdraden en stuurbare

katheters (waarbij steeds kleinere en moeilijk toegankelijke

bloedvaten kunnen bereikt worden), stents (steunsysteem voor

bloedvat bij stenose), embolisatiemateriaal (om bloedingen te

stelpen of tumoren te behandelen), dilatatieballons (verwijden

van dichtgeslibde vaten).

Met de komst van de CT-scan in 1971 en de NMR-scan in 1980

boet de klassieke invasieve angiografi e voor diagnostische doel-

einden in aan belang. Doch voor de interventionele radiologie

(zowel angiografi sch als niet-angiografi sch) kondigt zich op vele

terreinen een hoopvolle toekomst aan.

Het arendsoog achternaDe analoge beeldvorming is stilaan geschiedenis aan het

worden en vervangen door digitale beeldvorming waarbij

nu gebruikgemaakt wordt van een vlakke detector. Hierdoor

onstaat een uitstekende beeldkwaliteit bij een lage dosis

röntgenstralen, met een resolutie die tot vier maal groter is

dan het vroegere conventionele systeem. We krijgen hierdoor

een scherpe en heldere weergave van zeer kleine bloedvaten,

gebruikte stents en coils voor endovasculaire therapie.

3D-rotationele angiografi eDe beperkingen van 2D-beeldvorming zijn genoegzaam bekend.

Superpositie van structuren verplichtte tot het nemen van meer-

dere opnamereeksen, hetgeen leidde tot extra röntgenbloot-

stelling, extra constrasttoediening, extra risico’s en - last but not

least - extra tijd.

Dankzij de 3D-rotationele angiografi e worden 120 opeenvol-

gende beelden genomen waarbij de röntgenbuis continu draait

rondom het gewenste lichaamsdeel met een snelheid van 55°

per seconde, en dit gedurende vier seconden.

>>

27zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 27 7/06/12 18:39

Page 28: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Het - nagenoeg instant - bekomen volume is nu in alle

mogelijke richtingen oriënteerbaar en laat een veelheid van

bewerkingen toe. De gedetailleerde topografie en morfologie

van een (intracranieel) aneurysma is van ongeziene kwaliteit

en reeds onmisbaar geworden voor verdere therapieplanning,

zowel voor clipping (neurochirurg) als voor coiling (interventi-

onele radioloog). Virtuele stenting op dit 3D-volume laat toe

vooraf de exacte doormeter en lengte van de te gebruiken

stent te bepalen, voor optimale keuze tijdens de plaatsing

ervan in de patiënt.

Maar hier houdt het nog niet op. Een verdere ontwikkeling van

bovenstaande techniek, de 3D-roadmap, laat nu ook toe binnen

dit 3D-volume te navigeren. Hierdoor kan het navigeren van

de katheter of de plaatsing van een coil in realtime gevolgd

worden. Dit verhoogt de veiligheid van de patiënt, vermindert

de benodigde hoeveelheid contrast en beperkt de blootstelling

aan röntgenstralen.

Cone BeamVoortbordurend op de 3D-rotationele angiografietechniek, is het

nu mogelijk geworden CT-achtige beelden te maken, waarmee

we weke delen, botstructuren en andere lichaamsstructuren

kunnen beoordelen in de interventionele zaal. Hierdoor kan de

interventie vooraf optimaal gepland worden, is er mogelijkheid

tot realtime evaluatie tijdens de interventie en is er controle

na de interventie mogelijk. De patiënt hoeft hierbij niet meer

vervoerd te worden naar de CT-zaal.

GPS in de interventionele zaalDe diagnostische angiozaal van weleer heeft, niet in het minst

door de komst van CT- en MR-angiografie, plaats moeten maken

>>

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 28 7/06/12 18:39

Page 29: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Dr. Vincent Devos

Dr. Johan Ghekiere

Stafl eden Radiologie ­ medische beeldvorming

Campus Sint­Jan

voor een interventionele, therapeutische zaal. Tegelijk is het

actieterrein zich aan het uitbreiden met tal van indicaties, niet

alleen binnen maar ook buiten de bloedvaten. Trombolyse

of het oplossen van een verstoppende bloedklonter wordt

ondertussen reeds succesvol toegepast in de perifere vaten

en werd ook reeds gebruikt in de intracraniële vaten. Momen-

teel overweegt het RIZIV om trombectomie als therapeutische

behandelmethode te erkennen bij acute, ischemische beroerte.

Er waren reeds de hepatobiliaire interventies (cholangiografi e,

biliaire drainage, choledochus-stenting), doch binnen de oncolo-

gie ontstaan er steeds meer indicaties voor target-embolisatie.

Meerdere studies onderzoeken momenteel de mogelijkheid

om tumorspecifi eke therapie toe te dienen via intra-arteriële

toegangsweg, waarbij er een belangrijke reductie is van de

systemische bijwerkingen.

Ook osteo-articulaire toepassingen zoals botbiopsies, vertebro-

plasties, … worden door de 3D-beeldvorming eenvoudiger te

plannen. Bij beeldgeleide interventies, bijvoorbeeld voor het

plaatsen van een drain, zullen de live 3D-beelden de voortgang

van de drain in het weefsel op elk ogenblik nauwkeurig volgen.

Hierbij wordt vooraf een veilig traject uitgestippeld tussen een

beginpunt aan de huid (entry-point) en het eindpunt in het

lichaam (target-point). Gedurende het inbrengen van de drain

of biopsienaald kan onder scopie continu geverifi eerd worden

of het vooraf geplande traject nauwkeurig gevolgd wordt,

teneinde kwetsbare structuren onderweg te vermijden.

Less is moreInnovatie situeert zich niet alleen op het vlak van beeldvorming,

doch ook op het gebied van radioprotectie: het maken van

scherpe beelden met zo laag mogelijke dosis röntgenstralen

(ALARA, as low as reasonable acceptable). Naast de digitali-

sering wordt gewerkt met gepulseerde fl uoroscopie, fi ltering

van strooistralen, automatisatie röntgenblootstelling. Dankzij

de 3D-rotationele angiografi e is slechts één opnamereeks

vereist. Met een minimale hoeveelheid contrast kan een

maximum aan informatie uit het bekomen 3D-volume gehaald

worden. Monitoring van de patiënt kan nu volledig vanuit de

controle kamer gebeuren hetgeen de röntgenblootstelling van

anesthesist of verpleegkundige ten goede komt.

Volledige integratieVoor een effi ciënte workfl ow is er nood aan een vlotte en

snelle toegankelijkheid tot alle relevante informatie en

klinische gegevens van de patiënt. Door de directe verbinding

met het RIS/HIS enerzijds en de PACS anderzijds, is vanuit

de interventionele zaal direct inzage mogelijk in voorgaande

onderzoeken (CT, NMR, …).

Echogeleide procedures kunnen, dankzij deze integratie,

rechtstreeks op het beeldscherm gevolgd worden.

Ergonomisch conceptNiet alleen werd de angiografi etafel vervangen door een

top-level systeem, ook met de inplanting ervan werd rekening

gehouden. Er werd de nodige aandacht gegeven aan de inrich-

ting van de zaal, het comfortgevoel van de patiënt, de werk-

omgeving van het team en de stralingsbelasting van derden.

Een intuïtieve en ergonomische gebruikersinterface maakt dat

we snel en zeker kunnen werken, zonder de zaal te moeten

verlaten. Alle functies zijn voortaan instelbaar vanaf de zijkant

van de behandelingstafel.

De interventionele radiologie komt in een stroomversnelling terecht. Het AZ Sint­Jan Brugge­Oostende AV heeft daarom in 2011 geïnvesteerd in een nieuwe interventionele zaal op de dienst Radiologie­Medische Beeldvorming.

29zorg

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 29 7/06/12 18:39

Page 30: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

projecten

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 30 7/06/12 18:39

Page 31: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Een revolutionair bewegwijzeringssysteem moest een eenvou­

dig antwoord bieden aan de teloorgang van de bruine bordjes

die overplakt werden met de meest kunstzinnige verwijzingen

naar de meest onvindbare plaatsen.

Wat is een routesysteem?Het is redelijk nieuw in een ziekenhuis maar vakantieparken

kennen het principe al langer. Alles start met het kiezen van

een routenummer dat bij je eindbestemming hoort. En die

nummers zijn te vinden op verschillende plaatsen en fora:

De mooie digitale overzichtsschermen aan het onthaal

35 digitale mini-overzichtsschermen verspreid over het

ziekenhuis en te vinden op de meest strategische plaatsen

Op de fl yers die aan het onthaal worden meegegeven

Op het intranet en het internet

Op verwijsbrieven, afspraakkaartjes, ...

Eén nummer, en je komt er!Eens je het nummer van je eindbestemming kent, dan kan je

niet meer verdwalen want op elk kruispunt van het ziekenhuis

Nieuwe bewegwijzering

geven wegwijzers je de richting van alle routes mee.

Ben je aangekomen waar je wilde zijn, dan vind je daar een

eindbestemmingsbord dat er qua vormgeving net iets anders

uitziet dan een wegwijzer: mooi gestileerde zilveren letters op

een zwarte achtergrond. Twijfel je onderweg aan je nummer,

dan vind je de info op één van die 35 mini-overzichtsschermen.

En nu wordt het pas leuk! Je kan intern makkelijk verwijzen

van de ene dienst naar de andere. Je hoeft enkel het num-

mer te kennen. Iets wat met gewone bewegwijzering niet

haalbaar is. Je zou nooit op elke plaats in het ziekenhuis alle

eind be stemmingen voluit kunnen schrijven. De wegwijzers

zouden gigantisch groot en onoverzichtelijk worden.

Voor iedereenEn merkte je al op dat die 10% van de bevolking die kleuren-

blind is, ook geen problemen kent met ons systeem? En stond

je er al bij stil dat route in het Nederlands, Frans en Engels

hetzelfde zijn?

Altijd actueelBij de verhuis van een dienst passen we enkel de digitale over-

zichtsborden aan. Met een paar muisklikken zo gepiept!

Franky Gotelaere

Technisch directeur

31projecten

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 31 7/06/12 18:39

Page 32: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

daartoe uitgerust met monitoring, echograaf, tocograaf, en

een medische zuil. Voor de baby is er een verzorgingshoek

met badje en voor de mama (papa) is er sanitair met douche

voorzien. Loopt er toch iets fout of is de bevalling moeilijker dan

verwacht, dan wordt uitgeweken naar een instrumentele zaal

die technisch nog beter is uitgerust. Ernaast bevindt zich een

dubbele reanimatiezaal voorzien op een tweeling.

Totaal andere indeling van de ruimteDe arbeids-verloskamers zijn heel wat groter dan de arbeids-

kamers van vroeger. Vandaar dat de oorspronkelijke ruimte

helemaal herverdeeld is, geen muur bleef overeind. De kamers

zijn zo huiselijk mogelijk ingericht, en kregen een licht en

helder kleurtje. Er is heel wat aanwezig om de bevalling te

ondersteunen. Het aanbod van licht-, muziek- en relaxatie-

therapie in combinatie met een veelvoud aan mogelijke beval-

lingsposities zorgen ervoor dat de bevalling voor elke mama (en

papa) een unieke beleving wordt in het grootste comfort.

Zorgvloer moeder-kindEr is bewust voor gekozen de materniteit, het verloskwartier,

MIC, NIC en de polikliniek gynaecologie dicht bij elkaar te

houden. Dit is ook zo gerealiseerd. De zorgvloer moeder-kind

blijft op de zevende verdieping.

We bouwden dit jaar een splinternieuw verloskwartier, dat van

vorig jaar was tijdelijk… Het nieuwe verloskwartier is er,

op dezelfde plaats als voorheen. Een tijdlang werd er nood­

gedwongen gebruikgemaakt van een tijdelijk verloskwartier.

Ander conceptOp het nieuwe verloskwartier is vertrokken van een nieuw

concept. Waar vroeger arbeidskamers en verloskamers strikt

gescheiden waren, worden deze nu gecombineerd. In normale

omstandigheden blijft de moeder dus in dezelfde arbeids-

verloskamer tot aan de bevalling zelf. Elke kamer werd

Een vernieuwd of nieuw verloskwartier?

Franky Gotelaere

Technisch directeur

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 32 7/06/12 18:39

Page 33: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Vernieuwing van de noodstroomvoorziening en hoogspanningspost

We investeerden dit jaar in een gloednieuwe noodstroomvoorziening en een nieuwe hoogspanningspost. Het project moest een

kunstige en vernuftige uitvoering worden van een moeilijke puzzel. Hoe begin je eraan om je noodstroomvoorziening te vervangen

en tijdens de werken toch over een noodstroomvoorziening te blijven beschikken? Niet zo simpel…

Twee oplossingen We bouwen de nieuwe dieselgeneratoren op in een nieuw

gebouw vooraleer we de oude afbreken.

Tijdens de noodzakelijke overschakeling van oud naar nieuw

zorg je voor een externe noodstroomvoorziening (een vracht-

wagen vol…).

Bij deze werken werd meteen ook de volledige hoogspan-

ningspost vernieuwd (vergelijk dit met je zekeringenkast thuis),

dan hoeven we er geen tekeningetje bij te maken dat dit een

reuzenopdracht was achter de schermen.

Veel testen…Voor de gebruikers betekenden de talloze noodstroomtesten

die we tussen elke deelstap planden soms wel een ongemak.

Maar het uiteindelijke resultaat mag er zijn! Een sterk staaltje

van mechanica, elektriciteit en elektronica zorgt ervoor dat

we binnen een zestal seconden het volledige ziekenhuis

van (nood-)stroom kunnen voorzien. En toch is het niet de

bedoeling dat we deze dieselgeneratoren vaak nodig hebben…

Wat is een noodstroomvoorziening?Het ziekenhuis moet op elk moment operationeel blijven, daar

is iedereen het over eens, maar wat als de stroomleverancier

pech heeft en “het licht uitgaat”? Wie het thuis al eens mee-

maakte, herkent het gevoel van machteloosheid. Plots lijkt het

alsof je niets meer kan doen. Geen koffi etje, geen verwarming,

geen licht, geen tv, … Maar stel je dit scenario eens voor in een

ziekenhuis in volle uitbating! Geen licht, geen pc en dus geen

gegevens, geen labo, geen slagboom, … Maar vooral: geen

instrumentarium om verder te opereren, geen beademing op

intensieve zorgen, geen infuuspompen, geen beeldvorming,

geen monitoring, geen verwarming, zelfs geen eten, … Wat dan

met de veelbesproken patiëntveiligheid? Juist, dus daar dient

een noodstroomvoorziening voor.

We zorgen ervoor dat bij een externe oorzaak van stroomuitval,

we de veiligheid binnen het ziekenhuis kunnen waarborgen

door als op een eiland onze eigen stroom op te wekken. De

meest effi ciënte manier is deze te produceren door middel van

dieselgeneratoren.

Meer kW, grotere veiligheidNatuurlijk hadden we die dieselgeneratoren al in huis en ze

waren eigenlijk niet echt versleten maar zoals het vaak gaat

met techniek, ze waren een beetje “achterhaald”. In de eerste

plaats hadden ze niet meer de nodige capaciteit (twee diesels

van elk 650 kW) om het volledige ziekenhuis van elektriciteit

te voorzien in geval van onderbreking van de elektriciteit. Het

piekverbruik dat we dagelijks meten, klokt momenteel af op

ruim 3000 kW. Met de oude generatoren konden we weliswaar

nog de vitale diensten (operatiekwartier, intensieve zorgen,

spoedgevallen, neonatologie, …) van stroom voorzien maar

comfortabel is dit natuurlijk niet… Door grote delen van het

ziekenhuis af te schakelen ten gunste van de vitale diensten,

veroorzaak je veel last.

Vandaar dat we nu pronken met twee generatoren van 2000kW

per stuk. Maar we gingen voor nog meer zekerheid. Door een

ingenieus leidingnetwerk geven we alle vitale diensten ook een

dubbele voeding vanaf onze nieuwe dieselgeneratoren. Dat geeft

een extra beveiliging mocht er aan de voedingskabels in het

ziekenhuis iets haperen (een kabelbreuk of een kortsluiting bvb.).

Secure uitvoeringDat het geen gemakkelijke opdracht zou worden, wisten we,

maar alle stappen werden zorgvuldig voorbereid. Ook tijdens de

vervangingswerken mochten we immers niet zonder nood-

stroomvoorziening komen maar… hoe doe je dat dan?

Franky Gotelaere

Technisch directeur

33projecten

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 33 7/06/12 18:39

Page 34: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

netwerk

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 34 7/06/12 18:39

Page 35: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

35

Bij het pilootproject dat in 2008 werd opgestart in een tien-

tal regio’s in België kan er nu ook een extra middel ingezet

worden: de PIT (Paramedic Intervention Team). Hierbij vertrekt

de ambulance vanuit een ziekenhuis bemand met een hulpver-

lener-ambulancier en een verpleegkundige van de spoedgeval-

lendienst. De PIT wordt ook het derde middel in de dringende

hulpverlening genoemd.

Toen de overheid eind 2009 tien nieuwe PIT-projecten toeken-

de, werd aan de associatie ‘dringende geneeskundige hulp-

verlening Brugge’ (een samenwerking tussen de twee Brugse

ziekenhuizen, het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV en het AZ

Sint-Lucas) een PITplus project toegekend. Hierbij werd in de

beide ziekenhuizen een ziekenwagen geplaatst, aangeleverd

door de brandweer Brugge en bemand door een hulpverlener-

ambulancier. Bij een interventie op niveau ambulance of PIT,

bepaald door het HC-100, wordt het voertuig altijd bijkomend

bemand met een spoedverpleegkundige. Bij het Brugse PITplus

project (uniek in België) kan deze ziekenwagen ook bijkomend

bestaft worden met een MUG-arts, de ambulance vertrekt

dan als PITplus (of MUG/P). Na het nodige overleg met alle

betrokken partners (personeel, brandweer Brugge, FOD-Volks-

gezondheid, …) kon het project van start gaan in het voorjaar

van 2010. De verpleegkundigen beschikken over 29 staande

orders, waarbij hij/zij ter plaatse zelfstandig kan beslissen welk

netwerk

Het PITplus project in de Brugse regio

Johan De Knock hoofdverpleegkundige spoedgevallendienst

Dr. Nicolas Müller coördinator PIT­Brugge project

Campus Sint­Jan

Sinds enkele jaren heeft de FOD Volksgezondheid enkele piloot projecten opgestart om de pre­hospitaalopvang van patiënten te

optimaliseren. In het huidige systeem kan het HC­100 (Hulpcentrum 100) bij een noodoproep enkel een ambulance of een ambu­

lance met MUG uitsturen. Die ziekenwagen vertrekt vanuit de brandweerkazerne met twee hulpverlener­ambulanciers. De MUG

vertrekt vanuit het ziekenhuis met een spoedverpleegkundige en een arts (beiden met specifi eke kwalifi caties).

Derde reddingsmiddel in de dringende medische hulpverlening optimaliseert Brugse pre­ziekenhuiszorg.

staand order er moet toegepast worden. Op die manier krijgen

slachtoffers sneller een gespecialiseerde opvang en kan de

nodige medicatie opgestart worden. Bij zeer kritische patiënten

(ernstiger ziek dan ingeschat door het HC-100) kan de verpleeg-

kundige nog steeds bijstand vragen van een MUG.

Enkele cijfers voor de spoedgevallendienst van de campus Sint-Jan voor 2011 Er werden 1720 interventies uitgevoerd met deze ambulance

(59% als ambulance, 19% als PIT en 22% als PITplus).

Daarnaast voerden we nog 470 interventies uit met de

MUG-wagen en 546 met de MUG-Heli.

Bij 9 interventies vroeg de PIT bijkomende MUG-assistentie.

Bij PIT-interventies werd in 60% van de situaties een staand

order toegepast, meestal betrof dit het toedienen van

medicatie. De meest gebruikte staande orders waren:

het toedienen van pijnstilling bij traumatische pijn;

opvangen van patiënten met bewustzijnsvermindering;

het opvangen van patiënten met een acuut coronair

syndroom.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 35 7/06/12 18:39

Page 36: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

De zorg voor ons geheugen, een bron van samenwerking

Geheugen­ en andere cognitieve problemen zijn gerelateerd aan ouder worden, en kunnen ook door lichamelijke aandoeningen,

psychische problemen, medicatie of overmatig gebruik van alcohol veroorzaakt zijn. Maar vaak gaat het om de Ziekte van

Alzheimer of vasculaire dementie, of om een andere hersenaandoening. Vroegdiagnostiek en gecombineerde medicamenteuze en

niet­medicamenteuze interventies beïnvloeden het verloop, de functionaliteit, de sociale interactie en de levenskwaliteit van pa­

tiënten en hun mantelzorgers. Wetenschappelijk onderzoek, nieuwe farmaca, nieuwe initiatieven en bundeling van krachten over

disciplines en settings heen worden voor de toekomst een uitdaging.

‘Geheugenrevalidatie West-Vlaanderen’: een multicentrisch project in BruggeIn september 2011 ging het RIZIV-project ‘Geheugenrevalidatie

West-Vlaanderen’ voor onze provincie van start. De geheugen-

klinieken van AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV en AZ Sint-Lucas

besloten samen met Expertisecentrum Dementie Foton tot dit

samenwerkingsinitiatief. Gezien de bijzondere expertise van

deze drie partners in de zorg voor mensen met dementie vanuit

verschillende invalshoeken, zorgt de bundeling van deze krach-

ten voor een grote complementariteit. De geheugenrevalidatie

is sindsdien gecentraliseerd in het Fotonhuis in Brugge.

De doelstelling is de patiënt en zijn mantelzorger te helpen

zich zo goed mogelijk aan te passen aan de realiteit van het

ziekteproces, met zoveel mogelijk zelfredzaamheid en func-

tionaliteit, participatie in zijn sociale context, zolang mogelijk

in zijn eigen thuisomgeving, met zo goed mogelijke levens-

kwaliteit. Daarom nemen zowel de patiënt als zijn mantel-

zorger deel aan het programma.

Het programma verloopt over maximaal een jaar en is bedoeld

voor thuiswonende patiënten bij wie door een neuroloog,

geriater of psychiater, een diagnose dementie is gesteld. Er is

evidentie dat het meeste effect bekomen wordt bij mensen met

Ziekte van Alzheimer in de beginfase. Essentieel is de aanwezig-

heid van ziekte-inzicht, motivatie en leervermogen. Intussen

nemen 24 personen deel aan het programma.

De Geheugenkliniek: interdisciplinaire diagnostiek, behandeling en begeleidingDe Geheugenkliniek van AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV is

sinds 2000 een ambulant centrum voor vroegtijdige diagnos-

tiek, behandeling en begeleiding van patiënten met geheugen-

klachten, andere cognitieve problemen, veranderingen van

gedrag, persoonlijkheid of functioneren. Ze richt zich vooral tot

ouderen vanaf 60 jaar, hoewel deze grens niet expliciet is.

Gezien de complexiteit is gekozen voor een samenwerkings-

verband van de geriater, neuroloog, ouderenpsychiater en

neuropsycholoog, met uitgebreide ondersteuning van de

verpleegkundige, ergotherapeut en maatschappelijk werker.

Na het individueel diagnostisch traject, worden in het interdis-

ciplinair teamoverleg de verschillende invalshoeken samen-

gelegd om tot een genuanceerde en onderbouwde diagnose en

geïntegreerd behandelingsplan te komen, eventueel met een

aangepast revalidatieprogramma.

Eén van de specialisten neemt de bespreking, de behandeling,

de opvolging en de zorg voor de patiënt en de mantelzorger op

zich. De huisarts blijft de spilfiguur in de zorg. Mogelijke psycho-

sociale zorginterventies worden door de maatschappelijk werker

aangebracht. Bij complexe zorgsituaties wordt al jarenlang

samengewerkt met de dementieconsulenten van Expertise-

centrum Dementie Foton voor coaching en ondersteuning.

De interdisciplinaire geheugenkliniek wil in een progressief

opgebouwd klimaat van vertrouwen gedurende het hele ziekte-

proces ondersteunend zijn voor de patiënt met dementie, zijn

mantelzorger en de eerste lijn.

In 2011 werden 255 patiënten wegens vermoeden van dementie

geëvalueerd. De jongste was 52 jaar, de oudste 91 jaar. 18 patiën-

ten waren jonger dan 65 jaar, 68 jonger dan 75 jaar, 169 ouder dan

75 jaar. In totaal werden 744 patiënten opgevolgd. De geheugen-

kliniek is partner in het project ‘Integraal zorgaanbod voor mensen

met jongdementie’ en het project ‘Dementievriendelijk Brugge’.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 36 7/06/12 18:39

Page 37: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

De verwijzing gebeurt door de specialist of door de huisarts,

en kan vanuit de hele regio West-Vlaanderen. Het revalidatie-

team is multidisciplinair samengesteld met zorgverleners uit

de drie settings: twee klinisch psychologen, twee ergothera-

peuten, een neuroloog en een geriater, een maatschappelijk

werker en een secretaresse.

Bij de intake gebeurt een bilan van de moeilijkheden en de

behouden vaardigheden op neuropsychologisch en functioneel

vlak, en van de belasting en draagkracht van de mantelzorger.

De emotionele en sociale context, de hulpvraag en de noden

worden binnen een bredere context verkend. Aan de hand

hiervan worden samen met de patiënt en de mantelzorger, de

individuele doelstellingen voor de revalidatie geformuleerd,

aansluitend op hun leefwereld en hun dagelijkse leven.

De behandelingssessies, deels met de patiënt én zijn mantel-

zorger, deels individueel, zijn divers:

cognitieve training, aanleren van alternatieve strategieën van-

uit vaardigheden, en van gebruik van hulpmiddelen (agenda,

gsm/telefoon, ...) met terugkoppeling naar de mantelzorger

psycho-educatie om de situatie en de moeilijkheden beter te

begrijpen, met tips om zich te handhaven en hiermee te leren

omgaan

evaluatie en advies rond aanpassing van de leefomgeving via

huisbezoek

advies rond sociale wetgeving, gepaste voorzieningen,

praktische professionele hulpverlening door thuiszorg-

ondersteunende diensten

Progressief wordt een vertrouwensband opgebouwd die ook

intense emotionele ondersteuning biedt.

In het maandelijks teamoverleg worden de patiënten besproken

en het verloop van de revalidatie en de moeilijkheden

overlegd. Bij de start is er overleg met de huisarts, en ook de

zorgver leners van de eerste lijn worden betrokken.

De maatschappelijk werker van het project zet ook haar jaren-

lange expertise als dementieconsulent van Foton verder, en

legt eventueel de link naar de ontmoetingsgroep voor mensen

met beginnende dementie en met de thuisbegeleidingsdienst

van Foton.

Dr. Bea Timmerman

Medisch coördinator geheugenkliniek en ­revalidatie

Campus Sint­Jan

37netwerk

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 37 7/06/12 18:39

Page 38: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Een vernieuwd hulpaanbod vanuit het ‘Netwerk geestelijke gezondheidszorg Noord-West-Vlaanderen’Op 26 april 2010 werd door de Interministeriële Conferen-

tie Volksgezondheid de ‘Gids naar een betere geestelijke

gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnet-

werken’ goedgekeurd, kortweg ‘artikel 107’. Vanuit de Brugse

regio werd, in het kader hiervan, bij de federale overheid een

project ingediend om een voorzieningsoverstijgend en samen-

hangend aanbod geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in de regio

te organiseren. Het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV is mede-

ondertekenaar van het ondertussen goedgekeurde project en

speelt een belangrijke rol in de organisatie van de nieuw op te

richten ‘mobiele acute psychiatrische behandelteams’.

Geestelijke gezondheidszorg in bewegingReeds enkele decennia is er binnen de GGZ in ons land een

proces van vermaatschappelijking aan de gang. In de jaren ‘90

werden, via reconversie, bedden van psychiatrische zieken-

huizen (PZ’s) afgebouwd om plaats te maken voor projecten

zoals beschut wonen en psychiatrische thuiszorg. Artikel 11 van

de ziekenhuiswet in 2002 was een volgende belangrijke stap:

‘zorgprogramma’s’ en ‘netwerken’ werden in de GGZ geïntrodu-

ceerd en vormden een nieuwe basis voor erkenning, normering

en financiering. Op advies van een task force, samengesteld

uit beleidsvertegenwoordigers, werden diverse therapeutische

projecten opgestart. Gaandeweg werd echter duidelijk dat de

samenhang tussen de projecten ontbrak en dat er nood was

aan een globaal model voor een voorzieningsoverstijgend en

geïntegreerd GGZ-aanbod.

De goedkeuring van de ‘Gids naar een betere geestelijke

gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnet-

werken’ door de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid

in april 2010 is de start van een verregaande transformatie van

de geestelijke gezondheidszorg. Artikel 107 van de ziekenhuis-

wet laat de ziekenhuizen toe middelen te realloceren om deze

vernieuwde organisatie te financieren.

Naar een nieuw GGZ modelTot op heden wordt de GGZ vooral vanuit instellingen en

diensten georganiseerd. Conform de bovengenoemde gids zal

de organisatie verschuiven naar een regionaal netwerk waarin

alle actoren binnen een welomschreven gebied participeren.

Hierbij moet er een integratie gebeuren van middelen van

ziekenhuizen en (ambulante) diensten.

De gids beschrijft vijf functies die binnen een termijn van 3 jaar

moeten ontwikkeld en op elkaar afgestemd worden. De vijf

functies moeten een geïntegreerde oplossing bieden voor de

GGZ-noden in de regio, laagdrempelig zijn, aangepast aan de

individuele noden van de patiënt en zoveel als mogelijk in de

eerste lijn en in de thuisomgeving van de patiënt uitgebouwd.

Functie 1 gaat over preventie, vroegdetectie en vroeginter-

ventie. De huisartsen hebben hier, samen met andere eerste-

lijnsvoorzieningen en centra voor geestelijke gezondheidszorg

een belangrijke opdracht. Functie 2 betreft nieuw op te richten

mobiele psychiatrische behandelteams. Deze teams dienen via

intensieve zorg in de thuissituatie een alternatief te zijn voor

een ziekenhuisopname. Er wordt een onderscheid gemaakt

tussen teams die kortdurende zorg geven in acute situaties

(2a) en teams voor langdurige zorg (2b). Functie 3 staat voor

rehabilitatie van personen met langdurige GGZ-problematiek.

De vierde functie betreft hospitalisatie. PAAZ’en en PZ’s dienen

de zorg beter op elkaar af te stemmen, met aandacht voor

specifieke doelgroepen. Functie 5, ten slotte, richt zich op de

woonfunctie, gekoppeld aan ondersteuning en begeleiding.

Samenwerking met voorzieningen buiten de GGZ, zoals de

sociale woningsector is hier noodzakelijk.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 38 7/06/12 18:40

Page 39: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Netwerk geestelijke gezondheidszorg Noord-West-VlaanderenOp de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 6

juli 2011 werd het project ‘Netwerk geestelijke gezondheids-

zorg Noord-West-Vlaanderen’ goedgekeurd (quotatie 1A). De

goedkeuring van de projecten geldt voor drie jaar. In het totaal

kregen 10 projecten de kwalifi catie 1A.

Bij de voorbereiding van het project werd een zo breed mogelijk

draagvlak nagestreefd. In de stuurgroep (dertien personen uit

diverse settings) zijn ongeveer honderdzestig zorgpartners uit

de regio vertegenwoordigd. Deze partners omvatten het hele

werkveld geestelijke gezondheidszorg, maar ook de welzijns-

sector, huisartsenkringen, samenwerkingsinitiatieven eerste-

lijnsgezondheidszorg (SEL), regionale welzijnsraden en Similes.

Om de verschillende functies en hun onderlinge samenhang uit

te werken, werden werkgroepen opgericht met vertegenwoor-

digers uit de diverse betrokken instanties.

Het werkingsgebied van het project omvat twee subregio’s die

samenvallen met het werkingsgebied van de twee SEL-structuren

van Brugge en Oostende (SEL Noord-West-Vlaanderen en SEL

Oostende-Westkust). Om pragmatische redenen werd voor de

mobiele teams gekozen om te starten binnen een beperktere

regio (zie kaart). Momenteel zijn drie mobiele equipes actief:

één equipe voor acute intensieve behandeling (2a team) en

twee equipes voor langdurige zorg (2b teams). Deze equipes

zijn actief in de zorgregio Brugge, Beernem, Houtland.

Via afbouw van bedden van de twee PZ’s in de regio kwam

personeel vrij om deze teams te bemannen. Tevens is er

personeelsinput van enkele andere betrokken instellingen,

waaronder ons ziekenhuis.

Rol van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AVHet ziekenhuis is vertegenwoordigd op de verschillende niveaus

van de organisatiestructuur: netwerkcomité, stuurgroep, diverse

werkgroepen. Daarnaast neemt ons ziekenhuis een belangrijke

rol op in het mobiele acute team (2a) (foto).

De lokalen in de Spanjaardstraat 12 op de campus SFX werden

door het ziekenhuis ter beschikking gesteld van het 2a team.

De beleidsartsen voor het team komen enerzijds van het AZ

Sint-Jan Brugge-Oostende AV en van het PZ Onze-Lieve-Vrouw.

De psychologe is vanuit de dienst EPSI (Eenheid voor Psychiatri-

sche Spoed Interventie) van de campus Sint-Jan gedetacheerd

voor de functie van therapeutisch coördinator. Er is trouwens

een nauwe samen werking tussen EPSI en het 2a team.

Dr. Hans van den Ameele

Departementshoofd Psychiatrie­psychosomatiek

Campus Sint­Jan en SFX

Het mobiele acute team

39netwerk

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 39 7/06/12 18:40

Page 40: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Met het juiste hoortoestel of implant, “hoor” je er zo weer bij!

Vroeg of laat gaat ons gehoor achteruit, waardoor we meer en meer geïsoleerd raken van onze leefwereld. Jammer genoeg

worden sommige kinderen doof geboren of leidt ziekte tot slechthorendheid of doofheid. Gelukkig kunnen we vandaag aan

de meeste patiënten met een gehoorverlies een oplossing bieden.

Het gehoor: hoe werkt dit?Het oor bestaat uit drie delen: het uitwendig oor, het middenoor

en het binnenoor. Geluidsgolven worden opgevangen door het

buitenoor en worden via de gehoorgang doorgestuurd naar het

middenoor. De geluidsgolven brengen het trommelvlies en de

gehoorbeentjes in beweging. Hierna bereiken deze trillingen

het binnenoor, dat bestaat uit een met vocht gevuld slakkenhuis

of cochlea. In de cochlea bevinden zich trilhaartjes of haarcel-

len die door de geluidstrillingen in beweging worden gezet. De

trilhaartjes zijn verbonden met zenuwvezels die de trillingen

doorsturen naar de hersenen. Daar wordt het geluid verwerkt

tot zinvolle informatie.

Wanneer een van de drie hiervoor genoemde delen niet naar

behoren werkt of beschadigd is, treedt er gehoorverlies op.

Een waaier aan mogelijkhedenBij de meeste mensen gaat het gehoor al vanaf 20-30 jaar

langzaam achteruit. Dit gehoorverlies situeert zich voornamelijk

in de hoge tonen en wordt beïnvloed door tal van factoren zoals

lawaaiblootstelling, genetische belasting, bepaalde medicatie,

(oor)ontstekingen, ... Wanneer het gehoorverlies een kritische

grens bereikt van gemiddeld 40 dB HL, wordt een conventio-

neel hoortoestel deels terugbetaald door het ziekenfonds.

De meerderheid van onze patiënten komt in aanmerking voor

een conventioneel hoortoestel, waarbij het geluid wordt

opgevangen en versterkt. Dit geluid wordt vervolgens vrijge-

geven in de gehoorgang waar het wordt opgevangen door het

trommelvlies en zo via het middenoor doorgestuurd naar het

binnenoor. Voornamelijk milde tot matige gehoorsverliezen

kunnen zo worden opgevangen. Deze hoortoestellen kunnen in

de gehoorgang of achter de oorschelp gedragen worden en zijn

tegenwoordig nog amper zichtbaar.

Een middenoorimplantaat (Middle Ear Implant, MEI) is een

nieuw alternatief voor de conventionele hoortoestellen. Een

middenoorimplant zet het geluid om in mechanische energie en

brengt deze over naar het middenoor waar de gehoorbeentjes

mechanisch in trilling worden gebracht, met betere geluidsover-

dracht naar het slakkenhuis als gevolg. MEI zijn toepasbaar bij

mensen met een milde tot matige/ ernstige vorm van slecht-

horendheid. Ze zijn speciaal bedoeld voor wie geluidsverster-

king nodig heeft, maar geen conventioneel hoortoestel in het

oor kan (ver)dragen. Tegenwoordig bestaan er verschillende

semi-implanteerbare hoortoestellen. Meestal bestaat het MEI uit

twee delen, een uitwendig deel met een microfoon, processor

en batterij en een inwendig deel met een transductor die de

mechanische trillingen overbrengt. De volledig implanteerbare

hoortoestellen zijn nog volop in ontwikkeling. De plaatsing van

een MEI gebeurt via een operatieve ingreep. Eens de patiënt

hersteld is, wordt de uitwendige processor aangesloten en stelt

de audioloog deze in naargelang het gehoorverlies. Een MEI

wordt momenteel nog niet terugbetaald door het ziekenfonds.

Een botverankerd hoortoestel heeft ongeveer hetzelfde indi-

catiegebied als een MEI maar hierbij komen eveneens patiënten

in aanmerking met een éénzijdige aangeboren of verworven

doofheid of patiënten met een afwezig buiten- of middenoor.

Voor bijna iedere vorm van gehoorverlies is er tegenwoordig een passende behandeling be­schikbaar in het AZ Sint­Jan Brugge­Oostende AV.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 40 7/06/12 18:40

Page 41: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

In tegenstelling tot een MEI werkt dit toestel via het principe

van beengeleiding. Hierbij wordt geluid voortgeplant via het

bot waardoor het binnenoor rechtstreeks gestimuleerd wordt.

Op deze manier worden buiten- en middenoor overgeslagen.

Tijdens een operatieve ingreep onder lokale of algemene

verdoving wordt een schroefi mplant in het schedelbot achter

de oorschelp geïmplanteerd. Op deze schroef wordt een

geluidsprocessor geplaatst die het geluid opvangt en omzet

in mechanische trillingen. Deze trillingen worden via de im-

plantschroef doorgegeven aan het bot en bereiken, via directe

beengeleiding, het binnenoor. Momenteel zijn er verschillende

types botverankerde hoortoestellen beschikbaar en zijn er een

aantal nieuwigheden in ontwikkeling.

In tegenstelling tot MEI wordt een botverankerd hoortoestel

wel gedeeltelijk terugbetaald door het ziekenfonds. Kinderen of

volwassenen met een aangeboren of verworven ernstig tot diep

gehoorverlies aan beide oren, die niet meer geholpen kunnen

worden met een klassiek hoortoestel, komen in aanmerking

voor een cochleaire implantatie. Het RIZIV stelt echter enkele

belangrijke criteria voorop om te kunnen genieten van een

bijna volledige terugbetaling bij cochleaire implantatie.

Het otologisch team van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus BruggeDr. Rudolf Kuhweide, Marie Muylle, William Damman, Janne Dedeyne, Dr. Bob Lerut, Lore Bleyaert

>>

41netwerk

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 41 7/06/12 18:40

Page 42: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Dr. Bob Lerut

staflid Neus­, keel­ en oorziekten

campus Sint­Jan

mede namens alle stafleden van de dienst Neus­,

Keel­ en Oorziekten en het audiologisch team

Wist je dat… een normaalhorend oor duizenden haarcellen telt?

met een cochleair implant de functie van deze haarcellen

wordt vervangen door slechts 22 elektroden?

Een cochleair implantaat neemt de functie van het slakkenhuis

gedeeltelijk over en bestaat uit twee delen: een inwendig en

een uitwendig deel. Het inwendig deel wordt via een heelkun-

dige ingreep door de chirurg geplaatst: er wordt een implantaat

geplaatst achter het oor net onder de huid en met veel precisie

een elektroden-array in de cochlea geschoven. Deze elektroden

vervangen de functie van de haarcellen. Het uitwendig deel

bestaat uit een microfoon, een spraakprocessor en een batterij

met een zendspoel. Ongeveer vier weken na de heelkundige

ingreep wordt deze voor het eerst aangesloten. De audioloog

zal de spraakprocessor tijdens verscheidene sessies afregelen en

instellen. De microfoon van de geluidsprocessor vangt geluid op,

de spraakprocessor zet dit geluid om naar een digitale code die

via de zendspoel wordt doorgestuurd naar het implantaat. Het

implantaat zet deze digitale code om in een elektrisch signaal

dat doorgestuurd wordt naar de elektroden-array in de cochlea.

Van daaruit zullen de elektroden de gehoorzenuw elektrisch sti-

muleren en wordt het signaal doorgestuurd naar de hersenen.

Naast een goede fitting of afregeling van de geluidsprocessor,

is het belangrijk dat de patiënt een langdurige en intensieve

logopedische opvolging krijgt. De patiënt wordt doorgestuurd

naar een revalidatiecentrum (bv. MPI Spermalie) waar deze,

tijdens de eerste twee jaar na de implantatie, hoortraining krijgt

aangeboden. Deze hoortraining is gericht op de detectie, discri-

minatie, identificatie en herkenning van geluiden, woorden en

zinnen zowel in stilte als in lawaai.

Cochleaire implantaten verschaffen echter geen volledig

normaal gehoor. Het resultaat verschilt vaak van persoon tot

persoon en wordt sterk beïnvloed door verschillende factoren

zoals het tijdstip van ontstaan, de oorzaak en de duur van de

>>

doofheid. Ook andere factoren zoals de leeftijd en motivatie van

de patiënt spelen uiteraard een belangrijke rol.

BesluitDe dienst neus-, keel- en oorziekten te Brugge beschikt over

een uitgebreid otologisch team dat ernaar streeft op de hoogte

te blijven van alle technologieën, mee te werken aan het

ontwikkelen van nieuwe behandelingen en deze aan te bieden

aan de patiënten om aldus aan de vraag van elke patiënt te

kunnen voldoen. Voor bijna iedere vorm van gehoorverlies is er

tegenwoordig een passende behandeling beschikbaar in het AZ

Sint-Jan Brugge-Oostende AV.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 42 7/06/12 18:40

Page 43: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Neurochirugisch centrum Noord-West-Vlaanderen

Dr. Nikolaas Vantomme

Stafl id Neurochirurgie

In 2003 startte een samenwerking neurochirurgie, tussen de

ziekenhuizen AZ Sint-Jan en AZ Sint-Lucas te Brugge en het Henri

Serruys ziekenhuis te Oostende. Gedurende de voorbije jaren was

er een vlotte samenwerking met de artsen van deze samenwer-

king. Sinds oktober 2011 werd de samenwerking uitgebreid met

het ziekenhuis AZ Damiaan te Oostende. De verschillende

neurochirurgen en ziekenhuizen bundelen hun krachten om de

kwaliteit en de continuïteit van de zorgen te verbeteren, dit alles

in het belang van de patiënt. In de volgende jaren zullen we

proberen om een verdere subspecialisatie van de verschillende

neurochirurgen te organiseren. In een grote neurochirurgische

samenwerking is het ook eenvoudiger om nieuwe en meestal

dure therapeutische technieken op te starten.

Sinds ongeveer 8 jaar wordt een statistiek bijgehouden van de

ingrepen die worden uitgevoerd in het neurochirurgisch

centrum Noord-West-Vlaanderen. Ongeveer 50% omvat

ingrepen op de wervelkolom. Dit zijn ingrepen bij patiënten met

een hernia cervicaal of lumbaal, een vernauwing van het

spinaal kanaal, een instabiliteit van de wervelkolom, maar ook

patiënten met een spinale tumor. Eén kwart behelst intracrani-

ele ingrepen, bij patiënten met een tumor van de grote of

kleine hersenen, een intracraniële bloeding of hydrocephalie.

Daarnaast gebeuren nog operaties op perifere zenuwen,

ingrepen in samenwerking met de pijnkliniek (pijnstimulatoren

en pijn pompen) en infi ltraties.

Er zijn regelmatig stafvergaderingen waarin moeilijke patiën-

tendossiers worden besproken. Dergelijke vergaderingen tussen

artsen met een verschillende vorming en opleiding kunnen

verfrissend en leerzaam zijn. Door de samenwerking in een

groter geheel wordt ook de frequentie van de wachtdiensten

voor de individuele artsen verminderd. De neurochirurg van

wacht is verantwoordelijk voor de opvolging van de opgenomen

patiënten en voor de urgenties: meestal gaat het om levens-

bedreigende situaties bij patiënten met een ernstig hersentrauma,

een spontane intracraniële bloeding of een wervelfractuur.

43netwerk

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 43 7/06/12 18:40

Page 44: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

toegankelijkheid van gespecialiseerde zorg voor alle patiënten

uit de brede regio

respect voor de patiënt-arts relatie

de centralisatie van expertise

grotere aantallen van complexe procedures (volumina)

een grotere doeltreffendheid en veiligheid van de

behandelingen (verband volumina en resultaat)

een goed georganiseerde en toegankelijke wachtdienst

24/24 en 7/7

het efficiënt inzetten van het deskundig personeel en van de

uitrusting in het kathlab

Snel en efficiënt ingrijpen bij een acuut hartinfarctDe snelle en efficiënte cardiale zorg van deze 9 cardiologische

diensten voldoet aan de internationale criteria van de European

Society of Cardiology en van de American Heart Association.

Volgens deze criteria moet een patiënt met een acuut hart-

infarct rechtstreeks doorgestuurd worden naar een kathlab met

expertise voor het onmiddellijk openmaken van de verstopte

kransslagader. Deze behandeling noemt men “primaire Percutane

Coronaire Interventie (PCI)” bij een patiënt met een hartinfarct

of ST-Elevatie Myocardinfarct (STEMI). De verstopte kransslagader

dient opengemaakt te zijn binnen de 120 minuten vanaf het eer-

ste vermoeden van hartinfarct (dit is de “door-to-balloon” tijd). In

het AZ Sint-Jan werden 176 patiënten met een acuut hartinfarct

(STEMI) behandeld in 2011. Daarvan konden er 162 binnen de

eerste twee uren behandeld worden. Daarmee is in 2011 bij

meer patiënten de ideale interventietijd gehaald (92% van de

patiënten in 2011 tegenover 88% in 2010).

Toch meer infarctbehandelingen in ons gespecialiseerd centrumWe zien dat de jarenlange sensibiliseringscampagnes hun vruch-

ten afwerpen, het aantal hartinfarcten vermindert. Maar doordat

er steeds meer verwijzingen zijn vanuit de samenwerkende

ziekenhuizen, neemt in ons ziekenhuis het aantal te behandelen

patiënten toe.

Tot slot een jaaroverzicht van de 3 belangrijkste behandelingen in

het kathlab AZ Sint-Jan te Brugge. Deze zijn de primaire PCI’s voor

hartinfarct (STEMI), het totaal aantal PCI’s en het aantal ablaties

voor ritmestoornissen. Zij zijn telkens ingedeeld volgens de oor-

sprong van de verwijzing.

Optimale cardiale zorg voor elke patiënt

Goede samenwerking tussen de cardiologen van de brede regio is voordelig voor alle partnersIn het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint-Jan voeren

cardiologen van 9 verschillende ziekenhuiscampussen diagnos-

tische coronarografieën (coronaro’s) uit bij hun eigen patiënten.

Deze patiënten zijn afkomstig van het AZ Sint-Jan Brugge-

Oostende AV, het AZ Sint-Lucas Brugge, het AZ Alma Sijsele en

Eeklo, het Sint-Rembertziekenhuis Torhout, Gezondheidszorg

Oostkust (Knokke en Blankenberge) en het Sint-Augustinus-

ziekenhuis Veurne.

Van alle coronoro’s wordt ruim de helft uitgevoerd door

cardiologen die niet verbonden zijn aan de campus Sint-Jan.

Na overleg tussen de (externe) cardioloog en het staflid van

het ziekenhuis, kan beslist worden tot een coronaire stenting

(percutane coronaire interventie of PCI). Deze behandeling

wordt uitgevoerd door de stafleden van het AZ Sint-Jan campus

Sint-Jan. De samenwerking tussen de verschillende cardiologi-

sche diensten van de regio heeft vele voordelen:

Optimale cardiale zorg voor elke patiënt, ongeacht wanneer en in welk ziekenhuis hij zich aanbiedt.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 44 7/06/12 18:40

Page 45: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Dr. Yves Vandekerckhove

Diensthoofd Cardiologie

Campus Sint­Jan

2010

door-to-balloon < 120 min. door-to-balloon > 120 min.

aant

al p

atië

nten

Primaire PCI voor STEMI:indeling volgens de interventietijd

20110

50

100

150

200

19 14

141162

Andere ziekenhuizen

Behandelingen in kathlab AZ Sint-Jan Brugge volgens oorsprong van verwijzing

Campus Sint-Jan

Campus Henri Serruys

0

100

200

300

400

500

600

STEMI/primaire PCI PCI/coronaire stent Ablatie

aant

al p

atië

nten

91 401 320 70 517 231 8415 3Patiënt met hartinfarct (STEMI) wordt onmiddellijk behandeld met primaire PCI (stenting)

45netwerk

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 45 7/06/12 18:40

Page 46: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Iedereen heeft kunnen vaststellen dat de laparoscopische buikingrepen het laatste decennium een enorme groei hebben gekend,

denk maar aan laparoscopische colectomie, gastric bypass tot zelfs aortachirurgie. Minder bekend zijn echter de minimaal

invasieve thoracoscopische ingrepen of VATS (video assisted thoracic surgery): VATS segmentectomie voor solitaire longnodules,

VATS sympatectomie voor hyperhidrosis, lymfadenectomie voor staging via VATS, VATS bullectomie of longvolumereductie voor

longemfyseem. Dit is slechts een kleine greep uit thoracale interventies die via kijkoperaties mogelijk zijn.

Grenzen werden intussen verlegd: empyema met pleurale

verdikking werd tot voor kort via thoracotomie behandeld. Nu

kan een pleurectomie of decorticatie perfect via VATS worden

uitgevoerd. ‘Less is more’ is hier meer dan ooit van toepas-

sing: thoracale ingrepen via kleine incisies (‘less’) zijn nu legio

(‘more’). De reden is evident: kleinere wondes, minder pijn,

sneller herstel, kortere hospitalisatie. Meer nog dan bij de lapa-

roscopie gelden deze ‘voordelen’: een klassieke thoracotomie

(het spreiden van de ribben) is pijnlijk. Postoperatieve pijn kan

diep ademhalen bemoeilijken, dus meer kans op opstapeling

van fluimen, dus meer risico op longinfectie, langduriger verblijf

in het ziekenhuis, …

Maar wat met longcarcinomen? Kan je met deze VATS-techniek een oncologisch correcte

lobectomie met thoracale en mediastinale lymfadenecto-

mie uitvoeren? Lange tijd leek dit onhaalbaar en waren de

meest gehoorde tegenargumenten: technisch te moeilijk,

onvolledige lymfadenectomie, te onveilig. Uiteindelijk werden

al deze kritische opmerkingen wetenschappelijk verworpen.

Viscerosynthese materiaal verbeterde en werd meer ‘op maat’

gemaakt voor dit type ingreep. De thoracale chirurgie werd een

subspecialisme. Een oncologische lobectomie met lymfadenec-

tomie via VATS is nu perfect mogelijk. Drie incisies volstaan

(twee 10 mm-incisies en een ‘utility’-incisie van 5 cm) voor het

verwijderen van de longkwab. Gedaan met het spreiden van de

ribben, gedaan met een incisie van 20-25 cm of meer, gedaan

met uitgesproken postoperatieve pijn, … In het AZ Sint-Jan cam-

pus Henri Serruys gebeuren deze ingrepen nu standaard sedert

een tweetal jaar en dit à rato van 15 à 20 ingrepen per jaar.

Zijn er grenzen aan de VATS? Weinig, zelfs een volledige pneumectomie is mogelijk en werd

uitgevoerd. Enkel een sleeve-lobectomie met bronco-bronchiale

of tracheo-bronchiale anastomose lijkt nu nog te hoog gegre-

pen. Met de VATS lobectomie lijkt één van de laatste bastions

van de oncologische thoracale chirurgie, met name de thoraco-

tomie, gesloopt.

Dr. Roel Venken

Staflid Algemene heelkunde

Campus Henri Serruys

VATS lobectomie: het einde van de thoracotomie?

Gedaan met het spreiden van de ribben, gedaan met een incisie van 20­25 cm of meer, gedaan met uitgesproken postoperatieve pijn.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 46 7/06/12 18:40

Page 47: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

zorg in cijfers

Campus Sint-Jan en SFX

Totaal Verpleegkundig departement

Campus Henri Serruys

Totaal Verpleegkundig departement

EVOLUTIE VOLTIJDSE EENHEDEN

Medewerkers

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2006 2007 2008 2009 2010 2011

2.16

3

1.17

3

1.18

4

1.19

0

1.19

5

1.21

4

1.26

7

2.18

2

2.17

5

2.19

9

2.24

4

2.32

5

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2006 2007 2008 2009 2010 2011

565

307

323

334

347

367

381

586

602

579

609

626

47zorg in cijfers

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 47 7/06/12 18:40

Page 48: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

FINANCIERING VAN DE WERKING (IN €1000)

KOSTEN (IN €1000)

FINANCIERING 2011

Het Budget van Financiële Middelen en de honoria zijn de belangrijkste

financieringsbronnen voor het ziekenhuis.

UITGAVEN 2011

De vergoeding van de medewerkers en artsen blijft de belangrijkste

kost van een ziekenhuis.

Budget van Financiële Middelen (incl. geraamd inhaalbedrag) Kamersupplemlenten Forfaits conventies R.I.Z.I.V. Farmaceutische en gelijkgestelde producten Honoraria (omzet) Andere opbrengsten (o.a. wedde- en investeringssubsidies, op campus HS ook de kosten die gevorderd worden van de artsen)

35,2%

0,4%2,5%

17,7%

34,5%

9,6%

Bezoldigingen en artsenvergoedingenAfschrijvingen, huur en waardeverminderingenVoorzieningen voor pensioenen en geplande investeringen,…Financiële kostenInkopen farmaceutische, medische en verzorgingsproductenAndere kosten (administratie, energie, onderhoud, voeding, …)

60,4%

5,8%1,9%

1,6%

22,4%

8%

MiddelenHet ziekenhuis kan opnieuw een gunstig jaarresultaat voorleggen.

CAMPUS SINT-JAN/SFX CAMPUS HENRI SERRUYS TOTAAL

2010 2011 2010 2011 2010 2011

Budget van Financiële Middelen (incl. geraamd inhaalbedrag)

110.488 113.823 31.827 32.841 142.315 146.664

Kamersupplementen 924 992 503 553 1.427 1.545

Forfaits conventies R.I.Z.I.V. 9.013 9.426 1.057 1.157 10.070 10.583

Farmaceutische en gelijkgestelde producten

58.224 60.543 13.131 13.401 71.355 73.944

Honoraria (omzet) 105.901 111.616 30.981 32.361 136.882 143.977

Andere opbrengsten (o.a. wedde- en investeringssubsidies, op campus HS ook de kosten die gevorderd worden van de artsen)

19.417 18.396 20.629 21.709 40.046 40.105

Totaal 303.967 314.796 98.128 102.022 402.095 416.818

CAMPUS SINT-JAN/SFX CAMPUS HENRI SERRUYS TOTAAL

2010 2011 2010 2011 2010 2011

Bezoldigingen en artsenvergoedingen 173.794 184.438 63.672 66.590 237.466 251.028

Afschrijvingen, huur en waardeverminderingen

19.343 19.866 3.912 4.136 23.255 24.002

Voorzieningen voor pensioenen en geplande investeringen,…

2.680 5.708 320 2.295 3.000 8.003

Financiële kosten 4.739 5.187 1.203 1.457 5.942 6.644

Inkopen farmaceutische, medische en verzorgingsproducten

75.307 77.158 15.213 15.826 90.520 92.984

Andere kosten (administratie, energie, onderhoud, voeding, …)

23.670 21.560 10.301 11.511 33.971 33.071

Totaal 299.533 313.917 94.621 101.815 394.154 415.732

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 48 7/06/12 18:40

Page 49: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

TOTALE INVESTERINGEN SINDS 2006 (IN €1000)

2011 werd andermaal gekenmerkt door belangrijke

investeringsinspanningen op de beide campussen.

DE BELANGRIJKSTE INVESTERINGEN VAN 2011

(IN €1000)

Net als de vorige jaren werden belangrijke inspanningen

geleverd om de gebouwen van de campus Sint-Jan te

renoveren, en voor de nieuwbouw op de campus Henri

Serruys. Elk jaar worden er ook aanzienlijke bedragen

geïnvesteerd in allerlei apparatuur en materiaal, terwijl

ook ICT heel wat middelen vergt.

2006 2007 2008 2009 2010 2011 budget 2012

2.87

0

3.15

2

5.65

7

5.56

9

5.27

1

5.91

7

11.5

82

21.8

2026.1

71

33.2

11

20.0

39

28.1

46

33.5

05 36.9

67

38.7

80

33.4

17

39.4

22

48.5

49

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

Investeringen

Campus Sint-Jan en SFX Campus Henri Serruys

Fusieziekenhuis

CAMPUS

SINT-JAN EN SFX BRUGGE HENRI SERRUYS OOSTENDE

Bouw- en renovatiewerken

18.985

vernieuwing noodstroomvoorziening en bijhorend ge-bouw, herinrichting en opfrissen van verpleegeenheden, voltooiingswerken OP-zalen P4 en P5, renovatie hemodi-alyse en de polikliniek algemene interne geneeskunde, andere verbouwingen poliklinieken, binnenbewegwijze-ring, renovatie neonatologie en verloskwartier, bekabelin-gswerken, herinrichting centrale keuken, renovatie liften, afwerking oncologisch centrum, bouwwerken technische dienst, renovatie angio- en andere radiologiezalen, …

3.511

nieuwbouwvleugel: verdere afwerking van fase 1: consultatieruimtes en cafetaria, vergaderzalen en loungeruimte, fase 2 werd in in het najaar 2011 opgestart, fase 4 van het plan globaal beheerssysteem + renovatie stookplaats, schilderwerken buitenbouw en gevelrenovatie, schilderwerken voor opfris-sing van kamers, …

Medische apparatuur

7.019

angiografie-installatie, CT-simulator, uitbreiding en vervan-ging monitoring en bijhorende centrale, vele toestellen labo’s, endoscopiemateriaal, brancards, CO2- en yag-lasers, longfunctieboxen, mobiel CR-toestel, echografietoestel-len, vele OP-apparatuur en OP-instrumentarium, centrale glucosemeting, videocystoscopen, videolaparascopen, …

1.060

nieuwe OP-lampen, videogastroscoop, echografietoestellen, apparatuur voor de sterilisatiedienst, OP-apparatuur en OP-instrumentarium, …

Informatica (hard- en software)

4.024uitbreiding servers, SAN-uitbreidingen, vervangingen van pc’s, schermen, printers, draadloos netwerk, … - software: ontwikkeling door Infohos, systeemlicenties, …

517SAN-uitbreidingen, vervangingen van PC’s, schermen, printers, draadloos netwerk, …

andere uitrusting of investering

3.477

digitaal OK, installatie waterbehandeling, MUG-wagen, (elektrische) ziekenhuisbedden, nachttafels, kantoormeu-bilair, patiëntenzetels, multibedmovers, tv’s, instrumen-ten- en klompenwasmachines, …

829(elektrische) ziekenhuisbedden, distri-butiewagens voeding, kantoormeubilair, patiëntenzetels, …

49zorg in cijfers

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 49 7/06/12 18:40

Page 50: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Op de drie campussen blijft er enige toename van de activiteiten. Sommige evoluties in de aantallen weerspiegelen

- naast een groei van de activiteiten - ook een gewijzigde wetgeving of facturatie. Dit is vooral zo bij de daghospitalisatie

waar een belangrijke hervorming plaatsvond op 1 juli 2007.

Zorg

AANTAL OPERATIES

Zowel de operaties onder volledige narcose, als onder plaatselijke verdoving

Campus Sint-Jan en SFX Campus Henri Serruys

AANTAL RAADPLEGINGEN POLIKLINIEK

Exclusief medische beeldvorming

Campus Sint-Jan en SFX Campus Henri Serruys

2006 2007 2008 2009 2010 20110

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

24.676

8.11

8

8.55

7

9.19

3

10.235

10.489

10.696

26.117

26.590

26.798

27.063

27.798

2006 2007 2008 2009 2010 2011

59.320

72.208

58.365

79.464

85.058

86.745

277.21

0

276.92

0

277.62

9

286.72

9

296.30

1

303.84

2

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

CAMPUSTOTAAL

Kenletter SINT-JAN SFX HENRI SERRUYS

C chirurgisch 271 - 85 356

D inwendige geneeskunde 264 - 116 380

E pediatrie 33 - 15 48

M materniteit 38 - 13 51

G geriatrie 84 60 60 204

N neonatale 15 - - 15

Sp-neuro neurologische revalidatie - 20 - 20

Sp-loco locomotorische revalidatie - 20 - 20

Sp-pall palliatieve (*) - 6 - 6

a daghospitalisatie psychiatrie 18 - 10 28

A psychiatrie 50 30 30 110

909 329 1.238

ERKENDE BEDDEN

De activiteiten van het ziekenhuis vinden op 3 campussen plaats: op de

campus Sint-Jan aan de rand van Brugge, op de campus SFX in de Brugse

binnenstad en op de campus Henri Serruys te Oostende.

(*) De palliatieve zorgeenheid verhuisde in 2009 van het woon- en zorgcentrum Minnewater naar de campus SFX. Het is een samen werkingsinitiatief met het AZ Sint-Lucas en de V.Z.W. Palliatieve Zorgen Noord-West-Vlaanderen. De dienst telt 9 erkende bedden, waarvan er 6 zijn toegewezen aan het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV.

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 50 7/06/12 18:40

Page 51: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER:

Dr. Hans Rigauts

LAY-OUT EN ONTWERP:

D’M&S

FOTOGRAFIE:

Marc Lamoot, LivingStone, Soenen & Verhaeghe

COÖRDINATIE EN SAMENSTELLING:

Kristien Casselman, Evelyn Verhelle

Colofon

AANTAL OPNAMES

Exclusief daghospitalisatie psychiatrie

Campus Sint-Jan en SFX Campus Henri Serruys

AANTAL DAGBEHANDELINGEN

Forfaits RIZIV & daghospitalisatie lijst A

Campus Sint-Jan en SFX Campus Henri Serruys

AANTAL SPOEDGEVALLEN

Aantal contacten spoedgevallendienst

Campus Sint-Jan en SFX Campus Henri Serruys

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

2006 2007 2008 2009 2010 2011

10.699

11.017

10.757

11.063

11.053

11.075

27.780

28.080

28.814

28.483

28.915

29.149

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

2006 2007 2008 2009 2010 2011

16.763

16.771

17.659

18.906

19.313

19.047

24.975

25.351 27.241

26.615

27.503

27.728

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

2006 2007 2008 2009 2010 2011

28.935

31.014 34

.681

36.254

36.700 39.164

8.63

0

9.10

5

10.873

12.092 14.477

15.226

51zorg in cijfers

Meer details in het online jaarverslag:

www.vanatotzorg.be

of scan deze QR-code

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 51 7/06/12 18:40

Page 52: van a tot zorg - AZ Sint-Jan...Met dit jaarverslag bundelen we een terugblik en een toekomst-visie tot ‘Van A tot Zorg’. Vier jaar geleden organiseerden we strategische denkoefeningen

Campus Sint-Jan

Ruddershove 10

8000 Brugge

t: 050 45 21 11

f: 050 45 22 38

[email protected]

Campus SFX

Spaanse Loskaai 1

8000 Brugge

t: 050 47 04 70

f: 050 47 04 80

[email protected]

Campus Henri Serruys

Kaïrostraat 84

8400 Oostende

t: 059 55 51 11

f: 059 55 51 66

[email protected]

www.azsintjan.be

115191 AZ SINT-JAN JAARVERSLAG.indd 52 7/06/12 18:40