Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld...

16
1 Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth - Vooraanvraag juni 2015 -

Transcript of Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld...

Page 1: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

1

Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth - Vooraanvraag juni 2015 -

Page 2: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

2

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1 INTRODUCTIE 3

HOOFDSTUK 2 BOUWSTENEN 4

Bouwsteen 1: Ontschotten van financiering 5

Bouwsteen 2: Burgers centraal 5

Bouwsteen 3: Professionals aan zet 7

Bouwsteen 4: Positieve gezondheid als uitgangspunt 8

HOOFDSTUK 3 FASERING EN PLANNING 10

Fase 1 Vooraanvraag 10

Fase 2 Definitieve projectaanvraag 10

Fase 3 Projectimplementatie 10

HOOFDSTUK 4 ACTIEPUNTEN FASE 2 11

HOOFDSTUK 5 ORGANISATIESTRUCTUUR 12

HOOFDSTUK 6 BEGROTING 13

REFERENTIES 13

BIJLAGEN 164

Page 3: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

3

Hoofdstuk 1 Introductie

Overal in Nederland wordt gesproken over de toekomst van de zorg, met name in het kader van

betaalbaarheid en houdbaarheid. ZIO, gemeente Maastricht, GGD ZL en VGZ hebben in deze regio de

handen ineen geslagen om samen de kwaliteit van de zorg en dienstverlening overeind te houden en te

verbeteren, de gezondheid van de bevolking te verbeteren en de kosten in de hand te houden. Een

gezamenlijke zoektocht waarin de uitkomsten en resultaten niet op voorhand vastliggen.

In deze zoektocht willen we de doelstellingen die geformuleerd zijn voor deze regio op het sociale domein

en het zorgdomein met elkaar verbinden. Hier liggen kansen en uitdagingen, die we in de praktijk willen

beproeven in de Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth.

Over welk doelstellingen gaat het dan? De gemeente Maastricht stelt zich als doel “de kwaliteit van leven

van kwetsbare inwoners in Maastricht te verhogen en de houdbaarheid van het sociale stelsel te

garanderen door burgers zélf zoveel mogelijk regie te geven over het oplossen van welzijnsproblemen,

hun eigen kracht en samenkracht te versterken en maatwerk te leveren in publieke ondersteuning”

(Collegenota maart 2015). Samen met de andere Heuvelland gemeenten heeft de gemeente Maastricht in

maart 2014 een convenant gesloten met VGZ waarin als doel gesteld wordt “de gezondheid en kwaliteit

van leven van inwoners te bevorderen, de deelname aan de samenleving te bevorderen en (de groei) van

de kosten terug te dringen”. Tegelijkertijd werken VGZ, ZIO en Huis voor de Zorg in de proeftuin Blauwe

Zorg aan het doel om “verantwoorde en kwalitatief hoogwaardige zorg te bieden aan de inwoners in de

regio Maastricht en Heuvelland die bovendien duurzaam en betaalbaar is”. Een goede verbinding ofwel

integratie tussen het sociale domein en het zorgdomein kan leiden tot betere resultaten op de

afzonderlijke doelstellingen en leiden tot een gezamenlijk resultaat.

Daar zal stevig aan gewerkt moeten worden. De afgelopen jaren is namelijk in toenemende mate de

nadruk op de organisatie binnen ieder afzonderlijk domein komen te liggen en steeds minder op de

samenhang tussen de twee domeinen. Waardoor is deze kloof tussen en binnen het sociale en het

zorgdomein ontstaan? Dit is een gevolg van de steeds verdere regulering en monitoring van de zorg- en

hulpverlening in Nederland. Het stelselmatige beleid te willen controleren en verantwoorden heeft onder

andere tot gevolg dat binnen domeinen, hulpverleners zich terugtrekken “op hun eiland” omdat ze al

genoeg druk ervaren binnen hun eigen functioneren. Deze drang tot steeds verdere beheersing en

controle van processen leidde niet alleen tot in de schulp kruipen van hulpverleners (en dus minder

samenwerken), maar ook tot een steeds verder gaande mate van (sub)specialisatie. Hoe kleiner het

domein van expertise, hoe beter te overzien, hoe makkelijker te verantwoorden lijkt de trend te zijn

geworden. Het rapport van de commissie Kaljouw (2015) is hier exemplarisch voor; we hebben meer dan

2400 medische beroepen in Nederland met 1700 zorgopleidingen. Gevolg is dat in een maatschappij met

toenemende multiproblematiek, toenemende comorbiditeit, er vele verschillende hulpverleners nodig

zijn om een patiënt/cliënt/burger te begeleiden en helpen. Kortom, versnippering in de samenhang

binnen de domeinen.

Niet alleen de samenhang tussen de verschillende hulpverleners is verkokerd, ook de financiering is

verkokerd. De financiering is de afgelopen decennia in verschillende segmenten terecht gekomen. Ieder

met een eigen perspectief, eigen regels en verantwoordingssystematiek. Maar ook ieder segment met

een eigen productieprikkel waarmee het geheel van kosten zo hoog is geworden dan er forse

bezuinigingen nodig zijn om het geheel betaalbaar te houden.

Page 4: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

4

Het voorstel binnen de pilot Blauwe Zorg is om in de twee Maastrichtse pilotwijken te komen tot andere

zorgverlening. Vanuit de hierboven beschreven knelpunten is één van de randvoorwaarden te komen tot

ontschotting van de financiële kaders.

Een tweede vertrekpunt is te komen tot nieuwe zorgverlening, die uitgaat van generalisme (versus de

huidige versnippering in deelspecialismen), tot samenwerking tussen de domeinen via nieuw te vormen

(eventueel virtuele) netwerken en waarbij een belangrijk vertrekpunt de ideeën en initiatieven van de

hulpverleners zelf in plaats van structuren door financiers, beleidsmakers en managers bedacht.

De keuze voor Nazareth en Wittevrouwenveld gebaseerd op een aantal overwegingen die te maken

hebben met de winst die daar te behalen valt, de kans van slagen en de aansluiting op andere

ontwikkelingen. Beide wijken, maar in het bijzonder Nazareth/Limmel springen in het oog vanwege de

slechte gezondheid van de inwoners. De mensen in deze wijken ervaren hun gezondheid veel minder vaak

als goed ten opzichte van Maastricht. In beide wijken hebben mensen meer chronische aandoeningen.

De mensen lijken bovendien minder lekker in hun vel te zitten. Volwassenen in Nazareth/Limmel hebben

bijvoorbeeld twee maal zo veel risico op een depressie of angststoornis dan gemiddeld in Maastricht en

zijn ook twee maal zo vaak eenzaam (Een nieuwe kijk op gezondheid in Maastricht, VTV, 2015). Volgens

de leefbaarheidsmonitor (2015) scoren Wittevrouwenveld en Nazareth relatief slecht op het item

publieke ruimte (een maat voor hoeveelheid groen en water, geluidsoverlast, aandeel sloop, waarde van

verkochte huurwoningen, etc.) en veiligheid (vernielingen, verstoring openbare orde, geweld en diefstal).

In Nazareth/Limmel zijn bovendien zeer weinig voorzieningen (winkels, bank etc.).

Daarentegen, vallen de wijken op door de betrokken en vooruitstrevende houding van professionals die

vaak autonoom werken en open staan voor vernieuwing. In beide wijken, maar met name in

Wittevrouwenveld, hebben de afgelopen jaren al veel initiatieven plaatsgevonden waarop dit project kan

voortborduren.

De keuze sluit goed aan op het gemeentelijke ingezette beleid voor de inrichting van sociale wijkteams. In

de Collegenota ‘Evaluatie Proeftuin Caberg-Malbertuis’ is besloten om in eerste vervolginstantie sociale

teams in vijf buurten te ontwikkelen. Die sociale teams moeten vormgegeven worden samen met

bewoners en andere stakeholders, waaronder zorg- en dienstverleners. Wittevrouwenveld is één van die

vijf buurten. Dit is uitstekende gelegenheid om de ontwikkeling van het sociale team, de betrokkenheid

van burgers en formele en informele organisaties in die buurt en de beoogde integratie van sociaal

domein en eerstelijnsgezondheidszorg integraal aan te pakken.

Leeswijzer

Het voorliggende plan is een vooraanvraag voor de pilot ‘Blauwe zorg in Wittevrouwenveld en Nazareth’.

In dit plan zijn de staan de uitgangspunten beschreven (bouwstenen) om te komen tot een nieuwe vorm

van zorgverlening in de betreffende wijken. Dit stuk is bedoeld om financiering te genereren voor een

kwartiermaker die in de periode juli-december 2015 de voorbereidingen treft voor de start van de pilot in

2016. Deze vooraanvraag is vormgegeven door de gemeente Maastricht, GGD Zuid Limburg en ZIO.

Page 5: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

5

Hoofdstuk 2 Bouwstenen

In deze pilot wordt gewerkt met vier bouwstenen.

Bouwsteen 1: Ontschotten van financiering

Vanwege eerder beschreven problemen in de zorg is het beleid van de overheid gericht op het

decentraliseren van veel zorgtaken, waarbij veel zorg is overgeheveld naar gemeenten en waarbij wordt

getracht de financiële schotten te verminderen. In de nieuwe Jeugdwet zijn gemeenten bijvoorbeeld

verantwoordelijk geworden voor alle vormen van de jeugdzorg, waardoor ouders, jeugdigen en

professionals minder verdwalen in het systeem. De eerstelijns gezondheidszorg heeft heden ten dagen

nog steeds te maken met verschillende wetten, loketten en financiers. De belangrijkste zijn de

gemeenten, de zorgverzekeraar en het zorgkantoor.

Samenbrengen van budget gemeente en zorgverzekeraar

De kans die er nu ligt in de herstructurering van de financiering is dat de geldstromen uit twee bronnen

kunnen komen; gemeentelijk of zorgverzekering. Hiermee wordt een belangrijke kans geschapen om de

segmenten weer dichter bij elkaar te brengen. Gemeente Maastricht en VGZ als belangrijkste

zorgverzekeraar in Maastricht hebben toegezegd bereid te zijn mee te werken aan een plan om in twee

pilotwijken hun budget beschikbaar te stellen volgens populatiebekostiging (Collegenota Proeftuin

Caberg-Malpertuis: context, conclusies en aanbevelingen, d.d. 02-03-15, Gemeente Maastricht). In

populatiebekostiging wordt het totale zorgaanbod voor een groep inwoners bekostigd vanuit één budget.

Hierbij worden de betrokken organisaties gestimuleerd om samen te werken en resultaten te halen. Er

worden duidelijke kaders gesteld en doelen geformuleerd. Maar hoe ze het doen, bepalen ze zelf. In het

buitenland wordt volop geëxperimenteerd met deze vorm van bekostiging. In Nederland durven weinig

gemeenten het aan (Movisie, 2015). Gemeente Maastricht is door hun bereidheid voorlopergemeente.

Voorwaarden voor populatiebekostiging

Essentieel voor populatiegebonden bekostiging is het gezamenlijk vaststellen van de maatschappelijke

opdracht die de zorgaanbieders gezamenlijk dienen te realiseren. Heldere kaders zijn vereist en zijn

bepalend voor de budgetten die worden geïncludeerd. Een belangrijke succesfactor voor

populatiebekostiging is vertrouwen. Partijen die hier samen in stappen moeten de tijd nemen om elkaar

te leren kennen en te vertrouwen. Dit kost tijd en vasthoudendheid.

Bouwsteen 2: Burgers centraal

Zelfontplooiing van de autonome burger staat centraal in onze tijd en zoals eerder beschreven betekent

dit voor professionals een andere manieren van organiseren en begeleiden van zorg. Blauwe zorg gaat

niet alleen over de verandering bij de professionals en bij de overheid, maar ook over een veranderende

Bouwstenen Blauwe Zorg Pilot Wittevrouwenveld-Nazareth:

1. Ontschotten van financiering

2. Burgers centraal

3. Zorgverleners aan zet

4. Positieve gezondheid als uitgangspunt

Page 6: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

6

rol en positie van de burgers en patiënten. Burgers zijn op diverse wijzen betrokken bij hun gezondheid en

bij de zorg (zie bijlage1).

Informele zorg

Meer autonomie voor de burger betekent ook een actievere rol voor de burger in de zorg voor anderen,

bijvoorbeeld in de rol van mantelzorger en vrijwilliger.

Zorgprofessionals in Maastricht constateren dat mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg essentieel zijn

voor een kwalitatief goede zorg. Niet als vervanger van de professional, maar als aanvulling op de taken

van de professional die ervoor zorgt dat de kwaliteit van zorg thuis verbetert (bijeenkomst informele zorg

in Maastricht, 2015).

De afgelopen jaren is het aantal mantelzorgers en het aantal vrijwilligers in Maastricht flink toegenomen.

In 2012 gaf 11% van de volwassen Maastrichtenaren en 12% van de oudere Maastrichtenaren mantelzorg

(t.o.v. 8% in 2008/2009). In Wittevrouwenveld/ Wyckerpoort en in Limmel/Nazareth liggen de

percentages iets hoger. Wat opvalt is dat in deze wijken veel meer ouderen afhankelijk zijn van

mantelzorg dan gemiddeld in Maastricht (resp. 24% en 26% t.o.v. 18% in Maastricht) (Bron: Een nieuwe

kijk op gezondheid, 2014).

Deze toename van informele zorg brengt een aantal gevolgen met zich mee voor de zorgverlening en de

betrokkenen. Een grote behoefte van mantelzorgers is toegankelijke informatie over voorzieningen,

regelingen en zorgaanbod (in de buurt). Bovendien krijgen zij graag praktische hulp bij administratie,

huishouden en de boodschappen, iets dat goed door vrijwilligers gedaan zou kunnen worden. Vrijwilligers

in de zorg constateren dat de professionele zorgverlening niet is ingericht op een functionele inzet van en

een goede samenwerking met vrijwilligers. Als vrijwilligers meer verantwoordelijkheden krijgen in de

zorgverlening, willen zij ook als volwaardige schakel geïncludeerd worden in het zorgproces. Bovendien

sluit het scholingsaanbod voor vrijwilligers vaak niet aan op de behoefte (bijeenkomst informele zorg, d.d.

15-04-15, Maastricht). Professionals zouden graag meer gebruik maken van vrijwilligers bijvoorbeeld bij

het begeleiden van sociaal geïsoleerde en inactieve mensen naar activiteiten en sociale contacten

(aanvulling op Goud-Plus, Zonnebloem en Maatjesproject). Echter zij weten vaak niet hoe zij dit kunnen

realiseren (Verkennende gesprekken Wittevrouwenveld, Vermeer, 2015).

Patiëntenparticipatie

Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot

democratischer en effectievere besluitvorming in de zorg. Maar het is de vraag of beleidsmakers niet te

veel verwachten van zowel patiënten als hun familieleden (Bovenkamp, 2010; Kooiker en Hoeymans,

2014).

Burgerparticipatie

De bewoners zijn als bouwers van de samenleving de belangrijkste actoren in de wijk. Het is bewezen dat

het betrekken van burgers bij de inrichting van een wijk leidt tot een prettigere leefomgeving met

doorgaans meer groenvoorzieningen en tot meer sociale interactie. Het daadwerkelijk laten participeren

van de burger gaat niet vanzelf. Er moet een nieuwe balans worden gevonden in de maatschappij tussen

professionalisering en de-professionalisering, tussen standaarden en loslaten, tussen regels en risico’s.

Professionele organisaties zullen daarom minder aanbodgestuurd moeten werken, meer ruimte voor het

zelforganiserend vermogen van burgers, minder vanuit het idee van burgerparticipatie denken maar meer

vanuit complementair professionele of overheidsparticipatie (Kooiker en Hoeymans, 2014).

Burgerparticipatie is een nadrukkelijk speerpunt in het beleid van de gemeente Maastricht. Zij stimuleert

het zelforganiserend vermogen van burgers en stelt zich op als facilitator. Deze ontwikkeling sluit aan bij

de werkwijze die Blauwe Zorg nastreeft.

Page 7: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

7

Ingrijpen in het systeem van kwetsbare burgers

Het is echter de vraag of een actieve betrokkenheid van burgers en patiënten voor alle mensen even goed

uit de verf komt. Polarisatie in de samenleving ligt op de loer, waarbij de sociaaleconomische

gezondheidsverschillen vergroot worden. Professionals uit Wittevrouwenveld geven aan zich zorgen te

maken over de ontwikkelingen in de zorg, in het bijzonder voor bepaalde groepen kwetsbare mensen in

de wijk, zoals eenzame ouderen en multiprobleemgezinnen (verkennende gesprekken Wittevrouwenveld

Vermeer, 2015). Mensen in een kwetsbare positie hebben vaak vanwege allerlei redenen die veelal buiten

de directe gezondheidssfeer liggen een gezondheidsachterstand. De opleiding die mensen gevolgd

hebben en het wel of niet hebben van werk beïnvloeden iemands sociaaleconomische positie en hebben

een uitwerking op iemands gezondheid. Mensen met betaalde baan zijn gezonder. Mensen met een

hoger inkomen zijn gezonder. Daarnaast komt er steeds meer bewijs voor het belang van een gezonde

fysieke leefomgeving waarin mensen zich prettig voelen en die uitnodigt om naar buiten te gaan. Om dit

in de projectwijken te verbeteren grijpt Blauwe zorg in op het bredere systeem van burgers/patiënten.

Bouwsteen 3: Professionals aan zet

De derde bouwsteen is te komen tot nieuwe zorg- en dienstverlening waarbij een belangrijk vertrekpunt

de ideeën en initiatieven van de hulpverleners zelf zijn in plaats van structuren door financiers,

beleidsmakers en managers bedacht. Die zorg- en dienstverlening gaat uit van generalisme (versus de

huidige versnippering in deelspecialismen), tot samenwerking tussen de domeinen via nieuw te vormen

(eventueel virtuele) netwerken en. De hulpverleners worden gestimuleerd om te komen tot een aanpak

waarbij niet de medische behandeldiagnose, de voor te schrijven zorg of de beschikbare voorzieningen

centraal staan, maar de wens van het niveau van functioneren van de persoon zelf. De vooronderstelling

is dat dit tot meer effect en doelmatigheid zou moeten leiden waarbij er meer gezondheid uiteindelijk

wordt ervaren. Om dit te realiseren zijn een aantal voorwaarden van belang.

Hulpverleners ‘los’ laten

Ten eerste moeten de hulpverleners vrij kunnen zijn om die zorg/hulp te verlenen die nodig is op basis

van de uitspraak van de burger/patiënt. Zij moeten generalistisch kunnen werken daar waar zij wellicht

vanuit een specialistisch perspectief zijn aangesteld. Dit betekent dus ook dat de instellingen waar de

hulpverleners werkzaam zijn, bereid moeten zijn hun medewerkers “los” te laten en zonder het belang (of

zelfs in weerwil van het instellingsbelang) moeten kunnen laten functioneren. Om deze gedragscode met

elkaar af te spreken en te verankeren zal door de deelnemende partijen een contract dienen te worden

opgesteld en ondertekend.

Gedragsverandering bij hulpverleners

Op de tweede plaats moeten ook de hulpverleners zelf anders gaan functioneren. Zij moeten worden

verleid, gecoacht en begeleid om te werken met positieve gezondheid, het soms verlaten van

deelspecialismen, het creëren van nieuwe samenwerkingsverbanden en wellicht het belangrijkste;

worden geprikkeld om ook de burger/patiënt zelf aan het roer te laten in de keuzes en prioritering die

deze stelt.

Vanuit de medische professie zien we wellicht vooral de ‘verkeerde’ keuzen die mensen maken. Er zijn

echter ook positieve gezondheidseffecten. Als patiënten met het persoonlijk zorgplan in de hand zelf

meedenken over de doelen van de therapie, is de kans groter dat dit hun gezondheid bevordert.

Bovendien zijn de effecten niet beperkt tot de medisch gedefinieerde gezondheid, maar strekken deze

zich uit tot maatschappelijke participatie (sociaal domein) en zingeving. Dat zijn aspecten die patiënten

net zo belangrijk vinden als lichaamsfuncties. Of meer autonomie voor burgers en patiënten de

Page 8: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

8

gezondheid verbetert of niet, is daarmee geen uitgemaakte zaak. Het is afhankelijk van de wijze waarop

gezondheid gedefinieerd wordt: met een beperkte focus op lichaamsfuncties is het positieve effect

mogelijk kleiner dan met een brede blik op gezondheid (Kooiker en Hoeymans, 2014).

iStatement

Het iStatement kan professionals en burgers helpen bij deze verandering. Het iStatement is een manier

voor professionals (huisarts, POH, verpleegkundige) om uit het ‘ziekteframe’ te stappen naar een

integrale benadering van de mens, zoals ook Huber betoogt. Het verbindt de persoonlijke doelen van

iemand met een professionele benadering en ondersteuning bij het bereiken van die doelen. In de kern is

er geen norm voor gezondheid, die norm ben jezelf. Het gaat erover wat je als burger van belang vindt om

te kunnen doen binnen de context van jouw sociale leven. Het beperkt zich niet alleen tot de gezondheid

van mensen. Waarschijnlijk is gezondheid in de kern niet het grootste probleem van mensen. Het gaat

om het functioneren (Huber, 2011). Dat is het startpunt van alle handelen. Vandaaruit formuleer je een

doel en bekijk je wat de belemmeringen zijn om dat doel te halen. Dat doel (en de belemmeringen) kan in

alle leefdomeinen van Huber bestaan. Het iStatement gaat uit van wat je het belangrijkste vindt in je

leven. Centraal staan de kwaliteit van leven en het functioneren. De kwaliteit van leven is belangrijker dan

de levensduur.

Coaching, begeleiding en faciliteren van professionals

Om dit te laten slagen is een sterke coaching en begeleiding van betrokken hulpverleners essentieel. Er

kan gedacht worden aan training op het gebied van gesprekstechnieken zoals motivational interviewing,

maar ook aan coaching wat betreft het integreren van de positieve gezondheid benadering in de

werkwijze, bij het omgaan met de onzekerheid die bij het proces komt, en bij het komen tot productieve

afspraken in de samenwerking. Tevens moet gaandeweg gezocht worden naar innovaties die de nieuwe

werkwijze kunnen faciliteren, zoals bijvoorbeeld zelfmanagement en virtuele samenwerking.

Bouwsteen 4: Positieve gezondheid als uitgangspunt

De vierde bouwsteen is de nieuwe benadering van gezondheid van Machteld Huber e.a. (2011), waarbij

de gezondheid niet wordt gezien als “de afwezigheid van ziekte”, maar als “het vermogen om zich aan te

passen , in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven”.

Waarom een nieuwe definitie van gezondheid in Blauwe Zorg?

De tot nu toe heersende definitie van gezondheid van de WHO waarbij het ideaal van ‘compleet welzijn’

wordt nagestreefd, heeft bijgedragen aan de medicalisering van de Westerse samenleving waarin

diagnose en behandeling van ziekte centraal staan. Een gezondheidszorg die is gericht op het behandelen

van ziekten, draagt niet bij aan het verminderen van ziekte, maar zorgt voor juist voor meer (chronische)

ziekte en meer zorg.

Bovendien zegt de statische definitie van de WHO niets over het dynamische vermogen van mensen om

adequaat te (leren) omgaan met ziektes of beperkingen. In de omschrijving van het gezondheidsconcept

van Huber e.a. ligt de nadruk op aanpassing en zelfregie. Het eerste deel, ‘the ability to adapt’, legt de

nadruk op veerkracht, ofwel het vermogen om bij veranderende omstandigheden of stress weer terug te

komen in een evenwichtssituatie, ofwel het dynamische vermogen van mensen om adequaat om te

(leren) gaan met ziekte of beperkingen. In het tweede deel van de definitie, ‘the ability to selfmanage’,

wordt gezondheid gedefinieerd als het vermogen van mensen om goed te blijven functioneren ondanks

ziekten. Volgens deze definitie is iemand gezond als hij of zij zich succesvol heeft aangepast aan zijn

ziekte, zich gezond voelt en in staat is om te werken of anderszins te participeren. Dit sluit nauw aan bij

beleid in het sociale domein, dat gericht is op meer maatschappelijke participatie, meer zelfregie,

Page 9: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

9

‘eigen’kracht en ‘samenkracht’ (ondersteuning vanuit de sociale omgeving). Dit brengt ook de

welzijnswereld en de zorgwereld veel nader tot elkaar.

De definitie van Huber sluit als laatste aan bij een ontwikkeling in de publieke gezondheidszorg, waarbij

steeds minder wordt gesproken over ziektepreventie, maar over het bevorderen van gezondheid waarbij

gezondheid in een breder maatschappelijk kader wordt geplaatst. De definitie van Huber gaat nog verder

en beschouwd (lichamelijke en mentale) gezondheid niet als doel op zich, maar als onderdeel van het

totale leven en functioneren dat gericht is op een optimale balans tussen de eigen mogelijkheden, de

omgeving en de eisen die aan mensen gesteld worden.

Dimensies van positieve gezondheid

Huber e.a. (2011) hebben gezondheid volgens de nieuwe definitie geoperationaliseerd in zes dimensies

onder de noemer ‘Positieve Gezondheid’: lichaamsfuncties, mentale functies en – beleving, spirituele

dimensie en zingeving, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren

(zie schema). Voor medici en beleidsmakers is de spirituele dimensie waarin zingeving en het hebben van

een toekomstperspectief een nieuw element. Dit element wordt door patiënten essentieel gevonden

voor hun herstel of bij het leren omgaan met een ziekte. Voor de gezondheidszorg ligt de uitdaging om

deze brede benadering van gezondheid te integreren in hun werkwijze.

Positieve gezondheid richt zich meer op de krachten van mensen en minder op de gezondheidsproblemen

en – risico’s. Dat betekent ook dat de oplossing van problemen start bij de mensen zelf. Zij moeten in

beweging komen, zijn definiëren hun probleem en zijn in staat tot het oplossen ervan. Het gaat erom wat

zij willen en kunnen veranderen in hun leven. Dit sluit naadloos aan bij bouwsteen2: Burgers centraal.

Page 10: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

10

Hoofdstuk 3 Fasering en planning

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

FASE 1 * Vooraanvraag

FASE 2 Definitieve projectaanvraag

FASE 3 Implementatie en evaluatie

*Huidige fase

Fase 1 Vooraanvraag

Periode: tot 1 juli 2015

Onderhavige vooraanvraag betreft fase 1 van de pilot “Blauwe Zorg in Wittevrouwenveld en Nazareth”. In

deze vooraanvraag ligt de kern bij het verwerven van een financiering voor een kwartiermakersfunctie

voor de periode 1 juli 2015 – 1 januari 2016. Deze kwartiermaker heeft als opdracht het vormgeven van

een definitieve projectaanvraag (zie fase 2). Gezien het complexe en innovatieve karakter van de pilot

vraagt fase 2 om een transitiemanager (“kwartiermaker”) die eerder een dergelijk traject in de zorg heeft

aangestuurd, ontwikkeld en gecoördineerd.

Deze vooraanvraag is vormgegeven door de gemeente Maastricht, GGD Zuid-Limburg, VGZ en ZIO en zal

onder auspiciën van de Alliantie Santé worden gepositioneerd. Dit teneinde het draagvlak voor de pilot

vanaf het begin zo breed mogelijk te maken.

Fase 2 Definitieve projectaanvraag

Periode: 1 juli 2015-1 januari 2016

In fase 2 wordt, einde najaar 2015, onder leiding van de kwartiermaker een definitieve projectaanvraag

“Blauwe Zorg in Wittevrouwenveld en Nazareth” gepresenteerd samen met de GGD, ZIO en gemeente

Maastricht.

Onder leiding van de kwartiermaker zullen de uitkomsten van de actiepunten die per bouwsteen zijn

geformuleerd (zie pag. 10), input leveren voor deze projectaanvraag.

Fase 3 Projectimplementatie

Periode: 1 januari 2016 - 1 januari 2021

1. Het project zal in de bouwstenen zoals beschreven in fase 2 aanvangen per 1 januari 2016.

2. De looptijd zal 5 jaar bedragen met een minimale formele evaluatie na 3 jaar.

Page 11: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

11

Hoofdstuk 4 Actiepunten fase 2

Fase 2 start per 1 juli 2015. In deze fase zullen de actiepunten die genoemd worden bij onderstaande

bouwstenen uitgevoerd worden. Vervolgens zal eind najaar 2015 onder leiding van de kwartiermaker een

definitieve projectaanvraag “Blauwe Zorg in Wittevrouwenveld en Nazareth” gepresenteerd samen met

de GGD, ZIO en gemeente Maastricht

Bouwsteen 1: Ontschotting financiën

In kaart brengen van de financiële lasten van de verschillende domeinen zorg, welzijn en

preventie voor de populatie Nazareth en Witte Vrouwenveld.

Het formuleren van een praktisch en pragmatisch voorstel van populatiebekostiging voor de

programma fase.

Het formuleren van bekostigingsmodellen voor hulpverleners daar waar de huidige bekostiging

tekort schiet (bijv. tarief huisarts in dit programma).

Het formuleren van een meerjarenbegroting voor de niet-zorg/hulpverleningsgerelateerde kosten

(evaluatie en begeleiding)

Bouwsteen 2: Positieve gezondheid als uitgangspunt

Inventariseren van landelijke good-practices wat betreft toepassing van positieve gezondheid.

Het maken van een afspraak met Machteld Huber over de inzet van haar expertise in deze pilot.

Het aanwijzen van professionals/hulpverleners die plaats kunnen nemen in een werkgroep die

zich buigt over de praktische toepassing van positieve gezondheid

Bouwsteen 3: Professionals aan zet (met ondersteuning)

Het benaderen, informeren en laten participeren van de volgende stakeholders:

o Financiers; gemeente, verzekeraar, provincie

o Zorgdomein; huisartsen, wijkverpleegkundigen, ouderenzorg, GGZ, enz.

o Welzijnsdomein; maatschappelijk werk, WMO en jeugd medewerkers

o Preventie; GGD medewerkers, JOGG, Maastricht Sport, enz.

o Overige; werkgevers, scholen, sociale woningbouw, veiligheid, enz.

Het organiseren van startbijeenkomsten voor stakeholders.

Vormgeven van een begeleidingstraject i.s.m. stakeholders

Bouwsteen 4: Burgers centraal

Het benaderen, informeren en laten participeren van burgers:

o Huis voor de Zorg, Huis voor de Sport, buurtplatforms, mantelzorg, informele zorg, enz.

Het inrichten van een burger-werkgroep ten behoeve van het project

Page 12: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

12

Overige Actiepunten

Organisatie:

Het formuleren van een voorstel voor programmamanagement

Het formuleren van een voorstel voor begeleiding van hulpverleners

Het formuleren van de structuur van toezicht

Het opstellen van een samenwerkingscontract voor de deelnemende instanties

Evaluatie:

Het opstellen van een evaluatie- en onderzoekstraject met UM, Hogeschool en eventuele andere

kennisinstituten

Hoofdstuk 5 Organisatiestructuur

Voor fase 2, het ontwikkelen van de definitieve projectaanvraag, wordt een kwartiermaker aangesteld.

Gezien het complexe en innovatieve karakter van de pilot vraagt fase 2 om een transitiemanager

(“kwartiermaker”) die eerder een dergelijk traject in de zorg heeft aangestuurd, ontwikkeld en

gecoördineerd. Daarnaast geeft de kwartiermaker uitvoering aan de onderlinge samenhang van de

actiepunten per bouwsteen. Per bouwsteen zal een werkgroep worden gevormd met verschillende

partijen om de actiepunten uit te werken. De kwartiermaker is de “linking pin” tussen de werkgroepen die

per bouwsteen worden gevormd.

De kwartiermaker wordt in fase 2 ondersteund door een stuurgroep. De stuurgroep wordt gevormd door

de Alliantie Santé. Het doel van de stuurgroep is de voortgang te toetsen en is mede verantwoordelijk

voor het eindresultaat. De kwartiermaker onderzoekt in deze fase hoe het “partnerschap sociaal domein”

en andere mogelijke partners en burgers betrokken worden bij het project en komt tot een breed

gedragen voorstel voor een organisatiestructuur voor de duur van het project.

Evaluatie

De pilot zal worden begeleid met diverse wetenschappelijke onderzoeken, gericht op het effect, het

proces en de maatschappelijke implicaties. Bij de evaluatie wordt samenwerking gezocht met de

Academische Werkplaats (Klein maar fijn).

Page 13: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

13

Hoofdstuk 6 Begroting

De begroting ten behoeve van fase 2 zal omvatten:

− De kosten voor een kwartiermaker in de periode juli t/m december 2015;

− De kosten van 0,2 fte voor de inhuur van experts (zoals Machteld Huber, financieel expert, etc) in de

periode juli t/m december 2015;

Voor de personele inzet van drie bovengenoemde partijen (GGD, ZIO en gemeente Maastricht) in fase 2

wordt geen extra financiering aangevraagd, maar wordt door partijen zelf geïnvesteerd in menskracht.

Begroting fase 2 periode juli t/m december 2015

Kwartiermaker

2 werkdagen gedurende 24 weken à € 1000,=/dg € 48.000,=

Inhuur externe expertise

0.5 werkdag gedurende 24 weken à € 1000,=/dg € 12.000,=

Bijeenkomsten/presentaties/PR/ onvoorzien € 10.000,=

Totaal € 70.000,= ex BTW

Page 14: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

14

Referenties

Kaljouw M, Vliet van der K. Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren. Zorginstituut Nederland. 10

april 2015.

Collegenota Proeftuin Caberg-Malpertuis: context, conclusies en aanbevelingen, Gemeente Maastricht,

d.d. 2 maart 2015

Convenant Bundeling van Sturingkracht in het sociale domein en het zorgdomein, Gemeente Maastricht,

gemeente Meerssen, Gemeente Eijsden-Margraten, gemeente Valkenburg aan de Geul en Coöperatie

VGZ, d.d. 11 maart 2014.

Movisie. https://www.movisie.nl/artikel/populatiebekostiging-ideale-optie. Geraadpleegd 24 juni 2015

Steenbakkers M, Vermeer AJM, Janssen-Goffin MJH, Hajema KJ. Een nieuwe kijk op gezondheid in Zuid-

Limburg. Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) 2014. GGD Zuid Limburg, 2014

Vermeer AJM, Boot NMWM, Hesdahl MH, Janssen-Goffin MJH, Linssen ECAJ, Rutten N, Hajema KJ. Een

nieuwe kijk op gezondheid in Maastricht. Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV)

2014. GGD Zuid Limburg, 2014.

Leefbaarheidsmonitor. Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM).

http://www.leefbaarometer.nl. Geraadpleegd op 8 mei 2015.

Dijk van A, Meer van der I. Armoede en gezondheid. Gegevens over Den Haag. Epidemiologisch bulletin,

2012; 47 (2): 25-30.

Burdorf L. Sociaal-economische gezondheidsverschillen en werk. Lezing inauguratie Maria Janssen, 24

april 2015.

Kooiker S & Hoeymans N. Burgers en gezondheid. Themarapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning

2014. RIVM, 2014.

Meijers, J. Positieve publieke gezondheid. Het concept positieve gezondheid en haar betekenis voor de

publieke gezondheidzorg. Een fundamenteel andere kijk op public health. (ongepubliceerd).

Huber M e.a. How should we define health? In: BMJ 2011.

RVZ. Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: een nieuwe ordening. Den Haag: 2010.

RVZ. Preventie van welvaartsziekten. Effectief en efficiënt georganiseerd. Den Haag: 2011.

Polder, J., S. Koolker, F. van der Lucht. De gezondheidsepidemie. Waarom wij gezonder én zieker worden.

Amsterdam, 2013.

Page 15: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

15

Hildebrandt H. Money for value instead of volume: The Kinzingtal-way to develop and measure value and

health gain in a local area. Presentatie op congres Chronische zorg, 29 juni 2012

Leefbaarheids Atlas “Leefbaarometer”. http://www.leefbaarometer.nl). Ministerie van Binnenlandse

Zaken. Geraadpleegd 13 juni 2015.

Page 16: Pilot Blauwe Zorg Wittevrouwenveld-Nazareth · Effectieve patiëntenparticipatie in bijvoorbeeld een cliëntenraad kan leiden tot betere zorg en tot democratischer en effectievere

16

Bijlagen

Bijlage 1: vormen van burgerbetrokkenheid

Bron: Kooiker & Hoeijmans, 2014

Bijlage 2: Aandachtspunten van mantelzorgers en vrijwilligers in Maastricht

Mantelzorgers Vrijwilligers

1. Informatie 1. Relatie vrijwilligers - professionele zorg

2. Hulp bij bijv. administratie, regelen, huishouden,

boodschappen doen

2. Respect en waardering

3. Flexibele opvang 3.Scholing en begeleiding

4. Wat als ik het niet meer kan 4.Minder bureaucratie

5. Waardering 5.Goede match vraag en aanbod

Bron: onderzoek M. Mooren, 2015