JEUGDBELEIDSPLAN SK LEEUW

Vooraf

Geachte trainers, afgevaardigden en vrijwilligers,

Wij gaan er vanuit dat onze jeugdstructuur kan rekenen op het enthousiasme van de jeugdtrainers, afgevaardigden, helpers en ouders om opnieuw onze jeugdspelers positief te stimuleren bij de aanvang van het nieuwe seizoen.

In eerste instantie moet het onze bedoeling zijn om al onze spelers te behouden en om terug de betere jeugd van de regio voor SK Leeuw te laten kiezen.

Het uiteindelijke einddoel is zoveel mogeljk in eigen jeugd opgeleiden spelers in onze eerste ploeg krijgen. Niets is zo aangenaam als vaststellen dat ouders met hun 6 jaarig kind naar de trainingen komen uiteindelijk 15 jaar later voor hun zoon of dochter staan te supporteren bij wedstrijden van de eerste ploeg.

Daarom is het onze taak onze jeugdomkadering structureel nog te verbeteren en te zorgen voor een kwalitatieve voetbalopleiding.

De sportieve coördinatie valt onder de bevoegdheid van de sportieve cel. Als sportieve cel zullen wij proberen nauw betrokken te zijn bij de structurele omkadering van iedere jeugdploeg. Iedere vraag of bedenking mag dan ook gerust overgemaakt worden aan de mensen van deze sportieve cel. Dit gebeurt bij voorkeur persoonlijk al kan het eventueel ook via mail of brief.

SK LEEUW heeft als opdracht haar leden hun favoriete sport zo optimaal mogelijk te laten beleven. Wij hebben de verplichting een zeer goed leerproces aan te bieden in hun voetbalopleiding.

De doelstelling is terug te vinden in een aantal aspecten van de visie, die binnen de jeugd van SK LEEUW een belangrijke rol moeten spelen:

• Actieve jeugdspelers plezier laten beleven in onze club door ze in een teamverband te laten functioneren. Daarvoor moet er gewerkt worden met een gemotiveerde en bezielde jeugd-omkadering die het voorbeeld geeft. Een goede jeugdopleiding wordt gerealiseerd door enthousiaste en bekwame jeugdtrainers/bestuur die alle facetten van het voetbalspel aan bod laten komen.

• De algemene inzet van alle actieve leden moet beloond worden.

• Een verbondenheid bewerkstellen tussen de jeugd en de rest van de club dus de eerste ploeg(en).

• Er moet aandacht geschonken worden aan waarden en normen en de FAIR-PLAY moet worden bijgebracht.

Pedagogische Zaken

SK LEEUW moet zorgen voor een totale ontwikkeling van zijn jeugdspelers. Als club zijn we niet alleen verantwoordelijk voor het voetbaltechnische deel van de opleiding, maar ook voor de totale ontwikkeling door een zekere discipline en een bepaalde levenswijze bij te brengen. (vb. FAIRPLAY, ANTI-RACISME, SAMENLEVING, GEZONDHEID…)

Mentaliteit en mentale weerbaarheid zijn ook twee aspecten die zorgen voor een optimale beleving van het voetbalspel. Er moet gestreefd worden dat de jeugdspeler een gezonde ambitie heeft, maar er moet ook geholpen worden bij het verwerken van teleurstellingen.

Daarom is het verantwoordelijkheidsgevoel bij trainers, begeleiders en de ouders zeer bepalend. Iederéén heeft zijn eigen inbreng, met als doel de ontwikkeling van de zelfverantwoordelijkheid bij iedere jeugdspeler.

Voetbaltechnische Zaken - Beleid/Visie

Om een duidelijk beleid te garanderen spelen enkele factoren een belangrijke rol:

• HET CLUBBELANG:

De jeugd moet een zekere uitstraling hebben. ( vb . uniformiteit bij de uitrustingen)

• HET PLOEGBELANG:

Discipline en vriendschap in de ploeg. Samen gericht voetballen bij balbezit/balverlies/systeem respecteren en uitvoeren

• HET INDIVIDUEEL BELANG:

In de categorieën U6 tot U10 willen we de spelers nog niet vastplakken op een bepaalde positie op het veld. Dit wil zeggen dat de speler nog niet het etiket opgeplakt krijgt van verdediger – middenvelder of aanvaller. We willen van de jeugdspelertjes all-round spelers maken op een nog speelse wijze.

Hier wordt de individuele ontwikkeling geïntegreerd met het ploegbelang.

Vanaf de U12 worden er pas gewerkt met tactieken en posities in een elftal.

Om de individuele ontwikkeling niet te belemmeren zou men moeten voorkomen (tot en met de U10) dat een jeugdspeler in een hoger team gaat spelen.

• HET BELANG VAN DE OUDERS:

De ouders moeten volledig achter de ploeg te komen staan. Dit moet automatisch voortvloeien uit een goede geleverde jeugdopleiding.

• HET BELANG VAN DE TRAINER:

Moet steeds handelen dat de jeugdspeler centraal blijft. Nooit een team opstellen uit eigen belang, maar in het belang van de leerschool van de jeugdspeler.

Voetbal kent 3 hoofdmomenten (overbrengen aan jeugdspeler !!!):

• Balbezit van het eigen team:

o bij eigen doel: proberen uit te voetballen en op te bouwen; bij keeperbal, moet deze niet altijd ver uittrappen (“geluksvoetbal”)

o bij doel tegenstander: aanvallen via opgelegd systeem, kansen creëren, scoren

• Balbezit van de tegenstander:

o bij eigen doel: druk zetten bij tegenstrever, doelpunten voorkomen, doel afschermen, bal veroveren

o bij doel tegenstander: druk zetten bij opbouw tegenstander, bal terugveroveren

• Balwisseling (balverlies en balverovering):

o bij eigen doel: snel in aanval komen of rustig opbouwen, bal in balbezit houden druk zetten bij tegenstrever, doelpunten voorkomen, doel afschermen, bal veroveren

o bij doel tegenstander: snel tot scoren proberen te komen of snel achter de bal komen

Voetbaltechnische Zaken - Doelstellingen per categorie

• U6 (5-6 jaar):

Het leren beheersen van de bal (technische vaardigheid) in relatie tot tijd, ruimte, snelheid en richting, uitmondend in het realiseren van eenvoudige voetbalbedoelingen (scoren, mikken, bal houden, samenspel, bal afpakken).

• U7 - U8 (6-8 jaar):

Het leren beheersen van de bal (technische vaardigheden) in relatie tot voetbalweerstanden (eerste verkenningen van de basisvormen)

• U10 (8-10 jaar):

Het ontwikkelen van de basisspel-rijpheid . Spelinzicht en technische vaardigheid moeten worden ontwikkeld d.m.v. het spelen van vereenvoudigde voetbalsituaties

• U13 (11-13 jaar):

Het ontwikkelen van basisspel-rijpheid. Spelinzicht en technische vaardigheid moeten worden ontwikkeld d.m.v. het spelen van vereenvoudigde voetbalsituaties.

Omschakelen van een half naar een heel speelveld.

• U15 (13-15 jaar):

Het ontwikkelen van de wedstrijdrijpheid. Ploegtaken, taken per linie en posities ontwikkelen door kleine en grote wedstrijdvormen.

• U17 (16-17 jaar):

Het ontwikkelen van de wedstrijdrijpheid. Teamtaken, taken per linie en posities ontwikkelen door kleine en grote wedstrijdvormen.

• U21 (18 – 21 jaar):

Het ontwikkelen van de competitierijpheid. Het gaat om de uitvoering van teamtaken, taken per linie en posities, waarbij het rendement van de wedstrijdrijping voltooid moet worden en waarbij mentale aspecten bepalend kunnen zijn. Voorbereiding en overgang junioren naar senioren.

Werving en opleiding trainers - Trainersstaf Jeugd

• Huidige situatie (2019):

Voorlopig bestaat er een structuur met 1 jeugdcoördinator voor de volledige onderbouw tot aan de junioren. In de volledige jeugdstaf bezitten er maar 2 jeugdtrainers een brevet KBVB. Daarentegen hebben enkele jeugdopleiders al een 10-tal seizoenen een ongelofelijke ervaring als begeleiders van de jeugd, wat ook niet te verwaarlozen is.

• Toekomstgericht:

Aangezien gediplomeerde trainers financieel moeilijk haalbaar zijn zouden wij moeten zorgen dat iedere jeugdploeg zou kunnen beschikken over twee trainers.

Een hoofdtrainer die tijdens zijn trainingen zou kunnen bijgestaan worden door een veldtrainer.

• Nut:

De spelers worden beter omkadert en de trainingen zouden vlotter kunnen verlopen. Met twee trainers wordt de analyse van iedere ploeg en/of speler objectiever gemaakt wat serieuzer overkomt bij de ouders.

Werving en opleiding trainers - Selectie en werving

• Actieplan:

het huidige trainersbestand krijgt de gelegenheid om cursussen te volgen op de trainersschool van de KBVB . Na het behalen van een brevet, betaald door de club, moet de trainer een contract ondertekenen dat hij minimum twee seizoenen als jeugdtrainer blijft bij SK Leeuw . Anders wordt de kostprijs van de cursus teruggevorderd. De overige trainers worden intern "opgeleid".

• Wervingsbeleid in de toekomst:

Bij het aannemen van trainers dient niet enkel rekening te worden gehouden met de kwalificaties maar ook met de ambities, de clubliefde en de kunst om adolescenten op te leiden, zowel sociaal als voetbalkennis.

• Toekomstgerichte kwaliteitszorg (seizoen 2019 - 2020):

Naast een volg– en evaluatiesysteem voor de jeugdspelers zou er een " trainers-evaluatiesysteem” (TES) moeten gestart worden. Naast de jeugdcoördinator zullen één of meerdere leden van het jeugdbestuur verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitsbewaking. Mogelijk ligt hier ook een taak voor de hoofdtrainer van de 1ste ploeg.

Werving en opleiding trainers – Jeugdcoördinator

Hij moet zijn gehoor leggen bij de ouders tijdens de trainingen en wedstrijden, zonder partij te trekken.

Hij moet zijn trainers het gevoel geven dat zij door hem worden gesteund, zelfs als hij hun onder vier ogen bepaalde kwaliteitsopmerkingen moet geven.

De jeugdcoördinator moet aan de trainers een speler-evaluatiesysteem opleggen (SES)

Speler-evaluatiesysteem (SES)

De doelstellingen van het SES zijn:

• Kwaliteit en ontwikkeling van de individuele speler inventariseren om deze te kunnen verhogen door gerichte training.

Het SES kan onze trainers van informatie voorzien over individuele spelers; maar ook over hele teams. Bijvoorbeeld: Trainer die een nieuwe jeugdploeg overneemt krijgt een overzicht van de kwaliteiten van zijn nieuwe spelertjes

• Hulpmiddel voor een juiste selectie van spelers.

De gegevens uit het SES dragen bij aan de objectiviteit van de samenstelling van de elftallen.

Er wordt een formulier ontworpen voor de beoordeling van een speler.

Er komen 24 onderdelen aan de orde verdeeld over 4 categorieën:

• Persoonlijkheid:

O.a. wedstrijdmentaliteit en houding t.o.v. de scheidsrechter.

• Fysiek:

O.a. snelheid, conditie en wendbaarheid.

• Techniek:

O.a. Gebruik zwakke been, passing, aanvallen (passeren 1:1), verdedigen (duel 1:1) en balbeheersing.

• Inzicht/Tactiek:

O.a. Positie kiezen en scorend vermogen.

Het formulier zal gebruikt worden voor iedere leeftijdscategorie, zodat de ontwikkeling van

een speler gemakkelijk te volgen is:

• De formulieren SES zullen twee maal per seizoen (december en mei) opgemaakt worden.

• De speler zal besproken en geëvalueerd worden door de trainer, de afgevaardigde, en de leden van sportieve cel.

• De sportieve cel zorgt voor de centrale opslag

Indeling teams

SK LEEUW moet streven dat hun jeugdploegen optimaal presteren.

• Uitgangspunten:

Per jeugdreeks zal er kritisch geselecteerd worden. De indeling en het doorschuiven van spelers zal steeds besproken worden tussen de belanghebbende trainers, de sportieve cel, jeugdvoorzitter en eveneens voorgelegd worden aan de ouders en de speler zelf.

• Belangrijk:

Als het voor de ontwikkeling van een speler beter wordt geacht kan hij in een hogere of lagere leeftijdscategorie worden ingedeeld. Dit kan echter alleen met goedkeuring van hemzelf en zijn ouders.

Opleiding en coaching: 5/6-8 jaar (U6 - U8)

• De bal is rond ... en dat is moeilijk onder controle te krijgen.

• Baas worden over de bal, voorfase.

In deze leeftijdsfase gaat het om het ontwikkelen van de techniek.

• 1e jaars : BAL ALS DOEL

• 2e jaars : BAL/BASISVORM ALS DOEL

Het ontwikkelen van het balgevoel. De kinderen moeten baas worden over de bal, zodat de bal een middel wordt om spelbedoelingen te realiseren. Deze spelbedoelingen moeten in de oefenstof tot uiting kunnen komen.

Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren (stapsgewijs werken):

• Van balgewenning naar doelgerichtheid.

• Van bal als doel naar bal als middel.

Aandachtpunten voor de trainer:

• Kennis van inzicht in alle voetbaltechnische handelingen is een voorwaarde.

• Voor iedereen een bal beschikbaar.

• Veel afwisseling in training.

• Per training komen alle spelbedoelingen aan bod.

• Inspelen op de fantasiewereld van de kinderen.

• Zeer korte uitleg.

• Zelf voordoen is beter dan uitleggen.

• Tijd goed benutten.

Opleiding en coaching: 8-10 jaar (U10)

• Bal/basisvorm als middel.

• Basisspelrijpheid.

In deze leeftijdsfase gaat het om het verder ontwikkelen van de techniek. Het ontwikkelen van inzicht in en het herkennen van de spelbedoelingen en algemene uitgangspunten binnen de zogenaamde basisvormen.

Basisvormen zijn vereenvoudigde voetbalsituaties waarbij door de spelbedoeling, de organisatievorm en de regels voorwaarde zijn voor een optimaal voetbalklimaat.

Basisvormen kenmerken zich door:

• “Voetbaleigen”-karakter (herkenbaarheid van wedstrijdsituaties).

• Veel herhalingsmogelijkheden (veel aan de beurt, veel betrokkenheid).

• Aanpasbaar aan het niveau/voetbalvermogen binnen deze leeftijd (spelen met weerstanden).

• Veel mogelijkheden/kansen voor situatiegerichte coaching.

Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren:

• Fase 1

o Ontwikkelen van de individuele technische vaardigheid binnen vereenvoudigde voetbalsituaties (basisvormen 4 tegen 4 en 7 tegen 7).

o Spelbedoeling en algemene uitgangspunten.

• Fase 2

o Veldbezetting/teamorganisatie is een voorwaarde om individuele speler optimaal te laten ontwikkelen.

o Wordt het spel juist gespeeld?

o Wordt de spelbedoeling behaald?

o Leren spelen binnen een organisatievorm (4x4 of 7x7).

Aandachtpunten voor de trainer:

Het gaat in deze categorie vooral om het ontwikkelen van de individuele technische vaardigheid binnen eenvoudige voetbalsituaties ( 4x4 en 7x7). Accent ligt op de techniek.

De coaching zal vooral gericht zijn op het verbeteren van de technische vaardigheden en de algemene lichaamscoördinatie.

Om hieraan optimaal inhoud in te kunnen geven zal voortdurend moeten worden bewaakt of het spel (ongeacht de vorm) nog wel wordt gespeeld, er nog plezier is en of er nog wordt geleerd.

De coach moet dan ook kunnen omgaan met het aanpassen van de weerstanden aan het niveau van de spelers.

Concreet betekent dit aandacht voor:

• Juiste keuze voor de basisvorm.

• Duidelijk maken van de spelbedoeling.

• Veldbezetting en teamorganisatie.

• Het gebruiken of aanpassen van de spelregels.

• Het begeleidend coachen van de technische uitvoering.

• Het manipuleren van weerstanden (makkelijk of moeilijker maken).

Opleiding en coaching: 10-12 jaar (U13)

• Bal/basisvorm als middel

• Basisspelrijpheid.

In deze leeftijdsfase gaat het om het ontwikkelen van het inzicht in voetballen. Het ontwikkelen van inzicht in en herkennen van spelbedoelingen en algemene uitgangspunten in de hoofdmomenten balbezit tegenpartij (de globale teamfunctie van de verdedigers) en balbezit (globale teamfunctie opbouwen en aanvallen).

De overstap naar 11 tegen 11 kenmerkt zich door:

• een nieuwe, veranderde oriëntatie: grotere ruimte, grotere afstanden, meer spelers

(medespelers en tegenspelers)

• meer en complexere opties

• nieuwe spelregels

• andere taakverdeling.

Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren:

• Fase 1: Balbezit tegenpartij

o Veldbezetting/teamorganisatie is voorwaarde om met elkaar doelpunten te kunnen voorkomen en de bal te veroveren.

o Spelbedoeling in de verschillende linies.

o Algemene uitgangspunten in de verschillende linies.

• Fase 2: Balbezit

o Veldbezetting en teamorganisatie is voorwaarde om te kunnen opbouwen, aanvallen en scoren.

o Spelbedoeling in de verschillende linies.

o Algemene uitgangspunten in de verschillende linies.

Aandachtpunten voor de trainer:

Het gaat in deze categorie (eerste ervaring in 11 tegen 11 situatie) vooral om de accenten op het vlak van de I: inzicht.

Wanneer aan dit aspect te weinig aandacht gegeven wordt zal dit een negatieve consequentie hebben voor de verdere ontwikkeling op technisch en fysiek vlak van de speler.

Spelers moeten eerst het inzicht in de bedoelingen binnen een teamorganisatie leren herkennen om dan binnen een teamorganisatie (bv.1-4-3-3) te kunnen functioneren.

Posities dienen inhoud te krijgen, steeds binnen de 3 teamfuncties (opbouwen, aanvallen en verdedigen) en gekoppeld aan de positie in het speelveld.

Concreet betekent dit aandacht voor:

• Goede veldbezetting en teamorganisatie.

• Onderlinge afstanden.

• Kwaliteit van het positiespel (met en zonder bal).

• Diepte in het spel.

Regel bij dit alles is: wanneer er onvoldoende inzicht, kennis van de bedoelingen is, dan zal de ontwikkeling stagneren.

Opleiding en coaching: 13-15 jaar (U15)

• Wedstrijd als middel.

• Wedstrijdrijpheid.

In deze leeftijdsfase gaat het om het verder ontwikkelen van het inzicht, gekoppeld aan de communicatie.

Het verder ontwikkelen van inzicht in en herkennen van spelbedoelingen en algemene uitgangspunten in de hoofdmomenten balbezit tegenpartij (teamfunctie storen/afschermen van opbouw tegenstander, vastzetten/jagen/duel om de bal, doelpunten voorkomen) en balbezit (teamfunctie opbouwen, aanvallen en scoren).

VOETBALLEN: meer zonder dan met de bal; meer met je hoofd dan met je benen.

Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren:

• Fase 1: Balbezit tegenpartij

o Positiespel: voorwaarde, om met elkaar doelpunten te kunnen voorkomen en de bal te veroveren; om vervolgens te kunnen opbouwen,aanvallen en scoren.

o Spelbedoeling in de verschillende linies.

o Algemene uitgangspunten in de verschillende linies.

• Fase 2: Balbezit

o Positiespel: voorwaarde om bij de goal van de tegenpartij te kunnen komen.

o Algemene uitgangspunten in de verschillende linies.

o Spelbedoeling in de verschillende linies.

Aandachtpunten voor de trainer:

Het gaat in deze categorie vooral om de accenten op het vlak van de I van inzicht en de C van communicatie. Wanneer er aan deze beide aspecten te weinig aandacht wordt gegeven zal dit een negatieve invloed hebben op de verdere ontwikkeling op technisch en fysiek vlak van de speler (de T).

Eerst het inzicht in het spel bij het opbouwen, aanvallen en verdedigen en het leren functioneren binnen een teamorganisatie (bv.1-4-3-3).

Taken en functies dienen inhoud te krijgen, steeds binnen de 3 teamfuncties en gekoppeld aan de plaats in het speelveld.

Concreet betekent dit aandacht voor:

• Veldbezetting

• Onderlinge afstand

• Kwaliteit van het positiespel.( met en zonder bal )

• Diepte in het spel.

Opleiding en coaching: 15-17 jaar (U17)

• Wedstrijd als middel.

• Wedstrijdrijpheid/competitierijpheid.

In deze fase gaat het om het rendement van handelen.

Rendement van de taakuitvoering in relatie tot het teamresultaat: Herkennen en doelmatig handelen.

Het geen waar de speler talent voor heeft verder ontwikkelen (wie is geschikt voor welke positie en taak).

Leren omgaan met andere speelwijzen (eigen team en tegenstander).

Consequenties, karakteristieken en voor en nadelen. Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren:

• Fase 1: Balbezit tegenpartij

o Spelbedoeling en algemene uitgangspunten eigen maken.

o Algemene principes teamorganisatie en individuele uitvoering van de taak.

o Het individu in een teamorganisatie; inzicht in taken van teamgenoten; herkennen van sterke en zwakke punten medespelers.

• Fase 2: Balbezit

o Spelbedoeling en algemene uitgangspunten eigen maken.

o Algemene principes teamorganisatie en individuele uitvoering van de taak.

o Het individu in een teamorganisatie; inzicht in taken van teamgenoten; herkennen van sterke en zwakke punten medespelers.

• Fase 3: Wisseling van balbezit

o Moment van balverlies.

o Moment van balverovering.

o Spelbedoelingen en algemene uitgangspunten eigen maken; algemene principes van het omschakelen.

Aandachtpunten voor de trainer:

Ontwikkelen teamtaken, taken per linie, per positie.

Wedstrijdcoaching: wedstrijdrijpheid ontwikkelen, ontwikkelen van de individuele bijdrage aan het resultaat van de wedstrijd (start word gemaakt met het rendement van handelen).

Het accent komt nu te liggen op het complete eisenpakket.

Opleiding en coaching: 17-21 jaar (U21)

• Wedstrijd als doel, groeien naar competitie als doel.

• Competitierijpheid/optimale rijpheid t.b.v. topvoetbal.

In deze fase gaat het om het leren winnen van de wedstrijd.

T.I.C.= Techniek, Inzicht en Communicatie

Leren winnen van de wedstrijd: taaktraining per positie.

Leren wat er in de verschillende taken gevraagd wordt (specialist worden).

Leren om in dienst van teamprestatie te spelen. Methodische aanpak om de leerdoelstellingen te realiseren:

• Fase 1: Balbezit tegenpartij

o Teamorganisatie

o Specialisatie van spelers.

o Concentratie op de taak.

o Rendement van de bijdrage aan een positief resultaat van de wedstrijd.

o Taak training.

• Fase 2: Balbezit

o Teamorganisatie

o Verhogen van het rendement van het positiespel.

o Leren de individuele kwaliteiten van de speler van het team uit te buiten.

o Rendement van de positieve bijdrage aan de wedstrijd.

o Taak training.

• Fase 3: Wisseling van balbezit

o Moment van balverlies

o Moment van balverovering

o In deze fase komt samen de uitvoering van wat in de loop van het seizoen is aangeboden, waarbij bij de wisseling van balbezit het accent ligt in zeer snel omschakelen van het ene naar het andere hoofdmoment.

o Teamverantwoordelijkheid

o Benutten van specifieke kwaliteiten van teamspelers.

o Ondergeschikt maken aan het teambelang.

Aandachtpunten voor de trainer:

Specialisatie van het individu.

Individu wordt ondergeschikt aan teambelang.

(Multi-)functionele beïnvloedingrendement van handelen; mentale aspecten.

Wedstrijd- coaching: Strategie/Tactiek ;

Gebruik maken van de tekortkomingen van de tegenstander en het gebruik van de eigen kwaliteiten van de ploeg.

HET LEERPLAN

Om een leerplan te kunnen overbrengen moeten er eerst enkele afspraken gemaakt worden.

De trainer heeft de verplichting vanaf de miniemen de vaste identificatienummering aan te leren aan zijn jeugdspelers.

Een spelwijze of een tactiek voor of tijdens een wedstrijd wordt door een trainer steeds uitgelegd met de vaste nummering als identificatie van een positie op het veld

Hieronder vinden jullie een schema met de nummering die overéénkomt met een positie op het veld.

ZONEVOETBAL ALS OPLEIDINGSFILOSOFIE (visie KBVB)

De tweede veldbezetting is de ruit.

Deze opstelling moet gebruikt worden bij de wedstrijden van de U7. (een 1-2-2 wordt niet meer gespeeld)

Deze opstelling zijn de eerste stappen naar de 1-4-3-3 opstelling.

Bij de U10 wordt de dubbele ruit opgelegd.

Het speelveld wordt ook groter en het wordt de grote voorbereiding op het spel 11:11.

Vanaf de U12 wordt er op een volledig speelveld gespeeld en met 11 tegen 11.

Vanaf deze leeftijd wordt het inzicht van het spel belangrijker.

Daarom vragen wij aan onze jeugdtrainer hun trainingen volledig te baseren op het zonevoetbal.

Hieronder een schematische uitleg over het zonevoetbal (“zonevoetbal als opleidingsfilosofie” visie KBVB)

Om een leerplan te kunnen overbrengen moeten er eerst enkele afspraken gemaakt worden.

Voor- en nabespreking van wedstrijden

• Uitgangspunt:

Het gebeurt nog te vaak dat teams zonder enige vorm van voorbespreking het veld in stappen om hun partijtje voetbal te bespreken. Waarschijnlijk zal in de kleedkamer even wat gezegd worden over wat men van de spelers verwacht, er zal gewezen worden op het gewenste gedrag t.a.v. medespelers, tegenstanders, scheidsrechter en publiek.

Na afloop van een wedstrijd is het vaak een hectisch gebeuren in de kleedkamer.

Bij een goed resultaat zullen er stralende gezichten te bespeuren zijn, maar er wordt o.i. te weinig aandacht besteed aan de emoties die een nederlaag of een onplezierige sfeer bij spelers teweeg kunnen brengen . Vaak gaan spelers dan met een vervelend gevoel naar huis, zonder dat daar nog over gesproken wordt.

Een bespreking direct na een wedstrijd is dan ook veel effectiever dan dat er een week tussen zit.

Vanuit deze gedachte is het daarom noodzakelijk om zowel voor als na een wedstrijd aandacht te schenken aan het groepsgebeuren.

• Doelstelling voor- en nabespreking:

o de voorbespreking heeft als doel om de neuzen dezelfde kant op te zetten en mogelijk te refereren aan zaken die in een voorafgaande wedstrijd hebben gespeeld.

o de nabespreking moet gebruikt worden om de emoties van spelers enigszins te kanaliseren en spelers te attenderen op zaken die prima of slecht zijn gegaan.

• Organisatie:

o bij alle teams moet er een voor- en nabespreking plaatsvinden.

o de besprekingen vinden plaats zowel bij thuis- en uitwedstrijden.

o deze bespreking kan het beste plaatsvinden in de kleedkamer.

o Tijdens de besprekingen zijn er geen ouders in de kleedkamer aanwezig.

o alle spelers nemen (uiteraard) deel aan deze besprekingen.

o trainers verzorgen de besprekingen en alle spelers zitten op hun plaats om te horen wat er gezegd gaat worden. Dus nog niemand gaat douchen

o voetbaltechnische en gedragsmatige zaken worden besproken.

o Er kan op negatieve aspecten gewezen worden, maar het is zeker zo belangrijk om op de positieve aspecten te wijzen.

o de besprekingen dienen altijd plaats te vinden. Opmerkingen als “ik heb de groep niets te vertellen” of “het gaat toch allemaal goed” mogen er niet toe leiden dat er geen besprekingen plaatsvinden.

o Er vindt tweemaal per jaar een evaluatie plaats. De bevindingen van trainers willen we horen.

• Gespreksonderwerpen:

o Voorbespreking: . bekendmaking opstelling en eventuele tactische aanwijzingen worden gegeven.

. uitleg waarom bepaalde spelers reserve staan.

. laatkomers worden aangesproken.

. wat wordt er verwacht van het gedrag t.a.v. tegenstanders, scheidsrechter, publiek, medespelers (wellicht wordt gewezen op voorafgaande wedstrijd).

o Nabespreking:

. spelers geven hun reacties t.a.v. de wedstrijd.

. daarna neemt de trainer het woord en leidt de bespreking

. hoe is het spel verlopen? (waar en waarom liepen dingen goed of fout)

. afzonderlijk wordt elke spelers verteld hoe hij gefunctioneerd heeft. (hier worden complimentjes uitgedeeld of worden spelers aangesproken op onjuist gedrag)

De resultaten van deze voor en nabesprekingen worden dan verder geanalyseerd tijdens de tweemaandelijkse vergadering.

Eindwoord sportieve cel

Al wat er in dit beleidsplan staat, werd als eens beschreven of geanalyseerd door iemand dat met voetbal te maken heeft.

Als sportieve cel kunnen we een eigen visie opleggen maar vaste aspecten en verplichtingen in de jeugdopleiding kan je zo maar niet veranderen.

Wij staan erop dat deze visie gevolgd zal worden door het jeugdbestuur en jeugdtrainers van SK LEEUW.

Iedere opmerking op dit voorgestelde beleid zullen wij zeker niet uit de weg gaan en ZEKER bespreken met de betrokkene.

De sportieve cel.