SÇIZOEN Vol klopg ont s har Een blik op het theaterseizoe...

2
Vol verwachting klopt ons har Een blik op het theaterseizoen Weinig intentie- verklaringen. Een conjunctuur- gevoelig repertoire. Shakespeare en de jonge Duitsers verdwijnen; een Spaanse golf rolt aan. . . Marijke Caris en Geert Opsomer zoeken naar lijnen in de programmatie van de Vlaamse theaters voor 1985-86. Geen Shakespeare dit jaar. Wel her- nemen De Mannen van den Dam Het Park, een actuele Midzomernachtsdroom waarmee allegorisch wordt gewezen op het gebrek aan creativiteit. Een tekort waaraan het seizoen 1985-1986 ook weer dreigt te lijden, te oordelen naar de pro- grammatie van de Vlaamse gezelschap- pen. De grote meerderheid schuwt risico's. Het resultaat lijkt mat en matig. Evaluatiecriteria van de RAT Hebben de gesubsidieerde theaters bij het samenstellen van hun repertoire reke- ning gehouden met de evaluatiecriteria van de Raad van Advies voor de Toneel- kunst (RAT)? De programmatie is één van die criteria, maar de RAT zelf lijkt in de toepassing ervan niet helemaal bere- kenbaar: willekeurige samenraapsels ont- haalde hij niet goed, maar consequent doordachte risico's honoreerde hij niet. Voorbeelden hiervan zijn, in advies nr. 17 van 9 mei 1985 (afgedrukt in Etcetera nr. 11), enerzijds de KNS en Arca, anderzijds het NVT en Brialmont. De nieuwe directeurs van door minister Poma op instigatie van de RAT zwaar vermaande gezelschappen gaan omzich- tig te werk. Jo Gevers monteert bij Antigone, Kortrijk, voor hem typische, absurd-expressionistische teksten: Het Respectabel Trouwfeest (B. Brecht), De Meiden (J. Genet), De Fysici (F. Dürren- matt), een tikje overjaars en niet direct op de maat van een zieltogende troep. Peter Benoy zorgt er bij het Reizend Volks- theater voor dat niet alleen de gebruike- lijke pruiken- en kostuumskomedies op de affiche prijken, maar ook b. v. De Ontaar- de Slapers van Ruyslinck (in een bewer- king van Cas Baas) en naar het einde van het seizoen De Dood van Tarjelkin (Suchovo-Kobylin) in een regie van H. Hawemann. Bij de Korre, Brugge, regis- seert André Vermaerke eerst Schuldeisers van Strindberg en kijkt daarna 'nieuws- gierig en verlangend' uit naar 'een ex- periment': 'Voor de eerste keer in de Korregeschiedenis een produktie monte- ren buiten de Korrekelder'. Ronnie Com- missaris ten slotte wordt (steunend) lid van het directie-driemanschap bij BENT. Zullen zijn 'kloeke schouders' (waarmee ook de Korre reclame voert) breed genoeg •zijn om met Les Fantasmes du Boucher (Haïm) het niveau op te tillen? Dat de RAT aan de minister voorstelt kredieten vrij te maken voor de creatie van Vlaams werk, lijkt de programmamakers van het Mechels Miniatuur Theater geïnspireerd te hebben. Vier op vijf stuk- ken zijn van Vlaamse auteurs: H. Claus, W. Van Den Broeck, G. Laenen en P. Koeck. Het Nieuw Ensemble Raamthea- ter creëert de nieuwe Van Den Broeck, De Tuinman van de Koning. Tussen twee haakjes, het //«we/èed-thema maakt furo- re: het oorspronkelijke stuk van Jan de Hartog staat bij T 19, Brugge op het pro- gramma, de musical-bewerking ervan I do, I do bij het Merksems Kamer Thea- ter, en Het Wemelbed van Van Den Broeck bij het al vernoemde MMT. De taak die het Nieuw Vlaams Theater zich had gesteld, wordt vooralsnog door niemand overgenomen. Zal een auteur als Luk Van Brussel nog een weg vinden naar de scè- ne? Het is een opdracht voor de A-gezel- schappen hier zinnige initiatieven te nemen. Conjunctuur De eisen van de RAT lijken de groepen, op enkele uitzonderingen na, er niet toe te brengen hun repertoirekeuze voldoen- de te motiveren. Er zijn te weinig inten- tieverklaringen. Repertoires worden niet zelden conjunctuurgevoelig samenge- steld. Vlaamse theaters volgen b.v. gretig de internationale trend en programmeren nogal wat stukken uit de late negentien- de eeuw: Schuldeisers van Strindberg (Korre); Een Poppenhuis van Ibsen (KNS, regie A. Goris a.g.); De Kersentuin (KVS, regie P. Laroche a.g.) en De Meeuw ('t Stuc; regie P. Peyskens) van Tsjechov plus een Platonov-bewerking van M. Frayn, Wilde Honig (KNS, regieS. Rouf- faer); en twee Feydeaus (KVS, NTG). Grotendeels klassieken dus, en daarom uitgelezen om opnieuw op hun actuele, dramaturgische relevantie te worden be- keken. Maar als publieksvriendelijke theaters, zoals met name KNS en KVS proberen te zijn, die in hun reclame voor- al veel leuks en leerrijks afficheren, gemakshalve hun onderzoeksopdracht be- graven, dan krijgen we niet méér te zien dat een reeks tableaux vivants met pitto- reske personages. En waar klopt dan het leven? Waar blijft dan de polemiek die het Vlaamse theater zozeer behoeft? Twee keer Feydeau: Een vrouw aan mijn been (KVS, regie N. Buyl) en Een oogje op Amelie (NTG, co-regie H. Gilis - J.P. De Decker), twee vergelijkbare stukken dus. Valt uit de programmatie er- van iets op te maken over de intenties van de respectievelijke gezelschappen? In de KVS-prospectus wordt een (puur com- merciële) link gelegd met een vroeger op- gevoerd successtuk van dezelfde auteur, Een vlo in het oor. (Het is wellicht niet toe- vallig dat uitgerekend dit stuk bij het NTG werd geridiculiseerd tijdens de op- voering van Claus' Hamlet). Voorts wordt de klemtoon gelegd op de vrolijke intrige en de misverstanden in deze 'dolle vau- deville'. In de NTG-prospectus daaren- tegen wordt een verband gelegd met de burgerlijke hypocrisie en met de niet lou- ter onderhoudende bedoelingen van het regisseursduo. Impliciet wordt trouwens verwezen naar Gilis' regie van Het Laxeermiddel bij de Mannen van den Dam. Driemaal Strindberg: Schuldeisers, zo- als gezegd, bij de Korre, Play Strindberg, Dürrenmatts versie van De Dodendans, bij de KNS en, als er geld voor is, ook bij Controverse. Als in Strindbergs tekst een uitdaging wordt gevonden om eigen(tijds) commentaar te formuleren, moet men dan teruggrijpen naar een andere tekst die intussen zelf al 15 jaar oud is? Dürrenmatt schreef zijn kritiek immers in 1969. Eigentijds, en onrechtstreeks ook een commentaar op Strindberg, zijn de com- promisloze stukken van de Zweed Lars Norén. Een dubbele introductie dit sei- zoen: Malpertuis, Tielt, heeft de primeur met De moed om te doden (regie: dé Norén- vertaler-pionier Karst Woudstra). Het NTG volgt vlug met Demonen (H. Gilis). Beide groepen durven dus risico's aan. Zullen bij het NTG de boeiende teksten en contexten (o.m. de samenwerking met Gilis) de verstarde acteurs tot een passen- de respons bewegen? Van die potentiële evolutie hangt het grotendeels af of de volgende opvallende titel bij het NTG, Prinses Maleine van Maeterlinck, ook als een dito produktie zal kunnen leven. In de regie van J. Jurasas, een Amerikaanse uitgeweken Rus, zou dit een verrassende confronta- tie kunnen worden met de Russische Maeterlincktraditie. In de marge van het KNS- en KVS- programma rijzen dergelijke vragen niet eens. Het beperkte publiekssucces van Koltès en Mamet vorig jaar, volstaat voor de KVS om, als officiële schouwburg, voortaan van elke vorm van experiment af te zien. Een 'evenwichtig' programma, betoogt de directie, 'ontspannend' en vooral fatsoenlijk theater, dat meteen ge- schikt is voor scholieren - die verplichte theaterbezoekers. Het menu van het To- neelgezelschap Ivonne Lex is volgens het- zelfde recept opgesteld, met dit jaar als ingrediënten o.a. M. Cristofer, Ionesco en huisschrijver D. Cohn. De jonge Duitse dramaturgie is minder aanwezig op de affiches: geen Brasch noch Strauss. Van H. Müller speelt het Gezelschap van de Witte Kraai Kwartet ETCETERA 12/85

Transcript of SÇIZOEN Vol klopg ont s har Een blik op het theaterseizoe...

Page 1: SÇIZOEN Vol klopg ont s har Een blik op het theaterseizoe -86theater.uantwerpen.be/etc_pdf/1985-10_jg3_nr12_02-03.pdf · 11), enerzijds de KNS en Arca, anderzijds het NVT en Brialmont.

Vol verwachting klopt ons har Een blik op het theaterseizoen 85-86

SÇIZOEN 1 1

9 8 5 9 8 6

Weinig intentie-verklaringen.

Een conjunctuur-gevoelig

repertoire. Shakespeare en

de jonge Duitsers verdwijnen; een

Spaanse golf rolt aan. . . Marijke Caris en Geert

Opsomer zoeken naar lijnen in de

programmatie van de Vlaamse

theaters voor 1985-86.

Geen Shakespeare dit jaar. Wel her-nemen D e M a n n e n van den D a m Het Park, een actuele Midzomernachtsdroom waarmee allegorisch wordt gewezen op het gebrek aan creativiteit . Een tekort waaraan het seizoen 1985-1986 ook weer dreigt te l i jden, te oordelen naar de pro-g rammat ie van de Vlaamse gezelschap-pen . De grote meerderhe id schuwt risico's. He t resultaat lijkt mat en matig.

Evaluatiecriteria van de RAT

H e b b e n de gesubsidieerde theaters bi j het samenstellen van hun repertoire reke-ning gehouden met de evaluatiecriteria van de Raad van Advies voor de Toneel -kuns t (RAT)? De p rogrammat ie is één van die criteria, maar de R A T zelf lijkt in de toepassing ervan niet helemaal bere-kenbaar: willekeurige samenraapsels ont-haalde hij niet goed, maar consequent doordachte risico's honoreerde hij niet. Voorbeelden hiervan zijn, in advies nr. 17 van 9 mei 1985 (afgedrukt in Etcetera nr . 11), enerzijds de K N S en Arca, anderzijds het N V T en Br ia lmont .

De nieuwe directeurs van door minister Poma op instigatie van de R A T zwaar ve rmaande gezelschappen gaan omzich-tig te werk. Jo Gevers monteer t bi j Ant igone , Kor t r i jk , voor hem typische, absurd-expressionist ische teksten: Het Respectabel Trouwfeest (B. Brecht) , De Meiden (J. Genet) , De Fysici (F. Dür ren -matt), een tikje overjaars en niet direct op de maat van een ziel togende t roep. Pe ter Benoy zorgt er bi j het Reizend Volks-theater voor dat niet alleen de gebruike-lijke pruiken- en kostuumskomedies op de affiche pr i jken, maar ook b. v. De Ontaar-de Slapers van Ruysl inck (in een bewer-king van Cas Baas) en naar het e inde van het seizoen De Dood van Tarjelkin (Suchovo-Kobyl in) in een regie van H. H a w e m a n n . Bij de Korre , Brugge, regis-seert André Vermaerke eerst Schuldeisers van S t r indberg en kijkt daarna 'n ieuws-gierig en ver langend ' uit naar 'een ex-pe r imen t ' : 'Voor de eerste keer in de Korregeschiedenis een produkt ie monte-ren buiten de Korrekelder ' . Ronnie Com-missaris ten slotte word t (s teunend) lid van het directie-driemanschap bij B E N T . Zul len zijn 'kloeke schouders ' (waarmee ook de Korre reclame voert) breed genoeg •zijn om met Les Fantasmes du Boucher (Haïm) het niveau op te tillen?

Dat de R A T aan de minis ter voorstelt kredieten vrij te maken voor de creatie van Vlaams werk, lijkt de p rogrammamakers van het Meche l s M i n i a t u u r Thea t e r

geïnspireerd te hebben. Vier op vijf stuk-ken zi jn van Vlaamse auteurs : H . Claus, W . Van D e n Broeck, G . Laenen en P. Koeck. He t N i e u w Ensemble Raamthea-ter creëert de nieuwe Van Den Broeck, De Tuinman van de Koning. T u s s e n twee haakjes, het / /«we/èed-thema maakt furo-re: het oorspronkel i jke stuk van Jan de Har tog staat bij T 19, Brugge op het pro-g ramma, de musical-bewerking ervan I do, I do bi j het M e r k s e m s K a m e r Thea -ter, en Het Wemelbed van Van Den Broeck bij het al ve rnoemde M M T . De taak die het N i e u w Vlaams T h e a t e r zich had gesteld, wordt vooralsnog door n iemand overgenomen. Zal een auteur als Luk Van Brussel nog een weg v inden naar de scè-ne? He t is een opdrach t voor de A-gezel-schappen hier zinnige init iat ieven te nemen.

Conjunctuur De eisen van de R A T lijken de groepen,

op enkele u i tzonder ingen na, er niet toe te brengen hun repertoirekeuze voldoen-de te motiveren. Er zi jn te weinig inten-tieverklaringen. Repertoires worden niet zelden conjunc tuurgevoe l ig samenge-steld. Vlaamse theaters volgen b.v. gretig de internationale trend en programmeren nogal wat s tukken uit de late negent ien-de eeuw: Schuldeisers van S t r indberg (Korre); Een Poppenhuis van Ibsen ( K N S , regie A. Goris a.g.); De Kersentuin (KVS, regie P. Laroche a.g.) en De Meeuw ('t Stuc; regie P. Peyskens) van Ts j echov plus een Pla tonov-bewerking van M . Frayn, Wilde Honig ( K N S , regieS. Rouf-faer); en twee Feydeaus (KVS, N T G ) . Gro tendee ls klassieken dus, en daa rom uitgelezen om opn ieuw op h u n actuele, d ramaturg ische relevantie te worden be-keken. M a a r als publ ieksvriendel i jke theaters , zoals met name K N S en K V S proberen te zijn, die in hun reclame voor-al veel leuks en leerrijks af f icheren, gemakshalve hun onderzoeksopdracht be-graven, dan kri jgen we niet méér te zien dat een reeks tableaux vivants met pitto-reske personages. En waar klopt dan het leven? Waar blijft dan de polemiek die het Vlaamse theater zozeer behoef t?

T w e e keer Feydeau: Een vrouw aan mijn been (KVS, regie N . Buyl) en Een oogje op Amelie ( N T G , co-regie H . Gil is - J .P . D e Decker), twee vergel i jkbare stukken dus. Valt uit de programmatie er-van iets op te maken over de intenties van de respectievelijke gezelschappen? In de KVS-prospec tus wordt een (puur com-merciële) link gelegd met een vroeger op-gevoerd successtuk van dezelfde au teur , Een vlo in het oor. (Het is wellicht niet toe-

vallig dat u i tgerekend dit stuk bij het N T G werd geridiculiseerd t i jdens de op-voering van Claus ' Hamlet). Voorts wordt de klemtoon gelegd op de vrolijke intrige en de misvers tanden in deze 'dolle vau-deville ' . In de N T G - p r o s p e c t u s daaren-tegen word t een verband gelegd met de burgerl i jke hypocrisie en met de niet lou-ter o n d e r h o u d e n d e bedoel ingen van het regisseursduo. Impliciet wordt t rouwens verwezen naar Gi l is ' regie van Het Laxeermiddel bi j de M a n n e n van den D a m .

Dr iemaal S t r indberg : Schuldeisers, zo-als gezegd, bi j de Korre , Play Strindberg, Dürrenmat ts versie van De Dodendans, bij de K N S en , als er geld voor is, ook bij Controverse. Als in Str indbergs tekst een uitdaging wordt gevonden om eigen(tijds) commentaa r te fo rmule ren , moet m e n dan teruggrijpen naar een andere tekst die intussen zelf al 15 jaar oud is? Dürrenmat t schreef zi jn kritiek immers in 1969.

Eigent i jds , en onrechts t reeks ook een commentaa r op S t r indberg , zijn de com-promisloze s tukken van de Zweed Lars N o r é n . E e n dubbe le in t roduct ie dit sei-zoen: Malper tuis , Tiel t , heeft de pr imeur met De moed om te doden (regie: dé Norén-vertaler-pionier Kars t Woudst ra) . He t N T G volgt vlug met Demonen (H. Gilis). Beide groepen du rven dus risico's aan. Zul len bij het N T G de boeiende teksten en contexten (o.m. de samenwerking met Gilis) de verstarde acteurs tot een passen-de respons bewegen?

Van die potent ië le evolutie hangt het grotendeels af of de volgende opval lende titel bi j het N T G , Prinses Maleine van Maeter l inck , ook als een dito produkt ie zal k u n n e n leven. In de regie van J. Jurasas , een Amerikaanse u i tgeweken Rus , zou dit een verrassende confronta-tie k u n n e n worden met de Russische Maeter l incktradi t ie .

In de marge van het K N S - en KVS-programma ri jzen dergeli jke vragen niet eens. He t beperkte publ iekssucces van Koltès en M a m e t vorig jaar, volstaat voor de K V S om, als officiële schouwburg , voortaan van elke vorm van exper iment af te zien. Een 'evenwichtig ' programma, betoogt de directie, ' o n t s p a n n e n d ' en vooral fatsoenlijk theater , dat meteen ge-schikt is voor scholieren - die verpl ichte theaterbezoekers . He t m e n u van het To-neelgezelschap Ivonne Lex is volgens het-zelfde recept opgesteld, met dit jaar als ingrediënten o.a. M . Cristofer, Ionesco en huisschr i jver D . Cohn .

De jonge Duitse dramaturgie is minder aanwezig op de affiches: geen Brasch noch Strauss. Van H . Mül l e r speelt het Gezelschap van de Wit te Kraai Kwartet

(regie: S. Bogaerts). De M a n n e n van den D a m spelen Hacks ' Amphytrion en Karges Jacke wie Hose. D e popula i re western-versie van De uitzondering en de regel van B. Brecht ligt helemaal in de lijn van de In ternat ionale N i e u w e Scène.

Bui ten landse krachten b innenha len , voornamelijk dan roemrijke regisseurs, is een taktiek die verscheidene gezelschap-pen toepassen. De M a n n e n van den D a m vroegen S tephan Tree , een Dui tser , voor The Homecomitig van Pinter . He t B K T n a m zijn toevlucht tot Ger T h i j s voor Shepards Fooifor Love; voor drie andere regies keerde het terug naar R. Commis -saris en H . Mentze l , oude ve r t rouwden . Anderen komen verder nog ter sprake.

Gelegenheid Ieder jaar zijn ze er weer, de (officiële)

gelegenheden en de ' ronde ver jaardagen om met theaterstukken te vieren of, in het slechtste geval, te versieren. D e feiten op zich zijn dikwij ls heugel i jk , de initiatie-ven dus ook, maar volgens een niet dood te kri jgen traditie, vaak onder een dikke laag folklore weggestopt .

De waaier van Spaanse produkties , die dit najaar in het kader van Europal ia ons land aandoen, on t snap t niet aan dat ge-vaar. In dans b.v. wordt alleen de tradi-tionele volksaard geïl lustreerd. In het toneel is er gelukkig wat tegengewicht . Salvador Tavora , die zich bewust verzet tegen toeristische manipulat ies , al te gast op Kaai theater '79, komt met zijn groep La Cuadra de Sevilla Piel de Toro verto-nen, een st ierengevecht , theatraal ver-werkt tot een beloftevolle manifestat ie . N o g beloofd zijn Goyescas en La Vida breve in de regie van Arrabal , hét enfant terrible van het Spaanse theater .

De aanwezigheid van Spaanse s tukken in het repertoire '85- '86 heeft minder te maken met het cultiveren van een waarde-volle traditie, dan wel met de occasionele aanleiding dat Europal ia dit jaar aan Spanje is gewijd. He t N T G maakt met Goddelijke Woorden van Ramón Maria del Valle-Inclan, vertaald en bewerkt door H . Claus, het meest efficiënte gebruik van de geboden faciliteiten. D e regie is toever-trouwd aan José Carlos Plaza, die, met het visitekaartje van gezaghebbend regisseur, al de hand heeft in de Spaanse gast-produkt ie La Casa de Bernarda Alba van F. Garcia Lorca. Arca presenteert van zijn kant deze min of meer 'grote tekst ' in de regie van P. Deher t . Alleen deze twee

Gentse theaters verzekeren dus de dialoog met het Spaanse theater . Eerder verma-kelijke anekdotes zijn Don Gil met de groe-

ne broek van T i r so de Mol ina (KVS, S. Rouffaer ) en Alles liebe. . . naar Lope de Vega (RVT) , waar L u c Perceval en G u y Joosten, het regisseursduo van Blauwe M a a n d a g , wel niet van plan zijn hun eigen aard te verraden.

Behalve de Spaanse vieringen zijn er dit jaar ook Vlaamse herdenkingen: Het Leven en de Dood van Victalis van Gille 100 jaar na de geboorte van E. Claes (Antigone); De Spaanse Brabander 400 jaar na de geboorte van Bredero (Nieuw Ensemble Raamtheater) ; 1585, de va! van Antwerpen, 400 jaar na da tum (KNS) . Zal men er historische - en voor Bredero ook theaterhistorische - clichés kritisch onder de loep nemen?

T e r ere van het actuele Vlaamse leven worden n ieuwe s tukken gecreëerd: De Vogelmarkt van J. Chr is t iaens ( K N S ) en Hora est van P. C o p p e n s (KVS). Dit laatste gaat over de veelgevreesde bom, maar er word t aangestipt dat C o p p e n s helemaal ' in de traditie van Gas ton Mar-tens ' schr i j f t . He t Paradijsvogels-syn-d room bli jf t als een vloek boven de grote schouwburgen hangen. H u n belangstel-ling voor Vlaamse d ramaturg ie bli jft hoofdzakeli jk folkloristisch.

Aan de depreciatie van de eigen drama-turgie lijkt met de vooruitzichten voor het beginnende seizoen geen einde te komen. Een M M T dat trots een zuiver Vlaamse programmatie aankondigt, houdt het toch maar bij gevestigde waarden. D e labo-ra to r iumfunc t i e van het N V T wordt nergens gecont inueerd . Gaat er een sti-mulans uit van de eigenzinnige enkelin-gen? J. Decortes Kleur is alles wordt door het Trojaanse Paard doorgespeeld; A. Sie-rens verwerkt in Genoveva persoonli jke ervar ingen, aangekondigd door Arca, evenals D. Pauwels ' De 'R' van Ruig hangt in de Huig. I. Van Hove kiest bi j Akt/Vertikaal auteurs als De Sade (Gijzult niet doden) en M i s h i m a (Boom uit de Tro-pen). P. Peyskens ('t Stuc) werd hierboven al vermeld in verband met Ts jechov . T . Brul in schreef Wheel-Chairs, in het En-gels omdat Antil l ianen het moeten vertol-ken. Misschien vraagt het werk van zulke mensen een herziening van de geldende concepten over toneelteksten en een ver-ru iming van het begr ip 'Vlaamse drama-turgie '?

Marijke Caris/Geert Opsomer

ETCETERA 12/85 ETCETERA 12/85

Page 2: SÇIZOEN Vol klopg ont s har Een blik op het theaterseizoe -86theater.uantwerpen.be/etc_pdf/1985-10_jg3_nr12_02-03.pdf · 11), enerzijds de KNS en Arca, anderzijds het NVT en Brialmont.

Vol verwachting klopt ons har Een blik op het theaterseizoen 85-86

SÇIZOEN 1 1

9 8 5 9 8 6

Weinig intentie-verklaringen.

Een conjunctuur-gevoelig

repertoire. Shakespeare en

de jonge Duitsers verdwijnen; een

Spaanse golf rolt aan. . . Marijke Caris en Geert

Opsomer zoeken naar lijnen in de

programmatie van de Vlaamse

theaters voor 1985-86.

Geen Shakespeare dit jaar. Wel her-nemen D e M a n n e n van den D a m Het Park, een actuele Midzomernachtsdroom waarmee allegorisch wordt gewezen op het gebrek aan creativiteit . Een tekort waaraan het seizoen 1985-1986 ook weer dreigt te l i jden, te oordelen naar de pro-g rammat ie van de Vlaamse gezelschap-pen . De grote meerderhe id schuwt risico's. He t resultaat lijkt mat en matig.

Evaluatiecriteria van de RAT

H e b b e n de gesubsidieerde theaters bi j het samenstellen van hun repertoire reke-ning gehouden met de evaluatiecriteria van de Raad van Advies voor de Toneel -kuns t (RAT)? De p rogrammat ie is één van die criteria, maar de R A T zelf lijkt in de toepassing ervan niet helemaal bere-kenbaar: willekeurige samenraapsels ont-haalde hij niet goed, maar consequent doordachte risico's honoreerde hij niet. Voorbeelden hiervan zijn, in advies nr. 17 van 9 mei 1985 (afgedrukt in Etcetera nr . 11), enerzijds de K N S en Arca, anderzijds het N V T en Br ia lmont .

De nieuwe directeurs van door minister Poma op instigatie van de R A T zwaar ve rmaande gezelschappen gaan omzich-tig te werk. Jo Gevers monteer t bi j Ant igone , Kor t r i jk , voor hem typische, absurd-expressionist ische teksten: Het Respectabel Trouwfeest (B. Brecht) , De Meiden (J. Genet) , De Fysici (F. Dür ren -matt), een tikje overjaars en niet direct op de maat van een ziel togende t roep. Pe ter Benoy zorgt er bi j het Reizend Volks-theater voor dat niet alleen de gebruike-lijke pruiken- en kostuumskomedies op de affiche pr i jken, maar ook b. v. De Ontaar-de Slapers van Ruysl inck (in een bewer-king van Cas Baas) en naar het e inde van het seizoen De Dood van Tarjelkin (Suchovo-Kobyl in) in een regie van H. H a w e m a n n . Bij de Korre , Brugge, regis-seert André Vermaerke eerst Schuldeisers van S t r indberg en kijkt daarna 'n ieuws-gierig en ver langend ' uit naar 'een ex-pe r imen t ' : 'Voor de eerste keer in de Korregeschiedenis een produkt ie monte-ren buiten de Korrekelder ' . Ronnie Com-missaris ten slotte word t (s teunend) lid van het directie-driemanschap bij B E N T . Zul len zijn 'kloeke schouders ' (waarmee ook de Korre reclame voert) breed genoeg •zijn om met Les Fantasmes du Boucher (Haïm) het niveau op te tillen?

Dat de R A T aan de minis ter voorstelt kredieten vrij te maken voor de creatie van Vlaams werk, lijkt de p rogrammamakers van het Meche l s M i n i a t u u r Thea t e r

geïnspireerd te hebben. Vier op vijf stuk-ken zi jn van Vlaamse auteurs : H . Claus, W . Van D e n Broeck, G . Laenen en P. Koeck. He t N i e u w Ensemble Raamthea-ter creëert de nieuwe Van Den Broeck, De Tuinman van de Koning. T u s s e n twee haakjes, het / /«we/èed-thema maakt furo-re: het oorspronkel i jke stuk van Jan de Har tog staat bij T 19, Brugge op het pro-g ramma, de musical-bewerking ervan I do, I do bi j het M e r k s e m s K a m e r Thea -ter, en Het Wemelbed van Van Den Broeck bij het al ve rnoemde M M T . De taak die het N i e u w Vlaams T h e a t e r zich had gesteld, wordt vooralsnog door n iemand overgenomen. Zal een auteur als Luk Van Brussel nog een weg v inden naar de scè-ne? He t is een opdrach t voor de A-gezel-schappen hier zinnige init iat ieven te nemen.

Conjunctuur De eisen van de R A T lijken de groepen,

op enkele u i tzonder ingen na, er niet toe te brengen hun repertoirekeuze voldoen-de te motiveren. Er zi jn te weinig inten-tieverklaringen. Repertoires worden niet zelden conjunc tuurgevoe l ig samenge-steld. Vlaamse theaters volgen b.v. gretig de internationale trend en programmeren nogal wat s tukken uit de late negent ien-de eeuw: Schuldeisers van S t r indberg (Korre); Een Poppenhuis van Ibsen ( K N S , regie A. Goris a.g.); De Kersentuin (KVS, regie P. Laroche a.g.) en De Meeuw ('t Stuc; regie P. Peyskens) van Ts j echov plus een Pla tonov-bewerking van M . Frayn, Wilde Honig ( K N S , regieS. Rouf-faer); en twee Feydeaus (KVS, N T G ) . Gro tendee ls klassieken dus, en daa rom uitgelezen om opn ieuw op h u n actuele, d ramaturg ische relevantie te worden be-keken. M a a r als publ ieksvriendel i jke theaters , zoals met name K N S en K V S proberen te zijn, die in hun reclame voor-al veel leuks en leerrijks af f icheren, gemakshalve hun onderzoeksopdracht be-graven, dan kri jgen we niet méér te zien dat een reeks tableaux vivants met pitto-reske personages. En waar klopt dan het leven? Waar blijft dan de polemiek die het Vlaamse theater zozeer behoef t?

T w e e keer Feydeau: Een vrouw aan mijn been (KVS, regie N . Buyl) en Een oogje op Amelie ( N T G , co-regie H . Gil is - J .P . D e Decker), twee vergel i jkbare stukken dus. Valt uit de programmatie er-van iets op te maken over de intenties van de respectievelijke gezelschappen? In de KVS-prospec tus wordt een (puur com-merciële) link gelegd met een vroeger op-gevoerd successtuk van dezelfde au teur , Een vlo in het oor. (Het is wellicht niet toe-

vallig dat u i tgerekend dit stuk bij het N T G werd geridiculiseerd t i jdens de op-voering van Claus ' Hamlet). Voorts wordt de klemtoon gelegd op de vrolijke intrige en de misvers tanden in deze 'dolle vau-deville ' . In de N T G - p r o s p e c t u s daaren-tegen word t een verband gelegd met de burgerl i jke hypocrisie en met de niet lou-ter o n d e r h o u d e n d e bedoel ingen van het regisseursduo. Impliciet wordt t rouwens verwezen naar Gi l is ' regie van Het Laxeermiddel bi j de M a n n e n van den D a m .

Dr iemaal S t r indberg : Schuldeisers, zo-als gezegd, bi j de Korre , Play Strindberg, Dürrenmat ts versie van De Dodendans, bij de K N S en , als er geld voor is, ook bij Controverse. Als in Str indbergs tekst een uitdaging wordt gevonden om eigen(tijds) commentaa r te fo rmule ren , moet m e n dan teruggrijpen naar een andere tekst die intussen zelf al 15 jaar oud is? Dürrenmat t schreef zi jn kritiek immers in 1969.

Eigent i jds , en onrechts t reeks ook een commentaa r op S t r indberg , zijn de com-promisloze s tukken van de Zweed Lars N o r é n . E e n dubbe le in t roduct ie dit sei-zoen: Malper tuis , Tiel t , heeft de pr imeur met De moed om te doden (regie: dé Norén-vertaler-pionier Kars t Woudst ra) . He t N T G volgt vlug met Demonen (H. Gilis). Beide groepen du rven dus risico's aan. Zul len bij het N T G de boeiende teksten en contexten (o.m. de samenwerking met Gilis) de verstarde acteurs tot een passen-de respons bewegen?

Van die potent ië le evolutie hangt het grotendeels af of de volgende opval lende titel bi j het N T G , Prinses Maleine van Maeter l inck , ook als een dito produkt ie zal k u n n e n leven. In de regie van J. Jurasas , een Amerikaanse u i tgeweken Rus , zou dit een verrassende confronta-tie k u n n e n worden met de Russische Maeter l incktradi t ie .

In de marge van het K N S - en KVS-programma ri jzen dergeli jke vragen niet eens. He t beperkte publ iekssucces van Koltès en M a m e t vorig jaar, volstaat voor de K V S om, als officiële schouwburg , voortaan van elke vorm van exper iment af te zien. Een 'evenwichtig ' programma, betoogt de directie, ' o n t s p a n n e n d ' en vooral fatsoenlijk theater , dat meteen ge-schikt is voor scholieren - die verpl ichte theaterbezoekers . He t m e n u van het To-neelgezelschap Ivonne Lex is volgens het-zelfde recept opgesteld, met dit jaar als ingrediënten o.a. M . Cristofer, Ionesco en huisschr i jver D . Cohn .

De jonge Duitse dramaturgie is minder aanwezig op de affiches: geen Brasch noch Strauss. Van H . Mül l e r speelt het Gezelschap van de Wit te Kraai Kwartet

(regie: S. Bogaerts). De M a n n e n van den D a m spelen Hacks ' Amphytrion en Karges Jacke wie Hose. D e popula i re western-versie van De uitzondering en de regel van B. Brecht ligt helemaal in de lijn van de In ternat ionale N i e u w e Scène.

Bui ten landse krachten b innenha len , voornamelijk dan roemrijke regisseurs, is een taktiek die verscheidene gezelschap-pen toepassen. De M a n n e n van den D a m vroegen S tephan Tree , een Dui tser , voor The Homecomitig van Pinter . He t B K T n a m zijn toevlucht tot Ger T h i j s voor Shepards Fooifor Love; voor drie andere regies keerde het terug naar R. Commis -saris en H . Mentze l , oude ve r t rouwden . Anderen komen verder nog ter sprake.

Gelegenheid Ieder jaar zijn ze er weer, de (officiële)

gelegenheden en de ' ronde ver jaardagen om met theaterstukken te vieren of, in het slechtste geval, te versieren. D e feiten op zich zijn dikwij ls heugel i jk , de initiatie-ven dus ook, maar volgens een niet dood te kri jgen traditie, vaak onder een dikke laag folklore weggestopt .

De waaier van Spaanse produkties , die dit najaar in het kader van Europal ia ons land aandoen, on t snap t niet aan dat ge-vaar. In dans b.v. wordt alleen de tradi-tionele volksaard geïl lustreerd. In het toneel is er gelukkig wat tegengewicht . Salvador Tavora , die zich bewust verzet tegen toeristische manipulat ies , al te gast op Kaai theater '79, komt met zijn groep La Cuadra de Sevilla Piel de Toro verto-nen, een st ierengevecht , theatraal ver-werkt tot een beloftevolle manifestat ie . N o g beloofd zijn Goyescas en La Vida breve in de regie van Arrabal , hét enfant terrible van het Spaanse theater .

De aanwezigheid van Spaanse s tukken in het repertoire '85- '86 heeft minder te maken met het cultiveren van een waarde-volle traditie, dan wel met de occasionele aanleiding dat Europal ia dit jaar aan Spanje is gewijd. He t N T G maakt met Goddelijke Woorden van Ramón Maria del Valle-Inclan, vertaald en bewerkt door H . Claus, het meest efficiënte gebruik van de geboden faciliteiten. D e regie is toever-trouwd aan José Carlos Plaza, die, met het visitekaartje van gezaghebbend regisseur, al de hand heeft in de Spaanse gast-produkt ie La Casa de Bernarda Alba van F. Garcia Lorca. Arca presenteert van zijn kant deze min of meer 'grote tekst ' in de regie van P. Deher t . Alleen deze twee

Gentse theaters verzekeren dus de dialoog met het Spaanse theater . Eerder verma-kelijke anekdotes zijn Don Gil met de groe-

ne broek van T i r so de Mol ina (KVS, S. Rouffaer ) en Alles liebe. . . naar Lope de Vega (RVT) , waar L u c Perceval en G u y Joosten, het regisseursduo van Blauwe M a a n d a g , wel niet van plan zijn hun eigen aard te verraden.

Behalve de Spaanse vieringen zijn er dit jaar ook Vlaamse herdenkingen: Het Leven en de Dood van Victalis van Gille 100 jaar na de geboorte van E. Claes (Antigone); De Spaanse Brabander 400 jaar na de geboorte van Bredero (Nieuw Ensemble Raamtheater) ; 1585, de va! van Antwerpen, 400 jaar na da tum (KNS) . Zal men er historische - en voor Bredero ook theaterhistorische - clichés kritisch onder de loep nemen?

T e r ere van het actuele Vlaamse leven worden n ieuwe s tukken gecreëerd: De Vogelmarkt van J. Chr is t iaens ( K N S ) en Hora est van P. C o p p e n s (KVS). Dit laatste gaat over de veelgevreesde bom, maar er word t aangestipt dat C o p p e n s helemaal ' in de traditie van Gas ton Mar-tens ' schr i j f t . He t Paradijsvogels-syn-d room bli jf t als een vloek boven de grote schouwburgen hangen. H u n belangstel-ling voor Vlaamse d ramaturg ie bli jft hoofdzakeli jk folkloristisch.

Aan de depreciatie van de eigen drama-turgie lijkt met de vooruitzichten voor het beginnende seizoen geen einde te komen. Een M M T dat trots een zuiver Vlaamse programmatie aankondigt, houdt het toch maar bij gevestigde waarden. D e labo-ra to r iumfunc t i e van het N V T wordt nergens gecont inueerd . Gaat er een sti-mulans uit van de eigenzinnige enkelin-gen? J. Decortes Kleur is alles wordt door het Trojaanse Paard doorgespeeld; A. Sie-rens verwerkt in Genoveva persoonli jke ervar ingen, aangekondigd door Arca, evenals D. Pauwels ' De 'R' van Ruig hangt in de Huig. I. Van Hove kiest bi j Akt/Vertikaal auteurs als De Sade (Gijzult niet doden) en M i s h i m a (Boom uit de Tro-pen). P. Peyskens ('t Stuc) werd hierboven al vermeld in verband met Ts jechov . T . Brul in schreef Wheel-Chairs, in het En-gels omdat Antil l ianen het moeten vertol-ken. Misschien vraagt het werk van zulke mensen een herziening van de geldende concepten over toneelteksten en een ver-ru iming van het begr ip 'Vlaamse drama-turgie '?

Marijke Caris/Geert Opsomer

ETCETERA 12/85 ETCETERA 12/85