Ons opvoedingsproject Ruimte voor talenten! Woorden · Ons opvoedingsproject – p.5–jong-leren...
Transcript of Ons opvoedingsproject Ruimte voor talenten! Woorden · Ons opvoedingsproject – p.5–jong-leren...
Ons opvoedingsproject – p.1 – jong-leren met talent
Ons opvoedingsproject
Ruimte voor talenten!
Woorden
Als je zegt
dat je iets belangrijk vindt
en waardevol,
maar in je dagelijks leven
maak je geen tijd
om hetgeen je zegt
belangrijk te vinden,
is het duidelijk
dat je het eigenlijk
niet belangrijk vindt.
In werkelijkheid
heeft alleen dat
waar je je tijd aan geeft,
waarde in jouw ogen.
De rest zijn woorden
Ons opvoedingsproject – p.2 – jong-leren met talent
Onze pijlers
In de tien pijlers van ons pedagogisch opvoedingsproject verwerken we ook onze focus op de
vakoverschrijdende eindtermen (VOET). We stellen ze in dienst van onze, globale en specifieke, missie en
visie:
Christelijk geïnspireerd
Vanuit een christelijke inspiratie kregen, van bij het ontstaan van het toenmalige Montfortaans
seminarie, alle jongeren die zich hier aanmeldden gelijkwaardige ontplooiingskansen, ongeacht hun
afkomst, financiële mogelijkheden of socio-cultureel milieu. Waar de opleiding toen voornamelijk tot
doel had jonge mensen te vormen met het oog op een zendingsopdracht binnen het instituut van de
kerk, in de ruime zin van het woord, willen we ze nu inspirerende waarden bijbrengen. Geen exclusief
christelijke waarden en normen(cfr. onze religiedag), maar het zijn waarden en normen die vanuit de
Bijbels-Christelijke traditie een specifieke kleur en draagkracht krijgen.
Concreet vertaalt zich dit in een respect voor elk individu, voor elk talent (ruimte voor talenten); met
een bijzondere aandacht die gaat naar leerlingen met een chronische aandoening of een handicap, een
functie- en of leerstoornis, maar ook naar minder vermogende leerlingen of leerlingen uit sociaal
ontwrichte gezinnen. Leren en leven moeten maximaal op elkaar afgestemd zijn. (VOET context 3)
Mentale en intellectuele ontplooiing
In onze complexe maatschappij is kennisopbouw bijzonder belangrijk. Maar niet zozeer de kwantiteit,
maar wel de kwaliteit van de aangeboden kennis en het zelf leren ontdekken en verwerven van deze
kennis, het aanscherpen van de leergierigheid en het smaken van het geleerde ...verdient onze speciale
aandacht. Op het einde van de humaniora moeten onze leerlingen hun leren ( en leven ) zelf in handen
kunnen nemen. De school wil dan ook een krachtige leeromgeving creëren om dit zelfmanagement te
realiseren. Van de leraren wordt verwacht dat ze deze groei naar zelfstandigheid, naar een open en
kritische leerhouding , naar de juiste werkattitude procesmatig ondersteunen. Elke leraar zal binnen dit
kader een begeleider moeten zijn.
Rekening houdend met recente wetenschappelijke, neuropsychologische bevindingen bouwen we aan
onze leerling- georiënteerde onderwijsvisie. Zo investeren we enerzijds sterk in onze
studiekeuzebegeleidingsmomenten (Baso, Soho+…) en focussen we anderzijds, ons baserend op de
leerplandoelstellingen, op de implementatie van leerlijnen (van begeleid werken naar zelfverantwoord
leren). Deze leerlijnen worden niet enkel in vakoverschrijdende projecten in kaart gebracht, maar
worden ook maximaal geïntegreerd in de gewone lessen zodat elk evaluatiemoment gebruikt kan
worden om naast de kennis ook de leerstrategieën van de leerlingen en de onderwijspraktijk van de
leerkrachten te optimaliseren (SETOC).
Cruciaal in de opvolging van de (intellectuele) ontwikkeling van onze jongeren is een up-to-date
geautomatiseerd leerlingvolgsysteem in School Online. Een registratiesysteem dat zowel de positieve
evoluties in kaart brengt als de noodzaak aan STICORDI maatregelen. Stimulerende (vrije ruimte, open
leercentrum, differentiatie pakketten…), compenserende, regulerende of dispenserende maatregelen
die uitgewerkt worden binnen het complementaire netwerk van oefenlessen,
vakbegeleidingsinitiatieven, studiebegeleidingsinitiatieven, leerlingbegeleidingsinitiatieven en het CLB.
Ons opvoedingsproject – p.3 – jong-leren met talent
Op deze manier trachten we de betrokkenheid, het welbevinden, de motivatie en de leerbekwaamheid
van alle leerlingen te verhogen zodat elke leerling maximaal wordt voorbereid op een succesvol
schooltraject en op levenslang leren. (VOET context 2)
Muzisch-Culturele ontwikkeling
Totale opvoeding omvat naast de cruciale aandacht voor het cognitieve, ook het investeren in de
ontwikkeling van allerlei vaardigheden o.a. op het psychomotorische, het dynamisch-affectieve en het
muzisch-creatieve vlak. Dit is belangrijk omdat jongeren in de huidige multiculturele en sterk
geïnformatiseerde samenleving de diverse culturen en hun waarden moeten leren kennen en
respecteren; ze prikkelen immers de ontwikkeling van hun eigen smaak en persoonlijkheid.
De confrontatie met fantasie en spel en het beleven van succeservaringen op school, o.a. door
deelname aan culturele avonden, schooltoneel, leerlingenkoor, een muziekband, de redactie van een
schooltijdschrift, een gedichtendag... ontwikkelt bij leerlingen een gevoel voor kunst. Bovendien vormt
het vaak ook het begin van een rijkere en meer gevarieerde deelname aan en meer begrip voor de
hedendaagse muzisch-creatieve taal en het culturele leven, ook buiten de school.
Dit kan natuurlijk maar lukken als het algemene schoolklimaat – naast de veelheid aan culturele
gegevens die in elk vak al aan bod komt – ook voldoende impulsen geeft aan jongeren, ongeacht hun
opleiding of achtergrond, om kennis te maken met de waarden van de kunst en het culturele erfgoed in
de wereld om hen heen.
Wij willen bij de leerlingen de eigen visie op cultuuruitingen confronteren met die van anderen om zo
vaardigheden, waardesystemen en attitudes te ontwikkelen die hen in staat stellen:
• eigen ervaringen te uiten en na te denken over uitingen van anderen
Ons opvoedingsproject – p.4 – jong-leren met talent
• hun eigen oordeel te relativeren en dat van anderen te respecteren
• zich tolerant op te stellen zowel in hun eigen leefwereld als in een bredere, mondiale context
Wij willen dit realiseren via een breed aanbod van onderwerpen zoals literatuur, muziek, film,
podiumkunsten, beeldende kunsten, fotografie, design, mode, videokunst, architectuur,
landschapsarchitectuur, op school en in musea en cultuurcentra. (VOET context 7)
Technisch-technologische opvoeding
De evolutie van de mens wordt gekenmerkt door een niet aflatende zoektocht naar allerlei technische
hulpmiddelen om zijn omgeving optimaal te benutten. Deze zoektocht heeft niet enkel positieve (o.a.
energiezuiniger, automatisering, informatisering, duurzamer en meer mensvriendelijke productie
methodes), maar ook negatieve effecten (o.a. milieubezoedeling, verkeerd gebruik van technieken,
mobiliteitsproblemen) opgeleverd.
Techniek is onlosmakelijk met ons dagdagelijks zijn en werken verbonden daarom is technologische
vorming essentieel. Ze brengt jongeren inzicht, basiskennis en interesse bij, zodat ze leren werken en
leven in een wereld vol technologische evoluties. Bovendien laat ze de leerlingen toe techniek als een
valabele optie in aanmerking te nemen voor hun verdere studie- en beroepskeuze.
Naast de vaktechnische focus richten wij ons ook op een vakoverschrijdende aanpak die toelaat (VOET
context 4 en 6):
• een sterke wisselwerking te realiseren bijvoorbeeld tussen wetenschappelijke vakken en
geschiedenis, aardrijkskunde, fysica, chemie…
• goed te informeren over de rol en het nut van de techniek in de maatschappij
• om te vertrekken vanuit de interessesfeer van de jongeren
We bieden onze jongeren de kans om op school of via excursies o.a.:
• technische constructies te exploreren en desgevallend zelf te maken
• ethisch, veilig, sociaal, milieubewust en duurzaam met techniek om te gaan
• vaardigheden te ontwikkelen om met technologie aan de slag te gaan individueel of in
teamverband (digitale fototoestellen, camcorders, laptops, tablets ...)
Motorisch-lichamelijk
We willen al onze leerlingen begeleiden bij het ontwikkelen van hun lichaam tot een gezond lichaam en
bij het ontwikkelen van een gezonde houding ten opzichte van hun lichaam. Hun lichaam leren kennen,
leren ontdekken als expressiemiddel, het gezond houden via sport en lichaamshygiëne, het komen tot
een goede seksualiteitsbeleving.
Daarom is gezondheidsopvoeding één van onze prioriteiten. We willen jongeren immers kansen bieden
om te groeien naar een gezonde weerbaarheid. Zo hopen we, o.a. met themaweken, filmfora,
samenwerking met politie en preventiewerkers, RELAVO-dagen, … het risico te beperken dat ze
gezondheidsbedreigende gedragspatronen – zoals risicovol seksueel gedrag, roken, overmatig
Ons opvoedingsproject – p.5 – jong-leren met talent
alcoholgebruik, te veel of te weinig eten, drugs – zouden ontwikkelen. Uiteindelijk streven we er naar
dat onze leerlingen in staat zijn kritische en verantwoorde beslissingen te nemen over gezondheid, o.a.
op het vlak van hygiëne, voeding, genots- en geneesmiddelen, roken, soft- en hard drugs, gaming,
veiligheid, stress, seksueel gedrag, emoties… en er ook naar te handelen.
Verder ontwikkelden we een eigen mobiliteits- en veiligheidsplan geënt op de vaststelling dat meer dan
80% van onze studenten met de fiets naar school komt. Excursies, maar ook de verplaatsingen naar de
zwemaccommodatie worden daarom maximaal ondernomen met de fiets (fluohesje en fietshelm
worden indien nodig door de school ter beschikking gesteld). De ouderraad brengt via haar XIU-acties de
evoluties wat betreft het dragen van helm en fluo reeds jaren in kaart.
De sportzalen, ons park en de sportvelden rondom de school vormen het uitgelezen kader voor de
organisatie van onze lessen LO en een uitgebreid facultatief sportaanbod tijdens de lange middagpauze
en op woensdag namiddag. De lokale gemeenschap kan, op vraag, gebruik maken van onze
sportaccommodaties.
Ook via het aanbieden van een skivakantie, spel-ontmoetings-en sportdagen, deelname aan
interscolaire tornooien, sport initiaties (golf, muurklimmen, paardrijden, schaatsen, rugby) … stimuleren
we maximaal het idee van een gezonde geest in een gezond lichaam. (VOET context 1)
Burgerzin en medeverantwoordelijkheid
Elke school is als schaalmodel van een samenleving de plaats bij uitstek waar leerlingen zich kunnen
oefenen in burgerzin. De school staat immers niet op zichzelf, maar is ingebed in de (lokale)
maatschappij. We rekenen het tot onze basistaak leerlingen te helpen actieve burgers te worden die op
een opbouwende en tegelijk kritische wijze kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. We
willen hen vormen tot verdraagzame, rechtvaardige, begripvolle en democratische burgers die optimaal
kunnen functioneren in een multiculturele context.
Ons opvoedingsproject – p.6 – jong-leren met talent
De werking van onze leerlingenraad is hierop gebaseerd; een democratisch orgaan dat op verschillende
domeinen zijn verantwoordelijkheid neemt ten opzichte van de microsamenleving, onze school en haar
omgeving.
De personeelsleden van ons college engageren zich om op hun beurt een open schoolklimaat te
scheppen waarin leerlingen worden gevormd tot kritische burgers met zin voor verantwoordelijkheid. Ze
willen hierin een voorbeeldfunctie vervullen.
Onze visie op burgerzin trekken we daarom ook door in ons bijsturingsbeleid (o.a. dienst aan de
gemeenschap); in ons peter- en metersysteem (verkiezingen, engagementsverklaringen, opleiding,
deelname aan ontmoetingsdagen eerste- en tweedejaars); in het functioneren van onze
inspraakorganen (leerlingenraad, schoolraad, sportraad, milieuraad, cultuurraad, SPIT-raad, feest comité
en technisch team); in onze bevragingen van leerlingen, leerkrachten en ouders; in onze respectvolle
houding ten opzichte van de andere scholen uit onze scholengemeenschap; in de organisatie van
excursies, in onze deelname aan de Zuiddag en in onze jaarlijkse acties voor het vastenproject ... (VOET
context 5)
Socio-relationele vaardigheden
In een maatschappelijk klimaat dat steeds meer individualistisch dreigt te worden, zien wij het mede als
onze taak om jongeren niet alleen verstandelijk te vormen, maar hen ook de noodzakelijke sociale
vaardigheden bij te brengen. Het opbouwen van een gezond eigenbeeld en zelfvertrouwen, een zekere
weerbaarheid en een positieve, kritische instelling is dus zeker belangrijk. In relaties moeten ze leren de
eigenheid van de anderen te respecteren en zich verantwoordelijk en betrouwbaar op te stellen. Ze
moeten leren omgaan met gemaakte afspraken, met gevoelens en conflicten en bereid zijn hun gedrag
aan te passen aan dat van de anderen.
Aan een respectvolle samenwerking tussen leerlingen onderling, maar ook tussen leerlingen,
leerkrachten en ouders, hechten we veel belang. Een goede samenwerking vergt o.a.
probleemoplossend denken en doelgericht handelen, overleggen (o.a. bevragingen), organiseren (o.a.
schoolraden), beslissingen nemen. Hierbij zijn relationele en communicatieve vaardigheden onmisbaar.
Zowel binnen de lessen (dialoog, groepsgesprek, projectwerk, groepstaken) als erbuiten (via deelname
aan raden, werkgroepen, projectgroepen, bezinningsdagen, Zuiddag, Relavo-dagen, ontmoetingsdagen,
VIP-dagen, schoolraad, medezeggenschapscollege...) biedt de school kansen om deze vaardigheden te
verwerven. (VOET context 3)
Taalontwikkeling
Sneller nog dan ICT, techniek en technologie evolueert 'onze taal' in de brede betekenis van het woord.
We zijn er ons terdege van bewust dat taalontwikkeling (Nederlands, vreemde talen) de kansen op
effectief leren (bereiken van de leerplandoelstellingen), succesvol doorstromen en hoogstaand
professioneel functioneren vergroot.
Maar taalbeleid beoogt ook, de communicatie met de leerlingen, hun ouders en met andere instanties
zo efficiënt en duidelijk mogelijk te laten verlopen.
Aan de hand van een screening van het taalniveau van elke nieuwe leerling in het eerste jaar en na een
intake gesprek bij alle nieuwe leerlingen van het tweede tot zesde jaar wordt vastgesteld of het kind
taalkundig op het verwachte niveau zit. We stellen vast dat we zelden tot nooit in contact komen met
Ons opvoedingsproject – p.7 – jong-leren met talent
leerlingen en ouders die op vlak van Nederlands een noemenswaardige achterstand hebben. We
kunnen ons daarom ook maximaal focussen op de implementatie van de leerlijnen doorheen ons
Nederlands en vreemde talenonderwijs. Voor de leerlingen die toch extra ondersteuning nodig hebben
of wensen wordt een begeleidingstraject uitgewerkt.
Als maatstaf en ter oriëntering en bijsturing van de kwaliteit van ons taalonderwijs nemen we deel aan
het Europees Vreemde Talen Onderzoek en het LISO project. De resultaten hiervan implementeren we
in onze aanpak en opbouw van de lessen. Voor leerlingen met vakinhoudelijke problemen bieden we
vakbegeleiding aan, voor leerlingen met vastgestelde problemen zoals dyslexie, werkt een specifieke
werkgroep onder begeleiding van de zorgcoördinator Sticordi-maatregelen uit voor alle vakken. De
evolutie van de competenties (vaardigheden, attitudes en kennis) verworven binnen de cluster van
Moderne Vreemde Talen brengen we in kaart aan de hand van permanente evaluatie.
Wat de aandacht voor onze instructietaal betreft, laten we elke vakwerkgroep specifiek reflecteren over
taalgebruik (doelgroep specifiek) bij examens en toetsen. Maar ook hier zit evolutie in de vraagstelling:
vragen voor eerstejaars zullen concreter zijn dan vragen aan 't adres van oudere leerlingen. Verder gaan
we er van uit dat onze leerkrachten 'algemeen Nederlands' praten en dat ook verwachten van hun
leerlingen. De aandacht hiervoor werd opgedreven: in het zesde jaar zouden alle leerlingen dit moeten
beheersen.
In onze communicatie naar ouders en derden hanteren we een respectvolle, verzorgde, directe,
verstaanbare taal. Elke leerkracht heeft ook een eigen montfort.be e-mailadres dat ouders en derden
kunnen hanteren om vragen te stellen of informatie uit te wisselen. Ook de ouderraad en de
ombudsdienst spelen een cruciale rol in een constructieve en efficiënte communicatie tussen ouders en
leerkrachten en directie.
Tot slot vermelden we ook onze muzisch-culturele inspanningen zoals cultuurdagen, gedichten dag,
totaalspektakel en de redactieraad van Rotselaars Echo, initiatieven die elk op hun manier bijdragen tot
de gewenste taalvaardigheid (zowel op school als er buiten) van onze jongeren. (VOET context 3, 5 en 7)
Ons opvoedingsproject – p.8 – jong-leren met talent
ICT en multimedia
ICT en multimedia toepassingen zijn geen doel op zich, maar ze vormen wel de actuele kanalen om info
te delen, om kennis te verwerven, te verwerken en te evalueren. Vanuit deze visie stimuleren we alle
leerkrachten tot het adequaat aanwenden van ICT, multimedia en bordboeken tijdens hun lessen.
Vaklokalen en klaslokalen werden uitgerust met PC-hoeken en beamers. Verder beschikken we over 2
computerlokalen en een open leercentrum (16 computers en 24 laptops) waar leerlingen klassikaal of
individueel 's morgens, 's middags, tijdens of na de lessen terecht kunnen voor het inhalen, bijwerken of
uitdiepen van hun kennis.
Via onze website hebben alle leerlingen en leerkrachten toegang tot School Online voor uitwisseling van
informatie zoals een berichtensysteem, virtuele fora, enquêtes, uploadzones... Ons geïnformatiseerd
rapportsysteem met geïntegreerd leerlingvolgsysteem draait ook op Schoolonline. Het gebruik van
digitale camera's, tablets en camcorders vinden we in meerdere vakken en vakoverschrijdende
projecten terug (b.v. het veldwerk van aardrijkskunde) .
Snelle communicatie, info flashes, wijzigingen aan uurroosters, verjaardagen en filmpjes worden op veel
bezochte plaatsen geprojecteerd via de digitale beeldschermen van ons Infonet. (VOET context 4)
Milieubewustzijn en duurzaamheid, een gedeelde verantwoordelijkheid
In onze school is de werking van de milieuraad gebaseerd op de 5 bekende milieudomeinen.
Wat betreft afval worden er geen aluminiumfolie, blikjes of brikjes toegelaten. Papier, PMD, groen- en
restafval worden gesorteerd. Het opruimen van afval zit, als ondersteuning aan de school, ook verweven
in ons sanctioneringsbeleid.
Respectvol omgaan met elkaar, maar ook met de natuur en de omgeving vormt één van de
basiswaarden van onze school.
Eén van onze sterkste troeven is 'mobiliteit’. In de mate van het mogelijke gebeuren excursies en
verplaatsingen steeds met de fiets (met helm en fluo, zoals gestipuleerd in het arbeids- en
Ons opvoedingsproject – p.9 – jong-leren met talent
schoolreglement). We vermelden ook onze deelname aan de autovrije dagen, Velocities, Slimme
Mobiele Scholen...
Verder nemen we deel aan het proefproject 'energieplatform'. We onderzoeken het energieverbruik
van onze school en we leren uit de best practices van andere scholen.
Het laatste domein is 'water'. Onze aandacht voor water heeft geleid tot de installatie van
waterfonteinen, Sipwell-toestellen en waterzuinige toiletten.
Extra acties die vermeldenswaard zijn:
• XIU-acties in samenwerking met de ouderraad en de lokale gemeenschap, Cesaar kan de ‘pot’
op
• het project MOS-op school
• Acties in samenwerking met Natuurpunt en de Gemeente Rotselaar
• Milieuvriendelijke oplossingen bij verbouwingen (CPBW)
Ook binnen de vakken wordt expliciet aandacht besteed aan milieu (b.v. composteren bij het vak
techniek).
Het logo van de milieuraad (door de leerlingen zelf ontworpen) en de t-shirts zijn bijzonder herkenbaar
en spreken leerlingen aan. Steeds opnieuw worden alle leerlingen en leerkrachten aangemoedigd tot
reflectie omtrent onze 'ecologische afdruk' ; bij buitenschoolse activiteiten dienen leerkrachten dit ook
steeds apart te vermelden in de aanvraagdocumenten. (VOET context 1, 4 en 6)
Wij hopen dat ons opvoedingsproject, gebaseerd op onze missie en onze visie, een stimulans, een
leidraad en een open en dynamisch werkinstrument moge zijn voor alle betrokkenen binnen de ruimte
die we creëren voor talenten.