Onder De Linden - Nieuwe woonomgeving voor ouderen
-
Upload
jvandijke78 -
Category
Documents
-
view
385 -
download
1
description
Transcript of Onder De Linden - Nieuwe woonomgeving voor ouderen
Een nieuwe woonomgeving voor ouderen
Academie voor de Bouwkunst 2011
Afstudeerproject
Jasper van Dijke
Mentor: Hans Ruijssenaars
2
INLEIDING
We hopen allemaal oud te worden. Alles is goed geregeld in dit land en we maken ons nergens zorgen
over. We weten dat onze oudedagsvoorzieningen veel geld kosten, maar dat lossen we wel op.
Maar wat gebeurd er werkelijk in je leven als je ouder wordt? Hoeveel vrienden en familie heb je nog? Kan
je nog overal naar toe en ben je nog in staat om alles doen waar je zin in hebt? En waar woon je dan?
Ik ben me gaan afvragen hoe mijn wereld eruit zou kunnen zien als ik oud ben.
Jasper van Dijke
3
INHOUD
Inleiding 2
Inhoudsopgave 3
Achtergrond opgave 4
Historie ouderenvoorzieiningen 7
Grondgedachte 11
Locatie 14
Conceptschets 21
Uitwerking 24
Slot 46
“Alleen is ook maar alleen.”
oma
4 Bron foto:
www.eenzaamheidendepressie.mysites.nl
ACHTERGROND OPGAVE
De opa en oma van mijn vriendin, die ik ook als mijn opa en oma beschouw, hadden een druk sociaal leven
totdat er binnen een korte tijd een sterke fysieke en mentale terugval optrad. Ineens waren ze aan huis
gekluisterd en was hun sociale leven bijna volledig verdwenen. Nadat ze naar het verzorgingshuis mochten,
kregen ze weer energie. Ze ontmoeten er mensen en krijgen weer een sociaal leven, maar dan op een
kleinere schaal.
De kosten van de zorg lopen in de komende jaren op. De overheid moet drastische besluiten nemen om de
financiën op orde te krijgen. In de zorg betekent dit dat er keuzes gemaakt moeten worden. Mensen die
niet volledig afhankelijk zijn van zorg, zullen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen. Verzorgingshuizen
zullen worden gesloten of worden getransformeerd tot verpleeghuizen.
Opa en oma zouden in de toekomst dus niet naar het verzorgingshuis hebben gemogen. Het gevolg zou
vereenzaming zijn. Op gezette tijden komt de verzorging langs, de familie komt soms, maar verder is het
een eenzaam bestaan.
En daar wil ik iets aan doen.
5
Om de eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan,
zoek ik naar een nieuwe woonvorm/woonomgeving
die past in de nieuwe structuur van de overheid,
maar die ook een sociale omgeving biedt voor
ouderen waar ze zich vrij in kunnen bewegen. Een
plek waar ze interactie kunnen aangaan met hun
medebewoners maar ook met hun omgeving. Een
plek waar ik hun wereld net iets groter kan maken
dan de muren van hun eigen huis.
6
HISTORIE OUDERENVOORZIENINGEN
Om inzicht te krijgen in de huidige woonsituatie voor ouderen, zijn er in de geschiedenis een aantal voorgangers die
interessant zijn.
Dit overzicht begint bij het moment dat ouderen (ouders) nog veel bij hun kinderen woonden. Ze werden verzorgd en
droegen zelf hun steentje bij aan het familieleven. De omgeving waarin ze woonden was voor hun bekend.
Niet alle kinderen wilden of konden hun ouders goed verzorgen en er ontstonden alternatieve
huisvestingsmogelijkheden. In de steden werden in de middeleeuwen woonhofjes voor oudere dames gecreëerd. Dit
zijn groepen van tussen de 10 en 20 woningen rondom een centrale tuin/patio.
Aan de andere kant waren er de armenhuizen. Hier kwamen veel arme ouderen terecht. Ze werden verzorgd door
de kerk of gemeente. In de armenhuizen ging het erom dat mensen eten hadden en een plek om te slapen. De
privacy was dus nihil.
Voor de 2e wereldoorlog waren er reeds initiatieven voor bejaardenhuizen, maar na de invoering van de
verzorgingsstaat in 1945, nam dit een grote vlucht.
De eerste bejaardenhuizen boden mensen een eigen kleine kamer en verder werd alles gedeeld (sanitair, eetzaal
etc.). Deze bejaardenhuizen werden vaak in mooie groene omgevingen gebouwd, zodat mensen konden genieten
van de rust en het uitzicht.
Gaandeweg ontwikkelden de bejaardenhuizen zich naar verzorgingshuizen en WOZOCO‟s (woonzorgcomlexen). De
bewoners kregen meer privacy in de vorm van grotere woonruimten, maar ze kregen ook meer regie over hun eigen
dagritme. In de woonzorgcomplexen is vaak alles voor handen om een relatief normaal dagelijks leven te hebben.
Er zijn restaurants, bibliotheken, kleine winkels, er worden activiteiten georganiseerd etc.
7 Bron foto:
De Architectuur van de Ouderenhuisvesting
ISBN 978-90-5662-680-8
THUIS BIJ FAMILIE
-Context, zowel platteland als in de stad
-In eigen huis met familie, eigen kamer opa of oma
-Kinderen verzorgen ouders
-Opa/oma draagt bij aan familieleven
-Buurt en bewoners zijn bekend
-Voorzieningen (dokter) niet altijd in de buurt
-Privacy beperkt
-Verbinding samenleving sterk
WONEN IN HOF (vanaf ca. 1500)
-Context, in het stedelijk weefsel
-Kleine eigen woning in gezamenlijke woongroep
-Sterke sociale controle, woongebied gedeeld
-Bewoners hebben eigen regie
-Buurt en bewoners zijn bekend
-Voorzieningen nabij, dokter en markt om de hoek
-Privacy relatief beperkt
-Verbinding samenleving sterk
8
8 Bron foto:
www.wikipedia.nl
Bron foto:
www.wikipedia.nl
ARMENHUIS
-Context, vaak in het stedelijk weefsel
-Opvang voor armen (waaronder ouderen)
-Sterke sociale controle, woongebied gedeeld
-Bewoners hebben geen eigen regie
-Buurt en bewoners niet bekend
-Zorg en eten worden verzorgd
-Privacy nihil
-Verbinding samenleving nihil
BEJAARDENHUIS (na 1945)
-Context, vaak groene omgeving, randstedelijk
-Kleine kamer (12m2), gezamenlijk sanitair, eetzaal e.d.
-Sterke sociale controle
-Volledige zorgverlening
-Geen eigen regie, dagritme wordt bepaald
-Medebewoners zijn soms bekenden
-Privacy beperkt
-Verbinding samenleving beperkt
9 Bron foto:
De Architectuur van de Ouderenhuisvesting
ISBN 978-90-5662-680-8
Bron foto:
www. bertsgeschiedenissite.nl
VERZORGINGSHUIS/WOZOCO
-Context, divers
-Eigen woning, binnen gebouw zijn restaurant, winkel etc..
-Sterke sociale controle
-Zorg op verzoek, sterke controle
-Eigen regie, groot aanbod van activiteiten
-Medebewoners zijn soms bekenden
-Privacy goed
-Verbinding samenleving beperkt
10
Een opvallend aspect uit dit overzicht is het feit dat
de woonomgeving voor ouderen steeds meer is
geïnstitutionaliseerd. Alles wordt ondergebracht in
één gebouw, een microwereld. Deze wereld staat
vaak los van de samenleving.
Een positief aspect van de verzorgingshuizen is de
interactie tussen de bewoners. Het zijn
microwerelden met gelijkgestemden.
10 Bron foto:
De Architectuur van de Ouderenhuisvesting
ISBN 978-90-5662-680-8
GRONDGEDACHTE
Ouderen in de toekomst blijven langer in
hun eigen huis wonen, maar de drempel
naar de buitenwereld wordt steeds
hoger, fysiek maar ook mentaal.
11
De wereld van ouderen kan meer
verbonden worden met de buitenwereld
door een overgangsgebied, een
vergroting van hun eigen wereld en een
buffer naar de buitenwereld.
12
13
Dit gebied kan liggen binnen een
bestaande context. Elementen uit het
dagelijks leven zijn in de buurt, maar zijn
ook toegankelijk voor mensen uit de
buurt. Een restaurant is bijvoorbeeld geen
onderdeel meer van het gebouw maar
wel van de nabije omgeving.
13
LOCATIE
De gekozen locatie ligt in de wijk Klarendal in
Arnhem. Een onverwacht mooie groene plek midden
in een dichtbebouwde stedelijke omgeving. Ik was
meteen onder de indruk van deze locatie. Hier
zouden de ouderen van Klarendal prachtig kunnen
wonen.
Voor ouderen zijn er in Klarendal nauwelijks
voorzieningen. Er wonen verhoudingsgewijs ook
minder ouderen dan in andere wijken, maar dat kan
ook juist met het gebrek aan voorzieningen te maken
hebben.
14
14
Klarendal was vroeger een klein dorp in de stad.
Op elke straathoek was wel een winkel, elke week
was er een markt, er waren eigen scholen, eigen
verenigingen, Klarendal had een eigen identiteit.
Mensen ontmoetten elkaar vroeger bij de bakker als
ze een brood gingen halen, of op de markt om
groenten te halen. Het was vaak niet meer dan een
groet, maar toch een groot gevoel van
verbondenheid. Mensen kenden elkaar, veel meer
mensen herkenden elkaar. De winkels zijn in de loop
der jaren grotendeels verdwenen, maar de
onderlinge verbondenheid is wel gebleven.
Na jarenlange verpaupering zijn vanaf de jaren 70
van de vorige eeuw huizen (vaak krotten) gesloopt
en vervangen door nieuwe. Nieuwe mensen uit
andere delen van de stad, zijn er komen wonen.
Klarendal is één van de Vogelaarwijken en krijgt dus
extra impulsen van overheid. Het „Modekwartier‟ is
ontwikkeld om de wijk te verbeteren. Er zijn hippe
winkels en ateliers gevestigd in de wijk en daarmee
trekt het ook mensen van buiten de wijk. Klaredal
leeft langzaam op. 15
1750 1850 1900 1920
HISTORIE KLARENDAL
De locatie is al vroeg zichtbaar op kaarten. In 1750 grenst dit stuk land al aan de belangrijke
Hommelseweg. Wanneer de stadsmuur (zie kaart 1850) wordt neergehaald, wordt de locatie en
begraafplaats. De spoorlijn is ook aangelegd (horizontale gebogen lijn). Vanaf 1870 ontwikkeld zich
de bebouwing ten Noorden van de Spoorlijn (de wijken Klarendal en st. Marten). Langzaam omsluiten
ze de begraafplaats. In 1950 wordt de begraafplaats uiteindelijk geruimd en wordt de plek niet
ingevuld. Een speeltuin vindt er zijn plaats, evenals een kinderboerderij. Gezien zijn ligging in het
stedelijke weefsel en de openheid van de locatie, heeft het de potentie een nieuw hart voor de
omgeving te worden.
16
LANDSCHAP
De locatie is groen en wordt sterk gemarkeerd door
omliggende bebouwing. Er is een hoogteverschil van
ongeveer 12 meter op de locatie, iets wat
uitzonderlijk is midden in een stad in Nederland.
De bomen verdelen de locatie in een aantal
landschappelijke ruimten.
Het Westelijke deel van de locatie wordt druk
gebruikt door de buurt. Hier zijn een speeltuin,
speelveld en een kinderboerderij. Het Oostelijk
gelegen deel is meer parkachtig en erg rustig. De
bomen staan hier dichter op elkaar.
17
POTENTIE VAN DE PLEK
De locatie kent nu weinig orde maar wel een grote
groene openheid. Het wordt voor diverse activiteiten
gebruikt. Er is een speeltuin, een kinderboerderij,
kinderdagverblijf, speel-o-theek en een playground
(voor tieners).
De plek heeft sinds lange tijd een verbindende
factor gehad. De begraafplaatsen die vredig naast
elkaar lagen, zijn hier het eerste voorbeeld van.
Mensen komen er nu om een wandeling te maken,
met hun kinderen naar de speeltuin te gaan of om ze
naar het dagverblijf te brengen. Tieners komen er
om te basketballen of te voetballen.
Kijken, doen, spelen, wandelen, leren….Vanuit
verschillende richtingen komen ze van verschillende
leeftijden maar ook met verschillende etnische
achtergronden.
18
19
INVENTARISATIE HUIDIGE SITUATIE
20
CONCEPTSCHETS
Als uitgangspunt voor het plan is het verzorgingshuis als principe
genomen. In een verzorgingshuis zijn op hoofdlijnen 3 elementen
aanwezig; het wonen, de zorg en welzijn in de vorm van restaurant,
activiteiten etc.
Het landschap/de stad, maakt het mogelijk om de woonomgeving
voor ouderen, te verdelen in meerdere plekken . De voormalige
school wordt reeds een zorgcomplex. Het woongebied komt op het
meer rustige hoger gelegen deel van de locatie, terwijl de activiteit
meer op het lager gelegen gedeelte van de locatie komt, waar
meer interactie met de omgeving is. Het kruispunt van deze functies
ligt op de „Onder de Linden‟.
In de linker schets is de bebouwing gepositioneerd aan de rand en
op de kruispunten van de open ruimte waardoor ze een markering
vormen voor de verbinding van die ruimten. Alle ruimte tussen de
bebouwing is in principe openbaar toegankelijk.
21
Om de ouderen de ruimte te bieden om te kunnen kiezen voor
blootstelling in de openbare ruimte of niet, is er een secundair
netwerk van ruimte die aantakt op de primaire openbare ruimte.
Deze secundaire ruimte verbindt onder andere de gebouwen met
elkaar. Deze secundaire openbare ruimte is ook toegankelijk voor
omwonenden van de locatie omdat hier ook publieke functies zijn
gevestigd zoals een kinderdagverblijf en een wijkcentrum. De
secundaire openbare ruimte wordt hiermee een buffer tussen de
openbare ruimte en de privéruimte voor ouderen.
22
ACTIVITEIT
In deze impressie is weergegeven hoe bewegingen van bewoners en
omwonenden elkaar kruisen in de woonomgeving. De straat voor het
medisch gebouw is de „Onder de Linden‟. Op deze impressie is ook
te zien dat de nieuwe woonomgeving zich onder de straat uitstrekt
om de verbinding tussen de diverse plekken te maken. De rode
plekken zijn publieke functies.
23
24
UITWERKING
INSPIRATIE
Kröller Muller museum – Wim Quist
Vervaging van grenzen, landschap is onderdeel van het interieur.
Onbewust waan ik me daar altijd buiten maar dan met de comfortabele
warmte van binnen.
Relevantie:
Om de wereld van ouderen te vergroten, heb ik de sociale omgeving
aangepast en grenzen vervaagd door verschillende groepen mensen van
dezelfde omgeving gebruik te laten maken. Deze vervaging van grenzen
en dus het gevoel van ruimte, speelt ook op zintuiglijk niveau. Boven op
een berg voel je de overweldigende weidsheid van de wereld door het
ontbreken van grenzen. In het museum herken ik deze ervaring terug maar
dan op een andere schaal, de weidse ruimte die naar binnen glijdt.
25
25 Bron foto:
www.flickr.com
INSPIRATIE
Verticale stadstuin Neu-Örlikon Zürich
Een stalen structuur met daarin routes en plekken om te verblijven.
Klimplanten begroeien de constructie en maken het tot een bos.
Relevantie:
De nauwelijks te duiden grenzen van de openbare ruimte. Dit prachtige
“bos” gaf me het gevoel van een veilige plek, terwijl het volledig
openbaar is.
26
WONEN
27
ROUTING
28
FUNCTIES LOCATIE
29
30
NIVEAU 26m+nap
31
NIVEAU 30m+nap
32
Woonruimte met gedeelde gang/verblijfsruimte met
een sterke relatie met de omgeving. Hier kun je het
hele jaar door „buiten‟ zijn en medebewoners
ontmoeten.
32
Vanuit de woonruimte is een open verbinding met de
gezamenlijke „buitenruimte‟
33
34
In de achtergrond een binnenterras, dat uitzicht
biedt op de speeltuin. Vanaf het terras is het
internetcafé bereikbaar
34
In de woongebouwen zijn publieke functies
aanwezig. Kinderen uit de buurt gaan hier
bijvoorbeeld naar het kinderdagverblijf.
35
36
In de verbindende ruimte tussen de woongebouwen
ligt het wijkcentrum. Hier worden activiteiten voor de
buurt georganiseerd zoals bijvoorbeeld
kindermiddagen, muziekvoorstellingen etc. Er is een
sterke relatie met het landschap en de straat (boven)
.
36
37
Zicht vanuit het wijkcentrum op de binnenplaats van
de school. De binnenplaats kan gebruikt worden als
ruimte van het wijkcentrum. Hier kunnen
buitenactiviteiten worden georganiseerd zoals
kinderspelen of activiteiten voor ouderen in
combinatie met kinderen. In de binnenruimte kunnen
op zondag bijvoorbeeld ook kerkdiensten voor de
buurt worden georganiseerd.
37
38
Verbindingsruimte tussen het restaurant, de straat en
het wijkcentrum (naar beneden). Mensen uit de buurt
kunnen hier binnenkomen. Ouderen komen over
straat of binnendoor via het wijkcentrum naar het
restaurant.
38
39
In het restaurant komen mensen uit de buurt eten,
terwijl hun kinderen bijvoorbeeld in de speeltuin
spelen.
Het is ook de plek waar ouderen kunnen komen eten
of samen een borreltje drinken.
39
40
40
De gebouwen, de straat en het park worden
verbonden met paden en bruggen. Hoogteverschillen
worden overbrugd met trappen en liften, zodat
iedereen op elk niveau kan komen.
41
Atelierruimte waar exposities en workshops kunnen
worden gehouden. Het is openbaar. Voor ouderen is
dit goed bereikbaar en binnen hun eigen
woonomgeving.
42
VERANDERENDE OMGEVING
In de binnenruimte is er een sterke verbinding met het
omliggende landschap. De ervaring van tijd door het
verloop van de seizoenen maakt het uitzicht een
immer dynamisch beeld.
43
UITWERKING
Het vergroten van de mentale leefomgeving heeft
gevolgen voor de uitwerking van de ruimtes. Grenzen
tussen ruimtes worden slechts licht gemarkeerd.
Binnen/buiten is een geleidelijke overgang zodat de
leefomgeving zo ruimtelijk mogelijk wordt. De details
zijn op deze manier vormgegeven.
44
45
46
SLOT
In de stad van de toekomst moet voor iedereen een plek zijn. Mensen moet hierin vrij kunnen bewegen en de
ruimte hebben om interactie aan te gaan met anderen. Er moet niet alleen aandacht worden besteed aan
de kwaliteit van de woonomgeving, maar vooral aan de kwaliteit van het leven zelf.
Ouderen kunnen we inderdaad goed thuis verzorgen, maar de vereenzaming ligt op de loer. We kunnen ze
ook een plek bieden die blijft uitdagen, een plek waar het leven tot de laatste snik, een mooi leven is.
Jasper van Dijke
47