mei 2012: Reis rond de wereld
-
Upload
timpetoon-de-timp -
Category
Documents
-
view
411 -
download
0
description
Transcript of mei 2012: Reis rond de wereld
de
timpetoon
reis om
de we
reld met
de Tim
p
de redactie:
Shirley Dijkstra
Marike van de Belt
Wim Velderman
Nynke Hallema
Mirjam Zengerink
Sabri Cicek
Olivier van Noort deed er drie jaar over, toen hij in 1598 als eer-
ste Nederlander in een zeilboot om de wereld voer.
De Noordse stern doet het in twee etappes, in de lente heen, in de
herfst terug.
Philias Fogg deed het in 80 dagen. Volgens Jules
Verne.
Met een concorde (dat is een vliegtuig dat heel snel kan vliegen) staat het
record op zo’n 33 uur, in 1992.
En in google earth is een muisklik voldoende om razendsnel de wereld rond
te gaan.
Wie zaterdag 12 mei bij ons langs komt, kan in een paar uurtjes de wereld rond. En waar
kom je dan zo allemaal terecht?
Laten we aannemen dat jullie binnenkomen bij de kleuteringang.
Rechtsaf slaand komt het rood-wit-blauw je tegemoet. In de
groepen 1-2 is Nederland het land dat centraal staat. Ze zijn er
zelfs helemaal voor naar de boer gewandeld, om koeien te aaien
en melk te drinken. Dat is toch een hele prestatie.
Terugwandelend kom je dan plotseling in Suriname. De kinderen
in groep 4 weten alles van dat land, en van cacao.
Naast Suriname ligt China. Dat wisten jullie vast niet! Een ver-
vaarlijke draak bewaakt China, maar de kinderen van groep 3 zijn
niet bang voor hem!
Loop maar lekker door, dan kom je vanzelf in Europa. Want daar zijn
de kinderen van groep 7 druk mee geweest. Ze zijn zelfs op vakantie
geweest, lees hun verhalen maar.
Daarnaast hangen de slingers, want Brazilië is het land van Carnaval!
Toch hebben de kinderen van groep 6 geleerd, dat het leven in Bra-
zilië niet één groot feest is.
Nog een klein stukje, en dan sta je in Rusland, het grootste land ter wereld. Met de lang-
ste spoorlijn ter wereld. En de stoerste dansen!
En tenslotte, direct naast Rusland, vind je Indonesië. Het land van de Wa-
jang-poppen. En de enge spinnen!
Tussen Rusland en Brazilië kun je weer naar buiten. Wandel dan nog even een
rondje om de school, want op de ramen vind je alle kinderen van de wereld.
UIT ’T HOOFDENKAMERTJE. U kent vast wel het gezegde: “Hij die verre reizen maakt, kan veel verhalen”. Na ons schoolproject ‘reis om de wereld’ kunnen de kinderen inderdaad veel verhalen. U leest daarover in deze Timpetoon. En als u onze tentoonstelling bezoekt op zaterdagmorgen 12 mei, dan kunt u niet alleen lezen, maar ook zien, ruiken en proeven wat de kinderen alle-maal hebben geleerd op hun reis om de wereld. De groepen 1-2 gingen uit van het gezegde: “Je moet de reis van duizend kilometer be-ginnen met een eerste stap”. Zij zijn in Nederland gebleven en hebben veel geleerd over de Nederlandse cultuur. Groep 3 ging helemaal naar China en heeft de woorden uit de leesmethode in Chinese karakters leren schrijven. Groep 4 ging helemaal naar Suriname, groep 5 naar Indonesië, groep 6 naar Brazilië, groep 7 maakte een rondreis door verschil-lende landen van Europa en groep 8 ging naar Rusland. Voor alle kinderen was na hun reis één ding duidelijk: ‘reizen brengt andere culturen dich-terbij. Het is toch fantastisch als meneer Hu, de vader van Dennis in groep 8, over ‘zijn’ China komt vertellen. Aangrijpend als de kinderen beseffen hoe goed ze het hier hebben vergeleken met de armoede in de krottenwijken van de grote steden in Brazilië. Het ging in dit project niet alleen om het opdoen van kennis over andere landen, maar ook om het respect voor andere gebruiken en gewoontes. Bekijk de mensen in andere landen eens door een andere bril, laat je eigen ideeën los en probeer je te verplaatsen in die an-dere mens. Dit was niet zo maar een doelstelling van dit project. Het is een doelstelling die past bij de identiteit van de openbare school, dus ook bij onze school de Timp. Het motto van de openbare school is immers: ‘Niet apart, maar samen’. Samen naar één school, waar leerlingen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten en met elkaar omgaan door kennis te nemen van elkaars cultuur. Niet voor niets luidt één van onze mis-siestellingen: “We zijn een openbare school waar we begrip en respect vragen en tonen voor andere opvattingen en gedachten”. We hebben deze gedachte gesymboliseerd door middel van de poppetjes op de ramen rondom de school. Het zijn kinderen uit allerlei culturen die elkaar een hand geven om er samen iets moois van te maken. Op de tentoonstelling vindt u ook stands van Unicef en Amnesty. Wij vinden deze organi-saties goed passen bij het thema van ons project en leerzaam voor de kinderen. De tentoonstelling is de afsluiting van ons project. Maar daarmee is onze reis nog niet af-gelopen. Op dinsdag 5 juni maken we weer ‘een reis om de wereld’, maar dan in 80 da-gen. Het is een dans- en toneelvoorstelling gebaseerd op het beroemde verhaal van Ju-les Verne. Ook tijdens deze reis komen de kinderen in aanraking met allerlei culturen. Van Chinese acrobaten en Turkse dorpelingen tot indianen in Amerika. In de loop van de maand mei gaan we eerst zelf oefenen voor deze avontuurlijke voorstelling. Op 5 juni ko-men er 3 docenten van theaterbureau Spring naar de Timp om van alle onderdelen een geweldige voorstelling te maken. De voorstelling is ’s middags van 14.45 uur tot 15.30 uur in Sporthal Hasseler Es. U krijgt nog een uitnodiging van ons, maar bij deze bent u al vast van harte uitgenodigd. Wim Kevelham.
Van juf mochten we allerlei spullen meenemen die met Nederland te maken hebben. We brachten erg veel mee. Van heerlijke dropjes die we lekker hebben opgepeuzeld, klompen, een echte houten molen, heerlijke stroopwafels, Delfts blauwe huisjes, placemats van Nederland, boekjes met liedjes van vroeger, een leeg doosje van een Mac Kroket tot boerderijdieren en nog veel meer. We hebben alle spullen uitvoerig bekeken en besproken en daarna hebben we ze een plekje gegeven in de gang bij het kraampje of in de klas op de kast. De spullen en vooral ook alle boeken in de gang hebben ons van alles geleerd. In de bouwhoek hebben we bijvoorbeeld een windmolen en een troon nagebouwd.
Met lego hebben we huizen met bijzondere ge-vels nagebouwd.
De kinderen van groep 1 hebben allemaal een eigen kroon geknutseld en de kinderen van groep 2 hebben een koning of koningin geknutseld deze week. In het speellokaal hebben we deze week Oudhollandse spe-len gedaan, zoals zaklopen, sjoelen, spijkerpoepen, hoelahoepen, aardappelracen en blik gooien. We hebben heel enthousiast meegedaan allemaal en vonden het jammer dat ons gymuur voorbij was. De laatste week van ons project moet nog komen. In deze week gaan witte tulpen omtoveren tot gekleur-
de tulpen en we moeten een geheim werkje maken!!!! We verklappen nog niet wat dit is!!. Komen jullie ook allemaal kijken op 12 mei naar ons deel van de presentatie van het project ‘Reis om de wereld’? Dan kun je de lekkere dropjes zelf proeven en je mag ook proberen of je de sjoelstenen allemaal door de gaten kunt krijgen!
Nederland
Bij de kleuters hebben we 3 weken gewerkt over Nederland. In de eerste week hebben we de na-druk gelegd op het thema boerderij. We zijn gezellig met zijn allen naar kaasboerderij Kaamps ge-
lopen om te kijken hoe de koeien in de stal staan en hoe er kaas gemaakt wordt. Daarna hebben we allemaal verse melk geproefd. In de klas hebben de kinderen
van groep 2 een groepswerkstuk ge-
maakt over de boerderij.
Ook hebben we allemaal onze
eigen klompen gemaakt met een echte Delfts blauw schildering
erop.
We hebben geleerd wat een melk-tank en een melkwagen is en wel-
ke dieren je allemaal op een boer-derij kunt zien.
In de tweede week hebben we veel ge-leerd over ons koningshuis. We weten nu dat koningin Beatrix onze koningin is en
dat haar zoon Willem Alexander de kroonprins van Nederland is en over een tijdje onze koning wordt. In ons boek van de week stond dat Maxima met hem is ge-
trouwd en dat ze samen kindjes kregen.
We hebben goed gekeken naar de Nederlandse vlag en hebben hem nageknutseld, nagetekend en nageschilderd.
Ook hebben we geprobeerd het Wilhelmus te leren, maar dat was wel erg moeilijk hoor! Het liedje ‘Ik hou van Holland’ konden we beter onthouden.
Natuurlijk hebben we in de kring met onze groep ook Oudhollandse liedjes en versjes
gezongen die we bijna allemaal wel ge-
leerd hebben toen we nog peuters waren. Juffrouw heeft zelfs een paar verhaaltjes
voorgelezen uit het boekje ‘Jipke en Jannöaken’. Dat is Jip en Janneke in het
Twents. Juffrouw moest voor ons wel
stukjes vertalen in het Nederlands anders verstonden we er niet veel van.
HANSIE BRINKERS VAN SPAARNDAM
Heel lang geleden woonde er in Spaarndam een jongen, wiens vader sluiswachter was. Toen hij een jaar of acht was, mocht hij van zijn ouders pannekoeken gaan brengen aan een oude blinde man, die eenzaam in de polder woonde. Het was een mooie middag in de herfst toen Hansie Brinkers, zo heette die jongen, met een pakje op weg ging. Hij bleef wel een uur bij de man, die het erg gezellig vond. Toen Hansie terugliep over de dijk merkte hij dat het water hoger stond dan anders en hij dacht eraan hoe boos het water zou zijn op de stevige sluisdeuren van zijn vader. Hij moest er niet aan denken dat het water ooit door de dijk zou breken, de sluizen ver-nielen en het vruchtbare land overspoelen. Wat zou de wraak van het water op zijn vader groot zijn! Al fantaserend liep hij verder en keek af en toe eens om naar het huisje van de oude man, waarvan de glazen gloeiden in het rood van de ondergaande zon, alsof alles in lichterlaaie stond. Hansie Brinkers merkte wel aan de zon dat hij te lang was wegge-bleven en dat zijn lange schaduw niet meer op het gras viel. Toen hij er flink de pas had ingezet, hoorde hij iets dat hem stokstijf stil deed staan. Het was het geluid van siepelend water. Hij liet zich van de dijk afglijden en onderaan vond hij een straaltje water dat niet over, maar door de dijk kwam. Een gat, een gat in de dijk! Als het wa-ter daar door bleef stromen zou het gat steeds groter worden, totdat de dijk het op die plaats zou begeven. Als het niet onmiddellijk gestopt zou worden, zou een ramp Spaarndam en de wijde omgeving treffen. Bijna onwillekeurig stopte hij zijn vinger in het gaatje en het water hield op met stromen.
In het begin kostte het hem geen enkele moeite om zo het water tegen
te houden maar op den duur raakte hij verkleumd door het natte gras en de vochti-ge nevel die laag over de weilanden en het water lag. Hij begon hard om hulp te roepen maar niemand hoorde hem. Niemand waagde zich zo laat op die donkere dijk. Hij werd hoe langer hoe kouder en stijver en een pijn trok door zijn vinger, door zijn hand en op den duur door zijn hele lichaam. Hij riep om hulp en om zijn moe-der. Maar zijn moeder had de deur en de luiken al lang gesloten en had zich voor-genomen haar zoon morgen maar eens onder handen te nemen omdat hij bij de blinde man was blijven slapen. Hansie klappertande zo dat zelfs fluiten hem niet meer lukte. Toen bad hij God om hulp en besloot ten einde raad daar tot de volgen-de morgen te blijven. De hele lange avond en nacht bleef hij tegen de dijk aan gedrukt zitten. Hij pro-beerde niet te slapen en een pijn van koude en kramp maakte z'n lichaam gevoel-loos. Die nacht scheen eindeloos te duren. Maar toen de nieuwe dag aanbrak kwam er een pastoor over de dijk die de hele nacht aan het bed van een stervende had zitten waken. Hij vond Hansie Brinkers en begreep aan welk onheil men was ontsnapt.
Oud-leerlingen van de Timp.
Wat doen ze vandaag de dag. Wat houdt
hun bezig? Hoe kijken ze terug op hun ba-
sisschool.?
Jeroen Jansen ,oud-leerling van De Timp
woont en werkt op Curaçao ,schrijft co-
lumns voor Radio Nederland Wereld Om-
roep . Werkte voor de huidige en voormali-
ge president van Curaçao. Werkt aan het
Nationale Plan voor de Wijkaanpak
(armoedebestrijding).
Fervent jazzliefhebber en eilandbewo-
ner ,die zo’n 30.000 km per jaar rondreist
over dat mooie eiland. Jeroen in gesprek
met Wim Velderman:
Jeroen Jansen, oud-leerling van de
Timp .Vader en moeder wonen nog altijd aan
de Noordelijke Esweg, zus Marjolein (ook oud
leerling),in de Achterhoek, hoe raak je ver-
zeild op een eiland als Curaçao?
“Tijdens mijn studie in Sociologie in Tilburg
kwam ik een meisje uit Curaçao tegen, Vanes-
sa. Ik raakte toen al vrij snel verzeild in de
Curaçaose scene. We kregen een relatie en
toen ging het hard. Na een paar keer
Curaçao was ik er wel uit: dit moest de vol-
gende stap worden. Curaçao is dan wel een
deel van het Nederlands Koninkrijk maar in
heel weinig met Nederland te vergelijken. Dat
maakte het uitdagend. Gek genoeg wilde mijn
vriendin juist in Nederland blijven! Uiteinde-
lijk won ik!
.Ik ben getrouwd met Vanessa,
en we hebben twee zoontjes:
Morris van 6 en Nigel van 4. Ik
werk als ambtenaar bij het Land
Curaçao. Onze dag ziet er denk ik niet zoveel
anders uit dan mensen in Nederland. We rij-
den alleen veel auto. Dat verbaast veel mensen
van buiten,. Die denken dat we op het eiland
alles af kunnen lopen. Ik rij jaarlijks 30.000
kilometer, best veel! En de tijden zijn anders:
school begint om zeven uur, dus we zitten om
zes uur 's ochtends al in de auto: om vijf uur
gaat de wekker. Vanwege de hitte 's middags
houdt school op om 12.00 uur. Daarna breng ik
mijn kinderen naar de opvang. We werken net
zoals in Nederland van 8 tot 5. Tegen half ze-
ven zijn we dan weer thuis. Je gaat wonen in
een hele andere cultuur, men spreekt een an-
dere taal en het is er dertig graden elke dag.
Dat is een hele overgang. Maar uiteindelijk
gaan we ook hier gewoon aan het werk, moet ik
boodschappen doen en rekeningen betalen. Na-
tuurlijk geniet je wel van alle mooie dingen op
het eiland, maar ik zit niet elke dag meer met
open mond naar de blauwe zee te kijken: het
wordt gewoon je plek, net zoals Hengelo dat
ooit was.
Curaçao op zich is een passie: ik ben dol op dit
eiland en de mensen. Het is totaal niet saai,
elke dag gebeurt er wat. Door Curaçao heb ik
een nieuwe passie ontdekt: schrijven. Ik
schrijf columns voor de Wereldomroep en het
Antilliaans dagblad. Daarnaast ben ik nog
steeds bezig met oude passies als jazzmuziek
en luchtvaart. En mijn gezin he, een dagelijkse
passie.
Curaçaoënaars zijn eigenwijze, trotse mensen.
Ze hebben niet zoveel met Nederland vind ik.
Ze zijn heel trots op hun eigen cultuur, jij
moet je bewijzen. Veel van hen hebben wel in
Nederland gewoond of zijn er op vakantie ge-
weest. Maar sinds Curaçao een zelfstandig
land is hebben de meeste Curaçaoënaars de
neiging om zich een beetje af te
zetten tegen Nederland. Ze wil-
len dolgraag laten zien dat ze
het zelfkunnen. Ik vind dat niet
erg, gezond zelfs.
De Antillen bestaan eigenlijk uit zes eilanden:
Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint
Eustatius en Saba. Dat noemden ze vroeger
de Nederlandse Antillen. In 1986 is Aruba
een apart land geworden binnen het Konink-
rijk. Toen bestonden de Nederlandse Antillen
dus nog uit vijf eilanden, Aruba ging apart.
Een paar jaar geleden hebben ze aan alle be-
woners van die vijf eilanden gevraagd wat ze
wilden: of ze ook net als Aruba een eigen land
wilden worden, of ze misschien bij Nederland
wilden horen of de boel zo laten zoals die is.
De eilanden Curacao en Sint Maarten hebben
toen gekozen om een apart land te worden
binnen het Koninkrijk. Net als Aruba dus.
De andere drie wilden juist meer bij Neder-
land horen en die zijn samen een soort ge-
meente van Nederland geworden. Voor Cura-
çao betekent dat dat ze veel meer dingen zon-
der hulp van Nederland doen: ze bepalen nu
zelf wat ze doen op het eiland zonder dat Ne-
derland of de andere eilanden het daar mee
eens moeten zijn. Die nieuwe situatie is op 10-
10-10 gestart: 10 oktober 2010. Mijn werk is
eigenlijk om ervoor te zorgen dat die overgang
naar eigen land vlekkeloos verloopt.
Ik was adviseur van de minister-president ,
toen we na moesten denken over hoe we het
nieuwe land zouden gaan inrichten: wat voor
ministeries moeten er komen, wat worden on-
ze doelen. Daarna ben ik voor de huidige mi-
nister president directeur geweest van het
nationaal plan voor de wijkaanpak. Er is veel
armoede in de wijken, de bedoeling is om elk
jaar 15 wijken op te knappen.
Op dit moment zijn alle wetten en regels wel
zo'n beetje uitgewerkt. En we hebben nu ne-
gen nieuwe ministeries die het land op poten
moeten zetten. Iedereen moet alleen wennen
aan de nieuwe manier van werken: we staan
echt op eigen benen, we kunnen niet meer naar
Nederland of de andere eilanden stappen voor
hulp. Dat is voor sommige mensen echt even
wennen. We moeten de eigen broek op houden,
alsof je 'op kamers' gaat. Iedereen werkt
mee, maar de een heeft er natuurlijk meer zin
in dan de ander. Ik kan dat ook wel begrijpen:
als je dertig jaar als ambtenaar hetzelfde
werk gedaan hebt met dezelfde mensen, dan
is het heftig om ineens met andere mensen
heel ander werk te doen. Dat is een kwestie
van trainen en goed begeleiden.
Toen we emigreerden naar Curaçao ben ik re-
gelmatig gaan schrijven voor mijn familie en
vrienden in Nederland. Gewoon, om ze te laten
weten wat we doen en hoe we het eiland erva-
ren. Dat werd opgepikt door een journalist van
de Wereldomroep en uiteindelijk kwam dat bij
hen op de site terecht. Omdat ik erg in poli-
tiek geïnteresseerd ben, heb ik gevraagd of ik
mocht proberen om daar regelmatig een co-
lumn over te schrijven. Dat is nu bijna zes
jaar geleden, en ik doe dat nog steeds met
veel plezier. In het begin ging het vaak over
hoe ik als Nederlander Curaçao bekijk. Inmid-
dels ben ik er al zo lang dat ik dat niet meer
zo interessant vind. Ik schrijf nu veel over de
politiek maar ook andere ontwikkelingen op
het eiland: de economie, cultuur en hoe
onze band met Nederland is.
Jazz en zo.
Daar komt de Timp om de hoek kijken! Ik heb
enorm veel gehad aan Philip Reyns, ik zat in
groep 7 bij hem in de klas. Hij heeft mijn inte-
resse voor muziek aangewakkerd. Hij speelde
vaak muziek af in de klas en vertelde daar dan
over. Ik vond dat enorm interessant. Toen ik
van De Timp af was en naar het Twickel Colle-
ge ging, trof ik daar dezelfde muziek-
vriendelijke sfeer aan. En ook in die tijd bleef
ik Philip opzoeken en leende ik zijn platen. On-
dertussen had ik een vriend op school die alt-
sax speelde, ik ging mee naar concerten en
toen was ik verkocht. Jazz staat voor vrijheid,
er kan zoveel in die muziek, ik verveel me
nooit. Het is echt niet saai om 'alleen maar
naar jazz te luisteren': het heeft te maken
met Blues, Soul, Hip Hop,Klassieke Muziek,
Gospel: wat jij wil. Ik heb nog geen Facebook
concert georganiseerd maar ik ben overal voor
in!
Het leven is goed op het eiland! Maar je moet
ook weer niet denken dat we elke dag op het
strand liggen. Door het mooie weer heb je wel
meer aan je vrije tijd vind ik: je kunt er altijd
op uit, je bent veel buiten. Maar denk niet dat
het altijd relaxt is hier: er wordt hard ge-
werkt. De plaatjes en verhalen uit de vakantie-
folders kloppen niet altijd.
Onze Morris zit nu in groep 3 van het basison-
derwijs, Nigel zit nog op de crèche. Morris
heeft nooit ander onderwijs gekend dus het is
lastig vergelijken met Nederland. Het meeste
onderwijs wordt in het Papiaments gegeven, de
meest gesproken taal hier op het eiland. Papia-
ments heeft veel elementen van Spaans, Portu-
gees, Engels en Nederlands in zich. Er zijn on-
geveer zes scholen die Nederlands als instruc-
tietaal gebruiken. Morris gaat naar zo'n
school. Toch denk ik dat Morris meer Papia-
ments dan Nederlands praat: in de klas gaat
weliswaar alles in het Neder-
lands maar op het schoolplein
vaak in het Papiaments. Vroeger
was dat zelfs verboden! Het zorgt in ieder ge-
val voor dat onze kinderen perfect tweetalig
zijn en dat vind ik heel belangrijk. Ik denk dat
je wel kunt zeggen dat de leraren hier wat
'ouderwetser' zijn dan in Nederland. Ze zijn
strenger. Een reactie van een leerling wordt
niet altijd op prijs gesteld, dan ben je al vrij
snel 'brutaal'. En verder moet iedereen hier
een soort uniform aan, al valt dat in de prak-
tijk wel mee. Ze moeten een polo shirt aan van
de school, een blauwe broek en witte sokken.
Het onderwijs is helaas niet zo goed geregeld
als in Nederland. Van De Timp kan ik me nog de
weeksluitingen herinneren, waar ik fanatiek
aan mee deed. Dat hebben we hier niet, het is
wat dat betreft wat ouderwetser. Er is een
bibliotheek, er worden uitstapjes gemaakt,
maar het grootste deel van de ontplooiing
vindt buiten school plaats: tijdens de naschool-
se opvang en thuis.
Van De Timp zijn me de schoolkampen het
meest bijgebleven, naast de weeksluitingen en
de slotmusical. Ik stroomde halverwege het
schooljaar 80/81 dus het was erg wennen voor
mij. Ik heb toen veel gehad aan Thijs van der
Kaaij, die ik later op Curaçao weer tegen kwam!
Ik kan me nog de gevechten herinneren met
het Eijmink. Misschien stelde het weinig voor,
maar in mijn herinnering waren het soms echte
veldslagen. Ik deed daar nooit aan mee want
daar was ik veel te stil voor. Op een dag had ik
besloten dat ik me moest vermannen en dat
het tijd was om me van mijn meest strijdbare
kant te laten zien. Slecht idee. Ik liep op zo'n
Eijmink jongen af maar het idee om hem te
slaan lag wel heel ver van mij af. Dat deed hij
wel. Een bult op mijn hoofd later besloot ik om
er nooit meer aan mee te doen. En ja, verder
heb ik triomfen gevierd als
Theo, naast Thea tijdens de
weeksluiting. En ik mocht me-
zelf spelen tijdens de slotmusi-
cal! Als laatste wil ik mijn hobby vliegtuigs-
potten noemen: doe ik nog steeds maar is op
De Timp geboren: ik stapte wekelijks op mijn
fietsje richting vliegbasis. Robert Dam z'n
vader werkte daar dus zo kwamen we in de
cockpit van een F-16 terecht, vergeet ik niet
snel! Ik heb goede herinneringen aan de lera-
ren, maar het meest dus aan Philip Reyns, hij
gaf mij de liefde voor muziek mee. Maar ik
heb van elke leraar wel wat meegekregen.
Wim Schuur was ook belangrijk, ik heb hem
ooit verslagen in een wedstrijd snel lezen!
Wat me beviel was de aandacht voor vrije ex-
pressie en de kleinschaligheid. Dat was me op
het lijf geschreven. Ik kan me eigenlijk niets
herinneren dat me niet beviel. De lessen wa-
ren prima, behalve gymnastiek dan: dat vond
ik een drama. We kennen allemaal de kinderen
die als laatste gekozen werden tijdens het
basketbal, handbal etc. Nou, die kozen mij
niet eens, hahaha. Ook fraai waren de activi-
teiten in het Hasseler Hoes, de filmmiddagen.
En daar stond tegenover een schuur waar de
echt stoere leerlingen gingen 'brommers kiek-
n' Ik uiteraard niet.
Het is fijn dat we nu Facebook hebben want
een heleboel klasgenoten 'zie' ik nu nog via
internet. Kim Waage, Mathijs Gaalman, Ma-
thijs Haarink, Carla van der werf, Robert
Dam, Richard van Heuven, Carla van Lonkhui-
zen, Marcel Haarms: ik zie ze allemaal voorbij
komen. Met Carla van der Werf heb ik nog
steeds contact en van de leraren zie ik Philip
Reyns nog steeds regelmatig. Als ik in Neder-
land ben dan probeer ik ze allebei altijd even
op te zoeken.
Samenvattend
Positief vind ik de enorme kansen die het ei-
land me bied: ik had in Nederland nooit zoveel
kunnen doen in zo'n korte tijd. Na drie jaar
werkte ik al voor de Minister-President: pro-
beer dat maar eens in Nederland! De kleine
gemeenschap zorgt ervoor dat je snel bekend
bent en men jou voor alles vraagt. Ik heb de
gekste dingen gedaan. Voor kinderen is Cura-
cao verder ideaal vanwege het weer: ik kan me
geen betere plek voor hen voorstellen.
Negatief is natuurlijk dat je er niet zo mak-
kelijk vanaf komt! In Nederland pak je de au-
to, vliegtuig of trein en je bent ergens an-
ders, hier moet alles met het vliegtuig en dat
is prijzig. Als je heel lang op zo'n eiland bent
dan kun je gaan denken dat de wereld om Cu-
raçao draait in plaats van andersom. Sommige
mensen denken dat, en die laten echt van dat
gedrag zien uit een dorp: veel roddelen over
elkaar. Daar heb ik een grote hekel
aan.Nederland .Ik mis vooral mensen, zoals
mijn familie en vrienden. Ik ben ook wel meer
Twente gaan waarderen sinds ik hier ben. Ik
kom daar graag.
En rondlopen in een grote stad waar je alles
hebt is natuurlijk heel fijn. Aan de andere
kant: er wordt hier ook van alles georgani-
seerd. Binnenkort hebben we weer North Sea
Jazz Festival bijvoorbeeld. En als ik echt
heimwee krijg dan liggen Albert Heijn, de DA
drogist en de Bruna om de hoek, die hebben
we hier allemaal. Ik heb nog nooit een plek ge-
had waarvan ik dacht:"hier wil ik de rest van
mijn leven blijven". Ik ben 38!! Zeg nooit
nooit, maar we hebben geen plannen om te
verhuizen, voorlopig is Curaçao de plek waar
we ons thuis voelen. Of het over tien jaar nog
zo is: ik heb geen glazen bol..
”Jeroen Jansen, bedankt voor jouw verhaal.
Het ga jou en je familie goed. Jouw ver-
haal laat andermaal zien dat de Timp (-ers)
overal op de wereld te vinden zijn en geluk-
kig heel vaak met een goed leven.
Krijten over China.
Groep 3 China
Wij kregen een gastles
over China van meneer
Hu.
Hij vertelde aan de hand van een digi-
bordpresentatie veel over China.
Even wat feitjes.
Papier is uitgevonden in China.
De kleur rood is een gelukskleur.
Het vuur van de draak is ook rood
en de draak is een geluksbrenger.
De Chinese muur is wel 4500 kilo-
meter lang. Het bouwen van de
muur was bedoeld om indringers
en vijanden af te schrikken/en bui-
ten te houden
Keizer Shen Nung van China ont-
dekte in 2737 voor Chr. per onge-
luk thee doordat tijdens het water
koken er per ongeluk theeblaadjes
in het water vielen. Dit rook erg
lekker en zo is theedrinken ontdekt.
‘Mandarijn’ is de basistaal.
Het Chinese Nieuwjaar begint al-
tijd op de dag van de 2e nieuwe
maan, na de kortste dag van de
winter.
China groep 3
De kinderen
hebben veel
geknutseld
over China.
Komt u ook
kijken naar
hun werkjes
tijdens de
presentatie?
Wij willen
meneer Hu
hartelijk dan-
ken voor zijn
medewer-
king.
Anansi - De slimste Een anansi-verhaal over hoe de slimheid in de wereld kwam
Meester Superspin Anansi zat te piekeren: Stel je voor dat er iemand bestaat die slimmer is dan ik... Dat kon hij niet hebben, dus besloot hij de wereld in te trekken en alle Slimheid op te kopen. Inderdaad ontmoette hij hier en daar iemand die een heel speciale slimheid bezat, maar niemand lukte het om van Anansi's slimmigheid te winnen. Anansi troggelde alle Slimheid en Slimmigheid-jes van iedereen af en borg ze op in zijn kalebas-mandje. Toen hij thuiskwam, begon hij weer te piekeren: Waar moet ik alles verstoppen? "Boven in de ka-toenboom kankantri," bedacht hij. Hij hing de kalebas aan een draadje om zijn nek en begon te klimmen. Maar de kalebas danste op zijn buik en zat hem dusdanig in de weg dat hij maar niet ho-gerop kwam. Steeds als hij halverwege de stam van de boom was, gleed hij weer terug. En terwijl hij zo aan het modderen was, hoorde hij opeens de stem van zijn zoontje van zeven jaar: "Pa, waarom heb je die kalebas op je buik gehangen? Waarom doe je hem niet op je rug, als een rug-zak, dan klim je in een wip naar boven!" Anansi schrok geweldig. "Verdraaid nog aan toe, hoe komt die jongen erop? De hele wereld heb ik afgereisd en mijn eigen vlees en bloed blijkt slimmer dan ik!" Woedend gooide Anansi de kalebas op de grond. Die brak in vele stukken en alle Slimheid en Slimmigheidjes vlogen weg, de wereld in. Maar vergis je niet... een groot aantal is bij Anansi ge-bleven en slimheid is erfelijk, zoals iedereen weet.
* * * EINDE * * * Toelichting: Anansi de spin is diep geworteld in de Afrikaanse verteltraditie; hij heeft zijn web ge-sponnen over de Atlantische oceaan en is bekend bij de Afro-Amerikaanse bevolking. Dit verhaal gaat speciaal over de slimheid van Anansi, die bekend staat als een koniman ('koni' betekent in het Sranantonge zoiets als slimheid, slimmigheid onder de mensen werd verspreid, namelijk toen Anansi zijn kalebas kapot had).
Joppe
Maxime
Mart
Auke
Myrthe
Noah J
Pim
Yasmine
Россия Rusland ligt gedeeltelijk in Europa
en gedeeltelijk in Azië.
Het land ligt eigenlijk gewoon in
Europa omdat de belangrijkste de-
len ervan in het Europese deel lig-
gen.
Ruim 70% van de mensen woont in
het Europese deel.
Rusland is het grootste land ter we-
reld met de oppervlakte van
17.098.242 km2.
Rusland heeft een grote bevol-
king ,maar een lage bevolkings-
dichtheid.
Een lage bevolkingsdichtheid is dat er weinig mensen wonen op 1 km2.
Van Флер (Fleur)
матрешки
Overal in Rusland zie je deze matroesjka’s. Het zijn holle poppetjes, waarin steeds weer een kleiner poppetje verstopt zit.
In Rusland gebruiken ze andere letters: Cyrillische letters.
алфавит
танцевать
De kozakkendans is een Russische volksdans. De mannen springen op hun hurken en zwaaien hun benen op. Doe het maar eens na!
ясмин (Yasmin)
балалайка
De balalaika is een ty-pisch Russisch instru-ment. Hij lijkt op een gi-taar, maar is driehoekig van vorm.
Россия Rusland heeft een oppervlakte van meer dan 17 miljoen km2. Daarmee is het het grootste land van de wereld. Het ligt gedeeltelijk in Europa en gedeeltelijk in Azië. Russisch is de officiële taal. Het land heeft ongeveer 147 miljoen inwoners. En 47 provincies. Moskou is de hoofdstad. Ze betalen er met roebels. In Rusland heb je veel bergen, toendra s en veel platteland. Rusland heeft een grote bevolking. En een landklimaat. De vlag is van boven tot beneden wit, blauw, rood.
Van Робин (Robin)
Волга
синий
белила
красный
Лукас (Lucas)
русский медведь
In Rusland kun je nog echte wilde be-ren tegenkomen. Bruine beren, maar ook ijsberen. De beer is ook een sym-bool van Rusland.
En: hij kan dansen!
Maar als we zeggen: de Russi-sche beer komt eraan, dan hoef je niet hard weg te lopen. Want dan bedoelen we dat het heel koud gaat worden.
Waarom de katten op muizen jagen
Een korte Vlaamse fabel
over een hebberige kat
Op een dag besloten de kat en de muis te gaan samen-wonen. Ze zochten een huisje, kochten meubels en trokken er in. In die tijd waren de dieren nogal vooruit-ziend. Ook de kat en de muis spaarden wat ze sparen konden, met het oog op de komende winter. Na een paar weken hadden ze al een pot vet achter de hand.
Waar zouden ze die opbergen? De muis stelde voor de pot vet in de kerk te verstoppen. Dat gebeurde.
Een poosje daarna zei de kat bij het opstaan dat hij naar de stad moest om zijn zuster op te zoeken die een kindje had gekregen. Toen hij 's avonds terugkwam, stond de muis in de deur en zei: "Dag vriend, alles goed met moeder en kind?" - "Het kon niet beter." - "En hoe heet het kleintje?" - "Pas-begonnen," antwoordde de kat. "Wat een vreemde naam, die heb ik nog nooit gehoord." - "Maar onder het kattenvolk is die naam toch in gebruik," besloot de kat.
Een paar weken later moest de kat opnieuw naar de stad. Nu had een van zijn an-dere zusters een kleintje gebaard. Tegen de avond was de kat weer terug en op de vraag van de muis antwoordde hij dat de kleine 'Half-op' heette. "Wat een leu-ke namen," mompelde de muis, zonder er verder over na te denken.
Dagen gingen voorbij, tot de kat opnieuw een dag naar de stad moest. Weer was een van zijn zusters bevallen. De muis lag al in bed toen de kat thuiskwam en ver-telde dat het kind 'Heel-op' heette. De muis knikte bij het horen van die naam, maar zweeg. Ze was gewend geraakt aan vreemde namen.
In de maanden die volgden, hoefde de kat niet meer naar de stad. Er waren ook geen blijde gebeurtenissen meer in zijn familie. De winter kwam. Er viel een dik pak sneeuw en het vroor dat het kraakte. Eten werd met de dag schaarser en de nood kwam aan de man. Omdat de kat erover bleef zwijgen, bracht de muis het gesprek op de pot vet die zij hadden gespaard. "Wat vind je, zullen we onze spaarpot aanspreken?" - "Spaarpot?" herhaalde de kat kortaf. "Je weet wel, de
pot vet die we in de kerk hebben verstopt." - "O ja," antwoordde de kat on-verschillig. "Kom op, we gaan hem halen."
De muis stond raar te kijken toen ze de pot leeg vond. Nu begreep ze ook de namen van de kindertjes waarvoor de kat steeds naar de stad moest: Pas-begonnen, Half-op en Heel-op. De muis werd kwaad en verweet de kat zijn hebberigheid en diefachtigheid. Want de pot vet was voor de helft toch ook van haar! De kat liet zich niet de les lezen. Hij ontstak in drift, greep de muis en beet het arme beest de kop af. Om die wrede dood uit te wissen, at hij de muis met huid en haar op. Het muizevlees smaakte hem zo goed dat hij sinds-dien op de muizenjacht ging. En dat doen de katten tot op de dag van van-daag.
*
een gedicht op de achterkant …….
Alle talen alle volken
Zoveel monden Zoveel tongen
geen is er normaal
Maar uit het hart... Spreken we allemaal
eenzelfde taal.
Stan Rams