“Ik ben creatiever gaan les geven door deze beroepstaak”

“Ik ben out of the box gaan denken tijdens het voorbereiden van mijn lessen “

“Ik zag dat de leerlingen een andere reactie gaven op mijn creatieve lessen “

“creativity is intelligence having fun”

Albert Einstein

owVoorwoord

”‟

…one of the roles of education is to awaken and develop [the] powers of creativity. Instead, what we have is a culture of standardization.

- Sir Ken Robinson

VoorwoordBovenstaande quote van Sir Ken Robinson is een confronterend maar vaststaand feit. De behoefte aan creativiteit neemt echter toe. Kennis is nauwelijks een onderscheidend vermogen. Het succesvol toepassen van deze kennis is belangrijk.Bovendien weten we vandaag de dag niet hoe de wereld van morgen eruit zal zien. Om kinderen voor te bereiden op een mogelijk niet bestaande loopbaan, zullen we ze moeten leren om te gaan met de veranderende wereld het hier adequaat op reageren. Een creatieve geest kan ze hierbij helpen.In deze beroepstaak zijn we op zoek gegaan hoe we creatief kunnen onderwijzen en hoe creativiteit onderwezen wordt. De CreaLea, de methode voor de Creatieve Leerkracht, is een verzameling van onze ervaringen, bevindingen en observaties en daarmee hopen we inspiratie te kunnen bieden aan (toekomstige) leerkrachten hoe ze creativiteit bij kinderen kunnen stimuleren.

Man-Lock Cheung, Larissa op `t Hoog, Rebecca de Jong, Kevin van den Heuvel, Sjoerd Iriks,

Stephanie GovaertLeerteam 1 V1F

Inhoudsopgave Wordle Posters Wat is een creatieve leerkracht? Een creatieve leerling Les 5 stappenplan Horoscoop Saaie les Creatieve les Creatieve kinderen Creatiewijzers + uitleg Column Zelfportretten Woordzoeker Creatieve stage ervaringen Making-of

Poster Larissa

Poster KevinVoor deze opdracht, waarbij we onze creatieve inspirator moesten gebruiken, heb ik Dirk Kuyt gekozen. Dirk Kuyt is net als ik een voetballer en ik zie veel gelijkenissen met hem als persoon.

Zo staat Dirk Kuyt bekend om zijn harde werklust. Dit herken ik bij mijzelf ook heel goed. Ik zal niet snel opgeven en altijd een oplossing ergens voor gaan zoeken. Voor het ontwerpen van creatieve lessen heb je dit ook nodig.

Verder vind ik dat Dirk Kuyt altijd gewoon is gebleven ondanks zijn status die hij heeft bereikt. Zelf zal ik ook nooit naast mijn schoenen gaan lopen hoe goed iets ook gaat.

Tot slot vind ik Dirk Kuyt een net en aardig persoon. Hij is een echte teamspeler en helpt

anderen zo veel mogelijk. In groepsverband werken vind ik zelf ook heel fijn. Daarbij vind ik het belangrijk dat iedereen zijn eigen mening deelt. Ben ik het hiermee niet eens dan zal ik dat laten merken maar altijd op een aardige en nette manier.

Al deze punten zijn ook te gebruiken voor het ontwerpen van creatieve lessen. Het zal niet altijd even makkelijk zijn, maar door hard te werken is een oplossing altijd te vinden. Verder kan je altijd mensen om hulp vragen zo lang je maar netjes en aardig met ze omgaat.Een creatieve les kan heel goed gaan, maar ook helemaal verkeerd uitpakken. Dit is dan niet erg, want we geven nooit op en proberen het de volgende keer gewoon weer!

Voor mijn creatieve poster heb ik gekozen voor Dafne Schippers. Zij inspireert mij en is mijn grote voorbeeld voor de atletiek. Net zoals Dafne ga ik altijd door en geef ik nooit op.

Dafne inspireert mij doordat zij goed nadenkt over wat ze wil en als iets niet lukt dat gaat zij een creatieve manier verzinnen hoe het wel zou moeten lukken.Als mij iets niet lukt dan ga ik net zoals Dafne op zoek naar een andere manier zodat ik het wel kan.Als je creatief wil zijn moet je de standaard manieren los durven laten en moet je nieuwe onverwachte dingen overwinnen. Als je dit durft te doen dan kom je een heel stuk verder en kun je de kinderen motiveren door middel van creatieve lessen.Ook hierbij telt het motto van Dafne, want opgeven is geen optie als je creatieve lessen wil verzinnen. Dan moet je je grenzen voorbij durven gaan om de kinderen te motiveren en dat is juist wat ik wil doen tijdens mijn lessen.

Poster Man-lockWe moesten voor een opdracht onze meest creatieve persoon kiezen. Ik heb hierbij Jezus Christus gekozen. Jezus Christus is één van de belangrijkste personen uit de Christendom. Verder ben ik zelf een Christen, mede daarom heb ik hem gekozen.

Jezus Christus is een persoon die bekend staat om zijn daden die beschreven in de Bijbel. Als je zijn daden vanuit een menselijk perspectief bekijkt, weet je dat het onmogelijk is. Omdat

Jezus niet alleen mens is, maar God is, weet je dat het wel mogelijk is wat Hij heeft gedaan.

Hij sprak de mensen altijd aan met zijn verhalen, er kwamen altijd heel veel mensen die naar Hem wilden luisteren. De mensen vonden het altijd boeiend wat Hij te vertellen had. Hij wist wat de belevingswereld van de mensen waren. Hierdoor vonden de mensen Zijn verhalen altijd boeiend. Dat is wel iets wat ik graag wil leren voor mijn creatieve lessen. Als ik altijd weet wat er speelt in het leven van de leerlingen, kan ik het gebruiken voor mijn lessen. Hierdoor zal mijn lessen altijd interessant zijn voor de leerlingen en ze vinden het leuk om het te volgen.

Als laatst is Jezus een persoon die altijd rustig en kalm blijft onder elke omstandigheden. Hij kan altijd de situaties naar Zijn hand maken, hierdoor kan hij alles overzien. Natuurlijk moet je als leerkracht zijnde altijd kalm en rustig zijn, helemaal met je creatieve lessen. Omdat de leerlingen over het algemeen drukker zijn, moet je wel rustig en kalm zijn. Hierdoor kan je les nog altijd goedkomen.

Wil ik creatieve lessen geven? Dan moet ik heel goed weten wat de belevingswereld is van de kinderen. Mijn lessen kan ik hierop aanpassen en worden ze interessanter voor de kinderen.

Creatieve poster

Geschreven door Rebecca

Hoe kan ik mezelf creatief uitbeelden op mijn eigen manier? Dat was de

vraag die mij bezig hield tijdens deze opdracht. Tekenen is nooit mijn

sterkste punt geweest, dus ik wist al dat hem dat niet ging worden. Mijn

zusje kan wel heel goed tekenen dus die wilde ik wel laten zien tijdens

mijn poster. Mijn zusje was dan ook gelijk mijn creatieve held voor deze

poster.

Mijn vader is heel goed in het spelen met woorden. Die wilde ik dus ook in mijn poster verwerken. Daarom staat

er ook veel tekst in mijn poster. Ik heb het op een creatieve manier

verwerkt door alles in denk wolken te zetten. De woorden die ik heb

opgeschreven zetten mij ook aan het

denken. De ogen die ik heb verwerkt , heeft mijn zusje getekend.

Een oog zegt veel meer dan duizenden woorden. Ogen hebben

nooit een masker op. Ogen spreken altijd de waarheid!

Poster Sjoerd

Zoals je kan zien gaat deze poster over Tim McIlrath. Hij is de zanger van Rise Against. Een rockband die nummer schrijft over al het onrecht en verdorvenheid op de wereld. De teksten bevatten vaak diepere boodschappen waardoor je kritisch gaat kijken naar de samenleving van nu. Het vaak ook teksten waarin iedereen als gelijke genoemd word en alles en iedereen rechten heeft om te kunnen ontpoppen tot iets moois. Dit spreekt mij enorm aan. Ik hoef hun muziek maar aan te zetten om tot rust te komen en inspiratie op te doen om activiteiten te gaan plannen. Voor mij is hun muziek dus een gemakkelijke

uitlaatklep en tegelijkertijd een enorme bron aan positieve energie om wat van mezelf te maken. Hun visie dat iedereen gelijk is leeft ook in mij voort en ik wil dit ook gaan realiseren als ik docent ben. Wil de kinderen enige lessen meegeven over de respect en gelijkheid die ze elkaar moeten geven en verdienen.

Daarnaast geven ze als boodschap/motto af dat opgeven geen optie is. Je moet altijd de strijd aangaan om iets te kunnen overwinnen. Voor mij betekent dit motto dat ik altijd door zal zetten. Ook al loopt het niet helemaal zoals het zou moeten. Dan moet je dus een nieuwe oplossing vinden. Die

vindingrijkheid is daarom ook heel belangrijk bij een creatieve docent. Met deze vindingrijkheid zal het gemakkelijker zijn methode lessen om te zetten in creatieve lessen.

Poster StephanieAls start van de beroepstaak heeft ieder een poster gemaakt over jouw voorbeeld van creativiteit, iemand die je inspireert. Deze opdracht kun je niet uitvoeren zonder je af te vragen wat creativiteit voor je betekent, een goede manier dus om eens bij het begrip stil te staan.

Stephanie: Ik wist meteen over wie mijn poster moest gaan: mijn opa. Hij heeft me altijd weten te verwonderen, motiveren en inspireren. Mijn opa is in zijn jonge jaren met zijn ouders, broers en zussen verhuisd naar Brabant. Samen met zijn vader en broers heeft hij het bedrijf Siemerink opgericht, een bedrijf gericht op het vervaardigen van constructiewerk. Inmiddels is het uitgegroeid tot een indrukwekkende onderneming. Opa heeft veel voor het bedrijf betekent en zijn handigheid en inventiviteit zijn hier goed van pas gekomen. Maar ook in zijn vrije tijd zet hij zijn creativiteit graag in. Hij heeft in de loop der jaren een grote hoeveelheid aan schilderijen gemaakt, beelden van zowel klei als metaal en metalen gebruiksvoorwerpen. Hij heeft zelfs een vogelkooi van satéprikkers ontworpen. Toen ik deze voor het eerst zag, viel mijn mond toch even open van verbazing.Naast het runnen van een bedrijf en gezin heeft hij zich volop ingezet voor zijn medemens. Hij is lid van de rotary, heeft veel betekent voor de godshuizen in Geertruidenberg en omgeving en heeft er reeds 40 jaar opzitten als bas in een kerkkoor. Deze verdiensten zijn niet onopgemerkt gebleven. Vorig jaar is hij benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Met het ouder worden is zijn mobiliteit helaas flink achteruit gegaan. Gelukkig

laat ook dan zijn creativiteit hem niet in de steek. Hij heeft zelf een loopfiets in elkaar gezet en er een motortje opgezet. Overal spreken mensen hem aan om te vragen hoe hij aan de fiets komt. Dan kan ik trots zeggen dat hij hem zelf heeft gemaakt.

Activiteit 2: Wat is een creatieve leerkracht?

De definitie van het begrip creativiteit is niet eenduidig, en de omschrijvingen zijn heel divers. De auteurs van het boek `Hoe bedenk je het ?!’ noemen er een aantal. Beschikken over het talent om nieuwe dingen te verzinnen of de mogelijkheid tot probleemoplossend vermogen zijn er twee. Ze doen een goede poging om een `profielschets’ te maken van creatieve mensen: ze onderzoeken, ze vinden uit, ze verplaatsen zich in een ander, ze kunnen van standpunt veranderen, ze leven zich in. Belangrijk is dat ze bereid zijn fouten te maken en daarvan te leren en open staan voor nieuwe ideeën. Het zou dus ook omschreven kunnen worden als een houding is de conclusie. Dat hiermee een goed beeld is verkregen van het begrip blijkt uit de definitie van Lydia de Jongh die hierop aansluit: het tot stand brengen van originele ideeën die van waarde zijn door middel van het doorbreken van bestaande patronen. Creativiteit kan de meest bijzondere dingen opleveren. Maatschappelijk belangrijk zijn die

ideeën die behalve origineel ook waardevol zijn voor de omgeving. Dit type creativiteit, ook wel creativiteit type 2 genoemd, wordt wenselijk geacht binnen het onderwijs. Zonder eerst een heleboel creativiteit type 1 te hebben ervaren is het niet mogelijk type 2-creativiteit te krijgen. Vertaald naar de creatieve leraar betekent dit een leraar die niet louter volgens de methode lesgeeft. Door een diepere inhoud te geven aan de lesstof leren de kinderen deze te verbinden met kennis uit andere vakgebieden. De docent is onderzoekend (o.a. vragen stellen over de stof), biedt vele werkvormen aan, maakt de lesstof levendig en koppelt deze aan andere vakgebieden, is innovatief en denkt kritisch na. Ten slotte is het belangrijk dat de leraar op zijn beurt de creativiteit van de leerlingen bevordert. Creativiteit is immers een waardevolle capaciteit om ons te kunnen blijven aanpassen in een steeds veranderende maatschappij en het helpt ons te ontwikkelen voorbij de grenzen van kennis alleen. De leraar kan als creatieve leerkracht een rolmodel voor de leerlingen zijn.

Observatie creatief proces van een kindIn de tweede ronde van de beroepstaak zijn we gaan kijken naar de kinderen. Om kinderen te bereiken met je eigen creativiteit en hun creativiteit te bevorderen is het van belang zicht te hebben op het creatief proces van kinderen. Daartoe ben ik mijn stageklas op dit gebied gaan observeren gedurende de zevende stageweek. Helaas heb ik moeten concluderen dat de kinderen nauwelijks worden uitgedaagd om zelf creatief en onderzoekend te zijn. Opdrachten zijn dusdanig sturend dat kinderen geen ruimte krijgen voor het ontdekken. Slechts bij het de handvaardigheidslessen kunnen ze middels een beperkte keuzevrijheid een eigen betekenis geven aan het werk. Ik betreurde echter de begeleiding tijdens de les. De handvaardigheidsdocent is voornamelijk bezig met gezellige gesprekjes voeren over koetjes en kalfjes en lolletjes maken met de kinderen. Velen van hen zijn dan ook niet serieus bezig. Kinderen die om hulp vragen worden niet geholpen in hun experiment zelf vorm te geven aan hun betekenis maar het werk wordt van ze overgenomen en voor ze ingevuld. Tijdens een tekenles, waarvan de opdracht luidde een portret te tekenen van een klasgenoot met houtskool, heb ik geprobeerd het creatieve proces van een meisje in beeld

te brengen met behulp van de creatiewijzer. Ik heb bewust gekozen voor dat meisje omdat ze serieus bezig was, maar duidelijk zoekende was in haar proces. De creatiewijzer ziet er als volgt uit:

Het proces startte met de opdracht van het portret (kaderen). Vervolgens zag ik haar lange tijd om zich heen kijken naar de wijze waarop andere kinderen aan de slag waren gegaan. Het duurde een poos voor ze zelf de eerste lijnen op papier ging zetten. Dit interpreteerde ik als verbeelden en divergeren. Vervolgens zette ze voorzichtig het houtskool op het papier en tekende de omtrek van het gezicht. Tijdens het tekenen pakte ze het stukje kool anders in de hand en veranderde ze de wijze van het tekenen. Daarop kwamen de haren op het vel. Op een klein stukje bekeek ze het effect van de eerste haren die ze had getekend (experimenteren). Nu leek ze zekerder te worden. Ze tekende met een hoger tempo en met dikkere lijnen; voor mij een aanwijzing dat ze een keuze had gemaakt voor zichzelf hoe het eruit moest gaan zien (convergeren). Het portret begon steeds meer te lijken op een gezicht (vormgeven). Ze toonde het aan haar klasgenoot (presenteren). Ook keek ze weer naar portretten van andere kinderen (waarnemen), waarna ze verder aan de slag ging (vormgeven) tot aan het einde van de les. Conclusies trekken over het creatieve proces van een ander vond ik lastig, zeker over stappen die niet direct zichtbaar zijn zoals waarnemen. Toch geeft het denk ik een goed beeld de wijze waarop het meisje aan de slag is gegaan. Wat me daarbij opvalt, is het vele waarnemen. Ze leek erg onzeker over haar kunnen. Zou je haar wat meer vertrouwen geven dan kan ze zich mogelijk meer overgeven aan haar eigen creativiteit, waarop deze zich ook weer ontwikkelt.

Experimenteren met het onderwijzen van creativiteit

Geleide

fantasie

In het derde blok van deze beroepstaak hebben we de verzamelde inzichten uit de voorgaande twee rondes ingezet in de stage. We zijn aan de slag gegaan met het stimuleren van het creatief proces en creatief denken bij kinderen, oftewel het onderwijzen van creativiteit. De Bode en Nijman (2014) beschrijven een breed scala aan werkvormen en lessuggesties voor het ontwikkelen van het oplossingsgericht vermogen via een creatief klassenklimaat die zeer geschikt zijn om in te zetten in het primair onderwijs. In de laatste stageweek heb ik er drie gekozen om met de kinderen uit te voeren, een spannende activiteit omdat je de controle gedeeltelijk moet loslaten.

Als eerste heb ik de kinderen laten kennismaken met de geleide fantasie, `een effectieve manier om te ervaren wat `verbeelden en fantaseren’ is en daarover te praten’ (p75-76). `Geleide fantasie … is het doelbewust opwekken van gefantaseerde beelden, gevoelens, geluiden, geuren en andere associaties door middel van summiere suggesties’ (p197). Ik heb de kinderen gevraagd rustig te gaan zitten en te ontspannen. De kinderen leken het onwennig te vinden: waarom moeten we ons uitrekken en ontspannen? Vervolgens heb ik een eigen verhaal voorgelezen waarin de kinderen een reis gingen ondernemen en in een bos terechtkwamen. Ik had diverse momenten ingebouwd met instructies om waar te nemen, zowel door te kijken als te luisteren, te voelen en te ruiken. Het verhaal was niet volledig. De kinderen konden eigen invullingen geven zoals wat er op hun hoofd zat, wat ze meenamen en hoe hun slaapkamer eruit zag.Tijdens het verhaal vertellen hoorde ik enige onrust door schuiven op de stoel of gefriemel. Daarom was het een grote verrassing om de ervaringen van de kinderen te horen. Geheel tegen mijn verwachting in hoorde ik hoezeer hun fantasie ze mee had genomen op reis met het verhaal. De kinderen vertelden enthousiast over wat ze zagen en hadden gevoeld. Zelfs de jongen die nooit in is voor zulke `rare’ lessen reageerde positief. Het was dus een leuke ervaring, die ik zeker nog eens wil uitvoeren.

Tekenaar en opdrachtgeverIn de tweede werkvorm, de tekenaar en de opdrachtgever (p84), werden de kinderen uitgedaagd te verwoorden wat ze zagen een uit te voeren wat ze hoorden. De werkvorm heb ik ingezet als een energizer gedurende een rekenles. Ik heb een opdrachtgever en een tekenaar gekozen. De opdrachtgever heb ik laten kiezen uit de vier ondestaande plaatjes. Deze moest op zijn beurt het voorwerp op een abstracte manier beschrijven. De tekenaar tekende wat de

opdrachtgever zei en mocht geen vragen stellen. Ik stond versteld van het resultaat. De opdrachtgever kon goed verwoorden wat hij zag, maar toch blijft het een lastige klus voor de tekenaar om van deze woorden een beeld te maken. Hoe deze dat voor elkaar kreeg was prachtig. De kinderen die het geheel aanschouwden waren enthousiast, moedigden de uitvoerders aan en lieten verwonderende kreten horen.

`Waar ben ik?’Tijdens een aardrijkskundeles heb ik een moment ingebouwd voor de laatste werkvorm: vakspecifiek oefenen (p105-106). Het doel van deze werkvorm was oefenen met gericht vragen stellen, via vragen voortbouwen op al verkregen antwoorden en vertrouwd raken met vaktechnisch vocabulaire. Ik heb gekozen voor de suggestie `Waar ben ik?’ Dit is een spel om kaartlezen en topografische uitdrukkingen te oefenen. Aangezien we bezig waren met aardolie en het midden-oosten heb ik ze deze kaart laten gebruiken. In gedachten koos ik een plek op die kaart, mijn `verstopplaats’. De klas moest er in 12 vragen proberen achter te komen waar ik me bevond. Daarbij moedigde ik ze aan om geografische termen als ten noorden van, vak C3 enz. te gebruiken. Ook dit was weer een geslaagde energizer. Zodra de kinderen het woord spel horen vallen, zijn ze razend enthousiast. Maar dit enthousiasme gaat niet ten kosten van de concentratie. Integendeel, het vergroot hun wil om te winnen. Leuk was om te zien dat ze goed met elkaar probeerden samen te werken. We hebben het tweemaal gedaan, waarvan ze de een keer hebben gewonnen. Ze maakten op de juiste manier gebruik van de termen. Moeilijker vonden ze het om de

voort te bouwen op eerder gekregen antwoorden.Aanvankelijk was ik vrij sceptisch over deze werkvormen, maar nu ik heb gezien hoeveel creativiteit er in de kinderen zit, ben ik me er meer bewust van geworden hoeveel ze hiervan op weg naar de volwassenheid verliezen. Daardoor ben ik het belang van creativiteitbevordering of ten minste instandhouding beter gaan inzien. Nu vormden het enkele losse lesjes, maar door regelmatig zulke oefeningen te doen en ze aan te laten sluiten op de reeds verworven vaardigheden dan kan dit het begin zijn van een hele reeks lessen op het gebied van creativiteit.

Natuuronderwijs volgens het 5-StappenplanDe grootste challenge deze laatste stageweek was een les die helemaal in het teken stond van het creatief proces van de kinderen en waarin een van de lessen uit de beroepstaak aan bod kwam. Daartoe heb ik les natuuronderwijs ontworpen volgens het 5-stappenplan van De Vaan & Marell (2012, pp 113-118). Het 5-stappenplan is een grondpatroon voor een les waarin kinderen worden uitgedaagd tot zelf waarnemen, ordenen, voorspellen en controleren, dus tot zelf onderzoeken. Een structuur die dus bij uitstek geschikt is om creativiteit te onderwijzen. Daarbij gaat het om de volgende stappen:1. Er komt iets binnen

(introductie/confrontatie).2. Vrije exploratie of aanrommelen

(spontane verkenning).3. Vraag het de … zelf maar (onderzoek en

vastleggen van resultaten).4. Vertel het elkaar

(rapportage/communicatie over resultaten).

5. Toepassing en/of de juf/meester vertelt nog wat (verbreding of verdieping).

Aan de hand van dit stappenplan heb ik een les voorbereid over lenzen zonder gebruik te maken van een methode. Voor de derde stap had ik een practicum in elkaar gezet bestaande uit 5 proefjes met vragen. De

grootste moeilijkheid die ik heb ervaren was het juist formuleren van de vragen. Deze moesten de kinderen niet te veel sturen naar het antwoord, om ze zelf de ruimte te geven te kunnen onderzoeken maar ook passen bij hun niveau en dus haalbaar zijn. Tijdens het practicum hadden de kinderen veel hulp nodig bij het vinden van juiste conclusies, wat kwam doordat ik het beginniveau van de kinderen te hoog had ingeschat. Toch zijn een aantal leerlingen een heel eind gekomen. Bovendien is nagenoeg iedereen op zijn eigen niveau met de lenzen op onderzoek uitgegaan:

De kinderen vonden het een leerzaam practicum en hebben aangegeven het fijn te

Met lens

Zonder lens

Dus zo werkt een fototoestel!? Nu snap ik hoe je daarmee een beeld kunt maken!

vinden om met materialen te werken. Wel vonden ze de vragen erg moeilijk. In het vervolg moet ik dus een betere balans zoeken in de vraagstelling tussen sturen en zelf onderzoeken, maar ik ga het zeker vaker doen! Als we kinderen in een vroeg stadium stimuleren om probleemoplossend te

denken, wordt het een gewoonte die ze zullen blijven aanwenden in hun voortgezette loopbaan. De recente en te verwachten ontwikkelingen in de maatschappij zullen een groot beroep doen op deze vaardigheid als onderdeel van de 21st century skills.

Probeer deze week de methode los te laten en meer creatief te onderwijzen. Je zult zien dat dit een heel ander effect heeft op de kinderen in de klas.

Vandaag zijn er wat problemen met je 21st Century skills. Pak terug op je oude manier en dit zal je veel goeds doen.

Laat je fantasie deze week eens de vrije loop en je zult erachter komen dat ook jij in staat bent om creatieve lessen aan de klas te geven.

Maak komende week in je lessen gebruik van de creativiteits- bevorderende factoren en je haalt de creativiteit bij de kinderen naar boven.

Maak ook eens gebruik van creativiteitstype 2 en durf je speelse creativiteit even los te laten.

Samenwerkend met je collega’s ga jij deze week heel ver komen. Jullie komen samen op super leuke ideeën en gaan deze uitvoeren in de klassen.

Probeer deze week eens te experimenteren met de verschillende werkvormen die je

kunt gebruiken tijdens je lessen.Jij bent deze week erg nieuwsgierig naar wat je andere collega’s gaan doen en gaat op onderzoek uit voor eigen inspiratie.

Vandaag loopt je les anders dan verwacht, je hebt hem daardoor aan moeten passen aan de omgevings- factoren.

Laat de kinderen deze week tijdens een creatieve les eerst divergeren en laat ze daarna uit deze velen ideeën convergeren zodat ze één keuze hebben.

Ga morgen eens aan de slag met de creatiewijzer. Laat de kinderen tijdens een les vormgeven en laat

ze het eindproduct daarna aan elkaar presenteren.Probeer deze week gebruik te maken van ‘Problem solving’ en benader de negatief aanwezige kinderen

Horoscoop

eens op een positieve manier.

De saaie lesDe saaie les was een spellingsles en het doel was voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te gebruiken. Ik heb deze les gegeven zoals het in de methode stond.

Naam student: Man-Lock Cheung Opleidingsschool: De Boomgaard

Klas: 29V1F1 Mentor: Sandy Mangnus & Hilde van Kempen

Schoolvak / thema /activiteit: Spelling categorie 56 les 5

Groep / klas: 7A

Datum: 24 – 03 – 2015 Aantal leerlingen: 25

Eigen leervraag: - Formuleer een doel voor jezelf waar je in deze les aan wil werken (zie je persoonlijk

activiteiten plan).- Geef aan bij welke bekwaamheid dit leerdoel aansluit.

Ik wil beter gaan articuleren en dit valt onder bekwaamheid vakdidactisch

Aspecten van onderwijs. De volgende onderdelen worden bij elke voorbereiding beschreven:

1. De leerdoelen voor de leerlingen: beschrijf wat de leerlingen kennen en/of kunnen aan het einde van de les.

De leerlingen kunnen aan het einde van de les de werkwoorden goed opschrijven in de juiste vorm en tijd.

2. De beginsituatie van de leerlingen: beschrijf wat de leerlingen al weten en kunnen met betrekking tot het onderwerp van de les.

De leerlingen kennen de regels van de werkwoordspelling. Verder hebben sommige leerlingen nog moeite met de voltooid deelwoord die als een bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt.

3. De leerstof: beschrijf de inhoud van de onderwijsactiviteit.

De inhoud is les 5 van categorie 56 maken.inleiding: een korte herhaling over de werkwoordspellingKern: de les 5 maken.

Slot: evalueren van de les.

4. Evaluatie: - Beschrijf hoe je nagaat of de leerlingen de leerdoelen hebben gehaald.- Welke criteria en/of normering hanteer je?

Aan het eind van de les ga ik vragen wat we met z’n allen hebben gedaan en vraag ik wat ze van de les vonden en of ze het moeilijk vonden.

Luisteren, bespreken: de leerlingen luisteren naar mijn vraag en beantwoorden en bespreken het samen.

2. Maken: De leerlingen maken de bijbehorende werkblad van de les.

3. Maken: Klaar met de les? Weektaak maken of anders lezen uit je leesboek.

4. Evalueren van de les: samen evalueren van de les.

0. Uitdelen: de uitdelers gaan de rekenboeken uitdelen.

Tijds-Planning

Halte Didactische routeActiviteiten van de leerlingen

min. leerstof leerling leefwereld

0

1

2

3

4

5

Activiteiten van de leerkracht Organisatie, leer- en hulpmiddelen

Halte 0: Vragen aan de uitdelers of zij de spellingsboekjes willen uitdelen. Daarnaast vraag ik of de rest van de klas stil wil zijn wanneer de boeken worden uitgedeeld.

Halte 1: Ik vraag aan de leerlingen wat de regels van werkwoordspelling zijn.

Halte 2: Ik leg de opdrachten van de les uit, de kinderen werken in stilte, bij dictweetje mogen ze naar hun maatje toe om het dicteetje te doen.

Halte 3: Ik zeg tegen de leerlingen, als je klaar bent, de weektaak afmaken.

Halte 4: evalueren van de les, samen nakijken en afsluiten van de les.

- Digibord waar ik de regels van werkwoordspelling kan opschrijven.- Leerkrachtenhandleiding

Opmerkingen: Handtekening mentor voor akkoord voorbereiding:

Evaluatie1. In hoeverre hebben de leerlingen de leerdoelen bereikt?

Reflectie door de student:Reflecteer op de les aan de hand van de volgende vragen:

1. Waarover ben je tevreden als je kijkt naar de leerlingen, naar jezelf en naar je eigen leervraag?

2. Welk advies geef je jezelf voor een volgende les?3. Wat is je nieuwe leervraag?

Opmerkingen mentor / stagecoach / contactdocent:

1. Ten aanzien van de lesvoorbereiding:

2. Ten aanzien van het lesverloop:

3. Ten aanzien van de leervragen van de s tudent:

Andere opmerkingen:

Les suggestie

( methode les rekenen over splitsbloemen omgezet naar een creatieve les)

Lesvoorbereiding volgens het didactisch routemodel

Dit formulier is een middel om lesactiviteiten voor te bereiden en uit te voeren. Het is geen doel op zich. Het ingevulde formulier maakt voor jezelf en anderen zichtbaar hoe de les eruit gaat zien.

Naam student:Rebecca de Jong

Opleidingsschool:Avans

Klas:29V1F1

Mentor:Caren Legius

Schoolvak / thema /activiteit:Rekenen/handvaardigheid : splits(zonne)bloemen

Groep / klas:

Groep 3

Datum: Aantal leerlingen:

27 leerlingen

Eigen leervraag: - Formuleer een doel voor jezelf waar je in deze les aan wil werken (zie je persoonlijk

activiteiten plan).- Geef aan bij welke bekwaamheid dit leerdoel aansluit.

Ik wil hebben bereikt aan het einde van de les dat ik een methode gebonden les heb omgezet naar een creatieve activiteit.

Aspecten van onderwijs. De volgende onderdelen worden bij elke voorbereiding beschreven:

4. De leerdoelen voor de leerlingen: beschrijf wat de leerlingen kennen en/of kunnen aan het einde van de les.

Aan het einde van de les wil ik hebben bereikt dat de leerlingen allemaal hun eigen splitsing kunnen maken tot en met 20. Dit doe ik doormiddel van een knutselactiviteit. De leerlingen mogen een splitsing kiezen tussen de 10 en de 20.

5. De beginsituatie van de leerlingen: beschrijf wat de leerlingen al weten en kunnen met betrekking tot het onderwerp van de les.

De leerlingen beheersen de splitsingen tot en met 10 foutloos. De splitsingen tot en met 20 kunnen de meeste leerlingen ook. De leerlingen kunnen goed een opdracht opvolgen. Een aantal kinderen lopen achter met de motoriek. Die kunnen waarschijnlijk moeite hebben met het schrijven van de cijfers, overtrekken van de handen en het uitknippen van de handen.

6. De leerstof: beschrijf de inhoud van de onderwijsactiviteit.

De leerlingen leren een splitsing te verdelen

De leerlingen leren het overtrekken van de handen

4. Evaluatie: - Beschrijf hoe je nagaat of de leerlingen de leerdoelen hebben gehaald.- Welke criteria en/of normering hanteer je?

Ik ga na of de leerlingen het doel hebben behaald door te kijken naar de splitsingen die ze hebben gemaakt het opgegeven getal. Ik vraag aan een 5-tal kinderen of ze kunnen uitleggen hoe ze dat hebben gedaan.

Tijds-Planning

Halte

Didactische routeActiviteiten van de leerlingen

min. leerstof Leerling leefwereld5 1

De leerlingen maken kennis met het leerdoel van de reken/handvaardigheid les

10 2 De leerlingen luisteren naar de instructie van de reken/handvaardigheid les

25 3 De leerlingen gaan aan de slag met de reken/handvaardigheid activiteit. Ze maken een splits(Zonne)bloem met een splitsing in het hart van de bloem.

5 4De leerlingen ronden de activiteit af en ruimen de spullen op.

Activiteiten van de leerkracht Organisatie, leer- en hulpmiddelen

Halte 1: Ik leg de leerlingen uit dat we vandaag gaan werken met getallen en splitsbloemen en dat de leerlingen nogmaals kennismaken met de splitsbloemen

Halte 2: Ik leg de leerlingen uit dat we vandaag een splitszonnebloem gaan maken. Ik leg de leerlingen uit dat we doormiddel van het overtrekken van de handen de bladeren maken van de zonnebloem. In het hart maken we op een creatieve manier doormiddel van confetti het getal dat we gaan splitsen.

Halte 3:De leerlingen gaan aan de slag met de activiteit. Ik loop rond om te helpen waar het nodig is.

Halte 4: Ik zeg tegen de leerlingen dat ze alles moeten neerleggen waar ze mee bezig zijn. Ik zeg dat ze hun naam op de achterkant moeten zetten. Vervolgens leg ik uit dat we gaan opruimen. En dat als ze klaar zijn met opruimen ze mogen gaan zitten.

30 ronde bruine rondjes 60 gele vellen a4 papier Verschillende kleuren confetti 30 lijmpotjes 30 scharen 30 potloden

Voorbeeld:

Op de steel staan de getallen geschreven en in het hard van de zonnebloem staat wat ze gaan splitsen.

Opmerkingen: Handtekening mentor voor akkoord voorbereiding:

Evaluatie2. In hoeverre hebben de leerlingen de leerdoelen bereikt?

Reflectie door de student:Reflecteer op de les aan de hand van de volgende vragen:

4. Waarover ben je tevreden als je kijkt naar de leerlingen, naar jezelf en naar je eigen leervraag?

5. Welk advies geef je jezelf voor een volgende les?6. Wat is je nieuwe leervraag?

Opmerkingen mentor / stagecoach / contactdocent:

Creatief met de letter ‘l’

Creatief met spiegels

Creatief met schrijven

Creatief met Kapla (filmpje)

Creatieve Kinderen

Creatief proces StephanieToelichting creatiewijzerOm kinderen te begeleiden in het leren benutten van hun creatieve vermogens is het van belang creatieve processen te leren doorzien. Kennis hiervan vernemen kan met behulp van de creatiewijzer ontworpen door Lydia de Jong. Om ons in het proces te verdiepen

heeft ieder van ons een eigen proces tot een creatief product vormgegeven volgens de negen stappen uit het creatiefprocesmodel.

Stephanie: Met de creatiewijzer heb ik teruggekeken op mijn creatieve proces dat resulteerde in een papiersnijwerk. Het verbaasde me hoeveel stappen je onbewust neemt. Ook geven de stappen het iteratieve karakter van zo’n proces weer. De aanleiding tot het proces was mijn nieuwe woning met nog een hoop kale muren. Ik wilde graag iets aan de wand hebben dat bij het meubilair zou passen en dat een techniek vroeg die leuk zou om toe te passen, dit vormde het kader. Vervolgens ben ik me op de website pinterest.com gaan oriënteren (waarnemen). Ik vond een aantal ideeën die ik in overweging nam (divergeren). Op dat moment heb ik het kader kunnen aanscherpen: het was me

duidelijk dat ik met papier snijden aan de

slag wilde (focussen). Ik heb vervolgens geprobeerd een voorstelling te maken van hoe ik de voorbeelden zou kunnen aanpassen aan mijn eigen wensen (verbeelden). Toen me dat helder was, heb ik de mening van een aantal personen gevraagd (presenteren). Dat heeft me geholpen te kiezen voor een ontwerp (convergeren). Daarop ben ik gaan bedenken op welke manieren ik een klein voorbeeld kon uitwerken op een vel van 50 bij 50 cm (divergeren). Ik had snel een voorkeur voor een bepaalde methode (convergeren). Ik heb op het origineel en op het grote papier een raster getekend dat uit

evenveel hokjes bestond. In ieder hokje op het papier moest ik natekenen wat in het corresponderende vakje op het origineel afgebeeld stond, maar dan groter. Dit ben ik gaan uitproberen (experimenteren). Mijn moeder heb ik daarna om extra tips gevraagd (presenteren) en ik ben aan de slag gegaan (vormgeven). Het was een flinke klus, maar ik was erg blij met het resultaat. Dat heb ik met trots aan familie en vrienden laten zien (presenteren).

Het ontstaan van mijn creatiewijzer

Geschreven door Rebecca

Het begon allemaal in mijn derde jaar op de middelbare school. Ik moest voor een opdracht bij handvaardigheid een vrouw maken zonder emotie. Maar met haar lichaamshouding kon je wel een idee krijgen van haar emotie op dat moment.

5 jaar later is deze mooie creatiewijzer ontstaan.

Ik zal een korte toelichting geven over het ontstaan van deze stappen.

Kaderen: We kregen tijdens de les de uitleg van de opdracht die we toen moesten gaan maken, dat was een beeld zonder emotie van klei. Wij als leerlingen moesten eerst op papier een woordweb gaan maken van wat ideeën die we hadden.

Waarnemen: Vervolgens mochten we plaatjes op internet gaan zoeken over de ideeën die er al waren. Dit waren bijvoorbeeld beelden en kunstwerken met het thema emotieloos. We kregen ook een paar concrete beelden in de klas. Die mochten we van alle kanten goed bekijken en aanraken.

Focussen: Begeven moment mocht ik een keuze gaan maken van wat ik precies wilde gaan maken. Ik heb er toen voor gekozen om een zittende vrouw te boetseren van klei met een kind op haar schouder.

Experimenteren: Ik kreeg een hoopje klei en mocht toen beginnen met boetseren. Het was eerst de vorm van de vrouw creëren in grote lijnen. Dus alleen haar hoofd , armen, benen en lichaam.

Divergeren: Ik had toen een aantal ideeën ontworpen die mij mooi leken. Ik heb toen in grote lijnen een aantal beelden gemaakt. Ik heb toen nog niet aan alles gedacht. Het was meer een probeersel nog.

Verbeelden: Ik kreeg toen wel een concreet idee in mijn hoofd. Ik wilde een vrouw die op een trap zat met haar kind in haar armen en haar hoofd iets gebogen naar voren. Net als of ze probeerde haar kind te beschermen.

Convergeren: Ik heb er toen voor gekozen om verder te gaan met de vrouw in de zit houding.

Vormgeven: Ik ben toen verder gegaan met het beeldhouwen van mijn eind product en dat is toen heel goed gelukt.

Presenteren: Ik heb uiteindelijk een mooi product afgeleverd. Ik heb toen voor de klas mijn beeld gepresenteerd.

Toelichting creatiewijzer: MLVorig jaar op de pabo tijdens een opdracht voor beeldende vorming: We moesten zes dierenhuiden maken met verschillende materialen. Met die zes dierenhuiden ga je een dier maken (bestaand of fantasie, dat maakt niet uit.)

Kaderen ---> Ik kreeg de opdracht, hierdoor werd het vrij duidelijk. Maak eerst zes dierenhuiden en daarna van die zes dierenhuiden een dier.

Waarnemen ---> Ik ging eerst kijken wat voor materialen er zijn en daarna op internet zoeken naar dierenhuiden, die makkelijk te maken zijn.

Verbeelden ---> Ik ging verbeelden hoe ik het wilde hebben en met welke materialen ik aan de slag wilde gaan.

Focussen ---> Ik ging zes dierenhuiden maken, die ik heb uitgekozen.

Vormgeven ---> ik ging aan het slag met het maken van mijn dierenhuiden, ondertussen ging ik wel divergeren

Divergeren ---> Omdat ik zes dierenhuiden moest maken, ging ik divergeren om te kijken welke het leukst is om te maken en of het wel moeite kost.

Convergeren ---> Na vele ideeën ging ik een keuze maken wat ik moest maken.

Waarnemen ---> Ik ging eerst kijken wat de medestudenten hadden gemaakt, hierbij liet ik ook mijn keuze beïnvloeden. Ik wilde niet hetzelfde gaan maken als de anderen.

Vormgeven ---> Ik ging aan het slag met het maken van mijn dier met behulp van mijn zelfgemaakte dierenhuid.

Presenteren ---> na het maken moesten we het laten zien aan de klas en gingen we met z’n allen beoordelen welke de beste en de mooiste is. Zo krijgen we onze cijfers voor dit werkje.

Creatief Proces Kevin

Voor het beschrijven van een creatief proces, heb ik het maken van mijn profielwerkstuk op de middelbare school gebruikt. Hiervoor was veel voorbereiding nodig om uiteindelijk naar een eindproduct toe te werken. Ik wilde wel eens zien hoe dit proces eruit zag met de kaartjes van de creatiewijzer. Ik beschrijf hieronder kort elke stap(kaartje) in mijn creatief proces.

KaderenHier gingen we allereerst de opdracht bekijken. Wat moet erin staan? Hoe moet het eruit zien? Zijn er nog andere eisen voor het eindproduct?

VerbeeldenIn deze stap ging iedereen (groepje van 3) op zoek naar een leuk onderwerp. We gingen verbeelden hoe we dit dan voor ons zagen om te doen.

DivergerenNadat het onderwerp gekozen was gingen we samen zoveel mogelijk ideeën opschrijven met wat we eventueel konden gaan doen. Tijdens het brainstormen is niks fout om te zeggen.

ConvergerenNadat we al onze ideeën tijdens het divergeren op een rijtje hadden gezet, was het nu tijd voor het maken van keuzes. Wat kiezen we uiteindelijk voor om in ons werkstuk te zetten?

FocussenNu was het voor jezelf om te focussen op de opdracht. Iedereen werkte zelf zijn deel uit. Het was dus belangrijk om goed te kijken naar wat er gevraagd word. Hiermee keek je dus weer naar het kader.

VerbeeldenWas het verbeelden eerst nog een groepsproces, nu was het vooral zelf verbeelden. Hoe kan ik mijn stukje op een leuke manier verwerken? Hoe zet ik het neer?

VormgevenHet eindproduct werd gemaakt. Alle gemaakte delen kwamen samen.

ExperimenterenHier hebben we vooral gecontroleerd en ons eindproduct getest. Zien we nog dingen die anders kunnen of moeten?

PresenterenHet eindproduct moesten we presenteren aan publiek. Dit was ook een onderdeel voor je cijfer.

Ik heb gekozen om een creatief proces vorm te geven voor een moment uit mijn eindexamen jaar tijdens Beeldend vormen.Het gaat om een Stilleven opdracht waarbij we eerst ontwerpen moesten maken en uiteindelijk een product uit moesten werken waar we een punt voor kregen die meetelde voor de examens.Ik leg de begrippen van de creatiewijzer die ik gebruikt heb uit waarbij ik uitleg wat ik op dat moment deed tijdens de opdracht.KaderenToen we de opdracht kregen ging ik eerst bekijken wat precies de opdracht inhield en wat er van mij verwacht werd dat ik zou gaan maken. Dit deed ik voor mezelf zodat ik goed wist wat ik moest gaan doen.VerbeeldenNadat ik de opdracht had gelezen en wist wat ik moest doen ben ik ´out of the box´ gaan denken en ben ik mijn hoofd gaan bedenken wat ik zou kunnen maken. Tijdens het ´out of the box´ denken ging ik ook aan andere manieren van werken denken dan dat ik normaal zou doen, dit omdat het een eindopdracht was.

FocussenOmdat ik nog teveel ideeën had ben ik gaan focussen om te kijken of ik de opdracht kleiner kon maken. Als de opdracht namelijk kleiner is dan kun je je richten op bepaalde ideeën en weet je waar je op verder kunt.

DivergerenToen ik wist welke kant ik op moest ben ik gaan divergeren. Ik ben gaan brainstormen op papier en ben veel ideeën op papier gaan zetten zodat ik een goed beeld kreeg van welke mogelijkheden er allemaal waren om de opdracht uit te voeren.

WaarnemenNadat ik mijn ideeën op papier had gezet ben ik rond gaan kijken bij mijn klasgenoten om te kijken wat die hadden en of ik daar misschien nieuwe ideeën van zou krijgen.

PresenterenIk heb mijn ideeën gepresenteerd/gedeeld met

de andere klasgenoten en zij vertelde mij wat er beter kon of wat er juist al goed was.ExperimenterenNadat ik mijn ideeën had laten zien ben ik gaan experimenteren met de verschillende materialen die er in het klaslokaal aanwezig waren. Ik ben al mijn ideeën op verschillende manieren uit gaan werken zodat ik er achter kwam wat er het leukste uitzagConvergerenDoor het experimenteren had ik veel mogelijkheden om uit te kiezen. Ik ben hieruit gaan kiezen en heb uiteindelijk een product gekozen die ik uit zou gaan werken.ExperimenterenOok bij dit eindproduct ben ik gaan experimenteren. Ik ben weer gaan bekijken met welk materiaal ik het beste zou kunnen werken en wat er het mooiste uit zou zien bij dit ontwerp.VormgevenNa het experimenteren ben ik dit eindproduct helemaal uit gaan werken en heb ik het tot een echt product gemaakt.

PresenterenToen het uiteindelijk af was heb ik het aan de leerkracht gepresenteerd en hierbij heb ik ook mijn schetsen laten zien zodat ik goed kon laten zien waar ik begonnen was en wat ik onderweg allemaal tegen was gekomen.Hierdoor kon ik goed mijn proces laten zien, zoals ik het hier ook heb uitgelegd.

Creatief proces Larissa

Geschreven door Sjoerd

Het creatief proces dat ik ga beschrijven is het maken van een foto collage samen met mijn vriendin. Hierbij zal ik aan de hand van de kaartjes het proces in beeld brengen en bij ieder stapje een korte toelichting geven.

KaderenWe stelden eerst een opdracht vast. We wilden namelijk de muur opvullen met iets ‘leuks’. We wilden hierbij ook iets met foto’s doen.WaarnemenWe zijn opzoek gegaan naar verschillende voorbeelden op het internet. Hierbij hebben we vooral veel plaatjes bekeken zonder echt ideeën naar te schrijven.DivergerenWe wisten al dat we iets met foto’s aan de muur wilden doen. Dus zijn we opzoek gegaan naar verschillende collage’s. En ook naar verschillende manieren waar we de foto’s op konden drukken. Hier hadden we twee opties. Op foto papier of op een canvas.FocussenNu was het voor jezelf om te focussen op de opdracht.. Het was dus belangrijk om goed te kijken naar wat er gevraagd word. Hiermee keek je dus weer naar het kader. We gingen dus kijken welke gevonden resultaten dus echt relevant waren voor ons.VerbeeldenIn deze stap hebben we gekeken hoe de verschillende opties eruit zouden te komen zien. Dus wat de verschillen zouden zijn tussen op fotopapier laten maken of op canvas laten maken.ConvergerenWe hadden bij het divergeren al een aantal opties besproken. Nu is het tijd om een keuze te maken. We hebben toen gekozen voor een canvas om te foto’s op te laten afdrukken. Dit vooral vanwege de stevigte.VormgevenHier hebben we samen gezocht foto’s om op het canvas te laten zetten.ExperimenterenHier hebben we de gekozen foto’s op het canvas gezet om zo te kijken of alles foto’s erop konden.PresenterenHet eindproduct hebben we uiteindelijk aan de familie getoond om vervolgens aan de muur te hangen.

Column ‘een creatieve leerkracht’In hartje Londen is het mogelijk om in een grote ballenbak te spelen met liefst 81.000 witte ballen. Wie wil dat nou niet?! Weet je wat het grappige hier aan is? Dat zijn namelijk de bezoekers! Het zijn niet de kinderen die het bezoeken, maar de volwassen mannen en vrouwen!De bedenker Chloe Charlwood zegt dat de bezoekers als volwassenen in de ballenbak instappen, maar als kinderen weer uitkomen. Ze voelen zich weer helemaal opgeladen en het belangrijkste is het stimuleert de creativiteit. Wat blijkt nou? Volgens een Engelse enquête doen wij als volwassenen nog graag dingen die wij als kind ook deden, zoals knetteren van de bubbeltjesplastic, schommelen, tekenfilms kijken en zelfs taartbeslag van je vingers aflikken.Volgens de Amsterdamse kindertherapeut Dana Franssen is het begrijpelijk waarom wij weer als kind willen zijn. We als volwassen worden verwacht dat we binnen de lijnen blijven. Ook als leerkrachten doen wij dat ook met onze leerlingen. Wij willen dat de leerlingen gewoon de standaard antwoorden geven op onze vragen. De leerkrachten laten vrij weinig toe qua creatieve antwoorden van de leerlingen.

Verder is de ballenbak volgens Franssen een uitgelezen plek om weer creatief te zijn, omdat we ervaren dat weer alles mogelijk is en wij kunnen weer als een kind denken.Misschien moeten we als leerkrachten ook één keer in de ballenbak, zodat we weer als kind kunnen voelen en de lessen die we geven, weer wat creatiever kan zijn.Als een creatieve leerkracht zijnde moeten wij de creativiteit van de leerlingen gaan stimuleren. Wij moeten de leerlingen de vrijheid geven hoe ze de opdrachten hun eigen maken en de antwoorden die zij geven, mogen we niet fout rekenen, tenzij het echt een verkeerd antwoord is.De kinderen hebben veel creativiteit wanneer ze voor het eerst naar school gaan, maar na mate ze groeien op school neemt de creativiteit af van de kinderen. Wij als leerkrachten hebben zeker invloed op en we moeten zorgen dat de creativiteit van de kinderen behouden wordt of bevordert. Hoe we dat gaan doen? Dat ligt in jouw handen!Zoals Pablo Picasso het zegt: “Alle kinderen zijn artiesten, het probleem is om artiest te blijven wanneer je volwassen bent.”

Zelfportret Sjoerd

Als opdracht moesten we onszelf zelfbeeld afbeelden op een poster. In de poster moest blijken hoe je naar jezelf kijkt. We begonnen tijdens de lessen met het maken van verschillende schetsen. Hieruit moesten we er een kiezen om definitief product te maken. Dit eindproduct hebben we vervolgens aan de klas moeten presenteren.

Op mijn portret zie je mijn gezicht met teksten erin. Deze teksten zijn de titels van nummers die voor mij betekenis hebben. Deze nummers zijn allemaal gemaakt door dezelfde band namelijk Rise Against. Hoe ik tegen anderen en tegen mezelf aankijk is onder andere door deze band veranderd.

Mijn gezicht gaat dus als het ware schuil achter de muziek. Waarmee ik wil zeggen dat ik mij laat leiden door de muziek. In de nummers word veel gezongen over vrijheid, gelijkheid en respect voor iedereen. Dit zijn ook de punten die voor mij heel belangrijk zijn. Deze punten probeer ik dan ook in de stageklas door te laten komen.

Deze punten dragen niet direct bij aan creativiteit. Maar ik ben van mening dat er een goede sfeer in de klas moet zijn om creativiteit te kunnen stimuleren. En voor de goede sfeer in de klas zijn dit hele

belangrijke punten. Zodra er een gezellige sfeer in de klas is kun je de creativiteit van de kinderen het beste stimuleren.

Zelfportret StephanieIn de eerste ronde van de beroepstaak hebben we vooral naar onszelf gekeken. We zijn op zoek gegaan naar welke manier we zelf creatief en onderzoekend zijn. Een belangrijk onderdeel van deze zoektocht werd gevormd door een portret van ons creatieve zelf. Middels dit portret werden we uitgedaagd een stuk van onszelf in beeldmateriaal weer te geven.

Stephanie: Telkens als ik naar mijn portret kijk word ik blij. Het past bij me, hoort bij me. Het poppetje komt van een tekening die ik als kleuter gemaakt heb en later in groep 8 verwerkt heb in een schilderij. Toen toonde het letterlijk dus mijn creatieve proces van de loop der jaren. Nu, aangepast aan mijn creatieve ik van nu, laat het denk ik meer zien dan mijn creatieve kant alleen. Het meisje is gemaakt van materialen waar ik graag mee werk of symbool staat voor datgene wat me blij maakt: blik, rode kleuren, papier, ijzer, veren van mijn eigen vogeltje, een knoop, stof van mijn bank omdat ik eindelijk mijn thuis gevonden heb en het lijfje opgevuld met hout, want ik heb het afgelopen jaar veel houten voorwerpen gemaakt. Dat inspireert me, dat staat voor mijn creatieve ik.

Creatief zelf portretGeschreven door Rebecca

Het creatieve zelf portret vond ik best lastig. Hoe zie ik mij zelf in een creatief portret?

Wat zijn mijn creatieve talenten? Hoe ik wil dat gaan vorm geven? Dit waren allemaal

vragen waar ik mij mee bezig hield. Ik wist pas een dag van te voren voordat ik het in

moest leveren wat ik nou precies wilde laten zien.

Ik kan niet goed tekenen dus ik wist meteen al dat het geen tekening zou worden. Ik wilde

vrijheid, volgzaamheid , out of the box denken , eigenwijs en samenwerken

uitbeelden. Deze begrippen verwoorden hoe ik ben. Ik heb toen voor vlinders gekozen omdat ik dat een symbool vind voor de

vrijheid. De vlinder links boven in staat voor je eigen

weg gaan en voor eigenwijs zijn. Ik kan soms mijn eigen weg gaan bij sommige opdrachten.

Daardoor kan ik wel eens een beetje eigenwijs zijn omdat ik dan perse iets wil uitvoeren wat ik heb bedacht. Dat kan soms goed uitpakken of ook juist niet en dan wordt ik weer terug

geroepen door de groep.Volgzaamheid zie je in mijn portret

uitgebeeld door de vlinders die in een rechte lijn vliegen naar een doel die ze gezamenlijk

willen bereiken. Samenwerken doen alle vlinders met elkaar. Zonder elkaar vliegen de vlinders allemaal een andere kant op en bereiken ze niet hun

doel. Out of the box heb ik uitgebeeld door een heel

ander werkstuk neer te zetten dan al mijn andere klasgenoten. Ik heb er voor gekozen

om meer een beeld te creëren dan een persoon in beeld. Ik vind persoonlijk dat je soms meer

zegt met een beeld dan met een schets (tekening)

Zelfbeeld Man-LockWe moesten voor een opdracht een creatief zelfbeeld maken. Hierbij laten we zien hoe wij zelf denken over onze creativiteit. We moesten vijf verschillende schetsen maken, zodat je ook dingen kon uitproberen. Ik ging eerst mijn zijaanzicht tekenen en daarna heb ik een denkwolkje gemaakt. In het denkwolkje zie je de symbolen van geloof, hoop en liefde. Dat zijn tevens ook de symbolen van mijn religie: Christendom. Ik wilde laten zien dat mijn geloof mij creativiteit geeft om creatieve lessen te geven. Maar ook dat het belangrijk is in mijn leven. Verder kan je de symbolen ook apart van elkaar zien:Geloof: Geloof hebben in je lessen die je geeft.

Hoop: Hopen dat de kinderen goed meedoen tijdens de lessen.

Liefde: Altijd liefde tonen aan de kinderen.

Zelfportret LarissaVoor het maken van mijn creatieve zelfportret ben ik over mezelf na gaan denken hoe ik creatief ben en wat ik daarbij gebruik. In mijn zelfportret heb ik een aantal dingen verwerkt die mij tot een creatief persoon maken.

MuzieknotenDoor muziek te gebruiken in mijn lessen wil ik de kinderen laten zien dat je met een beetje muziek het net een beetje leuker kan maken. Je begint bijvoorbeeld met een liedje en de kinderen hebben meteen hun aandacht bij de les omdat ze meteen zelf mee kunnen doen.

LiefdeIn het onderwijs geef je de kinderen een beetje liefde en je krijgt nog veel meer liefde van de kinderen terug. Ik merk dat ik veel liefde en moeite terug krijg van de kinderen als ik ook veel moeite voor de kinderen doe en er leuke lessen van probeer te maken.

BloemDe bloem staat voor de creativiteit die ik in mijn lessen wil laten groeien. Bloemen kunnen overal groeien, zo ook in mijn lessen. Ik zie het dat ik in al mijn lessen een klein beetje creativiteit naar voren wil laten komen en dat geeft een groot verschil voor de kinderen.

HardlopenTijdens het hardlopen heb ik vaak goede ingevingen voor tijdens mijn lessen. Ik verzin tijdens het hardlopen leuke punten waarop ik mijn lessen kan veranderen om het leuker te maken voor de kinderen.

PotlodenMet de potloden wil ik aangeven dat ik creatief ben. Ik vind het leuk om te tekenen en om dingen uit te beelden op papier. Hiervan maak ik gebruik tijdens mijn lessen beeldend omdat ik hierdoor goede voorbeelden kan geven voor de kinderen. Ook kan ik erachter komen wat de kinderen denken door goed naar hun tekeningen te kijken die gemaakt zijn met de potloden uit mijn zelfportret.

Zelfbeeld KevinVoor deze opdracht moesten we ons creatief zelfbeeld afbeelden op een poster. We mochten zelf weten hoe we dit gingen doen. In de poster moest duidelijk naar voren komen hoe jij jezelf ziet qua creativiteit. Door het maken van 5 schetsen konden we verschillende dingetjes uitproberen. Uiteindelijk maakte je dan één eindproduct die je moest presenteren aan je klas.

Voor de opdracht was het eigenlijk wel de bedoeling dat je jezelf na moest tekenen. Dit was niet verplicht, maar hier heb ik wel voor gekozen. Tijdens mijn 5 schetsen heb ik hiermee dus geoefend. Het beste resultaat heb nagetekend.

Met mijn poster wilde ik het begrip creatief denken laten zien. Dit was dus de reden van mijn denkwolkje. Verder heb ik er vooral plaatjes in getekend waar je creatief in kunt zijn. Zo heb ik sport erin gezet, maar ook muziek, social media en gewoon het knutselen.

Deze periode stond vooral in het teken van creatief onderwijzen. Door met verschillende

werkvormen te experimenteren, ben ik erachter gekomen welke werkvorm wel werkt en welke niet. Dit ga ik meenemen naar de volgende stageweken.

Creatieve lessen KevinTijdens de 3 stageweken in dit blok, heb ik flink geëxperimenteerd met verschillende creatieve werkvormen. Deze werkvormen ga ik kort beschrijven. Ook geef ik aan wat ik merkte bij de kinderen.NatuurDe natuur les ging over zweefvliegtuigen. Zo leerde de kinderen hoe een zweefvliegtuig eruit ziet, maar ook wat voor effect bepaalde type vleugels hebben. Aan het einde van de les heb ik zelf een creatieve halte verzonnen. De kinderen

kregen 2 soorten vliegtuigjes te zien. Met het groepje mochten ze maar één ontwerp gaan vouwen. Ze moesten dus met elkaar in discussie. Met de gekozen vliegtuigjes heb ik nog een wedstrijd gehouden. Hier heb ik gekeken naar hoe lang het vliegtuigje in de lucht bleef, maar ook welk vliegtuigje het verste vloog.De kinderen vonden de

afsluiting van de les erg leuk. Ze gingen ook goed met elkaar in discussie welk vliegtuigje ze nou eigenlijk moesten kiezen.

LeefstijlHet onderwerp van deze les was ‘hoe reageren we als we boos zijn’? Met dit onderwerp in gedachte heb ik kaartjes gemaakt met verschillende situaties. Hierbij werd steeds de vraag gesteld, ‘Hoe reageer jij hierop’? Ieder groepje kreeg steeds een kaartje. Eerst moest iedereen

zelf antwoord geven en daarna moesten ze met elkaar in discussie.

Deze les heb ik zelf als heel prettig ervaren. Dit kwam mede door de reactie van de kinderen. Iedereen was namelijk heel open over een onderwerp waar ze eigenlijk nooit over praten. Tot slot gaven de kinderen ook aan dat ze deze werkvorm erg leuk vonden.VerkeerVoor verkeer heb ik van tevoren kaartjes gemaakt met daarop de naam van een weggebruiker. In de klas maakten we een kruispunt en speelden we een situatie na. Na deze opening heb ik ze zelf een kruispunt laten tekenen. Ze moesten zelf vragen verzinnen voor elkaar, want de kruispunten moesten ingeleverd worden waarna ze willekeurig weer uitgedeeld werdenDe kinderen deden goed mee tijdens de opening. De 2e opdracht maakten ze wat te makkelijk. Hierdoor ging de les wat snel. De opdrachten zelf vonden de kinderen leuk om te doen.

DramaDe drama les heb ik helemaal zelf mogen ontwerpen. Voor de les heb ik vooral het thema ’uitbeelden’ gebruikt. Zo heb ik als opening een oefening met emoties uitbeelden bedacht.Als hoofdopdracht heb ik een woordenestafette gemaakt. De afsluitingsopdracht was een dansspel.De kinderen vonden deze les heel leuk. Ze waren erg enthousiast en soms een beetje te. De klas gaf aan dat ze vaker drama willen doen.

BlitsHier was het onderwerp ‘kijken naar een plattegrond’. Ik heb hier zelf een hele opdracht voor bedacht. Zo heb ik 2 plattegronden voor iedereen uitgeprint. Bij deze plattegronden heb ik zelf vragen gemaakt. Deze moesten de kinderen oplossen.

Ik kreeg goede reacties van de kinderen over mijn les. Dit was namelijk een hele andere aanpak van de les Blits.

TaalDe taalles ging over zinnen ontleden. Ik heb hier een creatieve halte in bedacht. Na een paar voorbeelden op het bord ging ik over op een spelletje. Er stonden meerdere voorbeeldzinnen op het bord. De zinsdelen had ik allemaal op kaartjes gezet en willekeurig uitgedeeld aan de kinderen. Nu

gingen we de zinnen ontleden via de vaste volgorde van wat de kinderen gewend zijn. Als het zinsdeel aan de beurt kwam die ze beet hadden, dan moest deze gaan staan en zeggen hoe dit zinsdeel heette.Met deze opdracht heb ik bereikt dat ieder kind goed mee deed met de les. Nu was het ook zo dat elk kind een bijdrage leverde aan de opdracht.De kinderen vonden deze opdracht leuk om te doen. Ik kreeg als reactie dat je taal ook op een leuke manier kan leren. Zoiets hadden ze nog nooit gedaan.

RekenenMet rekenen leerden de kinderen over verschillende aanzichten. Ik heb hier een creatieve halte in bedacht. De kinderen werden in groepjes verdeeld. Ieder groepje kreeg een aantal blokjes. Met deze blokjes moesten ze een toren maken. Met deze toren moesten ze een bovenaanzicht maken en een vooraanzicht. De tekeningen werden ingeleverd en daarna willekeurig uitgedeeld. Nu moesten ze op zoek naar het juiste bouwwerk aan de hand van de tekeningen.De kinderen gaven aan dat ze het een leuke opdracht vonden maar wel te makkelijk. De opdracht had dus wel wat moeilijker gemogen.

Ik heb tijdens stage tijdens verschillende lessen geprobeerd om op een creatieve manier met de kinderen bezig te zijn. Ik zal er een paar omschrijven en ik omschrijf wat de kinderen van de creatieve lessen vonden.

MuziekTijdens een normale muziekles in mijn stageklas leren de kinderen gewoon een liedje aan doordat de juf het voorzingt en de kinderen het daarna nazingen. Ik heb gekozen voor een filmpje van het liedje waardoor de kinderen eerst een beter beeld kregen van het liedje. Daarna heb ik het gekoppeld aan het thema ‘winkel’ en ben ik met de kinderen naar de winkel gegaan en heb ik ze het

laten vergelijken met het filmpje. Pas hierna heb ik het liedje met de kinderen aangeleerd en ik merkte dat de kinderen nu veel beter wisten waar het liedje over ging.De reacties van de kinderen

waren heel positief. Ze wilden dit het

liefst elke keer zo doen omdat ze het filmpje heel leuk vonden.

RekenenIk ben op twee verschillende manier bezig geweest met rekenen. In de tweede week heb ik een rekenles gegeven waarbij ik een

boodschappenmandje vol met spullen uit de winkel had meegenomen. De kinderen moesten benoemen of het grote of kleine producten waren en daarna gingen we ze van groot naar klein zetten. Toen alles goed stond gingen we ze groeperen en gingen we er prijskaartjes aan hangen die de kinderen zelf mochten bedenken. Ik merkte dat de kinderen het leuk vonden dat ik spullen uit de winkel had gebruikt omdat zij het leuk vinden om daar te winkelen.Verder heb ik in de derde week samen met mijn mede-stagiaire

een

Stage ervaringen Larissa

speurtocht door de Albert Heijn gemaakt waarbij de kinderen onder andere bezig waren met rekenen. Zo moesten de kinderen tellen hoeveel oranje fruit/groente er was en hoeveel pakken Dubbel-fris er waren.Je zag de kinderen genieten tijdens deze speurtocht en ze zijn onbewust toch bezig geweest met de vakgebieden die ze normaal in de klas krijgen.Na afloop zeiden de kinderen ook dat ze het heel leuk vonden om te doen.Thema-activiteitVoor het thema ‘winkel’ ben ik met de kinderen koekjes gaan bakken die de ouders uiteindelijk mogen komen kopen in de winkel. Door de kinderen koekjes te laten bakken en ze echt iets te laten verkopen ben je met de leefwereld van de kinderen bezig. Je motiveert de kinderen om zich helemaal in te leven in de winkel en ik merkte dat dit ook echt werkte bij de kinderen. De kinderen waren heel enthousiast en wilde hele mooie koekjes maken omdat ze er zo meer konden verkopen in de winkel.De kinderen hebben voor deze koekjes ook zelf tegoedbonnen gemaakt

waarmee de ouders de koekjes mogen kopen. Zo zijn de kinderen op verschillende manieren bezig geweest met het thema en nu hebben ze een heel goed beeld gekregen van hoe het in een winkel allemaal gaat.

Creatieve lessenMan-lockRekenen:Bij deze les leerden de leerlingen over verschillende perspectieven. Ik heb hierbij alleen het doel van de methode gepakt en de les zelf heb ik zelf bedacht na wat tips van Kevin. Hij had de les al eerder gegeven. De leerlingen moesten per groepje een toren maken en hierbij ook een tekening van de boven-, zij- en vooraanzicht maken. Ze moesten daarna de tekeningen inleveren en ik gaf de groepjes een andere tekening en zij moesten proberen om hetzelfde torentje na te bouwen door naar de tekening te kijken.

De kinderen vonden de les heel leuk en zij wilden vaker zulke lessen dan alleen maar uit het boek werken.

Begrijpend lezen:De tekst waar het over ging: ‘mond vol tanden’ Ik had bedacht om eerst foto’s van soorten tanden te laten zien en informatie erover en daarna gingen we de les doen. Op het einde van de les ging ik nog een quiz doen om de les leuk af te sluiten.

Ik kreeg leuke reacties van de kinderen, ze vonden het leuk. Iets anders dan normale lessen van begrijpend lezen.

Creatieve lessen RebeccaIk ben in diverse lessen bezig geweest als de creatieve leerkracht. Ik heb vrij divers les geven. Ik heb ook met mijn stage team een creatieve middag georganiseerd voor de groepen 3 bij ons op stage.Hoe ben ik creatief bezig geweest? Ik heb in diverse lessen veel verschillende werkvormen gebruikt. Door veel te wisselen met mijn werkvormen werden de lessen ook uitdagender de leerlingen hebben daarin ook een grote rol gespeeld. Je kan niet creatief bezig zijn zonder dat je de leerlingen inzet voor verschillende doeleinden.Ik heb tijdens mijn rekenlessen regelmatig een halte creatief ingevuld. Ik heb tijdens een rekenles de splitsbloemen uitgelegd. Vervolgens hebben ze zelf allemaal splitsbloemen gemaakt. Ze waren toen bezig met de lesstof ( methode les) en ze waren bezig met beeldende vorming. De leerlingen vonden het erg leuk. Ze vonden het ook leuk om het getal zelf uit te kiezen en dan te splitsen op de bladeren.

Ik heb regelmatig spelvormen gebuikt tijdens rekenen. Bijvoorbeeld met spelletjes waarbij ze moesten zitten en staan. Ze waren dan actief bezig in de les. Ze zagen bijvoorbeeld sommen op het bord. Als het goed was ging je zitten en als het fout was bleef je staan. Als een groepje

alle vragen gezamenlijk goed had kreeg je een sticker. De kinderen waren dan erg gemotiveerd en je gaf dan ook een andere draai aan je lessen. De leerlingen zijn met taal bezig geweest met verschillende woorden. Ze hebben ook geleerd om zinnen te schrijven. Ze hebben ook geleerd wat een onderwerp is. Ik heb toen tijdens die les een weetboek gemaakt met de leerlingen. Ze moesten allemaal een onderwerp kiezen wat hun zelf erg aansprak en waar ze veel over wisten. Ze mochten ook in boeken kijken en op de ipad informatie opzoeken. Ze gingen vervolgens van het onderwerp wat ze hadden gekozen een woordspin maken. Op de pootjes schreven ze de informatie die ze hadden gevonden over het onderwerp. Vervolgens hebben we alles bij elkaar gestopt en een weetboek gemaakt.Tijdens de carnaval hebben we met de leerlingen een competitie gehouden over het beste carnavals liedjes. Ze hebben toen geleerd wat winnen en verliezen inhoud. Toen ben ik veel bezig geweest met de sociaal emotionele ontwikkeling. Dit hebben we gedaan doormiddel van

spellen en gesprekken. De leerlingen hebben alles zelf vorm gegeven. Ook de aankleding. Vervolgens hebben ze het voor de hele school gepresenteerd.

Creatieve Lessen SjoerdTaalHet onderwerp van de les was ‘woorden die volgorde aangeven’. In de methode lieten ze de kinderen de opdrachten alleen uitwerken om ze vervolgens te bespreken. Deze didactische route heb ik vervolgens aangepast. De kinderen gingen de opdrachten nu niet maken maar gingen een opdracht naspelen voor de klas. Op deze manier waren alle kinderen actiever bezig met de lessen en leerden ze gelijk de woorden die volgorde aangeven goed te gebruiken.

AardrijkskundeDeze les was een herhalingsles. Tijdens deze lessen krijgen de kinderen een kijkplaat waar dan een aantal standaardvragen over gesteld worden. Dit is geheel volgens de methode maar het spreekt de kinderen niet aan. Ook worden er bij de plaat beeldfragmenten herhaald die de kinderen allemaal al gezien hebben. Ik heb er dus voor gekozen om de kijkplaat over te slaan. De kinderen kregen van mij

de opdracht om zelf quizvragen te verzinnen over de lessen van dat hoofdstuk. De kinderen gingen nu veel actiever aan de slag met de stof. En bij het voor laten lezen van de vragen doen ze ook enthousiast mee. De kinderen en mijn mentor vonden dit een leuke variant om het hoofdstuk af te sluiten.

Creatieve stage ervaringen Stephanie

Tijdens de stageweken zijn we op zoek gegaan naar creatieve momenten, voorbeelden en ervaringen op onze stageschool. Dit zijn onze bevindingen.`We are educating people out of

their creativity.’ - Ken Robbinson

Deze uitspraak zal voor menigeen in het onderwijs omstreden zijn. Ook ik vond het behoorlijk zwart-wit klinken, maar na een kritische blik op mijn stageschool ben ik hier op terug moeten komen.

Eigenwijsheid, een waardevolle eigenschap voor de creatieve geest, wordt nauwelijks gewaardeerd. Fouten worden gestraft en het kader waarbinnen de kinderen worden geacht te denken wordt nauw afgegrensd. Daarnaast wordt, ten gevolge van de beperkte tijd, weinig mogelijkheden aangeboden aan kinderen om te onderzoeken. Deze factoren nodigen niet uit tot creativiteit. Tevens is er aan de kant van de leraar weinig creativiteit te bespeuren. Ik vond het jammer om tot deze conclusie te komen. Gelukkig heb ik bij een aantal kinderen een hoop creativiteit kunnen bespeuren. Opvallend is dat ieder van hen in zijn vrije tijd zijn creatieve vermogens zelf uitdaagt.

Een meisje dat me direct deed verwonderen was Daan, een op het eerste oog doodgewone leerling, maar met enorme artistieke talenten. Ze kan prachtig tekenen, wat ze thuis dan ook graag doet. Ze vertelde me dat ze zich precies kan voorstellen hoe het eindresultaat eruit moet zien en dat beeld brengt ze, het liefst met potlood, over op papier. Inspiratie heeft ze genoeg en zodra ze weet wat ze wil tekenen is het beeld gauw gevormd. Onlangs is ze toegelaten voor de atelierklas; nu de loting nog. Een ander mooi voorbeeld van wat passie in een kind naar boven kan halen is de carnavalskraker van Jerrie. Jerrie kijkt het hele jaar uit naar carnaval. Hij bouwt mee aan wagens, weet alles over carnaval te vertellen en is ieder jaar bij de optocht van Boemeldonck te vinden. In de week voor het feest losbarstte had hij zijn eigen carnavalskraker geschreven en zonder enige aarzeling zong hij deze uit volle borst voor de klas. Mijn mentor en ik stonden met open mond van verbazing te luisteren: de tekst was leuk, het ritme uitnodigend en het zat vol met humor. Het was op en top Jerrie. Ik vond het heel bijzonder om dit moment mee te maken.

Als laatste vertel ik jullie nog graag over een les die ik heb gegeven en en combinatie was tussen beeldende vorming en levensbeschouwing. Deze les heb ik geprobeerd de kinderen zo veel mogelijk de kans geboden hun eigen idee te laten ontdekken over het begin van de wereld en het leven, en middels beeldend materiaal dit op een voor hun passende manier vast te leggen. Om het eerste doel te bereiken heb ik de kinderen diverse scheppingsverhalen en wetenschappelijke theorieën voorgelegd, waarna we een klassengesprek hebben gevoerd. De kinderen waren toen redelijk eensgezind over het bestaan van de oerknal. Slechts een meisje, een jehovagetuige, had duidelijk

een andere mening en geloofde in de schepping zoals deze in de Bijbel staat. Vervolgens kregen de kinderen de opdracht op een vel papier hun idee vast te leggen. Ze waren vrij in het gebruik van het materiaal. Wat ik mooi vond om te zien was dat veel kinderen hun eerste aanname kritisch gingen overdenken. Diverse kinderen heb ik middels open onderzoekende vragen proberen te helpen in het vormen van een idee waar ze achter konden staan. Om op zo’n groot vraagstuk een antwoord te vormen is natuurlijk meer tijd nodig dan slechts een enkele les, maar ik heb de kinderen aan het denken gekregen. Aan het einde van de les heb ik een paar kinderen hun achterliggende denkbeeld bij hun tekening laten

vertellen. Helaas heb ik deze niet vast kunnen leggen, maar ook de tekeningen geven een beeld van de opbrengst van de les.

Making of CoverVoor het maken van de cover van ons magazine, zijn wij op 2 maart de studio ingedoken. Met de letters van de titel van ons magazine hebben wij vele foto’s gemaakt. Uiteindelijk is er één foto uitgekomen die we op de voorkant van ons magazine wilden. Daarna hebben we de cover zo creatief mogelijk gemaakt. Hieronder een overzichtje van de gemaakte foto’s.