Lucas-Acta 2

21
ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta as acta lucas acta as acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta luca cta lucas acta lucas acta as acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta luca cta lucas acta lucas acta as acta lucas acta lucas a ucas acta lucas acta lucas cta lucas acta lucas acta s acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas ac ucas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas ac cas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta s acta lucas acta lucas ac cas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta l s acta lucas acta lucas ac cas acta lucas acta lucas ta lucas acta lucas acta l lucas ™ acta jos de heer meinema het verhaal van jezus

description

Een fragment

Transcript of Lucas-Acta 2

lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-

lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-cas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lucas acta lu-

lucas ™ acta

jos de heermeinema

het verhaal van jezus

Wie is Jezus? Twintig eeuwen na zijn geboorte is die vraag nog steeds relevant en actueel. Na de val van de grote ideologieën die onze wereld richting en perspectief wilden geven, dreigt er een alles verkillende en verschralende scepsis ten aanzien van de idealen van menselijkheid en gerechtigheid. Het verhaal van Jezus vormt een rijke inspiratiebron voor iedereen die zoekt en verlangt naar de essentie van leven en samenleven. Daarom is het belangrijk terug te keren naar deze rijke bron van onze cultuur en opnieuw aandacht te besteden aan de persoon van Jezus, zijn diepere drijfveren en betekenis voor het huidige tijdsgewricht.

Dit ‘back to basics’-werkboek verschaft op inspirerende wijze toegang tot een van de belangrijkste bronteksten van het christelijk geloof. Deze hedendaagse uitleg van het tweedelige geschiedwerk van Lucas maakt Lucas’ tekst toegankelijk voor mensen die zich, zonder vooringenomenheid, zelfstandig een dieper inzicht willen verwerven in deze rijke bron.

In het eerste deel, De oorsprongen van het geloof, is Lucas 1-4 besproken als ‘bijbels abc’. Vanaf Lucas 5 gaat het verhaal over Jezus’ optreden echt beginnen. Lucas neemt de lezer mee op de weg die Jezus ging in de ontmoeting met allerlei mensen die in Hem het werk van Gods handen ervaren. Om dit tere geheim van Gods aanwezig-heid in Jezus draait het verhaal. Jezus, dáár is God!

Jos de Heer heeft sinds 1982 als predikant gewerkt in diverse kerken, onder meer bij het studentenpastoraat in Delft en de Nicolaikerk te Utrecht. Momenteel is hij predikant in Ouderkerk aan de Amstel.

www.uitgeverijmeinema.nlISBN-10: 90 211 4128 0ISBN-13: 978 211 4128 2 NUR 703

jos d

e h

ee

r luc

as ™ ac

ta

de

el 2

lucas ™ acta

deel 2

het verhaalvan jezus

Jos de Heer

het evangelie volgens

lucas en de handelingen

uitgeverij meinemazoetermeer

Voor meer informatie over de auteur en andere teksten van zijn hand

kunt u terecht op de website www.josdeheer.nl

www.uitgeverijmeinema.nl

Ontwerp en typografie omslag en binnenwerk:

Peterpaul Kloosterman (www.2pk.nl)

ISBN-10: 90 211 4128 0

ISBN-13: 978 211 4128 2

NUR 703

© 2006 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden ver-

veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,

mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier,

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Woord vooraf 7

15 Petrus geroepen om mensen in het leven te behouden 9 Lucas 5,1-11 en inleiding op 5,1-9,50

16 Jezus geneest en vergeeft in de kracht Gods 33 Lucas 5,12-26

17 Roepingsverhalen en conflicten over de sabbat 51 Lucas 5,27-6,16

18 Jezus spreekt de menigten toe - de veldrede 77 Lucas 6,17-49

19 De kracht van Jezus’ helende woorden 107 Lucas 7,1-50

20 Groei en dynamiek van de Jezus-beweging 139 Lucas 8,1-21

21 Een drieluik van verwonderverhalen rondom het meer 165 Lucas 8,22-56

22 Wie is Jezus en wie is zijn volgeling? 193 Lucas 9,1-50

23 Jezus besluit op weg naar Jeruzalem te gaan 235 Lucas 9,51-62 en Inleiding op 9,51-19,28

24 De missie van de zeventig 263 Lucas 10,1-24

25 God en de naaste liefhebben 279 Lucas 10,25-42

26 Leer ons bidden 295 Lucas 11,1-13

27 Conflict en escalatie, keuzen en contrasten 305 Lucas 11,14-54

28 Groeiende tegenstand 333 Lucas 12,1-59 en inleiding op 12,1-13,21

29 Oproep tot omkeer 365 Lucas 13,1-35

Register op deel I en II 389

Bibliografie 393

7

Woord vooraf

Met dit boek heeft u materiaal in handen om uw persoonlijke speurtocht naar wat echt en waar is in het leven voort te zetten. U kunt het zien als een nieuwe editie van The Lonely Planet. Het bijbels landschap wordt in al zijn boeiende pracht beschreven en u wordt verlokt om onbekend ge-bied te betreden.

Wie is Jezus? Het eerste deel, De Oorsprongen van het Geloof, behandelt de eerste vier hoofdstukken van het evangelie naar Lucas om de vraagsteller en zoeker in het ‘bijbels abc’ in te voeren. Vanaf Lucas 5 gaat het verhaal over Jezus echt beginnen. Niet de waan van de dag, maar de grote levens-vragen krijgen hierin de rustige en zorgvuldige aandacht die ze verdie-nen. Deze integere en betrouwbare verhalen kunnen richting geven aan humaan en geïnspireerd leven. In dit tekstboek wil ik u de mogelijkheid geven zoveel mogelijk tot een zelfstandig eigen oordeel te komen. Ik neem u mee in de keuken en laat u zien hoe het gerecht tot stand komt. Het enige nodige om dit boek te bestuderen, is een nieuwsgierige open-heid.

Ik gebruik geen theologische vaktaal. Alle technische termen worden toegelicht in gewone, dagelijkse taal. Ik heb ernaar gestreefd om het wetenschappelijk verantwoord, grondig en volledig te maken, zonder te vervallen in droog wetenschappelijke betogen die ver van het leven afstaan. Ik heb geprobeerd mijn eigen fascinatie en enthousiasme in de ontdekkingstocht, die deze studie voor mij is, op u over te brengen. Het verhaal van Lucas is heel levendig. Je wordt als het ware meegenomen op reis met de eerste leerlingen en net als zij voor keuzen geplaatst.

Het is een informatief werkboek. De vele noten en verwijzende tek-sten daarin maken een keuze mogelijk- wel of niet de diepte en de breedte in. Lucas brengt grote lijnen en boeiende verbanden aan in zijn verhaal. Daarnaast zoomt hij ook regelmatig heel nauwkeurig in op de details van een gebeuren rondom Jezus. Mijn boek kun je ook op deze beide manieren lezen. Je kunt het zomaar ergens opslaan om alleen dat bepaalde verhaal te lezen, dat je boeit. Maar je kunt het ook als spannend vervolgverhaal lezen. Juist de verbanden tussen de losse episoden en de beide delen van het tweedelige geschiedwerk maken Lucas-Acta zo bij-zonder. In de noten geef ik dit soort lijnen aan en wie de tijd en moeite

8

neemt zo’n uitstapje te maken door daar genoemde teksten op te zoe-ken, zal merken hoe goed Lucas-Acta ook literair in elkaar steekt.

De gehele tekst van Lucas wordt gaandeweg verhalend uitgelegd: vreemde gebruiken, andere wijzen van omgaan, de antropologische, re-ligieuze, politieke en sociale kaart en met name de talloze verwijzingen naar het Oude Testament worden niet alleen vermeld, maar ook toege-licht. Bijbelse vaktermen staan in het zaakregister, waar veel belangrijke technische termen of sleutelwoorden met hun Griekse oorsprong in vermeld staan. Dit maakt het boek zeer geschikt voor studiedoeleinden, zeker ook voor mensen die geen Grieks en Hebreeuws kennen.

Tevens heb ik speciaal rekening gehouden met mensen die in het ge-heel niet bekend zijn met ‘kerk en geloof’, of daar zelfs negatief kritisch tegenover staan. Dit vanuit de aard van het geschiedwerk van Lucas zelf. Want hij schreef niet alleen voor gelovigen, maar als geschiedwerk was het een publicatie voor het ‘ forum van de wereld’. Dus het lijkt me ui-termate geschikt voor allen die met zingeving, humaniteit en gerechtig-heid bezig zijn, of voor mensen die uit literaire of culturele interesse een van de historische bronnen van de christelijke beschaving willen bestu-deren.

Naast verwijzingen naar de andere drie evangeliën van het Nieuwe Testament, geef ik ook, voor zover relevant, verwijzingen en citaten van het evangelie van Thomas bij de tekst van Lucas.

De essentie van iedere religie komt hier ter sprake: hoe het goddelijke en het menselijke verbonden zijn. In mijn visie gaat het in Jezus’ op-treden om het tere geheim van Gods helende aanwezigheid bij mensen. Jezus, dáár is God! Deze relatie kan nooit met rationele argumenten bewe-zen of hard gemaakt worden. Daarom zijn verhalende teksten als die van Lucas-Acta zo wezenlijk. Ze bieden een betrouwbaar en authentiek ge-tuigenis van mensen die iets van Gods helende en inspirerende kracht in hun leven ervaren hebben.

In de woorden van de dichter Leo Vroman:‘Er zijn reusachtige deurendie alleen in gedachte bestaanmaar waarachter dingen gebeurendie geen mens kan hebben gedaan’

Jos de Heer, predikant te Ouderkerk aan de Amstel

915 | petrus geroepen

15 Petrus geroepen om mensen in het leven te behouden Lucas 5,1-11 en inleiding op 5,1-9,50

Maar Hij [d.i. Jezus] zei tot hen: Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het koningschap Gods brengen, want daartoe ben Ik gezonden. En Hij verkondigde steeds in de synagogen van het Joodse land. (4,43-44)

Deze tekst waarmee het vorige hoofddeel van ‘De Oorsprongen’ (1,5-4,44) afsloot, kan tevens als kopje voor het nu volgende hoofddeel van Lucas-Acta (5,1-9,50) gezien worden. Deze hechte verbinding van episo-den is een literair procédé dat Lucas regelmatig volgt.

Integratiecursus Israël

In Jezus wordt Gods helende en bevrijdende koningschap op aarde gere-aliseerd. Dat is mijn conclusie na de lezing van Lucas 1-4 (ª 1,344). Vanaf nu gaat Lucas vertellen op welke wijze dat gebeurde en hoe mensen daar-in betrokken worden.

In de verhalen van ‘De Oorsprongen’ heeft Lucas het verstaanskader geschapen om recht te doen aan de persoon en het werk van Jezus. In kort bestek heeft hij Jezus verankerd binnen de geschiedenis van het verbond van God met zijn volk Israël. Daarom wilde Lucas voor zijn lezers uit de (heiden)volken die niet opgegroeid zijn met de Schrift van Israël, voor-afgaand aan het eigenlijke verhaal over Jezus, een integratiecursus geven om de hoofdlijnen daarvan in te zien (zie ook bij 8,10). ‘In het evangelie gaat het om “Tenach opnieuw”. Jezus laat in de weg die Hij gaat, zien dat het getuigenis van Tenach betrouwbaar is’1.

Nadat hij het programmatische begin in Galilea verteld heeft, gaat het verhaal nu echt beginnen. Het anker wordt gelicht en we kunnen lezen hoe Jezus die genoemde geschiedenis voortzet.

1. Zo luidt de eindconclusie van Ad van Nieuwpoort in zijn dissertatie Tenach Opnieuw. Over het Messiaans tegoed van het evangelie naar Lukas, Amsterdam 2006, p. 209-210.

10 lucas ™ acta | deel 2

Begrijpen en gegrepen worden

Zoals in deel 1, gaat het er ook nu om dit te begrijpen en erdoor gegre-pen te worden in één beweging, waarin geappelleerd wordt op de gehele persoon. Verstand en hart, gevoel en wil worden ingeschakeld in dit ver-haal. Lucas vraagt of we actief willen vorsen naar de betekenis en passief kunnen ontvangen, vol overgave aan wat zich aandient. De lezer wordt hoorder en dader. Geschiedenis en verkondiging gaan voor Lucas hand in hand. Hij vertelt zo, dat het verleden heden en toekomst wordt, dat de door God aangeraakte wereld hier en nu onze wereld betovert. Achter en in het vertellen van het verhaal van Jezus, probeert hij steeds de drijven-de en creatieve krachten op het spoor te komen van deze ‘geschiedenis’. Wij maken onderscheid tussen geschiedschrijving en deze zogenaamde ‘meta-vertelling’, voor Lucas en zijn tijdgenoten bestond deze differenti-ering niet. De werkelijkheid, van goden en mensen, was één.

Niet alleen Galilea, maar het héle Joodse land

Lucas is zorgvuldig in zijn ‘markers’. Als we deze nauwlettend volgen, zien we dat hij nadrukkelijk spreekt over Jezus’ optreden in het gehele Joodse land (ª 1,71), en niet slechts, zoals vaak wordt aangenomen, in Ga-lilea. Zijn belangrijkste bron, het evangelie naar Marcus, maakt een in-deling van het verhaal van Jezus in een beginperiode in Galilea, een korte reis naar Jeruzalem en tenslotte Jezus’ optreden in Jeruzalem2. Lucas heeft deze traditie op eigen wijze geïnterpreteerd door Jezus’ optreden in Galilea in een programmatisch verhaal vorm te geven (4,14-44, ª 1,295v.). Jezus’ begin ligt wel in Galilea, zoals Lucas uitdrukkelijk vermeldt3, en veel verhalen die nu gaan komen vinden ook wel plaats in Galilea, maar het valt op dat Lucas de aanduidingen van die landstreek eerder weg-laat dan dat hij ze opzettelijk noemt. Zo spreekt hij in 5,2 over ‘het meer Gennèsaret’, dat hij ook ‘de zee van Galilea’ had kunnen noemen4. Van de drie keer dat hij ‘Galilea’ in dit deel noemt, is het slechts één keer een geografische ‘marker’5. We hebben gelezen hoe Jezus’ programmatische

2. En tenslotte wordt Galilea nog genoemd als plaats waar de leerlingen Jezus na zijn op-standing weer zullen treffen, Marcus 16,7. Daarmee is Galilea theologisch belangrijk in ver-band met het zogenaamde ‘rondlezen’ van dit evangelie: wanneer je het verhaal van Jezus tot en met zijn dood en opstanding hebt gelezen, nodigt de auteur zijn lezers uit opnieuw te beginnen om zo vanuit dit einde Jezus’ optreden te bezien.3. ‘Beginnend vanaf Galilea’ in 23,5 en Acta 10,37-39. Maar ook in deze laatste tekst wordt ook weer benadrukt dat Jezus optrad ‘zowel in het land van de Joden als in Jeruzalem’. In Lucas 23,49.55 heeft ‘Galilea’ de betekenis ‘van het begin’.4. Zoals in de parallelle verhalen van Matteüs 4,18 en Marcus 1,16.

1115 | petrus geroepen

optreden nadrukkelijk in Galilea gesitueerd is in twee verhalen met te-gengestelde respons: in Nazareth (4,16-30) negatief, in Kafarnaüm (4,31-43) positief. Door deze tegengestelde reacties op Jezus’ optreden, komt helder aan het licht wie Jezus is en wat zijn missie is, en welke reacties dat oproept. Dan geeft 4,43-44 het vervolg aan: vanuit het begin in Galilea zal Jezus’ optreden zich onbeperkt tot het gehéle Joodse land uitstrekken.

Samenvattingen

Samenvattingen die de rode draad van het verhaal vasthouden, vermel-den het verloop van dit proces6. Hierbinnen springen 7,1 en 8,1-3 eruit als een soort tussenstations binnen de voortgang waarin de voorlopige balans wordt opgemaakt. Hierin wordt Jezus’ groeiende invloed in de breedte van het gehele land en volk Israël, en in de diepte van het mens-zijn in psychologisch en sociaal opzicht vermeld. Jezus is er voor het hele volk en voor de hele mens. Hij overschrijdt slechts één keer de geografi-sche grens van Israël (8,26). De ‘heling’ (ª 1,160) van God die omziet naar zijn volk wordt daarin geschilderd doordat het koningschap van God baanbreekt. De ‘auto-basileia’ (ª 1,344) gaat vanaf 5,1 op zoek naar men-sen om dit koningschap van God op aarde te verwerkelijken: de ‘socio-basileia’.

Hierop volgend treffen we in 9,51 weer een belangrijke ‘marker’ aan. Op plechtige wijze wordt een nieuwe focus binnen het ‘optrekken’ (ª 1,76) van Jezus in het gehele Joodse land vermeld:

En het geschiedde, toen de dagen van zijn opneming vervuld waren, dat Hij zelf zijn aangezicht vestigde om naar Jeruzalem op te trekken. Hiermee geeft Lucas het be-gin van een volgend hoofddeel aan, het reisverhaal naar Jeruzalem (9,51-19,28), gevolgd door het laatste deel, Jezus in Jeruzalem (19,28-24,53).

En het geschiedde...

Met deze typisch lucaanse woorden waarmee het verhaal in 1,5 is begon-nen (ª 1,74), wordt hier een nieuwe inzet gemaakt. Het klinkt hier weer voor het eerst sinds 3,21. Alle pericopen van de eerste serie van zeven die nu volgen worden met deze woorden ingezet en ook daarna klinkt het

5. In 5,17 in een opsomming van alle delen van het land Israël. In 8,26 als aanduiding van het grensgebied van Israël met heidens land. Noemt Lucas het een keer, is het om het erte-genover liggende gebied aan te duiden. In 17,11 geeft het aan dat Jezus door Galilea heen-trok naar Jeruzalem. Eigenlijk is 24,6 de enige keer dat uitdrukkelijk verwezen wordt naar Jezus’ optreden in Galilea.6. 5,15-17, 6,17-19, 7,1.17.21.29-30, 8,1-3 en 9,11 (ª 1,164; 220; 298). Zie ook verder bij 12,1. Het is bijzonder leerzaam hier goed op te letten en deze serie teksten achter elkaar te lezen.

12 lucas ™ acta | deel 2

regelmatig. Vanaf nu wordt het eigenlijke verhaal van Jezus en zijn volge-lingen verteld. Zijn oorsprong binnen de geschiedenis van God met zijn volk Israël is uitvoerig en gedetailleerd verteld in de parallelle verhalen met die van de profeet en voorloper Johannes de Doper. Jezus heeft de test op zijn roeping doorstaan en heeft zijn missie op programmatische wijze uiteengezet in de synagoge van Nazareth. Nu vertelt Lucas hoe Je-zus zijn missie gaat uitvoeren. Het eerste wat Hij gaat doen, is mensen deelgenoten maken van de heling van God en medestanders werven voor het komende rijk van God. De ene na de andere episode zet de nieuwe situatie die door Jezus’ komst is ingeluid in het licht. Steeds weer klinkt het bevrijdende: en het geschiedde...

Na de zeven verhalen van de ouverture uit het eerste hoofddeel (ª 1,11) volgen nu in het tweede hoofddeel drie keer zeven verhalen met een ze-kere parallelle opbouw. Aan deze indeling van zeven moet niet al te veel gewicht worden gegeven, maar voorzover deze ordening een beter over-zicht en inzicht in de gang van het verhaal biedt, is ze misschien bruik-baar. In een excurs aan het eind van dit hoofdstuk hierover meer.

Lucas 5,1-11

1 º En het geschiedde, toen de menigte op Hem aandrong om het woord

Gods te horen, dat Hij zelf aan het meer Gennèsaret stond, 2 º en

twee schepen zag liggen aan het meer. Maar de vis-sers waren van boord gegaan en spoelden de netten.

3 º En aan boord gaande op één van de schepen, dat van Simon was, vroeg Hij hem een weinig van het land af (het meer) op te varen. En neergezeten leerde Hij vanaf het schip de menigten.

4 º En toen Hij opgehouden had met spreken, zei Hij tegen Simon:

Vaar op naar de diepte en werp jullie netten uit voor de vangst.

5 º En Simon sprak ten antwoord: Meester, de hele nacht door hebben wij gezwoegd en niets ont-

vangen. Maar op jouw woord zal ik de netten uitwerpen!

6 º En dit gedaan hebbend sloten zij een grote me-nigte vissen in en hun netten stonden op scheuren.

7 º En zij wenkten hun makkers in het andere schip

1315 | petrus geroepen

om te komen en samen met hen te ontvangen. En zij kwamen en vulden beide schepen zodat ze zonken.

8 º En (dit) ziende, viel Simon Petrus neer aan de knieën van Jezus en zei:

Ga uit van mij, want ik ben een zondig man, Heer!

9 º Want verwondering omvatte hem en allen met hem bij de vangst van de vissen die zij samen ont-vangen hadden, 10 º en evenzo Jacobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die Simons metgezellen wa-ren. En Jezus sprak tot Simon:

Vrees niet! Van nu af zul je ménsen in het leven behouden.

11 º En de schepen op het land trekkend en alles ach-terlatend volgden zij Hem...

Parallel passages: Matteüs 4,18-22 / Marcus 1,16-20 /

Johannes 21,1-117

Een programmatisch roepingsverhaal

Na uitgebreide inleidende verhalen, heeft Lucas in het vorige hoofdstuk Jezus’ missie op programmatische wijze uiteengezet met het verhaal van zijn optreden en toespraak in de synagoge van Nazareth. Daarin staat alles wat van Jezus verteld moet worden in notendop. In 4,14 is het ver-haal van Jezus’ openbare optreden begonnen. In de synagoge van Naza-reth proclameert Jezus dat de door de profeten van Israël beloofde tijd van bevrijding en heling is aangebroken (4,21): Jezus begon te zeggen: heden is dit Schriftwoord vervuld in jullie oren. Direct daarna vertelt Lucas van het gezaghebbende woord dat Jezus spreekt én waarmee Hij handelt. Jezus roept mensen vrij uit het machtsgebied van de duivel en verleent hen toegang tot het machtsgebied van God. Zo heeft Jezus dat uitgeroepen in zijn ‘Nazareth-Manifest’ (4,16-30). Nadat de demonen aangesproken en geweken zijn voor het nieuwe regime van God, worden nu mensen genodigd daaraan deel te nemen. Het eerste verhaal dat Lucas nu in zijn tweedelige geschiedwerk opneemt over Jezus’ rondtrekken door Israël, is een verhaal waarin Jezus mensen oproept Hem te volgen. Dit typeert Jezus.

7. Dit is een bijzondere parallel omdat het als een verhaal van de verschijning van de opgesta-ne Heer verteld wordt. Er zijn overeenkomsten en verschillen. Waarschijnlijk is het een echo op Lucas 5,1-11 en een bespiegeling op de weergave van de tafelgemeenschap van Lucas 24.

14 lucas ™ acta | deel 2

De Jezus-beweging begint om zich heen te grijpen

De eerste ronde (4,31-41) wordt geschetst in drie korte scènes8. Hierin la-zen we hoe Jezus leert en bevrijdt in bezet gebied en hoe aanvankelijk op zijn optreden gereageerd wordt (ª 1,335v.). Hier in 5,1v. begint een nieu-we ronde. Jezus heeft vanaf het begin andere mensen betrokken in zijn missie om de beloften van heling uit de Schrift te vervullen. Met andere woorden: hier wordt verteld hoe ook anderen gegrepen worden door het geschieden van het woord Gods. Hier gaat het om de vraag of en hoe zij zich openstellen voor de oproep die uitgaat van deze gebeurtenissen.

Het solo-optreden van Jezus hiervoor wordt programmatisch beschre-ven. Zo begint Lucas in hoofdstuk 5 op parallelle wijze te vertellen hoe de beweging van Jezus om zich heen grijpt en hoe daardoor iets van het komende rijk Gods zich verwerkelijkt in de mensenwereld. Dit laatste wordt nog eens onderstreept door de grote rol die Simon Petrus speelt in het gehele tweedelige werk van Lucas. Het toont het programmatische van de roeping van een individu afkomstig uit de menigten. Het is het pa-troon van veel verhalen. De menigten komen op Jezus af. Lucas zoomt in op een ontmoeting van Jezus met een of meer individuele mensen. Als eerst geroepene zal Petrus ook de leider van de twaalf apostelen worden (zie bij 6,14). Hij zal de eerste getuige van de Opgestane zijn (24,34). En na Jezus de leider worden van de nieuwe beweging (Acta 2,14).

Het begin(sel) van ‘kerk’

Deze eerste episode loopt dan ook uit op die van de roeping van de twaalf apostelen (zie boven). Er komt een nieuwe gemeenschap van mensen met een nieuwe, helende, wijze van omgang. Dit is het begin, de wording van de beweging die later geëerd werd met de naam ‘kerk’, kyriake. Dat betekent: bij de Heer, Jezus, horend. Alle beginselen van die beweging liggen in dit verhaal besloten. Dit eerste verhaal is een programmatisch roepingsverhaal. Hierin staat alles over het volgen van Jezus, wat in latere ontmoetingen en verhalen uitgebreider aan de orde komt. Hier wordt symbolisch geschiedenis geschreven. Het verhaal van de roeping van Jezus in zijn doop (3,21-22) gaat vooraf aan zijn openbaar optreden. Zo begint het verhaal, waarin de reactie en het respons op Jezus’ optreden verteld wordt, ook met een roepingsverhaal. Vanaf nu zien we Jezus zich

8. In 4,31-37 (synagoge van Kafarnaüm, leer en bevrijding van een bezetene), in 4,38-40 (ge-nezing in het huis van Simon) en in 4,40-41 (vele genezingen). In 8,22-56 zien we dat Lucas een zelfde opbouw geeft aan gelijksoortige verhalen.

1515 | petrus geroepen

inzetten om mensen warm te maken voor het koningschap Gods. Want dat is zijn missie:

Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het koningschap Gods brengen,want daartoe ben Ik gezonden. En Hij verkondigde steeds in de synagogen van het Joodse land (4,43-44).

De menigten dringen aan om het woord Gods te

horen van Jezus

De synagoge was de gebruikelijke plek waar Jezus in gesprek ging met zijn volksgenoten. Hier gaf Hij onderwijs (ª 1,303). Die principiële han-delwijze heeft Lucas aan het begin van Jezus’ optreden al uitdrukkelijk vermeld (4,15.16.31.33.44). Maar vanwege de enorme aantrekkingskracht die Jezus blijkbaar op de mensen had, drongen ze aan op Hem, zodat Hij naar de rand van het meer gedwongen werd. Dit was geen incident, maar kwam geregeld voor9. Het is wel heel bijzonder dat dit het eerste is dat Lucas hier vertelt in zijn verhaal over Jezus. Die plaats was dus niet zijn eigen keuze. Zo wordt het bedreigende water de plek waar over ‘in le-ven behouden’ gesproken wordt (vgl. 8,33). Ook de grote toeloop heeft zelfs iets bedreigends10. Maar Lucas benadrukt alleen de gretigheid van de mensen om het woord Gods te horen, het zojuist genoemde evangelie van het koningschap Gods. Lucas formuleert zorgvuldig. En hij vat zo alles samen wat in de hoofdstukken 1-4 is gezegd over Gods geschiedenis met Israël en Zijn voortgaand komen. Tot aan het einde van het verhaal lezen we dat de menigten (ª 1,237) op Jezus afkomen om te horen (6,18).

Jezus’ wegbereider en voorloper, de profeet Johannes, zette in met de verkondiging van het woord Gods (3,2)11. Jezus gaat in zijn spoor verder

9. De formulering in èn hestoos, een conjugatio perifrastica (ª 1,332 noot 5), maakt duidelijk dat dit een vaker voorkomende situatie was, zoals ook in 4,44, èn kerussoon, verkondigde steeds. Je zou dus ook kunnen vertalen: en Hij zelf steeds... stond. Ook in 5,16 wordt Jezus’ reactie op die wijze geformuleerd.10. Epikeisthai, zie verder 23,23. In Acta 27,20 wordt het gebruikt van een bedreigende storm. In Marcus 2,13; 3,7.9; 4,1 lezen we over de publieke pressie op Jezus die Hem uit zelfbe-scherming doet uitwijken naar de oevers van het meer om daar zijn toevlucht te nemen in een schip. Lucas vermeldt dit niet uitdrukkelijk.11. Zie verder 8,11.21; 11,28; Acta 4,31; 6.2.7; 8,14; 11,1; 12,24; 13,5.7.44.46.48; 16,32; 17,13; 18,11. In Acta krijgt het begrip het woord Gods meer en meer de betekenis van bericht over Jezus, in plaats van de aanvankelijke betekenis van bericht van Jezus. Het wordt dan een uitdrukking voor de christelijke verkondiging, zoals ook Paulus dat doet in Romeinen 9,6; 1 Korintiërs 14,36; 2 Korintiërs 2,17; 4,2; 1 Thessalonicenzen 2,13. In Acta lezen we hoe het woord Gods een bijna zelfstandig bestaan heeft, 13,48. Het vermenigvuldigt zich, 6,7; 12,24; het versterkt, 19,20; en bemiddelt heling, 13,26.

16 lucas ™ acta | deel 2

om als profeet het woord Gods te verkondigen. Lucas gebruikt in zijn formulering steeds de woorden van de Septuaginta om de continuïteit met Israëls profetische traditie aan te geven12. In Jezus’ woorden had-den de mensen de kracht van God ervaren (4,32.36). Ook van Johannes’ verkondiging werd vermeld dat de mensen er massaal gehoor aan gaven. De menigten trokken uit om door Johannes gedoopt te worden en zich om te keren naar God (3,7-18). Nu komen ze op Jezus af. Lucas formu-leert ook met dit woord zorgvuldig. Het is belangrijk om, naarmate het verhaal vordert en de meningen ten aanzien van Jezus uiteen gaan lopen, zijn aanduidingen van groepen mensen goed te onderscheiden. Lucas wil de respons op Jezus’ optreden binnen Israël nauwkeurig weergeven.

Met volk bedoelt hij het volk Gods, Israël (voor het eerst in 1,10; ª 1,81); met menigte duidt hij op neutrale wijze een onbestemde massa aan. Ou-derwets, maar mooi ‘schare’ genaamd, in het Engels ‘the crowd’. Dan ge-bruikt hij nog nader bepaalde aanduidingen van groepen: leerlingen (voor het eerst in 5,30) en apostelen (voor het eerst in 6,13).

Met het woord menigte als (bijna) eerste en laatste woord in het Grieks van 5,1-3 omlijst Lucas de korte introductie van de roeping van Simon. Zo typeert Lucas Jezus’ optreden en het effect op de mensen: Jezus vol-doet aan de dringende wens van de massa die Hem belaagt en geeft on-derwijs aan de menigten.

Een schip als kansel aan het begin en aan het einde

Volgens de gewoonte van de Joodse rabbi’s geeft Jezus zittend zijn on-derwijs. Opvallend genoeg vanuit een schip, vanwege de mensenmassa die op Hem aandrong. Vanaf nu zal Hij steeds door de menigte omgeven zijn.

Het ligt voor de hand dat deze scène zich in de vroege morgen afspeelt. Het spoelen van de sleepnetten gebeurt namelijk ’s ochtends vroeg, na terugkeer van de nachtelijke vangst. Vaak werkten twee schepen samen in de vangst.

Vanwege de publieke pressie koos Jezus ook deze keer voor een schip, dat daar op de oever getrokken was. Dat brengt Jezus in contact met Si-mon, die Hij kende vanwege zijn schoonmoeder (4,38). Jezus steekt van wal en geeft onderwijs vanaf het ruime water van het meer. De andere evangelisten13 noemen het ‘meer’ de ‘zee, thalassa, van Galilea’ en geven daarmee een universalistische toets aan deze gebeurtenis. De zee wordt

12. Zie onder andere 1 Samuël 9,27; 2 Samuël 16,23; 1 Koningen 12,22; 1 Kronieken 17,3.13. Marcus 1,16 en Matteüs 4,18.

1715 | petrus geroepen

immers geassocieerd met de ‘volkerenzee’ vanwege Jesaja 8,23 en vanwe-ge het feit dat de toenmalige bewoonde wereld zich vooral rondom ‘de zee’ (de Middellandse Zee) schaarde. Lucas bouwt zijn universalistische visie op Jezus juist op vanuit de continuïteit met Israël en heeft nog een geheel tweede deel aan zijn evangelie toegevoegd om dat uit te werken. Lucas betoont zich bovendien een kenner van de zee, getuige de literaire kwaliteiten van de zeereis en de schipbreuk in Acta 27. De beweging van Jezus begint hier in het kleine vissersscheepje op het meer van Galilea kringen in het water te trekken en zal uiteindelijk op bevel van koning Agrippa en de Romein Festus de grote zee oversteken op een Romeins schip op weg naar Rome.

Wonderbare visvangst?

De beide versies van de roeping van Simon (en zijn broer Andreas, die Lucas hier niet noemt, maar wel in 6,14) in het evangelie van Matteüs en Marcus vertellen alleen Jezus’ roep: Kom achter Mij en Ik zal jullie vissers van mensen maken. Louter gevolgd door de constatering dat ze onmiddellijk de netten uit hun handen lieten vallen en Jezus volgden. De lezer blijft met de toenmalige getuigen vol verwondering achter en vraagt zich af wat dat voor iemand is die zo’n krachtige impact op mensen heeft.

Lucas vertelt dit gebeuren op eigen wijze. Ten onrechte heeft het de titel ‘de wonderbare visvangst’ gekregen. Hierdoor krijgt het verhaal de lading van een soort natuurwonder en wordt de focus totaal verkeerd gericht.

Lucas maakt hierin enige omtrekkende bewegingen rondom ‘het lege midden’14: het geheim van Jezus’ woorden en daden die door mensen als woorden en daden van God worden ervaren. Het heeft de vorm en de functie van een roepingsverhaal.

Het leven ont-vangen

De bekende en meest gebruikte bijbelvertalingen in het Nederlands taalgebied15 verhullen de diepte dimensie die Lucas aanbrengt in dit ver-haal. Daarmee worden de volgelingen op een verkeerd spoor gezet.

14. In Johannes 21,1-14 wordt een andere versie van dit verhaal als verschijningsverhaal van de Opgestane Heer verteld, waarin Jezus zich openbaart aan de leerlingen. Hier staat het ge-heim van het ‘lege midden’ helemaal centraal. Petrus wordt na zijn verloochening van Jezus door Hem opnieuw in ere hersteld als nieuw geroepene.15. De NBG uit 1951, de Willibrord, Groot Nieuws en in hun spoor helaas ook de Nieuwe Bijbelvertaling.

18 lucas ™ acta | deel 2

Als voorbereiding van de concluderende slotzin in vers 10 speelt Lucas drie keer met varianten van het werkwoord ‘ontvangen’. Genoemde ver-talingen geven dat weer met ‘gevangen’ (in 5 en 9) en ‘helpen’ (in 7). Als je gewoon letterlijk vertaalt wat er staat en niet probeert weer te geven wat je denkt dat de strekking van de woorden is, kom je bij 5:5 uit op: Meester, de hele nacht door hebben wij gezwoegd en niets ontvangen. Maar op uw woord werp ik de netten uit!. 5:9 luidt dan: bij de vangst van de vissen die zij samen ont-vangen hadden. En 5:7: En zij wenkten hun makkers in het andere schip om te komen en met hen te ont-vangen16. Wanneer je deze drie keer het werkwoord ‘ontvangen’ wegvertaalt, mis je de pointe van het verhaal. Bovendien geeft de woord-speling die toevallig en gelukkigerwijs in het Nederlands optreedt met de woorden ‘vangst’ en ‘ont-vangen’ een extra steun in de rug om deze dieptedimensie van dit verhaal te verstaan. Bovendien introduceert Lu-cas hier heel subtiel het motief van het ‘samen’ zijn en doen ‘met’ Jezus. Verderop in het verhaal zullen we lezen dat dit motief tot de essentie van het leerling-zijn van Jezus behoort (6,17).

Mensen vangen?

Met de slotconclusie van dit roepingsverhaal wordt de toon gezet van het verhaal. Namelijk de aard van het discipelschap. Wie dan met ge-noemde vertalingen in de hand leest: Van nu aan zult gij mensen vangen, be-gint het vanaf dit moment benauwd te krijgen. Ten onrechte, want in het Grieks staat er gewoon iets heel anders en het is onbegrijpelijk dat de vier vertalingen eensgezind de mist in gaan. Het Grieks gebruikt hier een werkwoord dat vanuit de Septuaginta de betekenis heeft van mensen die in gevaar zijn het leven (daar ligt de nadruk op) te redden17. Van nu af zul je ménsen in het leven behouden, of mensen vangen ten leven. Maar het Neder-landse woord ‘vangen’ zou ik in deze gehele pericoop liever vermijden vanwege de negatieve associaties die dit woord in dit verband oproept18. Het gaat juist niet om gevangen nemen, en zeker niet om de vergelijking

16. In 5,5 staat het werkwoord lambanein, ontvangen; in 5,7 en 9 sul-lambanein, letterlijk: samen ontvangen, helpen.17. Het Griekse dzoogreoo is een samenvoeging van dzoös, levend, en agreoo, vangen (waarvan af-geleid is agra in 5,4, vangst) en komt in de betekenis van ‘laten leven’ voor in Numeri 31,15.18 als vertaling van het Hebreeuwse haja, leven; Deuteronomium 20,16; Jozua 2,13; 6,25; 2 Sa-muël 8,2; 2 Kronieken 25,12. In het Nieuwe Testament alleen hier en in 2 Timoteüs 2,26.18. Vgl. het grote olieverfschilderij in het Rijksmuseum te Amsterdam, ‘De Zielenvisserij’, van Adriaen Pietersz van de Venne, 1614 waarop protestanten en katholieken vanuit bootjes vissen naar mensen, terwijl op de oevers de machthebbers staan te kijken. Een grote regen-boog omvat het gehele tafereel.

1915 | petrus geroepen

met de visvangst. Heerlijk vrij zwemmend in de wijde wereldse wateren en dan plots onvrijwillig in het enge net verstrikt raken en op het droge terechtkomen waar je als vis geen levenskansen hebt. Wie deze verge-lijking doortrekt – zoals de vertalingen suggereren – naar het leerling worden en volgen van Jezus, wordt dus direct aan het begin wel op een heel verkeerd pad gebracht. Het is geen erg aanlokkelijk vooruitzicht dat volgelingen voorgespiegeld wordt.

Het gaat Jezus er juist om mensen in het leven te behouden. Het gaat Hem om de heelheid van het leven van een mens met God, zichzelf en anderen. In het wonderlijke dat de visser Simon overkomt, wordt juist de diepte van het geheim van het volgen van Jezus ervaren. Het gaat om ‘levend’ en ongeschonden de vissen uit het water te halen. Zij worden omgeschoold tot leerlingen van Jezus. Met zijn gezaghebbende woor-den en ontzagwekkende werken heeft Hij niets anders op het oog dan hetgeen Hij geproclameerd had in de synagoge van Nazareth. Namelijk: het in het leven behouden van mensen, uit dood en bezetenheid. Jezus roept mensen vrij uit het verstikkende machtsgebied van de duivel en verleent hen toegang tot het bevrijdende machtsgebied van God.

Wie geconfronteerd wordt met misschien goedbedoelde, maar onaan-gename, opdringerige geloofspropaganda en bekeringsijver, kan de in-druk krijgen dat het evangelie echt ook zo bedoeld ís. De dwingerige en onvrije manier waarop mensen in zwakke momenten het enge net van het evangelie in gelokt en tegenspartelend voor hun leven in het schip der kerk gehesen worden, gaat in tegen alles wat Jezus voor ogen heeft gehad. Direct aan het begin van zijn openbaar optreden wordt dit dui-delijk gemaakt.

Overvloed op jouw woord

Eerst is er de vreemde opdracht van Jezus om overdag uit te gaan naar diep water om te vissen, terwijl ze de hele nacht, de juiste tijd om te vis-sen, al niets gevangen hadden. Het begint met een absurde opdracht van een rabbi aan een vakman. Een onmogelijke opdracht die strijdt met de logica van zijn vakkennis. Deze schijnbare ongerijmdheid geldt voor het hele evangelie en brengt het verschil tussen het menselijke en het god-delijke aan het licht. Het contrasteert het menselijke tekort en de godde-lijke overvloed. ‘De hele nacht gezwoegd en niets gevangen’. Jezus treedt daar op waar mensen dit tekort beseffen, toegeven en openlijk uitspre-

20 lucas ™ acta | deel 2

ken. Waar er openheid is voor kritische vragen als ‘waar doe ik het voor en waar leef ik voor’?

Maar daar blijft het niet bij. Simon was er bij toen Jezus de koorts bij zijn schoonmoeder verdreef (4,39). Zijn schoonmoeder, die hem vóór was in het dienen van Jezus. Toen had hij de kracht van Jezus’ woord al ervaren. Nu heeft hij Jezus zojuist horen spreken vanuit zijn eigen boot. En tegen alle logica in vertrouwt hij op Jezus’ woord: op jouw woord...19 Een mens breekt met het oude patroon. Hij laat zich gezeggen door deze mens, die als nieuwe Adam de schepping beheer(s)t. Jezus begint een spoor van vernieuwing en heling door de wereld te trekken. Overvloedi-ge ont-vangst, netten scheuren van overvloed, boten dreigen te zinken. Zo begint het verhaal van het beginsel van de kerk: in het menselijke te-kort staan we met lege handen, vertrouwend op Hem en de richting die Hij ons wijst, ook al lijkt het onmogelijk. De overvloedige vangst aan het begin van de weg van het woord Gods door de wereld doet vermoeden waartoe dit begin zal leiden.

Zwoegen en niets ‘ontvangen’, zegt Simon tegen Jezus die hij nota bene meester20 noemt, waarmee hij Hem veel gezag toekent. Hij ervaart het le-ven niet in de hand te hebben, niet te kunnen afdwingen. Simon gaat af op het woord van Jezus, waarmee hij al vóór het onderwijs vanaf zijn schip geconfronteerd was (4,38-39). Daarmee kent deze beroepsvisser Je-zus een gezag toe op vreemd terrein. Hij schenkt Hem een ongekend vertrouwen. Een moedige daad, mogelijk deels ingegeven door de wan-hoop het leven zelf niet te kunnen vangen. Hiermee geeft Simon de es-sentie van het geloof van de volgeling weer.

Zo maakt hij de handen vrij om het leven te ont-vangen. Met de volle, bijna scheurende netten vis, ontvangt hij leven, dat hij deelt met zijn collega’s. Samen met hem ont-vangen zij overvloed van leven. Dat is wat Jezus mensen wil laten ervaren.

19. Ik vertaal de tweede persoon enkelvoud in de gesprekken tussen Jezus en mensen meest-al met ‘jij’ en ‘jouw’ in plaats van de beleefdheidsvormen ‘u’ en ‘uw’. In een enkel geval geef ik het met ‘Ge’ of ‘Gij’ weer (zoals dat in de Brabant klinkt), omdat dit zowel nabijheid als respect uitdrukt. Dat zou wel recht doen aan het respect ten opzichte van Jezus, maar is toch te afstandelijk en formeel. Het Grieks kent die beleefdheidsvorm ook niet. 20. Epistatès, komt alleen bij Lucas voor: 8,24.45; 9,33.49; 17,13. Lucas gebruikt nooit de Jood-se titel ‘rabbi’ zoals de andere drie evangelisten, waarschijnlijk omdat dat voor niet-Joodse lezers onbegrijpelijk zou zijn.

2115 | petrus geroepen

Roeping van Jesaja-Simon Petrus

De naam van God wordt hier nog niet uitdrukkelijk genoemd. In dit programmatische eerste verhaal wordt Gods aanwezigheid alleen ver-huld aangeduid. Omdat dit zo’n groot mysterie is, noem ik dat het ‘lege midden’. In de reactie van Simon komt dat besef naar voren: Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Heer! Deze woorden verwijzen naar die van de grote profeet Jesaja die met een dergelijke uitroep reageerde op een ervaring van God in een visioen21. Jesaja 6:1-722:

1 º In het sterfjaar van koning Uzzijahoe zag ik mijn Heer zitten op een troon, hoog en verheven, en zijn zomen vulden de tempel.

2 º Serafim stonden rondom boven Hem: zes vleugels, zes vleugels voor ieder; met twee verhulde Hij zijn aangezicht, en met twee verhulde Hij zijn voeten, en met twee vloog Hij.

3 º En de een roept de ander toe en spreekt: ‘Heilig, heilig, heilig, JHWH van de machten, de volheid van de gehele aarde (is) zijn heerlijkheid’. 4 º En de deurposten beefden van de stem van de roepende en het

huis werd gevuld met rook.

5 º En ik sprak: ‘Wee mij, want ik ga ten onder, want een man onrein van lippen (ben) ik,

en temidden van een volk onrein van lippen woon ik, want de Koning, JHWH van de machten, heb ik met mijn ogen

gezien!’

6 º En naar mij vloog één van de serafim en in zijn hand een gloei-ende kool, die hij met een grijptang van het altaar genomen had.

7 º En hij raakte mijn mond aan en hij sprak: ‘Zie, deze heeft je lippen aangeraakt en je overtreding wijkt en je

zonden zijn bedekt’.

21. De roeping van de profeet vindt plaats op een moment van crisis waarin de koning sterft en er een machtsvacuüm ontstaat. Jesaja 6,1-8: ‘In het sterfjaar van koning Uzzia’. De koning gaat dood, maar Gods verhaal gaat verder. In 2 Kronieken 26,1-23 wordt van koning Uzzia gezegd (In 2 Koningen 15,1-7 Azarja geheten) dat zijn regering goed begon, maar toen hij machtig werd ging het mis. Juist toen hij dacht zelf te kunnen gaan offeren op het hoofdaltaar ging hij als koning over een grens. Hij werd melaats. Terwijl deze aardse machthebber sterft, openbaart zich de hemelse machthebber en wordt Jesaja geroepen om dat te verkondigen. 22. Het vervolg vanaf vers 8 staat bij Lucas 8,10.