Lied Aanleren ‘Fruitsalade’

1
Lied aanleren ‘Fruitsalade’ Ontwerp Ik wil het liedje aanleren aan groep 6. Deze groep bestaat uit 24 leerlingen: 14 jongens en 10 meisjes. Deze leerlingen hebben elke vrijdagochtend een uur muziekles, waarin ze meestal zingen of met een xylofoon of klokkenspel muziek maken. De leerlingen hebben vanaf groep 4 muziekles gekregen. Het lesdoel van deze les luidt: De leerlingen van groep 6 kunnen aan het eind van de les gezamenlijk het lied ‘Fruitsalade’ zingen op de goede toonhoogte. Muzikale Opening Ik zal eerst het liedje twee keer laten afspelen, zodat de leerlingen het liedje goed kunnen horen. Daarna zal ik de leerlingen enkele vragen stellen: ‘Wat vinden jullie van het liedje?’ en ‘Wat valt er op aan het liedje?’. Vervolgens laat ik het liedje nogmaals horen en vraag ik de leerlingen of ze alle genoemde fruitsoorten willen noteren op een blaadje. Wanneer dit gebeurt is, vraag ik enkele leerlingen of ze een gehoorde fruitsoort willen opnoemen. Wanneer alle fruitsoorten genoemd zijn die in het liedje voorkomen, gaan we over naar de kern. Kern Eerst zal ik het liedje zelf eenmaal voor zingen, zonder muzikale begeleiding. Daarna vraag ik of de leerlingen willen meetikken met het ritme waarop ik zing. Hierdoor maken de leerlingen kennis met het ritme en zullen ze het daarna sneller kunnen zingen. Daarna wil ik met de leerlingen bespreken wat de moeilijke punten van het liedje zijn, zoals bij frambozen, maar ook dat het ritme versnelt vanaf papaja. Ik wil samen met de leerlingen manieren vinden om zo goed en vlug mogelijk dit te begrijpen en goed te kunnen zingen. Verwerking Nu wil ik het liedje gezamenlijk met de leerlingen zingen. Ik doe dit eerst zonder muzikale begeleiding. Ik verwacht dat de leerlingen na vier keer zingen het liedje al wel aardig kennen. Als dit zo is, doe ik het met muzikale begeleiding van de CD. Wanneer dit nog niet zo is, oefenen we nog enkele malen zonder deze begeleiding. Op het moment dat ik de CD er bij pak, wil ik het gezamenlijk zingen met de muzikale begeleiding. Dit wil ik ook vier keer oefenen. Ik verwacht dat dit genoeg is. Afsluiting Na het oefenen, wil ik in de afsluiting het liedje tweemaal zingen. Ik zeg tegen de leerlingen dat we het voor de laatste keer gezamenlijk gaan zingen. Als ik zie dat de leerlingen dit leuk vinden, wat ik wel verwacht, en we klaar zijn met de eerste keer zingen. Zet ik de CD nogmaals aan en zingen we het nummer nog een keer. Ik complementeer de leerlingen voor het goede meewerken en het mooie zingen, en ik vertel hen dat wel het nummer volgende week nog wel eens zullen zingen. Reflectie

description

-

Transcript of Lied Aanleren ‘Fruitsalade’

Page 1: Lied Aanleren ‘Fruitsalade’

Lied  aanleren  ‘Fruitsalade’        Ontwerp  Ik  wil  het  liedje  aanleren  aan  groep  6.  Deze  groep  bestaat  uit  24  leerlingen:  14  jongens  en  10  meisjes.  Deze  leerlingen  hebben  elke  vrijdagochtend  een  uur  muziekles,  waarin  ze  meestal  zingen  of  met  een  xylofoon  of  klokkenspel  muziek  maken.  De  leerlingen  hebben  vanaf  groep  4  muziekles  gekregen.    Het  lesdoel  van  deze  les  luidt:  De  leerlingen  van  groep  6  kunnen  aan  het  eind  van  de  les  gezamenlijk  het  lied  ‘Fruitsalade’  zingen  op  de  goede  toonhoogte.    Muzikale  Opening  Ik  zal  eerst  het  liedje  twee  keer  laten  afspelen,  zodat  de  leerlingen  het  liedje  goed  kunnen  horen.  Daarna  zal  ik  de  leerlingen  enkele  vragen  stellen:  ‘Wat  vinden  jullie  van  het  liedje?’  en  ‘Wat  valt  er  op  aan  het  liedje?’.  Vervolgens  laat  ik  het  liedje  nogmaals  horen  en  vraag  ik  de  leerlingen  of  ze  alle  genoemde  fruitsoorten  willen  noteren  op  een  blaadje.  Wanneer  dit  gebeurt  is,  vraag  ik  enkele  leerlingen  of  ze  een  gehoorde  fruitsoort  willen  opnoemen.  Wanneer  alle  fruitsoorten  genoemd  zijn  die  in  het  liedje  voorkomen,  gaan  we  over  naar  de  kern.      Kern  Eerst  zal  ik  het  liedje  zelf  eenmaal  voor  zingen,  zonder  muzikale  begeleiding.  Daarna  vraag  ik  of  de  leerlingen  willen  meetikken  met  het  ritme  waarop  ik  zing.  Hierdoor  maken  de  leerlingen  kennis  met  het  ritme  en  zullen  ze  het  daarna  sneller  kunnen  zingen.    Daarna  wil  ik  met  de  leerlingen  bespreken  wat  de  moeilijke  punten  van  het  liedje  zijn,  zoals  bij  fram-­‐bo-­‐zen,  maar  ook  dat  het  ritme  versnelt  vanaf  pa-­‐pa-­‐ja.  Ik  wil  samen  met  de  leerlingen  manieren  vinden  om  zo  goed  en  vlug  mogelijk  dit  te  begrijpen  en  goed  te  kunnen  zingen.      Verwerking  Nu  wil  ik  het  liedje  gezamenlijk  met  de  leerlingen  zingen.  Ik  doe  dit  eerst  zonder  muzikale  begeleiding.  Ik  verwacht  dat  de  leerlingen  na  vier  keer  zingen  het  liedje  al  wel  aardig  kennen.  Als  dit  zo  is,  doe  ik  het  met  muzikale  begeleiding  van  de  CD.  Wanneer  dit  nog  niet  zo  is,  oefenen  we  nog  enkele  malen  zonder  deze  begeleiding.  Op  het  moment  dat  ik  de  CD  er  bij  pak,  wil  ik  het  gezamenlijk  zingen  met  de  muzikale  begeleiding.  Dit  wil  ik  ook  vier  keer  oefenen.  Ik  verwacht  dat  dit  genoeg  is.      Afsluiting  Na  het  oefenen,  wil  ik  in  de  afsluiting  het  liedje  tweemaal  zingen.  Ik  zeg  tegen  de  leerlingen  dat  we  het  voor  de  laatste  keer  gezamenlijk  gaan  zingen.  Als  ik  zie  dat  de  leerlingen  dit  leuk  vinden,  wat  ik  wel  verwacht,  en  we  klaar  zijn  met  de  eerste  keer  zingen.  Zet  ik  de  CD  nogmaals  aan  en  zingen  we  het  nummer  nog  een  keer.  Ik  complementeer  de  leerlingen  voor  het  goede  meewerken  en  het  mooie  zingen,  en  ik  vertel  hen  dat  wel  het  nummer  volgende  week  nog  wel  eens  zullen  zingen.      Reflectie  -­‐