Landgenoten Zomer 2013

24
land genoten Magazine voor boer & buiten zomer 2013 | 34 www.vilt.be Een betere landbouw? dossier Agro-ecologie Zaadhandel in 2030 ‘Groter, complexer, duurzamer’ Wat met oude serres? Van algen tot CSA en kunst + Food Pilot, (Ex-)Danone-melkveehouders, schone technologie en veel meer

description

 

Transcript of Landgenoten Zomer 2013

Page 1: Landgenoten Zomer 2013

landgenoten

Magazine voor boer & buiten

zomer 2013 | 34

www.vilt.be

Een betere landbouw?

dossier Agro-ecologie

Zaadhandel in 2030‘Groter, complexer, duurzamer’

Wat met oude serres? Van algen tot CSA en kunst

+ Food Pilot, (Ex-)Danone-melkveehouders, schone technologie en veel meer

Page 2: Landgenoten Zomer 2013

www.sbb.be

heeft ruim 40 jaar ervaring als adviseur in de landbouwsector. U bent in elk -kantoor dan

ook verzekerd van een deskundige begeleiding inzake fi scaliteit, boekhouding, milieu- en bouw-

reglementering en alle belangrijke sectoraangiftes. Bovendien krijgen onze lokale kantoormede-

werkers ondersteuning van een eigen centrale studiedienst. Zo kunt u in alle omstandigheden rekenen

op het gespecialiseerd advies van uw -adviseurs. U bent toch ook liever zeker van uw zaak?

SBB Accountants & Adviseurs: Voor info of het -kantoor in uw buurt? Bel 070/222 673 of kijk op www.sbb.be.

Samen voor uw toekomst

“Er zijn wel 30.000 tuinders en landbouwers, maar slechts 1 zoals ik.”

LG VILT tuinder 210x270 maa11.indd 1 07-03-2011 09:23:47

Page 3: Landgenoten Zomer 2013

3

in dit nummer

06 Focus |Agro-ecologieWelke land- en tuinbouw hebben agro-ecologisten voor ogen? Wat betekent de theorie in de praktijk?

14 Boer & buur | Oude serresCreatieve invullingen van leegstaande serres: op verkenning door Vlaanderen. Van algenkwekerij tot kunstgalerij.

14 18

06 16

16 2030 | Het zaad van de toekomstHoe ziet de land- en tuinbouw en de zaaizaadsector eruit in 2030? De visie van Marc Ballekens van Semzabel.

18 Woord & wederwoord | ‘Aan tafel met Danone’Waarheen met onze melk? Twee melkveehouders praten met Danone.

en verder …

04 Koetjes & kalfjes 12 Wordt gevolgd

21 Provincie 22 (W)onderzoeker

beste

landgenoten

W at is beroepstrots? Wie daar een ant-woord op wil, praat het best eens met een landbouwer. Met melkveehouder

Johan Hillen bijvoorbeeld, die gastheer speelde voor de rubriek Woord & wederwoord in dit maga-zine. Tweemaal per dag melkt hij samen met zijn vrouw Ria 120 koeien, maar dat belet hem niet om tijdens zijn vrije tijd op zijn terras te genieten van een fraai groen landschap, opgevrolijkt door … een grote plastic koe.

Aan de volharding waarmee boeren en tuinders hun bedrijf runnen, kunnen veel werkende Vlamin-gen een puntje zuigen. De reportage leerde me dat tegenslagen soms vreten aan de nachtrust van de boer(in), maar zelden of nooit aan hun goesting om er de volgende dag weer in te vliegen. Eigen stoef stinkt misschien, maar volgens mij zijn jullie nog te bescheiden.

Dat boeren van aanpakken weten, blijkt ook uit onze zoektocht naar nieuwe bestemmingen voor oude serres. Aan creativiteit geen gebrek. Zonder deze karaktertrekken zou de zesmaandelijkse con-junctuurbarometer – die onder meer het onder-nemersvertrouwen in de Vlaamse landbouw meet – niet voor de derde keer op rij stijgen.

Veel leesplezier!

Wim FobeletsHoofdredacteur

PS: Het herfstnummer wordt naar goede gewoonte weer samengesteld door mijn directeur Griet Lemaire. Haar zoontje Cas, die even al haar aandacht opeiste, is ondertussen bijna vier maand oud.

22colofon Landgenoten wordt u aangeboden door VILT. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever VILT-voorzitter Josse De Baerdemaeker redactie en realisatie Jansen & Janssen Creative Content, www.jaja.be redactieadres VILT vzw, Koning Albert II-

laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire, Wim Fobelets redactieraad Josse De Baerdemaeker, Wanda Verdonck, Karolien Bracke, Inge Piessens, Sven Jacobs, Evelien Aerts, An Detelder, Guy Depraetere, Greet Riebbels, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Tine Lassuyt, Leen Guffens, Ine Vervaecke, An Van Acker, Bernard Biesbrouck, Nele Jacobs fotografie Philip Vanoutrive, Filip Claessens de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.

Page 4: Landgenoten Zomer 2013

4 landgenoten

Koetjes & kalfjes

4 landgenoten

Belgapom-secretaris Romain Cools kant zich tegen protectionisme in de voedingssector.

‘ Als de Amerikaanse fastfoodketen McDonald’s in Frankrijk alleen nog frieten van Franse aardappelen serveert, dan kunnen Fransen die patriottisme belangrijk vinden beter in de Frans-Belgische keten Quick eten.’

DE LANDGENOTEN-QUOTE

Vroeger vormde de boerderij het hart van het gemeenschapsleven. Om boeren en hun buren opnieuw dichter bij elkaar te brengen, lan-ceerden Cera en het Innovatiesteun-punt vorig jaar voor de tweede keer een Boerenburenplan. Maar liefst 46 teams bestaande uit landbouwers en plaatselijke verenigingen dien-den een project in, waaruit dit voor-jaar 9 projecten werden bekroond. Onder de laureaten: een klaslokaal met zicht op de koeien in de nok

Boeren en buren trekken samen aan de kar‘Farmer Style’Almaar minder landbouwers zorgen voor het voedsel van steeds meer mensen. Dus moet je als sector je ‘PR’ verzorgen en uitleggen waar je mee bezig bent. Drie broers, jonge landbouwers uit de Amerikaanse staat Kansas, hebben dat goed begrepen. ‘We’re working hard to raise your food’, zingen de Peterson Farm Bros in koor. Hun videoclips ‘Farmer Style’ en ‘I’m Farming and I Grow It’ werden meer dan 20 miljoen keer beke-ken! Intussen zijn het echte sterren die optredens ge-ven en t-shirts, posters, stickers en cd’s verkopen via hun webwinkel.

INFO www.facebook.com/PetersonFarmBros

VEELbEsprOKEN Op FAcEbOOK Ben je een kei in je vak, maar wil je je kennis over landbouw en platteland verruimen? Brengen de dieren jou tot rust, maar wordt de boerderij jou soms iets té rustig? En zoek je een uitdagen-de en sociale invulling voor dat beetje tijd dat je op overschot hebt? Dan is de opleiding tot plattelandsgids iets voor jou! Na een eerste basisjaar, samen met alle gidsen en reisleiders, leer je in het

tweede jaar de specifieke vaardigheden die van jou een plattelandsgids maken. Bij voldoende interesse zullen de centra voor volwassenen onderwijs in Diest en Gent de specialisatiecursus inrichten.

INFO

[email protected] (CVO Diest) of [email protected] (CVO Gent)

Plattelandsgids (m/v) gezocht

Page 5: Landgenoten Zomer 2013

5

Voor hoeveproducten moet je de boer op, maar waarheen? De makers van hoeveproducten.be en fermweb.be bundelen de krachten zodat je zoek-tocht voortaan start op één (web)adres: www.rechtvanbijdeboer.be. De website beschrijft de korte keten, en loodst de bezoeker naar het ver-kooppunt in zijn of haar buurt. Dat kan een hoe-vewinkel zijn, maar evengoed een boerenmarkt, automaat, zelfpluktuin of afhaalpunt van Voed-

selteams. Alle hoeve- en andere producenten uit de korte keten krijgen een vermelding. Voor 60 euro per jaar mag je het nieuwe label ‘Recht van bij de Boer’ gebruiken en loop je als produ-cent extra in de kijker, onder meer dankzij een uitgebreide bedrijfsfiche op de website.

INFO VLAM Korte Keten, contactpersoon: Sara De Preter, 02/552 81 58, [email protected]

Recht van bij de Boer

Op zondag 7 juli kan je in Bilzen het plat-teland écht beleven. Het kasteeldomein van Alden Biesen wordt voor één dag om-getoverd tot de grootste boerderij van de Lage Landen. Dieren, machines, demon-straties en proeverijen geven het zomers spektakel de uitstraling van een Britse country fair.

INFO www.land-en-tuinbouwdagen.be

Land- en tuinbouwdag Alden Biesen

Boeren en buren trekken samen aan de kar

TWITTErprAAT

piet Vanthemsche (voorzitter boerenbond):Ben verbaasd dat mensen verontwaardigd zijn als ze voor de prijs van paardenvlees effectief ook paardenvlees krijgen. Voedsel te goedkoop.

Kris peeters (Vlaams minister-president):De digitale land- en tuinbouwer. Recordaantal verzamelaanvragen (87%) en perceelaangiftes (95%) digitaal ingediend.

Plattelandsgids (m/v) gezocht

van een melkveestal, een ontmoe-tingsmoment tussen de plaatselij-ke KVLV-afdeling en de allochtone pluksters van een fruitbedrijf, en een workshop boter maken op de basis-school. De bekroonde teams ont-vangen een premie van 1.500 tot 2.500 euro en vakkundige begelei-ding om hun project uit de grond te stampen.

INFO www.facebook.com/boerenburenplan2012

52%

van de ruim 6,5 miljoen varkens in ons land leven in West-Vlaanderen. Omgerekend zijn dat er 3,4 miljoen, of bijna het drie-voud van het aantal inwoners in de provin-cie. Dat blijkt uit een studie van de Uni-versiteit Gent. Die suggereert ook dat het nuttig is om lokale ambtenaren, bijvoor-beeld door provinciale initiatieven, meer vertrouwd te maken met varkenshouderij.

cIJFEr#

Page 6: Landgenoten Zomer 2013

Geen idee of je de term al hebt horen vallen: agro-ecologie. Het

nog jonge gedachtegoed streeft naar een ecologischere land- en

tuinbouw. Maar hoe zien agro-ecologisten dat precies? En zijn er al

elementen waarmee je als Vlaamse boer of tuinder aan de slag kunt?

FocusAgro-ecologie

6 landgenoten 6 landgenoten

at is agro-ecologie?Agro-ecologie verenigt een wetenschap-pelijke discipline, een landbouwpraktijk en een sociaal-politieke beweging. De bena-dering brengt producenten, wetenschap-pers en consumenten samen. De aanhan-gers willen tot een zo natuurlijk mogelijke, economisch haalbare landbouwproductie komen. Ze zien ecologische landbouw als een gedeelde verantwoordelijkheid van de hele maatschappij, waarbij geen indirecte kosten met betrekking tot het eco systeem naar toekomstige generaties worden door-geschoven. Ze streven naar verandering

Een beterelandbouw?

W door verschillende wetenschappelijke sub-disciplines, de praktijk en zo veel mogelijk andere betrokkenen met elkaar in contact te brengen.

Wat verstaan agro-ecologisten onder een zo natuurlijk mogelijke productie?Agro-ecologisten stellen ‘genoeg’ in de plaats van ‘zo veel mogelijk’. Ze willen het grenzeloze productiviteitsdenken vervan-gen door een verhaal van voldoende pro-duceren binnen de lokale ecologische en sociale grenzen. Hierbij zijn optima be-langrijker dan maxima. Die laatste extra

kilo product per hectare hoeft niet echt. De agro-ecologisten focussen niet alleen op landbouwproductie. Ze vragen ook aan-dacht voor verspilling en overconsumptie en voor de herinrichting van de andere schakels in de wereldwijde voedselketen. De beweging benadrukt overigens niet al-leen het ecologische: ook een degelijk in-komen voor de boer is belangrijk, in onze streken, en zeker in ontwikkelingslanden.

Zijn er ook praktijkvoorbeelden van?Agro-ecologie beperkt zich niet tot biolo-gische of andere landbouwtechnieken. Er

Page 7: Landgenoten Zomer 2013

7

zijn wel verschillende initiatieven binnen de land- en tuinbouw die nauw bij de agro- ecologische principes aansluiten. De bewe-ging heeft veel aandacht voor biologische teelttechnieken, voor de ontwikkeling van lokale en regionale markten, en voor geslo-ten kringlopen. Daarbij worden restproduc-ten – ook alle nutriënten – hergebruikt en zijn externe hulpmiddelen zoals kunstmest zo goed als overbodig. Ook agro forestry, de combinatie van landbouwgewassen en bomen, geldt als een veelbelovend voor-beeld, net als niet-kerende bodembewer-king, groenbedekking en het onderhoud

wel: een Vlaamse landbouw met veel min-der veeteelt en minder export, maar met hogere prijzen voor de boer – inclusief vergoedingen voor het vermijden van een negatieve milieu-impact en het uitvoeren van landschaps- en natuurbeheer. De om-zetcijfers van de sector zouden allicht la-ger zijn, maar het inkomen van de boeren zou minstens even hoog moeten zijn. Wat dat als economische waarde voor de sec-tor oplevert, is nog koffiedik kijken.

Kunnen we niet beter stap voor stap naar een duurzame landbouw

van landschapselementen. Dat rijtje is zeker niet volledig: agro-ecologisten willen voor-al ook nieuwe mogelijkheden verkennen en helpen toepassen in de praktijk.

Wat blijft er in een agro-ecologische landbouw over van de huidige economische waarde van de sector?Dat is moeilijk in te schatten. Een Vlaamse agro-ecologische land- en tuinbouw ziet er alleszins helemaal anders uit dan de huidige sector. Agro-ecologisten geloven in lokale productieplafonds op basis van de draagkracht van het ecosysteem. Of-

16 lAnDBOuWErs

  In 2011 en 2012 vroegen 16 landbouwers de subsidie voor agroforestry aan bij de Vlaamse overheid.

3,7 MiljArD DOllAr

Zoveel kost de achteruitgang van de vleermuis in de VS extra aan gebruik van insecticiden met bijbehorende arbeidskost.

Page 8: Landgenoten Zomer 2013

8 landgenoten

Focus

evolueren in plaats van te dromen van een radicaal andere landbouw?Agro-ecologisten streven naar een ecolo-gische economie in een tijdperk waarin het vrijemarktdenken nog aan belang wint. En waarom zou een ecologischere land- en tuinbouw meer nodig zijn dan pakweg een ecologischere kledingindustrie of trans-portsector? Onze sector bewerkt veel open ruimte, maar houdt toch ook veel groen in

stand? De kritiek luidt dan ook dat agro-ecologisten de lat te hoog leggen. Aan-hangers zeggen dat je hoog genoeg moet mikken, of dat dwarsliggers de trein laten rijden. Legt agro-ecologie vandaag de ba-sis voor een nieuw landbouw- en voedsel-systeem of is het vooral een interessante gedachteoefening in ons dagelijkse stre-ven naar een duurzamere land- en tuin-bouw? De toekomst zal het uitwijzen…

7 quotes over agro-ecologie

Agro-ecologie INFO www.vilt.be > zoek op ‘agro-ecologie’ of kijk onder Duiding > Interview,www.vlaanderen.be/landbouw > zoek op ‘boslandbouw’, www.dewereldmorgen.be > zoek op ‘agro-ecologie’.

BOereNsteBuIteNtV

maakte hierover een reportage voor www.vilt.be > Video.

‘Het grote aantal sterk gespeciali-seerde schakels in de productie-keten zorgt voor een hoge efficiën-tie, maar verkleint de betrokkenheid van consumenten. Bovendien staat die verkokering de nodige geïnte-greerde oplossingen in de weg.’

erIk MathIjs prof. KU Leuven en medebezieler van het project The New Food Frontier

‘Het potentieel van agro-ecologie is overdui-delijk, ook voor geïndustrialiseerde landen die kunnen inzetten op de ontwikkeling van duur-zame, innovatieve technologieën. Maar er zal gigantisch veel meer geïnvesteerd moeten wor-den om dit potentieel naar de praktijk om te zetten. En onze boeren moeten hiermee ook degelijke inkomensperspectieven krijgen.’

Gert eNGeleN Vredeseilanden

‘Het Vlaams beleid biedt kansen om agro- ecologische principes ingang te laten vinden door milieu vriendelijke landbouwtechnieken te onder-steunen. Denken we maar aan de subsidies voor biologische landbouw, mechanische onkruidbe-strijding, de teelt van vlinderbloemige gewassen en boslandbouwsystemen.’

kOeN WelleMaNs ADLO

‘Het internaliseren van externe kos-ten, het doorrekenen van bijvoor-beeld landschaps- of milieudiensten in de prijs van voedsel, zou een on-derdeel moeten zijn van faire prijs-vorming. Vraag blijft natuurlijk hoe je dat inbouwt in de markt.’

PIet VaNtheMsche Boerenbond

‘Streven naar ‘minder milieuschade’ is geen uiting van agro-ecologie, maar van industriële landbouw vandaag. Biodiversiteit benutten als productiefactor en zo productiviteit en milieu tegelijk vooruithelpen, da’s agro-ecologie. Echte transitie komt nu al van onderuit, buiten het bestaande regime van al wie vandaag geld verdient aan landbouwers.’

jerOeN Watté Wervel

‘Het vooroordeel leeft nog altijd dat agro- ecologische en biologische landbouw samen-gaan met een aversie tegen technologie en menselijk vernuft. Nochtans maken zij gebruik van de continu voortschrijdende kennis over de complexe samenhangen in agro-ecosystemen en de manier waarop de mens daarop kan in-spelen met behulp van duurzame technologie.’

Geert IserByt Landwijzer

‘Zal agro-ecologie de wereld redden? Ik vrees van niet. Er zitten interessante ideeën bij. Maar hoe voed je op termijn 8 of 9 miljard mensen zonder heel efficiënte productietechnieken? Een combina-tie van een sterk ontwikkelde gangbare landbouw met meer ecologisch verankerde productiemetho-des waar het écht verantwoord en haalbaar is, lijkt me realistischer.’

heNdrIk VaNdaMMe, ABS

Page 9: Landgenoten Zomer 2013

9

ijn ouders hadden een klassiek melkveebedrijf met ongeveer 90 dieren. Tot Bavo Verwimp het be-

drijf zes jaar geleden begon om te schake-len naar een biologisch gemengd bedrijf. ‘Mijn basisprincipe is dat ik volledig agro-ecologisch werk’, zegt hij. ‘Het biolabel is vooral een meerwaarde voor de klant. Ik zie het als een manier om de agro-ecolo-gische aanpak rendabel te maken. Voor mij is het belangrijker dat ik met zo weinig mo-gelijk externe input werk. Alleen wat dier-lijke mest en kalk. Ik werk zo ecologisch mogelijk, doe ook aan agrarisch natuurbe-heer en ik produceer voor de lokale markt.’

Economische zorgenOp bioboerderij De Kijfelaar lopen nog 30 stuks vleesvee, die een expliciete plaats hebben in de werking van het bedrijf. Bavo: ‘We hebben er goede mest van en we voederen de dieren voornamelijk met voederbieten en met grasklaver van velden

Jawel, nu al zijn er collega-landbouwers die de agro-ecolo-

gische principes als bedrijfsfilosofie hanteren. Bioboer en

landbouweconoom Bavo Verwimp baat in het Kempense

Noorderwijk een bedrijf uit met vleesvee, akker- en tuinbouw

voor de rechtstreekse verkoop.

die terug op krachten komen. Of met af-val, bijvoorbeeld aardappelen die niet ge-schikt zijn voor menselijke consumptie.’ Naast de dieren kiest Bavo voor minder in-tensieve teelten als aardappelen en graan

(30 hectare), aangevuld met een veertigtal verschillende groenten die voor de direc-te afzet interessant zijn (1 hectare). ‘Ik ge-loof dat de duurdere gronden in Vlaande-ren op termijn enkel rendabel zullen zijn voor de productie van verswaren voor de lokale markt.’

in de KempenAgro-ecologie

‘ Mijn ouders vroegen zich vooral af of de nieuwe manier van werken wel rendabel zou zijn.’

INFO www.dekijfelaar.bewww.wervel.be

Z Bavo volgde een klassieke opleiding als landbouwingenieur (KU Leuven) en stu-deerde nadien nog landbouweconomie aan de UCLouvain. Na een aantal omzwer-vingen in landen als Chili kwam hij terug naar de Kempen, waar hij het bedrijf van zijn ouders overnam in combinatie met een halftijdse job bij de Vlaamse Land-maatschappij (VLM). Zijn ouders Gust en Hilda wonen en werken nog steeds op de boerderij. ‘In het begin waren ze vooral be-zorgd over het economische aspect’, ver-telt Bavo. ‘Voor de achterliggende filosofie hadden ze begrip, ze vroegen zich vooral af of de nieuwe manier van werken wel ren-dabel zou zijn. Maar we zijn nu zes jaar be-zig en het loopt goed. Niet dat alles zonder problemen verliep, maar het lukt aardig.’

rare kronkelsLandbouwtechnisch is er volgens Bavo heel veel mogelijk om anders te boeren. ‘De grote uitdaging voor de agro- ecologische

Page 10: Landgenoten Zomer 2013

10 landgenoten

FocusAgro-ecologie

‘ Ik besef dat het om een enorme ommezwaai gaat, die we niet van vandaag op morgen zullen realiseren.’

aanpak ligt in de economische omkade-ring’, vindt hij. ‘Ons huidige landbouweco-nomisch model is te veel afgestemd op de principes van de vrije markt. Maar die prin-cipes werken niet voor een sector die zo sterk afhangt van de natuur. Vraag en aan-

bod op elkaar afstemmen is bijvoorbeeld veel moeilijker. Je kan een koe niet vra-gen om enkele weken geen melk te leve-ren. Dat geldt voor de gangbare landbouw, maar ook voor de bioboeren.’

‘Boeren maken economisch bovendien rare kronkels. Het voortbestaan van hun boerderij is vaak belangrijker dan hun in-komen op korte termijn. Landbouwers denken vaak over generaties heen. De my-

the van de economische groei is trouwens ook in de landbouw hardnekkig. Als je een boer laat kiezen tussen een bedrijf met een melkquotum van 200.000 liter, of een van 400.000 liter met hetzelfde inkomen maar meer werk, dan gaat de overgrote meer-derheid voor de tweede keuze. Dat maakt het uiteraard moeilijk om rationele keuzes te maken in functie van vraag en aanbod. Maar het is ook een probleem als je de pro-ductie wil afstemmen op de draagkracht van je ecosysteem. Want in de natuur zijn er nu eenmaal grenzen aan de groei.’

Micro en macroAls agro-ecologische boer kun je mo-menteel vooral oplossingen zoeken op micro niveau, aldus Bavo: ‘Rechtstreekse verkoop, CSA (community supported agri-culture), diversificatie, fair trade, ecotoe-risme,… Maar ook met korte ketens staat de prijs onder druk. Het is dus nodig om op termijn ook op macroniveau te werken. Ik zie heel veel potentieel in het concept van de ecologische economie van Herman Daly, die uitgaat van de grenzen aan de

fysische omgeving. Zijn theorie geldt voor alle sectoren, maar omdat landbouw zo nauw verweven is met het ecosysteem en ook raakt aan basisrechten zoals voedsel, zou je de theorie gerust eerst op de land-bouw kunnen toepassen.’

‘Hoe dat dan moet? Ik besef maar al te goed dat het om een enorme ommezwaai gaat, die we niet van vandaag op morgen zullen realiseren. Maar dat wil niet zeg-gen dat je bij de pakken moet blijven zit-ten. Daarom engageer ik me ook bij de vzw Wervel om een rechtvaardigere landbouw te promoten. Concreet zou je in drie stap-pen moeten werken. Eerst bepaal je de schaalgrootte. Wat kunnen we produce-ren op onze beperkte grond en met een beperkte ecologische draagkracht? Dan verdeel je de koek tussen landen, regio’s en de boeren zelf. Stap drie is dat je kijkt hoe je de beperkte grond, de beperkte in-put zo efficiënt mogelijk kunt inzetten, hoe je gaat produceren. Het lijkt misschien ver weg in een tijd waarin de vrije markt alles bepaalt, maar als voldoende mensen over-tuigd raken, is er veel mogelijk.’

Naam: Bavo Verwimpbedrijf: Bioboerderij De Kijfelaar in Noorderwijkspecialisaties: Vleesvee, akker- en tuinbouw, rechtstreekse verkoop

Page 11: Landgenoten Zomer 2013

GIDSHelp ons de landbouw

van morgen bekendmaken!

zkt.

Surf naar www.veldverkenners.be en deel je boerderij acties, je knowhow en meningen met het brede publiek.

Volg ons en deel www.facebook.be/

veldverkenners

Page 12: Landgenoten Zomer 2013

12 landgenoten

Wordt gevolgd

H et is nog rustig als we aan-komen op de site van het Instituut voor Landbouw- en

Visserijonderzoek (ILVO). ‘Ik ben hier altijd rond halfacht’, zegt Katleen Coudijzer, al sinds de start in 2011 manager van de Food Pilot, het resultaat van een samenwerkings-verband tussen ILVO en Flanders’ FOOD. Het is het enige moment van de dag waar-op ik ongestoord door mijn mails kan gaan.’

Vacuüm appelsapIets voor acht trekt Katleen haar schort aan om naar de fabriek te gaan. Tussen de machines door begroet ze Jari en Hans, die alle machines bedienen, en samen over-lopen ze het programma voor vandaag. ‘We hebben hier een heel arsenaal aan machines staan. Klanten kunnen in de Food Pilot terecht voor kleinschalige tests: onze UHT-machine draait al vanaf 35 liter, terwijl je voor industriële tests minstens

10.000 liter nodig hebt. Nog een voor-deel: als klanten hun producten hier laten testen, kan hun eigen productielijn onder-tussen blijven lopen.’

‘Vandaag maken we appelsap met onze nieuwe fruitpers, die werkt met een vacuümpomp. De machine vermaalt het fruit, en het sap wordt dan door de zeef gezogen omdat de machine het extractievat vacuüm trekt. Zo bevat het sap minder zuurstof en meer antioxidantia. Straks gaan de operatoren het sap ook pasteuriseren, om de houdbaarheid te verlengen.’

224 tests‘Wat we al allemaal hebben ontwikkeld? Laagcalorisch roomijs en geitenmelk-yoghurt, bijvoorbeeld. Of preipoeder, door het groen van de prei te drogen. Nor-maal gooien we dat groen weg, terwijl het nog heel wat waardevolle voedingscom-ponenten bevat. Dat poeder hebben we

verwerkt in preikaas, preibrood en prei-pasta. Wij spreken daarom ook liever van nevenstromen dan van reststromen. Met de antioxidantia uit nevenstromen proberen we nu bijvoorbeeld charcuterie te bereiden die langer bewaart. Zo hebben we minder artificiële bewaarmiddelen nodig’, vertelt Katleen.

Om de haverklap wordt ons gesprek onder-broken door telefoontjes. Katleen staat in voor de contacten met klanten. ‘En die zijn heel divers: grote bedrijven, kleine kmo’s, en bij wijze van spreken ook de slager om de hoek. Landbouwers zijn zeker welkom,

‘ Nevenstromen bevatten nog heel wat waardevolle voedingscomponenten.’

Food Pilot tussen laboratorium en industrie

Van geitenmelkyoghurt over

preikaas naar fruitsap dat extra

lang bewaart: de Food Pilot lijkt

wel tien jaar voorop te lopen. Het

team van Katleen Coudijzer test

en optimaliseert nieuwe producten

en ingrediënten op vraag van

bedrijven. Verslag van een dag

met een futuristisch tintje.

Het sap dat uit deze fruitpers stroomt, bevat minder zuurstof en meer antioxidantia. Allemaal dankzij de innovatieve techniek met de vacuümpomp.

Samen met Jari en Hans, die de machines bedienen, overloopt Katleen het programma van de dag.

‘langer houdbare charcuterie en fruitsap’

Page 13: Landgenoten Zomer 2013

13

al krijgen we de meeste aanvragen van voedings bedrijven. Het loopt goed. Voor de volgende twee maanden zijn we volge-boekt. Vorig jaar deden we 224 tests, waar-van sommige meerdere dagen duurden.’

Multifunctionele machinesDe prijs die de klanten betalen, dekt de kos-ten van de tests. ‘De prijzen variëren tussen 250 en 1.400 euro per dag. Goedkoop is dat niet, maar daarin zijn elektriciteit en water, bediening door de operator, wetenschap-pelijk advies en de afschrijving van de ma-chines verrekend. Met de kleine winstmarge die overblijft, kopen we nieuwe machines. Want we mogen niet achterophinken op de industrie. De prijs is ook afhankelijk van wat de klant verwacht: zorgt hij zelf voor de in-grediënten? Moet het product verpakt zijn? Hoe? Als de klant achteraf ook laboanalyses wil, zal Nathalie Bernaert, projectmanager Analyses, die coördineren.’

‘Onze machines zijn multifunctioneel. Wij hebben bijvoorbeeld één UHT-machine die op vijf verschillende manieren kan werken. Zo’n machinepark heeft natuurlijk zijn prijs. Klanten kunnen op verschillende manieren hun onderzoek financieren. Kmo’s kunnen een beroep doen op subsi-dies via de beschikbare overheidskanalen, denk maar aan de kmo-portefeuille van het Agentschap Ondernemen.’

Apparatuur in kaart brengenIn de namiddag bespreekt Katleen samen met projectmanager Geert Van Royen de presentatie van pr-medewerkster Karen Verstraeten. Voor het Foodinofra-project bezoekt Karen voedingsbedrijven en vraagt ze hen om eigen pilootapparatuur ter be-schikking te stellen. Katleen: ‘We hebben hier verschillende droogtoestellen, maar geen wervelbed. Andere bedrijven hebben wel zo’n toestel. Die gegevens verzamelen

we om klanten door te verwijzen. We heb-ben al een dertigtal bedrijven bezocht en er staan er nog heel wat op het programma. We willen onze klanten nog meer mogelijk-heden bieden.’ Foodinofra loopt in samen-werking met Fevia Vlaanderen en Flanders’ FOOD en wordt gefinancierd via het Agent-schap Ondernemen in het kader van Vlaan-deren in Actie.

‘We doen tests op de meest uiteenlo-pende voedselproducten: vlees, groenten en fruit, bereide maaltijden, diepvriespro-ducten. We hebben al workshops georga-niseerd voor voedingsbedrijven, onder andere met onze innovatieve fruitpers. We willen dit jaar ook nog starten met een opleidingsprogramma, vooral voor vlees-toepassingen. Elke test is nieuw, elk product is anders. Elke jonge onderzoeker of stagiair brengt nieuwe kennis mee. Dat is zo interessant aan het werk bij de Food Pilot: ik leer elke dag bij.’

Naam: Katleen CoudijzerFunctie: Manager van de Food Pilot

Onderweg van de fabriek naar haar kantoor geeft Katleen advies aan een van de onderzoekers.

Grote bedrijven, kmo’s en de slager om de hoek: Katleen hangt vaak aan de lijn met de klanten van de Food Pilot.

Katleen en Geert geven hun fiat voor Karens presentatie over de Food Pilot.

‘langer houdbare charcuterie en fruitsap’

Page 14: Landgenoten Zomer 2013

14 landgenoten

boer & buur

Wat met

De teelt van vergeten groen-

ten, een zelfplukboerderij,

een kinderboerderij, een

algenkwekerij: het zijn

verschillende praktijk-

voorbeelden van nieuwe

functies voor oude serres.

We houden enkele creatieve

oplossingen tegen het licht.

M

Tuinbouwserres krijgen nieuwe invulling

eer en meer oude groente- en sierteelt-kassen staan leeg omdat de eigenaars met pensioen of gestopt zijn. Sommigen twijfelen om hun serre af te breken, an-deren zoeken nieuwe mogelijkheden om er – binnen of buiten de sector – toch een inkomen uit te halen.

Vergeten (bio-)groentenIn heel wat oudere serres vind je van-

daag minder gangbare groenten of biologische teelten terug. Paul Van Hoof uit Koningshooikt is een van de telers bij wie tomaten plaats maakten voor snijbonen. ‘Drie jaar geleden zijn we begonnen met 100 m2 snijbonen, nu is dat al 20.000 m²”, zegt Paul. ‘We wer-ken samen met veiling BelOrta, en op dit moment loopt de verkoop en de prijs-zetting best goed.’

14 landgenoten

De voorbije maanden zat de sector samen aan tafel met de cel Voorlichting van de Vlaamse overheid. Marleen Mertens is be-leidsadviseur glasgroenten binnen de cel Vorming en voorlichting van ADLO: ‘Tuin-ders die willen omschakelen, kunnen nu al bij de praktijkcentra, bij de veilingen en bij de beroepsorganisaties advies krijgen over

nieuwe teelten. Die kennis zouden we ook centraal moeten verzamelen. Een van de denkpistes is een infoloket dat tuinders kan begeleiden in hun omschakelingspro-ces. Daarover loopt op dit moment over-leg. Steeds meer tuinders komen voor de uitdaging te staan, want wat nu nog groot is, is binnen twee jaar misschien klein.’

Meer ondersteuning

oude serres?

Page 15: Landgenoten Zomer 2013

15

Ook voor biologische groenten is de vraag momenteel groter dan het aanbod. Bio-boer Walter Cambie uit Poelkapelle kocht in 2006 de serres van zijn buurman. ‘Ik had al een halve hectare plastic tunnels, maar dankzij de extra 60 are glasserres kan ik vroeger uitplanten in het voor-jaar en mijn groenten vorstvrij houden’, zegt Walter. ‘Er is zeker nog ruimte voor bioteelt. Heel wat collega-biotelers zijn op zoek naar mogelijkheden om uit te breiden.’

Algen en csA onder glasGuy Luyckx uit Destelbergen ging het iets verder zoeken. De voormalige azaleakwe-ker start deze zomer als eerste in Vlaan-deren met algenkweek. In samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen, de KU-LAK en de Hogeschool West-Vlaanderen in Kortrijk bouwde hij een proefopstelling van 200 m2 in zijn oude serre. ‘In Frankrijk

zijn er een heel aantal kleine spirulinabe-drijven, maar die houden de algen vaak on-der plastic of zelfs buiten. Onder glas zou-

‘ Heel wat biotelers zijn op zoek naar mogelijkheden om uit te breiden.’

‘ Hoevetoerisme en landbouweducatie mag wel, horeca niet.’

den ze een betere kwaliteit moeten halen. Het is nog wat zoeken voor de vermarkt-ing, maar ik zie wel een aantal mogelijkhe-den’, zegt Guy.

Nog in de Oost-Vlaamse sierteelt-streek, meer bepaald in Lochristi, baat Alex Floré sinds begin dit jaar een zelf-plukboerderij uit. ‘Intussen hebben we met CSA Rawijs 200 leden, wat niet slecht is om mee te starten’, vertelt hij. ‘Zelf-plukboerderijen met glasserres zijn zeld-zaam. Om de overgang minder bruusk te maken, hebben we in de helft van onze serres nog azalea’s staan. Volgend jaar gaan we daar volledig mee stoppen. Voor een gezinsinkomen heb je minstens 300 leden nodig. We hopen dat onze teller volgend jaar naar 350 klimt.’

Educatie, kunst of horeca?Ludo Gielis uit Lier gooit het over een an-dere boeg. Hij bouwde zijn tomatenserres om tot educatieve ruimtes voor een kin-derboerderij: ‘t Struisvogelnest. ‘We zijn niet meer van de jongsten, en we waren niet zeker of de nodige investeringen voor ons bedrijf nog genoeg zouden opbren-gen’, zegt Ludo. ‘Samen met onze doch-ters organiseren we nu schoolbezoeken en vakantiewerking. Een deel van onze serres verhuren we ook aan een slateler. Het is fijn werken, we hadden misschien wel vroeger moeten overstappen.’

In Maaseik vinden we geen kinder-

boerderij, wel een zorgboerderij onder glas. In de periodes dat zijn serres niet vol staan met perkplanten, ontvangt tuinder Jos Ne-lissen er mensen die het wat moeilijk heb-ben in de maatschappij. Of misschien kun je zelfs tentoonstellingen organiseren in je serre? De ‘Verbeke Foundation’ in Kemzeke trekt jaarlijks 18.000 à 20.000 bezoekers aan. Toen Geert Verbeke stopte met orchideeën-

teelt, heeft hij binnen, buiten en in de serres een ruimte gemaakt voor hedendaagse kunst. Vaak stuiten creatieve initiatieven echter op de grenzen van de ruimtelijke ordening. Zo ontstaan grijze zones: hoevetoerisme mag bijvoorbeeld wel, horeca niet.

Aankloppen voor adviesWie plant om zijn serres een andere bestem-ming te geven, kan bij verschillende instan-ties aankloppen. De proeftuin in Kruishoutem is bijvoorbeeld gespecialiseerd in biologische tuinbouw, de veilingen weten vaak waar vraag naar is bij telers en afnemers, en de provin-cie Oost-Vlaanderen helpt tuinbouwers in hun zoektocht naar een nieuwe invulling. Ook de Vlaamse overheid is niet blind voor de situa-tie (zie kader).

Links: een serre als winkelruimte voor rechtstreekse verkoop.rechts: kunst in voormalige orchideeënserres van de Verbeke Foundation in Kemzeke.

In Nederlands Limburg is al een tijdje een Glas voor Glas-regeling in voege. Hierdoor kunnen uitbreidende glastuinders groeien en dragen zij bij aan het opruimen van oude kassen.

Page 16: Landgenoten Zomer 2013

16 landgenoten

2030

Je oogst wat je zaait. Maar wat zaaien

we in 2030? We vroegen het aan Marc

Ballekens, voorzitter van de Belgische

beroepsvereniging van zaaizaadbe-

drijven Semzabel.

H

zadengrootschalig

‘ Groter, complexer,duurzamer’

oe ziet onze landbouw en zaadmarkt eruit in 2030?‘Het aantal land- en tuinbouwbedrijven daalt snel maar de bedrijven worden steeds groter. Als je de curve zou doortrekken tot 2030, kom je onder nul uit. Dat zal uiter-aard niet gebeuren, maar we kunnen aan-nemen dat de daling doorgaat tot zo’n 15.000 bedrijven. De gemiddelde teelt-oppervlakte per bedrijf zal zo’n 100 hecta-re bedragen, wat betekent dat je vier à vijf boeren per dorp hebt. Diezelfde evolutie zet zich door bij de distributie en toeleve-ring. Alles wordt grootschaliger en profes-sioneler. We gaan ook regelrecht naar een volledig vrije markt met veel minder over-

heidstussenkomst. Het Europees land-bouwbeleid stuurt daar al sinds 1992 op aan. De rendabiliteit wordt straks teelt per teelt door de markt bepaald.’

Dreigt er geen monopolisering in de zaadsector?‘Ik denk het niet. Nu al is een kleine zeven-tig procent van de internationale markt in handen van een dozijn multinationale be-drijven. Dat is in andere sectoren ook zo. Er zijn overigens wettelijke regels om een monopolie te verhinderen. Mocht alle nieuwe genetica in handen dreigen te ko-men van één bedrijf, dan steekt de inter-nationale wetgeving daar een stokje voor.

Page 17: Landgenoten Zomer 2013

17

‘ De veredeling van nicheteelten lijkt een rol voor de overheid.’

researchniche

klimaatgrootschaligggo

monopoliseringopbrengstmarkt

milieukwaliteit

een soort religie geworden met believers en non-believers. De consument zal zijn twijfels alleen opzijzetten als het voordeel van de innovatie groot genoeg is. Denk aan een teelt met genezende eigenschappen, aan tarwe die in erg droge gebieden kan groeien, of pakweg aan een supergezon-de frietaardappel. Technischere milieu-voordelen, bijvoorbeeld op het vlak van onkruid bestrijding, staan te ver van de consument. De vrees voor negatieve ge-zondheidseffecten is verdwenen, nu men in Noord- en Zuid-Amerika al vijftien jaar op grote schaal ggo’s eet zonder dat ieder-een er massaal ziek wordt.’

Is de zaadsector klaar voor de klimaatverandering?‘Nu niet, maar we zullen klaar zijn tegen het moment waarop het nodig is. In de zone van Denemarken tot Noord-Spanje, waar ook België toe behoort, zal het klimaat re-latief weinig veranderen. Over een volledig jaar gezien, behouden we de huidige kli-maatkenmerken, maar het weer wordt ex-tremer, met veel meer neerslag in de winter. Tegen 2025 zullen ook wij gewassen nodig hebben die beter tegen zomerdroogte be-stand zijn. Maar als je ziet hoe daar wereld-wijd aan wordt gewerkt – jaarlijks besteden grote zaaizaadbedrijven 10 à 15 procent van hun omzet aan research –, zullen we wel klaar zijn. Daarnaast zullen we af te reke-nen hebben met ziekten en plagen die tot voor kort in onze streken niet opdoken, maar ook daar wordt aan gewerkt.’

Wordt de zaadkeuze nog complexer voor de boer?‘Daar zie ik geen probleem. Hoe gesofis-ticeerder de land- en tuinbouw, hoe pro-

fessioneler en slimmer onze boeren zullen zijn en hoe beter ze zich laten omringen. Nog meer dan nu al het geval is, denk ik dat je exact zult moeten weten waar-voor je teelt dient, voor welk subsegment in de markt je werkt. De boeren moeten drie zaken inschatten: het klimaat en de bodem van hun percelen, de afzetmarkt per gewas en hun bedrijfsspecifieke ken-merken. De redenering wordt: ik wil dat soort gras, in combinatie met dat veevoe-der, om melk met die en die kwaliteit te verkrijgen. Of ik teel op dat perceel aard-

appelen voor de chipsindustrie met die en die eigenschappen voor die specifie-ke consument. Want de eisen die de in-dustrie stelt, zullen zeker niet minder zijn dan vandaag.’

Dreigen kleine teelten niet uit de boot te vallen?‘Een nicheteelt kan ook op een groot be-drijf geteeld worden. Er zal dus nog vraag naar zijn. Leveranciers zullen het vermeer-deren en vermarkten van nichezaden ook niet snel afstoten. Het vermeerderen en behandelen gebeurt vandaag overigens al het best met gesofisticeerde machines. De uitdaging wordt de veredeling van kleine-re teelten. Grote veredelingsbedrijven fo-cussen in hun research op de grootste en populairste gewassen, waardoor de kloof met kleine teelten groter wordt. Hier ligt een taak voor de overheid.’

Ook met drie spelers speelt de concur-rentie. Dat zie je nu al bij de suikerbie-ten, waar de concurrentie even hard is als bij teelten met meerdere veredelaars en zaadleveranciers.’

Welke tendensen ziet u in de veredeling?‘We zitten nog lang niet aan het plafond op het vlak van opbrengstverhoging, kwaliteits verbetering en ook verduurza-ming van de teelten. Twintig jaar geleden zei men dat we dicht tegen de maximale opbrengst per hectare voor tarwe zaten, nu zien we dat het tempo van de vooruit-gang wereldwijd nog versnelt. Zeker voor de grotere teelten zoals korrelmaïs, rijst en soja. Ik verwacht vooral geleidelijke inno-vaties zoals een hogere ziekteresistentie, meer geperfectioneerde technieken, lan-gere houdbaarheid en gewassen die ge-zonder zijn voor de consument. Zowel hybride rassen als ggo-technologie zullen een grotere rol spelen. De 20 ton suiker per hectare zal al veel vroeger dan 2030 ge-realiseerd worden. Op een hectare 15 ton tarwe produceren, zal geen uitzondering meer zijn. Ook 22 ton korrelmaïs per hec-tare aan 30% vocht wordt de realiteit.’

Telen we straks ook in Vlaanderen ggo’s?‘Op mondiaal niveau zal het ggo-areaal fors toenemen. Op Europees vlak is de situatie moeilijker in te schatten. Ik denk wel dat er in 2030 ook ggo’s op de Vlaam-se akkers staan, maar zeker ben ik niet. Vijf jaar geleden dachten we dat het sneller zou gaan. Nu zeg ik dat het ervan afhangt wel-ke consumentenvoordelen ggo’s bieden. Er heerst onduidelijkheid en de kwestie is

Page 18: Landgenoten Zomer 2013

18 landgenoten

Woord & wederwoord

Naam: Annekatrien De Smedtcorporate affairs manager bij Danone België

Groot was de ontreddering toen zowel Danone als

FrieslandCampina tientallen Vlaamse melkveehouders

de laan uitstuurden. We regelden een ontmoeting tussen

Danone en twee van haar leveranciers.

‘ Toekomst oogt onzekerder’

Page 19: Landgenoten Zomer 2013

19

O

Naam: Bart Jochemsmelkveehouder, noodgedwongen op zoek naar nieuwe koper voor 1.500.000 liter melk

Naam: Johan Hillenmelkveehouder, leverancier van Danone en voorzitter producentenorganisatie

nder druk van de marktsituatie stootte Danone dit voorjaar 65 miljoen liter melk af. Een maatregel die diepe wonden heeft geslagen. Melkveehouders Johan Hillen uit Helchteren en Bart Jochems uit Vlimmeren zijn blij dat Annekatrien De Smedt namens Danone België op onze vraag het gesprek wil aangaan. ‘Wij begrijpen dat de beslissing zuur smaakt en betreuren dat ze genomen moest worden, maar we leggen de achtergrond graag uit omdat we een goede relatie met de melkveehouders belangrijk vinden.’ Bart, één van de 80 melkveehouders die de deur wordt

gewezen, wijst meteen op de onzekere tijden die hij beleeft. ‘De enige koper van onze melk valt weg. Dat is niet te vergelijken met andere zelfstandigen die het risico spreiden over meerdere klanten. Met wat zin voor overdrijving kan je zeggen dat wij dakloos werden.’

Mij overkomt het niet?Bart dacht dat zijn bedrijf ideaal gelegen was voor een melkerij. In de provincie Antwerpen vind je immers een grote con-centratie van gespecialiseerde melkveebe-drijven. Toch viel het slechte nieuws ook bij hem in de bus. Twee maanden later – dit interview vond plaats in mei – weet Bart (nog) niet waar naartoe met zijn melk. Alleen een druk voorjaar vol veldwerkzaam-heden kon de zorgen even verdringen.

‘We hebben de tijd genomen om duidelijke criteria voor vertrek vast te leggen’, vertelt Annekatrien. ‘De melkophaling wordt vanwege de lange transporttijd stopgezet in het noorden van de provincie Antwerpen. In Limburg en Vlaams-Brabant hakt Danone de knoop bedrijf per bedrijf door op basis van de geïsoleerde ligging en (on)toegankelijkheid van het erf voor grotere ophaalwagens.’

Tevreden leveranciersEen eerdere oproep van Danone aan leve-ranciers om vrijwillig een andere afnemer te zoeken, viel in dovemansoren. Logisch, vindt Bart: ‘We voelden ons thuis bij deze mel-kerij. En de kans is klein dat de uitbetaal-de melkprijs elders beter is.’ Annekatrien knikt: ‘Een enquête uit 2011 leerde Danone dat onze leveranciers best tevreden waren. Toen is ook het idee ontstaan om de melk-veehouders in de kijker te zetten via een grote promotiecampagne. Herinner je de reclamespots op tv. Ook waren er de voor-bije twee zomers ontdekkingsbrunches en opendeurdagen op melkveebedrijven.’

Die goede verstandhouding lijkt nu wat zoek. Annekatrien toont begrip, maar wijst erop dat niemand de klok kan terugdraaien:

‘De melkophaling afslanken, was onvermij-delijk. De kloof tussen melkaanbod en vraag naar onze zuivelproducten werd steeds groter. De crisis in Europa verkleint de behoefte aan melk voor de fabriek. Een bovengemiddelde groei van onze melk-veebedrijven vergrootte het onevenwicht.’ Volgens Annekatrien werd de harde beslissing zo lang mogelijk uitgesteld door het overaanbod melk, gemiddeld 35 pro-cent, door te verkopen. ‘Maar dat werd onhoudbaar omdat die doorverkoop niet de kernactiviteit van Danone is.’

Toekomst verzekerd?De Danone-fabriek in Rotselaar, die een goede reputatie geniet binnen de Franse voedingsgroep, exporteert (drink-)yoghurts zoals Actimel, Danacol en Gervais naar een tiental EU-lidstaten. Mede dankzij zijn rol als distributiecentrum is de productiesite in Rotselaar van strategisch belang voor de zuivelgigant. De geruchten over een fabriekssluiting, die gevoed

werden door het terugschroeven van de melkophaling, worden door Annekatrien met klem tegengesproken.

‘Alleen door leveranciers af te stoten, konden we de blijvers een duurzaam toekomstperspectief en groeikansen bie-den’, gaat Annekatrien verder. De recent opgerichte producentenorganisatie bij Danone kreeg het slechte nieuws als eerste te horen. Dat viel voorzitter en melkvee-houder Johan Hillen best zwaar. Vandaag betreurt hij de urgentie waarmee naar een oplossing moest worden gezocht. Volgens Annekatrien was deze timing de beste keuze: ‘Sinds begin dit jaar zijn andere melkerijen op zoek naar nieuwe leveran-

‘Wij geven vertrekkers de tijd en een steuntje in de rug om zich aan te passen aan de wijzigende marktsituatie.’

Page 20: Landgenoten Zomer 2013

20 landgenoten

Woord & wederwoord

te vragen met de handrem op te melken. Melkveehouders zijn immers ondernemers die hun productiemiddelen optimaal willen benutten. Wie moet vertrekken, doet dat met tegenzin. Niet dat andere zuivel-verwerkers hen niet welkom zouden heten, maar de schrik zit erin dat de uitbetaal-de melkprijs lager of alleszins volatie-ler wordt. ‘Het is als aan een werknemer vragen om in te leveren op zijn loon’, zegt Bart.

Aan één zeelVia de producentenorganisatie zoeken de melkveehouders samen naar een oplos-sing. Johan: ‘Als we allemaal aan één zeel trekken, moet dat lukken.’ Of met Bart’s woorden: ‘Als de boot collectief verzuipt, word je sneller gered.’ Maar de zoektocht is moeilijk. ‘We kijken naar de melkprijs die een zuivelverwerker in het verleden uitbe-taalde, al biedt die geen garanties voor de toekomst’, verduidelijkt Johan. Voor een melkveehouder staat er nochtans veel op het spel. ‘Ons inkomen wordt voor 90 procent bepaald door de hoeveelheid melk die we produceren en de prijs die we daar-voor ontvangen’, becijfert Bart.

Annekatrien: ‘We vinden het belang-rijk om elke melkveehouder vrij te laten kiezen met welke nieuwe aankoper hij in de toekomst wil samenwerken. Onze melk-veehouders zijn bedrijfsleiders die gesteld zijn op hun vrijheid als ondernemer. We hebben dit altijd willen respecteren in onze werkrelatie. Met een extra premie en een opzegtermijn die langer dan gang-

baar is, geven wij de vertrekkers de tijd en een steuntje in de rug om zich aan te pas-sen aan de wijzigende marktsituatie.’ De premie is een mooie tegemoetkoming, erkennen Johan en Bart, maar het kleurt de financiële vooruitzichten van de ver-trekkers niet roze. Een nieuwe investering dringt zich alweer op. ‘Danone is met een tweedaagse ophaling van de melk een uit-zondering zodat een grotere koeltank voor drie dagen melkproductie voor de meesten noodzakelijk wordt.’

Nieuwe pistes aftoetsenZolang de crisis de Europese consument gijzelt, zal meer melk verwerkt worden tot boter en melkpoeder voor uitvoer naar verre exportbestemmingen. Vlaamse boeren putten echter meer vertrouwen uit een melkprijs die ondersteund wordt door zuivelverwerking met een grotere meerwaarde: kaas en yoghurt. Bart en Johan spreken dan ook vrijuit over nieuwe denkpistes om de Vlaamse melkveehouderij weerbaarder te maken in een volatiele wereldmarkt: ‘Een melkveebedrijf wordt stilaan zo groot dat meer dan één verwerker de melk zou kunnen ophalen. Of we zouden naar het voorbeeld van de varkenshouderij de verschillende afnemers vaker tegen elkaar kunnen uitspelen. Misschien moeten we een A- en B-prijs voor melk naargelang het eindproduct overwegen.’ Of zij na deze woelige periode nog zin hebben om koeien te melken? ‘Het zou maar erg zijn, mochten we dat hiervan laten afhangen’, klinkt het resoluut.

‘Met wat zin voor overdrijving kan je zeggen dat wij dakloos werden.’

DAnOnE

-  Franse voedingsgroep, wereldwijd nummer 1 in verse zuivelproducten-  koopt 3 à 4 % van de Belgische melkproductie-  produceert dagelijks 5.500.000 flesjes Actimel in Rotselaar

ciers. Door de knoop door te hakken en de beslissing snel te communiceren, geven we onze melkveehouders de beste kansen in de zoektocht naar een nieuwe koper.’

Vele grote bedrijvenAls Johan en Bart suggereren dat Danone’s zienswijze soms even snel verandert als de samenstelling van de directie, reageert Annekatrien: ‘De beslissing is uitsluitend ingegeven door de groeiende kloof tus-sen het melkaanbod en de behoefte van de fabriek, versneld door de crisis.’ Waarna Bart opmerkt dat Danone indirect – via een

volumepremie voor de melk en strengere kwaliteitseisen – op grotere melkveebedrij-ven aanstuurde. En dat hij het dus vreemd vindt dat Antwerpse melkveehouders die de vlucht vooruit kozen, geen plaats meer heb-ben bij Danone. ‘De bedrijfsgrootte, groot dan wel klein, was geen criterium voor ver-trek. De afstand tot de fabriek vanuit de pro-vincie Antwerpen wel’, drukt Annekatrien ons op het hart. Wanhopen doet Bart niet. Op een spreekwoordelijke zakdoek 40 mil-joen liter melk ophalen, lijkt immers een uitgelezen kans voor andere zuivelverwer-kers. ‘Alleen jammer dat er in de regio met de meeste melk amper zuivelverwerking is.’

De drie gesprekspartners zijn het wel eens dat het onhaalbaar is om alle boeren

Page 21: Landgenoten Zomer 2013

provincie

Schone technologie maakt de land- en tuinbouw duurza-

mer én rendabeler. De provincie West-Vlaanderen zet haar

schouders onder Agreon, een cluster van technische bedrij-

ven, kennisinstellingen en land- en tuinbouwers, die nieuwe

technologieën gaat stimuleren.

A greon is een nieuw samenwerkingsverband dat de West-Vlaamse land- en tuinbouw nog duurzamer en rendabeler wil ma-ken. Het brengt de verschillende betrok-ken partijen samen en ondersteunt kmo’s die innovatieve landbouwtechnieken op de markt brengen. ‘Landbouwers of bedrijven met een innovatief idee kunnen bij ons te-recht’, zegt Emilie Snauwaert van Inagro, die instaat voor de coördinatie van Agreon. ‘Wij brengen boeren en tuinders in contact met bedrijven die hun ideeën willen uit-werken tot een praktijkrijpe technologie. Bedrijven brengen we in contact met ken-nisinstellingen en met boeren die de tech-

niek willen testen. We kunnen kmo’s ook de weg wijzen naar mogelijke financiering, zoals de kmo-projecten van het IWT.’

4 peterbedrijvenVier kmo’s zijn momenteel het gezicht van Agreon: Delvano, Vermeulen Construct, Dever-Hiele en RDS electronics. ‘Zij ont-wikkelden al innovatieve cleantech zo-als een nieuw stalsysteem voor reductie van emissies, recuperatie van restwarmte of duurzame spuittechnieken. De peter-bedrijven zullen Agreon mee helpen ont-wikkelen, en kunnen zo een voorbeeld zijn voor andere kmo’s’, zegt Emilie.

Cluster voorschone technologie

INFO

[email protected] of binnenkort op www.agreon.be

‘ We brengen boeren en tuinders in contact met bedrijven die hun ideeën willen uitwerken.’

‘Financiering krijgen we van de provincie West-Vlaanderen, POM West-Vlaande-ren, RESOC Westhoek en Stad Poperinge. Op termijn overwegen we om het lidmaat-schap voor kmo’s betalend te maken. Maar nu is dat nog niet het geval. Landbouwers die met ideeën komen, zullen in elk geval niet moeten betalen, want met hun ideeën kunnen ze veel collega’s vooruithelpen.’

QuickwinprojectenAgreon ging officieel van start op 19 maart. ‘Op korte termijn lanceren we enkele quickwinprojecten’, vertelt Emilie. ‘RESOC Westhoek heeft ons budget gegeven voor een aantal kleinschalige, praktijkgerichte projecten. Wie een idee heeft, of aan een project wil meewerken, mag dat altijd la-ten weten. Nog dit jaar willen we een aantal pilootopstellingen realiseren.

Op dit moment mikken we vooral op West-Vlaanderen, maar op lange termijn willen we de cluster uitbreiden naar Vlaan-deren en daarbuiten.’

Page 22: Landgenoten Zomer 2013

22 landgenoten

Appels hebben ook een figuurlijke stamboom!

In deze rubriek vind je een selectie uit de talrijke onderzoeksresultaten van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).

W onderzoeker

wonderzoeker

Ook kippen en varkens lusten binnenlandse ‘recup-eiwitten’Uit 3 kilo tarwe, maïs, triticale of gerst van lagere kwali teit halen ze in 3 grote Belgische bedrijven zowat 2 liter groe-ne bio-ethanol, én als interessante nevenstroom gemid-deld 1 kilo dierenvoeder, het zogenaamde DDGS of dried distillers grains with solubles. Per jaar is dat een produc-

Er zijn verrassende resultaten opgedoken tijdens de ontrafeling van de volledige ge-netische stamboom van onze cultuurappels. ILVO heeft samen met een Franse onder-zoeksgroep liefst 839 appelstalen van Chi-na tot Spanje onderworpen aan de meest geavanceerde DNA-analysemethoden. On-langs is het onderzoek gepubliceerd in het toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift PLoS Genetics. Isabel Roldán-Ruiz (ILVO): ‘We wisten al een tijd dat de hoofdvoorou-der van onze cultuurappel in Centraal-Azië groeide: De Malus sieversii is via de Zijde-route tot in Europa geraakt. Nu hebben we tot onze verbazing vastgesteld dat een wilde appelsoort uit onze streek, de M. sylvestris, die nog steeds aanwezig is in de Belgische bossen, sterk genetisch verwant is met de

Bijen halen hun ne us op voor aardappelZelfs als je een bijenkast midden in een groot aard-appelveld plaatst, vliegen de bijen niet op bloeien-de aardappelplanten. ILVO onderzocht samen met HoGent en UGent of imkers zeker kunnen zijn dat er geen aardappel-DNA – en dus ook geen DNA van even-tuele ggo-aardappelen in de toekomst – in hun ho-ning of pollen kan komen. Dat bleek niet het geval bij honing van bijenkasten in de buurt van de Wetterse ggo-aardappelveldproef. Bart Van Droogenbroeck (ILVO): ‘We experimenteerden ook met 5 bijenkas-ten in en nabij aardappelvelden in Wulpen en Bottela-re. Tijdens de ‘Transect walking – observaties’ vonden

huidige cultuurrassen, zelfs sterker dan de Aziatische voorouder. Er moeten dus her-haaldelijke genuitwisselingen geweest zijn.’ Daar zit wel wat logica in: een appelaar moet nu eenmaal door een andere boom bestoven worden om vrucht te dragen en zaad te pro-duceren, en in het verleden werden vooral zogenaamde openbestoven zaden gebruikt voor selectie. Dat zijn zaden van planten die ook zelf weer bruikbare zaden opleveren. De conclusies zijn nuttig voor de veredeling met kennis van de domesticatiegeschiedenis en de diversiteit in de populatie. Zelfs voor an-dere fruitsoorten met dezelfde biologische eigenschappen is dit onderzoek relevant. En we weten nu nog beter hoe belangrijk het is dat de wilde M. sylvestris in onze bossen blijft overleven.

Page 23: Landgenoten Zomer 2013

23

Ontdek meer wetenschappelijk landbouwnieuws op www.ilvo.vlaanderen.be

  … als er bij ons ooit ggo-aardappelen zouden worden geteeld, dan is hun co-existentie met conven-tionele en biologische aardappelen zeker doenbaar en de kans op vermenging in de teelt-, opslag- en verwerkings fase zo goed als nihil. Dat blijkt uit een kriti-sche evaluatie van de Vlaamse co-existentiewetgeving. ILVO controleerde alle hypothetische vermengings-scenario’s: stuifmeel, opgroei van restknolletjes op het veld, bewaring, verpakking. En door gele en rode knollen naast elkaar te poten en te oogsten werd de vermenging in de machines bekeken. Alle huidige han-delingen van de aard appeltelers en -verwerkers blijken nu al waterdicht om de soorten gescheiden te houden. De wet is nog strenger voor wie ooit met ggo’s begint.

… sommige soorten bacteriën in staat zijn zich te voeden met plastic afval? ILVO bestudeert en identi-ficeert de soorten bacteriën op plastic afval uit zee. De opportunistische bacteriën nestelen zich in de groeven van het plastic zwerfvuil. Vervolgens tasten ze daar de structuur aan van synthetische polymeren zodat het plastic beter afbreekt. Volgens de visserij-wetenschappers van ILVO is deze vorm van bio-degra-datie een beloftevol onderzoekstopic in het kader van de problematiek rond plastic afval op zee.

… biologische voedingsgrondstoffen in se het-zelfde productieproces ondergaan als conventionele producten? Uit een studie naar biologische voedsel-verwerking blijkt wel dat bio-grondstoffen meer seizoensvariabiliteit vertonen, ze worden vaker in kleinere volumes geproduceerd, ze zijn minder snel en eenvoudig te standaardiseren, en de bio-verwerkers moeten zich houden aan een striktere lijst met addi-tieven. Daardoor moeten de operatoren sneller de proces parameters aanpassen.

… Amerika in zijn buxusteelt kampt met de schimmel ziekte Cylindrocladium buxicola en dat ILVO juist deze pathogeen jarenlang heeft bestudeerd om de Vlaamse buxustelers te ondersteunen? Met de kennis op vlak van detectie, teelttechniek, waardplantresis-tentie, resistentieveredeling en chemische bestrijding tegen deze schimmel staat Vlaanderen wereldwijd aan de top. De experts van hier worden zowat overstelpt door hulpvragen uit de VS.

Ook kippen en varkens lusten binnenlandse ‘recup-eiwitten’

tie van rond de 200.000 ton droge stof. Het product is vrij eiwit rijk, en dus een mogelijke vervanger voor het uit Zuid-Amerika ingevoerde sojaschroot ( jaarlijks 1 miljoen ton). Sam De Campeneere (ILVO): ‘De meeste DDGS wordt nu als krachtvoeder ingemengd in het rantsoen van melkkoeien. Ze mogen er gerust tot 15% procent van hun totale droge stof opname uit halen. Ons IWT-project heeft uitgewezen dat ook éénmagi-ge dieren het product goed verte-ren en benutten. Bij varkens kan je tot 15% van het rantsoen gaan, bij vleeskippen tot 7,5 %.’ ILVO blijft zoeken naar een praktische en pre-cieze methode om van elk DDGS-staal snel de voederwaarde te be-palen. Want naargelang het proces en de gebruikte grondstoffen durft het product sterk te variëren en moet je dus telkens anders rantsoeneren. ‘DDGS van maïs heeft bv. een hoger vetge-halte en is dus energierijker dan DDGS van tarwe.’

Wist je dat…Bijen halen hun ne us op voor aardappel

we geen bijen op de aardappelplanten. We ontfutselden alle pollen die de bijen binnenbrachten, en legden die onder de microscoop. Resultaat: geen enkele pol van de aardappel-familie. En de zoektocht naar aardappel-DNA in de pollen en honing was ook vruchteloos.’

Het bijenonderzoek gebeurde in de marge van de ggo-aardappelveldproef in Wetteren. Die proef is inmiddels afgerond. De resultaten tonen dat de 26 plaagresistent gemaakte ggo-aardappellijnen duidelijk bestand waren (en gezond bleven) tegen hoge ziektedruk van de schim-mel Phytophthora infestans, zonder preventieve spuit-beurten. Het rapport staat op www.aardappelziekte.be.

Page 24: Landgenoten Zomer 2013

Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 34Tijdschrift –kwartaalbladKwartaal 2, 2013

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Josse De Baerdemaeker, p.a. VILTKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285

KORTE KETENDe korte keten is een manier van ver-kopen waarbij er een rechtstreekse band is tussen producent en consument. Wat zijn de voordelen van de korte keten? De landbouwer kan alles zelf bepalen: zowel de prijs voor zijn product, de pro-ductiemethode als het aanbod. Met zo’n transparant systeem is hij niet enkel een ambassadeur voor zijn product maar voor

de hele korte keten. De consument krijgtin ruil superverse en kwaliteitsvolle pro-ducten, recht van bij de boer. Zonder veel voedselkilometers of verpakkingsafval. En bovendien ondersteunt hij de lokale eco-nomie!

ZOEKMACHINE

VLAM, Fermweb, BioForum en Voedsel-teams slaan de handen in elkaar en bun-delen alle verkooppunten binnen de korte

keten op één overzichtelijke website. Met een handige zoekmachine (zoeken kan op postcode, product of soort verkoop-punt) vindt de bezoeker snel een verkoop-punt dicht bij huis. Ook tips en recepten, nieuws en info over de partners uit de korte keten krijgen een plaats. De website wordt eind juni gelanceerd.

ZET UW VERKOOPPUNT IN DE KIJKERHoevewinkels, boerenmarkten, automaten, zelfpluktuinen, groenteabonnementen of voedselteams. Het zijn allemaal voor-beelden van de korte keten: de boer verkoopt zijn producten rechtstreeks aan de consument. Op de nieuwe overkoepelende website www.rechtvanbijdeboer.be vindt de consument snel en eenvoudig een verkooppunt in zijn buurt.

Voor 60 euro per jaar (excl. btw) geeft een licentie “Recht van bij de boer” recht op:

• Een uitgebreide fi che op de website www.rechtvanbijdeboer.be die u zelf kan aanpassen • Promotiemateriaal om op het verkooppunt te gebruiken o.a. een uithangbord • Toegang tot het project Lokale Marketing • Aandacht in de pers

Interesse? Contacteer Sara De Preter bij VLAM via [email protected] of 02 552 81 58. Of registreer vanaf eind juni op www.rechtvanbijdeboer.be.