Jezelf voorstellen

23
Werkblad: Je zelf voorstellen In het dagelijks leven moet je jezelf wel eens voorstellen aan één of meerdere personen, bvb. aan je collega's. Misschien word je wel geïnterviewd door radio of TV… Je krijgt 1 minuut om jezelf voor te stellen. Wat ga je allemaal vertellen? Voorbereiding: …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… Met steun van

description

Jezelf voorstellen

Transcript of Jezelf voorstellen

Page 1: Jezelf voorstellen

Werkblad: Je zelf voorstellen

In het dagelijks leven moet je jezelf wel eens voorstellen aan één of meerdere personen, bvb. aan je collega's. Misschien word je wel geïnterviewd door radio of TV…

Je krijgt 1 minuut om jezelf voor te stellen.

Wat ga je allemaal vertellen?

Voorbereiding:

……………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

Met steun van

Page 2: Jezelf voorstellen

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………

Met steun van

Page 3: Jezelf voorstellen

Jezelf voorstellen aan een werkgever

Wat kan je vertellen, wat niet? (Schrap de zinnen die niet thuishoren in het sollicitatiegesprek).

Mijn naam is (voornaam) ………………………………..+ (naam) ……………………….. en ik ben (leeftijd) …….jaar.(Ik ben afkomstig van ……………. ) en ik woon in ……………………………………….. .

Ik woon te . . . . (postnummer) - . . . . . . . . (gemeente)

Ik heb … broer(s) en … zuster(s).

Ik woon in de Dorpsstraat nr. 37.

Mijn telefoonnummer is … .. .. .. .

Mijn rijksregisternummer is .. .. ../ … .. .

Ik heb nog geen werkervaring.

Mijn hobby’s zijn (vul zelf maar in) ………….

In mijn vrije tijd ga ik op stap.

Mijn hobby’s zijn karate, motorcross en uitgaan.

Ik heb reeds enige werkervaring, want ik heb tijdens mijn opleiding stages gevolgd…______________________________________________________________Over mijn laatste stage ben ik niet zo tevreden, want ik:

- mocht niet ………………. van de werkgever,

- kon niet zo goed opschieten met de werkgever,

- kon niet zo goed opschieten met mijn collega’s ______________________________________________________________BuSO is voor kinderen die niet kunnen volgen in een gewone school.

In het BuSO krijgen we meer praktijk, bovendien doen we er ook stages.

Met steun van

Page 4: Jezelf voorstellen

BRONGIETERS

Een tijdje geleden verscheen in de krant een artikel met fragmenten uit brieven door ontevreden huurders van sociale woningen gestuurd naar de Dienst Huisvesting.

De manier waarop iets gezegd wordt, is belangrijk. Soms kan men je totaal verkeerd begrijpen, hetgeen kan leiden tot heel grappige effecten.

Als je het letterlijk leest, hoe kan het verkeerd begrepen worden?Wat wordt er eigenlijk bedoeld?

1. “Mijn man ligt met brongieters en mijn borsten piepen ook al”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

2. “De WC is bouwvallig en zodoende kunnen we daar niet langer huizen”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

3. “Ik moet elke dag bevallen en daarom wordt mijn woning te klein”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

Met steun van

Page 5: Jezelf voorstellen

4. “Het vocht dringt door de muren van mijn schoonmoeder die al helemaal beschimmeld en verrot is”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

5. “Wij kunnen de was niet drogen, mijn vrouw zit al 14 dagen met haar ondergoed omhoog en niemand die komt kijken”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

6. “Ruim 6 jaar ben ik getrouwd met een kind van 6 jaar”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

7. “Mijn gezin telt 4 ledematen”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

8. “Het 5de kindje is op komst en staat voor de voordeur”.

Letterlijk:

Eigenlijk bedoeld:

Met steun van

Page 6: Jezelf voorstellen

BOODSCHAP EN EFFECT

Wat zal men denken als……, wat zal het gevolg zijn……?

Als je tijdens een sollicitatiegesprek kritiek hebt op je vroegere werkgever of stageplaats?

Als je tot je baas (ploegbaas) zegt: “We zouden meer in team moeten werken”…

Zal een boodschap “Ik moet” hetzelfde effect hebben als “ Ik zou graag”

Je wil de werkgever uitleggen dat verplaatsingen naar het werk geen probleem zijn. Wat zou het effect zijn van de boodschap: “Mijn pa brengt me wel”…?

Met steun van

Page 7: Jezelf voorstellen

BEDOELING, BOODSCHAP EN EFFECT

Je klaagt tegen je collega over het slechte weer, de treinen die staken, KRC Genk of AA Gent dat verloren heeft en het vele werk.

Wat is je bedoeling?

Wat kan het effect zijn?

Je vertelt in een sollicitatiegesprek uitgebreid over je politieke overtuigingen of je (negatieve) mening over je vorige werkgever.

Wat is je bedoeling?

Wat kan het effect zijn?

Een secretaresse zegt tot haar baas: “We zouden meer in team moeten werken.”

Wat was de bedoeling?

Wat is het effect bij de slechte verstaander?

Zal een boodschap als “Ik moet…” een ander effect hebben dan “Ik zou graag…”?

Je collega heeft een opdracht verkeerd begrepen. Jouw bedoeling is hem dat te zeggen. Het effect van jouw boodschap is dat hij boos wegloopt. Wat kan er misgelopen zijn?

Met steun van

Page 8: Jezelf voorstellen

POSITIEF EN NEGATIEF INTERPRETEREN

Je krijgt als reactie op een schriftelijke sollicitatie een vriendelijk briefje waarin staat: “Uw naam werd opgenomen in de werfreserve.”

- Hoe interpreteer je deze situatie (negatief)?

- Wat is je reactie? (Welke gevoelens heb je dan?)

- Hoe zou je deze situatie nog kunnen interpreteren (positief)?

- Wat is dan je reactie? (Welke gevoelens heb je dan?)

Je komt ’s ochtends op het werk toe en het gezicht van je baas voorspelt niet veel goeds.

- Hoe interpreteer je deze situatie (negatief)?

- Wat is je reactie? (Welke gevoelens heb je dan?)

- Hoe zou je deze situatie nog kunnen interpreteren (positief)?

- Wat is dan je reactie? (Welke gevoelens heb je dan?)

Tijdens een receptie komt een collega bij jou staan. Je praat enkele minuten met elkaar en dan wandelt hij wat verder rond en laat je alleen achter.

- Hoe interpreteer je deze situatie (negatief)?

- Wat is je reactie? (Welke gevoelens heb je dan?)

- Hoe zou je deze situatie nog kunnen interpreteren (positief)?

- Wat is dan je reactie? (Welke gevoelens heb je dan?)Werkblad:

Met steun van

Page 9: Jezelf voorstellen

Hoe zou je volgende situaties positief of negatief kunnen interpreteren?

- Je krijgt als reactie op een schriftelijke sollicitatie een vriendelijk briefje waarin staat: “Uw naam werd opgenomen in de werfreserve.”Positief:Negatief:

- Je eerste werkdag: je gaat je boterhammen opeten in de kantine en niemand komt aan jouw tafeltje zitten.Positief:Negatief:

- Je hebt je leraar vorige les gezegd dat je slechthorend bent en nu praat hij met zijn gezicht naar het bord. Positief:Negatief:

- Je hebt je leraar vorige week gezegd dat je slechtziend bent en nu geeft hij je een tekst die veel te klein gedrukt is.Positief:Negatief:

- Tijdens een sollicitatiegesprek heeft de werkgever de hele tijd een vreemde grijns op zijn gezicht.Positief:Negatief:

- Ik wandel op straat en kom voorbij een groepje giechelende tieners.Positief:Negatief:

- Tijdens een receptie komt een collega bij jou staan. Je praat enkele minuten met elkaar en dan wandelt hij wat verder rond en laat je alleen achter.Positief:Negatief:

- Je begeleider (of een leraar) zegt dat je niet via uitzendkantoren moet solliciteren omdat die niet met BuSO's willen werken, uit vrees klanten te verliezen.Positief:Negatief:

Klopt dit wel?!?

Met steun van

Page 10: Jezelf voorstellen

Vooroordelen op je werk (1)

Als je een job hebt, kan het voorkomen dat je te maken krijgt met vooroordelen van collega’s.

Ook werkgevers kunnen vooroordelen hebben t.o.v. BuSO-schoolverlaters.

Mogelijke vooroordelen kunnen zijn:- trager- lastig in de omgang- je moet er veel tijd in steken- zij hebben het gemakkelijker gehad op hun examens- zijn vaker ziek, vaker afwezig- zij kunnen minder- een lager rendement (zij produceren minder)- geen opleiding- passen zich minder snel aan- veroorzaken meer ongevallen op het werk- iets uitleggen kost meer tijd- andere werknemers willen geen BuSO als collega- BuSO ’s moeten in de BEWEL werken

Tegenargumenten:Hoe overtuig je werkgevers (en collega’s) met bepaalde vooroordelen dat jij een goede arbeidskracht bent?

Je kan hen overtuigen door:

- de negatieve zaken goed te praten,

- door aandacht te geven aan je positieve punten (sterke punten, kwaliteiten).

Sommige (of de meeste) vooroordelen zijn helemaal onjuist…

Welke?-----

Met steun van

Page 11: Jezelf voorstellen

Vooroordelen op je werk (2)

Hoe reageer je als je te maken krijgt met deze voordoordelen?

Positieve punten:- BuSO-opleiding:

-praktijk,-stages

Met steun van

Page 12: Jezelf voorstellen

Vooroordelen en BuSO

Waar denk jij aan bij het woord BuSO?

5 woorden: -----

Wat, denk jij dat, andere mensen zeggen over ’t BuSO?

(minstens 5 dingen per categorie):-

Leerkrachten:

Opvoeders:

Mensen op straat:

Werkgevers:

Werknemers:

Andere BuSO-schoolverlaters:

Leerlingen in ’t BuSO:

Jij zelf:

Met steun van

Page 13: Jezelf voorstellen

Omgaan met vooroordelen tijdens een sollicitatiegesprek (1)

Misschien heeft de werkgever heel wat vooroordelen.Misschien kent hij het BuSO helemaal niet?

Wat zou jij op volgende vragen antwoorden?

“BuSO… ? Wat is dat eigenlijk?”

“Waarom ben jij naar het BuSO gegaan?”

“BuSO, is dat niet voor gehandicapten?”

“Wat is het verschil tussen een BuSO-school en een gewone school?”

“Wat leer je daar op school?”

“BuSO, is dat niet buitengewoon lager onderwijs?”

“BuSO, is dat niet voor mensen die naar een dagcentrum gaan?”

“Mensen die BuSO gedaan hebben, kunnen enkel naar de BESCHERMDE WERKPLAATS!”

Met steun van

Page 14: Jezelf voorstellen

Omgaan met vooroordelen tijdens een sollicitatiegesprek (2)

Wat zou er kunnen gebeuren als je liegt over je opleiding, bv. wanneer je als BuSO-schoolverlater zegt dat je beroeps- of technisch onderwijs volgde….

Heb jij al werkervaring?

Deed jij reeds stages, vakantiewerk, weekendwerk, ander werk?

Wat voor bedrijf was dat?

Hoeveel mensen werken daar?

Welk product wordt er gemaakt (welke activiteiten)?

Wat heb jij daar moeten doen?

Met welke machines heb je er gewerkt?

Wat vond jijzelf van die stage (dat werk)?

Wat vond de werkgever van jou?

Met steun van

Page 15: Jezelf voorstellen

Positief denken

Hieronder staan een aantal situaties (=feiten, gebeurtenissen) waarbij je positieve (=goede) of negatieve (=slechte) gedachten kunt hebben. Probeer voor elke situatie een aantal positieve en een aantal negatieve gedachten te bedenken.

Ik heb getelefoneerd naar een werkgever om een afspraak te maken voor een sollicitatiegesprek. Hij was een beetje kortaf.

Negatief:

POSITIEF:

________________________________________________________________

Ik moet op een nieuwe afdeling (of op een andere plaats) gaan werken waar ik niemand ken...

Negatief

POSITIEF

Ik krijg een berichtje dat ik dringend bij de directeur moet komen...

Negatief

POSITIEF

Met steun van

Page 16: Jezelf voorstellen

PEPTALK

Peptalk is een Engels woord. Het betekent zoveel als opbeurende woorden of aanmoedigende taal.Probeer hieronder enkele zinnetjes te verzinnen die je tegen jezelf kunt zeggen in moeilijke omstandigheden (bvb. net voor een sollicitatiegesprek).

Negatieve gedachten omzetten in positieve

Probeer voor de volgende negatieve gedachten telkens een positieve gedachte te bedenken!

Negatief: Ik ben geslaagd in het examen, maar ze hebben mij erdoor gelaten.

POSITIEF:

Negatief: Tijdens het sollicitatiegesprek zal blijken dat ik veel te weinig werkervaring heb.

POSITIEF:

________________________________________________________________

Negatief: Als BuSO-schoolverlater maak ik weinig kans op een job.

POSITIEF:

Negatief : Oei, ik moet gaan solliciteren. Ik hoop maar dat de bus op tijd komt, anders kom ik te laat. Wat gaan ze dan van mij denken. Ik hoop maart dat het niet gaat regenen, want met natte kleren toekomen

Met steun van

Page 17: Jezelf voorstellen

op het gesprek…, dat zou pas een ramp zijn. Als ik te laat of kletsnat toekom zijn mijn kansen verkeken.

POSITIEF:

Met steun van

Page 18: Jezelf voorstellen

LICHAAMSTAAL

1. Begrip:Mensen spreken niet alleen met woorden. Ook met hun lichaam kunnen ze tonen wat ze willen, denken of voelen. Lichaamstaal is het uiterlijk gedrag, de bewegingen van gezicht en handen, de toon waarop iemand praat…

2. Belang van lichaamstaal:Om te weten wat je over iemand denkt, luister je niet alleen naar wat hij zegt, maar kijk je ook naar het uiterlijk, naar de manier van praten, naar de kleren enz. Als je gaat solliciteren zal de werkgever ook naar je uiterlijk kijken om te beslissen of je een geschikte kandidaat bent.

3. De soorten lichaamstaal:Hier volgt een lijstje van manieren waarop je met je lichaam iets kunt vertellen:Denk er eens over na welke jij soms gebruikt.

Stem :Spreek je luid of stil?Spreek je snel of traag?Spreek je duidelijk of moeilijk verstaanbaar?

Zithouding :Zit je rechtop of onderuitgezakt?Zit je met je benen open of dicht?

Manier van staan en stappen: Sta je rechtop of gebogen?Stap je snel of traag?

Gezicht :Lach je veel?Beweeg je je gezicht veel of weinig?Kijk je iemand anders veel of weinig in de ogen?

Handen en armen: Maak je veel gebaren met je armen of handen?Maak je bewegingen met je armen of handen zonder erover na te denken (bvb. met je vingers draaien, in je haar krabben)?Geef je een stevige handdruk of een slap handje?

Afstand :Kom je dicht bij mensen of blijf je liever iets verder weg?

Verzorging :Heb je propere kleren aan?Is je haar netjes?Zijn je nagels en handen proper?

Met steun van