IrisZorg Jaardocument 2010

105
Jaardocument 2010

Transcript of IrisZorg Jaardocument 2010

Page 1: IrisZorg Jaardocument 2010

Jaardocument 2010

Page 2: IrisZorg Jaardocument 2010

ColofonJaardocument 2010IrisZorg Arnhem

Oplage300 exemplaren

Page 3: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 1

Jaardocument 2010

JAARDOCUMENT 2010 RVT 11.022

Stichting IrisZorg

Arnhem, maart 2011

Vastgesteld door Raad van Bestuur: 21 maart 2011

Goedgekeurd door Raad van Toezicht: 28 maart 2011

Page 4: IrisZorg Jaardocument 2010
Page 5: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 2

Jaardocument 2010

Inhoudsopgave

Deel I

MAATSCHAPPELIJK VERSLAG 3

Voorwoord

1. Uitgangspunten van de verslaglegging

2. Profiel van de organisatie

3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap

4. Beleid, inspanningen en prestaties

Deel 2

JAARREKENING 55

5. Jaarrekening 2010

Page 6: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 3

Jaardocument 2010

DEEL I

MAATSCHAPPELIJK VERSLAG

Inhoudsopgave

Voorwoord 4

1. Uitgangspunten van de verslaglegging 5

2. Profiel van de organisatie 6

2.1. Algemene identificatiegegevens 6

2.2. Structuur van het concern 6

2.3. Kerngegevens 8

2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering 8

2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 9

2.3.2.1. IrisZorg totaal 9

2.3.2.2. Behandeling (cure) 9

2.3.2.3. Opvang, wonen en werken (care) 10

2.3.2.4. Reclassering 11

2.3.2.5. Preventie 12

2.3.3. Werkgebied 13

2.4. Belanghebbenden 14

3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 17

3.1. Bestuur en toezicht 17

3.1.1. Normen voor goed bestuur 17

3.1.2. Raad van Bestuur 18

3.1.3. Toezichthouders (Raad van Toezicht) 19

3.2. Bedrijfsvoering 22

3.3. Cliëntenraad 24

3.4. Patiëntenvertrouwenspersoon 25

3.5. Ondernemingsraad 26

4. Beleid, inspanningen en prestaties 28

4.1. Meerjarenbeleid 29

4.2. Algemeen beleid 30

4.2.1. Zorgvernieuwing: inhoudelijk 30

4.2.2. Cliëntgestuurde projecten en inzet ervaringsdeskundige medewerkers 33

4.2.3. Zorgvernieuwing: projecten en voorzieningen 35

4.2.4. Onderzoek 37

4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid 38

4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 38

4.4.1. Kwaliteit van zorg 39

4.4.2. Klachten 41

4.4.3. Toegangelijkheid 42

4.4.4. Veiligheid 43

4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 45

4.5.1. Personeelsbeleid 45

4.5.1.1. Gezonde en tevreden medewerkers in een veilige werkomgeving 46

4.5.1.2. Beschikbaarheid personeel 48

4.5.1.3. Een aantrekkelijke werkgever 48

4.5.2. Kwaliteit van het werk 49

4.5.2.1. Competente medewerkers die zich verbonden voelen met hun werk

en de organisatie 49

4.6. Samenleving 51

4.7. Financieel beleid 53

Page 7: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 4

Jaardocument 2010

Voorwoord

Dicht bij mensen, ver in zorg is de ambitie, die IrisZorg drijft. IrisZorg biedt perspectief aan kwetsbare

mensen met complexe problemen waaronder veelal verslavingsproblemen. We gaan hierbij uit van de

mogelijkheden en wensen van de cliënt met als doel de kwaliteit van leven te verbeteren. Samen met

cliënten werken we aan praktische oplossingen die uitzicht en vertrouwen bieden. Cliënten ervaren

ons als helder, betrokken en deskundig. De medewerkers van IrisZorg zijn betrokken en deskundig in

maatschappelijke ondersteuning en verslavingskunde. Ze maken gebruik van diverse programma’s

voor preventie, opvang, ondersteuning, reclassering, behandeling en herstel. De organisatie biedt hen

een veilige en inspirerende werkomgeving (mission statement, Perspectief 2009-2011, strategisch

concern beleidsplan, juni 2009; zie ook hoofdstuk 4).

In 2010 werd bedrijfsmatig het ‘het huis verder op orde gebracht’, anderzijds werd de in de

voorgaande jaren op gang gebrachte inhoudelijke vernieuwing met kracht voortgezet. De

bedrijfsprocessen zijn verder uitgebouwd en verfijnd. Er is een goed financieel resultaat behaald,

waardoor IrisZorg over een noodzakelijk stevige vermogenspositie beschikt waarmee de directe

toekomst tegemoet getreden kan worden. Zorginhoudelijk is in 2010 veel nadruk gelegd op

zorglogistiek, het vervolmaken van de eigen interne keten. Nieuwe projecten en voorzieningen zijn in

2010 van start gegaan, waaronder een jeugdkliniek. Onderzoek- en ontwikkelingprogramma´s naar

zorgvernieuwing zijn gestart en er is een basis gelegd voor cliëntparticipatie. Personeelsbeleid is

verder vernieuwd met o.m. een integraal veiligheidsproject en management development programma

voor alle leidinggevenden, gebaseerd op coachend leiding geven. Het ziekteverzuim is verder gedaald

naar 5,6%.

Met recht kunnen onze kwetsbare cliënten een beroep doen op deskundige, betrokken en

gemotiveerde medewerkers.

Raad van Bestuur:

drs. D.F.L. Olthof MHA W.J. Foppen MSM

voorzitter

Page 8: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 5

Jaardocument 2010

1. Uitgangspunten van de verslaglegging

Met dit jaardocument legt IrisZorg verantwoording aan enerzijds haar stakeholders en anderzijds aan

de samenleving in haar geheel. Het jaardocument 2010 is een verslag op concernniveau, opgesteld

volgens de voorschriften van het jaardocument maatschappelijke verantwoording (bron:

www.Jaarverslagenzorg.nl). Verantwoording in het verslag geschiedt geïntegreerd voor de cure

(behandeling) én de care (wonen, werken en opvang) binnen IrisZorg. Daar waar dit (nog) niet

mogelijk was als gevolg van uiteenlopende verantwoordingseisen of verschillende

financieringsregiems, wordt dit in het verslag aangegeven.

Het document bestaat uit twee gedeelten: het maatschappelijk verslag en de jaarrekening. Het

jaardocument is in gedrukte vorm beschikbaar en is daarnaast gepubliceerd op de websites:

www.jaarverslagenzorg.nl en www.iriszorg.nl. Naast het document verantwoordt IrisZorg zich ook via

DigiMV. In deze digitale publicatie zijn ook de prestatie-indicatoren volledig opgenomen evenals de

brancheverantwoording (GGZ Nederland). Van de prestatie-indicatoren treft u in het maatschappelijk

verslag een samenvatting aan.

Met dit document komt IrisZorg tegemoet aan de verantwoordingseisen zoals die in het kader van

wetgeving van toepassing zijn (WTZi, Kwaliteitswet Zorginstellingen, Wet Medezeggenschap Cliënten

Zorginstellingen, Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen, Wet op het Centraal Bureau voor de

Statistiek en de Wet Openbaarheid uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens). Daarmee

voldoet dit verslag aan de eisen van een aantal stakeholders (zorgkantoren, zorgverzekeraars, IGZ,

Ministerie van Justitie in het kader van forensische zorg, verplichtingen in het kader van statische

registraties). IrisZorg kent echter ook een aantal stakeholders voor wie het jaardocument als wettelijk

verantwoordingskader (nog) niet van kracht is. Het gaat hierbij vooral om centrumgemeenten, van wie

IrisZorg subsidie in het kader van de WMO ontvangt. Ook aan deze stakeholders zal dit verslag als

verantwoording worden aangeboden. De verantwoording aan centrumgemeenten zal worden

aangevuld met afzonderlijke inhoudelijke en/of cijfermatige verslaglegging, wanneer dat is vastgelegd

in met gemeenten afgesloten prestatiecontracten. IrisZorg heeft in zijn werkgebied van doen met acht

centrumgemeenten. Afzonderlijk wordt ook - indirect via de Stichting Verslavingsreclassering GGZ

Nederland - verantwoording afgelegd aan het Ministerie van Justitie die de

verslavingsreclasseringsactiviteiten financiert.

Het jaardocument kwam tot stand onder verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur.

Page 9: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 6

Jaardocument 2010

2. Profiel van de organisatie

2.1. Algemene identificatiegegevens

Algemene identificatiegegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting IrisZorg

Adres Postbus 351, Kronenburgsingel 545

Postcode 6800 AJ, 6831 GM

Plaats Arnhem

Telefoonnummer 026 - 845 11 00

Identificatienummers NZa

120-611 (zorgkantoor Arnhem Menzis)

120-706 (zorgkantoor Nijmegen VGZ)

120-707 (zorgkantoor Apeldoorn/Zutphen, Agis)

120-708 (zorgkantoor Midden IJssel, Salland)

120-1971 (zorgkantoor Zwolle, Achmea Flevoland)

450-1018 (zorgverzekering Menzis/UVIT)

Nummer Kamer van Koophandel

(BRZA, Basisregistratie zorgaanbieders)

09156820

E-mailadres [email protected]

Internetpagina www.iriszorg.nl

2.2. Structuur van het concern

De stichting IrisZorg werd op 01-01-2007 opgericht. De stichting is de rechtsopvolger van de stichting

Arcuris-De Grift (opgericht als bestuursstichting op 30-12-2005), de stichting Arcuris en de stichting De

Grift.

Gegevens

Structuur van het concern IrisZorg

Juridische structuur Stichting

Verantwoordelijkheidsverdeling Raad van Bestuur:

bestuurlijke eindverantwoordelijkheid

Raad van Toezicht:

integraal toezicht

Organisatiestructuur Raad van Bestuur

Vier uitvoerende clusters (zorgeenheden)

Vier ondersteunende centrale diensten

(zie volgende pagina voor organisatiestructuur)

Besturingsmodel Raad van Toezicht - Raad van Bestuur

Raad van Bestuur - directies clusters:

Contractmanagement

Toelatingen Verblijf met behandeling voor verzekerden met

psychiatrische aandoening (specificatie: verslaafden)

Verblijf met behandeling voor verzekerden met

psychiatrische aandoening (specificatie: dubbele

diagnose)

Verblijf met behandeling voor verzekerden met

psychiatrische aandoening (specificatie: forensische

psychiatrie voor verslaafden)

Verblijf met behandeling voor verzekerden met

psychiatrische aandoening (specificatie: beschermd

wonen)

Verblijf zonder behandeling (kleinschalige

woonvoorziening/beschermd wonen/licht verblijf)

Medezeggenschapsstructuur Wettelijke medezeggenschapsorganen:

Ondernemingsraad (WOR)

Cliëntenraad (WMCZ)

Medezeggenschap is centraal (OR) en decentraal (CR)

belegd

Page 10: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 7

Jaardocument 2010

Organogram

Er zijn in 2010 geen wijzigingen in de hoofdstructuur van de organisatie doorgevoerd.

De primaire organisatiestructuur is een mix van regionale en functionele indeling. Er is een functionele

verdeling langs de lijn behandeling (WGBO) en reclassering enerzijds en anderzijds de overige zorg &

activiteiten (opvang, woonzorg, werkactiviteiten). In het cluster Behandeling en Reclassering zijn alle

behandel- en reclasseringsactiviteiten ondergebracht: drie klinieken (kliniek Arnhem, Dubbel

Diagnosekliniek in Wolfheze, Intramuraal Motivatiecentrum in Nijmegen), zeven poliklinieken en een

afdeling reclassering met teams in Nijmegen en Arnhem. Opiaatpoli’s (methadonbehandeling en

heroïnebehandeling) maken deel uit van de poliklinieken.

Er zijn drie regionale clusters:

- Noord (Apeldoorn, Beekbergen, Deventer, Lelystad, Harderwijk en Nunspeet)

- Midden (Arnhem, Ede, Doetinchem) en

- Zuid (Nijmegen, Tiel).

In de regionale clusters zijn de opvangvoorzieningen (maatschappelijke opvang, crisisopvang,

verslavingsopvang), woonzorg en werk- en activiteitenprojecten gebundeld. De regionale clusters zijn

voor een deel geografisch en voor een deel naar duur, intensiteit of aard (functie) van zorg of activiteit

geordend.

De clusters worden geleid door eenhoofdige directies (voor zorg en bedrijfsvoering).

Binnen het cluster Behandeling & Reclassering is een hoofd behandeling aangesteld, die functioneel

afstemt met de eerste geneeskundige. Het hoofd behandeling legt hiërarchisch verantwoording af aan

de directeur van het cluster.

De clusters zijn georganiseerd in afdelingen. Managers geven leiding aan de afdelingen. In totaal zijn er

33 afdelingen in het primaire proces. Op een aantal plekken in de organisatie geven managers leiding

aan meerdere afdelingen. Een aantal afdelingen is verder opgedeeld in teams. Eén uitvoerende

afdeling, Preventie, is rechtstreeks onder de Raad van Bestuur gepositioneerd.

Page 11: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 8

Jaardocument 2010

2.3. Kerngegevens

2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering

IrisZorg heeft een breed aanbod voor zorg, opvang, verslavingsbehandeling, begeleiding, wonen,

werken/activering en forensische zorg. Daarnaast richt IrisZorg zich op het voorkomen van

middelenmisbruik en verslavingsproblemen door middel van voorlichting, preventie, advies, training

en monitoring. Ook is IrisZorg een erkende organisatie voor verslavingsreclassering in het

arrondissement Arnhem.

Nadere typering

Zorgtypering Instelling voor verslavingszorg:

- klinische en ambulante zorg (cure)

- verslavingsreclassering, forensische zorg

- verslavingspreventie en - voorlichting

Instelling voor opvang en wonen:

- crisisopvang

- maatschappelijke opvang dak- en thuislozen

(nacht- en dagopvang)

- opvang jeugdigen

- opvang verslaafden

- wonen (beschermd wonen, begeleid wonen)

Activering en reactivering:

- werkprojecten, rehabilitatietrajecten

Zorgfuncties - Huishoudelijke verzorging

- Persoonlijke verzorging

- Verpleging

- Ondersteunende begeleiding

- Activerende begeleiding

- Behandeling

- Verblijf (AWBZ)

Doelgroepen Dak- en thuislozen

Zwerfjongeren

Personen in maatschappelijke crisis (huisvesting,

psychosociaal)

Personen met afhankelijkheidsproblematiek (middelen,

gedrag)

Justitiabelen met afhankelijkheidsproblematiek

Jeugdigen met risicovol gebruik van middelen en/of

gedrag

Toelatingen

Psychiatrische aandoening (verslavingszorg) 167 (incl. 24 dubbel diagnose)

Psychiatrische aandoening (beschermd wonen) 66

Verblijf (verblijf zonder behandeling) 332

Forensische zorg 34

Totaal aantal bedden 599

Het betreft de toelatingen die tot en met 31 december 2010 zijn verstrekt. Een aantal van deze

toelatingen was op de genoemde datum nog niet geëffectueerd (79).

Page 12: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 9

Jaardocument 2010

2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten

De gegevens in deze paragraaf zijn opgesplitst naar verslavingszorg (GGZ) en maatschappelijke opvang

(WMO). Er worden ook cijfers voor reclassering en preventie gepresenteerd. Allereerst worden de

gegevens op concernniveau weergegeven.

2.3.2.1. IrisZorg totaal

Kerngegevens cure (behandeling) en care (opvang, wonen en werken)

Kerngegevens Aantal/bedrag

Cliënten

Aantal cliënten verslavingszorg in zorg/behandeling in het verslagjaar 6.562

Aantal cliënten in opvang, wonen en werken over het gehele verslagjaar (1) 5.404

Aantal cliënten reclassering over het gehele verslagjaar 923

Totaal (2): 12.889

Capaciteit

Aantal beschikbare bedden per einde verslagjaar, inclusief beschermd wonen 139

Capaciteit crisisopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 154

Capaciteit nachtopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 218

Capaciteit begeleid wonen in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 241

Capaciteit 24 uurs woonzorg in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 388

Totale capaciteit bedden (behandeling en verblijf) per einde 2010 1.140

Capaciteit dagopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 937

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (3) 1.407

Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (3) 1.105,7

Bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar 88.611.291

Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 50.005.887

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 38.605.404

(1) Het gaat niet om unieke personen, maar om het aantal personen dat van alle voorzieningen in de opvang, wonen en werken gebruik

heeft gemaakt. Omdat het vaak om ketenzorg gaat, maken meerdere cliënten gebruik van meer dan een voorziening (wonen, maar

bijvoorbeeld dag- of werkactiviteiten).

(2) Het gaat niet om unieke personen, zie 1

(3) Conform de in Statistiek Personeelssterkte (CBS) opgenomen aantallen personeelsleden en fte personeelsleden in loondienst.

2.3.2.2. Behandeling (cure)

Kerngegevens behandeling

Kerngegevens Aantal/bedrag

Cliënten

Aantal cliënten in zorg/behandeling per einde verslagjaar 3.875

Capaciteit

Aantal beschikbare bedden per einde verslagjaar, inclusief beschermd wonen 167

Waarvan deeltijdplaatsen -

Waarvan beschermd wonen 16

Productie

Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (instellingsregistratie) 5.303

Aantal in verslagjaar afgesloten DBC’s (instellingsregistratie) 4.904

Aantal verzorgingsdagen inclusief beschermd wonen exclusief BOPZ in verslagjaar 44.788

Waarvan verzorgingsdagen beschermd wonen Zie tabel care

Aantal behandelingen in verslagjaar 22.186

Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar -

Aantal ambulante contacten in verslagjaar 110.946

Page 13: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 10

Jaardocument 2010

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 524 (3)

Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 422,7 (3)

Bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar 26.735.070

Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 26.217.689

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 517.381

(1) Het aantal in het verslagjaar behandelde cliënten bedroeg: 7.018.

(2) Het aantal beschikbare bedden is gelijk aan het aantal bedden, dat daadwerkelijk in gebruik was per einde verslagjaar.

(3) Dit cijfer is gebaseerd op de daadwerkelijke personeelsinzet ten behoeve van de cure, gefinancierd uit de voor deze activiteit verkregen

bedrijfsopbrengsten. De personeelssterkte per 31 december van het verslagjaar, die wordt gemeld aan het CBS, is verdeeld naar de

CAO’s die binnen IrisZorg van toepassing zijn (Welzijn&Maatschappelijke Dienstverlening en GGZ). Dat levert andere cijfers op dan de

cijfers die in bovenstaande tabel en in de tabel in de volgende subparagraaf zijn opgenomen.

2.3.2.3. Opvang, wonen en werken (care)

Kerngegevens opvang, wonen en werken

Kerngegevens Aantal/bedrag

Cliënten (1)

Aantal cliënten crisisopvang in het verslagjaar 672

Aantal cliënten nachtopvang in het verslagjaar 881

Aantal cliënten dagopvang in het verslagjaar (2) 2.228

Aantal cliënten begeleid wonen (3) 547

Aantal cliënten 24-uurs woonzorg in het verslagjaar (4) 504

Aantal cliënten outreaching over het gehele verslagjaar 572

Totaal aantal cliënten in het verslagjaar (5) 5.404

Capaciteit

Capaciteit crisisopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 154

Capaciteit nachtopvang in beschikbare plaatsen per eind verslagjaar 218

Capaciteit dagopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 937

Capaciteit begeleid wonen (6) 241

Capaciteit 24-uurs woonzorg in beschikbare plaatsen (7) 388

Totale capaciteit begeleid wonen, woonzorg, crisisopvang, dag-, nachtopvang 1.938

Productie

Aantal uren dagactiviteiten 153.798

Aantal uren activerende begeleiding, ondersteunende begeleiding, verpleging en persoonlijke

verzorging

170.582

Aantal cliëntdagen crisisopvang, nachtopvang en woonzorg in het verslagjaar

(verzorgingsdagen)

312.796

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 883

Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 683

Bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar 61.876.221

(1) Het gaat om het aantal unieke cliënten per zorgfunctie. Er worden zes functies onderscheiden: crisisopvang, nachtopvang, dagopvang,

begeleid wonen, (24-uurs)woonzorg en outreachende activiteiten.

(2) Onder dagopvang wordt verstaan: allerlei vormen van dag- en werkactiviteiten.

(3) Bij begeleid wonen is niet voortdurend zorg aanwezig. Dit kan variëren van enige uren per dag tot eens per week of twee weken

(preventieve woonbegeleiding).

(4) Woonzorg bestaat uit vormen van wonen waarbij 24-uurs zorg aanwezig is.

(5) Het gaat niet om unieke cliënten, maar om het totaal aantal cliënten dat in 2010 gebruik heeft gemaakt van alle voorzieningen in de

care.

(6) In deze capaciteit zijn alle vormen van begeleid wonen, waarvan IrisZorg eigenaar of huurder is, geteld. Huurt cliënt zelf de woonruimte,

dan is deze niet meegerekend bij de capaciteit.

(7) Van de 629 bedden woonzorg & begeleid wonen beschikken 398 over een AWBZ-toelating (verblijf en beschermd wonen).

Page 14: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 11

Jaardocument 2010

2.3.2.4. Reclassering

IrisZorg beschikt over een reclasseringserkenning voor het arrondissement Arnhem. Bij de uitoefening

van de reclasseringstaken beperkt IrisZorg zich tot verslaafde reclassenten, zulks overeenkomstig de

op landelijk niveau tussen de reclasseringsinstellingen (Reclassering Nederland, Leger des Heils,

Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland) vastgelegde afspraken.

Reclasseringsproductie 2010

Kerngegevens Aantal

Advies 858

Vroeghulp 60

Reclasseringsadvies beknopt op basis van QS 212

Reclasseringsadvies beknopt zonder QS 115

Reclasseringsadvies op basis van RISc ten behoeve van TBS/PIJ 7

Reclasseringsadvies op basis van RISc + verdieping 1

Reclasseringsadvies op basis van RISc 376

Milieurapportage -

Toeleiding zorg 87

Toezicht 621

Niveau 1 203

Niveau 2 20

Niveau 2 - zonder groei 206

Niveau 2 - groei JV 12

Niveau 2 - met PP/ET toeslag 114

Niveau 3 (inclusief toeslag TBS) 65

Gedragsinterventie 18

COVA -

COVA + -

ARVA -

Korte leefstijltraining 9

Leefstijltraining 8

Oude gedragsinterventies 1

Werkstraffen 240

Groepswerkstraf 136

Individuele werkstraf 104

Veelplegers 16

Casemanagement 16

Oude productie 33

Adviesrapport 27

Leerstraf 0

Maatregelrapportage 3

Voorlichtingsrapport 2

Vroeghulpinterventie 1

Totaal productie 1.786

Cliënten

Kerngegevens Aantal

Cliënten

Aantal reclasseringscliënten in het verslagjaar 923

Page 15: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 12

Jaardocument 2010

2.3.2.5. Preventie

Productie preventie

Product Aantallen

Eenmalige voorlichtingsbijeenkomsten 397

Cursussen 182

Advies en beleidsadvisering 305

Netwerkbijeenkomsten 232

Informatieverstrekking 610

Totaal 1.685

Spreekuur drugs-testservice 49

Monitoring (onderzoek, presentatie, advies en publicaties) 7

Uitgaven (Onder invloed onderweg, lesbrief, Iriscopie, Nieuwsbrief infectieziekten 2

Er worden in de regio’s Midden (Gelderland-Midden) en Zuid (Gelderland-Zuid) door IrisZorg

activiteiten op het gebied van verslavingspreventie en - voorlichting uitgevoerd. Deze activiteiten

worden voor een belangrijk deel gefinancierd door de vier centrumgemeenten in deze regio’s

(Arnhem, Doetinchem, Ede en Nijmegen).

Page 16: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 13

Jaardocument 2010

2.3.3. Werkgebied

Het gebied, waarin IrisZorg voorzieningen, begeleiding en ondersteuning aanbiedt op het gebied van

wonen, werken, activiteiten en opvang (WMO), omvat in totaal 66 gemeenten, waarvan 55 in de

provincie Gelderland, 3 in de provincie Overijssel, 4 in de provincie Flevoland, 2 in de provincie Utrecht

en eveneens 2 in de provincie Limburg. Deze 66 gemeenten telden per 1 januari 2010 samen

2.483.721 inwoners1.

Verslavingszorg en -preventie worden aangeboden in 45 gemeenten (41 in Gelderland, 2 in Limburg en

2 in Utrecht) met in totaal 1.498.658 inwoners op 1 januari 2010.

Reclassering wordt verzorgd in het arrondissement Arnhem (in totaal 34 gemeenten, met 1.189.055

inwoners per 1 januari 2010).

IrisZorg beschikt over vestigingen in meer dan 90 verschillende locaties in 19 gemeenten (20 plaatsen).

In sommige locaties zijn meerdere panden of voorzieningen gevestigd. Twee grote complexen met

veel voorzieningen bevinden zich in Apeldoorn (Het Hoogeland in Beekbergen) en in Nijmegen (De

Hulsen).

1 De inwoneraantallen zijn gebaseerd op gemeentelijke bronnen (administraties van gemeenten). Tot het werkgebied worden

ook de gemeenten Almere en Zutphen gerekend. Almere is de centrumgemeente voor (ook) Lelystad, waar IrisZorg een crisisopvang en begeleid wonen exploiteert. Tot 2004 was in Almere zelf ook een voorziening van een rechtsvoorganger (Arcuris) van IrisZorg gevestigd. Zutphen behoort eveneens tot het (welzijns-)werkgebied van IrisZorg. De mo-voorzieningen in Deventer, Apeldoorn en Nunspeet vangen ook inwoners van Zutphen op. Tot 2001 was er een eigen opvangcentrum van Arcuris in Zutphen gevestigd.

Page 17: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 14

Jaardocument 2010

2.4. Belanghebbenden

IrisZorg kent een groot aantal belanghebbenden, er wordt op vele terreinen met diverse partners

samengewerkt. Een globaal overzicht daarvan is in de volgende tabel opgenomen.

Domeinen Soort samenwerkingspartners

Brancheorganisaties GGZ Nederland

Federatie Opvang

MO Groep

Stichting Reclassering Nederland

Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland

Cliënten/patiënten Landelijke, regionale en lokale cliëntenorganisaties

Zelfhulpgroepen

Financiers Gemeenten

Ministerie van Justitie

Overige kapitaalverstrekkers (banken, diverse kleine financiers)

Provincie(s)

Zorgkantoren

Zorgverzekeraars

Onderzoek Kenniscentra

Onderzoekscentra

Opleiding Onderwijsinstellingen (VMBO/VWO, MBO, HBO, universitair)

Overheid & overheidsinstanties Gemeenten

Inspecties

Ministeries (VWS, Justitie)

Overheidsorganen (autoriteiten, colleges, commissies)

Provincie(s)

Veiligheid Forensische en penitentiaire instellingen

Openbaar ministerie

Politie

Reclassering

Welzijn Gemeentelijke gezondheidsdiensten

Jeugd- en jongerenwerk

Opvangorganisaties

Maatschappelijk werk

Welzijnsorganisaties

Werken & arbeids(re)integratie Centra voor Werk en Inkomen

Commerciële bedrijven (toelevering, aflevering)

Werkvoorzieningschappen

Wonen Woningcorporaties

Zorgverleners en -instellingen Algemene ziekenhuizen

Apothekers

GGZ-instellingen

Huisartsen

Jeugdzorg

LVG-sector

RIBW-en

Thuiszorg

Verpleeg- en verzorgingssector

Vrijgevestigde GGZ

Jaarlijks worden er met diverse partners nieuwe overeenkomsten of convenanten gesloten (zie

daarvoor volgende subparagraaf maatschappelijke samenwerking).

Page 18: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 15

Jaardocument 2010

Maatschappelijke samenwerking

Opvang en verslavingszorg zijn vormen van maatschappelijke zorg die volop in de samenleving staan.

De meeste afnemers van de zorg- en dienstverlening van IrisZorg nemen dagelijks deel aan het

maatschappelijke verkeer en maken gebruik van allerlei maatschappelijke instituties. Om tot een

goede aaneensluitende zorg te komen is het noodzakelijk om ketens met andere zorgaanbieders en

met aanbieders van maatschappelijke diensten als wonen en arbeid te vormen. In totaal is IrisZorg

partij in meer dan 100 formele samenwerkingsverbanden (convenanten, overeenkomsten). Ook wordt

samenwerking gezocht en worden afspraken gemaakt met lokale overheden en omwonenden van

voorzieningen omwille van afstemming ten aanzien van voorzieningen (o.m. met het oog op mogelijke

overlast). Het gaat om verbanden op wijk -, stadsdeel -, lokaal -, regionaal - en soms landelijk niveau.

In 2010 werd een aantal nieuwe samenwerkingsovereenkomsten aangegaan2. De belangrijkste

daarvan zijn:

op bestuurlijk niveau:

- GGZ Nederland, lidmaatschap vereniging EPD GGZ. Doelstelling: het ontwikkelen van een

professioneel en toekomstbestendig EPD-systeem

- Handvest Maastricht: samenwerkingsovereenkomst van Kennisnetwerk Het Zwarte Gat en 15

verslavingszorginstellingen voor het realiseren van activiteiten en projecten op het gebied van

maatschappelijk herstel van cliënten (zie 4.2.2.)

- ZonMw, intentieverklaring ketenpartner spoedzorg: deelname aan de studie “Crisis en regie,

ontwikkeling en toetsing van prestatie-indicatoren voor de keten acute psychiatrie” en het vervullen

van een actieve rol bij het toetsen en ontwikkelen van de prestatie-indicatoren

- GGD Rivierenland – projectovereenkomst RSP-projecten GGD inz. alcoholmatiging jeugd

op clusterniveau:

Behandeling & Reclassering:

- samenwerkingsverband t.b.v. jeugd LVG met Humanitas, De Gelderse Roos (Pro Persona), RIBW

Nijmegen & RIBW, Sociale Werkvoorzieningen, Landelijk Platform Jeugd – doel: het opzetten van

een keten rondom LVG jeugd

- landelijke samenwerking jeugd om te komen tot een landelijke monitor jeugd (project van het NISPA

in opdracht van het kenniscentrum Resultaten Scoren)

- samenwerking op gebied van jeugdverslavingsbehandeling met Novadic Kentron, Tactus en

Verslavingszorg Noord Nederland – doel: samenwerking mbt jeugd en specifiek jeugdklinieken

teneinde betere zorg te leveren en iedere jongere een goede behandelplek te bieden en te komen

tot een gezamenlijke kwaliteitsstandaard (met afstemming van inhoud en processen)

- veiligheidshuizen Nijmegen – Arnhem – Veluwevallei – Rivierenland

- Oggz-Zorgmonitor Veluwevallei (registratie van Oggz-cliënten) – doel toeleiding naar centrale

toegang om trajecten met ketenpartners voor deze doelgroep vorm te geven en te realiseren.

Regio Noord:

- samenwerking met Dimence en Tactus inzake Oggz-team (Noord-Gelderland en Overijssel)

- samenwerking met Tactus (Deventer) en Multitoon (Harderwijk) – werkproject voor cliënten

Regio Midden:

- uitstapprogramma verslaafde prostituees in Arnhem. Gezamenlijk initiatief met de gemeente

Arnhem om te komen tot een duurzaam alternatief voor de verslaafde straatprostituees

- overeenkomst met de gemeente Arnhem t.b.v. cameratoezicht Remisestaat (24-uursopvang van

harddrugsverslaafden).

2 In dit overzicht zijn geen ‘commerciële’ contracten opgenomen. Jaarlijks worden tientallen contracten met diverse dienstverleners (o.a.

advisering, inhuur tijdelijk personeel) en leveranciers afgesloten.

Page 19: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 16

Jaardocument 2010

Regio Zuid:

- de Spullenhulp, samenwerking met GGD, Diakonie, RIBW Nijmegen en Rivierenland t.b.v. realisatie

van opslag van 2e

hands huisraad

- convenant Centrum Jeugd en Gezin Millingen, met gemeente Millingen en groot aantal andere

partners: samenwerking ten behoeve advies en hulp aan kinderen, jongeren en ouders

- convenant Centrum Jeugd en Gezin Groesbeek, met gemeente Groesbeek en groot aantal andere

partners: samenwerking ten behoeve advies en hulp aan kinderen, jongeren en ouders

- zorgnetwerk 12+ Millingen, met gemeente Millingen. Hoofddoelstelling: het delen van zorg om het

kind en het onderling afstemmen van interventies

- zorgnetwerk 12+ Groesbeek, met gemeente Groesbeek. Doelstelling: het delen van zorg om het kind

en het onderling afstemmen van interventies.

IrisZorg participeert in twee kennis- en onderzoekscentra (Kenniscentrum Opvang & OGGZ, Nijmegen

Institute for Science-Practitioners in Addiction -NISPA-) en werkt mee aan initiatieven voor

inhoudelijke verbetering van de kwaliteit van de zorg (project Resultaten Scoren van GGZ Nederland).

Besloten is het lidmaatschap van de RIBW Alliantie aan te vragen.

Bestuurlijke samenwerking

Op bestuurlijk niveau werd er in 2010 deelgenomen in zeven samenwerkingsverbanden: stichting

NISPA , stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland (algemeen bestuur), stichting Preventie en

Innovatie Gezondheidszorg (SPIG), stichting Omnizorg Apeldoorn, stichting Beheer en Administratie

van Gelden van Cliënten uit de Maatschappelijke Zorg, stichting Cliënteninitiatieven Nijmegen en de

Stichting Praktijkopleidingen Oost Nederland (instituut voor postdoctorale opleidingen voor klinische

en gezondheidspsychologen).

Financiering

Voor de WMO-gefinancierde zorg had IrisZorg met acht centrumgemeenten van doen.

Voor de AWBZ-gefinancierde zorg was IrisZorg in 2009 op vijf zorgkantoren aangewezen. Twee

zorgverzekeraars kochten namens alle zorgverzekeraars bij IrisZorg voor de DBC-gefinancierde zorg in.

Reclassering en forensische zorg werden bekostigd door het Ministerie van Justitie. Daarnaast stelden

nog tientallen financiers (vooral gemeenten) projectmatig of structureel middelen beschikbaar.

Page 20: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 17

Jaardocument 2010

3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap

Stichting IrisZorg is op 1 januari 2007 ontstaan na een juridische fusie van de stichtingen Arcuris

(maatschappelijke opvang) en De Grift (verslavingszorg). Er zijn drie andere stichtingen waarvoor

bestuurlijk verantwoordelijkheid wordt gedragen door de Raad van Bestuur van stichting IrisZorg:

- stichting Modeltuinen;

- stichting Werkplaats De Hulsen;

- stichting Welzijn Arnhem (SWA)3.

De jaarrekeningen van de stichtingen Werkplaats De Hulsen en Welzijn Arnhem zijn geconsolideerd in

de jaarrekening van stichting IrisZorg. De activiteiten en daarmee ook het personeel van de stichting

Modeltuinen komen geheel ten laste van stichting IrisZorg.

Stichting IrisZorg heeft een deelneming in RoderSana Holding B.V. te Oirschot. Dit bedrijf is de eerste

instelling in Nederland voor behandeling van problemen op het gebied van leefstijlproblemen.

RoderSana biedt zowel ambulante alsook klinische programma’s aan. Naast IrisZorg zijn er andere

deelnemende partners (GGZ- en verslavingszorginstellingen, particuliere investeerder).

3.1. Bestuur en toezicht

3.1.1. Normen voor goed bestuur

De stichting wordt statutair bestuurd door de Raad van Bestuur. Deze raad legt verantwoording af aan

de Raad van Toezicht. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze twee organen zijn

vastgelegd in de statuten en in reglementen.

In het reglement zijn naast de positie ten opzichte van de Raad van Bestuur onder meer de

bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de raad, het doel van het toezicht, het toezichthoudend

instrumentarium, de vergaderwerkwijze, informatievoorziening door Raad van Bestuur,

werkgeverschap van de Raad van Toezicht, eigen werkzaamheden, samenstelling, gedragsregels,

werving, voordracht, benoeming en herbenoeming en evaluatie vastgelegd. Leden van de Raad van

Toezicht zijn onafhankelijk ten opzichte van de Raad van Bestuur en ten opzichte van elkaar. Er zijn

geen directe belangen bij de instelling. De leden van de raad functioneren zonder last of ruggespraak.

Naast een reglement is er een profielschets Raad van Toezicht opgesteld. In deze profielschets (uit

2008) zijn de gewenste competenties (kennis- en ervaringsprofielen, maatschappelijke

representativiteit) voor de raad vastgelegd.

De Raad van Toezicht volgt bij de uitoefening van zijn toezichthoudende taak de uitgangspunten van

de zorgbrede Governance Code (2010). In 2010 heeft de raad stilgestaan bij deze code. Getoetst is of

en in welke mate aan de code voldaan wordt. Van de 66 items (artikelen, paragrafen) in de code

waren er 7 items, waaraan niet of onvoldoende voldaan werd. Aan drie van deze items wordt

inmiddels voldaan, drie items moeten statutair geregeld worden hetgeen bij de volgende

statutenwijziging (2011) zal gebeuren. Eén punt heeft de Raad van Toezicht besloten niet formeel te

regelen. Het betreft een inwerk- en scholingsprogramma voor nieuwe leden van de Raad van Toezicht.

Nieuwe leden worden altijd geïntroduceerd binnen de instelling door eendaags werkbezoek aan de

belangrijkste voorzieningen van de instelling en door verstrekking van relevante schriftelijke

informatie. Daarnaast worden leden van de raad in de gelegenheid gesteld voor toezichthouders

relevante scholing en bijscholing te volgen. Besloten is geen formeel inwerk- en scholingsprogramma

te ontwikkelen omdat de inhoud hiervan in de tijd verandert en omdat de behoefte /noodzaak per

individuele toezichthouder uiteenloopt.

3 Deze beheersstichting is overgenomen bij de ontvlechting van stichting Passade. Bij de fusie van Arcuris en De Grift zijn ook de voorzieningen

voor maatschappelijke opvang van stichting Passade (instelling voor zorg en welzijn in Arnhem en Nijmegen) overgenomen.

Page 21: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 18

Jaardocument 2010

3.1.2. Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur is integraal verantwoordelijk voor het bestuur van IrisZorg. De raad draagt de

eindverantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken, de beleidsvoorbereiding en – uitvoering.

Bestuurstaken en -verantwoordelijkheden, besluitvorming en werkwijze zijn vastgelegd in een

reglement. In dit reglement is ook de verantwoording aan de Raad van Toezicht beschreven. De

verantwoording over 2010 vond plaats aan de hand van door de Raad van Bestuur opgestelde en door

de Raad van Toezicht goedgekeurde en meetbare prestatie-indicatoren op een vijftal domeinen

(cliëntperspectief, financieel perspectief, personeel, innovatie en kwaliteit). De informatieverstrekking

aan de Raad van Toezicht geschiedt aan de hand van een informatieprotocol, dat in 2010 (opnieuw) is

opgesteld en vastgesteld.

De Raad van Bestuur vergadert eens in de twee weken.

De leden van de raad hebben in een portefeuilleverdeling taken vastgelegd. In de praktijk ligt de

nadruk op collegiaal bestuur en op goed overleg met de binnen IrisZorg functionerende adviesorganen

(medezeggenschapsorganen, overleg van directies en dienstmanagers).

Samenstelling Raad van Bestuur

Naam Bestuursfunctie Nevenfuncties

Dhr. drs. D.F.L. Olthof MHA

Leeftijd: 53 jaar

Portefeuilles:

Zorg

Ontwikkeling zorgbeleid

Kwaliteitsbeleid

Pr en communicatie

Bedrijfsvoering (p&c, ao/ic,

informatisering)

Financiering (zvw/awbz)

Cliëntenraad

Directies (2), diensten (2)

Contactpersoon voor RvT

Financieel beleid (gezamenlijk)

Voorzitter

- lid bestuur van Nijmegen Institute

for Scientist Practitioners in Addiction

(NISPA) (tot 1 juli 2010: voorzitter)

- lid redactieadviesraad Psy, tijdschrift over

geestelijke gezondheid en verslaving

- voorzitter Stichting Praktijkopleidingen

Oost Nederland (instituut voor post-

doctorale opleidingen voor

gezondheids- en klinische psychologen,

aan de Radboud Universiteit Nijmegen)

- lid commissie Financiering & Bekostiging

van GGZ Nederland

- bestuurslid Stichting Preventie en

Innovatie Gezondheidszorg (Nijmegen)

- lid bestuur Stichting Fonds Studentenpers

Nijmegen

- voorzitter commissie van toezicht voor de

leeropdracht Verslaving en Verslavingszorg

Radboud Universiteit Nijmegen

- lid interfacultaire commissie Verslavingskunde

Radboud Universiteit Nijmegen

Dhr. W.J. Foppen MSM

Leeftijd : 51 jaar

Portefeuilles:

Personeelsbeleid

Facilitair beleid

Vastgoed

Automatisering

Preventie

Reclassering

Financiering (WMO, justitie en

overig)

Ondernemingsraad

Directies (2), diensten (2)

Financieel beleid (gezamenlijk)

Lid

- lid algemeen bestuur Stichting Versla-

vingsreclassering GGZ Nederland

- voorzitter bestuur stichting Omnizorg

Apeldoorn

- lid commissie strategiebepaling Federatie

Opvang

- lid accreditatiecommissie CHE

- assessor lectoraat Zorgmanagement Hogeschool

Arnhem en Nijmegen

- lid bestuur stichting Beheer en Administratie van

Gelden van Cliënten uit de Maatschappelijke zorg

- plaatsvervangend lid landelijke commissie DIMS

Ten aanzien van het vervullen van nevenfuncties wordt de zorgbrede governancecode gevolgd. Voor

geen van de nevenfuncties wordt bezoldiging verkregen.

Page 22: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 19

Jaardocument 2010

Bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden van de Raad van Bestuur zijn overeenkomstig de

Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) van 2010, zoals vastgesteld door de Nederlandse

Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis

Directeuren (NVZD). Van de hoogte van de salarissen wordt elders in dit document melding gedaan

(zie 5.1.9.25). In de arbeidsovereenkomsten van de bestuurders is een schadevergoedingsregeling

overeengekomen in geval van opzegging door de stichting. Uitzondering hierop is ontslag wegens een

dringende reden zoals bedoeld in artikel 7:677 en artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek.

Het functioneren van de Raad van Bestuur en de individuele leden wordt jaarlijks door de Raad van

Toezicht geëvalueerd.

3.1.3. Toezichthouders (Raad van Toezicht)

Samenstelling

In de samenstelling van de Raad van Toezicht zijn in 2010 de volgende wijzigingen opgetreden:

- per 29 maart is de voorzitter, mevr. M.J. Louppen-Laurant, teruggetreden uit de raad. Haar

benoemingstermijn was verstreken. Tot opvolger is een lid uit de raad zelf gekozen: mevr. G.

Bouman;

- er zijn twee nieuwe leden tot de raad toegetreden: dhr. R. de Veen en dhr. P. Koburg.

Per 31 december 2010 was de raad als volgt samengesteld.

Samenstelling Raad van Toezicht

Naam Aandachtsgebied Functie en nevenfuncties

Mevr. G. Bouman

Datum eerste benoeming:

2005

(rechtsvoorganger IrisZorg)

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-2012 (tweede termijn)

Leeftijd: 49

Voorzitter

Functie:

bestuurder Bureau Jeugdzorg Flevoland

Relevante nevenfuncties:

- voorzitter landelijk bestuur

Home-Start (sinds 1-1-11)

- lid internationaal bestuur Home-Start

(Londen)

- lid van het bestuur van

Jeugdzorg Nederland

Dhr. drs. G.E.W. Prick

Datum eerste benoeming:

2003

(rechtsvoorganger IrisZorg)

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-2010 (tweede termijn)

Leeftijd: 63

Vicevoorzitter

Functie:

burgemeester gemeente Groesbeek

Relevante nevenfuncties:

- lid Raad van Toezicht stichting Universitair

Long Centrum Dekkerswald

- voorzitter stichting Katholieke

Herstellingsoorden Dekkerswald

- voorzitter stichting Support

- voorzitter Raad van Toezicht

Anti-Discriminatie Bureau Regio

Gelderland-Zuid

Mevr. C.A.M. Bongers-van Hekezen

Datum eerste benoeming:

16-06-2008

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-2011 (eerste termijn)

Leeftijd: 46

Functie:

zelfstandig ondernemer (directeur/eigenaar

bedrijf)

Relevante nevenfuncties:

- voorzitter bestuur Stedelijk

Jongerencentrum Staddijk, Nijmegen

- lid werkgroep Zorg PvdA Nijmegen

Page 23: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 20

Jaardocument 2010

Dhr. mr. A.G. Coumans

Datum eerste benoeming:

22-05-2008

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-2011(eerste termijn)

Leeftijd: 47

Functie:

raadsheer gerechtshof Arnhem, sector

strafrecht

Relevante nevenfuncties:

- plaatsvervangend lid Raad voor

Strafrechtstoepassing en

jeugdbescherming

Dhr. ir. P. Koburg

Datum eerste benoeming:

19-05-2010

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-2013 (eerste termijn)

Leeftijd: 49

Functie:

directeur/bestuurder De Woonmensen

(woonzorgorganisatie)

Relevante nevenfuncties:

- voorzitter stichting Spelenderwijs

(Apeldoorn)

- voorzitter samenwerkende Apeldoornse

woningcorporaties

- lid raad van Toezicht stichting Woonkeus,

Stedendriehoek

Dhr. drs. ir. J. de Valk, MBA

Datum eerste benoeming:

2004

(rechtsvoorganger IrisZorg)

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-2011 (tweede termijn)

Leeftijd: 56

Functie:

remonstrans predikant.

Voorheen: ondernemer, bedrijfs- adviseur,

interim-manager

Relevante nevenfuncties:

- voorzitter bestuur Stichting Vrienden van

de Daklozen, Arnhem

- bestuurslid stichting Nicolai Broederschap,

armenzorg, Arnhem

drs. R.C.A. de Veen,

psychiater

Datum eerste benoeming:

19-05-2010

Benoemingstermijn:

t/m 31-12-1013 (eerste termijn)

Leeftijd: 57

Functie:

Psychiater bij GGNet, standplaats

Doetinchem

Relevante nevenfuncties:

- lid Raad van Toezicht WOPiT

Twente (woonbegeleiding voor

psychiatrische patiënten)

Drie van de leden waren ook lid van de Raden van Toezicht van een van de fusiepartners van IrisZorg

(De Grift resp. Arcuris). De bestuurlijke fusie van de rechtsvoorgangers vond per 1 januari 2006 plaats,

de juridische fusie 1 januari 2007.

Verslag

De Raad van Toezicht houdt toezicht op de strategie, prestaties en besturing en vervult de taak van

werkgever van de Raad van Bestuur. Hiertoe wordt de raad op verschillende manieren geïnformeerd

door:

- periodiek verstrekte managementinformatie-overzichten (in 2010 per semester en per half jaar aan

de gehele raad, financiële overzichten per maand aan de financiële commissie)

- jaarlijkse verantwoording van de Raad van Bestuur over de overeengekomen prestatie-indicatoren

- verantwoordingsdocumenten: jaardocument en jaarrekening

- periodiek overleg – in aanwezigheid van de Raad van Bestuur - met een aantal van belang zijnde

functionarissen c.q. organen buiten en binnen de organisatie:

� overleg met de accountant (jaarlijks eenmaal overleg met volledige Raad van Toezicht)

� de financiële commissie

� de medezeggenschapsorganen (deelname aan de artikel 24-vergadering WOR).

Er is in 2010 een nieuw informatieprotocol vastgesteld. In het protocol is vastgelegd dat de Raad van

Toezicht tijdig correcte en relevante informatie in de juiste detaillering ontvangt. De informatie is

Page 24: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 21

Jaardocument 2010

onderscheiden in: basisinformatie (statuten, reglementen, e.d.), jaarlijkse informatie (jaardocument,

begroting, managementinformatie, e.d.) en overige informatie (strategische plannen, rapporten van

inspecties).

Tenslotte vormt de Raad van Toezicht zich een beeld van de organisatie door periodiek werkbezoeken

aan locaties van de instelling (voorafgaande aan vergaderingen) af te leggen en met enige regelmaat

aanwezig te zijn bij al dan niet openbare evenementen (openingen van nieuwe voorzieningen, open

dagen van bestaande voorzieningen, deelname aan recepties e.d.). Daarbij is ook gelegenheid kennis

te maken met leidinggevenden (directies, soms ook afdelingsmanagement).

In 2010 heeft de raad zeven maal vergaderd: vijf reguliere vergaderingen, een themabijeenkomst en

een evaluatiebijeenkomst. Het jaarlijks overleg van de raad met de accountant heeft plaatsgevonden

bij de bespreking en goedkeuring van de jaarrekening 2009. De themavergadering was gewijd aan een

terugblik op het verleden (evaluatie van de fusie), een beschouwing van het heden aan de hand van de

realisatie van de ambities uit het strategische beleidsplan 2009-2011 en een eerste verkenning van de

toekomst met behulp van theoretische denkmodellen en de rol van de organisatie in de toekomst.

Jaarlijks evalueert de raad zijn functioneren. In 2010 is dit gebeurd onder leiding van een extern

bureau. Er is een teamprofiel samengesteld, aan de hand waarvan teamrolIen (op basis van de

bestaande kwaliteiten), de onderlinge communicatie, de wijze van besluitvorming en de toegevoegde

waarde vanuit de raad aan de Raad van Bestuur besproken zijn. Het teamprofiel wordt – naast de

profielschets van de raad - gebruikt om de aanwezigheid van verschillende profielen, vaardigheden en

kwaliteiten binnen de raad te borgen en waar nodig bij toekomstige vacatures te versterken cq aan te

vullen.

In de reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht kennis genomen van en van gedachten

gewisseld over de voortgang van de zorg (productie, nieuwe voorzieningen, specifieke vormen van

zorg) & bedrijfsvoering en van relevante interne ontwikkelingen

(medewerkerstevredenheidsonderzoek, verbetertrajecten). Ook aan de orde zijn geweest: de

managementletter, verzuimbeleid, inspectiebezoeken en - rapportages en het functioneren van de

Raad van Bestuur. Tweemaal heeft een delegatie van de raad deelgenomen aan een zogenaamd

artikel 24 overlegvergadering (WOR) van de Raad van Bestuur met de Ondernemingsraad.

Een aantal vergaderingen is voorafgegaan door een werkbezoek aan een van de voorzieningen van

IrisZorg (crisisopvang Lelystad, dag- en nachtopvang Remisestraat Arnhem, jeugdkliniek Tiel).

De raad heeft de volgende besluiten genomen:

- algemeen: goedkeuring jaardocument 2009 (maatschappelijk verslag en geconsolideerde

jaarrekening)

- financieel: goedkeuring concernbegroting 2011

- Raad van Toezicht zelf: benoeming voorzitter, benoeming twee nieuwe leden;

- Raad van Bestuur: prestatie-indicatoren 2010, beloning (conform de code NVTZ/NVZD).

Er zijn in het verslagjaar twee nieuwe leden tot de raad toegetreden. Beide leden zijn via een

openbare wervingsactie (landelijke media) aangetrokken. Zij vervullen vacatures die eind 2009 / begin

2010 zijn ontstaan. Als uitgangspunt bij de werving zijn specifieke profielen gebruikt, bij een vacature

gericht op bedrijfseconomische – en ondernemerskennis cq ervaring en bij de andere vacature op

zorginhoudelijke kennis van de verslavingszorg/GGZ.

Aan het eind van het jaar is als gevolg van vertrek van een lid volgens het rooster van aftreden een

nieuwe vacature ontstaan. Bij de vervulling hiervan is gezien het vacaturespecifieke profiel (lid,

afkomstig uit het openbaar bestuur) de voorkeur gegeven om te werven via de eigen netwerken van

de raad.

De raad heeft in 2010 uit zijn eigen midden een nieuwe voorzitter benoemd.

De raad kent één commissie: de financiële commissie. De taak van deze commissie is de Raad van

Toezicht te ondersteunen door voorbereidende werkzaamheden te verrichten voor de vergaderingen

van de raad en de Raad van Toezicht te adviseren over het gevoerde financiële beleid en beheer. De

commissie heeft geen eigen bevoegdheden tot het nemen van besluiten of vaststellen van

Page 25: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 22

Jaardocument 2010

documenten. Zitting in deze commissie hadden in 2010 de heren De Valk en Coumans. De commissie

heeft in totaal zes maal overlegd met de Raad van Bestuur. Onderwerpen die besproken zijn: de

management letter, conceptbegroting, conceptjaarrekening en managementrapportages. Aan het

einde van het jaar is dhr. Koburg tot de commissie toegetreden.

Overige periodieke taken binnen de raad (voeren jaargesprekken met Raad van Bestuur, deelname

aan OR-overleg, gesprekken met kandidaat-leden) worden per keer afgesproken. Aan uitvoering van

deze taken wordt altijd door de voorzitter van de raad deelgenomen. Voorts voert de voorzitter

vooroverleg met de Raad van Bestuur ter voorbereiding van de vergaderingen (agendaoverleg). Met

de cliëntenraad heeft, als gevolg van het decentraliseren van de cliëntenmedezeggenschap (zie 3.3.),

in 2010 geen overleg plaatsgevonden.

De leden van de Raad van Toezicht ontvangen voor hun werkzaamheden een honorering. De regeling

daarvoor is in 2009 overeenkomstig de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders

in de Zorg (NVTZ) voor de duur van twee jaar vastgesteld. Van de hoogte van de honorering wordt in

paragraaf 5.1.9.25 verslag gedaan.

3.2. Bedrijfsvoering

In deze paragraaf komt de wijze waarop IrisZorg haar interne bedrijfsvoering en beheersing heeft

ingericht aan de orde (beschrijving van systemen en processen ter beheersing van de onderkende

risico’s, kansen en onzekerheden).

Besturingsmodel

Het besturingsmodel van IrisZorg heeft als uitgangspunt dat door de Raad van Bestuur de

verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor de besturing van de clusters en diensten is belegd bij

clusterdirecteuren en dienstmanagers. Contractmanagement staat hierbij centraal. De kaders

waarbinnen dit gebeurt, zijn vastgelegd in managementcontracten, die de afspraken bevatten over de

te leveren prestaties aan de hand van concreet meetbaar gemaakte kritische prestatie-indicatoren.

Clusterdirecteuren en dienstmanagers zijn verantwoordelijk voor de hen toebemeten processen

binnen hun eigen bedrijfsonderdeel.

Directeuren die een zorgproces aansturen zijn integraal verantwoordelijk voor zowel de dienst- en

zorgverlening aan de cliënten als voor de bedrijfsvoering, waaronder realiseren van tenminste het

resultaat volgens de begroting. Zij worden daarbij ondersteund door de dienstverlening van de

ondersteunende centrale diensten. De kosten hiervan worden deels direct doorberekend en deels

verrekend volgens vooraf afgesproken verdeelsleutels.

Planning & Control cyclus

Het langetermijnbeleid van IrisZorg is vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan 2009 - 2011, met daarin

vervat de missie en visie. Het korte termijnbeleid heeft een focus van één jaar. In de jaarlijkse

kaderbrief van de Raad van Bestuur is de vertaling weergegeven van het lange termijnbeleid in

doelstellingen voor het komende jaar zoals ook met de directeuren en managers van de clusters

respectievelijk de centrale diensten is afgestemd. De opdracht aan clusterdirecteuren en

dienstmanagers is op basis hiervan jaarplannen en begrotingen te maken. Ook in de jaarplannen komt

het directe verband tussen strategie, doelstellingen, activiteiten en resultaten tot uitdrukking. De

afspraken die op basis van de jaarplannen worden gemaakt over de te leveren prestaties worden

vastgelegd in de managementcontracten. Door periodieke rapportages en de

managementinformatiesystemen vindt monitoring plaats van de mate waarin de plannen worden

gerealiseerd. Dit is de basis voor de periodieke interne concernverslaggeving en verantwoording aan

stakeholders. Tevens wordt periodiek aan de financiële commissie van de Raad van Toezicht

gerapporteerd over de resultaten en over enkele kengetallen met betrekking tot het

personeelsbestand.

Page 26: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 23

Jaardocument 2010

Risicomanagement

Risicomanagement is geïntegreerd in de planning & controlcyclus. Onderdeel bij het opstellen van de

begroting voor ieder cluster en centrale dienst is een risicoparagraaf waarin de belangrijkste risico’s

zijn opgenomen. In de periodieke verantwoordingsrapportages is een evaluatie opgenomen van de op

dat moment spelende risico’s en de naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen. Het verwachte

effect van de risico’s wordt na afsluiting van iedere tussentijdse interne verantwoordingsperiode

telkenmale verdisconteerd in de periodiek bijgestelde jaarprognose van iedere budgethouder. Dit

geeft een praktische invulling aan de beheersing van risico’s als vast onderdeel van de planning &

controlcyclus; er is geen separaat risicobeheersingsysteem.

De belangrijkste risico’s hebben betrekking op wijzigingen in de verschillende financieringsvormen van

Zorgverzekeringswet, AWBZ en WMO. Zorgbrede definities zijn niet eenduidig van toepassing op de

cliënten van IrisZorg. Voor het GGz-deel van de instelling (het deel Behandeling van het cluster

Behandeling & Reclassering) is de DBC-structuur van toepassing, voor cliënten in de opvang, wonen en

werken gelden het AWBZ-regiem en WMO-financiering, voor reclasseringscliënten justitiële

financiering, voor forensische zorg DBBC’s.

Een ander belangrijk risico is gelegen in de verschillende tijdscycli van enerzijds vastlegging van

middelen in lange termijn activa en de jaarsystematiek van afspraken die met onze financiers worden

gemaakt. Deze discrepantie neemt meer in belang toe naarmate risico’s voor huisvesting bij IrisZorg

komen te liggen. Tegelijkertijd vragen economisch maatschappelijke tendensen om innovatie en

ontwikkeling van nieuwe vormen van zorg- en dienstverlening. De combinatie van beperking vanuit

het bestaande stelsel waarin nauwelijks ruimte is voor innovatie en tegelijkertijd nog niet de vrijheid

van marktwerking leidt tot risico’s ten aanzien van de continuïteit en ontwikkeling van de kwaliteit van

de zorg die ook belangrijk is om de zorg op lange termijn betaalbaar te houden. IrisZorg laat zich hier

niet geheel door leiden en kiest haar eigen weg. Vanzelfsprekend is dit van invloed op het risicoprofiel

voor de kortere termijn. Voor de lange termijn is de verwachting dat innovatie noodzakelijk is om aan

de maatschappelijke zorgvraag te kunnen blijven voldoen.

Tenslotte is een risico voortvloeiend uit de toenemende eisen aan transparantie dat het op orde

brengen van de geautomatiseerde bedrijfssystemen om te kunnen voldoen aan alle

verantwoordingsvereisten, de aandacht afleidt van de kern van het bestaan van IrisZorg, te weten de

zorg- en dienstverlening aan onze cliënten.

De functie van eigen vermogen is het opvangen van het financiële effect van daadwerkelijk optreden

van risico’s. Een bepaald niveau van eigen vermogen is noodzakelijk. Aan de hand van de risicoanalyse

kan een onderbouwing worden aangegeven welk niveau het eigen vermogen idealiter zou moeten

hebben. De nagestreefde hoogte is de afweging tussen enerzijds risico’s kunnen opvangen en

anderzijds de uitdrukkelijke wens om voor zorg verkregen financiële middelen ook voor die zorg in te

zetten. Tegelijkertijd is het maatschappelijk verkeer niet gebaat bij vermogensvorming bij

zorginstellingen voor alle risico’s die op haar af komen. Dat zou leiden tot suboptimaal inzet van

beschikbare middelen. IrisZorg gaat hierover in gesprek met de stakeholders.

Tot en met het boekjaar 2010 was het beleid gericht op het behalen van de minimaal maatschappelijk

aanvaarde norm. De vigerende norm ter zake is ten minste een eigen vermogen van 15 % van de

jaarlijkse opbrengsten. Met de resultaten tot en met 2010 wordt deze ondergrens nagenoeg bereikt,

wat ook de noodzaak aangeeft de in de aanwezige risicobeheersingsysteem opgekomen risico’s te

kwantificeren.

ICT

De verantwoordelijkheid voor ICT is belegd bij een tweetal afdelingen die nauw met elkaar

samenwerken. De systeemtechnische ondersteuning en beheer van het netwerk is ondergebracht bij

de afdeling automatisering van de Facilitaire Dienst. Het beheer van de geautomatiseerde

gegevensverwerking is ondergebracht bij de Dienst FCI, meer specifiek de afdeling Informatisering.

In 2010 is ingezet op verdere vormgeving van de infrastructuur ter ondersteuning van het primaire

proces en tegelijkertijd te komen tot een geautomatiseerde gegevensverwerking die optimaler op

elkaar is afgestemd. Het belang is gelegen in een vergroten van de mogelijkheden gerichter te kunnen

Page 27: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 24

Jaardocument 2010

sturen op effectiviteit en efficiency en in een efficiënter proces van externe verantwoording, waaraan

in de loop der tijd steeds meer en andere eisen worden gesteld.

In 2010 is een producten- en dienstencatalogus opgesteld waarin is aangegeven voor welke ICT-vragen

men terecht kan bij de centrale ondersteuning van het ICT-systeem.

Belangrijkste ontwikkelingen in 2010 waren gericht op de inrichting van een geïntegreerd

zorgondersteunend systeem, ondersteuning van planning en verantwoording van de personele inzet

en outsourcing van de hardware. Een laatste belangrijke activiteit had betrekking op de technische

vernieuwing van het telefoniesysteem om de bereikbaarheid en dienstverlening aan de cliënten te

verbeteren.

Daar waar tot nu toe de aandacht in de verslagperiode volledig was gericht op hiervoor genoemde

projecten, is in 2011 een traject opgestart waarin NEN 7510 onderdeel is van een traject waarin het

ICT-beleid herijkt wordt. Hoewel tot op heden wel wordt gehandeld in lijn met vigerende normen, is

dit als zodanig niet expliciet belegd. In 2010 is in voorbereiding hierop al wel het privacy-reglement

aangepast op de ontwikkelingen in de organisatie, waarin steeds meer gegevens worden uitgewisseld

in het belang van onze cliënten. Herijking van het beleid heeft vanzelfsprekend ook zijn uitwerking in

de kwaliteitseisen waaraan met het ICT-systeem zal worden voldaan.

Accenten in de bedrijfsvoering

In 2010 is verder ingezet op een bedrijfsvoering die zich primair richt op de kwaliteit van de

zorgverlening. Dit op basis van de filosofie dat een gezonde bedrijfsvoering drijft op een herkenbaar

goede kwaliteit van de zorg. Nadrukkelijk is hierbij het uitgangspunt dat een hogere kwaliteit niet

vanzelf bereikt wordt door meer capaciteit op één cliënt in te zetten. Meer is niet altijd beter.

Hiernaast is de definitie van een vastomlijnd kader opgestart als ijkpunt voor het beheer van het

vastgoed. Naast een definitie van het toekomstig huisvestingsbestand op grond van verwachte

bewegingen in de cliëntenpopulatie, komt ook nadrukkelijk de financiering aan de orde. Noodzaak

hiertoe is niet alleen gelegen in de continuïteit van de zorg- en dienstverlening, maar ook in de

toenemende eisen gesteld door de vreemd vermogensverschaffers en ontwikkelingen op de

kapitaalmarkt. Dit alles onder een gesternte van een in eerste instantie krapte in de bekostiging van de

dienstverlening en dientengevolge inkrimping van het personeelsbestand, terwijl tegelijkertijd de

verwachting is dat het op langere termijn omslaat in een krapte op de arbeidsmarkt.

3.3. Cliëntenraad

De medezeggenschap voor cliënten bij IrisZorg is decentraal georganiseerd, er zijn cliëntenraden voor

elke cluster (vier in totaal). Formele clusteroverstijgende adviesverzoeken worden aan alle vier

cliëntenraden voorgelegd. Is de reikwijdte van een advies beperkt tot een cluster, dan wordt alleen de

raad van het betreffende cluster om advies gevraagd.

De decentrale structuur is in 2009 voor een tijdelijke periode in het leven geroepen. In 2010 is een

nieuwe structuur ontworpen, bestaande uit een centrale cliëntenraad en vier clustercliëntenraden. Dit

ontwerp is besproken in een miniconferentie, waaraan alle clustercliëntenraden, overige cliënten en

de directies van alle clusters hebben deelgenomen. Gebleken is dat er ruim draagvlak voor de nieuwe

structuur is. Vervolgens is aan de vier clusterraden formeel advies gevraagd, waarna de Raad van

Bestuur met inachtneming van de uitgebrachte adviezen in november de nieuwe structuur formeel

heeft vastgesteld. Nieuw in de structuur is, dat de centrale cliëntenraad niet meer in haar geheel uit

vertegenwoordigers van de clusterraden zal bestaan, maar slechts gedeeltelijk. De overige leden van

de centrale cliëntenraad zullen externe, niet aan clusterraden gebonden leden zijn.

Eind 2010 is een adviseur cliëntenmedezeggenschap aangetrokken. Deze zal in de eerste helft van

2011 als kwartiermaker de nieuwe structuur in de steigers zetten, waarna de nieuwe centrale

cliëntenraad geïnstalleerd wordt. Tevens zal er een coach geworven worden, die de nieuwe raad en de

clusterraden zal coachen, ondersteunen, begeleiden en adviseren bij het medezeggenschapswerk.

Voor de cliëntenmedezeggenschap is een afzonderlijk secretariaat met een deeltijdmedewerkster

Page 28: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 25

Jaardocument 2010

beschikbaar. Alle leden van de cliëntenraden zijn vrijwilligers en ontvangen voor hun

raadswerkzaamheden een vaste maandelijkse (vrijwilligers)vergoeding. Ook beschikken de raden over

kantoor- en vergaderfaciliteiten.

De clusterraden hebben in 2010 niet gezamenlijk met de Raad van Bestuur vergaderd. Wel is aan het

begin van het jaar overleg tussen de voorzitters van de vier raden en het bestuur gevoerd. Ook bij de

miniconferentie ter presentatie van de nieuwe structuur is het bestuur actief aanwezig geweest.

Alle clusterraden hebben wel periodiek overleg gevoerd met de directies van het eigen cluster. In deze

overleggen zijn de raden geïnformeerd over de gang van zaken, ontwikkelingen en beleid in het

cluster. Waar mogelijk en zinvol, is aan raden advies over nieuw beleid gevraagd.

Er is in 2010 op instellingsniveau formeel advies gevraagd en uitgebracht over:

- concernbegroting 2010

- de MATE (indicatie/diagnostiek-, monitoring- en evaluatie-instrument)

- benoeming twee leden Raad van Toezicht

- benoeming twee leden klachtencommissie cliënten (BOPZ)

- herbenoeming drie leden klachtencommissie cliënten (WKCZ)

- voorgenomen besluit toekomstige structuur cliëntenmedezeggenschap (kadernotitie).

3.4. Patiëntenvertrouwenspersoon

Binnen IrisZorg is voor een beperkt aantal uren per week een patiëntenvertrouwenspersoon aanwezig.

De functie wordt vervuld door drie verschillende personen, die allen in dienst zijn van de landelijke

Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon (PVP). De patiëntenvertrouwenspersonen opereren daarom

geheel onafhankelijk. De functie is van oorsprong gerelateerd aan de BOPZ-erkenning van IrisZorg.

Consequentie hiervan is dat strikt gesproken de functie eigenlijk alleen voor de patiënten in de

klinische verslavingszorg beschikbaar is. De patiëntenvertrouwenspersonen voeren hun functie

evenwel ruimer uit en bieden, voor zover mogelijk binnen het bescheiden aantal uren, ook

ondersteuning aan cliënten in de poliklinische zorg en in de vorm van advisering bij klachten ook aan

cliënten in de voorzieningen voor opvang en wonen. Daarnaast kunnen cliënten van de poliklinieken

en de opvang- en woonvoorzieningen gebruik maken van de landelijke helpdesk van de PVP

(telefonisch of digitaal). Voor cliënten uit de opvang blijkt deze mogelijkheid hoogdrempelig te zijn, er

wordt hiervan nagenoeg geen gebruik gemaakt.

Voor cliënten, met name uit de opvang- en woonvoorzieningen, staan nog een aantal andere opties

voor ondersteuning bij klacht- en vertrouwensaangelegenheden open. Bij klachtzaken kan een beroep

gedaan worden op de secretaris van de klachtencommissie (zie ook paragraaf 4.4.2). In een aantal

voorzieningen kunnen cliënten een beroep doen op een geestelijk verzorger. Met de stichting PVP

zullen in 2011 de mogelijkheden besproken worden om de functie van patiëntenvertrouwenspersoon

uit te breiden naar de opvang- en woonvoorzieningen. Dit vergt een ander soort profiel dan de

traditionele ggz-vertrouwenspersoon.

De stichting PVP rapporteert jaarlijks haar bevindingen aan IrisZorg. Over het jaar 2010 zijn nog geen

gegevens over de werkzaamheden van de vertrouwenspersonen binnen IrisZorg aanwezig (gewoonlijk

komen deze pas in april beschikbaar). In 2009 bedroeg het totaal aantal door vertrouwenspersonen

behandelde klachten en vragen 127, waarvan 21 via de landelijke helpdesk. Verreweg de meeste

vragen en klachten (48) waren afkomstig van patiënten uit de verslavingskliniek in Arnhem. In 2008

was het aantal vragen en klachten 129. Patiënten hebben geen beroep op de vertrouwenspersonen

gedaan bij formele klachtprocedures.

Eenmaal per jaar bespreken de patiëntenvertrouwenspersonen hun bevindingen en ervaringen met de

Raad van Bestuur, de eerste geneeskundige en de secretaris van de klachtencommissie. Dit overleg

vindt in een open sfeer plaats. De vertrouwenspersonen ervaren het werken binnen IrisZorg als

prettig. Zij bezoeken regelmatig afdelingen en geven groepsvoorlichting. Patiënten/cliënten kunnen

ook zelf een afspraak met de vertrouwenspersonen maken. Medewerkers staan, naar de indruk van de

vertrouwenspersonen, open voor de werkzaamheden van de vertrouwenspersonen en zijn bereid

oplossingen te zoeken bij onvrede of klachten. In de opvatting van de pvp-en kan de

Page 29: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 26

Jaardocument 2010

informatieverstrekking aan patiënten over hun rechten verbeterd worden.

De vertrouwenspersonen hebben in 2010 geen overleg gevoerd met de cliëntenraad.

3.5. Ondernemingsraad

De medezeggenschap voor medewerkers bestaat uit een ondernemingsraad en vijf

onderdeelcommissies. Elk cluster (vier) beschikt over een onderdeelcommissie, voor de

centrale ondersteunende diensten & de afdeling preventie is er een gezamenlijke

onderdeelcommissie.

Onderdeelcommissies bestaan uit vier leden. Vanuit elke onderdeelcommissie vertegenwoordigen

twee leden de onderdeelcommissie in de ondernemingsraad. De voorzitter van de ondernemingsraad,

gekozen uit de raad zelf, wordt in de raad vervangen vanuit de onderdeelcommissie waaruit hij / zij

afkomstig is.

Leden van de onderdeelcommissie zijn voor twee uur per week werkzaam voor de

commissie. Is men tevens lid van de Ondernemingsraad, dan heeft men zes uur per week

ter beschikking voor het medezeggenschapswerk. Voor het voorzitterschap is 32 uur per

week beschikbaar.

De ondernemingsraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris (24 uur per week) en een

administratief medewerker (16 uur per week).

De Ondernemingsraad onderhoudt zijn contacten met de achterban via intranet, nieuwsbrieven, e-

mail en persoonlijk contact.

Binnen de Ondernemingsraad worden adviezen en instemmingaanvragen meestal voorbereid door de

vaste commissies (Veiligheid Gezondheid Welzijn en Milieu; Sociaal Beleid; Financiën; PR&Achterban).

In 2010 heeft de Ondernemingsraad zich bezig gehouden met de volgende advies- en

instemmingaanvragen en één initiatiefvoorstel:

instemmingsverzoeken:

- opleidingenbeleid 2010-2012

- aanpassing werktijden afdeling Crisisopvang & Begeleid Wonen cluster Regio Midden

- beleidsplan bedrijfshulpverlening

- regeling reiskosten

- regeling jaargesprekken

- aanpassing werktijden afdeling Meerzorg De Hulsen

- aanpassing werktijden afdeling Reclassering

- regeling vergoeding studiekosten en studietijd

- instroombeleid personeel

- alcohol- en drugsbeleid medewerkers

- aanpassing werktijden maatschappelijke opvang afdeling Achterhoek & Lijmers

- regeling bereikbaarheidstoeslag medewerkers cao Welzijn&Maatschappelijke Dienstverlening;

adviesverzoeken:

- adviesverzoek voorgenomen benoeming twee leden Raad van Toezicht

- adviesverzoek project bereikbaarheid

- adviesverzoek voorgenomen besluiten n.a.v. de 4e sturingslaag

- adviesverzoek samenwerkingsovereenkomst met GGD regio Nijmegen t.b.v. alcoholmatigingsproject

- adviesverzoek verhuizing dag- en nachtopvang cluster Regio Midden

- adviesverzoek plan van aanpak integraal veiligheidsmanagement

- advies over ORT in relatie met nieuw roosterprogramma (ongevraagd);

initiatiefvoorstel:

- kaderregeling verhuizing, verbouw en nieuwbouw.

De zittingstermijn van de ondernemingsraad eindigt in januari 2011. Aan het einde van zijn

zittingsperiode is op initiatief van de Ondernemingsraad een intentieverklaring tot stand gekomen. In

deze verklaring spreken Ondernemingsraad en de Raad van Bestuur het voornemen uit samen

Page 30: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 27

Jaardocument 2010

participatie en betrokkenheid van medewerkers bij medezeggenschap te stimuleren. Gezamenlijk

wordt onderzocht hoe het management en de medewerkers kunnen bijdragen om betrokkenheid bij

beleidsontwikkeling te vergroten. Kennis en expertise van de werkvloer zal in een vroegtijdig stadium

ingeschakeld worden om over praktische uitvoerbaarheid van nieuw beleid mee te denken. Hiervoor

zullen zogenaamde proeftuinen ingericht worden, die een bijdrage moeten leveren aan het ontstaan

van nieuwe vormen van medezeggenschap.

Page 31: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 28

Jaardocument 2010

4. Beleid, inspanningen en prestaties

In het Strategisch Concern Beleidsplan Perspectief 2009 – 2011 (vastgesteld in juni 2009) zijn de missie

en mission statement van IrisZorg vastgelegd. Dit plan geldt als leidraad voor het strategisch en

zorginhoudelijk handelen. In het Strategisch Concern Beleidsplan worden de ambities van IrisZorg voor

de komende jaren verwoord. De ambities sluiten nauw aan bij wat cliënten en samenleving van de

instelling vragen en bij wat de medewerkers aan mogelijkheden en deskundigheden te bieden hebben.

De ambities worden geformuleerd vanuit de perspectieven voor cliënten, medewerkers en

samenleving en de consequenties daarvan voor de ontwikkeling van de organisatie en de

bedrijfsvoering.

Missie

IrisZorg wil op de eerste plaats perspectief en vertrouwen bieden aan die mensen in het eigen

werkgebied die aan de zijlijn dreigen te raken. Door oprecht begrip, door hen effectief te begeleiden

naar (meer) zelfredzaamheid en door samen met cliënten te werken aan praktische oplossingen. Dat

kan een bed zijn voor de nacht, maar evengoed een serie therapeutische gesprekken, een medische

behandeling of intensieve psychosociale begeleiding in een van de poliklinieken of klinieken. Door de

combinatie van verslavingszorg en maatschappelijke opvang kan IrisZorg meer betekenen voor de

cliënten, maar ook voor hun omgeving. De medewerkers van IrisZorg zetten zich hiervoor dagelijks in.

Mission statement

IrisZorg biedt perspectief aan kwetsbare mensen met complexe problemen waaronder veelal

verslavingsproblemen. Hierbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden en wensen van de cliënt met als

doel de kwaliteit van leven te verbeteren. Samen met cliënten wordt gewerkt aan praktische

oplossingen die uitzicht en vertrouwen bieden. Cliënten ervaren IrisZorg als helder, betrokken en

deskundig. De medewerkers van IrisZorg zijn betrokken en deskundig in maatschappelijke

ondersteuning en verslavingskunde. Ze maken gebruik van diverse programma’s voor preventie,

opvang, ondersteuning, reclassering, behandeling en herstel. De organisatie biedt hen een veilige en

inspirerende werkomgeving.

Het creëren van perspectief is het centrale streven van IrisZorg. Voor de motivatie van een cliënt en

zijn directe omgeving is reëel uitzicht op verbetering en optimale individuele ontplooiing van groot

belang. Dat is het ook voor de medewerkers die hun beroep in een veilige en inspirerende omgeving

moeten kunnen uitvoeren. IrisZorg werkt niet geïsoleerd van de maatschappij, maatschappelijke zorg

wordt voor en in samenwerking met de samenleving geboden. Daarom is het voor het draagvlak en de

effectiviteit van de geleverde inspanningen van belang dat ook de samenleving als geheel perspectief

ziet in het werk van IrisZorg. De missie van IrisZorg kan daarom kort worden verwoord als:

perspectief voor cliënten, medewerkers en samenleving.

IrisZorg: een unieke combinatie

IrisZorg ging in 2007 van start als een zorgorganisatie waarin maatschappelijke opvang en

verslavingszorg hand in hand gaan. IrisZorg is een jonge en in het Nederlandse zorglandschap unieke

combinatie, maar gebouwd op het stevige fundament van een halve eeuw ervaring in verslavingszorg

en meer dan een eeuw ervaring met maatschappelijke opvang. Door de unieke combinatie van

behandelmogelijkheden en maatschappelijke ondersteuning kan IrisZorg een breed pakket aan zorg

verwezenlijken. De organisatie functioneert voor een omvangrijke regio als specialist op het gebied

van behandeling van verslavingsproblemen. Daarnaast wordt een scala aan activiteiten geboden op

het gebied van maatschappelijke ondersteuning, reclassering, preventie, voorlichting en monitoring.

De organisatie is gericht op personen die voor korte of langere tijd hulp nodig hebben om hun

vermogen zelfstandig te functioneren te kunnen behouden, te herstellen of te compenseren, al naar

gelang van toepassing op de specifieke situatie van de betreffende hulpvrager. Zij is erop gericht

Page 32: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 29

Jaardocument 2010

cliënten, hun familieleden en andere mensen uit hun directe omgeving te begeleiden bij en te

ondersteunen in het rehabilitatieproces naar een zo zelfstandig mogelijk leven.

De organisatie staat midden in de lokale samenleving, zodat zij met en voor haar cliënten binnen die

lokale samenleving de mogelijkheden tot participatie kan vergroten. Behandeling en begeleiding

worden aangeboden in gespecialiseerde klinieken en poliklinieken en in diverse voorzieningen voor

opvang en woonbegeleiding. Cliënten worden ook in hun eigen omgeving opgezocht. Er worden

bovendien dagactiviteitenprogramma’s geboden, onder meer in zorgboerderijen, een tuincentrum,

een werkplaats en een drukkerij. Rehabilitatie en nazorg staan hoog in het vaandel van IrisZorg.

4.1. Meerjarenbeleid

In 2010 werd het onder de slogan “Huis op orde” ingezette verbeteringstraject voor de bedrijfsvoering

stevig doorgezet. Dit is immers één van de pijlers van het Concern Strategisch Beleidsplan. Het intern

accommoderen van externe veranderingen is een continu proces. Het inbouwen van een mate van

flexibiliteit, decentrale vrijheid en regelruimte is aan de orde, maar tegelijkertijd dient strakke sturing

op thema’s en onderdelen zoals budgetbewaking, opleiding personeel, verbinding tussen cure en care

en tevredenheid personeel, plaats te vinden. De veranderde maatschappelijke situatie ten gevolge van

de krediet en economische crisis zal de (potentiële) cliënten van IrisZorg ongetwijfeld treffen. Op

welke wijze, in welke mate en in welk tempo was in 2010 echter nog moeilijk te zeggen. Algemeen kan

gesteld worden dat een economische recessie met stijgende aantallen werklozen - meestal vertraagd –

zijn doorwerking heeft op het aantal mensen dat een beroep doet op het sociale stelsel waaronder

maatschappelijke opvang en verslavingszorg. De economische crisis raakte in 2010 de zorgsector in

directe zin (bedrijfssluitingen, ontslagen) niet zoals dat wel in andere sectoren al het geval is. De

verwachting is ook niet dat dit snel zal veranderen: van “vraaguitval” zal niet snel sprake zijn, eerder

zal een groei in vraag aan de orde zijn. In 2010 kregen stelselwijzigingen verdere doorgang.

Belangrijkste drie punten daarbij waren: voorbereiden op volledige financiering binnen de

Zorgverzekeringswet via DBC’s en op stopzetting van NZa-afrekeningssystematiek in 2011, invoering

ZZP financiering voor de intramurale AWBZ, landelijke herverdeling van de middelen maatschappelijke

opvang en verslavingsbeleid binnen de WMO.

Maatwerk in de zorg voor de cliënten wordt steeds belangrijker. Niet alleen wordt de financiering van

de zorg steeds individueler (ZZP, DBC’s), cliënttevredenheid en cliëntparticipatie worden steeds

belangrijker als onderscheidende succesfactoren voor een zorgonderneming. De uitdaging is zoveel

mogelijk cliënten een optimaal passend maar efficiënt zorgtraject aan te bieden, samengesteld uit

naadloos op elkaar aansluitende zorgmodules uit het interne en externe voorzieningennetwerk,

binnen de financiële vergoedingskaders. De samenleving rekent de zorg in toenemende af op

prestaties waarover dus helder verantwoording moet worden afgelegd. De medewerkers dienen over

de competenties te beschikken om de cliënt echt centraal te stellen. Qua organisatie werd in 2010 en

wordt in 2011 verder gewerkt aan de aansluiting tussen verschillende voorzieningen en de verbetering

van de in- en externe doorstroom van cliënten. Met pilots en deskundigheidsbevordering werd de

nieuwe gemeenschappelijke hulpverleningsfilosofie en –methodiek, de CRA, stap voor stap in de

organisatie geïntroduceerd. De doelgroep jongeren kreeg in de ambities en het jaarplan van IrisZorg

extra prioriteit.

Om de kwaliteit van de dienstverlening op niveau te houden binnen de veranderende

maatschappelijke omstandigheden is innovatie een noodzaak. In de randvoorwaardelijke sfeer

stonden in 2010 projecten op stapel als de integratie van de ICT-systemen van de Maatschappelijk

Opvang en de verslavingszorg en de vervanging en upgrading van het roostersysteem. De verouderde

telefooncentrale van IrisZorg werd vervangen om de interne en externe bereikbaarheid te vergroten

en de mogelijkheid een centraal toegangsnummer met een callcenterfunctie dichterbij te brengen.

De organisatie en de zorgprocessen aanpassen aan de nieuwe financieringswijzen had de hoogste

prioriteit, evenals de verbetering van de samenwerking met in- en externe samenwerkingspartners en

de totstandkoming van werkende zorgketens. In de zorg voor de jeugd en het samenstellen van een

Page 33: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 30

Jaardocument 2010

jeugdzorgketen zijn tal van initiatieven genomen. Meer onderzoek - o.a. naar cliënttevredenheid,

knelpunten in de zorg- en dienstverlening en de toepassingsmogelijkheden van CRA - moet meer

inzicht geven in de ontwikkelingsmogelijkheden van IrisZorg.

4.2. Algemeen beleid

Voornemens m.b.t. beleid, organisatie en zorgvernieuwing, die in 2010 hebben geleid tot concrete

resultaten, komen in deze paragraaf aan de orde.

4.2.1. Zorgvernieuwing: inhoudelijk

Jeugd

Binnen IrisZorg heeft jeugd als doelgroep prioriteit. De zorg- en hulpverlening aan jeugdigen met

problemen staat de laatste jaren maatschappelijk steeds meer in de belangstelling. Het aantal

zwerfjongeren wordt door de Algemene Rekenkamer op ongeveer 6.000 personen geraamd. Binnen

de instelling is een proces in gang gezet waarin de ontwikkeling van het zorgaanbod voor jeugdigen

voorrang heeft gekregen boven de ontwikkelingen voor de andere doelgroepen. In 2008 is daarvoor

een notitie jeugdbeleid vastgesteld.

In een aantal regio’s beschikt IrisZorg al langer over zorgaanbod voor jeugdigen. Zo zijn er in de steden

Apeldoorn en Nijmegen opvangvoorzieningen voor jongeren (tussen 16 en 23 jaar of 16 en 27 jaar),

leerwerkprojecten voor jongeren, een jongereninformatiepunt en outreachende activiteiten die ten

doel hebben contact te leggen met jongeren met problemen (zwerfjongeren, problemen met gebruik,

inkomen, e.d.).

De behandeling van jeugdigen met problemen van verslaving of overmatig gebruik bestaat uit

ambulante behandeling, met eventueel een zo kort mogelijke klinische fase. De kern van de

behandeling is ambulant, zoveel mogelijk in samenwerking met ouders/verzorgers en andere

belangrijke personen van jongeren. De ambulante jeugdbehandelaar is de continue factor in de

behandeling. Klinische fase van behandeling dient altijd te zijn ingebed in een ambulant traject.

Uitgangspunt is dat behandeling van jongeren geen zin heeft als systeem (in brede zin) niet

meewerkt/probleem niet onderkent. Voor deze jeugdbehandeling zijn jeugdpoli’s opgezet waar

jeugdspecialisten werken en is een jeugdbehandelcoördinator aangetrokken.

In 2008 is een toelating voor een (verslavings)jeugdkliniek verkregen. De jeugdkliniek is in maart 2010

geopend.

Op het gebied van jeugd vinden nog andere ontwikkelingen plaats.

Naar aanleiding van een inventarisatie van de huidige manier van werken op gebied van hulpverlening

aan ouders en kinderen in de maatschappelijke opvang, is er een nota ouder-kind begeleiding

opgesteld. Er is in 2010 een cursus Opgroeien en Opvoeden in samenwerking met de RINO opgezet en

uitgevoerd. Ook is een vakgroep voor ouder-kind begeleiders in het leven geroepen.

Woonzorg jongeren Nijmegen (Sancta Maria, afgekort tot SaM), is in 2010 een samenwerking

aangegaan met het ROC Nijmegen. Gezamenlijk is er een leerwerktraject voor jongeren opgezet

waarin wonen, leren en werken bij SaM een geïntegreerd aanbod vormen. Middels het traject

bereiken de jongeren geleidelijk een grotere mate van zelfstandigheid en komen zij dichterbij een

officiële startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.

De afdeling Preventie van IrisZorg voert meerdere activiteiten uit, vooral gericht op jongeren

(algemeen en specifieke doelgroepen). Een voorbeeld daarvan is het project Jeugd en Alcohol in een

aantal gemeenten, onder meer met een zogenaamde ‘boete of kanskaart’: jongeren die onder invloed

een delict gepleegd hebben, krijgen door Halt een leerstraf opgelegd. Medewerkers van Preventie

voeren deze training uit.

Page 34: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 31

Jaardocument 2010

Daarnaast voert de afdeling samen met GGD-en in verschillende regio’s (Achterhoek, Arnhem,

Lingewaard, Rivierenland en Regio Nijmegen) het Alcoholmatigingsproject uit. Dit project heeft als

ambitie het probleembesef van te vroeg, te vaak en te veel drinken onder jongeren te verhogen en de

bereidheid om hier als gemeenschap gezamenlijk tegen op te treden te vergroten.

Ten slotte zijn in de afgelopen tijd voorbereidingen voor de ontwikkeling van een eigen website voor

jongeren getroffen. Deze website zal in 2011 de lucht in gaan.

Community Reinforcement Approach (CRA)

De Community Reinforcement Approach zal in de komende jaren de overkoepelende methodische

leidraad voor de hulpverleners van IrisZorg worden.

De CRA neemt als uitgangspunt zowel de mogelijkheden van de individuele cliënt alsook de positieve

aanknopingspunten in zijn directe omgeving. De CRA is aanpak en daarmee tegelijkertijd zorgvisie en

methode. De CRA sluit nauw aan bij moderne inzichten rond chroniciteit en rehabilitatiegericht

werken en is in de ambulante verslavingszorg (vooral in de VS) goed onderzocht en effectief gebleken.

Binnen de organisatie is er breed draagvlak voor de CRA. In 2009 is met een pilot in de polikliniek in

Veluwe-Vallei gestart, in 2010 is een tweede pilot begonnen in de poliklinieken in Doetinchem,

Zevenaar en Groenlo. Doel van de pilots was om ervaring met de CRA op te doen en de methodiek

door te ontwikkelen voor IrisZorg. Aan de pilots is implementatie onderzoek verbonden.

In de loop van 2010 is na de positieve uitkomsten uit de eerste pilot en goed verloop van de tweede

pilot besloten de CRA versneld te implementeren binnen het cluster Behandeling & Reclassering. Ook

voor de klinische settings is de voorbereiding gestart. Doelstelling is dat in 2012 de CRA in de

behandelafdelingen van het cluster geïmplementeerd is.

Ten behoeve van de implementatie is er een opleidingsprogramma opgesteld dat voorziet in het

opleiden van CRA-therapeuten en CRA-supervisoren volgens de CRA opleidingspiramide. Met de

cliëntenraad is meerdere malen gesproken over de achterliggende visie en de gevolgen van de

invoering van de CRA. De raad staat positief tegenover de invoering.

Critical Time Intervention

Samen met een aantal andere opvangorganisaties en het Onderzoekscentrum Maatschappelijke Zorg

van het UMC Radboud (Nijmegen) streeft IrisZorg ernaar de kwaliteit van de maatschappelijke zorg te

verbeteren. Er is een grootschalig landelijk project ontwikkeld, waarin IrisZorg participeert met de

crisisopvang en de ambulante woonbegeleiding in Deventer. Professionalisering van het personeel

staat centraal door toepassing van twee methodieken: Herstelwerk en Critical Time Intervention (CTI).

Herstelwerk, ook wel krachtbenadering genoemd, gaat uit van de visie dat een cliënt het beste

geholpen kan worden door de krachten die in iemand aanwezig zijn, aan te spreken en optimaal te

gebruiken voor zijn herstel. Daarnaast leveren externe krachtbronnen (relevante derden, reguliere

voorzieningen, enz.) een belangrijke bijdrage in de realisatie van het herstel en zijn noodzakelijk om

het herstel vast te houden, ook nadat de begeleiding en ondersteuning beëindigd zijn.

CTI is een sterk gestructureerde en een in duur en tijdsinvestering beperkte methodiek die sturing

geeft aan de overgang van een opvangvoorziening naar zelfstandig wonen. CTI onderscheidt drie

perioden van gemiddeld 3 maanden. Per periode is precies bepaald welke activiteiten ingezet en

welke doelstellingen gerealiseerd moeten worden. Tijdens het CTI traject blijven de principes van de

krachtbenadering van toepassing.

Page 35: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 32

Jaardocument 2010

Het landelijk project zelf loopt tot eind 2013 en onderscheidt twee hoofdlijnen:

1. het implementeren en evalueren van de methodiek Herstelwerk

2. onderzoeken hoe effectief de Critical Time Intervention (CTI) is voor cliënten die vanuit de

crisisopvang vertrekken naar (begeleid) zelfstandig wonen.

Het project is in 2010 goed op gang gekomen. Visie en uitgangspunten zijn op papier uitgewerkt en de

hand- en werkboeken zijn gereed. Medewerkers zijn getraind in de methodieken. Naar verwachting zal

in het voorjaar van 2011 gestart worden met de selectie van cliënten en het onderzoek.

MATE

In 2010 is binnen IrisZorg een nieuw screeningsinstrument voor patiënten met verslavingsproblemen

geïmplementeerd: de MATE (Meten van Addicties voor Triage en Evaluatie). De MATE is een

gevalideerd, gestandaardiseerd instrument voor (1) diagnose/indicatie stelling, triage/advies naar

zorgzwaarte, (2) meten van voortgang (monitoring) en (3) meten van resultaten van interventies

(evaluatie). Er wordt volgens een vast protocol gescreend, waardoor objectiviteit in de indicatiestelling

wordt verkregen en meetbare gegevens worden opgeleverd voor diagnostiek en zorgtoewijzing. Ook

de cliënt krijgt beter inzicht in de eigen situatie. De MATE wordt door de meerdere

verslavingszorginstellingen gebruikt.

Een bijkomend voordeel van dit instrument is dat het eenvoudiger is om in de toekomst te

benchmarken met andere instellingen. Niet alleen zorgverzekeraars vragen om mogelijkheden tot

benchmark, het bevordert ook de keuzevrijheid van cliënten. Met gestandaardiseerde instrumenten

kan de cliënt, meer dan in het verleden, de zorg vergelijken tussen vergelijkbare aanbieders. Ook kan

met de MATE de Routine Outcome Monitor uitgevoerd worden.

Routine Outcome Monitor

Afgelopen jaar is een start gemaakt met de implementatie van een Routine Outcome Monitor (ROM)

waarin het meten van de effectiviteit van behandeling bij patiënten met een verslaving centraal staat.

De ROM heeft als belangrijkste functie het verbeteren van de behandeling van verslaving. Daarnaast is

de ROM een belangrijk instrument om de uitkomsten van de behandeling te kunnen verantwoorden

aan de zorgverzekeraar.

Om de ROM goed te kunnen implementeren is het noodzakelijk dat de ROM zowel inhoudelijk,

organisatorisch als technisch ingebed is in het behandelproces en er zowel intern als extern

gegevensuitwisseling mogelijk is ten behoeve van verantwoording van zorg. De ROM beoogt

ondersteuning te verlenen aan het verbeteren van kwaliteit en transparantie in de zorg.

Standaard zal bij alle patiënten die zich aanmelden en waarmee een intakegesprek plaatsvindt, de

MATE en de EQ-5D (Screening en Kwaliteit van Leven vragenlijst) afgenomen worden. IrisZorg is in

overleg met de collega verslavingszorginstellingen over het moment van afname van tweede meting

en de wijze van afname. Standaardisatie in deze bevordert de vergelijkbaarheid in behandelaanbod en

maakt daarmee de resultaten voor de patiënt, de zorgverzekeraar en de instellingen meer eenduidig

en bruikbaar.

In 2010 zijn de eerste metingen (in- en uitgangsmeting) van een beperkte groep patiënten beschikbaar

gekomen. Er is voor gekozen om te starten met een pilot om vervolgens als een olievlek de ROM in de

komende jaren gefaseerd verder te verspreiden. In 2014 dient de ROM in alle verslavingsklinieken en

poliklinieken ingevoerd te zijn.

Herinrichting cliëntengelden

In 2010 is er een aanvang gemaakt met het project Herinrichting Cliëntengelden. Het gaat in dit

project om een herinrichting van de administratie van de cliëntengelden binnen IrisZorg. Dit gebeurt in

opdracht van de Stichting Beheer en Administratie van Cliëntgelden in de Maatschappelijke Zorg

(SBA). Deze stichting staat juridisch los van IrisZorg, maar is in het verleden voortgekomen uit een van

de rechtsvoorgangers. De SBA beheert de door cliënten van IrisZorg in bewaring gegeven gelden. De

juridische splitsing is tot stand gekomen om de werkzaamheden en geldstromen rond

cliëntengeldbeheer strikt te scheiden van de activiteiten van IrisZorg.

Page 36: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 33

Jaardocument 2010

Doel van het project is om het inkomensbeheer meer te laten voldoen aan de huidige eisen ten

aanzien van professionaliteit en efficiency, de activiteiten rond inkomensbeheer professioneler in te

richten en heldere kaders waarbinnen deze werkzaamheden worden uitgevoerd, neer te zetten.

Hiertoe is een nieuw ICT-systeem aangeschaft voor inkomensbeheer, dat eind 2010 in gebruik is

genomen. Een ander doel van het project is om de werkzaamheden rond het inkomensbeheer van

IrisZorg te laten voldoen aan de eisen van De Nederlandse Bank. Deze eisen zijn vooral juridisch van

aard. Er worden juridisch duidelijke verhoudingen afgesproken tussen SBA, IrisZorg en de cliënt.

Daartoe zal (in 2011) een dienstverleningsovereenkomst opgesteld worden. Verder zullen binnen het

project de methodische vormgeving van de intake op het leefgebied financiën (verder) worden

uitgewerkt. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat is er nodig om cliënten op de juiste manier

door te verwijzen naar de geëigende instanties (bijv. sociale dienst, gemeentelijke kredietbank)? Hoe

kunnen cliënten begeleid worden naar een schuldregeling of opname budgetbeheer? Welke zaken

horen wel en welke niet in het takenpakket van de eerste begeleider (basisbegeleiding), welke dienen

in het kader van begeleiding van financiën (budgetbeheer) uitgevoerd te worden? In 2011 zal de

nieuwe opzet en methodiek in een pilot worden getest om het vervolgens in de hele organisatie te

implementeren.

Zorg in strafrechtelijk kader

In 2009 heeft IrisZorg besloten het bestaande zorgbeleid voor patiënten/cliënten die zorg ontvangen

in strafrechtelijk kader en de nazorg voor ex-gedetineerden te intensiveren. De zorg voor deze

doelgroep staat maatschappelijk gezien in de belangstelling. Investeren in deze groep

patiënten/cliënten levert een meerwaarde op voor de doelgroep zelf en voor de maatschappij. Dit

laatste in termen van verminderde overlast en verminderde recidive. In 2010 heeft het zorgaanbod

voor ambulante forensische zorg voor justitiabelen met co-morbide problematiek in de regio Nijmegen

zich qua aantal patiënten en inhoudelijk aanbod verder doorontwikkeld. Dit aanbod wordt

vormgegeven door IrisZorg als hoofdaanbieder en samen met Kairos, de ambulante forensische

psychiatrie van de Pompestichting, als onderaannemer. Er is daarnaast ingezet in de doorontwikkeling

van forensisch beschermd wonen, de verbetering in de aansluiting tussen reclassering en zorg en

projecten voor de nazorg van ex-gedetineerden. Zorg aan justitiabelen is gebaat bij een goede door-

en uitstroom. Dit is reden, dat er in 2010 veel geïnvesteerd is in de relatie met (justitiële)

ketenpartners. Dit heeft er toe geleid dat justitiële ketenpartners IrisZorg beter kunnen vinden en dat

er meer gezamenlijke trajecten gemaakt worden.

Subsidieproject

Vanaf januari 2010 is het subsidiebedrijf PNO ingehuurd om IrisZorg te begeleiden bij het verwerven

van aanvullende subsidies voor projecten die IrisZorg in uitvoering wil nemen. Een aantal al bestaande

projecten en nieuwe initiatieven zijn onderzocht op mogelijkheden van subsidiering. Een project

“Aysist, slimmer roosteren” is gekozen voor indiening bij het Europees Sociaal Fonds van de Europese

Unie. Begin 2011 zal het project worden geëvalueerd.

4.2.2. Cliëntgestuurde projecten en inzet ervaringsdeskundige medewerkers

IrisZorg streeft versterking van de zelfredzaamheid van haar cliënten na. Cliëntgestuurde projecten en

de inzet van ervaringsdeskundige medewerkers zijn middelen, die bij cliëntparticipatie (te

onderscheiden van medezeggenschap) worden ingezet.

Cliëntgestuurde projecten

Cliënten, onder meer via cliëntenraden, zijn en worden uitgenodigd om zelfstandig cliëntgestuurde

projecten, gericht op nazorg en zorgcontinuïteit, uit te (laten) voeren. IrisZorg biedt daarbij

ondersteuning en stelt middelen ter beschikking. Een aantal projecten op dit terrein is al gestart of

staat op het punt aan te vangen.

Page 37: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 34

Jaardocument 2010

Crisiskaart.

Cliënten die weten dat ze in een crisis kunnen raken, wordt door de crisiskaart de mogelijkheid

geboden informatie aan anderen te geven, waarmee wordt aangegeven hoe gereageerd dient te

worden als de cliënt daadwerkelijk in crisis raakt. Het bezit van een crisiskaart maakt crisisgevoelige

cliënten een stuk zekerder en kan ongewenst handelen van hulpverleners of instanties bij crisis

voorkomen. Er ontstaat, zo is de ervaring, meer eigen zeggenschap over het handelen van zorg- en

hulpverleners bij crisis. Ook ontstaat bij cliënten inzicht in het proces dat aan het ontstaan van een

crisis vooraf gaat.

Bij IrisZorg wordt sinds eind 2008 in Arnhem een eigen crisiskaart-project uitgevoerd. In 2009 is

daartoe een consulente (een ex-patiënt) in dienst getreden. Zij maakt met cliënten individueel een

kaart. Hiervoor worden meerdere gesprekken gevoerd. Ook brengt zij het bestaan en de mogelijkheid

van de kaart onder aandacht van zorgverleners (intern en extern). Inmiddels zijn er meer dan 50

crisiskaarten tot stand gekomen. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met een instelling

voor GGz.

Help de buurman (ver)zuipt!

Door een ex-cliënt van IrisZorg is onder de naam “Help, mijn buurman (ver)zuipt” een project

ontwikkeld voor gezondheidsvoorlichting en preventie aan chronische alcoholgebruikers. Het project

richt zich op het voorkomen van lichamelijke gezondheidsschade (het ontstaan van het syndroom van

Wernicke en Korsakov) bij personen met chronisch alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid door het

verstrekken van vitamine B. De ziekte van Korsakov wordt veroorzaakt door een onvoldoende opname

van deze vitamine. Door het verstrekken van extra vitamine B1 kan het ontstaan van Korsakov vaak

worden tegengegaan, ook al blijft de persoon in kwestie alcohol drinken.

Het project wordt uitgevoerd in de gemeente Ede. Doel is om binnen een jaar in contact te komen met

minimaal 70 alcoholgebruikers die (nog) geen gebruik maken van professionele hulpverlening of zorg

mijden. Streven is om 50% van hen te bewegen tot het innemen van vitamine B1 en bij 10 personen

een verbetering op het gebied van zelfredzaamheid, zelfzorg en sociale activering te zien ontstaan.

Het project is in 2009 voorbereid (opstellen projectplan, financiering, organisatorische

voorbereidingen). In 2010 is de uitvoering van het project in uitvoering begonnen.

Incidentele projecten.

Met regelmaat worden op initiatief en voorstel van cliënten incidentele activiteiten door en met

cliënten uitgevoerd. Zo is er in het verslagjaar een verhuisbrigade door een cliënt opgezet, andere

cliënten en medewerkers hebben hieraan meegewerkt. Ook is op initiatief van cliënten een

voedingscommissie opgezet. Daarnaast vinden onderhouds- en groenactiviteiten door cliënten plaats.

Inzet ervaringsdeskundige medewerkers

Ervaringskennis van cliënten wordt door IrisZorg op waarde geschat. Momenteel is er een aantal

ervaringsdeskundige medewerkers in dienst, ook zijn er ervaringsdeskundige medewerkers in

opleiding (stagiairs). IrisZorg biedt hierbij ondersteuning en stelt middelen ter beschikking. De inzet

van ervaringsdeskundige medewerkers is in opkomst, maar beleid hieromtrent wordt in het komende

jaar nog verder uitgewerkt. Dit alles conform afspraken gemaakt in het Handvest Maastricht.

Handvest Maastricht

IrisZorg heeft het zogenaamde Handvest Maastricht ondertekend. In dit handvest verplichten

bestuurders van een vijftiental verslavingszorginstellingen en het Kennisnetwerk Het Zwarte Gat om

samen te werken voor het realiseren van activiteiten en projecten ten dienste van (maatschappelijk)

herstel van cliënten. Het Zwarte Gat is een cliëntgestuurd kennisnetwerk, dat voortgekomen is uit het

netwerk van de gezamenlijke cliëntenraden uit de verslavingszorg. Het Zwarte Gat wil voor cliënten uit

de verslavingszorg het perspectief op maatschappelijk herstel vergroten. Het netwerk bestaat uit

ervaringsdeskundigen, die allen een achtergrond in cliëntenraden hebben. Het initiatief wordt vanuit

meerdere (hoger) onderwijsinstellingen ondersteund.

Page 38: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 35

Jaardocument 2010

Als uitwerking van de overeenkomst zullen per instelling bestuur en cliëntenraad een nader te bepalen

resultaat met meetbare, kwantificeerbare en de benodigde kwalitatieve doelen overeenkomen. De

looptijd van het te behalen resultaat bedraagt twee jaar. In 2011 zal IrisZorg samen met haar

cliëntenraden plannen en initiatieven ontwikkelen. Voor de activiteiten en projecten op het gebied

van herstel zal naast wetenschappelijke en professionele kennis ook kennis van cliënten zelf

(ervaringswerkers) benut worden.

4.2.3. Zorgvernieuwing: projecten en voorzieningen

Crisisopvang nieuwe stijl

In 2010 is samen met de managers van de verschillende crisisopvangvoorzieningen van IrisZorg een

nieuwe visie crisisopvang opgesteld. Deze visie behelst dat bij een crisisopvang kortdurende opvang

wordt geboden, waar observatie en onderzoek centraal staan. Gezinnen/systemen dienen hiervoor

gescheiden van individuele personen opgevangen te worden zodat het zelfstandig functioneren van

een gezin/systeem zo goed mogelijk kan worden gewaarborgd en observatie op niveau van het

gezin/systeem mogelijk is. De verblijfsduur in de opvang is kort, maximaal zes weken in een 24-uurs

setting.

De crisisopvang nieuwe stijl is het begin van het trajectmatig denken, hierdoor is het belang van

instroom en doorstroom meteen helder. Zodra aan de hand van onderzoek op de leefgebieden een

zorgplan is opgesteld, zal de cliënt direct doorstromen naar een passende woonvorm, zo zelfstandig

mogelijk en waar nodig met nog slechts ambulante begeleiding. Het hebben van voldoende

doorstroommogelijkheden is dus essentieel.

De crisisopvang nieuwe stijl levert de volgende voordelen op:

- de crisisopvang kan meer opnames verwezenlijken en dus beter tegemoet komen aan de grote vraag

aan opvang. De kosten per opname nemen af;

- de crisisopvang verkort zijn gemiddelde verblijfsduur met 50%. Dat betekent: minder langdurig

verblijf in dure 24-uurs plaatsen. Dit is voor vrijwel alle cliënten een winstpunt dat ze niet meer

langdurig in een crisisopvang hoeven te verblijven. Dit geldt zeker voor gezinnen en kinderen;

- scheiding van de individuen en gezinnen/systemen. De verschillende doelgroepen zijn hierdoor beter

te managen;

- alle leefgebieden ondergaan als het ware een quick scan en binnen zes weken wordt samenwerking

gezocht met die afdelingen die benodigde andere hulp bieden. Dit levert voor de cliënt voordeel op.

Cluster Regio Noord

In dit cluster zijn in 2010 een aantal vernieuwingen doorgevoerd:

- er zijn kwaliteitsbegeleiders primair proces aangesteld. Het gaat om een nieuwe functie binnen

IrisZorg. De kwaliteitsbegeleiders hebben als belangrijkste taak om medewerkers te adviseren en te

begeleiden bij het opstellen en uitvoeren van het zorgplan voor de cliënten. Een andere taak is dat

de KPP-er aan de hand van casuïstiek de deskundigheid van de medewerkers moet verbeteren. De

KPP-er zal dan ook methodieken moeten gaan ontwikkelen;

- polikliniek. Aan de cliënten in het cluster Noord wordt verslavingsbehandeling vanuit IrisZorg nog

weinig aangeboden. In 2010 is gestart met het ontwikkelen van een polikliniek, die behandelaanbod

voor de eigen cliënten uit de regio zal aanbieden en zal inspelen op de behandelwensen van de

cliënt. Daarnaast zal de polikliniek zorg dragen voor diagnostiek bij deze groep om een goed traject

aan te kunnen bieden met betrekking tot verblijf en behandeling.

Centrale toegangen en voordeuren in de regio’s

In de drie regionale clusters is IrisZorg druk doende geweest om meer regie te bewerkstelligen op de

in- door- en uitstroom van cliënten. Wanneer de gemeente regie voert en IrisZorg een van de

betrokken partijen is, wordt meestal de term Centrale Toegang gebruikt. De term Voordeur staat voor

het regiepunt binnen IrisZorg zelf, waar op cliëntniveau coördinatie en afstemming plaatsvindt. Binnen

een centrumgemeente kan sprake zijn van zowel een gemeentelijke Centrale Toegang als een IrisZorg

interne Voordeur.

Page 39: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 36

Jaardocument 2010

In Lelystad/Almere, Zwolle/Harderwijk en Deventer/Zutphen is in 2010 gestart met een Centrale

Toegang. Apeldoorn heeft een regiepunt ontwikkeld met de naam Meldpunt Bijzondere Zorg, dat in

2011 geïmplementeerd wordt. Nijmegen kent al een Voordeur; de gemeente Nijmegen heeft bericht

in 2011 te willen starten met een Centrale Toegang Nijmegen/Rivierenland. Arnhem, Doetinchem en

Ede hebben Centrale Toegangen. Arnhem gaat in 2011 extra investeren om het functioneren van de

Centrale Voordeur te verbeteren.

E- health

In 2010 is een brede oriëntatie gestart op E- health, die zal leiden tot concrete projectvoorstellen in

het eerste kwartaal in 2011. Er is gekozen voor een methodische aanpak van een extern bureau.

Jeugdverslavingsbehandeling

Voor de doelgroep jeugd werden in 2010 nieuwe voorzieningen geopend:

- op 8 maart is de kliniek voor jeugdige verslaafden van start gegaan. Deze kliniek, in Tiel gevestigd,

bestaat uit twee behandelafdelingen van in totaal 18 bedden en een afdeling Diagnostiek en

Detoxificatie van 6 bedden;

- in Nijmegen en Arnhem zijn gespecialiseerde jeugdpoliklinieken geopend waar jongeren volgens de

laatste inzichten behandeld worden.

Woonzorgvoorzieningen

In het verslagjaar waren de volgende ontwikkelingen op het gebied van woonzorg:

- in januari is een toelating voor een voorziening van 24 plaatsen beschermd wonen in Lelystad

verkregen. In de loop van het jaar zijn 12 plaatsen in gebruik genomen;

- in het verslagjaar is een toekenning voor 20 plekken verblijf en 4 plekken uitbreiding

woonvoorziening in Doetinchem afgegeven. Deze voorziening zal in de komende jaren (2011 – 2012)

gerealiseerd gaan worden.

Dag- en nachtopvang Arnhem

De verhuizing van de dag- en nachtopvang voor verslaafden van De Boei (drijvende voorziening in de

Rijn) naar een pand aan de Remisestraat is op 10 mei 2010 gerealiseerd. De officiële opening heeft op

vrijdag 7 mei 2010 plaatsgevonden.

Werk & Activiteiten Ede

Op 20 mei is de werkschuur op landgoed de Doesburger Eng in Ede feestelijk geopend. De Werkschuur

dient als onderkomen voor cliënten die werken in het onderhoud van het landgoed.

Nieuwe voorzieningen in 2011 en volgende jaren

Voor een aantal nieuwe in de toekomst te verwezenlijken voorzieningen zijn de voorbereidingen in

2010 van start gegaan:

- onderzoek naar nieuwbouw voor het project Sancta Maria (woonzorg voor ex-zwerfjongeren) en de

afdeling Meerzorg, beide in Nijmegen;

- onderzoek naar de behoefte en mogelijkheden van een voorziening voor de doelgroep werkende

middenklasse met een (dreigend) alcoholverslaving (project De Overkant);

- in Nijmegen zijn de voorbereidingen getroffen voor de bouw van een voorziening voor

heroïnebehandeling. De verwachting is dat de daadwerkelijke behandeling in april 2011 kan starten.

Page 40: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 37

Jaardocument 2010

4.2.4. Onderzoek

Onderzoeksbeleidsplan

In 2010 is uitwerking gegeven aan de onderzoeksambitie van IrisZorg. Op 1 november 2009 is een

senior onderzoeker aangetrokken die in 2010 een onderzoeksbeleidsplan heeft opgesteld dat

richtinggevend moet zijn voor de komende periode. Financiële kaders voor onderzoek zijn ontwikkeld

en speerpunten voor onderzoek geformuleerd. Daarnaast is concreet uitvoering gegeven aan een

aantal onderzoeksprojecten.

Promotie

Er zijn in het voorbije jaar voorbereidingen getroffen voor een onderzoekstraject dat uiteindelijk zal

resulteren in een promotie. Dit onderzoek, dat in 2011 daadwerkelijk van start is gegaan, wordt

uitgevoerd door een bij Iriszorg werkzame psycholoog. Samenwerking is hiertoe gezocht met de

Radboud Universiteit (NISPA). Iriszorg heeft hiermee een belangrijke stap gezet in haar ontwikkeling

tot kennisinstituut. Het ligt in de bedoeling in de komende jaren meer eigen werknemers van IrisZorg

in de gelegenheid te stellen een promotietraject op te starten.

Alcoholmatigingsproject

Evaluatieonderzoek is uitgevoerd rond het Alcoholmatigingsproject (AMP) in het politiedistrict

Rivierenland. Hiertoe zijn ruim 250 ouders van kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar ondervraagd

over hun opvattingen en kennis over alcoholgebruik bij jongeren. Het onderzoek, dat is uitgevoerd in

samenwerking met de GGD'en Stedendriehoek en Gelre-IJssel, heeft geresulteerd in een rapportage

aan alle deelnemende gemeenten. Daarnaast is een artikel op basis van dit onderzoek aangeboden

aan een vaktijdschrift. Eind 2010 is een evaluatieonderzoek opgestart rond het AMP in de regio

Nijmegen. De resultaten hiervan komen in 2011 beschikbaar.

Voordeur IrisZorg Zuid

Naar de Voordeur IrisZorg Zuid heeft eveneens een evaluatieonderzoek plaatsgevonden. Cliënten van

deze Voordeur, evenals cliënten en medewerkers van de voorzieningen De Hulsen, Begeleid Wonen,

Sancta Maria en CrisisOpvang Nijmegen zijn bevraagd over hun ervaringen met de Voordeur en met de

plaatsing van de cliënten bij een van genoemde voorzieningen. Ook verwijzers werden ondervraagd.

De resultaten van dit evaluatieonderzoek komen in het eerste kwartaal van 2011 beschikbaar.

Demoralisatie

Demoralisatie is een thema dat in de belangstelling staat bij IrisZorg. Op basis van gegevens die zijn

verkregen uit de Dubbele Diagnose monitor, is verdere analyse gedaan naar de mate van

demoralisatie bij patiënten van deze kliniek. Met name is gekeken naar demoralisatie bij patiënten

met een depressieve stoornis en patiënten met een psychotische stoornis. In de toekomst zal

demoralisatie bij andere diagnosegroepen – bijvoorbeeld angststoornissen - onderwerp van verdere

studie vormen.

Tendens

Tendens is een serie verkenningen van het middelengebruik en ontwikkelingen daarin in de regio van

IrisZorg. De Tendens rapporten verschijnen jaarlijks sinds 2003. In 2010 is een jaar pas op de plaats

gemaakt. Dit jaar is benut om kritisch te kijken naar de werkwijze met betrekking tot deze rapporten

en de methode bij te stellen en te optimaliseren. Resultaat van deze analyse is dat in 2011 gestart kan

worden met een vernieuwde aanpak, waarbij de kwantitatieve informatie over middelengebruik in de

regio meer centraal staat. IrisZorg wil hiermee trends signaleren in de samenleving en daarmee tijdig

kunnen inspelen op de vragen die mogelijk op de instelling afkomen.

CRA

Er zijn beperkte evaluatiestudies uitgevoerd aangaande de implementatie van CRA bij een aantal

poliklinieken. Hiertoe is samenwerking gezocht met Novadic-Kentron, een instelling die zich in

hetzelfde stadium van implementatie bevindt. Resultaten van beide instellingen zullen naast elkaar

worden gelegd.

Page 41: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 38

Jaardocument 2010

Forensische zorg

In 2010 is een start gemaakt met onderzoek onder cliënten die gebruik maken van het forensisch

zorgaanbod bij IrisZorg naar hun ervaringen met de hulpverlening. Ook wordt in dit onderzoek

gekeken naar de effectiviteit van de zorg. Dit onderzoek zal de komende jaren worden voortgezet.

4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid

Het kwaliteitsbeleid is erop gericht om de kwaliteit van zorg te waarborgen en om op een

systematische en cyclische wijze te blijven werken aan het verbeteren van de kwaliteit. Dit is een

proces van plannen, uitvoeren, toetsen en verbeteren.

Het kwaliteitsysteem van IrisZorg meet en monitort de belangen van het geheel van klanten en

belanghebbenden, analyseert deze en vertaalt deze in acties, beleid of interne normen. Het belang van

de cliënt staat hierin centraal.

In 2006 is gestart met het opzetten en invoeren van een kwaliteitsmanagementsysteem dat voldoet

aan de normen van het HKZ-certificeringsschema (HKZ: Harmonisatie van Kwaliteitsbeoordeling in de

Zorgsector). IrisZorg heeft eind 2007 het HKZ-certificaat voor de GGz verkregen. Eind 2008 is ook de

Maatschappelijke Opvang HKZ gecertificeerd volgens het HKZ-certificeringsschema voor de W&MD

(Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening). In december 2010 heeft IrisZorg voor behandeling en

voor preventie het HKZ-certificaat volgens het vernieuwde normenschema GGz 2009 behaald.

Veiligheid was het thema van de interne toetsingen van het kwaliteitssysteem in 2010. Zo zijn er 10

locaties intern geaudit op het agressiebeleid en heeft de directiebeoordeling ingezoomd op

veiligheidsmanagement en de connectie met gastvrijheid. Beide kwaliteitsinstrumenten hebben

handvatten gegeven voor verdere verbeterslagen.

Een belangrijke verbetering in de borging van het kwaliteitssysteem is dat de verbetertrajecten die

naar aanleiding van de interne en externe audits en de directiebeoordeling geformuleerd zijn, geborgd

zijn in de verantwoordingscycli van de sturingslagen. Ook de andere ‘output’ van het

kwaliteitssysteem, zoals cliënttevredenheid en medewerkerstevredenheid worden in de

verantwoordingscyclus meegenomen. De verantwoordingsrapportages zijn op hun buurt weer input

voor de jaarplanning. Tenslotte is in 2010 sterk ingezet op bewustwording in teams: 'hoe werkt ons

kwaliteitssysteem, wat is kwaliteit en welke invloed heb je op kwaliteit als individuele medewerker?'

Deze infosessies zijn er erop gericht medewerkers te betrekken bij de onderdelen van het

kwaliteitssysteem. Het kwaliteitssysteem zal zich de komende jaren richten op de vraag hoe we iedere

individuele medewerker zoveel mogelijk in staat kunnen stellen om de kwaliteit te leveren waar de

cliënt om vraagt.

4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten

Cliëntwaardering

Vanuit het oogpunt van vraaggerichte en vraaggestuurde zorg is het meten van cliëntwaardering

essentieel. Cliëntwaarderingsonderzoek is geen doel op zich. Het levert de input voor bredere doelen:

het verbeteren van het traject van de cliënt, van het aanbod en beleid van de organisatie dat

uiteindelijk zal leiden tot meer tevreden cliënten. De resultaten volgend uit het waarderingsonderzoek

worden dan ook gebruikt voor een verbeterplan. Een dergelijk verbeterplan leent zich bij uitstek voor

cliëntenparticipatie.

Cliëntwaardering cluster Behandeling (cure)

Eind 2010 is onder cliënten van de cure van IrisZorg het cliëntwaarderingsonderzoek met de CQ index

voor de kortdurende Geestelijke GezondheidsZorg en VerslavingsZorg uitgevoerd door TRIQS BV te

Zwolle. De bewerking van de data heeft eind 2010 plaatsgevonden. Behalve dat de resultaten voor het

cluster als totaal zijn weergegeven zijn ze ook per grote polikliniek beschikbaar.

Daarnaast zijn ook de resultaten vrijgegeven van de monitoronderzoeken van de Dubbel

Page 42: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 39

Jaardocument 2010

Diagnosekliniek en het Intramurale Motivatie Centrum. In deze monitoronderzoeken is gebruik

gemaakt van de GGZ thermometer.

De uitkomsten van deze drie onderzoeken leveren voldoende aangrijpingspunten op voor verbetering

van de zorg in het cluster Behandeling.

Cliëntwaardering clusters voor opvang, wonen en werken (care)

Eind 2010 is er onder de cliënten van de care van IrisZorg het cliëntwaarderingsonderzoek met de GGZ

thermometer voor waardering door cliënten, versie RIBW alliantie 2007 uitgevoerd door TRIQS BV te

Zwolle. De bewerking van de data heeft eind 2010 plaatsgevonden. De resultaten zijn op verschillende

niveaus weergegeven te weten:

- resultaten van de drie clusters opvang, wonen en werken als totaal

- resultaten per afzonderlijk regionaal cluster voor opvang, wonen en werken

- resultaten per voorziening met een N>10.

- resultaten alle voorzieningen, vallend onder de verantwoordelijkheid van een manager bij elkaar

- waar mogelijk is er een vergelijk gemaakt tussen dezelfde voorzieningen.

De resultaten van de onderzoeken op clusterniveau zijn aan de cliëntenraden van de clusters

voorgelegd. Met de vier cliëntenraden is afgesproken dat zij in samenspraak met de directeur van het

betreffende cluster voor 1 mei 2011 een verbeterplan voor het eigen clusters zullen ontwikkelen aan

de hand van de gegevens van het onderzoek. Daarnaast zullen de directeuren er zorg voor dragen dat

de resultaten met de medewerkers van het eigen cluster besproken worden en vanuit de

medewerkers bijgedragen wordt aan de totstandkoming van verbeterplannen. Voor het totale traject,

het ontwikkelen van de verbeterplannen en de doorvoering van de verbeteringen, is een periode van

10 maanden uitgetrokken.

4.4.1. Kwaliteit van zorg

Het meten van de kwaliteit van zorg staat volop in de aandacht. In vorige paragrafen werd al

gerefereerd aan de ROM en de cliëntwaarderingsonderzoeken. Ook op cliëntniveau wordt de kwaliteit

van zorg voortdurend gemonitord door het evalueren van de behandel- en begeleidingsdoelen en het

interpreteren van informatie uit exitgesprekken.

De prestaties op de kwaliteit van zorg worden jaarlijks gepubliceerd op de website Zichtbare Zorg. Het

gaat hierbij om de GGZ prestatie-indicatoren voor de behandelactiviteiten en de woonvoorzieningen

binnen de opvang (de prestatie-indicatoren van GGZ Nederland). Voor de maatschappelijke opvang

zijn landelijk nog geen prestatie-indicatoren vastgesteld. De prestaties op de indicatoren worden

intern gebruikt als stuurinformatie en verbeterinput. De stuurinformatie wordt in 2011 opgenomen in

de Planning & Control-cyclus.

In de hierna volgende tabellen zijn de scores op de GGZ prestatie-indicatoren over 2010 schematisch

weergegeven.

Page 43: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 40

Jaardocument 2010

scores prestatie-indicatoren behandeling

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

erv

are

n

ve

rmin

derin

g e

rnst

pro

ble

ma

tie

k

ve

rbete

rin

g G

AF

sco

re dro

p o

ut

vold

oe

nde

info

rma

tie o

ver

medic

atie

ve

ilig

heid

ingeste

md m

et

beh

and

elp

lan

keuze

vrijh

eid

erv

are

n

zorg

wen

sen v

erv

uld

ad

equ

ate

be

jegen

ing d

oor

hu

lpverle

ners

go

ed g

eïn

form

ee

rd

over

de

be

han

delin

g

scores prestatie-indicatoren woon- en opvangvoorzieningen

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

inste

mm

ing m

et

beg

ele

idin

gsp

lan

ke

uze

vrijh

eid

erv

are

n

tevre

den

he

id b

elo

op

beg

ele

idin

gsp

roce

s

tevre

den

he

id w

oon

-

en

lee

fom

sta

ndig

hed

en

ad

eq

ua

te

beje

ge

nin

g d

oo

r

hulp

verl

en

ers

In 2010 zijn verscheidene verbetertrajecten op de inhoud van zorg in gang gezet. Daarbij is veel

aandacht besteed aan het methodisch werken, bejegening en professionaliteitborging. Voor de cure

zijn concrete stappen gezet om de implementatie van de Community Reinforcement Approach

organisatiebreed uit te breiden. Voor de care zijn er door betrokkenheid van IrisZorg in de

Academische Werkplaats Opvang (Radboud Universiteit) stappen gezet in de ontwikkeling van

Strength Based Benadering die in combinatie met een vertaling van de CRA voor de care de kwaliteit

van zorg beoogt te verbeteren

Page 44: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 41

Jaardocument 2010

4.4.2. Klachten

IrisZorg kent één klachtencommissie voor cliënten. Deze commissie behandelt zowel klachten in het

kader van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) alsook klachten in het kader van de wet

Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Ten behoeve van BOPZ-klachten

maken ook de bij IrisZorg in dienst zijnde psychiaters deel uit van de commissie. De overige leden van

de commissie zijn onafhankelijk, d.w.z. op generlei wijze verbonden met IrisZorg als organisatie.

Per 31 december 2010 bestond de klachtencommissie uit de volgende leden:

- de heer mr. J.W. Koekebakker, jurist, voorzitter commissie

- de heer dr. mr. M.S.C. Bakker, jurist, voorzitter behandeling BOPZ-klachten

- mevrouw mr. J.E.M.C. Moons, jurist, plaatsvervangend voorzitter commissie

- mevrouw F.M.H. Kemme, beleidsadviseur kwaliteit en zorg, lid

- de heer drs. J.G.M. Bouwens, programmacoördinator preventie ZonMW, lid

- mevrouw drs. H. Kuipers, psychiater (IrisZorg), lid

- de heer drs. L.J. Meerdinkveldboom, psychiater (IrisZorg), lid en

- mevr. drs. I. Vandeweijer, psychiater (IrisZorg), lid.

Klachtenoverzicht 2010

Aard klachten Totaal

aantal

Bemiddeld

met positief

resultaat

Resultaat

behandeling

Behandeld Op andere

wijze afge-

handeld (1)

Nog in behan-

deling

(2)

WKCZ 25 11 Gegrond: 3 3 6 5

BOPZ 0 nvt nvt nvt nvt nvt

Totaal 25 11 3 3 6 5 (1) Op andere wijze afgehandeld houdt onder meer in, dat het - vaak na meerdere pogingen - niet gelukt is om contact met een klager te krijgen. In deze gevallen

wordt na verloop van tijd een klacht als afgehandeld beschouwd. Daarnaast kan het gaan om klachten die zijn doorgeleid naar de klachtencommissie van de

Reclassering Nederland (3 in 2010).

(2) Het betreft klachten zijn aan het eind van het verslagjaar ingediend. Resultaat van bemiddeling was ten tijde van schrijven nog niet bekend.

Het aantal klachten in bovenstaande tabel geeft het aantal klachtzaken weer. Dit aantal is niet identiek

aan het aantal klachten. Sommige klagers hebben bij de indiening van hun klacht qua inhoud of aard

meerdere klachten. Sommige klachtzaken worden door meerdere klagers tegelijk ingediend.

Het totaal aantal klagers was in 2010: 25, het totaal aantal verschillende klachten bedroeg 32. In het

klachtbeleid wordt nadruk gelegd op bemiddeling. Bij elke ingediende klacht wordt de mogelijkheid

onderzocht om de klacht door bemiddeling tussen klager(s) en aangeklaagde weg te nemen. Het

resultaat van dit beleid is, dat het merendeel van de klachten door bemiddeling wordt opgelost.

Klagers, die klachten indienen ten aanzien van reclasseringsbeleid of reclasseringsmedewerkers,

worden met hun klacht verwezen naar de stichting Reclassering Nederland (RN), tenzij op voorhand de

mogelijkheden om via bemiddeling tot een oplossing te komen nadrukkelijk aanwezig zijn. De

werkzaamheden op reclasseringsgebied worden verricht door beëdigde reclasseringswerkers en

worden in overeenstemming met landelijk vastgestelde protocollen en richtlijnen uitgevoerd. Op deze

werkzaamheden is dan ook het klachtenbeleid van de RN van toepassing.

De verspreiding van klachten over de verschillende clusters is in de volgende tabel weergeven. Meer

dan 50% van de klachten was afkomstig van patiënten uit het cluster Behandeling & Reclassering.

Klachten naar cluster

Cluster →

Aantal ↓

Behandeling

& Reclassering

Regio Noord Regio Midden Regio Zuid Totaal

15

4

2

4

25

Het aantal ingediende klachten in 2009 bedroeg 21. De gemiddelde tijdsinvestering van de secretaris

van de klachtencommissie in 2010 bedroeg 3 uur per week (bemiddeling, klachtafhandeling,

registratie).

Page 45: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 42

Jaardocument 2010

4.4.3. Toegankelijkheid

IrisZorg beschikt over meer dan 90 locaties in een deel van Nederland, waar 2,4 miljoen mensen

wonen. In alle grote gemeenten van het werkgebied zijn één of meer vestigingen aanwezig. In het

algemeen is de toegankelijkheid van de voorzieningen, in het bijzonder van de poliklinieken en de

crisisopvangcentra, goed te noemen. De toegang tot de verslavingszorg verloopt op indicatie van

huisartsen en kan ook digitaal geschieden. De toegang tot de maatschappelijke opvang verloopt in

Regio Zuid via de centrale voordeur, in de Regio Noord via de centrale toegang Deventer, in de andere

gemeenten van deze regio middels eigen aanmelding en in de Regio Midden voornamelijk via eigen

aanmelding.

In de poliklinieken is veel aandacht voor de wachttijdproblematiek. In 2010 bedroeg de gemiddelde

wachttijd 37 dagen. Er is met name geïnvesteerd in verminderen van de wachttijd van screening tot

start behandeling. De wachttijd in de klinieken is fors afgenomen. Er wordt voortvarend gewerkt aan

het verbeteren van de patiëntlogistiek en het efficiënter inrichten van behandelprogramma’s.

Hierdoor zal de wachttijd nog verder afnemen. Ook de invoering van de CRA heeft een positief effect

op de wachttijden, doordat er geïnvesteerd wordt in kortere en intensievere trajecten waardoor er

netto minder behandeltijd nodig blijkt te zijn.

De capaciteit van de dubbele diagnosekliniek in Wolfheze is met één crisisbed uitgebreid. Zo kunnen

patiënten die in behandeling zijn bij IrisZorg sneller worden opgenomen in geval zich een crisis

voordoet. Voor alle klinische voorzieningen is een centrale stroomcoördinator werkzaam. Aanmelding

en plaatsing zijn hierdoor vereenvoudigd, patiënten komen sneller aan op de voor hen meest

geschikte plek.

In Arnhem, Tiel en Nijmegen worden programma’s voor ambulante detox aangeboden. Dit is een zeer

intensief programma, waarin ontgiften ambulant kan plaatsvinden en waarmee opname voorkomen

kan worden.

Al deze maatregelen hebben een positief effect op de wachtlijsten.

Ook in de crisisopvangcentra wordt gewerkt aan het verkorten van de wachttijdproblematiek. In 2010

is de gemiddelde wachttijd afgenomen tot 18 dagen voor een individuele plek en 60 tot 90 dagen voor

een gezinsplek. Tijdens de wachttijd wordt ondersteuning geboden bij het zoeken naar alternatieven

(plaatsingsmogelijkheden in centrum elders). Tevens wordt samen met de woningcorporatie gezocht

naar mogelijkheden om meer woningen beschikbaar te stellen voor personen die uit de crisisopvang

komen, teneinde een betere doorstroom te realiseren.

In Nijmegen is in 2009 een centraal voordeurteam voor de cliënten van de maatschappelijke opvang

(waaronder crisisopvang) in het leven geroepen waar aanmelding, intake en plaatsing gecoördineerd

en gepland verlopen. In 2010 is het functioneren van deze voordeur verder geoptimaliseerd. In de

regio’s Midden en Noord wordt onderzocht om in de toekomst eveneens centrale aanmelding te

introduceren.

De gemeente Deventer heeft initiatief genomen om een centraal meldpunt op te zetten voor de OGGZ

doelgroep in de gemeente. Dit meldpunt heet de Centrale Toegang Deventer. Hetzelfde initiatief heeft

de gemeente Apeldoorn genomen waar het “Het Meldpunt Bijzondere Zorg” is gaan heten. IrisZorg

participeert mee in beide samenwerkingsverbanden. Doel van de Centrale Toegang en Het Meldpunt

Bijzondere Zorg is om OGGZ cliënten uit het verzorgingsgebied van de betreffende gemeenten snel te

kunnen toeleiden naar de juiste zorg. Om dit te bereiken zijn samenwerkingsovereenkomsten

aangegaan tussen de betreffende gemeenten en verschillende instellingen uit het verzorgingsgebied

die de OGGZ cliënt bedienen, waaronder IrisZorg.

De capaciteit voor opvang-, woon- en verblijfsvoorzieningen onderging in 2010 verandering. Hierbij

ging het voor een deel om uitbreiding en voor een deel om substitutie (van gemeentelijke subsidiëring

naar een andere vorm van financiering). Verder waren er toelatingen voor substitutie (= omzetting van

gemeentelijke financiering in AWBZ-financiering). Zo heeft De Hulsen in Nijmegen een toelating

gekregen voor 25 bedden meerzorg.

Telefonische bereikbaarheid

Page 46: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 43

Jaardocument 2010

Toegankelijkheid wordt bepaald door fysieke en telefonische bereikbaarheid. In 2010 heeft IrisZorg

een project in uitvoering genomen waarbij de telefoonverbindingen en -centrales zijn vervangen door

één centraal telefoonsysteem. Nu de verouderde techniek is vervangen door een systeem dat de

huidige eisen en wensen van IrisZorg ondersteunt, kan worden gestart met een project waarbij in de

loop van 2011 één centrale telefonische ingang van de instelling kan worden gerealiseerd. Centrale

telefonische bereikbaarheid vergt ingrijpende organisatorische aanpassingen (logistiek van de

zorgverlening). Voor dit project is een gespecialiseerde externe projectleider aangetrokken.

4.4.4. Veiligheid

Medicatieveiligheid

Een belangrijk thema binnen IrisZorg is medicatieveiligheid. Er is daartoe in 2008 een project in het

leven geroepen, dat geleidelijk aan over de gehele organisatie is uitgerold. De ambitie is om

structurele kwaliteitsverbetering op dit terrein door te voeren. Doel is om cliënten een grotere

tevredenheid te laten ervaren en medewerkers meer bewust te laten zijn van de risico’s van

medicatiegebruik en fouten in het medicatieproces. Het accent ligt daarbij op de implementatie van

protocollen rond medicatieverstrekking (als risicovolle handeling) en het verminderen van het aantal

medicatiegerelateerde incidenten. Protocollen voor medicatieverstrekking en beheer zijn opgesteld en

geïmplementeerd. Er is structurele aandacht voor het trainen van medewerkers in verantwoorde,

veilige medicatieverstrekking in de klinische -, poliklinische -, opvang – en woonafdelingen.

Het thema medicatieveiligheid wordt geborgd via de geneesmiddelencommissie. Deze commissie

blijft o.m. de ontwikkeling, implementatie en actualisatie van richtlijnen en protocollen bewaken.

Daarnaast zullen trends in medicatiegerelateerde MIP-meldingen worden gevolgd en acties worden

uitgezet om de medicatieveiligheid te allen tijde te verbeteren (zie ook subparagraaf over MIP/C).

Dwangtoepassingen (middelen en maatregelen)

Het toepassen van middelen en maatregelen geschiedt binnen IrisZorg alleen in de Dubbel

Diagnosekliniek in Wolfheze. In deze kliniek worden behalve op vrijwillige basis ook patiënten met een

maatregel van justitiële opgenomen. De DD-kliniek beschikt over 26 bedden in totaal, waarvan 11 op

een volledig gesloten afdeling. Daarnaast heeft de gesloten afdeling de beschikking over twee

separeerruimtes. Deze ruimtes worden slechts zeer sporadisch gebruikt. In de kliniek wordt uitgegaan

van het zgn. non-separeerbeleid. Concreet betekent dit dat zeer terughoudend wordt omgegaan met

vrijheidsbeperkende maatregelen in de vorm van separatie en veel wordt geïnvesteerd in het inzetten

van alternatieven voor separatie. Hierbij spelen vooral bejegeningsaspecten en de toepassing van

signaleringsplannen een belangrijke rol. In de bejegening zijn een respectvolle houding,

onderhandeling en de-escalerende gespreksvoering belangrijke elementen. Daarnaast wordt voor de

individuele patiënt een signaleringsplan gemaakt, waarin beschreven wordt welke signalen duiden op

een toename van spanning en welke maatregelen kunnen worden genomen om de spanning te

verlagen. Resultaat is dat ondanks het feit dat de populatie in de DD-Kliniek bestaat uit patiënten met

een hoog risico op acting-out gedrag vanuit verslaving, psychose en agressieregulatie problematiek en

het percentage onvrijwillige opnames (veelal met rechterlijke machtiging) relatief hoog is, separatie

slechts incidenteel voorkomt. In 2010 werd bij vier patiënten ‘middelen of maatregelen’ toegepast, die

bestonden uit separatie voor de duur van enkele dagen bij patiënten die waren opgenomen met een

RM. Tweemaal was sprake van een separatie conform behandelplan met instemming van de patiënt.

Dwangbehandeling is in 2010 niet voorgekomen. Wanneer wordt overgegaan tot volledige separatie,

gebeurt dit op methodische wijze conform de GFO-methodiek (Gestructureerd Fysiek Optreden)

waarbij naast veiligheid voor alle partijen behoud van contact met de patiënt een belangrijk

uitgangspunt is. Alle vaste medewerkers zijn in deze methodiek geschoold. Daarnaast bestaat in de

DD-Kliniek voldoende kennis over de wettelijke bepalingen rondom separatie, dwangbehandeling en

de BOZP in zijn algemeenheid. Relevante bepalingen zijn ook vastgelegd in een reglement dat is

geautoriseerd door de eerste geneeskundige van IrisZorg. Bij separatie wordt door de verpleging

gewerkt conform uitgebreide schriftelijke instructies voor verpleegkundigen en begeleiders.

Page 47: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 44

Jaardocument 2010

Suïcidepreventie en -beleid

IrisZorg past het landelijk voor de verslavingszorg ontwikkelde protocol suïcide toe. Alle suïcides

worden volgens de landelijke richtlijnen gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Het aantal suïcides bleef in 2010 stabiel ten opzichte van 2009: 2. Dit is minder dan 0,5 promille per

1000 behandelde patiënten.

Melding Incidenten Patiënten/Cliënten

Veiligheid van cliënten/patiënten en personeel is een belangrijk speerpunt binnen de organisatie. Eén

van de instrumenten hiervoor is de regeling voor Melding Incidenten Patiënten/Cliëntenzorg (en de

klachtenregeling voor personeel, zie daarvoor paragraaf 4.5.).

De commissie MIP/C verzamelt meldingen over incidenten en bijna-incidenten. Zij analyseert de

meldingen op zoek naar trends. Over de trends wordt een advies geformuleerd, dat in principe één

keer per jaar schriftelijk uitgebracht wordt aan de Raad van Bestuur. Zonodig kan de MIP/C in een

eerder stadium een signaal of advies afgeven indien het constateren van een specifieke trend daartoe

aanleiding vormt. Door het verzamelen van meldingen draagt de commissie bij aan de verhoging van

de veiligheid van zowel cliënten en patiënten alsook van de medewerkers.

Evenals in de afgelopen jaren het geval is geweest zijn ook in 2010 incidenten via een eigen digitaal

systeem gemeld en verwerkt. Het totaal aantal meldingen bedroeg in totaal 459 (een stijging met

35%), waarbij onderscheid is gemaakt tussen meldingen over incidenten rond medicatie, agressie en

overige meldingen.

MIP/C-meldingen in 2010 per cluster en totaal, ingedeeld naar aard van het incident

Aard melding →

Cluster ↓

Medicatie Agressie Overig Totaal

(1)

Regio Noord 51 38 19 108

Regio Midden 16 45 9 70

Regio Zuid 5 68 12 85

Behandeling & Reclassering 76 63 57 196

Centrale Diensten 0 0 0 0

Totaal 148 214 97 459 (1) Het aantal meldingen dat gedaan is overtreft het aantal incidenten. Dit komt omdat een aantal incidenten door meerdere medewerkers is gemeld.

Bij 214 meldingen (47% van het totaal) speelt agressie een rol. In 50 gevallen was sprake van fysiek

geweld gericht tegen personen. Vier meldingen betroffen seksuele intimidatie. De rest van de

meldingen van dit type incident is verbaal geweest waarbij in 48 van de incidenten de agressie gericht

is tegen objecten. Er zijn in vergelijking met 2009 beduidend meer agressie-incidenten gemeld dan in

2009 (57 meldingen meer). Er is 27 keer gemeld dat er vanwege de ernst van het incident contact

gezocht is met de politie, waarvan tweemaal door cliënten.

Ook meldingen van incidenten rondom medicatie is gestegen (52 meldingen meer).

In algemene zin valt op te merken dat het aantal MIP/C-meldingen per cluster en per afdeling uiteen

loopt, ook als afdelingen vergelijkbare zorg leveren. Dit hoeft niet te maken te hebben met het aantal

(bijna-)incidenten dat plaats vindt, maar kan een uiting zijn met de meldmotivatie van de

medewerkers. Dit is mede een reden geweest om in 2010 door te gaan met het geven van MIP/C

presentaties op diverse afdelingen.

Naar aanleiding van ervaringen vanuit de organisatie is een verdere verfijning en uitbreiding van het

digitale meldsysteem nodig. De MIP/C heeft inmiddels een advies aan de Raad van Bestuur uitgebracht

met betrekking tot de aanschaf van een nieuw meldsysteem. Naar verwachting zal dit systeem in 2011

in gebruik genomen kunnen worden. In 2011 zal ook de structuur en werkwijze van de commissie

MIP/C aan een evaluatie worden onderworpen.

In 2010 is de commissie MIP/C is 11 keer in vergadering bijeengekomen, waarbij er per bijeenkomst

gemiddeld 42 incidenten zijn behandeld. De commissie bestaat uit zeven leden (inclusief voorzitter) en

wordt ondersteund door een eigen secretariaat.

Page 48: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 45

Jaardocument 2010

Integrale veiligheid

In 2010 is een start gemaakt met het ontwikkelen van een integraal veiligheidsbeleid om de veiligheid

en het veiligheidsgevoel van medewerkers, cliënten en bezoekers te vergroten. Veiligheid laat zich

omschrijven als het vrij zijn van gevaar, het aanwezig zijn van de gewenste mate van ordening en rust.

Het is een noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de organisatie.

Een reden om de integrale veiligheid procesmatig in beeld te brengen is het feit dat integrale

veiligheid op verschillende niveaus en plaatsen al dan niet tot activiteiten leidt:

- feitelijk (lokaal)

- beleidsmatig (lokaal of regionaal)

- bovenregionaal (centraal).

Daarnaast zijn diverse afdelingen en medewerkers actief bezig met een onderdeel van veiligheid. Van

belang is om helder te krijgen in hoeverre deze activiteiten op verschillende niveaus en van diverse

afdelingen op elkaar zijn afgestemd.

Veiligheid is een zeer ruim begrip. Integrale veiligheid omvat beveiliging, sociale veiligheid,

bedrijfshulpverlening, ongewenst gedrag, diefstal, arbeidsveiligheid, informatiebeveiliging, fraude,

ontruimingen, materiële veiligheid, intimidatie, incidenten. Integraal veiligheidsbeleid brengt

veiligheidsproblemen, de aanpak en de oplossing daarvoor in kaart. Zonder integraal veiligheidsbeleid

is er geen totaaloverzicht en kan er niet effectief naar oplossingen gestuurd worden. Goed integraal

veiligheidsbeleid wordt gekenmerkt door systematiek, samenhang en samenwerking.

In 2011 zal het integrale veiligheidsbeleid vastgesteld worden. Naast de strategische visie en de

veiligheidsanalyse is het van belang om na te denken over hoe de integrale veiligheid een plek krijgt

binnen de verschillende afdelingen en locaties. Het vastgestelde veiligheidsbeleid zal centraal bewaakt

worden.

4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers

De verantwoording over kwaliteit ten aanzien van medewerkers omvat het personeelsbeleid en de

kwaliteit van het werk.

4.5.1. Personeelsbeleid

Doelstellingen

Het succes van IrisZorg wordt bepaald door de kwaliteit van deskundige, betrokken en gemotiveerde

medewerkers. Zij vormen het belangrijkste en blijvende “kapitaal” en het concurrentievoordeel van de

organisatie. Medewerkers van IrisZorg kunnen daarom rekenen op een gezonde, veilige en

inspirerende werkomgeving waarin ze met respect voor deskundigheid en ervaring worden bejegend.

Medewerkers worden via scholing en deskundigheidsbevordering in staat gesteld te voldoen aan de

professionele eisen die hen worden gesteld. De organisatie heeft een open oog voor de persoonlijke

en professionele ontwikkeling van de individuele medewerker.

Page 49: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 46

Jaardocument 2010

4.5.1.1. Gezonde en tevreden medewerkers in een veilige werkomgeving

Gezondheid

In 2010 is het verzuim gedaald van 6,79% naar 5,6%, een daling van 17,5%.

In het verslagjaar is binnen de instelling veel aandacht geweest voor het onderwerp gezondheid. Dit

gebeurde via diverse artikelen op intranet. Daarnaast vonden er ook concrete activiteiten plaats (een

cursus stressmanagement, bedrijfsfitness, sportactiviteiten voor deelnemers, de week van het fruit).

Risico-inventarisatie en – evaluatie

Er is een verdere uitwerking gegeven aan de uitvoer van de risico-inventarisatie en -evaluaties. De

nadruk heeft in 2010 gelegen op evaluatie van de gemaakte plannen van aanpak uit 2007 en 2008. In

overleg met de leidinggevende van de betreffende voorziening is de stand van zaken van het plan van

aanpak van de RI&E doorgenomen en geactualiseerd. Daarnaast zijn er meerdere RI&E’s uitgevoerd.

Agressieprotocol

In het verslagjaar is evenals in 2009 aandacht besteed aan de implementatie van het agressieprotocol

door middel van het bespreken van het thema, o.a. tijdens de RI&E’s. Daarnaast zijn medewerkers in

werkoverleggen en via intranet geïnformeerd. Ook binnen de training van de leidinggevenden over

agressie wordt het agressieprotocol besproken.

Er is een format ontwikkeld waarmee in werkoverleggen op eenvoudige wijze een afdeling

agressieprotocol kan worden opgesteld. Er zijn 16 specifieke afdeling agressieprotocollen opgesteld en

geïmplementeerd in afdelingen.

Bedrijfsopvangteam

In 2010 is het opvangteam 20 keer ingezet voor het verzorgen van opvanggesprekken met

medewerkers die te maken hebben gehad met een ingrijpende of schokkende gebeurtenis. De opvang

varieerde van een enkel telefonisch gesprek tot in totaal drie persoonlijke gesprekken. Daarnaast

woonde het bedrijfsomvangteam twee personeelsbijeenkomsten bij naar aanleiding van een incident.

Bedrijfshulpverlening

In 2010 is een nieuw beleidsplan Bedrijfshulpverlening ontwikkeld en vastgesteld. In dit plan is de

organisatiestructuur van de bedrijfshulpverlening vastgelegd, inclusief taken, verantwoordelijkheden

en een communicatieplan. In 2010 is de start met de implementatie gemaakt:

- alle locaties van IrisZorg zijn voorzien van een nieuw bedrijfshulpverleningplan. In dit plan staan alle

activiteiten die dienen plaats te vinden in geval van noodsituaties;

- in het merendeel van de locaties hebben de geplande ontruimingsoefeningen plaatsgevonden;

- BHV-middelen zoals blusapparaten, rookmelders, plattegronden met vluchtwegen, portofoons, e.d.

zijn aangevuld en/of vernieuwd in de locaties;

- bedrijfshulpverleners zijn, in samenwerking met de afdeling Opleidingen, opnieuw getraind;

- er zijn contacten gelegd met de locale brandweerorganisaties om de IrisZorg panden op

brandveiligheid te controleren.

In 2011 is het doel om naast het beheer van de bedrijfshulpverleningsplannen ongeplande

ontruimingsoefeningen te laten plaatsvinden. De resultaten zullen geëvalueerd worden en besproken

worden in de diverse werkoverleggen.

Werkplekonderzoeken

Er zijn 16 individuele werkplekonderzoeken uitgevoerd naar aanleiding van gezondheidsklachten of uit

preventieve overwegingen. Daarnaast hebben bij de Crisisopvang Arnhem en bij Hotel Zuid (eveneens

in Arnhem) uitgebreide werkplekonderzoeken plaatsgevonden. Adviezen zijn uitgebracht over

(aanpassing van) de baliewerkplekken in de poliklinieken Tiel en Nijmegen. Bij de Weerdjesstaat 10

Arnhem en Omnizorg Apeldoorn is uitgebreid aandacht geweest voor de klimaatproblematiek.

Page 50: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 47

Jaardocument 2010

Griepprik

In november vond de jaarlijkse griepvaccinatie voor medewerkers plaats. Het was de derde keer, dat

de vaccinatie geheel intern binnen IrisZorg werd uitgevoerd onder het motto “prikken voor

medewerkers, door medewerkers”. In totaal hebben zich 98 medewerkers laten vaccineren, verdeeld

en verspreid over 8 priklocaties.

Interne klachtencommissie & interne vertrouwenspersonen

In 2009 is een klachtencommissie ongewenst gedrag geïnstalleerd. Deze commissie behandelt

klachten van medewerkers over ongewenst gedrag conform een gedragscode en reglement, welke

beide in 2009 zijn vastgesteld en vervolgens zijn geïmplementeerd. Voor de gedragscode is een

afzonderlijk implementatieplan opgesteld en uitgevoerd; er is zowel op instellingsniveau (centrale

communicatie en informatieverstrekking) alsook in teams aandacht aan de gedragscode en

onderdelen daarvan besteed. In 2010 zijn voor alle leidinggevenden bijeenkomsten over het werken

met de gedragscode georganiseerd.

De klachtencommissie bestond aan het begin van het verslagjaar uit zeven personen. De commissie is

vanuit meerdere geledingen en organisatieonderdelen samengesteld, zodat diversiteit en spreiding

(voorkomen van belangenverstrengeling) is gewaarborgd. Bij de behandeling van een klacht bestaat

volgens de in het klachtenreglement beschreven procedure de commissie uit drie personen.

Gedurende het verslagjaar heeft één persoon de commissie verlaten. Er zijn bij de commissie in 2010

geen klachten ingediend.

Naast de klachtencommissie zijn er bij IrisZorg drie interne vertrouwenspersonen aangesteld.

Medewerkers kunnen een beroep doen op de vertrouwenspersonen – alvorens of in plaats van het

indienen van een klacht – in situaties van ongewenst gedrag (bijv. roddelen, pesten, discriminatie,

seksueel getinte opmerkingen of intimidatie). De vertrouwenspersonen bieden een luisterend oor of

geven advies. Er zijn in 2010 in totaal 17 zaken aan de vertrouwenspersonen voorgelegd.

In 2011 zal er ter aanvulling van de interne vertrouwenspersonen een externe vertrouwenspersoon

aangeworven worden.

Interne Bezwaren Commissie

IrisZorg kent een Interne Bezwaren Commissie. Deze commissie heeft tot taak de bezwaren van een

medewerker ten aanzien van haar/zijn functiebeschrijving of – indeling te behandelen en een

uitspraak over het bezwaar te doen. De uitspraak wordt als advies voorgelegd aan de Raad van

Bestuur, waarna de functiebeschrijving of indeling definitief wordt vastgesteld.

Tot 2009 konden alleen medewerkers werkend onder de CAO GGZ van de interne bezwarenprocedure

gebruik maken. In 2009 is een instellingsbreed project Functiegebouw van start gegaan. Dit project

moet er toe leiden, dat in 2011 alle functies in het primaire en in het ondersteunende proces opnieuw

beschreven en ingedeeld zijn. Besloten is dat ook de medewerkers voor wie de CAO Welzijn &

Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing is, een beroep kunnen doen op de IBC indien zij daar

aanleiding toe zien.

In 2010 zijn aan de commissie geen bezwaren voorgelegd.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Hoofdconclusie uit het laatst uitgevoerde MTO (in 2009) was dat de tevredenheid van medewerkers

over het geheel genomen gelijk was gebleven in vergelijking met 2007. De medewerkers van IrisZorg

scoren een 6,6 op de algemene tevredenheid.

Op de thema’s werkzaamheden, arbeidsomstandigheden, werkdruk en collega’s komt gemiddeld

genomen dezelfde tevredenheid naar voren als bij de vorige meting. Deze scores wijken ook niet veel

af in vergelijking met de benchmark van GGZ-instellingen. Het thema organisatie krijgt een beduidend

lagere score. Vertrouwen in de leiding van de organisatie is daarbij een belangrijk onderwerp. Over de

(direct) leidinggevende is de tevredenheid over de hele linie juist toegenomen.

In 2010 is er een overall Plan van Aanpak opgesteld. Hieruit voortvloeiend hebben de clusters en

diensten elk voor zich een eigen Plan van Aanpak opgesteld welke voor leidinggevenden en

medewerkers is zichtbaar gemaakt in het Overzicht IrisZorg MTO. In 2010 zijn acties ingezet door de

Page 51: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 48

Jaardocument 2010

clusters op verbetering van zichtbaarheid en vooral op het thema veiligheid.

In 2011 zal het derde MTO uitgevoerd worden. Voor dit onderzoek zijn streefcijfers vastgesteld.

Gedragscode

Sinds 2009 beschikt IrisZorg over een gedragscode voor medewerkers. In deze code zijn de normen en

waarden vastgelegd, die de basis vormen voor het gewenste gedrag van alle medewerkers: met elkaar,

met patiënten/cliënten en naar buiten toe. Aan de code wordt in teams en afdelingen door

leidinggevenden regelmatig aandacht besteed. In het verslagjaar zijn alle leidinggevenden getraind in

het hanteren van de code binnen het eigen organisatieonderdeel.

4.5.1.2. Beschikbaarheid personeel

De begrote formatie bedroeg 1101,38 fte. Aan het eind van het jaar was de inzet van betaald

personeel 1105,69 fte. De groei was toe te schrijven aan nieuwe financieringen en nieuwe afdelingen.

Zo is er bijvoorbeeld in Tiel een jeugdkliniek ingericht en heeft de kliniek in Arnhem een aparte

Intensieve Zorg Unit (IZU) geopend. Voor beide afdelingen zijn nieuwe medewerkers aangetrokken.

Verloop personeel op concernniveau

Verloop personeel Aantal

personeelsleden

Aantal fte

Instroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar 258 131,1

Uitstroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar 199 97,0

Verloop personeel naar verslavingszorg en maatschappelijke opvang

Verloop personeel Verslavingszorg

Aantal personeelsleden

(fte tussen haakjes)

Maatschappelijke

opvang

Aantal

personeelsleden

(fte tussen haakjes)

Instroom personeel in loondienst in verslagjaar 160 (85,3) 98 (45,7)

Uitstroom personeel in loondienst in verslagjaar 72 (48,2) 127 (48,8)

Verzuim naar sector

Personeelsformatie Percentage

Verzuim personeel maatschappelijke opvang in loondienst 6,36

Verzuim personeel verslavingszorg in loondienst 4,84

Verzuim alle personeel in loondienst 5,60

Vacatures

Vacatures Totaal aantal vacatures

per einde verslagjaar

Aantal moeilijk vervulbare

vacatures per einde

verslagjaar

Totaal personeel 98 6

Personeel met patiënt-/cliëntgebonden functies 73 4

4.5.1.3 Een aantrekkelijke werkgever

Jaargesprekken en instroombeleid

In het verslagjaar is personeelsbeleid voorbereid dat beoogt IrisZorg een nog aantrekkelijker

werkgever te maken: jaargesprekken en instroombeleid. Deze beleidsstukken zijn in 2010 vastgesteld

en ingevoerd. In 2011 zal er een actualisering van het instroombeleid plaatsvinden.

Overige projecten 2010

In 2010 zijn digitale mutatieformulieren en een digitale loonstrook voor het eerst beschikbaar

gekomen.

Page 52: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 49

Jaardocument 2010

Verder is in 2010 een systeem voor urenplanning en urenverantwoording (Aysist) geïmplementeerd.

Het huidige stelsel van vrije vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer wordt vervangen door de

zogeheten werkkostenregeling. In 2010 is IrisZorg gestart met het implementeren van deze regeling.

Het doel is dat de administratieve lasten voor werkgevers aanzienlijk worden verlicht.

4.5.2 Kwaliteit van het werk

Voor IrisZorg vormen deskundige, betrokken en tevreden medewerkers het belangrijkste kapitaal.

Investeren in personeel en het bevorderen van een goed en gezond arbeidsklimaat zijn dan ook

belangrijke peilers voor personeelsbeleid.

4.5.2.1 Competente medewerkers die zich verbonden voelen met hun werk en de organisatie

Opleidingen

Een belangrijk instrument om deskundig personeel te behouden, is te investeren in opleidingen. Dit

gebeurt binnen IrisZorg op verschillende manieren. Nieuwe medewerkers kunnen, na een uitgebreide

introductie, een aantal basistrainingen volgen wanneer ze nog niet voldoende ervaring hebben met

het werkveld van IrisZorg. Deze trainingen vormen een onderdeel van het inwerkprogramma.

Na de basisscholing vindt functiespecifieke scholing plaats. In 2010 zijn o.a. trainingen verzorgd in de

MATE (screeningsinstument), budgetbegeleiding en medicatieverstrekking.

Voor leidinggevenden zijn in het kader van het management development programma aparte

opleidingen gestart bestaande uit: verzuimtraining, training preventie van agressie, Excel online

training in het kader van de begroting en een 6-daagse training coachend leidinggeven, inclusief

intervisiebijeenkomsten.

Opleiden wordt ook ingezet om de veiligheid van cliënten en medewerkers te vergroten. In principe

volgt iedere nieuwe medewerker werkzaam in het primair proces een training in het omgaan met

agressie. Dit kan worden vervolgd door herhalings-/verdiepingscursussen zoals bijv. “het afleggen van

huisbezoeken” of “hoe te handelen bij gijzeling”.

In totaal zijn er in 2010 182 cursussen (304 interne trainingsdagen) verzorgd voor medewerkers.

Externe scholing

IrisZorg investeert naast interne cursussen en trainingen ook in personeel via externe scholing op mbo,

hbo, (post-)hbo en (post-)universitair niveau. De organisatie beschikt jaarlijks over twee

opleidingsplaatsen Master in Addiction voor artsen (zie volgende subparagraaf) en twee tot drie

plaatsen voor de opleiding tot GZ-psycholoog. In 2010 is de opleiding tot verslavingspsycholoog

gestart. IrisZorg heeft voorlopig één opleidingsplaats. Al deze plaatsen zijn ingevuld door eigen

medewerkers.

Ook volgen meerdere medewerkers een opleiding op hbo (bijv. MW&D) of mbo-niveau.

Daarnaast biedt IrisZorg structureel opleidingsplaatsen voor de opleiding tot verpleegkundige niveau 4

(BBL-plaatsen).

Tenslotte wordt er deelgenomen aan de organisatie van postacademisch onderwijs aan psychiaters en

psychologen, verbonden aan het UMC Radboud.

Master in Addiction

IrisZorg draagt actief bij aan initiatieven voor beroeps- of professiegerichte opleidingen op het gebied

van verslavingszorg of maatschappelijke opvang. Het SPON (Stichting Postacademische Opleidingen in

Oost Nederland) in Nijmegen heeft in samenwerking met GGZ Nederland, verslavingszorginstellingen

en de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst) een

opleiding voor verslavingsartsen in het leven geroepen. Het is een opleiding die artsen, werkzaam in

de verslavingszorg, in twee jaar tijd opleidt tot ‘master in addiction medicine’. De opleiding is

gebaseerd op actuele wetenschappelijke theorievorming. IrisZorg heeft de beschikking over twee

erkende praktijkopleidingsplaatsen en levert tevens een actieve bijdrage aan de opleiding.

Page 53: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 50

Jaardocument 2010

Stages

Eind 2010 waren er 71 stagiair(e)s bij IrisZorg. Van hen vervulden 56 studenten hun lange stage. Het

aantal stagiair(e)s per jaar groeit gestaag. IrisZorg blijkt een aantrekkelijke instelling te zijn voor hbo-

en mbo-studenten. Enerzijds vanwege het werkveld verslavingszorg en maatschappelijke opvang,

anderzijds vanwege de begeleiding en het interne scholingstraject bij de lange stages. Veel stagiair(e)s

starten na de opleiding hun carrière bij IrisZorg. In het verslagjaar had 50% van de stagiair(e)s na hun

lange stage een (tijdelijk) arbeidscontract. Om de grote toestroom van het aantal stageaanvragen in

goede banen te leiden, is in 2010 het werving- en selectieproces voor stagiairs gedigitaliseerd (via de

website).

Vakgroepen

IrisZorg kent mono disciplinaire vakgroepen. Het doel van de vakgroepen is om iedere hulpverlener of

preventiewerker de gelegenheid te bieden het eigen vak te verdiepen en kennis uit te wisselen.

Professionals op universitair niveau, hbo- en mbo-niveau nemen deel. Lidmaatschap gaat automatisch

in bij indiensttreding.

De hoofdindeling van de vakgroepen is als volgt: medici, verpleegkundigen, gedragswetenschappers,

agogen en vaktherapeuten. De agogen, verpleegkundigen en gedragswetenschappers zijn weer

onderverdeeld in subvakgroepen met hun eigen bestuur.

De vakgroepen beschikken over een eigen budget waarmee men per vakgroep ongeveer drie

activiteiten per jaar voor de leden kan bekostigen. Elk jaar wordt door de vakgroepbesturen een

gezamenlijke dag georganiseerd voor alle vakgroepen. In 2010 heeft ongeveer 30% van de

hulpverleners/preventiewerkers de vakgroep bezocht (250 deelnemers).

Uit evaluatie is gebleken dat het belang van de vakgroepen door medewerkers wordt onderschreven.

Actieve leden zijn dan ook zonder uitzondering enthousiast over deze vorm van

deskundigheidsbevordering. In het bijzonder wordt de vakgroependag zeer positief ervaren. Het lukt

echter niet altijd om actieve leden te vinden.

In 2010 is besloten is om de bestaande vakgroepen structuur en de vakgroependag te continueren en

het budget te handhaven. Het actief stimuleren van nieuwe vakgroepen heeft echter geen prioriteit

meer.

Page 54: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 51

Jaardocument 2010

4.6. Samenleving

In deze paragraaf komen activiteiten van IrisZorg in het kader van het maatschappelijk ondernemen

aan de orde.

Sponsoring van maatschappelijke doelen

Met sponsoring wordt terughoudend mee omgegaan. Het IrisZorg beleid voorziet niet in directe

financiële sponsoring van maatschappelijke doelen. De middelen die aan IrisZorg ter beschikking

worden gesteld, zijn bedoeld voor de zorg van haar cliënten. Verkregen financiële middelen worden

louter ingezet ten behoeve van primair proces, de uitvoering en ondersteunende diensten.

IrisZorg zet zich wel op andere wijze in voor het realiseren van maatschappelijke doelen. Het beleid

voorziet in krachtig ondersteunen van innovatie, gericht op maatschappelijke betrokkenheid en

deelname aan de samenleving van cliënten. Voorbeelden daarvan zijn de IrisZorg Filmschool en het

project ‘Help, mijn buurman verzuipt’.

De Filmschool beoogt door middel van filmproductie cliënten de mogelijkheid te bieden zich in dit

metier te bekwamen. Door alle onderdelen - van opdrachtverwerving, scriptontwikkeling, acteren,

monteren tot het organiseren van de première - onder deskundige leiding door cliënten te laten

uitvoeren is de Filmschool de springplank voor deelname aan de samenleving. Lid zijn van een

betekenisvolle ‘crew’ biedt volop mogelijkheden tot sociaal leren, zelfwaardering en verantwoordelijk

burgerschap.

Het project ‘Help, mijn buurman verzuipt’, biedt cliënten mogelijkheden hun ervaringsdeskundigheid

voor elkaar in te zetten. Ex-cliënten bezoeken, ondersteunen en begeleiden hun lotgenoten. Waar

verbinding met de samenleving is verbroken, zorgen zij gezamenlijk voor herstel van contact en

realisatie van mogelijkheden tot gezondheidswinst en binding met familie, naasten en omgeving (zie

ook de paragraaf over cliëntgestuurde projecten, 4.2.2.).

Maatschappelijke verantwoordelijkheid betekent voor IrisZorg ook: erop afgaan, preventieve actie

ondernemen en het samen met haar netwerkpartners bieden van zorg aan kwetsbare mensen. IrisZorg

neemt deze verantwoordelijkheid ook in samenwerking met onder andere politie en justitie waar het

gaat om het bestrijden van maatschappelijke overlast en de zorg voor zorgmijders, onder andere door

bemoeizorg.

Economische meerwaarde voor de samenleving

De impact van het werk van een maatschappelijke organisatie is uit te drukken in geld omdat het vaak

besparingen oplevert, bijvoorbeeld: minder uitkeringen - minder gebruik van gezondheidszorg en / of

maatschappelijke voorzieningen. Bovendien kunnen extra inkomsten worden gegenereerd, zoals extra

belastinginkomsten, doordat iemand weer aan het werk gaat.

Succesvolle training van leefstijl door IrisZorg voor cliënten uit alle lagen van de bevolking bevordert

de arbeidsproductiviteit. Planmatige behandeling van problematisch middelengebruik of verslaving,

bijkomende psychiatrische of psychisch klachten en van disfunctioneren op andere levensterreinen

(inkomen, dagbesteding, huisvesting e.d.) hebben eveneens kostenbesparende effecten in verband

met toename van de arbeidsproductiviteit. IrisZorg combineert service en kostenbesparing door

ervoor te zorgen dat een cliënt zo snel mogelijk op de juiste plaats terechtkomt, door kritische inzet

van middelen en professionals, door ervoor te zorgen dat hulp zoveel mogelijk thuis of ambulant

wordt geboden en door het reduceren van gebruikmaken van intramurale capaciteit. Uiteindelijk

stimuleert dit beleid ook tot zo snel mogelijk herstel van maatschappelijke participatie. Het gevolg

daarvan is kostenbesparing en economische meerwaarde voor de samenleving.

Door het toepassen van het ‘stepped care’ principe - dat is gepast gebruik van zorg - ontstaat ook

meerwaarde voor de samenleving. Een beperkte, eenvoudige behandeling wordt als eerste ingezet.

Pas als deze niet of onvoldoende effectief blijkt, stapt de behandelaar over op een meer ingrijpende,

duurdere ingreep. De beroepsgroep stelt zelf vast wanneer welke behandeling op zijn plaats is. Niet

alle aandoeningen lenen zich voor een stepped care benadering. Voor veel aandoeningen is stepped

care echter goed mogelijk. Dit principe is bij veel aandoeningen ook al uitgewerkt in richtlijnen. Deze

vorm van werken leidt per saldo tot kwaliteitsverbetering en tot besparing.

Page 55: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 52

Jaardocument 2010

Binnen de GGz hebben verbeterde behandelingsmethoden en nieuwe medicatie geleid tot afname van

de behandelingskosten van psychische problemen, terwijl de effectiviteit juist is toegenomen. De

behandeling van veelvuldig voorkomende stoornissen met een hoge ziektelast, zoals burnout,

depressie en angst, heeft dan ook een zeer goede kosten/baten verhouding.

Het geld dat in de GGz wordt besteed aan preventie en zorg, levert naar schatting een besparing van

het 20- tot 30-voudige aan indirecte kosten. De sector werkt hard aan het vergroten van transparantie

over de geleverde zorg en de bereikte resultaten, onder andere door middel van prestatie-indicatoren

en de digitale beschikbaarheid van data.

Milieubeleid

IrisZorg onderschrijft de noodzaak tot duurzaamheid en verantwoord ondernemen. Naar verwachting

is het binnen afzienbare tijd gemeengoed dat profit én non-profit organisaties, naast de nu bekende

certificaten, ook hun duurzaamheid- en maatschappelijk verantwoord ondernemen certificaat kunnen

overleggen. Nieuwe organisatieprincipes dienen zich hiermee aan, zoals de duurzaamheidhorizon

inzake strategie- en organisatieontwikkeling en het organisatie-, klant- en opdrachtgeverperspectief bij

maatschappelijk verantwoord ondernemen.

IrisZorg voert een actief beleid betreffende het scheiden van afval en dit bij de bron aan te pakken.

Enkele voorbeelden hiervan zijn:

- inzameling van oud papier

- groen/grijze afvalscheiding

- chemisch afval gescheiden verzamelen.

Energiebesparing is een belangrijk onderwerp zowel vanuit het oogpunt van het milieu als wat betreft

kostenbesparing. Medewerkers worden bewust gemaakt om zuiniger om te gaan met energie.

Daarnaast wordt gewerkt aan de verbetering van installaties en het aanpassen van de gebouwen.

Ook via haar dienstverlening besteedt IrisZorg aandacht aan het milieu. Cliënten van de afdeling Werk

& Activiteiten zijn dagelijks actief in het openbaar groenonderhoud. Ook onderhouden zij particuliere

tuinen. Jaarlijks zijn zij actief in het kader van de Nationale Schoonmaakdag. Cliënten van IrisZorg zijn

in diverse steden betrokken bij het buurtbeheer. Dagelijks wordt in diverse woonwijken zwerfvuil

verwijderd, op deze manier dragen cliënten bij aan een schone en leefbare wijk.

Deelnemen aan activiteiten in de omgeving

IrisZorg helpt mensen met een ernstig psychiatrisch en/of verslavingsprobleem in hun thuissituatie, in

de opvang, op straat of waar men zich ook bevindt. Patiënten en cliënten worden gestimuleerd in het

deelnemen aan maatschappelijke activiteiten.

Cliënten kunnen o.m. deelnemen aan kunstzinnige activiteiten. Via publiek toegankelijke exposities

kunnen deze bijzondere mensen hun talent laten zien en ontstaan relaties met de omgeving. In

Nijmegen kunnen cliënten van IrisZorg, RIBW, Pro Persona en de Pompestichting binnen afzienbare

termijn via bemiddeling door de Vrijwilligerscentrale mogelijk aan het werk. De centrale gaat cliënten

individueel begeleiden. Ook de organisaties waarbij de doelgroep aan de slag gaat krijgen steun.

Cliënten van IrisZorg die meewerkten aan de filmproductie van ‘Abraça-me' ('Omhels me dan' in

Braziliaans) zijn twee weken naar Brazilië geweest voor de opnames van de tweede akte van de film.

De derde akte werd in Nederland opgenomen, net als de eerste akte.

Abraça-me is een psychologisch drama in de vorm van een speelfilm. Aan de tweede akte werkten

zowel volwassenen als kinderen uit de sloppenwijken van Brazilië mee. Ze hebben vooraf les gekregen

in acteren, film- en geluidstechnieken en monteren. Samen met de cliënten van IrisZorg, waarvan

sommigen ook een rol in de film spelen, stonden zij achter de camera en verzorgen ze het geluid.

Investeren in een gezond makende en gastvrije behandelomgeving kan IrisZorg niet alleen. Het is

daarom van groot belang verbindingen aan te gaan met de omgeving waar de cliënten vandaan

komen. Waar mogelijk wordt de cliënt, in nauwe samenwerking met personen uit diens directe

omgeving, in zijn eigen omgeving ondersteund en begeleid. Daarnaast heeft IrisZorg diverse behandel-

en activiteitencentra in het werkgebied. Dit bevordert de integratie in de samenleving. Publiek is bij

IrisZorg welkom op Open Dagen. Daarnaast heeft IrisZorg een aantal contacten op het sociale en

culturele vlak.

Page 56: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 53

Jaardocument 2010

4.7. Financieel beleid

Resultaten 2010

Het resultaat van IrisZorg over 2010 bedroeg € 3,8 miljoen positief. Dit resultaat is behaald met een

omzet van € 88,6 miljoen.

Het resultaat over 2010 is met name positief beïnvloed door een gunstiger verhouding tussen

personele inzet in relatie tot onze dienstverlening. Bij een groei van de opbrengsten van circa 11 % zijn

er mogelijkheden de inzet van personeel beter op de vraag vanuit de zorg in te richten. Verder heeft

een goede kostenbeheersing een positieve invloed gehad op het resultaat.

In 2010 is verder invulling gegeven aan het principe dat zorginhoud leidend is in de beheersing van de

organisatie. Tegelijkertijd blijft er de integrale verantwoordelijkheid voor de resultaten van het eigen

organisatieonderdeel. Daar waar in de begrotingsfase de relatie tussen zorginhoud en de financiële

uitwerking goed is weergegeven, kan gedurende het jaar de focus meer gericht zijn op beheersing

vanuit het zorgproces en ontstaat ruimte om vernieuwingen door te voeren. Tevens is in het

verslagjaar de basis gelegd om op het terrein van ondersteuning van het zorgproces en op het terrein

van planning van inzet van personeel te komen tot een betere ICT-ondersteuning.

Onderverdeeld naar de segmenten binnen IrisZorg is het jaarrekeningresultaat als volgt opgebouwd:

(* € 1.000)

Zorgverzekeringswet 1.257

AWBZ 2.383

WMO 130

Overig 70

3.840

Uit het resultaat 2010 is naast de bestemmingsreserve voor instandhoudingsinvesteringen gemuteerd

op de bestemmingsreserve voor zorg- en procesinnovatie. De toevoeging van € 150.000 is het saldo

van gedurende het verslagjaar bestede gelden aan product- en procesinnovatie van € 350.000 en een

toevoeging van € 500.000 voor verdere ontwikkeling van producten van IrisZorg en ontwikkeling in de

ondersteuning van het zorgproces.

Investeringen

In 2010 is door IrisZorg voor ca. € 2,7 miljoen geïnvesteerd in inventaris en verbouwingen. Voor 2011

is in de begroting een investeringsniveau opgenomen van € 2,5 miljoen. De nadruk bij deze

investeringen ligt op instandhouding van het huisvestingsbestand en in investeringen in verdere ICT-

ondersteuning van de bedrijfsvoering. Investeringsbeslissingen worden genomen op grond van

uitgewerkte businesscases. Hiernaast worden momenteel meer omvangrijke investeringsplannen

doorgerekend. De verwachting is dat in de komende jaren op enkele locaties substantiële

investeringen gepleegd zullen gaan worden.

Financiering

In 2010 is een investeringskrediet van € 5,0 miljoen afgesloten bij de huisbankier Rabobank ter

financiering van de investeringen voor de periode tot eind 2011. Aan het eind van dat jaar zullen de op

dat moment opgenomen bedragen worden omgezet in een langlopende lening. In de loop van 2010 is

aanvullende financieringsbehoefte van het werkkapitaal verder afgenomen. De verwachting is dat

voor 2011, als de bevoorschotting van het Onderhanden Werk voor DBC conform de afspraken tussen

de GGZ-sector en Zorgverzekeraars Nederland verstrekt is, de aanvullende financieringsbehoefte tot

een minimum beperkt is.

Page 57: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 54

Jaardocument 2010

Personele bezetting

Ultimo 2010 bedroeg de personele bezetting van IrisZorg 1.106 fte verdeeld over 1.354 medewerkers.

In 2010 zijn 258 nieuwe medewerkers ingestroomd en 199 medewerkers uitgestroomd. Voor 2011

wordt een toename van het aantal medewerkers verwacht als gevolg van een toename van de

activiteiten. Wèl wordt daarbij nadrukkelijker beoordeeld in welke beweging in het personeelsbestand

het meest passend is gezien de wijzigingen in de zorgvraag onder invloed van de bezuinigingen.

Kengetallen

In de onderstaande tabellen zijn verschillende kengetallen opgenomen die een beeld geven van de

financiële positie en prestaties van IrisZorg in het verslagjaar en het voorgaande jaar.

Resultaatratio

Resultaatratio 2009 2010

Resultaatratio: ZVW - gefinancierde resultaten 0.3% 4.7%

Resultaatratio: AWBZ - gefinancierde resultaten 12.3% 9.6%

Resultaatratio: WMO - gefinancierde resultaten 0.3% 0.4%

Resultaatratio: overige resultaten 8.2% 0.9%

Resultaatratio: totaal resultaat 4.0% 4.3%

Liquiditeit

Liquiditeit 2009 2010

Kasstroom 182.210 -1.380.547

Liquide middelen 2.129.471 748.924

Schulden aan kredietinstellingen 4.911.062 3.994.263

Current ratio 0.91 1.91

Solvabiliteit

Solvabiliteit 2010 2010

Eigen vermogen / balanstotaal 15.7% 22.6%

Eigen vermogen / totaal opbrengsten 9.3% 12.7%

Het meerjaren financieel beleid van IrisZorg is erop gericht een weerstandsvermogen te realiseren dat

past bij het risicoprofiel van de organisatie. Een adequaat en toenemend weerstandsvermogen is

noodzakelijk om de risico’s waarmee IrisZorg wordt geconfronteerd het hoofd te bieden. Doelstelling

voor 2012 was een solvabiliteit van 10% (eigen vermogen / totaal opbrengsten). Dit niveau is thans

bereikt. In 2011 zal aan de hand van het risicoprofiel van IrisZorg een gewenst niveau van het Eigen

vermogen benoemd worden.

Het financieel beleid van IrisZorg voorziet vooralsnog in een jaarlijks te behalen resultaat van circa

1,1 procent van de opbrengsten. Met een dergelijk resultaat is IrisZorg in staat om de gewenste

toename van het eigen vermogen te realiseren.

Page 58: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 55

Jaardocument 2010

DEEL II

JAARREKENING Inhoudsopgave

5. Jaarrekening 2010 55

5.1. Geconsolideerde jaarrekening 56

5.1.1. Geconsolideerde balans per 31 december 2010 56

5.1.2. Geconsolideerde resultatenrekening over 2010 57

5.1.3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2010 58

5.1.4. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 59

5.1.5. Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2010 62

5.1.6. Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vaste activa) 68

5.1.7. Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 71

5.1.8. Overzicht langlopende schulden ultimo 2010 72

5.1.9. Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 73

5.1.10. Balans per 31 december 2010 83

5.1.11. Enkelvoudige Resultatenrekening over 2010 84

5.1.12. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 85

5.1.13. Toelichting op de balans per 31 december 2010 86

5.1.14. Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vaste activa) 93

5.1.15. Toelichting op de resultatenrekening over 2010 95

5.2. Geconsolideerde jaarrekening 98

5.2.1. Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 98

5.2.2. Statutaire regeling resultaatbestemming 98

5.2.3. Resultaatbestemming 98

5.2.4. Gebeurtenissen na balansdatum 98

5.2.5. Ondertekening door bestuurder en toezichthouders 99

5.2.6. Controleverklaring 100

Page 59: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 56

Jaardocument 2010

5.1 Geconsolideerde jaarrekening

5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2010

(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-10 31-dec-09

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 2 29.252.502 29.404.062

Financiële vaste activa 3 643.500 534.273

Totaal vaste activa 29.896.002 29.938.335

Vlottende activa

Voorraden 4 453.808 287.723

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 6.176.031 4.244.273

Vorderingen en overlopende activa 6 8.228.301 8.377.690

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 7 5.814.418 2.514.062

Liquide middelen 9 748.924 2.129.471

Totaal vlottende activa 21.421.481 17.553.219

Totaal activa 51.317.483 47.491.554

Ref. 31-dec-10 31-dec-09

PASSIVA € €

Eigen vermogen 10

Kapitaal 23 23

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 7.989.585 4.403.049

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 3.289.921 3.037.008

Totaal eigen vermogen 11.279.529 7.440.080

Voorzieningen 11 2.934.134 2.377.424

Langlopende schulden 12 17.130.640 18.410.982

Kortlopende schulden

Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 0 0

Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 19.973.179 19.263.068

Totaal passiva 51.317.483 47.491.554

Page 60: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 57

Jaardocument 2010

5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2010

Ref. 2010 2009

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 15 49.570.172 41.096.822

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 868.732 1.477.615

Omzet Subsidies 17 32.111.795 32.207.730

Overige bedrijfsopbrengsten 18 6.060.592 5.004.808

Som der bedrijfsopbrengsten 88.611.291 79.786.975

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 19 59.403.681 53.654.593

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 2.807.144 2.585.295

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 21 0 0

Overige bedrijfskosten 22 21.590.804 19.536.809

Som der bedrijfslasten 83.801.629 75.776.697

BEDRIJFSRESULTAAT 4.809.662 4.010.278

Financiële baten en lasten 23 -969.876 -856.625

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 3.839.786 3.153.653

Buitengewone baten en lasten 24 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 3.839.786 3.153.653

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Reserve aanvaardbare kosten 3.344.399 1.636.212

Bestemmingsreserve zorginnovatie en procesverbetering 150.000 800.000

Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 92.474 88.874

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 252.913 628.567

3.839.786 3.153.653

Page 61: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 58

Jaardocument 2010

5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht

Ref. 2010 2009

€ € € €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat 4.809.662 4.010.278

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 2.878.720 2.585.295

- mutaties voorzieningen 556.710 362.042

3.435.430 2.947.337

Veranderingen in vlottende middelen:

- voorraden -166.084 -4.846

- mutatie onderhanden werk DBC's -1.931.758 -1.175.750

- vorderingen 149.389 -326.560

- vorderingen/schulden uit hoofde van

financieringstekort respectievelijk -overschot -3.300.356 209.984

- kortlopende schulden (excl. schulden aan

kredietinstellingen) 1.626.575 1.912.632

-3.622.234 615.460

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 4.622.858 7.573.075

Ontvangen interest 23.877 115.045

Betaalde interest -993.753 -971.670

Buitengewoon resultaat 0 0

-969.876 -856.625

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 3.652.982 6.716.450

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa -2.727.160 -2.994.586

Correctie afschrijvingen via groot onderhoud 0

Overige investeringen in financiële vaste activa -109.227 -166.000

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.836.387 -3.160.586

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Schulden aan kredietinstellingen -916.799 -8.967.599

Nieuw opgenomen leningen 0 7.000.000

Aflossing langlopende schulden -1.280.342 -1.406.055

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.197.142 -3.373.654

Mutatie geldmiddelen -1.380.547 182.210

(volgens de indirecte methode)

Page 62: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 59

Jaardocument 2010

5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Vergelijking met voorgaand jaar

Consolidatie

Grondslagen van waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa

Financiële vaste activa

Voorraden

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's

Vorderingen

Alle activa en passiva worden opgenomen tegen de nominale waarde, tenzij in de toelichting anders wordt

vermeld. Alle bedragen zijn in EUR. De consolidatie heeft plaatsgevonden door middel van de integrale methode.

Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs

van de reeds bestede verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de DBC indien deze lager is. De productie

van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo

boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars

in mindering gebracht.

Activa en passiva zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans,

resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.

In 2007 heeft stichting IrisZorg een belang genomen van 16,7 % in RoderSana Holding BV ad € 175.000. De

waardering van deze deelneming vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs. Aan RoderSana Holding BV zijn

in de jaren 2007, 2009 en 2010 langlopende leningen verstrekt voor een totaalbedrag van € 468.500.

De vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde, waarbij rekening wordt gehouden met eventueel

noodzakelijk geachte waardecorrecties voor oninbaarheid.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs inclusief omzetbelasting en worden na

ingebruikname lineair afgeschreven. Voorzover de materiële vaste activa WVZ/WTG-gefinancierd zijn, worden

hierbij de percentages uit de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) gehanteerd. De overige

materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de geschatte economische levensduur.

In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen die tot de groep behoren. Dit betreft

de volgende stichtingen :

• stichting IrisZorg te Arnhem

• stichting Werkplaats de Hulsen te Nijmegen

• stichting Modeltuinen te Beekbergen (gemeente Apeldoorn)

• stichting Welzijn Arnhem te Arnhem.

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.

De jaarrekening over 2010 is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige

uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.

De goederen van de dagactiviteiten zijn gewaardeerd tegen de laatst betaalde inkoopprijs of, in geval van eigen

teelt, tegen de getaxeerde inkoopprijs onder aftrek van 25 % prijsrisico. Ter zake van incourante voorraad is een

voorziening opgenomen. De veestapel is gewaardeerd tegen de geschatte opbrengstwaarde onder aftrek van 25

% prijsrisico.

Page 63: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 60

Jaardocument 2010

5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Liquide middelen

Voorzieningen

Voor verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt een voorziening opgenomen,

indien per balansdatum sprake is van een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting aan de

pensioenuitvoerder en/of werknemer, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een

uitstroom van middelen noodzakelijk is, en er een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang

van de verplichting. De voorziening voor additionele verplichtingen aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer,

wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende

verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde als

het effect van de tijdswaarde van geld materieel is (waarbij de disconteringsvoet vóór belastingen de actuele

marktrente weergeeft).

Een pensioenvordering uit hoofde van aanwezige overschotten bij de pensioenuitvoerder wordt opgenomen als

de groep beschikkingsmacht heeft over het overschot, het waarschijnlijk is dat het tot toekomstige economische

voordelen voor de groep leidt en het betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een pensioenoverschot wordt op

dezelfde wijze gewaardeerd als een voorziening.

Groot onderhoud

Deze voorziening heeft betrekking op de uit te keren gratificaties bij een 12,5-, 25- en 40-jarig dienstverband,

conform de CAO-GGZ en de CAO-Welzijn. Daarnaast is ook een voorziening opgenomen terzake van

gratificaties indien medewerkers tot aan de 65-jarige leeftijd werkzaam blijven bij IrisZorg. Op dat moment

hebben zij recht op een gratificatie van een half maandsalaris. Bij de berekening zijn de blijfkans, de (geschatte)

toekomstige loonstijgingen en een disconteringsvoet van 4% in acht genomen.

Levensfasebudget

De voorziening ultimo 2010 heeft betrekking op een tweetal zaken. Enerzijds op grond van een

overgangsregeling voor 45 jaar en ouder en anderzijds het saldo van in het boekjaar opgebouwde rechten en

opgenomen dan wel uitbetaalde LFB-uren ultimo 2010.

Pensioenen

De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in de winst- en verliesrekening verantwoord. Te

betalen premie dan wel de vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk

overlopend actief verantwoord.

Toekomstige loonverplichtingen

Met een tweetal personeelsleden zijn toekomstige loonverplichtingen aangegaan vanwege opgebouwde

arbeidsrechten in voorgaande jaren. De verplichtingen zijn van kracht tot de pensioengerechtigde leeftijd van

betrokkenen. De resterende periode is korter dan vijf jaar.

Ter bepaling van de voorziening groot onderhoud is voor alle onroerende zaken met een economisch belang een

inschatting gemaakt ter zake van groot onderhoud. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde. Er is

rekening gehouden met een rentepercentage van 4%.

Jubileum eigen werknemers

Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen

onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.

Page 64: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 61

Jaardocument 2010

5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

5.1.4.4 Grondslagen van segmentering

De baten zijn voor wat betreft het budget aanvaardbare kosten of daarmee gelijk te stellen middelen

gesegmenteerd aan de hand van de voorschriften voor de bekostiging/subsidiëring. Het segment OVERIG is

inclusief SFOR.

In de ambulante voorzieningen hebben poli-verrichtingen plaatsgevonden, waardoor vanuit de klinische

voorzieningen opbrengsten navenant zijn toegerekend.

De overige opbrengsten zijn gebaseerd op het gefactureerde of doorberekende bedrag voor geleverde goederen

en diensten onder aftrek van eventueel verstrekte kortingen.

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming

van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van

historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als

deze gerealiseerd zijn.

De toerekening van kosten is primair ontleend aan de direct toerekenbare kosten per afdeling en algemene

kosten zijn gebaseerd op de interne verdeelsleutel, gebaseerd op de personeelskosten voor iedere afdeling dan

wel aan de hand van de in gebruik zijnde huisvesting (oppervlakte).

Page 65: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 62

Jaardocument 2010

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

ACTIVA

2. Materiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 22.926.837 22.955.831

Machines en installaties 1.015.218 1.122.694

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 5.060.447 4.832.190

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 250.000 493.347

Totaal materiële vaste activa 29.252.502 29.404.062

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Boekwaarde per 1 januari 29.404.062 28.994.772

Bij: investeringen 2.727.160 2.995.298

Af: afschrijvingen 2.878.720 2.585.296

Per saldo correctie -712

Boekwaarde per 31 december 29.252.502 29.404.062

Cumulatieve afschrijvingen 17.431.142 14.865.392

Toelichting:

3. Financiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Deelnemingen 175.000 175.000

Vorderingen op deelnemingen 468.500 341.000

Overige vorderingen 18.273

Totaal financiële vaste activa 643.500 534.273

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

Boekwaarde per 1 januari 2010 534.273

Bij: verstrekte lening 127.500

Af: afschrijving overige vorderingen -18.273

Boekwaarde per 31 december 2010 643.500

Toelichting:

RoderSana Holding B.V. In 2007 (looptijd: 25 jaar, rente: 6%), 2009 (looptijd: 2 jaar, rente: euribor + opslag) en

2010 (looptijd: 1 jaar, rente: 4%) zijn langlopende leningen verstrekt aan RoderSana Holding B.V.

In 2007 is een belang van 16,7% in het aandelenkapitaal verworven van de nieuw opgerichte vennootschap

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa

en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.

Page 66: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 63

Jaardocument 2010

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

ACTIVA

4. Voorraden

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Overige voorraden 453.808 287.723

Totaal voorraden 453.808 287.723

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Onderhanden werk DBC's 11.825.524 9.893.766

Af: ontvangen voorschotten -5.649.493 -5.649.493

Totaal onderhanden werk 6.176.031 4.244.273

6. Vorderingen en overlopende activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Vorderingen op debiteuren 5.831.661 5.328.272

Nog te factureren omzet DBC's 1.381.083 1.064.551

Overige vorderingen 401.335 1.339.578

Nog te ontvangen bedragen 614.222 402.647

Overige overlopende activa 242.642

Totaal vorderingen en overlopende activa 8.228.301 8.377.690

Toelichting:

De vorderingen op debiteuren zijn opgenomen tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met eventueel

noodzakelijk geachte waardecorrecties voor oninbaarheid voor een bedrag van € 349.522

Page 67: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 64

Jaardocument 2010

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot

t/m 2007 2008 2009 2010 totaal

€ € € € €

Saldo per 1 januari 45.136 909.035 1.559.891 2.514.062

Financieringsverschil boekjaar 4.758.645 4.758.645

Correcties voorgaande jaren -45.136 151 -62.251 -107.236

Betalingen/ontvangsten -719.263 -631.790 -1.351.053

Subtotaal mutatie boekjaar -45.136 -719.112 -694.041 4.758.645 3.300.356

Saldo per 31 december 189.923 865.850 4.758.645 5.814.418

Stadium van vaststelling (per erkenning):

DBC c c c a

AWBZ c c c a

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2010 2009

€ €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten 49.677.408 40.216.581

Af: ontvangen voorschotten 23.021.854 17.353.216

Af: gefactureerde DBC's 19.648.240 19.998.158

Af: overige ontvangsten u.h.v. nog te factureren DBC's 299.106 -1.482.830

Af: overige ontvangsten u.h.v. onderhanden DBC's 1.949.563 2.788.146

Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891

Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 2010 2009

€ €

Financieringsverschil AWBZ 1.354.807 1.038.841

Financieringsverschil DBC-financiering 3.403.838 521.050

Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891

Het budget Zorgverzekeringswet 2010 bedraagt 25.300.747

Het budget AWBZ 2010 bedraagt 24.376.661

Totaal budget 2010 49.677.408

9. Liquide middelen

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Bankrekeningen 700.468 2.091.841

Kassen 48.456 37.630

Totaal liquide middelen 748.924 2.129.471

Page 68: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 65

Jaardocument 2010

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

10. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Kapitaal 23 23

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 7.989.585 4.403.049

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 3.289.921 3.037.008

Totaal eigen vermogen 11.279.529 7.440.080

Kapitaal

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010

€ € € €

Kapitaal 23 23

23 23

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010

€ € € €

Reserve aanvaardbare kosten: 3.103.443 3.344.062 6.447.505

Bestemmingsreserves: 0

Egalisatie afschrijvingen 499.606 92.474 592.080

Proces Innovatie Zorg 800.000 150.000 950.000

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 4.403.049 3.586.536 7.989.585

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010

€ € € €

Algemene reserve 2.462.113 252.913 2.715.026

Bestemmingsreserve 574.895 574.895

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 3.037.008 252.913 3.289.921

Toelichting:

Ultimo 2005 is uit het niet-collectief gefinancierd vrij vermogen een bestemmingsreserve gevormd ad € 574.895 ter

grootte van de boekwinst inzake de verkoop van een onroerende zaak. De bestemmingsreserve is gevormd ter dekking

van tekorten inzake huisvestingskosten in de regio Zuid.

Uit de resultaatbestemming 2009 is een bestemmingsreserve gevormd ter grootte van € 800.000 in verband met de

voorgenomen innovatie-activiteiten voor zorgvernieuwing en verdere ontwikkeling van de procesvoering ter verbetering

van de kwaliteit en efficiëncy. In 2010 is hier € 350.000 aan onttrokken en € 500.000 aan toegevoegd.

Het saldo van de op grond van de bekostigingssystematiek in de subsidie toegekende bedragen voor afschrijvingen en

de werkelijke afschrijvingen op instandhoudingensinvesteringen worden jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de

bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen. Toevoegingen en/of onttrekkingen aan de bestemmingsreserve

egalisatie afschrijvingen worden verantwoord via de resultatenrekening.

Page 69: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 66

Jaardocument 2010

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

11. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 31-dec-2010

€ € € €

Groot onderhoud 1.791.676 946.074 1.087.851 1.649.899

Voorziening Jubileum eigen werknemers 262.000 315.649 10.199 567.450

Toekomstige loonverplichtingen 118.748 31.700 87.048

Voorziening LFB 205.000 434.515 9.778 629.737

Totaal voorzieningen 2.377.424 1.696.238 1.139.528 2.934.134

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-2010

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.555.292

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.378.842

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.034.132

Toelichting per categorie voorziening:

12. Langlopende schulden

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Schulden aan kredietinstellingen 16.979.042 18.208.546

Overige langlopende schulden 151.598 202.436

Totaal langlopende schulden 17.130.640 18.410.982

Het verloop is als volgt weer te geven: 2010 2009

€ €

Stand per 1 januari 19.573.075 13.979.130

Bij: nieuwe leningen 7.000.000

Af: aflossingen 1.297.272 1.406.055

Stand per 31 december 18.275.803 19.573.075

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 1.145.163 1.162.092

Stand langlopende schulden per 31 december 17.130.640 18.410.983

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 1.145.163 1.162.092

Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 17.130.640 18.410.983

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 12.398.795 13.819.613

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.

De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

Toelichting:

Er is in totaal voor € 12.178.136 aan hypothecaire zekerheden verstrekt.

In de waarderingsgrondslagen worden de voorzieningen nader toegelicht.

Page 70: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 67

Jaardocument 2010

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

PASSIVA

13. Kortlopende schulden en overlopende passiva

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Schulden aan kredietinstellingen (w.o. investeringskrediet) 3.994.263 4.911.062

Crediteuren 2.306.520 4.309.858

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 1.145.163 1.162.092

Belastingen en sociale premies 2.710.733 2.188.139

Schulden terzake pensioenen 695.514 523.896

Nog te betalen salarissen 219.812

Vakantiegeld 1.949.063 1.757.071

Vakantiedagen 1.070.343 945.510

Overige schulden 34.323 56.566

Nog te betalen kosten 2.232.629 1.818.665

Vooruitontvangen opbrengsten 1.490.095 1.020.832

Overige passiva 2.124.722 569.376

Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 19.973.179 19.263.068

Toelichting:

14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

uit hoofde van debet-saldi van cliënten met gelden in beheer bij genoemde stichting.

€ 1.441.927 was benut. Daarnaast is er een kredietfaciliteit op de rekening courant verstrekt van € 14.500.000. Dit bestaat

De Rabobank stelt een solvabiliteitsratio eis van minimaal 5 %.

Onder de schulden aan kredietinstellingen is een investeringskrediet begrepen van € 5.000.000 waarvan ultimo 2010

uit een faciliteit van € 10.500.000 voor Onderhanden Werk DBC en € 4.000.000 voor werkkapitaal.

De stichting is financiële verplichtingen aangegaan inzake huur en lease ter waarde van € 3.165.000.

Voor een aantal panden zijn langjarige huurovereenkomsten aangegaan.

Aan derden zijn bankgaranties gesteld ad € 145.902.

voor verplichtingen van stichting Beheer en Administratie van Gelden van Clienten in de Maatschappelijke Zorg

Naast de zekerheden, welke zijn vermeld onder de post 'Langlopende schulden', zijn de in eigendom verkregen inventarissen,

vervoermiddelen en de vorderingen op derden van de stichting in onderpand gegeven.

Met betrekking tot de stichting Beheer en Administratie van Gelden van Clienten in de Maatschappelijke Zorg bestaat

de overeenkomst om jaarlijks de exploitatietekorten aan te vullen. Tevens stelt de stichting IrisZorg zich garant

Page 71: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 68

Jaardocument 2010

5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vast activa (financiële vast activa)

5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

Start- en

NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen rente Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal

voorzieningen kosten bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € € €

Stand per 1 januari 2010

- aanschafwaarde 1.183.742 144.491 5.728.374 18.774 3.396.921 2.137.070 493.347 13.102.719 44.269.455

- cumulatieve afschrijvingen 74.052 1.044.222 2.837 733.064 1.014.376 2.868.551 14.865.393

Boekwaarde per 1 januari 2010 1.183.742 70.439 4.684.152 15.937 2.663.857 1.122.694 493.347 10.234.168 29.404.062

Mutaties in het boekjaar

- investeringen 936.144 936.144 3.229.468

- herwaarderingen

- afschrijvingen 7.225 114.567 469 293.826 107.475 523.562 2.878.720

- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde

.cumulatieve herwaarderingen

-corr afschrijvingen

- desinvesteringen

aanschafwaarde 8.961 493.347 502.308 502.308

cumulatieve herwaarderingen

cumulatieve afschrijvingen

per saldo 8.961 493.347 502.308 502.308

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -8.961 -7.225 -114.567 -469 642.318 -107.475 -493.347 -232.218 -151.560

Stand per 31 december 2010

- aanschafwaarde 1.174.781 144.491 5.728.374 18.774 4.333.065 2.137.070 13.536.555 46.996.615

- cumulatieve herwaarderingen

- cumulatieve afschrijvingen 81.277 1.158.789 3.306 1.026.890 1.121.851 3.392.113 17.744.113

Boekwaarde per 31 december 2010 1.174.781 63.214 4.569.585 15.468 3.306.175 1.015.219 10.144.442 29.252.502

Afschrijvingspercentage 5,0% 2,0% 2,5% 5-25% 5,0%

Page 72: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 69

Jaardocument 2010

5.1.6.2 WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal

middelen sering WMG

€ € € €

Stand per 1 januari 2010

- aanschafwaarde 1.094.471 1.094.471

- cumulatieve afschrijvingen 834.991 834.991

Boekwaarde per 1 januari 2010 259.480 259.480

Mutaties in het boekjaar

- investeringen

- herwaarderingen

- afschrijvingen 105.173 105.173

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde

.cumulatieve herwaarderingen

.cumulatieve afschrijvingen

- desinvesteringen

aanschafwaarde

cumulatieve herwaarderingen

cumulatieve afschrijvingen

per saldo

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -105.173 -105.173

Stand per 31 december 2010

- aanschafwaarde 1.094.471 1.094.471

- cumulatieve herwaarderingen

- cumulatieve afschrijvingen 940.164 940.164

Boekwaarde per 31 december 2010 154.307 154.307

Afschrijvingspercentage 10-20%

Page 73: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 70

Jaardocument 2010

5.1.6.2 WMG-gefinancierde vaste activa Subtotaal

Grond Gebouwen/ Inventaris/ Vervoer- Automati- Onderhanden niet WTZi

en terreinen Verbouwingen Installaties middelen sering Projecten WMG

€ € € € € € €

Stand per 1 januari 2010

- aanschafwaarde 206.923 19.289.314 7.401.631 427.155 2.747.242 30.072.265

- cumulatieve afschrijvingen 5.158.531 3.596.342 324.613 2.082.363 11.161.849

Boekwaarde per 1 januari 2010 206.923 14.130.783 3.805.289 102.542 664.879 18.910.416

Mutaties in het boekjaar

- investeringen 283.827 788.173 26.736 944.588 250.000 2.293.324

- herwaarderingen

- afschrijvingen 823.920 972.010 51.665 402.390 2.249.985

- corr afschrijvingen

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde

.cumulatieve herwaarderingen

.cumulatieve afschrijvingen

- desinvesteringen

aanschafwaarde

cumulatieve herwaarderingen

cumulatieve afschrijvingen

per saldo

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -540.093 -183.837 -24.929 542.198 250.000 43.339

Stand per 31 december 2010

- aanschafwaarde 206.923 19.573.141 8.189.804 453.891 3.691.830 250.000 32.365.589

- cumulatieve herwaarderingen

- cumulatieve afschrijvingen 5.982.451 4.568.352 376.278 2.484.753 13.411.834

Boekwaarde per 31 december 2010 206.923 13.590.690 3.621.452 77.613 1.207.077 250.000 18.953.755

Afschrijvingspercentage 0%-5% 2,2-3,3% 10-20% 20,0% 33,3%

Page 74: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 71

Jaardocument 2010

5.1.7 Mutatieoverzicht materiële vast activa (financiële vast activa)

5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (geconsolideerd)

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2009 2010 gereed

onder-

handen

Indexering

WTZi

Aangepaste

goedkeuring

€ € € € € € €

Jeugdkliniek Tiel 493.347 442.797 936.144 2010

MHU Nijmegen 0 250.000 0 250.000 0 0 0 2011

Totaal 493.347 692.797 936.144 250.000 0 0 0

Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen

t/m 2010 Jaar van

ople-

vering

Nominaal

bedrag

WTZi

Page 75: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 72

Jaardocument 2010

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2010

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd

Soort lening Werke-lijke-rente

Restschuld

31 december

2009

Aflossing in

2010

Restschuld

31 december

2010

Rest

schuld over

5 jaar

Resterende

looptijd in

jaren eind

2010

Aflos-sings-

wijze

Aflossing

2011

€ % € € € €

Rabobank 2001 2.722.681 40 Hypotheek Euribor + 0,195% 2.144.111 68.067 2.076.044 1.735.709 30 lineair 68.067

Rabobank 2004 800.000 40 Roll-over Euribor + 0,195% 694.979 20.004 674.975 574.955 34 lineair 20.004

Rabobank 2004 1.800.000 10 Roll-over Euribor + 0,195% 855.000 180.000 675.000 0 4 lineair 180.000

Rabobank 2007 1.500.000 20 Roll-over Euribor + 0,195% 1.312.500 75.000 1.237.500 862.500 17 lineair 75.000

Rabobank 2007 1.500.000 20 Roll-over Euribor + 0,195% 1.406.250 37.500 1.368.750 1.181.250 37 lineair 37.500

Rabobank 2004 4.800.000 35 Roll-over Euribor + 0,195% 4.110.000 138.000 3.972.000 3.282.000 29 lineair 138.000

Rabobank 1997 1.917.221 26 Onderhands 6,1% 1.032.350 73.739 958.611 589.914 13 lineair 73.739

BNG 2001 538.864 29 Onderhands 3,4% 425.419 28.361 397.058 255.252 14 lineair 28.361

Rabobank 2002 479.805 21 Onderhands 3,8% 277.781 25.253 252.529 126.264 10 lineair 25.253

Rabobank 2000 272.268 20 Onderhands 5,7% 149.748 149.748 0 0 0 lineair 0

Stichting Vrienden 1997 431.091 20 Hypotheek var. 172.436 21.555 150.882 43.109 7 lineair 21.555

Stichting Vrienden 2008 30.000 10 Onderhands 4,25% 30.000 5.045 24.955 10.342 8 annuïteit 2.684

Rabobank 2009 3.000.000 10 Roll-over Euribor + 1,6% 2.962.500 75.000 2.887.500 2.137.500 9 lineair 75.000

Rabobank 2009 4.000.000 10 Roll-over Euribor + 1,6% 4.000.000 400.000 3.600.000 1.600.000 9 lineair 400.000

Totaal 23.791.930 19.573.074 1.297.272 18.275.804 12.398.795 1.145.163

Page 76: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 73

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2010 2009

€ € € €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 40.216.581 34.190.581

Extramurale productieafspraken verslagjaar -50.924 1.950.000

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 219.277 407.000

Prijsindexatie materiële kosten -8.196 21.000

Groei normatieve kapitaalslasten 12.077 30.000

223.158 458.000

Uitbreiding erkenning en toelating:

- ZZP's kleinschalig wonen 6.069.119 0

- loon- en materiële kosten ZVW 3.497.476 1.827.000

- normatieve kapitaalslasten 925.990 488.000

10.492.585 2.315.000

Beleidsmaatregelen overheid:

- kortingsmaatregel GGZ -779.803 0

-779.803 0

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

- rente -44.841 -23.000

- afschrijvingen 105.280 46.000

- overige 364.303 148.000

424.742 171.000

Overige mutaties:

- herallocatie ZZP -1.059.474 1.132.000

- overige mutaties 210.543 0

-848.931 1.132.000

Subtotaal wettelijk budget boekjaar 49.677.408 40.216.581

Correcties voorgaande jaren -107.236 880.241

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t 49.570.172 41.096.822

Page 77: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 74

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010

5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010

SEGMENT ZVW

Ref. 2010 2009

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 26.217.689 22.352.809

Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0

Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 35.003 34.751

Overige bedrijfsopbrengsten 482.378 258.694

Som der bedrijfsopbrengsten 26.735.070 22.646.254

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 18.223.776 16.020.384

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 1.304.693 1.130.145

Overige bedrijfskosten 5.426.944 4.793.756

Som der bedrijfslasten 24.955.413 21.944.285

BEDRIJFSRESULTAAT 1.779.657 701.969

Financiële baten en lasten -522.640 -643.687

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 1.257.017 58.282

Buitengewone baten en lasten 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 1.257.017 58.282

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009

€ €

Toevoeging:

Reserve aanvaardbare kosten 1.257.017 58.282

1.257.017 58.282

Page 78: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 75

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010

5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010

SEGMENT AWBZ

Ref. 2010 2009

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 23.361.582 18.744.012

Niet gebudgetteerde zorgprestaties 318.220 361.423

Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 0

Overige bedrijfsopbrengsten 1.150.863 931.650

Som der bedrijfsopbrengsten 24.830.665 20.037.085

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 14.186.819 11.305.474

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 634.472 621.316

Overige bedrijfskosten 7.410.841 5.525.168

Som der bedrijfslasten 22.232.132 17.451.958

BEDRIJFSRESULTAAT 2.598.533 2.585.127

Financiële baten en lasten -215.610 -118.321

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 2.382.923 2.466.806

Buitengewone baten en lasten 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 2.382.923 2.466.806

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009

€ €

Toevoeging:

Bestemmingsreserve: 2.140.449 1.666.806

Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 92.474 88.874

Zorginnovatie en procesverbetering 150.000 800.000

2.382.923 2.555.680

Page 79: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 76

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010

5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010

SEGMENT WMO

Ref. 2010 2009

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 0 0

Niet gebudgetteerde zorgprestaties 549.447 1.115.702

Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 27.332.858 27.136.340

Overige bedrijfsopbrengsten 1.741.752 2.226.648

Som der bedrijfsopbrengsten 29.624.057 30.478.690

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 21.418.749 21.605.819

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 623.813 653.277

Overige bedrijfskosten 7.312.862 8.054.791

Som der bedrijfslasten 29.355.424 30.313.887

BEDRIJFSRESULTAAT 268.633 164.803

Financiële baten en lasten -138.515 -78.851

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 130.118 85.952

Buitengewone baten en lasten 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 130.118 85.952

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009

€ €

Toevoeging:

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 130.118 85.952

130.118 85.952

Page 80: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 77

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010

5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010

SEGMENT Overig (inclusief SFOR)

Ref. 2010 2009

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 0 0

Niet gebudgetteerde zorgprestaties 1.065 490

Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 4.743.934 4.709.826

Overige bedrijfsopbrengsten 2.676.500 1.914.629

Som der bedrijfsopbrengsten 7.421.499 6.624.945

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 5.574.336 4.722.916

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 244.166 180.555

Overige bedrijfskosten 1.440.158 1.163.096

Som der bedrijfslasten 7.258.660 6.066.567

BEDRIJFSRESULTAAT 162.839 558.378

Financiële baten en lasten -93.111 -15.765

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 69.728 542.613

Buitengewone baten en lasten 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 69.728 542.613

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009

€ €

Toevoeging:

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 69.728 542.613

69.728 542.613

Page 81: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 78

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010

5.1.9.2 Aansluiting totaal resultaat met resultaat segmenten

2010 2009

€ €

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen:

SEGMENT ZVW 1.257.017 58.282

SEGMENT AWBZ 2.382.923 2.466.806

SEGMENT WMO 130.118 85.952

SEGMENT Overig (inclusief SFOR) 69.728 542.613

3.839.786 3.153.653

Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening 3.839.786 3.153.653

Page 82: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 79

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 BATEN

16. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Eigen bijdragen cliënten 868.732 1.477.615

Totaal 868.732 1.477.615

17. Toelichting subsidies (inclusief overige WMO-prestaties)

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Overige subsidies (inclusief WMO) 32.111.795 32.207.730

Totaal 32.111.795 32.207.730

18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Overige opbrengsten 6.060.592 5.004.808

Totaal 6.060.592 5.004.808

LASTEN

19. Personeelskosten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Lonen en salarissen 44.674.675 39.873.344

Sociale lasten 6.221.593 5.410.691

Pensioenpremies 3.747.788 3.256.633

Overige personeelskosten 2.573.958 2.311.732

Subtotaal 57.218.014 50.852.401

Personeel niet in loondienst 2.185.667 2.802.192

Totaal personeelskosten 59.403.681 53.654.593

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:

- ZVW 328 292

- AWBZ 255 209

- WMO 385 413

- Overig 100 83

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.068 997

Page 83: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 80

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 BATEN

20. Afschrijvingen vaste activa

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen:

- materiële vaste activa 523.562 436.555

Overige afschrijvingen:

- materiële vaste activa 2.283.582 2.148.740

Totaal afschrijvingen 2.807.144 2.585.295

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2010

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 2.807.144

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 523.562

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:

- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 523.562

- WTZi-vergunningplichtige financiële vaste activa 18.273

Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 541.835

22. Overige bedrijfskosten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 5.421.807 5.321.572

Algemene kosten 7.926.916 6.469.972

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 1.701.312 1.864.986

Onderhoud en energiekosten 2.819.628 2.468.245

Huur en leasing 2.775.067 2.222.034

Dotaties en vrijval voorzieningen 946.074 1.190.000

Totaal overige bedrijfskosten 21.590.804 19.536.809

23. Financiële baten en lasten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Rentebaten 23.877 115.045

Rentelasten -993.753 -971.670

Totaal financiële baten en lasten -969.876 -856.625

24. Buitengewone baten en lasten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Buitengewone baten 0 0

Totaal buitengewone baten en lasten 0 0

Page 84: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 81

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van Iriszorg over het jaar 2010 is als volgt:

1

2

3

4

5

6

7 Welke salarisregeling is toegepast?

8

9

10

11 Werkgeversbijdrage sociale lasten

12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU

13 Ontslagvergoeding

14 Bonussen

15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b)

16 Cataloguswaarde auto van de zaak

17 Eigen bijdrage auto van de zaak

De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2010 is als volgt:

Naam Functie Bezoldiging

3.000

9.400

11.000

9.400

9.400

8.000

4.946

4.946

Totaal 60.092

Naam

Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht

Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Tweehoofdig met voorzitter

Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder

werkzaam in uw organisatie?

Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het

bestuur geweest?

Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit

van het bestuur?

Tot welke datum was de persoon als bestuurder

werkzaam in uw organisatie?

Hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in

het verslagjaar?

Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?

Wat is de deeltijdfactor? (percentage)

a. Waarvan verkoop verlofuren

Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaars-

uitkeringsalaris en andere vaste toelagen

Toezichthouder

Toezichthouder

Toezichthouder

b. Waarvan nabetalingen voorgaande jaren

Bruto-onkostenvergoeding

Ja

Ovk voor onbepaalde tijd

NVZD-regeling (2)

drs D.F.L. Olthof MHA

1-1-1993

Ja

12

NVZD-regeling (2)

100%100%

162.604 149.960

1-4-1994

W.J. Foppen MSM

Ovk voor onbepaalde tijd

Ja

Nee

M.J. Louppen-Laurant

0

11.636

0

12.138

17.658

0

0 0

192.400

16.057

0

C. Bongers van Hekezen

177.653

38.575

1.323

30.690

1.217

Toezichthouder (vice-voorzitter)

Toezichthouder(voorzitter vanaf april 2010)

Toezichthouder (voorzitter) tot en met maart 2010

Toezichthouder vanaf mei 2010

Toezichthouder vanaf mei 2010

Drs. G.E.W. Prick

G. Bouman

Drs. Ir. J.M.F.D de Valk MBA

Mr. A.G. Coumans

Drs. R.C.A. de Veen

Ir. P. Koburg

Page 85: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 82

Jaardocument 2010

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)

Toelichting:

27. Honoraria accountant 2010

De honoraria van de accountant over 2010 zijn als volgt:

1 Controle van de jaarrekening 78.450

2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 84.788

3 Fiscale advisering 71.052

4 Niet-controlediensten 779

Totaal honoraria accountant 235.069

belastbaar loon van de Minister President overtrof.

In 2010 waren er geen personeelsleden en leden van de Raad van Bestuur waarvan het belastbaar loon het gemiddeld

Page 86: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 83

Jaardocument 2010

5.1.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2010

(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-10 31-dec-09

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Immateriële vaste activa 1 0 0

Materiële vaste activa 2 27.467.308 27.483.410

Financiële vaste activa 3 643.500 534.273

Totaal vaste activa 28.110.808 28.017.683

Vlottende activa

Voorraden 4 0 0

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 6.176.031 4.244.273

Vorderingen en overlopende activa 6 12.280.155 11.003.281

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 7 5.814.418 2.514.062

Liquide middelen 9 354.181 1.892.181

Totaal vlottende activa 24.624.785 19.653.797

Totaal activa 52.735.592 47.671.479

Ref. 31-dec-10 31-dec-09

PASSIVA € €

Eigen vermogen 10

Kapitaal 23 23

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 9.829.182 5.485.757

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.077.958 4.077.958

Totaal eigen vermogen 13.907.163 9.563.738

Voorzieningen 11 2.759.521 2.251.043

Langlopende schulden 12 17.130.640 18.410.982

Kortlopende schulden

Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 0 0

Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 18.938.268 17.445.716

Totaal passiva 52.735.592 47.671.479

Page 87: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 84

Jaardocument 2010

5.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening over 2010

Ref. 2010 2009

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 15 49.570.172 40.894.949

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 868.732 1.477.615

Overige bedrijfsopbrengsten 18 35.606.996 35.500.791

Som der bedrijfsopbrengsten 86.045.900 77.873.355

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 19 57.607.851 52.113.957

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 2.594.177 2.377.956

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 21 0 0

Overige bedrijfskosten 22 20.600.881 18.915.857

Som der bedrijfslasten 80.802.909 73.407.771

BEDRIJFSRESULTAAT 5.242.991 4.465.585

Financiële baten en lasten 23 -899.565 -857.419

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 4.343.426 3.608.166

Buitengewone baten en lasten 24 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 4.343.426 3.608.166

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Reserve aanvaardbare kosten 4.100.952 -5.025.834

Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 92.474 88.474

Bestemmingsreserve zorginnovatie en procesverbetering 150.000 800.000

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 0 529.194

4.343.426 -3.608.166

Page 88: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 85

Jaardocument 2010

5.1.12 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Enkelvoudige jaarrekening

5.1.12.1 Algemeen

5.1.12.2 Afwijkingen in waarderingsgrondslagen enkelvoudige jaarrekening

Niet van toepassing.

5.1.12.3 Wijziging verslaglegging

Met ingang van 2010 (met vergelijkende cijfers over 2009) is besloten dat in de enkelvoudige

jaarrekening alleen de cijfers van Stichting IrisZorg zijn opgenomen.

In deze paragraaf toelichten van specifieke waarderingsgrondslagen van de enkelvoudige jaarrekening. Indien er

geen afwijkingen zijn van de waarderingsgrondslagen in de enkelvoudige jaarrekening kunt u dit toelichten bij de

geconsolideerde waarderingsgrondslagen. Paragraaf 5.1.12 kunt u dan verwijderen.

Page 89: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 86

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans 2. Materiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 21.316.431 21.233.495

Machines en installaties 2.616.334 2.716.398

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 3.284.542 3.040.170

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 250.000 493.348

Totaal materiële vaste activa 27.467.308 27.483.411

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2010 2009

€ €

Boekwaarde per 1 januari 27.483.411 26.574.980

Bij: investeringen 2.649.652 3.277.027

Af: afschrijvingen 2.665.755 2.368.596

Boekwaarde per 31 december 27.467.308 27.483.411

Cumulatieve afschrijvingen 16.303.550 13.854.466

Toelichting:

3. Financiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Deelnemingen 175.000 175.000

Vorderingen op deelnemingen 468.500 341.000

Overige vorderingen 0 18.273

Totaal financiële vaste activa 643.500 534.273

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

Boekwaarde per 1 januari 2009 534.273

Bij: verstrekte lening 127.500

Af: waardeverminderingen -18.273

Boekwaarde per 31 december 2009 643.500

Toelichting:

RoderSana Holding B.V. In 2007 (looptijd: 25 jaar, rente: 6%), 2009 (looptijd: 2 jaar, rente: euribor + opslag) en

2010 (looptijd: 1 jaar, rente: 4%) zijn langlopende leningen verstrekt aan RoderSana Holding B.V.

In 2007 is een belang van 16,7% in het aandelenkapitaal verworven van de nieuw opgerichte vennootschap

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa

en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.14. In toelichting 5.1.15

zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.

In 1999 is de boekwaarde van de verbouwing aan het voormalige pand aan de Sonsbeeksingel opgenomen.

Page 90: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 87

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans ACTIVA

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Onderhanden werk DBC's 11.825.524 9.893.766

Af: ontvangen voorschotten -5.649.493 -5.649.493

Totaal onderhanden werk 6.176.031 4.244.273

6. Vorderingen en overlopende activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Vorderingen op debiteuren 4.588.259 1.233.287

Nog te factureren omzet DBC's 1.381.083 1.064.551

Overige vorderingen: 5.786.557

Nog te ontvangen bedragen 524.255 402.647

Totaal vorderingen en overlopende activa 12.280.155 3.082.279

Toelichting:

De vordering op debiteuren is opgenomen tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met eventueel

noodzakelijk geachte waardecorrecties voor oninbaarheid voor een bedrag van € 349.522.

Page 91: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 88

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans 7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot

t/m 2007 2008 2009 2010 totaal

€ € € € €

Saldo per 1 januari 45.136 909.035 1.559.891 2.514.062

Financieringsverschil boekjaar 4.758.645 4.758.645

Correcties voorgaande jaren -45.136 151 -62.251 -107.236

Betalingen/ontvangsten 0 -719.263 -631.790 -1.351.053

Subtotaal mutatie boekjaar -45.136 -719.112 -694.041 4.758.645 3.300.356

Saldo per 31 december 0 189.923 865.850 4.758.645 5.814.418

Stadium van vaststelling (per erkenning):

AWBZ c c c a

DBC c c c a

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2010 2009

€ €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten 49.677.408 40.216.581

Af: ontvangen voorschotten 23.021.854 17.353.216

Af: gefactureerde DBC's 19.648.240 19.998.158

Af: overige ontvangsten u.h.v. nog te factureren DBC's 1.949.563 -1.482.830

Af: overige ontvangsten u.h.v. onderhanden DBC's 299.106 2.788.146

Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891

Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 2010 2009

€ €

Financieringsverschil AWBZ 1.354.807 1.038.841

Financieringsverschil DBC-financiering 3.403.838 521.050

Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891

9. Liquide middelen

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Bankrekeningen 317.187 1.857.340

Kassen 36.994 34.841

Totaal liquide middelen 354.181 1.892.181

Page 92: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 89

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA

10. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Kapitaal 23 23

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 9.829.182 5.485.756

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 4.077.958 4.077.958

Totaal eigen vermogen 13.907.163 9.563.737

Kapitaal

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010

€ € € €

Kapitaal 23 0 0 23

23 0 0 23

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010

€ € € €

Reserve aanvaardbare kosten: 4.186.150 4.100.952 0 8.287.102

Bestemmingsreserves:

Egalisatie afschrijvingen 499.606 92.474 0 592.080

Zorginnovatie en procesverbetering 800.000 150.000 0 950.000

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 5.485.756 4.343.426 0 9.829.182

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010

€ € € €

Algemene reserves: 3.503.063 0 0 3.503.063

Bestemmingsreserves: 574.895 0 0 574.895

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.077.958 0 0 4.077.958

Page 93: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 90

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA

Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2010

en resultaat over 2010

De specificatie is als volgt :

Eigen

vermogen Resultaat

€ €

Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 13.907.163 4.343.426

• Stichting Werkplaats De Hulsen te Nijmegen 204.485 31.166

• Stichting Modeltuinen te Beekbergen (gemeente Apeldoorn) -2.751.088 -436.613

• Stichting Welzijn Arnhem te Arnhem. -81.056 -98.194

Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 11.279.504 3.839.785

Page 94: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 91

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA

11. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 31-dec-2010

€ € € €

Groot onderhoud 1.784.043 863.880 1.087.852 1.560.071

Voorziening Jubileum eigen werknemers 262.000 317.912 10.199 569.713

Voorziening LFB 205.000 434.515 9.778 629.737

Totaal voorzieningen 2.251.043 1.616.307 1.107.829 2.759.521

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-2010

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.555.292

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.204.229

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.034.132

12. Langlopende schulden

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Schulden aan kredietinstellingen 16.979.042 18.208.546

Overige langlopende schulden 151.598 202.436

Totaal langlopende schulden 17.130.640 18.410.982

Het verloop is als volgt weer te geven: 2010 2009

€ €

Stand per 1 januari 19.573.075 13.979.130

Bij: nieuwe leningen 0 7.000.000

Af: aflossingen 1.297.272 1.406.055

Stand per 31 december 18.275.803 19.573.075

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 1.145.163 1.162.092

Stand langlopende schulden per 31 december 17.130.640 18.410.983

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 1.145.163 1.162.092

Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 17.130.640 18.410.983

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 16.635.640 13.819.613

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.

De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

Page 95: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 92

Jaardocument 2010

5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA

13. Kortlopende schulden en overlopende passiva

De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09

€ €

Schulden aan kredietinstellingen 3.994.263 4.911.062

Crediteuren 2.101.494 5.211.590

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 1.145.163 1.162.092

Belastingen en sociale premies 2.698.183 2.079.356

Schulden terzake pensioenen 640.514 474.860

Nog te betalen salarissen 222.734 -23.668

Vakantiegeld 1.935.709 1.745.780

Vakantiedagen 1.070.343 945.510

Overige schulden: 27.918 32.759

Nog te betalen kosten: 2.182.631 -97.550

Vooruitontvangen opbrengsten: 1.473.595 1.004.141

Overige passiva: 1.445.722 -215

Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 18.938.268 17.445.718

Page 96: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 93

Jaardocument 2010

5.1.14 Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vast activa)

5.1.14.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

Start- en

NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen rente Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal

voorzieningen kosten bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € € €

Stand per 1 januari 2010

- aanschafwaarde 0 1.183.742 144.491 5.728.374 18.774 3.396.921 2.137.070 493.347 13.102.719 41.434.675

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 74.052 1.044.222 2.837 733.064 1.014.376 0 2.868.551 13.951.265

Boekwaarde per 1 januari 2010 0 1.183.742 70.439 4.684.152 15.937 2.663.857 1.122.694 493.347 10.234.168 27.483.410

Mutaties in het boekjaar

- investeringen 0 0 0 0 0 936.144 0 0 936.144 2.838.492

- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

- afschrijvingen 0 0 7.225 114.567 469 293.826 107.475 0 523.562 2.352.284

- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0

- terugname geheel afgeschreven activa 0

.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

-corr afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0

- desinvesteringen 0

aanschafwaarde 0 8.961 0 0 0 0 0 493.347 502.308 502.308

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

per saldo 0 8.961 0 0 0 0 0 493.347 502.308 502.308

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -8.961 -7.225 -114.567 -469 642.318 -107.475 -493.347 -232.218 -16.100

Stand per 31 december 2010

- aanschafwaarde 0 1.174.781 144.491 5.728.374 18.774 4.333.065 2.137.070 0 13.536.555 43.770.859

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 81.277 1.158.789 3.306 1.026.890 1.121.851 0 3.392.113 16.303.549

Boekwaarde per 31 december 2010 0 1.174.781 63.214 4.569.585 15.468 3.306.175 1.015.219 0 10.144.442 27.467.310

Afschrijvingspercentage 5,0% 2,0% 2,5% 5-25% 5,0%

Page 97: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 94

Jaardocument 2010

5.1.14 Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vast activa)

5.1.14.2 WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal

middelen sering WMG

€ € € €

Stand per 1 januari 2010

- aanschafwaarde 1.094.471 0 0 1.094.471

- cumulatieve afschrijvingen 834.991 0 0 834.991

Boekwaarde per 1 januari 2010 259.480 0 0 259.480

Mutaties in het boekjaar

- investeringen 0 0 0 0

- herwaarderingen 0 0 0 0

- afschrijvingen 105.173 0 0 105.173

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde 0 0 0 0

.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0

.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0

0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 0 0 0

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0

cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0

per saldo 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -105.173 0 0 -105.173

Stand per 31 december 2010

- aanschafwaarde 1.094.471 0 0 1.094.471

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 940.164 0 0 940.164

Boekwaarde per 31 december 2010 154.307 0 0 154.307

Afschrijvingspercentage 10-20% 0,0% 0,0%

Page 98: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 95

Jaardocument 2010

5.1.15 Toelichting op de resultatenrekening over 2010

15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2010 2009

€ € € €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 40.894.949 33.994.501

Extramurale productieafspraken verslagjaar -50.924 1.950.000

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 219.277 407.000

Prijsindexatie materiële kosten -8.196 21.000

Groei normatieve kapitaalslasten 12.077 30.000

223.158 458.000

Uitbreiding erkenning en toelating:

- ZZP's kleinschalig wonen 6.069.119 0

- loon- en materiële kosten ZVW 3.497.476 1.827.000

- normatieve kapitaalslasten 925.990 488.000

10.492.585 2.315.000

Beleidsmaatregelen overheid:

- kortingsmaatregel GGZ -779.803 0

-779.803 0

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

- rente -44.841 -23.000

- afschrijvingen 105.280 46.000

- overige 364.303 148.000

424.742 171.000

Overige mutaties:

- herallocatie ZZP -1.059.474 1.132.000

- overige mutaties -467.825 0

-1.527.299 1.132.000

Subtotaal wettelijk budget boekjaar 49.677.408 40.020.501

Correcties voorgaande jaren -107.236 874.448

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t 49.570.172 40.894.949

Page 99: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 96

Jaardocument 2010

5.1.15 Toelichting op de resultatenrekening over 2010 BATEN

18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Overige subsidies 32.275.123 31.880.917

Overige opbrengsten 3.331.873 3.619.874

Totaal 35.606.996 35.500.791

LASTEN

19. Personeelskosten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Lonen en salarissen 43.411.334 38.795.704

Sociale lasten 6.052.608 5.261.816

Pensioenpremies 3.640.248 3.179.168

Andere personeelskosten 2.483.319 2.196.568

Subtotaal 55.587.508 49.433.257

Personeel niet in loondienst 2.020.342 2.680.701

Totaal personeelskosten 57.607.851 52.113.957

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:

ZVW 328 292

AWBZ 255 207

WMO 385 413

Overig 94 78

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.062 990

20. Afschrijvingen vaste activa

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen:

- materiële vaste activa 523.562 548.861

Overige afschrijvingen:

- materiële vaste activa 2.070.615 1.829.095

Totaal afschrijvingen 2.594.177 2.377.956

Page 100: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 97

Jaardocument 2010

5.1.15 Toelichting op de resultatenrekening over 2010

22. Overige bedrijfskosten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 5.330.885 5.247.913

Algemene kosten 7.591.207 6.480.956

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 1.309.079 1.391.834

Onderhoud en energiekosten 2.730.763 2.390.753

Huur en leasing 2.775.067 2.222.034

Dotaties en vrijval voorzieningen 863.880 1.182.367

Totaal overige bedrijfskosten 20.600.881 18.915.857

23. Financiële baten en lasten

De specificatie is als volgt: 2010 2009

€ €

Rentebaten 23.688 112.113

Rentelasten -923.253 -969.531

Totaal financiële baten en lasten -899.565 -857.419

Page 101: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 98

Jaardocument 2010

5.2 Overige gegevens

5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De Raad van Bestuur van Stichting Iriszorg heeft de jaarrekening 2010 vastgesteld in de vergadering

van 21 maart 2011.

De Raad van Toezicht van de Stichting Iriszorg heeft de jaarrekening 2010 goedgekeurd in de vergadering

van 28 maart 2011.

5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming

5.2.3 Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.

5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum

Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen met materiële invloed op de toestand

resultaat.

In de statuten van Stichting Iriszorg is geen bepaling opgenomen ten aanzien van de bestemming van het

per balansdatum voorgedaan.

Page 102: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg 99

Jaardocument 2010

5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders (1)

Raad van Bestuur

drs. D.F.L. Olthof MHA W.J. Foppen MSM

Voorzitter

Raad van Toezicht

G. Bouman mr. A.G. Coumans

Voorzitter Vice-voorzitter

drs. Ir. J.M.F.D. de Valk MBA drs. J.A. de Ruiter

C. Bongers van Hekezen drs. R.C.A. de Veen

ir. P. Koburg

(1) Uit overwegingen van veiligheid en privacy nemen wij geen handtekening op in deze versie van het jaardocument. In plaats hiervan is het

formulier ‘handtekening jaarverantwoording’ ondertekend en opgestuurd naar het CIBG.

5.2.6 Controleverklaring

De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina’s.

Page 103: IrisZorg Jaardocument 2010
Page 104: IrisZorg Jaardocument 2010
Page 105: IrisZorg Jaardocument 2010

IrisZorg in het kortIrisZorg biedt trajecten aan voor wonen, werken en verslavings-behandeling. We investeren daarbij voortdurend in preventie en onderzoek. IrisZorg is tevens een erkende organisatie voor versla-vingsreclassering in het arrondissement Arnhem. Wij stimuleren mensen om in beweging te komen, gebruik te maken van hun kracht. Wij bieden hulp aan jongeren, volwassenen en gezinnen. Uitgangspunt daarbij zijn de wensen en mogelijkheden van de cliënt.

Cliënten kunnen terecht bij 60 vestigingen in Gelderland, een deel van Overijssel en Flevoland. 1300 professionals staan klaar om hen te ontvangen en te begeleiden. Onze medewerkers zijn helder, betrokken en deskundig.

Meer informatie: www.iriszorg.nl

IrisZorgPostbus 3516800 AJ ArnhemTelefoon: (026) 845 11 00

www.iriszorg.nl