IrisZorg Jaardocument 2010
Transcript of IrisZorg Jaardocument 2010
Jaardocument 2010
ColofonJaardocument 2010IrisZorg Arnhem
Oplage300 exemplaren
IrisZorg 1
Jaardocument 2010
JAARDOCUMENT 2010 RVT 11.022
Stichting IrisZorg
Arnhem, maart 2011
Vastgesteld door Raad van Bestuur: 21 maart 2011
Goedgekeurd door Raad van Toezicht: 28 maart 2011
IrisZorg 2
Jaardocument 2010
Inhoudsopgave
Deel I
MAATSCHAPPELIJK VERSLAG 3
Voorwoord
1. Uitgangspunten van de verslaglegging
2. Profiel van de organisatie
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
4. Beleid, inspanningen en prestaties
Deel 2
JAARREKENING 55
5. Jaarrekening 2010
IrisZorg 3
Jaardocument 2010
DEEL I
MAATSCHAPPELIJK VERSLAG
Inhoudsopgave
Voorwoord 4
1. Uitgangspunten van de verslaglegging 5
2. Profiel van de organisatie 6
2.1. Algemene identificatiegegevens 6
2.2. Structuur van het concern 6
2.3. Kerngegevens 8
2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering 8
2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 9
2.3.2.1. IrisZorg totaal 9
2.3.2.2. Behandeling (cure) 9
2.3.2.3. Opvang, wonen en werken (care) 10
2.3.2.4. Reclassering 11
2.3.2.5. Preventie 12
2.3.3. Werkgebied 13
2.4. Belanghebbenden 14
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 17
3.1. Bestuur en toezicht 17
3.1.1. Normen voor goed bestuur 17
3.1.2. Raad van Bestuur 18
3.1.3. Toezichthouders (Raad van Toezicht) 19
3.2. Bedrijfsvoering 22
3.3. Cliëntenraad 24
3.4. Patiëntenvertrouwenspersoon 25
3.5. Ondernemingsraad 26
4. Beleid, inspanningen en prestaties 28
4.1. Meerjarenbeleid 29
4.2. Algemeen beleid 30
4.2.1. Zorgvernieuwing: inhoudelijk 30
4.2.2. Cliëntgestuurde projecten en inzet ervaringsdeskundige medewerkers 33
4.2.3. Zorgvernieuwing: projecten en voorzieningen 35
4.2.4. Onderzoek 37
4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid 38
4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 38
4.4.1. Kwaliteit van zorg 39
4.4.2. Klachten 41
4.4.3. Toegangelijkheid 42
4.4.4. Veiligheid 43
4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 45
4.5.1. Personeelsbeleid 45
4.5.1.1. Gezonde en tevreden medewerkers in een veilige werkomgeving 46
4.5.1.2. Beschikbaarheid personeel 48
4.5.1.3. Een aantrekkelijke werkgever 48
4.5.2. Kwaliteit van het werk 49
4.5.2.1. Competente medewerkers die zich verbonden voelen met hun werk
en de organisatie 49
4.6. Samenleving 51
4.7. Financieel beleid 53
IrisZorg 4
Jaardocument 2010
Voorwoord
Dicht bij mensen, ver in zorg is de ambitie, die IrisZorg drijft. IrisZorg biedt perspectief aan kwetsbare
mensen met complexe problemen waaronder veelal verslavingsproblemen. We gaan hierbij uit van de
mogelijkheden en wensen van de cliënt met als doel de kwaliteit van leven te verbeteren. Samen met
cliënten werken we aan praktische oplossingen die uitzicht en vertrouwen bieden. Cliënten ervaren
ons als helder, betrokken en deskundig. De medewerkers van IrisZorg zijn betrokken en deskundig in
maatschappelijke ondersteuning en verslavingskunde. Ze maken gebruik van diverse programma’s
voor preventie, opvang, ondersteuning, reclassering, behandeling en herstel. De organisatie biedt hen
een veilige en inspirerende werkomgeving (mission statement, Perspectief 2009-2011, strategisch
concern beleidsplan, juni 2009; zie ook hoofdstuk 4).
In 2010 werd bedrijfsmatig het ‘het huis verder op orde gebracht’, anderzijds werd de in de
voorgaande jaren op gang gebrachte inhoudelijke vernieuwing met kracht voortgezet. De
bedrijfsprocessen zijn verder uitgebouwd en verfijnd. Er is een goed financieel resultaat behaald,
waardoor IrisZorg over een noodzakelijk stevige vermogenspositie beschikt waarmee de directe
toekomst tegemoet getreden kan worden. Zorginhoudelijk is in 2010 veel nadruk gelegd op
zorglogistiek, het vervolmaken van de eigen interne keten. Nieuwe projecten en voorzieningen zijn in
2010 van start gegaan, waaronder een jeugdkliniek. Onderzoek- en ontwikkelingprogramma´s naar
zorgvernieuwing zijn gestart en er is een basis gelegd voor cliëntparticipatie. Personeelsbeleid is
verder vernieuwd met o.m. een integraal veiligheidsproject en management development programma
voor alle leidinggevenden, gebaseerd op coachend leiding geven. Het ziekteverzuim is verder gedaald
naar 5,6%.
Met recht kunnen onze kwetsbare cliënten een beroep doen op deskundige, betrokken en
gemotiveerde medewerkers.
Raad van Bestuur:
drs. D.F.L. Olthof MHA W.J. Foppen MSM
voorzitter
IrisZorg 5
Jaardocument 2010
1. Uitgangspunten van de verslaglegging
Met dit jaardocument legt IrisZorg verantwoording aan enerzijds haar stakeholders en anderzijds aan
de samenleving in haar geheel. Het jaardocument 2010 is een verslag op concernniveau, opgesteld
volgens de voorschriften van het jaardocument maatschappelijke verantwoording (bron:
www.Jaarverslagenzorg.nl). Verantwoording in het verslag geschiedt geïntegreerd voor de cure
(behandeling) én de care (wonen, werken en opvang) binnen IrisZorg. Daar waar dit (nog) niet
mogelijk was als gevolg van uiteenlopende verantwoordingseisen of verschillende
financieringsregiems, wordt dit in het verslag aangegeven.
Het document bestaat uit twee gedeelten: het maatschappelijk verslag en de jaarrekening. Het
jaardocument is in gedrukte vorm beschikbaar en is daarnaast gepubliceerd op de websites:
www.jaarverslagenzorg.nl en www.iriszorg.nl. Naast het document verantwoordt IrisZorg zich ook via
DigiMV. In deze digitale publicatie zijn ook de prestatie-indicatoren volledig opgenomen evenals de
brancheverantwoording (GGZ Nederland). Van de prestatie-indicatoren treft u in het maatschappelijk
verslag een samenvatting aan.
Met dit document komt IrisZorg tegemoet aan de verantwoordingseisen zoals die in het kader van
wetgeving van toepassing zijn (WTZi, Kwaliteitswet Zorginstellingen, Wet Medezeggenschap Cliënten
Zorginstellingen, Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen, Wet op het Centraal Bureau voor de
Statistiek en de Wet Openbaarheid uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens). Daarmee
voldoet dit verslag aan de eisen van een aantal stakeholders (zorgkantoren, zorgverzekeraars, IGZ,
Ministerie van Justitie in het kader van forensische zorg, verplichtingen in het kader van statische
registraties). IrisZorg kent echter ook een aantal stakeholders voor wie het jaardocument als wettelijk
verantwoordingskader (nog) niet van kracht is. Het gaat hierbij vooral om centrumgemeenten, van wie
IrisZorg subsidie in het kader van de WMO ontvangt. Ook aan deze stakeholders zal dit verslag als
verantwoording worden aangeboden. De verantwoording aan centrumgemeenten zal worden
aangevuld met afzonderlijke inhoudelijke en/of cijfermatige verslaglegging, wanneer dat is vastgelegd
in met gemeenten afgesloten prestatiecontracten. IrisZorg heeft in zijn werkgebied van doen met acht
centrumgemeenten. Afzonderlijk wordt ook - indirect via de Stichting Verslavingsreclassering GGZ
Nederland - verantwoording afgelegd aan het Ministerie van Justitie die de
verslavingsreclasseringsactiviteiten financiert.
Het jaardocument kwam tot stand onder verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur.
IrisZorg 6
Jaardocument 2010
2. Profiel van de organisatie
2.1. Algemene identificatiegegevens
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting IrisZorg
Adres Postbus 351, Kronenburgsingel 545
Postcode 6800 AJ, 6831 GM
Plaats Arnhem
Telefoonnummer 026 - 845 11 00
Identificatienummers NZa
120-611 (zorgkantoor Arnhem Menzis)
120-706 (zorgkantoor Nijmegen VGZ)
120-707 (zorgkantoor Apeldoorn/Zutphen, Agis)
120-708 (zorgkantoor Midden IJssel, Salland)
120-1971 (zorgkantoor Zwolle, Achmea Flevoland)
450-1018 (zorgverzekering Menzis/UVIT)
Nummer Kamer van Koophandel
(BRZA, Basisregistratie zorgaanbieders)
09156820
E-mailadres [email protected]
Internetpagina www.iriszorg.nl
2.2. Structuur van het concern
De stichting IrisZorg werd op 01-01-2007 opgericht. De stichting is de rechtsopvolger van de stichting
Arcuris-De Grift (opgericht als bestuursstichting op 30-12-2005), de stichting Arcuris en de stichting De
Grift.
Gegevens
Structuur van het concern IrisZorg
Juridische structuur Stichting
Verantwoordelijkheidsverdeling Raad van Bestuur:
bestuurlijke eindverantwoordelijkheid
Raad van Toezicht:
integraal toezicht
Organisatiestructuur Raad van Bestuur
Vier uitvoerende clusters (zorgeenheden)
Vier ondersteunende centrale diensten
(zie volgende pagina voor organisatiestructuur)
Besturingsmodel Raad van Toezicht - Raad van Bestuur
Raad van Bestuur - directies clusters:
Contractmanagement
Toelatingen Verblijf met behandeling voor verzekerden met
psychiatrische aandoening (specificatie: verslaafden)
Verblijf met behandeling voor verzekerden met
psychiatrische aandoening (specificatie: dubbele
diagnose)
Verblijf met behandeling voor verzekerden met
psychiatrische aandoening (specificatie: forensische
psychiatrie voor verslaafden)
Verblijf met behandeling voor verzekerden met
psychiatrische aandoening (specificatie: beschermd
wonen)
Verblijf zonder behandeling (kleinschalige
woonvoorziening/beschermd wonen/licht verblijf)
Medezeggenschapsstructuur Wettelijke medezeggenschapsorganen:
Ondernemingsraad (WOR)
Cliëntenraad (WMCZ)
Medezeggenschap is centraal (OR) en decentraal (CR)
belegd
IrisZorg 7
Jaardocument 2010
Organogram
Er zijn in 2010 geen wijzigingen in de hoofdstructuur van de organisatie doorgevoerd.
De primaire organisatiestructuur is een mix van regionale en functionele indeling. Er is een functionele
verdeling langs de lijn behandeling (WGBO) en reclassering enerzijds en anderzijds de overige zorg &
activiteiten (opvang, woonzorg, werkactiviteiten). In het cluster Behandeling en Reclassering zijn alle
behandel- en reclasseringsactiviteiten ondergebracht: drie klinieken (kliniek Arnhem, Dubbel
Diagnosekliniek in Wolfheze, Intramuraal Motivatiecentrum in Nijmegen), zeven poliklinieken en een
afdeling reclassering met teams in Nijmegen en Arnhem. Opiaatpoli’s (methadonbehandeling en
heroïnebehandeling) maken deel uit van de poliklinieken.
Er zijn drie regionale clusters:
- Noord (Apeldoorn, Beekbergen, Deventer, Lelystad, Harderwijk en Nunspeet)
- Midden (Arnhem, Ede, Doetinchem) en
- Zuid (Nijmegen, Tiel).
In de regionale clusters zijn de opvangvoorzieningen (maatschappelijke opvang, crisisopvang,
verslavingsopvang), woonzorg en werk- en activiteitenprojecten gebundeld. De regionale clusters zijn
voor een deel geografisch en voor een deel naar duur, intensiteit of aard (functie) van zorg of activiteit
geordend.
De clusters worden geleid door eenhoofdige directies (voor zorg en bedrijfsvoering).
Binnen het cluster Behandeling & Reclassering is een hoofd behandeling aangesteld, die functioneel
afstemt met de eerste geneeskundige. Het hoofd behandeling legt hiërarchisch verantwoording af aan
de directeur van het cluster.
De clusters zijn georganiseerd in afdelingen. Managers geven leiding aan de afdelingen. In totaal zijn er
33 afdelingen in het primaire proces. Op een aantal plekken in de organisatie geven managers leiding
aan meerdere afdelingen. Een aantal afdelingen is verder opgedeeld in teams. Eén uitvoerende
afdeling, Preventie, is rechtstreeks onder de Raad van Bestuur gepositioneerd.
IrisZorg 8
Jaardocument 2010
2.3. Kerngegevens
2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering
IrisZorg heeft een breed aanbod voor zorg, opvang, verslavingsbehandeling, begeleiding, wonen,
werken/activering en forensische zorg. Daarnaast richt IrisZorg zich op het voorkomen van
middelenmisbruik en verslavingsproblemen door middel van voorlichting, preventie, advies, training
en monitoring. Ook is IrisZorg een erkende organisatie voor verslavingsreclassering in het
arrondissement Arnhem.
Nadere typering
Zorgtypering Instelling voor verslavingszorg:
- klinische en ambulante zorg (cure)
- verslavingsreclassering, forensische zorg
- verslavingspreventie en - voorlichting
Instelling voor opvang en wonen:
- crisisopvang
- maatschappelijke opvang dak- en thuislozen
(nacht- en dagopvang)
- opvang jeugdigen
- opvang verslaafden
- wonen (beschermd wonen, begeleid wonen)
Activering en reactivering:
- werkprojecten, rehabilitatietrajecten
Zorgfuncties - Huishoudelijke verzorging
- Persoonlijke verzorging
- Verpleging
- Ondersteunende begeleiding
- Activerende begeleiding
- Behandeling
- Verblijf (AWBZ)
Doelgroepen Dak- en thuislozen
Zwerfjongeren
Personen in maatschappelijke crisis (huisvesting,
psychosociaal)
Personen met afhankelijkheidsproblematiek (middelen,
gedrag)
Justitiabelen met afhankelijkheidsproblematiek
Jeugdigen met risicovol gebruik van middelen en/of
gedrag
Toelatingen
Psychiatrische aandoening (verslavingszorg) 167 (incl. 24 dubbel diagnose)
Psychiatrische aandoening (beschermd wonen) 66
Verblijf (verblijf zonder behandeling) 332
Forensische zorg 34
Totaal aantal bedden 599
Het betreft de toelatingen die tot en met 31 december 2010 zijn verstrekt. Een aantal van deze
toelatingen was op de genoemde datum nog niet geëffectueerd (79).
IrisZorg 9
Jaardocument 2010
2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
De gegevens in deze paragraaf zijn opgesplitst naar verslavingszorg (GGZ) en maatschappelijke opvang
(WMO). Er worden ook cijfers voor reclassering en preventie gepresenteerd. Allereerst worden de
gegevens op concernniveau weergegeven.
2.3.2.1. IrisZorg totaal
Kerngegevens cure (behandeling) en care (opvang, wonen en werken)
Kerngegevens Aantal/bedrag
Cliënten
Aantal cliënten verslavingszorg in zorg/behandeling in het verslagjaar 6.562
Aantal cliënten in opvang, wonen en werken over het gehele verslagjaar (1) 5.404
Aantal cliënten reclassering over het gehele verslagjaar 923
Totaal (2): 12.889
Capaciteit
Aantal beschikbare bedden per einde verslagjaar, inclusief beschermd wonen 139
Capaciteit crisisopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 154
Capaciteit nachtopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 218
Capaciteit begeleid wonen in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 241
Capaciteit 24 uurs woonzorg in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 388
Totale capaciteit bedden (behandeling en verblijf) per einde 2010 1.140
Capaciteit dagopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 937
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (3) 1.407
Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (3) 1.105,7
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar 88.611.291
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 50.005.887
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 38.605.404
(1) Het gaat niet om unieke personen, maar om het aantal personen dat van alle voorzieningen in de opvang, wonen en werken gebruik
heeft gemaakt. Omdat het vaak om ketenzorg gaat, maken meerdere cliënten gebruik van meer dan een voorziening (wonen, maar
bijvoorbeeld dag- of werkactiviteiten).
(2) Het gaat niet om unieke personen, zie 1
(3) Conform de in Statistiek Personeelssterkte (CBS) opgenomen aantallen personeelsleden en fte personeelsleden in loondienst.
2.3.2.2. Behandeling (cure)
Kerngegevens behandeling
Kerngegevens Aantal/bedrag
Cliënten
Aantal cliënten in zorg/behandeling per einde verslagjaar 3.875
Capaciteit
Aantal beschikbare bedden per einde verslagjaar, inclusief beschermd wonen 167
Waarvan deeltijdplaatsen -
Waarvan beschermd wonen 16
Productie
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (instellingsregistratie) 5.303
Aantal in verslagjaar afgesloten DBC’s (instellingsregistratie) 4.904
Aantal verzorgingsdagen inclusief beschermd wonen exclusief BOPZ in verslagjaar 44.788
Waarvan verzorgingsdagen beschermd wonen Zie tabel care
Aantal behandelingen in verslagjaar 22.186
Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar -
Aantal ambulante contacten in verslagjaar 110.946
IrisZorg 10
Jaardocument 2010
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 524 (3)
Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 422,7 (3)
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar 26.735.070
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 26.217.689
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 517.381
(1) Het aantal in het verslagjaar behandelde cliënten bedroeg: 7.018.
(2) Het aantal beschikbare bedden is gelijk aan het aantal bedden, dat daadwerkelijk in gebruik was per einde verslagjaar.
(3) Dit cijfer is gebaseerd op de daadwerkelijke personeelsinzet ten behoeve van de cure, gefinancierd uit de voor deze activiteit verkregen
bedrijfsopbrengsten. De personeelssterkte per 31 december van het verslagjaar, die wordt gemeld aan het CBS, is verdeeld naar de
CAO’s die binnen IrisZorg van toepassing zijn (Welzijn&Maatschappelijke Dienstverlening en GGZ). Dat levert andere cijfers op dan de
cijfers die in bovenstaande tabel en in de tabel in de volgende subparagraaf zijn opgenomen.
2.3.2.3. Opvang, wonen en werken (care)
Kerngegevens opvang, wonen en werken
Kerngegevens Aantal/bedrag
Cliënten (1)
Aantal cliënten crisisopvang in het verslagjaar 672
Aantal cliënten nachtopvang in het verslagjaar 881
Aantal cliënten dagopvang in het verslagjaar (2) 2.228
Aantal cliënten begeleid wonen (3) 547
Aantal cliënten 24-uurs woonzorg in het verslagjaar (4) 504
Aantal cliënten outreaching over het gehele verslagjaar 572
Totaal aantal cliënten in het verslagjaar (5) 5.404
Capaciteit
Capaciteit crisisopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 154
Capaciteit nachtopvang in beschikbare plaatsen per eind verslagjaar 218
Capaciteit dagopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar 937
Capaciteit begeleid wonen (6) 241
Capaciteit 24-uurs woonzorg in beschikbare plaatsen (7) 388
Totale capaciteit begeleid wonen, woonzorg, crisisopvang, dag-, nachtopvang 1.938
Productie
Aantal uren dagactiviteiten 153.798
Aantal uren activerende begeleiding, ondersteunende begeleiding, verpleging en persoonlijke
verzorging
170.582
Aantal cliëntdagen crisisopvang, nachtopvang en woonzorg in het verslagjaar
(verzorgingsdagen)
312.796
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 883
Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar 683
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar 61.876.221
(1) Het gaat om het aantal unieke cliënten per zorgfunctie. Er worden zes functies onderscheiden: crisisopvang, nachtopvang, dagopvang,
begeleid wonen, (24-uurs)woonzorg en outreachende activiteiten.
(2) Onder dagopvang wordt verstaan: allerlei vormen van dag- en werkactiviteiten.
(3) Bij begeleid wonen is niet voortdurend zorg aanwezig. Dit kan variëren van enige uren per dag tot eens per week of twee weken
(preventieve woonbegeleiding).
(4) Woonzorg bestaat uit vormen van wonen waarbij 24-uurs zorg aanwezig is.
(5) Het gaat niet om unieke cliënten, maar om het totaal aantal cliënten dat in 2010 gebruik heeft gemaakt van alle voorzieningen in de
care.
(6) In deze capaciteit zijn alle vormen van begeleid wonen, waarvan IrisZorg eigenaar of huurder is, geteld. Huurt cliënt zelf de woonruimte,
dan is deze niet meegerekend bij de capaciteit.
(7) Van de 629 bedden woonzorg & begeleid wonen beschikken 398 over een AWBZ-toelating (verblijf en beschermd wonen).
IrisZorg 11
Jaardocument 2010
2.3.2.4. Reclassering
IrisZorg beschikt over een reclasseringserkenning voor het arrondissement Arnhem. Bij de uitoefening
van de reclasseringstaken beperkt IrisZorg zich tot verslaafde reclassenten, zulks overeenkomstig de
op landelijk niveau tussen de reclasseringsinstellingen (Reclassering Nederland, Leger des Heils,
Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland) vastgelegde afspraken.
Reclasseringsproductie 2010
Kerngegevens Aantal
Advies 858
Vroeghulp 60
Reclasseringsadvies beknopt op basis van QS 212
Reclasseringsadvies beknopt zonder QS 115
Reclasseringsadvies op basis van RISc ten behoeve van TBS/PIJ 7
Reclasseringsadvies op basis van RISc + verdieping 1
Reclasseringsadvies op basis van RISc 376
Milieurapportage -
Toeleiding zorg 87
Toezicht 621
Niveau 1 203
Niveau 2 20
Niveau 2 - zonder groei 206
Niveau 2 - groei JV 12
Niveau 2 - met PP/ET toeslag 114
Niveau 3 (inclusief toeslag TBS) 65
Gedragsinterventie 18
COVA -
COVA + -
ARVA -
Korte leefstijltraining 9
Leefstijltraining 8
Oude gedragsinterventies 1
Werkstraffen 240
Groepswerkstraf 136
Individuele werkstraf 104
Veelplegers 16
Casemanagement 16
Oude productie 33
Adviesrapport 27
Leerstraf 0
Maatregelrapportage 3
Voorlichtingsrapport 2
Vroeghulpinterventie 1
Totaal productie 1.786
Cliënten
Kerngegevens Aantal
Cliënten
Aantal reclasseringscliënten in het verslagjaar 923
IrisZorg 12
Jaardocument 2010
2.3.2.5. Preventie
Productie preventie
Product Aantallen
Eenmalige voorlichtingsbijeenkomsten 397
Cursussen 182
Advies en beleidsadvisering 305
Netwerkbijeenkomsten 232
Informatieverstrekking 610
Totaal 1.685
Spreekuur drugs-testservice 49
Monitoring (onderzoek, presentatie, advies en publicaties) 7
Uitgaven (Onder invloed onderweg, lesbrief, Iriscopie, Nieuwsbrief infectieziekten 2
Er worden in de regio’s Midden (Gelderland-Midden) en Zuid (Gelderland-Zuid) door IrisZorg
activiteiten op het gebied van verslavingspreventie en - voorlichting uitgevoerd. Deze activiteiten
worden voor een belangrijk deel gefinancierd door de vier centrumgemeenten in deze regio’s
(Arnhem, Doetinchem, Ede en Nijmegen).
IrisZorg 13
Jaardocument 2010
2.3.3. Werkgebied
Het gebied, waarin IrisZorg voorzieningen, begeleiding en ondersteuning aanbiedt op het gebied van
wonen, werken, activiteiten en opvang (WMO), omvat in totaal 66 gemeenten, waarvan 55 in de
provincie Gelderland, 3 in de provincie Overijssel, 4 in de provincie Flevoland, 2 in de provincie Utrecht
en eveneens 2 in de provincie Limburg. Deze 66 gemeenten telden per 1 januari 2010 samen
2.483.721 inwoners1.
Verslavingszorg en -preventie worden aangeboden in 45 gemeenten (41 in Gelderland, 2 in Limburg en
2 in Utrecht) met in totaal 1.498.658 inwoners op 1 januari 2010.
Reclassering wordt verzorgd in het arrondissement Arnhem (in totaal 34 gemeenten, met 1.189.055
inwoners per 1 januari 2010).
IrisZorg beschikt over vestigingen in meer dan 90 verschillende locaties in 19 gemeenten (20 plaatsen).
In sommige locaties zijn meerdere panden of voorzieningen gevestigd. Twee grote complexen met
veel voorzieningen bevinden zich in Apeldoorn (Het Hoogeland in Beekbergen) en in Nijmegen (De
Hulsen).
1 De inwoneraantallen zijn gebaseerd op gemeentelijke bronnen (administraties van gemeenten). Tot het werkgebied worden
ook de gemeenten Almere en Zutphen gerekend. Almere is de centrumgemeente voor (ook) Lelystad, waar IrisZorg een crisisopvang en begeleid wonen exploiteert. Tot 2004 was in Almere zelf ook een voorziening van een rechtsvoorganger (Arcuris) van IrisZorg gevestigd. Zutphen behoort eveneens tot het (welzijns-)werkgebied van IrisZorg. De mo-voorzieningen in Deventer, Apeldoorn en Nunspeet vangen ook inwoners van Zutphen op. Tot 2001 was er een eigen opvangcentrum van Arcuris in Zutphen gevestigd.
IrisZorg 14
Jaardocument 2010
2.4. Belanghebbenden
IrisZorg kent een groot aantal belanghebbenden, er wordt op vele terreinen met diverse partners
samengewerkt. Een globaal overzicht daarvan is in de volgende tabel opgenomen.
Domeinen Soort samenwerkingspartners
Brancheorganisaties GGZ Nederland
Federatie Opvang
MO Groep
Stichting Reclassering Nederland
Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland
Cliënten/patiënten Landelijke, regionale en lokale cliëntenorganisaties
Zelfhulpgroepen
Financiers Gemeenten
Ministerie van Justitie
Overige kapitaalverstrekkers (banken, diverse kleine financiers)
Provincie(s)
Zorgkantoren
Zorgverzekeraars
Onderzoek Kenniscentra
Onderzoekscentra
Opleiding Onderwijsinstellingen (VMBO/VWO, MBO, HBO, universitair)
Overheid & overheidsinstanties Gemeenten
Inspecties
Ministeries (VWS, Justitie)
Overheidsorganen (autoriteiten, colleges, commissies)
Provincie(s)
Veiligheid Forensische en penitentiaire instellingen
Openbaar ministerie
Politie
Reclassering
Welzijn Gemeentelijke gezondheidsdiensten
Jeugd- en jongerenwerk
Opvangorganisaties
Maatschappelijk werk
Welzijnsorganisaties
Werken & arbeids(re)integratie Centra voor Werk en Inkomen
Commerciële bedrijven (toelevering, aflevering)
Werkvoorzieningschappen
Wonen Woningcorporaties
Zorgverleners en -instellingen Algemene ziekenhuizen
Apothekers
GGZ-instellingen
Huisartsen
Jeugdzorg
LVG-sector
RIBW-en
Thuiszorg
Verpleeg- en verzorgingssector
Vrijgevestigde GGZ
Jaarlijks worden er met diverse partners nieuwe overeenkomsten of convenanten gesloten (zie
daarvoor volgende subparagraaf maatschappelijke samenwerking).
IrisZorg 15
Jaardocument 2010
Maatschappelijke samenwerking
Opvang en verslavingszorg zijn vormen van maatschappelijke zorg die volop in de samenleving staan.
De meeste afnemers van de zorg- en dienstverlening van IrisZorg nemen dagelijks deel aan het
maatschappelijke verkeer en maken gebruik van allerlei maatschappelijke instituties. Om tot een
goede aaneensluitende zorg te komen is het noodzakelijk om ketens met andere zorgaanbieders en
met aanbieders van maatschappelijke diensten als wonen en arbeid te vormen. In totaal is IrisZorg
partij in meer dan 100 formele samenwerkingsverbanden (convenanten, overeenkomsten). Ook wordt
samenwerking gezocht en worden afspraken gemaakt met lokale overheden en omwonenden van
voorzieningen omwille van afstemming ten aanzien van voorzieningen (o.m. met het oog op mogelijke
overlast). Het gaat om verbanden op wijk -, stadsdeel -, lokaal -, regionaal - en soms landelijk niveau.
In 2010 werd een aantal nieuwe samenwerkingsovereenkomsten aangegaan2. De belangrijkste
daarvan zijn:
op bestuurlijk niveau:
- GGZ Nederland, lidmaatschap vereniging EPD GGZ. Doelstelling: het ontwikkelen van een
professioneel en toekomstbestendig EPD-systeem
- Handvest Maastricht: samenwerkingsovereenkomst van Kennisnetwerk Het Zwarte Gat en 15
verslavingszorginstellingen voor het realiseren van activiteiten en projecten op het gebied van
maatschappelijk herstel van cliënten (zie 4.2.2.)
- ZonMw, intentieverklaring ketenpartner spoedzorg: deelname aan de studie “Crisis en regie,
ontwikkeling en toetsing van prestatie-indicatoren voor de keten acute psychiatrie” en het vervullen
van een actieve rol bij het toetsen en ontwikkelen van de prestatie-indicatoren
- GGD Rivierenland – projectovereenkomst RSP-projecten GGD inz. alcoholmatiging jeugd
op clusterniveau:
Behandeling & Reclassering:
- samenwerkingsverband t.b.v. jeugd LVG met Humanitas, De Gelderse Roos (Pro Persona), RIBW
Nijmegen & RIBW, Sociale Werkvoorzieningen, Landelijk Platform Jeugd – doel: het opzetten van
een keten rondom LVG jeugd
- landelijke samenwerking jeugd om te komen tot een landelijke monitor jeugd (project van het NISPA
in opdracht van het kenniscentrum Resultaten Scoren)
- samenwerking op gebied van jeugdverslavingsbehandeling met Novadic Kentron, Tactus en
Verslavingszorg Noord Nederland – doel: samenwerking mbt jeugd en specifiek jeugdklinieken
teneinde betere zorg te leveren en iedere jongere een goede behandelplek te bieden en te komen
tot een gezamenlijke kwaliteitsstandaard (met afstemming van inhoud en processen)
- veiligheidshuizen Nijmegen – Arnhem – Veluwevallei – Rivierenland
- Oggz-Zorgmonitor Veluwevallei (registratie van Oggz-cliënten) – doel toeleiding naar centrale
toegang om trajecten met ketenpartners voor deze doelgroep vorm te geven en te realiseren.
Regio Noord:
- samenwerking met Dimence en Tactus inzake Oggz-team (Noord-Gelderland en Overijssel)
- samenwerking met Tactus (Deventer) en Multitoon (Harderwijk) – werkproject voor cliënten
Regio Midden:
- uitstapprogramma verslaafde prostituees in Arnhem. Gezamenlijk initiatief met de gemeente
Arnhem om te komen tot een duurzaam alternatief voor de verslaafde straatprostituees
- overeenkomst met de gemeente Arnhem t.b.v. cameratoezicht Remisestaat (24-uursopvang van
harddrugsverslaafden).
2 In dit overzicht zijn geen ‘commerciële’ contracten opgenomen. Jaarlijks worden tientallen contracten met diverse dienstverleners (o.a.
advisering, inhuur tijdelijk personeel) en leveranciers afgesloten.
IrisZorg 16
Jaardocument 2010
Regio Zuid:
- de Spullenhulp, samenwerking met GGD, Diakonie, RIBW Nijmegen en Rivierenland t.b.v. realisatie
van opslag van 2e
hands huisraad
- convenant Centrum Jeugd en Gezin Millingen, met gemeente Millingen en groot aantal andere
partners: samenwerking ten behoeve advies en hulp aan kinderen, jongeren en ouders
- convenant Centrum Jeugd en Gezin Groesbeek, met gemeente Groesbeek en groot aantal andere
partners: samenwerking ten behoeve advies en hulp aan kinderen, jongeren en ouders
- zorgnetwerk 12+ Millingen, met gemeente Millingen. Hoofddoelstelling: het delen van zorg om het
kind en het onderling afstemmen van interventies
- zorgnetwerk 12+ Groesbeek, met gemeente Groesbeek. Doelstelling: het delen van zorg om het kind
en het onderling afstemmen van interventies.
IrisZorg participeert in twee kennis- en onderzoekscentra (Kenniscentrum Opvang & OGGZ, Nijmegen
Institute for Science-Practitioners in Addiction -NISPA-) en werkt mee aan initiatieven voor
inhoudelijke verbetering van de kwaliteit van de zorg (project Resultaten Scoren van GGZ Nederland).
Besloten is het lidmaatschap van de RIBW Alliantie aan te vragen.
Bestuurlijke samenwerking
Op bestuurlijk niveau werd er in 2010 deelgenomen in zeven samenwerkingsverbanden: stichting
NISPA , stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland (algemeen bestuur), stichting Preventie en
Innovatie Gezondheidszorg (SPIG), stichting Omnizorg Apeldoorn, stichting Beheer en Administratie
van Gelden van Cliënten uit de Maatschappelijke Zorg, stichting Cliënteninitiatieven Nijmegen en de
Stichting Praktijkopleidingen Oost Nederland (instituut voor postdoctorale opleidingen voor klinische
en gezondheidspsychologen).
Financiering
Voor de WMO-gefinancierde zorg had IrisZorg met acht centrumgemeenten van doen.
Voor de AWBZ-gefinancierde zorg was IrisZorg in 2009 op vijf zorgkantoren aangewezen. Twee
zorgverzekeraars kochten namens alle zorgverzekeraars bij IrisZorg voor de DBC-gefinancierde zorg in.
Reclassering en forensische zorg werden bekostigd door het Ministerie van Justitie. Daarnaast stelden
nog tientallen financiers (vooral gemeenten) projectmatig of structureel middelen beschikbaar.
IrisZorg 17
Jaardocument 2010
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
Stichting IrisZorg is op 1 januari 2007 ontstaan na een juridische fusie van de stichtingen Arcuris
(maatschappelijke opvang) en De Grift (verslavingszorg). Er zijn drie andere stichtingen waarvoor
bestuurlijk verantwoordelijkheid wordt gedragen door de Raad van Bestuur van stichting IrisZorg:
- stichting Modeltuinen;
- stichting Werkplaats De Hulsen;
- stichting Welzijn Arnhem (SWA)3.
De jaarrekeningen van de stichtingen Werkplaats De Hulsen en Welzijn Arnhem zijn geconsolideerd in
de jaarrekening van stichting IrisZorg. De activiteiten en daarmee ook het personeel van de stichting
Modeltuinen komen geheel ten laste van stichting IrisZorg.
Stichting IrisZorg heeft een deelneming in RoderSana Holding B.V. te Oirschot. Dit bedrijf is de eerste
instelling in Nederland voor behandeling van problemen op het gebied van leefstijlproblemen.
RoderSana biedt zowel ambulante alsook klinische programma’s aan. Naast IrisZorg zijn er andere
deelnemende partners (GGZ- en verslavingszorginstellingen, particuliere investeerder).
3.1. Bestuur en toezicht
3.1.1. Normen voor goed bestuur
De stichting wordt statutair bestuurd door de Raad van Bestuur. Deze raad legt verantwoording af aan
de Raad van Toezicht. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze twee organen zijn
vastgelegd in de statuten en in reglementen.
In het reglement zijn naast de positie ten opzichte van de Raad van Bestuur onder meer de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de raad, het doel van het toezicht, het toezichthoudend
instrumentarium, de vergaderwerkwijze, informatievoorziening door Raad van Bestuur,
werkgeverschap van de Raad van Toezicht, eigen werkzaamheden, samenstelling, gedragsregels,
werving, voordracht, benoeming en herbenoeming en evaluatie vastgelegd. Leden van de Raad van
Toezicht zijn onafhankelijk ten opzichte van de Raad van Bestuur en ten opzichte van elkaar. Er zijn
geen directe belangen bij de instelling. De leden van de raad functioneren zonder last of ruggespraak.
Naast een reglement is er een profielschets Raad van Toezicht opgesteld. In deze profielschets (uit
2008) zijn de gewenste competenties (kennis- en ervaringsprofielen, maatschappelijke
representativiteit) voor de raad vastgelegd.
De Raad van Toezicht volgt bij de uitoefening van zijn toezichthoudende taak de uitgangspunten van
de zorgbrede Governance Code (2010). In 2010 heeft de raad stilgestaan bij deze code. Getoetst is of
en in welke mate aan de code voldaan wordt. Van de 66 items (artikelen, paragrafen) in de code
waren er 7 items, waaraan niet of onvoldoende voldaan werd. Aan drie van deze items wordt
inmiddels voldaan, drie items moeten statutair geregeld worden hetgeen bij de volgende
statutenwijziging (2011) zal gebeuren. Eén punt heeft de Raad van Toezicht besloten niet formeel te
regelen. Het betreft een inwerk- en scholingsprogramma voor nieuwe leden van de Raad van Toezicht.
Nieuwe leden worden altijd geïntroduceerd binnen de instelling door eendaags werkbezoek aan de
belangrijkste voorzieningen van de instelling en door verstrekking van relevante schriftelijke
informatie. Daarnaast worden leden van de raad in de gelegenheid gesteld voor toezichthouders
relevante scholing en bijscholing te volgen. Besloten is geen formeel inwerk- en scholingsprogramma
te ontwikkelen omdat de inhoud hiervan in de tijd verandert en omdat de behoefte /noodzaak per
individuele toezichthouder uiteenloopt.
3 Deze beheersstichting is overgenomen bij de ontvlechting van stichting Passade. Bij de fusie van Arcuris en De Grift zijn ook de voorzieningen
voor maatschappelijke opvang van stichting Passade (instelling voor zorg en welzijn in Arnhem en Nijmegen) overgenomen.
IrisZorg 18
Jaardocument 2010
3.1.2. Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur is integraal verantwoordelijk voor het bestuur van IrisZorg. De raad draagt de
eindverantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken, de beleidsvoorbereiding en – uitvoering.
Bestuurstaken en -verantwoordelijkheden, besluitvorming en werkwijze zijn vastgelegd in een
reglement. In dit reglement is ook de verantwoording aan de Raad van Toezicht beschreven. De
verantwoording over 2010 vond plaats aan de hand van door de Raad van Bestuur opgestelde en door
de Raad van Toezicht goedgekeurde en meetbare prestatie-indicatoren op een vijftal domeinen
(cliëntperspectief, financieel perspectief, personeel, innovatie en kwaliteit). De informatieverstrekking
aan de Raad van Toezicht geschiedt aan de hand van een informatieprotocol, dat in 2010 (opnieuw) is
opgesteld en vastgesteld.
De Raad van Bestuur vergadert eens in de twee weken.
De leden van de raad hebben in een portefeuilleverdeling taken vastgelegd. In de praktijk ligt de
nadruk op collegiaal bestuur en op goed overleg met de binnen IrisZorg functionerende adviesorganen
(medezeggenschapsorganen, overleg van directies en dienstmanagers).
Samenstelling Raad van Bestuur
Naam Bestuursfunctie Nevenfuncties
Dhr. drs. D.F.L. Olthof MHA
Leeftijd: 53 jaar
Portefeuilles:
Zorg
Ontwikkeling zorgbeleid
Kwaliteitsbeleid
Pr en communicatie
Bedrijfsvoering (p&c, ao/ic,
informatisering)
Financiering (zvw/awbz)
Cliëntenraad
Directies (2), diensten (2)
Contactpersoon voor RvT
Financieel beleid (gezamenlijk)
Voorzitter
- lid bestuur van Nijmegen Institute
for Scientist Practitioners in Addiction
(NISPA) (tot 1 juli 2010: voorzitter)
- lid redactieadviesraad Psy, tijdschrift over
geestelijke gezondheid en verslaving
- voorzitter Stichting Praktijkopleidingen
Oost Nederland (instituut voor post-
doctorale opleidingen voor
gezondheids- en klinische psychologen,
aan de Radboud Universiteit Nijmegen)
- lid commissie Financiering & Bekostiging
van GGZ Nederland
- bestuurslid Stichting Preventie en
Innovatie Gezondheidszorg (Nijmegen)
- lid bestuur Stichting Fonds Studentenpers
Nijmegen
- voorzitter commissie van toezicht voor de
leeropdracht Verslaving en Verslavingszorg
Radboud Universiteit Nijmegen
- lid interfacultaire commissie Verslavingskunde
Radboud Universiteit Nijmegen
Dhr. W.J. Foppen MSM
Leeftijd : 51 jaar
Portefeuilles:
Personeelsbeleid
Facilitair beleid
Vastgoed
Automatisering
Preventie
Reclassering
Financiering (WMO, justitie en
overig)
Ondernemingsraad
Directies (2), diensten (2)
Financieel beleid (gezamenlijk)
Lid
- lid algemeen bestuur Stichting Versla-
vingsreclassering GGZ Nederland
- voorzitter bestuur stichting Omnizorg
Apeldoorn
- lid commissie strategiebepaling Federatie
Opvang
- lid accreditatiecommissie CHE
- assessor lectoraat Zorgmanagement Hogeschool
Arnhem en Nijmegen
- lid bestuur stichting Beheer en Administratie van
Gelden van Cliënten uit de Maatschappelijke zorg
- plaatsvervangend lid landelijke commissie DIMS
Ten aanzien van het vervullen van nevenfuncties wordt de zorgbrede governancecode gevolgd. Voor
geen van de nevenfuncties wordt bezoldiging verkregen.
IrisZorg 19
Jaardocument 2010
Bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden van de Raad van Bestuur zijn overeenkomstig de
Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) van 2010, zoals vastgesteld door de Nederlandse
Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis
Directeuren (NVZD). Van de hoogte van de salarissen wordt elders in dit document melding gedaan
(zie 5.1.9.25). In de arbeidsovereenkomsten van de bestuurders is een schadevergoedingsregeling
overeengekomen in geval van opzegging door de stichting. Uitzondering hierop is ontslag wegens een
dringende reden zoals bedoeld in artikel 7:677 en artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek.
Het functioneren van de Raad van Bestuur en de individuele leden wordt jaarlijks door de Raad van
Toezicht geëvalueerd.
3.1.3. Toezichthouders (Raad van Toezicht)
Samenstelling
In de samenstelling van de Raad van Toezicht zijn in 2010 de volgende wijzigingen opgetreden:
- per 29 maart is de voorzitter, mevr. M.J. Louppen-Laurant, teruggetreden uit de raad. Haar
benoemingstermijn was verstreken. Tot opvolger is een lid uit de raad zelf gekozen: mevr. G.
Bouman;
- er zijn twee nieuwe leden tot de raad toegetreden: dhr. R. de Veen en dhr. P. Koburg.
Per 31 december 2010 was de raad als volgt samengesteld.
Samenstelling Raad van Toezicht
Naam Aandachtsgebied Functie en nevenfuncties
Mevr. G. Bouman
Datum eerste benoeming:
2005
(rechtsvoorganger IrisZorg)
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-2012 (tweede termijn)
Leeftijd: 49
Voorzitter
Functie:
bestuurder Bureau Jeugdzorg Flevoland
Relevante nevenfuncties:
- voorzitter landelijk bestuur
Home-Start (sinds 1-1-11)
- lid internationaal bestuur Home-Start
(Londen)
- lid van het bestuur van
Jeugdzorg Nederland
Dhr. drs. G.E.W. Prick
Datum eerste benoeming:
2003
(rechtsvoorganger IrisZorg)
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-2010 (tweede termijn)
Leeftijd: 63
Vicevoorzitter
Functie:
burgemeester gemeente Groesbeek
Relevante nevenfuncties:
- lid Raad van Toezicht stichting Universitair
Long Centrum Dekkerswald
- voorzitter stichting Katholieke
Herstellingsoorden Dekkerswald
- voorzitter stichting Support
- voorzitter Raad van Toezicht
Anti-Discriminatie Bureau Regio
Gelderland-Zuid
Mevr. C.A.M. Bongers-van Hekezen
Datum eerste benoeming:
16-06-2008
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-2011 (eerste termijn)
Leeftijd: 46
Functie:
zelfstandig ondernemer (directeur/eigenaar
bedrijf)
Relevante nevenfuncties:
- voorzitter bestuur Stedelijk
Jongerencentrum Staddijk, Nijmegen
- lid werkgroep Zorg PvdA Nijmegen
IrisZorg 20
Jaardocument 2010
Dhr. mr. A.G. Coumans
Datum eerste benoeming:
22-05-2008
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-2011(eerste termijn)
Leeftijd: 47
Functie:
raadsheer gerechtshof Arnhem, sector
strafrecht
Relevante nevenfuncties:
- plaatsvervangend lid Raad voor
Strafrechtstoepassing en
jeugdbescherming
Dhr. ir. P. Koburg
Datum eerste benoeming:
19-05-2010
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-2013 (eerste termijn)
Leeftijd: 49
Functie:
directeur/bestuurder De Woonmensen
(woonzorgorganisatie)
Relevante nevenfuncties:
- voorzitter stichting Spelenderwijs
(Apeldoorn)
- voorzitter samenwerkende Apeldoornse
woningcorporaties
- lid raad van Toezicht stichting Woonkeus,
Stedendriehoek
Dhr. drs. ir. J. de Valk, MBA
Datum eerste benoeming:
2004
(rechtsvoorganger IrisZorg)
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-2011 (tweede termijn)
Leeftijd: 56
Functie:
remonstrans predikant.
Voorheen: ondernemer, bedrijfs- adviseur,
interim-manager
Relevante nevenfuncties:
- voorzitter bestuur Stichting Vrienden van
de Daklozen, Arnhem
- bestuurslid stichting Nicolai Broederschap,
armenzorg, Arnhem
drs. R.C.A. de Veen,
psychiater
Datum eerste benoeming:
19-05-2010
Benoemingstermijn:
t/m 31-12-1013 (eerste termijn)
Leeftijd: 57
Functie:
Psychiater bij GGNet, standplaats
Doetinchem
Relevante nevenfuncties:
- lid Raad van Toezicht WOPiT
Twente (woonbegeleiding voor
psychiatrische patiënten)
Drie van de leden waren ook lid van de Raden van Toezicht van een van de fusiepartners van IrisZorg
(De Grift resp. Arcuris). De bestuurlijke fusie van de rechtsvoorgangers vond per 1 januari 2006 plaats,
de juridische fusie 1 januari 2007.
Verslag
De Raad van Toezicht houdt toezicht op de strategie, prestaties en besturing en vervult de taak van
werkgever van de Raad van Bestuur. Hiertoe wordt de raad op verschillende manieren geïnformeerd
door:
- periodiek verstrekte managementinformatie-overzichten (in 2010 per semester en per half jaar aan
de gehele raad, financiële overzichten per maand aan de financiële commissie)
- jaarlijkse verantwoording van de Raad van Bestuur over de overeengekomen prestatie-indicatoren
- verantwoordingsdocumenten: jaardocument en jaarrekening
- periodiek overleg – in aanwezigheid van de Raad van Bestuur - met een aantal van belang zijnde
functionarissen c.q. organen buiten en binnen de organisatie:
� overleg met de accountant (jaarlijks eenmaal overleg met volledige Raad van Toezicht)
� de financiële commissie
� de medezeggenschapsorganen (deelname aan de artikel 24-vergadering WOR).
Er is in 2010 een nieuw informatieprotocol vastgesteld. In het protocol is vastgelegd dat de Raad van
Toezicht tijdig correcte en relevante informatie in de juiste detaillering ontvangt. De informatie is
IrisZorg 21
Jaardocument 2010
onderscheiden in: basisinformatie (statuten, reglementen, e.d.), jaarlijkse informatie (jaardocument,
begroting, managementinformatie, e.d.) en overige informatie (strategische plannen, rapporten van
inspecties).
Tenslotte vormt de Raad van Toezicht zich een beeld van de organisatie door periodiek werkbezoeken
aan locaties van de instelling (voorafgaande aan vergaderingen) af te leggen en met enige regelmaat
aanwezig te zijn bij al dan niet openbare evenementen (openingen van nieuwe voorzieningen, open
dagen van bestaande voorzieningen, deelname aan recepties e.d.). Daarbij is ook gelegenheid kennis
te maken met leidinggevenden (directies, soms ook afdelingsmanagement).
In 2010 heeft de raad zeven maal vergaderd: vijf reguliere vergaderingen, een themabijeenkomst en
een evaluatiebijeenkomst. Het jaarlijks overleg van de raad met de accountant heeft plaatsgevonden
bij de bespreking en goedkeuring van de jaarrekening 2009. De themavergadering was gewijd aan een
terugblik op het verleden (evaluatie van de fusie), een beschouwing van het heden aan de hand van de
realisatie van de ambities uit het strategische beleidsplan 2009-2011 en een eerste verkenning van de
toekomst met behulp van theoretische denkmodellen en de rol van de organisatie in de toekomst.
Jaarlijks evalueert de raad zijn functioneren. In 2010 is dit gebeurd onder leiding van een extern
bureau. Er is een teamprofiel samengesteld, aan de hand waarvan teamrolIen (op basis van de
bestaande kwaliteiten), de onderlinge communicatie, de wijze van besluitvorming en de toegevoegde
waarde vanuit de raad aan de Raad van Bestuur besproken zijn. Het teamprofiel wordt – naast de
profielschets van de raad - gebruikt om de aanwezigheid van verschillende profielen, vaardigheden en
kwaliteiten binnen de raad te borgen en waar nodig bij toekomstige vacatures te versterken cq aan te
vullen.
In de reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht kennis genomen van en van gedachten
gewisseld over de voortgang van de zorg (productie, nieuwe voorzieningen, specifieke vormen van
zorg) & bedrijfsvoering en van relevante interne ontwikkelingen
(medewerkerstevredenheidsonderzoek, verbetertrajecten). Ook aan de orde zijn geweest: de
managementletter, verzuimbeleid, inspectiebezoeken en - rapportages en het functioneren van de
Raad van Bestuur. Tweemaal heeft een delegatie van de raad deelgenomen aan een zogenaamd
artikel 24 overlegvergadering (WOR) van de Raad van Bestuur met de Ondernemingsraad.
Een aantal vergaderingen is voorafgegaan door een werkbezoek aan een van de voorzieningen van
IrisZorg (crisisopvang Lelystad, dag- en nachtopvang Remisestraat Arnhem, jeugdkliniek Tiel).
De raad heeft de volgende besluiten genomen:
- algemeen: goedkeuring jaardocument 2009 (maatschappelijk verslag en geconsolideerde
jaarrekening)
- financieel: goedkeuring concernbegroting 2011
- Raad van Toezicht zelf: benoeming voorzitter, benoeming twee nieuwe leden;
- Raad van Bestuur: prestatie-indicatoren 2010, beloning (conform de code NVTZ/NVZD).
Er zijn in het verslagjaar twee nieuwe leden tot de raad toegetreden. Beide leden zijn via een
openbare wervingsactie (landelijke media) aangetrokken. Zij vervullen vacatures die eind 2009 / begin
2010 zijn ontstaan. Als uitgangspunt bij de werving zijn specifieke profielen gebruikt, bij een vacature
gericht op bedrijfseconomische – en ondernemerskennis cq ervaring en bij de andere vacature op
zorginhoudelijke kennis van de verslavingszorg/GGZ.
Aan het eind van het jaar is als gevolg van vertrek van een lid volgens het rooster van aftreden een
nieuwe vacature ontstaan. Bij de vervulling hiervan is gezien het vacaturespecifieke profiel (lid,
afkomstig uit het openbaar bestuur) de voorkeur gegeven om te werven via de eigen netwerken van
de raad.
De raad heeft in 2010 uit zijn eigen midden een nieuwe voorzitter benoemd.
De raad kent één commissie: de financiële commissie. De taak van deze commissie is de Raad van
Toezicht te ondersteunen door voorbereidende werkzaamheden te verrichten voor de vergaderingen
van de raad en de Raad van Toezicht te adviseren over het gevoerde financiële beleid en beheer. De
commissie heeft geen eigen bevoegdheden tot het nemen van besluiten of vaststellen van
IrisZorg 22
Jaardocument 2010
documenten. Zitting in deze commissie hadden in 2010 de heren De Valk en Coumans. De commissie
heeft in totaal zes maal overlegd met de Raad van Bestuur. Onderwerpen die besproken zijn: de
management letter, conceptbegroting, conceptjaarrekening en managementrapportages. Aan het
einde van het jaar is dhr. Koburg tot de commissie toegetreden.
Overige periodieke taken binnen de raad (voeren jaargesprekken met Raad van Bestuur, deelname
aan OR-overleg, gesprekken met kandidaat-leden) worden per keer afgesproken. Aan uitvoering van
deze taken wordt altijd door de voorzitter van de raad deelgenomen. Voorts voert de voorzitter
vooroverleg met de Raad van Bestuur ter voorbereiding van de vergaderingen (agendaoverleg). Met
de cliëntenraad heeft, als gevolg van het decentraliseren van de cliëntenmedezeggenschap (zie 3.3.),
in 2010 geen overleg plaatsgevonden.
De leden van de Raad van Toezicht ontvangen voor hun werkzaamheden een honorering. De regeling
daarvoor is in 2009 overeenkomstig de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders
in de Zorg (NVTZ) voor de duur van twee jaar vastgesteld. Van de hoogte van de honorering wordt in
paragraaf 5.1.9.25 verslag gedaan.
3.2. Bedrijfsvoering
In deze paragraaf komt de wijze waarop IrisZorg haar interne bedrijfsvoering en beheersing heeft
ingericht aan de orde (beschrijving van systemen en processen ter beheersing van de onderkende
risico’s, kansen en onzekerheden).
Besturingsmodel
Het besturingsmodel van IrisZorg heeft als uitgangspunt dat door de Raad van Bestuur de
verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor de besturing van de clusters en diensten is belegd bij
clusterdirecteuren en dienstmanagers. Contractmanagement staat hierbij centraal. De kaders
waarbinnen dit gebeurt, zijn vastgelegd in managementcontracten, die de afspraken bevatten over de
te leveren prestaties aan de hand van concreet meetbaar gemaakte kritische prestatie-indicatoren.
Clusterdirecteuren en dienstmanagers zijn verantwoordelijk voor de hen toebemeten processen
binnen hun eigen bedrijfsonderdeel.
Directeuren die een zorgproces aansturen zijn integraal verantwoordelijk voor zowel de dienst- en
zorgverlening aan de cliënten als voor de bedrijfsvoering, waaronder realiseren van tenminste het
resultaat volgens de begroting. Zij worden daarbij ondersteund door de dienstverlening van de
ondersteunende centrale diensten. De kosten hiervan worden deels direct doorberekend en deels
verrekend volgens vooraf afgesproken verdeelsleutels.
Planning & Control cyclus
Het langetermijnbeleid van IrisZorg is vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan 2009 - 2011, met daarin
vervat de missie en visie. Het korte termijnbeleid heeft een focus van één jaar. In de jaarlijkse
kaderbrief van de Raad van Bestuur is de vertaling weergegeven van het lange termijnbeleid in
doelstellingen voor het komende jaar zoals ook met de directeuren en managers van de clusters
respectievelijk de centrale diensten is afgestemd. De opdracht aan clusterdirecteuren en
dienstmanagers is op basis hiervan jaarplannen en begrotingen te maken. Ook in de jaarplannen komt
het directe verband tussen strategie, doelstellingen, activiteiten en resultaten tot uitdrukking. De
afspraken die op basis van de jaarplannen worden gemaakt over de te leveren prestaties worden
vastgelegd in de managementcontracten. Door periodieke rapportages en de
managementinformatiesystemen vindt monitoring plaats van de mate waarin de plannen worden
gerealiseerd. Dit is de basis voor de periodieke interne concernverslaggeving en verantwoording aan
stakeholders. Tevens wordt periodiek aan de financiële commissie van de Raad van Toezicht
gerapporteerd over de resultaten en over enkele kengetallen met betrekking tot het
personeelsbestand.
IrisZorg 23
Jaardocument 2010
Risicomanagement
Risicomanagement is geïntegreerd in de planning & controlcyclus. Onderdeel bij het opstellen van de
begroting voor ieder cluster en centrale dienst is een risicoparagraaf waarin de belangrijkste risico’s
zijn opgenomen. In de periodieke verantwoordingsrapportages is een evaluatie opgenomen van de op
dat moment spelende risico’s en de naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen. Het verwachte
effect van de risico’s wordt na afsluiting van iedere tussentijdse interne verantwoordingsperiode
telkenmale verdisconteerd in de periodiek bijgestelde jaarprognose van iedere budgethouder. Dit
geeft een praktische invulling aan de beheersing van risico’s als vast onderdeel van de planning &
controlcyclus; er is geen separaat risicobeheersingsysteem.
De belangrijkste risico’s hebben betrekking op wijzigingen in de verschillende financieringsvormen van
Zorgverzekeringswet, AWBZ en WMO. Zorgbrede definities zijn niet eenduidig van toepassing op de
cliënten van IrisZorg. Voor het GGz-deel van de instelling (het deel Behandeling van het cluster
Behandeling & Reclassering) is de DBC-structuur van toepassing, voor cliënten in de opvang, wonen en
werken gelden het AWBZ-regiem en WMO-financiering, voor reclasseringscliënten justitiële
financiering, voor forensische zorg DBBC’s.
Een ander belangrijk risico is gelegen in de verschillende tijdscycli van enerzijds vastlegging van
middelen in lange termijn activa en de jaarsystematiek van afspraken die met onze financiers worden
gemaakt. Deze discrepantie neemt meer in belang toe naarmate risico’s voor huisvesting bij IrisZorg
komen te liggen. Tegelijkertijd vragen economisch maatschappelijke tendensen om innovatie en
ontwikkeling van nieuwe vormen van zorg- en dienstverlening. De combinatie van beperking vanuit
het bestaande stelsel waarin nauwelijks ruimte is voor innovatie en tegelijkertijd nog niet de vrijheid
van marktwerking leidt tot risico’s ten aanzien van de continuïteit en ontwikkeling van de kwaliteit van
de zorg die ook belangrijk is om de zorg op lange termijn betaalbaar te houden. IrisZorg laat zich hier
niet geheel door leiden en kiest haar eigen weg. Vanzelfsprekend is dit van invloed op het risicoprofiel
voor de kortere termijn. Voor de lange termijn is de verwachting dat innovatie noodzakelijk is om aan
de maatschappelijke zorgvraag te kunnen blijven voldoen.
Tenslotte is een risico voortvloeiend uit de toenemende eisen aan transparantie dat het op orde
brengen van de geautomatiseerde bedrijfssystemen om te kunnen voldoen aan alle
verantwoordingsvereisten, de aandacht afleidt van de kern van het bestaan van IrisZorg, te weten de
zorg- en dienstverlening aan onze cliënten.
De functie van eigen vermogen is het opvangen van het financiële effect van daadwerkelijk optreden
van risico’s. Een bepaald niveau van eigen vermogen is noodzakelijk. Aan de hand van de risicoanalyse
kan een onderbouwing worden aangegeven welk niveau het eigen vermogen idealiter zou moeten
hebben. De nagestreefde hoogte is de afweging tussen enerzijds risico’s kunnen opvangen en
anderzijds de uitdrukkelijke wens om voor zorg verkregen financiële middelen ook voor die zorg in te
zetten. Tegelijkertijd is het maatschappelijk verkeer niet gebaat bij vermogensvorming bij
zorginstellingen voor alle risico’s die op haar af komen. Dat zou leiden tot suboptimaal inzet van
beschikbare middelen. IrisZorg gaat hierover in gesprek met de stakeholders.
Tot en met het boekjaar 2010 was het beleid gericht op het behalen van de minimaal maatschappelijk
aanvaarde norm. De vigerende norm ter zake is ten minste een eigen vermogen van 15 % van de
jaarlijkse opbrengsten. Met de resultaten tot en met 2010 wordt deze ondergrens nagenoeg bereikt,
wat ook de noodzaak aangeeft de in de aanwezige risicobeheersingsysteem opgekomen risico’s te
kwantificeren.
ICT
De verantwoordelijkheid voor ICT is belegd bij een tweetal afdelingen die nauw met elkaar
samenwerken. De systeemtechnische ondersteuning en beheer van het netwerk is ondergebracht bij
de afdeling automatisering van de Facilitaire Dienst. Het beheer van de geautomatiseerde
gegevensverwerking is ondergebracht bij de Dienst FCI, meer specifiek de afdeling Informatisering.
In 2010 is ingezet op verdere vormgeving van de infrastructuur ter ondersteuning van het primaire
proces en tegelijkertijd te komen tot een geautomatiseerde gegevensverwerking die optimaler op
elkaar is afgestemd. Het belang is gelegen in een vergroten van de mogelijkheden gerichter te kunnen
IrisZorg 24
Jaardocument 2010
sturen op effectiviteit en efficiency en in een efficiënter proces van externe verantwoording, waaraan
in de loop der tijd steeds meer en andere eisen worden gesteld.
In 2010 is een producten- en dienstencatalogus opgesteld waarin is aangegeven voor welke ICT-vragen
men terecht kan bij de centrale ondersteuning van het ICT-systeem.
Belangrijkste ontwikkelingen in 2010 waren gericht op de inrichting van een geïntegreerd
zorgondersteunend systeem, ondersteuning van planning en verantwoording van de personele inzet
en outsourcing van de hardware. Een laatste belangrijke activiteit had betrekking op de technische
vernieuwing van het telefoniesysteem om de bereikbaarheid en dienstverlening aan de cliënten te
verbeteren.
Daar waar tot nu toe de aandacht in de verslagperiode volledig was gericht op hiervoor genoemde
projecten, is in 2011 een traject opgestart waarin NEN 7510 onderdeel is van een traject waarin het
ICT-beleid herijkt wordt. Hoewel tot op heden wel wordt gehandeld in lijn met vigerende normen, is
dit als zodanig niet expliciet belegd. In 2010 is in voorbereiding hierop al wel het privacy-reglement
aangepast op de ontwikkelingen in de organisatie, waarin steeds meer gegevens worden uitgewisseld
in het belang van onze cliënten. Herijking van het beleid heeft vanzelfsprekend ook zijn uitwerking in
de kwaliteitseisen waaraan met het ICT-systeem zal worden voldaan.
Accenten in de bedrijfsvoering
In 2010 is verder ingezet op een bedrijfsvoering die zich primair richt op de kwaliteit van de
zorgverlening. Dit op basis van de filosofie dat een gezonde bedrijfsvoering drijft op een herkenbaar
goede kwaliteit van de zorg. Nadrukkelijk is hierbij het uitgangspunt dat een hogere kwaliteit niet
vanzelf bereikt wordt door meer capaciteit op één cliënt in te zetten. Meer is niet altijd beter.
Hiernaast is de definitie van een vastomlijnd kader opgestart als ijkpunt voor het beheer van het
vastgoed. Naast een definitie van het toekomstig huisvestingsbestand op grond van verwachte
bewegingen in de cliëntenpopulatie, komt ook nadrukkelijk de financiering aan de orde. Noodzaak
hiertoe is niet alleen gelegen in de continuïteit van de zorg- en dienstverlening, maar ook in de
toenemende eisen gesteld door de vreemd vermogensverschaffers en ontwikkelingen op de
kapitaalmarkt. Dit alles onder een gesternte van een in eerste instantie krapte in de bekostiging van de
dienstverlening en dientengevolge inkrimping van het personeelsbestand, terwijl tegelijkertijd de
verwachting is dat het op langere termijn omslaat in een krapte op de arbeidsmarkt.
3.3. Cliëntenraad
De medezeggenschap voor cliënten bij IrisZorg is decentraal georganiseerd, er zijn cliëntenraden voor
elke cluster (vier in totaal). Formele clusteroverstijgende adviesverzoeken worden aan alle vier
cliëntenraden voorgelegd. Is de reikwijdte van een advies beperkt tot een cluster, dan wordt alleen de
raad van het betreffende cluster om advies gevraagd.
De decentrale structuur is in 2009 voor een tijdelijke periode in het leven geroepen. In 2010 is een
nieuwe structuur ontworpen, bestaande uit een centrale cliëntenraad en vier clustercliëntenraden. Dit
ontwerp is besproken in een miniconferentie, waaraan alle clustercliëntenraden, overige cliënten en
de directies van alle clusters hebben deelgenomen. Gebleken is dat er ruim draagvlak voor de nieuwe
structuur is. Vervolgens is aan de vier clusterraden formeel advies gevraagd, waarna de Raad van
Bestuur met inachtneming van de uitgebrachte adviezen in november de nieuwe structuur formeel
heeft vastgesteld. Nieuw in de structuur is, dat de centrale cliëntenraad niet meer in haar geheel uit
vertegenwoordigers van de clusterraden zal bestaan, maar slechts gedeeltelijk. De overige leden van
de centrale cliëntenraad zullen externe, niet aan clusterraden gebonden leden zijn.
Eind 2010 is een adviseur cliëntenmedezeggenschap aangetrokken. Deze zal in de eerste helft van
2011 als kwartiermaker de nieuwe structuur in de steigers zetten, waarna de nieuwe centrale
cliëntenraad geïnstalleerd wordt. Tevens zal er een coach geworven worden, die de nieuwe raad en de
clusterraden zal coachen, ondersteunen, begeleiden en adviseren bij het medezeggenschapswerk.
Voor de cliëntenmedezeggenschap is een afzonderlijk secretariaat met een deeltijdmedewerkster
IrisZorg 25
Jaardocument 2010
beschikbaar. Alle leden van de cliëntenraden zijn vrijwilligers en ontvangen voor hun
raadswerkzaamheden een vaste maandelijkse (vrijwilligers)vergoeding. Ook beschikken de raden over
kantoor- en vergaderfaciliteiten.
De clusterraden hebben in 2010 niet gezamenlijk met de Raad van Bestuur vergaderd. Wel is aan het
begin van het jaar overleg tussen de voorzitters van de vier raden en het bestuur gevoerd. Ook bij de
miniconferentie ter presentatie van de nieuwe structuur is het bestuur actief aanwezig geweest.
Alle clusterraden hebben wel periodiek overleg gevoerd met de directies van het eigen cluster. In deze
overleggen zijn de raden geïnformeerd over de gang van zaken, ontwikkelingen en beleid in het
cluster. Waar mogelijk en zinvol, is aan raden advies over nieuw beleid gevraagd.
Er is in 2010 op instellingsniveau formeel advies gevraagd en uitgebracht over:
- concernbegroting 2010
- de MATE (indicatie/diagnostiek-, monitoring- en evaluatie-instrument)
- benoeming twee leden Raad van Toezicht
- benoeming twee leden klachtencommissie cliënten (BOPZ)
- herbenoeming drie leden klachtencommissie cliënten (WKCZ)
- voorgenomen besluit toekomstige structuur cliëntenmedezeggenschap (kadernotitie).
3.4. Patiëntenvertrouwenspersoon
Binnen IrisZorg is voor een beperkt aantal uren per week een patiëntenvertrouwenspersoon aanwezig.
De functie wordt vervuld door drie verschillende personen, die allen in dienst zijn van de landelijke
Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon (PVP). De patiëntenvertrouwenspersonen opereren daarom
geheel onafhankelijk. De functie is van oorsprong gerelateerd aan de BOPZ-erkenning van IrisZorg.
Consequentie hiervan is dat strikt gesproken de functie eigenlijk alleen voor de patiënten in de
klinische verslavingszorg beschikbaar is. De patiëntenvertrouwenspersonen voeren hun functie
evenwel ruimer uit en bieden, voor zover mogelijk binnen het bescheiden aantal uren, ook
ondersteuning aan cliënten in de poliklinische zorg en in de vorm van advisering bij klachten ook aan
cliënten in de voorzieningen voor opvang en wonen. Daarnaast kunnen cliënten van de poliklinieken
en de opvang- en woonvoorzieningen gebruik maken van de landelijke helpdesk van de PVP
(telefonisch of digitaal). Voor cliënten uit de opvang blijkt deze mogelijkheid hoogdrempelig te zijn, er
wordt hiervan nagenoeg geen gebruik gemaakt.
Voor cliënten, met name uit de opvang- en woonvoorzieningen, staan nog een aantal andere opties
voor ondersteuning bij klacht- en vertrouwensaangelegenheden open. Bij klachtzaken kan een beroep
gedaan worden op de secretaris van de klachtencommissie (zie ook paragraaf 4.4.2). In een aantal
voorzieningen kunnen cliënten een beroep doen op een geestelijk verzorger. Met de stichting PVP
zullen in 2011 de mogelijkheden besproken worden om de functie van patiëntenvertrouwenspersoon
uit te breiden naar de opvang- en woonvoorzieningen. Dit vergt een ander soort profiel dan de
traditionele ggz-vertrouwenspersoon.
De stichting PVP rapporteert jaarlijks haar bevindingen aan IrisZorg. Over het jaar 2010 zijn nog geen
gegevens over de werkzaamheden van de vertrouwenspersonen binnen IrisZorg aanwezig (gewoonlijk
komen deze pas in april beschikbaar). In 2009 bedroeg het totaal aantal door vertrouwenspersonen
behandelde klachten en vragen 127, waarvan 21 via de landelijke helpdesk. Verreweg de meeste
vragen en klachten (48) waren afkomstig van patiënten uit de verslavingskliniek in Arnhem. In 2008
was het aantal vragen en klachten 129. Patiënten hebben geen beroep op de vertrouwenspersonen
gedaan bij formele klachtprocedures.
Eenmaal per jaar bespreken de patiëntenvertrouwenspersonen hun bevindingen en ervaringen met de
Raad van Bestuur, de eerste geneeskundige en de secretaris van de klachtencommissie. Dit overleg
vindt in een open sfeer plaats. De vertrouwenspersonen ervaren het werken binnen IrisZorg als
prettig. Zij bezoeken regelmatig afdelingen en geven groepsvoorlichting. Patiënten/cliënten kunnen
ook zelf een afspraak met de vertrouwenspersonen maken. Medewerkers staan, naar de indruk van de
vertrouwenspersonen, open voor de werkzaamheden van de vertrouwenspersonen en zijn bereid
oplossingen te zoeken bij onvrede of klachten. In de opvatting van de pvp-en kan de
IrisZorg 26
Jaardocument 2010
informatieverstrekking aan patiënten over hun rechten verbeterd worden.
De vertrouwenspersonen hebben in 2010 geen overleg gevoerd met de cliëntenraad.
3.5. Ondernemingsraad
De medezeggenschap voor medewerkers bestaat uit een ondernemingsraad en vijf
onderdeelcommissies. Elk cluster (vier) beschikt over een onderdeelcommissie, voor de
centrale ondersteunende diensten & de afdeling preventie is er een gezamenlijke
onderdeelcommissie.
Onderdeelcommissies bestaan uit vier leden. Vanuit elke onderdeelcommissie vertegenwoordigen
twee leden de onderdeelcommissie in de ondernemingsraad. De voorzitter van de ondernemingsraad,
gekozen uit de raad zelf, wordt in de raad vervangen vanuit de onderdeelcommissie waaruit hij / zij
afkomstig is.
Leden van de onderdeelcommissie zijn voor twee uur per week werkzaam voor de
commissie. Is men tevens lid van de Ondernemingsraad, dan heeft men zes uur per week
ter beschikking voor het medezeggenschapswerk. Voor het voorzitterschap is 32 uur per
week beschikbaar.
De ondernemingsraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris (24 uur per week) en een
administratief medewerker (16 uur per week).
De Ondernemingsraad onderhoudt zijn contacten met de achterban via intranet, nieuwsbrieven, e-
mail en persoonlijk contact.
Binnen de Ondernemingsraad worden adviezen en instemmingaanvragen meestal voorbereid door de
vaste commissies (Veiligheid Gezondheid Welzijn en Milieu; Sociaal Beleid; Financiën; PR&Achterban).
In 2010 heeft de Ondernemingsraad zich bezig gehouden met de volgende advies- en
instemmingaanvragen en één initiatiefvoorstel:
instemmingsverzoeken:
- opleidingenbeleid 2010-2012
- aanpassing werktijden afdeling Crisisopvang & Begeleid Wonen cluster Regio Midden
- beleidsplan bedrijfshulpverlening
- regeling reiskosten
- regeling jaargesprekken
- aanpassing werktijden afdeling Meerzorg De Hulsen
- aanpassing werktijden afdeling Reclassering
- regeling vergoeding studiekosten en studietijd
- instroombeleid personeel
- alcohol- en drugsbeleid medewerkers
- aanpassing werktijden maatschappelijke opvang afdeling Achterhoek & Lijmers
- regeling bereikbaarheidstoeslag medewerkers cao Welzijn&Maatschappelijke Dienstverlening;
adviesverzoeken:
- adviesverzoek voorgenomen benoeming twee leden Raad van Toezicht
- adviesverzoek project bereikbaarheid
- adviesverzoek voorgenomen besluiten n.a.v. de 4e sturingslaag
- adviesverzoek samenwerkingsovereenkomst met GGD regio Nijmegen t.b.v. alcoholmatigingsproject
- adviesverzoek verhuizing dag- en nachtopvang cluster Regio Midden
- adviesverzoek plan van aanpak integraal veiligheidsmanagement
- advies over ORT in relatie met nieuw roosterprogramma (ongevraagd);
initiatiefvoorstel:
- kaderregeling verhuizing, verbouw en nieuwbouw.
De zittingstermijn van de ondernemingsraad eindigt in januari 2011. Aan het einde van zijn
zittingsperiode is op initiatief van de Ondernemingsraad een intentieverklaring tot stand gekomen. In
deze verklaring spreken Ondernemingsraad en de Raad van Bestuur het voornemen uit samen
IrisZorg 27
Jaardocument 2010
participatie en betrokkenheid van medewerkers bij medezeggenschap te stimuleren. Gezamenlijk
wordt onderzocht hoe het management en de medewerkers kunnen bijdragen om betrokkenheid bij
beleidsontwikkeling te vergroten. Kennis en expertise van de werkvloer zal in een vroegtijdig stadium
ingeschakeld worden om over praktische uitvoerbaarheid van nieuw beleid mee te denken. Hiervoor
zullen zogenaamde proeftuinen ingericht worden, die een bijdrage moeten leveren aan het ontstaan
van nieuwe vormen van medezeggenschap.
IrisZorg 28
Jaardocument 2010
4. Beleid, inspanningen en prestaties
In het Strategisch Concern Beleidsplan Perspectief 2009 – 2011 (vastgesteld in juni 2009) zijn de missie
en mission statement van IrisZorg vastgelegd. Dit plan geldt als leidraad voor het strategisch en
zorginhoudelijk handelen. In het Strategisch Concern Beleidsplan worden de ambities van IrisZorg voor
de komende jaren verwoord. De ambities sluiten nauw aan bij wat cliënten en samenleving van de
instelling vragen en bij wat de medewerkers aan mogelijkheden en deskundigheden te bieden hebben.
De ambities worden geformuleerd vanuit de perspectieven voor cliënten, medewerkers en
samenleving en de consequenties daarvan voor de ontwikkeling van de organisatie en de
bedrijfsvoering.
Missie
IrisZorg wil op de eerste plaats perspectief en vertrouwen bieden aan die mensen in het eigen
werkgebied die aan de zijlijn dreigen te raken. Door oprecht begrip, door hen effectief te begeleiden
naar (meer) zelfredzaamheid en door samen met cliënten te werken aan praktische oplossingen. Dat
kan een bed zijn voor de nacht, maar evengoed een serie therapeutische gesprekken, een medische
behandeling of intensieve psychosociale begeleiding in een van de poliklinieken of klinieken. Door de
combinatie van verslavingszorg en maatschappelijke opvang kan IrisZorg meer betekenen voor de
cliënten, maar ook voor hun omgeving. De medewerkers van IrisZorg zetten zich hiervoor dagelijks in.
Mission statement
IrisZorg biedt perspectief aan kwetsbare mensen met complexe problemen waaronder veelal
verslavingsproblemen. Hierbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden en wensen van de cliënt met als
doel de kwaliteit van leven te verbeteren. Samen met cliënten wordt gewerkt aan praktische
oplossingen die uitzicht en vertrouwen bieden. Cliënten ervaren IrisZorg als helder, betrokken en
deskundig. De medewerkers van IrisZorg zijn betrokken en deskundig in maatschappelijke
ondersteuning en verslavingskunde. Ze maken gebruik van diverse programma’s voor preventie,
opvang, ondersteuning, reclassering, behandeling en herstel. De organisatie biedt hen een veilige en
inspirerende werkomgeving.
Het creëren van perspectief is het centrale streven van IrisZorg. Voor de motivatie van een cliënt en
zijn directe omgeving is reëel uitzicht op verbetering en optimale individuele ontplooiing van groot
belang. Dat is het ook voor de medewerkers die hun beroep in een veilige en inspirerende omgeving
moeten kunnen uitvoeren. IrisZorg werkt niet geïsoleerd van de maatschappij, maatschappelijke zorg
wordt voor en in samenwerking met de samenleving geboden. Daarom is het voor het draagvlak en de
effectiviteit van de geleverde inspanningen van belang dat ook de samenleving als geheel perspectief
ziet in het werk van IrisZorg. De missie van IrisZorg kan daarom kort worden verwoord als:
perspectief voor cliënten, medewerkers en samenleving.
IrisZorg: een unieke combinatie
IrisZorg ging in 2007 van start als een zorgorganisatie waarin maatschappelijke opvang en
verslavingszorg hand in hand gaan. IrisZorg is een jonge en in het Nederlandse zorglandschap unieke
combinatie, maar gebouwd op het stevige fundament van een halve eeuw ervaring in verslavingszorg
en meer dan een eeuw ervaring met maatschappelijke opvang. Door de unieke combinatie van
behandelmogelijkheden en maatschappelijke ondersteuning kan IrisZorg een breed pakket aan zorg
verwezenlijken. De organisatie functioneert voor een omvangrijke regio als specialist op het gebied
van behandeling van verslavingsproblemen. Daarnaast wordt een scala aan activiteiten geboden op
het gebied van maatschappelijke ondersteuning, reclassering, preventie, voorlichting en monitoring.
De organisatie is gericht op personen die voor korte of langere tijd hulp nodig hebben om hun
vermogen zelfstandig te functioneren te kunnen behouden, te herstellen of te compenseren, al naar
gelang van toepassing op de specifieke situatie van de betreffende hulpvrager. Zij is erop gericht
IrisZorg 29
Jaardocument 2010
cliënten, hun familieleden en andere mensen uit hun directe omgeving te begeleiden bij en te
ondersteunen in het rehabilitatieproces naar een zo zelfstandig mogelijk leven.
De organisatie staat midden in de lokale samenleving, zodat zij met en voor haar cliënten binnen die
lokale samenleving de mogelijkheden tot participatie kan vergroten. Behandeling en begeleiding
worden aangeboden in gespecialiseerde klinieken en poliklinieken en in diverse voorzieningen voor
opvang en woonbegeleiding. Cliënten worden ook in hun eigen omgeving opgezocht. Er worden
bovendien dagactiviteitenprogramma’s geboden, onder meer in zorgboerderijen, een tuincentrum,
een werkplaats en een drukkerij. Rehabilitatie en nazorg staan hoog in het vaandel van IrisZorg.
4.1. Meerjarenbeleid
In 2010 werd het onder de slogan “Huis op orde” ingezette verbeteringstraject voor de bedrijfsvoering
stevig doorgezet. Dit is immers één van de pijlers van het Concern Strategisch Beleidsplan. Het intern
accommoderen van externe veranderingen is een continu proces. Het inbouwen van een mate van
flexibiliteit, decentrale vrijheid en regelruimte is aan de orde, maar tegelijkertijd dient strakke sturing
op thema’s en onderdelen zoals budgetbewaking, opleiding personeel, verbinding tussen cure en care
en tevredenheid personeel, plaats te vinden. De veranderde maatschappelijke situatie ten gevolge van
de krediet en economische crisis zal de (potentiële) cliënten van IrisZorg ongetwijfeld treffen. Op
welke wijze, in welke mate en in welk tempo was in 2010 echter nog moeilijk te zeggen. Algemeen kan
gesteld worden dat een economische recessie met stijgende aantallen werklozen - meestal vertraagd –
zijn doorwerking heeft op het aantal mensen dat een beroep doet op het sociale stelsel waaronder
maatschappelijke opvang en verslavingszorg. De economische crisis raakte in 2010 de zorgsector in
directe zin (bedrijfssluitingen, ontslagen) niet zoals dat wel in andere sectoren al het geval is. De
verwachting is ook niet dat dit snel zal veranderen: van “vraaguitval” zal niet snel sprake zijn, eerder
zal een groei in vraag aan de orde zijn. In 2010 kregen stelselwijzigingen verdere doorgang.
Belangrijkste drie punten daarbij waren: voorbereiden op volledige financiering binnen de
Zorgverzekeringswet via DBC’s en op stopzetting van NZa-afrekeningssystematiek in 2011, invoering
ZZP financiering voor de intramurale AWBZ, landelijke herverdeling van de middelen maatschappelijke
opvang en verslavingsbeleid binnen de WMO.
Maatwerk in de zorg voor de cliënten wordt steeds belangrijker. Niet alleen wordt de financiering van
de zorg steeds individueler (ZZP, DBC’s), cliënttevredenheid en cliëntparticipatie worden steeds
belangrijker als onderscheidende succesfactoren voor een zorgonderneming. De uitdaging is zoveel
mogelijk cliënten een optimaal passend maar efficiënt zorgtraject aan te bieden, samengesteld uit
naadloos op elkaar aansluitende zorgmodules uit het interne en externe voorzieningennetwerk,
binnen de financiële vergoedingskaders. De samenleving rekent de zorg in toenemende af op
prestaties waarover dus helder verantwoording moet worden afgelegd. De medewerkers dienen over
de competenties te beschikken om de cliënt echt centraal te stellen. Qua organisatie werd in 2010 en
wordt in 2011 verder gewerkt aan de aansluiting tussen verschillende voorzieningen en de verbetering
van de in- en externe doorstroom van cliënten. Met pilots en deskundigheidsbevordering werd de
nieuwe gemeenschappelijke hulpverleningsfilosofie en –methodiek, de CRA, stap voor stap in de
organisatie geïntroduceerd. De doelgroep jongeren kreeg in de ambities en het jaarplan van IrisZorg
extra prioriteit.
Om de kwaliteit van de dienstverlening op niveau te houden binnen de veranderende
maatschappelijke omstandigheden is innovatie een noodzaak. In de randvoorwaardelijke sfeer
stonden in 2010 projecten op stapel als de integratie van de ICT-systemen van de Maatschappelijk
Opvang en de verslavingszorg en de vervanging en upgrading van het roostersysteem. De verouderde
telefooncentrale van IrisZorg werd vervangen om de interne en externe bereikbaarheid te vergroten
en de mogelijkheid een centraal toegangsnummer met een callcenterfunctie dichterbij te brengen.
De organisatie en de zorgprocessen aanpassen aan de nieuwe financieringswijzen had de hoogste
prioriteit, evenals de verbetering van de samenwerking met in- en externe samenwerkingspartners en
de totstandkoming van werkende zorgketens. In de zorg voor de jeugd en het samenstellen van een
IrisZorg 30
Jaardocument 2010
jeugdzorgketen zijn tal van initiatieven genomen. Meer onderzoek - o.a. naar cliënttevredenheid,
knelpunten in de zorg- en dienstverlening en de toepassingsmogelijkheden van CRA - moet meer
inzicht geven in de ontwikkelingsmogelijkheden van IrisZorg.
4.2. Algemeen beleid
Voornemens m.b.t. beleid, organisatie en zorgvernieuwing, die in 2010 hebben geleid tot concrete
resultaten, komen in deze paragraaf aan de orde.
4.2.1. Zorgvernieuwing: inhoudelijk
Jeugd
Binnen IrisZorg heeft jeugd als doelgroep prioriteit. De zorg- en hulpverlening aan jeugdigen met
problemen staat de laatste jaren maatschappelijk steeds meer in de belangstelling. Het aantal
zwerfjongeren wordt door de Algemene Rekenkamer op ongeveer 6.000 personen geraamd. Binnen
de instelling is een proces in gang gezet waarin de ontwikkeling van het zorgaanbod voor jeugdigen
voorrang heeft gekregen boven de ontwikkelingen voor de andere doelgroepen. In 2008 is daarvoor
een notitie jeugdbeleid vastgesteld.
In een aantal regio’s beschikt IrisZorg al langer over zorgaanbod voor jeugdigen. Zo zijn er in de steden
Apeldoorn en Nijmegen opvangvoorzieningen voor jongeren (tussen 16 en 23 jaar of 16 en 27 jaar),
leerwerkprojecten voor jongeren, een jongereninformatiepunt en outreachende activiteiten die ten
doel hebben contact te leggen met jongeren met problemen (zwerfjongeren, problemen met gebruik,
inkomen, e.d.).
De behandeling van jeugdigen met problemen van verslaving of overmatig gebruik bestaat uit
ambulante behandeling, met eventueel een zo kort mogelijke klinische fase. De kern van de
behandeling is ambulant, zoveel mogelijk in samenwerking met ouders/verzorgers en andere
belangrijke personen van jongeren. De ambulante jeugdbehandelaar is de continue factor in de
behandeling. Klinische fase van behandeling dient altijd te zijn ingebed in een ambulant traject.
Uitgangspunt is dat behandeling van jongeren geen zin heeft als systeem (in brede zin) niet
meewerkt/probleem niet onderkent. Voor deze jeugdbehandeling zijn jeugdpoli’s opgezet waar
jeugdspecialisten werken en is een jeugdbehandelcoördinator aangetrokken.
In 2008 is een toelating voor een (verslavings)jeugdkliniek verkregen. De jeugdkliniek is in maart 2010
geopend.
Op het gebied van jeugd vinden nog andere ontwikkelingen plaats.
Naar aanleiding van een inventarisatie van de huidige manier van werken op gebied van hulpverlening
aan ouders en kinderen in de maatschappelijke opvang, is er een nota ouder-kind begeleiding
opgesteld. Er is in 2010 een cursus Opgroeien en Opvoeden in samenwerking met de RINO opgezet en
uitgevoerd. Ook is een vakgroep voor ouder-kind begeleiders in het leven geroepen.
Woonzorg jongeren Nijmegen (Sancta Maria, afgekort tot SaM), is in 2010 een samenwerking
aangegaan met het ROC Nijmegen. Gezamenlijk is er een leerwerktraject voor jongeren opgezet
waarin wonen, leren en werken bij SaM een geïntegreerd aanbod vormen. Middels het traject
bereiken de jongeren geleidelijk een grotere mate van zelfstandigheid en komen zij dichterbij een
officiële startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.
De afdeling Preventie van IrisZorg voert meerdere activiteiten uit, vooral gericht op jongeren
(algemeen en specifieke doelgroepen). Een voorbeeld daarvan is het project Jeugd en Alcohol in een
aantal gemeenten, onder meer met een zogenaamde ‘boete of kanskaart’: jongeren die onder invloed
een delict gepleegd hebben, krijgen door Halt een leerstraf opgelegd. Medewerkers van Preventie
voeren deze training uit.
IrisZorg 31
Jaardocument 2010
Daarnaast voert de afdeling samen met GGD-en in verschillende regio’s (Achterhoek, Arnhem,
Lingewaard, Rivierenland en Regio Nijmegen) het Alcoholmatigingsproject uit. Dit project heeft als
ambitie het probleembesef van te vroeg, te vaak en te veel drinken onder jongeren te verhogen en de
bereidheid om hier als gemeenschap gezamenlijk tegen op te treden te vergroten.
Ten slotte zijn in de afgelopen tijd voorbereidingen voor de ontwikkeling van een eigen website voor
jongeren getroffen. Deze website zal in 2011 de lucht in gaan.
Community Reinforcement Approach (CRA)
De Community Reinforcement Approach zal in de komende jaren de overkoepelende methodische
leidraad voor de hulpverleners van IrisZorg worden.
De CRA neemt als uitgangspunt zowel de mogelijkheden van de individuele cliënt alsook de positieve
aanknopingspunten in zijn directe omgeving. De CRA is aanpak en daarmee tegelijkertijd zorgvisie en
methode. De CRA sluit nauw aan bij moderne inzichten rond chroniciteit en rehabilitatiegericht
werken en is in de ambulante verslavingszorg (vooral in de VS) goed onderzocht en effectief gebleken.
Binnen de organisatie is er breed draagvlak voor de CRA. In 2009 is met een pilot in de polikliniek in
Veluwe-Vallei gestart, in 2010 is een tweede pilot begonnen in de poliklinieken in Doetinchem,
Zevenaar en Groenlo. Doel van de pilots was om ervaring met de CRA op te doen en de methodiek
door te ontwikkelen voor IrisZorg. Aan de pilots is implementatie onderzoek verbonden.
In de loop van 2010 is na de positieve uitkomsten uit de eerste pilot en goed verloop van de tweede
pilot besloten de CRA versneld te implementeren binnen het cluster Behandeling & Reclassering. Ook
voor de klinische settings is de voorbereiding gestart. Doelstelling is dat in 2012 de CRA in de
behandelafdelingen van het cluster geïmplementeerd is.
Ten behoeve van de implementatie is er een opleidingsprogramma opgesteld dat voorziet in het
opleiden van CRA-therapeuten en CRA-supervisoren volgens de CRA opleidingspiramide. Met de
cliëntenraad is meerdere malen gesproken over de achterliggende visie en de gevolgen van de
invoering van de CRA. De raad staat positief tegenover de invoering.
Critical Time Intervention
Samen met een aantal andere opvangorganisaties en het Onderzoekscentrum Maatschappelijke Zorg
van het UMC Radboud (Nijmegen) streeft IrisZorg ernaar de kwaliteit van de maatschappelijke zorg te
verbeteren. Er is een grootschalig landelijk project ontwikkeld, waarin IrisZorg participeert met de
crisisopvang en de ambulante woonbegeleiding in Deventer. Professionalisering van het personeel
staat centraal door toepassing van twee methodieken: Herstelwerk en Critical Time Intervention (CTI).
Herstelwerk, ook wel krachtbenadering genoemd, gaat uit van de visie dat een cliënt het beste
geholpen kan worden door de krachten die in iemand aanwezig zijn, aan te spreken en optimaal te
gebruiken voor zijn herstel. Daarnaast leveren externe krachtbronnen (relevante derden, reguliere
voorzieningen, enz.) een belangrijke bijdrage in de realisatie van het herstel en zijn noodzakelijk om
het herstel vast te houden, ook nadat de begeleiding en ondersteuning beëindigd zijn.
CTI is een sterk gestructureerde en een in duur en tijdsinvestering beperkte methodiek die sturing
geeft aan de overgang van een opvangvoorziening naar zelfstandig wonen. CTI onderscheidt drie
perioden van gemiddeld 3 maanden. Per periode is precies bepaald welke activiteiten ingezet en
welke doelstellingen gerealiseerd moeten worden. Tijdens het CTI traject blijven de principes van de
krachtbenadering van toepassing.
IrisZorg 32
Jaardocument 2010
Het landelijk project zelf loopt tot eind 2013 en onderscheidt twee hoofdlijnen:
1. het implementeren en evalueren van de methodiek Herstelwerk
2. onderzoeken hoe effectief de Critical Time Intervention (CTI) is voor cliënten die vanuit de
crisisopvang vertrekken naar (begeleid) zelfstandig wonen.
Het project is in 2010 goed op gang gekomen. Visie en uitgangspunten zijn op papier uitgewerkt en de
hand- en werkboeken zijn gereed. Medewerkers zijn getraind in de methodieken. Naar verwachting zal
in het voorjaar van 2011 gestart worden met de selectie van cliënten en het onderzoek.
MATE
In 2010 is binnen IrisZorg een nieuw screeningsinstrument voor patiënten met verslavingsproblemen
geïmplementeerd: de MATE (Meten van Addicties voor Triage en Evaluatie). De MATE is een
gevalideerd, gestandaardiseerd instrument voor (1) diagnose/indicatie stelling, triage/advies naar
zorgzwaarte, (2) meten van voortgang (monitoring) en (3) meten van resultaten van interventies
(evaluatie). Er wordt volgens een vast protocol gescreend, waardoor objectiviteit in de indicatiestelling
wordt verkregen en meetbare gegevens worden opgeleverd voor diagnostiek en zorgtoewijzing. Ook
de cliënt krijgt beter inzicht in de eigen situatie. De MATE wordt door de meerdere
verslavingszorginstellingen gebruikt.
Een bijkomend voordeel van dit instrument is dat het eenvoudiger is om in de toekomst te
benchmarken met andere instellingen. Niet alleen zorgverzekeraars vragen om mogelijkheden tot
benchmark, het bevordert ook de keuzevrijheid van cliënten. Met gestandaardiseerde instrumenten
kan de cliënt, meer dan in het verleden, de zorg vergelijken tussen vergelijkbare aanbieders. Ook kan
met de MATE de Routine Outcome Monitor uitgevoerd worden.
Routine Outcome Monitor
Afgelopen jaar is een start gemaakt met de implementatie van een Routine Outcome Monitor (ROM)
waarin het meten van de effectiviteit van behandeling bij patiënten met een verslaving centraal staat.
De ROM heeft als belangrijkste functie het verbeteren van de behandeling van verslaving. Daarnaast is
de ROM een belangrijk instrument om de uitkomsten van de behandeling te kunnen verantwoorden
aan de zorgverzekeraar.
Om de ROM goed te kunnen implementeren is het noodzakelijk dat de ROM zowel inhoudelijk,
organisatorisch als technisch ingebed is in het behandelproces en er zowel intern als extern
gegevensuitwisseling mogelijk is ten behoeve van verantwoording van zorg. De ROM beoogt
ondersteuning te verlenen aan het verbeteren van kwaliteit en transparantie in de zorg.
Standaard zal bij alle patiënten die zich aanmelden en waarmee een intakegesprek plaatsvindt, de
MATE en de EQ-5D (Screening en Kwaliteit van Leven vragenlijst) afgenomen worden. IrisZorg is in
overleg met de collega verslavingszorginstellingen over het moment van afname van tweede meting
en de wijze van afname. Standaardisatie in deze bevordert de vergelijkbaarheid in behandelaanbod en
maakt daarmee de resultaten voor de patiënt, de zorgverzekeraar en de instellingen meer eenduidig
en bruikbaar.
In 2010 zijn de eerste metingen (in- en uitgangsmeting) van een beperkte groep patiënten beschikbaar
gekomen. Er is voor gekozen om te starten met een pilot om vervolgens als een olievlek de ROM in de
komende jaren gefaseerd verder te verspreiden. In 2014 dient de ROM in alle verslavingsklinieken en
poliklinieken ingevoerd te zijn.
Herinrichting cliëntengelden
In 2010 is er een aanvang gemaakt met het project Herinrichting Cliëntengelden. Het gaat in dit
project om een herinrichting van de administratie van de cliëntengelden binnen IrisZorg. Dit gebeurt in
opdracht van de Stichting Beheer en Administratie van Cliëntgelden in de Maatschappelijke Zorg
(SBA). Deze stichting staat juridisch los van IrisZorg, maar is in het verleden voortgekomen uit een van
de rechtsvoorgangers. De SBA beheert de door cliënten van IrisZorg in bewaring gegeven gelden. De
juridische splitsing is tot stand gekomen om de werkzaamheden en geldstromen rond
cliëntengeldbeheer strikt te scheiden van de activiteiten van IrisZorg.
IrisZorg 33
Jaardocument 2010
Doel van het project is om het inkomensbeheer meer te laten voldoen aan de huidige eisen ten
aanzien van professionaliteit en efficiency, de activiteiten rond inkomensbeheer professioneler in te
richten en heldere kaders waarbinnen deze werkzaamheden worden uitgevoerd, neer te zetten.
Hiertoe is een nieuw ICT-systeem aangeschaft voor inkomensbeheer, dat eind 2010 in gebruik is
genomen. Een ander doel van het project is om de werkzaamheden rond het inkomensbeheer van
IrisZorg te laten voldoen aan de eisen van De Nederlandse Bank. Deze eisen zijn vooral juridisch van
aard. Er worden juridisch duidelijke verhoudingen afgesproken tussen SBA, IrisZorg en de cliënt.
Daartoe zal (in 2011) een dienstverleningsovereenkomst opgesteld worden. Verder zullen binnen het
project de methodische vormgeving van de intake op het leefgebied financiën (verder) worden
uitgewerkt. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat is er nodig om cliënten op de juiste manier
door te verwijzen naar de geëigende instanties (bijv. sociale dienst, gemeentelijke kredietbank)? Hoe
kunnen cliënten begeleid worden naar een schuldregeling of opname budgetbeheer? Welke zaken
horen wel en welke niet in het takenpakket van de eerste begeleider (basisbegeleiding), welke dienen
in het kader van begeleiding van financiën (budgetbeheer) uitgevoerd te worden? In 2011 zal de
nieuwe opzet en methodiek in een pilot worden getest om het vervolgens in de hele organisatie te
implementeren.
Zorg in strafrechtelijk kader
In 2009 heeft IrisZorg besloten het bestaande zorgbeleid voor patiënten/cliënten die zorg ontvangen
in strafrechtelijk kader en de nazorg voor ex-gedetineerden te intensiveren. De zorg voor deze
doelgroep staat maatschappelijk gezien in de belangstelling. Investeren in deze groep
patiënten/cliënten levert een meerwaarde op voor de doelgroep zelf en voor de maatschappij. Dit
laatste in termen van verminderde overlast en verminderde recidive. In 2010 heeft het zorgaanbod
voor ambulante forensische zorg voor justitiabelen met co-morbide problematiek in de regio Nijmegen
zich qua aantal patiënten en inhoudelijk aanbod verder doorontwikkeld. Dit aanbod wordt
vormgegeven door IrisZorg als hoofdaanbieder en samen met Kairos, de ambulante forensische
psychiatrie van de Pompestichting, als onderaannemer. Er is daarnaast ingezet in de doorontwikkeling
van forensisch beschermd wonen, de verbetering in de aansluiting tussen reclassering en zorg en
projecten voor de nazorg van ex-gedetineerden. Zorg aan justitiabelen is gebaat bij een goede door-
en uitstroom. Dit is reden, dat er in 2010 veel geïnvesteerd is in de relatie met (justitiële)
ketenpartners. Dit heeft er toe geleid dat justitiële ketenpartners IrisZorg beter kunnen vinden en dat
er meer gezamenlijke trajecten gemaakt worden.
Subsidieproject
Vanaf januari 2010 is het subsidiebedrijf PNO ingehuurd om IrisZorg te begeleiden bij het verwerven
van aanvullende subsidies voor projecten die IrisZorg in uitvoering wil nemen. Een aantal al bestaande
projecten en nieuwe initiatieven zijn onderzocht op mogelijkheden van subsidiering. Een project
“Aysist, slimmer roosteren” is gekozen voor indiening bij het Europees Sociaal Fonds van de Europese
Unie. Begin 2011 zal het project worden geëvalueerd.
4.2.2. Cliëntgestuurde projecten en inzet ervaringsdeskundige medewerkers
IrisZorg streeft versterking van de zelfredzaamheid van haar cliënten na. Cliëntgestuurde projecten en
de inzet van ervaringsdeskundige medewerkers zijn middelen, die bij cliëntparticipatie (te
onderscheiden van medezeggenschap) worden ingezet.
Cliëntgestuurde projecten
Cliënten, onder meer via cliëntenraden, zijn en worden uitgenodigd om zelfstandig cliëntgestuurde
projecten, gericht op nazorg en zorgcontinuïteit, uit te (laten) voeren. IrisZorg biedt daarbij
ondersteuning en stelt middelen ter beschikking. Een aantal projecten op dit terrein is al gestart of
staat op het punt aan te vangen.
IrisZorg 34
Jaardocument 2010
Crisiskaart.
Cliënten die weten dat ze in een crisis kunnen raken, wordt door de crisiskaart de mogelijkheid
geboden informatie aan anderen te geven, waarmee wordt aangegeven hoe gereageerd dient te
worden als de cliënt daadwerkelijk in crisis raakt. Het bezit van een crisiskaart maakt crisisgevoelige
cliënten een stuk zekerder en kan ongewenst handelen van hulpverleners of instanties bij crisis
voorkomen. Er ontstaat, zo is de ervaring, meer eigen zeggenschap over het handelen van zorg- en
hulpverleners bij crisis. Ook ontstaat bij cliënten inzicht in het proces dat aan het ontstaan van een
crisis vooraf gaat.
Bij IrisZorg wordt sinds eind 2008 in Arnhem een eigen crisiskaart-project uitgevoerd. In 2009 is
daartoe een consulente (een ex-patiënt) in dienst getreden. Zij maakt met cliënten individueel een
kaart. Hiervoor worden meerdere gesprekken gevoerd. Ook brengt zij het bestaan en de mogelijkheid
van de kaart onder aandacht van zorgverleners (intern en extern). Inmiddels zijn er meer dan 50
crisiskaarten tot stand gekomen. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met een instelling
voor GGz.
Help de buurman (ver)zuipt!
Door een ex-cliënt van IrisZorg is onder de naam “Help, mijn buurman (ver)zuipt” een project
ontwikkeld voor gezondheidsvoorlichting en preventie aan chronische alcoholgebruikers. Het project
richt zich op het voorkomen van lichamelijke gezondheidsschade (het ontstaan van het syndroom van
Wernicke en Korsakov) bij personen met chronisch alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid door het
verstrekken van vitamine B. De ziekte van Korsakov wordt veroorzaakt door een onvoldoende opname
van deze vitamine. Door het verstrekken van extra vitamine B1 kan het ontstaan van Korsakov vaak
worden tegengegaan, ook al blijft de persoon in kwestie alcohol drinken.
Het project wordt uitgevoerd in de gemeente Ede. Doel is om binnen een jaar in contact te komen met
minimaal 70 alcoholgebruikers die (nog) geen gebruik maken van professionele hulpverlening of zorg
mijden. Streven is om 50% van hen te bewegen tot het innemen van vitamine B1 en bij 10 personen
een verbetering op het gebied van zelfredzaamheid, zelfzorg en sociale activering te zien ontstaan.
Het project is in 2009 voorbereid (opstellen projectplan, financiering, organisatorische
voorbereidingen). In 2010 is de uitvoering van het project in uitvoering begonnen.
Incidentele projecten.
Met regelmaat worden op initiatief en voorstel van cliënten incidentele activiteiten door en met
cliënten uitgevoerd. Zo is er in het verslagjaar een verhuisbrigade door een cliënt opgezet, andere
cliënten en medewerkers hebben hieraan meegewerkt. Ook is op initiatief van cliënten een
voedingscommissie opgezet. Daarnaast vinden onderhouds- en groenactiviteiten door cliënten plaats.
Inzet ervaringsdeskundige medewerkers
Ervaringskennis van cliënten wordt door IrisZorg op waarde geschat. Momenteel is er een aantal
ervaringsdeskundige medewerkers in dienst, ook zijn er ervaringsdeskundige medewerkers in
opleiding (stagiairs). IrisZorg biedt hierbij ondersteuning en stelt middelen ter beschikking. De inzet
van ervaringsdeskundige medewerkers is in opkomst, maar beleid hieromtrent wordt in het komende
jaar nog verder uitgewerkt. Dit alles conform afspraken gemaakt in het Handvest Maastricht.
Handvest Maastricht
IrisZorg heeft het zogenaamde Handvest Maastricht ondertekend. In dit handvest verplichten
bestuurders van een vijftiental verslavingszorginstellingen en het Kennisnetwerk Het Zwarte Gat om
samen te werken voor het realiseren van activiteiten en projecten ten dienste van (maatschappelijk)
herstel van cliënten. Het Zwarte Gat is een cliëntgestuurd kennisnetwerk, dat voortgekomen is uit het
netwerk van de gezamenlijke cliëntenraden uit de verslavingszorg. Het Zwarte Gat wil voor cliënten uit
de verslavingszorg het perspectief op maatschappelijk herstel vergroten. Het netwerk bestaat uit
ervaringsdeskundigen, die allen een achtergrond in cliëntenraden hebben. Het initiatief wordt vanuit
meerdere (hoger) onderwijsinstellingen ondersteund.
IrisZorg 35
Jaardocument 2010
Als uitwerking van de overeenkomst zullen per instelling bestuur en cliëntenraad een nader te bepalen
resultaat met meetbare, kwantificeerbare en de benodigde kwalitatieve doelen overeenkomen. De
looptijd van het te behalen resultaat bedraagt twee jaar. In 2011 zal IrisZorg samen met haar
cliëntenraden plannen en initiatieven ontwikkelen. Voor de activiteiten en projecten op het gebied
van herstel zal naast wetenschappelijke en professionele kennis ook kennis van cliënten zelf
(ervaringswerkers) benut worden.
4.2.3. Zorgvernieuwing: projecten en voorzieningen
Crisisopvang nieuwe stijl
In 2010 is samen met de managers van de verschillende crisisopvangvoorzieningen van IrisZorg een
nieuwe visie crisisopvang opgesteld. Deze visie behelst dat bij een crisisopvang kortdurende opvang
wordt geboden, waar observatie en onderzoek centraal staan. Gezinnen/systemen dienen hiervoor
gescheiden van individuele personen opgevangen te worden zodat het zelfstandig functioneren van
een gezin/systeem zo goed mogelijk kan worden gewaarborgd en observatie op niveau van het
gezin/systeem mogelijk is. De verblijfsduur in de opvang is kort, maximaal zes weken in een 24-uurs
setting.
De crisisopvang nieuwe stijl is het begin van het trajectmatig denken, hierdoor is het belang van
instroom en doorstroom meteen helder. Zodra aan de hand van onderzoek op de leefgebieden een
zorgplan is opgesteld, zal de cliënt direct doorstromen naar een passende woonvorm, zo zelfstandig
mogelijk en waar nodig met nog slechts ambulante begeleiding. Het hebben van voldoende
doorstroommogelijkheden is dus essentieel.
De crisisopvang nieuwe stijl levert de volgende voordelen op:
- de crisisopvang kan meer opnames verwezenlijken en dus beter tegemoet komen aan de grote vraag
aan opvang. De kosten per opname nemen af;
- de crisisopvang verkort zijn gemiddelde verblijfsduur met 50%. Dat betekent: minder langdurig
verblijf in dure 24-uurs plaatsen. Dit is voor vrijwel alle cliënten een winstpunt dat ze niet meer
langdurig in een crisisopvang hoeven te verblijven. Dit geldt zeker voor gezinnen en kinderen;
- scheiding van de individuen en gezinnen/systemen. De verschillende doelgroepen zijn hierdoor beter
te managen;
- alle leefgebieden ondergaan als het ware een quick scan en binnen zes weken wordt samenwerking
gezocht met die afdelingen die benodigde andere hulp bieden. Dit levert voor de cliënt voordeel op.
Cluster Regio Noord
In dit cluster zijn in 2010 een aantal vernieuwingen doorgevoerd:
- er zijn kwaliteitsbegeleiders primair proces aangesteld. Het gaat om een nieuwe functie binnen
IrisZorg. De kwaliteitsbegeleiders hebben als belangrijkste taak om medewerkers te adviseren en te
begeleiden bij het opstellen en uitvoeren van het zorgplan voor de cliënten. Een andere taak is dat
de KPP-er aan de hand van casuïstiek de deskundigheid van de medewerkers moet verbeteren. De
KPP-er zal dan ook methodieken moeten gaan ontwikkelen;
- polikliniek. Aan de cliënten in het cluster Noord wordt verslavingsbehandeling vanuit IrisZorg nog
weinig aangeboden. In 2010 is gestart met het ontwikkelen van een polikliniek, die behandelaanbod
voor de eigen cliënten uit de regio zal aanbieden en zal inspelen op de behandelwensen van de
cliënt. Daarnaast zal de polikliniek zorg dragen voor diagnostiek bij deze groep om een goed traject
aan te kunnen bieden met betrekking tot verblijf en behandeling.
Centrale toegangen en voordeuren in de regio’s
In de drie regionale clusters is IrisZorg druk doende geweest om meer regie te bewerkstelligen op de
in- door- en uitstroom van cliënten. Wanneer de gemeente regie voert en IrisZorg een van de
betrokken partijen is, wordt meestal de term Centrale Toegang gebruikt. De term Voordeur staat voor
het regiepunt binnen IrisZorg zelf, waar op cliëntniveau coördinatie en afstemming plaatsvindt. Binnen
een centrumgemeente kan sprake zijn van zowel een gemeentelijke Centrale Toegang als een IrisZorg
interne Voordeur.
IrisZorg 36
Jaardocument 2010
In Lelystad/Almere, Zwolle/Harderwijk en Deventer/Zutphen is in 2010 gestart met een Centrale
Toegang. Apeldoorn heeft een regiepunt ontwikkeld met de naam Meldpunt Bijzondere Zorg, dat in
2011 geïmplementeerd wordt. Nijmegen kent al een Voordeur; de gemeente Nijmegen heeft bericht
in 2011 te willen starten met een Centrale Toegang Nijmegen/Rivierenland. Arnhem, Doetinchem en
Ede hebben Centrale Toegangen. Arnhem gaat in 2011 extra investeren om het functioneren van de
Centrale Voordeur te verbeteren.
E- health
In 2010 is een brede oriëntatie gestart op E- health, die zal leiden tot concrete projectvoorstellen in
het eerste kwartaal in 2011. Er is gekozen voor een methodische aanpak van een extern bureau.
Jeugdverslavingsbehandeling
Voor de doelgroep jeugd werden in 2010 nieuwe voorzieningen geopend:
- op 8 maart is de kliniek voor jeugdige verslaafden van start gegaan. Deze kliniek, in Tiel gevestigd,
bestaat uit twee behandelafdelingen van in totaal 18 bedden en een afdeling Diagnostiek en
Detoxificatie van 6 bedden;
- in Nijmegen en Arnhem zijn gespecialiseerde jeugdpoliklinieken geopend waar jongeren volgens de
laatste inzichten behandeld worden.
Woonzorgvoorzieningen
In het verslagjaar waren de volgende ontwikkelingen op het gebied van woonzorg:
- in januari is een toelating voor een voorziening van 24 plaatsen beschermd wonen in Lelystad
verkregen. In de loop van het jaar zijn 12 plaatsen in gebruik genomen;
- in het verslagjaar is een toekenning voor 20 plekken verblijf en 4 plekken uitbreiding
woonvoorziening in Doetinchem afgegeven. Deze voorziening zal in de komende jaren (2011 – 2012)
gerealiseerd gaan worden.
Dag- en nachtopvang Arnhem
De verhuizing van de dag- en nachtopvang voor verslaafden van De Boei (drijvende voorziening in de
Rijn) naar een pand aan de Remisestraat is op 10 mei 2010 gerealiseerd. De officiële opening heeft op
vrijdag 7 mei 2010 plaatsgevonden.
Werk & Activiteiten Ede
Op 20 mei is de werkschuur op landgoed de Doesburger Eng in Ede feestelijk geopend. De Werkschuur
dient als onderkomen voor cliënten die werken in het onderhoud van het landgoed.
Nieuwe voorzieningen in 2011 en volgende jaren
Voor een aantal nieuwe in de toekomst te verwezenlijken voorzieningen zijn de voorbereidingen in
2010 van start gegaan:
- onderzoek naar nieuwbouw voor het project Sancta Maria (woonzorg voor ex-zwerfjongeren) en de
afdeling Meerzorg, beide in Nijmegen;
- onderzoek naar de behoefte en mogelijkheden van een voorziening voor de doelgroep werkende
middenklasse met een (dreigend) alcoholverslaving (project De Overkant);
- in Nijmegen zijn de voorbereidingen getroffen voor de bouw van een voorziening voor
heroïnebehandeling. De verwachting is dat de daadwerkelijke behandeling in april 2011 kan starten.
IrisZorg 37
Jaardocument 2010
4.2.4. Onderzoek
Onderzoeksbeleidsplan
In 2010 is uitwerking gegeven aan de onderzoeksambitie van IrisZorg. Op 1 november 2009 is een
senior onderzoeker aangetrokken die in 2010 een onderzoeksbeleidsplan heeft opgesteld dat
richtinggevend moet zijn voor de komende periode. Financiële kaders voor onderzoek zijn ontwikkeld
en speerpunten voor onderzoek geformuleerd. Daarnaast is concreet uitvoering gegeven aan een
aantal onderzoeksprojecten.
Promotie
Er zijn in het voorbije jaar voorbereidingen getroffen voor een onderzoekstraject dat uiteindelijk zal
resulteren in een promotie. Dit onderzoek, dat in 2011 daadwerkelijk van start is gegaan, wordt
uitgevoerd door een bij Iriszorg werkzame psycholoog. Samenwerking is hiertoe gezocht met de
Radboud Universiteit (NISPA). Iriszorg heeft hiermee een belangrijke stap gezet in haar ontwikkeling
tot kennisinstituut. Het ligt in de bedoeling in de komende jaren meer eigen werknemers van IrisZorg
in de gelegenheid te stellen een promotietraject op te starten.
Alcoholmatigingsproject
Evaluatieonderzoek is uitgevoerd rond het Alcoholmatigingsproject (AMP) in het politiedistrict
Rivierenland. Hiertoe zijn ruim 250 ouders van kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar ondervraagd
over hun opvattingen en kennis over alcoholgebruik bij jongeren. Het onderzoek, dat is uitgevoerd in
samenwerking met de GGD'en Stedendriehoek en Gelre-IJssel, heeft geresulteerd in een rapportage
aan alle deelnemende gemeenten. Daarnaast is een artikel op basis van dit onderzoek aangeboden
aan een vaktijdschrift. Eind 2010 is een evaluatieonderzoek opgestart rond het AMP in de regio
Nijmegen. De resultaten hiervan komen in 2011 beschikbaar.
Voordeur IrisZorg Zuid
Naar de Voordeur IrisZorg Zuid heeft eveneens een evaluatieonderzoek plaatsgevonden. Cliënten van
deze Voordeur, evenals cliënten en medewerkers van de voorzieningen De Hulsen, Begeleid Wonen,
Sancta Maria en CrisisOpvang Nijmegen zijn bevraagd over hun ervaringen met de Voordeur en met de
plaatsing van de cliënten bij een van genoemde voorzieningen. Ook verwijzers werden ondervraagd.
De resultaten van dit evaluatieonderzoek komen in het eerste kwartaal van 2011 beschikbaar.
Demoralisatie
Demoralisatie is een thema dat in de belangstelling staat bij IrisZorg. Op basis van gegevens die zijn
verkregen uit de Dubbele Diagnose monitor, is verdere analyse gedaan naar de mate van
demoralisatie bij patiënten van deze kliniek. Met name is gekeken naar demoralisatie bij patiënten
met een depressieve stoornis en patiënten met een psychotische stoornis. In de toekomst zal
demoralisatie bij andere diagnosegroepen – bijvoorbeeld angststoornissen - onderwerp van verdere
studie vormen.
Tendens
Tendens is een serie verkenningen van het middelengebruik en ontwikkelingen daarin in de regio van
IrisZorg. De Tendens rapporten verschijnen jaarlijks sinds 2003. In 2010 is een jaar pas op de plaats
gemaakt. Dit jaar is benut om kritisch te kijken naar de werkwijze met betrekking tot deze rapporten
en de methode bij te stellen en te optimaliseren. Resultaat van deze analyse is dat in 2011 gestart kan
worden met een vernieuwde aanpak, waarbij de kwantitatieve informatie over middelengebruik in de
regio meer centraal staat. IrisZorg wil hiermee trends signaleren in de samenleving en daarmee tijdig
kunnen inspelen op de vragen die mogelijk op de instelling afkomen.
CRA
Er zijn beperkte evaluatiestudies uitgevoerd aangaande de implementatie van CRA bij een aantal
poliklinieken. Hiertoe is samenwerking gezocht met Novadic-Kentron, een instelling die zich in
hetzelfde stadium van implementatie bevindt. Resultaten van beide instellingen zullen naast elkaar
worden gelegd.
IrisZorg 38
Jaardocument 2010
Forensische zorg
In 2010 is een start gemaakt met onderzoek onder cliënten die gebruik maken van het forensisch
zorgaanbod bij IrisZorg naar hun ervaringen met de hulpverlening. Ook wordt in dit onderzoek
gekeken naar de effectiviteit van de zorg. Dit onderzoek zal de komende jaren worden voortgezet.
4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid
Het kwaliteitsbeleid is erop gericht om de kwaliteit van zorg te waarborgen en om op een
systematische en cyclische wijze te blijven werken aan het verbeteren van de kwaliteit. Dit is een
proces van plannen, uitvoeren, toetsen en verbeteren.
Het kwaliteitsysteem van IrisZorg meet en monitort de belangen van het geheel van klanten en
belanghebbenden, analyseert deze en vertaalt deze in acties, beleid of interne normen. Het belang van
de cliënt staat hierin centraal.
In 2006 is gestart met het opzetten en invoeren van een kwaliteitsmanagementsysteem dat voldoet
aan de normen van het HKZ-certificeringsschema (HKZ: Harmonisatie van Kwaliteitsbeoordeling in de
Zorgsector). IrisZorg heeft eind 2007 het HKZ-certificaat voor de GGz verkregen. Eind 2008 is ook de
Maatschappelijke Opvang HKZ gecertificeerd volgens het HKZ-certificeringsschema voor de W&MD
(Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening). In december 2010 heeft IrisZorg voor behandeling en
voor preventie het HKZ-certificaat volgens het vernieuwde normenschema GGz 2009 behaald.
Veiligheid was het thema van de interne toetsingen van het kwaliteitssysteem in 2010. Zo zijn er 10
locaties intern geaudit op het agressiebeleid en heeft de directiebeoordeling ingezoomd op
veiligheidsmanagement en de connectie met gastvrijheid. Beide kwaliteitsinstrumenten hebben
handvatten gegeven voor verdere verbeterslagen.
Een belangrijke verbetering in de borging van het kwaliteitssysteem is dat de verbetertrajecten die
naar aanleiding van de interne en externe audits en de directiebeoordeling geformuleerd zijn, geborgd
zijn in de verantwoordingscycli van de sturingslagen. Ook de andere ‘output’ van het
kwaliteitssysteem, zoals cliënttevredenheid en medewerkerstevredenheid worden in de
verantwoordingscyclus meegenomen. De verantwoordingsrapportages zijn op hun buurt weer input
voor de jaarplanning. Tenslotte is in 2010 sterk ingezet op bewustwording in teams: 'hoe werkt ons
kwaliteitssysteem, wat is kwaliteit en welke invloed heb je op kwaliteit als individuele medewerker?'
Deze infosessies zijn er erop gericht medewerkers te betrekken bij de onderdelen van het
kwaliteitssysteem. Het kwaliteitssysteem zal zich de komende jaren richten op de vraag hoe we iedere
individuele medewerker zoveel mogelijk in staat kunnen stellen om de kwaliteit te leveren waar de
cliënt om vraagt.
4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten
Cliëntwaardering
Vanuit het oogpunt van vraaggerichte en vraaggestuurde zorg is het meten van cliëntwaardering
essentieel. Cliëntwaarderingsonderzoek is geen doel op zich. Het levert de input voor bredere doelen:
het verbeteren van het traject van de cliënt, van het aanbod en beleid van de organisatie dat
uiteindelijk zal leiden tot meer tevreden cliënten. De resultaten volgend uit het waarderingsonderzoek
worden dan ook gebruikt voor een verbeterplan. Een dergelijk verbeterplan leent zich bij uitstek voor
cliëntenparticipatie.
Cliëntwaardering cluster Behandeling (cure)
Eind 2010 is onder cliënten van de cure van IrisZorg het cliëntwaarderingsonderzoek met de CQ index
voor de kortdurende Geestelijke GezondheidsZorg en VerslavingsZorg uitgevoerd door TRIQS BV te
Zwolle. De bewerking van de data heeft eind 2010 plaatsgevonden. Behalve dat de resultaten voor het
cluster als totaal zijn weergegeven zijn ze ook per grote polikliniek beschikbaar.
Daarnaast zijn ook de resultaten vrijgegeven van de monitoronderzoeken van de Dubbel
IrisZorg 39
Jaardocument 2010
Diagnosekliniek en het Intramurale Motivatie Centrum. In deze monitoronderzoeken is gebruik
gemaakt van de GGZ thermometer.
De uitkomsten van deze drie onderzoeken leveren voldoende aangrijpingspunten op voor verbetering
van de zorg in het cluster Behandeling.
Cliëntwaardering clusters voor opvang, wonen en werken (care)
Eind 2010 is er onder de cliënten van de care van IrisZorg het cliëntwaarderingsonderzoek met de GGZ
thermometer voor waardering door cliënten, versie RIBW alliantie 2007 uitgevoerd door TRIQS BV te
Zwolle. De bewerking van de data heeft eind 2010 plaatsgevonden. De resultaten zijn op verschillende
niveaus weergegeven te weten:
- resultaten van de drie clusters opvang, wonen en werken als totaal
- resultaten per afzonderlijk regionaal cluster voor opvang, wonen en werken
- resultaten per voorziening met een N>10.
- resultaten alle voorzieningen, vallend onder de verantwoordelijkheid van een manager bij elkaar
- waar mogelijk is er een vergelijk gemaakt tussen dezelfde voorzieningen.
De resultaten van de onderzoeken op clusterniveau zijn aan de cliëntenraden van de clusters
voorgelegd. Met de vier cliëntenraden is afgesproken dat zij in samenspraak met de directeur van het
betreffende cluster voor 1 mei 2011 een verbeterplan voor het eigen clusters zullen ontwikkelen aan
de hand van de gegevens van het onderzoek. Daarnaast zullen de directeuren er zorg voor dragen dat
de resultaten met de medewerkers van het eigen cluster besproken worden en vanuit de
medewerkers bijgedragen wordt aan de totstandkoming van verbeterplannen. Voor het totale traject,
het ontwikkelen van de verbeterplannen en de doorvoering van de verbeteringen, is een periode van
10 maanden uitgetrokken.
4.4.1. Kwaliteit van zorg
Het meten van de kwaliteit van zorg staat volop in de aandacht. In vorige paragrafen werd al
gerefereerd aan de ROM en de cliëntwaarderingsonderzoeken. Ook op cliëntniveau wordt de kwaliteit
van zorg voortdurend gemonitord door het evalueren van de behandel- en begeleidingsdoelen en het
interpreteren van informatie uit exitgesprekken.
De prestaties op de kwaliteit van zorg worden jaarlijks gepubliceerd op de website Zichtbare Zorg. Het
gaat hierbij om de GGZ prestatie-indicatoren voor de behandelactiviteiten en de woonvoorzieningen
binnen de opvang (de prestatie-indicatoren van GGZ Nederland). Voor de maatschappelijke opvang
zijn landelijk nog geen prestatie-indicatoren vastgesteld. De prestaties op de indicatoren worden
intern gebruikt als stuurinformatie en verbeterinput. De stuurinformatie wordt in 2011 opgenomen in
de Planning & Control-cyclus.
In de hierna volgende tabellen zijn de scores op de GGZ prestatie-indicatoren over 2010 schematisch
weergegeven.
IrisZorg 40
Jaardocument 2010
scores prestatie-indicatoren behandeling
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
erv
are
n
ve
rmin
derin
g e
rnst
pro
ble
ma
tie
k
ve
rbete
rin
g G
AF
sco
re dro
p o
ut
vold
oe
nde
info
rma
tie o
ver
medic
atie
ve
ilig
heid
ingeste
md m
et
beh
and
elp
lan
keuze
vrijh
eid
erv
are
n
zorg
wen
sen v
erv
uld
ad
equ
ate
be
jegen
ing d
oor
hu
lpverle
ners
go
ed g
eïn
form
ee
rd
over
de
be
han
delin
g
scores prestatie-indicatoren woon- en opvangvoorzieningen
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
inste
mm
ing m
et
beg
ele
idin
gsp
lan
ke
uze
vrijh
eid
erv
are
n
tevre
den
he
id b
elo
op
beg
ele
idin
gsp
roce
s
tevre
den
he
id w
oon
-
en
lee
fom
sta
ndig
hed
en
ad
eq
ua
te
beje
ge
nin
g d
oo
r
hulp
verl
en
ers
In 2010 zijn verscheidene verbetertrajecten op de inhoud van zorg in gang gezet. Daarbij is veel
aandacht besteed aan het methodisch werken, bejegening en professionaliteitborging. Voor de cure
zijn concrete stappen gezet om de implementatie van de Community Reinforcement Approach
organisatiebreed uit te breiden. Voor de care zijn er door betrokkenheid van IrisZorg in de
Academische Werkplaats Opvang (Radboud Universiteit) stappen gezet in de ontwikkeling van
Strength Based Benadering die in combinatie met een vertaling van de CRA voor de care de kwaliteit
van zorg beoogt te verbeteren
IrisZorg 41
Jaardocument 2010
4.4.2. Klachten
IrisZorg kent één klachtencommissie voor cliënten. Deze commissie behandelt zowel klachten in het
kader van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) alsook klachten in het kader van de wet
Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Ten behoeve van BOPZ-klachten
maken ook de bij IrisZorg in dienst zijnde psychiaters deel uit van de commissie. De overige leden van
de commissie zijn onafhankelijk, d.w.z. op generlei wijze verbonden met IrisZorg als organisatie.
Per 31 december 2010 bestond de klachtencommissie uit de volgende leden:
- de heer mr. J.W. Koekebakker, jurist, voorzitter commissie
- de heer dr. mr. M.S.C. Bakker, jurist, voorzitter behandeling BOPZ-klachten
- mevrouw mr. J.E.M.C. Moons, jurist, plaatsvervangend voorzitter commissie
- mevrouw F.M.H. Kemme, beleidsadviseur kwaliteit en zorg, lid
- de heer drs. J.G.M. Bouwens, programmacoördinator preventie ZonMW, lid
- mevrouw drs. H. Kuipers, psychiater (IrisZorg), lid
- de heer drs. L.J. Meerdinkveldboom, psychiater (IrisZorg), lid en
- mevr. drs. I. Vandeweijer, psychiater (IrisZorg), lid.
Klachtenoverzicht 2010
Aard klachten Totaal
aantal
Bemiddeld
met positief
resultaat
Resultaat
behandeling
Behandeld Op andere
wijze afge-
handeld (1)
Nog in behan-
deling
(2)
WKCZ 25 11 Gegrond: 3 3 6 5
BOPZ 0 nvt nvt nvt nvt nvt
Totaal 25 11 3 3 6 5 (1) Op andere wijze afgehandeld houdt onder meer in, dat het - vaak na meerdere pogingen - niet gelukt is om contact met een klager te krijgen. In deze gevallen
wordt na verloop van tijd een klacht als afgehandeld beschouwd. Daarnaast kan het gaan om klachten die zijn doorgeleid naar de klachtencommissie van de
Reclassering Nederland (3 in 2010).
(2) Het betreft klachten zijn aan het eind van het verslagjaar ingediend. Resultaat van bemiddeling was ten tijde van schrijven nog niet bekend.
Het aantal klachten in bovenstaande tabel geeft het aantal klachtzaken weer. Dit aantal is niet identiek
aan het aantal klachten. Sommige klagers hebben bij de indiening van hun klacht qua inhoud of aard
meerdere klachten. Sommige klachtzaken worden door meerdere klagers tegelijk ingediend.
Het totaal aantal klagers was in 2010: 25, het totaal aantal verschillende klachten bedroeg 32. In het
klachtbeleid wordt nadruk gelegd op bemiddeling. Bij elke ingediende klacht wordt de mogelijkheid
onderzocht om de klacht door bemiddeling tussen klager(s) en aangeklaagde weg te nemen. Het
resultaat van dit beleid is, dat het merendeel van de klachten door bemiddeling wordt opgelost.
Klagers, die klachten indienen ten aanzien van reclasseringsbeleid of reclasseringsmedewerkers,
worden met hun klacht verwezen naar de stichting Reclassering Nederland (RN), tenzij op voorhand de
mogelijkheden om via bemiddeling tot een oplossing te komen nadrukkelijk aanwezig zijn. De
werkzaamheden op reclasseringsgebied worden verricht door beëdigde reclasseringswerkers en
worden in overeenstemming met landelijk vastgestelde protocollen en richtlijnen uitgevoerd. Op deze
werkzaamheden is dan ook het klachtenbeleid van de RN van toepassing.
De verspreiding van klachten over de verschillende clusters is in de volgende tabel weergeven. Meer
dan 50% van de klachten was afkomstig van patiënten uit het cluster Behandeling & Reclassering.
Klachten naar cluster
Cluster →
Aantal ↓
Behandeling
& Reclassering
Regio Noord Regio Midden Regio Zuid Totaal
15
4
2
4
25
Het aantal ingediende klachten in 2009 bedroeg 21. De gemiddelde tijdsinvestering van de secretaris
van de klachtencommissie in 2010 bedroeg 3 uur per week (bemiddeling, klachtafhandeling,
registratie).
IrisZorg 42
Jaardocument 2010
4.4.3. Toegankelijkheid
IrisZorg beschikt over meer dan 90 locaties in een deel van Nederland, waar 2,4 miljoen mensen
wonen. In alle grote gemeenten van het werkgebied zijn één of meer vestigingen aanwezig. In het
algemeen is de toegankelijkheid van de voorzieningen, in het bijzonder van de poliklinieken en de
crisisopvangcentra, goed te noemen. De toegang tot de verslavingszorg verloopt op indicatie van
huisartsen en kan ook digitaal geschieden. De toegang tot de maatschappelijke opvang verloopt in
Regio Zuid via de centrale voordeur, in de Regio Noord via de centrale toegang Deventer, in de andere
gemeenten van deze regio middels eigen aanmelding en in de Regio Midden voornamelijk via eigen
aanmelding.
In de poliklinieken is veel aandacht voor de wachttijdproblematiek. In 2010 bedroeg de gemiddelde
wachttijd 37 dagen. Er is met name geïnvesteerd in verminderen van de wachttijd van screening tot
start behandeling. De wachttijd in de klinieken is fors afgenomen. Er wordt voortvarend gewerkt aan
het verbeteren van de patiëntlogistiek en het efficiënter inrichten van behandelprogramma’s.
Hierdoor zal de wachttijd nog verder afnemen. Ook de invoering van de CRA heeft een positief effect
op de wachttijden, doordat er geïnvesteerd wordt in kortere en intensievere trajecten waardoor er
netto minder behandeltijd nodig blijkt te zijn.
De capaciteit van de dubbele diagnosekliniek in Wolfheze is met één crisisbed uitgebreid. Zo kunnen
patiënten die in behandeling zijn bij IrisZorg sneller worden opgenomen in geval zich een crisis
voordoet. Voor alle klinische voorzieningen is een centrale stroomcoördinator werkzaam. Aanmelding
en plaatsing zijn hierdoor vereenvoudigd, patiënten komen sneller aan op de voor hen meest
geschikte plek.
In Arnhem, Tiel en Nijmegen worden programma’s voor ambulante detox aangeboden. Dit is een zeer
intensief programma, waarin ontgiften ambulant kan plaatsvinden en waarmee opname voorkomen
kan worden.
Al deze maatregelen hebben een positief effect op de wachtlijsten.
Ook in de crisisopvangcentra wordt gewerkt aan het verkorten van de wachttijdproblematiek. In 2010
is de gemiddelde wachttijd afgenomen tot 18 dagen voor een individuele plek en 60 tot 90 dagen voor
een gezinsplek. Tijdens de wachttijd wordt ondersteuning geboden bij het zoeken naar alternatieven
(plaatsingsmogelijkheden in centrum elders). Tevens wordt samen met de woningcorporatie gezocht
naar mogelijkheden om meer woningen beschikbaar te stellen voor personen die uit de crisisopvang
komen, teneinde een betere doorstroom te realiseren.
In Nijmegen is in 2009 een centraal voordeurteam voor de cliënten van de maatschappelijke opvang
(waaronder crisisopvang) in het leven geroepen waar aanmelding, intake en plaatsing gecoördineerd
en gepland verlopen. In 2010 is het functioneren van deze voordeur verder geoptimaliseerd. In de
regio’s Midden en Noord wordt onderzocht om in de toekomst eveneens centrale aanmelding te
introduceren.
De gemeente Deventer heeft initiatief genomen om een centraal meldpunt op te zetten voor de OGGZ
doelgroep in de gemeente. Dit meldpunt heet de Centrale Toegang Deventer. Hetzelfde initiatief heeft
de gemeente Apeldoorn genomen waar het “Het Meldpunt Bijzondere Zorg” is gaan heten. IrisZorg
participeert mee in beide samenwerkingsverbanden. Doel van de Centrale Toegang en Het Meldpunt
Bijzondere Zorg is om OGGZ cliënten uit het verzorgingsgebied van de betreffende gemeenten snel te
kunnen toeleiden naar de juiste zorg. Om dit te bereiken zijn samenwerkingsovereenkomsten
aangegaan tussen de betreffende gemeenten en verschillende instellingen uit het verzorgingsgebied
die de OGGZ cliënt bedienen, waaronder IrisZorg.
De capaciteit voor opvang-, woon- en verblijfsvoorzieningen onderging in 2010 verandering. Hierbij
ging het voor een deel om uitbreiding en voor een deel om substitutie (van gemeentelijke subsidiëring
naar een andere vorm van financiering). Verder waren er toelatingen voor substitutie (= omzetting van
gemeentelijke financiering in AWBZ-financiering). Zo heeft De Hulsen in Nijmegen een toelating
gekregen voor 25 bedden meerzorg.
Telefonische bereikbaarheid
IrisZorg 43
Jaardocument 2010
Toegankelijkheid wordt bepaald door fysieke en telefonische bereikbaarheid. In 2010 heeft IrisZorg
een project in uitvoering genomen waarbij de telefoonverbindingen en -centrales zijn vervangen door
één centraal telefoonsysteem. Nu de verouderde techniek is vervangen door een systeem dat de
huidige eisen en wensen van IrisZorg ondersteunt, kan worden gestart met een project waarbij in de
loop van 2011 één centrale telefonische ingang van de instelling kan worden gerealiseerd. Centrale
telefonische bereikbaarheid vergt ingrijpende organisatorische aanpassingen (logistiek van de
zorgverlening). Voor dit project is een gespecialiseerde externe projectleider aangetrokken.
4.4.4. Veiligheid
Medicatieveiligheid
Een belangrijk thema binnen IrisZorg is medicatieveiligheid. Er is daartoe in 2008 een project in het
leven geroepen, dat geleidelijk aan over de gehele organisatie is uitgerold. De ambitie is om
structurele kwaliteitsverbetering op dit terrein door te voeren. Doel is om cliënten een grotere
tevredenheid te laten ervaren en medewerkers meer bewust te laten zijn van de risico’s van
medicatiegebruik en fouten in het medicatieproces. Het accent ligt daarbij op de implementatie van
protocollen rond medicatieverstrekking (als risicovolle handeling) en het verminderen van het aantal
medicatiegerelateerde incidenten. Protocollen voor medicatieverstrekking en beheer zijn opgesteld en
geïmplementeerd. Er is structurele aandacht voor het trainen van medewerkers in verantwoorde,
veilige medicatieverstrekking in de klinische -, poliklinische -, opvang – en woonafdelingen.
Het thema medicatieveiligheid wordt geborgd via de geneesmiddelencommissie. Deze commissie
blijft o.m. de ontwikkeling, implementatie en actualisatie van richtlijnen en protocollen bewaken.
Daarnaast zullen trends in medicatiegerelateerde MIP-meldingen worden gevolgd en acties worden
uitgezet om de medicatieveiligheid te allen tijde te verbeteren (zie ook subparagraaf over MIP/C).
Dwangtoepassingen (middelen en maatregelen)
Het toepassen van middelen en maatregelen geschiedt binnen IrisZorg alleen in de Dubbel
Diagnosekliniek in Wolfheze. In deze kliniek worden behalve op vrijwillige basis ook patiënten met een
maatregel van justitiële opgenomen. De DD-kliniek beschikt over 26 bedden in totaal, waarvan 11 op
een volledig gesloten afdeling. Daarnaast heeft de gesloten afdeling de beschikking over twee
separeerruimtes. Deze ruimtes worden slechts zeer sporadisch gebruikt. In de kliniek wordt uitgegaan
van het zgn. non-separeerbeleid. Concreet betekent dit dat zeer terughoudend wordt omgegaan met
vrijheidsbeperkende maatregelen in de vorm van separatie en veel wordt geïnvesteerd in het inzetten
van alternatieven voor separatie. Hierbij spelen vooral bejegeningsaspecten en de toepassing van
signaleringsplannen een belangrijke rol. In de bejegening zijn een respectvolle houding,
onderhandeling en de-escalerende gespreksvoering belangrijke elementen. Daarnaast wordt voor de
individuele patiënt een signaleringsplan gemaakt, waarin beschreven wordt welke signalen duiden op
een toename van spanning en welke maatregelen kunnen worden genomen om de spanning te
verlagen. Resultaat is dat ondanks het feit dat de populatie in de DD-Kliniek bestaat uit patiënten met
een hoog risico op acting-out gedrag vanuit verslaving, psychose en agressieregulatie problematiek en
het percentage onvrijwillige opnames (veelal met rechterlijke machtiging) relatief hoog is, separatie
slechts incidenteel voorkomt. In 2010 werd bij vier patiënten ‘middelen of maatregelen’ toegepast, die
bestonden uit separatie voor de duur van enkele dagen bij patiënten die waren opgenomen met een
RM. Tweemaal was sprake van een separatie conform behandelplan met instemming van de patiënt.
Dwangbehandeling is in 2010 niet voorgekomen. Wanneer wordt overgegaan tot volledige separatie,
gebeurt dit op methodische wijze conform de GFO-methodiek (Gestructureerd Fysiek Optreden)
waarbij naast veiligheid voor alle partijen behoud van contact met de patiënt een belangrijk
uitgangspunt is. Alle vaste medewerkers zijn in deze methodiek geschoold. Daarnaast bestaat in de
DD-Kliniek voldoende kennis over de wettelijke bepalingen rondom separatie, dwangbehandeling en
de BOZP in zijn algemeenheid. Relevante bepalingen zijn ook vastgelegd in een reglement dat is
geautoriseerd door de eerste geneeskundige van IrisZorg. Bij separatie wordt door de verpleging
gewerkt conform uitgebreide schriftelijke instructies voor verpleegkundigen en begeleiders.
IrisZorg 44
Jaardocument 2010
Suïcidepreventie en -beleid
IrisZorg past het landelijk voor de verslavingszorg ontwikkelde protocol suïcide toe. Alle suïcides
worden volgens de landelijke richtlijnen gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Het aantal suïcides bleef in 2010 stabiel ten opzichte van 2009: 2. Dit is minder dan 0,5 promille per
1000 behandelde patiënten.
Melding Incidenten Patiënten/Cliënten
Veiligheid van cliënten/patiënten en personeel is een belangrijk speerpunt binnen de organisatie. Eén
van de instrumenten hiervoor is de regeling voor Melding Incidenten Patiënten/Cliëntenzorg (en de
klachtenregeling voor personeel, zie daarvoor paragraaf 4.5.).
De commissie MIP/C verzamelt meldingen over incidenten en bijna-incidenten. Zij analyseert de
meldingen op zoek naar trends. Over de trends wordt een advies geformuleerd, dat in principe één
keer per jaar schriftelijk uitgebracht wordt aan de Raad van Bestuur. Zonodig kan de MIP/C in een
eerder stadium een signaal of advies afgeven indien het constateren van een specifieke trend daartoe
aanleiding vormt. Door het verzamelen van meldingen draagt de commissie bij aan de verhoging van
de veiligheid van zowel cliënten en patiënten alsook van de medewerkers.
Evenals in de afgelopen jaren het geval is geweest zijn ook in 2010 incidenten via een eigen digitaal
systeem gemeld en verwerkt. Het totaal aantal meldingen bedroeg in totaal 459 (een stijging met
35%), waarbij onderscheid is gemaakt tussen meldingen over incidenten rond medicatie, agressie en
overige meldingen.
MIP/C-meldingen in 2010 per cluster en totaal, ingedeeld naar aard van het incident
Aard melding →
Cluster ↓
Medicatie Agressie Overig Totaal
(1)
Regio Noord 51 38 19 108
Regio Midden 16 45 9 70
Regio Zuid 5 68 12 85
Behandeling & Reclassering 76 63 57 196
Centrale Diensten 0 0 0 0
Totaal 148 214 97 459 (1) Het aantal meldingen dat gedaan is overtreft het aantal incidenten. Dit komt omdat een aantal incidenten door meerdere medewerkers is gemeld.
Bij 214 meldingen (47% van het totaal) speelt agressie een rol. In 50 gevallen was sprake van fysiek
geweld gericht tegen personen. Vier meldingen betroffen seksuele intimidatie. De rest van de
meldingen van dit type incident is verbaal geweest waarbij in 48 van de incidenten de agressie gericht
is tegen objecten. Er zijn in vergelijking met 2009 beduidend meer agressie-incidenten gemeld dan in
2009 (57 meldingen meer). Er is 27 keer gemeld dat er vanwege de ernst van het incident contact
gezocht is met de politie, waarvan tweemaal door cliënten.
Ook meldingen van incidenten rondom medicatie is gestegen (52 meldingen meer).
In algemene zin valt op te merken dat het aantal MIP/C-meldingen per cluster en per afdeling uiteen
loopt, ook als afdelingen vergelijkbare zorg leveren. Dit hoeft niet te maken te hebben met het aantal
(bijna-)incidenten dat plaats vindt, maar kan een uiting zijn met de meldmotivatie van de
medewerkers. Dit is mede een reden geweest om in 2010 door te gaan met het geven van MIP/C
presentaties op diverse afdelingen.
Naar aanleiding van ervaringen vanuit de organisatie is een verdere verfijning en uitbreiding van het
digitale meldsysteem nodig. De MIP/C heeft inmiddels een advies aan de Raad van Bestuur uitgebracht
met betrekking tot de aanschaf van een nieuw meldsysteem. Naar verwachting zal dit systeem in 2011
in gebruik genomen kunnen worden. In 2011 zal ook de structuur en werkwijze van de commissie
MIP/C aan een evaluatie worden onderworpen.
In 2010 is de commissie MIP/C is 11 keer in vergadering bijeengekomen, waarbij er per bijeenkomst
gemiddeld 42 incidenten zijn behandeld. De commissie bestaat uit zeven leden (inclusief voorzitter) en
wordt ondersteund door een eigen secretariaat.
IrisZorg 45
Jaardocument 2010
Integrale veiligheid
In 2010 is een start gemaakt met het ontwikkelen van een integraal veiligheidsbeleid om de veiligheid
en het veiligheidsgevoel van medewerkers, cliënten en bezoekers te vergroten. Veiligheid laat zich
omschrijven als het vrij zijn van gevaar, het aanwezig zijn van de gewenste mate van ordening en rust.
Het is een noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de organisatie.
Een reden om de integrale veiligheid procesmatig in beeld te brengen is het feit dat integrale
veiligheid op verschillende niveaus en plaatsen al dan niet tot activiteiten leidt:
- feitelijk (lokaal)
- beleidsmatig (lokaal of regionaal)
- bovenregionaal (centraal).
Daarnaast zijn diverse afdelingen en medewerkers actief bezig met een onderdeel van veiligheid. Van
belang is om helder te krijgen in hoeverre deze activiteiten op verschillende niveaus en van diverse
afdelingen op elkaar zijn afgestemd.
Veiligheid is een zeer ruim begrip. Integrale veiligheid omvat beveiliging, sociale veiligheid,
bedrijfshulpverlening, ongewenst gedrag, diefstal, arbeidsveiligheid, informatiebeveiliging, fraude,
ontruimingen, materiële veiligheid, intimidatie, incidenten. Integraal veiligheidsbeleid brengt
veiligheidsproblemen, de aanpak en de oplossing daarvoor in kaart. Zonder integraal veiligheidsbeleid
is er geen totaaloverzicht en kan er niet effectief naar oplossingen gestuurd worden. Goed integraal
veiligheidsbeleid wordt gekenmerkt door systematiek, samenhang en samenwerking.
In 2011 zal het integrale veiligheidsbeleid vastgesteld worden. Naast de strategische visie en de
veiligheidsanalyse is het van belang om na te denken over hoe de integrale veiligheid een plek krijgt
binnen de verschillende afdelingen en locaties. Het vastgestelde veiligheidsbeleid zal centraal bewaakt
worden.
4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
De verantwoording over kwaliteit ten aanzien van medewerkers omvat het personeelsbeleid en de
kwaliteit van het werk.
4.5.1. Personeelsbeleid
Doelstellingen
Het succes van IrisZorg wordt bepaald door de kwaliteit van deskundige, betrokken en gemotiveerde
medewerkers. Zij vormen het belangrijkste en blijvende “kapitaal” en het concurrentievoordeel van de
organisatie. Medewerkers van IrisZorg kunnen daarom rekenen op een gezonde, veilige en
inspirerende werkomgeving waarin ze met respect voor deskundigheid en ervaring worden bejegend.
Medewerkers worden via scholing en deskundigheidsbevordering in staat gesteld te voldoen aan de
professionele eisen die hen worden gesteld. De organisatie heeft een open oog voor de persoonlijke
en professionele ontwikkeling van de individuele medewerker.
IrisZorg 46
Jaardocument 2010
4.5.1.1. Gezonde en tevreden medewerkers in een veilige werkomgeving
Gezondheid
In 2010 is het verzuim gedaald van 6,79% naar 5,6%, een daling van 17,5%.
In het verslagjaar is binnen de instelling veel aandacht geweest voor het onderwerp gezondheid. Dit
gebeurde via diverse artikelen op intranet. Daarnaast vonden er ook concrete activiteiten plaats (een
cursus stressmanagement, bedrijfsfitness, sportactiviteiten voor deelnemers, de week van het fruit).
Risico-inventarisatie en – evaluatie
Er is een verdere uitwerking gegeven aan de uitvoer van de risico-inventarisatie en -evaluaties. De
nadruk heeft in 2010 gelegen op evaluatie van de gemaakte plannen van aanpak uit 2007 en 2008. In
overleg met de leidinggevende van de betreffende voorziening is de stand van zaken van het plan van
aanpak van de RI&E doorgenomen en geactualiseerd. Daarnaast zijn er meerdere RI&E’s uitgevoerd.
Agressieprotocol
In het verslagjaar is evenals in 2009 aandacht besteed aan de implementatie van het agressieprotocol
door middel van het bespreken van het thema, o.a. tijdens de RI&E’s. Daarnaast zijn medewerkers in
werkoverleggen en via intranet geïnformeerd. Ook binnen de training van de leidinggevenden over
agressie wordt het agressieprotocol besproken.
Er is een format ontwikkeld waarmee in werkoverleggen op eenvoudige wijze een afdeling
agressieprotocol kan worden opgesteld. Er zijn 16 specifieke afdeling agressieprotocollen opgesteld en
geïmplementeerd in afdelingen.
Bedrijfsopvangteam
In 2010 is het opvangteam 20 keer ingezet voor het verzorgen van opvanggesprekken met
medewerkers die te maken hebben gehad met een ingrijpende of schokkende gebeurtenis. De opvang
varieerde van een enkel telefonisch gesprek tot in totaal drie persoonlijke gesprekken. Daarnaast
woonde het bedrijfsomvangteam twee personeelsbijeenkomsten bij naar aanleiding van een incident.
Bedrijfshulpverlening
In 2010 is een nieuw beleidsplan Bedrijfshulpverlening ontwikkeld en vastgesteld. In dit plan is de
organisatiestructuur van de bedrijfshulpverlening vastgelegd, inclusief taken, verantwoordelijkheden
en een communicatieplan. In 2010 is de start met de implementatie gemaakt:
- alle locaties van IrisZorg zijn voorzien van een nieuw bedrijfshulpverleningplan. In dit plan staan alle
activiteiten die dienen plaats te vinden in geval van noodsituaties;
- in het merendeel van de locaties hebben de geplande ontruimingsoefeningen plaatsgevonden;
- BHV-middelen zoals blusapparaten, rookmelders, plattegronden met vluchtwegen, portofoons, e.d.
zijn aangevuld en/of vernieuwd in de locaties;
- bedrijfshulpverleners zijn, in samenwerking met de afdeling Opleidingen, opnieuw getraind;
- er zijn contacten gelegd met de locale brandweerorganisaties om de IrisZorg panden op
brandveiligheid te controleren.
In 2011 is het doel om naast het beheer van de bedrijfshulpverleningsplannen ongeplande
ontruimingsoefeningen te laten plaatsvinden. De resultaten zullen geëvalueerd worden en besproken
worden in de diverse werkoverleggen.
Werkplekonderzoeken
Er zijn 16 individuele werkplekonderzoeken uitgevoerd naar aanleiding van gezondheidsklachten of uit
preventieve overwegingen. Daarnaast hebben bij de Crisisopvang Arnhem en bij Hotel Zuid (eveneens
in Arnhem) uitgebreide werkplekonderzoeken plaatsgevonden. Adviezen zijn uitgebracht over
(aanpassing van) de baliewerkplekken in de poliklinieken Tiel en Nijmegen. Bij de Weerdjesstaat 10
Arnhem en Omnizorg Apeldoorn is uitgebreid aandacht geweest voor de klimaatproblematiek.
IrisZorg 47
Jaardocument 2010
Griepprik
In november vond de jaarlijkse griepvaccinatie voor medewerkers plaats. Het was de derde keer, dat
de vaccinatie geheel intern binnen IrisZorg werd uitgevoerd onder het motto “prikken voor
medewerkers, door medewerkers”. In totaal hebben zich 98 medewerkers laten vaccineren, verdeeld
en verspreid over 8 priklocaties.
Interne klachtencommissie & interne vertrouwenspersonen
In 2009 is een klachtencommissie ongewenst gedrag geïnstalleerd. Deze commissie behandelt
klachten van medewerkers over ongewenst gedrag conform een gedragscode en reglement, welke
beide in 2009 zijn vastgesteld en vervolgens zijn geïmplementeerd. Voor de gedragscode is een
afzonderlijk implementatieplan opgesteld en uitgevoerd; er is zowel op instellingsniveau (centrale
communicatie en informatieverstrekking) alsook in teams aandacht aan de gedragscode en
onderdelen daarvan besteed. In 2010 zijn voor alle leidinggevenden bijeenkomsten over het werken
met de gedragscode georganiseerd.
De klachtencommissie bestond aan het begin van het verslagjaar uit zeven personen. De commissie is
vanuit meerdere geledingen en organisatieonderdelen samengesteld, zodat diversiteit en spreiding
(voorkomen van belangenverstrengeling) is gewaarborgd. Bij de behandeling van een klacht bestaat
volgens de in het klachtenreglement beschreven procedure de commissie uit drie personen.
Gedurende het verslagjaar heeft één persoon de commissie verlaten. Er zijn bij de commissie in 2010
geen klachten ingediend.
Naast de klachtencommissie zijn er bij IrisZorg drie interne vertrouwenspersonen aangesteld.
Medewerkers kunnen een beroep doen op de vertrouwenspersonen – alvorens of in plaats van het
indienen van een klacht – in situaties van ongewenst gedrag (bijv. roddelen, pesten, discriminatie,
seksueel getinte opmerkingen of intimidatie). De vertrouwenspersonen bieden een luisterend oor of
geven advies. Er zijn in 2010 in totaal 17 zaken aan de vertrouwenspersonen voorgelegd.
In 2011 zal er ter aanvulling van de interne vertrouwenspersonen een externe vertrouwenspersoon
aangeworven worden.
Interne Bezwaren Commissie
IrisZorg kent een Interne Bezwaren Commissie. Deze commissie heeft tot taak de bezwaren van een
medewerker ten aanzien van haar/zijn functiebeschrijving of – indeling te behandelen en een
uitspraak over het bezwaar te doen. De uitspraak wordt als advies voorgelegd aan de Raad van
Bestuur, waarna de functiebeschrijving of indeling definitief wordt vastgesteld.
Tot 2009 konden alleen medewerkers werkend onder de CAO GGZ van de interne bezwarenprocedure
gebruik maken. In 2009 is een instellingsbreed project Functiegebouw van start gegaan. Dit project
moet er toe leiden, dat in 2011 alle functies in het primaire en in het ondersteunende proces opnieuw
beschreven en ingedeeld zijn. Besloten is dat ook de medewerkers voor wie de CAO Welzijn &
Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing is, een beroep kunnen doen op de IBC indien zij daar
aanleiding toe zien.
In 2010 zijn aan de commissie geen bezwaren voorgelegd.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek
Hoofdconclusie uit het laatst uitgevoerde MTO (in 2009) was dat de tevredenheid van medewerkers
over het geheel genomen gelijk was gebleven in vergelijking met 2007. De medewerkers van IrisZorg
scoren een 6,6 op de algemene tevredenheid.
Op de thema’s werkzaamheden, arbeidsomstandigheden, werkdruk en collega’s komt gemiddeld
genomen dezelfde tevredenheid naar voren als bij de vorige meting. Deze scores wijken ook niet veel
af in vergelijking met de benchmark van GGZ-instellingen. Het thema organisatie krijgt een beduidend
lagere score. Vertrouwen in de leiding van de organisatie is daarbij een belangrijk onderwerp. Over de
(direct) leidinggevende is de tevredenheid over de hele linie juist toegenomen.
In 2010 is er een overall Plan van Aanpak opgesteld. Hieruit voortvloeiend hebben de clusters en
diensten elk voor zich een eigen Plan van Aanpak opgesteld welke voor leidinggevenden en
medewerkers is zichtbaar gemaakt in het Overzicht IrisZorg MTO. In 2010 zijn acties ingezet door de
IrisZorg 48
Jaardocument 2010
clusters op verbetering van zichtbaarheid en vooral op het thema veiligheid.
In 2011 zal het derde MTO uitgevoerd worden. Voor dit onderzoek zijn streefcijfers vastgesteld.
Gedragscode
Sinds 2009 beschikt IrisZorg over een gedragscode voor medewerkers. In deze code zijn de normen en
waarden vastgelegd, die de basis vormen voor het gewenste gedrag van alle medewerkers: met elkaar,
met patiënten/cliënten en naar buiten toe. Aan de code wordt in teams en afdelingen door
leidinggevenden regelmatig aandacht besteed. In het verslagjaar zijn alle leidinggevenden getraind in
het hanteren van de code binnen het eigen organisatieonderdeel.
4.5.1.2. Beschikbaarheid personeel
De begrote formatie bedroeg 1101,38 fte. Aan het eind van het jaar was de inzet van betaald
personeel 1105,69 fte. De groei was toe te schrijven aan nieuwe financieringen en nieuwe afdelingen.
Zo is er bijvoorbeeld in Tiel een jeugdkliniek ingericht en heeft de kliniek in Arnhem een aparte
Intensieve Zorg Unit (IZU) geopend. Voor beide afdelingen zijn nieuwe medewerkers aangetrokken.
Verloop personeel op concernniveau
Verloop personeel Aantal
personeelsleden
Aantal fte
Instroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar 258 131,1
Uitstroom personeel in loondienst (totaal) in verslagjaar 199 97,0
Verloop personeel naar verslavingszorg en maatschappelijke opvang
Verloop personeel Verslavingszorg
Aantal personeelsleden
(fte tussen haakjes)
Maatschappelijke
opvang
Aantal
personeelsleden
(fte tussen haakjes)
Instroom personeel in loondienst in verslagjaar 160 (85,3) 98 (45,7)
Uitstroom personeel in loondienst in verslagjaar 72 (48,2) 127 (48,8)
Verzuim naar sector
Personeelsformatie Percentage
Verzuim personeel maatschappelijke opvang in loondienst 6,36
Verzuim personeel verslavingszorg in loondienst 4,84
Verzuim alle personeel in loondienst 5,60
Vacatures
Vacatures Totaal aantal vacatures
per einde verslagjaar
Aantal moeilijk vervulbare
vacatures per einde
verslagjaar
Totaal personeel 98 6
Personeel met patiënt-/cliëntgebonden functies 73 4
4.5.1.3 Een aantrekkelijke werkgever
Jaargesprekken en instroombeleid
In het verslagjaar is personeelsbeleid voorbereid dat beoogt IrisZorg een nog aantrekkelijker
werkgever te maken: jaargesprekken en instroombeleid. Deze beleidsstukken zijn in 2010 vastgesteld
en ingevoerd. In 2011 zal er een actualisering van het instroombeleid plaatsvinden.
Overige projecten 2010
In 2010 zijn digitale mutatieformulieren en een digitale loonstrook voor het eerst beschikbaar
gekomen.
IrisZorg 49
Jaardocument 2010
Verder is in 2010 een systeem voor urenplanning en urenverantwoording (Aysist) geïmplementeerd.
Het huidige stelsel van vrije vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer wordt vervangen door de
zogeheten werkkostenregeling. In 2010 is IrisZorg gestart met het implementeren van deze regeling.
Het doel is dat de administratieve lasten voor werkgevers aanzienlijk worden verlicht.
4.5.2 Kwaliteit van het werk
Voor IrisZorg vormen deskundige, betrokken en tevreden medewerkers het belangrijkste kapitaal.
Investeren in personeel en het bevorderen van een goed en gezond arbeidsklimaat zijn dan ook
belangrijke peilers voor personeelsbeleid.
4.5.2.1 Competente medewerkers die zich verbonden voelen met hun werk en de organisatie
Opleidingen
Een belangrijk instrument om deskundig personeel te behouden, is te investeren in opleidingen. Dit
gebeurt binnen IrisZorg op verschillende manieren. Nieuwe medewerkers kunnen, na een uitgebreide
introductie, een aantal basistrainingen volgen wanneer ze nog niet voldoende ervaring hebben met
het werkveld van IrisZorg. Deze trainingen vormen een onderdeel van het inwerkprogramma.
Na de basisscholing vindt functiespecifieke scholing plaats. In 2010 zijn o.a. trainingen verzorgd in de
MATE (screeningsinstument), budgetbegeleiding en medicatieverstrekking.
Voor leidinggevenden zijn in het kader van het management development programma aparte
opleidingen gestart bestaande uit: verzuimtraining, training preventie van agressie, Excel online
training in het kader van de begroting en een 6-daagse training coachend leidinggeven, inclusief
intervisiebijeenkomsten.
Opleiden wordt ook ingezet om de veiligheid van cliënten en medewerkers te vergroten. In principe
volgt iedere nieuwe medewerker werkzaam in het primair proces een training in het omgaan met
agressie. Dit kan worden vervolgd door herhalings-/verdiepingscursussen zoals bijv. “het afleggen van
huisbezoeken” of “hoe te handelen bij gijzeling”.
In totaal zijn er in 2010 182 cursussen (304 interne trainingsdagen) verzorgd voor medewerkers.
Externe scholing
IrisZorg investeert naast interne cursussen en trainingen ook in personeel via externe scholing op mbo,
hbo, (post-)hbo en (post-)universitair niveau. De organisatie beschikt jaarlijks over twee
opleidingsplaatsen Master in Addiction voor artsen (zie volgende subparagraaf) en twee tot drie
plaatsen voor de opleiding tot GZ-psycholoog. In 2010 is de opleiding tot verslavingspsycholoog
gestart. IrisZorg heeft voorlopig één opleidingsplaats. Al deze plaatsen zijn ingevuld door eigen
medewerkers.
Ook volgen meerdere medewerkers een opleiding op hbo (bijv. MW&D) of mbo-niveau.
Daarnaast biedt IrisZorg structureel opleidingsplaatsen voor de opleiding tot verpleegkundige niveau 4
(BBL-plaatsen).
Tenslotte wordt er deelgenomen aan de organisatie van postacademisch onderwijs aan psychiaters en
psychologen, verbonden aan het UMC Radboud.
Master in Addiction
IrisZorg draagt actief bij aan initiatieven voor beroeps- of professiegerichte opleidingen op het gebied
van verslavingszorg of maatschappelijke opvang. Het SPON (Stichting Postacademische Opleidingen in
Oost Nederland) in Nijmegen heeft in samenwerking met GGZ Nederland, verslavingszorginstellingen
en de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst) een
opleiding voor verslavingsartsen in het leven geroepen. Het is een opleiding die artsen, werkzaam in
de verslavingszorg, in twee jaar tijd opleidt tot ‘master in addiction medicine’. De opleiding is
gebaseerd op actuele wetenschappelijke theorievorming. IrisZorg heeft de beschikking over twee
erkende praktijkopleidingsplaatsen en levert tevens een actieve bijdrage aan de opleiding.
IrisZorg 50
Jaardocument 2010
Stages
Eind 2010 waren er 71 stagiair(e)s bij IrisZorg. Van hen vervulden 56 studenten hun lange stage. Het
aantal stagiair(e)s per jaar groeit gestaag. IrisZorg blijkt een aantrekkelijke instelling te zijn voor hbo-
en mbo-studenten. Enerzijds vanwege het werkveld verslavingszorg en maatschappelijke opvang,
anderzijds vanwege de begeleiding en het interne scholingstraject bij de lange stages. Veel stagiair(e)s
starten na de opleiding hun carrière bij IrisZorg. In het verslagjaar had 50% van de stagiair(e)s na hun
lange stage een (tijdelijk) arbeidscontract. Om de grote toestroom van het aantal stageaanvragen in
goede banen te leiden, is in 2010 het werving- en selectieproces voor stagiairs gedigitaliseerd (via de
website).
Vakgroepen
IrisZorg kent mono disciplinaire vakgroepen. Het doel van de vakgroepen is om iedere hulpverlener of
preventiewerker de gelegenheid te bieden het eigen vak te verdiepen en kennis uit te wisselen.
Professionals op universitair niveau, hbo- en mbo-niveau nemen deel. Lidmaatschap gaat automatisch
in bij indiensttreding.
De hoofdindeling van de vakgroepen is als volgt: medici, verpleegkundigen, gedragswetenschappers,
agogen en vaktherapeuten. De agogen, verpleegkundigen en gedragswetenschappers zijn weer
onderverdeeld in subvakgroepen met hun eigen bestuur.
De vakgroepen beschikken over een eigen budget waarmee men per vakgroep ongeveer drie
activiteiten per jaar voor de leden kan bekostigen. Elk jaar wordt door de vakgroepbesturen een
gezamenlijke dag georganiseerd voor alle vakgroepen. In 2010 heeft ongeveer 30% van de
hulpverleners/preventiewerkers de vakgroep bezocht (250 deelnemers).
Uit evaluatie is gebleken dat het belang van de vakgroepen door medewerkers wordt onderschreven.
Actieve leden zijn dan ook zonder uitzondering enthousiast over deze vorm van
deskundigheidsbevordering. In het bijzonder wordt de vakgroependag zeer positief ervaren. Het lukt
echter niet altijd om actieve leden te vinden.
In 2010 is besloten is om de bestaande vakgroepen structuur en de vakgroependag te continueren en
het budget te handhaven. Het actief stimuleren van nieuwe vakgroepen heeft echter geen prioriteit
meer.
IrisZorg 51
Jaardocument 2010
4.6. Samenleving
In deze paragraaf komen activiteiten van IrisZorg in het kader van het maatschappelijk ondernemen
aan de orde.
Sponsoring van maatschappelijke doelen
Met sponsoring wordt terughoudend mee omgegaan. Het IrisZorg beleid voorziet niet in directe
financiële sponsoring van maatschappelijke doelen. De middelen die aan IrisZorg ter beschikking
worden gesteld, zijn bedoeld voor de zorg van haar cliënten. Verkregen financiële middelen worden
louter ingezet ten behoeve van primair proces, de uitvoering en ondersteunende diensten.
IrisZorg zet zich wel op andere wijze in voor het realiseren van maatschappelijke doelen. Het beleid
voorziet in krachtig ondersteunen van innovatie, gericht op maatschappelijke betrokkenheid en
deelname aan de samenleving van cliënten. Voorbeelden daarvan zijn de IrisZorg Filmschool en het
project ‘Help, mijn buurman verzuipt’.
De Filmschool beoogt door middel van filmproductie cliënten de mogelijkheid te bieden zich in dit
metier te bekwamen. Door alle onderdelen - van opdrachtverwerving, scriptontwikkeling, acteren,
monteren tot het organiseren van de première - onder deskundige leiding door cliënten te laten
uitvoeren is de Filmschool de springplank voor deelname aan de samenleving. Lid zijn van een
betekenisvolle ‘crew’ biedt volop mogelijkheden tot sociaal leren, zelfwaardering en verantwoordelijk
burgerschap.
Het project ‘Help, mijn buurman verzuipt’, biedt cliënten mogelijkheden hun ervaringsdeskundigheid
voor elkaar in te zetten. Ex-cliënten bezoeken, ondersteunen en begeleiden hun lotgenoten. Waar
verbinding met de samenleving is verbroken, zorgen zij gezamenlijk voor herstel van contact en
realisatie van mogelijkheden tot gezondheidswinst en binding met familie, naasten en omgeving (zie
ook de paragraaf over cliëntgestuurde projecten, 4.2.2.).
Maatschappelijke verantwoordelijkheid betekent voor IrisZorg ook: erop afgaan, preventieve actie
ondernemen en het samen met haar netwerkpartners bieden van zorg aan kwetsbare mensen. IrisZorg
neemt deze verantwoordelijkheid ook in samenwerking met onder andere politie en justitie waar het
gaat om het bestrijden van maatschappelijke overlast en de zorg voor zorgmijders, onder andere door
bemoeizorg.
Economische meerwaarde voor de samenleving
De impact van het werk van een maatschappelijke organisatie is uit te drukken in geld omdat het vaak
besparingen oplevert, bijvoorbeeld: minder uitkeringen - minder gebruik van gezondheidszorg en / of
maatschappelijke voorzieningen. Bovendien kunnen extra inkomsten worden gegenereerd, zoals extra
belastinginkomsten, doordat iemand weer aan het werk gaat.
Succesvolle training van leefstijl door IrisZorg voor cliënten uit alle lagen van de bevolking bevordert
de arbeidsproductiviteit. Planmatige behandeling van problematisch middelengebruik of verslaving,
bijkomende psychiatrische of psychisch klachten en van disfunctioneren op andere levensterreinen
(inkomen, dagbesteding, huisvesting e.d.) hebben eveneens kostenbesparende effecten in verband
met toename van de arbeidsproductiviteit. IrisZorg combineert service en kostenbesparing door
ervoor te zorgen dat een cliënt zo snel mogelijk op de juiste plaats terechtkomt, door kritische inzet
van middelen en professionals, door ervoor te zorgen dat hulp zoveel mogelijk thuis of ambulant
wordt geboden en door het reduceren van gebruikmaken van intramurale capaciteit. Uiteindelijk
stimuleert dit beleid ook tot zo snel mogelijk herstel van maatschappelijke participatie. Het gevolg
daarvan is kostenbesparing en economische meerwaarde voor de samenleving.
Door het toepassen van het ‘stepped care’ principe - dat is gepast gebruik van zorg - ontstaat ook
meerwaarde voor de samenleving. Een beperkte, eenvoudige behandeling wordt als eerste ingezet.
Pas als deze niet of onvoldoende effectief blijkt, stapt de behandelaar over op een meer ingrijpende,
duurdere ingreep. De beroepsgroep stelt zelf vast wanneer welke behandeling op zijn plaats is. Niet
alle aandoeningen lenen zich voor een stepped care benadering. Voor veel aandoeningen is stepped
care echter goed mogelijk. Dit principe is bij veel aandoeningen ook al uitgewerkt in richtlijnen. Deze
vorm van werken leidt per saldo tot kwaliteitsverbetering en tot besparing.
IrisZorg 52
Jaardocument 2010
Binnen de GGz hebben verbeterde behandelingsmethoden en nieuwe medicatie geleid tot afname van
de behandelingskosten van psychische problemen, terwijl de effectiviteit juist is toegenomen. De
behandeling van veelvuldig voorkomende stoornissen met een hoge ziektelast, zoals burnout,
depressie en angst, heeft dan ook een zeer goede kosten/baten verhouding.
Het geld dat in de GGz wordt besteed aan preventie en zorg, levert naar schatting een besparing van
het 20- tot 30-voudige aan indirecte kosten. De sector werkt hard aan het vergroten van transparantie
over de geleverde zorg en de bereikte resultaten, onder andere door middel van prestatie-indicatoren
en de digitale beschikbaarheid van data.
Milieubeleid
IrisZorg onderschrijft de noodzaak tot duurzaamheid en verantwoord ondernemen. Naar verwachting
is het binnen afzienbare tijd gemeengoed dat profit én non-profit organisaties, naast de nu bekende
certificaten, ook hun duurzaamheid- en maatschappelijk verantwoord ondernemen certificaat kunnen
overleggen. Nieuwe organisatieprincipes dienen zich hiermee aan, zoals de duurzaamheidhorizon
inzake strategie- en organisatieontwikkeling en het organisatie-, klant- en opdrachtgeverperspectief bij
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
IrisZorg voert een actief beleid betreffende het scheiden van afval en dit bij de bron aan te pakken.
Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- inzameling van oud papier
- groen/grijze afvalscheiding
- chemisch afval gescheiden verzamelen.
Energiebesparing is een belangrijk onderwerp zowel vanuit het oogpunt van het milieu als wat betreft
kostenbesparing. Medewerkers worden bewust gemaakt om zuiniger om te gaan met energie.
Daarnaast wordt gewerkt aan de verbetering van installaties en het aanpassen van de gebouwen.
Ook via haar dienstverlening besteedt IrisZorg aandacht aan het milieu. Cliënten van de afdeling Werk
& Activiteiten zijn dagelijks actief in het openbaar groenonderhoud. Ook onderhouden zij particuliere
tuinen. Jaarlijks zijn zij actief in het kader van de Nationale Schoonmaakdag. Cliënten van IrisZorg zijn
in diverse steden betrokken bij het buurtbeheer. Dagelijks wordt in diverse woonwijken zwerfvuil
verwijderd, op deze manier dragen cliënten bij aan een schone en leefbare wijk.
Deelnemen aan activiteiten in de omgeving
IrisZorg helpt mensen met een ernstig psychiatrisch en/of verslavingsprobleem in hun thuissituatie, in
de opvang, op straat of waar men zich ook bevindt. Patiënten en cliënten worden gestimuleerd in het
deelnemen aan maatschappelijke activiteiten.
Cliënten kunnen o.m. deelnemen aan kunstzinnige activiteiten. Via publiek toegankelijke exposities
kunnen deze bijzondere mensen hun talent laten zien en ontstaan relaties met de omgeving. In
Nijmegen kunnen cliënten van IrisZorg, RIBW, Pro Persona en de Pompestichting binnen afzienbare
termijn via bemiddeling door de Vrijwilligerscentrale mogelijk aan het werk. De centrale gaat cliënten
individueel begeleiden. Ook de organisaties waarbij de doelgroep aan de slag gaat krijgen steun.
Cliënten van IrisZorg die meewerkten aan de filmproductie van ‘Abraça-me' ('Omhels me dan' in
Braziliaans) zijn twee weken naar Brazilië geweest voor de opnames van de tweede akte van de film.
De derde akte werd in Nederland opgenomen, net als de eerste akte.
Abraça-me is een psychologisch drama in de vorm van een speelfilm. Aan de tweede akte werkten
zowel volwassenen als kinderen uit de sloppenwijken van Brazilië mee. Ze hebben vooraf les gekregen
in acteren, film- en geluidstechnieken en monteren. Samen met de cliënten van IrisZorg, waarvan
sommigen ook een rol in de film spelen, stonden zij achter de camera en verzorgen ze het geluid.
Investeren in een gezond makende en gastvrije behandelomgeving kan IrisZorg niet alleen. Het is
daarom van groot belang verbindingen aan te gaan met de omgeving waar de cliënten vandaan
komen. Waar mogelijk wordt de cliënt, in nauwe samenwerking met personen uit diens directe
omgeving, in zijn eigen omgeving ondersteund en begeleid. Daarnaast heeft IrisZorg diverse behandel-
en activiteitencentra in het werkgebied. Dit bevordert de integratie in de samenleving. Publiek is bij
IrisZorg welkom op Open Dagen. Daarnaast heeft IrisZorg een aantal contacten op het sociale en
culturele vlak.
IrisZorg 53
Jaardocument 2010
4.7. Financieel beleid
Resultaten 2010
Het resultaat van IrisZorg over 2010 bedroeg € 3,8 miljoen positief. Dit resultaat is behaald met een
omzet van € 88,6 miljoen.
Het resultaat over 2010 is met name positief beïnvloed door een gunstiger verhouding tussen
personele inzet in relatie tot onze dienstverlening. Bij een groei van de opbrengsten van circa 11 % zijn
er mogelijkheden de inzet van personeel beter op de vraag vanuit de zorg in te richten. Verder heeft
een goede kostenbeheersing een positieve invloed gehad op het resultaat.
In 2010 is verder invulling gegeven aan het principe dat zorginhoud leidend is in de beheersing van de
organisatie. Tegelijkertijd blijft er de integrale verantwoordelijkheid voor de resultaten van het eigen
organisatieonderdeel. Daar waar in de begrotingsfase de relatie tussen zorginhoud en de financiële
uitwerking goed is weergegeven, kan gedurende het jaar de focus meer gericht zijn op beheersing
vanuit het zorgproces en ontstaat ruimte om vernieuwingen door te voeren. Tevens is in het
verslagjaar de basis gelegd om op het terrein van ondersteuning van het zorgproces en op het terrein
van planning van inzet van personeel te komen tot een betere ICT-ondersteuning.
Onderverdeeld naar de segmenten binnen IrisZorg is het jaarrekeningresultaat als volgt opgebouwd:
(* € 1.000)
Zorgverzekeringswet 1.257
AWBZ 2.383
WMO 130
Overig 70
3.840
Uit het resultaat 2010 is naast de bestemmingsreserve voor instandhoudingsinvesteringen gemuteerd
op de bestemmingsreserve voor zorg- en procesinnovatie. De toevoeging van € 150.000 is het saldo
van gedurende het verslagjaar bestede gelden aan product- en procesinnovatie van € 350.000 en een
toevoeging van € 500.000 voor verdere ontwikkeling van producten van IrisZorg en ontwikkeling in de
ondersteuning van het zorgproces.
Investeringen
In 2010 is door IrisZorg voor ca. € 2,7 miljoen geïnvesteerd in inventaris en verbouwingen. Voor 2011
is in de begroting een investeringsniveau opgenomen van € 2,5 miljoen. De nadruk bij deze
investeringen ligt op instandhouding van het huisvestingsbestand en in investeringen in verdere ICT-
ondersteuning van de bedrijfsvoering. Investeringsbeslissingen worden genomen op grond van
uitgewerkte businesscases. Hiernaast worden momenteel meer omvangrijke investeringsplannen
doorgerekend. De verwachting is dat in de komende jaren op enkele locaties substantiële
investeringen gepleegd zullen gaan worden.
Financiering
In 2010 is een investeringskrediet van € 5,0 miljoen afgesloten bij de huisbankier Rabobank ter
financiering van de investeringen voor de periode tot eind 2011. Aan het eind van dat jaar zullen de op
dat moment opgenomen bedragen worden omgezet in een langlopende lening. In de loop van 2010 is
aanvullende financieringsbehoefte van het werkkapitaal verder afgenomen. De verwachting is dat
voor 2011, als de bevoorschotting van het Onderhanden Werk voor DBC conform de afspraken tussen
de GGZ-sector en Zorgverzekeraars Nederland verstrekt is, de aanvullende financieringsbehoefte tot
een minimum beperkt is.
IrisZorg 54
Jaardocument 2010
Personele bezetting
Ultimo 2010 bedroeg de personele bezetting van IrisZorg 1.106 fte verdeeld over 1.354 medewerkers.
In 2010 zijn 258 nieuwe medewerkers ingestroomd en 199 medewerkers uitgestroomd. Voor 2011
wordt een toename van het aantal medewerkers verwacht als gevolg van een toename van de
activiteiten. Wèl wordt daarbij nadrukkelijker beoordeeld in welke beweging in het personeelsbestand
het meest passend is gezien de wijzigingen in de zorgvraag onder invloed van de bezuinigingen.
Kengetallen
In de onderstaande tabellen zijn verschillende kengetallen opgenomen die een beeld geven van de
financiële positie en prestaties van IrisZorg in het verslagjaar en het voorgaande jaar.
Resultaatratio
Resultaatratio 2009 2010
Resultaatratio: ZVW - gefinancierde resultaten 0.3% 4.7%
Resultaatratio: AWBZ - gefinancierde resultaten 12.3% 9.6%
Resultaatratio: WMO - gefinancierde resultaten 0.3% 0.4%
Resultaatratio: overige resultaten 8.2% 0.9%
Resultaatratio: totaal resultaat 4.0% 4.3%
Liquiditeit
Liquiditeit 2009 2010
Kasstroom 182.210 -1.380.547
Liquide middelen 2.129.471 748.924
Schulden aan kredietinstellingen 4.911.062 3.994.263
Current ratio 0.91 1.91
Solvabiliteit
Solvabiliteit 2010 2010
Eigen vermogen / balanstotaal 15.7% 22.6%
Eigen vermogen / totaal opbrengsten 9.3% 12.7%
Het meerjaren financieel beleid van IrisZorg is erop gericht een weerstandsvermogen te realiseren dat
past bij het risicoprofiel van de organisatie. Een adequaat en toenemend weerstandsvermogen is
noodzakelijk om de risico’s waarmee IrisZorg wordt geconfronteerd het hoofd te bieden. Doelstelling
voor 2012 was een solvabiliteit van 10% (eigen vermogen / totaal opbrengsten). Dit niveau is thans
bereikt. In 2011 zal aan de hand van het risicoprofiel van IrisZorg een gewenst niveau van het Eigen
vermogen benoemd worden.
Het financieel beleid van IrisZorg voorziet vooralsnog in een jaarlijks te behalen resultaat van circa
1,1 procent van de opbrengsten. Met een dergelijk resultaat is IrisZorg in staat om de gewenste
toename van het eigen vermogen te realiseren.
IrisZorg 55
Jaardocument 2010
DEEL II
JAARREKENING Inhoudsopgave
5. Jaarrekening 2010 55
5.1. Geconsolideerde jaarrekening 56
5.1.1. Geconsolideerde balans per 31 december 2010 56
5.1.2. Geconsolideerde resultatenrekening over 2010 57
5.1.3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2010 58
5.1.4. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 59
5.1.5. Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2010 62
5.1.6. Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vaste activa) 68
5.1.7. Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 71
5.1.8. Overzicht langlopende schulden ultimo 2010 72
5.1.9. Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 73
5.1.10. Balans per 31 december 2010 83
5.1.11. Enkelvoudige Resultatenrekening over 2010 84
5.1.12. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 85
5.1.13. Toelichting op de balans per 31 december 2010 86
5.1.14. Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vaste activa) 93
5.1.15. Toelichting op de resultatenrekening over 2010 95
5.2. Geconsolideerde jaarrekening 98
5.2.1. Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 98
5.2.2. Statutaire regeling resultaatbestemming 98
5.2.3. Resultaatbestemming 98
5.2.4. Gebeurtenissen na balansdatum 98
5.2.5. Ondertekening door bestuurder en toezichthouders 99
5.2.6. Controleverklaring 100
IrisZorg 56
Jaardocument 2010
5.1 Geconsolideerde jaarrekening
5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2010
(na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-10 31-dec-09
€ €
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 2 29.252.502 29.404.062
Financiële vaste activa 3 643.500 534.273
Totaal vaste activa 29.896.002 29.938.335
Vlottende activa
Voorraden 4 453.808 287.723
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 6.176.031 4.244.273
Vorderingen en overlopende activa 6 8.228.301 8.377.690
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 7 5.814.418 2.514.062
Liquide middelen 9 748.924 2.129.471
Totaal vlottende activa 21.421.481 17.553.219
Totaal activa 51.317.483 47.491.554
Ref. 31-dec-10 31-dec-09
PASSIVA € €
Eigen vermogen 10
Kapitaal 23 23
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 7.989.585 4.403.049
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 3.289.921 3.037.008
Totaal eigen vermogen 11.279.529 7.440.080
Voorzieningen 11 2.934.134 2.377.424
Langlopende schulden 12 17.130.640 18.410.982
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 0 0
Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 19.973.179 19.263.068
Totaal passiva 51.317.483 47.491.554
IrisZorg 57
Jaardocument 2010
5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2010
Ref. 2010 2009
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 15 49.570.172 41.096.822
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 868.732 1.477.615
Omzet Subsidies 17 32.111.795 32.207.730
Overige bedrijfsopbrengsten 18 6.060.592 5.004.808
Som der bedrijfsopbrengsten 88.611.291 79.786.975
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 19 59.403.681 53.654.593
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 2.807.144 2.585.295
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 21 0 0
Overige bedrijfskosten 22 21.590.804 19.536.809
Som der bedrijfslasten 83.801.629 75.776.697
BEDRIJFSRESULTAAT 4.809.662 4.010.278
Financiële baten en lasten 23 -969.876 -856.625
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 3.839.786 3.153.653
Buitengewone baten en lasten 24 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 3.839.786 3.153.653
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten 3.344.399 1.636.212
Bestemmingsreserve zorginnovatie en procesverbetering 150.000 800.000
Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 92.474 88.874
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 252.913 628.567
3.839.786 3.153.653
IrisZorg 58
Jaardocument 2010
5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Ref. 2010 2009
€ € € €
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat 4.809.662 4.010.278
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen 2.878.720 2.585.295
- mutaties voorzieningen 556.710 362.042
3.435.430 2.947.337
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden -166.084 -4.846
- mutatie onderhanden werk DBC's -1.931.758 -1.175.750
- vorderingen 149.389 -326.560
- vorderingen/schulden uit hoofde van
financieringstekort respectievelijk -overschot -3.300.356 209.984
- kortlopende schulden (excl. schulden aan
kredietinstellingen) 1.626.575 1.912.632
-3.622.234 615.460
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 4.622.858 7.573.075
Ontvangen interest 23.877 115.045
Betaalde interest -993.753 -971.670
Buitengewoon resultaat 0 0
-969.876 -856.625
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 3.652.982 6.716.450
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa -2.727.160 -2.994.586
Correctie afschrijvingen via groot onderhoud 0
Overige investeringen in financiële vaste activa -109.227 -166.000
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.836.387 -3.160.586
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Schulden aan kredietinstellingen -916.799 -8.967.599
Nieuw opgenomen leningen 0 7.000.000
Aflossing langlopende schulden -1.280.342 -1.406.055
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.197.142 -3.373.654
Mutatie geldmiddelen -1.380.547 182.210
(volgens de indirecte methode)
IrisZorg 59
Jaardocument 2010
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Vergelijking met voorgaand jaar
Consolidatie
Grondslagen van waardering van activa en passiva
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Voorraden
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
Vorderingen
Alle activa en passiva worden opgenomen tegen de nominale waarde, tenzij in de toelichting anders wordt
vermeld. Alle bedragen zijn in EUR. De consolidatie heeft plaatsgevonden door middel van de integrale methode.
Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs
van de reeds bestede verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de DBC indien deze lager is. De productie
van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo
boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars
in mindering gebracht.
Activa en passiva zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans,
resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.
In 2007 heeft stichting IrisZorg een belang genomen van 16,7 % in RoderSana Holding BV ad € 175.000. De
waardering van deze deelneming vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs. Aan RoderSana Holding BV zijn
in de jaren 2007, 2009 en 2010 langlopende leningen verstrekt voor een totaalbedrag van € 468.500.
De vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde, waarbij rekening wordt gehouden met eventueel
noodzakelijk geachte waardecorrecties voor oninbaarheid.
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs inclusief omzetbelasting en worden na
ingebruikname lineair afgeschreven. Voorzover de materiële vaste activa WVZ/WTG-gefinancierd zijn, worden
hierbij de percentages uit de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) gehanteerd. De overige
materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de geschatte economische levensduur.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen die tot de groep behoren. Dit betreft
de volgende stichtingen :
• stichting IrisZorg te Arnhem
• stichting Werkplaats de Hulsen te Nijmegen
• stichting Modeltuinen te Beekbergen (gemeente Apeldoorn)
• stichting Welzijn Arnhem te Arnhem.
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
De jaarrekening over 2010 is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige
uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
De goederen van de dagactiviteiten zijn gewaardeerd tegen de laatst betaalde inkoopprijs of, in geval van eigen
teelt, tegen de getaxeerde inkoopprijs onder aftrek van 25 % prijsrisico. Ter zake van incourante voorraad is een
voorziening opgenomen. De veestapel is gewaardeerd tegen de geschatte opbrengstwaarde onder aftrek van 25
% prijsrisico.
IrisZorg 60
Jaardocument 2010
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Liquide middelen
Voorzieningen
Voor verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt een voorziening opgenomen,
indien per balansdatum sprake is van een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting aan de
pensioenuitvoerder en/of werknemer, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een
uitstroom van middelen noodzakelijk is, en er een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang
van de verplichting. De voorziening voor additionele verplichtingen aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer,
wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende
verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde als
het effect van de tijdswaarde van geld materieel is (waarbij de disconteringsvoet vóór belastingen de actuele
marktrente weergeeft).
Een pensioenvordering uit hoofde van aanwezige overschotten bij de pensioenuitvoerder wordt opgenomen als
de groep beschikkingsmacht heeft over het overschot, het waarschijnlijk is dat het tot toekomstige economische
voordelen voor de groep leidt en het betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een pensioenoverschot wordt op
dezelfde wijze gewaardeerd als een voorziening.
Groot onderhoud
Deze voorziening heeft betrekking op de uit te keren gratificaties bij een 12,5-, 25- en 40-jarig dienstverband,
conform de CAO-GGZ en de CAO-Welzijn. Daarnaast is ook een voorziening opgenomen terzake van
gratificaties indien medewerkers tot aan de 65-jarige leeftijd werkzaam blijven bij IrisZorg. Op dat moment
hebben zij recht op een gratificatie van een half maandsalaris. Bij de berekening zijn de blijfkans, de (geschatte)
toekomstige loonstijgingen en een disconteringsvoet van 4% in acht genomen.
Levensfasebudget
De voorziening ultimo 2010 heeft betrekking op een tweetal zaken. Enerzijds op grond van een
overgangsregeling voor 45 jaar en ouder en anderzijds het saldo van in het boekjaar opgebouwde rechten en
opgenomen dan wel uitbetaalde LFB-uren ultimo 2010.
Pensioenen
De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in de winst- en verliesrekening verantwoord. Te
betalen premie dan wel de vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk
overlopend actief verantwoord.
Toekomstige loonverplichtingen
Met een tweetal personeelsleden zijn toekomstige loonverplichtingen aangegaan vanwege opgebouwde
arbeidsrechten in voorgaande jaren. De verplichtingen zijn van kracht tot de pensioengerechtigde leeftijd van
betrokkenen. De resterende periode is korter dan vijf jaar.
Ter bepaling van de voorziening groot onderhoud is voor alle onroerende zaken met een economisch belang een
inschatting gemaakt ter zake van groot onderhoud. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde. Er is
rekening gehouden met een rentepercentage van 4%.
Jubileum eigen werknemers
Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen
onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
IrisZorg 61
Jaardocument 2010
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering
De baten zijn voor wat betreft het budget aanvaardbare kosten of daarmee gelijk te stellen middelen
gesegmenteerd aan de hand van de voorschriften voor de bekostiging/subsidiëring. Het segment OVERIG is
inclusief SFOR.
In de ambulante voorzieningen hebben poli-verrichtingen plaatsgevonden, waardoor vanuit de klinische
voorzieningen opbrengsten navenant zijn toegerekend.
De overige opbrengsten zijn gebaseerd op het gefactureerde of doorberekende bedrag voor geleverde goederen
en diensten onder aftrek van eventueel verstrekte kortingen.
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming
van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van
historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als
deze gerealiseerd zijn.
De toerekening van kosten is primair ontleend aan de direct toerekenbare kosten per afdeling en algemene
kosten zijn gebaseerd op de interne verdeelsleutel, gebaseerd op de personeelskosten voor iedere afdeling dan
wel aan de hand van de in gebruik zijnde huisvesting (oppervlakte).
IrisZorg 62
Jaardocument 2010
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
ACTIVA
2. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Bedrijfsgebouwen en terreinen 22.926.837 22.955.831
Machines en installaties 1.015.218 1.122.694
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 5.060.447 4.832.190
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 250.000 493.347
Totaal materiële vaste activa 29.252.502 29.404.062
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Boekwaarde per 1 januari 29.404.062 28.994.772
Bij: investeringen 2.727.160 2.995.298
Af: afschrijvingen 2.878.720 2.585.296
Per saldo correctie -712
Boekwaarde per 31 december 29.252.502 29.404.062
Cumulatieve afschrijvingen 17.431.142 14.865.392
Toelichting:
3. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Deelnemingen 175.000 175.000
Vorderingen op deelnemingen 468.500 341.000
Overige vorderingen 18.273
Totaal financiële vaste activa 643.500 534.273
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
€
Boekwaarde per 1 januari 2010 534.273
Bij: verstrekte lening 127.500
Af: afschrijving overige vorderingen -18.273
Boekwaarde per 31 december 2010 643.500
Toelichting:
RoderSana Holding B.V. In 2007 (looptijd: 25 jaar, rente: 6%), 2009 (looptijd: 2 jaar, rente: euribor + opslag) en
2010 (looptijd: 1 jaar, rente: 4%) zijn langlopende leningen verstrekt aan RoderSana Holding B.V.
In 2007 is een belang van 16,7% in het aandelenkapitaal verworven van de nieuw opgerichte vennootschap
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa
en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.
IrisZorg 63
Jaardocument 2010
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
ACTIVA
4. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Overige voorraden 453.808 287.723
Totaal voorraden 453.808 287.723
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Onderhanden werk DBC's 11.825.524 9.893.766
Af: ontvangen voorschotten -5.649.493 -5.649.493
Totaal onderhanden werk 6.176.031 4.244.273
6. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Vorderingen op debiteuren 5.831.661 5.328.272
Nog te factureren omzet DBC's 1.381.083 1.064.551
Overige vorderingen 401.335 1.339.578
Nog te ontvangen bedragen 614.222 402.647
Overige overlopende activa 242.642
Totaal vorderingen en overlopende activa 8.228.301 8.377.690
Toelichting:
De vorderingen op debiteuren zijn opgenomen tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met eventueel
noodzakelijk geachte waardecorrecties voor oninbaarheid voor een bedrag van € 349.522
IrisZorg 64
Jaardocument 2010
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
t/m 2007 2008 2009 2010 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari 45.136 909.035 1.559.891 2.514.062
Financieringsverschil boekjaar 4.758.645 4.758.645
Correcties voorgaande jaren -45.136 151 -62.251 -107.236
Betalingen/ontvangsten -719.263 -631.790 -1.351.053
Subtotaal mutatie boekjaar -45.136 -719.112 -694.041 4.758.645 3.300.356
Saldo per 31 december 189.923 865.850 4.758.645 5.814.418
Stadium van vaststelling (per erkenning):
DBC c c c a
AWBZ c c c a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2010 2009
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 49.677.408 40.216.581
Af: ontvangen voorschotten 23.021.854 17.353.216
Af: gefactureerde DBC's 19.648.240 19.998.158
Af: overige ontvangsten u.h.v. nog te factureren DBC's 299.106 -1.482.830
Af: overige ontvangsten u.h.v. onderhanden DBC's 1.949.563 2.788.146
Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 2010 2009
€ €
Financieringsverschil AWBZ 1.354.807 1.038.841
Financieringsverschil DBC-financiering 3.403.838 521.050
Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891
Het budget Zorgverzekeringswet 2010 bedraagt 25.300.747
Het budget AWBZ 2010 bedraagt 24.376.661
Totaal budget 2010 49.677.408
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Bankrekeningen 700.468 2.091.841
Kassen 48.456 37.630
Totaal liquide middelen 748.924 2.129.471
IrisZorg 65
Jaardocument 2010
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
10. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Kapitaal 23 23
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 7.989.585 4.403.049
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 3.289.921 3.037.008
Totaal eigen vermogen 11.279.529 7.440.080
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010
€ € € €
Kapitaal 23 23
23 23
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010
€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten: 3.103.443 3.344.062 6.447.505
Bestemmingsreserves: 0
Egalisatie afschrijvingen 499.606 92.474 592.080
Proces Innovatie Zorg 800.000 150.000 950.000
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 4.403.049 3.586.536 7.989.585
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010
€ € € €
Algemene reserve 2.462.113 252.913 2.715.026
Bestemmingsreserve 574.895 574.895
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 3.037.008 252.913 3.289.921
Toelichting:
Ultimo 2005 is uit het niet-collectief gefinancierd vrij vermogen een bestemmingsreserve gevormd ad € 574.895 ter
grootte van de boekwinst inzake de verkoop van een onroerende zaak. De bestemmingsreserve is gevormd ter dekking
van tekorten inzake huisvestingskosten in de regio Zuid.
Uit de resultaatbestemming 2009 is een bestemmingsreserve gevormd ter grootte van € 800.000 in verband met de
voorgenomen innovatie-activiteiten voor zorgvernieuwing en verdere ontwikkeling van de procesvoering ter verbetering
van de kwaliteit en efficiëncy. In 2010 is hier € 350.000 aan onttrokken en € 500.000 aan toegevoegd.
Het saldo van de op grond van de bekostigingssystematiek in de subsidie toegekende bedragen voor afschrijvingen en
de werkelijke afschrijvingen op instandhoudingensinvesteringen worden jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de
bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen. Toevoegingen en/of onttrekkingen aan de bestemmingsreserve
egalisatie afschrijvingen worden verantwoord via de resultatenrekening.
IrisZorg 66
Jaardocument 2010
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
11. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 31-dec-2010
€ € € €
Groot onderhoud 1.791.676 946.074 1.087.851 1.649.899
Voorziening Jubileum eigen werknemers 262.000 315.649 10.199 567.450
Toekomstige loonverplichtingen 118.748 31.700 87.048
Voorziening LFB 205.000 434.515 9.778 629.737
Totaal voorzieningen 2.377.424 1.696.238 1.139.528 2.934.134
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-2010
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.555.292
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.378.842
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.034.132
Toelichting per categorie voorziening:
12. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 16.979.042 18.208.546
Overige langlopende schulden 151.598 202.436
Totaal langlopende schulden 17.130.640 18.410.982
Het verloop is als volgt weer te geven: 2010 2009
€ €
Stand per 1 januari 19.573.075 13.979.130
Bij: nieuwe leningen 7.000.000
Af: aflossingen 1.297.272 1.406.055
Stand per 31 december 18.275.803 19.573.075
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 1.145.163 1.162.092
Stand langlopende schulden per 31 december 17.130.640 18.410.983
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 1.145.163 1.162.092
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 17.130.640 18.410.983
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 12.398.795 13.819.613
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.
De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Toelichting:
Er is in totaal voor € 12.178.136 aan hypothecaire zekerheden verstrekt.
In de waarderingsgrondslagen worden de voorzieningen nader toegelicht.
IrisZorg 67
Jaardocument 2010
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans
PASSIVA
13. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Schulden aan kredietinstellingen (w.o. investeringskrediet) 3.994.263 4.911.062
Crediteuren 2.306.520 4.309.858
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 1.145.163 1.162.092
Belastingen en sociale premies 2.710.733 2.188.139
Schulden terzake pensioenen 695.514 523.896
Nog te betalen salarissen 219.812
Vakantiegeld 1.949.063 1.757.071
Vakantiedagen 1.070.343 945.510
Overige schulden 34.323 56.566
Nog te betalen kosten 2.232.629 1.818.665
Vooruitontvangen opbrengsten 1.490.095 1.020.832
Overige passiva 2.124.722 569.376
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 19.973.179 19.263.068
Toelichting:
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
uit hoofde van debet-saldi van cliënten met gelden in beheer bij genoemde stichting.
€ 1.441.927 was benut. Daarnaast is er een kredietfaciliteit op de rekening courant verstrekt van € 14.500.000. Dit bestaat
De Rabobank stelt een solvabiliteitsratio eis van minimaal 5 %.
Onder de schulden aan kredietinstellingen is een investeringskrediet begrepen van € 5.000.000 waarvan ultimo 2010
uit een faciliteit van € 10.500.000 voor Onderhanden Werk DBC en € 4.000.000 voor werkkapitaal.
De stichting is financiële verplichtingen aangegaan inzake huur en lease ter waarde van € 3.165.000.
Voor een aantal panden zijn langjarige huurovereenkomsten aangegaan.
Aan derden zijn bankgaranties gesteld ad € 145.902.
voor verplichtingen van stichting Beheer en Administratie van Gelden van Clienten in de Maatschappelijke Zorg
Naast de zekerheden, welke zijn vermeld onder de post 'Langlopende schulden', zijn de in eigendom verkregen inventarissen,
vervoermiddelen en de vorderingen op derden van de stichting in onderpand gegeven.
Met betrekking tot de stichting Beheer en Administratie van Gelden van Clienten in de Maatschappelijke Zorg bestaat
de overeenkomst om jaarlijks de exploitatietekorten aan te vullen. Tevens stelt de stichting IrisZorg zich garant
IrisZorg 68
Jaardocument 2010
5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vast activa (financiële vast activa)
5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
Start- en
NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen rente Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal
voorzieningen kosten bouwingen Projecten vergunning
€ € € € € € € € € €
Stand per 1 januari 2010
- aanschafwaarde 1.183.742 144.491 5.728.374 18.774 3.396.921 2.137.070 493.347 13.102.719 44.269.455
- cumulatieve afschrijvingen 74.052 1.044.222 2.837 733.064 1.014.376 2.868.551 14.865.393
Boekwaarde per 1 januari 2010 1.183.742 70.439 4.684.152 15.937 2.663.857 1.122.694 493.347 10.234.168 29.404.062
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 936.144 936.144 3.229.468
- herwaarderingen
- afschrijvingen 7.225 114.567 469 293.826 107.475 523.562 2.878.720
- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde
.cumulatieve herwaarderingen
-corr afschrijvingen
- desinvesteringen
aanschafwaarde 8.961 493.347 502.308 502.308
cumulatieve herwaarderingen
cumulatieve afschrijvingen
per saldo 8.961 493.347 502.308 502.308
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -8.961 -7.225 -114.567 -469 642.318 -107.475 -493.347 -232.218 -151.560
Stand per 31 december 2010
- aanschafwaarde 1.174.781 144.491 5.728.374 18.774 4.333.065 2.137.070 13.536.555 46.996.615
- cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve afschrijvingen 81.277 1.158.789 3.306 1.026.890 1.121.851 3.392.113 17.744.113
Boekwaarde per 31 december 2010 1.174.781 63.214 4.569.585 15.468 3.306.175 1.015.219 10.144.442 29.252.502
Afschrijvingspercentage 5,0% 2,0% 2,5% 5-25% 5,0%
IrisZorg 69
Jaardocument 2010
5.1.6.2 WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal
middelen sering WMG
€ € € €
Stand per 1 januari 2010
- aanschafwaarde 1.094.471 1.094.471
- cumulatieve afschrijvingen 834.991 834.991
Boekwaarde per 1 januari 2010 259.480 259.480
Mutaties in het boekjaar
- investeringen
- herwaarderingen
- afschrijvingen 105.173 105.173
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde
.cumulatieve herwaarderingen
.cumulatieve afschrijvingen
- desinvesteringen
aanschafwaarde
cumulatieve herwaarderingen
cumulatieve afschrijvingen
per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -105.173 -105.173
Stand per 31 december 2010
- aanschafwaarde 1.094.471 1.094.471
- cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve afschrijvingen 940.164 940.164
Boekwaarde per 31 december 2010 154.307 154.307
Afschrijvingspercentage 10-20%
IrisZorg 70
Jaardocument 2010
5.1.6.2 WMG-gefinancierde vaste activa Subtotaal
Grond Gebouwen/ Inventaris/ Vervoer- Automati- Onderhanden niet WTZi
en terreinen Verbouwingen Installaties middelen sering Projecten WMG
€ € € € € € €
Stand per 1 januari 2010
- aanschafwaarde 206.923 19.289.314 7.401.631 427.155 2.747.242 30.072.265
- cumulatieve afschrijvingen 5.158.531 3.596.342 324.613 2.082.363 11.161.849
Boekwaarde per 1 januari 2010 206.923 14.130.783 3.805.289 102.542 664.879 18.910.416
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 283.827 788.173 26.736 944.588 250.000 2.293.324
- herwaarderingen
- afschrijvingen 823.920 972.010 51.665 402.390 2.249.985
- corr afschrijvingen
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde
.cumulatieve herwaarderingen
.cumulatieve afschrijvingen
- desinvesteringen
aanschafwaarde
cumulatieve herwaarderingen
cumulatieve afschrijvingen
per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -540.093 -183.837 -24.929 542.198 250.000 43.339
Stand per 31 december 2010
- aanschafwaarde 206.923 19.573.141 8.189.804 453.891 3.691.830 250.000 32.365.589
- cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve afschrijvingen 5.982.451 4.568.352 376.278 2.484.753 13.411.834
Boekwaarde per 31 december 2010 206.923 13.590.690 3.621.452 77.613 1.207.077 250.000 18.953.755
Afschrijvingspercentage 0%-5% 2,2-3,3% 10-20% 20,0% 33,3%
IrisZorg 71
Jaardocument 2010
5.1.7 Mutatieoverzicht materiële vast activa (financiële vast activa)
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (geconsolideerd)
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2009 2010 gereed
onder-
handen
Indexering
WTZi
Aangepaste
goedkeuring
€ € € € € € €
Jeugdkliniek Tiel 493.347 442.797 936.144 2010
MHU Nijmegen 0 250.000 0 250.000 0 0 0 2011
Totaal 493.347 692.797 936.144 250.000 0 0 0
Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen
t/m 2010 Jaar van
ople-
vering
Nominaal
bedrag
WTZi
IrisZorg 72
Jaardocument 2010
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2010
Leninggever Datum Hoofdsom
Totale
loop-
tijd
Soort lening Werke-lijke-rente
Restschuld
31 december
2009
Aflossing in
2010
Restschuld
31 december
2010
Rest
schuld over
5 jaar
Resterende
looptijd in
jaren eind
2010
Aflos-sings-
wijze
Aflossing
2011
€ % € € € €
Rabobank 2001 2.722.681 40 Hypotheek Euribor + 0,195% 2.144.111 68.067 2.076.044 1.735.709 30 lineair 68.067
Rabobank 2004 800.000 40 Roll-over Euribor + 0,195% 694.979 20.004 674.975 574.955 34 lineair 20.004
Rabobank 2004 1.800.000 10 Roll-over Euribor + 0,195% 855.000 180.000 675.000 0 4 lineair 180.000
Rabobank 2007 1.500.000 20 Roll-over Euribor + 0,195% 1.312.500 75.000 1.237.500 862.500 17 lineair 75.000
Rabobank 2007 1.500.000 20 Roll-over Euribor + 0,195% 1.406.250 37.500 1.368.750 1.181.250 37 lineair 37.500
Rabobank 2004 4.800.000 35 Roll-over Euribor + 0,195% 4.110.000 138.000 3.972.000 3.282.000 29 lineair 138.000
Rabobank 1997 1.917.221 26 Onderhands 6,1% 1.032.350 73.739 958.611 589.914 13 lineair 73.739
BNG 2001 538.864 29 Onderhands 3,4% 425.419 28.361 397.058 255.252 14 lineair 28.361
Rabobank 2002 479.805 21 Onderhands 3,8% 277.781 25.253 252.529 126.264 10 lineair 25.253
Rabobank 2000 272.268 20 Onderhands 5,7% 149.748 149.748 0 0 0 lineair 0
Stichting Vrienden 1997 431.091 20 Hypotheek var. 172.436 21.555 150.882 43.109 7 lineair 21.555
Stichting Vrienden 2008 30.000 10 Onderhands 4,25% 30.000 5.045 24.955 10.342 8 annuïteit 2.684
Rabobank 2009 3.000.000 10 Roll-over Euribor + 1,6% 2.962.500 75.000 2.887.500 2.137.500 9 lineair 75.000
Rabobank 2009 4.000.000 10 Roll-over Euribor + 1,6% 4.000.000 400.000 3.600.000 1.600.000 9 lineair 400.000
Totaal 23.791.930 19.573.074 1.297.272 18.275.804 12.398.795 1.145.163
IrisZorg 73
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2010 2009
€ € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 40.216.581 34.190.581
Extramurale productieafspraken verslagjaar -50.924 1.950.000
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 219.277 407.000
Prijsindexatie materiële kosten -8.196 21.000
Groei normatieve kapitaalslasten 12.077 30.000
223.158 458.000
Uitbreiding erkenning en toelating:
- ZZP's kleinschalig wonen 6.069.119 0
- loon- en materiële kosten ZVW 3.497.476 1.827.000
- normatieve kapitaalslasten 925.990 488.000
10.492.585 2.315.000
Beleidsmaatregelen overheid:
- kortingsmaatregel GGZ -779.803 0
-779.803 0
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente -44.841 -23.000
- afschrijvingen 105.280 46.000
- overige 364.303 148.000
424.742 171.000
Overige mutaties:
- herallocatie ZZP -1.059.474 1.132.000
- overige mutaties 210.543 0
-848.931 1.132.000
Subtotaal wettelijk budget boekjaar 49.677.408 40.216.581
Correcties voorgaande jaren -107.236 880.241
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t 49.570.172 41.096.822
IrisZorg 74
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010
5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010
SEGMENT ZVW
Ref. 2010 2009
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 26.217.689 22.352.809
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 35.003 34.751
Overige bedrijfsopbrengsten 482.378 258.694
Som der bedrijfsopbrengsten 26.735.070 22.646.254
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 18.223.776 16.020.384
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 1.304.693 1.130.145
Overige bedrijfskosten 5.426.944 4.793.756
Som der bedrijfslasten 24.955.413 21.944.285
BEDRIJFSRESULTAAT 1.779.657 701.969
Financiële baten en lasten -522.640 -643.687
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 1.257.017 58.282
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 1.257.017 58.282
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009
€ €
Toevoeging:
Reserve aanvaardbare kosten 1.257.017 58.282
1.257.017 58.282
IrisZorg 75
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010
5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010
SEGMENT AWBZ
Ref. 2010 2009
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 23.361.582 18.744.012
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 318.220 361.423
Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 0
Overige bedrijfsopbrengsten 1.150.863 931.650
Som der bedrijfsopbrengsten 24.830.665 20.037.085
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 14.186.819 11.305.474
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 634.472 621.316
Overige bedrijfskosten 7.410.841 5.525.168
Som der bedrijfslasten 22.232.132 17.451.958
BEDRIJFSRESULTAAT 2.598.533 2.585.127
Financiële baten en lasten -215.610 -118.321
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 2.382.923 2.466.806
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 2.382.923 2.466.806
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009
€ €
Toevoeging:
Bestemmingsreserve: 2.140.449 1.666.806
Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 92.474 88.874
Zorginnovatie en procesverbetering 150.000 800.000
2.382.923 2.555.680
IrisZorg 76
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010
5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010
SEGMENT WMO
Ref. 2010 2009
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 549.447 1.115.702
Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 27.332.858 27.136.340
Overige bedrijfsopbrengsten 1.741.752 2.226.648
Som der bedrijfsopbrengsten 29.624.057 30.478.690
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 21.418.749 21.605.819
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 623.813 653.277
Overige bedrijfskosten 7.312.862 8.054.791
Som der bedrijfslasten 29.355.424 30.313.887
BEDRIJFSRESULTAAT 268.633 164.803
Financiële baten en lasten -138.515 -78.851
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 130.118 85.952
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 130.118 85.952
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009
€ €
Toevoeging:
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 130.118 85.952
130.118 85.952
IrisZorg 77
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010
5.1.9.1 Gesegmenteerde resultatenrekening over 2010
SEGMENT Overig (inclusief SFOR)
Ref. 2010 2009
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 1.065 490
Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 4.743.934 4.709.826
Overige bedrijfsopbrengsten 2.676.500 1.914.629
Som der bedrijfsopbrengsten 7.421.499 6.624.945
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 5.574.336 4.722.916
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 244.166 180.555
Overige bedrijfskosten 1.440.158 1.163.096
Som der bedrijfslasten 7.258.660 6.066.567
BEDRIJFSRESULTAAT 162.839 558.378
Financiële baten en lasten -93.111 -15.765
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 69.728 542.613
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 69.728 542.613
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009
€ €
Toevoeging:
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 69.728 542.613
69.728 542.613
IrisZorg 78
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010
5.1.9.2 Aansluiting totaal resultaat met resultaat segmenten
2010 2009
€ €
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen:
SEGMENT ZVW 1.257.017 58.282
SEGMENT AWBZ 2.382.923 2.466.806
SEGMENT WMO 130.118 85.952
SEGMENT Overig (inclusief SFOR) 69.728 542.613
3.839.786 3.153.653
Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening 3.839.786 3.153.653
IrisZorg 79
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 BATEN
16. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Eigen bijdragen cliënten 868.732 1.477.615
Totaal 868.732 1.477.615
17. Toelichting subsidies (inclusief overige WMO-prestaties)
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Overige subsidies (inclusief WMO) 32.111.795 32.207.730
Totaal 32.111.795 32.207.730
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Overige opbrengsten 6.060.592 5.004.808
Totaal 6.060.592 5.004.808
LASTEN
19. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Lonen en salarissen 44.674.675 39.873.344
Sociale lasten 6.221.593 5.410.691
Pensioenpremies 3.747.788 3.256.633
Overige personeelskosten 2.573.958 2.311.732
Subtotaal 57.218.014 50.852.401
Personeel niet in loondienst 2.185.667 2.802.192
Totaal personeelskosten 59.403.681 53.654.593
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:
- ZVW 328 292
- AWBZ 255 209
- WMO 385 413
- Overig 100 83
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.068 997
IrisZorg 80
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 BATEN
20. Afschrijvingen vaste activa
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- materiële vaste activa 523.562 436.555
Overige afschrijvingen:
- materiële vaste activa 2.283.582 2.148.740
Totaal afschrijvingen 2.807.144 2.585.295
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2010
€
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 2.807.144
waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 523.562
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 523.562
- WTZi-vergunningplichtige financiële vaste activa 18.273
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 541.835
22. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 5.421.807 5.321.572
Algemene kosten 7.926.916 6.469.972
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 1.701.312 1.864.986
Onderhoud en energiekosten 2.819.628 2.468.245
Huur en leasing 2.775.067 2.222.034
Dotaties en vrijval voorzieningen 946.074 1.190.000
Totaal overige bedrijfskosten 21.590.804 19.536.809
23. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Rentebaten 23.877 115.045
Rentelasten -993.753 -971.670
Totaal financiële baten en lasten -969.876 -856.625
24. Buitengewone baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Buitengewone baten 0 0
Totaal buitengewone baten en lasten 0 0
IrisZorg 81
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van Iriszorg over het jaar 2010 is als volgt:
1
2
3
4
5
6
7 Welke salarisregeling is toegepast?
8
9
10
11 Werkgeversbijdrage sociale lasten
12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU
13 Ontslagvergoeding
14 Bonussen
15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b)
16 Cataloguswaarde auto van de zaak
17 Eigen bijdrage auto van de zaak
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2010 is als volgt:
Naam Functie Bezoldiging
€
3.000
9.400
11.000
9.400
9.400
8.000
4.946
4.946
Totaal 60.092
Naam
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht
Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Tweehoofdig met voorzitter
Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder
werkzaam in uw organisatie?
Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het
bestuur geweest?
Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit
van het bestuur?
Tot welke datum was de persoon als bestuurder
werkzaam in uw organisatie?
Hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in
het verslagjaar?
Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?
Wat is de deeltijdfactor? (percentage)
a. Waarvan verkoop verlofuren
Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaars-
uitkeringsalaris en andere vaste toelagen
Toezichthouder
Toezichthouder
Toezichthouder
b. Waarvan nabetalingen voorgaande jaren
Bruto-onkostenvergoeding
Ja
Ovk voor onbepaalde tijd
NVZD-regeling (2)
drs D.F.L. Olthof MHA
1-1-1993
Ja
12
NVZD-regeling (2)
100%100%
162.604 149.960
1-4-1994
W.J. Foppen MSM
Ovk voor onbepaalde tijd
Ja
Nee
M.J. Louppen-Laurant
0
11.636
0
12.138
17.658
0
0 0
192.400
16.057
0
C. Bongers van Hekezen
177.653
38.575
1.323
30.690
1.217
Toezichthouder (vice-voorzitter)
Toezichthouder(voorzitter vanaf april 2010)
Toezichthouder (voorzitter) tot en met maart 2010
Toezichthouder vanaf mei 2010
Toezichthouder vanaf mei 2010
Drs. G.E.W. Prick
G. Bouman
Drs. Ir. J.M.F.D de Valk MBA
Mr. A.G. Coumans
Drs. R.C.A. de Veen
Ir. P. Koburg
IrisZorg 82
Jaardocument 2010
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2010 26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
Toelichting:
27. Honoraria accountant 2010
€
De honoraria van de accountant over 2010 zijn als volgt:
1 Controle van de jaarrekening 78.450
2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 84.788
3 Fiscale advisering 71.052
4 Niet-controlediensten 779
Totaal honoraria accountant 235.069
belastbaar loon van de Minister President overtrof.
In 2010 waren er geen personeelsleden en leden van de Raad van Bestuur waarvan het belastbaar loon het gemiddeld
IrisZorg 83
Jaardocument 2010
5.1.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2010
(na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-10 31-dec-09
€ €
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 1 0 0
Materiële vaste activa 2 27.467.308 27.483.410
Financiële vaste activa 3 643.500 534.273
Totaal vaste activa 28.110.808 28.017.683
Vlottende activa
Voorraden 4 0 0
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 6.176.031 4.244.273
Vorderingen en overlopende activa 6 12.280.155 11.003.281
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 7 5.814.418 2.514.062
Liquide middelen 9 354.181 1.892.181
Totaal vlottende activa 24.624.785 19.653.797
Totaal activa 52.735.592 47.671.479
Ref. 31-dec-10 31-dec-09
PASSIVA € €
Eigen vermogen 10
Kapitaal 23 23
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 9.829.182 5.485.757
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.077.958 4.077.958
Totaal eigen vermogen 13.907.163 9.563.738
Voorzieningen 11 2.759.521 2.251.043
Langlopende schulden 12 17.130.640 18.410.982
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 0 0
Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 18.938.268 17.445.716
Totaal passiva 52.735.592 47.671.479
IrisZorg 84
Jaardocument 2010
5.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening over 2010
Ref. 2010 2009
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 15 49.570.172 40.894.949
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 868.732 1.477.615
Overige bedrijfsopbrengsten 18 35.606.996 35.500.791
Som der bedrijfsopbrengsten 86.045.900 77.873.355
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 19 57.607.851 52.113.957
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 20 2.594.177 2.377.956
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 21 0 0
Overige bedrijfskosten 22 20.600.881 18.915.857
Som der bedrijfslasten 80.802.909 73.407.771
BEDRIJFSRESULTAAT 5.242.991 4.465.585
Financiële baten en lasten 23 -899.565 -857.419
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 4.343.426 3.608.166
Buitengewone baten en lasten 24 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 4.343.426 3.608.166
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2010 2009
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten 4.100.952 -5.025.834
Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 92.474 88.474
Bestemmingsreserve zorginnovatie en procesverbetering 150.000 800.000
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 0 529.194
4.343.426 -3.608.166
IrisZorg 85
Jaardocument 2010
5.1.12 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Enkelvoudige jaarrekening
5.1.12.1 Algemeen
5.1.12.2 Afwijkingen in waarderingsgrondslagen enkelvoudige jaarrekening
Niet van toepassing.
5.1.12.3 Wijziging verslaglegging
Met ingang van 2010 (met vergelijkende cijfers over 2009) is besloten dat in de enkelvoudige
jaarrekening alleen de cijfers van Stichting IrisZorg zijn opgenomen.
In deze paragraaf toelichten van specifieke waarderingsgrondslagen van de enkelvoudige jaarrekening. Indien er
geen afwijkingen zijn van de waarderingsgrondslagen in de enkelvoudige jaarrekening kunt u dit toelichten bij de
geconsolideerde waarderingsgrondslagen. Paragraaf 5.1.12 kunt u dan verwijderen.
IrisZorg 86
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans 2. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Bedrijfsgebouwen en terreinen 21.316.431 21.233.495
Machines en installaties 2.616.334 2.716.398
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 3.284.542 3.040.170
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 250.000 493.348
Totaal materiële vaste activa 27.467.308 27.483.411
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2010 2009
€ €
Boekwaarde per 1 januari 27.483.411 26.574.980
Bij: investeringen 2.649.652 3.277.027
Af: afschrijvingen 2.665.755 2.368.596
Boekwaarde per 31 december 27.467.308 27.483.411
Cumulatieve afschrijvingen 16.303.550 13.854.466
Toelichting:
3. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Deelnemingen 175.000 175.000
Vorderingen op deelnemingen 468.500 341.000
Overige vorderingen 0 18.273
Totaal financiële vaste activa 643.500 534.273
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
€
Boekwaarde per 1 januari 2009 534.273
Bij: verstrekte lening 127.500
Af: waardeverminderingen -18.273
Boekwaarde per 31 december 2009 643.500
Toelichting:
RoderSana Holding B.V. In 2007 (looptijd: 25 jaar, rente: 6%), 2009 (looptijd: 2 jaar, rente: euribor + opslag) en
2010 (looptijd: 1 jaar, rente: 4%) zijn langlopende leningen verstrekt aan RoderSana Holding B.V.
In 2007 is een belang van 16,7% in het aandelenkapitaal verworven van de nieuw opgerichte vennootschap
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa
en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.14. In toelichting 5.1.15
zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
In 1999 is de boekwaarde van de verbouwing aan het voormalige pand aan de Sonsbeeksingel opgenomen.
IrisZorg 87
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans ACTIVA
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Onderhanden werk DBC's 11.825.524 9.893.766
Af: ontvangen voorschotten -5.649.493 -5.649.493
Totaal onderhanden werk 6.176.031 4.244.273
6. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Vorderingen op debiteuren 4.588.259 1.233.287
Nog te factureren omzet DBC's 1.381.083 1.064.551
Overige vorderingen: 5.786.557
Nog te ontvangen bedragen 524.255 402.647
Totaal vorderingen en overlopende activa 12.280.155 3.082.279
Toelichting:
De vordering op debiteuren is opgenomen tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met eventueel
noodzakelijk geachte waardecorrecties voor oninbaarheid voor een bedrag van € 349.522.
IrisZorg 88
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans 7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
t/m 2007 2008 2009 2010 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari 45.136 909.035 1.559.891 2.514.062
Financieringsverschil boekjaar 4.758.645 4.758.645
Correcties voorgaande jaren -45.136 151 -62.251 -107.236
Betalingen/ontvangsten 0 -719.263 -631.790 -1.351.053
Subtotaal mutatie boekjaar -45.136 -719.112 -694.041 4.758.645 3.300.356
Saldo per 31 december 0 189.923 865.850 4.758.645 5.814.418
Stadium van vaststelling (per erkenning):
AWBZ c c c a
DBC c c c a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2010 2009
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 49.677.408 40.216.581
Af: ontvangen voorschotten 23.021.854 17.353.216
Af: gefactureerde DBC's 19.648.240 19.998.158
Af: overige ontvangsten u.h.v. nog te factureren DBC's 1.949.563 -1.482.830
Af: overige ontvangsten u.h.v. onderhanden DBC's 299.106 2.788.146
Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 2010 2009
€ €
Financieringsverschil AWBZ 1.354.807 1.038.841
Financieringsverschil DBC-financiering 3.403.838 521.050
Totaal financieringsverschil 4.758.645 1.559.891
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Bankrekeningen 317.187 1.857.340
Kassen 36.994 34.841
Totaal liquide middelen 354.181 1.892.181
IrisZorg 89
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA
10. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Kapitaal 23 23
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 9.829.182 5.485.756
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 4.077.958 4.077.958
Totaal eigen vermogen 13.907.163 9.563.737
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010
€ € € €
Kapitaal 23 0 0 23
23 0 0 23
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010
€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten: 4.186.150 4.100.952 0 8.287.102
Bestemmingsreserves:
Egalisatie afschrijvingen 499.606 92.474 0 592.080
Zorginnovatie en procesverbetering 800.000 150.000 0 950.000
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 5.485.756 4.343.426 0 9.829.182
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 bestemming mutaties 31-dec-2010
€ € € €
Algemene reserves: 3.503.063 0 0 3.503.063
Bestemmingsreserves: 574.895 0 0 574.895
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.077.958 0 0 4.077.958
IrisZorg 90
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA
Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2010
en resultaat over 2010
De specificatie is als volgt :
Eigen
vermogen Resultaat
€ €
Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 13.907.163 4.343.426
• Stichting Werkplaats De Hulsen te Nijmegen 204.485 31.166
• Stichting Modeltuinen te Beekbergen (gemeente Apeldoorn) -2.751.088 -436.613
• Stichting Welzijn Arnhem te Arnhem. -81.056 -98.194
Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 11.279.504 3.839.785
IrisZorg 91
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA
11. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2010 31-dec-2010
€ € € €
Groot onderhoud 1.784.043 863.880 1.087.852 1.560.071
Voorziening Jubileum eigen werknemers 262.000 317.912 10.199 569.713
Voorziening LFB 205.000 434.515 9.778 629.737
Totaal voorzieningen 2.251.043 1.616.307 1.107.829 2.759.521
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-2010
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.555.292
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.204.229
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 1.034.132
12. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 16.979.042 18.208.546
Overige langlopende schulden 151.598 202.436
Totaal langlopende schulden 17.130.640 18.410.982
Het verloop is als volgt weer te geven: 2010 2009
€ €
Stand per 1 januari 19.573.075 13.979.130
Bij: nieuwe leningen 0 7.000.000
Af: aflossingen 1.297.272 1.406.055
Stand per 31 december 18.275.803 19.573.075
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 1.145.163 1.162.092
Stand langlopende schulden per 31 december 17.130.640 18.410.983
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 1.145.163 1.162.092
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 17.130.640 18.410.983
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 16.635.640 13.819.613
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.
De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
IrisZorg 92
Jaardocument 2010
5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans PASSIVA
13. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt: 31-dec-10 31-dec-09
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 3.994.263 4.911.062
Crediteuren 2.101.494 5.211.590
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 1.145.163 1.162.092
Belastingen en sociale premies 2.698.183 2.079.356
Schulden terzake pensioenen 640.514 474.860
Nog te betalen salarissen 222.734 -23.668
Vakantiegeld 1.935.709 1.745.780
Vakantiedagen 1.070.343 945.510
Overige schulden: 27.918 32.759
Nog te betalen kosten: 2.182.631 -97.550
Vooruitontvangen opbrengsten: 1.473.595 1.004.141
Overige passiva: 1.445.722 -215
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 18.938.268 17.445.718
IrisZorg 93
Jaardocument 2010
5.1.14 Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vast activa)
5.1.14.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
Start- en
NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen rente Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal
voorzieningen kosten bouwingen Projecten vergunning
€ € € € € € € € € €
Stand per 1 januari 2010
- aanschafwaarde 0 1.183.742 144.491 5.728.374 18.774 3.396.921 2.137.070 493.347 13.102.719 41.434.675
- cumulatieve afschrijvingen 0 0 74.052 1.044.222 2.837 733.064 1.014.376 0 2.868.551 13.951.265
Boekwaarde per 1 januari 2010 0 1.183.742 70.439 4.684.152 15.937 2.663.857 1.122.694 493.347 10.234.168 27.483.410
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 0 0 0 936.144 0 0 936.144 2.838.492
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 0 7.225 114.567 469 293.826 107.475 0 523.562 2.352.284
- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
- terugname geheel afgeschreven activa 0
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-corr afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
- desinvesteringen 0
aanschafwaarde 0 8.961 0 0 0 0 0 493.347 502.308 502.308
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 8.961 0 0 0 0 0 493.347 502.308 502.308
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -8.961 -7.225 -114.567 -469 642.318 -107.475 -493.347 -232.218 -16.100
Stand per 31 december 2010
- aanschafwaarde 0 1.174.781 144.491 5.728.374 18.774 4.333.065 2.137.070 0 13.536.555 43.770.859
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 0 81.277 1.158.789 3.306 1.026.890 1.121.851 0 3.392.113 16.303.549
Boekwaarde per 31 december 2010 0 1.174.781 63.214 4.569.585 15.468 3.306.175 1.015.219 0 10.144.442 27.467.310
Afschrijvingspercentage 5,0% 2,0% 2,5% 5-25% 5,0%
IrisZorg 94
Jaardocument 2010
5.1.14 Mutatieoverzicht materiële vaste activa (financiële vast activa)
5.1.14.2 WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal
middelen sering WMG
€ € € €
Stand per 1 januari 2010
- aanschafwaarde 1.094.471 0 0 1.094.471
- cumulatieve afschrijvingen 834.991 0 0 834.991
Boekwaarde per 1 januari 2010 259.480 0 0 259.480
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 0 0
- herwaarderingen 0 0 0 0
- afschrijvingen 105.173 0 0 105.173
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0
0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -105.173 0 0 -105.173
Stand per 31 december 2010
- aanschafwaarde 1.094.471 0 0 1.094.471
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 940.164 0 0 940.164
Boekwaarde per 31 december 2010 154.307 0 0 154.307
Afschrijvingspercentage 10-20% 0,0% 0,0%
IrisZorg 95
Jaardocument 2010
5.1.15 Toelichting op de resultatenrekening over 2010
15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2010 2009
€ € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 40.894.949 33.994.501
Extramurale productieafspraken verslagjaar -50.924 1.950.000
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 219.277 407.000
Prijsindexatie materiële kosten -8.196 21.000
Groei normatieve kapitaalslasten 12.077 30.000
223.158 458.000
Uitbreiding erkenning en toelating:
- ZZP's kleinschalig wonen 6.069.119 0
- loon- en materiële kosten ZVW 3.497.476 1.827.000
- normatieve kapitaalslasten 925.990 488.000
10.492.585 2.315.000
Beleidsmaatregelen overheid:
- kortingsmaatregel GGZ -779.803 0
-779.803 0
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente -44.841 -23.000
- afschrijvingen 105.280 46.000
- overige 364.303 148.000
424.742 171.000
Overige mutaties:
- herallocatie ZZP -1.059.474 1.132.000
- overige mutaties -467.825 0
-1.527.299 1.132.000
Subtotaal wettelijk budget boekjaar 49.677.408 40.020.501
Correcties voorgaande jaren -107.236 874.448
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t 49.570.172 40.894.949
IrisZorg 96
Jaardocument 2010
5.1.15 Toelichting op de resultatenrekening over 2010 BATEN
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Overige subsidies 32.275.123 31.880.917
Overige opbrengsten 3.331.873 3.619.874
Totaal 35.606.996 35.500.791
LASTEN
19. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Lonen en salarissen 43.411.334 38.795.704
Sociale lasten 6.052.608 5.261.816
Pensioenpremies 3.640.248 3.179.168
Andere personeelskosten 2.483.319 2.196.568
Subtotaal 55.587.508 49.433.257
Personeel niet in loondienst 2.020.342 2.680.701
Totaal personeelskosten 57.607.851 52.113.957
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:
ZVW 328 292
AWBZ 255 207
WMO 385 413
Overig 94 78
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.062 990
20. Afschrijvingen vaste activa
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- materiële vaste activa 523.562 548.861
Overige afschrijvingen:
- materiële vaste activa 2.070.615 1.829.095
Totaal afschrijvingen 2.594.177 2.377.956
IrisZorg 97
Jaardocument 2010
5.1.15 Toelichting op de resultatenrekening over 2010
22. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 5.330.885 5.247.913
Algemene kosten 7.591.207 6.480.956
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 1.309.079 1.391.834
Onderhoud en energiekosten 2.730.763 2.390.753
Huur en leasing 2.775.067 2.222.034
Dotaties en vrijval voorzieningen 863.880 1.182.367
Totaal overige bedrijfskosten 20.600.881 18.915.857
23. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2010 2009
€ €
Rentebaten 23.688 112.113
Rentelasten -923.253 -969.531
Totaal financiële baten en lasten -899.565 -857.419
IrisZorg 98
Jaardocument 2010
5.2 Overige gegevens
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
De Raad van Bestuur van Stichting Iriszorg heeft de jaarrekening 2010 vastgesteld in de vergadering
van 21 maart 2011.
De Raad van Toezicht van de Stichting Iriszorg heeft de jaarrekening 2010 goedgekeurd in de vergadering
van 28 maart 2011.
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming
5.2.3 Resultaatbestemming
Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen met materiële invloed op de toestand
resultaat.
In de statuten van Stichting Iriszorg is geen bepaling opgenomen ten aanzien van de bestemming van het
per balansdatum voorgedaan.
IrisZorg 99
Jaardocument 2010
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders (1)
Raad van Bestuur
drs. D.F.L. Olthof MHA W.J. Foppen MSM
Voorzitter
Raad van Toezicht
G. Bouman mr. A.G. Coumans
Voorzitter Vice-voorzitter
drs. Ir. J.M.F.D. de Valk MBA drs. J.A. de Ruiter
C. Bongers van Hekezen drs. R.C.A. de Veen
ir. P. Koburg
(1) Uit overwegingen van veiligheid en privacy nemen wij geen handtekening op in deze versie van het jaardocument. In plaats hiervan is het
formulier ‘handtekening jaarverantwoording’ ondertekend en opgestuurd naar het CIBG.
5.2.6 Controleverklaring
De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina’s.
IrisZorg in het kortIrisZorg biedt trajecten aan voor wonen, werken en verslavings-behandeling. We investeren daarbij voortdurend in preventie en onderzoek. IrisZorg is tevens een erkende organisatie voor versla-vingsreclassering in het arrondissement Arnhem. Wij stimuleren mensen om in beweging te komen, gebruik te maken van hun kracht. Wij bieden hulp aan jongeren, volwassenen en gezinnen. Uitgangspunt daarbij zijn de wensen en mogelijkheden van de cliënt.
Cliënten kunnen terecht bij 60 vestigingen in Gelderland, een deel van Overijssel en Flevoland. 1300 professionals staan klaar om hen te ontvangen en te begeleiden. Onze medewerkers zijn helder, betrokken en deskundig.
Meer informatie: www.iriszorg.nl
IrisZorgPostbus 3516800 AJ ArnhemTelefoon: (026) 845 11 00
www.iriszorg.nl