Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

131
1 Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 INTERACTIE TUSSEN DE GROENE BEWEGING & DE THEATERWERELD Een sociologisch en filosofisch geïnspireerde landschapsschets aan de hand van vier casussen uit de 21 ste eeuw in Vlaanderen. Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Karolien Byttebier (00902921) Promotor: prof. dr. Christel Stalpaert

description

Mijn thesis naar aanleiding van de Master Theaterwetenschappen aan de UGent, academiejaar 2012-2013. Volledige titel: Interactie tussen de groene beweging en de theaterwereld. Een sociologisch en filosofisch geïnspireerde landschapsschets aan de hand van vier casussen uit de 21ste eeuw in Vlaanderen. De vier casussen zijn Benjamin Verdonck, Greenpeace, Saltcity van Leentje Goemaere, Carrotmobactie in Gent. Daarnaast is er ook een kort deel over IVAGO, Low Impact Theater en educatief milieutheater.

Transcript of Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

Page 1: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

1

Universiteit Gent

Academiejaar 2012-2013

INTERACTIE TUSSEN

DE GROENE BEWEGING & DE THEATERWERELD

Een sociologisch en filosofisch geïnspireerde landschapsschets aan de hand van vier

casussen uit de 21ste

eeuw in Vlaanderen.

Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,

Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen,

voor het verkrijgen van de graad van Master,

door Karolien Byttebier (00902921)

Promotor: prof. dr. Christel Stalpaert

Page 2: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

2

DANKWOORD

Een thesis is een werk van lange adem, het is dan ook een lange lijst van mensen aan wie ik

dank verschuldigd ben.

Op de eerste plaats mijn promotor, prof. dr. Christel Stalpaert: bedankt voor de goede raad en

het vertrouwen.

Dank aan mijn familie die mij steunde doorheen het hele proces. Mijn vriend die kritisch

bleef, maar ook oneindig geduldig en behulpzaam. Mijn vriendengroep voor de tips, de

wederzijdse peptalks en de momenten van ontspanning.

Ook dank aan iedereen die tijd vrijmaakte voor een interview. Het waren keer op keer

aangename gesprekken en jullie informatie was vaak van onschatbare waarde.

Een fel onderschatte categorie van mensen zijn de bibliothecarissen. Keer op keer wisten ze

zoekgeraakte boeken terug op te sporen, misleidende cijfercodes te kraken of doken ze met

een glimlach nogmaals het magazijn in, waarvoor veel dank.

Een laatste dankjewel gaat naar iedereen die duurzaamheid hoog in het vaandel draagt. De

verhalen die ik tijdens dit onderzoek las en hoorde, waren en zijn een bron van inspiratie.

Page 3: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

3

INHOUDSTAFEL

DANKWOORD

INHOUDSTAFEL

LIJST MET FIGUREN

INLEIDING

Inhoud I. CONTEXT ........................................................................................................................................ 11

1. De groene beweging .................................................................................................................. 11

1.1 Wetenschap en ideologie. ....................................................................................................... 11

1.1.1 Ecologie - een netwerk aan betekenissen ........................................................................ 11

1.1.2 Milieukunde – problemen oplossen ................................................................................. 13

1.1.3 Duurzaamheid .................................................................................................................. 14

1.1.4 Besluit ............................................................................................................................... 15

1.2 Verhoogd bewustzijn ............................................................................................................... 16

1.2.1 Wetenschap ...................................................................................................................... 16

1.2.2 Massamedia...................................................................................................................... 17

1.2.3 Filosofie ............................................................................................................................ 18

1.2.4 Subculturen ...................................................................................................................... 19

1.2.5 Politiek .............................................................................................................................. 20

1.2.6 Recht ................................................................................................................................. 21

1.2.7 Economie .......................................................................................................................... 21

1.2.8 Besluit ............................................................................................................................... 21

1.3 De groene beweging als sociale beweging .............................................................................. 21

1.3.1 Sociale bewegingen .......................................................................................................... 21

1.3.2 Een korte geschiedenis van de Westerse groene beweging ............................................ 22

1.3.3 Classificatie ....................................................................................................................... 24

1.4 Het groene gedachtegoed in Vlaanderen ............................................................................... 24

1.4.1 Hoe milieubewust is de Vlaming? .................................................................................... 24

1.4.2 Natuur- en milieuverenigingen ........................................................................................ 26

1.4.3 Transitiebeweging ............................................................................................................ 26

1.4.4 Besluit ............................................................................................................................... 27

2. Groene kunst – engagement binnen de kunsten ...................................................................... 28

Page 4: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

4

2.1 Inhoudelijk groen engagement, de taak van de kunstenaar? ................................................. 28

2.1.1 Voorstanders .................................................................................................................... 29

2.1.2 Tegenstanders. ................................................................................................................. 29

2.2 Wat kan kunst bereiken? ......................................................................................................... 30

2.2.1 Kunst en wetenschap ....................................................................................................... 30

2.2.2 Kunst verhoogt emotionele toegankelijkheid .................................................................. 31

2.3 Besluit ...................................................................................................................................... 33

II. Theoretisch kader .......................................................................................................................... 34

1. De social worlds theorie van de symbolische interactionisten. ................................................ 34

1.1 Het symbolisch interactionisme .............................................................................................. 34

1.2 Toepassing door Schlossman................................................................................................... 35

1.3 Toepassing thesis ..................................................................................................................... 37

1.3.1 De twee leefwerelden. ..................................................................................................... 37

1.3.2 De intersectie ................................................................................................................... 39

1.3.3 Het model ......................................................................................................................... 43

2. De as van Eckersley ................................................................................................................... 46

2.1 De vijf visies ....................................................................................................................... 47

2.1.1 Resource conservation (beschermen van natuurlijke hulpbronnen) ............................... 47

2.1.2 Human Welfare Ecology (welzijnsecologie) ..................................................................... 47

2.1.3 Preservationism (natuurbehoud) ..................................................................................... 48

2.1.4 Animal Liberation (dierenbevrijding) ............................................................................... 49

2.1.5 Ecocentrism (ecocentrisme) ............................................................................................. 50

2.2 Toepassing Thesis .................................................................................................................... 50

III. Casussen in Vlaanderen – Interactie tussen theaterwereld en de groene beweging in

Vlaanderen in de 21ste eeuw. ................................................................................................................ 53

1. THEATERWERELD EN ANTROPOCENTRISME – SALTCITY .......................................................... 53

1.1 Saltcity – inleiding .................................................................................................................... 53

1.2 Ik was nog nooit in Zelzate geweest. ....................................................................................... 54

1.3 Een vijand van het volk. ........................................................................................................... 55

1.3.1 Het verhaal ....................................................................................................................... 55

1.3.2 Situering binnen oeuvre van Ibsen ................................................................................... 55

1.3.3 Interpretaties .................................................................................................................... 56

2.4 Analyse Saltcity ........................................................................................................................ 59

2. THEATERWERELD EN ECOCENTRISME – BENJAMIN VERDONCK .............................................. 63

Page 5: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

5

2.1 De acties. ................................................................................................................................. 63

2.1.1 Bara/ke (2000) .................................................................................................................. 63

2.1.2 I like America and America likes me (2003) ...................................................................... 64

2.1.3 Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow (2004) ........................................................ 65

2.1.4 State of the Union en Handvest (2010) ............................................................................ 65

2.2 Sociologische situering ............................................................................................................ 66

2.3 Filosofische situering ............................................................................................................... 69

2.3.1 Respect ............................................................................................................................. 71

2.3.2 Voeling met omgeving ...................................................................................................... 71

2.3.3 Bestaansrecht ................................................................................................................... 71

2.4 Besluit ...................................................................................................................................... 72

3. GROENE BEWEGING EN ANTROPOCENTRISME – CARROTMOB ............................................... 73

3.1 De Carrotbeweging .................................................................................................................. 73

3.2 De carrotmob in Gent .............................................................................................................. 74

3.2.1 Ontstaan ........................................................................................................................... 74

3.2.2 Fair trade on Board ........................................................................................................... 75

3.2.3 Promotiecampagne .......................................................................................................... 75

3.2.4 D-day ................................................................................................................................ 76

3.2.5 Toekomst .......................................................................................................................... 76

3.3 Sociologische situering ............................................................................................................ 77

3.3 Filosofische situering ............................................................................................................... 78

3.5 Besluit ...................................................................................................................................... 79

4. GROENE BEWEGING EN ECOCENTRISME – GREENPEACE ......................................................... 81

4.1 Context .................................................................................................................................... 81

4.2 De Belgische actie .................................................................................................................... 83

4.3 Filosofische situering ............................................................................................................... 83

4.4 Sociologische situering ............................................................................................................ 85

4.5 Besluit ...................................................................................................................................... 87

5. BESLUIT ...................................................................................................................................... 88

IV. Buitenbeentjes .......................................................................................................................... 89

1. Educatief milieutheater. ............................................................................................................ 89

2. IVAGO en de theaterwereld. ..................................................................................................... 91

3. Low Impact Theater ................................................................................................................... 93

BIBLIOGRAFIE ........................................................................................................................................ 96

Page 6: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

6

Boeken ............................................................................................................................................... 96

Artikels uit vaktijdschriften. .............................................................................................................. 97

Thesissen en doctoraten ................................................................................................................... 98

Presentaties ....................................................................................................................................... 98

Publicaties ......................................................................................................................................... 98

Interviews (zie ook bijlagen) .............................................................................................................. 98

Artikels uit gedrukte kranten en tijdschriften. .................................................................................. 99

Online websites, teksten en artikels. .............................................................................................. 100

CREDITS ............................................................................................................................................... 107

Saltcity ............................................................................................................................................. 107

Bara/ke ............................................................................................................................................ 107

I like america, and america likes me ............................................................................................... 107

Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow .................................................................................. 107

BIJLAGEN ............................................................................................................................................. 108

Bijlage 1a- Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname interview Leentje Goemaere

over Saltcity ..................................................................................................................................... 108

Bijlage 1 b - Transcriptie interview Leentje Goemaere over Saltcity ............................................. 110

Bijlage 2 a- Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname interview Filip Bullens over

Carrotmob Gent .............................................................................................................................. 115

Bijlage 2 b - Transcriptie interview Filip Bullens over Carrotmob Gent .......................................... 117

Bijlage 3a – Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname interview Paul Coppens van

Paco Producties ............................................................................................................................... 122

Bijlage 3b - Transcriptie interview Paul Coppens van Paco Producties (ingekorte versie) ............. 124

Bijlage 4a - Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname interview Koen Van Caimere

IVAGO .............................................................................................................................................. 127

Bijlage 4b – Transcriptie interview met Koen Van Caimere van IVAGO ......................................... 129

Page 7: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

7

LIJST MET FIGUREN

Figuur 1 – Multi-level aspect van transities en transitiemanagement (naar Jones)

Figuur 2 – Schema Kals aangevuld met bevindingen van Curtis.

Figuur 3 – Origineel schema Schlossman in Actors and Activists, p. 56

Figuur 4 – Eigen schema op basis van Schlossman

Figuur 5 – Samenvattend schema met filosofische en sociologische as.

Page 8: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

8

INLEIDING

Op 13 mei 2013 houdt de klimaatverantwoordelijke binnen de VN Christiana Figueres een

persconferentie. De concentratie koolstofdioxidedeeltjes in de atmosfeer heeft de historische

drempel van 400 deeltjes per miljoen overschreden.1 Een nieuw triest record. “The world

must wake up and take note of what this means for human security, human welfare and

economic development.”2

We staan voor een uitdaging, dat is duidelijk. Wereldwijd zijn er steeds meer mensen die

beseffen dat er dringend iets moet veranderen. De groene beweging bijvoorbeeld, ondertussen

een gevestigd fenomeen. Met spandoeken, websites en wetsvoorstellen, betogingen en

boycots pogen ze het roer te keren. Hulp komt soms uit onverwachte hoek. Zo zijn er ook

theatermakers die zich door de klimaatcrisis laten inspireren.

Er is tussen deze twee leefwerelden een interessant spanningsveld ontstaan. Enerzijds

verwerken acteurs en regisseurs hun bezorgdheid in theaterstukken. Dit gebeurt soms heel

openlijk, dan weer op een minder zichtbare manier. Anderzijds spelen milieubewegingen

leentjebuur bij het theatermilieu. Een optocht met kostuums en theatrale rekwisieten of

guerrillatheater, waarbij de openbare ruimte onverwacht tot theater wordt omgetoverd? Het

kan allemaal.

Ik koos dit thema om verschillende redenen. Op de eerste plaats zijn zowel theater als

duurzaamheid thema’s die mij in hoge mate interesseren. De initiatieven waar ik over schrijf

zijn vandaag de dag weer erg actueel, ook dit motiveerde me. Daarnaast zou ik de kans

hebben met verschillende mensen uit het veld te spreken wat altijd een leerrijke ervaring is.

In deze thesis stel ik me de vraag welke interactie er is tussen de theaterwereld en de groene

beweging. Welke vormen van samenwerking zijn er? Hoe verhouden deze zich tot elkaar?

Zowel theaterspelers en -liefhebbers als de groene beweging waren en zijn wereldwijd zeer

actief. Ook de interactie tussen de twee is niet nieuw. Het gevolg is een vloedgolf van

informatie en mogelijke casussen. Enige afbakening was dus meer dan nodig. Daarom koos ik

ervoor enkel casussen te betrekken die plaatsvonden in Vlaanderen en in de 21ste

eeuw. Deze

1 “V.N.: ‘wereld heeft rode lijn overschreden met CO2 niveau’ ”, De Standaard,13 mei 2013.

2 “Ahead of June climate change talks, UN body urges coordinated response to CO2 ‘danger zone’ ”,

laatst geraadpleegd op 15 mei 2013,

http://www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=44894&Cr=climate+change&Cr1=#.UZTcuUpuqSp

Page 9: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

9

beslissing heeft enkele belangrijke voordelen, onder ander het verzamelen van

bronnenmateriaal heeft hier veel baat bij. Een aantal van de voorstellingen en evenementen

waarover ik schrijf, heb ik de afgelopen jaren ook zelf kunnen meemaken. Ook de

initiatiefnemers ontmoeten was in een aantal gevallen mogelijk.

Hoe verhoudt het huidige Vlaamse theaterlandschap zich tot de brede milieubeweging?

Opnieuw een ambitieus gegeven voor de beperkte plaats die een scriptie aanbiedt. Daarom

koos ik ervoor twee theoretische kaders te betrekken om zo een extra houvast te creëren. Op

de eerste plaats maak ik gebruik van de Social Worlds theory uit het symbolisch

interactionisme. Naast deze sociologische invalshoek, steun ik ook op de filosofische as die

Robyn Eckersley opstelde. De conceptuele ruimte die zo ontstaat, kan gebruikt worden om

verschillende initiatieven tot elkaar te verhouden.

Op deze manier ontstond de structuur van mijn thesis. Op de eerste plaats ga ik dieper in op

de twee leefwerelden die voor de sociologische as van tel zijn. Binnen de groene beweging

benadruk ik het verschil tussen de ecologistische stroming, de milieubeweging en het

duurzaamheidsdenken. Daarnaast verken ik kort de theaterwereld, meer bepaald de discussie

rond geëngageerd theater en twee wetenschappelijk perspectieven op het effect van kunst op

natuurbeleving en ecologie. Vervolgens verklaar ik het gebruik van beide assen en definieer

ik hun verloop. Dit resulteert in een samenvattend schema dat als leidraad dient voor vier

casussen. Twee initiatieven uit de groene beweging en twee uit de theaterwereld worden

vervolgens tegen het licht gehouden. Dit resulteert in vier analyses die tot op zekere hoogte

paradigmatisch zijn voor hun segment. Hierna heb ik oog voor wat in de context van dit

model buitenbeentjes zijn. Interactie tussen theater en milieubewust denken dat toch niet

binnen het theoretische kader valt. Tot deze buitenbeentjes behoren educatief schooltheater,

de theatrale acties vanuit IVAGO en theater dat streeft naar een lage voetafdruk.

Tijdens het schrijven van deze scriptie gebruikte ik een diverse groep bronnen. Boeken vond

ik onder andere in de bibliotheek van het Vlaams Theater Instituut, verschillende bibliotheken

van de Universiteit van Gent en de Universiteit van Antwerpen en de verschillende

stadsbibliotheken van Gent. De aandacht voor ecologie in het algemeen en binnen de kunsten

in het bijzonder is de laatste jaren sterk gestegen. Het aantal publicaties waaruit ik informatie

kon putten was dan ook erg uitgebreid en leek zelfs elke maand aan te groeien.

Omdat alle casussen zich afspeelden in de afgelopen tien jaar waren krantenartikels en

gespecialiseerde websites vaak een zeer belangrijk instrument in mijn zoektocht naar

Page 10: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

10

informatie. Daarnaast legde ik om dezelfde reden een aantal interviews af, de deelnemers

konden vaak informatie aanleveren die anders niet vindbaar geweest zou zijn.

Page 11: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

11

I. CONTEXT Hoe verhoudt het Vlaamse theaterlandschap zich vandaag de dag tot de brede groene

beweging? Om deze vraagstelling voldoende te kunnen kaderen ga ik eerst afzonderlijk in op

de twee leefwerelden die hierbij centraal staan. Op de eerste plaats schets ik de opkomst van

het ecologisch bewustzijn, de milieubeweging en het duurzaamheidsdenken. Daarnaast belicht

ik het gegeven van engagement binnen de kunsten.

1. De groene beweging

1.1 Wetenschap en ideologie.

Omdat termen als milieu, ecologie en duurzaamheid frequent gebruikt zullen worden

doorheen deze thesis definieer ik ze duidelijk bij het begin. Ecologie of milieukunde,

ecologisme, milieu-ideologie of duurzaamheidsdenken? Vaak worden ze door elkaar gebruikt.

Toch is er een duidelijk betekenisverschil.

1.1.1 Ecologie - een netwerk aan betekenissen

De term ecologie werd in 1868 geïntroduceerd door de Duitse bioloog Ernst Haeckel (1834-

1919) in het werk Naturliche Schöpfungsgeschichte. Hierin bespreekt hij, naast zijn eigen

ideeën, verschillende theorieën die wetenschappers als Linnaeus, Lamarck en Darwin voor

hem lanceerden. Etymologisch is het woord ecologie een samensmelting van de Griekse

woorden of , wat woning of leefruimte betekent, en , wat staat voor leer of

kunde. Hij definieert deze wetenschap als de subdiscipline van de biologie die betrekking

heeft op de relaties van een diersoort tot zijn organische en anorganische omgeving. Haeckel

deelt de ecologie op in drie subcategorieën: planten- , dieren- en humane ecologie. Ook

voerde hij het verschil tussen autecologie en synecologie in. In het eerste geval worden de

relaties tussen een soort en hun omgeving onder de loep genomen, bij synecologie analyseert

men de relaties tussen verschillende soorten organismen.3

De ecologie als wetenschap is uiteraard neutraal. Het is daarom belangrijk een duidelijk

onderscheid te maken met de ideologie of politieke stroming, hoewel die natuurlijk wel door

de wetenschap geïnspireerd zijn.4 Ecologie als ideologie of politieke stroming is een

normatief begrip dat een bepaalde totaalvisie op de wereld voor ogen heeft. Van Dale geeft

3 Patrick Florizoone. Ekologie en ekologisme: wetenschap en ideologie over de veranderende relatie

tussen de mens en de natuur: Een kritisch-filosofische beschouwing. (Gent: s.n., 1982): 9-14 4 In zijn thesis verklaart Florizoone ook de overgang naar en relatie tussen wetenschap en ideologie,

dit hier uit de doeken doen zou ons echter te ver leiden.

Page 12: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

12

als verklaring voor ‘ecologische boer’: ‘met respect voor het natuurlijk evenwicht telend,

zonder gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen’. Hier wordt duidelijk dat

deze boer er een bepaalde levensvisie op na houdt.5

In zijn thesis voor de vakgroep moraalwetenschappen onderscheidt Patrick Florizoone nog

twee andere termen. ‘Ecologisme’ verwijst naar een ideologie (naar analogie met bijvoorbeeld

socialisme of liberalisme). Ecologisme is een totaal-ideologie: ze heeft over alle belangrijke

terreinen van het maatschappelijk leven iets te zeggen. Een laatste onderscheid dat gemaakt

wordt, is dat van de ecologische beweging. Hiermee verwijst Florizoone naar de politieke

stroming. Zo is de partij Groen ecologisch geïnspireerd.6 In deze paper zou ik de term

‘ecologische beweging’ in een ruimere betekenis willen gebruiken, namelijk het geheel aan

mensen, organisatie en initiatieven dat in mindere of meerdere mate ideologisch geïnspireerd

werd door één of meerdere basisgedachten van het ecologisme.

Enkele basisgedachten binnen de wetenschap ecologie vormden een inspiratiebron voor de

ecologie als ideologie of politieke stroming. Zo worden stellingen die onderzoekers in hun

achterhoofd houden geëxtrapoleerd tot ideeën die waarden promoten binnen een

maatschappij. Florizoone wijst op zes centrale ideeën: 7

- Totaliteitsgedachte: problemen worden niet geïsoleerd bekeken, maar als deel van een

geheel. Het holisme, dat later nog aan bod komt, is hier zeker schatplichtig aan.

- Complexiteitsgedachte: monocausale verklaringen zijn uit den boze, de werkelijkheid

is veel complexer.

- Interdependentiegedachte: een ingreep op een ecologisch systeem kan gevolgen

hebben op verschillende andere niveaus en systemen.

- Kringloopgedachte: alles komt ergens vandaag en gaat ergens naartoe. De Cradle to

Cradle beweging sluit hier nauw bij aan.8

- Dynamismegedachte: de stabiliteit van een evolutie van een organisme kan

gemakkelijk verstoord worden.

5 Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, 14

e uitgave, 2005

6 Patrick Florizoone, Ekologie en ekologisme, 9. Eigenlijk is ‘ecologistisch’ het juiste adjectief bij

ecologie, en niet ecologisch (naar analogie met het verschil tussen socialistisch en sociaal). Toch zal ik

het adjectief ecologisch gebruiken (en eventueel ecologistisch als synoniem), aangezien dit zo

ingeburgerd is en ook zo door alle bronnen gebruikt wordt. Het woord ecologistisch is ook niet

opgenomen in het groene boekje. (“Ecologistisch”. Laatst geraadpleegd op 12 mei 2012.

http://woordenlijst.org/zoek/?q=ecologie&w=w) 7 Patrick Florizoone, Ekologie en ekologisme, 14-19

8 “What is cradle to cracle?”. Laatst geraadpleegd op 12 mei 2012. http://www.c2cplatform.be/

Page 13: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

13

- Evolutiegedachte: een complex ecosysteem heeft veel tijd nodig om tot volle

ontplooiing te komen, dit in tegenstelling tot de relatief korte periode die de mens

nodig heeft om een bouwwerk op te trekken. Hier ligt een link met de talrijke ‘slow’

bewegingen voor de hand: slow food, slow travel, slow science, slow living, … 9

1.1.2 Milieukunde – problemen oplossen

Net als de ecologie is de milieukunde een wetenschap. Het objectief van deze wetenschap is

het bestuderen van milieuproblemen en het zoeken van oplossingen voor die

milieuproblemen. Hierbij gaat het over problemen die zich voordoen tussen de mens en zijn

fysiek leefmilieu, met andere woorden: de levende en niet-levende omgeving van de mens.

Milieukunde houdt zich dus niet bezig met de relatie van bijvoorbeeld dieren onderling. Een

tweede verschil is de praktische invalshoek. Ecologie focust zich eerder op fundamenteel

onderzoek, waar milieukunde rechtstreeks gaat voor het oplossen van problemen.

Milieuproblemen zijn onder te delen in drie categorieën10

:

- bedreiging van veiligheid en gezondheid vb. Wanneer gifstoffen in landbouwgebied

geloosd worden, kan dit gewassen die daar gekweekt worden aantasten en onveilig

maken voor consumptie.

- gebruiksmogelijkheden worden verminderd of verdwijnen vb. ontbossing of

overdreven gebruik van grondstoffen.

- betekenisverlies vb. de esthetische schoonheid van een vertrouwd landschap gaat

verloren

De milieukunde benadert de zaken minder via een totaalvisie en kiest voor een praktisch

invulling. Ecologie is dan ook ruimer.11

De ideologie die met de milieukunde verwant is, is de milieu-ideologie. (Een niet zo vlot

bekkende vertaling van het Engelse environmentalism of het Franse environnementalisme.)

Iemand die deze ideologie genegen is, zal opkomen voor natuur, streven naar biologische

landbouw en inzitten met het uitsterven van diersoorten. Volgens Florizoone zit het verschil

9 “Everything worth doing is worth doing slowly”. Laatst geraadpleegd op 12 mei 2012.

http://www.theworldinstituteofslowness.com/ 10

Patrick Florizoone, De groenen: ideeën, bewegingen en partijen (Deurne: Kluwer, 1985), 12-14

11 Florizoone, De groenen, 14

Page 14: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

14

met het ecologisme in het feit dat aanhangers geen of weinig verband leggen tussen

milieuproblematieken en de politieke, sociale of economische realiteit. Milieu-ideologen zien

vaak wel het nut van politici voor bijvoorbeeld het stemmen van wetten, maar zien dat als een

noodzakelijk kwaad.12

1.1.3 Duurzaamheid

Sinds het Brundtland rapport uit 1987 door de World Commission on Environment and

Development groeide de term duurzame ontwikkeling/sustainable development langzaam uit

tot één van de nieuwe focussen van het groene discours. Van de talrijke bestaande definities

voor de term, is die uit het rapport zelf nog steeds de meest geciteerde13

: “Sustainable

development is development that meets the needs of the present without compromising the

ability of future generations to meet their own needs.”14

Duurzaamheid bestaat in deze visie

uit drie componenten: een ecologische, een economisch en een sociale. Deze drie pijlers

moeten in balans zijn en mogen niet los van elkaar behandeld worden. Sinds het rapport gaan

er stemmen op die het niet eens zijn met de oorspronkelijke definitie. Onder andere Peter Tom

Jones15

maakt het onderscheid tussen zwakke en sterke duurzaamheid.16

- zwakke duurzaamheid: Dit model bestaat uit drie afzonderlijke pijlers (ecologisch –

economisch – sociaal). Het model suggereert dat delen van het economische en sociale

systeem los staan van de milieu-impact. In geval van negatieve milieu-impact zou dit

schijnbaar gecompenseerd worden door bijvoorbeeld sociale verbeteringen.

- sterke duurzaamheid: Dit model bevat een hiërarchie: de ecologische component

omvat de sociale en samen omvatten ze de economische. Volgens deze visie kunnen

natuurlijke hulpbronnen nooit volledig vervangen worden door menselijk of

economisch kapitaal. Hoe dan ook, samenleving en economie kunnen niet buiten de

ecologische grenzen.

12

Florizoone, De groenen, 18-19 13

Martens, Pim. “Duurzaamheid: wetenschap of fictie?” (Rede uitgesproken bij de aanvaarding van

het ambt van bijzonder hoogleraar ‘Duurzame Ontwikkeling’ aan de Universiteit Maastricht, Open

Universiteit Nederland en Hogeschool Zuyd, 25 februari 2005) 14

“Our Common Future, Chapter 2: Towards Sustainable Development”. Laatst geraadpleegd op 15

juli 2013. http://www.un-documents.net/ocf-02.htm#I 15

Peter Tom Jones is burgerlijk ingenieur milieukunde, onderzoeksmanager aan de KULeuven en

pionier binnen de transitiebeweging. (“Terre reversa”, laatst geraadpleegd op 15 juli 2013,

http://www.petertomjones.be/) 16

Ingrid Van Samang, Fietsen door het kunstenveld naar morgen. Een onderzoek naar hoe het

kunstenveld invulling geeft aan haar rol inzake ecologie, een onderdeel van duurzaamheid. (Master

Thesis, Universiteit Antwerpen, 2012), 16-17

Page 15: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

15

Duurzaamheid is verbonden met een wetenschap, de duurzaamheidswetenschap. Hoewel deze

term circuleert, is het, zoals onder andere Pim Martens17

schrijft, meer een nieuw

wetenschappelijk paradigma van gedeelde onderzoeksprincipes dan een nieuwe, op zich zelf

staande wetenschap. Duurzame ontwikkeling heeft nood aan geïntegreerde

onderzoeksbenaderingen. Daarbij stelt hij een verschuiving van modus-1 naar modus-2

wetenschappen voor.

“Modus-1 wetenschap is volledig academisch van aard, monodisciplinair en

wetenschappers zijn hoofdelijk verantwoordelijk voor hun eigen wetenschappelijke

prestaties. In modus-2 wetenschap – die in de kern inter- en intradisciplinair is –

maken de wetenschappers deel uit van heterogene netwerken. Hun wetenschappelijke

taken zijn onderdeel van een uitgebreider proces van kennisproductie en zij zijn

verantwoordelijk voor meer dan wetenschappelijke productiviteit alleen.”18

Duurzaamheidswetenschap probeert met andere worden zowel fundamenteel als praktisch te

zijn.

Net zoals Florizoone vaststelde bij de ecologie en de milieukunde, hoort bij de

duurzaamheidswetenschap een ideologie. De Nederlandse krant Trouw stelt het wat scherper:

in januari 2013 publiceerden ze het dossier Duurzaamheid is de nieuwe religie. Trouw-

redacteuren Lodewijk Dros en Wilfred van de Poll stelden zelfs een groene catechismus op.19

Hierin worden de grote vragen des levens beantwoord vanuit een duurzaam perspectief.

Hoewel deze catechismus met ironisch sausje overgoten werd, is hij ook zeer zorgvuldig

opgebouwd en geeft hij een interessant perspectief op de levensvisie die van duurzaamheid

uitgaat.20

1.1.4 Besluit

De ecologische beweging, de milieubeweging en de duurzaamheidsbeweging zijn dus wel

degelijk drie verschillende zaken, al oefenen ze wederzijdse invloed uit. Iemand kan de

milieu-ideologie aanhangen zonder ecologisch geïnspireerd te zijn, omgekeerd is echter

17

Pim Martens is professor Global Dynamics and Sustainable Development in Amsterdam en

Leuphana en stichter van de Maastricht University Graduate School of Sustainability Science.

(« About Pim Martens », laatst geraadpleegd op 15 juli 2013, http://pimmartens.info/) 18

Pim Martens, “Duurzaamheid” 19

Lodewijk Dros, « Duurzaamheid is de nieuwe religie”, Trouw, 12 januari 2013. 20

Wilfred van de Poll en Lodewijk Dros, “Heilige plicht. Kleine catechismus van het groene geloof”,

Trouw, 12 januari 2013.

Page 16: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

16

moeilijker. Het valt op hoe de milieu-component relatief beperkt is qua onderzoeksveld en

ideologie, terwijl de ecologie en het ecologisme veel verder gaan. Duurzaamheid sluit nauwer

aan bij ecologie, maar gaat nog een stap verder in het benadrukken van de onderlinge

verbondenheid tussen verschillende wetenschappen en heeft als ideologie een nog

verstrekkender wereldbeeld.

De drie stromingen vat ik samen onder het adjectief ‘groen’. Op deze manier is het mogelijk

om probleemloos over de groene beweging te spreken en daarbij geen initiatieven uit te

sluiten. Om beter te begrijpen waar we vandaag staan, overloop ik kort enkele factoren die tot

een verhoogd groen bewustzijn leidden.

1.2 Verhoogd bewustzijn

Het idee dat onze planeet kwetsbaar is en we er goed aan zouden doen zorgzamer met haar

om te gaan, is sinds de jaren zestig in grote delen van de wereld in opmars21

. Deze

mentaliteitsverandering kwam er via een wisselwerking tussen verschillende elementen:

enkele gebeurtenissen die voor iedereen zichtbaar waren via de massamedia, maar ook

wetenschappelijke bevindingen, opkomst van milieufilosofie, -economie, en -recht, groeiende

politieke belangstelling en populaire subculturen speelden een rol. Het is vrijwel onmogelijk

exact na te gaan hoe de processen van beïnvloeding precies liepen, maar door telkens de

belangrijkste personen, gebeurtenissen en data aan te halen wordt het ruime kader zichtbaar.

1.2.1 Wetenschap

In 1661 schrijft de Engelsman John Evelyn (1620-1706), een rijke bewoner van London die

mee aan de wieg zou staan van de Royal Society, een traktaat met de titel The Inconveniencie of

the Aer and Smoak of London Dissipated. Hierin stelt hij dat de helft van de overlijdens in Londen te

wijten is aan luchtverontreiniging.22 Evelyn was niet de enige die al zo vroeg de wetenschap

(probeerde) in te zetten om de schadelijke gevolgen van de groeiende industrie aan te klagen.

Ook de Engelse chemicus en botanicus Stephen Hales (1677-1761) deed al onderzoek naar de

invloed van onzuivere lucht. Met de uitvinding van de ventilator loste hij meteen ook een deel

van het probleem op. De Amerikaan Georg Perkins Marsh (1801-1882) beschrijft in Man and

21

Het is belangrijk steeds te beseffen dat deze specifieke vorm van stijgend ‘groen’ bewustzijn zich

voornamelijk in de Westerse wereld heeft voorgedaan. Voor een bespreking van de situatie in onder

meer Oost-Europa en de Derde Wereld zie Tussen Aanpassing en Verzet. Milieubeweging en

Milieudiscours. door Hein-Anton Van Der Heijden. 22

Johan Pas, Nature morte?: kunst, natuur en biotoop. (s.l.: Stichting Leefmilieu, 1995), 23-24

Page 17: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

17

nature; or, Physical geography as modified by human action (1864) onder andere hoe

ontbossing bijdraagt tot verschraalde grond.23

Kritische wetenschappelijke artikelen waren in die tijd nog relatief zeldzaam. Dit verandert in

de jaren ’60 van de twintigste eeuw. Vanaf dan volgen de negatieve artikelen en rapporten

elkaar in snel tempo op. Hier volgen enkele van de meest invloedrijke. De Amerikaanse

biologe Rachel Carson (1907-1964) publiceerde in 1962 Silent Spring, waarin ze de negatieve

gevolgen van pesticiden als DDT onder de aandacht bracht. In The cost of economic growth

(1967) argumenteerde de Engelse econoom Ezra Mishan (°1917) dat economische groei tot

elke kost veel problemen met zich meebracht. Een jaar later schreef bioloog Paul R. Ehrlich

(°1932) The Population Bomb (waarin hij de bevolkingsgroei aan allerlei milieuproblemen

linkte. Een volgende tot de verbeelding sprekend rapport verscheen in 1972 en had de titel

Limits to Growth. Een groep wetenschappers die bekend raakte onder de naam de Club van

Rome trachtte de ontwikkeling van het model Aarde aan de hand van vijf variabelen

(bevolking, kapitaal, voedsel, natuurlijke hulpbronnen en vervuiling) te voorspellen. De

prognoses toonden telkens een zeer negatief scenario.24

Wetenschappers kunnen uit eigen initiatief het onderwerp onderzoeken, of in opdracht van

bevoorbeeld de overheid, bedrijven of verenigingen. Een nieuwe golf onderzoeken ging

vooral uit van overheidsorganisaties, hierover zeg ik kort iets onder de titel ‘politiek’.

1.2.2 Massamedia

In 1967 zonk voor het eerst een olietanker: de Torrey Canyon. Beelden van de besmeurde

kusten van Engeland en Frankrijk gingen de wereld rond. Een verslag van de ramp is een

aaneenschakeling van horrorverhalen: het gevecht tegen de monsterlijke hoeveelheid olie, dat

volgens de reporter sommige van de oudere vrijwilligers aan de oorlog deed denken, de

duizenden dode vogels en de besmeurde stranden. De toeristen zouden de plaats zonder

twijfel nog jaren mijden. Het geheel wordt ondersteund met onheilspellende muziek.25

Niet enkel de Vietnamoorlog kwam door de komst van de televisie rechtstreeks de huiskamers

binnen, ook verschillende milieurampen konden op massale persaandacht rekenen.

23

Schouten, De Natuur als beeld: 162-163, Pas, Nature morte?, 23-29 24

Hein-Anton Van der Heijden. Tussen aanpassing en verzet: milieubeweging en milieudiscours.

(Antwerpen: Ambo, 2000): 90-91 25

“Torrey Canyon Disaster”, laatst geraadpleegd op 12 juli 2013,

https://www.youtube.com/watch?v=IV-EhBesVjg.

Page 18: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

18

Kijkcijferkannonnen waren onder meer de dioxineramp in Seveso (1976), de kernramp in

Tsjernobyl (1986) en tientallen andere voorbeelden.26

Niet enkel de rampen op zich (al dan niet geholpen door reporters met een boon voor

spectakel) kunnen rekenen op media-aandacht, ook de groene verenigingen zelf leren beter

met de media om te gaan. Een veelzeggend voorbeeld is het TV-interview met de

Nederlandse prins Bernard in 1987 dat het Wereldnatuurfonds in één klap 100.000 nieuwe

donateurs opleverde.27

Ook Greenpeace staat bekend voor zijn mediastrategieën, hier kom ik

later op terug.

1.2.3 Filosofie

De milieufilosofie ontstond rond de jaren zestig. Braeckman en Vermeersch beschrijven de

thematiek van deze stroming als volgt: “de analyse van de oorzaken en het zoeken naar een

fundering van het ecologisch verantwoord handelen”28

. We kunnen een indeling maken tussen

idealistische en socio-economische benaderingen van de probleemstelling. Idealistische

filosofen stellen dat de problemen in onze samenleving ontstaan uit onze karakteristieke

mentaliteit. Zo ziet de Amerikaan Lynn White (1907-1987) de natuurideologie die hij in het

Christendom meent tegen te komen als grote boosdoener. Daartegenover verklaren socio-

ecologische of institutionele filosofen dat maatschappelijke processen en de

organisatievormen de basis vormen voor de ontsporing. Voorbeelden zijn de Nederlander

Hans Achterhuis (°1942), de Amerikaan Nicholas Xenos (°1948) en de Duitser Niklas

Luhmann (1927-1998).29

Een andere onderverdeling wijst op vier hoofdstromingen30

binnen de radicale ecologie:

sociale ecologie, diepe ecologie, ecofeminisme en spirituele ecologie. Ecofemisme focust op

het idee dat patriarchale krachten de natuur onderdrukken net zoals vrouwen onderdrukt

worden. Spirituele ecologie kent denkers als Theodore Roszak (1933-2011) en Rudolf Bahro

26

Van der heijden, Tussen aanpassing en verzet, 90-91 27

Van der Heijden, Tussen aanpassing en verzet, 67 28

Etienne Vermeersch en Johan Braeckman, De rivier van Herakleitos. (Antwerpen: Houtekiet, 2008):

369 29

Vermeersch en Braeckman, De rivier, 369-371 30

Zoals vaak het geval is, zijn mengvormen eerder regel dan uitzondering.

Page 19: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

19

(1935-1997) en is verwant met de New Age beweging. De aanhangers streven naar

zelfverandering vanuit een vorm van eenheidsbeleving met de kosmos.31

Binnen de sociale ecologie is de Amerikaan Murray Bookchin (1921-2006) een van de

belangrijkste theoretici. Volgens Bookchin is de kern van het probleem te zoeken in de hang

naar hiërarchie waar onze maatschappij en denkbeelden van doordrongen zijn. Mens en

natuur worden in deze visie herleid tot bruikbare dingen met alle (ecologische) gevolgen van

dien. Bookchin pleit voor het libertair socialisme of zelfs anarchisme.32

Diepe ecologie is zeer sterk verbonden met de Noorse ‘ecosoof’ Arne Naess (1912-2009). In

1973 schreef hij een artikel met de titel ‘The Shallow and the Deep, Long-Range Ecology

Movement. A Summary.’ De ‘oppervlakkige’ ecologie is, volgens hem, op dat moment erg

populair en heeft als doel: “Fight against pollution and resource depletion. Central objective:

the health and affluence of people in the developed countries.”33

Daartegenover plaats hij de

diepgaande ecologie, hierbij stapt men af van het antropocentrisme en pleit men voor

natuurlijke en culturele verscheidenheid.34

Je kan dit zien als een pleidooi voor een ecologisch

ideologie in tegenstelling tot een milieu-ideologie.

In mijn theoretisch kader maak ik gebruik van een filosofisch continuüm dat banden vertoont

met de theorie van Arne Naess, meer bepaald de antropocentrisch-ecocentrisch as van de

Australische Robyn Eckersley, momenteel professor aan de Universiteit van Melbourne.

1.2.4 Subculturen

In de jaren zestig en zeventig ontstaan verschillende jongerenculturen die zich afzetten tegen

de heersende mentaliteit, ook wat betreft de visie op natuur.

In Amerika kende de hippie- of flowerpower beweging veel aanhang in de tweede helf van de

jaren zestig. Net als de Beatniks, die als voorlopers van de hippies kunnen beschouwd

worden, voelden ze er niks voor hun leven te leiden volgens de sociaal conventionele ratrace.

Binnen deze subcultuur waren er geen negatieve gevoelens verbonden aan het lichaam en had

31

Frederik Janssens en Ullrich Melle. Voeten in de aarde: radicale groene denkers. (Antwerpen:

Hadewijch, 1996): 11-12 32

Janssens en Melle, Voeten in de aarde, 19-20 33

“The Shallow and the Deep, Long-Range Ecology Movement. A Summary” Laatst geraadpleegd op

13 mei 2012. http://www.ecology.ethz.ch/education/Readings_stuff/Naess_1973.pdf 34

Janssens en Melle, Voeten in de aarde, 171-173

Page 20: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

20

men een voorkeur voor het ongeschondene, zoals de natuur. Ook het idee van de ‘nobele

wilde’ beïnvloedde hen.35

In 1981 schreef de Amerikaanse Marilyn Ferguson (1938-2008) het boek The Aquarian

conspiracy. Vol optimisme verdedigde ze de thesis dat een nieuwe wereld komende is, die de

toenmalige crisis zou oplossen. In haar wereldbeeld leeft iedereen in harmonie met de natuur,

zonder te veel te vertrouwen in de technologie. Invloeden kunnen gevonden worden bij

Oosterse religies (zoals Zen) en methodes (zoals meditatie) en het holisme.36

Het holisme werd in 1926 geïntroduceerd door de Zuid-Afrikaanse staatman en filosoof Jan

Smuts (1870-1950).37

Holisme is de “biologisch-filosofische theorie die de

levensverschijnselen bepaald acht door de totaliteit van het levende, die meer is dan de som

van de onderdelen”.38

1.2.5 Politiek

Ook de politiek stapte mee in het ecoverhaal. In 1970 organiseerde de raad van Europa het

Europese jaar van de Natuurbescherming en organiseerde de Amerikaanse regering de eerste

Earth Day. In de periode hierna richtten ook talrijke landen ministeries of speciale onderdelen

van ministeries op die zich exclusief bezighielden met milieuproblematiek en werden talrijke

milieuwetten gestemd. Ook kwamen in deze periode de ecologische partijen op. Internationale

organisaties zoals de VN gaven opdracht tot het schrijven van invloedrijke rapporten. Our

common future of het Brundtland-rapport uit 1987 is een van de belangrijkste. Duurzame

ontwikkeling in alle werelddelen werd hier als de oplossing voor de klimaatproblematiek naar

voren geschoven.39

Een jaar later werd vanuit diezelfde VN het IPCC gesticht. De

Intergovernmental Panel on Climate Change brengt op geregelde tijdstippen rapporten uit

over de toestand van ons klimaat.40

35 Howard, John Robert. “The Flowering of the Hippie Movement,” Annals of the American Academy

of Political and Social Science, vol. 382 (mart 1969): 43-55 36

Franz Hollinger. “Does the counter-cultural Character of New Age Persist? Investigating social and

Political Attitudes of New Age Followers”, Journal of Contemporary Religion, 19 (2004), 289-291,

Erickson, Robert F., The Aquarian Conspiracy: Personal and Social Transformations in the 1980s by

Marylin Ferguson Review, Leonardo, 16 (1983), 65 37

Schouten, De Natuur als beeld, 170-171 38

Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, 14e uitgave, 2005

39 Van der Heijden, Tussen aanpassing en verzet, 92, 132

40“Understanding Climate Change” Laatst geraadpleegd op 30 mei 2012.

http://www.ipcc.ch/pdf/press/ipcc_leaflets_2010/ipcc-brochure_understanding.pdf

Page 21: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

21

1.2.6 Recht

Hierbij aansluitend beweegt er ook heel wat in het spanningsveld tussen recht en milieu.

Nieuwe wetten geven aanleiding tot een nieuw soort rechtszaken. Advocaten en rechters

buigen zich over de vraag wie aansprakelijk is en wie moet betalen bij allerlei vormen van

milieuhinder. Verschillende denkers reflecteren over het juridisch statuut van ‘de natuur’. Zo

stelde de Franse schrijver Philippe SaintMarc voor het leefmilieu een rechtspersoonlijkheid

toe te kennen. Een alternatief idee hield in dat aan iedere burger milieurechten toegekend

werden met betrekking tot zijn privé-eigendom.41

1.2.7 Economie

Vanaf de opkomst van het ecologisch bewustzijn speelt ook een sterke economische factor die

dit bewustzijn aanwakkert. Producenten en consumenten stellen nieuwe, groene eisen, maar

zijn ook bereid daar meer geld voor neer te tellen. Als gevolg schieten milieugerelateerde

producten en logo’s als paddenstoelen uit de grond.42

1.2.8 Besluit

Dit alles gaf in de jaren zestig aanleiding tot begin van een mentaliteitsverandering. Alles

wijst er op dat deze vandaag de dag nog steeds gaande is. Het aantal wetenschappelijke

ontdekkingen groeit, via internet verspreiden choquerende beelden van milieurampen zich

sneller dan ooit, filosofen, rechtsgeleerden, economen en politici blijven betrokken bij

milieuvraagstukken. En de bakfietsvlaming vormt met wat goede wil een subcultuur.

In dit netwerk van groeiend milieubewustzijn en ecologisch bewustzijn speelt de groene

sociale beweging een belangrijke rol.

1.3 De groene beweging als sociale beweging

1.3.1 Sociale bewegingen

Onder invloed van onder andere bovenstaande factoren, ontstond de groene sociale beweging.

De definitie van de sociale beweging wordt in the Blackwell Companion to Social

Movements opgebouwd uit vijf elementen43

:

41

Florizoone, De groenen, 39-40 42

Florizoone, De groenen, 35-37 43

David A. Snow et al., red., The Blackwell Companion to social movements (Oxford: Blackwell

Publishing, 2005), 6.

Page 22: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

22

- Bij een sociale beweging hangt een collectief aspect aan de acties.

- Men heeft een verandering op het oog.

- De sociale beweging bestaat naast of zonder instituties.

- Er is een zekere graad van organisatie.

- Er is een zekere graad van temporele continuiteit.

Vanaf de jaren zestig voldoet de groene beweging hier aan en hoewel er in de opeenvolgende

decenia veel veranderd is, is er momenteel nog steeds een belangrijke groene beweging.

1.3.2 Een korte geschiedenis van de Westerse groene beweging

Van de Engelse aristocraat Charles Waterton (1782-1865) wordt wel eens gezegd dat hij de

allereerste moderne natuurbeschermer was. Hij riep zijn domein in 1820 uit tot

natuurreservaat en bouwde de eerste vogelkastjes.44

Van de eenzame Waterton tot het huidige

landschap met de meest diverse natuur- en milieuverenigingen is een lange weg. Enkele

hoogtepunten.

Op het einde van de 19e ontstonden een hele serie organisaties zoals de Nederlandse

Vereniging tot Bescherming van Vogels (1899) of de Amerikaanse Sierra Club (1892). Deze

groepen waren eerder klein, antropocentrisch, apolitiek en vrij elitair. Ze beschermden de

natuur meestal door gebieden aan te kopen, vanaf de jaren ’20 werden ook protestacties

populairder. Vaak speelde eigen recreatiemogelijkheden een belangrijke rol, zoals in het geval

van de national Wildlife Federation (1936) die jagers en vissers verenigde.45

In de jaren zestig hangt er iets in de lucht:

Although it has antecedents stretching well back into the nineteenth century, the

modern environmental movement emerged only during the late 1960s. The

environment was only one – and by no means the most prominent – of the many

concerns of the New Left and the student movements that emerged during that decade

and that so firmly re-established protest as a part of the politics of liberal democratic

states.46

44

“Wakefield council: Charles Waterton”, laatst geraadpleegd op 15 juli 2013,

http://www.wakefield.gov.uk/CultureAndLeisure/HistoricWakefield/People/CharlesWaterton/default.

htm 45

Van der Heijden, Tussen aanpassing en verzet, 60, 131 46

Christopher Rootes, Environmental Protest in Western Europe (Oxford: Oxford University press,

2007), 234

Page 23: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

23

Het startschot voor een nieuwe sociale beweging die volgens sommige een van de

belangrijkste van de 20e eeuw zou worden.

47 In de jaren 70 zagen een aantal belangrijke

organisaties het levenslicht zoals Greenpeace en Friends of the Earth. In het volgende

decenium stegen hun ledenaantallen spectaculair.48

De gevestigde waarden in het landschap, met een zeer brede achterban, kregen vanuit de

marge de kritiek dat ze niet ver genoeg durven te gaan. Vaak was dit de aanleiding tot het

vormen van radicalere organisaties die vaak ook radicalere actiemethodes gebruikten. In

Nederland kende men bevoorbeeld het Dierenbevrijdingsfront (1978). Echt populair werden

deze groepen echter nooit.49

De geschiedenis van de groene beweging verschilt erg van land tot land, ook binnen Europa.

Net als Nederland en Duitsland, behoort België tot de landen in Europa waar de groene

beweging de langste geschiedenis heeft. Landen die iets minder ver in hun industriële

ontwikkeling waren, zoals Frankrijk, kenden pas een serieuze groene beweging vanaf 1975,

met de komst van het kernenergiedebat. In een derde groep landen in Europa, waartoe onder

meer Griekenland behoort, bloeide de groene beweging pas op met de komst van groene

partijen.50

Lange tijd werd aangenomen dat de groene beweging in de jaren 90 op de terugweg was, zo

zouden ze hun kracht om grote massa’s op de been te brengen grotendeels verloren zijn. De

frisse, jeugdige beweging zou vastgeroest zijn in formele instituties. Het is juister te zeggen

dat de organisaties vaker inzetten op andere methodes om bevoorbeeld een doel te bereiken of

media-aandacht te strikken. De enorme verscheidenheid aan milieuverenigingen, organisaties

en ad hoc samenwerkingen die vanaf de jaren zestig ontspruiten kunnen onmogelijk in een

paar paragrafen samengevat worden51

. Volgens Rootes leidt het echter geen twijfel dat de

groene beweging van alle sociale bewegingen die in de jaren zestig ontstonden tot de

belangrijkste is uitgegroeid.52

47

Snow et al., red., Blackwell comanion, 608 48

Rootes, Environmental protest, 234 49

Van der Heijden, Tussen aanpassing en verzet, 60-69 50

Ibid., 93 51

Rootes, Environmental protest, 1-3 52

Snow et al, red. Blackwell Companion, 608

Page 24: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

24

1.3.3 Classificatie

Doorheen de geschiedenis zijn er enorm veel verschillende vormen van milieubewegingen

ontstaan. Patrick Florizoone probeert de chaos het hoofd te bieden door een classificatie aan te

brengen. Hij onderscheidt verschillende kenmerken 53

:

- politiek – a-poliek. Sommigen denken dat politiek deel is van de oplossing.

Daartegenover staat een groep van mensen die de politiek omzeilt en de problemen

liever zelf aanpakt.

- Voor en tegenstanders van een partij. Een opdeling binnen de groep die in politiek als

instrument gelooft. Volgens een deel kan echte verandering enkel optreden als men

zelf politieke ambten kan veroveren. Anderen gaan hier tegenin, vaak uit vrees in zo’n

positie compromissen te moeten sluiten, zij doen bijvoorbeeld wel aan lobbywerk.

- hiërarchisch – non-hiërarchisch: Van strikte hiërarchie tot absoluut anarchisme, en

alles daartussen.

Ook andere classificaties zijn in omloop, maar bovenstaande onderscheidt zich in zijn

beknoptheid.

1.4 Het groene gedachtegoed in Vlaanderen

We groeven naar de wortels van de groene beweging, de verzameling van alle milieu,

ecologistische en duurzaamheidinitiatieven. Maar hoe staat het vandaag in Vlaanderen met

deze beweging? Ligt de Vlaming wakker van het milieu? Is er nog sprake van een sociale

beweging? Wat is de invloed in de politiek en het bedrijfsleven?

1.4.1 Hoe milieubewust is de Vlaming?

In het kader van het Vlaamse milieubeleidplan 2011-2015 liet minister Joke Schauvliege een

studie uitvoeren naar de kennis van en perceptie over de toestand van het milieu en het

milieubeleid bij Vlamingen. Ook probeerde men uit te vinden hoe milieubewust de Vlaming

handelt.54

Op basis hiervan onderscheidden de onderzoekers 6 types.55

De types zijn gerangschikt

volgens grootte van de groep.

53

Florizoone, De groenen, 55-56 54

Ipsos (2012) “Milieuverantwoord consumptie: monitoring perceptie en maatschappelijk

gedrag” in opdracht van Vlaamse Overheid – Leefmilieu, Natuur en Energiebeleid. 55

“Milieuverantwoorde consumptie”

Page 25: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

25

- De realisten (29%) Deze grootste groep heeft aandacht voor het milieu, maar zover

het binnen hun levensstijl past. Hun inzet is het resultaat van nuchtere afweging, zo

zullen ze geen financiële offers brengen.

- De bezorgde burgers (20%) Deze groep denkt na over de impact die ze hebben op het

milieu. Ze hebben nood aan meer informatie, hierbij zou de overheid volgens hen een

tandje bij kunnen steken.

- De ongeïnteresseerde consumenten (16%) Deze groep heeft weinig kennis over het

milieu of de initiatieven van de overheid, ze denken ook dat hun gedrag weinig

invloed heeft. Het belangrijkste is dat ze hun leven kunnen blijven leiden zoals zij dat

willen.

- De onwetenden (15%) De onwetenden beschikken vaak niet over de tijd, het geld of

de kennis om milieuvriendelijk te handelen. Indien ze meer gestimuleerd zouden

worden, willen ze hun gedrag vaak wel aanpassen.

- De grenzeloos groenen (10%) Deze groep denkt veel na over het eigen gedrag en

vinden het moeilijk zich in te beelden dat anderen dat niet zouden doen. De overheid

moet proberen zo veel mogelijk mensen te bereiken, maar de kracht van verandering

ligt vooral bij de mensen zelf.

- De bewust passieven (10%) Deze groep kent de problemen, maar vindt dat het niet aan

hen is ze op te lossen. Ze hebben geen zin om hun gedrag aan te passen.

Milieuvriendelijk is in hun ogen vaak synoniem voor te duur.

Er is dus maar een kleine minderheid in Vlaanderen die bewust niet milieuvriendelijk handelt.

De overige groepen staan positief ten opzichte van een milieubewuste instelling, hoewel ze dit

niet altijd in daden omzetten. De intensiteit van milieubewustzijn heeft het verloop van een

normaalcurve: de groepen met de meest uitgesproken meningen, de grenzeloos groenen en

bewust passieven, zijn het kleinst. De studie toont ook aan dat er over de verschillende

provincies vaak grote verschillen kunnen optreden. Zo bedraagt bijvoorbeeld het percentage

grenzeloos groenen in West-Vlaanderen 9%, terwijl dat in Oost-Vlaanderen 33% is. 56

De meerderheid van de mensen die de enquête invulden gaven aan dat ze nu meer voor het

milieu doen dan een aantal jaar geleden.57

56

“Milieuverantwoorde consumptie” 57

“Milieuverantwoorde consumptie”

Page 26: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

26

1.4.2 Natuur- en milieuverenigingen

Om een idee te krijgen over de hedendaagse natuur- en milieubewegingen die in Vlaanderen

actief zijn, is het rapport uit 2012 van Bond Beter Leefmilieu een handig instrument. Deze

koepelorganisatie voor Vlaamse natuur- en milieuverenigingen zond een uitgebreide enquête

uit naar al haar lidverenigingen met vragen over het werkjaar 2011.58

Doorheen het rapport

blijkt vooral de diversiteit aan verenigingen: sommigen zijn thematisch gespecialiseerd (vb.

TreinTramBus), anderen actiegericht (vb. Red De Voorkempen), er zijn opvangcentra,

milieuwerkgroepen (vb. stRaten-Generaal), vormingsorganisaties (vb. Natuurpunt Educatie),

koepels (vb. Natuurpunt en partners Meetjesland) en nog zoveel meer.59

“Het is onmogelijk om verenigingen eenduidig in te delen op basis van ledensoort,

werkingsgebied, methodieken of andere categorieën.”60

Dit amalgaam aan verenigingen valt

te vangen in enkele zeer algemene cijfers die desalniettemin veelbetekenend zijn. In 2011

konden de verenigingen rekenen op 14.900 vrijwilligers, stelden ze 485 VTE’s tewerk,

hadden ze 289.000 leden en organiseerden ze 18.000 activiteiten waaraan minstens 2.300.000

mensen deelnamen.61

1.4.3 Transitiebeweging

Een snel opkomende beweging in het Vlaamse groene veld is die van de transitie. De reeds

eerder aangehaalde Peter Tom Jones is één van de sturende krachten. Transitie verwijst naar

de omslag van het ene naar het andere maatschappelijke model. Externe factoren zoals

vervuiling en de opwarming van de aarde, samengevat onder de noemer ‘het landschap’

oefenen druk uit op het heersende systeem. Op microniveau ontstaan niches, dit zijn (groepen

van) mensen die zich inzetten voor verandering, in dit geval voor meer duurzaamheid.

Voorbeelden zijn nieuwe modellen voor mobiliteit (vb. autodelen) of energie. Indien het

58

Bond Beter Leefmilieu zond de enquête niet naar de afzonderlijke afdelingen van koepelorganisaties

als bijvoorbeeld JNM of Velt. Omdat de moederorganisatie de enquête invulden in naam van alle

lokale onderdelen, kan toch gezegd worden dat er een algemeen beeld gegeven werd. De respons van

de lokale organisaties die afzonderlijk uitgenodigd werden deel te nemen was vrij laag (29 van de 70

vulden de enquête in). De gegevens over de lokale organisaties kunnen, in tegenstelling tot deze van

de gewestelijke en regionale verenigingen, niet als representatief worden beschouwd. 59

. Bond Beter Leefmilieu (2012), “Profiel natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen” 60

“Profiel natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen.” 61

“Profiel natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen.”

Page 27: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

27

regime bezwijkt onder de druk van het

landschap en de niches, stabiliseert zich

na verloop van tijd een nieuw regime.62

In Vlaanderen zijn er enkele spelers erg

actief bezig met transitie. Transitie

Netwerk Middenveld 63

brengt

vakbonden, universiteiten, media en

andere middenveldorganisaties samen

in een transitiearena. Plan C of het

Vlaams Transitienetwerk Duurzaam Materialenbeheer probeert zoveel mogelijk spelers te

betrekken bij visievorming, het activeren van een lerend netwerk en transitie-experimenten.64

Eveneens met steun van de Vlaamse overheid ontstond DuWoBo, transitie duurzaam wonen

en bouwen.65

Maar ook privé-initiatieven willen het transitieproces een handje vooruit helpen.

Zo bundelt het Ministerie van Ideeën duurzame pioniers die zich specialiseren in zonnekoken,

seitan, gevelgroen en ruilen.66

1.4.4 Besluit

Kunnen we spreken van een uitgebreid groen weefsel in het Vlaanderen van de 21ste

eeuw? Ja,

er is duidelijk sprake van een uitgebreid netwerk aan actoren die naar een meer

milieubewuste, ecologische en/of duurzame wereld streven. 60% van de Vlamingen is

bezorgd om het milieu en handelt daar ook naar, natuur- en milieubewegingen bloeien en de

transitiebeweging heeft ambitie.

62

Van Samang, Fietsen door het kunstenveld naar morgen, 28-30 63

“Transitiefestival 2012”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013, http://www.transitiefestival.be/ 64

“Vlaams Transitienetwerk Duurzaam Materialenbeheer”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.plan-c.eu/wat/ 65

“Transitie Duurzaam wonen en bouwen”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.duwobo.be/ 66

“Het Ministerie van ideeën helpt eco-pioniers hun droom realiseren”, laatst geraadpleegd op 16 juli

2013, http://www.ministerievanideeen.be/nl/over-ons

Figuur 1 – Multi-level aspect van transities en

transitiemanagement (naar Jones)

Page 28: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

28

2. Groene kunst – engagement binnen de kunsten Doorheen de geschiedenis zijn talrijke voorbeelden te vinden van geëngageerde kunstenaars.

Anderzijds zijn er die radicaal streven naar de autonome l’art pour l’art. Ook hier zou het

mogelijk zijn hedendaagse ideeën te ontleden op basis van historische wortels. Ik kies er

echter voor te focussen op enkele recente stemmen in het debat. Daarnaast besloot ik ook

uitspraken en onderzoeken op te nemen die betrekking hebben op alle kunstvormen, naast

diegene die specifiek over theater gaan.

In het geval van kunst geïnspireerd door het ecologisme, milieu-ideologie of de

duurzaamheidsgedachte zijn er twee vormen waarin kunstenaars al dan niet engagement

kunnen opnemen.

- Inhoudelijk. De kunstenaar streeft ernaar de groene thema’s inhoudelijk in zijn werk te

verwerken. Dit kan op allerlei manieren, vanuit verschillende motieven en met

verschillende doelstellingen op het oog (vb. didactisch of emotionele betrokkenheid).

- Technisch. De kunstenaar kiest voor een lage voetafdruk door bijvoorbeeld een

recycleerbaar decor te gebruiken. Inhoudelijk hoeft het publiek hier niks van te

merken.

Ook technisch engagement kan, mits goede communicatie met het publiek, een krachtig

signaal zijn. Hierover meer in het onderdeel ‘Buitenbeentjes’67

. Voor deze thesis is vooral de

inhoudelijke link cruciaal.

2.1 Inhoudelijk groen engagement, de taak van de kunstenaar?

Hoewel sommigen zich ook tegen de tweede vorm van ‘eco’ verzetten, is het vooral de eerste

die al tot vergaande discussies heeft geleid. Sommigen vragen zich luidop af of de

kunstwereld, met het uitdragen van de ecologische gedachte, een nieuwe bestaansreden heeft

gevonden, anderen ontkennen dit met klem.68

We zetten twee kemphanen tegenover elkaar.

67

De strakke opdeling tussen technische kwaliteiten, die vaak de vorm beïnvloeden en de inhoud van

een werk is zonder twijfel arbitrair. Dit wordt ook duidelijk zo door een aantal kunstenaars aangevoeld

die zeer heftig reageerden op de suggesties in het handvest van Benjamin Verdonck, hoewel die enkel

op de technische kant focusten. (“Handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan

een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid”, laatst geraadpleegd op 15 juli 2013,

www.handvest.be) 68

Madeleine Bunting, “Art and Climate”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.artsandecology.org.uk/magazine/features/madeleine-bunting

Page 29: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

29

2.1.1 Voorstanders

Is het de taak van de kunstenaar om tijdens de huidige ecologische crisis zijn hele kunnen in

de strijd te gooien? Volgens sommigen is het antwoord hierop een volmondig ja. Rasheed

Araeen beschrijft in Art beyond art - Ecoaesthetics: A Manifesto for the 21st Century hoe de

kunstwereld in crisis verkeerd:

The crisis of art today is that of its reduction to picture or object-making for the global

spectacle of fetishism. Art is now going round inart-beyond-art-cover-240 circles –

like a dog chasing its own tail – generating tremendous energy but only to maintain

the dynamics of the art market which deals in precious commodities while the world is

facing environmental catastrophe.69

Kunstenaars kunnen en moeten het leven op aarde, naar zijn mening, grondig verbeteren. Dit

kan enkel als ze hun studio’s verlaten en hun verbeelding laten inspireren door hun

(natuurlijke) omgeving. Hij is een enorme fan van Beuys’ 7000 Oaks project, waarbij op een

heel concrete manier mensen samenwerken aan een groen kunstwerk, zelfs na de dood van de

kunstenaar.70

2.1.2 Tegenstanders.

Araeen staat niet alleen met zijn mening. Maar er zijn ook hevige tegenstanders. Jan Lauwers

van Needcompany verwoordt het als volgt:

‘Kunst die iets anders pretendeert te zijn dan zichzelf is slechte kunst. Schoonheid is

vrijheid in zijn verschijning.’ Dit schreef Schiller tweehonderd jaar geleden, maar hij

was dan ook rotziek (…) Kunst is ecologie, kunst is politiek, kunst is allesbehalve

kunst. Schiller is toch te ziek om zich om te draaien in zijn graf. Net zoals religie een

tijd goed in de markt lag en elke voorstelling die met de koran of de bijbel te maken

had verkocht als biobroodjes, is het nu ‘ecologie’.71

69

“Art beyond Art”, laatst geraadpleegd op 14 juli 2013,

http://www.mottodistribution.com/shop/publishers/third-text/art-beyond-art.html 70

“Ecological art: what do we do now?” , laatst geraadpleegd op 14 juli 2013,

http://nonsite.org/feature/ecological-art-what-do-we-do-now 71

“Needcomany Nieuwsbrief mei 2011”, laatst geraadpleegd op 14 juli 2013.

http://www.handvest.be/vooreenactievemedewerkingvandepodiumkunstenaaneentransitienaarrechtvaa

rdigeduurzaamheid/reacties/406

Page 30: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

30

Het is duidelijk dat hij niet zit te wachten op iemand die het zijn plicht vindt om als

kunstenaar met ecologie bezig te zijn. Ook hij kan op de nodige instemming rekenen.

2.2 Wat kan kunst bereiken?

Of de kunstenaar mee in het groene verhaal wil stappen is één ding, het effect hiervan een

ander. Ook hier kijken we niet naar de technische effect, bijvoorbeeld een lagere voetafdruk

door verplaatsing via de trein, maar naar een inhoudelijk effect. Verschillende onderzoekers

bogen zich over de vraag of kunst onze visie, of zelfs ons gedrag tegenover de natuur kan

beïnvloeden. Twee voorbeelden geven een idee van het onderzoek dat in deze kringen wordt

gedaan.

2.2.1 Kunst en wetenschap

Wetenschappers hebben het vaak moeilijk het ruime publiek te informeren over hun

onderzoeksresultaten. Vanuit het idee dat kennis vaak de eerste stap is naar verandering is elk

middel dat hierbij van dienst kan zijn mooi meegenomen. Kan kunst zo’n middel zijn? Dit

was het uitgangspunt van een onderzoek dat werd uitgevoerd tijdens de jaarlijkse conferentie

van het Ecological Society of Australia. Tijdens de vijfdaagse bijeenkomst was kunst op

allerlei manieren aanwezig: muzikanten die zich lieten inspireren door het Australische

landschap, natuurfotografie, theater op basis van onderwerpen de onderzoekers bespraken,

enz. Achteraf vulden 239 van de 500 wetenschappers een enquête in. Een opvallende

meerderheid was positief over de aanwezigheid van kunst doorheen het programma. De helft

van de ondervraagden gaf aan dat de kunstwerken hen op een andere manier had doen

nadenken over hun onderzoeksveld. Evenveel stelden dat het concept hen ervan overtuigd had

dat kunst een rol heeft in het overbrengen van complexe informatie naar een breed publiek.

Toch overwoog maar 24% om kunst(enaars) ook effectief te betrekken bij hun werk.72

Vier kenmerken van kunst maken het volgens dit onderzoek tot een goede manier om

wetenschappelijke ontdekkingen te communiceren.

- Via kunst kan men complexe, wetenschappelijke informatie samenvatten en

overbrengen.

- Via kunst kan men nieuwe perspectieven over iets bekend aanbrengen.

72

D. J. Curtis, N. Reid en G. Ballard, “Communicating ecology through art: what scientists think.”,

Ecology and Society, 2012 (17) 3, laatst geraadpleegd op 14 juli 2013,

http://www.ecologyandsociety.org/vol17/iss2/art3/

Page 31: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

31

- Kunst raakt aan mensen hun emotie, hierdoor besteden ze meer aandacht aan het

onderwerp en onthouden ze het beter.

- De aanwezigheid van kunstwerken geeft een evenement iets ‘speciaal’, er ontstaat een

positieve, bijna feestelijke sfeer. Dit staat in fel contrast met de vaak pessimistische

stemming op dergelijke conferenties.

De medewerkers aan dit onderzoek zien een enorm potentieel voor de toekomst.73

2.2.2 Kunst verhoogt emotionele toegankelijkheid

David J. Curtis interviewde voor zijn doctoraat talrijke kunstenaars en personen die nauw

betrokken zijn bij natuurbehoud. Als besluit stelt hij dat kunst neemt, in de vorm van

inspiratie uit de natuur, maar geeft ook, want kunst kan vaak een aanzet zijn tot meer

verbondenheid met de natuur. Deze verbondenheid leidt volgens zijn model ook tot

gedragsverandering.

Van de 89 interviews waren er 42 met allerhande kunstenaars (onder andere schilders,

theatermakers en muzikanten) en de overige 47 met mensen met banden met natural resource

management, die zich dagelijks inzetten voor het doordacht omgaan met natuur. De

kunstenaars koos hij omdat hun werk de indruk gaf verbondenheid met de natuur te willen

promoten. (Hij focuste dus minder op de didactische mogelijkheden van kunst, maar eerder op

de emotionele). Van de natuurfans wist hij op voorhand niet of ze interesse hadden in een of

andere kunstvorm.74

Hij vroeg tijdens zijn interviews onder meer naar inspiratiebronnen van kunstenaars en naar

bijzondere kunstwerken die iemands visie op natuur hadden beïnvloed.75

Al snel bleek dat veel van de niet-kunstenaars die dagelijks in en rond de natuur werkten

gepassioneerde beschrijvingen konden geven van kunstwerken die hen dichter bij de natuur

hadden gebracht. De geïnterviewden voelden zich door kunst gesterkt in hun overtuigingen,

voelden zich op een spiritueel niveau verbonden met de natuur via de kunst of kregen (nog

meer) bewondering voor hun natuurlijke omgeving. De kunstenaars die ter sprake kwamen

73

D. J. Curtis, N. Reid en G. Ballard, “Communicating ecology through art” 74

D.J. Curtis, “Creating inspiration and empathy”, Ecological management and restoration, vol. 10,

nr. 3 (2009) 175-176. 75

ibid., 176

Page 32: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

32

haalden hun inspiratie meestal rechtstreeks uit de natuur, of keken op naar andere kunstenaars

die dit deden.76

Figuur 2 – Schema Kals aangevuld met bevindingen van Curtis.

Maar resulteert dit ook in een gedragsverandering naar de natuur toe? Ja, stelt Curtis. Om

deze stelling te staven vult hij het schema aan van Kals. Volgens dit gedragsschema leiden

drie elementen tot ecologisch gedrag: verontwaardiging over hoe met de natuurlijke

rijkdommen wordt omgegaan, interesse in natuur en emotionele verbondenheid met de natuur.

Zoals via de grijze aanvullingen van Curtis te zien is, worden al deze elementen potentieel

versterkt via kunst.77

“You only conserve what you cherish, and the arts help us to cherish certain places.”78

Deze

uitspraak van één van de deelnemers vat het onderzoek goed samen. Hoewel het hier gaat om

personen die reeds interesse tonen voor natuurbehoud en –bescherming, werd toch een

interessante tendens blootgelegd.

76

ibid, 176-177 77

ibid, 182-184 78

ibid, 183

Page 33: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

33

2.3 Besluit

Met de komst van de klimaatcrisis voelen sommige kunstenaars dat ze een taak te vervullen

hebben. Anderen zetten zich met alle mogelijke hevigheid tegen dit idee af. Los daarvan

bloeit het onderzoek naar de effecten van kunst, vaak in verhouding tot milieuproblemen of

een ecologisch of duurzame levenshouding. Sommige onderzoekers gaan zeer ver in het

promoten van kunst als katalysator van een groenere houding.

Page 34: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

34

II. Theoretisch kader Doen milieuverenigingen wel eens aan theater? Hebben theatermakers ‘iets’ met ecologie?

Deze spontane vragen waren het uitgangspunt van deze thesis. Al snel bleken ze een

stortvloed aan informatie op te leveren. Om hierbij het overzicht te bewaren besloot ik me te

focussen op 4 casussen. Deze vier werden gekozen vanwege hun exemplarische ligging op

twee continua die ik als theoretisch kader wil voorstellen.

Artistiek-ecologische acties kunnen een plaats krijgen op de filosofische as die Robyn

Eckersley introduceerde. Daarnaast maak ik gebruik van de sociologische stroming het

symbolisch interactionisme. Parallel aan de manier waarop David Schlossman de inzichten uit

deze stroming inzette, bouw ik een tweede as op.

1. De social worlds theorie van de symbolische interactionisten. De eerste as die we van dichterbij bekijken is van sociologische aard. Om de casussen te

situeren maken we gebruik van de sociale werelden theorie uit het symbolisch

interactionisme. Op de eerste plaats volgt een korte beschrijving van deze richting binnen de

sociologie. Vervolgens wordt de toepassing van deze theorie door Schlossman toegelicht. Zijn

model neem ik als blauwdruk voor mijn sociologische as. In het laatste onderdeel construeer

ik mijn eigen as op basis van de omlijnde sociale werelden.

1.1 Het symbolisch interactionisme

In de hedendaagse sociologie spelen vier inhoudelijke richtingen een belangrijke rol: het

structuralisme, de sociologie van het sociaal handelen, de interactionele richting en het

symbolisch interactionisme. De richtingen onderscheiden zich op basis van de aspecten van

de maatschappij die ze uitkiezen om er zo inzicht in te verwerven.79

Het symbolisch interactionisme ontstond bij het begin van de 20ste

eeuw. Spilfiguren als G.H.

Mead, C.H. Cooley en W.I. Thomas waren allen verbonden met de Universiteit van Chicago.

Toch kan moeilijk van een coherente en uniforme stroming gesproken worden. Qua thema’s,

begrippenkader en veronderstellingen verschillen de theorieën sterk. Een belangrijke

overeenkomst in hun onderzoek is het belang dat gehecht wordt aan de wederzijdse invloed

tussen personen en groepen. Meer specifiek buigt men zich over de vraag hoe tussen de

interactie tussen persoon en sociale omgeving, de sociale leefwereld van de mens wordt

79

P. Bracke en Brutsaert, H., Sociologie (Gent: Academia press, 2008), 211

Page 35: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

35

gecreëerd. De naam ‘symbolisch interactionisme’ werd in 1937 geïntroduceerd door de

socioloog Herbert Blumer.80

1.2 Toepassing door Schlossman

David A. Schlossman doctoreerde met het werk Actors and Activists. Politics, Performance,

and Exchange Among Social Worlds. Hierin maakt hij uitvoerig gebruik van de social worlds

theory uit het symbolisch interactionisme. Op basis van Howard Becker en Michal McCall

geeft Schlossman volgende beschrijving van het concept ‘social world’:

In contrast to institutions (such as associations, businesses, and schools) that have

formal boundaries, rules and structures, social worlds consist of networks of

individuals who share a common understanding of how to accomplish a certain

activity (social worlds may encompass institutions; e.g., Lincoln Center is an

institution within the theatre world). Symbolic interactionists argue that the character

and structure of social worlds derives from the negotiations of conventions by

participants, and they oppose models that view social structures as determining the

behavior of people.81

Social worlds/sociale werelden of leefwerelden zijn dus niet stabiel en hebben ook geen

formele grenzen. Toch beïnvloeden ze op een reële manier het gedrag en de denkbeelden van

de mensen die er toe behoren.82

Elke sociale wereld kent verschillende deelnemers. Aan de

ene kant zijn er insiders die de sociale wereld door en door kennen en hem tot op een zekere

hoogte mee vormgeven. Aan de andere kant zijn er ook outsiders of strangers die de principes

van de sociale wereld niet onder de knie hebben.83

Schlossman bestudeert de verschillende wisselwerkingen tussen activistische kringen en het

professioneel theater. Hij stelt dat er drie mogelijkheden zijn: activisten die aan theater doen,

acteurs die aan politiek doen of mensen die bij beide activiteiten evenveel betrokken zijn. Het

acteursmilieu en dat van de activisten ziet hij als twee verschillende sociale werelden, die

desondanks soms overlappen.84

80

ibid., 222-223 81

David A. Schlossman, Actors and Activists. Politics, Performance, and Exchange Among Social

Worlds. (New York: Routledge, 2002), 4 82

Ibid., 2-4 83

Ibid., 37 84

Ibid., 1-2

Page 36: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

36

De sociale wereld van het theater vat Schlossman bondig samen: “the theatre world consists

of the network of individuals who share an understanding of how to initiate, stage, advertise,

attend, and discuss a performance”85

Maar af en toe behoort iemand met deze kennis ook tot

een ander netwerk, dat van het activisme bijvoorbeeld. Om deze ideeën overzichtelijk samen

te vatten, werkt Schlossman een model uit. Hij stelt een continuüm op waarbij de plaats

aangeeft in hoeverre een actie behoort tot de sociale wereld van het theater, die van het

activisme of van allebei.86

De personen die tot de leefwereld van het politiek activisme behoren kunnen werken met

technieken die niks met theater te maken hebben, zoals het uitdelen van flyers of een simpele

demonstratie. Daarentegen kunnen ze ook kiezen voor methodes die wel aansluiten bij

theater: theatrale middelen gebruiken, guerrilla theater waarbij het publiek verrast wordt door

de actie, theater door een groep van activisten die iets weg heeft van een amateurgezelschap

of, in de meest extreme vorm, activistisch theater in samenwerking met professionele

theatermakers. De volgende groep op het continuüm zijn personen die zich zowel in de wereld

van het professionele theater als dat van het activisme als vissen in het water voelen. Hierna

komen initiatieven aan bod die eerder tot het artistiek dan tot het activistisch milieu horen:

protesten naar aanleiding van gebeurtenissen in de leefwereld van het theater (vb. een rel rond

de casting van een blanke acteur voor de rol van een Aziatisch karakter), community-theater

met het doel de gemeenschap te versterken en theater met een openlijk politieke inhoud.

Enkel theater zonder openlijk politieke inhoud kan gezien worden als niet activistisch.87

Schlossman maakt hierbij ook het onderscheid tussen directe en indirecte uitwisseling tussen

leefwerelden. In het geval van indirecte uitwisseling nemen insiders bepaalde kenmerken uit

een andere leefwereld over, al dan niet met kleine wijzigingen. Een voorbeeld is het gebruik

van bepaalde termen, zoals wanneer activisten een straatperformance ‘theater’ noemen. Bij

directe uitwisseling contacteren insiders van de ene groep die van de andere om zo gebruiken

uit te wisselen. Bijvoorbeeld, een groep professionele acteurs spreekt een politiek activist aan

om een workshop te komen geven over het schrijven van een open brief naar een krant.

Directe uitwisseling kan heel vluchtig zijn, zoals een telefoontje om een idee af te toetsen, of

85

Ibid., 36 86

Ibid., 54-56 87

Ibid., 55-59

Page 37: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

37

uitgroeien tot een langdurige samenwerking, bijvoorbeeld wanneer een groep activisten onder

leiding van een acteur lange tijd aan een toneelstuk werkt.88

Figuur 3 – Origineel schema Schlossman in Actors and Activists, p. 56

1.3 Toepassing thesis

Om de stortvloed aan initiatieven in te dijken en op een zinvolle manier te bespreken, besloot

ik mijn eigen as op te stellen, naar het voorbeeld van Schlossman.

1.3.1 De twee leefwerelden.

Binnen dit sociologisch perspectief koos ik ervoor twee leefwerelden af te bakenen. Aan de

ene kant die van het theater. Aan de andere kant die van de groene beweging.

88

Ibdi., 59-60

Page 38: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

38

De sociale wereld van het theater

Deze leefwereld definieer ik op dezelfde manier als Schlossman: “een netwerk van individuen

die kennis delen omtrent het opstarten, ensceneren, promoten, bijwonen en bediscussiëren van

een theatervoorstelling”89

. Deze definitie omvat professionele en semi-professionele acteurs

en regisseurs en acteurs en regisseurs in opleiding als kernleden van de leefwereld.

Ook personen die bij één of meerdere van deze activiteiten betrokken zijn, nemen deel aan de

leefwereld van het theater, zij het in mindere mate. Voorbeelden zijn acteurs uit

amateurgezelschappen, personen die theater op één of andere manier bestuderen zoals

theaterwetenschappers of recensenten of, in nog mindere mate, frequente bezoekers van

theatervoorstellingen.90

Het theaterlandschap in Vlaanderen is erg divers, en bijzonder actief. Voor een uitgebreide

analyse van het hedendaagse verwijs ik graag door naar een publicatie van het Vlaams

Theater Instituut: Ins & outs. A field analysis of the performing arts in Flanders.91

De sociale wereld van de groene beweging

De tweede leefwereld definiëren is een meer heikele zaak. Zoals al uitgebreid in het

inleidende deel aan bod kwam is er een verschil tussen het ecologisme, de milieu-ideologie en

het duurzaamheidsdenken. Alle drie leiden ze ook tot verschillende invullingen van de groene

beweging. In deze context wil ik de groene leefwereld graag als volgt definiëren: het netwerk

van individuen dat kennis deelt omtrent de gedragingen, discussies en conventies verbonden

met ecologistisch, milieu-ideologisch of duurzame organisaties en deze kennis en/of

gedragsverandering poogt over te brengen op anderen. De groene leefwereld valt hier dus

grotendeels samen met de groene beweging als sociale beweging. Bijvoorbeeld: iemand die

actief lid is van een milieuvereniging behoort tot de groene, sociale beweging en tot de

insiders van de groene social world zoals die hier is afgebakend.

Kernleden zijn onder meer actieve leden van milieuverenigingen, parlementsleden voor

groene partijen, duurzame ondernemers, bioboeren, enz. Ook anderen zijn door deze

89

Ibid., 36 90

Het is niet zo dat individuen die in de centraal in bvb. de cirkel ‘professional performance’ staan,

meer betrokken zijn bij het theater dan anderen, die meer in de periferie van de cirkel staan. De plaats

binnen de verzameling wijst enkel op de, al dan niet, verbondenheid met de tweede sociale wereld. 91

Janssens, Joris, red. The Ins & Outs. A field analysis of the performing arts in Flanders. VTI

Page 39: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

39

leefwereld beïnvloed: voorbeelden zijn steunende leden van natuurverenigingen, consumenten

die wel eens bio kopen en de kiezer die in zijn stemgedrag rekening houdt met het groene

aspect.

1.3.2 De intersectie

Op basis waarvan kan een continuüm worden getrokken tussen deze twee werelden? Op

welke manier zoekt men toenadering? Uit een tiental Vlaamse voorbeelden van wat zich op

het spanningsveld tussen theater en groene beweging bevindt, trekken we onze conclusies.

Net als in het onderdeel over geëngageerd theater focussen we niet op theater dat op een

technische manier groener wordt, maar eerder op theater dat groene onderwerpen inhoudelijk

aansnijdt. De volgende voorbeelden staan chronologisch gerangschikt.

- Benjamin Verdonck voerde in 2004 voor het eerst zijn performance Hirondelle/Dooi

vogeltje/The great swallow op. Vanuit een reusachtig nest kijkt een man neer op

Brussel. Over zeven dagen ontvouwt zich een verrassend intiem verhaal.92

- Verteller-acteur Mong Rosseel en journalist John Vandaele vertellen in hun

voorstelling Globaal genomen het verhaal van de blinden en de olifant en trekken de

parallel met de hedendaagse globalisering. Hun boodschap is duidelijk: niet iedereen

wordt er beter van, en al zeker niet het milieu. De voorstelling loopt vanaf 2004.93

- Op 10 oktober 2006 opent de ACE-bank aan het Muntplein in Brussel zijn eerste

kantoor. Deze bank trekt naar het publiek met waarden als transparantie en eerlijkheid

hoog in het vaandel. Iedereen mag weten hoe ze zo veel mogelijk rendement voor hun

klanten proberen op te halen, door te investeren in uiterst vervuilende industrie

bijvoorbeeld. Heel Vlaanderen gelooft dat de nieuwe bank echt is. Na twee weken

blijkt het om een initiatief van Netwerk Vlaanderen te gaan, ze ensceneerden alles,

inclusief vlotte acteurs die voor bankier speelden.94

92

« Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013, www.benjamin-

verdonck.be 93

“Globaal genomen – voorstelling door Mong Rosseel en John Vandaele”, laatst geraadpleegd op 19

juli 2013, https://www.facebook.com/events/156076527865 94

“Ace Bank”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013, http://afreux.be/web/#156/ace-bank

Page 40: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

40

- Op 3 april 2008 gaat Don Kyoto van Dimitri Leue in première. Zijn ridder trekt ten

strijde voor windmolens en tegen hypocrisie. Een verhaal met moraal waar achteraf

ook een kinderboek van werd gemaakt.95

- In oktober 2009 staat Leue er opnieuw met stuk met ecologische inhoud. In Tegen de

lamp werkt hij onder meer samen met Low Impact Man Steven Vromman. De

voorstelling heeft opnieuw veel aandacht voor wat we zelf zoal kunnen en moeten

doen.96

- Naar aanloop van de klimaatconferentie in Kopenhagen organiseerde JNM in oktober

2009 in samenwerking met Friends of the Earth een serie flashmobs. Kinderen van de

jeugdvereniging vielen op een teken op de grond, om zo symbolisch naar de

duizenden klimaatdoden te verwijzen. Daarna werden ook spandoeken ontvouwen.97

- Het Theaterfestival wordt traditioneel ingeluid met een State of the Union. In 2010 is

Benjamin Verdonck aan de beurt. Hij speecht gedreven en roept al zijn theater-

collega’s op te denken aan hun band met het milieu. Iedereen die wil kan deelnemen

aan zijn performance door het Handvest voor een actieve medewerking van de

podiumkunsten aan een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid te ondertekenen.98

- Op 15 oktober 2011 palmden leden van Bite Back de Antwerpse Meir in. Een aantal

van hen lagen naakt verpakt in folie, inclusief een etiket “100% mensenvlees” en

andere voedingsinfo. Tegelijkertijd werden flyers uitgedeeld en waren spandoeken

zichtbaar.99

- In mei 2011 zet kunstenaar en activist Christoffel M. Walter Hendrickx het festival

WTF (What the fuck/world turn free) op poten in Antwerpen. Een opeenstapeling van

allerlei acties in de open ruimte, waarbinnen ook groene gedachten spelen. Een aantal

acties krijgen de naam theater mee, hoewel veel van de deelnemers eerder uit het

activisme komen.100

95

“Don Kyoto – de eerste milieuvriendelijke theatervoorstelling in Vlaanderen”, laatst geraadpleegd

op 19 juli 2013, http://www.medium4you.be/Don-Kyoto-De-eerste-milieuvriendelijke-

theatervoorstelling-in-Vlaanderen.html 96

Koen Verboomen, “Dimitri Leue ‘tegen de lamp’ zaterdag in De Borre”, Het Nieuwsblad,

21 oktober 2009. 97

“Internationale klimaatactiedag, ‘flashmob’ in Antwerpen”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013,

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F35275.html 98

“Handvest van Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013,

http://www.jongesla.be/?q=node/213 99

“Naakt en verpakt als vleeswaar tegen het eten van vlees”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013,

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/archief/programmas/journaal/2.18262/2.18263/1.11

32690 100

Gesprek met Christoffel M. Walter Hendrickx op zondag 4 augustus 2013.

Page 41: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

41

- Gedurende heel 2012 verzorgde sociaal-artistiek laboratorium Fou de Coudre

interventies op de Site van het Rabot. In deze wijk werd druk geëxperimenteerd met

volkstuintjes en alternatieve munteenheden. Fou de Coudre bouwde met hun groene

performances en installaties mee aan het verhaal.101

- Tijdens All that is wrong schrijft Koba Ryckewaert van Ontroerend Goed al haar

zorgen van zich af. Naast muziek en enkele filmfragmenten staat vooral haar krijtje

centraal waarmee ze een hele wereld schept en terug uitveegt. De jonge actrice staat

onder meer stil bij het probleem van de klimaatopwarming en haar reactie hierop. De

première van dit stuk was in juni 2012.102

- Naar aanleiding van het 25-jarig overlijden van Marguerite Yourcenar wordt in juli

2012 het toneelstuk Een maandagskind geschreven. De Stichting Marguerite

Yourcenar ijvert, in navolging van haar naamgever, voor de bescherming van het

Heuvelland.103

- Op 6 oktober 2012 vindt in Gent de eerste Belgische carrotmob plaats. Bijna 1000

mensen kwamen winkelen in de supermarkt die beloofde om de opbrengst in

duurzame acties om te zetten. De promotie was in handen van opvallende

‘wortelmannen’ en ook op de dag zelf was er van alles te beleven.104

- Op vrijdag 26 oktober 2012 organiseerde het Transitie Netwerk Middenveld het

Transitiefestival. Een dag lang konden honderden bezoekers workshops en lezingen

volgen. Enthousiaste gastlocatie was de Vooruit, een kunstencentrum dat eerder

gekend is voor zijn artistieke festivals.105

- Mette Ingvartsen creëert in november 2012 The Artificial Nature Project. De

voorstelling is het afsluitende deel van een drieluik rond natuurfenomenen en onze

perceptie ervan. Dansers en objecten smelten samen in stormen en landschappen. In

een nagesprek stelde Ingvartsen dat de dreigende verdwijning van een aantal

landschappen op onze planeet mee inspiratie gaf voor dit stuk.106

101

“Fou de coudre – Nieuws », laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://foudecoudre.wordpress.com/nieuws/ 102

“All that is wrong”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.ontroerendgoed.be/projecten/all-that-is-wrong 103

“Een maandagskind”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.spotsopwest.be/deelnemers12/maandagskind.html 104

“Eerste Gentse carrotmob kent een groot succes”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.gent.be/gent.htm?id=START&ch=THE&rec=180517 105

“Transitiefestival 2012”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013, http://www.transitiefestival.be 106

“Een storm van beelden”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.kaaitheater.be/nl/e1040/the-artificial-nature-project

Page 42: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

42

- Leentje Goemaere bewerkt het stuk Vijand van het volk van Ibsen. Ze combineert het

stuk met fragmenten uit het boek Ik was nog nooit in Zelzate geweest, waarin Thomas

Blommaert over de vervuiling in de gemeente spreekt. Het stuk gaat onder de naam

Saltcity in november 2012 in première.107

- In februari 2013 gaat SpielZeit in première. Tijdens de voorstelling stellen de makers,

Kim Hertogs en Kaat Haest het geweten van zichzelf en van hun publiek op de proef.

Als rasechte stand-up filosofen onderzoeken ze hoe ze consequent en duurzaam

kunnen leven.108

- Gedurende maart 2013 ging de 6e editie van Burning Ice door. Dit festival,

georganiseerd door het Kaaitheater, verzamelt elk jaar wetenschappers, artiesten en

kunstcritici rond een actueel onderwerp, waarbij duurzaamheid als rode draad gezien

kan worden. Dit jaar stond de relatie tussen mens en dier centraal.109

- Greenpeace België is geen voorstander van de verbreding van de Brusselse ring.

Daarom hielden ze op 28 maart 2013 een actie voor het kabinet van minister voor

Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V). De actie bestond eruit een klimaatstorm te

ensceneren met behulp van gigantische blazers en watersproeiers. Enkele activist-

figuranten zorgden voor mediagenieke beelden door te doen alsof ze zich door de

storm worstelden terwijl hun collega’s spandoeken openvouwden met het opschrift

‘Afrit Apocalyps?’.110

- Jaarlijks springen duizenden Vlamingen een plaatselijk rivier of kanaal in om zo

aandacht te vragen voor propere waterlopen. Een actie met een hoge symboolwaarde

die telkens op veel media-aandacht kan rekenen. In 2013 was het op zondag 14 juli

tijd voor de Big Jump. De organisatie is in handen van Natuurpunt, Bond Beter

Leefmilieu en Goodplanet Belgium.111

- Limburgs Landschap vzw beheert meer dan 2300 hectare natuur in de provincie

Limburg. Op 24 augustus 2013 organiseren ze de Nacht van de Vleermuis. Kinderen

107Ververs, Dirk. “Vuil Zelzate’ inspireert tot toneelstuk ‘Saltcity’ ”, Het Nieuwsblad, 9

november 2012. 108

“Wij zijn ook maar salonecologisten”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://hertogshaest.files.wordpress.com/2013/02/demorgen-jpeg.jpg 109

“Burning Ice 6 – When animals look back.”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.kaaitheater.be/nl/f50/burning-ice 110

“Greenpeace voert actie tegen verbreding Brusselse ring”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/nieuws/binnenland/1.1588242 111

“Big Jump 2013 recordeditie met 3800 springers voor proper water”, laatst geraadpleegd op 20 juli

2013, http://www.natuurpunt.be/nl/vereniging/actua/big-jump--recordeditie-met--springers-voor-

proper-water_1048.aspx

Page 43: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

43

die willen deelnemen aan de wandeling mogen zich verkleden en worden opgewacht

door heksen, die hun alles zullen bijleren over hun favoriete huisdieren.112

Het is zonder twijfel mogelijk om nog veel, veel meer voorbeelden aan te halen, maar deze

wisten door hun exemplarische kracht een plaatsje te veroveren. Parallel met het schema van

Schlossman stel ik een schema op waarbij de interactie en beïnvloeding tussen de twee

leefwerelden wordt weergegeven.

1.3.3 Het model

Op de eerste plaats is er een reeks activiteiten waarbij het initiatief ligt bij actoren uit de

groene beweging. Op het snijpunt van wat net wel of net niet tot de theaterwereld behoort is

het werken met theatrale hulpmiddelen. De actie van Bite Back is een goed voorbeeld, net als

de Big Jump. Ook de flashmobs van JNM en de actie van Greenpeace vallen hier onder. In het

bijzonder voor dit onderdeel was het zeer gemakkelijk tientallen voorbeelden te vinden. Een

stapje verder gaat het guerrilla theater. Hierbij wordt de openbare ruimte plots omgetoverd tot

een theatrale ruimte, al dan niet met medeweten van het publiek. In het geval van de ACE-

bank, was niemand op de hoogte, pas na twee weken werd de ware toedracht bekendgemaakt.

Bij andere acties is het mogelijk dat iedereen onmiddellijk beseft dat het opgezet spel is. Bij

Guerrilla theater worden vaak rudimentaire scripts gebruikt, net als kleinschalige repetities,

Deze kenmerken zijn nog meer uitgesproken bij een groepering die zichzelf ook de term

theater toedicht. Dit is het geval bij de theatrale WTF-acties van Hendrickx. In de meest

extreme vorm zoeken figuren uit de groene beweging theatermakers op. Dit was het geval bij

het toneelstuk ter ere van Marguerite Yourcenar. Op vraag van de stichting werd het stuk

geschreven en uitgevoerd door leden van de theateracademie.

Van sommige mensen is het niet mogelijk te zeggen tot welke leefwereld ze horen. Mong

Rosseel, of Vuile Mong, van De Vieze Gasten is zo’n figuur. Sinds 1972 speelt hij bij het

gezelschap dat bij toeval uit een buurtwerking ontstond. De stukken gaan overal allerlei

sociale aangelegenheden, maar sinds kort ook vaker over milieuproblemen, zoals bijvoorbeeld

in Globaal genomen. Hun theateravontuur ontstond toen zanger Walter de Buck hen vroeg als

voorprogramma na een eenmalige show in het buurthuis. Hoewel geen van de deelnemers

enige professionele ervaring had, slaagden ze er in om in 1976 erkend te worden als

112

“Welkom bij Limburgs Landschap”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013, http://www.limburgs-

landschap.be/index.asp?taal=nl

Page 44: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

44

vormingstheater. Vandaag de dag is het politieke aspect nog steeds volop aanwezig, maar kan

Mong zich zonder schaamte ook professioneel theatermaker noemen. 113

Aan de andere kant van het spectrum staan acties waarop het voortouw werd genomen door

mensen uit de leefwereld van het theater. Uiteraard zijn er theaterstukken zonder inhoudelijke

link met de groene beweging, deze groep vormt veruit de meerderheid. Toch zijn er ook een

heleboel waarbij, hoewel niet uitgesproken, natuurvisies en ecologische denkpatronen een

zekere invloed hebben gehad. De voorstelling van Mette Ingvartsen gaat over

natuurverschijnselen. Weinig mensen zullen bij het buitengaan spontaan stellen dat de

bedenkster een ecologische boodschap had. Toch blijkt uit nagesprekken dat klimatologische

doembeelden meespeelden in het creatieproces. Een graadje sterker is het theater waarbij de

milieuproblemen met naam en toenaam genoemd worden. Een voorbeeld is All that is wrong.

De actrice heeft het over veel meer dan de opwarming van de aarde alleen, toch maakt het er

een belangrijk deel van uit. Idem voor de voorstelling SpielZeit. In principe gaat die over

twijfelen, principes, beslissingen nemen, gedragsverandering. Vragen rond onze ecologische

voetafdruk zijn belangrijk op zich, maar evengoed een kapstok voor andere onderwerpen. Bij

de volgende groep theaterstukken is dit niet meer (of amper nog) het geval. Dimitri Leue

creëert met Don Kyoto een groene ridder, en de groenheid van de ridder, zijn strijd tegen CO2

cruciaal in de voorstelling en de bedoeling van Leue. De inspiratie uit de groene beweging ligt

er vingerdik op. Nog een stapje verder gaat het wanneer de theaterwereld de groene beweging

letterlijk omarmt. Zo nodigde Leue Steven Vromman, beter bekend als Low Impact Man uit

om mee te werken aan zijn voorstelling. Vromman werd bekend toen hij op Canvas probeerde

zijn voetafdruk onder de 1.6 hectare te krijgen, de hoeveelheid waarop iedere mens met het

huidige aantal aardbewoners recht op heeft.114

Een echte groene ridder dus, die in Tegen de

Lamp gewoon zichzelf speelde.115

In een volgende stadium smijt de theatermaker zich nog

meer in de wereld, weg van zijn veilige habitat, de schouwburg. Het publiek zit niet meer op

rijen in hun vertrouwde stoelen. De kunstenaar werkt bijvoorbeeld mee aan

gemeenschapsprojecten met een groene invalshoek. Hier zijn de initiatieven van Coud de

Foudre op het Rabot een gepast voorbeeld.

113

“Interview met Mong Rosseel”, laatst geraadpleegd op 21 juli 2013, http://www.toneelstof.be 114

“Documentaire ‘Low Impact Man’ genomineerd voor AIB Awards”, De Standaard, 4 oktober

2010. 115

“Een terugblik op “Tegen de Lamp’ ”, laatst geraadpleegd op 21 juli 2013,

http://lowimpactman.wordpress.com/2009/12/03/een-terugblik-op-tegen-de-lamp/

Page 45: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

45

Figuur 4 – Eigen schema op basis van Schlossman

Een laatste groep wordt gevormd door theatermakers/spelers die acties initiëren die op zich

geen theater zijn, maar puur activistisch qua opzet en inhoud. Benjamin Verdonck hield een

speech waarin hij voor een duurzame kunstensector pleit. Het Kaaitheater nodigt voor

Burning Ice naast kunstenaars ook wetenschappers uit, men waant zich bijna in een

wetenschappelijk congres.

Het rangschikken van de verschillende acties en producties is tot op zekere hoogte arbitrair. In

een aantal gevallen zou een andere plaatsing ook verdedigbaar zijn.

Page 46: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

46

2. De as van Eckersley Naast Florizoone, deden reeds talrijke andere wetenschappers pogingen tot het classificeren

van groene verenigingen. Vincent stelde zelfs een typologie op van de verschillende

classificaties waarmee men milieuverenigingen probeert te catalogiseren.116

Vaak wordt er

gewerkt met opdelingen op basis van het doel van de groep, hun organisatievorm en/of hun

actierepertoire. Deze criteria houden echter weinig rekening met de verschillende

wereldbeelden die groepen er op na houden. Als reactie hierop deden verschillende auteurs

pogingen om filosofische posities binnen het milieudenken op een continuüm uit te zetten. De

versie van de Australische professor Robyn Eckersley verwierf veel bekendheid.117

In haar spraakmakende boek uit 1992 Environmentalism and Political Theory – Toward an

Ecocentric Approach verdedigde ze een nieuwe manier om aan politiek te doen. Het eerste

deel wijdt ze echter aan het uitvoerig belichten van de mogelijke posities op haar filosofisch

continuüm.118

Op de eerste plaats worden de twee uitersten toegelicht: antropocentrisme en

nonantropocentrisme of ecocentrisme:

The first approach is characterized by its concern to articulate an ecopolitical theory

that offers new opportunities for human emancipation and fulfillment in an

ecologically sustainable society. The second approach pursues these same goals in the

context of a broader notion of emancipation that also recognizes the moral standing of

the nonhuman world and seeks to ensure that it, too, may unfold in its many diverse

ways.119

Binnen de enorme diversiteit aan milieubewegingen bevinden de meesten zich tussen deze

uitersten. Eckersley onderscheidt vijf posities, van zuiver antropocentrisch tot radicaal

ecocentrisch.

116

Van der Heijden, Tussen verzet en aanpassing, 145 117

Ibid., 128-129 118

Robyn Eckersley, Environmentalism and Political Theory – Towards an ecocentric approach (New

York: State University of New York Press, 1992) . 1-4 119

Ibid., 26

Page 47: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

47

2.1 De vijf visies

2.1.1 Resource conservation (beschermen van natuurlijke hulpbronnen120

)

Deze visie is rechtstreeks verbonden met de opkomst van de moderne wetenschap sinds de

16e eeuw. Men kijkt op een ‘wetenschappelijke’ manier naar de natuur. Het sleutelwoord is

efficiëntie, natuur moet zo efficiënt mogelijk ingezet worden om de mens ten dienste te zijn.

Hierdoor is verspilling of vervuiling van natuur niet gewenst. Een van de belangrijkste en

eerste pleitbezorgers van dit idee was Giffor Pinchot, voorzitter van de United States Forest

Movement.121

Eckersley wijst, in navolging van Neil Evernden, ook op het taalgebruik van deze groep: de

term resource/hulpbron bewijst indirect dat aanhangers van deze visie de natuur niet zien als

iets dat op zich waarde heeft.122

Een goed voorbeeld van doorgedreven efficiëntie is het concept ‘urban mining’. Door de

schaarste van grondstoffen zoals goud ondersteunen bedrijven als Bayer, Umicore en Van

Gansewinkel campagnes als bijvoorbeeld het inzamelen van gsm’s. Dit gebeurt soms in

samenwerking met ngo’s zoals Catapa.123

2.1.2 Human Welfare Ecology (welzijnsecologie)

Ook deze beweging heeft een lange geschiedenis, maar ze bloeide toch vooral vanaf de jaren

zestig. Aanhangers zijn voor een veilige, schone en aangename natuurlijke leefomgeving. Ze

maken zich zorgen over de degradatie van hun leefomveging in haar totaliteit. Deze groep

gelooft niet dat wetenschap en technologie alleen een ecologische crisis kunnen vermijden. Ze

zijn ook kritisch ten opzichte van economische groei. Hun denkbeelden sluiten nauw aan bij

die van de bioloog Barry Commoner en zijn vier ecologische wetten: “Everything is

connected to everything else, everything must go somewhere, nature knows best (i.e., any

major human intervention in a natural system is likely to be detrimental to that system), and

there is no such thing as a free lunch.”124

125

We kunnen onze afval en giftige stoffen niet doen

120

Voor de vertaling van de termen heb ik me gebaseerd op Van der Heijden, Tussen aanpassing en

verzet, 128 121

Eckersley, Environmentalism and Political Theory, 35-36 122

Ibid., 36 123

“Recyclage”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013, http://goudeerlijk.be/alternatieven/recyclage/ 124

Eckersley, Environmentalism and Political Theory, 37 125

Deze wetten sluiten nauw aan bij wat Florizoone in deel 1.1 definieerde als de basisgedachten van

de ecologie.

Page 48: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

48

verdwijnen, dus zorgen we er beter voor dat ze er in de eerste plaats niet komen. Men is

voorstander van biologische landbouw, openbaar vervoer, recycleren, … De argumenten die

voor verandering worden aangehaald wijzen op de eerder antropocentrische visie van deze

groep: het is beter voor onze gezondheid, onze kinderen zullen er voordeel aan hebben, enz.126

Deze visie is erg populair in Europa en wordt daar soms ook ingezet door organisaties die

eigenlijk meer tot het ecocentrische luik behoren. Een voorbeeld is EVA, de vereniging ter

promotie van vegetarisme. Voor de solidariteitsprijs van De Standaard diende ze een

inzending in met onderaan volgende tekst:

Meer plantaardig eten is een lekkere manier om iets aan je gezondheid te doen. Je

loopt minder kans op hart- en vaatziekten, overgewicht en sommige vormen van

kanker. / Bovendien pak je meteen ook grote milieuproblemen aan. Je damt de

klimaatverandering in, helpt de biodiversiteit, spaart water en vermindert de

ontbossing.127

Geen woord over dierenleed, de argumenten focussen op de eigen gezondheid en het efficiënt

gebruiken van de natuur.. Een groot contrast met bevoorbeeld Gaia die actie voert met slogans

als “Foie gras, voer voor sadisten”.128

2.1.3 Preservationism (natuurbehoud)

Aanhangers van natuurbehoud handelen vanuit een esthetisch of spiritueel ontzag voor de

wildernis (natuur die nog niet of amper door mensen werd beteugeld). Een sleutelfiguur is

John Muir, de oprichter van de Sierra Club. Eckersley vat het als volgt samen: “Whereas

Pinchot was concerned to conserve nature for development, Muir’s concern was to preserve

nature from development.”129

Deze visie leidt tot het oprichten van uitgebreide, ongerepte

natuurparken, een praktijk die in Europa praktisch veel minder haalbaar is. Vanuit

ecocentrische hoek komt er kritiek: natuur moet weer maar eens bijdragen tot menselijke

ervaringen, en zo van nut zijn. Ondanks de kritiek kan dit toch gezien worden als een

verschuiving richting het ecocentrisme.130

126

Eckersley, Environmentalism and Political Theory, 36-37 127

“Solidariteitsprijs 25 juli EVA”, De Standaard, 25 juli 2013. 128

“Het dier is geen middel”, laatst geraadpleegd op 4 augustus 2013,

http://www.animalfreedom.org/paginas/column/ingridhofstede.html 129

Eckersley, Environmentalism and Political Theory, 39 130

Ibid., 39-42

Page 49: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

49

Het is niet evident om in een dichtbevolkt land als België naar een vereniging te zoeken die

hier bij aansluit. Limburgs Landschap vzw neigt het meest naar een visie van natuurbehoud.

Ook het spirituele aspect komt in een aantal van hun activiteiten naar boven. De uitnoding

voor de wandeling Beleef de natuur leest als volgt: “Laat de natuur op je afkomen, luister naar

de muziek van de natuur, geniet van de ontelbare kleuren en ontdek de stilte in jezelf. Een

leuke beleveniservaring voor iedereen!”131

2.1.4 Animal Liberation (dierenbevrijding)

Deze visie schuift nog meer op naar het ecocentrisme. Opkomen voor dierenrechten gebeurt

al sinds de 18e eeuw. Een belangrijke pleitbezorger was de Engelse filosoof Jeremy Bentham

(1748-1832). Zijn utilitaristische school argumenteerde dat het aanvoelen van pijn en plezier

de maatstaf moeten zijn om iemand in een morele cirkel op te nemen, en niet het vermogen

tot abstract redeneren of spreken. Deze theorie werd verder uitgewerkt door onder andere

Peter Singer. Hij stelde dat we de belangen van alle voelende wezens op dezelfde manier

tegen elkaar moeten afwegen (we moeten voelende wezens dus niet per definitie hetzelfde

behandelen). Aanhangers van deze theorie zijn tegen slachthuizen, de jacht, vivisectie en

praktijken als factory farming. Singers filosofie kreeg veel weerklank. Het idee dat plezier

goed is en pijn slecht is universeel aanvaard. En wie de premissen aanvaardt, moet ook de

consequenties dulden. Racisme op basis van soort werd door Singer speciecisme

genoemd.Ook die link met racisme opende veel deuren. Na de apartheidsbeweging en de

feministische golf was het in de ogen van velen een logische volgende stap te stoppen met het

onderdrukken van dieren.132

Het grote verschil met ecocentrisme is dat Singer en zijn collega’s weinig te zeggen hebben

over de natuur op zich. Als ze pleiten voor bescherming is dit om de natuurlijke leefomgeving

van bijvoorbeeld bepaalde diersoorten te vrijwaren.133

Een organisatie die radicaal opkomt voor dieren en elk gebruik/misbruik ervan veroordeelt is

Bite Back.134

131

“Activiteiten, beleef de natuur”, laatst geraadpleegd op 17 juli 2013, http://www.limburgs-

landschap.be/activiteiten_detail.asp?taal=nl&a=JNQPORCRQ&p=5 132

Eckersley, Environmentalism and Political Theory, 42-45 133

Ibid., 43-45 134

“Nadenken voor je eet, bespaart dierenleed”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.biteback.org/campagnes/nadenkenvoorjeeet/

Page 50: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

50

2.1.5 Ecocentrism (ecocentrisme)

Eckersley definieert ecocentrisme als volgt:

Ecocentric environmentalism may be seen as a more wide-ranging and more

ecologically informed variant of preservationism that builds on the insights of the

other streams of environmentalism thus far considered. (…) Ecocentric

environmentalists are also concerned to protect threatened populations, species,

habitats, and ecosystems wherever situated and irrespective of their use value or

importance to humans. 135

Bekende organisaties met deze visie zijn onder meer Greenpeace en Earth First! die beiden

ook in België actief zijn. Eckersley benadrukt hoe deze theorie de meest inclusieve is. Ze

erkent niet alleen alle menselijke belangen die ten opzichte van de natuur kunnen spelen, maar

ook die van niet menselijk en de waarde van de natuur zelf. Ook beslaat hun visies

toekomstige generaties (opnieuw niet enkel menselijke). In dit holistisch perspectief is alles

verbonden en heeft alles op zich waarde.136

Eckersley is zelf duidelijk een voorstander van deze laatste theorie. Ze benadrukt dan ook

telkens de tekortkomingen van de overige visies. Binnen het kader van deze thesis wordt er

uiteraard geen waardeoordeel geveld over de verschillende visies.

2.2 Toepassing Thesis

Het is mogelijk de voorbeelden die in het vorige onderdeel aangehaald werden ook op deze as

te plaatsen.

In de lente van 2012 werden cirQ/Bataclan er door IVAGO op uitgezonden om een

verrassingsact op de Graslei te houden. CirQ/Bataclan tikt, verkleed als autoritaire

badmeesters, iedereen op de vingers die vuil naast de afvalbakken deponeert.137

IVAGO heeft

als primaire opdracht afvalbeheer in de ruimste zin.138

Op deze manier sluiten ze aan bij de

eerder antropocentrisch einde van het continuüm. De actie van ‘De Redders van de Graslei’

kan dus ook in dit licht gezien worden.

135

Eckersley, Environmentalism and Political Theory, 45 136

Ibid., 45-47 137

“De redders van de Graslei IVAGO”, laatst geraadpleegd op 4 augustus 2013,

https://www.youtube.com/watch?v=zSoswwuw1II 138

“De missie van IVAGO”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013, http://www.IVAGO.be/over-IVAGO/missie

Page 51: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

51

Van der Heijden stelde al dat de visie van de Human Welfare Ecology in Europa op het

meeste bijval kon rekenen. Dit is ook zichtbaar bij het aantal creatieve acties dat hierrond op

poten gezet wordt. Globaal genomen van Mong Rosseel past in dit plaatje, net als de

Carrotmob en de JNM-flashmob.

Daartegen is het moeilijker om een voorbeeld aan het preservationism te linken. De

vernoemde vleermuizenactie van Limburgs Landschap vzw uit deze zienswijze niet echt.

Animal liberation schemert duidelijk door in de actie van Bite Back. Ook Burning Ice, met als

centraal thema de mens-dier verhoudingen, kan gezien worden als schatplichtig aan deze

filosofie.

Ecocentrisme kan gekoppeld worden aan de voorstelling van Mette Ingvarten. Natuurfenomen

worden als op zich zelf staande entiteiten gezien, wat overeenkomt met de visie van

doorwinterde ecocentristen.

3. Assenstelsel

Als laatste stap worden de twee assen over elkaar geschoven. Op deze manier ontstaan er vier

zones die een actie telkens filosofisch en sociologisch definiëren.

Page 52: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

52

Figuur 5 – Samenvattend schema met filosofische en sociologische as.

Page 53: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

53

III. Casussen in Vlaanderen – Interactie tussen theaterwereld en

de groene beweging in Vlaanderen in de 21ste eeuw.

Omwille van hun exemplarisch ligging koos ik vier casussen uit om verder te analyseren. De

vier passen telkens in één zone van het assenstelsel dat werd uitgewerkt.

Bij de eerste twee casussen komt het initiatief uit de theaterwereld, bij de twee laatste uit de

groene beweging. Daarnaast zijn er ook nog andere redenen waarom net deze voorbeelden zo

interessant zijn. Deze komen tijdens de analyse ruimschoots aan bod.

1. THEATERWERELD EN ANTROPOCENTRISME – SALTCITY

1.1 Saltcity – inleiding

Ik zag dit stuk op zondag 4 november 2012 op de zolder van het NTGent. Het was de dag na

de première, later zou het stuk nog vier keer in een ruimte van Ballets C de la B gespeeld

worden, en 1 keer in Cultuurcentrum de Brug in Zelzate139

.140

Saltcity werd gerealiseerd door Leentje Goemaere in het kader van haar master toneelregie

aan Toneelacademie Maastricht. Toen ze haar master in 2011 aanvatte, was ze de eerste en

enige aan de academie binnen deze richting.141

Al snel kwam ze met haar begeleider Jo Roets

uit bij het NTGent. Hier werd ze onder meer begeleid door Gommer van Rousselt.142

Om met de master te kunnen starten, moest Goemaere een dossier indienen bij de academie.

Hierin moest ze al vrij uitgebreid toelichten wat ze in haar master wilde verwezenlijken.

Ik wist dat ik dat boek over Zelzate wou bewerken en dat tango muziek ook iets was

dat in mijn hoofd rondspookte. (…) En ik had het stuk Vijand van het volk gelezen van

Ibsen, en ik zag een heleboel gelijkenissen.143

Het was geen wonder dat het boek van Thomas Blommaert haar inspireerde, ze had zelf jaren

in Zelzate gewoond, en haar vader speelde een belangrijke rol in de lokale politiek als

gemeenteraadslid voor de PVDA.144

139

Goemaere, Leentje. Saltcity.( Master Thesis: Toneelacademie Maastricht, 2013) 71 140

Na de tweede voorstelling werd de afsluitende speech van dr. Stockmans nog licht aangepast. De

inkorting zorgde vooral voor meer dynamiek naar het publiek toe, maar wijzigde niks aan de inhoud of

de betekenis van het stuk. 141

Ondertussen is deze richting een vaste waarde aan de Toneelacademie van Maastricht, en worden er

ook meerdere leerlingen toegelaten. 142

Leentje Goemaere, interview door Karolien Byttebier, transcriptie, woensdag 24 juli 2013. 143

Interview Leentje Goemaere

Page 54: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

54

Haar begeleider, Jo Roets, stimuleerde haar om haar basisidee, een bewerking van het boek

met invloeden van het toneelstuk, binnenstebuiten te keren. Ze zou het stuk van Ibsen als

leidraad nemen en daar stukken van het boek op betrekken. Roets vreesde dat het verhaal

anders te zwak zou uitvallen en achteraf gezien geeft ze hem gelijk.

Het is duidelijk dat je voor een analyse van Saltcity niet om deze twee werken heen kan.

1.2 Ik was nog nooit in Zelzate geweest.

Een belangrijke inspiratiebron voor Leentje Goemaere was het boek Ik was nog nooit in

Zelzate geweest (2010) van Thomas Blommaert (°1979).

Opgegroeid bij zijn gescheiden moeder in Sint-Niklaas en zelfverklaard “neergetuimelde

middenklasser”145

, studeerde Blommaert als leefloonstudent aan de hogeschool. In deze

periode kwam hij veel in aanraking met het OCMW, iets wat zijn sociaal engagement later

erg beïnvloed heeft. Tijdens zijn opleiding journalistiek koos hij voor een stage bij Solidair,

het weekblad van de PVDA. Blommaert solliciteerde na zijn opleiding voor een job als

buurtwerker voor een concentratie-wijk in Sint-Niklaas. Tijdens zijn job bleef hij steeds

schrijven en in 2003 nam hij zelfs twee jaar loopbaanonderbreking om voltijds voor Solidair

te kunnen werken als journalist146

.

In 2006 behaalde de PVDA zes zetels in Zelzate, een monsterscore voor een partij die meestal

de kiesdrempel niet haalt. Blommaert werd nieuwsgierig en besloot op onderzoek uit te gaan.

Twee jaar lang spitte hij in de geschiedenis van de gemeente en nam hij tientallen interviews

af. Zo interviewde hij ook Dirk Goemaere, de vader van Leentje Goemaere, over het wel en

wee van de gemeente.147

Blommaert start zijn verhaal in 1962, de staalreus Sidmar opent een nieuwe fabriek in

Zelzate. Het dorp is verdeeld: de oude socialisten plooien voor meer jobs, maar de

Geneesheren voor het volk van de PVDA vrezen voor de volksgezondheid. Het afwikken van

milieu en gezondheid tegen werkgelegenheid in zijn puurste vorm. In Zelzate slaat de balans

volledig door naar de kant van de fabrieken.148

144

Interview Leentje Goemaere 145

Interview Leentje Goemaere 146

Goemaere, Saltcity, 22 147

Gilbert Roox, “De communisten van Klein-Rusland”, De Standaard, 1 oktober 2010. 148

Ibid.

Page 55: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

55

Zijn debuut schetst de feiten, maar Blommaert gooit ook literair hoge ogen. Critici herkennen

unaniem de stijl van Louis Paul Boon.149

Ook Leentje Goemaere voelde zich aangetrokken tot

het taalgebruik:

Het is zeer leuk geschreven, de taal is een beetje Louis Paul Boon stijl. Die taal die

sprak mij als eerste aan. Ik denk dat dat me overhaalt heeft om er iets mee te doen. Ik

zag direct beelden en personages verschijnen.150

1.3 Een vijand van het volk.

Ook het toneelstuk Een vijand van het volk (1882) van Hendrik Ibsen (1828-1906) was een

steunpilaar van Saltcity.

1.3.1 Het verhaal

Een klein Noors stadje bij de zee heeft geïnvesteerd in baden waarmee men rijke toeristen

hoopt te lokken. De plaatselijke dokter, Dr. Stockmann, ruikt na enkele verdachte zieken

onraad en laat het badwater onderzoeken. Wanneer dit sterk verontreinigd blijkt, stuurt hij

meteen een uitgebreid rapport naar zijn broer, die burgemeester is. In de veronderstelling dat

hij zijn gemeenschap een dienst bewezen heeft, verheugd hij zich op het moment dat snel en

eensgezind actie zal ondernomen worden om de gezondheid van de dorpsbewoners veilig te

stellen. Alles blijkt anders uit te draaien. Zijn broer, maar ook zijn vrienden en medestanders,

blijken vooral naar de kosten te kijken of verliezen zich in politieke spelletjes. Omdat de

plaatselijke krant en het verenigingsleven hem een platform misgunnen, organiseert hij zelf

een avond waarop hij de waarheid aan het licht wil brengen. Hier keert de massa zich volledig

tegen hem en dr. Stockmann wordt uiteindelijk zelfs uitgeroepen tot ‘vijand van het volk’.151

Eenmaal thuis besluit hij: “that the strongest man in the world is he who stands most

alone.”152

1.3.2 Situering binnen oeuvre van Ibsen

De Noorse toneelauteur Ibsen schreef zo’n 26 toneelstukken. Theoretici hanteren

verschillende manieren om zijn oeuvre op te delen. Volgens Turksema kunnen de stukken van

1850-1858, waaronder De grafheuvel van de viking en Norma, onder de noemer ‘traditioneel’

149

Ibid. 150

Interview Leentje Goemaere 151

L. Turksema, Ibsen voor deze tijd, (Leuven: uitgeverij acco, 1984), 87-88 152

Henrik Ibsen, An Enemy of the People, vert. R. Farquharson Sharp

laatst geraadpleegd op 26 juli 2013, http://www.gutenberg.org/files/2446/2446-h/2446-h.htm

Page 56: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

56

worden geplaatst. In de volgende periode,1862-1873, laat Ibsen al meer een eigen geluid

horen. Voorbeelden zijn Peer Gynt en De bond der jeugd. Daarna volgen zijn bekendste

werken, waaronder Nora, Spoken en ook Een vijand van het volk. In deze periode, 1877-1886,

reisde hij veel, zijn klassiekers werden allemaal in Duitsland of Italië geschreven. Turksema

stelt dat in dit segment de maatschappelijke problemen de persoonlijke overheersen. Vanaf De

vrouw van de zee is het tegengestelde dan weer het geval.153

Hoewel fervente aanhangers van zowel de conservatieven als de liberalen zich door het stuk

op hun tenen getrapt voelden, werd het stuk in zijn tijd vrij positief ontvangen. Het werd

regelmatig gespeeld, maar minder dan zijn andere bekende werken. De verklaring hiervoor

zoekt Bryan bij de massascène, die voor theaters met weinig middelen vaak moeilijker te

realiseren was.154

Het stuk was ook snel in onder andere Duitse en Nederlandse vertaling

verkrijgbaar.155

1.3.3 Interpretaties

Een vijand van het volk werd de afgelopen decennia talrijke keren opgevoerd. Regisseurs en

acteurs legden vaak hun eigen accent. Om de eigenheid van Saltcity te kunnen begrijpen, is

het waardevol enkele interpretaties uit het verleden te geven.

Volgens onder andere Bryan (1984) en Ewbank (1994) Helland (2009) is Ibsen beïnvloed

door het werk Ibsens tijdgenoot Nietzsche (1844-1900).156

Vooral Bryan past deze these op

Een vijand toe. Hij geeft volgende beschrijving:

Nietzsche wrote of the earth-shaping influence of the superman whose exertions were

so much more important than those of the mass of people. If humanity is to progress,

he stipulated, it will be through the efforts of the superman rather than through the

democratic process. Through his own energy, imagination, and bold deeds, the

153

Turksema, Ibsen voor deze tijd, 22-24 154

George B. Bryan, An Ibsen Companion – A dictionary-guide to the life, works, and critical

reception of Henrik Ibsen, (Londen: Greenwood press, 1984), xvi 155

Rob Van der Zalm, Ibsen op de planken – een ensceneringsgeschiedenis van het werk van Henrik

Ibsen (Amsterdam: Uitgeverij International Theatre and Film Books, 1999), 65 156

Bryan, An Ibsen Companion, 269 - Helland, Frode. “Ibsen and Nietzsche: The Master Builder”.

Ibsen Studies, 9:1 (2009), 25-75.

Inga-Stina Ewbank, “The Last Plays”, in The Cambridge Companion to Ibsen, red. James McFarlane,

Cambridge: Cambridge University Press, 1994, 124-154

Page 57: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

57

superman gives color and meaning to ordinary existence although he may break laws

and flout conventions in his zeal for achievement.157

De Übermensch van Nietzsche kan inderdaad gekoppeld worden aan het personage dr.

Stockmann, die zich naar het einde van het stuk toe steeds meer afwendt van de massa.

Maar niet iedereen hield zich bezig met deze hoogfilosofisch beschouwingen. Toen An Enemy

of the People in 1893 in Londen werd vertoond, speelde de bekende acteur-manager Herbert

Beerbohm Tree de rol van dr. Stockmann. Tree zette alles in op het komische effect, hoewel

hij daar later een beetje van afstapte. Toen zat hij echter al vast aan de beslissing van de

regisseur: die castte voor Peter, de broer van het hoofdpersonage, een erg kleine acteur. In

combinatie met de boomlange Tree was er geen ontkomen aan: het duo werkte op de

lachspieren van het publiek.158

Op andere plaatsen ging het er opvallend anders aan toe. De Catalaanse première in

Barcelona, op 14 april 1893, zette de toon voor een hele reeks producties buiten Noorwegen

die Vijand van het volk in het licht van actuele, politieke gebeurtenissen interpreteerden. In

Barcelona paste de opvoering binnen een duidelijke politieke agenda: het afwerpen van het

culturele en politieke juk uit Madrid. Ibsen werd geannexeerd door de anarchisten en wekte

heel wat discussie op. Hetzelfde gebeurde in Frankrijk. Daar vond de première van het

Théâtre de l’Oeuvre plaats in de periode van het proces tegen Ravachol. Deze anarchist werd

ervan verdacht aanslagen gepleegd te hebben en werd ter dood veroordeeld, wat voor hevig

onrusten zorgde. De première van Een vijand ging vooraf door een toespraak van de

anarchistische poëet Tailhade en mondde achteraf uit in een politieke manifestatie. Ook in

Moskou en Petersburg was dit stuk bij de première zwaar politiek geladen.159

De hetze in Frankrijk bleek geen eenmalig gebeuren, het stuk speelde regelmatig sterk op het

gemoed:

Bij die twee reprises van Een vijand van het volk bleek nogmaals hoe explosief het

werk van Ibsen onder bepaalde omstandigheden kon zijn. De eerste (…) vond plaats

op het moment dat Parijs in de ban was van de Dreyfus-affaire. De tweede viel samen

met presidentsverkiezingen die in een zeer gespannen sfeer verlopen waren. In beide

157

Bryan, An Ibsen Companion, 269 158

Ibid., 365 159

Van der Zalm, Ibsen op de planken, 99

Page 58: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

58

gevallen werd de voorstelling door het publiek op de actualiteit betrokken, wat weer

heel wat tumult te weeg bracht.160

De beschrijving van Van der Zalm vat het goed samen: in de juiste context is het stuk actueler

dan ooit.

Velen zijn gefascineerd door wat is uitgegroeid tot dé quote van de voorstelling: de sterkste

man op de wereld is hij die het meest alleen staat. Dit blijkt ook uit de commentaar die Arthur

Miller geeft, naar aanleiding van zijn bewerking uit 1950:

The question of whether the democratic guarantees protecting political minorities

ought to be set aside in times of crisis. (…) Whether one’s vision of the truth ought to

be a source of guilt at a time when the mass of men condemn it as a dangerous and

devilish lie.161

Miller gaat controversiële, politiekgetinte interpretaties niet uit de weg.

Tot nu toe werd vooral gefocust op interpretaties met een politieke invalshoek: de heersende

klasse probeert helden als dr. Stockmann in het nauw te drijven. Het schandaal dat de doofpot

in moet, schaadt het leefmilieu, maar het had evengoed een omkoopaffaire kunnen zijn.

Bijna veertig jaar na de eerste publicatie van Millers versie van Een vijand, schrijft Miller een

zeer opvallend artikel naar aanleiding van een heruitgave. In Ibsens warning stelt hij dat het

milieuaspect voor Ibsen waarschijnlijk vooral een aanleiding was, en niet de kern van het

conflict. Maar, gaat hij verder:

The story of The Enemy is far more applicable to our nature-despoiling societies than

to even turn-of-the-century capitalism, untrammeled and raw as Ibsen knew it to be.

The churning up of pristine forests, valleys and fields for minerals and the rights off

way of the expanding rail systems is child’s play compared to some of our vast

depredations, our atomic contamination and oil spills, to say nothing of the tainting of

our food supply by carcinogenic chemicals.162

160

Ibid., 102 161

Bryan, An Ibsen Companion, 260 162

Miller, Arthur. “Ibsen’s warning,” Taylor and Francis. vol. 18, issue 6-7, 1989: 74

Page 59: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

59

Miller stelt dat Ibsen als protagonist het absoluut goede wou naar voor schuiven, en misschien

vond hij dat enkel in de natuur. Een onconventionele stelling, die het morele centrum radicaal

wegschuift van de mens.163

Miller is niet de enige met een groene lezing. In de jaren zeventig en tachtig wordt Ibsen,

opnieuw in verband gebracht met actuele thema’s, deze keer het groeiend ecologisch

bewustzijn. Rob van der Zalm ziet hoe Een vijand van het volk, samen met Een poppenhuis,

bijzonder populair is in het Nederland van de jaren zeventig. “De verklaring die hiervoor

gegeven wordt, is dat dit de twee stukken waren (…) die het duidelijkst aansloten bij actuele

kwesties, zoals de ecologische problematiek (het milieu) en de vrouwenbeweging.”164

Ook prof. dr. Turksma onderschrijft deze invalshoek. In 1984 schrijft hij Ibsen voor deze tijd,

waarin hij alle stukken kort analyseert. In het geval van Een vijand luidt de openingszin: “Een

vijand van het volk wordt meestal opgevat als een milieustuk, dus heel actueel.”165

Maar ook recenter wordt gepleit voor een groene Ibsen. Paul Lindholdt houdt in zijn artikel

Greening the Dramatic Canon: Henrik Ibsen’s “An Enemy of the People uit 2001 een hevig

pleidooi voor een groener perspectief op Ibsen. Volgens Lindholdt zijn er opvallende

gelijkenissen tussen de manier waarop groene activisten vandaag de dag behandeld worden en

de argumenten en reacties die dr. Stockmann over zich heen krijgt. Zo is het dreigen met

indrukwekkende rechtszaken en gebruikelijke manier om dissidente stemmen het zwijgen op

te leggen, exact hetzelfde dreigement dat Peter Stockmann tegen zijn broer maakt.166

2.4 Analyse Saltcity

Welke invalshoek gebruikt Leentje Goemaere? En welke plaats neemt ze in op de assen die ik

uittekende?

De tekst van Saltcity is duidelijk, soms letterlijk, geïnspireerd door Ibsen en Blommaert. De

openingsscène geeft meteen goed weer welke techniek Goemaere voor ogen heeft.

Saltcity

Proloog (De mensen komen binnen en worden verwelkomd door…)

Mevrouw Stockmann, “Kom binnen, zet u, doet uw frak uit en drinkt iets. Heb ge

al gegeten?”

163

Paul Lindholdt, “Greening the Dramatic Canon: Henrik Ibsen’s An Enemy of the People”.

Interdisciplinary Literary Studies. vol. 3 no. 1 (herfst 2001), 58 164

Van der Zalm, Ibsen op de planken, 124 165

Turksma, Ibsen voor deze tijd, 88 166

Lindholdt, “Greening the Dramatic Canon”, 58-63

Page 60: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

60

Wouter (verwelkomt eveneens de mensen en vertelt: )

“Mevr. Stockmann, Katrien. De vrouw des huize en van het type dat vraagt of ge

nog iets moet drinken als uw glas nog halfvol is.”

Katrien: “Of misschien iets straffers dan thee citroen? Nen Toddy?”

(…) (Katrien begint alles klaar te maken, zet het water op, haalt glazen terwijl Wouter verder

gaat…)

“Zelf zijt ge niet van ’t fabrieksdorp. Voordien waart ge hier zelfs nog maar een

keer geweest, en dan nog als centrale middenvelder met rugnummer 4 in de clash

tussen de gedoodverfde titelpretendenten van de 4de

provinciale E, Fc Zelzate –

Sparta Waasmunster. (…)

Scene 1

Burgemeester: Goedenavond, lieve Schoonzuster. (kijkt en ziet al dat volk!)

Katrien: Kijk eens hier, is u daar? Daar doet u goed aan dat u eens komt.

Burg. … ik kwam hier juist voorbij en toen… maar u hebt gasten, schijnt het…

Katrien: O… neen … dat is maar toevallig… Toddy? 167

Zelzate ‘Zelf zijt ge ook niet van ’t fabrieksdorp. het is pas an na 2006 dat ge hier zijt

beginnen rondlopen. Eerst alleen maar voor een verslag over de

verkiezingsuitslagen. (…) Voordien waart ge hier zelfs nog maar één keer geweest,

en dan nog als centrale middenvelder met rugnummer vier in de clash tussen de

twee gedoodverfde titelpretendenten van vierde provinciale E, FC Zelzate – Sparta

Waasmunster.168

‘Kom binnen, zet u, doet uw frak uit en drinkt iets. Hebt ge al gegeten?’ In de

Vrijwilligerslaan hebt ge afspraak met Irène De Rycke, een vrouw wier leven bijna

helemaal samenvalt met een flink deel van de recente geschiedenis van dit

fabrieksdorp. Ze is negentig en va het type dat vraagt of ge nog iets moet drinken als

uw glas nog halfvol is. ‘Of misschien iets straffers dan thee citroen?169

Een

Vijand

Peter Stockmann. Good evening, Katherine.

Mrs. Stockmann (coming forward into the sitting-room). Ah, good evening—is it

you? How good of you to come up and see us!

Peter Stockmann. I happened to be passing, and so—(looks into the dining-room).

But you have company with you, I see.

Mrs. Stockmann (a little embarrassed). Oh, no—it was quite by chance he came in.

(Hurriedly.) Won't you come in and have something, too? 170

167

Goemaere, Saltcity, 76-77 168

Thomas Blommaert, Ik was nog nooit in Zelzate geweest (Berchem: Uitgeverij Epo, 2010) , 7 169

Ibid., 11 170

Ibsen, “An Enemy of the People”

Page 61: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

61

De tekst van Blommaert wordt op twee manieren ingezet. Soms worden citaten in de mond

gelegd van personages. Zo is de verwelkoming van Irène De Rycke uit Zelzate plots die van

Katrien. De Toddy die Katrien aanbiedt, is dan weer een verwijzing naar Ibsen. Een techniek

die meer gebruikt wordt is die waarbij de acteurs uit hun rol stappen en over Zelzate vertellen.

Deze fragmenten komen bijna letterlijk uit het boek. De vervreemdingstechniek werd bewust

gekozen met de bedoeling dat er een shockeffect zou ontstaan en het publiek dieper over de

onderwerpen zou nadenken. Goemaere herinnert zich hoe ze in 2002 met deze brechtiaanse

techniek in aanraking kwam toen ze Eindhoven De Gekste van Wunderbaum zag. Hierin raakt

een gezin steeds dieper in de schulden. Het ene moment kijk je naar een alledaags tafereel, het

volgende stappen de acteurs uit hun rol en sommen ze allerlei cijfers, feiten en wetgeving

op.171

De structuur van Saltcity is die van Een vijand van het volk, maar Goemaere vereenvoudigt

het stuk sterk. Een aantal nevenpersonages worden geschrapt, zoals de dochter van dr.

Stockmann, maar ook hele verhaallijnen moeten er aan geloven. Zo schrapt ze de

ontwikkeling waarbij de vader van mevr. Stockmann, wiens leerlooierij de vervuiling

veroorzaakt, haar erfenis heeft omgezet in aandelen van de badinrichting. Dit zorgde voor nog

een extra dilemma. De vereenvoudiging kan weinig kwaad, aangezien het belangrijkste

conflict overeind blijft. Ook de volledige laatste scène valt weg. Hierin besluit de doktor dat

hij ondanks alles in het dorp blijft en er een school zal openen voor armen. Want al verhuist

hij naar Amerika, ook daar zal hij omringd zijn door de domme meerderheid.

Doorheen het verhaal komen quotes van Blommaert aan bod. Het verhaal van Blommaert zelf

en zijn zoektocht in Zelzate krijg je minder mee dan in het boek. De langere citaten, die door

de spelers worden verteld als ze uit hun rol stappen, focussen bijna allemaal op de vervuiling.

De politiek getinte speeches uit Ibsen zijn behouden, maar worden niet aangevuld met citaten

van Blommaert, hoewel ook hij zeer veel over de politieke situatie schrijft.

Hierdoor kan terecht gesteld worden dat deze Een vijand banden heeft met de ecologische

opvoeringstraditie. In tegenstelling tot andere uitvoeringen, waar de bron van het conflict

tussen dr. Stockmann en zijn omgeving vaag gelaten wordt, vestigt men hier de aandacht keer

op keer op de onvoorstelbare smeerboel die de industrie Zelzate heeft bezorgd. In de speech

op de volksvergadering, waar Goemaere het stuk laat eindigen, staat de verontwaardiging en

de roep om verandering centraal, maar niet zonder opnieuw naar de vervuiling te verwijzen.

171

Interview Leentje Goemaere

Page 62: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

62

Is de regisseuse dan een echt groentje? Goemaere stelt dat ze zeker geen overtuigde

geitenwollensok is. Als ze met de fiets gaat, is dat eerder uit economische dan groene

motieven. Wel hecht ze veel belang aan een leefbaar milieu, voor iedereen en door iedereen.

Heel vaak is het onze eigen schuld dat er zoveel vervuiling is, terwijl ik vind dat er te

weinig gekeken wordt naar de grote vervuiler. Sommige moeten enkel een som geld

betalen en het feit dat ze zoveel uitgestoten hebben is afgekocht. Daarvan krijg ik het

al op mijn heupen.172

Uit dit citaat blijkt duidelijk hoe dat het rode politieke gedachtegoed meespeelt in de hele

interpretatie van het stuk. Iedereen is gelijk voor de wet en meer geld mag geen aanleiding

zijn tot meer rechten of een betere gezondheid. Op de as van Eckersley past Saltcity binnen

het plaatje van de welzijnsecologie. De argumenten pro milieu zijn antropocentrisch gekleurd,

maar men zet zich af tegen de puur economische invalshoek van de resource conservation.

Goemaere is momenteel op de eerste plaats een theatermaakster, na een professionele

opleiding heeft ze zich de kenmerken van de leefwereld van het theater volledig eigen

gemaakt. Toch is er ook invloed van de leefwereld van de groene beweging.173

Het stuk is in

de eerste plaats een toneelstuk, gespeeld in een schouwburg. Maar inhoudelijk heeft de groene

beweging haar stempel gedrukt. Niet in extreme mate, maar voldoende om niet onopgemerkt

te blijven.

Als besluit kan dus gesteld worden dat Saltcity een goed voorbeeld is van een voorstelling

geïnitieerd in de theaterwereld met een filosofische achtergrond die aanleunt bij de

welzijnsecologie.

172

Interview Leentje Goemaere 173

In Goemaere haar geval was politiek zonder twijfel ook een belangrijke invloed. In die zin zou het

ook mogelijk zijn haar in het oorspronkelijke schema van Schlossman onder te brengen. Toch laat de

milieubeweging ook sporen na.

Page 63: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

63

2. THEATERWERELD EN ECOCENTRISME – BENJAMIN VERDONCK Als tweede casus koos ik voor de Antwerpse kunstenaar/acteur/performer Benjamin

Verdonck (°1972). Sinds zijn afstuderen aan de toneelafdeling van het Antwerps

Conservatorium weet hij zich op de Belgische en internationale theaterkaart te zetten met heel

uiteenlopende werken en acties. Erkenning volgde via onder meer de Vlaamse Cultuurprijs

voor Podiumkunsten in 2009. Een jaar later mag hij Het Theaterfestival in Antwerpen openen

met de State of the Union, een speech over en voor de theaterwereld.174

Valt deze creatieve

duizendpoot te analyseren in verhouding tot mijn basisschema?

In mijn analyse put ik argumenten uit een grote hoeveelheid werken. De kunstenaar zelf zou

het niet anders gewild hebben. In zijn wederwoord op een opiniestuk van Wouter Hillaert

waarin die I love America and America loves me in twijfel trekt, schrijft hij: “U kan bij de

beoordeling van een van mijn acties/toneelstukken alle andere toch niet over het hoofd

zien?”175

Op de eerste plaats beschrijf ik vier opvallende acties. Daarna waag ik me eerst aan een

sociologisch en vervolgens aan een filosofische analyse.

2.1 De acties.

2.1.1 Bara/ke (2000)

In augustus 2000 woont Verdonck veertien dagen lang op zeven meter hoogte. Zijn huis staat

op een kraan, midden op het Baraplein in Brussel. De locatie is het idee van Citymin(d) een

internationale organisatie die individuen en collectieven samenbrengt rond locale actie in de

stad.176

Het plein is een knooppunt voor mobiliteit, met razend verkeer en het Zuid-station

vlakbij. Het heeft de naam onveilig te zijn, leeg en nutteloos, een non-plaats. Verdonck

praatte met de buurtbewoners, deed elke dag enkele acties (zoals De dans van het paard

waarbij hij alledaagse handelingen uitvoerde met een paardenmasker op) en nodigde mensen

uit op de koffie. De buurt reageerde enthousiast: met kleine en grote gebaren drukken ze hun

appreciatie uit. Soms via een getoeter en een brede glimlach, soms via cadeautjes. Een

bediende uit de naburige hoogbouw vertelde hoe men in het kantoor verrekijkers aan elkaar

uitleende. Dagelijks publiceerde De Morgen een stukje van zijn dagboek. De laatste dag

verandert zijn constructie door enkele houten panelen in een zwarte zwaan, Verdonck vloog

174

“Uitgebreide biografie Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013,

http://www.toneelhuis.be/#!/nl/readmodus/post/?id=3184 175

Benjamin Verdonck, Werk/some work (Gent: Campo Publication, 2008), 110 176

“About us”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013, http://www.citymined.org/aboutus.php

Page 64: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

64

naar andere oorden. De persbelangstelling was in het algemeen groot, zowel van Vlaamse als

Franstalige zijde. In mei 2001 wordt hij uitgenodigd de actie te herhalen op het Sint-Jansplein

in Antwerpen.177

2.1.2 I like America and America likes me (2003)

Van woensdag 13 november tot zaterdag 16 november 2003 verblijft Verdonck in een kooi,

vergezeld door een varken waar hij mee praat. Deze actie kwam er vanuit vier denkpistes.

1. Verdonck stuitte op de War List, dit is een lijst met alle interventies van het

Amerikaanse leger tussen 1974 en 2002. In 2003 is er een bitse publieke discussie

over de dreigende tweede invasie in Irak.

2. Daarnaast verwijst hij er ook mee naar de performance van Joseph Beuys uit 1974. De

Duitse kunstenaar bracht toen vijf dagen door in een galerij in New York, vergezeld

door een coyote.178

3. De kunstenaar legt ook de link met het toneelstuk Porcile (Italiaans voor varkensstal)

van P. P. Passolini. Hierin weigert een jongen zich te conformeren met zijn gegoede

achtergrond of zijn vrienden. Hij kiest er voor bij de varkens te gaan slapen.

4. Een laatste inspiratiebron is een verhaal van J. L. Borges. Hierin neemt Menard zich

voor enkele hoofdstukken uit Don Quichote zo te herschrijven dat ze exact

overeenkomen met de oorspronkelijke tekst. Door contextualisering betekenen de

woorden echter iets helemaal anders.

Dit werk werd door veel media gereduceerd tot ‘kunstenaar met varken in kooi’. Het was

echter de theatercriticus Wouter Hillaert die Verdonck de kast op kreeg door zijn werk te

noemen als een voorbeeld van de hedendaagse kunstenaar die geen positie wil innemen in het

hedendaagse debat. In rekto:verso publiceert men een uitgebreide reactie van Verdonck, een

citaat:

Ik zag dag aan dag spectaculaire onthullingen die de noodzaak van een Amerikaanse

interventie in Irak diende te verantwoorden en ieder van ons slechts één mogelijkheid

liet: VOOR of TEGEN. Ik wilde een werk maken met als thema de banaliteit van

177

Verdonck, Werk/Some Work, 64-73 178

In een interview voor VTI benadrukte hij dat hij het werk van Beuys op dat ogenblik nog niet zo

goed kende. Hij zag een foto van de performance in een boek en vond het een heel sterk beeld. Hij

stelt dat hij er nu (2010) misschien niet meer voor zou kiezen omdat het zo’n sterke connotaties

oproept. “Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013,

http://www.belgiumishappening.net/home/interviews/benjamin-verdonck

Page 65: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

65

mediatisering en stelde mij de vraag hoe met een kunstwerk zich te verhouden tot deze

crisis. Een beeld dat een mentale vrijplaats zou creëren binnen het door de media

gedirigeerde debat dat op eenduidige stellingname aanstuurde.179

2.1.3 Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow (2004)

Ook Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow herneemt Verdonck: Brussel in 2004,

Birmingham in 2005, Rotterdam in 2008. Nochtans werd het project eerst afgekeurd door de

beoordelings-commissie voor Nederlandstalige dramatische kunst, wat Verdonck er toe bracht

een open brief te publiceren in Courant met de vraag wat ze dan wel als experimenteel zien.

In de drie steden speelt zich telkens hetzelfde schouwspel af, verspreid over meerdere dagen.

Aan een hoog gebouw, in Brussel aan het administratieve centrum, hangt plots een gigantisch

zwaluwnest. Daarop is in de volgende dagen een man te zien, in grijs pak met (soms) een

felroze verenbos op zijn hoofd. Op dag twee verschijnt er een ei van meer dan twee meter

hoog op het plein, erna ook reusachtige veren. Het verhaal eindigt wanneer de man, die de

menigte lijkt te willen omarmen, verdwenen is. Op de grond is een lichaam in wit krijt

afgelijnd en aan het nest hangt zijn grijze pak. Elke dag heeft een titel: arbeid, kijk,

mama/maman/mutti, vol/plein, kom/viens, H. Prudentia en catastrofe cuculus canorus.180

2.1.4 State of the Union en Handvest (2010)

Elk jaar krijgt iemand uit de theaterwereld de kans om als opening van Het Theaterfestival

een State of the Union uit te spreken. Tijdens deze jaarlijkse redevoering overziet de

gelukkige het theaterlandschap en deelt hij zijn collega’s en medecultuurfanaten zijn visie

mee. Hoewel het event gratis is en voor iedereen openstaat, merkt theaterjournaliste Liv

Laveyne terecht op dat het een hoog ‘matuvu’-gehalte heeft, enkel insiders dus en niet het

grote publiek. In 2010 kreeg Benjamin Verdonck de eer.181

Hij overloopt verschillende

scenario’s: wat zou hij het publiek kunnen vertellen? Laat hij zijn hart spreken, overlopen

beter, een stroom aan associaties? Of schreeuwt hij, net als in een performance van

KALENDER, afwisselend “Yes we can en no we can’t?” Hij heeft het ook over het handvest

dat hij wil schrijven. Het handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan

179

Verdonck, Werk/Some Work, 109 180

Ibid., 202-228 181

Zijn speech is nog steeds volledig te beluisteren op http://www.theaterfestival.be/media/luister-hier-

naar-state-union-van-benjamin-verdonck . Vaak wordt de tekst van de speech met de bezoekers

meegegeven, hier was dit niet het geval aangezien de tekst nog veel last minute wijzigingen kende.

Page 66: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

66

een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid. Naar het einde toe spreekt hij zonder blad

voor de mond:

Volgens mij kan iedereen van ons hier een concrete, levensnoodzakelijke verandering

doorbrengen. Isoleer uw dak, rij niet meer met de auto, eet geen vlees of vis, en stop met

over en weer vliegen. Wat als we ons daartoe met de ganse podiumsector zouden toe

verbinden, wat zou dat geven? Dat is alles wat ik te zeggen heb: een uitnodiging.182

Verdonck stelde zijn handvest officieel voor als nieuw kunstwerk op de opening van het

festival Armwoede van de KVS op 13 december 2010. Hij daagt de hele podiumsector uit

mee te werken aan zijn actie die loopt van 1 september 2012 tot 7 februari 2013 en als doel

heeft een zo laag mogelijke voetafdruk te realiseren. De regels in het handvest houden onder

meer vegetarisch eten en minder vliegreizen in.183

Op de website van Verdonck kunnen

mensen het handvest digitaal ondertekenen en ook reacties nalaten.184

2.2 Sociologische situering

Benjamin Verdonck studeerde aan de toneelafdeling van het Antwerps Conservatorium, toen

nog Toneelopleiding Dora Van der Groen. Na zijn afstuderen in 1992 speelde hij bij een

aantal grote gezelschappen als acteur: De Tijd, het Zuiderlijk Toneel, Toneelgroep Hollandia,

HETPALEIS, enz. Gewaardeerde gezelschappen die vaak klassieke stukken brengen zoals

Shakespeares Hamlet (1993) en De wilde eend van Ibsen (1994). Het ging hem voor de wind,

maar er knaagde iets. In een interview met De Standaard verwoordt hij het als volgt:

Op de toneelschool leer je mooi Racine uitspreken. Dat is best aangenaam. Tot op

zekere dag je vrienden komen kijken en zich afvragen waar the fuck je mee bezig bent.

Ze hadden er weinig aansluiting mee. (…) Het is nieuwe maan , van Frank Vercruyssen

en Willy Thomas, ja, dat vonden we allemaal graaf . De voorstelling was gemaakt

vanuit een verontwaardiging over de eerste Amerikaanse inval in Irak en ze zat vol

met geluidsfragmenten. Toen ben ik me beginnen af te vragen wat mijn werk voor

mijn maten kon betekenen.185

182

“Luister hier naar de State of the Union van Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28 juli

2013, http://www.theaterfestival.be/media/luister-hier-naar-state-union-van-benjamin-verdonck 183

Dirk Leyman, “Benjamin Verdonck roept op tot ‘ecologisch’ theater,” De Morgen, 14 december

2010. 184

“Handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan een transitie naar

rechtvaardige duurzaamheid”, laatst geraadpleegd op 15 juli 2013, www.handvest.be 185

Geert Sels, “ ‘Als het met karton kan, hoeft het voor mij niet in marmer’ ”. De Standaard, 22

december 2012.

Page 67: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

67

De drang om nieuwe vormen van theater te ontdekken en te experimenten loopt als een rode

draad door zijn oeuvre.

Zijn vrienden en maten zijn een bonte groep: krakers, punky anarchisten, alternatieve

muziekbandjes, jeugdhuisgangers, peace- en lovefanaten en biofans.186

Verdonck neemt met

hen deel aan politieke acties, zoals demonstraties tegen de interventie van Amerika in Irak in

1998.187

Zijn eigen werk wordt vaak als politiek bestempeld, zelf zegt hij: “Ik maak geen theater

vanuit een politieke visie. Ik vind mijn praktijk politiek: hoe ik de dingen maak en hoe ik ze

naast elkaar plaats.”188

Een goed voorbeeld is de serie Shopping = fun. Het is een niet mis te

verstane kritiek op de consumptiecultuur. Met overvolle boodschappen tassen en een blik

waarin waarzin schemert sleept hij zich door de overvolle winkelstraten, als een venijnige

spiegel van de winkelende massa.189

Toch is meestal subtieler dan de radicale alternatieve context waarmee hij vaak geassocieerd

wordt.190

Van wat hij zelf de “ja-nee-sfeer”191

noemt naar meer nuance.

Ik probeer een kleine plek af te bakenen en te zeggen: kijk, zo kan het misschien ook.

Binnen dat kader probeer ik net zachter en kleiner te zijn. In plaats van schreeuwerige

letters in gouddruk stel ik mijn handgeschreven hanenpoten voor en mijn

knutselwerkjes in karton. Ik eigen me bekende logo's toe en geef er een andere

betekenis aan. Het moet wel resulteren in goei, mooi werk waar ik achter sta.192

Werk waarvan hij hoopt, zo schrijft hij in een brief naar Meg Stuart, dat het iets positief kan

bijdragen aan de samenleving en een effect kan hebben op andere personen.193

Benjamin Verdonck is een insider in de theaterwereld. Daarnaast is hij geen onbekende

binnen de kringen van het politiek activisme. Maar heeft hij ook iets met de groene

beweging? Deze vraag ontleden we in drie delen: houdt Verdonck er groene ideeën op na, is

186

Ibid. 187

Verdonck, Werk/Some Work, 430 188

Erwin Jans, “De processie der dingen”, De Witte Raaf, ed. 146, juli-aug 2010. 189

Verdonck, Werk/Some work, 370-375 190

Verdonck zei in een interview met de Witte Raaf dat hij de mythe dat zijn werk volledig uit het

Antwerpse krakersmilieu is geboren de wereld uit wil, in zijn ogen kan je het daar zeker niet toe

reduceren. Erwin Jans, “De processie der dingen.” 191

Geert Sels, “Als het met karton kan” 192

Ibid. 193

Verdonck, Werk/Some Work, 149

Page 68: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

68

hij in zijn werk qua inhoud geïnspireerd door de groene beweging en wordt hij aangesproken

door hun methodes?

Is Verdonck een groentje? Ja, de acties die hij opsomt in het Handvest zijn voor hem al een

evident deel van zijn dagelijkse leefwereld. Hij is vegetariër, probeert vliegen te vermijden,

koopt geen spullen die hij niet nodig heeft. Maar hij benadrukt dat hij evengoed soms

inconsequent is, hij poogt, met vallen en opstaan.194

De vraag kan desalniettemin bevestigend

worden beantwoord.

Draagt hij deze keuzes ook uit in zijn werk? Verdonck maakt geen theater zoals bijvoorbeeld

Dimitri Leue dat doet in Don Kyoto. Leue noemt de dingen bij naam, wil zijn publiek

duidelijk overtuigen. Verdonck is complexer en laat zich niet in één betekenis vastpinnen.195

Daarentegen niet te ontkennen, zijn de opvallende gelijkenissen tussen het werk van

Verdonck en de methodes en technieken die door de groene beweging gebruikt worden.

Het begint al in een overlappend woordgebruik: wanneer Verdonck zijn kunst ‘acties’ noemt

is dat een weloverwogen term. “Een ‘voorstelling’, dat is passief. Mensen gaan zitten en

luisteren terwijl iemand het woord neemt. Een ‘actie’ staat voor dialoog, dat is actie en

reactie. Er gebeurt iets en daardoor verandert er iets.”196

Verdonck zoekt doelbewust de openbare ruimte op en treedt daar in dialoog, een opvallend

contrast met het merendeel van de makers die de beschutte muren van het theatergebouw

koesteren. In KALENDER werkte hij een jaar lang in Antwerpen rond feestdagen, zo’n 150

acties drongen het dagelijks leven van de Antwerpenaren binnen:

Mensen die gaan reageren op wat er gebeurt, die met elkaar in gesprek gaan, een gerucht

dat ontstaat naar aanleiding van een gecrashte reuzemus op de Meir (Pechvogel,

13/3/2009), een ruzie over twee Sinterklazen die samen door Antwerpen stappen… Die

194

Rieks Swarte, “Interview Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 29 juli 2013,

http://ottmeetsrieks.wordpress.com/2013/01/06/interview-benjamin-verdonck/ , 195

En het Handvest dan? Deze actie werd gelanceerd naar aanleiding van zijn State of the Union en

uitdrukkelijk gericht aan zijn medetheatermakers, wat een heel andere context oplevert. 196

Maja Cools, “Benjamin Verdonck: ‘Ik wil niets materieel toevoegen zoals een standbeeld of een gat

in de muur”, laatst geraadpleegd op 29 juli 2013,

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F32674.html

Page 69: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

69

effecten interesseren me. Misschien vind ik die verhalen zelfs belangrijker dan de acties

zelf.197

De reacties maken in zijn ogen deel uit van het werk. De objecten die hij gebruikt zijn niet

meer dan katalysatoren om reacties op te wekken.198

Sommige van zijn acties hebben veel weg van bezettingen. Zijn boomhutten bijvoorbeeld, of

de paalwoning die hij met Bara/ke neerpootte op het Baraplein in Burssel en later op het Sint-

Jans plein in Antwerpen.199

De beelden hebben iets weg van de boomhutten in het

Lappersfortbos of de acties die leden van Earth First! uitvoeren. Dagen-, weken-, soms

maandenlang bezetten activisten bossen die dreigen gekapt te worden. Passief verzet is hierbij

hun grootste wapen. Ze doen weinig tot niks, maar zitten, staan of liggen simpelweg in de

weg.200

Verdonck wordt zelf passiever, zijn publiek actiever.

Benjamin Verdonck is duidelijk verbonden met de leefwereld die van het activisme in bredere

zin, maar ook die van de groene beweging. De invloeden die in zijn persoon samenkomen zijn

uniek, en net als zijn werk niet zomaar te simplificeren.

2.3 Filosofische situering

Een filosofische situering aan de hand van Eckersley haar as geeft een beter inzicht in het

‘groene’ in Verdoncks werken.

Zoals reeds gezegd, Verdoncks acties zijn vaak eenvoudig in hun opzet en toch complex om

te kaderen. Hij zegt heel wat over groene onderwerpen, maar niet op een letterlijke, voor de

hand liggende manier.

Ik wil argumenteren dat zijn werk aansluit bij het duurzaamheidsdenken en de

transitiebeweging en via deze volledige herdenking van wat vandaag de norm is eerder naar

het ecocentrisme neigt.

Verdonck is meer dan alleen tegen milieuverontreiniging: hij ziet het ruime plaatje. De

verwevenheid van ecologie, economie en de sociale component is voor hem een evidentie.

197

Erwin Jans, “De processie der dingen” 198

Ibid. 199

Verdonck, Werk/Some Work, 64-73 200

Kevin Michael DeLuca, Image politics, The New Rhetoric of Environmental Activism (Londen:

Lawrence Erlbaum Associates, Publishers, 1999) 7-9

Page 70: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

70

En daarnaast denk ik ook dat die transitie die wij nodig hebben, eigenlijk heel duidelijk is.

Daarbij gaat het vooral om onze bestaansvoorwaarden, wat dan ecologie genoemd wordt.

Maar ook het besef dat die ecologie compleet verweven is met een politieke houding, een

sociale houding. Dat zoiets dus één veld is. Je ziet dat er dingen verteld moeten worden.

(…) Ik denk dat kunst daar ook een rol in kan spelen, waar ik helemaal niet mee bedoel

dat we agitprop moeten doen, dat we kunst op de barricades moeten plaatsen of dat we

moeten meewerken aan reclames voor Ecover of zo.201

De drie elementen van duurzaamheid komen ook aan bod in zijn acties, zij het, moeten we

opnieuw benadrukken, niet in de meest opvallende en evidente manier. Economische

knipogen zijn er wanneer hij reclamepanelen opkoopt om ze wit te laten in de periode van

Carnaval, een hoogtepunt van oeverloos consumeren. Sociale aspecten zitten onder meer in

Dooi vogeltje waarbij de man het plein probeert te omarmen. Ecologie, de leer van de

verbanden tussen organische en anorganische levens is aanwezig in onder meer America.

Pim Martens haalt enkele kenmerken aan die hij ziet als die van het wetenschapsdiscours van

de toekomst: de duurzaamheidswetenschap. “Academisch en maatschappelijk, trans- en

interdisciplinair, participatief, onzeker, verkennend”202

zijn te verbinden met Verdonck.

Wat vooral in het oog springt is het onzekere en verkennende. Verdonck wil alternatieven

onderzoeken, mogelijkheden verkennen:

Een poging om via het theater niet zozeer de problematiek te bespreken (…) als wel

mogelijkheden te formuleren. Aangezien die zich voor mij niet kristalliseren in politieke

doctrines (kende ik een sluitende ideologie, ik gebruikte al mijn krachten to

verwezenlijking ervan), en realpolitik bedrijven niet mijn roeping is.203

Naar aanleiding van Wewilllivestorm (2005) stelt hij: “Ik wil een andere hanteerbaarheid van

kwaliteit en waarde mogelijk maken.”204

Maar ook het schipperen tussen disciplines is Verdonck niet vreemd: performance, theater,

verzamelen, tentoonstellen, tekenen, knutselen, fabricoleren, hij doet het allemaal en allemaal

door elkaar.

201

“Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013,

http://www.belgiumishappening.net/home/interviews/benjamin-verdonck 202

Pim Martens, Duurzaamheid, 17 203

Verdonck, Werk/Some Work, 110 204

Ibid., 246

Page 71: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

71

In 2009 kwam Terra Reversa van Peter Tom Jones uit, een boek waar reeds naar verwezen

werd in het kader van de transitiebeweging in België. Verdonck heeft dit boek gelezen.205

Tijdens Burnig Ice 2, op 23 november 2009, ging hij samen met een aantal andere

kunstenaars met Jones in gesprek over het boek. Hij kende de transitiebeweging echter al

daarvoor, getuige de titel die hij uitkoos voor zijn handvest.

Duurzaam staat niet onmiddellijk garant voor ecocentrisch. Drie argumenten om Verdonck

wel in deze categorie te plaatsen (voor zover hij in een hokje te duwen valt).

2.3.1 Respect

Een ecocentrist heeft bepaalde kenmerken van de meer antropocentrische ecologische visies,

maar trekt die verder door. Een afkeer van dierenuitbuiting bijvoorbeeld, die ook bij de vorm

Animal Liberation al aanwezig is. Uit de acties van Verdonck spreekt respect voor alle

vormen van leven. Dieren komen in alle vormen en maten in zijn performances en

toneelstukken voor. Hij maakt een stuk rond Misschien wisten zij alles van Toon Tellegen

waar de eekhoorn, de beer en de mol bij elkaar op bezoek gaan206

. Hij verheft varkens tot zijn

gesprekspartner in America en identificeert zich met een zwaluw in Dooi vogeltje.

2.3.2 Voeling met omgeving

In het ecocentrisme erkent men de noden van andere wezens en organismen, naast die van de

mens zelf. Daarnaast probeert men ook te leven met oog voor het gehele ecosysteem.

Uit zijn acties spreekt een grote drang van Verdonck om samen met zijn omgeving te leven.

Niet naast, of vanuit een dominante positie, maar middenin de samenleving. Een kenmerk dat

spreekt uit Bara/ke waarbij hij met iedereen in contact treedt, zonder onderscheid.

2.3.3 Bestaansrecht

In Hong Kong Woman Disappeared II bouwt Verdonck een vervallen huis om tot een ark. Op

elke verdieping liggen voorwerpen klaar om ingeladen te worden, onder het dak bouwt hij een

boot waar alles in moet passen. Zaden, planten en dieren die in de stad leven, conserven uit

een goedkoop winkeltje vlakbij, een bed.207

Ook dingen die lelijk en nutteloos lijken mogen

205

Rieks Swarts, “Interview Benjamin Verdonck” 206

Verdonck, Werk/Some Work, 116-121 207

Ibid., 84-91

Page 72: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

72

mee op de boot, gewoon omdat ze het recht hebben om ook te overleven, lijkt hij wel te

willen zeggen.

Binnen het ecocentrisme heeft de natuur rechten op zichzelf, zonder dat ze per se nuttig moet

zijn in verhouding tot de mens.

Nog een citaat uit de confrontatie met Hillaert in Rekto:Verso:

Ik ben kunstenaar en tracht mijn kennis en kracht zoveel mogelijk daartoe te

ontplooien. Het baart mij zorgen dat de kunsten plaats zouden moeten maken voor iets

met een duidelijker omkaderde en leesbare nutsfunctie: het debat, de relevantie.208

Verdonck wil zich niet opstellen als een kunstenaar met makkelijk verteerbaar ‘nut’.

Misschien is er wel geen betere pleitbezorger voor een ecocentrische visie op natuur: natuur

die we appreciëren voor wat ze is en niet vanuit een nutsdiscours.

2.4 Besluit

Hoewel zowel Verdonck als Goemaere vertrekken vanuit de leefwereld van het theater is het

resultaat opvallend anders. Goemaere speelt in zalen, Verdonck bijt zich vast in het

experiment en duikt op op pleinen of in galerijen. Letterlijk benoemen staat tegenover een

poëtisch associëren met. Goemaere heeft een stevige houvast vanuit haar politieke omgeving,

Verdonck zoekt doelbewust de twijfel op.

208

Ibid., 111

Page 73: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

73

3. GROENE BEWEGING EN ANTROPOCENTRISME – CARROTMOB Op zaterdag 6 oktober 2012 was het zo ver, de allereerste carrotmob in Gent. Het concept

ontstond in Amerika en verovert onder de slogan “Vote with your money” de wereld. Hoe is

de Carrotbeweging ontstaan, wat was de Belgische invulling en hoe valt dit te linken aan

theatraliteit?

3.1 De Carrotbeweging

Een carrotmob organiseren kan via drie simpele stappen: “1. Organizers make an agreement

with a business, 2. Carrotmobbers spend money at the business, 3. the business makes an

improvement.”209

Achter deze eenvoudige handleiding schuilt een hele beweging met een

eigen filosofie en geschiedenis.

Oprichter Brent Schulkin groeide op in het noorden van California. Als student was hij erg

geëngageerd en nam hij deel aan allerlei acties: “I started experimenting with different ways

to drive change. I took a tour of the classic methods used by the world’s changemakers:

Petitions. Boycotts. Educational film Screenings.”210

Hij kreeg meer en meer het gevoel dat

andere methodes nodig waren: de klassieke leverden vaak zeer weinig op en niemand steekt

graag energie in iets dat gedoemd lijkt keer op keer te falen. Hij ontwikkelde een strategie,

gebaseerd op drie inzichten.211

1. It’s foolish to demonize businesses for behaving badly.

2. The smart move is to understand businesses.

3. If businesses have most of the power to create change, then the results-oriented

advocate will focus on where the power is: with business.

In 2008 trok hij voor het eerst de straat op met zijn plan. Een buurtwinkel bood aan 22% van

de opbrengst te investeren. Waar ze gewoonlijk voor zo’n 1800 $ tot 2000 $ per dag

verkochten, haalden ze door de talrijke opkomst van de mobbers bijna 10.000 $.212

Het eerste succes werkte enorm inspirerend, toch dienden er nog heel wat obstakels te worden

overwonnen. In de jaren hierop doorliep de mobcommunity een zeer bochtig parcours.

Enerzijds bewees overvloedige respons van over de hele wereld dat het idee leefde, anderzijds

paste Carrotmob niet binnen het typische plaatje van een ‘goed doel’, noch van een echt

209

“About carrotmob”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://www.cojak.be/?q=node/82 210

“The inception”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013 https://carrotmob.org/blog/chapter-1-the-

inception 211

“The inception” 212

“Carrotmob makes it rain”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://vimeo.com/925729#

Page 74: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

74

bedrijf. Schulkin en zijn team doorzwommen heel wat rechterlijke en administratieve

watertjes. Op dit moment bestaat Carrotmob zowel uit een for-profit als een non-profit

onderdeel.213

Over de hele wereld werden ondertussen zo’n 250 mobs uitgevoerd, al dan niet met

ondersteuning van het kantoor van Shulkin.214

3.2 De carrotmob in Gent

3.2.1 Ontstaan

In Gent ontstond de carrotmob in het kader van het Gents klimaatverbond. Dat verbond kwam

er naar aanleiding van de ambitie van het stadsbestuur om Gent klimaatneutraal te maken

tegen 2050. Bedrijven, organisaties en particuliere Gentenaars kunnen via dit platform

samenwerken en het klimaatbeleid van de stad mee vormgeven.215

In een aantal denkgroepen

werd gebrainstormd over mogelijke initiatieven via verschillende, inspirerende pijlers. De

groep rond “De consument stuurt de markt” zag potentieel in het carrotmob idee.216

Op het

klimaatforum van Gent klimaatneutraal van 22 november 2011 werd de werkgroep carrotmob

officieel boven het doopvont gehouden217

, een dag later werd de facebookpagina

gelanceerd.218

Via twitter vonden gelijkgezinden elkaar en er ontstond een kerngroep van zes geëngageerde

vrijwilligers. Een van de trekkers, Filip Bullens vertelt: “Het was puur op vrijwillige basis,

heel spontaan allemaal, zonder officieel kader. (…) We kenden elkaar wel al een beetje, werk

gerelateerd vaak. Maar we hadden nog nooit samen iets georganiseerd.”219

De groep begon eraan: een format, een communicatiecampagne, … Het was niet te bedoeling

half werk af te leveren. De leden maakten gretig gebruik van hun professionele vaardigheden:

213

“The history of Carrotmob”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://vimeo.com/925729# 214

“Carrotmob”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://vimeo.com/925729# 215

“Gents klimaatverbond: wie is wie”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

http://www.gentsklimaatverbond.be/alle/wie-wie 216

Filip Bullens, interview door Karolien Byttebier, transcriptie als bijlage, 14 juni 2013. 217

“Klimaatwerkgroepen brengen Gent dichter bij 2050”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

http://www.gentsklimaatverbond.be/stad-gent/klimaatwerkgroepen-brengen-gent-dichter-bij-

2050#.TtVLpJqjwoc.facebook 218

“Carrotmob Gent”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

https://www.facebook.com/CarrotmobGent?fref=ts 219

Interview Filip Bullens

Page 75: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

75

zo heeft Bullens een communicatiebureau, Cojak, dat zich specialiseert in het in de markt

zetten van duurzame initiatieven.220

De groep kende wat ups en downs, maar in juli was de datum voor de mob een feit: 6 oktober

2012 zou D-day zijn. Op 16 juli werden de winkeliers, zoals de regels van de kunst het

voorschrijven, uitgenodigd om mee te bieden. Langzaam werd de info over de winnaar op het

facebookpubliek losgelaten: foto’s en andere tips prikkelen de verbeelding. Op 7 september

2012 wordt de winnaar voorgesteld: zaakvoerder Pieter van de Walle poseert trots met een

bundel wortels voor zijn Spar in de Zwijnaardsesteenweg. Hij boodt 103% van zijn

opbrengst.221

3.2.2 Fair trade on Board

De groep organiseerde de carrotmob tijdens de Week van de Fair Trade, en dat was geen

toeval. Ze zagen het initiatief als een natuurlijke partner222

. De Week van de Fair Trade wordt

georganiseerd door BTC, de Belgische Technische Coöperatie, die ontwikkelingsprojecten

ondersteunt in opdracht van de Belgische staat. BTC roept elk jaar op tot het organiseren van

activiteiten met een fair trade inslag. Wie één van de origineelste ideeën bedenkt, kan rekenen

op financiële steun.223

Het carrotmobcollectief diende een dossier in en kreeg een enthousiast antwoord. Er werd

besloten om het fair trade luik grondig uit te werken. Zo boden ze de klanten op 6 oktober

eerlijke proevertjes aan, was er een ruim aanbod aan fair trade producten te verkrijgen en kon

iedereen die een fair trade product gekocht had deelnemen aan een wedstrijd.224

3.2.3 Promotiecampagne

De groep zette fel in op promotie. Op de eerste plaats gebruikten ze sociale media, zoals een

blog, facebook en twitter. Ook werden posters verspreid en met behulp van de hoofdzetel van

Spar kwam er reclame op de Gentse trams. Ook de stad Gent sponsorde via het

klimaatverbond en verspreidde de actie langs haar kanalen, zoals het stadsmagazine. 225

220

Ibid. 221

“Carrotmob Gent” 222

Interview Filip Bullens 223

“Projectwedstrijd week van de fair trade”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://www.befair.be/nl/content/projectwedstrijd-week-van-de-fair-trade-2013-promoot-fair-trade 224

Interview Filip Bullens 225

Interview Filip Bullens

Page 76: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

76

In het kader van deze thesis zijn vooral hun creatieve uitspattingen interessant. Het bleef niet

bij een slogan en wat affiches.

Zo verschenen overal in het Gentse straatbeeld knaloranje wortelmannen. In een zeer nauw

aansluitend pakje trokken ze de nodige aandacht, Bullens: “Ik herinner me Ode Gand. Op een

gegeven moment hadden wij meer aandacht dan de fanfare die daar passeerde. Dan weet je

dat het concept werkt.”226

Het bijhorende filmpje was behoorlijk populair. Hiervoor haalden

ze onder meer inspiratie bij de actie die STAM-linten aan bomen hing om zo het nieuwe

museum aan te kondigen.227

Omdat het concept van de carrotmob in België nog niet zo bekend is, was de promotie vooral

teasend. Het was de bedoeling dat de Gentenaren geleidelijk aan voeling zouden krijgen met

het idee en er meer vertrouwd mee worden.228

3.2.4 D-day

De organisatoren zorgden ervoor dat er op de dag zelf meer te beleven viel dan enkel de

oproep zoveel mogelijk te kopen. Langs de stoep voor de winkel waren enkele kraampjes

opgesteld. Hier konden klanten een foto laten trekken met een oranje attribuut. Ze werden

toegesproken door het improvisatieduo Radio Topkaas. Gehuld in de wortelpakken wisselden

ze absurde praatjes af met muziek. In de winkel waren er wedstrijden en allerlei proevertjes.

De 50ste

klant werd telkens tot klant van de dag uitgeroepen en kreeg in plaats van een ruiker

bloemen een bussel wortels aangeboden. Ook was er een vrij podium.229

Op de regenachtige dag kwamen toch 938 klanten opdagen, goed voor € 10.922 omzet en een

investering van € 11.227 (of 103% daarvan). Hiermee werd de actie door Carrotmob

International ook uitgeroepen tot de meest succesvolle van 2012230

.

3.2.5 Toekomst

De groep weet nog niet wat de toekomst brengt. Bullens: “Het liefste wat ik zou hebben is dat

het viraal gaat. Doe het zelf! We hebben een format bedacht, neem het van ons.” Ze beseffen

226

Interview Filip Bullens 227

“Carrotmob Gent” 228

Interview Filip Bullens 229

Interview Filip Bullens 230

“We organiseerden de grootste Carrotmob in 2012!” laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013

http://www.cojak.be/?q=node/82

Page 77: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

77

maar al te goed dat er behoorlijk wat werk in kruipt maar hopen toch dat ze nieuwe

vrijwilligers geïnspireerd hebben.231

3.3 Sociologische situering

Carrotmob, zowel de internationale organisatie als de Gentse editie, maken deel uit van de

groene beweging. In mijn analyse baseer ik me voornamelijk op de actie in Gent, hoewel de

internationale beweging soms voor aanvullingen zorgt.

Carrotmob is geen klassieke milieubeweging. Internationaal moesten ze dat tot hun frustratie

vaststelling toen bleek dat in de wetgeving nog helemaal geen plaats was voor initiatieven als

dat van hen. Maar ook in België zijn er weinig vergelijkbare projecten, al vond in augustus

2009 al eens een mob in Antwerpen plaats.232

De Gentse groep verbindt het concept met duurzaamheid en de transitiebeweging. Dit uit zich

onder andere in hun samenwerking met de Week van de Fair Trade: niet enkel het ecologische

staat centraal, ook sociale maatregelen zijn belangrijk. De link met de transitiebeweging

schemert door in gebruikte metaforen en denkpatronen: “Een positieve boodschap is heel

belangrijk. Zo kan je uit je niche treden. Niches zelf zijn ook heel belangrijk om de transitie te

realiseren.”233

Hun actiemethode is bijzonder, maar ook in hun vorm van organisatie springen ze uit de band.

De actie in Gent kwam tot stand door een groep vrijwilligers die samenklonterde rond een

project, eenmaal alles is afgerond kan er misschien een vervolg komen, maar evengoed lost de

groep weer op. Daarbij baseren ze zich op open source materiaal.Ze zijn niet uit op een VZW,

noch op een meerjarenplan en ze willen al zeker niet in de politiek. Het valt ook op hoe leden

hun professionele kennis inzetten voor het project.

Hebben de Gentse carrotmobbers ook banden met de theaterwereld? Op persoonlijk vlak

hadden enkele vrijwilligers wel een link met mensen uit het artistiek milieu, maar je kan zeker

niet stellen dat het halve kunstenaars zijn geweest die hier de koppen bij elkaar gestoken

hebben. Daarnaast bevat hun actie weldegelijk enkele theatrale elementen: zoals attributen,

kostuums en improvisatie.

Hét attribuut was zonder twijfel de wortel. Uiteraard prijkte deze op de poster en het logo.

Maar hij was ook lijfelijk aanwezig op 6 oktober, onder andere als cadeau. Ook bij het

231

Interview Filip Bullens 232

“Carrotmob scoort met 565 shoppers”, Gazet van Antwerpen, 31 augustus 2009. 233

Interview Filip Bullens

Page 78: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

78

trekken van foto’s konden mensen van wortels gebruik maken als attribuut. Een simpel icoon

dat gemakkelijk te herkennen valt. De wortel verwijst ook naar het verhaal van de ezel: je kan

een stok gebruiken om hem vooruit te dwingen, of een wortel zodat hij uit zichzelf de juiste

kant uit gaat.234

Daarnaast waren er de wortelkostuums. Deze opvallende pakken misten hun effect niet en

trokken de aandacht als een magneet naar zich toe. De kostuums, die het gezicht bedekken,

vergrootten het mysterie en de hype die rond de actie werd gecreëerd.

Op de dag zelf was Radio Topkaas van de partij. Deze twee performers, gehuld in wortelpak,

spraken het publiek aan, draaiden muziek en vertelden absurde verhalen. Hun aanwezigheid

legde de link met de promotiecampagne en trok nog extra aandacht. Daarnaast benadrukten de

twee typetjes de uitgelaten sfeer.

Er kan gesteld worden dat de actie flirtte met de grenzen van (straat)theater: het

verrassingseffect, sketchmatige mini-opvoeringen die tot een glimlach leiden. Ook enige

symboliek was hen niet vreemd.

Zelf zweert Bullens bij de term “fun communicatie”: mensen worden aangetrokken door iets

wat leuk en positief is. Hij ziet een trend:

Ik denk dat we meer en meer die richting aan het uitgaan zijn. Als je de wereld een beetje

wil veranderen met je communicatie is dat een heel belangrijk gegeven, die flashmobs en

dergelijke. We hebben hier heel veel weerklank op gekregen, ook van andere

reclamebureaus. Geen slecht teken.235

Carrotmob maakt duidelijk deel uit van de groene beweging, al nemen ze hierin ook een

bijzondere plaats in. Tegelijkertijd proeven ze voorzichtig van theatrale concepten. De

creatieve extra’s zetten de positieve toon van het project in de verf. Het theatrale wordt

geapprecieerd op zichzelf, bijvoorbeeld in de vorm van Radio Topkaas. Maar het blijft in de

eerste plaats een middel om de aandacht te trekken, een herkenbare stijl te creëren of

nieuwsgierig te maken.

3.3 Filosofische situering

Op de internationale website van Carrotmob is een lijst te vinden van mogelijke afspraken die

actievoerders met een winkel kunnen maken. De onderwerpen zijn erg divers: van milieu en

de klimaatcrisis, over gendergelijkheid, fair trade, een veilige werkomgeving of extra

234

“Frequently Asked Questions”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, https://carrotmob.org/faq 235

Interview Filip Bullens

Page 79: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

79

ouderverlof voor de werkgevers. De initiatiefnemers gunnen vrijwilligers ter plaatse op dit

vlak veel vrijheid, al benadrukken ze dat een campagne altijd op feiten en wetenschappelijk

moet steunen en willen ze zich niet met een politieke strekking verbinden.236

Het Gentse team focuste op groene maatregelen en promootte op de dag zelf ook fair trade.237

Tijdens het evenement werd volop gekozen voor laagdrempeligheid, ook naar de boodschap

die men wou verspreiden: energie moet efficiënter gebruikt worden en verspilling

tegengegaan, maar het publiek hoeft zijn koopgedrag in principe niet te veranderen. Hun visie

leunt op die manier dicht aan bij de antropocentrisch kant van het continuüm: bezoekers

worden niet uitgenodigd op een bijzonder andere manier naar hun omgeving te kijken.

Dit is meteen ook een kritiek die vanuit meer radicale hoek kan gegeven worden: klanten

kopen exact hetzelfde, zonder er bij stil te staan. Meer nog, ze worden gemotiveerd om meer

te kopen dan ze nodig hebben, wat ecologisch gezien geen pluspunt is.

Voor de voorstanders is het echter een weloverwogen tactiek:

Ik ben geen ecofascist, maar ik ben wel een donkergroene. (…) Ik denk dat ik ook

voor de vijf anderen kan spreken hier, het zit echt wel in ons. Maar de actie zelf is

gematigder, we proberen een heel breed publiek te bereiken. (..) Kijk ook naar hun

[EVA’s] Donderdag-Veggiedagconcept, het is een “stok tussen de deur”-techniek. Ik

geloof dat dat de juiste manier is. Beter zo dan met een vuist op de barricaden, zo

bereik je de niche, maar qua milieu-impact bereiken ruimere acties veel meer.

Op deze manier ontstaat er een kloof dus wat actievoerders zelf aanhangen en de boodschap

die ze uitdragen.

3.5 Besluit

De carrotmob in Gent was een groot succes. Hoewel duidelijk met twee voeten in de

opkomende duurzaamheids- en transitiebeweging, reiken ze ook de hand aan technieken uit

de creatieve sector. Een aantal theatrale elementen passen wonderwel in hun concept om van

het hele gebeuren ‘fun’ te maken. Het theatrale is in de eerste plaats een middel.

236

“What issues can organizers create Carrotmob campaigns about?” laatst geraadpleegd op 1

augustus 2013, https://carrotmob.org/faq 237

Zonder hierover op voorhand afspraken gemaakt te hebben, is dit ook de aanzet geweest voor Spar

om te overwegen fair trade definitief in het gamma op te nemen. (Interview Filip Bullens)

Page 80: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

80

De actie verwoordt een visie rond natuur die voor veel mensen vertrouwd in de oren klinkt.

Dit helpt ook om het geheel laagdrempelig te houden. Hierachter schuilen echter vrijwilligers

die zelf groener door het leven gaan.

Page 81: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

81

4. GROENE BEWEGING EN ECOCENTRISME – GREENPEACE

4.1 Context

De wortels van Greenpeace zijn te vinden in de Tweede Wereldoorlog. Uit angst voor wat zou

gebeuren indien Hitler een atoombom in handen kreeg, besloten de Amerikanen er zelf als

eerste één te bouwen. Na enkele testen overhandigden 68 vooraanstaande wetenschappers op

morele grond een petitie tegen verdere ontwikkeling of gebruik van de bom aan de

Amerikaanse president Truman. Er werd geen gehoor aan gegeven en drie weken later, op zes

en negen augustus, werden Hiroshima en Nagasaki van de kaart geveegd. De Japanners gaven

zich over en de oorlog was over. Meteen was ook het zaadje van de antikernwapen beweging

gelegd.238

In de jaren hierop zagen de grote mogendheden geen reden om het ontwikkelen en testen van

nieuwe kernwapens te temperen. Er werden enkele verdragen gesloten, zoals de Test Ban

Treaty die in 1963 zowel door de Verenigde Staten als de Sovjet Unie getekend werd en die

testen in de atmosfeer aan banden legde. Door dit verdrag werden de testen nu voornamelijk

onder de grond uitgevoerd. De gevolgen van de steeds krachtigere bommen, zoals

aardverschuivingen en tsunami’s lokten steeds meer publieke verontwaardiging uit. 239

Bob

Hunter, journalist voor de Vancouver Sun schreef op 24 september 1967: “Beginning at

midnight tonight, the United States will begin to play a game of Russian roulette with a

nuclear pistol pressed against the head of the world.”240

In 1969 engageerde zich een groep mensen in het ‘Don’t Make a Wave Committee’, van de

Sierra Club. De leden hadden banden met milieuverenigingen en de vredesbeweging. Door

een misverstand publiceerde een krant een vaag idee over een boot als een vaststaand feit. De

actievoerders zagen door de enthousiaste respons van de media dat dit potentieel had en

begon de actie voor het eerst echt serieus te overwegen. Ze doopten de nog niet bestaande

boot alvast Greenpeace. 241

In 1969 was de Sierra Club, hoewel in 1892 een vrij progressieve stem in het milieudebat,

uitgegroeid tot een eerder behoudeensgezinde en bureaucratisch beweging. Het hoofdbestuur

238

Rex Weyler, Greenpeace: how a group of ecologists, journalists, and visionairies changed the

world. (USA: Holtzbrinck Publishers, 2004), 18-22 239

Ibid., 55-56 240

Ibid., 56 241

Ibid., 66-68

Page 82: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

82

was er niet over te spreken dat de actie aangekondigd werd zonder hun medeweten. Hierop

besloot de groep een onafhankelijke non-profit organisatie te stichten.242

Trekkers binnen de groep, die zich Greenpeace noemde, waren Bob Hunter, de journalist en

Irving Stowe. Twee jaar en een uitverkocht benefietconcert later vertrokken ze met hun boot

richting het eilandje Amchitka voor de kust van Alaska. Ze bereikten de plaats nooit maar hun

verhaal ging de wereld rond.243

In 1972 en 1973 volgden nog acties tegen atoomproeven en vanaf 1975 vaarde Greenpeace

ook uit tegen de walvisvangst. Het was ongezien: actievoerders in een wankelrubberbootje

waagden hun leven voor walvissen. Opnieuw gingen foto’s en videobeelden als een lopend

vuurtje rond. Spectaculaire acties zouden hun handelsmerk bij uitstek worden.244

Als gevolg

groeide de organisatie gestaag en in 1984 werd een kantoor geopend in Brussel.245

1985 was een kanteljaar voor Greenpeace. Op 10 juli 1985 ontplofte hun schip de Rainbow

Warrior, met een dode als gevolg. De Franse geheime dienst wou zo verhinderen dat de

activisten hun kernproeven bij Mururoa hinderden. De Nieuw-Zeelandse staat was not

amused met de actie op hun grondgebied en de publieke opinie schaarde zich massaal achter

de organisatie.246

In de jaren hierop zette Greenpeace een groeispurt in. Dit ging ook gepaard met interne

conflicten. De organisatie kreeg ook regelmatig kritiek te slikken. Toen ze in de jaren 90

adviseerden dat het afgedankte olieplatform Brent Spar niet tot zinken gebracht mocht

worden, bleek hun inschatting van de schadelijke stoffen aan boord schromelijk

overdreven.247

Op dit moment is Greenpeace actief in 40 landen en kunnen ze rekenen op de steun van bijna

3 miljoen donateurs. 248

De organisatie is uitgegroeid van rebel tot model. Ondanks haar nog

242

Ibid., 66-70 243

“Hoe het begon”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013

http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wie-zijn-we/geschiedenis/ 244

Deluca, Image Politics, 5 245

“Hoe het begon” 246

“Greenpeace groot dankzij aanslag op Rainbow Warrior”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/5442/greenpeace-groot-dankzij-aanslag-op-rainbow-

warror.html 247

“Greenpeace groot dankzij” 248

“About Greenpeace”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/about/

Page 83: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

83

steeds spectaculaire acties behoort ze niet meer tot de kopgroep van innovatieve denkers

binnen de groene beweging.

4.2 De Belgische actie

De actie die hier als concrete casus naar voren geschoven wordt is minder indrukwekkend dan

vele van de internationale acties waarbij duizelingwekkende hoogtes of stormachtige zeeën

werden bedwongen. Toch zal in de analyse blijken dat ook deze actie een portie ‘drama’

bevat.

Op 28 maart 2013 voerde Greenpeace Belgium actie voor het kabinet van Vlaamse minister

van Mobiliteit Hilde Crevits. De aanleiding tot deze actie was het dossier rond de Brusselse

ring. Het fileleed zorgt daar al lang voor frustratie. Crevits stelde een week eerder haar plan

voor: een verbreding van de ring, wat zo’n 350 miljoen zou kosten en het lokale van het

doorgaand verkeer zou scheiden.249

Greenpeace is het met deze oplossing grondig oneens. Volgens de studie van Transport en

Mobiliteit zou de CO2-uitstoot in het gebied met 10 % verhogen. In combinatie met een, in

hun ogen, zwak federaal klimaatplan zouden de Europese klimaatdoelstellingen nog

onbereikbaarder worden. Daarnaast biedt het plan geen structurele oplossing: het extra

verkeer dat wordt aangetrokken zou opnieuw files doen ontstaan.250

Om het negatieve effect voor het klimaat te illustreren, evoceerde een twintigtal mensen een

klimaatstorm voor het kabinet. Dit gebeurde met behulp van reusachtige windmachines,

watersproeiers en zakken vol dode bladeren. In deze storm hielden twee actievoerders een

spandoek vast waarop ‘Afrit Apocalyps’ stond te lezen. Een aantal anderen flyerden of liepen

over het plein terwijl ze met een paraplu worstelden. Een deel van de actievoerders waren

gehuld in een feloranje overal met in zwarte letters het Greenpeace logo op de rug, anderen

droegen fluorgele regenjassen.251

4.3 Filosofische situering

Greenpeace bevindt zich aan het donkergroene, ecocentrische uiteinde van het continuüm.

Greenpeace international beschrijft zijn missie als volgt:

249

“Operatie ‘bredere Brusselse ring’”, De Standaard, 23 maart 2013 250

“Klimaatchaos bij kabinet Hilde Crevits” laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/persberichten/greenpeace-voert-actie-tegen-de-

verbreding-van-de-brusselse-ring/ 251

“Greenpeace voert actie tegen verbreding Brusselse ring”

Page 84: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

84

Greenpeace is an independent, campaigning organisation which uses non-violent,

creative confrontation to expose global environmental problems, and to force the

solutions which are essential to a green and peaceful future. Greenpeace's goal is to

ensure the ability of the earth to nurture life in all its diversity.252

Vooral die laatst zin duidt op een visie die staat voor natuur met rechten op zichzelf, los van

de menselijke invulling.

Een anekdote versterkt dit beeld. Het belangrijkste schip van Greenpeace is de Rainbow

Warrior253

. Deze naam haalde Bob Hunter uit een boek dat hij gekregen had van een Native

American. Het bevatte verhalen over de Cree Indianen. Een hoofdstuk inspireerde hem

vooral:

Just as they were being overthrown, The Cree Indian people foresaw a time when the

white man's materialistic ways would strip the earth of its resources, but just before it

was too late the Great Spirit of the Indians would return to resurrect the braves and

teach the white man reverence for the earth. They would become known as the

Warriors of the Rainbow.254

Alvast een deel van de Greenpeace aanhangers ziet zichzelf in de traditie van de Rainbow

Warriors. Native Americans behoren tot de volkeren die geloven in een natuur met geestelijke

krachten. Dit geloof geeft aanleiding tot een diep respect voor en verbondenheid met de

natuur.

Uit deze visie zich ook op een donderdag in maart in België? Omdat het hier over een

kleinschalige actie gaat is er minder analysemateriaal ter beschikking. Toch is het

veelzeggend dat Greenpeace de frustratie en het ongemak van de duizenden mensen die elke

dag op de ring in de file staan, niet boven het ongemak voor het leefmilieu plaatst. Ook

vinden ze een investering van 350 miljoen onverantwoord, terwijl eenzelfde bedrag uittrekken

voor het ondersteunen van klimaatmaatregelen in hun ogen geen struikelpunt zou zijn. Met

het in scène zetten van een storm lijken ze ook de natuur zelf aan het woord te willen laten. Ze

zien zichzelf niet als de gesprekspartner, maar als het medium dat de boodschap van de natuur

252

“Frequently asked questions”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/about/faq/ 253

De huidige Rainbow Warrior is het derde schip met die naam; “Rainbow warrior”, laatst

geraadpleegd op 2 augustus 2013, http://www.greenpeace.org/international/en/about/ships/the-

rainbow-warrior/ 254

“Frequently asked questions,”

Page 85: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

85

overbrengt. Die boodschap is simpel: maak de juiste keuzes of deze stormen zijn

onvermijdelijk.

Samengevat is Greenpeace een fervente pleiter voor een natuur met eigen rechten, een

ecocentirsche visie. .

4.4 Sociologische situering

Greenpeace ontstond bij het begin van de jaren ’70 op een moment dat veel andere

milieuorganisaties het levenslicht zagen. Net zoals bijvoorbeeld het World Wildlife Fund

(°1961) en Friends of the Earth (°1971) openden ze kantoren in verschillende landen en

voerden ze internationale campagnes, steunend op talrijke donaties. Naast lobbywerk en

actievoeren, richten ze zich ook op wetenschappelijk onderzoek.255

Toch is Greenpeace van bij het begin anders. Ze zetten in op directe actie, zonder de steun van

het grote publiek te verliezen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Earth First! een radicale

milieubeweging die in de media niet altijd positief werd opgevoerd.256

De belangrijkste verklaring daarvoor is te vinden in hun gebruik van de media. “Greenpeace’s

supreme strengths as an organization are: they understand media and the legislative system,

and are able to use one to marshal popular backing in support of the other.”257

Stephen Dale

schrijft een boek over het fenomeen: McLuhan’s Children: Greenpeace Message and the

Media. Dale argumenteert dat onder andere de inzichten van Marshall McLuhan Greenpeace

inspireerde tot geslaagde massacommunicatie waarvoor we hen kennen.258

Hierdoor was het erg belangrijk dat al hun acties gefilmd werden en van zoveel mogelijk

foto’s voorzien. Het is veelzeggend dat de man die bij de bomaanslag verdronk een fotograaf

was die waarschijnlijk nog snel enkele beelden wou meenemen voor al zijn werk verloren

ging.259

De hedendaagse technologie helpt hen hierbij een handje: nog nooit was het zo

gemakkelijk om beelden, foto’s en ander materiaal met de wereld te delen. Ook de

255

“Onze methodes”, laatst geraadpleegd op 3 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wie-zijn-we/methodes/ 256

DeLuca, Image Politics, 102-118 257

Sarah Standing, Human/nature: eco-theatre politics and performance, New York. Doctoraatsthesis

(University of New York, 2008), 167 258

Stephen Dale, McLuhan’s Children: The Greenpeace Message and the Media, Toronto: Between

the lines, 1996, 3-4 259

“Greenpeace groot dankzij aanslag op Rainbow Warrior”

Page 86: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

86

permanente webcams op hun schepen, te bezichtigen vanop hun website, passen in dit

plaatje.260

Maar voor sommige theoretici is er meer aan de hand: “They give a really good show to their

audience, and that’s part of what makes people want to watch them, and also to support

them.”261

Zoals ook Sarah Standing schrijft zien en zagen veel onderzoekers de acties van

Greenpeace als performances. Onder meer Marvin Carlson, Jan Cohen-Cruz, Steve Durland

en Baz Kershaw scharen zich achter deze visie.262

Vanuit dit perspectief halen de Greenpeace leden dus inspiratie bij insiderspraktijken uit de

theaterwereld. Zien we dit ook in de Belgische actie aan het Kabinet van Hilde Crevits?

Verschillende elementen motiveren een instemmend antwoord.

Alle actievoerders dragen opvallende kledij die verder gaat dan een louter praktische

invulling. De veroorzaakte ‘storm’ is niet hevig genoeg om zulke stevig materialen te

rechtvaardigen. De overals zijn dan ook vooral symbolisch: ze versterken het beeld van een

krachtige storm en leggen de link met Greenpeace. In die zin kunnen ze dus ook als kostuums

gezien worden.

In de beelden die de VRT maakte loopt een vrouwelijke actievoerster door beeld terwijl ze

tevergeefs haar paraplu onder controle probeert te houden, opnieuw een vorm van theatrale

overdrijving. De actievoerster gedraagt zich als een acteur met de verfomfaaide paraplu als

attribuut.

De elementen die de storm veroorzaakten, leken wel rechtstreeks van een theater geleend.

Centraal stond de windmachine, maar ook de tuinslang en bladeren werkten mee aan een

overtuigende enscenering.

Het gebouw zelf was eveneens een cruciaal element. De actie kon niet op een andere plaats

hebben plaatsgevonden. Enerzijds omdat in dit kabinet de beslissingen genomen zullen

worden. Greenpeace haalde onder invloed van medeoprichter Irving Stowe inspiratie bij de

Quaker traditie van “bearing witness”: problemen ter plaatse bekijken en hierover vertellen.263

Anderzijds was het gebouw ook deel van het dramatische narratief. De storm katapulteerde

260

“Multimedia pages”, laatst geraadpleegd op 3 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/multimedia/ 261

Standing, Human/nature, 167 262

Standing, Human/nature, 162 263

Weyler, Greenpeace, 26

Page 87: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

87

het hele gebouw naar de toekomst, een toekomst waar de natuur op hol geslagen is. De actie

als een visioen.

Zoals reeds gezegd kunnen de beelden gelezen worden als ware Greenpeace de boodschapper,

en de natuur een actieve speler. Dit idee van de natuur als actief, performatief element was

recent ook aanwezig in de voorstelling van Mette Ingvartsen The Artificial Nature Project.

4.5 Besluit

Greenpeace is zonder twijfel nog steeds een van de grootste milieuorganisaties op deze

planeet. Deel van hun populariteit, die wegens hun koppige, donkergroene tint niet zo voor de

handliggend is, verdienden ze door hun theatrale mediastrategieën. Hoewel de actie in België

verwijderd lijkt te zijn van bijvoorbeeld hun heldhaftige walvisreddingsacties, springen met

de juiste bril toch enkele kenmerken in het oog die de theaterwereld lijken te omarmen.

Page 88: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

88

5. BESLUIT

Onze uitgangsvraag betrof: is er interactie tussen de theaterwereld en de groene beweging?

Als we naar het Vlaanderen van vandaag kijken, kunnen we niet anders dan deze vraag

instemmend beantwoorden. Er is een zeer levendig spanningsveld tussen de theaterwereld

enerzijds en de groene beweging anderzijds. De uitwisseling en interactie is geenszins

eenduidig. Het is niet hard te maken dat één bepaald soort theater, of één bepaalde soort

milieuvereniging zich laat beïnvloeden. Allerlei mogelijke combinaties duiken op en bestaan

naast elkaar, zelfs op een beperkte oppervlakte als Vlaanderen.

Vier casussen droegen de zware last om te bewijzen dat het veld van interacties inderdaad

divers is. Met behulp van de theoretisch assen en extra context bij elke casus was het mogelijk

gelijkenissen en verschillen op een overzichtelijke wijze samen te vatten.

De casussen uit de theaterwereld toonden aan dat ‘ecotheater’ niet stopt bij een stuk als Don

Kyoto. Hoewel Leue hiermee zeker een statement gemaakt heeft, is het een positieve

vaststelling dat zijn tijdgenoten zich niet blindstaren op zijn voorbeeld. Groene thema’s

kunnen duidelijk aanleiding geven tot een brede waaier aan hoogstaande voorstellingen en

performances.

Aan de andere kant is, binnen de groene beweging is het theatrale vaak niet veraf. Indien goed

gebruikt, doet het meer dan enkel een extra promo-middel zijn. Als theater op de juiste manier

wordt ingezet, zelfs al is het maar in de vorm van een attribuut, is het mogelijk de kern van de

boodschap op een onnavolgbare manier mee te geven.

De filosofische as die doorheen deze thesis gebruikt werd, kent in theorie twee zeer duidelijk

omlijnde tegenpolen: een ecocentrische visie staat mijlenver van een antropocentrische. In de

praktijk is het vaak moeilijker een welbepaalde casus met een visie te verbinden. Toch bleef

dit een interessante denkoefening, zeker in verband met initiatieven die meestal niet aan dit

soort analyses worden gekoppeld.

Dit onderzoeksveld is verre van uitgeput. Zelfs binnen de strikte afbakening – Vlaanderen en

21ste

eeuw – zijn er nog talrijke onontgonnen mogelijkheden.

Page 89: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

89

IV. Buitenbeentjes Als gevolg van het strak aflijnen van een onderwerp vallen bijna automatisch enkele

initiatieven uit de boot. Drie hiervan wil ik u echter niet onthouden. Op de eerste plaats wil ik

het kort hebben over een initiatief waarbij theater over groene thematieken handelt zonder het

nodig is dat de thematiek hen speciaal interesseert: het schooltheater. Een ander voorbeeld

werd getrokken door Ivago, die strikt gezien niet tot de groene beweging hoort. Los daarvan is

Ivago een voortrekker wat betreft vooruitstrevende, theatrale communicatie. Bij een laatste

voorbeeld is groen theater geen inhoudelijke kwestie, maar een technisch. Theater met een

lage voetafdruk verovert de podia. Ook deze casussen kunnen met de uitgewerkte assen

geconfronteerd worden.

1. Educatief milieutheater.

Verschillende gezelschappen in Vlaanderen richten zich specifiek op educatief theater voor

scholen. Onder hen heeft een groot deel in hun aanbod ook een stuk dat het milieubewustzijn

onder de leerlingen wil vergroten.

Zo speelt theatergezelschap Kleur Bekennen 2019 waarin Bram een klimaatvluchtelinge

ontmoet. Naast een spannend verhaal vol humor, komen de toeschouwers ook te weten hoe ze

onze planeet kunnen redden.264 Farce Cancan speelt voor kleuters De Regenboogprinses. Een

oude knuffelbeer belandt in de vuilbak en beleeft daar allerlei avonturen.265

Paco Producties, een groep spelers uit Hofstade, speelt al dertien jaar lang voorstellingen in

scholen en kent ondertussen het klappen van de zweep. In hun catalogus staan meer dan dertig

stukken over allerlei thema’s.

Hoe beslissen zij rond welke thema’s ze een stuk zullen maken? Paul Coppens, acteur,

regisseur en auteur bij Paco Producties vertelt: “We zitten hier voor samen en kijken wat er

interessant zou zijn. Daarbij houden we ook de leerplannen van de scholen in het oog. Waar

ze op school iets over leren, daar maken we iets over.”266

264

“2019”, laatst geraadpleegd op 6 augustus 2013,

http://www.kleurbekennen.be/workshop/2019/14_12_2012 265

“De Regenboogprinses”, laatst geraadpleegd op 6 augustus 2013.

http://www.farcecancan.be/farcecan_theater_toneel_cabaret/de_regenboogprinses_thema_milieu_klim

aat_afval_en_duurzaamheid/4/11 266

Interview Paul Coppens, door Karolien Byttebier, transcriptie als bijlage, 11 juni 2013.

Page 90: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

90

Het aanbod van Paco Producties is erg gericht op de markt. Waar zijn scholen mee bezig?

Wat staat staat er in leerplannen? Waarvoor tonen jongeren of kinderen interesse?267

Millen, milieupret, hun stuk rond de afvalproblematiek, werd zelfs op vraag van de markt

gemaakt:

Toen heeft de intercommunale Durme-Moervaart, IDM, ons gevraagd dit stuk te maken.

Aanvankelijk noemde het De Milieushow dat was in 2005. Vanaf 2006 hebben we het

herwerkt tot Millen, milieupret. IDM gaf ons de stimulans en promootte het stuk ook. Na

twee, drie jaar stopten ze met het project, maar het stuk staat nog steeds in onze

catalogus.268

Via IDM konden scholen het stuk gratis aanvragen. Twee jaar geleden kocht ook de provincie

Vlaams-Brabant het stuk aan en speelde het gezelschap in alle scholen van de provincie.269

De kans was groot dat ze uit eigen initiatief ook iets rond dit thema gedaan zouden hebben:

elke school werkt er gedurende het jaar rond. Ook houden ze zich momenteel niet bezig met

het verlagen van hun voetafdruk als theatergezelschap. Maar zelf hebben ze er geen speciale

band mee. Acteur Thomas De Wit merkt wel op dat hij door het spelen van het stuk in zijn

dagelijks leven ook bewuster is geworden.270

Die bewustmaking moet idealiter ook bij hun jonge toeschouwers plaatsvinden, al willen ze

hun invloed niet overschatten. Op het moment zelf hebben ze vaak het gevoel de kinderen

enthousiast gemaakt te hebben. Maar volgens Paul Coppens zijn zij maar een stukje van de

puzzel: “het hangt er natuurlijk van af wat ze er achteraf nog allemaal rond doen in de school.

En wat ze van thuis meekrijgen.”271

Het gezelschap verwerkt een aantal factoren bewust in de voorstelling om het maximale effect

te behalen. Jacques Van Avermaet, regisseur en acteur:

267

Interview Paul Coppens 268

Interview Paul Coppens 269

Interview Paul Coppens 270

Interview Paul Coppens 271

Interview Paul Coppens

Page 91: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

91

Een kind in het eerste kleuterklas kan maximum bijvoorbeeld twee minuten zijn aandacht

erbij houden, en die lengte stijgt met de leeftijd. Daar moet je natuurlijk rekening mee

houden. Nu hebben we vijf minuten iets serieus gedaan, nu is het tijd voor iets anders.272

Humor en muziek zijn twee cruciale ingrediënten voor een geslaagde voorstelling.

Is milieu eigenlijk een populair thema bij de scholen? Zeker niet het populairste. Het thema

pesten is al sinds hun beginjaren het meest gevraagde. Milieu bengelt eerder onderaan de lijst.

Scholen hebben wel interesse, zoals blijkt wanneer ze de voorstelling gratis kunnen

aanvragen, maar ze hebben meestal maar budget voor één theaterstuk en dan liggen de

prioriteiten ergens anders.273

Het is mogelijk deze productie op de gebruikte assen te plaatsen. De inhoud van het stuk neigt

filosofisch gezien eerder naar het antropocentrisme. De hoofdrolspeelsters, Pam en Fancy,

hebben een natuur-jeugdbeweging opgericht. Op de vraag waarom antwoorden ze “Omdat wij

een schonere en betere buurt willen en ook schoner en veiliger rond onze school.”274

Sociologisch gezien is er maar van een beperkte uitwisseling sprake. Toch is het doel van

zowel de groene beweging, als Paco Producties hetzelfde: de omgeving stimuleren tot een

groenere instelling. Het grote verschil is dat een organisatie uit de groene beweging dit doel

op elk moment nastreeft, terwijl Paco Producties dit enkel gedurende deze ene voorstelling

doet.

2. IVAGO en de theaterwereld.

IVAGO is verantwoordelijk voor de volledige afvalcyclus in Gent en Destelbergen. Ze stellen

meer dan 400 personen te werk.275 Met de regelmaat van de klok sturen ze een creatieve

informatiecampagne de wereld in.

IVAGO voert communicatie over alle aspecten van afval: preventie van afval, openingsuren

van containerparken, wat wel en niet in bij het glas mag, enz. Ze hebben als taak deze

boodschap tot bij alle inwoners van hun gebied te brengen, maar enkele doelgroepen krijgen

extra aandacht. De studenten bijvoorbeeld. Koen Van Caimere, verantwoordelijke

Communicatie binnen IVAGO, licht toe:

272

Interview Paul Coppens 273

Interview Paul Coppens 274

Paul Coppens, Millen milieupret, onuitgegeven theatertekst van Paco Producties (2006), 2. 275

“IVAGO – Kerncijfers”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013, http://www.ivago.be/over-

ivago/cijfers

Page 92: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

92

Studenten zetten hun huisvuilzak op alle mogelijke momenten buiten, behalve op het

juiste. We waren op zoek naar een nieuwe manier om dit aan te brengen en het is een

rap geworden, “Zet ze buiten”. Met onder andere Jan Matthys, die momenteel op

VIER te zien is als de Homo Turisticus. Het clipje stond op youtube en een fragment

werd in de cinema gespeeld.

Voor de doelgroep studenten verlaat IVAGO wel vaker de platgetreden paden. Een jaarlijks

weerkerend probleem is het zwerfvuil op de Graslei en Korenlei in Gent. Vanaf de eerste zon

strijken studenten met de nodige drank neer bij het water. Vaak ligt het er achteraf zeer vuil

bij. Schepen van stadontwikkeling, wonen en openbaar groen, Tom Balthazar moest in maart

2012 toelichten welke maatregelen zouden genomen worden. Hij heeft het onder meer over de

geslaagde actie Gust en Madeleine.276

Koen Van Caimere: “Het idee was simpel: twee oudjes, amateurtoneelspelers van een hoog

niveau, liepen daar bijna dagelijks rond. Ze spraken jongeren aan over afval en hielden een

blog bij.”277 Niemand wist dat de vreemde oudjes voor IVAGO werkten en al jaren bij vzw

Theaterplatform acteerden. 278 Guerrillatheater van het zuiverste water.

In 2012 waren Van Caimere en zijn ploeg naar iets gelijkaardig op zoek:

We zijn vorig jaar opnieuw beginnen brainstormen met een professioneel

communicatiebureau over wat we nu zouden kunnen doen. Een flashmob? Een dansje?

Ter plaatse komen met onze mensen? Daaruit is het idee gekomen cirQ/Bataclan te

contacteren. Zij zagen het zitten en zo is het gegroeid.279

Het is duidelijk dat zeer veel opties openstonden. Voor de actie inspireerde cirQ/Bataclan zich

op BataKamp, een plein met autoritaire kantjes dat ze tijdens de Gentse Feesten van 2010.280

De bezoekers werden er door vreemde snuiters met witte sokken en een afroepsysteem op

gewezen dat afval laten slingeren niet wordt getolereerd. Het leverde hilarische beelden op

van wandelaars die achterna gezeten worden met een gigantische wijzende vinger.281 Achteraf

276

“Afval op de Graslei en Korenlei”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://tombalthazar.wordpress.com/2012/03/27/afval-op-de-graslei-en-korenlei/ 277

Interview Koen Van Caimere 278

Dieter Herregodts, “Senioren houden Graslei proper”, Het Nieuwsblad, 2 juli 2007. 279

Interview Koen Van Caimere 280

“ ‘Circus Vangheluwe’ overstelpt door persmeute”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://www.dewereldmorgen.be/video/2010/07/20/video-circus-vangheluwe-overstelpt-door-

persmeute 281

“De redders van de Graslei – IVAGO”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://www.youtube.com/watch?v=zSoswwuw1II

Page 93: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

93

gezien werd de actie geëvalueerd door cirQ, vertelt Van Caimere: “Ze hebben zelf veel

positieve reacties gekregen. Sommige mensen vonden het misschien wel iets te lang. Er

zullen ook wel mensen zijn die zich een beetje geërgerd hebben, maar het was alleszins

gezien.”282 Natuurlijk nemen ze ook wel de hele publieke ruimte in met hun opvallende (en

luide) actie: “Inderdaad. Daarom hebben we het dit jaar kleinschaliger aangepakt, door zakjes

uit te delen met de boodschap ‘Zwerfafval kan ons wel een zak schelen’ en met de mensen te

praten.”283

Zijn deze acties te verhouden tot de gebruikte filosofische en sociologische as? Zoals reeds

gezegd, communiceert IVAGO een eerder antropocentrische visie op de natuur. Zo zetten ze

bijvoorbeeld in op het promoten van efficiëntie en het vermijden van afval. Sociologisch

gezien kan het schema in strikte zin niet toegepast worden. IVAGO is een overheidsbedrijf.

De personen die ooit initiatief namen om IVAGO op te richten kunnen uit de groene

beweging komen, maar IVAGO zelf hoort hier niet toe. Dit betekent niet dat de werknemers

geen sympathieën kunnen hebben voor de ideeën van de groene beweging of ook lid zijn van

bijvoorbeeld een natuurvereniging. Anderzijds zijn er zeer duidelijk enkele theatrale

elementen te vinden in hun acties. Ze werken met acteurs, improvisatietheater,

guerrillatheater, vreemde kostuums, muziekclips met typetjes, … Hun boodschap is steeds

dezelfde dus moet de verpakking regelmatig wijzigen. Deze aanpak heeft veel te maken met

de aanwezigheid van de Gentse studenten. Hun aanpak is verwant met de ‘fun communicatie’

waar Filip Bullens van carrotmob Gent op hamerde: het heeft geen zin om een politieagent op

de Graslei te zetten om studenten te controleren. Maar het is niet omdat er acteerwerk bij

betrokken is dat studenten er onmiddellijk voor vallen. Nationale initiatieven hebben vaak

andere doelgroepen of zijn gewoonweg te instructief. 284

3. Low Impact Theater

Deze vorm van theater streeft een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk285 na. Van zodra

een theatergezelschap, cultuurcentrum of andere speler in het theaterlandschap zich op een of

282

Interview Koen Van Caimere 283

Interview Koen Van Caimere 284

Interview Koen Van Caimere 285

De ecologische voetafdruk is een concept dat in de jaren negentig door de Canadese

wetenschappers Wackernagel & Rees werd bedacht. De milieu-impact van menselijk afval en

consumptie kan zo berekend worden.(“De berekening van de ecologische voetafdruk van Vlaanderen”

laatst geraadpleegd op 8 augustus 2012.

http://statbel.fgov.be/nl/modules/digibib/leefmilieu/1552_de_berekening_van_de_ecologische_voetafd

ruk_van_vlaanderen.jsp)

Page 94: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

94

andere manier inzet om het milieu minder te belasten noemt men zichzelf, of een ander hen,

vaak ecotheater. De inhoud, methode, filosofie, … van het stuk doet in principe eigenlijk niet

ter zake, hoewel ze wel aansluitend kan zijn. Het meest geruchtmakende voorbeeld uit

Vlaanderen kwam reeds aan bod: Don Kyoto van Dimitri Leue.

De voetafdruk van de theaterwereld, is die dan zo hoog? Het antwoord op deze vraag is

zonder twijfel ja. Mark Fischer somt in zijn artikel Alas, poor planet uit 2007 een aantal

redenen op waarom theater niet de meest milieuvriendelijke sector is. Bij het bouwen van veel

theaterzalen was isolatie het laatste waar men aan dacht, een cultuurhuis moet prestige

uitstralen en daarbij leek de voorraad olie in het verleden onuitputtelijk. Ook de verlichting

vraagt heel wat van de natuur. Omdat opslagplaats duur is, worden veel decors na een

productie automatisch weggesmeten. Elk seizoen worden ook kilo’s papier verbruikt voor

scripts, brochures en allerlei ander promomateriaal. In de geglobaliseerde wereld van vandaag

toeren veel gezelschappen heel wat af. Al deze kilometers en hotelkamers doen de uitstoot

eveneens gevoelig stijgen. En dan is er nog het publiek: een paar honderd mensen per avond

die met de auto tot bij de voorstelling rijden. Met als gevolg een torenhoge ecologische

voetafdruk.286

Er zijn niet veel officiële cijfers over de grootte van de voetafdruk van de podiumsector. In

Engeland onthulde een onderzoek dat rondreizende Britse gezelschappen op 1 jaar een

uitstoot hadden die overeenkomt met 2,860 keer rond de wereld vliegen.287 De eveneens

Britse non-profit organisatie Julie’s Bicycle lanceerde in 2010 een methode om de uitstoot

van afzonderlijke initiatieven binnen de creatieve sector te meten.288 In Vlaanderen kunnen

theatermakers of cultuurhuizen met groene plannen terecht bij de website Jonge Sla. Ze

bieden onder andere methodieken aan om je voetafdruk te verkleinen en begeleiding op

maat.289

Is het mogelijk op deze case de assen toe te passen? Zoals reeds gezegd: de filosofische visie

doet er niet toe. Of iemand nu uit antropocentrische of ecocentrische overtuiging zijn

286

“Alas, poor planet”. Laatst geraadpleegd op 8 augustus 2012.

http://www.guardian.co.uk/environment/2007/feb/07/energy.theatre 287

“Exclusive – Carbon footprint of touring theatre revealed.” Laatst geraadpleegd op 9 augustus 2012.

http://www.thestage.co.uk/news/newsstory.php/28617/exclusive-carbon-footprint-of-touring 288

“IG Tools”. Laatst geraadpleegd op 8 augustus 2012. http://www.juliesbicycle.com/resources/ig-

tools 289

“Jonge Sla – Naar een duurzame kunstenpraktijk”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://vti.be/nl/over-vti/projects/jonge-sla-naar-een-duurzame-kunstenpraktijk

Page 95: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

95

voetafdruk probeert te verlagen: het resultaat is exact hetzelfde. Sociologisch gezien is ook

Jonge Sla een project dat twee leefwerelden verenigt. Het project werd enerzijds getrokken

door het Vlaams Theater Instituut en anderzijds door Ecoflife, een milieubeweging.

Page 96: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

96

BIBLIOGRAFIE

Boeken Bracke, P. en Brutsaert, H., Sociologie, Gent: Academia press, 2008.

Bryan, B. George, An Ibsen Companion – A dictionary-guide to the life, works, and critical

reception of Henrik Ibsen, (Londen: Greenwood press, 1984)

Coppens, Paul. Millen milieupret, onuitgegeven theatertekst van Paco Producties, 2006

Dale, Stephen, McLuhan’s Children: The Greenpeace Message and the Media, Toronto:

Between the lines, 1996

Eckersley, Robyn, Environmentalism and Political Theory – Towards an ecocentric approach

(New York: State University of New York Press, 1992) . 1-4

Kevin Michael DeLuca, Image politics, The New Rhetoric of Environmental Activism

(Londen: Lawrence Erlbaum Associates, Publishers, 1999) 7-

Ewbank, Inga-Stina, “The Last Plays”, in The Cambridge Companion to Ibsen, red. James

McFarlane, Cambridge: Cambridge University Press, 1994, 126-154

Florizoone, Patrick. De groenen: ideeën, bewegingen en partijen. Deurne: Kluwer, 1985.

Janssens, Frederik en Ullrich Melle. Voeten in de aarde: radicale groene denkers. Antwerpen:

Hadewijch, 1996.

Pas, Johan. Nature morte?: kunst, natuur en biotoop. s.l.: Stichting Leefmilieu, 1995

Rootes, Christopher. Environmental Protest in Western Europe Oxford: Oxford University

press, 2007.

Schouten, Matthijs G. C. De Natuur als beeld in religie, filosofie en kunst. Zeist: KNNV,

2010.

Snow, David A. et al., red. The Blackwell Companion to social movements Oxford: Blackwell

Publishing, 2005.

L. Turksema, Ibsen voor deze tijd, Leuven: uitgeverij acco, 1984, 87-88

Page 97: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

97

Van der Heijden, Hein-Anton. Tussen aanpassing en verzet: milieubeweging en

milieudiscours. Antwerpen: Ambo, 2000.

Van der Zalm, Rob. Ibsen op de planken – een ensceneringsgeschiedenis van het werk van

Henrik Ibsen Amsterdam: Uitgeverij International Theatre and Film Books, 1999

Benjamin Verdonck, Werk/some work (Gent: Campo Publication, 2008), 110

Vermeersch, Etienne en Johan Braeckman, De rivier van Herakleitos. Antwerpen: Houtekiet,

2008.

Artikels uit vaktijdschriften. Curtis, D.J., N. Reid en G. Ballard, “Communicating ecology through art: what scientists

think.”, Ecology and Society, 2012 (17) 3, laatst geraadpleegd op 14 juli 2013,

http://www.ecologyandsociety.org/vol17/iss2/art3/

Curtis, D.J., “Creating inspiration and empathy”, Ecological management and restoration,

vol. 10, nr. 3 (2009), 174-184

Erickson, Robert F., The Aquarian Conspiracy: Personal and Social Transformations in the

1980s by Marylin Ferguson Review, Leonardo, 16 (1983), 65

Gross, Matthias. “Restoration and the Origins of Ecology”. Restoration Ecology, 15 (2007):

375-376

Helland, Frode. “Ibsen and Nietzsche: The Master Builder”. Ibsen Studies, 9:1 (2009), 25-75.

Hollinger, Franz, “Does the counter-cultural Character of New Age Persist? Investigating

social and Political Attitudes of New Age Followers”, Journal of Contemporary Religion, 19

(2004), 289-309

Howard, John Robert. “The Flowering of the Hippie Movement,” Annals of the American

Academy of Political and Social Science, vol. 382 (mart 1969): 43-55

Lindholdt, Paul. “Greening the Dramatic Canon: Henrik Ibsen’s An Enemy of the People”.

Interdisciplinary Literary Studies. vol. 3 no. 1 (herfst 2001), 53-65.

Miller, Arthur. “Ibsen’s warning,” Taylor and Francis. vol. 18, issue 6-7, 1989: 74-75.

Page 98: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

98

Weyler, Rex. Greenpeace: how a group of ecologists, journalists, and visionairies changed

the world. USA: Holtzbrinck Publishers, 2004

Thesissen en doctoraten Florizoone, Patrick. Ekologie en ekologisme: wetenschap en ideologie over de veranderende

relatie tussen de mens en de natuur: Een kritisch-filosofische beschouwing. Master Thesis,

Universiteit Gent, 1982

Goemaere, Leentje. Saltcity. Master Thesis, Toneelacademie Maastricht, 2013.

Standing, Sarah. Human/nature: eco-theatre politics and performance, New York.

Doctoraatsthesis, University of New York, 2008.

Van Samang, Ingrid. Fietsen door het kunstenveld naar morgen. Een onderzoek naar hoe het

kunstenveld invulling geeft aan haar rol inzake ecologie, een onderdeel van duurzaamheid.

Master Thesis, Universiteit Antwerpen, 2012.

Presentaties Martens, Pim. “Duurzaamheid: wetenschap of fictie?” (Rede uitgesproken bij de aanvaarding

van het ambt van bijzonder hoogleraar ‘Duurzame Ontwikkeling’ aan de Universiteit

Maastricht, Open Universiteit Nederland en Hogeschool Zuyd, 25 februari 2005)

Publicaties Bond Beter Leefmilieu (2012), “Profiel natuur- en milieuverenigingen in Vlaanderen”

Ipsos (2012) “Milieuverantwoord consumptie: monitoring perceptie en maatschappelijk

gedrag” in opdracht van Vlaamse Overheid – Leefmilieu, Natuur en Energiebeleid.

Janssens, Joris, red. (2011) The Ins & Outs. A field analysis of the performing arts in

Flanders. VTI

Interviews (zie ook bijlagen) Filip Bullens, interview door Karolien Byttebier, transcriptie als bijlage, 14 juni 2013.

Leentje Goemaere, interview door Karolien Byttebier, transcriptie als bijlage, woensdag 24

juli 2013.

Paul Coppens, interview door Karolien Byttebier, transcriptie als bijlage, 11 juni 2013.

Page 99: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

99

Artikels uit gedrukte kranten en tijdschriften.

“Carrotmob scoort met 565 shoppers”, Gazet van Antwerpen, 31 augustus 2009.

“Documentaire ‘Low Impact Man’ genomineerd voor AIB Awards”, De Standaard, 4 oktober

2010.

Dros, Lodewijk. « Duurzaamheid is de nieuwe religie”, Trouw, 12 januari 2013.

Herregodts, Dieter. “Senioren houden Graslei proper”, Het Nieuwsblad, 2 juli 2007.

Jans, Erwin. “De processie der dingen”, De Witte Raaf, ed. 146, juli-aug 2010.

Leyman, Dirk. “Benjamin Verdonck roept op tot ‘ecologisch’ theater,” De Morgen, 14

december 2010.

“Operatie ‘bredere Brusselse ring’ ”, De Standaard, 23 maart 2013.

Roox, Gilbert. “De communisten van Klein-Rusland”, De Standaard, 1 oktober 2010.

Sels, Geert. “ ‘Als het met karton kan, hoeft het voor mij niet in marmer’ ”. De Standaard, 22

december 2012.

“Solidariteitsprijs 25 juli EVA”, De Standaard, 25 juli 2013.

van de Poll, Wilfred en Lodewijk Dros, “Heilige plicht. Kleine catechismus van het groene

geloof”, Trouw, 12 januari 2013.

Verboomen, Koen. “Dimitri Leue ‘tegen de lamp’ zaterdag in De Borre”, Het Nieuwsblad, 21

oktober 2009.

Ververs, Dirk. “Vuil Zelzate’ inspireert tot toneelstuk ‘Saltcity’ ”, Het Nieuwsblad, 9

november 2012.

“V.N.: ‘wereld heeft rode lijn overschreden met CO2 niveau’ ”, De Standaard,13 mei 2013.

Page 100: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

100

Online websites, teksten en artikels. “2019”, laatst geraadpleegd op 6 augustus 2013,

http://www.kleurbekennen.be/workshop/2019/14_12_2012

“About carrotmob”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://www.cojak.be/?q=node/82

“About Greenpeace”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/about/

“About Pim Martens », laatst geraadpleegd op 15 juli 2013, http://pimmartens.info/

“About us”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013, http://www.citymined.org/aboutus.php

“Ace Bank”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013, http://afreux.be/web/#156/ace-bank

“Activiteiten, beleef de natuur”, laatst geraadpleegd op 17 juli 2013, http://www.limburgs-

landschap.be/activiteiten_detail.asp?taal=nl&a=JNQPORCRQ&p=5

“Afval op de Graslei en Korenlei”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://tombalthazar.wordpress.com/2012/03/27/afval-op-de-graslei-en-korenlei/

“Ahead of June climate change talks, UN body urges coordinated response to CO2 ‘danger

zone’ ”, laatst geraadpleegd op 15 mei 2013.

http://www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=44894&Cr=climate+change&Cr1=#.UZTcu

UpuqSp .

“Alas, poor planet”. Laatst geraadpleegd op 8 augustus 2012.

http://www.guardian.co.uk/environment/2007/feb/07/energy.theatre

“All that is wrong”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.ontroerendgoed.be/projecten/all-that-is-wrong

Art beyond Art”, laatst geraadpleegd op 14 juli 2013,

http://www.mottodistribution.com/shop/publishers/third-text/art-beyond-art.html

“Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013,

http://www.belgiumishappening.net/home/interviews/benjamin-verdonck

Page 101: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

101

“Big Jump 2013 recordeditie met 3800 springers voor proper water”, laatst geraadpleegd op

20 juli 2013, http://www.natuurpunt.be/nl/vereniging/actua/big-jump--recordeditie-met--

springers-voor-proper-water_1048.aspx

Bunting, Madeleine. “Art and Climate”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.artsandecology.org.uk/magazine/features/madeleine-bunting

“Burning Ice 6 – When animals look back.”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.kaaitheater.be/nl/f50/burning-ice

“Carrotmob”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013, http://vimeo.com/925729#

Carrotmob Gent”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

https://www.facebook.com/CarrotmobGent?fref=ts

“Carrotmob makes it rain”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

http://vimeo.com/925729#

“ ‘Circus Vangheluwe’ overstelpt door persmeute”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://www.dewereldmorgen.be/video/2010/07/20/video-circus-vangheluwe-overstelpt-door-

persmeute

Cools, Maja. “Benjamin Verdonck: ‘Ik wil niets materieel toevoegen zoals een standbeeld of

een gat in de muur”, laatst geraadpleegd op 29 juli 2013,

http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F32674.html

“De berekening van de ecologische voetafdruk van Vlaanderen” laatst geraadpleegd op 8

augustus 2012.

http://statbel.fgov.be/nl/modules/digibib/leefmilieu/1552_de_berekening_van_de_ecologische

_voetafdruk_van_vlaanderen.jsp)

“De redders van de Graslei IVAGO”, laatst geraadpleegd op 4 augustus 2013,

https://www.youtube.com/watch?v=zSoswwuw1II

“De missie van IVAGO”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013, http://www.IVAGO.be/over-

IVAGO/missie

Page 102: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

102

“Don Kyoto – de eerste milieuvriendelijke theatervoorstelling in Vlaanderen”, laatst

geraadpleegd op 19 juli 2013, http://www.medium4you.be/Don-Kyoto-De-eerste-

milieuvriendelijke-theatervoorstelling-in-Vlaanderen.html

“Ecological art: what do we do now?” , laatst geraadpleegd op 14 juli 2013,

http://nonsite.org/feature/ecological-art-what-do-we-do-now

“Een maandagskind”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.spotsopwest.be/deelnemers12/maandagskind.html

“Een storm van beelden”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.kaaitheater.be/nl/e1040/the-artificial-nature-project

“Een terugblik op “Tegen de Lamp’ ”, laatst geraadpleegd op 21 juli 2013,

http://lowimpactman.wordpress.com/2009/12/03/een-terugblik-op-tegen-de-lamp/

“Eerste Gentse carrotmob kent een groot succes”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.gent.be/gent.htm?id=START&ch=THE&rec=180517

“Everything worth doing is worth doing slowly”. Laatst geraadpleegd op 12 mei 2012.

http://www.theworldinstituteofslowness.com/

“Exclusive – Carbon footprint of touring theatre revealed.” Laatst geraadpleegd op 9 augustus 2012.

http://www.thestage.co.uk/news/newsstory.php/28617/exclusive-carbon-footprint-of-touring

“Fou de coudre – Nieuws », laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://foudecoudre.wordpress.com/nieuws/

“Frequently Asked Questions”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

https://carrotmob.org/faq

“Frequently asked questions”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/about/faq/

“Gents klimaatverbond: wie is wie”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

http://www.gentsklimaatverbond.be/alle/wie-wie

“Globaal genomen – voorstelling door Mong Rosseel en John Vandaele”, laatst geraadpleegd

op 19 juli 2013, https://www.facebook.com/events/156076527865

Page 103: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

103

“Greenpeace groot dankzij aanslag op Rainbow Warrior”, laatst geraadpleegd op 2 augustus

2013, http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/5442/greenpeace-groot-dankzij-aanslag-

op-rainbow-warror.html

“Greenpeace voert actie tegen verbreding Brusselse ring”, laatst geraadpleegd op 20 juli

2013, http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/nieuws/binnenland/1.1588242

“Handvest van Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013,

http://www.jongesla.be/?q=node/213

“Handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan een transitie naar

rechtvaardige duurzaamheid”, laatst geraadpleegd op 15 juli 2013, www.handvest.be

“Het dier is geen middel”, laatst geraadpleegd op 4 augustus 2013,

http://www.animalfreedom.org/paginas/column/ingridhofstede.html

“Het Ministerie van ideeën helpt eco-pioniers hun droom realiseren”, laatst geraadpleegd op

16 juli 2013, http://www.ministerievanideeen.be/nl/over-ons

« Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow”, laatst geraadpleegd op 19 juli 2013,

www.benjamin-verdonck.be

“Hoe het begon”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013

http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wie-zijn-we/geschiedenis/

Ibsen, Hendrik, An Enemy of the People, vert. R. Farquharson Sharp, laatst geraadpleegd op

26 juli 2013, http://www.gutenberg.org/files/2446/2446-h/2446-h.htm

“IG Tools”. Laatst geraadpleegd op 8 augustus 2012.

http://www.juliesbicycle.com/resources/ig-tools

“Internationale klimaatactiedag, ‘flashmob’ in Antwerpen”, laatst geraadpleegd op 19 juli

2013, http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F35275.html

“Interview met Mong Rosseel”, laatst geraadpleegd op 21 juli 2013, http://www.toneelstof.be

“IVAGO – Kerncijfers”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013, http://www.ivago.be/over-

ivago/cijfers

Page 104: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

104

“Jonge Sla – Naar een duurzame kunstenpraktijk”, laatst geraadpleegd op 8 augustus 2013,

http://vti.be/nl/over-vti/projects/jonge-sla-naar-een-duurzame-kunstenpraktijk

“Klimaatchaos bij kabinet Hilde Crevits” laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/persberichten/greenpeace-voert-actie-tegen-de-

verbreding-van-de-brusselse-ring/

“Klimaatwerkgroepen brengen Gent dichter bij 2050”, laatst geraadpleegd op 1 augustus

2013, http://www.gentsklimaatverbond.be/stad-gent/klimaatwerkgroepen-brengen-gent-

dichter-bij-2050#.TtVLpJqjwoc.facebook

“Luister hier naar de State of the Union van Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28

juli 2013, http://www.theaterfestival.be/media/luister-hier-naar-state-union-van-benjamin-

verdonck

“Multimedia pages”, laatst geraadpleegd op 3 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/multimedia/

“Naakt en verpakt als vleeswaar tegen het eten van vlees”, laatst geraadpleegd op 19 juli

2013,

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/archief/programmas/journaal/2.18262/2.18

263/1.1132690

“Nadenken voor je eet, bespaart dierenleed”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.biteback.org/campagnes/nadenkenvoorjeeet/

“Needcomany Nieuwsbrief mei 2011”, laatst geraadpleegd op 14 juli 2013.

http://www.handvest.be/vooreenactievemedewerkingvandepodiumkunstenaaneentransitienaar

rechtvaardigeduurzaamheid/reacties/406

Onze methodes”, laatst geraadpleegd op 3 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wie-zijn-we/methodes/

“Our Common Future, Chapter 2: Towards Sustainable Development”. Laatst geraadpleegd

op 15 juli 2013. http://www.un-documents.net/ocf-02.htm#I

Page 105: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

105

“Projectwedstrijd week van de fair trade”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

http://www.befair.be/nl/content/projectwedstrijd-week-van-de-fair-trade-2013-promoot-fair-

trade

“De Regenboogprinses”, laatst geraadpleegd op 6 augustus 2013.

http://www.farcecancan.be/farcecan_theater_toneel_cabaret/de_regenboogprinses_thema_milieu_klim

aat_afval_en_duurzaamheid/4/11

“Rainbow warrior”, laatst geraadpleegd op 2 augustus 2013,

http://www.greenpeace.org/international/en/about/ships/the-rainbow-warrior/

“Recyclage”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://goudeerlijk.be/alternatieven/recyclage/

Swarte, Rieks, “Interview Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 29 juli 2013,

http://ottmeetsrieks.wordpress.com/2013/01/06/interview-benjamin-verdonck/ ,

“Terre reversa”. Laatst geraadpleegd op 15 juli 2013, http://www.petertomjones.be/

“The history of Carrotmob”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013,

http://vimeo.com/925729#

“The inception”, laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013 https://carrotmob.org/blog/chapter-1-

the-inception

“The Shallow and the Deep, Long-Range Ecology Movement. A Summary” Laatst

geraadpleegd op 13 mei 2012.

http://www.ecology.ethz.ch/education/Readings_stuff/Naess_1973.pdf

“Torrey Canyon Disaster”, laatst geraadpleegd op 12 juli 2013,

https://www.youtube.com/watch?v=IV-EhBesVjg.

“Transitie Duurzaam wonen en bouwen”, laatst geraadpleegd op 16 juli 2013,

http://www.duwobo.be/

“Transitiefestival 2012”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013, http://www.transitiefestival.be/

“Uitgebreide biografie Benjamin Verdonck”, laatst geraadpleegd op 28 juli 2013,

http://www.toneelhuis.be/#!/nl/readmodus/post/?id=3184

Page 106: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

106

“Understanding Climate Change” Laatst geraadpleegd op 30 mei 2012.

http://www.ipcc.ch/pdf/press/ipcc_leaflets_2010/ipcc-brochure_understanding.pdf

Wakefield council: Charles Waterton”, laatst geraadpleegd op 15 juli 2013,

http://www.wakefield.gov.uk/CultureAndLeisure/HistoricWakefield/People/CharlesWaterton/

default.htm

“Welkom bij Limburgs Landschap”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://www.limburgs-landschap.be/index.asp?taal=nl

We organiseerden de grootste Carrotmob in 2012!” laatst geraadpleegd op 1 augustus 2013

http://www.cojak.be/?q=node/82

“What is cradle to cracle?”. Laatst geraadpleegd op 12 mei 2012. http://www.c2cplatform.be/

“What issues can organizers create Carrotmob campaigns about?” laatst geraadpleegd op 1

augustus 2013, https://carrotmob.org/faq

“Wij zijn ook maar salonecologisten”, laatst geraadpleegd op 20 juli 2013,

http://hertogshaest.files.wordpress.com/2013/02/demorgen-jpeg.jpg

Page 107: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

107

CREDITS

Saltcity

Productie - Cie Uzine

Spel - Frank Hofmans, Eric Kempeneers, Wouter Bruneel, Sandra Carota, Loes Carrette

Muziek - Miguel Van Overstraete

Lichtontwerp - Kurt Lefevre

In samenwerking met VZW Wortel, Les Ballets CdelaB, NTGent

Kostuums - Pauline Verminnen

Regie en concept - Leentje Goemaere

Bara/ke

Theatre, installation: concept, acting, construction

Construction – Nico Ampe, Benjamin Verdonck, Michael Verdonck, Samuel Verdonck

With - Benjamin Verdonck

Production - City Mine(d), the popsinger’s breasts were not real vzw, Vaert wel

19-31/08/2000 Baraplein, Brussels

15-24/05/2001, Sint-Jansplein Antwerpen

I like america, and america likes me

Theatre, installation: concept, acting

Concept – Valentine Kempynck, Geert Opsomer, Benjamin Verdonck, Michael Verdonck

With - Benjamin Verdonck

Production – Nieuwpoorttheater, the popsinger’s breasts were not real vzw

13-16/11/2003

Hirondelle/Dooi vogeltje/The great swallow

Theatre, Installation: concept, acting

Concept – Vivianne Coeberghs, Marcel Decleer, Thierry Decuypere, Sara Hakkenberg,

Kathleen Mertens, Roel Poriau, Sven Roothooft, Erik Smolderen, Filip Vervaet, Benjamin

Verdonck, Michael verdonck, Samuel Verdonck

With - Benjamin Verdonck

Production – KunstenFestivalsdesArts, KVS, Villanella, the popsinger’s breasts were not real

vzw

Executive production – Margarita Production

1-7/5/2004, Brussels

Page 108: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

108

BIJLAGEN

Bijlage 1a- Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname

interview Leentje Goemaere over Saltcity

Page 109: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

109

Page 110: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

110

Bijlage 1 b - Transcriptie interview Leentje Goemaere over Saltcity

Karolien: De voorstelling Saltcity werd gemaakt in het kader van uw masteropleiding

toneelregie, kreeg u daar veel begeleiding?

Leentje: Ik ben de allereerste die afstudeert als master regie in Maastricht, het was een

gloednieuwe opleiding. Ik ben daar begonnen in 2011. In oktober 2011 heeft mijn dossier fiat

gekregen. Jo Roets, mijn begeleider, is samen met mij op zoek gegaan naar een professionele

plaats, waar ik zou kunnen spelen, eventueel logistieke ondersteuning, twee coaches.

Allemaal binnen het professioneel kader. Zo zijn we terecht gekomen bij het NTGent. In Gent

heeft iedereen sowieso te kampen met een gebrek aan repetitieruimte, het NTGent ook. Dat

was heel moeilijk, een hele grote zoektocht.

Ik was zelf al op zoek gegaan naar een repetitieplek. Via Victoria Deluxe hoorde ik dat de

stad Gent iemand zocht die de oude boksclub wou herbestemmen. Misschien is het wel leuk

om daar een repetitieplek van te maken voor een VZW. Ik was blijkbaar de enige die daarvoor

echt interesse had. Ik moest enkel een bedelsom betalen, dus enkel elektriciteitskosten enz .

Maar omdat het zo groot was, was dat nog steeds veel geld. Dus heb ik anderen gezocht om

mee aan te verhuren. Zo heb ik een aantal mensen gevonden. Ik ben ook van mening dat er

veel te weinig te vinden is, en als je iets vindt betaal je je blauw, per dag gemakkelijk € 80. En

beginnende artiesten hebben helemaal geen geld.

Het NTGent kon me op dat moment dus niet helpen, maar achteraf hebben ze me toch voor

twee, drie weken een ruimte in de Wiedowkaai kunnen geven. Een week voor de première

heb ik de zolderruimte van het NTGent gekregen. En mijn vriend werkt als lichttechnieker bij

Les Ballets C de la B. Ik heb daar dan ook een ruimte kunnen gebruiken. .

Karolien: Dat was na de goedkeuring van uw dossier?

Leentje: Inderdaad. Ik was toen de eerste en enige die het deed. Ondertussen is de opleiding al

meer gegroeid. Ze zijn nu erg goed bezig. Elke eerste maandag van de maand organiseren ze

verdiepingsdagen. Dan komt er bijvoorbeeld een scenograaf spreken, enkel voor de

masterstudenten.

Karolien: Maar toen u er aan begon was dat er nog niet?

Leentje: ik heb helemaal zelf mijn weg moeten zoeken, maar ze hebben me wel goed begeleid

in het professioneel kader. Maar een geluk dat ik al veel mensen kende.

Karolien U bent dus absoluut niet in een opleiding gestapt waarbij er al allerlei tradities

heersten?

Leentje: Nee totaal niet, alles was erg vrij. Maar ik ben wel goed begeleid door Gommer van

Rousselt, dat was mijn coach, ook in mijn thesis. Die las af en toe delen van mijn thesis, maar

kwam soms ook kijken tijdens de repetitie van mijn stuk, als dramaturg. Dietar Fuier is komen

kijken, ook iemand van de masteropleiding. Die kwam me op regiegebied coachen. Welke

Page 111: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

111

vragen ik mezelf moest stellen, hoe ik met mijn spelers moest omgaan, welk kader ik hen

moest aangeven. Dat zijn wel een paar goede tips geweest.

Kaorlien: Wat moest er in het dossier voor de toneelacademie?

Leentje: Wat ik wou maken. Een soort dossier zoals je dat bij de provincie zou moeten

indienen, minder uitgebreid dan bij de Vlaamse regering.

Karolien: Lag er toen al veel van het stuk vast?

Leentje: Ja en nee, een groot deel wel. Ik wist dat ik dat boek over Zelzate [Ik was nog nooit

in Zelzate geweest] wou bewerken en dat tango ook iets was dat in mijn hoofd rondspookte.

Accordeon muziek ook. En ik wou graag live muziek brengen. En ik had het stuk Vijand van

het volk gelezen van Ibsen, en ik zag een heleboel gelijkenissen. Toen Jo Roets het dossier

gelezen had zei hij, neem eens Vijand van het volk en verwerk daar Zelzate in. Want anders

ben ik bang dat het verhaal wat zwak zal zijn. Dat was inderdaad een goede tip, het bracht het

niveau wat hoger. Ik wist ook al welke spelers ik wou gebruiken. Zo doende is alles wat

gegroeid doorheen het creatieproces.

Karolien: Waarom dat boek?

Leentje: Omdat ik daar mee opgegroeid ben, in de jaren 80-90 was het daar een smeerboel.

Mijn pa was een heel belangrijk figuur in die tijd, tegen de vervuiling en tegen de doofpot

vooral. De dioxines en co, we werden daar echt niet over ingelicht. De buurtdokters van

Geneeskunde voor het Volk, die nestelen zich via de PVDA in fabrieksgemeentes,

bijvoorbeeld in Zelzate, begin jaren 70. Die kern van doktors en mijn pa, zijn uiteindelijk

verkozen. Mijn pa was “delegé” bij Sidmar, hij is daar ook buiten gesmeten. Door de

verkiezingsuitslag, daarom is ook dat boek verschenen. Omdat de PVDA in Zelzate plots 6

zetels had. Men vroeg zich af, tiens, hoe is dat daar allemaal gebeurd?

Karolien: Wat vindt u van het boek?

Leentje: Het is zeer leuk geschreven, de taal is een beetje Louis Paul Boon stijl. Die taal die

sprak mij als eerste aan. Ik denk dat dat me overhaalt heeft om er iets mee te doen. Ik zag

direct beelden en personages verschijnen.

Karolien: Kent u de schrijver, Thomas Blommaert?

Leentje: Ja, wij zijn ook geïnterviewd geweest, een toffe gast. (…) Hij was straathoekwerker

in Sint-Niklaas, zo in contact met Solidair, met Zelzate, zo aan boek begonnen.

Karolien: Het stuk van Ibsen had u al gelezen, waarover ging dit voor u?

Leentje: Iemand die plots de waarheid aan het licht ziet komen en die daar veel belang aan

hecht, hij is ook dokter. Hij wil dat iedereen dit te weten komt, maar hij stuit op heel veel

tegenkanting, veel macht. Ook zijn vrouw vertelt hem dat hij het niet ziet zitten, hij kan zijn

job verliezen. Iedereen spreekt voor zichzelf, hij is de enige die voor de maatschappij spreekt.

Er gaan hier wel mensen sterven als we niks doen. Misschien ook hoe de politici vandaag te

Page 112: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

112

veel aan “eigen zakken vullen” denken. Hoe frappant ik dat vind dat dat allemaal maar

normaal gevonden wordt, dat er heel weinig mensen daartegen nog in opstand komen. Hoe

komt dat dan? Het stuk gaat daar ook over. De mensen die aan de macht zijn en andere

mensen zodanig manipuleren dat mensen er niet meer over nadenken en er blind voor zijn.

Heel herkenbaar voor mij want ik kwam in één keer tegenover vrienden te staan die niet

begrepen dat ik zo kon kiezen voor de gewone mensen. Ze dachten dat ze scheef bekeken

konden worden als ze met mij omgingen. Als kind heb ik dat van heel dicht bij zien gebeuren,

hoe je zo in de steek gelaten kon worden. Maar er was ook heel veel solidariteit in Zelzate.

Daarom zijn er in Zelzate ook zes zetels gehaald. Dat is het schrijnende van het begin, van de

opstand tegen de gevestigde waarde. Maar als je op je tanden bijt en toch gaat voor wat je

gelooft dan trek je mensen aan. Mijn stuk eindigt ook met een citaat van Thomas Blommaert:

“En wie zal zeggen of dat wat wij hopen bestaat of niet bestaat? Is het niet zo als met de

wegen op de wereld die eerst geen wegen zijn, maar het worden als veel mensen in dezelfde

richting gaan?”290

Dat zie ik ook terug bij Vijand van het volk. zo ben ik ook opgevoed, ga

ervoor, dan appreciëren de mensen dat, dan kom je er wel.

Karolien: Hoe is het ontvangen geweest?

Leentje: We hebben veel verschillende reacties gehad van het publiek. Maar, ik ben iemand

die graag stukken maakt voor mensen die het niet gewend zijn om naar het toneel te komen.

Voor zo’n mensen heb ik een moeilijk stuk gemaakt, zeer tekstueel, maar de mensen hebben

er wel van genoten. Er zijn heel veel mensen naar mij gekomen, die gezegd hebben, amai, ik

moest even op mijn tanden bijten in het begin, maar eenmaal ik mee was was ik mee. Ze

zagen hun eigen verhaal er ook in, of verhalen uit hun kindertijd, dat vond ik ook leuk. Zo

was er iemand uit Hoboken, waar ook veel vervuiling was. Ouddocenten uit Maastricht zagen

vooral het verhaal van een klokkenluider uit hun buurt, iemand die ook alles was verloren.

Een heel schrijnend verhaal. Ik vond het heel leuk dat het heel universeel onthaald is. Er

waren er natuurlijk ook anderen die vonden dat er te weinig humor in zat. Voor mij mocht er

gelachen worden.

Ik vond het heel moeilijk om te maken. Het is heel moeilijk, nog altijd, om met het nodige

zelfvertrouwen zo’n stuk te maken. Als je spelers hun frank valt, “we gaan politiek theater

maken of wat?”. Acteurs willen toch niet te veel zeggen waar ze voor staan, ze willen liever

neutraal zijn. En plots staan ze dan in een stuk waar ik wel kant kies. Dat was wel een

uitdaging voor mij.

Karolien: Heeft u het gevoel dat geëngageerd theater minder aan bod komt?

Leentje: Het is weer aan het opkomen, ze zijn terug minder vies van politiek theater aan het

worden. In de jaren 80 en 90 was er een heel grote degout. Bijvoorbeeld Choers van Alain

Platel, fantastisch stuk, gaat ook over macht, hij neemt daar ook een duidelijk standpunt in. Ik

heb het gevoel dat als je beeldend werk het beter aanslaat. Heel veel beelden moet je nu

gebruiken.

290

Goemare, Saltcity, 61

Page 113: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

113

Maar als regisseur moet je wel standpunten innemen vind ik. Anders trekt je stuk op niks,

vind ik. Tegenwoordig staan ze daar meer open voor. Als je bijvoorbeeld het boekje van TAZ

bekijkt, mensen hebben weer echt iets te vertellen. Het is niet meer enkel navelstaarderij en

daar ben ik wel content van. Ik ben begonnen met dat stuk en toen was het precies alsof het

weer aan het groeien was, dan kwam ik artikels tegen enz. Mensen die een andere

maatschappij wilden, zoals bata bata.

Karolien: Zijn er makers die u inspireren?

Leentje: Ik heb in de tijd Wunderbaum gezien, Eindhoven De Gekste, dat vond ik inspirerend,

dat was in 2002. Het gaat over een gezin dat te kampen heeft met allemaal schulden. Ze

sommen een heleboel cijfers op, uit de realiteit gegrepen. Dan stoppen ze en dan gaan ze terug

in het stuk verder, ik denk dat dat mij heel hard is bijgebleven, ik heb dat ook gebruikt.

Karolien: Dus u wilde ook echt een aantal feiten in het stuk verwerken?

Leentje: Ja, dat was belangrijk. Ook het shock-effect, ik vond dat heel boeiend om naar te

kijken. Iemand stapt ergens uit en oei, wat krijgen we nu. Door de herhaling ook, denk je

meer na over de dingen. Dat je terug naar dat tafereeltje gaat, dat typische gezinnetje. En dan

wordt je er terug uitgetrokken met feiten, dat vond ik heel goed. Het brechtiaanse is iets wat

mij wel boeit. Ik weet niet of ik dat ga blijven doen, maar voor dit stuk klopte het wel. Alain

Platel, daar kijk ik ook naar op. Dat je met beweging, massa, mensen, zoveel te weeg kunt

brengen.

Karolien: Voelt u zich verbonden met vormingtheater, genre Vuile Mong?

Leentje: Nee, totaal niet, vuile Mong is erg cabaretesk, in de jaren 70 aan de fabriekspoorten.

Het is anders. Ik voel me daar niet verbonden mee. Dat zijn wel de eerste stukken die ik

gezien heb met mijn ouders. Voor mij was dat toen enkel entertainment tijdens een feest. Ik

heb daar nooit theater in gezien, als een kind van 10 jaar natuurlijk.

Maar ik geloof daar wel in. Ikzelf zal nooit zo’n stukken maken. Ik geloof dat de ene mens al

sneller is aangetrokken tot zo’n theater. We moeten alle vormen van theater in hun waarde

laten.

Karolien: Wou u met Saltcity iets meegeven aan uw publiek?

Leentje: We hebben onze mond vol van zonnepanelen. Heel vaak is het onze eigen schuld dat

er zoveel vervuiling is, terwijl ik vind dat er te weinig gekeken wordt naar de grote vervuiler.

Sommige moeten enkel een som geld betalen en het feit dat ze zoveel uitgestoten hebben is

afgekocht. Daarvan krijg ik het al op mijn heupen. Dat koppel ik dan ook aan de rijken die

zich alles kunnen permitteren, terwijl de mensen die geen geld hebben met de gebakken peren

zitten. Zij moeten gaan wonen in een zeer vervuilde omgeving omdat ze het zich niet kunnen

permitteren om ergens beter te zitten. Dat verschil tussen rijk en arm. Er wordt meegeheuld

met die vorm van economie. Ik ben voor economie, natuurlijk, maar het moet wel een beetje

leefbaar blijven. Ik vind dat gemakkelijk Ik vind het wel belangrijk, ben je wel zeker dat je

groenten uit je tuin kan eten?

Page 114: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

114

Karolien: Bent u zelf een groentje?

Leentje: Ik ben eigenlijk rood opgevoed en dat politieke heeft daarin ook invloed. Ik rij niet

met de auto, niet omdat het vervuilend is, maar eerder uit economische redenen, omdat het te

duur is. Ik pak graag de fiets, of graag te voet, om te genieten van de omgeving. Maar ik ben

zeker geen geitenwollensok.

Karolien: Het is eerder dat u vindt dat mensen recht hebben op een veilige en propere

omgeving?

Leentje: Ja, dat klopt. Ik ben kind van een PVDA-familie. Ik ben voor een leefbaar milieu, dat

wilt niet zeggen dat er geen fabrieken mogen zijn. Het is gekoppeld aan elkaar. Dat is ook

belangrijk in mijn stuk. Het is niet omdat mensen altijd schermen met de economie. In Zelzate

gingen we langs met petities, toen ik 12-13 was. We vonden dat ze meer moesten doen aan de

vervuiling binnen de fabriek en hun erts halen van een ander land, want dat was minder giftig.

En de mensen zeiden: “ja meiske, wa peisde, dat ik mijn werk wil verliezen”. Als 12-jarige

was dat heel frappant voor mij. Ik dacht, alle dat is toch normaal, dat je niet wilt dat het hier

vol met kankers zit. Maar dat is zo he, als arbeider, die hebben soms niet te kiezen. Maar het

is al verbeterd in Zelzate. Maar als ik aan Genk denk, ze hebben daar zoveel winst gemaakt.

Dan denk ik ja, ze zijn toch een beetje aan het liegen, daar kan ik niet zo goed tegen.

Karolien: Bent u lid van een milieuvereniging?

Leentje: Vroeger was ik lid van het WWF, maar nu niet meer. Ook binnen de politiek heb ik

momenteel niet zoveel engagement. Het is erg druk geweest de laatste tijd.

Karolien: Een laatste vraag, vanwaar de titel?

Leentje: De naam Zelzate komt van zout, salt. Vroeger maakte ik met mijn vriendin ook

grapjes over the Westside en the Eastside. Het is dus een beetje een nostalgische naam. En het

lijkt ook al een beetje vervuild. Er zit al een ranzig kantje aan.

Page 115: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

115

Bijlage 2 a- Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname

interview Filip Bullens over Carrotmob Gent

Page 116: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

116

Page 117: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

117

Bijlage 2 b - Transcriptie interview Filip Bullens over Carrotmob Gent

Karolien Byttebier : Kan u zichzelf eens voorstellen?

Fillip Bullens: Ik ben Filip Bullens, ik woon en werk in Gent en ik heb een

communicatiebureau, Cojak, dat gespecialiseerd is in duurzame communicatie. Dat klinkt een

beetje zweverig, maar het is de bedoeling dat wij eigenlijk bij projecten, de communicatie, de

strategie, .. op ons nemen. We zijn bezig met alles wat in de richting gaat van nieuwe

economie, alles wat ons in de goede richting van de transitie duwt.

Ik raakte betrokken bij het Gents Klimaatverbond, en daar is die carrotmob ontstaan. Een van

de concrete peilers binnen het Klimaatverbond was “de consument duwt de markt”, de kracht

van de consument. Er was veel gedenk, maar weinig gedoe. Er was toch één idee dat

aansprak. Een heel mooi voorbeeld dat zich wereldwijd aan het verspreiden is, de carrotmob.

Het zet de consument aan om in zijn gewone leven dingen te doen, op een plezante manier.

Ik ben er ook maar later bijgekomen, ik ben dan wel mee beginnen trekken. We wilden tonen

dat het kon, iets organiseren zonder dat het enkel voor een niche was.

Karolien: Wie was er allemaal bij betrokken?

Filip: We werkten samen met zes personen. We zijn elkaar twitter-gewijs tegengekomen,

beginnen brainstormen: hoe pakken we dit aan. Ik heb natuurlijk een communicatiebureau,

die inzet op “fun communicatie kan de wereld veranderen”. Ik heb daar ook in de Vooruit

over gesproken op de bijeenkomst “Consumers Purchase Power”291

: hoe mensen met fun

communicatie tot duurzaamheid overtuigen. We hebben het heft in eigen handen genomen, en

met zes mensen hebben we dit georganiseerd. We hebben een format bedacht, een

communicatiecampagne uit de grond gestampt, … Er zit echt wel een serieuze communicatie

campagne achter, maar om er een succes van te maken, is dat ook echt wel nodig.

Karolien: Dus jullie waren gewoon een groepje vrijwilligers, zonder vzw-structuur of iets dat

daar op lijkt?

Filip: Nee, puur op vrijwillige basis, heel spontaan, allemaal, zonder officieel kader.

Karolien: Jullie kenden elkaar eigenlijk niet echt op voorhand?

Filip: Een klein beetje, werkgerelateerd vaak. Maar we hadden nog nooit iets samen

georganiseerd.

Karolien: Jullie hebben waarschijnlijk wel contact opgenomen met “the big carrot”, de

organisatie achter het concept van de carrotmob?

Filip: Er is niet echt een patent ofzo, het is gewoon open source. Er is wel een internationale

website en een facebookpagina waarop alle acties komen, zo bieden ze een soort platform. Op

291

De powerpoint van deze presentatie is te raadplegen via slideshare: “Filip Bullens”, laatst geraadpleegd op 31 juli 2013, http://www.slideshare.net/FilipBullens

Page 118: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

118

de website staat ook een draaiboek van de actie. Maar eigenlijk doe je gewoon wat je wil, je

kan het format invullen zoals je wil.

Karolien: Wat was jullie motivatie om een Carrotmob in Gent te organiseren?

Filip: We wilden op een simpele, toffe manier aantonen dat het wel haalbaar is om iets te

doen zonder met het vingertje te zwaaien, zonder vanuit de niche te werken. Ik vind dat ook

passé. Activisme van vroeger was negatief. Op het event in de vooruit toonde ik als intro een

filmpje van Brent Schulkin, de oprichter van de Carrotmob292

. Hij komt ook vanuit een

activistische hoek, waar men altijd tegen iets was: ze organiseerden boycots, protestacties, de

typische dingen. Maar hij vindt dat het nu anders moet, positiever. We komen goed overeen.

Ik vind het belangrijk dat we pro iets zijn, we moeten niet tegen de wereld zijn, maar voor iets

zijn. Dat is de manier waarop je de consument mee krijgt.

De carrotmob is de perfecte case, we konden aantonen dat we door iets heel kleins veel

konden bereiken, het butterflyeffect. We hebben eigenlijk wel meer gerealiseerd dan we in

eerste instantie dachten te bereiken.

Karolien: De carrotmob viel in de week van de Fair Trade, was dat de bedoeling?

Filip: Ja, daar hebben we ook subsidies van gekregen. Een van mijn principes is dat als je iets

organiseert je er best ook natuurlijke partners voor zoekt. Ze zochten mensen die een activiteit

wilden organiseren tijdens de week van de fair trade, we hebben dan een dossier ingediend.

Die waren eigenlijk heel enthousiast. Ik vond dat ook tof. Het was een win-win situatie.

Enerzijds kregen wij een groter platform, met idd subsidiëring en een groter draagvlak,

anderzijds was het ook een extra duurzame boodschap naar de consument. Fair trade en

duurzaamheid, dat is een perfecte symbiose.

Karolien: Haalden jullie nog ergens subsidies?

Filip: Ja, voor ik het vergeet. Het Gents Klimaatverbond heeft ons ook gesubsidieerd.

Daarmee hebben we onze kosten gedekt van het promomateriaal, het maken van het filmpje

enzo.

Karolien: Waarom was de actie zo’n succes denkt u?

Filip: De succesfactoren: locaal en gedecentraliseerd, door mensen getrokken, de kracht aan

de consument zelf geven. Heel simpele oplossing om het probleem zelf op te lossen. Mensen

aantrekken om mee te doen. Om ze te overtuigen is die fun communicatie heel belangrijk.

Karolien: Welke promo hebben jullie allemaal gebruikt?

Filip: We werkten met een simpel concept, we hebben alles opgehangen aan een aantal

wortelmannetjes die in de stad rondlopen. We hebben dat geposted via facebook, een video,..

En zo ging de bal aan het rollen. We hebben ingezet op een gezamenlijk actie met de Spar.

292

Het filmpje valt nog steeds te bekijken op youtube: “Brent Schulkin, introduction”, laatst geraadpleegd op 31 juli 2013, https://www.youtube.com/watch?v=t6nlu9jX1Xc

Page 119: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

119

Spar Retail heeft heeft ook in ons geïnvesteerd, ze vonden het project de max. Zij betaalden

voor de bus- en trambanners in Gent.

Carrotmob is eigenlijk zeer Amerikaans. Je hebt wel wat nodig om aan de mensen uit te

leggen wat het eigenlijk is. We hebben ook affiches uitgehangen, de stad Gent heeft het ook

in het stadsmagazine gezet, via de week van de fair trade was er ook meer reclame. Die

partner had ook als voordeel dat we op het moment zelf ook acties konden doen: mensen

konden bijvoorbeeld een fair trade dinertje winnen. We hebben het wel goed aangepakt, het

was kwalitatief zeer sterk. We konden de wortelmannetjes over de ganse lijn doortrekken.

Karolien: Wanneer zijn die wortelpakken allemaal gebruikt?

Filip: We zijn gaan rondlopen in de buurt met die pakken. Dat viel wel op. Ik herinner me op

Ode Gand. Op een gegeven moment hadden wij meer aandacht dan de fanfare die daar

passeerde. Dan weet je dat het concept werkt. En dan gaat dat viraal. Dat vind ik een positieve

boodschap, zonder veel blabla.

We hebben ook veel perswerking gedaan, ook internationale pers. Er is iemand ons komen

filmen die een reportage maakte over de carrotbeweging, en die heeft onze case dan als

voorbeeld gebruikt.

Anderzijds hebben ook veel wakker geschud. Ik zit in een netwerk, Kauri293

, dat is een

netwerk van bedrijven en organisaties die bezig met duurzaamheid en aan kruisbestuiving

doen. Achteraf kregen we vragen van de grote winkelketels als Colruyt en Delhaize die ons

vroegen hoe we het hadden aangepakt. Daarnaast is Spar momenteel aan het denken hoe ze

over het hele land in alle winkels hun fair trade assortiment kunnen uitbreiden. Dus met een

actie in één winkel, op één dag kun je heel ver geraken, als je het goed aanpakt. Ook bij Max

Havelaar is er een belletje gaan rinkelen, zij hebben ons ook al gecontacteerd.

We waren de grootste carrotmob van de wereld, daar waren we zelf erg verbaasd over. Als je

het goed aanpakt met zes mensen kan je heel veel bereiken.

Karolien: Hoe verliep het de dag zelf?

Filip: Het was in Nieuw-Gent, dat is een beetje een vervelende buurt omdat je daar niet

zoveel mogelijkheden hebt qua ruimte. We hebben het heel eenvoudig gehouden: een aantal

kraampjes met bierbakken, een podium, allemaal heel Vlaams. Qua artistieke inkleding

hadden we Radio Topkaas die plaatjes kwamen draaien, een beetje genre cirQ, straatartiesten

die de hele tijd onnozel doen, de mensen die dingen kopen aanspreken, .. Je kwam binnen en

je werd geïnterviewd, je kreeg een wortel. De mensen kwamen in de stemming. Ook via

internet werd opgeroepen voor het vrij podium. We hebben ook geprobeerd een aantal

muzikanten naar daar te krijgen, zoals Milow. Ze wilden wel, maar uiteindelijk ging het dan

niet. Achteraf gezien was dat niet slecht, anders was er gigantisch veel volk naar die

muzikanten komen kijken terwijl het eigenlijk om de carrotmob ging.

293

“Belgian meeting point for global sustainable action”, laatst geraadpleegd op 31 juli. http://www.kauri.be/default.aspx

Page 120: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

120

We hebben ook proevertjes in de winkel gezet. En de fair trade gemeente stond daar met een

bakfiets met de eerste fair trade cuberdons. We merkten echt dat de juiste vibe er in zat.

We hadden ook een wedstrijd in de photoboot in een partytentje. We hadden allemaal

attributen en met een fair trade bord kon je een foto laten trekken. Enerzijds was dat ook op

reclame te maken, andere mensen kregen het gevoel dat ze iets gemist hadden. Anderzijds

was het ook een samenwerking met de week van de fair trade, zij hadden een fotowedstrijd

lopen. De mensen van fair trade gemeente hielpen daar ook bij.

De winkel zelf gaf elke 50ste

klant de klant van de dag, die kreeg dan een bos wortels in plaats

van een bos bloemen. Je kon met je kassaticket deelnemen aan een wedstrijd als je minstens 1

fair trade product gekocht had, de wedstrijd was een fair

Karolien: Welke reacties hebben jullie gekregen?

Filip: De mensen vonden het heel tof, heel positieve reacties. Ook veel mensen uit de buurt

kwamen lang, heel leuk. We waren eerst wat bang dat we onze doelgroep niet zouden

bereiken, namelijk mensen die toch al een beetje gemotiveerd waren, in Nieuw-Gent zit toch

nog een ander publiek. Maar we vonden dat we het spel eerlijk moesten spelen, deze Spar had

gewonnen. Het waren ook heel toffe mensen. Uiteindelijk was het een hele goed mix, zowel

locale mensen als anderen die speciaal afkwamen voor die dag.

Het was echt een geweldige dag. Waardoor we onmiddellijk de vraag kregen: wanneer doen

jullie het nog eens? Maar we kunnen dat niet blijven trekken. De vraag is dus nu: wat gaan we

doen met die Carrotmob? Verdergaan? Wie wil dan trekken? Ik denk wel dat er nog iets van

komt.

Karolien: Denkt u dat mensen uit de huidige groep het nog eens gaan doen?

Filiip: Het liefste wat ik zou hebben is dat het viraal gaat. Doe het zelf! We hebben het format

gedaan, neem het van ons. Misschien gaan we daar nog een communicatiecampagne rond

bedenken. We zouden nog eens samen moeten komen met die zes mensen rond de vraag wat

we gaan doen. Trekken, coachen langs de zijlijn? Ik zou voor het tweede gaan, denk ik.

Karolien: Denk je dat dat zal aanslaan?

Filip: Ik denk dat er veel gemotiveerde mensen zijn. Aan de andere kant, het is ook wel veel

werk.

Karolien: U spreekt over fun communicatie, is dat synoniem voor creatieve, artistieke

invloed?

Filip: Ja, het is creatief. De wortels is een creatief concept. Ik spreek over fun omdat ik geloof

dat je het op een plezante manier moet aanbrengen. Het is belangrijk dat je flyer op een

professionele manier is gemaakt, artistiek dus ook.

Karolien: Hebben mensen uit de kerngroep een concrete link met de artistieke wereld?

Page 121: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

121

Filip: Euh, daar moet ik over nadenken. Bij één persoon wel, en ik vanuit mijn ontwerp ook

wel. Maar het is niet vertrokken vanuit een artistieke impuls vertrokken, wel de motivatie om

iets te veranderen.

Karolien: U hebt een communicatiebureau, zag u deze actie als een proefproject? De pakken

en dergelijke, is dat voor herhaling vatbaar.

Filip: Ja, voor mij was dit een case. Ik denk dat we meer en meer die richting aan het uitgaan

zijn. Als je de wereld een beetje wil veranderen met je communicatie is dat een heel

belangrijk gegeven, die flashmobs en dergelijke. We hebben hier heel veel weerklank op

gekregen, ook van andere reclamebureaus. Geen slecht teken.

Karolien: De beste manier om mensen milieubewust te maken, is het leuk maken?

Filip: Een positieve boodschap is heel belangrijk. Zo kan je uit je niche treden. Niches zelf

zijn ook heel belangrijk om de transitie te realiseren.

Karolien: Hoe groen bent u?

Filip: Ik ben geen ecofascist, maar ik ben wel een donkergroene. Ik vind dat heel belangrijk,

we kunnen niet op deze manier verder. Ik denk dat ik ook voor de vijf anderen kan spreken

hier, het zit echt wel in ons. Maar de actie zelf is gematigder, we proberen een heel breed

publiek te bereiken.

Karolien: Gaat de vergelijking met EVA op: de meeste EVA-werknemers zijn overtuigd

veganist, maar naar buiten toe zijn ze een beetje ‘softer’?

Filip: Ik denk het wel. Kijk ook naar hun DonderdagVeggiedagconcept, het is een stok tussen

de deur techniek. Ik geloof dat dat de juiste manier is. Beter zo dan met een vuist op de

barricaden, zo bereik je de niche, maar qua milieu-impact bereiken ruimere acties veel meer.

Karolien: Een afsluitende vraag, vindt u dat hedendaagse kunstenaars meer met deze thema’s

bezig zouden moeten zijn?

Filip: Ja, absoluut. Ik vind dat heel belangrijk. Kunstenaar zou een reflectie moeten zijn over

hoe het anders kan. Het begint meer en meer te komen, maar er is nog maar weinig platform

voor, vind ik.

Karolien: De autonomie van de kunstenaar is vaak een heilige koe waar niemand mag

aankomen.

Filip: Dat is in mijn ogen passé. Ik ken veel kunstenaars en dit is een discussie die ik met hen

heb. Zo puur individualistisch bezig zijn, nee. Samenwerking is de toekomst.

Page 122: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

122

Bijlage 3a – Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname

interview Paul Coppens van Paco Producties

Page 123: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

123

Page 124: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

124

Bijlage 3b - Transcriptie interview Paul Coppens van Paco Producties

(ingekorte versie)

Karolien Byttebier: Jullie doen van alles als theatergezelschap: schoolvoorstellingen,

bedrijfsvoorstellingen, improvisatie, …? Waarmee zijn jullie het meeste bezig?

Paul Coppens: Tot vorig jaar waren we bijna hoofdzakelijk met scholen bezig in de vorm van

educatief theater. Nu doen we er ook andere dingen bij, zoals kinderanimatie. En we zijn ook

bedrijfstheater aan het opstarten.

Maar onze focus is nog altijd scholentheater, zowel voor kleuters, lagere school als

middelbaar.

Karolien: Hoeveel educatieve voorstellingen geven jullie op een jaar?

Paul: Het laatste jaar schommelt dat tussen de 160 en 200. We spelen meerdere keren per

week, vaak zelfs meerdere keren per dag. Soms zijn we met verschillende teams onderweg.

Het is verminderd tegen vroeger. We zijn op dit moment al 13 jaar bezig. Vroeger was er veel

minder concurrentie. We zijn nog marktleider geweest maar dat is nu niet meer het geval.

(…)

Karolien: Hoe selecteren jullie thema’s?

Paul: We zitten hier voor samen en kijken wat er interessant zou zijn. Daarbij houden we ook

de leerplannen van de scholen in het oog. Waar ze op school iets over leren, daar maken we

iets over.

In het geval van ons milieustuk, Millen, milieupret, ging het anders. Toen heeft de

intercommunale Durme-Moervaart, IDM, ons gevraagd dit stuk te maken. Aanvankelijk

noemde het De Milieushow dat was in 2005. Vanaf 2006 hebben we het herwerkt tot Millen,

milieupret. IDM gaf ons de stimulans en promootte het stuk ook. Na twee, drie jaar stopten ze

met het project, maar het stuk staat nog steeds in onze catalogus.

Karolien: Zouden jullie zelf een stuk gemaakt hebben rond deze problematiek indien het niet

gevraagd geweest zou zijn?

Paul: Ik denk het wel, na verloop van tijd wel. We volgen waar ze in de klas mee bezig zijn,

wat in de krant komt, waar de jeugd mee bezig is. Dus ja.

Karolien: Hoe ontstaat zo’n voorstelling?

Paul: Eerst zoeken we zoveel mogelijk info bij elkaar. Dan probeer ik met veel fantasie een

verhaaltje te verzinnen. In dit geval gaat het over twee meisjes die gestraft werden omdat ze

met hun skateboard een oud meneertje omvergereden hebben. Als straf moeten ze de bermen

Page 125: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

125

gaan opruimen. Eigenlijk vinden ze dat best plezant. Ze hebben de smaak te pakken gekregen

en trommelen hun vrienden op om samen dingen te doen voor het milieu. Dit verhaaltje is de

kapstok waaraan we een heleboel feiten en weetjes hangen. Er moet altijd veel humor inzitten.

En de dag van vandaag ook veel muziek. De meisjes komen bij een DJ op bezoek voor een

interview, dat is een manier om veel muziek te kunnen gebruiken.

Karolien: Jullie voorzien ook een werkboekje?

Paul: Ja, de scholen krijgen werkboekjes voor in de klas. Zo kunnen ze er nog samen over

praten. Misschien scènes naspelen.

Karolien: Welke reacties krijgt u?

Paul: We krijgen altijd hele goede reacties. Twee jaar geleden heeft de provincie Vlaams-

Brabant het stuk aangekocht om in alle scholen te gaan spelen, dat is voor ons natuurlijk heel

interessant.

In scholen worden we goed ontvangen, als de directie niet in schooltheater zou geloven dan

werden we niet geboekt.

Karolien: Dit stuk is vooral bedoeld voor 6 tot 12-jarigen. Hebben jullie overwogen iets voor

jongere of oudere kinderen/jongeren te maken?

Paul: Nee, misschien als ze het ons zouden vragen. De leeftijd 6 tot 12 heeft veel voordelen:

de hele school kan tegelijk komen. Bij stukken waar de leeftijd bijvoorbeeld 6 tot 9 is, heeft

de school een probleem: wat moet de andere helft van de leerlingen doen?

Als de school de voorstelling twee keer aankoopt vragen we wel om de leerlingen op te

splitsen naar leeftijd. Dan kunnen we daar op inspelen.

Karolien: U sprak daarjuist al over de concurrentie, heeft u het gevoel dat nog veel andere

groepen met dit thema bezig zijn?

Paul: Ja, zeker. Ondertussen zijn er nog verschillende productiehuizen die er iets rond doen.

Dat is ook logisch, in elke school staat het thema op het programma, iedereen werkt er rond.

(…)

Karolien: Wat is momenteel jullie meest gevraagde thema?

Paul: Pesten, zonder twijfel. Al 13 jaar. Stukken met milieu als thema hangen eerder

achteraan. Als het niet gelanceerd wordt door bijvoorbeeld de provincie waardoor de scholen

de voorstelling gratis krijgen dan kiezen ze voor iets anders. Ze kunnen zich meestal maar één

voorstelling per jaar te veroorloven.

Karolien: Voelen jullie zich verbonden met dit thema?

Paul: Persoonlijk niet eigenlijk.

Page 126: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

126

Thomas De Wit (acteur): Ik merk wel dat ik, nu ik het stuk zoveel gespeeld heb, ik wel

bewuster ben geworden. Je bent er onbewust wel actiever mee bezig. Soms betrap ik mezelf

er op dat als ik met mijn kinderen over milieu praat ik tekst uit de voorstelling gebruik.

Karolien: Hebben jullie het gevoel dat jullie het gedrag van kinderen ook echt kunnen

veranderen?

Paul: Op dat moment wel, het hangt er natuurlijk van af wat ze er achteraf nog allemaal rond

doen in de school. En wat ze van thuis meekrijgen.

Karolien: Waarom is theater volgens jullie een goed educatief middel?

Paul: Omdat het echt is, het is levend. Ze zouden ook een film kunnen geven, maar dat is veel

passiever. De acteurs zijn meestal ook jonge mensen, daar vereenzelvigen ze zich meestal

beter mee. Het helpt ook om de dingen te begrijpen. Het is ook niet belerend. Meestal zijn ze

er heel positief over.

Ik ga niet zeggen dat ze plots vanalles gaan doen voor het milieu, maar het gaat zeker wel

helpen.

Thomas: Vooral bij pesten merken we dat zo’n voorstelling een grote impact kan hebben.

Milieu is nog anders, dat is veel abstracter. Als iemand iets in de verkeerde vuilbak gooit,

heeft het kind daar geen last van. Bij pesten is dat wel geval. Soms komen er kinderen na de

voorstelling naar ons en zeggen dat ze dat ook al meegemaakt hebben. Dan leggen ze nog

meer de link tussen zichzelf en de personages.

Karolien: In jullie stukken is er waarschijnlijk een evenwicht tussen het educatieve en het

creatieve of artistieke. Hoe pakken jullie dit aan?

Paul: Je moet zorgen dat de kinderen de aandacht erbij houden, daarvoor dient de humor en

de muziek.

Jacques van Avermaet : Er bestaan daar statistieken over. Een kind in het eerste kleuterklas

kan maximum bijvoorbeeld twee minuten zijn aandacht erbij houden, en dat stijgt met de

leeftijd. Daar moet je natuurlijk rekening mee houden. Nu hebben we vijf minuten iets serieus

gedaan, nu is het tijd voor iets anders.

Paul: Het artistieke is belangrijk, het acteren enzo moet op niveau zijn.

Karolien: Hebben jullie spelers een theateropleiding achter de rug, of zijn het vooral ook

mensen met een leerkrachtenopleiding?

Paul: We hebben veel acteurs, maar we hebben er ook met een leerkrachtenachtergrond. Als

ze het talent hebben om te spelen zijn ze welkom.

Karolien: Zijn jullie bezig met Low Impact Theater?

Paul: Nee, daar zijn we eigenlijk niet zo mee bezig.

Page 127: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

127

Bijlage 4a - Overeenkomst voor gebruik van audio- of beeldopname

interview Koen Van Caimere IVAGO

Page 128: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

128

Page 129: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

129

Bijlage 4b – Transcriptie interview met Koen Van Caimere van IVAGO

Karolien Byttebier: IVAGO doet veel meer dan enkel de ophaling alleen, welke opdracht

heeft u bedrijf?

Koen Van Caimere: We zijn verantwoordelijk voor afvalbeheer. (…) We hebben daarvoor

zo’n 400 mensen in dienst.

Karolien: Het bewust maken van mensen is een belangrijke taak voor jullie, bewustmaking

doorheen de hele cyclus?

Koen: Ja, inderdaad. We doen aan preventie, pure informatie ‘Wat mag, wat mag niet’, … We

doen aan heel brede communicatie, in principe moeten we iedereen bereiken. Daarnaast doen

we aan communicatie voor specifieke doelgroepen. Bijvoorbeeld mensen die de taal nog niet

zo goed spreken, studenten, …

Karolien: Bij studenten denk ik meteen aan de opvallende actie in de lente van 2012, jullie

stuurden “De redders van de Graslei” er op uit. Hoe is dit idee ontstaan?

Koen: Dit past binnen onze volledige communicatiestrategie. Communicatie is eigenlijk zeer

simpel: je stuurt een boodschap uit en je zorgt dat die terecht komt bij de juiste mensen.

Graslei, Korenlei, mooi weer, … Er blijft altijd afval achter. De politiek reageert daar op, wil

de situatie veranderen, maar is politie wel een goed idee? We hebben op deze plaats al

verschillende acties gedaan. Zo lieten we ooit borden zetten, met een hele lijst van dingen op

die je gratis kan doen: genieten van het weer, een lief op doen, .. Maar afval achterlaten kan je

wel een boete opleveren.

We zijn vorig jaar opnieuw beginnen brainstormen met een professioneel

communicatiebureau over wat we nu zouden kunnen doen. Een flashmob? Een dansje? Ter

plaatse komen met onze mensen? Daaruit is het idee gekomen cirQ/Bataclan te contacteren.

Zij zagen het zitten en zo is het gegroeid.

Karolien: Het filmpje veroorzaakte ook een kleine hype.

Koen: Ja, dat klopt. In het verleden hebben nog al eens een hype gecreëerd, Gust en

Madeleine. Er waren toen ook problemen met afval dat rondslingerde. Het idee was simpel:

twee oudjes, amateurtoneelspelers van een hoog niveau, liepen daar bijna dagelijks rond. Ze

spraken jongeren aan over afval en hielden een blog bij. Dat verhaal begon toen echt te leven.

Helaas was het dat jaar niet zo goed weer. Het is redelijk goed doorgebroken, maar niet

helemaal. Het was ook de bedoeling dat die blog viraal ging. We willen de mensen bereiken

ter plekke, maar ook thuis.

Karolien: Hoe waren jullie met hen in contact gekomen?

Page 130: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

130

Koen: Via het kabinet van een schepen. Ze werden trouwens ook vergoed.

Karolien: Veel van jullie acties lijken een theatraal kantje te hebben?

Koen: Ja en euh ja. (Lacht) Dat heeft veel te maken met de doelgroep. Vroeger hadden we een

afvalkrantje. Daarin liepen Tom en Tine rond, twee stripfiguurtjes. Die moesten de mensen

echt leren sorteren. Nu is ons magazine al veel veranderd. We laten bekende mensen hun

verhaal vertellen over afval. Dat zijn vaak ook mensen uit het theatermilieu, Titus de Voogdt

bijvoorbeeld. Ik heb daar wel wat contacten. Arne Sierens is de neef van mijn vrouw.

(…)

Karolien: Jullie hebben ook een rap opgenomen “Zet ze buiten”?

Koen: Ja, studenten zetten hun huisvuilzak op alle mogelijke momenten buiten, behalve op

het juiste. We waren op zoek naar een nieuwe manier om dit aan te brengen en het is een rap

geworden. Met onder andere Jan Matthys, die momenteel op VIER te zien is als de Homo

Turisticus. Van dat clipje werd een fragment gespeeld in de cinema.

(…)

Karolien: Wat zijn de reacties van de mensen op jullie communicatie?

Koen: We hebben enkel maar positieve berichten gekregen. Het is lang geleden dat we nog

eens een grootschalig onderzoek gedaan hebben naar het bereik van onze

communicatiekanalen. Bij filmpjes kan je natuurlijk het aantal likes en views ook zien, dat is

heel concreet.

Karolien: Jullie hebben de actie op de Graslei waarschijnlijk ook geëvalueerd. Wat vonden de

mensen van cirQ/Bataclan er van?

Koen: Ze hebben zelf veel positieve reacties gekregen. Sommige mensen vonden het

misschien wel iets te lang. Er zullen ook wel mensen zijn die zich een beetje geërgerd hebben,

maar het was alleszins gezien.

Karolien: Jullie eisen natuurlijk de hele publieke ruimte op met zo’n opvallende actie.

Koen: Inderdaad. Daarom hebben we het dit jaar kleinschaliger aangepakt, door zakjes uit te

delen met de boodschap “Zwerfafval kan ons wel een zak schelen” en met de mensen te

praten.

Karolien: Heeft u het gevoel dat al die creatieve extra’s ‘werken’?

Koen: Of het werkt en echt resultaten oplevert.. Het is eerder een druppel op de hete plaat. Er

is echt een mentaliteitsprobleem rond afval en ik ga dat met mijn middelen niet oplossen. We

investeren ook heel veel in scholenwerking. (…) In de lagere school zijn ze meestal helemaal

mee met het verhaal, maar op de leeftijd van 14-15 vergeten ze plots alles. Dan is het niet

meer cool. We hebben wel eens een actie met Gorky gedaan, je kon toen tickets winnen voor

Page 131: Interactie tussen de groene beweging & de theaterwereld.

131

een concert. Daar waren ze wel heel enthousiast over. We hadden toen ook een game

waarmee scholen tegen elkaar konden spelen.

Karolien: Het is moeilijk in te schatten wat de concrete resultaten zijn, maar u bent niet van

plan deze creatieve weg te verlaten?

Koen: Nee, dat zeker niet. Het is altijd hetzelfde: we moeten een doelgroep bereiken. Op deze

manier kunnen we in de leefwereld van de doelgroep kruipen.

Karolien:Wat brengt de toekomst binnen de communicatieafdeling van IVAGO?

Koen: Dat is nu nog niet zeker. Er is niet zo heel veel budget dus het zou weer een low budget

actie kunnen zijn. Dat rapfilmpje bijvoorbeeld, dat was heel low budget. Ik zou ook heel

graag iets met kindertekeningen op afvalwagens doen. Er zijn nog ideeën genoeg.

Karolien: Een andere actie die ik tegenkwam was de “Carrykalender”, een miniserie met de

acteur Carry Goossens uitgezonden op AVS en TV OOST.

Koen: Dat is eigenlijk getrokken door de collega’s in Lokeren opgestart en wij zijn daar

ingestapt. Met de volle overtuiging, maar mijn aanpak zou anders zijn. Ik vind dat je wel

merkt dat het nog iets anders is dan wat wij doen, een beetje braaf. Het was heel breed gericht.

Dat is helemaal iets anders dan wanneer je je op studenten richt.

Karolien: De actie Danny en Magda, met twee acteurs verkleed als vuilnisbakken die zeggen

wat wel en niet in de vuilzak mag, is die door jullie opgestart?

Koen: Nee, dat is van FostPlus. Die ondersteunen locale intercommunales en hebben ook

eigen projecten. Voor intercommunales met een lager budget is dit heel handig. Wij stappen

hier mee in, maar niet zo actief. Er staat een link op onze website. De filmpjes van Danny en

Magda zijn heel instructief. Ze proberen wel om het op een leuke manier te verpakken. Wij

vertellen altijd hetzelfde verhaal, dat maakt het niet altijd gemakkelijk.