INFODOC KOSOVO - Vluchtelingenwerk Vlaanderen · Bloed- of eerwraak, in het Albanees gjakmarrja en...

28
INFODOC KOSOVO De Belgische praktijk in Kosovaarse asieldossiers 2012 — 2013

Transcript of INFODOC KOSOVO - Vluchtelingenwerk Vlaanderen · Bloed- of eerwraak, in het Albanees gjakmarrja en...

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 1

INFODOC KOSOVODe Belgische praktijk in Kosovaarse asieldossiers

2012 — 2013

2 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

COLOFON redactie Sakhi Mir-Baz, Charlotte Vandycke, Dita Demaku, Meron Knikman, Eef Heylighen

eindredactie Gonnie Put

lay-out Francis Goethals

Verantwoordelijke Els Keytsman, Kruidtuinstraat 75,1210 Brussel uitgever Vluchtelingenwerk Vlaanderen vzw

Uitgave datum 23 april 2013

Dit document kwam tot stand met de steun van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF). Vluchtelingenwerk Vlaanderen ondersteunt dankzij het project ‘Procedurebegeleiding’

advocaten en hulpverleners bij de behandeling van asieldossiers.

Deze publicatie is ook te downloaden op: www.vluchtelingenwerk.be

VOOR VRAGEN IN ASIELDOSSIERS KUNT U TERECHT BIJ:

VLUCHTELINGENWERK VLAANDERENTelefonisch op het nummer 02 205 00 55 (maandag van 9u tot 12u30, woensdag van 13u30 tot 17u, vrijdag van 9u tot 12u30)

Per mail aan [email protected] (Uw schriftelijke vragen worden binnen één week beantwoord)

HET BELGISCH COMITÉ VOOR HULP AAN VLUCHTELINGEN, DIENST ‘ASIEL’.www.cbar-bchv.be/nl-nl/onzeprojecten/asiel/hetproject.aspx

Telefonisch op het nummer 02 537.82.20, elke werkdag van 14u tot 17u

Per mail aan [email protected]

www.vreemdelingenrecht.be

www.vluchtnet.be (extranet, enkel voor advocaten en advocaat-stagairs)

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 3

INHOUD

Voorwoord 5

1. Aantal Kosovaarse vluchtelingen wereldwijd, in Europa en in Belgie 6

1.1. Wereldwijd 6

1.2. In de Europese Unie 6

1.3. In België 6

2. Veiligheid in Kosovo 7

2.1. De algemene veiligheidssituatie in Kosovo 7

3. Risicogroepen in Kosovo 8

3.1. Slachtoffers van eerwraak 8

3.2. Kinderen met specifieke profielen 9

3.3. Slachtoffers van huiselijk geweld 9

3.4. Slachtoffers van mensenhandel 9

3.5. Leden van etnische minderheden 9

4. Beleid van het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen in Kosovaarse asieldossiers 10

4.1. Taal 10

4.2. Magistraten 10

5. Lijst veilige landen 11

6. Vaststellingen over de praktijk van de raad voor vreemdelingenbetwistingen in Kosovaarse asieldossiers 12

6.1. Vluchtelingenstatuut 12

6.2. Subsidiaire bescherming 12

6.3. Dubbele nationaliteit 12

6.4. Geloofwaardigheid relaas 13

6.5. De vervolgingsgronden 13

6.6. Beoordeling van de gegronde vrees voor vervolging en/of reëel risico op ernstige schade 15

6.7. Documenten 17

6.8. Gebruik landeninformatie 18

6.9. Annulatieberoep 19

6.10. Schending van de beginselen van behoorlijk bestuur 20

6.11. Schending van het recht op daadwerkelijk rechtsmiddel 21

7. Belgisch terugkeerbeleid voor Kosovaarse uitgeprocedeerde asielzoekers 23

4 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

7.1. Gedwongen terugkeer 23

7.2. Vrijwillige terugkeer 23

7.3. Dublin 23

7.4. Regularisatie 23

8. Internationale rechtspraak 24

8.1. Rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens 24

8.2. Rechtspraak van het Europees Hof van Justitie 24

8.3. Interim measures 24

Conclusies 25

Bronnen 26

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 5

VOORWOORDKosovo behoort tot de top tien van de landen waar de meeste asielzoekers in België vandaan komen. Van 2011 tot en met mei 2013 hebben 3 195 Kosovaren asiel aangevraagd in ons land. De informatie, verzameld in dit rapport, dateert uit de periode juli 2012 tot en met februari 2013.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen kent de meest voorkomende problemen rond Kosovo en Kosovaarse asieldossiers. Wij worden bevraagd via onze helpdesks, vormingen en het Soep – en Infopunt over de situatie in Kosovo en over asielbeslissingen in Kosovaarse dossiers.

Samen met een analyse in 34 Kosovaarse asieldossiers heeft Vluchtelingenwerk deze kennis gebun-deld in dit infodocument. Het bevat dan ook nuttige achtergrondinformatie voor al wie in België met Kosovaarse asielzoekers werkt of daarover meer wil weten.

Vluchtelingenwerk verzamelde haar informatie via — analyse van een deel rechtspraak, meer bepaald analyse van 34 beslissingen van het Commissariaat-

generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) en arresten van de Raad voor Vreemde-lingenbetwistingen (RvV) die publiek beschikbaar zijn of waarvoor de advocaat zijn toestemming heeft gegeven om ze te gebruiken.

— rechtstreekse contacten met de asielinstanties — vragen en signalen uit de praktijk van begeleiders, advocaten en lidorganisaties van Vluchtelingen-

werk Vlaanderen.

De informatie over veiligheid en risicoprofielen in Kosovo is gebaseerd op een beperkt aantal landen-rapporten en op de richtlijnen van de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR).

Dit rapport is bedoeld als achtergrondinformatie, niet om individuele asielclaims of verzoekschrif-ten te staven. De landenrapporten waarnaar verwezen wordt kunnen daarvoor wel gebruikt worden, maar worden ook best aangevuld met specifieke informatie over de individuele claim.

De informatie van websites in deze fiche dateert van mei 2013.

6 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

1. AANTAL KOSOVAARSE VLUCHTELINGEN WERELDWIJD, IN EUROPA EN IN BELGIE

1.1. WERELDWIJD

Er bestaan geen specifieke cijfers over Kosovaarse vluchtelingen wereldwijd. UNHCR rekent namelijk de Kosovaarse vluchtelingen samen met Servische vluchtelingen. In 2012 waren er 157 858 Servische en Kosovaarse vluchtelingen wereldwijd en 16 146 asielzoekers.

De overgrote meerderheid van Servische en Kosovaarse vluchtelingen woonde eind 2012 in Duits-land (113 809), gevolgd door Frankrijk (11 506) en Montenegro (8504). Binnen de grenzen van Servië en Kosovo waren 227 821 Serviërs en Kosovaren op de vlucht (ontheemden of Internally Displaced People – IDP).1

1.2. IN DE EUROPESE UNIE

In 2013 waren de 20 175 asielaanvragen uit Kosovo goed voor 5% van alle aanvragen in de EU.2 Hier-mee staat Kosovo op de zesde plaats van herkomstlanden van asielzoekers in de Europese Unie. Anders dan in België zijn de aanvragen van Kosovaren in de EU in 2013 wel gestegen ten opzichte van 20123, zowel in absolute cijfers als percentueel. In 2012 waren de Kosovaarse asielaanvragen goed voor maar 3% van alle aanvragen in de EU. Dat is 2% minder dan in 2013.

In 2013 ontving Hongarije, met 30 % de meeste aanvragen van Kosovaarse asielzoekers in Europa. Op de tweede plaats komt Frankrijk met 27% van de aanvragen. België registreerde 6%  van het totaal aantal asielaanvragen in Europa, afkomstig uit Kosovo. Daarmee komt ons land op de vierde plaats.

In Europa werd in 2013 in 3,5% van de beslissingen over Kosovaarse asielaanvragen een bescher-mingsstatus toegekend (1,7% vluchtelingenstatus, 0,67% subsidiaire bescherming).4 Deze cijfers gaan over beslissingen in eerste aanleg.5

1.3. IN BELGIË

Na een piek van 1848 aanvragen in 2010, is het aantal Kosovaarse asielaanvragen in ons land aanzien-lijk gedaald. Tussen 2010 en 2013 daalden de jaarlijkse aanvragen van Kosovaren in België met maar liefst 59%.

2010 2011 2012 20136

Totaal asielaanvragen 1848 1458 983 754

Erkenning als vluchteling

(eerste aanleg)83 (8,3%) 140 (7%) 55 (7%) — 7

Subsidiaire bescherming 0 0 7 (1%) — 8

678

1 Bron UNHCR, Global Trends 2012

2 Cijfers voor Spanje, Polen, Slowakije en IJsland waren bij de redactie van dit rapport nog niet beschikbaar (07/03/2014).

3 In 2012 telde Europa 10 210 Kosovaarse asielaanvragen.

4 De cijfers over toekenning van nationale humanitaire statussen waren bij de redactie van dit rapport nog niet beschikbaar (07/03/2014).

5 Te raadplegen op: epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/statistics/search_database

6 Aanvragen die in een bepaald jaar ingediend zijn, kregen niet noodzakelijk een positieve beslissing in datzelfde jaar.

7 Niet af te leiden uit de cijfers die het CGVS publiek maakte.

8 Niet af te leiden uit de cijfers die het CGVS publiek maakte.

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 7

2. VEILIGHEID IN KOSOVO

2.1. DE ALGEMENE VEILIGHEIDSSITUATIE IN KOSOVO

Kosovo roept in 2008 eenzijdig zijn onafhankelijkheid uit. Hoewel heel wat landen Kosovo inmiddels als onafhankelijk land erkennen, weigert Servië dit nog altijd. Ook de ruim vijftigduizend etnische Serviërs in het noorden van Kosovo erkennen Kosovo niet en weigeren de regering in Prishtina, ge-domineerd door etnische Albanezen, te gehoorzamen. Ze hebben parallelle instituties opgezet, zoals scholen en ziekenhuizen, die vanuit Belgrado worden gefinancierd. De spanningen in de regio hebben de afgelopen jaren herhaaldelijk tot geweld geleid.

Volgens een rapport van de VN-Veiligheidsraad9 was de situatie in het jaar 2013 in het algemeen kalm. Sporadisch komen er incidenten tussen Serviërs en Kosovaren voor in de gebieden waar deze verschillende etnische groepen samenleven en in Mitrovica, de Servische enclave in het noorden van het land. In het noorden van Kosovo zijn kleine aanslagen toegenomen, meestal met handgranaten. Deze aanslagen zijn gericht tegen de medewerkers van de ‘North Administrative Office’. Dit kantoor behoort tot de Kosovaarse autoriteiten in Mitrovica waar de meerderheid van de bevolking Servisch is.

In het noorden vonden schietpartijen en aanslagen plaats tegen de politie. In de verslagperiode kwamen incidenten als diefstal, vandalisme en illegale bezetting van huizen voor, gericht tegen etnische minderheden.

Ter illustratie drie nieuwsberichten over dergelijke veiligheidsincidenten: — De Standaard 6 februari 2013 (Reuters) - Twee Servisch-Kosovaarse kinderen zijn gewond geraakt

toen er een handgranaat naar hun huis gegooid werd in Mitrovica. In de stad in het noorden van Kosovo zijn Servische Kosovaren in de meerderheid.

— Prishtina, 8 april 2013 (Associated Press) - Een bom verstopt aan de buitenkant van een apparte-ment in het door Serviërs gedomineerde noorden van Kosovo heeft zondag aan een etnisch Alba-nese man het leven gekost. Twee van zijn kinderen raakten lichtgewond, aldus de politie.

— Prishtina, 20 december 2013 (Algemeen Nederlands Persbureau) - Een agent van de Europese po-litiemacht in Kosovo is donderdag doodgeschoten. De politieman werd door kogels geraakt toen de auto waarin hij reed onder vuur werd genomen, meldde de politie- en justitiemissie Eulex (EU - missie in Kosovo). De aanval op de auto was in een noordelijk deel van Kosovo dat door etnische Serviërs wordt gedomineerd.

9 Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration in Kosovo. Geraadpleegd op: www.ecoi.net/file_upload/1226_1370424052_n1331361kosovo.pdf

8 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

3. RISICOGROEPEN IN KOSOVOBelgië beschouwt Kosovo als een veilig land van herkomst.10 Dit houdt in dat de Belgische asielin-

stanties uitgaan van het vermoeden dat de asielzoeker bij terugkeer naar Kosovo niet hoeft te vrezen voor vervolging of voor een reëel risico op ernstige schade.

De asielzoeker die afkomstig is uit een veilig land, krijgt wel de mogelijkheid om substantiële re-denen aan te geven die aantonen dat in zijn situatie het land van herkomst niet als veilig kan worden beschouwd, in afwijking van de algemene situatie dus.

België heeft geen risicoprofielen bepaald voor Kosovaarse asielzoekers die systematisch in aanmer-king komen voor bescherming in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Nederland deed dit bijvoor-beeld wel.Het algemeen ambtsbericht Kosovo van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken haalt de volgende risicoprofielen11 aan:

— Slachtoffers van eerwraak — Seksuele oriëntaties (geaardheid) — Kinderen met specifieke profielen — Slachtoffers van huiselijk geweld — Slachtoffers van mensenhandel — Serviërs en Albanezen als etnische minderheden — Kosovaren die beschuldigd worden van collaboratie met Servië12

— Systematische discriminatie van een gehandicapte persoon13

Hieronder vatten we kort samen in welke zin het Nederlandse ambtsbericht risico’s op vervolging de-tecteert voor deze profielen.

Zoals eerder gesteld, wordt in België de asielzoeker afkomstig uit een ‘veilig land’, zoals Kosovo, wel in de gelegenheid gesteld om substantiële redenen aan te geven waaruit blijkt dat in zijn specifieke omstandigheden, zijn land van herkomst niet als veilig kan worden beschouwd en dit dus in afwijking van de algemene situatie aldaar.

3.1. SLACHTOFFERS VAN EERWRAAK

Bloed- of eerwraak, in het Albanees gjakmarrja en Vrasje nderi genoemd, is een eeuwenoude Alba-nese traditie, die door voorschriften van de Kanun nader is geregeld.14 De Kanun werd uitgesproken door de Prins Lekë Dukagjini in de 15de eeuw en bepaalt tot op de dag van vandaag het sociale leven in het noorden van Albanië. Volgens de Kanun geldt bloedwraak als genoegdoening voor bepaalde geval-len waarin de eer van een man, zijn familie of clan door een andere man die tot een andere familie of clan behoort, is geschonden.

Vooral het westelijke deel van Kosovo (omgeving van Peje, Peć) wordt gezien als één van de regio’s die de traditie van bloedwraak kent. In de meeste gevallen wordt de hierboven beschreven erecode uit de Kanun echter niet gevolgd. De omvang van het probleem is onduidelijk. Ook kan niet worden uitgesloten dat situaties die lijken op bloedwraak soms nauw samenhangen met criminele afrekening tussen rivaliserende families of clans.15

HOMOSEKSUALITEITHomoseksualiteit of homoseksuele handelingen zijn in Kosovo verboden noch strafbaar. De ‘Antidis-criminatiewet’ verbiedt zelfs discriminatie op grond van seksuele geaardheid. Toch zijn homoseksua-liteit of uitingen van homoseksueel gedrag in de publieke opinie in Kosovo niét algemeen aanvaard.

10 KB 26 mei 2012, http://www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2012/06/01_1.pdf#Page28

11 Algemeen ambtsbericht Kosovo van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland, juni 2009, p. 29.

12 RvV 30 oktober 2012, nr. 90 828.

13 RvV 6 juli 2012, nr 84 310.

14 Kanun §3.1.3

15 Algemeen ambtsbericht Kosovo van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland, juni 2009, p. 29.

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 9

Homoseksualiteit wordt vaak gezien als een ziekte of afwijking. De media en bepaalde politici bevesti-gen dit beeld. Omwille van het grote culturele taboe houden homoseksuele mannen en vrouwen hun seksuele geaardheid doorgaans angstvallig geheim, zelfs voor familie en vrienden. Als iemands homo-seksualiteit bekend wordt, is de kans op fysiek of verbaal geweld of op sociale discriminatie groot.16

3.2. KINDEREN MET SPECIFIEKE PROFIELEN

Huiselijk geweld tegen kinderen komt regelmatig voor in Kosovo. Volgens het bureau van de Om-budsman in Kosovo nam het aantal gemelde gevallen van huiselijk geweld toe in 2008. Huiselijk geweld dreef kinderen vaak weg bij de familie, waardoor zij kwetsbaar werden voor de activiteiten van mensenhandelaars. Er zijn ook berichten over kindhuwelijken, voornamelijk in gemeenschappen van Roma en etnische Albanezen.17

3.3. SLACHTOFFERS VAN HUISELIJK GEWELD

Huiselijk geweld blijft een groot probleem in Kosovo. De traditionele rol van de vrouw in een door mannen gedomineerde maatschappij draagt in hoge mate bij tot huiselijk geweld op vrouwen en heeft tot gevolg dat deze vrouwen dat niet of nauwelijks rapporteren. Ook omdat het overgrote deel van de Kosovaren huiselijk geweld als een privéaangelegenheid beschouwt. De beschikbare statistieken over huiselijk geweld zijn daarom onbetrouwbaar.18

3.4. SLACHTOFFERS VAN MENSENHANDEL

Kosovo is zowel een land van oorsprong, transitland als bestemming voor mensenhandel. Daarnaast vindt mensenhandel almaar meer plaats binnen de landsgrenzen. Het overgrote deel van de slachtoffers bestaat uit vrouwen en kinderen die binnen de landsgrenzen of vanuit andere Oost-Europese landen worden gehaald. Slachtoffers worden verder verhandeld naar Albanië, Macedonië, Montenegro of lan-den in West-Europa.19

3.5. LEDEN VAN ETNISCHE MINDERHEDEN

Het aantal etnische Serviërs in Kosovo wordt momenteel op ongeveer 120 000 mensen geschat. Zij kunnen in twee groepen worden verdeeld:1. de etnische Serviërs in het Noorden van Kosovo aan de grens met Servië. Dat deel van Kosovo is

vrijwel uitsluitend bewoond door etnische Serviërs2. etnische Serviërs die in kleine tot grote enclaves in de rest van Kosovo wonen

De etnische Serviërs die behoren tot de eerste groep, vormen in hun directe omgeving een etnische meerderheid. De etnische Serviërs die tot de tweede groep behoren, vormen in hun directe leefomge-ving een etnische minderheid.

16 Ambtsbericht p. 63.

17 Ambtsbericht p. 62.

18 Ambtsbericht p. 60.

19 Ambtsbericht p. 52.

1 0 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

4. BELEID VAN HET COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE VLUCHTELINGEN EN DE STAATLOZEN IN KOSOVAARSE ASIELDOSSIERS

Vluchtelingenwerk analyseerde 33 arresten van de RvV20, waarvan 19 Nederlandstalige en 14 Fransta-lige beslissingen. Alle arresten dateren uit de periode van juli 2012 tot en met februari 2013. Het gaat om 10 beslissingen in annulatieberoepen en 23 beslissingen in volle rechtsmacht. De bedoeling was vooral de impact te onderzoeken van het Koninklijk Besluit van 26 mei 2012 houdende de vastlegging van de lijst van veilige landen van herkomst voor asielzoekers afkomstig uit Kosovo. Dat KB trad in de verslagperiode in werking.

Na de invoering van artikel 57/6/1 in de Vreemdelingenwet heeft het annulatieberoep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen aan belang gewonnen. Het wetsartikel biedt de mogelijkheid aan het CGVS om een asielaanvraag niet in overweging te nemen voor inwoners van een veilig land van herkomst. Onderdanen uit een veilig land van herkomst die een beslissing tot niet in overweging name hebben gekregen over hun asielaanvraag kunnen deze beslissing aanvechten bij de RvV door middel van een annulatieberoep.

Onze vaststellingen in annulatieberoepen blijken sterk gelijk te lopen met deze bij beroepen in volle rechtsmacht. Zo wordt bv. het argument van de aanwezigheid van redelijke beschermingsmaatregelen bij beide soort beroepen ingeroepen.

Daarom halen we hieronder beide beroepen door elkaar aan . Wel besteden we in een afzonderlijke titel aandacht aan de opgeworpen middelen en antwoorden van de RvV bij annulatieberoepen.

4.1. TAAL

Kosovaarse dossiers komen zowel op de Nederlandstalige als op de Franstalige taalrol voor. De verde-ling tussen beide taalrollen is ongeveer evenredig. Van de 33 bestudeerde beslissingen, werden 19 beslis-singen in het Nederlands en 14 beslissingen in het Frans genomen.

4.2. MAGISTRATEN

Uit de analyse van de rechtspraak blijkt dat Kosovaarse dossiers niet altijd voor dezelfde rechter worden gebracht. De 33 bestudeerde beslissingen werden door 18 verschillende rechters behandeld, van wie 8 tot de Nederlandstalige en 10 tot de Franstalige taalrol behoren.

De 18 rechters behandelden zowel de beroepen in volle rechtsmacht als de annulatieberoepen.

20 Deze beslissingen zijn gepubliceerd op de website van de Raad: www.rvv-cce.be

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 11

5. LIJST VEILIGE LANDENHet Koninklijk Besluit van 26 mei 2012 houdende de vastlegging van de lijst van veilige landen van herkomst bestempelt Kosovo als een veilig land van herkomst. De lijst veilige landen van herkomst werd recent bevestigd door het Koninklijk Besluit van 15 mei 2013 en de ministerraad heeft het her-bevestigd op 4 april 2014.

Artikel 57/6/1 van de Vreemdelingenwet bepaalt dat een land van herkomst als veilig beschouwd wordt als 'op basis van de rechtstoestand, de toepassing van de rechtsvoorschriften in een democratisch stelsel en de algemene politieke omstandigheden kan worden aangetoond dat er algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging in de zin van het internationaal Verdrag betreffende de status van vluchtelingen of dat er geen zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat de asielzoeker een reëel risico loopt op het lijden van ernstige schade.'

Dat Kosovo beschouwd wordt als een land van veilige herkomst betekent dat de asielinstanties ver-moeden dat Kosovaarse asielzoekers bij terugkeer naar Kosovo niet moeten vrezen voor vervolging of voor een reëel risico op ernstige schade. Toch blijft een individueel en effectief onderzoek noodzakelijk.

Asielzoekers afkomstig uit een veilig land krijgen de mogelijkheid om substantiële redenen aan te geven waaruit blijkt dat in hun specifieke omstandigheden, het land van herkomst niet als veilig kan worden beschouwd en dit dus in afwijking van de algemene situatie in dat land.

Het loutere feit dat asielzoekers afkomstig zijn uit een veilig land van herkomst zal in geen geval automatisch tot gevolg hebben dat hun asielaanvraag niet in overweging wordt genomen. Alleen als, na individueel onderzoek blijkt dat de asielzoekers geen of onvoldoende elementen naar voren brengen waaruit blijkt dat zij in het land van herkomst daadwerkelijk vervolgd worden of een reëel risico op ernstige schade lopen, zal hun asielaanvraag niet in overweging worden genomen.

1 2 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

6. VASTSTELLINGEN OVER DE PRAKTIJK VAN DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN IN KOSOVAARSE ASIELDOSSIERS

6.1. VLUCHTELINGENSTATUUT

In een beslissing van 30 oktober 201221 kende de RvV de vluchtelingenstatus toe aan een Kosovaars gezin dat vreesde voor vervolging omdat het werd beschuldigd van collaboratie na terugkeer uit Servië.

De RvV kwam tot het besluit dat de aard en de ernst van de vervolgingen in deze zaak een ernstig psychologisch lijden veroorzaakt hebben, waardoor de gezinsleden niet konden terugkeren naar Ko-sovo. Daarnaast nam de RvV ook aan dat zij, gezien hun situatie, geen beroep konden doen op interne bescherming van de Kosovaarse autoriteiten.

Bij gebrek aan andere positieve beslissingen die resulteren in de toekenning van de vluchtelingen-status door de RvV, binnen de opzet van dit rapport, kan geen uitspraak gedaan worden over (andere) profielen die volgens de RvV in aanmerking komen voor het vluchtelingenstatuut.

In een beslissing van 6 juli 201222 kwam de RvV wel nog tot het besluit dat een zaak teruggezonden moest worden naar het CGVS voor bijkomend onderzoek. De zaak betrof een Kosovaars gezin met een gehandicapte dochter. Zij voerden aan dat hun dochter systematisch beledigd en gediscrimineerd werd omwille van haar handicap. Deze elementen bleken ook uit de processen-verbaal die werden opgesteld naar aanleiding van hun asielaanvraag.

De RvV stelde dat de opeenstapeling van dergelijke discriminaties in bepaalde gevallen een vervol-ging zou kunnen uitmaken in de zin van de Vluchtelingenconventie. Aangezien het CGVS hieraan voorbij gegaan was, werd de zaak teruggezonden voor bijkomend onderzoek. (zie infra)

6.2. SUBSIDIAIRE BESCHERMING

Omdat Kosovo beschouwd wordt als een veilig land van herkomst, besteden de Belgische asielinstan-ties nog weinig aandacht aan 'subsidiaire bescherming van Kosovaren'. Slechts in een beperkt aantal van de Kosovaarse dossiers wordt het reële risico op ernstige schade ten gronde onderzocht. (zie infra)

6.3. DUBBELE NATIONALITEIT

Aan de waarachtigheid van de Kosovaarse nationaliteit van de asielzoekers wordt in deze 33 dossiers zelden getwijfeld.

De enige betwistingen die wij hebben vastgesteld, houden verband met de dubbele nationaliteit van de asielzoeker. Sommige Kosovaarse asielzoekers beschikken namelijk ook over de Servische na-tionaliteit. Dit betekent dat de asielzoekers niet alleen de Kosovaarse, maar ook de Servische interne beschermingsmogelijkheden moeten uitputten, alvorens een beroep te kunnen doen op internationale bescherming. In hun beoordeling zullen het CGVS en de RvV zich dan ook baseren op de situatie in beide landen.

21 RvV 30 oktober 2010, nr. 90 828.

22 RvV 6 juli 2012, nr. 84 310.

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 13

RVV 26 FEBRUARI 2013, NR. 97 864:‘Bijkomend kan erop gewezen worden dat aangezien verzoeker het staatsburgerschap van twee landen bezit, hij vooraleer in België internationale bescherming aan te vragen, de nationale be-scherming dient uit te putten in zowel Kosovo als Servië. Verzoeker stelt zelf geen problemen te hebben met Servië zodat dit volstaat om zijn asielaanvraag af te wijzen.’

6.4. GELOOFWAARDIGHEID RELAAS

In de behandelde dossiers gaat de RvV zelden in op de geloofwaardigheid van het relaas van de asiel-zoekers. In die gevallen waar de geloofwaardigheid van het relaas toch ter sprake komt, volgt de RvV de beslissing van het CGVS. Zie bv. RvV 24 juli 2012, nr. 85 122, RvV 6 december 2010, nr. 93 012 en RvV 26 februari 2013, nr 9864 van 26 februari 2013.

RVV 6 DECEMBER 2010, NR. 93 012:“Le Conseil observe que les motifs de la décision attaquée par lesquels la partie défenderesse relève le caractère lacunaire, incohérent et contradictoire des dires du requérant (…) sont établis à la lecture du dossier administratif, sont pertinents et ont pu valablement conduire la partie défenderesse à refuser de reconnaître au requérant la qualité de réfugié.

Le Conseil ne peut accueillir favorablement l’argumentation de la requête sur ces questions en ce qu’elle tend à éluder les imprécisions et incohérences relevées par la partie défenderesse mais n’apporte aucun élément personnel, pertinent, convaincant ou probant permettant de remettre en cause la motivation de la décision querellée.”

Ook een tweede asielaanvraag die volgde op een weigeringsbeslissing omwille van een ongeloofwaar-dig relaas werd niet verder onderzocht omdat de nieuwe elementen niet tot een ander besluit zouden leiden.

RVV 13 DECEMBER 2012, NR. 93 542:“En l’espèce, le Conseil a rejeté la précédente demande d’asile de la partie requérante en estimant que la réalité des faits invoqués à la base de la crainte ou du risque réel allégués n’était pas établie. Dans sa décision, la partie défenderesse a légitimement pu conclure, pour les raisons qu’elle détaille, que les nouveaux éléments invoqués ne sont pas de nature à justifier un sort différent. Cette motivation est conforme au dossier administratif, est pertinente et est suffisante.”

6.5. DE VERVOLGINGSGRONDEN

In de Kosovaarse dossiers met negatieve beslissing vormt vooral de aard van de door de asielzoeker opgeworpen problemen de kern van de motivatie voor een negatieve beslissing, niet de geloofwaardig-heid van het relaas.

De meest voorkomende problemen die Kosovaarse asielzoekers ter ondersteuning van hun asielaan-vraag aanhalen, handelen over hun etnische afkomst (Roma), de handicap van een familielid, ruzies of huiselijk geweld.

Het CGVS werpt geregeld op dat de voorgelegde problemen niet onder het toepassingsgebied van de Vluchtelingenconventie vallen, omwille van hun medische of familiale aard. Ook in dit geval volgt de RvV meestal het oordeel van het CGVS. Zie bv. RvV 26 november 2012, nr. 92 081 en RvV 2 januari 2013, nr. 94 517.

1 4 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

RVV 2 JANUARI 2013, NR. 94 517:“Verzoekende partijen betogen in essentie het slachtoffer geweest te zijn van discriminatie om-wille van hun etnische afkomst. Deze discriminatie manifesteerde zich door het gebrek aan toe-gang tot medische zorgen van goede kwaliteit. Volgens de verzoekende partijen werd dit verkeerd beoordeeld door de verwerende partij. (…)

Uit de motieven van de bestreden beslissingen blijkt overduidelijk dat rekening werd gehou-den met verzoekende partijen hun verklaringen aangaande de aangehaalde medische problema-tiek van hun zoon. Uit nazicht van het administratief dossier blijkt dat verzoekers verklaarden Kosovo verlaten te hebben “om hun zoon te laten genezen omdat in Kosovo ze die ziekte die mijn zoon heeft niet genezen”. Verzoekers stelden, dat op het ogenblik dat ze vaststelden dat hun zoon ziek was, ze naar dokters in Kosovo zijn gegaan en dat deze hen vertelden dat ze beter naar Europa konden gaan om hun zoon beter te laten worden. Wanneer ze geconfronteerd worden met de vraag of deze dokters hen vertelden dat de ziekte van hun zoon – autisme – in Europa geneesbaar is, stelt verzoekster dat ze vertelden dat autisme geneesbaar is en het beter is dat hun zoon in het buitenland geneest. Tevens blijkt uit verzoeksters verklaringen dat hun zoon in Ko-sovo medicatie kreeg. Voorts verklaarden verzoekers nooit problemen gehad te hebben met de Kosovaarse autoriteiten of burgers en niets te vrezen bij terugkeer. Gelet op de voormelde ver-klaringen van verzoekers waaruit blijkt dat zij enkel naar België gekomen zijn om een medische behandeling te krijgen voor hun zoon, dit terwijl uit hun verklaringen geenszins blijkt dat zij in Kosovo verstoken zijn gebleven van medische behandeling omwille van hun etnische afkomst – in tegenstelling tot wat zij thans trachten voor te houden in het verzoekschrift blijkt uit hun verklaringen dat hun zoon wel degelijk medische behandeling kreeg in Kosovo – is de Raad van oordeel dat de commissaris-generaal niet kennelijk onredelijk besluit dat (…).”

Asielzoekers moeten zelf aantonen dat de problemen die zij aanhalen om hun asielaanvraag te staven wel degelijk binnen het toepassingsgebied van de Vluchtelingenconventie vallen.

In één geval besluit de RvV dat een Kosovaars gezin aannemelijk had gemaakt dat hun dochter sys-tematisch beledigd en gediscrimineerd werd omwille van haar handicap. De RvV neemt aan dat de op-eenstapeling van dergelijke discriminaties in bepaalde gevallen een vervolging uitmaakt in de zin van de Vluchtelingenconventie. Daarom werd de zaak teruggezonden naar het CGVS voor verder onderzoek.

RVV 6 JULI 2012, NR. 84 310:“Les requérants contestent cette analyse et font valoir, dans une première branche, que la par-tie défenderesse occulte certains éléments qui, bien que non repris in extenso dans les procès-verbaux de leurs auditions, ont été clairement évoqués lorsqu’ils ont été entendus, à savoir la circonstance que les personnes handicapées et leurs proches constituent au Kosovo un groupe soumis à des discriminations – notamment les mères qui sont contraintes de vivre cloîtrées – et font grief à la partie défenderesse de ne pas avoir répondu à ces éléments dans la motivation de ces décisions. (…)

Au vu des informations versées au dossier administratif, ces affirmations ne sont pas, in ab-stracto, dénuées de toute plausibilité. Cependant, en l’absence d’instruction concrète à cet égard, le Conseil est dans l’impossibilité d’apprécier la sincérité et la crédibilité de ces allégations dans le cas d’espèce. Cette absence d’instruction l’empêche également d’apprécier si, en l’espèce, ces discriminations peuvent être constitutives d’une persécution. Le Conseil rappelle en effet que ce n’est que sous certaines conditions qu’une accumulation de discriminations peut être considérée comme équivalente à persécution. En l’absence de la moindre précision sur les conditions de vie de la requérante et son ressenti à cet égard, le Conseil ne peut en toute connaissance de cause apporter de réponse à cette question. Restera également à examiner la question d’une possibilité d’une protection. Or, le Conseil observe que les requérants contestent le caractère effectif des mesures qui ont été prises par les autorités kosovares en la matière. Ils s’appuient à cet égard sur un extrait d’un rapport de l’organisation suisse d’aide aux réfugiés publié le 1er septembre 2010 qui expose notamment que « la volonté du gouvernement de promouvoir l’intégration de

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 15

handicapés n’est pas traduite par des actions concrètes et l’assurance de leurs droits n’est pas une priorité gouvernementale ». Dans la mesure où les documents d’informations fournis en réponse par la partie défenderesse sont tous antérieurs, le Conseil ne peut que constater que ces derniers ne lui permettent pas d’avoir une vision claire et actuelle de la situation au regard de l’effectivité de la protection offerte par les autorités kosovares aux personnes handicapées.”

In een gelijkaardige zaak reageerde de RvV echter niet op dit middel. Hier wierp de asielzoeker op dat zijn economische problemen hun oorsprong vonden in zijn etnische origine waarvoor hij werd gediscrimineerd.23

RVV 26 NOVEMBER 2012, NR. 92 081:“Eerste middel: (…) Het wordt door verzoeker niet betwist dat hij economische problemen en huisvestingsproblemen had in zijn land van oorsprong. Het CGVS gaat echter voorbij aan een onderzoek naar de redenen van deze problemen. Verzoeker wenst te onderlijnen dat zijn economische problemen hun oorsprong vinden in zijn etnische origine waarvoor hij werd ge-discrimineerd in het land van oorsprong. Aangezien verzoeker zijn (etnische) afkomst niet kan verloochenen, is er geen reden om aan te nemen dat verzoeker geen gegronde reden voor vrees dient te hebben bij een terugkeer naar zijn land van oorsprong. De economische problemen van verzoeker zijn slechts het gevolg van zijn etnische afkomst. Dit aspect van het asielrelaas van verzoeker werd onvoldoende onderzocht door het CGVS.”

Beoordeling RvV: “Uit de bestreden beslissing blijkt dat de verzoekende partij de vluchte-lingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus werden geweigerd, omdat haar asielrelaas een probleem van louter sociaaleconomische aard is. (…) Verzoeker betwist voornoemd determine-rend motief niet.”

6.6. BEOORDELING VAN DE GEGRONDE VREES VOOR VERVOLGING EN/OF REËEL RISICO OP ERNSTIGE SCHADE

Uit rechtspraak is gebleken dat de focus van het CGVS en van de RvV ligt op de beoordeling van de vrees voor vervolging en het reële risico op ernstige schade, zoals bedoeld in de artikelen 48/3 en 48/4 van de Vreemdelingenwet.

In deze context wordt uitgebreid gebruik gemaakt van artikel 48/5, §2 van de Vreemdelingenwet. Dit artikel bepaalt dat 'er geen nood is aan internationale bescherming wanneer de nationale autori-teiten redelijke maatregelen getroffen hebben tot voorkoming van vervolging of het lijden van ernstige schade en wanneer aannemelijk is dat de asielzoeker toegang heeft tot deze bescherming.' Deze nati-onale bescherming kan onder meer geboden worden door de instelling van een doeltreffend juridisch systeem voor opsporing, gerechtelijke vervolging en de bestraffing van handelingen die vervolging of ernstige schade vormen.

Uit de landeninformatie die het CGVS in de bestudeerde dossiers hanteert, blijkt telkens dat Ko-sovo wel degelijk voorzien heeft in dergelijke maatregelen. Zie bv. RvV 17 december 2012, nr. 93 689 en RvV 26 februari 2013, nr. 97 864.

RVV 17 DECEMBER 2012, NR. 93 689:“Uit de op het Commissariaat-generaal beschikbare informatie blijkt immers dat, wanneer de Kosovaarse politie (KP) van misdrijven op de hoogte wordt gesteld, ze anno 2012 op afdoende wijze actie onderneemt. Hoewel er binnen de KP nog steeds een aantal hervormingen noodza-kelijk blijven – zo heeft de politie slechts beperkte mogelijkheden om complexe misdaden, zoals

23 RvV 26 november 2012, nr. 92 081.

1 6 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

onder meer financiële fraude, terrorisme en drugscriminaliteit, doeltreffend aan te pakken en is de samenwerking tussen politie en justitie niet altijd optimaal, is de KP toch in vele opzichten een voorbeeldorganisatie geworden. Nadat de “Law on the Police” en de “Law on the Police Inspectorate of Kosovo”, die onder meer de rechten en verantwoordelijkheden van de politie regelen, in juni 2008 van kracht werden, werd het functioneren van de KP evenwel beter met de internationale standaarden betreffende politiewerk in overeenstemming gebracht. Bovendien wordt de KP actueel door de Eulex Police Component (European Union Rule of Law Mission in Kosovo) bijgestaan om de kwaliteit van het politiewerk te verhogen en om ervoor te zorgen dat de KP, los van enige inmenging, alle burgers van Kosovo dient. Eveneens besteedt de “OSCE (Organization for Security and Co-operation in Europe) Mission in Kosovo” speciale aandacht aan het creëren van een veiliger leefomgeving in Kosovo. De OSCE ziet ook toe op de effectieve naleving door de KP van de internationale normen inzake mensenrechten en adviseert de KP over hoe zij haar werkzaamheden kan verbeteren.”

Asielzoekers moeten zelf aantonen dat ze een poging ondernomen hebben om een beroep te doen op de nationale autoriteiten en dat deze gefaald hebben om hen de nodige bescherming te bieden. Als de asielzoekers over een dubbele nationaliteit beschikken, moeten ze de nationale bescherming van beide landen uitputten.24

In verschillende van de bestudeerde dossiers heeft de RvV geoordeeld dat de aanwezigheid van redelijke beschermingsmaatregelen door de Kosovaarse autoriteiten volstond om de asielaanvraag te weigeren. Zie bv. RvV 13 augustus 2012, nr.85 834, RvV 20 augustus 2012, nr. 85 933 en RvV 23 oktober 2012, nr. 90 152.

RVV 13 AUGUSTUS 2012, NR. 85 834:“Uit de objectieve en actuele informatie van de Commissaris-generaal, toegevoegd aan het ad-ministratief dossier, blijkt dat de overheidsinstellingen in Kosovo de redelijke maatregelen zoals beoogd in artikel 48/5, § 2 van de Vreemdelingenwet hebben getroffen. Verzoeker betwist dit en citeert in zijn verzoekschrift uit een rapport van een rapporteur bij de Raad van Europa. Het citaat van verzoeker vermag geen afbreuk te doen aan de informatie van de commissaris-generaal, daar het gedateerde informatie betreft die daarenboven veel minder gedetailleerd is dan de uitge-breide en recente informatie toegevoegd aan het administratief dossier.

Daargelaten de geloofwaardigheid van het relaas, is bijgevolg niet voldaan aan een wezenlijke vereiste om de aanvraag te kunnen laten vallen onder het toepassingsgebied van de artikelen 48/3 en 48/4. Deze vaststelling volstaat om de in het verzoekschrift aangevoerde middelen niet verder te onderzoeken, omdat dergelijk onderzoek in elk geval tot geen ander besluit betreffende de gegrondheid van de asielaanvraag kan leiden.”

Als de asielzoekers zich niet gericht hebben tot de Kosovaarse autoriteiten, volstaat dit volgens de RvV ook om de asielaanvraag te weigeren.

RVV 30 AUGUSTUS 2012, NR. 86 471:“En constatant l’absence de toute démarche officielle afin d’obtenir une protection contre les me-naces invoquées et en estimant que la partie requérante pourrait obtenir une protection effective des autorités kosovares en cas de retour, la partie défenderesse expose à suffisance les raisons pour lesquelles la partie requérante n’a pas établi qu’elle craint d’être persécutée ou qu’elle risque de subir des atteintes graves en cas de retour dans son pays.”

24 RvV 26 februari 2013, nr. 97 864.

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 17

Het CGVS en de RvV maken gebruik van artikel 48/5, §2 van de Vreemdelingenwet, ongeacht of het gaat om een onderzoek ten gronde dan wel om een weigering tot inoverwegingname.

Kortom, het argument van de aanwezigheid van redelijke beschermingsmaatregelen wordt zowel gebruikt bij beroepen in volle rechtsmacht als bij annulatieberoepen.

We kunnen besluiten dat niet het feit dat Kosovo werd opgenomen in de lijst met veilige landen, maar wel de aanwezigheid van redelijke beschermingsmaatregelen in Kosovo de voornaamste reden is waarom de asielaanvraag van de betrokkene niet verder onderzocht wordt.

Uit de analyse van deze dossiers is eerder gebleken dat de RvV nog weinig aandacht besteedt aan de geloofwaardigheid van de afkomst of het relaas van deze asielzoekers. Wanneer het CGVS opgeworpen heeft dat er interne bescherming bestaat, neemt de RvV dit motief over. Een verder onderzoek van de asielaanvraag is dan niet meer aan de orde. De RvV stelt dit in bepaalde arresten ook letterlijk (“daarge-laten de geloofwaardigheid van het relaas”, “daargelaten de vraag of de aangevoerde feiten waar zijn”). Zie bv. RvV, 13 augustus 2012, nr. 85 840, RvV 20 augustus 2012, nr. 85 933 en RvV 23 oktober 2012, 90 152.

Uit de door het CGVS aangehaalde landeninformatie blijkt dat er redelijke beschermingsmaatrege-len aanwezig zijn. Het bestaan van deze beschermingsmaatregelen wordt ook afgeleid uit de opname van Kosovo in de lijst met veilige landen. Het onderscheid tussen artikel 48/5, §2 van de Vreemdelingenwet en artikel 57/6/1 van de Vreemdelingenwet, dat gekoppeld is aan het Koninklijk Besluit van 26 mei 2012 houdende de vastlegging van de lijst van veilige landen van herkomst, wordt bijgevolg zeer vaag.

6.7. DOCUMENTEN

Kosovaarse identiteitsdocumenten worden doorgaans aanvaard ter staving van de afkomst van de asiel-zoekers. Aan de Kosovaarse afkomst van de asielzoeker wordt zelden getwijfeld.

Rekening houdend met de rechten van verdediging worden ook alle andere documenten die de Ko-sovaarse asielzoekers aanbrengen, in overweging genomen door de RvV. Het gaat meestal om algemene verslagen en rapporten van Amnesty International, Human Rights Watch, Kosovo Women’s Network en andere mensenrechtenorganisaties.

In de bestudeerde arresten kende de RvV aan deze documenten weinig bewijswaarde toe. De RvV vermeldt ook als documenten gedateerd zijn of als de concrete toepassing op de situatie van de asielzoe-kers niet duidelijk is. Zie bv. RvV 13 augustus 2012, nr. 85 834, RvV 6 december 2012, nr. 93 012 en RvV 13 december 2012, nr. 93 542 over gedateerde documenten.

RVV, 13 AUGUSTUS 2012, NR. 85 834:“Uit de objectieve en actuele informatie van de commissaris-generaal, toegevoegd aan het ad-ministratief dossier, blijkt dat de overheidsinstellingen in Kosovo de redelijke maatregelen zoals beoogd in artikel 48/5, § 2 van de Vreemdelingenwet hebben getroffen. Verzoeker betwist dit en citeert in zijn verzoekschrift uit een rapport van een rapporteur bij de Raad van Europa. Het citaat van verzoeker vermag geen afbreuk te doen aan de informatie van de commissaris-generaal, daar het gedateerde informatie betreft die daarenboven veel minder gedetailleerd is dan de uitge-breide en recente informatie toegevoegd aan het administratief dossier.”

Zie bijvoorbeeld RvV 24 juli 2012, nr. 85 122 en RvV 4 oktober 2012, nr. 89 098 over algemene verslagen en documenten die niet concreet gemaakt werden in de situatie van de asielzoeker in kwestie.

RVV, 24 JULI 2012, NR. 85 122:“La simple invocation de documents généraux sur la situation des femmes au Kosovo, ne suf-fit pas à établir que la requérante encourt un risque de persécution ou d’atteintes graves. A ce propos, le Conseil rappelle que la partie défenderesse n’a pas pour tâche de statuer in abstracto, sur une base purement hypothétique : il incombe au demandeur de démontrer in concreto qu’il

1 8 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

a personnellement des raisons de craindre d’être persécuté ou de subir des atteintes graves au regard des informations disponibles sur son pays d’origine, quod non en l’espèce.”

RVV 4 OKTOBER 2012, NR. 89 098:“Verzoeker geeft in zijn verzoekschrift geen concreet antwoord op de motieven van de bestreden beslissing. Ten aanzien van Kosovo beperkt hij zich louter tot het verwijzen naar een algemeen rapport van Amnesty International over de algemene situatie in Kosovo zonder deze informatie concreet op de situatie te betrekken.”

Kopieën, faxberichten en e-mails worden volgens vaste rechtspraak niet aanvaard, omdat deze documenten niet toelaten de echtheid ervan te controleren. Zie bijvoorbeeld RvV 22 augustus 2012, nr. 86 063.

Twijfel over de echtheid van bepaalde door de asielzoekers voorgelegde documenten komt voor. Zie bv. RvV 24 juli 2012, nr. 85 122 waarin het volgende gesteld wordt:

“U legde een brief voor van een rechter die uw echtscheiding bevestigt. Deze brief heeft geen formele briefhoofding en u hebt niet bewezen dat deze brief door de genoemde persoon gete-kend is. Uw broer werkte in die rechtbank en men mag niet uitsluiten dat uw broer deze brief opgesteld heeft.”

6.8. GEBRUIK LANDENINFORMATIE

In bepaalde dossiers maakt het CGVS bij de beoordeling van de vrees voor vervolging of het reële risico op ernstige schade uitvoerig gebruik van landeninformatie. Dit gebeurt hoofdzakelijk als het CGVS de weigeringsbeslissing steunt op artikel 48/5, §2 van de Vreemdelingenwet. De landeninformatie wordt gebruikt om aan te tonen dat de Kosovaarse autoriteiten de redelijke maatregelen zoals bedoeld in dit artikel getroffen hebben. Omdat de internationale bescherming subsidiair is aan de nationale bescher-ming, moeten de asielzoekers zich eerst beroepen op deze interne bescherming (RvV 30 augustus 2012, nr. 86 471).

De RvV neemt deze redenering en de bijhorende landeninformatie meestal over. Zie bv. RvV 17 december 2012, nr. 93 689 en RvV 26 februari 2013, nr. 97 864 over het optreden van de Kosovaarse politie.

RVV 17 DECEMBER 2012, NR. 93 689:“Uit de bestreden beslissing blijkt dat verzoekster de vluchtelingenstatus en de subsidiaire be-schermingsstatus werden geweigerd, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij voor de problemen (…) geen of onafdoende beroep kon/kan doen op de hulp van of de bescher-ming door de in Kosovo aanwezige autoriteiten.”

“Uit de objectieve en actuele informatie van de commissaris-generaal, toegevoegd aan het ad-ministratief dossier, blijkt dat de overheidsinstellingen in Kosovo de redelijke maatregelen zoals beoogd in artikel 48/5, §2 van de Vreemdelingenwet hebben getroffen. Verzoekster brengt geen argumenten aan die hieraan vermogen afbreuk te doen.”

Zie bv. RvV 12 oktober 2012, nr. 89 591 en RvV 20 december 2012, nr. 94 183 over de levensom-standigheden van Roma in Kosovo.

RVV 12 OKTOBER 2012, NR. 89 591:“Uit de motivering blijkt dat de commissaris-generaal de veiligheidssituatie in Kosovo heeft onderzocht, rekening houdende met de etniciteit van verzoekster. Uit de landeninformatie over Kosovo toegevoegd aan het administratief dossier blijkt dat de commissaris-generaal voor de

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 19

beoordeling van de veiligheidssituatie in Kosovo beroep heeft gedaan op tal van bronnen, waar-onder Amnesty International en Human Rights Watch. In tegenstelling tot verzoekster leidt de commissaris-generaal uit de landeninformatie evenwel af dat de nodige beschermingsactoren en -middelen wel degelijk beschikbaar zijn in Kosovo. (…) Verzoekster die aangeeft niet akkoord te gaan met de appreciatie van de door haar aangebrachte gegevens door de commissaris-generaal, laat na de motieven die aan de basis liggen van de bestreden beslissing te weerleggen. Zij beperkt haar betoog tot een aantal citaten uit rapporten maar maakt hiermee geenszins aannemelijk dat de vaststellingen die de commissaris-generaal heeft gedaan incorrect zijn of dat de commissaris-generaal op kennelijk onredelijke wijze tot zijn besluit is gekomen.

Van de asielzoeker wordt dus verwacht dat hij de landeninformatie van het CGVS op concrete wijze weerlegt.

In een positieve beslissing van 30 oktober 2012 oordeelde de RvV dat Kosovaarse asielzoekers aan-nemelijk maakten dat zij geen beroep konden doen op interne bescherming en werd de vluchtelingen-status toegekend.

RVV 30 OKTOBER 2012, NR. 90 828:“En l’espèce, le Conseil juge que la situation personnelle des requérants telle que décrite ci-dessus empêche de croire qu’il existe, dans leur chef, une réelle alternative de protection interne. Il résulte en effet de ce qui précède que les requérants font partie de catégories de personnes parti-culièrement exposées à un risque de persécution au Kosovo. Au vu de leur profil vulnérable et de la situation prévalant au Kosovo, le Conseil estime qu’ils ont des raisons impérieuses pour conti-nuer à refuser de se réclamer de la protection des autorités Kosovares, en dépit de l’ancienneté des faits allégués et des mesures annoncées pour intégrer et protéger la population rom.”

6.9. ANNULATIEBEROEP

Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste middelen die werden ingeroepen bij annulatiebe-roepen.

Heel wat ingeroepen middelen werden niet ontvankelijk verklaard omdat de verzoeker had nagela-ten aan te geven op welke wijze de wetsbepalingen door de bestreden beslissingen geschonden werden.

Het is belangrijk dat de asielzoekers een link leggen tussen een ingeroepen middel en hun persoon-lijke situatie. Bij schending van artikel 3 EVRM bijvoorbeeld zetten de asielzoekers of hun raadsman-nen best duidelijk uiteen hoe betrokkene bij terugkeer naar het herkomstland onmenselijk en vernede-rend behandeld zal worden. Zie bv. RvV 17 september 2012, nr. 87 675, RvV 9 november 2012, nr. 91 280, RvV 20 december 2012, nr. 94 183 en RvV, 2 januari 2013, nr. 94 517.

RVV, 2 JANUARI 2013, NR. 94 517:“Luidens artikel 39/69, §1, tweede lid, 4° van de Vreemdelingenwet moet het verzoekschrift op straffe van nietigheid “een uiteenzetting van de feiten en middelen bevatten die ter ondersteu-ning van het beroep worden ingeroepen.” Onder “middel” in de zin van deze bepaling moet worden begrepen de voldoende duidelijke omschrijving van de overtreden rechtsregel en van de wijze waarop die rechtsregel door de bestreden rechtshandeling wordt geschonden (RvS 4 mei 2004, nr. 130 972; RvS 1 oktober 2004, nr. 135 618; RvS 17 december 2004, nr. 138 590).

Voor wat betreft de ingeroepen schending van de artikelen 51 van de Vreemdelingenwet en artikel 3 van het EVRM merkt de Raad op dat verzoekers zich in hun verzoekschrift beperken tot een loutere vermelding van deze bepalingen, zonder evenwel aan te geven op welke wijze deze bepalingen door de bestreden beslissingen geschonden worden. Het middel is in de aangegeven mate onontvankelijk.”

2 0 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

RVV 17 SEPTEMBER 2012, NR. 87 675:“De Raad stelt vast dat verweerder terecht opmerkt dat verzoekster in gebreke blijft om duidelijk aan te geven welke precieze bepalingen van de “Convention and Protocol relating to the status of refugees” en de richtlijn 2004/83/EG zij geschonden acht en dat zij evenmin toelicht waarom zij van oordeel is dat enige bepaling van voormelde Conventie of richtlijn zou geschonden zijn. Dit onderdeel van het middel is, gelet op het ontbreken van de vereiste duidelijkheid en de noodza-kelijke toelichting, dan ook onontvankelijk.”

6.10. SCHENDING VAN DE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR

De schending van de beginselen van behoorlijk bestuur en voornamelijk van de motiveringsplicht, is het meest ingeroepen middel bij annulatieberoepen.

RVV 20 DECEMBER 2012, NR. 94 183:“De uitdrukkelijke motiveringsplicht zoals neergelegd in de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en in artikel 62 van de Vreemdelingenwet heeft tot doel de bestuurde in kennis te stellen van de redenen waarom de administratieve overheid haar beslissing heeft genomen, zodat hij kan beoordelen of er aanleiding toe bestaat de beroepen in te stellen waarover hij beschikt. Voornoemde artikelen verplichten de overheid in de akte de juridische en feitelijke overwegingen op te nemen die aan de beslissing ten grondslag liggen en dit op een afdoende wijze. De Raad stelt vast dat de verzoe-kende partij de motieven die aan de grondslag liggen van de bestreden beslissingen kent nu zij deze aan een inhoudelijk onderzoek onderwerpt in een middel, waarin de schending van de ma-teriële motiveringsplicht wordt opgeworpen, zodat voldaan is aan de formele motiveringsplicht.

Het middel dient derhalve te worden behandeld vanuit het oogpunt van de materiële moti-veringsplicht. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is bij de beoordeling van de materiële motiveringsplicht niet bevoegd zijn beoordeling van de aanvraag in de plaats te stellen van die van de administratieve overheid. De Raad is in de uitoefening van zijn wettelijk toezicht enkel bevoegd om na te gaan of deze overheid bij de beoordeling van de aanvraag is uitgegaan van de juiste feitelijke gegevens, of zij die correct heeft beoordeeld en of zij op grond daarvan niet onre-delijk tot haar besluit is gekomen (cf. RvS 7 december 2001, nr. 101 624).

Het respect voor het zorgvuldigheidsbeginsel houdt in dat de commissaris-generaal bij het nemen van een beslissing moet steunen op alle gegevens van het dossier en op alle daarin vervatte dienstige stukken.”

Als de verzoekers de schending van de beginselen van behoorlijk bestuur inroepen, moeten ze daarom concreet aantonen dat het CGVS de beslissing niet gesteund heeft op de juiste feitelijke gegevens of dat het deze niet correct beoordeeld heeft en tot een onredelijk besluit is gekomen.

Toch zal de RvV meestal oordelen dat uit de motivering van het CGVS blijkt dat het alle elementen van het dossier onderzocht heeft. Zie bv. RvV 26 november 2012, nr. 92 081 en RvV 2 januari 2013, nr. 94 517.

RVV 2 JANUARI 2013, NR. 94 517:“In casu geven de bestreden beslissingen duidelijk de motieven en de juridische grond aan op basis waarvan de beslissingen zijn genomen. (…) In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen voorhouden blijkt duidelijk uit de motivering van de bestreden beslissingen dat rekening werd gehouden met de feitelijke elementen die hun zaak kenmerken.”

“Uit de motieven van de bestreden beslissingen blijkt overduidelijk dat rekening werd gehou-den met verzoekende partijen hun verklaringen aangaande de aangehaalde medische problema-tiek van hun zoon.”

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 21

6.11. SCHENDING VAN HET RECHT OP DAADWERKELIJK RECHTSMIDDEL

In de 10 bestudeerde annulatieberoepen werd opgeworpen dat tegen de beslissing tot niet-inoverwe-gingneming enkel een schorsings- en annulatieberoep ingediend kan worden, wat geen daadwerkelijke rechtsbescherming biedt. In dit beroep spreekt de rechter zich immers niet uit over de grond van de zaak. Bovendien heeft een asielzoeker tijdens een annulatieberoep niet langer recht op opvang, wat de goede voorbereiding van het beroep in gedrang brengt.

Deze argumenten, opgeworpen door de asielzoeker lezen we bijvoorbeeld in RvV 9 november 2012, nr. 91 280 en RvV 20 december 2012, nr. 94 183.

Opmerkelijk is dat de RvV in zijn motivering verwijst naar een arrest van het Grondwettelijk Hof van 27 mei 2008, nr.81/2008. Daarin stelt het Grondwettelijke Hof dat de rechtzoekenden wel dege-lijk beschikken over een daadwerkelijke jurisdictionele waarborg voor een onafhankelijk en onpartijdig rechtscollege. Omdat de verzoeker gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om de bestreden beslis-sing voor te leggen aan de RvV om zijn middelen aan te voeren, werd volgens het Hof het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel gerespecteerd.

RVV 9 NOVEMBER 2012, NR. 91 280:“Artikel 13 van het EVRM bepaalt dat iedereen wiens rechten en vrijheden die in het verdrag zijn vermeld geschonden zijn, recht heeft op een daadwerkelijk rechtsmiddel voor een nationale instantie, ook indien deze schending is begaan door personen in de uitoefening van hun amb-telijke functie. Los van de vraag of er enige inbreuk werd begaan ten aanzien van de rechten en vrijheden van verzoeker, dient te worden vastgesteld dat verzoeker gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om de bestreden beslissing voor te leggen aan deze Raad en zijn middelen aan te voeren, zodat artikel 13 EVRM gerespecteerd werd.”

Ook tijdens een annulatieberoep kan een debat gevoerd worden over de juistheid van het bestuurlijke feitenoordeel en de wijze waarop het tot stand gekomen is. Zie RvV 20 december 2012, nr. 94 183.

Op 16 januari 2014 vernietigde het Grondwettelijk Hof gedeeltelijk de wet over veilige landen. 25 Het Hof baseert zich hiervoor op verschillende arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat België in het verleden meermaals veroordeelde voor zijn gebrekkige beroepsprocedures.

Wat houdt de vernietiging van het Grondwettelijk Hof in? — Asielzoekers mogen niet langer teruggestuurd worden tijdens hun beroep. Nu kunnen asielzoekers

uit veilige landen wel teruggestuurd worden nog voor er een definitieve beslissing in hun dossier genomen werd.

— De beroepsrechter spreekt zich bij een volwaardig beroep uit over de gronden van de zaak. Dit betekent dat de rechter bij een uitspraak rekening houdt met de inhoud van een asieldossier. Bij asielzoekers uit veilige landen onderzoekt de beroepsrechter nu enkel of het CGVS de procedure correct heeft gevolgd.

— Bij een volwaardig beroep hebben asielzoekers recht op opvang. Nu hebben asielzoekers uit veilige landen tijdens hun beroepsprocedure, geen recht op opvang. De precaire leefsituatie waarin asiel-zoekers dan dreigen terecht te komen maakt het moeilijk om een beroep grondig voor te bereiden. Zij leven vaak noodgedwongen op straat, bij daklozenorganisaties of bij vrienden.

Op het moment van de redactie van dit rapport werden beroepen bevroren tot de hervorming wordt doorgevoerd. Over de concrete gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof kunnen we in dit rapport geen uitspraken doen.

25 Grondwettelijk Hof 16 januair 2014, nr. 1/2014.

2 2 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

PREJUDICIËLE VRAGENIn één geval werd een prejudiciële vraag opgeworpen over artikel 57/6/1 van de Vreemdelingenwet.

Dit artikel gaat over de bevoegdheid van het CGVS bij het nemen van beslissingen in asielaanvragen van mensen uit de lijst van veilige landen.

De asielzoekers in kwestie brengen naar voren dat art. 57/6/1Vw niet in overeenstemming zou zijn met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel omdat hun asielaanvraag anders wordt behandeld ten opzichte van een asielaanvraag van iemand die niet uit een land komt dat op de lijst van veilige landen staat. Ze voeren aan dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld en dat een afwijking niet mag, tenzij er een legitieme en proportionele reden is.

De RvV oordeelt echter dat een asielaanvraag van iemand uit de lijst van veilige landen niet objectief vergelijkbaar is met een asielaanvraag van iemand die niet uit een veilig land komt. Bovendien zouden de asielzoekers in deze zaak ook niet hebben uiteengezet waarom deze behandeling in strijd zou zijn met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. Om die redenen verwerpt de RvV het verzoek tot het toekennen van een prejudiciële vraag.

De RvV oordeelde letterlijk als volgt:

RVV 5 FEBRUARI 2013, NR. 96 589:“S’agissant de la question préjudicielle proposée, le Conseil rappelle que les principes d’égalité et de non-discrimination impliquent d’une part, que deux catégories de personnes se trouvant dans des situations comparables ne peuvent, sans motif légitime et proportionné, être traitées de manières différentes, et d’autre part, que deux catégories de personnes différentes ne peuvent, sans motif légitime et proportionné, être traitées de manière identique. Les parties requérantes invoquent le premier aspect de ces principes et soutiennent que les demandeurs d’asile font l’ob-jet d’une discrimination selon qu’ils sont ou non ressortissants ou originaires de pays d’origine sûrs. L’existence d’une éventuelle discrimination - et partant la nécessité d’interroger la Cour constitutionnelle à titre préjudiciel - implique dès lors que le Conseil constate préalablement que les deux catégories de personnes sont bien comparables. En l’espèce, s’agissant des demandeurs d’asile en provenance de pays d’origine sûrs, il ressort des

termes de l’article 57/6/1 de la loi du 15 décembre 1980 que la qualification d’un tel pays résulte de son inscription sur une liste établie par le Roi, sur proposition conjointe du ministre qui a l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers dans ses com-pétences et du ministre des Affaires étrangères, après avis du Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides ; qu’un pays d’origine est considéré comme sûr lorsque, sur la base de la situation légale, de l’application du droit dans le cadre d’un régime démocratique et des circonstances politiques générales, il peut être démontré que de manière générale et durable, il n’y est pas re-couru à la persécution ou aux atteintes graves ; et que cette évaluation doit reposer sur diverses sources d’information dont, notamment, celles du Haut Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés et celles du Conseil de l’Europe. Il en résulte que les « autres » demandeurs d’asile pro-viennent de pays qui, à défaut de figurer sur la liste précitée, doivent a contrario être considérés comme des « pays d’origine non sûrs », c’est-à-dire

des pays où il n’a pu être préalablement démontré, selon les modalités et conditions préci-tées, que de manière générale et durable, il n’y est pas recouru à la persécution ou aux atteintes graves. Force est de conclure que ces deux catégories de demandeurs d’asile ne sont objective-ment pas comparables. Les parties requérantes s’abstiennent par ailleurs d’expliciter en quoi il serait contraire aux principes d’égalité et de non discrimination, de traiter les demandeurs d’asile en provenance de pays d’origine préalablement qualifiés de sûrs selon les critères, conditions et procédures précités,

différemment des demandeurs d’asile en provenance des autres pays, réputés « non sûrs» par défaut. Dans une telle perspective, il n’y a pas lieu de faire droit à la demande de question préju-dicielle des parties requérantes.”

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 23

7. BELGISCH TERUGKEERBELEID VOOR KOSOVAARSE UITGEPROCEDEERDE ASIELZOEKERS

7.1. GEDWONGEN TERUGKEER

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) kan Kosovaren die zich onwettig op het grondgebied bevinden gedwongen terugsturen naar Kosovo. Voor de identificatie en het bekomen van een reisdocument of laissez passer werkt DVZ samen met de autoriteiten in Kosovo. De samenwerking is vastgelegd in een terugnameakkoord dat sinds 12 mei 2011 wordt toegepast.

7.2. VRIJWILLIGE TERUGKEER

In 2013 keerden 209 Kosovaren terug via het Belgische vrijwillige terugkeerprogramma. Kosovaren die vrijwillig terugkeren hebben recht op een vliegticket en de terugbetaling van bijkomende reiskosten. De terugkeerder zal hierbij geen premie ontvangen en kan ook geen beroep doen op bijkomende on-dersteuning voor re-integratie in het thuisland. Deze beperking geldt voor alle onderdanen van landen die zijn vrijgesteld van de visumplicht.

7.3. DUBLIN

De regels van de Dublinverordening worden toegepast op de Kosovaarse asielzoekers. Deze verorde-ning bepaalt welke lidstaat voor de behandeling van een asielverzoek verantwoordelijk is.

7.4. REGULARISATIE

Het algemene regularisatiebeleid van België geldt ook voor Kosovaren, zonder bijzonderheden. Ko-sovaren kunnen regularisatie aanvragen zoals alle andere vreemdelingen op grond van buitengewone omstandigheden zoals bepaalt in art. 9bis Vreemdelingenwet. Een andere mogelijkheid is regularisatie op grond van ernstige medische problemen waarvoor de behandeling in het land van herkomst niet bestaat of niet beschikbaar is, zoals bepaalt in art. 9ter Vreemdelingenwet.

2 4 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

8. INTERNATIONALE RECHTSPRAAK

8.1. RECHTSPRAAK VAN HET EUROPEES HOF VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS

In de periode 2011 – 2013 is er geen relevante rechtspraak in Kosovaarse dossiers. Voor de volledigheid geven we mee dat er in 2004 de zaak Hida tegen Denemarken was, waar een Kosovaarse asielzoeker stelde dat hij bij terugkeer naar Kosovo onderworpen zou worden aan vernederende en onmenselijke behandelingen zoals bedoeld in artikel 3 EVRM.26

In deze zaak oordeelde het Hof dat de klacht van de asielzoeker “onontvankelijk was omdat ze manifest ongegrond” was. Het Hof wijst erop dat de UNMIK (the United Nations Interim Adminis-tration Mission in Kosovo) een individuele screeningprocedure bood voor elke gedwongen uitwijzing, voorgesteld door de Deense autoriteiten. Als UNMIK bezwaar had tegen een uitwijzing dan schorste de Deense politiediensten de uitwijzing. In casu hadden de politiediensten nog geen contact opgeno-men met UNMIK over deze uitwijzing noch was er een vlucht gepland was om deze persoon uit te wijzen.27 Daarom stelt het Hof dat de klacht van de asielzoeker dus in feite voorbarig was, en manifest ongegrond.

8.2. RECHTSPRAAK VAN HET EUROPEES HOF VAN JUSTITIE

In de periode 2011 – 2013 is er geen relevante rechtspraak over Kosovaarse dossiers.

8.3. INTERIM MEASURES

In de periode 2011 – 2013 is er geen relevante rechtspraak over Kosovaarse dossiers.

26 EHRM, 19 februari 2004, nr. 38025/02, Hida/Denemarken.

27 EHRM 19 februari 2004, http://fra.europa.eu/sites/default/files/handbook-law-asylum-migration-borders_en.pdf

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN | INFODOC KOSOVO · 25

CONCLUSIES1. Asielinstanties twijfelen doorgaans niet aan de nationaliteit of afkomst van Kosovaarse asielzoekers.

In de bestudeerde rechtspraak wordt aan de waarachtigheid van de Kosovaarse nationaliteit en/of afkomst van de asielzoeker zelden getwijfeld. Kosovaarse identiteitsdocumenten worden aanvaard ter staving van de afkomst van de asielzoekers. Betwistingen houden voornamelijk verband met een dubbele nationaliteit van de asielzoeker. In die gevallen zullen het CGVS en de RvV zich baseren op de situatie in beide landen.

2. Asielinstanties motiveren een negatieve beslissing meestal door te stellen dat de aard van het pro-bleem niet onder het toepassingsgebied van de Vluchtelingenconventie valt. In de betrokken Ko-sovaarse dossiers met negatieve asielbeslissingen is het overwegend de aard van de opgeworpen pro-blemen die een beletsel vormen voor de toekenning van de vluchtelingenstatus. Veel voorkomende problemen die Kosovaarse asielzoekers aanhalen, handelen over discriminatie of geweld omwille van etnische afkomst (Roma), de handicap van een familielid, familiale conflicten of huiselijk geweld. Het CGVS werpt frequent op dat de voorgelegde problemen niet onder het toepassingsge-bied van de Vluchtelingenconventie ressorteren, omwille van hun medische of familiale aard. De RvV lijkt meestal het oordeel van het CGVS te volgen.

3. Kosovaarse asielzoekers moeten bewijzen dat ze bescherming hebben gezocht bij hun nationale overheid en dat deze niet in staat was hen te beschermen. Van belang is dat het CGVS verwacht dat een asielzoeker in concreto aantoont dat hij een poging ondernomen heeft om een beroep te doen op de nationale autoriteiten én dat deze gefaald hebben om hem de nodige bescherming te bieden. Als de asielzoeker over een dubbele nationaliteit beschikt, moet hij de beschermingsmogelijkheden van beide landen uitputten. In verschillende van de bestudeerde dossiers heeft de RvV geoordeeld dat de aanwezigheid van redelijke beschermingsmaatregelen getroffen door de Kosovaarse autori-teiten volstond om de asielaanvraag te weigeren.

4. Op 16 januari 2014 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat asielzoekers niet het risico mogen lopen teruggestuurd te worden tijdens hun beroep. Daarom vernietigde het Hof gedeeltelijk de wet over veilige landen.28 Dat betekent dat de Belgische wetgever de wet heeft moeten wijzigen. De impact van dit arrest zal blijken na de publicatie van de wetwijziging in het Belgisch staatsblad.

5. Bij beslissingen tot niet-inoverwegingneming werd opgeworpen dat hiertegen enkel een schor-sings- en annulatieberoep ingediend kon worden. Dit soort beroepen biedt geen daadwerkelijke rechtsbescherming omdat de rechter zich niet uitspreekt over de grond van de zaak. Bovendien ge-niet een asielzoeker tijdens een annulatieberoep geen recht op opvang, wat de goede voorbereiding van het beroep in gedrang brengt.

28 Grondwettelijk Hof 16 januari, nr. 1/2014.

2 6 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

BRONNEN — Het rapport van de VN-Veiligheidsraad van 30 april 2013. — Algemeen ambtsbericht Kosovo van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland, juni

2009. — Le rapatriement des minorités roms, ashkalies, égyptiennes – organization Suisse D’Aide Aux Ré-

fugies, 1 maart 2012.

2 8 · INFODOC KOSOVO | VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

1.1.

Deze publicatie is een uitgave van

VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN VZW KRUIDTUINSTRAAT 75, 1210 BRUSSEL

T 02 225 44 00 - F 02 201 03 [email protected] WWW.VLUCHTELINGENWERK.BE

TRIODOS BANK BE06 5230 8056 2922