Schoolplan 2017-2021

Bevoegd gezag: Stichting Islamitisch Onderwijs I Q R A

Brinnummer 27 PC

Administratienummer 40389

Terwestenstraat 1052525 GG Den HaagTel: 070 – 3 88 79 15info@alqoeba.nlwww.alqoeba.nl

InhoudVoorwoord.............................................................................................................................................3

1. De school en haar omgeving...........................................................................................................4

1.1 Wie zijn wij?................................................................................................................................4

1.2 Korte biografie.............................................................................................................................4

1.3 Sterkte-zwakteanalyse..................................................................................................................5

1.4 Organisatiestructuur.....................................................................................................................6

2. Uitgangspunten schoolbestuur........................................................................................................9

3. Ons schoolconcept........................................................................................................................10

3.1 Ideologie.....................................................................................................................................10

3.2 Visie...........................................................................................................................................10

3.3. Missie........................................................................................................................................11

3.4 Unieke kracht.............................................................................................................................11

3.5 Kernwaarden..............................................................................................................................12

4. Onderwijsproces...........................................................................................................................13

4.1 Populatie.....................................................................................................................................13

4.2 Aanbod.......................................................................................................................................13

4.3 Taalontwikkeling en Taalonderwijs op de Al Qoebaschool........................................................13

4.4 Actief Burgerschap.....................................................................................................................15

4.5 Leer- en werkhouding-proces.....................................................................................................17

4.6 Methoden per vakgebied............................................................................................................18

4.7 Zicht op ontwikkeling.................................................................................................................25

4.8 Didactisch handelen....................................................................................................................27

4.9 Extra ondersteuning...................................................................................................................30

4.10 Toetsing en afsluiting................................................................................................................37

5. Schoolklimaat...............................................................................................................................38

5.1 Veiligheid...................................................................................................................................38

5.2 Pedagogisch klimaat...................................................................................................................39

5.3 Ouderbetrokkenheid...................................................................................................................40

6. Onderwijsresultaten......................................................................................................................41

6.1 Resultaten...................................................................................................................................41

6.2 Kwaliteitszorg............................................................................................................................42

6.3 Kwaliteitscultuur........................................................................................................................43

Voorwoord

Doelen en functie van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities.Op basis van het oude schoolplan, CITO resultaten afgelopen vier jaar, jaarevaluatie en feedback teamleden is dit schoolplan tot stand gekomen. Hierbij is er nagedacht over wat onze school, leerkrachten, leerlingen en ouders nodig hebben om een goede ontwikkeling te maken in het komende vier jaar. Het schoolplan functioneert als verantwoordingsdocument naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders. Daarnaast doet dit schoolplan dienst als planningsdocument voor de organisatie m.b.t. het behalen van de doelen die we onszelf hebben gesteld voor de planperiode 2017-2021. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag) zullen we steeds evalueren of de gestelde verbeterdoelen behaald zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Procedures voor het opstellen, vaststellen en levend houden (maken) van het schoolplan Het schoolplan is in concept door de directie en Intern Begeleider opgesteld en in overleg met het middenmanagementteam verwezenlijkt. Inbreng vanuit het team is hierbij van belang. Het team is actief betrokken bij schoolontwikkeling . Alle punten m.b.t schoolontwikkeling is in grote lijnen met het team besproken. Hun feedback zal worden meegenomen in de vaststelling van het definitieve schoolplan. De leerkracht doet er toe. Het is van belang dat leerkrachten actief worden betrokken. Zodanig dat er sprake zal zijn van eigenaarschap. Vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Dit zal een structureel onderdeel worden van de jaarplanning, we denken daarbij aan een frequentie van drie maal per schooljaar. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komende jaar binnen het team vaststellen. Aan de hand van een checklist om te kijken welke gestelde doelen daadwerkelijk zijn behaald.Wij bespreken jaarlijks het jaarverslag, dat onder andere aangeeft welke voornemens uit het Schoolplan zijn gerealiseerd en welke onderdelen aanpassing behoeven.

1. De school en haar omgeving

1.1 Wie zijn wij? De Al-Qoeba is een islamitische basisschool in Den Haag. Wij willen samen met ouders ervoor zorgen dat onze kinderen zich in een veilige en prettige omgeving optimaal ontwikkelen tot actieve burgers. Islam is hierbij onze inspiratiebron. De islam stimuleert ons om te studeren en om een goed mens te zijn. Naast het geven van goed onderwijs leren we de kinderen vanuit de islam om goed mee te doen in de Nederlandse samenleving.

Als onze kinderen uitstromen naar het voortgezet onderwijs dan hebben zij zich onderwijsinhoudelijk maximaal ontwikkeld en vinden ze het leuk om onderdeel te zijn van de Nederlandse samenleving. We zorgen ervoor dat de overgang van islamitisch onderwijs naar (eventueel) niet-islamitisch onderwijs voor onze kinderen soepel verloopt door voldoende aandacht te besteden aan de Nederlandse gebruiken, normen en waarden.

Onze kinderen kunnen de islam een plek geven in hun leven. Ze worden vanuit de islam gestimuleerd om mee te doen en ze kunnen dit uitleggen aan anderen in hun omgeving. Ook de ouders zien dit en kunnen de islam integreren in de opvoeding van hun kinderen.

1.2 Korte biografieDe islamitische basisschool Al-Qoeba in Den Haag valt met de islamitische basisschool As-Soeffah in Amsterdam onder de Stichting IQRA. Het doel van de stichting IQRA is om scholen op te richten en te beheren waar kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven en rekening wordt gehouden met de islamitische opvoeding.

De Al-Qoebaschool bestaat ruim 15 jaren. De school heeft roerige tijden meegemaakt. Het dieptepunt was vorig jaar toen de toenmalige directeur en de intern begeleider tegelijk langdurig uitvielen. Het leerlingaantal was toen gedaald naar 149 leerlingen. Dit is ver onder de opheffingsnorm van 200 leerlingen.

Het team heeft zich staande gehouden. Ze hebben geroeid met de riemen die er waren. Het bestuur heeft bijgesprongen en heeft het team goed ondersteund en gefaciliteerd. Een van de leerkrachten heeft de IB taken overgenomen en is daar een cursus voor gaan volgen.

Halverwege het jaar is de school verhuisd naar een nieuwe locatie. Eerst was de bovenbouw verhuisd, daarna de onderbouw. In diezelfde periode is er een nieuwe directeur gestart en de maanden daarna is de IB-er weer begonnen met re-integreren. Nadat de school in zijn geheel (onderbouw, bovenbouw en voorschool) is verhuisd naar de nieuwe locatie begon het leerlingaantal op school weer toe te nemen. Om de Al-Qoebaschool meer bekendheid te geven is er een website gebouwd, de schoolgids is vernieuwd en er is een brochure gemaakt voor de school. Ook de facebookpagina en de bazaar die georganiseerd is, hebben bijgedragen tot meer bekendheid.

Dit alles heeft er toe geleid dat er steeds meer aanmeldingen komen. In februari is groep 1 daarom gesplitst in groep 1A en 1B en in april is groep 2 gesplitst in groep 2A en 2B. Eind van het schooljaar hadden we meer dan 200 leerlingen op school.

1.3 Sterkte-zwakteanalyseDe sterkte-zwakteanalyse is een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en in de omgeving de kansen en bedreigingen analyseert. Op basis hiervan wordt vervolgens de strategie bepaald.

STERKE KANTEN SCHOOL ZWAKKE KANTEN SCHOOL

Het leerlingaantal stijgt.

Duidelijke identiteit en visie

Duidelijk omschreven zorgstructuur.

Goede samenwerking met externen.

Nieuw gebouw met voldoende ruimte voor groei en het faciliteren van ruimte voor nieuwe ontwikkelingen zoals; een techniekruimte, spelotheek, RT ruimte en gebedsruimte.

Voorschool, maatschappelijk werker en logopedist in hetzelfde gebouw

Betrokken team dat zich wil inzetten voor vernieuwingen en verbeteringen

Ouderbetrokkenheid is laag

MR en OR is toe aan vernieuwing en uitbreiding

(uitbreiding van onder andere de schoolgeleding was nodig en dit is gerealiseerd)

ICT, de school heeft nog geen netwerk/intranet (de bekabeling ligt er al en er is recentelijk een firewall geplaatst)

KANSEN BEDREIGINGEN

Veel jonge moslimgezinnen in de wijk

Kwaliteitsverbeteringen in samenwerking met het HCO, logopedist en onderwijsadviseur SPPOH

Ouders van jonge kinderen zijn steeds hoger opgeleid. Ze zijn kritischer en betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

De meeste leerlingen starten hun schoolloopbaan met een taalachterstand

Ouders die proberen hun wil door te drukken.

Veel ouders vinden de eigen bijdrage voor het busvervoer hoog en kan een reden zijn om hun kind ergens in de buurt in te schrijven.

1.4 OrganisatiestructuurDe Al-Qoeba is momenteel op papier een platte organisatie. Er is een directeur die het personeel rechtstreeks aanstuurt.

Door de enorme groei van het leerlingaantal moeten we onze organisatie echter snel aanpassen. De groepen 1, 2, 3 en 5 zijn opgesplitst en in de loop van het nieuwe schooljaar er nog een groep 1 bij krijgen. We verwachten dat we het schooljaar zullen afsluiten met 13 groepen (1A, 1B, 1C, 2A, 2B, 3A, 3B, 4, 5A, 5B, 6, 7, 8). Begin van vorig schooljaar waren dat nog 8 groepen. Verder zijn we aan het onderzoeken of we naschoolse opvang kunnen aanbieden en zijn we meer aan het samenwerken met de peuterspeelzaal die bij ons in het gebouw is gevestigd.

Niet alleen de groei van het leerlingaantal vraagt een andere organisatie van de school. Ook ons eigen ambitie en de buitenwereld vraagt dat. Wij willen graag uit de leerlingen halen wat er in zit. We zijn daarom gericht op kwaliteit. We willen ons ontwikkelen naar een professionele organisatie waar het onderwijs van hoge kwaliteit is en kinderen en personeel zich uitgedaagd voelen (onderdeel van onze missie). Dit vraagt om een andere stijl van leiderschap. We zullen transformationeel leiderschap moeten tonen door het personeel te stimuleren en te inspireren.

Ouders willen het maximale voor hun kind. Naast een veilige omgeving, willen ze dat hun kinderen maximaal presteren en verwachten van de school dat zij dit faciliteren. Dit betekent niet alleen verhoging van de prestaties maar ook professionalisering van leerkrachten en andere personeelsleden. De leerkrachten moeten beter presteren om het leren van leerlingen te verbeteren. En leidinggevenden zullen beter moeten presteren om de leerkrachten beter te laten presteren. Daarom is er vanuit het bestuur van Stichting Iqra besloten om een middenlaag te introduceren op school.

Er wordt al wel gewerkt met een onderbouwcoördinator en een bovenbouwcoördinator. Ook hebben we nu een rekencoördinator en taalcoördinator. De onderbouw- en bovenbouwcoördinator hebben beide 1 dag in de week voor het uitvoeren van hun taken. De taal- en rekencoördinatoren hebben voor het uitvoeren van hun taak 40 uren per jaar ieder gekregen. Het is momenteel echter niet duidelijk wat hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn. We willen daarom dit schooljaar de organisatiestructuur goed neer gaan zetten.

RichtingOm de leeropbrengsten van de leerlingen te verbeteren is het belangrijk om alles rondom de leerling te mobiliseren om de kwaliteit van hun leeropbrengsten te verbeteren. Wie kan dat beter dan de leerkracht? Hij/zij is het dichtst bij de leerling en is de aangewezen persoon om dit te bewerkstelligen. In de hectiek van alle dag is het maar net de vraag of de leerkracht er aan toe komt om hier voldoende aandacht aan te besteden. Ook vraagt dit een bepaalde kwaliteit en expertise die niet bij alle leerkrachten aanwezig is. Daarom kan het middenmanagement hier een belangrijke rol in spelen. Zoals leerkrachten het leren voor hun leerlingen mogelijk maken, zijn het de middenmanagers die een belangrijke rol spelen in het organiseren en faciliteren van leerprocessen voor de leerkrachten.

Belangrijk is wel dat het middenmanagement dichtbij het primaire proces blijft en dus zo veel mogelijk daarin meedoet. De directeur zorgt op zijn beurt weer voor het ontwikkelen van onderwijskundig leiderschap van het middenmanagement door dit te organiseren en te faciliteren.

De Al-Qoeba gaat haar onderwijsopbrengsten verhogen door trapsgewijs op ieder niveau het leren te verbeteren en door daar vanuit het bovengelegen niveau adequaat leiding aan te geven.

Onderwijskundig leiderschap wordt ingezet om het professioneel leren van leerkrachten te faciliteren. Het omvat de volgende aspecten:

1. Duidelijke doelen stellen.2. Zorgen voor een specifieke en sterke kennisbasis.3. Veelzijdig en veelvuldig toetsen.4. Betrekken van de positie van de docent.5. Docenten helpen om nieuwe informatie in hun bestaande positie te integreren.6. Analyseren van verbetermogelijkheden en leerkrachten helpen om deze op te lossen.7. Ontwikkelen van competenties die professioneel leren kunnen bevorderen.8. Docenten betrekken in professioneel leren.

InrichtingBij de inrichting van een lerende organisatie gericht op maximale prestatie is het van belang dat eigenaarschap laag in de organisatie wordt belegd. Leerkrachten voelen zich verantwoordelijk voor hun prestaties en helpen elkaar om de teamprestaties te verbeteren. Dit betekent dat ieder zijn of haar inbreng heeft in het onderwijsproces. De leerkracht is verantwoordelijk voor zijn of haar groep en heeft daarnaast ook schoolbrede verantwoordelijkheden.

Als leerkracht heeft men een specialisme waar hij/zij de verantwoordelijk heeft om zijn/haar collega’s bij te helpen. De kernvakken zijn rekenen en taal. Daarom is het goed om te starten met een rekencoördinator en taalcoördinator. De rekencoördinator is dus een leerkracht die verantwoordelijk is voor de resultaten en ontwikkelingen van zijn/haar groep en voor de rekenresultaten en -ontwikkelingen schoolbreed. Hij/zij gaat zich specialiseren in het begeleiden van zijn/haar collega’s op het gebied van rekenen en houdt samen met de intern begeleider de schoolbrede toetsresultaten en ontwikkelingen in de gaten en zal waar nodig met plannen en ideeën komen om de opbrengsten te verbeteren. Dit geldt ook voor de taalcoördinator. Later kan dit concept verder worden uitgebreid door het laten specialiseren van groepsleerkrachten voor bijvoorbeeld wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie en computeronderwijs.

De bouwcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de opbrengsten van de groepen waar zij verantwoordelijk voor zijn en gaan samen met hun collega’s op zoek gaan naar verbeteringen in het proces.

VerrichtingOm de taken en rollen binnen de organisatie duidelijk te maken voor iedereen zijn in de bijlagen de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden beschreven van het middenmanagement. Taken en bevoegdheden zijn nodig om een bepaalde verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Daarom wordt eerst de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen binnen de school beschreven. Daarna wordt aangegeven welke taken daarbij horen en uiteindelijk de bevoegdheden die zij krijgen om de taken goed uit te kunnen voeren.

2. Uitgangspunten schoolbestuur

Ambitiedoelen m.b.t. de algemene uitgangspunten

o Het onderwijs is zo ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen.

o Het onderwijs wordt op aantoonbaar hoog niveau aangeboden, blijkend uit Cito-scores, Inspectierapporten, kwaliteitsmetingen en accenten die in het curriculum worden gelegd.

o Het onderwijs is zichtbaar gericht op burgerschap en integratie in de Nederlandse samenleving.

o Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling.

o Leerlingen die extra zorg aandacht nodig hebben, omdat zij hoogbegaafd zijn, krijgen individuele- of groepsbegeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling.

o Elke school streeft een brede ontwikkeling na en besteedt dus niet alleen aandacht aan kennisoverdracht, maar ook aan de ontwikkeling van gedrag en vaardigheden, t.w. de sociaal-emotionele ontwikkeling.

o Op elke school is een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling geïmplementeerdo De wet sociale veiligheid schrijft voor dat de scholen een beleidsplan hebben, daar richten

zij zich ook op.o De juiste invoering van Passend Onderwijs geeft kinderen betere perspectieven om zich

goed te ontwikkelen.o Leerkrachten kennen de onderwijsbehoefte van elk kind.o Het meerbegaafde kind wordt uitgedaagd in- of buiten de groep.o Onze intern begeleiders kunnen de juiste subsidies of arrangementen aanvragen bij de

instanties t.b.h.v het kind.o De schoolontwikkeling willen wij zichtbaar krijgen in een instrument (mogelijk bij

integraal Parnassys).o De leerkrachten beschikken over moderne leermiddelen, computers, digitale

schoolborden, IPads, waarmee de aansluiting in de vorming van de leerlingen t.a.v. de huidige èn toekomstige ontwikkeling t.a.v. de digitalisering van de samenleving wordt gevolgd

o De leerkrachten zoeken naar maximale toegevoegde waarde in de ontwikkeling van de leerlingen.

o De leerkrachten werken aan hun persoonlijke ontwikkeling van doe- gericht naar doelgericht in een professionele cultuur.

o Leerkrachten zijn eigenaar van het lesproces.o De leerkrachten zorgen dat de leerlingen actief betrokken worden bij het onderwijso De leerkrachten zorgen voor evenwicht tussen ondersteunen en uitdagen. Ze bevorderen

de zelfstandigheid, het initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen en leren leerlingen onderzoeken, ontdekken en kennis verzamelen.

o Elke school investeert in de behoefte aan voor-, tussen- en naschoolse opvang. Dit wordt gecombineerd met brede schoolactiviteiten. Het aanbod is in de schoolgids beschreven.

o De plek van de scholen in de onderwijsketen is helder. De scholen werken nauw samen met peuterspeelzalen en het voortgezet onderwijs. Er wordt gewerkt met doorlopende

o leerlijnen voor kennis en leren-leren vaardigheden.o De schoolgebouwen van IQRA hebben een frisse, schone en moderne uitstraling. Er wordt

nadrukkelijk geïnvesteerd door het schoolbestuur in het creëren van een optimale leer- en werkomgeving voor het personeel, ouders en leerlingen.

3. Ons schoolconcept

3.1 IdeologieDe islam leert ons om een beter mens te zijn in de samenleving waarin we leven. De islam moedigt mensen aan om elkaar te helpen, elkaar lief te hebben en in harmonie met elkaar samen te leven. Ook stimuleert de islam om kennis op te doen en je bijdrage te leveren. Moslims in Nederland worden dus vanuit de islam gestimuleerd en aangemoedigd om mee te doen in de Nederlandse samenleving.

De islam en de westerse samenleving gaan heel goed samen. Sommige zaken lijken in eerste instantie niet verenigbaar. De islam geeft ons echter de oplossing. De islam leert ons dat wij mee moeten doen. De islam biedt moslims de mogelijkheid om invulling te geven aan hun geloof waarbij een moslim zich dient te houden aan de wetten en regels die gelden in de samenleving waarin zij leven.

De grootste groep moslims op de wereld en ook in Nederland zijn de ahle sunnat wal jamaat (soennieten). De leer van de ahle sunnat wal jamaat is voor ons de basis. Er zijn binnen deze stroming meerdere substromingen en over diverse zaken is er een meningsverschil tussen geleerden. We willen onze kinderen hier niet mee ‘lastigvallen’. We zitten op een basisschool en moeten ons richten op de zaken die ons verenigen.

Wij richten ons daarom alleen op de basis. En over zaken waar er een meningsverschil is, kiezen wij ervoor om de kinderen (en

ouders) vrij te laten in hun keuze. Wij verbieden deze zaken dus niet. Wij accepteren en respecteren de verschillende keuzes.

3.2 VisieWe zien dat het islamitisch onderwijs in Nederland groeit. Voorheen twijfelden ouders aan de kwaliteit. Dit werd gevoed door negatieve berichten over islamitische scholen. Vaak had dit niet betrekking op de kwaliteit, maar door de negatieve aandacht durfden de ouders het niet aan om hun kinderen op islamitische basisscholen in te schrijven. De laatste jaren is het beeld van islamitische basisscholen positief. Uit onderzoeken blijkt dat kinderen op islamitische basisscholen het beter doen dan gemiddeld. Ook komen er de laatste jaren geen islamitische basisscholen meer negatief in het nieuws. De Cito-scores van de islamitische basisscholen en de inspectierapporten bevestigen dit beeld.

Verder zien we dat ouders die moslim zijn steeds minder vaak tevreden zijn over openbare en christelijke scholen. Ze vinden dat de opvoeding minder goed aansluit op de opvoeding thuis. Omdat ze nu een goed alternatief hebben, zie je dat veel ouders kun kinderen op islamitische basisscholen inschrijven. Er zijn openbare scholen in Den Haag waar het merendeel van de kinderen moslim zijn, die nu moeten fuseren, sluiten of al zijn gesloten. De leerlingaantallen op die scholen zijn de laatste jaren zo sterk gedaald, dat ze hiertoe gedwongen zijn of worden.

Ouders verwachten van een islamitische basisschool dat alle regels die zij thuis hebben ook op school gelden. Als zij merken dat dat niet zo is, zijn ze vaak boos en/of teleurgesteld. Er zijn binnen de Nederlandse moslimgemeenschap veel stromingen en zelfs binnen stromingen

verschillende opvattingen waardoor het onmogelijk is om aan alle verwachtingen van ouders tegemoet te komen. Er zijn soms ouders die onvoldoende beseffen dat we onze kinderen de Nederlandse gebruiken, normen en waarden mee moeten geven en van de school verwachten dat zij hierin meegaat. Islamitische basisscholen worstelen hier mee. Ze zijn aan het groeien. Daardoor ontstaat het probleem dat ze aan steeds meer verschillende verwachtingen van ouders tegemoet moeten komen. Dit levert spanningen en wrijvingen op tussen de school en ouders. Soms kiezen ouders er dan voor om hun kinderen dan toch op een andere school te zetten. Ook zijn er ouders die ervoor kiezen om hun wil door te drukken en dan andere ouders om zich heen verzamelen met dezelfde ideeën/ opvattingen om zodoende de school onder druk te zetten. Scholen reageren hier vaak op door afstand te creëren door ouders minder te betrekken. Hier zijn dan de kinderen de dupe van. Doordat ouders en school niet optimaal samenwerken, wordt er niet het maximale uit de kinderen gehaald.

3.3. MissieWij willen samen met ouders ervoor zorgen dat onze kinderen zich in een veilige en prettige omgeving optimaal ontwikkelen tot actieve en weerbare burgers. De islam is hierbij onze inspiratiebron. De islam stimuleert ons om te studeren en om een goed mens te zijn. Naast het geven van goed onderwijs leren we de kinderen vanuit de islam om goed mee te doen in de Nederlandse samenleving.Als onze kinderen uitstromen naar het voortgezet onderwijs dan hebben zij zich onderwijsinhoudelijk maximaal ontwikkeld en vinden ze het leuk om onderdeel te zijn van de Nederlandse samenleving. We zorgen ervoor dat de overgang van islamitisch onderwijs naar (eventueel) niet-islamitisch onderwijs voor onze kinderen soepel verloopt door voldoende aandacht te besteden aan de Nederlandse gebruiken, normen en waarden. We maken onze kinderen weerbaar. Door te werken aan de weerbaarheid van onze kinderen, kunnen ze beter omgaan met allerlei vormen van uitsluiting, ervaren onrecht en discriminatie.

Onze kinderen kunnen de islam een plek geven in hun leven. Ze worden vanuit de islam gestimuleerd om mee te doen en ze kunnen dit uitleggen aan anderen in hun omgeving. Ook de ouders zien dit en kunnen de islam integreren in de opvoeding van hun kinderen.

Onze mission statement is:Wij zorgen voor een veilige en uitdagende leeromgeving, waarin onze kinderen vanuit de islamitische identiteit zich optimaal kunnen ontwikkelen tot actieve en weerbare burgers.

Onze slogan is: Speel, leer, presteer & praktiseer!

3.4 Unieke krachtDe kracht van Al-Qoeba zit in de islamitische identiteit. De islam is onze inspiratiebron. We leren onze kinderen vanuit kernbegrippen als liefde en respect te handelen, elkaar te helpen en mee te doen in de samenleving. De islam heeft alles in zich en brengt het beste in de mens naar boven.

3.5 Kernwaarden

De kernwaarden waaruit wij op school handelen, zijn:1. Respect

Wij gaan met de kinderen om op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Wij respecteren het eigene van elk kind en beschermen zijn/haar gevoelsleven, eigenwaarde en zelfvertrouwen. Wij leren de kinderen respect te hebben en zorg te dragen voor zichzelf, voor anderen en voor hun omgeving en hebben in dezen een voorbeeldfunctie.

2. VeiligheidIeder kind moet zich op onze school veilig voelen en er liefst met plezier naar toe gaan. We willen onze kinderen een veilige en gestructureerde leeromgeving bieden, waarin het vertrouwen in elkaar en in elkaars mogelijkheden merkbaar is. Wij zijn alert op pesten en discrimineren en voeren een actief preventief beleid. 

3. SamenwerkingSamen bereik je meer. We leren onze kinderen daarom samenwerken. Onderwijs is teamwerk. De leerkrachten voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderwijs en de ontwikkeling van alle kinderen. Wij gaan met ouders een educatief partnerschap aan, waarbij we hen zoveel mogelijk betrekken bij de schoolse ontwikkeling van hun kind.

4. CreativiteitWe streven naar het stimuleren van de creativiteit van leerlingen in de reguliere vakgebieden, maar de school wil ook creatief zijn in de vormgeving van het onderwijs en in het bedenken van manieren om dit doel te bereiken. Het aanleren van vaardigheden en het overbrengen van elementaire kennis staan uiteraard voorop.

5. BetrokkenheidOns onderwijs is erop gericht dat kinderen leren vanuit een betrokken werkhouding. Het is de taak van de leerkracht om kinderen goed te verwonderen, te prikkelen en nieuwsgierig te maken, waardoor ze gemotiveerd raken om te leren. We creëren een rijke, uitdagende leeromgeving die uitnodigt tot leren. Als school zijn we een leefgemeenschap, waarin we het belangrijk vinden dat kinderen, ouders/verzorgers en medewerkers betrokken zijn bij elkaar.

6. Gezelligheid / plezierDoor de juiste balans tussen inspanning en ontspanning streven wij ernaar dat elk kind met plezier naar school gaat. Het plezier bevordert de ontwikkeling en motivatie om te groeien. Daarbij zal er ruimte zijn voor spontaniteit en initiatieven die de onderlinge band tussen leerling, leerkracht en ouder versterken.

7. KwaliteitWe kijken op een opbouwende manier naar de resultaten die een kind, een groep of de school heeft behaald. We streven naar een breed onderwijsaanbod, zowel op het gebied van kennis en creativiteit als op sociaal-emotioneel vlak.

8. Communicatie

We communiceren open en eerlijk en geven elkaar feedback. We luisteren oprecht, geïnteresseerd en betrokken. Wij gaan zoveel mogelijk een dialoog aan, niet een discussie.

4. Onderwijsproces

4.1 Populatie De leerlingen van de Al-Qoebaschool zijn bijna geheel afkomstig uit het allochtone milieu. Ouders kiezen bewust voor islamitisch onderwijs. Veel leerlingen komen uit gezinnen die een andere taal dan de Nederlandse als thuistaal hebben. Door het feit dat de leerlingen veelal in eigen kringen opgroeien, naar eigen televisiezenders kijken, komen zij minder in aanraking met de Nederlandse taal dan leerlingen in de gemiddelde vergelijkingsgroepen (Cito). De groeien op in een taalarme omgeving. Het feit dat ouders door de gebrekkige contacten moeilijk bereikbaar zijn om te beïnvloeden is ook een factor van belang.

4.2 Aanbod Het aanbod op de Al-Qoebaschool is afgestemd op de kerndoelen en in lijn met de tussen- en einddoelen.

De leerlingen van de Al-Qoebaschool hebben: een taalrijke omgeving nodig. In een rijke taalomgeving pikken kinderen ongemerkt

heel de dag door nieuwe woorden op; goed taalonderwijs nodig; een leerkracht die

o handelingsgericht werkt;o beschikt over goede leerkrachtvaardigheden zoals het geven van

gedifferentieerde instructie en aanbod en kan afstemmen op wat de leerlingen nodig hebben;

o gelooft dat alle leerlingen zich kunnen ontwikkelen en leerlingen stimuleert om een groei gerichte mindset te hebben;

o die een gestructureerd klassenmanagement hanteert. betrokken ouders; stimulans nodig om zelfstandig te werken, samenwerkend te kunnen leren, zicht

hebben op hun eigen leerproces.

4.3 Taalontwikkeling en Taalonderwijs op de Al Qoebaschool Ons onderwijsaanbod richt zich op de kerndoelen zoals in 2006 in een AmvB vastgelegd. We houden rekening met de sinds 1 augustus 2010 ingevoerde referentieniveaus voor taal en rekenen (1F en 1S) en met de 50 vensters zoals eveneens sinds 1 augustus 2010 officieel vastgelegd in de canon van de Nederlandse geschiedenis (uitwerking kerndoel 52) . Hieronder staat beschreven op welke wijze en in welke mate ons onderwijs voldoet aan de wettelijke kaders van de kerndoelen, de referentieniveaus en de canon geschiedenis en welke beleidsvoornemens daaruit voortvloeien.

De methoden Taal in beeld, Spelling in beeld, voldoen volledig aan de eisen die hieraan gesteld worden. Ze bieden de basisschoolstof die genoemd wordt in referentieniveaus volledig aan en daarnaast nog veel meer. Referentieniveau 1F (het fundamentele niveau aan het einde van de basisschool) wordt volledig afgedekt en dit is ook het geval voor een fors gedeelte van referentieniveau 1S / 2F

Aan de Citoresultaten is er een trend te zien dat de kleuters met een taalachterstand starten en dat er eind groep 2 een goede groei is gemaakt. De ambitie is om deze groei groter te maken. In de onderbouw wordt er veel ingezet op taal en ouders worden hier ook in betrokken. Zo krijgen ouders elk thema de woordcluster inclusief beeldend materiaal en thema/huiswerkopdrachten. Op het gebied van woordenschat wordt de groei richting de bovenbouw steeds groter. Ook bij begrijpend lezen is te zien dat de groei toeneemt richting de bovenbouw. Hierin ligt een taak voor de school om deze groei naar voren te halen.

De ambitie is om het taalonderwijs de komende jaren op dezelfde wijze als het rekenonderwijs te verbeteren. Het mooie van taalonderwijs is dat het gekoppeld kan worden aan alle ontwikkelingsgebieden. Aan het verbeteren van het woordenschatonderwijs is al aan gewerkt (zie taalplan en plan voor woordenschatonderwijs). De vraag is hoe het ervoor staat wat betreft de borging. Hoe kan het dat een deel van de leerlingen nog steeds onder de maat scoren op Cito? En waarom scoren de leerlingen over het algemeen beter op de methode gebonden toetsen? In eerste instantie lijkt dat de leerkrachten werken volgens de gemaakte afspraken en didactische vaardigheden inzetten van het 4taktmodel. De woordmuur is aanwezig. De vraag is of de leerkrachten alle gemaakte afspraken uitvoeren. En of er behoefte is aan aanvulling en/of verbetering.  Wat hebben de leerkrachten nodig wat betreft het aanbod van woordenschatonderwijs? Tijdens de eerste studiedag zal dit puntsgewijs worden besproken. Afgelopen schooljaar is de taalmethode vernieuwd. Tot welke conclusies komen wij na een jaar met “Taal in beeld” gewerkt te hebben. Wat werkt mee? Wat werkt tegen?

Ambitie:

Binnen vier jaar is het Taalonderwijs op de Al-Qoebaschool aanzienlijk verbeterd.

Dit wordt gemeten aan de hand van:

-de Cito resultaten en methode gebonden toetsen;-klassenconsultaties;-voortgangsgesprekken met de leerkrachten;-een checklist met gemaakte afspraken-meting taalonderwijs 2018 en 2021 externe instantie (HCO of School aan zet)

Doelstellingen:

Leerkrachten vergelijken 2 methodes voor technisch lezen, namelijk Estafette en Station Zuid; (Dit wordt gedaan aan de hand van een checklist en het geven van proeflessen)

De school schaft een nieuwe methode aan voor technisch lezen, deze methode is zoveel mogelijk afgestemd op wat de leerlingen van de Al-Qoebschool nodig hebben;

Een Taalplan waarin staat wat de onderwijsbehoeften zijn van onze leerlingen en de wijze waarop het taalonderwijs hierop aansluit;

De taal coördinator en IB volgen scholing m.b.t. leerlijn begrijpend lezen; De leerkrachten krijgen scholing en hebben zicht op het gebied van Taalonderwijs

(HCO)-De doorlopende leerlijn binnen de school-Taalverwerving;-leerkrachtvaardigheden;-didactische vaardigheden;-tools om direct in te zetten in de klas.-de samenhang tussen technisch lezen, woordenschat en begrijpend lezen

De IB’er, directeur en de taalcoördinator bezoeken 3 x per jaar de klassen en maken hierbij gebruik van een kijkwijzer (kijkwijzer DIM en 4 takt, in latere stadium DIM en begrijpend luisteren/lezen). Hierbij krijgen de leerkrachten coaching. Daarnaast zal er sprake zijn van een coach de coach traject;

Wij hebben een doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8 als het gaat om het toepassen van lees strategieën tijdens het begrijpend luisteren en begrijpend lezen;

Tijdens deze innovatie toetst de school in hoeverre de verbeteringen aansluiten op de referentieniveaus 1f/1s;

De leerkrachten doen 2x per jaar aan collegiale consultaties (ook met dezelfde kijkwijzer);

Er wordt 2 x per jaar geëvalueerd met het team; 2x per jaar schoolproject met aandacht voor taal.

4.4 Actief Burgerschap Onder Actief Burgerschap wordt verstaan: Het zelfstandig verantwoordelijkheid nemen door leerlingen voor gemeenschapsbelangen binnen en/of buiten de school.

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het basisonderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

1. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen

2. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht 3. De leerlingen leren de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de

rol van de burger4. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en

normen5. De leerlingen leren de hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse

multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en leren om respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen

6. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

Kinderen en jongeren moeten initiatief nemen, zelf keuzes maken en de consequenties van die keuzes leren dragen. Zij moeten de kans krijgen om actief ervaringen op te doen met: - participeren - reflecteren - meedenken - meebeslissen - uitvoeren - keuzes maken - verantwoordelijkheid dragen

Mogelijkheden daartoe moeten worden gezocht binnen en buiten de schoolmuren. Alle kinderen maken deel uit van de maatschappij en vervullen daarin vaak al verantwoordelijke taken.

Naast deze kwantitatieve opvatting is ook het kwalitatieve aspect van burgerschapsvorming van groot belang. Het belang hechten aan en je betrokken voelen bij zijn van grote meerwaarde. Ook het aspect van de sociale verbondenheid voelen van het geliefd zijn, je belangrijk en welkom voelen mag niet onderschat worden. Jongeren moeten serieus worden genomen,ook het recht hebben om ‘jong’ te zijn, maar tegelijkertijd erkend worden als medeburger. Een medeburger die aan het leren is om het leven en de samenleving waarin ze zich bevinden vorm te geven. Dit vraagt een duidelijke pedagogische aanpak. De meerwaarde op didactisch vlak van Actief Burgerschap zit vooral in het stimuleren van het opdoen van ervaringen binnen en buiten de school en in het betrekken van die ervaringen bij het onderwijs.

Visie

Op onze school leren de kinderen regels en afspraken te maken èn te oefenen. Wij willen dat onze kinderen zich democratische principes eigen maken. Wij stimuleren de kinderen om zorg voor de omgeving van onze school te hebben en mee te doen met activiteiten in de wijk.

Stand van zaken:

Momenteel zit burgerschap verweven in verschillende ontwikkelingsgebieden en schoolontwikkelingen/activiteiten. In de nieuwsbrief is dan ook goed zichtbaar waar de leerlingen mee bezig zijn. Ook is de methode Leefstijl een goed instrument. Echter is er geen actueel beleidsdocument voor burgerschap. Een streefdoel is om een coördinator aan te stellen voor burgerschap die de verantwoordelijkheid zal dragen voor de sturing en ontwikkeling burgerschap op school. Op deze manier zal burgerschap concreet worden voor leerkrachten en leerlingen. En weten leerkrachten en leerlingen wat er van hen wordt verwacht. De leerlingpopulatie van de Al-Qoebaschool is multicultureel en van allochtone afkomst. Het is een ambitie om de leerlingen van de Al-Qoebaschool samen te laten werken met leerlingen die op school zitten die waarbij de leerlingpopulatie ook autochtone leerlingen heeft. Het zou een mooie ontwikkeling zijn om “Taalontwikkeling” hieraan te koppelen. Op onze school leren de kinderen zich te houden aan de afgesproken regels; ze leren anderen daarop aan te spreken. Er is echter nog geen leerlingenraad.

Ambitie:

Het aanpassen en uitvoeren van het beleidsplan, waarin onze ambities worden geformuleerd.

Doelstellingen actief burgerschap:

Onze school besteedt systematisch aandacht aan geestelijke stromingen.

Onze school besteedt systematisch aandacht aan de eigen en andermans veiligheid en het welbevinden.

Onze school besteedt systematisch aandacht aan milieuaspecten. Onze school besteedt systematisch aandacht aan de zelfredzaamheid. Onze school beschikt over klassenvertegenwoordigers en een leerlingenraad. Onze school beschikt over een ideeënbus voor leerlingen m.b.t. burgerschap. Op onze school oefenen wij het democratisch met elkaar omgaan. Onze school brengt de leerlingen systematisch in aanraking met vrijwilligerswerk. Onze school besteedt systematisch aandacht aan de principes van de (Nederlandse)

democratie (staatsinrichting). Onze school investeert in de verdere professionalisering van leerkrachten op het

gebied van Burgerschap en Sociale Integratie.

4.5 Leer- en werkhouding-proces Als het doel van onderwijs is om leerlingen voor te bereiden op de maatschappij waarin ze zullen moeten functioneren, zal het onderwijs verder moeten gaan dan kennisoverdracht. Niet meer eindeloos gericht zijn op het leerresultaat, maar meer oog hebben voor het leerproces bij kinderen. Een centrale plaats is er in dit denken voor de actieve en gemotiveerde leerhouding van het kind.

Het is voor de Al-Qoebaschool een uitdaging om leerlingen mede-eigenaar te maken van hun eigen leerproces. Leerkrachten signaleren leerlingen met leer- en werkhoudingsproblemen. Dit wordt opgepakt en er worden licht curatieve interventies gezet. Maar wat is er nog mooier dan alle leerlingen bekwaam te maken in het bewust maken en sturen van hun eigen leerproces. Dus werken aan de voorkant. Hoe jonger het kind des te moeilijker het is om te reflecteren. Dit wil niet zeggen dat het niet haalbaar is om alle leerlingen hierin te begeleiden.

Wanneer dit gecombineerd zal worden met de 21st Skilss zal dit leiden tot waarneembare leeractiviteiten van leerlingen in leerprocessen. Op deze manier kunnen leerlingen nieuwe informatie verwerven, zonder dat ze er direct op getoetst zullen worden. Wat er nog bij komt is dat leerlingen kunnen samenwerken. Als gevolg van de ontwikkeling van de kennissamenleving en de uitvloeisels daarvan is het noodzakelijk dat leerlingen de kans wordt geboden zich de juiste vaardigheden eigen te maken. Vaardigheden en competenties die nodig zijn om goed in de kennissamenleving te kunnen functioneren, te kunnen werken en om zich levenslang door te kunnen ontwikkelen: ‘21st century skills’.

Het is van belang dat leerlingen er vertrouwen in hebben dat zij kunnen leren en dat het een groeiproces is. Ook is het van belang dat leerkrachten en leerlingen een Growth mindset hebben. Wellicht is deze stelling wat ambitieus, maar bewust worden van deze mindset is al een goed begin. Hoe vaak komt het niet voor dat leerlingen werken met een fixed mindset en angst ontwikkelen om te falen? De leerkrachten hebben tijdens de studiedag in februari 2017 scholing gekregen over Growth mindset, theorie van de psychologe Carol Dweck. Dit was een onderdeel van een scholing over Sociaal emotionele ontwikkeling. De leerkrachten hebben dit als inspirerend ervaren.

Ambitie:

Op de Al-Qoebaschool wordt er systematisch gewerkt aan de ontwikkeling voor leer- en werkhouding.

Doelstellingen:

De Al-Qoebaschool heeft een groeiplan dat uitgewerkt wordt tot een handboek om de aanpak van het proces van leer- en werkhouding vorm te geven;

Leerkrachten krijgen scholing over leer- en werkhouding bij kinderen, Growth Mindset en 21st Skilss

Samen met leerkrachten wordt er een visie geschreven leer- en werkhouding; Leerlingen krijgen scholing over Growth Mindset en 21st Skilss Er is een instrument voor leerkrachten om te observeren op het gebied van leer- en

werkhouding; Er is een instrument voor leerlingen passen bij hun leeftijd om hun eigen leer- en

werkproces vorm te geven en te bewaken; Leerkrachten bieden uitdaging en begeleiding aan leerlingen bij hun eigen leer- en

werkproces;

Dit proces wordt bewaakt door de directeur en Intern Begeleider. Voor de uitvoering is inzet van leerkrachten nodig.

Het instrument voor observeren op het gebied van leer- en werkhouding kan tevens ondergebracht onder het aspect van het systematisch volgen van leerlingen op leer- en werkhoudingsgebied.

4.6 Methoden per vakgebied

Vakgebied Methode Groep

Taal Piramide 1-2Veilig leren lezen 3Taal in beeld 4-8

Rekenen Rekenrijk 1-2Wereld in getallen 3-8

Schrijven Pennenstreken 1-8Wereldoriëntatie De Zaken 3-8Engels Real English Let’s do it! 7-8Verkeer Klaar over! 3-8Studievaardigheden Blits 5-8Sociaal emotionele ontwikkeling

Leefstijl 1-8

Godsdienst Islamitisch godsdienstonderwijs Primair Onderwijs.

1-8

Taal

Het vakgebied taal behandelt veel onderdelen: we geven in de lessen aandacht aan de woordenschat, het spreken, het luisteren, het lezen, de taalbeschouwing en het schrijven.

Groepen 1 en 2De aanpak in de groepen 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting is anders. Het werken in de groepen 1 en 2 gebeurt vaak vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en de kinderen keren ook steeds weer terug naar de kring. Daarnaast wordt er gespeeld en gewerkt aan de tafels, in de hoeken, op het schoolplein of in de gymzaal. Er is iedere dag voor ouders spelinloop tot 9.00 uur.

Door middel van verschillende thema’s (waarbij ouders/verzorgers thuis een actieve rol spelen) komen allerlei onderwerpen aan bod (herfst, ruimte, groeien, water, etc.). In de klassen zijn een reken-, lees-, luister- en schrijfhoek ingericht. Andere speelhoeken nodigen de kinderen uit om te spreken, te tellen, te ordenen enz. Tijdens groepsactiviteiten maar ook tijdens het werken met ontwikkelingsmateriaal wordt er gewerkt aan de woordenschat van de kinderen.

De kinderen worden op een speelse manier voorbereid op de taalactiviteiten in groep 3.

De kinderen maken kennis met letters en met klanken met behulp van de lettermuur en klankgebaren. Ook wordt er bijvoorbeeld aangeleerd hoe je een boek moet vasthouden, wat de leesrichting is en wat het nut is van geschreven tekst.

Groep 3In groep 3 gebruiken wij voor het aanvankelijk lezen (beginnend lezen) de methode Veilig Leren Lezen. Hierbij hoort veel extra oefen- en spelmateriaal voor leerlingen die onder, of juist boven het gemiddelde niveau van de klas zitten.

Bij het proces van leren lezen, leren de kinderen woorden en zinnen verklanken (technisch lezen) en leren ze woorden, zinnen en eenvoudige verhaaltjes begrijpen (begrijpend lezen.)

Daarna oefenen de leerlingen het voortgezet technisch lezen in de vorm van lezen in leesboeken op hun eigen niveau. Door ervaringen op te doen met boeken en verhalen, leggen we de nadruk op spreken en luisteren en worden zo de woordenschat en ook het taalgebruik zo breed mogelijk ontwikkeld.

Groepen 4 t/m 8Vanaf groep 4 gebruiken we de taalmethode Taal in Beeld. De methode besteedt aandacht aan woordenschat, spelling en taalbeschouwing. Taal in Beeld is een van de taalmethodes, die geschikt is voor zowel taalsterke leerlingen als leerlingen met een taalachterstand. Ook wordt er in deze methode aandacht besteed aan spelling. De methode is flexibel en kan gebruikt worden in zowel homogene groepen als in combinatiegroepen. De leerlingen krijgen allemaal de individuele aandacht die ze nodig hebben.

In de hogere groepen wordt veel nadruk gelegd op technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen. Hiervoor gebruiken wij de methode Lezen in Beeld. Dit is een geïntegreerde leesmethode die bestaat uit vier leerlijnen:

- technisch lezen, - begrijpend lezen, - informatie verwerven door lezen- leesbevordering.

Lezen in Beeld

Deze methode is heel interactief van aard. Dat betekent dat er veel contact en samenwerking is tussen de leerkracht en de leerlingen en tussen de leerlingen onderling.

Het lezen wordt onderverdeeld in: Technisch Lezen

Om lezen te stimuleren, wordt er minimaal twee keer per week een half uur gelezen. De kinderen moeten de leestekens goed kunnen gebruiken. De kinderen worden twee keer per jaar getoetst om hun leesniveau te bepalen.

Vrij LezenEr is ook ruimte binnen het lesrooster voor vrij lezen. De kinderen mogen zelf een boek kiezen uit de schoolbibliotheek. Ook bezoeken de groepen regelmatig de openbare bibliotheek om boeken te lenen. Tevens worden de leerlingen zoveel mogelijk aangemoedigd om over een gelezen boek of een onderwerp uit het (Jeugd)journaal te vertellen. Dit is meestal in de vorm van een spreekbeurt. Ook worden actuele gebeurtenissen en onderwerpen na de dagopening met elkaar besproken. Op deze wijze worden de leerlingen gestimuleerd hun eigen mening te geven over een bepaald onderwerp.

Ouders/verzorgers kunnen heel goed meehelpen aan de vergroting van de woordenschat door thuis met de kinderen te lezen of vóór te lezen. Ook kunnen ze op school een steentje bijdragen door bij het technisch lezen als leesouder in de klas te helpen.

SchrijvenGroepen 1 en 2:

De leerlingen uit de groepen 1 en 2 doen allerlei grof motorische - en beeldende activiteiten op het gebied van schrijven als voorbereiding op het schrijven in groep 3.

De grof motorische ontwikkeling vindt o.a. plaats in de gymzaal, tijdens een spelles-activiteit of buiten op het speelplein.

Groepen 3 t/m 8Na de oefeningen bij de kleuters ter voorbereiding op het schrijven, beginnen we in groep 3 met het schrijfonderwijs op blaadjes en in werkboekjes volgens de methode Pennenstreken. Deze methode sluit aan bij de woorden van de leesmethode. Woorden die de kinderen leren lezen, leren ze ook schrijven in licht hellend schrift. In de hogere groepen komen ook blokletters en creatieve lettervormen aan bod.

RekenenGroep 1 en 2 Wij werken in de groepen met de methode Rijkenrijk. Per week worden er drie betekenisvolle activiteiten gedaan rond getalbegrip, meten en meetkunde. Daarnaast wordt er met ontwikkelingsmaterialen en met werkbladen in de groep gewerkt.

Groepen 3 t/m 8Vanaf groep 3 wordt de rekenmethode Wereld in Getallen structureel gebruikt.De rekenleerstof bestaat uit blokken. De lessen binnen een blok hebben een vast patroon. Uitleg door de leerkracht en zelfstandige verwerking door de leerling wisselen elkaar steeds af. Bij het zelfstandig werken kunnen kinderen ook samenwerken en elkaar helpen.

Bij deze methode wordt veel gewerkt met situaties uit het dagelijkse leven; met projecten over gewicht, maat, tijd, geld, omtrek, oppervlakte en inhoud. De rekenlessen staan in het teken van inzichtelijk realistisch leren rekenen. Daarbij kunt u denken aan cijferen, hoofdrekenen, meten, tijd en geld, getalbegrip, breuken, schaal, tijd- en afstandssommen, verhaalsommen en meten en wegen. De kinderen werken afwisselend uit de volgende boeken: Lesboek, Plusboek voor extra uitdaging en Werkboek. Digitale oefensoftware is aanwezig.

WereldoriëntatieVanaf groep 3 gebruiken we ZAKEN als methode voor wereldoriëntatie. De methode ZAKEN dekt alle kennisgebieden op het terrein van mens, maatschappij en natuuroriëntatie.

Aardrijkskunde, geschiedenis, geestelijke stromingen, maatschappelijke verhoudingen (waaronder staatsinrichting), burgerschap, het bevorderen van gezond gedrag en natuur (waaronder biologie) worden in

samenhang aangeboden.

Kunstzinnige oriëntatie

Dit bevat de volgende onderdelen: tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, drama (toneel), muziek en ritmisch bewegen.

Hierbij kunnen de leerlingen niet alleen hun kennis tonen, maar ook hun gevoelens uitbeelden in de vorm van werkstukken, het houden van voordrachten, zingen en het maken van schilderijen. Momenteel worden de lessen door de leerkrachten zelf bedacht, maar we werken aan één vak kunst en cultuur educatie.

In de groepen 1 en 2 wordt in de methode Piramide door middel van projecten veel aandacht besteed aan kunstzinnige oriëntatie. Er wordt regelmatig een beroep op de ouders en kinderen gedaan om spulletjes te verzamelen zodat ermee gewerkt kan worden. Alle groepen gaan één keer per jaar een theatervoorstelling bezoeken en één keer per jaar een tentoonstelling bezoeken.

Engels

Dit vak wordt gegeven in de groepen 7 en 8. Dit o.a. ter voorbereiding op het vak Engels in het voortgezet onderwijs. Voor dit vak wordt de methode Real English Let’s do it! gebruikt.

VerkeerIn de groepen 1 en 2 bevat de methode Piramide een verkeersthema en vanaf groep 3 werken we met methode Klaar…Over!. Verkeerregels en verkeersgedrag worden aangeleerd middels groepsgesprekken, lesboeken, werkboeken en oefenen in de praktijk. In groep 7 moeten de leerlingen in een verkeersexamen laten zien dat zij de geleerde verkeersregels ook in de praktijk kunnen brengen en zelf als weggebruiker dagelijks veilig aan het verkeer kunnen deelnemen.

ComputeronderwijsComputers nemen in de maatschappij een steeds belangrijkere plaats in. Wij willen computers inzetten als middel om leerkrachten en leerlingen te ondersteunen bij hun werk. De computers worden gebruikt bij het lees-, taal- en rekenonderwijs om leerlingen extra ondersteuning te geven bij verschillende vakgebieden.

Godsdienstonderwijs De godsdienstlessen worden in het Nederlands gegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode Islamitisch godsdienstonderwijs Primair Onderwijs. Deze lesmethode is speciaal toegesneden op de Nederlandse context. Aan het lesmateriaal is zowel in religieus inhoudelijk als in pedagogisch-didactisch opzicht aandacht en zorg besteed.

Het doel van het islamitische godsdienstonderwijs is:

We willen bij de kinderen het bewustzijn en liefde aanwakkeren voor Allah en Zijn Boodschapper Mohammed (vrede zij met hem) als fundament van hun intellectuele, emotionele- en spirituele leven, door het verschaffen van een solide basis voor een rationeel en weerspiegelend begrip van de mensen en de wereld om hen heen.

De kinderen leren om bewust te zijn van hun verantwoordelijk om Allah te gehoorzamen en hem met toewijding te dienen als Zijn rentmeesters met alle talenten en middelen die Hij hen heeft gegeven.

De kinderen bijbrengen hoe Allah te aanbidden op de manier die Hij en zijn boodschapper hebben voorgeschreven.

De persoonlijkheid van de kinderen te vormen naar het beste morele en sociale gedrag, gezonde houding en zelfdiscipline in overeenstemming met de richtlijnen van de Koran en Soenna en hen aan te moedigen om zich als verantwoordelijke burgers te ontwikkelen, die in het algemeen zullen bijdragen tot het welzijn van de maatschappij en van de mensheid.

Het stimuleren van een onderzoekende, analytische en positieve benadering van de studie van de Islam vooral in zijn individuele en collectieve uitdrukking in de eigentijdse wereld.

De kinderen voorstellen aan de uitdagende en veelzijdige aard van de islam en aan de wijze waarop dit in ervaring en praktijk wordt weerspiegeld.

De kinderen te helpen om vragen over de betekenis van het leven te identificeren en te onderzoeken en zulke vragen met betrekking tot de waarden en leer van de Islam te overwegen.

De kinderen aan te moedigen om eigentijdse kwesties te overdenken en daarop in het licht van de Koran en Soenna te handelen.

De kinderen leren om te erkennen, waarderen en zich toe te voegen aan de bijdrage van moslims aan de wereldbeschaving.

De kinderen informeren over religieuze riten en gebeurtenissen, islamitische feest- en hoogtijdagen zoals: Ied-oel-Fitr (het suikerfeest), Ied-oel-Adha (het offerfeest), de Hadj (de bedevaart), Ramadan, Miraadj (de hemelreis van de Profeet) en Milaad-oen-Nabie (het geboortefeest van de Profeet), enz.

Gymnastiekonderwijs Het bewegingsonderwijs neemt op onze school een belangrijke plaats in. Lichamelijke opvoeding is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die nodig zijn om op een verantwoorde wijze deel te nemen aan sporten.

Het brede aanbod van bewegings- en spelactiviteiten heeft positieve invloed op onder andere de motorische-, de sociale-, de emotionele- en de cognitieve ontwikkeling. Voor een blijvende deelname aan sport/bewegen is het van belang dat leerlingen zich oriënteren op diverse

vormen van bewegingscultuur. Ze moeten bovendien een mening kunnen vormen over de spelvormen en de waarde daarvan. Het gaat daarbij om factoren als: welke spelvormen hebben de voorkeur, wat zijn de spelregels, hoe wordt het spel veilig gespeeld en hoe wordt met anderen samengewerkt. Vanaf groep 5 krijgen de jongens en de meisjes apart gymnastiek. Het dragen van gymkleding en gymschoenen is verplicht.

Sociaal- emotionele ontwikkelingWij hechten veel waarde aan de sociaal- emotionele ontwikkeling van het kind. Kinderen hebben met elkaar te maken in de groep, op het speelplein, in de gymzaal, etc. Regelmatig wordt hierover met elkaar gesproken. Denk aan onderwerpen als: hoe je met iemand omgaat, hoe spreek je iemand aan op zijn/ haar gedrag, hoe speel je met elkaar, hoe kom je voor elkaar op, etc.

Belangrijk is dat wij de kinderen leren om door middel van ‘praten met elkaar’ problemen op te lossen, zowel op school als thuis. Wij hebben een speciale methode voor sociaal emotionele ontwikkeling (SEO): Leefstijl.

Studievaardigheden BlitsMet de methode Blits leren kinderen via de vier onderdelen van studievaardigheden allerlei informatiebronnen te lezen, verwerken en begrijpen. Blits bereidt ze zo voor op de overload aan informatie in deze tijd, én in hun verdere (school)carrière.

De toetsen van Blits sluiten naadloos aan bij de toetsen van het Cito. Ze vormen dan ook een perfecte voorbereiding op de Cito-entreetoetsen en de verschillende eindtoetsen.

Huiswerk Regelmatig zullen wij de leerlingen huiswerkopdrachten bij rekenen of taal meegeven. Wij verzoeken u als ouders/verzorgers om te controleren of uw kind zijn of haar huiswerk ook maakt. Misschien kunt u hem/haar wel helpen bij het oefenen met b.v. begrippen (woordjes leren), spreekbeurten, tafels en geldsommen. U kunt ook het lezen van boeken stimuleren door uw kind of kinderen (één keer per drie weken) mee te nemen naar de bibliotheek. Het lidmaatschap van een bibliotheek is gratis.

Leermiddelen De school biedt de leerlingen in principe alle lesmaterialen aan die nodig zijn. Bepaalde materialen vallen onder de verantwoordelijkheid van de leerlingen en hun ouders. Zo krijgen de leerlingen in groep 4 een multomap voor de werkbladen en werkstukjes van de godsdienstles en een pen van school. Schoolmaterialen die door slordig of ruw gebruik stuk of verloren gaan, worden vervangen door de leerlingen en ouders/verzorgers. In de groepen 7 en 8 is het de bedoeling dat de leerling een agenda aanschaft. Afhankelijk van de leerlingen nodig hebben, kunnen leerkrachten om materialen aanschaffen, zoals een koptelefoon, tangle, study budy. Deze vallen onder de basiszorg. Soms is het nodig om kindspecifieke middelen in te zetten. Dit zal dan opgenomen worden in het plan om een arrangement aan te vragen bij het samenwerkingsverband SPPOH.

ICT

Op onze school vinden wij het belangrijk dat de leerlingen met computers leren omgaan en met de programma`s uit het “Officepakket”. Wij leren ze op Kennisnet/Internet te werken, en zelfstandig informatie verzamelen. Wij gebruiken de computer als onderdeel van het dagelijkse lesprogramma als leermiddel. Ook voor de ondersteuning gebruiken wij programma`s (Flitsen bijvoorbeeld). De ICT staat op achterstand en is daarom een van de prioriteiten. Het computerpark is zeer verouderd. Er zijn nu digitale schoolborden aanwezig. Digibordsoftware, oefensoftware voor leerlingen is aanwezig.

Ambitie:Leerlingen krijgen een aanbod m.b.t. ICT-(basis)vaardigheden.Leerlingen kunnen omgaan met computers (alle apparaten die iets van een computer in zich hebben) en werken met programmatuur voor internet, e-mail, tekenen en tekstverwerken, opnemen/bewerken van audio en video, et cetera

Doelstellingen:Voor leerlingen Kennis hebben van basisbegrippen bij computers en computernetwerken; Kennis hebben van de functie van (onderdelen van) een computer en een

computernetwerk;

Voor leerkrachten Leraren plannen, verzamelen en archiveren hun lessen digitaal. Op onze school vindt het onderwijs in ICT planmatig en systematisch plaats. Onze school biedt een leerstofaanbod ICT gericht aan, volgens SLO doelen; Op onze school zetten de leraren de computers op een efficiënte en doelmatige wijze in

tijdens de lessen; Onze schoolleiding gebruikt ICT voor een effectieve interne en externe communicatie; Op onze school leren de leerlingen op een doelmatig informatie verzamelen en uit te

wisselen op het Internet; Onze school beschikt over een systeem m.b.t. de archivering van software; Het ICT-aanbod vertoont samenhang (doorgaande lijn). De school heeft een actuele, goed uitvoerbare, levendige beleidsplan voor ICT; Ouders maken actief gebruik van ouderportaal (gekoppeld aan Parnassys);

4.7 Zicht op ontwikkeling Methode-gebonden toetsen en Cito-toetsen.Zowel bij de taalmethode, de rekenmethode als wereldoriëntatie en verkeer vindt er na elk afgerond gedeelte een toetsafname plaats. De toetsuitslag is voor de leerkracht van belang om kinderen zo goed mogelijk verder te begeleiden. Ook worden jaarlijks niet-methode gebonden toetsen afgenomen (Cito). Aan de hand van de toetsuitslagen bepalen we welke leerlingen extra begeleiding krijgen.

Parnassys

Alle didactische groepsoverzichten en plannen worden toegevoegd aan het digitale leerlingdossier in Parnassys. Dit doet de leerkracht zelf met een eigen inlogcode. Het leerlingdossier bevat persoonsgegevens, die vallen onder de wet Bescherming Persoonsregistratie (WBP) en onder het Besluit gevoelige gegevens (CPS, 2005).

CITO resultaten en besprekingAan de hand van de CITO resultaten die in het digitale leerlingvolgsysteem Parnassys staan en het computerprogramma CITO LOVS, bekijkt de leerkracht samen met de leerkracht de voortgang op groeps- en individueel niveau. Dit wordt gedaan aan de hand van de groepsanalyse van Parnassys en de overzichten van de vaardigheidsgroei. Vooruitgang, achteruitgang en stilstand wordt besproken. Wat de onderliggende factoren kunnen zijn komt aan bod. Op basis van deze gegevens worden er vervolgafspraken gemaakt. Na de M periode in 2015 is het ook mogelijk om deze trends in het computerprogramma LOVS te zien. De school is Medio 2014 gestart met het invoeren van de toetsresultaten in het computerprogramma LOVS. Momenteel is er een DULT-koppeling actief die voor zorgt voor een koppeling tussen Parnassys en het computerprogramma LOVS. De foute antwoorden worden ingevoerd in dit computerprogramma, hiermee is het mogelijk om analyses te maken voor groepen en individuele leerlingen.

Momenteel wordt rekenen en spelling geanalyseerd. Voor begrijpend lezen is dit niet mogelijk vanuit het computerprogramma. Op basis van deze analyses worden de hulpboeken van CITO spelling, begrijpend lezen, woordenschat en rekenen ingezet. Tevens kan Spelling in de lift en maatwerk ook worden ingezet. Opbrengsten voorspellen

Op basis van de vaardigheidsgroei en observaties van de leerkracht voorspelt de leerkracht de vaardigheidsscore voor de komende periode. De leerkrachten stellen op basis van vaardigheidsscores doelen vast voor de komende periode. Zowel op individueel- als op groepsniveau (zie bijlage 4 protocol groepsplan-didactisch groepsoverzicht). Zo is te zien dat het handelingsgericht werken en het opbrengstgericht werken nauw met elkaar verbonden is. Doelgericht en meetbaar.

Vernieuwing CITO

Toets 2017/2018

2018/2019

2019/2020

2020/2021

2021/2022

2022/2023

BegrijpendLezen 3.0

3 4 5 6 7 8

Spelling 3.0 3 4 5 6 7 8Rekenen 3.0 3 4 5 6 7 8Kennismakings-boekjes

3 4 5 6 7 8

DMT/AVIBeschikbaar vanaf 2017/2018

DMT/AVI3 t/m 8

WoordenschatBeschikbaar vanaf

3,4,5 6 7 8

Toets 2017/2018

2018/2019

2019/2020

2020/2021

2021/2022

2022/2023

2018/2019

Het advies van CITO is om te beginnen bij groep 3 en bij deze groep elke jaar de toets te

vernieuwen. 3, daarna 4, enz.

De DMT/AVI toets is in 2017/2018 beschikbaar. Na intern overleg is er besloten deze in

het schooljaar 2018/2019 te vernieuwen voor de hele school.

De woordenschattoets is beschikbaar vanaf 2018/2019, woordenschat ontwikkelt zich heel

snel. Elk jaar komen er weer nieuwe woorden bij. Met name voor de doelgroep van de Al

Qoebaschool is het belangrijk om goed te meten wat de woordenschat beheersing is. Het

streven is om in 2019/2020 3,4 en 5 te vernieuwen en elk jaar een volgende groep erbij te

nemen.

4.8 Didactisch handelen

Goed onderwijsDe school investeert voortdurend in de ontwikkeling van onderwijs. Daarbij is specifiek beleid gemaakt en uitgevoerd op het gebied van zorg. Goed onderwijs wordt gezien als een onderwijskundig middel dat de school en de leerkrachten inzetten om doelen bij leerlingen die van elkaar verschillen in kenmerken die voor het onderwijs belangrijk zijn, te bereiken. Zowel op school- als klassenniveau probeert de school dit als samenhangend geheel uit te voeren. De school werkt voortdurend aan een aantal condities ter bevordering van de effectiviteit van het onderwijs, te weten: een veilig en goed pedagogisch klimaat; afstemmen op instructiebehoeften en daarbij mede uitgaan van mogelijkheden van kind en

school. Er wordt gedifferentieerd les gegeven volgens DIM; het stellen van duidelijke meetbare doelen en het evalueren van de opbrengsten; prioriteit voor de vakken taal, rekenen en lezen; een goed samengesteld curriculum;

het toepassen van effectieve gedifferentieerde instructie volgens het DIM; preventieve zorg; het bieden van een duidelijke structuur; een continue kwaliteitsbewaking.Op de Al-Qoebaschool kunnen leerkrachten omgaan met verschillen tussen leerlingen. Het team van de Al Qoebaschool is in 2007 gestart met het werken volgens het Directe Instructie Model(DIM). In een jaar heeft het team informatie gekregen met betrekking tot de basis van het DIM. Het team is gestart met het werken met een instructietafel en er zijn protocollen en een kijkwijzer ontwikkeld voor de borging voor het werken volgens het DIM. Jaarlijks krijgt het team drie keer een coachingsbezoek van de directeur en de intern begeleider. Begin schooljaar 2012/2013 is de school gestart met het werken met een nieuwe rekenmethode en met groepsplannen. In 2016 is de taalmethode vernieuwd en werkt de school nu met de methode “Taal in Beeld “.

Vanuit deze voorwaarden/condities heeft de school de volgende principes waaraan het onderwijs moet voldoen geformuleerd: De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs aan alle leerlingen in zijn

groep. Alle leerlingen krijgen in principe dezelfde basis leerstof aangeboden. Naast dit basale

aanbod dat er voor elk kind is, zal aan het kind dat meer zorg/instructie nodig heeft meer zorg en aandacht worden gegeven. Voor kinderen die meer kunnen, zal er een verrijkingsaanbod zijn.

Indien noodzakelijk wordt er een individuele leerlijn opgesteld. Kinderen moeten samen met hun leeftijdsgenoten onderwijs krijgen. Er dient afstemming van het onderwijsaanbod plaats te vinden, waarbij de groep zo veel

mogelijk bij elkaar blijft. De geboden instructie dient van hoge kwaliteit (differentiatie, organisatie) te zijn. Voor zwakke leerlingen dient, indien mogelijk, een versnelling van het leerproces plaats

te vinden om hun achterstand zo snel mogelijk weg te werken, zodat zij met de groep mee kunnen werken.

Er moet samenhang zijn tussen school- en klassenniveau en dit moet structureel worden besproken met het team.

Ambitie:

Leerkrachten Werken met extra instructie, van concreet via symbolisch naar complex.

Doelstellingen:

Diagnosticerend onderwijzen. Rekening houden met de leerbehoefte en leerstijl van de leerling. Werken met taak- of tempodifferentiatie. Zorgdragen voor succeservaringen bij de leerling.

Ambitie:

Alle leerkracht hebben goed zicht op hun didactisch handelen, kunnen dit verantwoorden en zorgen voor een goed pedagogisch klimaat waar continu aan gewerkt wordt;

Bij ambitie staat alle leerkrachten, omdat het van belang is om nieuwe leerkrachten hierin te volgen en begeleiden.De leerkrachten van de Al- Qoebaschool hebben ervaring met doordacht lesgeven en het geven van gedifferentieerde instructie. Ook hebben zij training gekregen over hoe zij kunnen werken aan een pedagogisch klimaat. Het is aan de school om dit de komende jaren dit te borgen door klassenconcultaties voort te zetten en aan hand van de Kijkwijzer DIM/doordacht lesgeven coachingsgesprekken te voeren.

Tevens zal de inzet van de Growth mindset een positieve bijdrage leveren aan het pedagogisch klimaat. Deze ontwikkeling gaat gepaard met het verbetertraject van taalonderwijs op de Al-Qoebaschool.

Doelstellingen:

Leerkrachten volgen de gegevens adviezen van ZIEN (observatie/volgsysteem SEO) n.a.v. de observaties/registraties om het pedagogisch klimaat in de klas te verbeten;

Leerkrachten geven gedifferentieerde instructie n.a.v. een didactisch groepsoverzicht dat is opgesteld n.a.v. toetsresultaten, observaties en onderwijsbehoeften van leerlingen;

Wanneer er een groepsplan is opgesteld, voeren de leerkrachten dit plan uit zoals beschreven;

Leerkrachten voeren structureel gesprekken over het klimaat in de klas en vragen feedback waar nodig;

Doelstellingen zoals opgenomen in de kijkwijzer op basis van het Directe Instructie Model:

De leerkracht: zorgt voor een effectieve organisatie voor de leswisseling; Afspraken mbt gang van zaken bij leswisseling is helder voor leerlingen; gebruikt de handleiding; zorgt ervoor dat de materialen (overzichtelijk) klaar liggen; zorgt ervoor dat de leertijd effectief wordt besteed; Automatiseert met leerlingen gebruikt strategieën om in te oefenen; maakt gebruik van coöperatieve werkvormen; sluit aan bij voorkennis (bespreekt het voorgaande werk; haalt voorkennis op); Vooruitblik: relateert de les aan voorgaande en komende lessen; Motivatie: maakt er een betekenisvolle situatie van en bespreekt het belang van de lesstof; Doelduidelijkheid: stelt leerdoelen, legt verwachtingen uit; Geeft het lesoverzicht (maakt duidelijk wat er wordt aangeboden); presenteert het onderwerp van de les : de kern van de leerstof; gebruikt heldere taal; gebruikt materialen, schema’s, ezelsbruggetjes, stappenplannen; geeft voorbeelden (leefwereld kinderen); richt de aandacht van leerlingen systematisch op overeenkomsten en verschillen; Stelt vragen aan de leerlingen en laat voorbeelden bedenken (3 niveaus); vermijdt (niet relevante) uitweidingen en blijf bij het lesdoel; Laat leerlingen onderling begrippen uitwisselen (feedback); vat samen aan het eind van de uitlegfase (heldere uitleg); geeft korte en duidelijke opdrachten;

stelt veel vragen/stimuleert leerlingen om zelf vragen te stellen; laat leerlingen veel uitleggen; stimuleert zelfwerkzaamheid; geeft snel en vaak feedback of leerlingen goed bezig zijn; vermindert geleidelijk de steun; geeft extra verwerkingsstof aan goede leerlingen; geeft extra instructie aan zwakke leerlingen; zorgt ervoor dat kinderen direct kunnen beginnen; zorgt ervoor dat de inhoud gelijk is aan de uitlegfase; relateert aan/vergroot de toepassingsmogelijkheden; laat in tweetallen of in groepjes werken; geeft extra verwerkingsstof aan goede leerlingen; geeft extra instructie aan zwakke leerlingen/instructietafel; laat leerlingen vertellen wat ze geleerd hebben; laat leerlingen vertellen wat goed ging, niet goed ging en wat ze een volgende keer anders

gaan doen; controleert of de lesdoelen bereikt zijn; geeft vaak en regelmatig feedback; corrigeert fouten onmiddellijk (product feedback); geeft procesfeedback; geeft veel aanmoediging.

4.9 Extra ondersteuning De laatste jaren zijn er steeds meer aanmeldingen van zorgleerlingen die al in een traject voor een TLV (Toelaatbaarheidsverklaring SBO/SO) zitten en in wezen doorverwezen moeten worden naar het SBO of SO. De Al-qoebaschool werkt nog deels aan de basisondersteuning en ontwikkelt zich richting een smalle zorgschool. Het samenwerkingsverband heeft een nieuw format ontwikkeld om de basisondersteuning van de school te beschrijven. De opdracht voor alle scholen is om in het najaar 2017 een” ontwikkelplan basisondersteuning” te hebben. Dit plan is dan aansluitend op een eerdere Schoolondersteuningsprofiel die met behulp van het Q3 systeem is gemaakt. Dit document kan net als het SOP ingezet worden om concreet te maken wat de Al-Qoebaschool kan bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

Kinderen met extra onderwijsbehoeften

Artikel 8 wpo geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling.

Op de Al Qoebaschool wordt er gestreefd om passend onderwijs te bieden: onderwijs dat is afgestemd op de mogelijkheden en talenten (de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. In beginsel laat de school ieder kind toe, maar soms is het beter als een kind elders geplaatst wordt. Om een dergelijke beslissing te nemen, heeft de school Schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit profiel verheldert welke zorg de school wel en welke zorg school niet kan bieden, en welke leerlingen met een bepaalde handicap door de school opgevangen kunnen worden. Passend onderwijs krijgt (ook) gestalte in de klas. De leerkrachten stemmen hun handelen af op de onderwijsbehoeften van hun leerlingen.

Passend onderwijs (afstemming) [HGW – 1-zorgroute]

De ambities van de school zijn: 1. De leraren volgen de ontwikkeling van de leerlingen regelmatig 2. De leraren signaleren specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen 3. De leraren benoemen de specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen4. De leraren clusteren leerlingen met een vergelijkbare onderwijsbehoeften5. De leraren stellen o.b.v. de gegevens een groepsplan op 6. De leraren voeren het groepsplan adequaat uit 7. De leraren stemmen instructie en verwerking af op de clusters (leerlingen)8. De leraren stemmen hun aanbod af op de clusters (leerlingen)

Zorgcyclus Al Qoebaschool

Op de Al-Qoeba school werken volgens de PDCA cirkel van Deming. De werkwijze van de zorgcyclus is cyclisch en handelingsgericht (HGW). 4x per jaar, elke 10 weken vindt er een groepsbespreking met daarop volgend een leerlingbespreking plaats.

Handelingsgericht Werken gekoppeld aan zorgcyclusHGW is een systematische manier van werken waarbij zeven uitgangspunten van kracht zijn met de nadruk op het handelen van de leerkracht (Pameijer e.a., 2009). De onderwijsbehoeften van leerlingen centraal, het gaat om afstemming, wisselwerking en constructieve samenwerking tussen leerling, leerkracht, intern begeleider, ouders en eventueel externe zorgverleners, de leerkracht doet ertoe, de positieve aspecten zijn van groot belang, het handelen is doelgericht en de werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. Bij HGW is de samenwerking tussen de Intern Begeleider, leraar, kind en ouders een belangrijk uitgangspunt. Bij samenwerken hoort constructief communiceren (Pameijer, & van Beukering, 2006). Het handelingsgericht werken van de leerkracht wordt gekenmerkt door een systematische cyclus, waarbij het waarnemen, begrijpen, plannen, organiseren en uitvoeren als een continu onderwijsproces opeenvolgend zijn. Deze planmatige aanpak geeft het structuur bij het omgaan met verschil in behoeften tussen leerlingen in de klas (Willems, 2013). De eerste fase van de HGW cyclus bestaat uit het verzamelen van gegevens, om de leerlingen zo goed mogelijk in kaart te brengen. In de tweede fase van het begrijpen worden de specifieke onderwijsbehoefte van leerlingen benoemd. De derde fase van het plannen, ook wel organiseren genoemd, staat in het teken van het clusteren van leerlingen en het opstellen van een groepsplan. In de laatste fase, de fase van het uitvoeren, ook wel realiseren genoemd, wordt het groepsplan uitgevoerd. Wanneer er planmatig gewerkt wordt in een cyclisch proces is er sprake van een succesvolle implementatie van HGW (Pameijer e.a., 2009).

GroepsbesprekingAan de hand van de checklist voor een groepsbespreking bereidt de leerkracht de groepsbespreking voor (zie bijlage 2 checklist groepsbespreking). Het doel van deze checklist is het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Ook is de groepsbespreking een moment van evalueren. In hoeverre zijn de leerlingen gegroeid. Wat gaat er goed? Wat kan anders?

De volgende punten komen hierbij aan de orde:- De organisatie, sfeer en communicatie: Hierbij evalueert de leerkracht hoe het gaat betreffende klassenmanagment, samenwerking met leerlingen en gesprekken met ouders.

-De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben: de leerkracht bekijkt of er leerlingen zijn die extra begeleiding nodig hebben. Deze leerlingen worden tijdens de leerlingbespreking besproken.

- De leerlingen waarvan de onderwijsbehoeften nader besproken dienen te worden: ook hierbij gaat de leerkracht na voor welke leerlingen er overleg nodig is met de Intern Begeleider, Ambulant Begeleider en/of de Interne Zorgcommissie.

- De clustering van leerlingen: de leerkracht gaat na of er vragen zijn of begeleidingsbehoeften met betrekking tot clustering van leerlingen.

-Het opstellen van het groepsplan: de leerkracht gaat na of er vragen zijn met betrekking tot doelen en het onderwijsaanbod voor de hele groep, de subgroepen of een individuele leerling(en).

Het realiseren van het groepsplan: De leerkracht stelt zich voor hoe het groepsplan er in de praktijk eruit zal zien zoals het nu is opgesteld. Wanneer er nog vragen zijn, kan dit besproken worden met de Intern Begeleider of medecollega’s.

Ambitie:Op de Al- Qoebaschool beschikken de leerkrachten over interventies om tegemoet te komen aan enkelvoudige (lichte) ondersteuningsbehoeften op het gebied van gedrag.

Doelstellingen De leerkrachten werken met het ABC-model om leerlingen feedback te geven op hun

gedrag en ze te stimuleren tot gedragsverandering; De school beschikt over enkele relevante programma’s (zoals Kanjer, een SoVa-

training); Leerkrachten kunnen gedragsregulatie-technieken inzetten, zoals ‘stop-denk-doe’.

Ambitie:Ondersteuning van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte bij het leren leren

Doelstellingen:

Op de Al Qoebaschool signaleren de leerkrachten leerlingen die ondersteuning nodig hebben bij executieve functies;

Leerkrachten beschikken over verschillende interventies om het leren leren te bevorderen, zoals het leren van flexibiliteit, timemanagement, planning;

De leerkrachten kunnen interventies inzetten, gericht op het beheersen van emoties (werken met een thermometer, buitenspelen met een kaart).

Ambitie:Vroegtijdige signalering leer-, opgroei- en opvoedproblemen

Doelstellingen: Op de Al- Qoebaschool is diagnostische expertise aanwezig om tijdig leer-, opgroei-

en opvoedproblemen van leerlingen te signaleren. Leerkrachten observeren regelmatig leerlingen, zowel in de klas als op het

schoolplein. Leerkrachten hebben regelmatig contact met ouders om over de ontwikkeling van hun

zoon/dochter te praten. De school onderhoudt contacten met schoolmaatschappelijk werk en indien wenselijk

met CJG.

Handelingsgericht integraal indicerenVolgens Pameijer, Van Beukering, & De Lange(2009) staan de onderwijsbehoeften van leerlingen centraal, het gaat om afstemming, wisselwerking en constructieve samenwerking tussen leerling, leerkracht, intern begeleider, ouders en eventueel externe zorgverleners, de leerkracht doet ertoe, de positieve aspecten zijn van groot belang, het handelen is doelgericht en de werkwijze is systematisch, in stappen en transparant.

De stand van zaken op de Al Qoebaschool in het kader van het handelingsgericht indiceren zijn de ouders van leerlingen gelijkwaardige partners. De schoolontwikkeling van hun kind wordt besproken en er wordt gevraagd naar de thuissituatie. Ouders vormen een belangrijke informatiebron voor de school. De ontwikkeling van de leerling op school en de leerdoelen staan op de voorgrond. Ook wordt er in samenwerking met ouders doelen opgesteld voor de thuissituatie. Op deze manier is school en thuis in evenwicht en worden ouders gestimuleerd om hun kind thuis extra ondersteuning te geven. De ondersteuningsbehoefte van ouders is nog niet opgenomen in het ontwikkelingsperspectief. De ambitie is om dit als onderdeel toe te voegen aan het ontwikkelingsperspectief. De SMW+ medewerker heeft hier in belangrijke rol in en is dan ook aanwezig tijdens de gesprekken met ouders waarin dit wordt besproken. Ouders en school werken op deze manier constructief samen.

Omgaan en managen van ontwikkelingsperspectievenHet ontwikkelingsperspectief (OPP) is een omschrijving van wat de school met een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte wil bereiken.

Een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte bij een of meer vakgebieden een achterstand van meer dan tien DLE. (Bos, 2012). Wanneer een leerling voor een of meerder vakken bij het einde van de basisschoolperiode maximaal eindgroep 7 zal behalen, dient deze leerling voor het desbetreffende vak losgekoppeld te worden van het reguliere leerstofaanbod. De leerling krijgt een eigen leerlijn. Op deze manier dient de school passend onderwijs te bieden. De Al Qoebaschool ontwikkelt zich nog op het gebied van het opstellen en evalueren van een OPP. De Intern Begeleider heeft nu nog een belangrijke rol hierin en is dan ook de voortrekker.De ambitie is dat leerkrachten vaardig worden in het zo zelfstandig mogelijk opstellen van ontwikkelingsperspectieven. En dat de Intern Begeleider het proces bewaakt.

Doelstelling: OPP wordt aangepast, format SPPOH is wordt hierbij gehanteerd en eventueel

uitgebreid.

Interne Zorg Commissie- MDO Vijf keer per jaar vindt er een Interne Zorgcomissie bespreking plaats op de Al Qoebaschool. De Interne zorgcommissie komt bijeen om advies te geven aan de Intern Begeleider, leerkracht en ouders. Wanneer een leerling na inzet van extra zorg niet voldoende groei laat zien of vooruitgang boekt of met kan komen met het onderwijs op de Al Qoebaschool, komt een leerling in aanmerking voor een bespreking.

De interne zorgcommissie van de Al Qoebschool bestaat uit een voorzitter (IB’er), de directeur, ambulant begeleider vanuit het samenwerkingsverband, schoolpsycholoog, schoolmaatschappelijk werkster en de schoolarts. Ouders worden ook uitgenodigd. De leerkracht de aanvraag na overleg met de IB’er en ouders en maakt een verslag met behulp van een formulier(zie bijlage 8 groeidocument IZC) . Dit formulier is kortgeleden door de IB’er aangepast en de vragen handelingsgerichter dan voorheen. Dit document is nu ook een groeidocument geworden. Zo is de ontwikkeling van de leerling direct te zien. De IB’er voegt leerprestaties toe aan het verslag. De leerkracht en ouders de leerkracht krijgen direct advies. Dit overleg is niet altijd multidisciplinair, maar het streven is dat externe behandelaars of betrokkenen standaard worden uitgenodigd bij het overleg. De IB’er werkt het verslag bij met de gemaakte afspraken en de gegeven adviezen. Op deze wijze ontstaat er een groeidocument. De leerling wordt besproken tot de leerkracht en de leerling geen onderwijs- en ondersteuningsbehoefte meer heeft.

Doelstellingen: IZC Interne zorgcomissie wordt MDO (structuur blijft hetzelfde) Groeidocument aanmelding MDO wordt aangepast (efficiënter en inclusief doelen

voor ouders en leerlingen (vanuit leerling zelf)

Onderwijs langdurig zieke leerlingenSinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat om die kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn. Voor kortdurende ziekmeldingen kunnen de bestaande schoolafspraken worden gehandhaafd.

Het is van groot belang, dat de school tijdens het ziek zijn contacten organiseert met het zieke kind. Het is natuurlijk belangrijk ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Nog belangrijker is het gevoel van het zieke kind “erbij te blijven horen”. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepslera(a)r(en) en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bv. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en evt. contact met behulp van e-mail en webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden van zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. We realiseren ons, dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Volgens de wet: Ondersteuning aan zieke leerlingen, kan de school een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst. De Al-Qoebaschool neemt contact op met het HCO/onderwijs zieke leerling.

De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen is als volgt:1 Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis

wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken.

2 De groepsleerkracht(en) en de intern begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen externe hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen.

3 De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak. (wel of niet met externe begeleiding)

4 De school blijft verantwoordelijk, voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats

Passend Onderwijs en de rol van de Intern BegeleiderDe rol van de Intern Begeleider hangt af van het type school waar de Intern Begeleider werkzaam is en de rolverdeling met de directeur, de SMW’er en anderen. De Intern Begeleider is regievoerder van de interne zorgstructuur en van een leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

De Intern Begeleider maakt samen met de adviseur Passend Onderwijs en de Schoolmaatschappelijk werker deel uit van de schoolondersteuningscommissie (SOC). Hierbij heeft de Intern Begeleider een centrale rol en is een belangrijke functionaris in de

opzet van het samenwerkingsverband. De Intern Begeleider is een schakel vanuit de basisondersteuning naar de extra ondersteuning en de hulpverlening.

Externe organisaties

Onze school staat midden in de gemeenschap. Wij streven naar samenwerking met instanties in de wijk. Onze school onderhoudt daarom structurele contacten met externe instanties. Hierdoor halen we expertise binnen, waardoor we adequaat samen kunnen werken aan de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen daarvoor –als school, ouders en omgeving- een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De externe instanties waarmee we een relatie onderhouden zorgen voor advies, hulp en ondersteuning en dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede.

Daarom onderhoudt onze school systematische en gereguleerde contacten met: Voorschoolse voorzieningen Stichting Jeugdwerk CJG Den Haag Centrum SPPOH (samenwerkingsverband) OBD HCO en CED (Rotterdam) Pabo Hogeschool In Holland Johan de Witt scholengemeenschap Buurtscholen in het samenwerkingsverband: De Voorsprong, Prinsenhage, Savelberg

en Johan de Witt locatie Zusterstraat Stichting MEE Gemeente Den Haag, onderwijs, huisvesting Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) Wijkagent

4.10 Toetsing en afsluiting De leerstof in groep 8 is afgestemd op de overgang naar het vervolgonderwijs. In de maanden augustus tot en met januari worden de leerlingen voorbereid op de Cito-toets. Deze eindtoets verschaft informatie die van belang is voor het advies van de leerkracht omtrent de overgang naar een bepaalde vorm van voortgezet onderwijs.

5. Schoolklimaat

5.1 Veiligheid Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samen-werken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. De school heeft een pestprotocol. Pestgedrag wordt direct met alle betrokkenen aangepakt. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directeur en Intern Begeleider maken het pestgedrag bespreekbaar en maken afspraken. Belangrijk punt hierin is dat wij leerlingen blijven volgen. Het blijft niet bij een gesprek. De kans dat pestgedrag zich dan herhaald is uitermate groot. Ook worden alle gesprekken en afspraken geregistreerd in het dossier van de betrokken leerlingen (Parnassys). De methode Leefstijl waar de school mee werkt biedt een goed aanbod om pestgedrag te voorkomen. Biedt een aanbod voor sociale vaardigheden. Ook wordt er aan dacht besteed aan eigenwaarde. Veelal hebben leerlingen die pestgedrag vertonen moeilijkheden met hun eigenwaarde. Aan de andere kant zijn gepeste leerlingen kwetsbaar, ook zij hebben veelal moeilijkheden met hun eigenwaarde. Dus werken aan de voorkant. Voorkomen is beter dan genezen. Zoals eerder beschreven vullen leerlingen vragenlijsten in (ZIEN) m.b.t. sociaal emotionele ontwikkeling. In mei 2017 is de vragenlijsten Leer- en leefklimaat uitgebreid met veiligheidsbeleving. In oktober 2017 vullen alle leerlingen de vernieuwde vragenlijsten in.

De Al Qoebaschool volgt de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen en brengt deze in kaart door middel van het programma ZIEN . Dit programma is gekoppeld aan het Leerlingvolgssysteem van Parnassys, waar de school tevens mee werkt. Dit protocol is bestaat uit informatie en de gemaakte afspraken.

ZIEN is een instrument om de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen en te volgen. Zien is gericht op het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen op de basisschool.

Het emotioneel functioneren wordt bepaald door het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen waar te nemen.

Het sociaal functioneren wordt in kaart gebracht door vijf vaardigheden van sociaal gedrag te meten, die aangeven in welke mate er sprake is van pro-sociaal gedrag.

Welbevinden-betrokkenheid1. Sociaal initiatief2. Sociale flexibiliteit3. Sociale autonomie4. Impulsbeheersing5. Inlevingsvermogen

Er kan op individueel niveau, groepsniveau en schoolniveau gekeken worden naar de Sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen

Handelingsgericht werken1. Waarnemen2. Bergrijpen 3. Wegen4. Plannen5. Handelen6. Evalueren

De gemaakte afspraken en de borging zijn te vinden in het protocol als bijlage in het document “Zorg op de Al Qoebaschool”

AmbitieLeerlingen, ouders leerkrachten en iedereen die met onze school te maken heeft voelt zich veilig bij ons op school. De school werkt aan de randvoorwoorden hiervoor. Betrekt ouders en leerkrachten hierbij. De school signaleert en pakt onveilige situaties kortdaad aan.

Doelstellingen; Uitbreiden pestprotocol; De school organiseert structureel activiteiten voor een veilig klimaat; Scholing leerkrachten vernieuwde signalering veiligheidsbeleving, kennis, signaleren,

vaardigheden, aanbod en aanpak; LVS SEO ZIEN: Cyclisch elk jaar na de herfstvakantie afname vragenlijsten,

signalering, plannen en uitvoeren; (zowel op groepsniveau als op individueel leerlingniveau);

Ouders vullen oudervragenlijst SEO ZIEN in; Leerkrachten krijgen scholing over oudergesprekken ten aanzien van terugkoppeling

en bespreken uitslag vragenlijsten; Jaarlijks krijgen ouders een terugkoppeling van de uitslag n.a.v. vragenlijsten

leerkracht, ouder, leerling; Ouders krijgen oudersuggesties mee naar huis (zie Oudersuggesties ZIEN); Alle leerkrachten hanteren hetzelfde formulier voor het voeren van

ouder/kindgesprekken.

5.2 Pedagogisch klimaat Een positief pedagogisch klimaat

Op de Al-qoebaschool scholen werken leerkrachten aan een gezamenlijk gedragen (positief pedagogisch) schoolklimaat. Er zijn school- en groepsregels opgesteld. Leerkrachten en leerlingen zijn bekend met deze regels en deze regels worden gehandhaafd. De school werkt met de methode Leefstijl en gebruikt het leerlingobservatiesysteem ZIEN. Leerkrachten en leerlingen vullen vragenlijsten in. Aan de hand van deze vragenlijsten wordt het goed zichtbaar en concreet wat de beleving is vanuit de leerling en waar interventies nodig zijn. “ZIEN” is gekoppeld aan Parnassys en de SEO methode Leefstijl. Dit zorgt voor een goede overgang van aanbod-observatie-registratie-diagnose-doelen opstellen (cyclisch).

De leerkracht doet er toe, de inzet van leerkrachtvaardigheden is een belangrijke factor en doorslaggevend hoe goed het pedagogisch klimaat is. Soms hebben bepaalde groepen meer interventies nodig, de moeilijke groep. Een problematische groepsdynamiek binnen een groep kan het begeleiden van een groep moeilijker maken. De school kijkt dan wat er nodig is. Zo wordt er taakspel ingezet, de Intern Begeleider maakt samen met de leerkracht een plan van aanpak of een deskundige van het HCO wordt om advies gevraagd.

Op schoolniveau heeft de school gedragsregels voor leerlingen die zichtbaar is. Het is een uitdaging voor de school om schoolbreed aandacht te besteden aan het pedagogisch klimaat. Wat meewerkt is dat de methode Leefstijl (SEO) thematisch werkt en dat elke thema elk jaar terugkomt. Wat ook meewerkt is dat leerlingen elke ochtend de dag samen starten op het schoolplein. Dit moment kan goed benut worden om aandacht te besteden aan een thema dat actueel is op dat moment. Vooraf is het van belang om goed af te spreken welke thema’s aan bod komen in dat schooljaar en hoe de taakverdeling eruit ziet.

Ambitie:Binnen de school is het zichtbaar dat er gewerkt wordt aan een pedagogisch schoolklimaat.

Doelstellingen: 4 x per jaar wordt er projectmatig/schoolbreed aandacht besteed aan het pedagogisch

klimaat. De methode Leefstijl wordt hiervoor ingezet; Leerkrachten krijgen scholing over het pedagogisch handelen in de klas en op school

(schoolplein, gang, uitstapjes); Leerkrachten krijgen begeleiding n.a.v. klassenconsultaties.

5.3 Ouderbetrokkenheid Ouders en leraren werken op de Al-Qoeba samen aan het beste voor iedere leerling. De school ontwikkelt samen met ouders een heldere visie op samenwerking. Uit alle informatie van de school blijkt hoe belangrijk de school het samenwerken met ouders vindt. Ook in het gedrag van medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. Ouders en leraren werken voortdurend samen om het leren en een gezonde ontwikkeling van leerlingen te ondersteunen, zowel thuis als op school.

Ambitie:De school ziet en ervaart ouders als belangrijke partners.

Doelstellingen: Leraren leven pro-actief mee met de leerling en zijn/haar ouders, omdat de school

ervan overtuigd is dat de ontwikkeling van het kind ten goede komt; Ouders worden actief ingezet bij activiteiten. Taken en bevoegdheden zijn helder en

de school neemt de beslissingen; De school is er op gericht samen met de ouders pedagogische en onderiwjskundige

vraagstukken te onderzoeken en vorm te geven; Binnen heldere kaders beslissen ouders zo veel mogelijk mee; School en ouders voorzien elkaar pro-actief en tijdig van informatie die nodig is om

tot een goede samenwerking te komen;6. Onderwijsresultaten

Al-Qoeba doet het goed. Onze kinderen komen vaak met een achterstand binnen. We werken al vanaf groep 1 aan het wegwerken van achterstanden. We zien dat dat best goed lukt, maar helaas nog niet op alle gebieden.

6.1 Resultaten

6.2 Kwaliteitszorg Visie:Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch m.b.v. een checklist en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze ze medewerkers parallel verloopt.

Onze beleidsterreinen(kwaliteitszorg)

2017/2018

2018/2019 2019/2020

2020/2021

Levensbeschouwelijke identiteit X X X X

Leerstofaanbod X X

Taalleesonderwijs X X

Rekenen en wiskunde X

Sociaal-emotionele ontwikkeling X

Actief Burgerschap en sociale cohesie X X

ICT X X

Leertijd X

Pedagogisch klimaat X X X X

Didactisch handelen X X X X

Actieve rol van de leerlingen X X X X

Schoolklimaat X

Zorg en begeleiding X X

Passend onderwijs – afstemming X X X X

HGW X X

Opbrengstgericht werken X

Opbrengsten X X X X

Schoolleiding X

Beroepshouding X

Professionalisering

Integraal Personeelsbeleid

X

Interne communicatie X

Externe contacten X

Contacten met ouders X X

Voor- en vroegschoolse educatie X

Kwaliteitszorg X X

Doelstellingen We hebben inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie We beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen We beschikken over een evaluatieverslag en een jaarplan waardoor geborgd is, dat de

verschillende ambities minstens 1 x per jaar beoordeeld worden We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en

leraren We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en

jaarverslag) We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders) We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen

6.3 Kwaliteitscultuur Beroepshouding – professionele cultuur Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding.

Voor Peter Senge (1990) is de lerende organisatie bovenal een samenballing van geestkracht, visie en holistisch denken. Senge beschrijft in zijn boek vijf disciplines die leiden tot een omslag in het denken nodig is om tot een lerende organisatie te komen. Aan de hand van deze vijf disciplines heeft (Jutten, 2003) een vragenlijst ontwikkeld. Deze vragenlijst zal worden ingezet om te kijken hoe het ervoor staat met de professionele cultuur. Deze vijf disciplines zullen de leidraad zijn om professionele cultuur op een lerende school concreet te maken.

Vijf disciplines: persoonlijk meesterschap, mentale modellen, gemeenschappelijke visie, teamleren en systeemdenken.

AmbitieHet team van de Al-Qoebaschool heeft een professionele en opbrengstgerichte cultuur dat een positieve bijdrage levert aan een lerende school. Er is sprake van een Bottom up management. Leerkrachten zijn de professionals en ervaringsdeskundigen en hebben het meest zicht op de leerlingen van de Al Qoebaschool. Het is van belang om leerkrachten ruimte te geven voor eigenaarschap en innovaties.

Doelstellingen Teamleden

handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school; stellen zich collegiaal op; voelen zich medeverantwoordelijk voor de school, de leerlingen en elkaar; kunnen goed samenwerken; geven en vragen collegiale consultatie ; geven en ontvangen feedback; bereiden zich adequaat voor op vergaderingen en bijeenkomsten; voeren genomen besluit royaal uit; stellen zichzelf en het klaslokaal open voor anderen; staan open voor feedback; houden zich aan de gemaakte afspraken; zijn gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen; stellen zich behulpzaam op; beschikken over reflectieve vaardigheden. Leerkrachten krijgen scholing over professionele cultuur; Aandacht voor persoonlijke ontwikkeling van personeel Directie voert 2 x een meting uit hoe het ervoor staat met de cultuur op school, analyseert

en koppelt dit terug aan het team;