Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij...

46
PLASTISCHE OPVOEDING EERSTE GRAAD B + BVL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 1999 LICAP – BRUSSEL D/1999/0279/099

Transcript of Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij...

Page 1: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

PLASTISCHE OPVOEDINGEERSTE GRAAD B + BVL

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

September 1999LICAP – BRUSSEL D/1999/0279/099

Page 2: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen
Page 3: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

PLASTISCHE OPVOEDINGEERSTE0GRAAD B + BVL

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

LICAP – BRUSSEL D/1999/0279/099September 1999

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair OnderwijsGuimardstraat 1, 1040 Brussel

Page 4: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen
Page 5: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Inhoud

Het domein van de Plastische opvoeding............................................................................5

Plastische opvoeding als drager van christelijk geïnspireerde waarden..............................6

1 BEGINSITUATIE.....................................................................................................7

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN............................................................................8

3 ALGEMENE DIDACTISCHE WENKEN...................................................................8

4 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN.....................................9

4.1 Leerplandoelstellingen en leerinhouden............................................................................................94.2 Omschrijving van de leerinhoud......................................................................................................134.3 De ordening van de leerinhouden....................................................................................................134.4 Didactische wenken.........................................................................................................................14

5 EVALUATIE...........................................................................................................26

6 UITRUSTING EN DIDACTISCH MATERIAAL.......................................................27

7 BIBLIOGRAFIE......................................................................................................28

8 LIJST VAN DE ONTWIKKELINGSDOELEN.........................................................30

1ste graad B + BVL 3AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 6: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Het domein van de Plastische opvoeding

Beeldcultuur is onder andere via de massamedia sterk aanwezig in het leven van elke dag. Jongeren krijgen niet enkel hun vorming en opleiding op school, maar worden ook gevormd door de dagelijkse media-informatie, die merendeels via beelden verloopt. Wij beseffen dit onvoldoende en staan evenmin stil bij wat deze beeldenstroom bij hen teweegbrengt. De informatie die de jeugd via de media ontvangt, moet zij nog leren zinvol te interpreteren. De leerlingen uit de B-stroom vormen de minst weerbare groep. Zij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen vaak geen onderscheid maken tussen virtuele realiteit en werkelijkheid of tussen spel en ernst.René Magritte wees ons reeds in 1928 met het schilderij: “Ceci n’est pas une pipe” op dit fenomeen. Plastische opvoeding draagt bij tot het ontwikkelen van een weerbare kritische geest. Ze helpt jongeren beeldsignalen objectief te benaderen, er zin aan te geven en ze te evalueren.

Zoals we elke dag mediabeelden te zien krijgen, zo worden we ook dagelijks geconfronteerd met het wonder van de natuur. De schoonheid van mens en dier, plant en bloem, licht, kleur en gesteente blijft inspireren, blijft verwondering en bewondering opwekken.In een maatschappij die steeds verder evolueert naar een rationele, technologische en materiële samenleving kan de confrontatie met kunst en cultuur een bron van zingeving en levensvervulling zijn. Jongeren moeten opnieuw leren dromen, hun idealen terugvinden en inzien dat er in de harde werkelijkheid ook een boodschap en een zin zit. In Plastische opvoeding kunnen jonge mensen aangespoord worden om aan de cultuur deelachtig te worden. Hierdoor dienen zij vertrouwd te geraken met de wijze waarop kunstenaars erin slagen vorm te geven aan hun wereld.

Wij proberen een creatieve houding bij te brengen. Ons voortdurend veranderend maatschappijbeeld heeft nood aan creatieve mensen, die inventief en origineel kunnen zijn en die steeds een oplossing vinden voor nieuwe problemen.De Plastische opvoeding ontwikkelt bij jongeren de manier van denken die aan de basis ligt van de creativiteit. Ze ontwikkelt daartoe tevens de nodige attitudes van zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid. Door het beeldend creëren helpt PO en hun authenticiteit te vinden om zo op te groeien tot evenwichtige volwassenen.

De vaardigheden die aangeleerd worden bij beeldende activiteiten, individueel of in groep, en de evaluatie ervan, vormen een directe voorbereiding op onze samenleving en de arbeidsmarkt. Wij denken dan vooral aan culturele, technische, sociale, communicatieve en probleemoplossende vaardigheden, aan weerbaarheid, en aan zelfstandig werken en werkplanning.Deze vaardigheden dragen bij tot een alerte manier van waarnemen en uiteindelijk ook van denken. Ze vormen een basis voor het werken aan maatschappelijke redzaamheid.

1ste graad B + BVL 5AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 7: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Plastische opvoeding als drager van christelijk geïnspireerde waarden

Het christelijk opvoedingsproject streeft de totale vorming van de persoon na: de ontplooiing van hoofd, hart en handen. Het is gericht op de begeleiding van alle kinderen en jongeren in hun ontdekkingstocht naar waarden en in het verwerven van attitudes.Plastische opvoeding helpt de jongeren in hun groei naar verantwoordelijkheid, zelfvertrouwen en weerbaarheid.Het is duidelijk dat de mens meer is dan zijn kennis en kunde. Hij stelt ook de vraag naar bezinning en zingeving. Christelijk georiënteerd onderwijs veronderstelt ruimte voor een christelijk gerichte taak: voor jonge mensen een authentiek bestaansveld openstellen met evenveel aandacht voor de andere als voor zichzelf.In zijn “Filosofie van het gelaat” opteert Levinas voor een maatschappij waarin mensen mekaar “Face à face” kunnen ontmoeten. Dat veronderstelt echter een waarheidsgetrouw leefpatroon, uiterlijk zowel als innerlijk. Hij leert ons ook hoe ons bestaan een bestaan voor anderen is. Het gelaat van de ander raakt ons op een manier waardoor wij ons voor hem verantwoordelijk voelen. In onze multiculturele maatschappij mag dat gelaat geen bekoring zijn voor geweld en racisme.In het vak Plastische opvoeding kan een goed klimaat geschapen worden om dieper in te gaan op de zingeving van het bestaan, op de integrale persoonlijkheid van de jongere.

Plastische opvoeding is een vormingsdomein waarin het leren en de opvoeding geschieden aan de hand van beelden. Tijdens de beeldende activiteiten wordt bij de leerlingen de authenticiteit voortdurend aangesproken. Het vak leert hen het belang zien van een eerlijke kijk op zichzelf en hun omgeving. Het leren waarderen van de eigen persoonlijkheid met haar talenten en beperkingen is een eerste stap naar het kunnen ‘geven’ van zichzelf ten dienste van de anderen. Zo kan er respect en zelfs liefde groeien voor dingen die niet enkel de primaire lustgevoelens bevredigen. Via de verwondering voor hun eigen creaties en die van hun medeleerlingen kan een flinke stap gezet worden in een bredere kunst- en natuurbeleving. Dat scherpt hun gevoel van medeverantwoordelijkheid voor de schepping aan.

Plastische opvoeding is in eerste instantie een doevak waarin de gevoelswereld een eersteplansrol toebedeeld krijgt. Creativiteit en agressiviteit zijn twee polen van eenzelfde energieveld. Het leren richten en beheersen van deze gevoelswereld is een intensieve taak voor de leraar in de B-stroom, waar leerlingen dikwijls geconfronteerd worden met faalangst. Dit is een belangrijke stap in het beteugelen van vandalisme, pestgedrag, drugsgebruik, milieuvervuiling ...

Plastische opvoeding streeft dan ook naar grensoverschrijdende waarden, vooral in samenwerking met het gezin. Wij proberen ER TE ZIJN voor jongeren die vaak deze gezinswarmte moeten missen.

“Want het huis waar eenheid van streven onder de bewoners heerst, is het beeld dat op aarde de relatie van de mens met zijn Schepper het meest nabijkomt. Dit huis is altijd creatief in zijn streven, daar mensen er samenwerken voor één zaak of één ideaal”.

Edgar Cayce

6 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 8: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

1 BEGINSITUATIE

De leerlingen van 1B en BVL vormen een heterogene groep, zowel wat hun leercapaciteiten, hun belangstelling, mogelijkheden, leergierigheid als hun culturele en sociale afkomst betreft.De meeste leerlingen komen uit het basisonderwijs, enkele uit het buitengewoon lager onderwijs.Allochtone jongeren maken deze groep cultureel rijker, maar ook complexer.In het BVL zit een grote instroom van leerlingen die geen goede resultaten behaalden in 1A. Doorgaans zijn zij minder zwak voor schoolse prestaties als de leerlingen uit 1B, maar ze zijn door hun negatieve schoolervaring een stuk zelfvertrouwen kwijtgeraakt. Ook daardoor vergroot de heterogeniteit van het BVL.

Deze leerlingen kozen een praktische opleiding waar handigheid, kunnen en zijn, voorrang hebben op theoretische kennis en weten. Zij willen al doende leren en tonen belangstelling voor het onmiddellijk bruikbare. Meestal hebben ze een leergierige en onderzoekende houding tegenover de buitenwereld, ze gaan op verkenning en houden van actie en avontuur. Deze jongeren streven en verlangen naar bevestiging en tonen aan wie hen begrijpt, hun aanhankelijkheid en dankbaarheid.

In de dagelijkse realiteit zien we dat velen van hen een thuishaven missen door het afspringen van de relatie tussen hun ouders. De vaak hiermee samengaande verwenning door onder andere het enorme media-aanbod, dat snel en wisselend voor verstrooiing en amusement zorgt, is een zwakke schakel in de opvoeding.De vorming die zij vooral via tv en video krijgen is ongestructureerd. Zij consumeren alles zonder zich vragen te stellen omtrent de authenticiteit van het gebeuren.Door het zich spiegelen aan die nepwereld en het vaak missen van een morele leidraad en sturende leefregels is er een gebrek aan de noodzakelijke stabiliteit om zich te kunnen ontwikkelen en te handhaven in onze complexe samenleving.

Wat het beeldend vermogen betreft, vertrekken de leerlingen van de verworvenheden van de lagere school. Die kunnen erg verschillend zijn en gaan van eerlijke authentieke expressie tot stereotiepe oplossingen voor beeldende problemen. Wij bouwen verder op de fundamentele pijlers van de beeldopvoeding in het basisonderwijs, namelijk “beschouwen en creëren”:

– de leerlingen groeien verder in het ontwikkelen van een waardeoordeel bij kunst- en beeldbeschouwing;

– zij staan kritisch tegenover het massale audiovisuele aanbod;

– de beleving en de gerichte waarneming van beelden met zeggingskracht blijven de belangrijkste voorwaarden om te creëren;

– het grote doel is de intense vreugde-ervaring bij het tot expressie brengen van de eigen ideeën.

1ste graad B + BVL 7AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 9: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN

De leerlingen

– nemen een eerlijke open houding aan tegenover de mens, de natuur en de wereld van de beeldtaal;

– worden zich bewust van het groot aantal beelden dat dagelijks op hen afkomt:

· ordenen deze veelheid aan beelden,· staan kritisch tegenover mediabeelden,· ervaren dat de natuur de grootste harmonische ordening is, die ons rust en evenwicht geeft;

– ontwikkelen, door de confrontatie met de beeldende kunst, een waardeoordeel over kunstwerken uit verschillende perioden en culturen;

– leren de authenticiteit van een creatie begrijpen, ervan genieten en ze waarderen;

– kunnen door betasten en voelen, door kijken en zien impressies opdoen en deze op authentieke wijze verwerken in het eigen creatief werk waarin de beleving staat;

– nemen een creatieve houding aan tegenover beeldende en andere problemen, waar een beroep gedaan wordt op de inventiviteit en de authenticiteit;

– ontwikkelen hun inlevings- en voorstellingsvermogen door op oorspronkelijke wijze vorm te geven aan;

– verwoorden hun standpunten omtrent het eigen werk en de beeldende kunst en vergelijken die standpunten met de mening van anderen;

– verkennen en aanvaarden het eigen ik, winnen aan zelfvertrouwen en respecteren ieders eigenheid;

– vinden plezier en voldoening in het beeldende vormgeven en genieten van de creaties van anderen.

3 ALGEMENE DIDACTISCHE WENKEN

De leerlingen van 1B en BVL vragen een eigen aanpak en begeleiding om te groeien naar zelfstandigheid, een geloof in eigen kunnen en een evenwichtige persoonlijkheidsontplooiing.De lessen plastische opvoeding met hun specifiek karakter en vooral individuele begeleiding bieden alle kansen hiertoe. De leraar zal trachten een sfeer te creëren waarin deze jongeren de nodige geborgenheid ervaren om tot rust te komen en zichzelf te vinden in optimale creativiteit. Hij zal opsporen wat hen bezighoudt en hieraan zijn leerinhouden koppelen om zo ook de leermotivatie te vergroten.Tijdens de beeldende activiteiten zal men op zoek gaan naar het authentieke en in verbondenheid met de natuur en de kunst tot verwondering en bewondering komen. Waarden worden aangereikt, beleefd en geënt op een christelijk geïnspireerde visie, zoals eerlijkheid, rechtvaardigheid, loyauteit, solidariteit, levensfierheid en religiositeit.De vreugde die men beleeft bij het vormgeven van zijn ideeën maakt van deze jongeren gelukkige mensen, die geloven in zichzelf en in de anderen.

De rol van de leraar PO in 1B en BVL

Dit leerplan wil een leidraad zijn. Daarnaast zullen de leraars moeten steunen op hun professionaliteit en vooral hun creativiteit. Het leerplan plastische opvoeding is een open leerplan, dat aan de leraar de nodige ruimte biedt tot uitbouw van allerhande beeldende activiteiten.

Soms dringt een beperking van de leerinhoud zich op omwille van de beperkte infrastructuur of de accommodatie. Dat mag echter nooit ten koste van de kwaliteit van het gebeuren zijn. Er moet een optimale leersituatie gecreëerd worden, waarbij zoveel mogelijk doelstellingen worden bereikt.

8 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 10: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Van de leraar verwachten we volgende houding:

– zich inleven in de belevingswereld van zijn leerlingen, zodat een juiste keuze kan worden gemaakt uit thema’s die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de leerlingen;

– nadenken over doelstellingen, vormings- en leereffecten die binnen het gekozen thema met plastische opvoeding te bereiken zijn;

– onderwijs- en leersituaties plannen waarin deze doelstellingen nagestreefd kunnen worden;

– een degelijk jaarplan opstellen met aandacht voor de verticale opbouw en voldoende ruimte voor expressiedoelen;

– nagaan waar er mogelijkheden zijn voor vakoverschrijdend werken;

– de leerlingen met enthousiasme en deskundigheid tot het gewenste eindresultaat brengen, door hen te motiveren en te stimuleren in de opdracht;

– binnen de opdracht de leerlingen confronteren met kunst;

– het leerproces en de beeldende resultaten op geregelde tijdstippen evalueren door bespreking, en erop letten dat de mening van iedere leerling gerespecteerd wordt;

– zorg dragen voor de kwaliteit van de activiteit, zodat de les plastische opvoeding geen bezigheidstherapie wordt, waarbij technieken en materialen voorrang krijgen op de expressie van belevingsinhouden;

– zich permanent herbronnen met voldoende aandacht voor het actuele kunstgebeuren;

– de resultaten, tweedimensionaal of ruimtelijk, ter confrontatie aanbieden door ze te presenteren en tentoon te stellen in en buiten de school.

4 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGO-GISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN

4.1 Leerplandoelstellingen en leerinhouden

De leerplandoelstellingen, waarvan vele op het dynamisch-affectieve domein liggen, zijn streefdoelen: zij hebben een brede toepasbaarheid en vragen een lange integratieperiode. Niet alle leerlingen evolueren op hetzelfde tempo.

Verscheidene leerlingen hebben in de tweede en/of derde graad van hun studierichting geen plastische opvoeding meer. Daarom proberen we de ontwikkelingsdoelen in de eerste graad zo diepgaand mogelijk te realiseren.

In de leerplandoelstellingen zijn de ontwikkelingsdoelen die de overheid oplegt, opgenomen. Het nummer tussen haakjes verwijst naar het betreffende ontwikkelingsdoel. De meeste leerplandoelstellingen zijn basisdoelstellingen; de leerplandoelstellingen waar een (U) naast staat, zijn uitbreidingsdoelstellingen.

Binnen de leerplandoelstellingen zijn gradaties aanwezig, zodat de doelen voor uitbreiding vatbaar zijn.

Bv.: waarnemen: de leerlingen proeven (B), waarderen en genieten (U) van diverse kunstuitingen.Bv.: vormgeven: de leerlingen ontwikkelen een eigen authentieke beeldtaal door middel van de kleur

expressieve, impressieve en symbolische toepassingen nastrevenbasis en uitbreiding aanwezig binnen kleurenleer, beeldaspecten en materiaal en technieken.

1ste graad B + BVL 9AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 11: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Op verschillende plaatsen wordt ook verwezen naar de vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen. De hier gebruikte afkortingen zijn:

• BUZI: opvoeden tot burgerzin

• SOVA: sociale vaardigheden

• LELE: leren leren

• MIED: milieueducatie

• GEED: gezondheidseducatie

Waarnemen

De leerlingen

1 nemen aandachtig het aangeboden onderwerp waar door te kijken, te voelen, te belasten, te luisteren en te beschouwen (1)

Observatieoefeningen aan de hand van gerichte vragenWaarnemingsstudies van het portret, het personage, fauna, flora, voertuigen, gebouwen ... film- en videofragmenten ...Vertrekkend van de directe waarneming of degelijk fotomateriaal

2 vergelijken deze studie met vroegere ervaringen (1)

Vergelijkingen met fantasiebeelden, gemaakt zonder voorafgaande waarneming

3 ontdekken orde en harmonie in natuurbeelden

Beschouwende oefeningen en waarnemingsstudies van natuurbeelden:· het groeiproces van bomen, planten, groenten, vruchten ...· de camouflages van dieren in de natuur· ritmische ordeningen bijvoorbeeld honingraat, spinnenweb ...

4 leren het authentieke ontdekken, het essentiële van het bijkomstige onderscheiden

Stileringsoefeningen van bloemen, dieren ... om stereotypen te vermijden

5 ontdekken de elementen waaruit beelden zijn opgebouwd: de beeldaspecten, de materialen en de technieken en beseffen dat deze fundamenteel noodzakelijk zijn voor de expressie (2, 3)

Kunst- en beeldbeschouwing ter ondersteuning van de eigen vormgevende opdrachtenEigen werk: waarnemingsstudies, decoratieve opdrachten ...

6 beseffen dat deze waarnemingsbeelden de basis vormen voor hun fantasiebeelden

Kunstbeschouwing in functie van inhoud, beeldaspecten en techniekWaarnemingsstudies met het accent op het karakteristieke van het voorwerp als voorbereiding op decoratieve afleidingen, compositieoefeningen, ruimtelijke creaties ...

7 zien in dat beelden een boodschap inhouden, zeggingskracht hebben en bijgevolg kunnen manipuleren (2), (BUZI 9, 10), (GEED 3)

Bespreken en ontwerpen van advertenties, affiches ...Ontleden van filmbeelden, videoclips, reclamespots ...Kunstbeschouwing: de boodschap in de kunst wordt uitgedrukt in beeldenReclamebeelden: BenettoncampagneToepassingen op kleur: wisselende stemmingen

8 proeven, waarderen en genieten van diverse kunstuitingen (BUZI 5) (U)

Bezoek aan het kunstpatrimonium van een stad, museum, tentoonstelling ...

10 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 12: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

9 beseffen dat toevoeging van geluid aan een beeld een meerwaarde kan betekenen (4)

Bekijken van filmfragmenten met en zonder klank: het beeld krijgt een andere betekenis met een ander geluid

Vormgeven

De leerlingen

10 ontwikkelen een eigen authentieke beeldtaal vertrekkend vanuit het waarnemen (9)

Allerhande vormgevende opdrachten, twee- en driedimensionaal

11 door middel van de lijn gedachten en ideeën vastleggen (5, 6)

Schetsen in verschillende materialen en technieken

12 door middel van de kleur expressieve, impressieve en symbolische toepassingen nastreven (7, 17)

Schilderopdrachten: eigen visie op een actueel onderwerp Abstracte kleurencomposities vanuit kunstbeschouwingToepassingen waarin eenvoudige begrippen van kleurenleer aan bod kunnen komen, bv. kleurencontrasten, harmonieën, schakeringen ...

13 door middel van vorm onderzoeken hoe een beeld compositorisch is samengesteld en dit in eigen twee- en driedimensionale creaties (8)

Opdrachten in verband met decoratiesInterpretaties naar modelOpdrachten vanuit reclame na analyse ...

14 kennen de mogelijkheden en beperkingen van materialen en technieken en passen deze toe op eigen wijze (5, 9)

Grafische opdrachten: arceringen, gradaties ...Collages met papier, textiel ...Assemblages met allerhande vindmateriaalSchilderopdrachten: dekkend, transparant ...Ruimtelijke opdrachten: boetseren met klei, papier-maché ...

15 uiten op expressieve wijze hun ervaringen, ideeën en gevoelens ten opzichte van een maatschappelijk gebeuren (9, 17)

Thematische opdrachten, expressieoefeningen over verslaving, vriendschap, pestgedrag

16 hebben zorg en oog voor de presentatie van hun creaties en die van anderen

Passe-partout maken, presenteren van de werken in de klas en in het schoolgebouw, een tentoonstelling opbouwen met de resultaten ...

Verwoorden

De leerlingen

17 bezitten een beknopte kennis van de specifieke beeldtaal (2, 3)

Compositie, ritme, evenwicht, dimensie, harmonie, contrast ...

18 verwoorden hun mening over een onderwerp (10), (GEED 7)

19 kunnen het eigen werk verduidelijken (13)

1ste graad B + BVL 11AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 13: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

20 spreken appreciaties uit (11)

Bespreking van een thema, film, tentoonstelling, kunstwerk, reclamebeeld ...Bij de evaluatie, presentatie ...

21 ontwikkelen een houding van openheid en interesse voor de beeldende kunst van eigen of vreemde culturen en leren die verwoorden (10, 12), (BUZI 5)

Opdrachten in verband met een kunstbeschouwingOpdrachten bij een bezoek aan een museum, tentoonstelling, eventueel een kunstenaar, striptekenaar ...

Attitudes

De leerlingen

22 nemen een kritische houding aan tegenover het eigen werk en dat van anderen, onafhankelijk van stemming, voorkeur of vooroordeel (14), (BUZI 5)

Tijdens het creatief proces, de beeldschouwing, evaluatiemomenten ...

23 aanvaarden de reacties van anderen op het eigen werk (14)

Tijdens evaluatiemomenten, groepswerk ...

24 respecteren mens en natuur en het werk van anderen (MIED 3, 6)

Via natuurwandelingenVia het presenteren van de werken in de school

25 tonen hun solidariteit via groepswerk om de eigen inbreng af te stemmen op de kwaliteit van het geheel

Via groepscollages, assemblages, muurschilderingen ... (16), (GEED 8)

26 kunnen luisteren naar elkaar

Bij groepswerk, evaluatiemomenten, brainstorming ...

27 worden weerbaarder tegenover mediabeelden (GEED 3)

Bij besprekingen van affiches, reclamespots, videoclips, soaps ...

28 leren de aangereikte informatiebronnen raadplegen (15)

Bij opzoekingswerk over een bepaald onderwerp, kunstenaar ... in de schoolbibliotheek

29 durven hun gevoelens uitdrukken in hun creaties (17)

Bij vrije expressie over een maatschappelijk gebeuren ...

30 gaan met respect om met materiaal en gereedschap (MIED 3, 10)

Tijdens het creatief procesOnderhouden en opbergen van het eigen of schoolgerief

31 winnen aan zelfvertrouwen bij het oplossen van beeldende problemen

Door het creatief proces groeien naar zelfstandigheid

32 beleven vreugde in het creëren van werkstukken

Door een positieve waardering en een stukje vrijheid die zij ervaren, maar ook door het enthousiasme en de gecreëerde sfeer

12 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 14: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

4.2 Omschrijving van de leerinhoud

De leerinhoud van het vak Plastische opvoeding wordt bepaald door drie componenten: het onderwerp, de vormgeving en het medium.

Het onderwerp

In de les plastische opvoeding evolueert de activiteit van de leerling van beschouwend omgaan met beelden tot zelf vormgeven. Wil het onderwerp optimale kansen bieden tot creatieve ontwikkeling dan zal het aan volgende criteria moeten voldoen:

– een herkenbaar gegeven zijn en zich bij voorkeur bevinden in de leefwereld of interessesfeer van de leerlingen;

– de leerlingen confronteren met problemen van plastische aard, een uitdaging zijn om het beeldend denk- en uitdrukkingsvermogen te ontwikkelen;

– kansen bieden tot creatieve aanpak, verwondering en esthetische beleving om zo te resulteren in een authentiek werk.

De vormgeving (beeldaspecten)

In de dagelijkse omgang met de natuur en de beeldstructuur stuiten we steeds op beelden die onlosmakelijk verbonden zijn met beeldaspecten: lijn, vorm, kleur, compositie en andere. Deze verlenen het beeld identiteit en zeggingskracht.Beeldaspecten ontlenen wij ook aan de beeldende kunst. De aangeboden kunstbeschouwing kan een uitstekende leidraad zijn om deze kenmerken van de verschijningsvorm niet alleen te ontdekken, maar ook te analyseren en te begrijpen. Wij denken aan lijn, vlak, volume, verhouding, ritme, compositie, beweging, contrast, structuur, textuur en andere.Na het observeren van de beeldaspecten in de hen omringende beelden, zullen de leerlingen ze zelf gaan hanteren in de eigen beeldende opdrachten.De authentieke wijze van omgaan met deze elementen zal de kwaliteit van het werk bepalen.

Het medium (materialen en technieken)

Wanneer de leerling gestalte geeft aan zijn belevingsinhoud, doet hij een beroep op materialen en op specifieke technieken. Elk materiaal heeft zijn karakter en is niet zomaar geschikt voor elke beeldende opdracht. Daarom denken we na over de keuze ervan, zodat ieder beeldend probleem opgelost wordt met de materialen en technieken die er het best voor geschikt zijn.We bedenken geen opdrachten vanuit technieken. Materialen en technieken worden gekozen in functie van het onderwerp en de vormgeving (beeldaspecten).Geen enkele techniek kan als exclusief voorbeeld gesteld worden. Leerlingen gaan op persoonlijke wijze om met het aangeboden materiaal en ontwikkelen hierdoor een eigen techniekbeheersing.Het aanbod van materialen is erg ruim. Eigenlijk kan er met bijna alle materialen gewerkt worden. Voor tweedimensionale opdrachten denken we aan potloden, stiften, balpen, allerhande krijtjes, inkten, plakkaat-, acryl- en waterverf en eventueel de onderlinge combinatie. Driedimensionaal kan je werken met bijvoorbeeld klei, papier-maché, houtpulp, papier- en kartonsoorten, textiel, hout, allerhande vindmateriaal, stenen, schelpen, organisch materiaal, metaaldraad en andere.Wanneer deze laatste als drager functioneren, kunnen de materialen vernoemd voor tweedimensionale opdrachten hierop gebruikt worden.

4.3 De ordening van de leerinhouden

Om met de beeldende activiteiten een zo ruim mogelijk geheel aan doelstellingen te realiseren, op gebied van waarnemen, vormgeven, verwoorden en attitudevorming, opteren we voor een bundeling van opdrachten in werkgehelen.

1ste graad B + BVL 13AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 15: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Het gegeven, noem het een thema, staat centraal. Vanuit verschillende opdrachten wordt er rond dit concreet gegeven gewerkt.Willen we op de interesse van de leerlingen kunnen rekenen, dan is inleving en betrokkenheid nodig bij het aangeboden onderwerp, vandaar het belang van de keuze ervan. Het aangebodene moet zoveel mogelijk te maken hebben met een eigen situatie of die van leeftijdsgenoten; met hun bekommernissen, hun angsten, hun vreugden, hun agressiviteit en hun dromen. Dit wil niet zeggen dat er van geen ander uitgangspunt mag vertrokken worden; zo kunnen bijvoorbeeld historische, etnische, avant-gardistische thema’s resulteren in mooie opdrachten.

Een bundeling van opdrachten geeft de leerling beter zicht op het thema, vermits het uitgediept wordt in de verschillende deelaspecten, gaande van observatieoefeningen, het verzamelen van documentatie en informatie tot de verschillende beeldende opdrachten.Wanneer zich een probleem stelt bij het creatief proces bij de leerling, kan de leraar vanzelfsprekend nieuwe inhouden aanreiken, in de mate dat deze voor die leerling op dat moment nodig zijn.Deze leerstofordening heeft raakpunten met projectonderwijs. Wanneer in verschillende vakken aan een project gewerkt wordt, zal de leraar plastische opvoeding zich in deze werkwijze herkennen.Wij moeten erover waken dat er verschillende beeldende opdrachten (keuze van materiaal en techniek, twee- of driedimensionaal) binnen één werkgeheel aangeboden worden. De aangereikte werkgehelen verder in het leerplan proberen dit duidelijk te maken. Met deze voorbeelden willen we slechts de methode illusteren. Ze zijn uitnodigend bedoeld, geenszins dwingend. Wij dienen ons ook te realiseren dat sommige voorbeelden tijd- en plaatsgebonden zijn.

4.4 Didactische wenken

4.4.1 Voor een goede organisatie en aanpak van de les plastische opvoeding volgen hier enkele praktische wenken

Een rustige, stimulerende sfeer is onontbeerlijk voor elke les PO. Hoe ontspannend het vak ook kan zijn, de uitgelatenheid van de speelplaats mag niet blijven voortduren tijdens de les.Een moment van rust kan hier wonderen doen. In een eerste lesuur van de dag is een bezinningsmoment zeker op zijn plaats. Een creatieve leraar kan dit gegeven zelfs inpassen in het eigentijdse thema van de les. Dit zal de vakoverschrijdende waarden zeker ten goede komen. Een creatief proces kan meerdere momenten van verwondering en bezinning inhouden. Zo kan er bijvoorbeeld bij een lesonderwerp over het zelfportret even gewezen worden op de innerlijke schoonheid die in de uiterlijke verschijningsvorm van elk gelaat terug te vinden is.

Wij wijzen de leerlingen erop alleen het essentiële op de werktafel te leggen. Het etaleren van al hun materiaal beperkt hen niet alleen in hun bewegingsvrijheid, maar het leidt hen ook af. Dit is niet enkel een praktische raadgeving, het houdt ook een opvoedkundige waarde in, namelijk hoofdzaak van bijzaken onderscheiden. (LELE 8, 12)

Wij zorgen ervoor dat het beeldmateriaal en de presentatie van goede kwaliteit zijn. Wij presenteren de beelden zodat voor elke leerling in de groep de waarneming optimaal is. Foto’s kunnen getoond worden tegen een witte achtergrond. Dia’s en videomateriaal behoren ook van onberispelijke kwaliteit te zijn.

Groepswerk is boeiend om leerlingen zowel een creatieve als sociale werkwijze bij te brengen; maar vraagt een doordachte aanpak. Het vraagt een begeleiding die tegelijkertijd de teugels stevig vasthoudt en toch voldoende vrijheid laat voor het eigen initiatief van de leerling. Enig psychologisch inzicht van de leraar is belangrijk om de groepen zo samen te stellen dat niet enkel bevriende of meerbegaafde leerlingen in één en dezelfde groep samenwerken. (16), (LELE 6) (SOVA 5, 6, 7, 15)

De ervaring leert dat documentatiemappen per onderwerp, van bijvoorbeeld dieren, planten, landschappen, menselijke houdingen, voertuigen ..., erg nuttig kunnen zijn ter aanvulling van de waarneming of het beeldend geheugen. Video-opnames, geïllustreerde vaklectuur, boeken over beeldende kunst ..., horen thuis in de documentatiekast. (LELE 7)

14 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 16: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Een werkschriftje of mapje is handig voor allerlei informatie (leerinhouden in verband met compositie- en kleurenleer, een video- of filmbespreking en andere) en documentatie (bijvoorbeeld over kunstenaars, ter ondersteuning van de beeldende opdracht) die de leerlingen krijgen van de leraar of zelf aanleggen. (15), (LELE 12)

Muziek op de achtergrond in de tekenklas kan stimulerend werken. Deze kan nuttig ter ondersteuning aangewend worden in het creatief proces. Immers de muziekwereld kent heel wat overeenkomsten met de wereld van de beeldende kunst, denken we aan ritme, klankkleur, romantiek, expressie, warmte, compositie en andere.

Het is belangrijk dat de leraar PO de leerlingen betrekt in het onderhoud en dus tevens in de sfeer van het lokaal. Het principe dat de vervuiler ook moet instaan voor het opruimen van zijn eigen milieu wordt hier letterlijk toegepast. Elke plastisch creatieve bezigheid laat haar sporen na. Van de leerling wordt niet alleen verwacht dat hij zijn eigen materiaal onderhoudt maar hij is tevens verantwoordelijk voor het gemeenschappelijk gerief en het in orde houden van het vaklokaal. Ook het selectief scheiden van afval behoort tot de doelstellingen van de lessen. (MIED 1, 10)

In overleg met de directie en de vakcollega’s presenteren wij de artistieke werken van onze leerlingen in het schoolgebouw. Dit is een mogelijkheid om waardering te uiten en te motiveren en tegelijk om de school te verfraaien met eerlijke, authentieke werken.

Alleen confrontatie met echte kunst kan leiden tot kunstbeleving. Daarom proberen wij zoveel mogelijk gelegenheden te creëren om tentoonstellingen te bezichtigen en musea te bezoeken.

Wij benutten iedere gelegenheid om vakoverschrijdend te werken. Het projectmatig of thematisch werken biedt alle kansen hiertoe. We denken aan de vakken godsdienst, natuurwetenschappen, maatschappelijke vorming, technologische opvoeding en andere. Hier dienen zich mogelijkheden aan om vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen na te streven.

Horizontaal en verticaal overleg met de vakcollega’s is vanzelfsprekend. Men kan van gedachten wisselen over het jaarplan, inhouden, projecten, het presenteren van het leerlingenwerk, aankoop van gemeenschappelijk tekenmateriaal en andere. Bij het organiseren van vakwerkgroepen in een scholengemeenschap of regio kan men van gedachten wisselen over de visie op het vak, de werkwijze, het plannen van gemeenschappelijke activiteiten, en andere.

Inspelen op de invloed die de massamedia op de leerlingen van de B-stroom hebben, is belangrijk. De leraar informeert zich best over de mediaproducten die zij veelvuldig consumeren. Opgenomen fragmenten uit tv-programma’s, soaps of tekenfilmseries kunnen kritisch bekeken en besproken worden.Hierdoor kunnen wij bepaalde waarden aanreiken en weer andere relativeren. (BUZI 9, 10)

Dit geldt ook voor film en video. Hier volgen enkele suggesties in verband met filmopvoeding:

– filminformatie doorgeven

in verband met goede speelfilms: met regelmaat de leerlingen een videotheeklijstje bezorgen van waardevolle films om hen gerichter en kritischer te leren kiezen en kijken;

– leren omgaan met de camera; tegelijkertijd begrippen aanbrengen als: scenario, kadrering, montage, sequenties en andere. Zo spelenderwijs kennismaken met de elementaire filmgrammatica:

de belangrijkste parameters van de opname: licht, kleur en geluid,het geluid als ondersteuning bij het beeld,de verschillende mogelijkheden van de camera-afstand,de verschillende beroepen die bij het maken van een film betrokken zijn;

– keuze van de film

op het niveau van de leerlingenin functie van een vakoverschrijdend doel (opvoeden tot burgerzin, milieueducatie ...).

1ste graad B + BVL 15AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 17: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Organisatievormen voor de verwerking van de film: een filmforum organiseren in klasverband. Dit veronderstelt een goede kennis van de film en een uitvoerige analyse ter beschikking hebben. De bespreking kan in de documentatiemap of in een begeleidend schriftje opgenomen worden.Bij een bepaalde film kan een quiz of een kruiswoordraadsel gemaakt worden. Het loont de moeite leerlingen actief te betrekken bij het verwerkend filmgesprek door middel van een panel. In dit panel verwoorden de leerlingen hun ervaringen naar aanleiding van de film. De leraar stuurt het gesprek met gerichte vragen.

– mogelijke vragen bij de verwerking:

wie is regisseur? wie zijn de belangrijkste acteurs? is de film thuis te brengen in een bepaald genre (amusementsfilm, thriller, sprookjesfilm,

animatiefilm ...)? wat wil de regisseur met deze film vertellen (de boodschap, het thema)? In welke fragmenten

komt dit duidelijk tot uiting? Bijvoorbeeld:A little princess: ode aan de kinderlijke fantasie, vader-dochterrelatieStand by me: wegwijzer naar volwassenheidThe gods must be crazy: levensvreugde, vergelijking tussen twee verschillende culturenGorilla’s in the mist: bewondering en respect voor de natuurThe secret garden: de genezende natuur, vriendschap

– aanknopingspunten met de beeldende kunst

Edward Scissorhands: kleurensymboliek The secret garden: kleurensymboliek A little princess: beeldmetaforen The secret garden: beeldmetaforen

– mogelijke beeldende opdrachten:

The gods must be crazy: etnisch masker, reclameadvertentie over consumptieproduct Antartica: geschilderde vrije expressies aan de hand van filmfragmenten Edward Scissorhands: geboetseerde figuren met klei Gorilla’s in the mist: collage regenwoud Microcosmos: vrije expressie over het insectenrijk

4.4.2 Werkgehelen

Deze reeks van werkgehelen wil enkel voorbeelden geven van de manier waarop bepaalde doelstellingen concreet gerealiseerd kunnen worden. Voor elk voorbeeld worden eerst de doelen geformuleerd: dit zijn overkoepelende doelstellingen, die door de leraar moeten omgezet worden naar een reeks concrete lesdoelstellingen. De bij een thema geformuleerde doelen groeperen telkens een aantal leerplandoelstellingen. De lesdoelstellingen zijn beperkter, maar ook talrijker. Zij moeten de concretisering inhouden van de verschillende leerplandoelstellingen. In elke les, of minstens in elk werkgeheel moeten doelstellingen vooropgezet worden met betrekking tot waarnemen, vormgeven, verwoorden en tot attitudevorming.

Thema: Het bos, de natuur in de herfst (vakoverschrijdend natuurwetenschappen)

Opmerking: dit thema leent zich uitstekend tot vakoverschrijdende samenwerking met natuurwetenschappen.

■ Boswandeling in de herfst

Doel: bewonderen van de organische structuur en de natuurpracht van het bos in de herfst

16 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 18: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Didactische aanpak: • verzamelen van gekleurde herfstbladeren, gamma van kleurtinten• deze bladeren laten drogen per soort om nadien te verwerken in beeldende

opdracht• verzamelen van takje met vruchten (bessen, noten, kastanjes, eikels en

andere)voor waarnemingstekenen

■ Waarnemingsstudie

Doel: de karakteristieke, organische structuur ontdekken en weergeven

Didactische aanpak: studie naar vorm, verhoudingen, kleur en plasticiteit - schetstechniek in kleurpotlood

■ Compositieoefening: detail uit vorige waarnemingsstudie

Doel: • een ritmische compositie opbouwen met detail• een harmonische wit-zwartverdeling bekomen

Didactische aanpak: • boeiend detail uit waarneming halen door middel van venstertje; hiermee ritmische

compositie opbouwen door toepassing van spiegeling, verschuiving, rotatie e.a.

• de compositie in een evenwicht wit-zwartverdeling zetten met zwart stiftje en Oost-Indische inkt

• kunstbeschouwing: grafisch werk van F. Masereel, J. Cantré, Picasso en andere

■ Waarnemingsstudie: naakte boom

Doel: de karakteristieke en organische structuur ontdekken en weergeven

Didactische aanpak: studie naar vorm en onderlinge verhoudingen, uitgevoerd in schetstechniek met houtskool

■ Vrije expressie: het bos in de herfst

Doel: authentieke visie op het bos in sfeerperspectief aan de hand van aangeleerde studies

tekenen en schilderen

Didactische aanpak: • aan de hand van de voorbereidende waarnemingsstudies het bos tekenen metwerkvormweergave van de ruimtesuggestie door overlapping, afsnijding, groot-klein, gedetailleerd, vaag en andere

• herfsttinten bekomen door menging van kleuren in plakkaatverftechniek• kunstbeschouwing: Constable, Van Gogh, impressionisten en andere

■ Groepswerk: collage van herfstbladeren op ruimtelijke drager

Doel: • bekomen van een harmonische kleurencompositie met organisch materiaal als decoratie-element

• samenwerken

Didactische aanpak: • ritmisch of organisch ordenen en aanbrengen van de verzamelde bladeren op bijvoorbeeld een grote cilinder of piramide (gemaakt bijvoorbeeld uit

kippengaas)als decoratieversiering voor de schoolhal of blikvanger voor herfstetalage. De bladeren worden met lijm bevestigd op de drager

• kunstbeschouwing: bloem- en plantendecoraties van Daniële Ost

1ste graad B + BVL 17AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 19: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

of

■ Groepswerk: dieren uit het bos (vledermuis, everzwijn, vos, eekhoorn, uil en andere)

Doel: het karakteristieke van het gekozen dier op expressieve wijze ruimtelijk weergeven

Didactische aanpak: met 2 of 3 leerlingen basisvorm geven aan het dier met samengepropte kranten, papier

en plakband. Hierover werken met lagen krant of keukenrol en behanglijm. De gewens

te vorm met de details wordt uitgewerkt met papier-maché. Na het drogen schilderen

met dekkende verf. Eventueel toevoegen van veren, pels, koord en andere

Thema: Insecten - kevers

■ Waarnemingsstudies van opgezette insecten (kevers)

Doel: • observeren van opgezet dier naar vorm, structuur, kleur en volume• studie van globale naar gedetailleerde waarneming

Didactische aanpak: • opgezette insecten op piepschuim presenteren ter waarneming• globale weergave met waterverf met de klemtoon op de vorm, nadien

detailleringmet kleurpotloden

• kunstbeschouwing: Durer, boek: de ark van Noach van Rien Poortvliet

of

■ Grafische lijntekening: insecten (eventueel groepswerk)

Doel: gedetailleerde studie van insecten in grafische lijnenstructuur

Didactische aanpak: • globale weergave met het potlood• gedetailleerde weergave en grafische lijnenstructuur met de balpen• de individuele werken kunnen samengebracht worden op bijvoorbeeld grote

kartonnen zuil• kunstbeschouwing: Jan Fabre

■ Fantasieoefening: gekke kevers in mijn tuin

Doel: • kevers tekenen naar fantasie, zonder het essentiële van de waarneming te ver-liezen

• ruimte creëren door overlapping, groot en klein, kleurwijziging

Didactische aanpak: • fantasie stimuleren door klassengesprek of het bekijken van een film• expressieve weergave van de kevers in combinatie met planten• techniek: waterverf gecombineerd met pentekening• beeldbeschouwing: film: Microcosmos, Honey I shrunk the kids, en andere

■ Ruimtelijke opdracht: kevers in draad

Doel: • een vertrouwde vorm driedimensionaal weergeven• het materiaal (draad) ervaren en leren verwerken• tot goede samenwerking in de groep komen

Didactische aanpak: • ruime werkplaats met groot werkvlak voorzien• op groot formaat met enkele leerlingen (3), met kippengaas het karakteristieke

volume weergeven van een kever

18 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 20: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

• kunstbeschouwing: een bezoek aan de tentoonstelling: “Het beest verbeeld”(Kunstbank)

Thema: De menselijke figuur

■ Waarnemingsschetsen van leerlingen uit de klas

Doel: Het karakteristieke en de onderlinge verhoudingen in de mens leren ontdekken enweergeven

Didactische aanpak: • leerlingen poseren beurtelings van statische tot beweeglijke en zittende houding

• observatie en weergave van de onderlinge verhoudingen van het personage (bv. hoofd driemaal in trui, driemaal in de broek)

• van globale weergave naar detaillering in zuivere lijnvoering met potlood, balpen

of stift • silhouetweergave met het penseel• kunstbeschouwing: Degas, Ingres, Hockney, en andere

■ Geschilderde waarneming op groot formaat: leerling met gestreepte trui

Doel: het detail van de leerling observeren en in kleur weergeven

Didactische aanpak: • studie van de romp in globale schets met potlood• toepassing van de beeldaspecten, met aandacht voor de kleurweergave van de

kledingstukken en het verloop van de lijnen in de pull-over• techniek: plakkaatverf aangevuld-met-pastelkrijt• kunstbeschouwing: “Charles met gestreepte trui” van H. Evenepoel

■ Vrije expressie: “Ik word gepest op school”

Doel: • personages in de juiste (onderlinge) verhoudingen weergeven in een situatie• al beeldend op authentieke wijze gevoelens uiten ten opzichte van het

onderwerp

Didactische aanpak: • gesprek over het onderwerp• tekenen van groep leerlingen met pestgedrag, met aandacht voor de

onderlingeverhoudingen van het menselijk lichaam

• de potloodtekening wordt met de profileerpen in inkt gezet of symbolische enexpressieve kleurweergave in oliekrijttechniek

• kunstbeschouwing: Munch, Spilliaert, en andere

■ Waarnemingsstudie: het portret

Doel: het karakteristieke van het gelaat en hoofd weergeven, met aandacht voor de onder-

linge verhoudingen van hoofd, kapsel en zintuigen

Didactische aanpak: • leerlingen poseren voor elkaar en tekenen beurtelings elkaars portret• van globale schets naar gedetailleerd plastisch portret• uitgevoerd in schilderstechniek met plakkaatverf• kunstbeschouwing: Matisse, Van Gogh, Kees van Dongen, Sonia Delaunay,

e.a.

■ Karakterpop

1ste graad B + BVL 19AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 21: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Doel: • karakter van de theaterpop uitdrukken in het gelaat• expressie bekomen door onder andere de vorm van het hoofd en de onderlinge

verhoudingen van de zintuigen te veranderen

Didactische aanpak: • met papier-maché hoofd boetseren op kartonnen kokertje, schilderen met plakkaat-

verf• het kapsel uitgevoerd met koord, garen of pels. Aankleding van de handpop

met stofresten

Thema: Van spelonk tot wolkenkrabber (intercultureel en vakoverschrijdend)

■ Waarneming: hoe wonen en leven de mensen nu en vroeger in Amerika, Europa, het Nabije Oosten (Turkije, Egypte) en het Verre Oosten (China, Japan)

Doel: • inzicht krijgen in diverse woongelegenheden• herkennen van meetkundige figuren in gebouwen of woongelegenheden zoals

wolkenkrabber, tent, hut en andere• inzicht hebben in bouwwerken voor de eeuwigheid zoals piramiden, begraaf-

plaatsen• inzicht krijgen in verschillende wijzen van samenleven, afhankelijk van de

cultuur

Didactische aanpak: • per klas rond ander land werken• aan de hand van vragenlijst documentatie opzoeken over opgegeven land• maken van voorbereidende notities en schetsen• klassikale bespreking van de verzamelde documentatie over onder andere

woning,fauna en flora, het landschap

■ Groepswerk: individuele vrije expressieoefeningen samenbrengen tot een klasoverschrijdend groeps-

werk namelijk een reuzenkijkboek

Doel: • eigen visie geven op het opgelegde land en haar cultuur• ruimte suggereren door perspectief, overlapping, en andere

Didactische aanpak: • aan de hand van verzamelde documentatie een vrije expressie weergeven over het

opgelegde land • techniek: keuze uit waterverf, kleurpotloden, kleurstiften• de presentatie gebeurt klasoverschrijdend in een groot boek, dat ter inzage en

terdecoratie ligt in het schoolgebouw

• kunstbeschouwing: bijvoorbeeld verschillende bouwstijlen van vroeger en nu uit de

besproken landen: piramides, moskeeën, wolkenkrabbers en andere

Thema: Vissen

■ Schilderen naar waarneming van een vis (soort afhankelijk van het marktaanbod bv. pladijs)

Doel: • observeren van vis naar vorm en kleur• composeren van vis binnen opgegeven formaat• kleuren ontleden en benaderen door menging

Didactische aanpak: • vis hangend voorstellen of liggend in het zand schilderen met plakkaatverf, dek-

20 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 22: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

kend of verdund• kunstbeschouwing: “De Rog” van J. Ensor

■ Ruimtelijk vormgeven van vis

Doel: • vormgeven van vissen via opgedane vormenschat• werken met klei, bewerken van klei

Didactische aanpak: • klei bewerken met eenvoudig materiaal (vork, mes, fijne houten hulpmiddeltjes)• driedimensionale vorm geven of reliëf vormen: opzetten van klei-, kleideeltjes

opbrengen - uithollen - krassen – inkerven• kunstbeschouwing: schaal met vissen en kleipot van Picasso

■ Expressie: uitbeelden van een verhaal bijvoorbeeld de wonderbare visvangst

Doel: op eigen creatieve wijze een fragment in beeld brengen

Didactische aanpak: • vertellen of voorlezen van het Bijbelverhaal• vanuit de opgedane vormenschat en fantasiewereld een compositie opbouwen,

met aandacht voor de beeldaspecten, schilderen met plakkaatverf op karton• kunstbeschouwing: fresco’s Fra Angelico en Giotto

of

■ Grafiek: linosnede naar vis: mijn droomwereld onder water

Doel: • ontwerpen en uitvoeren van een expressieve voorstelling in een grafische techniek,

met aandacht voor een harmonische wit-zwartverdeling• volgens de juiste werkmethode linosnede maken

Didactische aanpak: • opbouwen van een persoonlijke vormgeving, rekening houdend met de beeld-aspecten, de wit-zwartverdeling

• hanteren van het typisch materiaal en gereedschap (linomesjes, linoleum, inkt e.a.)

• afdrukken op diverse papiersoorten met zwarte en bruine inkt op basis van water

• kunstbeschouwing: grafisch werk van Picasso, Masereel, en andere

Thema: Skateboard (eventueel voor BVL)

■ Waarnemingsstudie: rollerskates

Doel: weergeven van de karakteristieke vorm, verhoudingen, kleur en plasticiteit

Didactische aanpak: • van globale schets naar gedetailleerde studie op groot formaat van rollerskates van

de leerlingen• pastelkrijttechniek op bruin papier• kunstbeschouwing: schoenen van V. Van Gogh• beeldbeschouwing: aërodynamische vormgeving (fietsen - helm - wagens e.a.)

■ Decoratief ontwerp voor skateboard

Doel: ontwerpen van originele kleurrijke decoratie voor de plank van dit eigentijds vervoer-

middel

1ste graad B + BVL 21AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 23: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Didactische aanpak: • aan de hand van eigentijdse gadgets of symbolen of geïnspireerd door kunstenaar

een eigen ontwerp maken• toepassing van een kleurencontrast bv. kleur-tegen-kleur, licht-donker,

warm-koud• aanbrengen van het ontwerp op de (eventueel in de les technologische

opvoeding)uitgevoerde plank met acrylverf

• kunstbeschouwing: K. Haring

Thema: Kapsel (eventueel voor BVL ‘Haarzorg’)

■ Waarnemingsstudie van een strik

Doel: • vormgeven van mooie strik in het haar (of eventueel op verpakking)• studie naar waarneming met schaduwweergave van mooi gevormde strik

Didactische aanpak: • leren vormen van mooie strik (voor decoratief element als versiering: strik maken

uit stroken oud linnen gedompeld in behanglijm en bespuiten met verf)• van globale studie naar detaillering met aandacht voor de schaduwpartijen,

uitge-voerd met potlood en kleurpotloden

■ Schilderen van kapsel in achteraanzicht

Doel: • weergeven met verf van de monumentale karakteristieke vorm van het hoofd en

het kapsel

Didactische aanpak: • leerlingen poseren voor elkaar (zitten achter elkaar, zodat iedere leerling een ander

kapsel als model heeft; de eerste leerling schildert zelfportret in de spiegel)• weergeven van de structuur, de materie, licht en donkere partijen van de haren• van globale schets met het potlood naar gedetailleerde schildering met

plakkaatverf• kunstbeschouwing: personages op schilderijen van onder andere Ingres,

E. Hopper, Rembrandt, en andere

■ Ontwerpen en uitvoeren van haarspeld

Doel: • ontwerpen van functionele en originele haarspeld met geometrische motieven

Didactische aanpak • ontwerpen van reeks geometrische motieven, hieruit keuze maken rekening houdend met de speldvorm

• aanbrengen van het motief op de haarspeld uitgevoerd in Fimo, gekleurd papier,

rubber, en andere

Thema: Film: The gods must be crazy

■ Bekijken en bespreken van de film

Doel: • een kritische houding tegenover het medium film aannemen• onderscheid maken tussen het betekenisvolle filmbeeld en de commerciële

massa-beeldenstroom

• bewustworden van andere culturen en hoe deze onze cultuur verrijken

22 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 24: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

• verbanden leren leggen tussen geluid en beeld• ontdekken van de boodschap in de film

Didactische aanpak: • film bekijken met bespreking• leerlingen krijgen voorbereidende tekst• elementaire gegevens over de filmtaal: de auditieve elementen, het verhaal, de

aanwezige thema’s (bv.: vergelijking primitieve cultuur met Amerikaanse cultuur)

• begeleidend schriftje met gerichte vragen te gebruiken als nabespreking

■ Ontwerp bladwijzer met geometrisch motief

Doel: • kennismaken met etnische patronen• ontwerpen van geometrische compositie op zelf vormgegeven bladwijzer, ge-

schilderd in aarde tinten met plakkaatverf

Didactische aanpak: • kunstbeschouwing: etnische tekeningen uit Afrikaanse culturen• ontwerp en vormgeving van de bladwijzer• ontwerpen van compositie met geometrische patronen, geschilderd in

aardetintenin dekkende plakkaatverftechniek

of

■ Masker in half-reliëf

Doel: • kennismaken met de symbolische betekenis van Afrikaanse of andere etnischemaskers

• expressie van het gelaat in een masker leggen (uitgevoerd in allerhande mate-rialen)

Didactische aanpak: • op kartonnen drager een expressief masker uitvoeren in half-reliëf metorganisch

materiaal zoals papier- en kartonsoorten, lege verpakkingen, kartonnen kokers,vezels, veren en andere

• assemblage, collage• kunstbeschouwing: maskers uit het Zaïrebekken, Mexicaanse maskers, e.a.

of

■ Reclameadvertentie voor jeans (deze opdracht kan gegeven worden in BVL ‘Kantoor en verkoop’)

Doel: • zicht hebben op de typische Amerikaanse exportproducten zoals: cola, jeans, fastfoodketens (Mc Donalds)

• elementair kennis hebben van reclame-eigenschappen bijvoorbeeld kleurgebruik,

blikvanger, blikrichter, en andere• reclameadvertentie voor jeansbroeken onder collagevorm samenstellen

Didactische aanpak: • bruikbare teksten en beelden uit tijdschriften verzamelen en hiermee een origine-

le advertentie samenstellen, rekening houdend met de lay-out en andere aan-geleerde reclame

• eigenschappen• bekijken van mooie advertenties en vergelijken met minder kwalitatieve

1ste graad B + BVL 23AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 25: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

• kunstbeschouwing rond deze consumptieproducten: A. Warhol en Claes Oldenburg

AANVULLING VOOR HET BEROEPENVELD ‘HAARZORG’

De volgende uitgewerkte thema’s kunnen aangeboden worden in het bijkomend lesuur in het beroepenveld ‘Haarzorg’. Deze zijn bedoeld ter aanvulling van de vermelde werkgehelen.We zien ze gegroepeerd in drie grote thema’s, namelijk: ‘De menselijke figuur’, ‘De kappersbenodigdheden’ en ‘Kies je kleur’. Elk thema bestaat uit verschillende werkgehelen. Het spreekt vanzelf dat de hier opgenomen werkgehelen slechts voorbeelden zijn van hoe men bepaalde doelstellingen kan realiseren.Rekening houdend met het aantal lestijden kan men een keuze maken uit de verschillende deelaspecten. Voor elk voorbeeld worden eerst de doelen geformuleerd: dit zijn overkoepelende doelstellingen, die door de leraar moeten omgezet worden naar een reeks concrete lesdoelen. In elke les, of minstens in elk werkgeheel moeten doelstellingen vooropgezet worden met betrekking tot waarnemen, vormgeven, verwoorden en tot attitudevorming.De drie thema’s bieden mogelijkheden tot vakoverschrijdende samenwerking met de typische vakken van het beroepenveld.

Thema: De menselijke figuur

■ Waarnemingstekening van de totale figuur

Doel: • waarnemen van de onderlinge verhoudingen van hoofd, romp en ledematen• weergeven van het karakteristieke van de figuur

Didactische aanpak: • een leerling poseert in eenvoudige kledij: bv. trui en lange broek• de grote onderlinge verhoudingen en het karakteristieke worden weergegeven• globale weergave van het silhouet: vooraanzicht en achteraanzicht• uitvoering in houtskool en krijt, penseel en inkt of verf• kunstbeschouwing: Degas, Ingres, Delacroix, Hockney, Japanse tekeningen

e.a.

■ Waarnemingsstudie: het achterhoofd (zie leerplan 1B/BVL)

Doel: • het karakteristieke van het hoofd en kapsel weergeven met aandacht voor de onderlinge verhoudingen van hoofd, kapsel, hals en schouders

Didactische aanpak: • de leerlingen poseren voor elkaar• van globale schets naar detaillering van het kapsel• weergeven van de structuur, de materie, licht en donker partijen van de haren• van globale schets met de potlood naar gedetailleerde lijnuitvoering met

houtskoolof krijt

• kunstbeschouwing: Ingres, E. Hopper, Rembrandt, Matisse en andere

■ Ontwerpen en uitvoeren van een haarspeld (of oorhangers)

Doel: • ontwerpen van functionele en originele haarspeld (of oorhangers)

Didactische aanpak: • originele vormgeving ontwerpen met decoratieve versiering voor speld of oor-hangers

• aandacht voor de vorm- en kleurharmonie• uitvoeren van de decoratie in Fimo, gekleurd papier, rubber, metaal en andere

materialen• kunstbeschouwing: Art Nouveau, Jugendstil, Wiener Werkstatte en andere• documentatie van hedendaagse juweelontwerpers

24 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 26: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

■ Waarnemingsstudie van de handen

Doel: • het karakteristieke van de handen weergeven, met aandacht voor de onderlinge

verhoudingen van de vingers, handpalm en pols• inzien dat onze handen veel over onszelf vertellen

Didactische aanpak: • de leerlingen tekenen hun eigen linker- of rechterhand• van een globale opname gaan ze naar een gedetailleerde studie• lijntekening uitgevoerd in potlood• kunstbeschouwing: Dürer, Michelangelo, Rubens, Van Gogh, Matisse en

andere

■ Decoratief ontwerp voor een handbeschildering

Doel: • ontwerpen van een decoratief patronenspel om de handen te beschilderen

Didactische aanpak: • men kan starten vanuit: een andere cultuur, de natuur of een kunstenaar• ontwerpen van een motief• met het motief een patronenspel ontwerpen, dat als handbeschildering kan

gebruiktworden

• uitvoeren in grimemateriaal• kunstbeschouwing: Marokkaanse cultuur, etnische motieven, kunstenaars

bv. Roy Lichtenstein

■ Ontwerp van een ring

Doel: • ontwerpen van een functionele en draagbare ring

Didactische aanpak: • men kan de handbeschildering als inspiratiebron gebruiken• ontwerpen van een aangepaste vormgeving en motief• uitvoeren van de ring in metaaldraad, rubber, organisch materiaal• men kan hier ook gebruikmaken van een bestaande basisvorm, waarop verder

gewerkt wordt• kunstbeschouwing: catalogus: het juweel, hedendaagse juweelontwerpen, Art

Nouveau, Jugendstil en andere

Thema: De kappersbenodigdheden

■ Waarnemingsstudie van kam, borstel, krulspelden, föhn en andere

Doel: • studie naar waarneming van de typische kappersbenodigdheden• studie van globale naar gedetailleerde waarneming• het karakteristieke van het materiaal weergeven

Didactische aanpak: • men kan starten met één voorwerp om nadien over te gaan naar een stilleven-compositie

• de leerlingen kunnen individueel een eenvoudig stilleven samenstellen• studie naar vorm, verhoudingen, kleur, structuur en plasticiteit• uitvoering in potlood en kleurpotloden of pastelkrijt op gekleurd papier• kunstbeschouwing: Morandi, R. Lichtenstein en andere

■ Compositie-oefening met detail uit de vorige waarnemingsstudie

Doel: • een ritmische compositie opbouwen met een boeiend detail• een harmonische wit-zwartoefening bekomen

1ste graad B + BVL 25AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 27: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Didactische aanpak: • met behulp van een venstertje wordt een boeiend detail opgezocht uit de vorigewaarnemingsstudie

• met dit detail wordt een compositie opgebouwd met aandacht voor ritme, herhaling,

ordening, patroon en andere• deze oefening kan grafisch uitgewerkt worden (of wit-zwart met één kleur)• kunstbeschouwing: Escher, Picasso, Masereel, J. Cantré, Wiener Werkstatte

e.a.

■ Ontwerp van verpakkingpapier

Doel: • verwerken van een grafische compositie tot verpakkingspapier• het kleurgebruik aanpassen aan een seizoen of een gelegenheid

Didactische aanpak: • de grafische compositie wordt als uitgangspunt genomen• er wordt kleur aangewend met een beperking tot 2 à 3 kleuren• de kleur wordt aangepast aan een seizoen of gelegenheid• kunstbeschouwing: Wiener Werkstatte, W. Morris en andere

■ Ontwerp van map of box voor documentatiemateriaal

Doel: • ontwerpen van een verzorgde en aangepaste map of box voor het opbergen van

documentatiemateriaal (voor de praktijklessen)

Didactische aanpak: • de basisvorm bepalen en opleggen: kaft of box• het grondbasispatroon in karton overnemen• een origineel element bv. sluitsysteem toevoegen aan de basisvorm• vertrekken van één van de vorige opdrachten om de basisvorm te decoreren• uitvoeren in collagetechniek of plakkaatverf• beeldbeschouwing: bestaande mooi vormgegeven kaften of boxen

■ Samenstellen van een kapperszaak via een eenvoudige collage-oefening

Doel: • kapperszaak ontwerpen door middel van een eenvoudige collage-oefening

Didactische aanpak: • elke leerling krijgt dezelfde basistekening• samenstellen van een kapperszaak met behulp van fotomateriaal uit

tijdschriften• aandacht besteden aan kleur, evenwicht, rust en eenvoud (less is more)• men kan bestaande kapperszaken bespreken• beeldbeschouwing: eigentijds, functioneel en origineel vormgegeven

kapperszaken

Thema: Kies je kleur

Kleuterbegrippen en kleurgevoeligheid trachten we bij te brengen vanuit het contact met de natuur. De opgedane kennis kan verwerkt worden in tal van opdrachten.

■ Waarnemingsstudie van herfstbladeren en/of herfstvruchten

Doel: • de karakteristieke en organische structuur ontdekken en weergeven• de typische warme herfsttinten en tonen ontdekken en verwerken in de eigen

opdrachten

Didactische aanpak: • op een herfstwandeling bladeren en vruchten verzamelen• samenstellen van een eenvoudige organische schikking, als onderwerp voor de

natuurstudie• natuurstudie naar vorm, verhouding en kleur

26 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 28: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

• uitvoering in plakkaatverf (hier gebruikmaken van een mengbord)• aandacht besteden aan de samenstelling van de kleuren• kunstbeschouwing: Rik Wouters, Paul Klee en andere

■ Compositie met een warm-koud-contrast

Doel: • ontwerpen van een organisch-ritmische compositie• kleurgevoeligheid bijbrengen voor het contrast van warm en koud

Didactische aanpak: • leerlingen ontwerpen een organisch ritmische compositie• toepassen van een evenwichtig warm-koud-contrast met zoveel mogelijk tinten

entonen

• uitvoering in pastelkrijt op zwart papier• kunstbeschouwing: Paul Klee, Henri Matisse, Wassily Kandiski en andere• dit onderwerp kan eveneens een toepassing vinden in verpakkingspapier

■ Samenstellen van kleurassortimenten met behulp van collages

Doel: • samenstellen van een kleurassortiment om zo tot eigen kleurtype te komen• versterken van de kleurgevoeligheid

Didactische aanpak: • verzamelen van documentatie, materiaal waarbij de kleur zeer sprekend is (wol,

stof, plastic)• men kan elke leerling een specifieke kleur, kleurgroep opleggen of eigen keuze

laten maken• samenstellen van een compositie met behulp van de collagetechniek• de verschillende collages uithangen in praktijklokaal• kunstbeschouwing: actuele modeontwerpers

5 EVALUATIE

Bij de evaluatie spreken wij een waardeoordeel uit over het resultaat van het onderwijsleerproces.Voor plastische opvoeding kan dit een eindproduct zijn van een vormgevende opdracht, maar tevens het niet-tastbare resultaat bij de leerlingen op het vlak van de persoonsvorming.Leraar en leerlingen zijn beiden voortdurend bij dit beoordelingsproces betrokken. De leraar zal zich doorlopend moeten bezinnen over de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch en creatief handelen.

Evaluatie gebeurt in functie van de vooropgestelde doelstellingen. Deze zijn bij de productevaluatie duidelijk omschrijfbaar.Wij denken aan: authentieke werken, expressie van een beleving, omgaan met beeldaspecten, persoonlijke techniekbeheersing en andere.De leer- en groei-effecten aan de orde tijdens het proces, zoals inzet, zichzelf ontdekken, betrokkenheid bij de opdracht, doorzettingsvermogen, kritische zin en andere zullen niet altijd op voorhand voorspelbaar zijn. De vorming van de totale persoonlijkheid blijft hier de hoofddoelstelling. De plastische middelen worden als werkinstrumenten gebruikt. Het stimuleren van een juiste waarneming, een authentieke beleving, een creatieve fantasie mag niet ondergeschikt worden aan het bereiken van mooie resultaten. Met een dergelijke ingesteldheid zal de leraar erover waken dat er niet enkel voor begaafde leerlingen appreciaties worden uitgesproken.De evaluatie dient om de leerlingen te confronteren met zichzelf en met de wijze waarop zij een plastisch probleem oplossen. De bedoeling is ook aan te moedigen om het beste in zichzelf te ontdekken en te geven.

Van de leraar wordt een eerlijke en kritische houding verwacht, zowel wat de leerinhoud als wat de attitudevorming van de leerling betreft. Hij zal tijdens het evaluatieproces inspireren, leidinggeven zonder te

1ste graad B + BVL 27AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 29: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

dwingen. Het zal een permanente evaluatie zijn, omdat het realiseren van de doelstellingen afhankelijk zal zijn van de kwaliteit van het proces. Het mag geen beoordeling worden door middel van toetsen of proeven.

Wij zullen voldoende tijd besteden aan klassikale evaluatie. Deze biedt optimale kansen tot sociale vaardigheden, het verwoorden van eigen standpunten, het gebruik van de vakterminologie en andere (LELE 10), (SOVA 7, 8, 12,14)

28 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 30: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

6 UITRUSTING EN DIDACTISCH MATERIAAL

6.1 Minimale materiële vereisten

Voor het leslokaal:

– een voldoende ruim lokaal, met goede verlichting,

– een groot bord,

– voldoende grote werktafels,

– presentatiemogelijkheid,

– opbergruimte voor materiaal en voor niet-voltooide werkstukken, bv. eenvoudige stevige kartonnen of plastieken doos, met kleur per klas,

– tenminste één spoelbak met stromend water.

In het vaklokaal staat een afsluitbare kast, waarin een voorraad materiaal bewaard wordt, zoals: grote en gekleurde tekenbladen, pastel- en oliekrijt, bussen fixatief, materiaal voor lineosnedes, grote bussen verf, boetseerklei, enzovoort.

Verstelbare kaders zijn handig om ook buiten het vaklokaal leerlingenwerk in te presenteren en hiermee het schoolgebouw te decoreren.

Voor de leerlingen:

– tekenpotloden en enkele kleurpotloden, Oost-Indische inkt, schildergerei, eventueel enkele stiften,

– een stevige tekenfarde en een tekenblok van formaat 27/36 cm.

6.2 Wenselijke uitrusting en didactisch materiaal

Om de vooropgestelde doelstellingen optimaal te kunnen realiseren, is het aangewezen te kunnen beschikken over een eigen vaklokaal of atelier, met meerdere ruime spoelbakken en stromend water. Indien er voorlopig geen atelier ter beschikking is, zal de leraar de nodige sfeer trachten te creëren in de klasruimte. Dit is reeds mogelijk door onder andere de resultaten van het vak veelvuldig te presenteren in de klas. Indien er een atelier voor meerdere leraren ter beschikking is, moeten onderlinge afspraken gemaakt worden voor het gebruik van het lokaal. Zo zal men voor schilder- of ruimtelijke opdracht eerder het atelier nodig hebben, terwijl een kleurencompositie, uitgevoerd met kleurpotloden, in de klas kan gerealiseerd worden.

De werktafels in het vaklokaal, liefst voorzien van een afwasbaar en krasvrij werkblad, zijn bij voorkeur gemakkelijk te herschikken.

Naast het gewone bord is er een prikbord en voldoende presentatieruimte. Hierop kunnen niet alleen de resultaten van de leerlingen tentoongesteld worden, maar eveneens de documentatie of kunstbeschouwing bij een thema. Verder staan of hangen er ook enkele rekken waarin ruimtelijke voorwerpen kunnen opgesteld worden.

Niet enkel een goede verlichting is nodig, maar ook enkele losse spots zijn handig bij waarnemingstekenen. Voor het gebruik van dia’s, videofilms en ander projectiemateriaal, courant gebruikt in de lessen plastische opvoeding, moet het lokaal kunnen verduisterd worden. Voor de gebruikte toestellen is best een verrijdbaar meubel voorhanden.

1ste graad B + BVL 29AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 31: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

Om de leerlingen te leren milieubewust afval te sorteren, is het aangewezen te beschikken over meerdere afvalbakken, bijvoorbeeld voor papier, plastiek en andere materialen.

Documentatiemappen, tijdschriften en boeken behoren tot het didactisch materiaal en moeten door de leerlingen makkelijk in te kijken zijn.

Materiaal uit de natuur zoals planten, stenen, schelpen, takken, wortels en andere zijn niet alleen handig voor waarnemingsstudies maar kunnen de klas een aparte sfeer geven, zodat het PO-lokaal voor iedere leerling een plaats is waar hij zich thuisvoelt.

7 BIBLIOGRAFIE

7.1 Vaklectuur: beeldende vorming (vakvisiedoelstellingen)

– ASSELBERGHS-NEESEN, V., Kunst, kind en opvoeding, Acco, Leuven, 1990.

– GERRITSE, A., Geschiedenis van de beeldende vorming, Cantecleer, De Bilt, 1973.

– GERRITSE, A., Beginselen van de beeldend vorming, Cantecleer, De Bilt, 1974.

– KOPPERS, P., DE WINTER, W., Kinderen leren tekenen, Cantecleer, De Bilt, 1982.

– READ, H., De kunst en haar educatieve functie, Het Spectrum, Utrecht, 1967.

– SCHASFOORT, B., Tekenen en didactiek, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1993.

– SMEETS, R., Ornament, symbool en teken, Cantecleer, De Bilt, 1983.

7.2 Bijzondere didactiek en methodiek (leerinhouden)

– BUDDEMEYER, M., et al., Tekenen en schilderen, Stichting Teleac, Purmerend Muusses, Utrecht, 1983.

– DEJONCKHEERE, M., Zien denken en doen, Van In, Lier, 1988.

– Encyclopedie van de kunst, met meer dan 3 000 trefwoorden, Tirion Cultuur.

– GERRITSE, A., ELZINGA, R., Het tekenonderwijs in de praktijk, Cantecleer, De Bilt, 1978.

– GERRITSE, F., Het fenomeen kleur, Cantecleer, De Bilt, 1978.

– Grafische technieken. Stichting Teleac.

– HUTTON IAEN - JAMIESON, Kleurpotloden, projecten in kleurpotloden met advies voor materiaal en advies, Gaade Veenendaal, 1987.

– ITTEN, J., Kunst en kleur, Cantecleer, De Bilt, 1973.

– ITTEN, J., Beeldende kunst in beeld. Analyses van vorm en inhoud, Cantecleer, De Bilt, 1990.

– JAEGER, S., Stijlengids, Stijlstromingen en begrippen in de kunst van 1860 tot heden. Cantecleer, De Bilt.

– PIVA GINO, Schildersvademecum, De alfabetische vraagbaak voor de kunstenaar, grondstoffen, materialen, gereedschappen en technieken, Cantecleer, De Bilt.

– RUHE, S., SCHASFOORT, B., et al. Bij de hand (tijdschrift voor beeldende vakken). Mast media, Haarlem.

– SAVENIJE, J., Handvaardigheidsonderwijs in de praktijk, Cantecleer, De Bilt, 1981.

– Waarneming - licht en kleur, Jeugdencyclopedie, Cambridge.

30 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 32: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

7.3 Kunstbeschouwing (kijkmethode - kunstboeken - catalogi)

– ARTS, T.P., DE GREEF, P., DEGREEF, R., REMMERS, F., et al., Zienderogen kunst, Malmberg, Den Bosch, 1988.

– DE JONG, L., MARECHAL, F., FRATEUR, L., Kunst/werk A, Pelckmans, Kapellen, 1993.

– DE VISSER, A., Hardop kijken, Sun, Nijmegen, 1986.

– HAYES COLIN, Tekenen en schilderen, Michon Helmond.

– HERREMANS, F., PETRIDIS, C., et al, Het gelaat van de geesten. Maskers uit het Zaïrebekken, Snoeck-Ducaju en zoon, Gent, 1993.

– HULSTAERT, L., VERBOUWEN, J., Uit de kunst, Plantyn, Deurne, 1992.

– JACOBS, M., LABRO, H., Beeldspraak. Je ziet niet wat je ziet. Het beest verbeeld e.a. De Kunstbank, Centrum voor kunst- en beeldeducatie, Leuven, uitgeversnummer D/1995/6711/3.

– KOPPERS, P., DE WINTER, W., Goed bekeken, Cantecleer, De Bilt, 1984.

– MEYER, L., et al, Afrique noire-Masques sculptures Byoux, Pierre Terrail, Paris, 1991.

– Openbaar kunstbezit, Jan van Rijswijklaan 28, Antwerpen.

– PASQUALI, M., et al, Galleria Comunale d’Arte Moderna Bologna, Giorgio Morandi, Electra Srl, Milaan, 1989.

– RUSSEL, J., J. Barlett, in the garden, H.N. Abrams, INC Publishers, New York, 1982.

– VAN DEN BROECK, L., Een kijk op kunst, Standaarduitgeverij, Antwerpen, 1988.

– VAN HAECKE, F., GODEAUX, H., La terre et le paradis. Masques mexicains, Palais des beaux-arts, Charleroi, Europalia Mexico, 1993.

– WALLACE, R., De wereld van Van Gogh, Time-lifeboeken, Amsterdam, 1988.

7.4 Beeldbeschouwing (media)

– DE BLEECKERE, S., Leren leven met beelden, Pedagogische dienst voor filmcultuur Katholieke Filmliga, 1996.

– DOLLIN, S., Het complete videohandboek, Cantecleer, De Bilt, s.d.

– Generiek, tweemaandelijks magazine van het Vlaams Centrum voor Kinder- en Jeugdfilm. Koninklijke Sint-Mariastraat 2, 1030 Brussel, tel. (02)219 69 27.

– HOLTHOF, M., VERACHTERT, J., Esthetica Film, Den Gulden Engel, Antwerpen, 1996.

– Film en televisie en video, maandblad. Katholieke Filmliga.

– Film catalogus Jekino. Vlaams Centrum voor Kinder- en Jeugdcentrum.

– SEGERS, J., DE BLEECKERE, S., Mediafilm, kwartaaltijdschrift voor filmcultuur Katholieke Filmliga.

– STEFFENS, H., Reclame in vorm, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1988.

– VAN HOEY, J., CALLENS, H., Communicatiemedia, Den Gulden Engel, Antwerpen, 1988.

1ste graad B + BVL 31AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 33: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

8 LIJST VAN DE ONTWIKKELINGSDOELEN

8.1 Vakgebonden ontwikkelingsdoelen

Waarnemen

De leerlingen kunnen

1 gericht kijken en hun kijkervaring toetsen aan reeds verworven kennis, vroegere ervaringen of eigen fantasie.

2 de functies van aangeboden beeldtaal waarnemen en vergelijken.

3 verschillende beeldaspecten identificeren.

4 een eenvoudige interactie tussen beeld en geluid in de media en mediakunst waarnemen en begrijpen.

Vormgeven

Lijn

De leerlingen kunnen

5 onder begeleiding verschillende methoden en technieken functioneel gebruiken.

6 hun gedachten en ideeën door middel van een schets vastleggen.

Kleur

De leerlingen kunnen

7 onder begeleiding kleuren op expressieve, impressieve en symbolische wijze toepassen.

Vorm

De leerlingen kunnen

8 onder begeleiding vormsoorten, vormrelaties, vormvariaties, vormconcepten en vormfuncties zowel twee- als driedimensionaal toepassen in hun eigen beeldend werk.

Vormgeven

De leerlingen kunnen

9 onder begeleiding tot een expressieve weergave komen waarbij de beeldaspecten, de techniek en de materialen op een verantwoorde wijze in hun persoonlijk werk worden geïntegreerd en streven hierbij naar originaliteit en authenticiteit.

Verwoorden

De leerlingen kunnen

10 hun persoonlijke mening geven over diverse beeldende creaties uit verschillende culturen en belangstelling opbrengen voor beeldende creaties, zowel traditionele als nieuwe, met inbegrip van deze buiten hun eigen culturele leefwereld.

32 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 34: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

11 verwoorden dat hun visuele beleving beïnvloed wordt door stemming, voorkeur of vooroordeel.

12 vertellen over het actuele gebeuren in de beeldende kunst in de ruime zin.

13 hun eigen beeldend werk naar inhoud en vorm toelichten.

Attitudes

De leerlingen

14 leren zich kritisch opstellen ten opzichte van eigen werk en dat van anderen en om kritische bedenkingen ten aanzien van hun creatieve uitingen te aanvaarden en te verwerken.

15 leren diverse culturele informatiebronnen uit hun omgeving te raadplegen.

16 leren bij het groepswerk hun solidariteit tonen om de eigen inbreng af te stemmen op de kwaliteit van het geheel.

17 leren zich expressief uiten.

8.2 Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen

LEREN LEREN

Het domein van de uitvoering

De leerlingen kunnen

6 bij het oplossen van een probleem, onder begeleiding:• het probleem herformuleren;• een oplossingsweg bedenken en verwoorden;• de gevonden oplossingsweg toepassen en op correctheid inschatten.

7 informatiebronnen onder begeleiding raadplegen:• inhoudstafel en register gebruiken;• elementen uit audiovisuele en geschreven media gebruiken;• een documentatiecentrum of een bibliotheek raadplegen.

Het domein van de regulering

De leerlingen kunnen

8 hun werktijd plannen en het nodige materiaal selecteren en ordenen.

10 onder begeleiding de eigen werkwijze vergelijken met die van anderen, aangeven waarom iets fout gegaan is en hoe fouten vermeden kunnen worden.

Het domein van de attitudes, leerhoudingen, opvattingen en overtuigingen

De leerlingen

12 zijn bereid ordelijk, systematisch en regelmatig te werken.

SOCIALE VAARDIGHEDEN

De ontwikkeling van een voldoende ruim gamma van relatiewijzen

De leerlingen kunnen

1ste graad B + BVL 33AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 35: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

5 in groepsverband meewerken en een toegewezen opdracht uitvoeren.

6 bij een opgegeven groepstaak verantwoordelijkheid dragen.

7 op gepaste wijze kritiek uiten tegenover een ander tijdens een groepswerk.

8 opkomen voor de eigen rechten en voor de rechten van anderen uit de groep.

De beheersing van het communicatieve handelen of het omgaan met elkaar

De leerlingen

12 beheersen elementen van het communicatieve handelen:• actief luisteren en weergeven wat een andere inbrengt;• toegankelijk zijn en feedback geven over eigen gevoel;• verduidelijken waarom zij voor een bepaald gedrag gekozen hebben;• assertief zijn en opkomen voor de rol die zij op zich nemen in een groepsopdracht;• effectbesef hebben over hun eigen gedrag;• anderen de kans geven om te reageren.

De deelname aan vormen van samenwerking en sociale organisatie

3.2 De groepsdiscussie

14 De leerlingen kunnen in een groepsdiscussie hun mening weergeven, handhaven en bijsturen.

3.3 De taakgroep

15 De leerlingen kunnen in een taakgroep aan een goede onderlinge verstandhouding meewerken.

OPVOEDEN TOT BURGERZIN

De klas en de school

De leerlingen

5 kunnen op een verdraagzame manier omgaan met verschillen in sekse, huidskleur en etniciteit.

Media

De leerlingen

9 kunnen de invloed van de media op hun eigen denken en handelen illustreren en kennen de mogelijkheden van het gebruik ervan ten voordele van de eigen vorming.

10 kunnen een kritische houding aannemen ten aanzien van allerlei vormen van berichtgeving.

GEZONDHEIDSEDUCATIE

Voeding

De leerlingen

3 zien in hoe het voedingsgedrag beïnvloed wordt door reclame en sociale omgeving.

Genotsmiddelen (tabak, alcohol, drugs) en geneesmiddelen

De leerlingen

34 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding

Page 36: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

7 kunnen eigen standpunten tegenover roken, alcohol- en druggebruik formuleren.

Veiligheid en EHBO

De leerlingen

8 zien in dat hun gedrag invloed heeft op de eigen veiligheid en die van anderen.

MILIEUEDUCATIE

Lucht en water

De leerlingen

1 kunnen voorbeelden van lucht- of waterverontreiniging in de eigen leefomgeving aanwijzen.

3 gaan zorgzaam om met lucht en water in de eigen leefomgeving.

Levende wezens en milieu

De leerlingen

6 gaan respectvol en zorgzaam om met planten en dieren.

Afval

De leerlingen kunnen

10 voorbeelden geven van de manier waarop de eigen leefomgeving door voorkomen van afval en door hergebruik kan bijdragen tot beperking van de afvalproductie en passen dit toe.

8.3 Lijst van verwijzingen

Vakgebonden ontwikkelingsdoelen: waar aanwezig in het leerplan

2.1 Waarnemen

OD 1

OD 2

OD 3

OD 4

zie leerplandoelstellingen blz. 17-18

zie leerplandoelstellingen blz. 18-19

zie leerplandoelstellingen blz. 18-19

zie leerplandoelstellingen blz. 18

nr. 1-2

nr. 5-7-17

nr. 5-17

nr. 9

2.2 Vormgeven

OD 5

OD 6

OD 7

OD 8

OD 9

zie leerplandoelstellingen blz. 18-19

zie leerplandoelstellingen blz. 18

zie leerplandoelstellingen blz. 19

zie leerplandoelstellingen blz. 19

zie leerplandoelstellingen blz. 18-19

nr. 11-14

nr. 11

nr. 12

nr. 13

nr. 10-14-15

1ste graad B + BVL 35AV Plastische opvoeding D/1999/0279/099

Page 37: Huisstijlsjablonen VVKSOond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Plastische... · Web viewZij consumeren dagelijks mediaproducten en nemen de getoonde beelden aan voor waar. Zij kunnen

2.3 Verwoorden

OD 10

OD 11

OD 12

OD 13

zie leerplandoelstellingen blz. 19-20

zie leerplandoelstellingen blz. 19

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 19

nr. 18-21

nr. 20

nr. 21

nr. 19

2.4 Attitudes

OD 14

OD 15

OD 16

OD 17

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 19-20

nr. 22-23

nr. 28

nr. 25

nr. 12-15-29

Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen: waar aanwezig in het leerplan

Leren leren

LELE 6-7-8-12

LELE 10

zie didactische wenken blz. 24-25

zie evaluatie blz. 53

Sociale vaardigheden

SOVA 5-6-7-15

SOVA 7-8-12-14

zie didactische wenken blz. 25

zie evaluatie blz. 53

Opvoeden tot burgerzin

BUZI 9-10

BUZI 5

BUZI 5

BUZI 5

BUZI 9-10

zie leerplandoelstellingen blz. 18

zie leerplandoelstellingen blz. 18

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie didactische wenken blz. 26

nr. 7

nr. 8

nr. 21

nr. 22

Gezondheidseducatie

GEED 3

GEED 7

GEED 8

GEED 3

zie leerplandoelstellingen blz. 18

zie leerplandoelstellingen blz. 19

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 20

nr. 7

nr. 18

nr. 25

nr. 27

Milieueducatie

MIED 3-6

MIED 3-10

MIED 1-10

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie leerplandoelstellingen blz. 20

zie didactische wenken blz. 25

nr. 24

nr. 30

36 1ste graad B + BVLD/1999/0279/099 AV Plastische opvoeding