HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de...

277
HETSCHOONEJAAR VANCAROLUS DOOR ANTOONTHIRY 1CRL . I-BLI .G . HEE

Transcript of HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de...

Page 1: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET SCHOONE JAARVAN CAROLUS

DOOR

ANTOON THIRY

1 CRL. I-BL I.G. HEE

Page 2: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een
Page 3: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een
Page 4: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS

AAN MARTHA VAN AEI,I IJNE VROU '

Page 5: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

__ EDERLANDS~HPHI6UOTtiEEI

. . UJIGEGEVEN DOOR:DE flAATSCHAPPV VOOR 6OEDE EN

GOEDIOOPE LEcTUUROAMSTERDAN

Page 6: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET SCHOONE JAARVAN CAROLUS

DOOR

ANTOON THIRY

1920

Page 7: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

GEDRUKT TER DRUKKERYJ „DE DEGEL" - AMSTERDAM

Page 8: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

Midden in de vespers dien achternoen deedCarolus zijn psalmboek toe en hield op metzingers .

Hij liet een poos zijn oogen gaan over de zin-gende koppen der andere seminaristen die aanweerskanten van het koor in de gebeeldhouwdebankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig dekerk in .

„waarom nog zingers ?" zei hij bitter. „Metmij gaat het toch niet meer ."Buiten vulde een schoongewasschen voor-

jaarszon den stillen namiddag . Ze gloeide doorde glasramen van de zijbeuk en doorstreepte dek,~thedraal in zijn voile lengte met dikke kleu-rige lichtbalken. De vergulde autaars en geor-nementeerde biechtstoelenn in de zijkappellen,de dikke pilaren en de hooge preekstoel in demiddenbeuk, 't zat er alles in verdoezeld totonduidelijke wazige dingen . Zuilen en bovenrezen er wasgeel boven uit maar in 't verschietvan de kerk smolten ze mollegrauw in elkaarrond den brand van het blauw-en-rood gevlam-de roosvenster boven het orgel .„Als de zon zijn hart maar vijf minuten

opendoet, smut de kerk toch ook in zijn licht,"besloot Carolus troosteloos .

Hij liet het hoofd zakken en overpeinsde voorden zooveelsten keer zijn geestelijke miseries .

Page 9: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

6

DE EREENIS

Elk jaar met den uitkoom, als de zon en deaarde wakker warden, was zijn ziel bezochtdoor temptaties allerhande .De godgeleerde boeken met hun f lauwen,

stoffigen papierreuk warden hem onverdraag-lijk, 't ge~dacht alleen aan diensten of oefeningenbeklemde hem lijk food en zijn vroomheid ver-dorde op eenige dagen lijk hat zand der woes-tijnen .

Sints hij uit de kleine stall terug was van deuitvaart van Nonkel Kapitein, was hat voordeer j aar een martelie geworden, erger dan 'tergste waarvan de „Devens der Heyligen"spraken .

Een echte brand van ontembare verlangensen wereldsche beelden verteerde zijn hart enzijn geest doolde verlaten in de duisternissen .

Dag en nacht had hij God en al de heiligenaangeroepen ter bevrijding van zijn dolle zin-nen, hij had boetvaardigheid gedaan em stamento doen splijten, gebeden, gevast, zichzelf ge-geeseld en gepijnigd, maar de hemel was toege-bleven als een graf en de heksenkring waarinzijn ziel bevangen z.at, ward nog almaardoortotter en totter.A.i mij ! de nachten als zijn geest ten Sabbath

voer en zijn lichaam gekweld ward tot in hatmerg der beenderen ! Dat was niet maar om uitto houden !

Mat en moe van die eeuwige kwelling begonhij thans den strijd op to geven . . . Hij deed eenpool de vermoeide oogen tae maar de donkertedie over hem kwam, maakte zijn hoofd duizolig .

Page 10: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

7

Hij lei zijn book in hat bakje en keek toenmaar naar de zon .

Schuin over hem, tusschen twee pilaren, lach-te ze in hat oude raam van hat Ons-Lieve-Vr'ouwe-kappelleken. Ze gloeide er de etagere,geel en bruin gebrande beelden van een gothiekeHeilige Drijvuldigheid bekronend een geknieldeMaagd-Maria in malkaar tot een portiek wanzacht, gulden vuur .

Carolus keek er zoo maar naar, gedaehteloos,en zijn oogen dronken hat schoone licht . Zonderdat hij 't begreep kwam er daardoor een deug-delijke, stemmige stilte over hem en dat liet hemverademen .

„De zon moat helpen," besloot hij, „dat raammoat er nog tusschen uit ! . . ." --A.ls Carolus na den dienst op zijn seminarie-

kamerken kwam, was hat met een echt gevoelenvan verlossing, dat hij de donkergroene gordij-nen opentrok en hat venster opensmeet .

Hij trok zijn biezen zetel van achter de tafelen zette ,zich midden in het licht, dat malsch envol naar binnen schoof .De rust verinnigde zich almaardoor en drong

tot in 't kenneken van zijn hart . Dat gaf in zijnlichaam een geneugte als van zeer fijne olie .

Zijn ziel begon daarin to levee en ward thenstillekensaan zoo gewarig voor de dingen vandaarbuiten, dat hij er blijzaam van verschoot .

Beneden in den tuin waar j onge seminaristento brevieren liepen, was hat danig stemmig inde j onge zon .

Een blauwgeschorte snoeier zat to paard over

Page 11: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

8

DE ERFENIS

een dubbel ladderken en scheerde de kegelvor-mige planten die op de hoeken der grasamzoom-de paden optorenden . De nude hovenier, in zijnroodbaaien slaaplijf, harkte hat knipsel saamvan tusschen de scherpriekende bosschen kam-millen er om been . Over het grasplein, waareen witte melkweg van madeliefjes overliep,sprongeii twee lij stars met opgestoken staartenrap achter elkaar en op een doorbuigend takskenvan den citroengeel uitgeslagen treurwilg aanhat vij vertj e, zat een eenzame kraai to wiegen .

Ergens ronkte er gedempt een orgel en in eenvenster novena de poort aan den overkant ston-den twee priestess, met een lange, hollandschepijp in den mood, to kijken naar de witte pruik-wolken, die op groote of standen van elkaar,overzeilden .

Achter den tuinmuur waarop verdorde steen-vlier kliste, zakte de oude bisschopstad naarden bocht der rivier. Kleine klokken tampten uitkloostertorentj es en van tusschen de wine huis-gevelen klonken kinderstemmen en smidsgeha-mer. Een gale diligentie zwenkte over de bruin-steenen brug den landweg op en een schipperboomde traagzaam een hooge schuit over hatblauwe water .

Er kwam uit alle ding een peis, danig verin-nigd door hot malsche, zoete licht van de dalen-de zon, dat d e mon d hat proof de li j k een f i j nebalsemgeur en de ziel er van omhoog kwam .

Carolus had nu game gedachten meet. Hijsmolt in doze zalvende goedheid en van de deugdvie en z1jn oogen toe ; ;;

Page 12: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

9 , vuYYfuYUY~uY~n~fYYfvufufYYU~YY~YYYn~YfuYYYYYYYYYMffIY/fffYUS~YfuYYYUYUYfYY VYYYY~fUYUf .YYfYfffYfYfJY1YI

't was eerst als -de zon achter de daken gezaktwas, dat hij daaruit ontwaakte.

Hij werd zijn kamerken gewaar en ineens,oak de boeken die op het groen-betapeete taf el-ken door malkander lagers . Dat warm oude boe-ken, met zwartleeren, gebarsten banden en don-kerraode sneden, tractaten over het ScouwendeLevee en die Minne ; open tegen den voet vanden kandelaar, lag er nog „De Archa Mystica,"

Daarin had hij naar den vrede des hartengezocht . . .

Hij zag onwillens zijn eigen aan het tafelkenzitten nachten aan ears stuk, met in hat lichteener bedruppelde waskaars hat oude, galeboek, met zijn roode en zwarte letters, datsprak . . .

Hij zag zijn heele doming wear eens na in dekerk en bij de studie, zijn hoopen en zijn vree-zen, en in zijn vleesch werd hij daarmee wearde smartelijke natrillingen gewaar om al detriestigheid die over zijn geest gekomen was . . .

Het maakte zijn hart koud .„De zon moat helpers !" besloot hij andermaai .Hij keek verlangend naar den gouddoorzoel-

den gloed dien ze had achtergelaten en waar-tegen, in fijne schakeeringen van blauw en grijsde karteling van oude gavels en forms zichaflijnde, stapelde toen al de boeken op zijn armen droeg ze naar de bibliotheek .

Hij moest daarvoor door lange, gewelfdiegangen, maar getrokken door de schoone veel-vurige lichten die de late zon op de trage wolkenhgde, bleef hij onderwegen wel tiers keeren

Page 13: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

10

DE ERFENIS

staan, 't gezicht tegen de kleine, groans ruitender vensters geduwd .En er kwam binstdien een warm, zoet ge-

luid door zijn .hoofd dwalen, innig lijk van eenMeiliedeken .

Een week of zoowat later, binst Carolus metzijn brevier op Aden rug road den seminariehofto dubben lisp, bracht de pottier hem een zware,verzegelde notarisbrief .

„Daar is 't!" zei hij met een diepe zucht.„Kiezen of deelen !" en hij keek van zijn breviernaar den brief en zoo maar overentweer .

Hij moest zijn hart vasthouden en dierf denbrief bijkans niet open doen, om toch nog sansto kunnen denken voor 't allerlaatste besluit .Maar voor dat hij daa,rmee fijn beginners kon,

sloeg 't bloed hem al naar den kop, en zijn zielging open als een bloemenhof in de zon . Hij liefden brevier vallen en scheurde zenuwachtig hatgeed, dik geribd papier open . Nonkel Kapiteinhad hem erfgenaam gemaakt van al zijn goad .

Zooveel had hij waarachtig niet durum ver-wachten, noch 't vierde part niet .

Hij ward wit van aandoening en daarna wearseffens rood, en wist met den storm van gedach-ten die flu ineens epstak lijk een geweldigenwind, geenen blijf. 't Draaide alles overhoop inzijn kop en aan een terug vied er flu niet meet topeinzen .

„Gij hebt 't geweten, hoe dat ge me er uitmoest krijgen, Nonkel ! Vooruit dan maar !"riep hij .

Page 14: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

11

Allen spoot flu ineens los in hem en hij moestzich bedwingen om geen zottigheden uit to ste..ken. Zijn vrienden, geslagen met verbazing,vroegen hem wat duiveltje hem gestoken had .

,,'k Word geenen pastoor! 'k Ga naar een ander seminarie waar mijnheer de zon bissehop isen de vogelen koster !"

Hij liep dadelijk naar den aartspriester zijnbesluit meedeelen, sprong naar boven, roide zijnkleeren in zijn zw'art kofferken en in 't costuumwaarrnee hij over vier j aar naar 't seminarie gekomen was, trok hij er denzelfden d :ag nog uit .Hij had nu mieren in de beenen om buiten tozijn en under Gods jonge hemelen zijn hartvoorgoed op to halen .

Heel 't seminarie stond ervan overhoop . Nie-mand verstond er zijn eigen aan, hoe dat eenmensch ineens zoo kon omslaan .

,,Dat komt van 't mysticisme," zei de aartsrpriester als hij in den tuin voorbij de oudste

seminaristen wandelde. ,,Dat of naar de trapis-ten !" Hij sehudde bedenkelijk zijn platters per-kamenten loop, stak de handers in de mouwen enschoof een beet] e nadien op zijn Platte voeteneen ronde, witte gang in, die leidde naar de bisschoppelijke vertrekken . -

Carolus ward wel een kop grooter als hij overde steenen brug den buiten oprnarcheerde.

't Was dat jaar ook een weerken geweest om't seizoen in to zetten, niet to betalen .Van rond Lichtmis had een breede, warme

wind de verten opengevaagd . Sneeuw en ijzelperelden zingend als kristal van daken en boo

Page 15: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

12

DE ERFENIS

men, droop reuzelend in de voren en 't duurdegears drie dagen of de wateren lagers open en dezatgedrenkte veldbuiken gingen omhoog van 'tnieuwe sap .

De boomers rokken burs armen open, sloegenzienderoogen rood en blond uit van de botten enspalkten hun groenbemoste schors een vingerbreeder open om de deugd van de zoelte op 'tbloote vleesch to voelen .

Overal, zoo ver men zien kon, klaterden dedorpen van frissche kleuren, sloegen de molensblijde kruisen en op de groan en bruin gevier-kante velden stapten ijverig de boeren en depaarden met ploeg of beerkar. Bosschen enboomenroten denderden van de vogelen en langsde rij en katj esdragende wilgenatronken kab-belden bakers en rivierkens van rappe, winewateren.

Jonge, vaste wolken kwamen en gingen daar-over : op hun eentj e statig van schoane room-gele koppen of saamgekoekt tot bergketens vanschalieblauw met toppers van stralenden sneeuw .

Binst bier de zon met breede geuten zijn stra-lend goud over de heuvelen gieterde, sleepte deregen ginder zijn blauwe harm door een dalen verklaarde wat verder een halven regenboogden donkeren hemel .

Maart zakte nu reeds uit de lucht en er wasvoor den groei der menschen en der vruehtenniets meer to vreezen dan de loeten van de rossemaan.

Dat is de schoone tijd als ook in 't bloed vande menschen de versehe sappers ears 't gisten

Page 16: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

13

gaan en 't een plezier is om heelder dagen tomarcheeren, to lachen en to zingen de wijdewereld in .

De lucht was zerp en zoet op Carolus zijntong. Ze werkte zijn zinnen open . De zon ende wind zaten in zijn rug, zijn hart was lichtals een pluimken en overloopend van speelschevreugde wierp hij zijn stok omhoog en ving hemop met rappe hand. Fluitend en zingend staptehij er op los, bleef near de vogelen of de boerenkijken en lisp lungs binnenwegen, om nu eensdoor de bosschen en den weer door de beemdento kunnen wandelen .

Hanen kraaiden 't allenkant van uit de hoevenen een kiad lijsters zat in een hoogen boom tegenelkaar zotten kiap to vertellen . Uit de canadas opde bermen en de dijken kionk 't geluid vanbijien .

't Was al tegen den avond toen hij op de ge-beeldhouwde eiken poort van het huffs aan debrug, waar hij sedert de dood zijner ouders bijNonkel de vacanties had doorgebracht, den kiop-rper list vallen .

Sophie, de meid, kon heur oogen niet geloovenals ze hem zag.

,,'k Koom voor goed in vacantie, Sophie!"zei hij .

't Mensch sloeg wel honderd keeren heur handen in malkaar en als ze bekomen was van deeerste verbauwereering stond heur mond geenenminuut meer stil .

,,Wie had dat kunnen peinze! En words nugeene pastoor? En komde flu voor goed near

Page 17: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

14

DE ERFENIS

pier? Wel! dat had Kaptein-zaliger moete be-leve! Pa zou gefeest geworde zijn !"

En toen liep ze haastig naar achter en riepdoor de deer : ,,Peterus! Meneer Carolus ishier! Komt algauw! Hij wordt geene pastoorni-meer !"

Petrus, die hovenier, stalknecht, koetsier enzoo meer was, stak zijn goeie Sint-Jozefs kopeens tegen de glazen tuindeur, maar lisp daaropeen deurken van dei bijbouw binnen . Geenenminuet daarna was hij al terug met een zuiverblauw kieltje aan, een frisschen rooden zakdoekrond den hall en zijn muilen aan de voetenwaarop een vogelken geborduurd stond .

,,Welkom. Meneer Carolus!" zei hij aange-daan ,,en proficiat, dat ge gekomen zijt . Kapi-tein-zaliger heeft het altij d gezegd dat gijgeenen pastoor zoudt words . 'k Ben blij dat hetwaar is. Hij zou daarvoor gezorgd hebben, zeihij . Hij heeft het geweten ook! En hij heeftnog iets gekocht ook, speciaal voor u. Komtmaar eens mee zien ."

Do ode vent zijn stem beefde . Hij wise metzijn handers geenen blijf en wees maar aldoornaar den tuin. Zijn ontroering kwam Carolusaan de ziel. Hij gaf zijn hoed en zijn stok aanSophie en ging dan mee den tuin in .

,,Eenen most er in ons familie Loch de dagenopen houden, Petrus! Dat 's altijd zoo ge-weest en waarom zou dat moeten veranderen ?"zei hij .

De tuin, beloken tusschen gekalkte muurkensen den met klimop overgroeiden bruinen muur

Page 18: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

15

langs de Nethe, was fijn en voornaam onder degoudgroene kleerte van den avondhemel .

De beziestruiken waxen doortrokken van eendunnen groenen asem, de gesnoeide fruitboomenfangs de paden vertoonden wine plekken vanhet mes en verspreidden een aangenamen bout-reuk. Paaschbloernen blonken aaii de hoekenen de groentebedden staken, binnen het vierkantder palmomzoomde wegen, zuiver hun effen rugomhoog waarin jong zaad van peekens, kernelen zoo meer kiemde .Carolus moest near de bottende twijgen

kijken . wet waxen ze dik van beloften!Maar Petrus lieu hem niet veel tij d daarvoor

en trok hem ongeduldig mee naar 't achterstevan den twin wear, onder een spits schalien dak,de stal was .

Zie! naast de twee vossen, stond er een nieuwzwart paard.

,,Dat moest ik u laten zien !" zei Petrus . ,,Datheeft Kapitein-zaliger voor u nog gekocht, tweemaanden voor zijn flood . Dat 's er een voorCarolus, zei hij : Hij heeft kunnen rijen, pastoorof geene pastoor, hij moot nog rijen . 't Bloodken niet liegen, zei hij ."

Hij haalde hot buiten. Het was cen schoon,zwart boost, een model van een paard, metsterke, gespierde pooten, met 'een ronden, dik-bemaanden kop waarin vurige oogen draaiden,jets om moo door een storm to vliegen, bliksemen donder ten spijt .

,,Dat moest ik u toch eerst laten zien," hernamPetrus. ,,Wie niet vaart moot rijen, zei de Kap-

Page 19: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

lb

DE ERFENIS

tein altijd tegen mij . Ne mensch meet wetewaarom hij leeft, zei hij ."Als ze terug binnenkwamen vend Carolus de

rends tafel feestelijk gedekt met den glans vanlinnen en kristal . Sophie was in de weer, hetken niet meer. Ze had haar bests kanten routsen haar zondagsch, donkerblauw katoenen kleedmet roods bloemen aangedaan en daarover eenzuiver, wit schort . 't Mensch was van de alte-ratie nog niet heelemaal -bekomen . Ze trek weltwintig keeren haar kanten trekkap fijnn ensprak maar gedurig tegen haar eigen : „wie hadda durve peinze ! God in den hemel ! En flukunne we blijve en Peterus ook !"

Dat was een huffs wat Carolus flu betrok !Zijn grootouders hadden er gewoond en zijn

moeder was er uitgetrouwd . Maar, teen Nonkel-Kapitein, in den vollen fleur van zijn leaven nog,het nadien bewoonde en er veer een tij d kwamuitrusten van zijn overzeesche reizen, was't het kloppende hart van de kleine stall gewor-den .

Allen die de z,innen openhielden veer eenlek van 't leven warm er in die dagen saam-gekomen en hadden er aan de feestelijk-beladentafels hun ziel uitgeslagen als een vlag in denwind. Er was daar gezongen en gelachen, gem~dronken en gedanst, hasten warm in en doormalkaar gesmeten om het in geen j assn uitver-teld to krijgen .

Als het j onge yolk daarvan hoorde, 's wintersbij 't vuur, werden ze stil van verlangens en

Page 20: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

17. ... . . . . . . . . . . ... . . . . .. . . . . . .. ... . . . . .. . . . . . . . . . . . . ... . . . ... . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . .. . . . . . ... . . . . .. . . . . . .

droomen, en keken malkander met een zuchtaan.

Carolus wandelde het huffs of van onder totboven .

Hij bezocht kamer voor kamer, wierp overalvensters en beluiken open en riep den dagbinnen.

„Komt erin," zei hij, „licht van de zon, vande maan en de sterren. Zoolang er hiergeen menschenharten branden, blijft gij hierbaas !"

De bedden in de talrijke logeerkamers diedan nooit lung zonder gasten bleven, warenhoog en breed binnen de schemering van be-bloemde gordijnen. Zwarte silhouetten hingen inovate lij stj es boven de kasten en kommodenwaarvan het marmeren blad,, een vergulde pen-dule of een tuil wassen bloemen onder glazenstulp weerspiegelde. Kleine spiegels in breedekoperen lij step verinnigden in hun weerschijnhet aanzicht deter stille dingen .

Er hingen fijne vrouw-portretten bij metslanke halzen en uit den op den kop saamgebon-den haardots krulden dunne lokj es open over deslapen en in den nek .

Carolus werd er door geboeid als door eenschoon verhaal. Ze wekten in elke kamer eenbijzondere atmosfeer van avonturen en liefde.

lV aar beneden in de groote woonkamer dieuitgaf op de Nethe, klonk er een losser geluid .Daar had Nonkel van zijn verre reizen 't heeleOosten saamgebracht.

Een klein miniatuur-galj oen met opgezetteCarolus

2

Page 21: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

18

DE ERFENIS

zeilen ping er tegen de zoldering to draaien .Donkere, gebatikte doeken met den regelmati-

gen dons van gele en bruin golflijnen, chinee-sche zij den lappen een halven pink dik, bronzenolifanten en olifantjes, ivoren boedhabeeldj es enmarmeren pagoden, vleeschkieurige kinkhorensen geslepen schelpen waar een hemel van: pur-pere en groene glanzen over schemerden, chinee-sche vazen en schalen met een schijn en weer-schijn, japansch porselein fijn als papier, boutlakwerk en teen-verwige gravuren, maskers enpoppers, kunstig geciseleerde zilveren dolken enmessen, alles wat de ziel van bet Oosten in urenvan schoonh:eid gebaard had, lag verspreid overkasten en tafels en verheugde den geest doorzijn kleurige taal .

Carolus kende die dingen al fang, maar flognoon hadden ze hem zoo verrast met de weeldevan hun toners als flu . Hij kon er naar kijken enblijven near kijken, 't was een hemel waar hijtelkens nieuwe schoonheden aan ontdekte diezijn ziel ophieven .

Maar den dag dat Carolus opstond, warm vanverlangens om den buiten op to trekken en zijngoed to bezoeken, was' het weer binst den nachtomgeslagen en stnden er grij reuzengordij-nen over het lan 1.De gevelen war_ en geel en groen: uitgeslagen,

de daken glommen wit en de tuin was huiverendineengekrompen onder de nattigheid .

Een eender, flat geruisch vulde do. lucht endaartusschen klokte de eenzelvige muziek van't water in regenbuizen en goten .

Page 22: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

19

Carolus zijn hart ging een klop trager vanspijtigheid .

Maar in de woonkamer, waar hem de warmtevan een rood vuur cii een boereii-koffie verrast-te, kon hij den tegenslag rap vergeten .

,,Als ik het veld niet in kan, moet het veld inmu," zei hij en hij at er eens zoo smakelijk om .

Daanna kwamen de groote, leeren boeken uitde kast en voor het venster aan de Nethe, waarbruin-geteerde schuiten door blozende schippersvoorbij geboomd warden, las hij van reizen enavonturen .

Dat waren de lijfboeken van Nonkel geweest .Want zijn geest was verzot op zulke dingen, on-danks dat zijn eigen leven overliep aan weder-warigheden allerhande.

Er waren er to krijgen van alle maten engewichten, straf gebonden in krakerig, bruinleer, met dwars geribde, harde ruggers, om ereen boar van 'zijn paard mee to slaan . Ze warengedrukt met een struische, plezante letter diemen van den anderen kant der kamer lawn kon,versierd met platen en houtsneden verbeeldendal de models van landen, steden, menschen enbeesten die de aarde ooit gekweekt had .

Carolus verdiepte er zich rap in . Hij weed eraangenaam door geraakt . Want wat goat erhovers deze boeken waarin ge 't levers in zijnduizendvuldige bewogenheid to pakken krijgt,en, als ge lezen kunt, hat levers u, zooals Godhat in zijn wijsheid voor zijn en ions plezierbesliste?

Voor een verandering haalde hij dc ivoren

Page 23: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

20

DE ERFENIS.. . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ... . . . . .. . . . . . . .. .

fluit uit de schuif, zette zich aan 't mahoniehoutklavier of zong een lied] e op de luit .

„Als de regen peinst mij to raken, is hii erwel mee !" lachte Carolus en de muziek maaktezijn hart licht als een wolksken in de zon .

1V aar zie ! op een schooners avond vocht dewind de wolken uit de lucht, keerde de toren-haant j es met hun staart naar 't Noorden enhield toen zelf zijn asem in .

Fijne, blauwe sluiers van smoor rekten zichomhoog uit de Nethe, en dreven traagj es over detuinen en de gevelen . De maan bloosde wat latervan achter een afreizende wolkenbank enplakte haar zilver op de huizen en de boomers .De hemel werd bedrest met klare sterren en delucht doortrokken van den peperreuk van ont-wakend hout .

Als Carolus d.at zag en rook vlogen de boekende kast in en was hij rap to bed om morgenibij de eerste klaarte present to zijn .

En j a ! het werd een dag druipend van lichten frischte onder den lack van een hemel blau-wer dan een zondagsch Lievevrouwekleed !De kop van den Sint-Gommarustoren stond

al goudrood tegen de lucht en 't cluurdeniet lang of de j onge zon zat over de wallen en priemde uit den morgenmist de kleurenwakker.

Then Carelus zijn venster opentrok sloeg hemde reuk van den hof als balsem in 't gezicht. Hijnoest er zijn lippen van lekken . De lucht zin-derde van zon en vogelenzang en van achter de

Page 24: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

21

groenbeplaasterde molens op de vest kwam deroep van een koekoek tot hem .„Ik koom !" riep Carolus al lachend .Hij sprang naar beneden en kon niet rap

genoeg zijn eten binnenkrijgen . De sjees kwamuit het wagenkot, de zwarte Elias ervoor endaar grog de eerste rit longs bochtende wegenden j ongen buiten op .

„Eerst naar de Kloosterbosschen . De koekoekheeft geroepen !" zei Carolus .

Een witte, dunne smoor draaide over de Netheen de beemden, maar de landen daarnevens lagenklaar open met hun boomen, molens en huizen inhet vinnige, witte licht dat de zon er opduwde.

Boeren werkten op de velden, karren dokker ,den door de dreven en nevens een Tang, wit hofachter een boomgaard scheerden twee venten deschapen .

Overal hing er al een asemken groen en geelin de boomenroten, moor 't was nog zoo dun dotmen tot heel ver de molens en torens tellen kon .Het kleine gras was frisch besterd met made-liefjes en longs de sloten tusschen het hakhoutbloeide gouden het speenkruid . Hanen kraaidenvan overal naar elkaar en longs de wegen bleettede geitj es .Van op een haogte waar een scheeve, groen-

bemoste molen traag zijn roode wieken keerdeboven een kring van geschoren linden, zag Caro-lus in de verte, als een berg de purpere ruigteder Kloosterbosschen wgen den blauwen horizonafgelijnd .

Page 25: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

22

DE ERFENIS

Hij joeg het paard vooruit en na een kwar-tier reed hij den boomentempel binnen .

Zijn hart was vol ontzag voor de gewij destilte en den schooners eenvoud waarmee dazeduizenden beuken in 't jonge jaar aan 't werkwarm. Dik als pilaren rezen ze kaarsrecht uitde lichte golving van den bruinen bladgrond . Opvale plekken, tusschen de plooien en kronkels derwortels, warm de anemonen doorgebroken enze verhoogden met een frisch groan water-kleurken de stemming der bemoste stammers .Aan de korte twijgen halverwege uit de schors-knoopen gebroken, en da:arboven in de hoogewaaiervormige kruinen zogen de boners zichbarstensvol van sap en licht, en men voelde hat't kon niet lung meer dorm of een groenenregen zou er to huiveren hangers, doorzijpeldvan zonrondekens en vogelenzang . Boschduivenkiepperden over enn wag, twee mode eekhoren-tj es scholars tegen een scam omhoog, eenklad kraaien vial wat verder krassend in dekruinen en in 't vers~hiet van den wagvloog een ree achter kanten van hazelstruikenverleren .

Daarna heerschte de stilte wear waarover hatlichte gefrazel van een hoog windeke .

Carolus hield wel twintig keeren zijn paardin om met de ziel to luisteren .

Ats hij dan na een half-uur rijdens uit hatdunne boschlicht in de klaarte van hat openveld kwam, keerde hij nog gedurig den kop, omze van verre to bezien .

„Daar bidt de aarde I" zei hij . „En daarom

Page 26: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

23

komt er geen kapmes of geenen jager meer in,zoolang ik leef."Maar ginder, aan den voet van een ronden

heuvel, vlekte wit het Appeihof waar hij dendag passeeren zou .

't Ende van een dreefken van populieren, datdoor een weide vol koeien liep, keek het vanunder een hoog, strooien dak overwoekerd metdonderplanten door blauwbeluikte vensterkensnaar het zuiden op .Een schoon-gereven bloemenhof 'ertoonde,

tusschen torentj es en poortj es van geschorenpalmenhout met bollen en haantjes boven op,effen ronde bedden waarin kringen van tulpenhun groenen kop omhoog staken .

De stallingen en schuren lagers er in 't vier-kant achter en de ioomgaard, grout als eenbosch, kiom tot 't halven den heuvel binnen : denrechthoek van een zwarte doornhaag.

Karren reden er in en uit de poort . Op deveiden errond bionk de ploeg achter een dam-pend span, en twee witte zaaiers stapten metgrootsch gebaar op en af. Duiven toerden tegende blauwe lucht en buyers het gekiaroen van velehaven ging de schreeuw van een pauw op hetstrooien schuurdak .Als Carolus, van op de hoogte waar hij of

reed, deze schilderij overzag, en naderend, elkding afzonderlijk in zijn schoone werkzaamheidbewonderen kon, sloeg hem bet bloed van wel-lust naar den kop.Ei! dees wereldje waar zon, maan, wind,

wolken, regen, beesten en menschen, samen in

Page 27: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

24

DE ERFENIS

een schoon akkoord doende waren om den ma1-schen buik der aarde to bevruchten !

Het kwam tot aan zijn hart. Hij moest er vanzuchten en, sloeg met zijn vuist op zijn voor-hoofd .

„En ik, stommen heilige, die 't in boeken gingzoeke ! God zi j geloof d ! 'k word boer, boer !"riep hij .

En zijn blond liep, draafde warmer en volleydoor zijn lijf en zijn hart zong .

Samen met den j ongen pachter en de zeven,spelende kinderen, blond en blozend, wandeldehij 'de doming of binst de dikke pachteres voor't eten zorgde en hij was een en al bewon-dering.

Zijn dagen liepen over van 't nieuw geluken vast groeide zijn besluit als een eik in dengrond l . . .

Maar den dag dat hij den witten molen be-zocht, die boven op den bol van den overbosch-ten Eruiskesberg haastig zijn wieken draaide,sloeg zijn ziel om !

Hij was nog geene ininuut in de molenkamerof de l ijkgaten trokken zijn kop in hun ronde-kens en God! daar sprung de wereld open inzijn jong geweld ! Velden, bosschen, dorpen,torens, kasteelen, molens en waters 't lag erover en tusschen de heuvelen verspreid, zacht-kleurig als op een oude schilderij . De zon, dietusschen rappe, gele wolken enorme lichtspakenover de aarde draaide hieldede verten open. Menzag tot 't ende van de aarde de menschen en depaarden als mierkens zich bewegen over bruine

Page 28: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

25. ... . . . . ... . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . .. . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . ... . . . .akkers en fangs beplante wegen, waarbovenzwarte vogelkladden op en of vlogen .

Ai mij ! van hieruit het schoon geheel derhemelen, velden en menschen, in het wisselenduitzicht der seizoenen en finder de duizend ver-schillende lichten van den dag en den nacht, methet hart to betasten, binst ode winders in dewieken zongen en de ratelende steenen het goudder voters maalden !

Carolus stood er voor getroffen als voor eenveropenbaring .

Wat ambt stood er hovers dat van molenaar?„Last ons vertuikelen," zei hij tegen den

ouden molenaar, „uwen molen maakt mij zat !"Maar als hij dan nadien voor een dag of vijf

in 't H•ofken van Swaen aan de Schelde zit,waar Nonkel in de groene koelte van boomersen water 't heet van den zemer grog uitblazen,en hij in de van vet druipende polders de strui-sche boeren met burs kolossen van paarden denvetten grond ziet openbrek'en, of op de malsehewateren van den stroom met de ziel de schippersen de visschers volgt, zie ! dan hang!; zijn hartaan honderd dingen tegelijk !

,,God! waarom hers ik er maar eenen ? Vanmij hadde er twintig moete make!" riep hij .

't Levers had hem met een eersten sprongoverweldigd. Zijn ziel zat verstrikt in de dui-zendvoudige schoonheden der jonge aarde. Hijmoist met zijn eigen geenen blijf meet .

„'k Moet in retraite" zei hij ten erode raad,„naar waar de aarde op zijn simpelst is, naa .rd' hei !"

Page 29: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

26

DE ERFENIS. . . .. . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . .... . . ... . . . . . .. . . . . ... . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . .. . . . . .. . . . . . . .. . . . . . ... . . . . . . . . . .

Hij wachtte er niet mee . Den volgenden och-tend trok hij er al op af .

Een luw windeken stootte op zijn zeven ge-makken een vloot van- goudgele, zondoortrokkenvlokwolken door den blauwen hemel en dat leiover de verre velden een spel van wandelendeklaarten .

Langs de wegen en de grachten was er in 'thoot klein gekraak van, 't almaardoor opensprin-gende leven en over de velden daartusschenritselde warm de zon. Door de chineesche stiltevan de terpentijnriekende mastebosschen kwamhij eindelijk aan de hei .Groot en onafzienbaar als een zee ging ze

open, ros en donkergroen gegolfd, verij lend inde verten en zich oplossend in de blauwe time-line der breede horizonnen, met de wine vagenvan zandkanten en groene schijnselen fangs doboorden der zilveren vennen .

Het was er schoon van een grootsche, eenvou-dige stilte .

Carolus bleef er voor staan, getroffen tot in't putteken van zijn wezen. Hij nam er 'zijn hoedvoor af. Het deed hem zoo'n deugd zijn eigenkleinheid to voelen, dat hij zijn oogen toedeedom hat nog hater to laten inwerken . Zijnlichaam zinderde ervan tot in de toppen vanzijn vingeren. 't was of een frisch waterkenover zijn hart spoelde .

Een heelen tijd nadien eerst, roan hij . zijneigen in de schoone stilte opge'nomen voelde,ward hij wear den slag van zijn hart gewaar.

Langs een wegelken, kronkelend als een beak,

Page 30: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ERFENIS

27

stapte hij langzaam verder . De horizonnenweken wijder en de bosschen achter hem krom-pen ineen tot een smalls, donkerblauwe streep .Heel ver, in een vouw van den grond bemerk-

te hij ineens een kudde schapen . Een hond lispklein en zwart over een harm heenentweer enunder den wazigen, purperen wolk van drie ber-keboomkens stond grijs de silhouet van een ge-mantelden herder. Het was het eenige leven indeze zonnige heidestilte.En zacht zwol daarop van under de eenzame

berken, 't opengaande geluid van een schalmei .Op drie, vier tonen speelde het zinderende netin lange, rustig-loopende zinnen en 't was of deheide to spreken begun . 't Was zoo zoet en aan-genaam van teal dat Carolus er andermaal yourstaan bleef, maar dezen keen met een lack opzijn mood.

,,Dat is 't!" riep hij. ,,Herder word 'k, her-der zonder schapen, maar met een schalmei inmijn ziel!"

En 't liedeke van de hei meezingend, wandel-de hij vender en vender en zijn hart was geluk-kig als een vogel in de zon .

Page 31: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAD

Het nieuws van Carolus' thuiskomst beroer-de de kleine stall lijk een algemeen ongeluk .Want het was nog nooit gebeurd . dat eenharer zonen, opgeleid voor den priesterstandzelfs halverwege maar zijn kleeren had uitge-smeten .De menschen mochten malkanders neus niet

zien boven de half deur of ze stonden op straat,staken de koppen bijeen en peinsden hun her-senen slap near een waarom . In de herbergenzat er 's avonds eens zoo veel yolk saamgekoekten er werd dear bijkans over niets antlers ge-practiseerd. Carolus zijn heele familie werd erbij to pas gebracht tot in 't zeven-en-twintigsteknoopsgat, hetgeen den altij d eindigde met eensmakelijke lachpartij om de ontelbare, legenda-rische grappen van den Kaptein .

Pastoors, patens en nonnekens warm eroververbolgen alsof de duivel op hun ziel gezetenhad. Ze vonden 't geval des to erger omdat hetj uist de heiligste was, een model van een stu-dent, iemand speciaal in de wieg gelegd voorbisschop en kardinaal, die dear zoo stomweg denduivel vlak in den muil liep . 't Kwelde hen zoo-danig dat er in 't kwezelkeslof bij de Jezuietendoor den dikken peter Noppekes openlijk overgepreekt werd .

Op de notabelen werkte het als een slag in

Page 32: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAD

29

't gezicht. Want het was de traditie, als ze bijden bisschop of een ar.deren hoogeerwaardenop bezoek waren, dat hun over dat feit altijdeen compliment gemaakt werd, hetgeen hun hetzalig gevoelen gaf daardoor in den hemel ookeen stapken voor to hebben. 't Was nu voorgoednear de mean geslagen en 't kwam nooit meet'weerom .

Als de heeren malkander tegen 't uur vanden noen ontmoetten voor de trappers van 'tstadhuis en dear volgens gewoonte op eenbreede rij een halfuurken de Groote Markt op enof wandelden, spraken ze over niets antlers .

De eenen sakkerden, de anderen scholden,maar niemand wist beraad wet ze met dat blindpaard op stal moesten beginners. Alleen de drieoudste heeren, die nog korte broeken droegenen platte schoenen met gespen lijk in den Oos-tenrijkschen tijd, zwegen en lieten bedrukt denkop hangers, zoodat het pruikstaartje lijk eenva.rkenskoddeken omhoog krulde op den hoogen,sti j ven mantelkraag .

De kleine vierkante mijnheer Klabots was erhet ergst door geraakt. Hij moest flees jaarpeter zijn bij het vormsel en had reeds een sier-lijke redevoering op rijm gereed, om of to lezenbij de plechtige ontva.ngst van den bisschop earsde poort der stall.

't Peterschap lag hem nu echter op de maagals een klont lood . De plooien in zijn lang, geelgezicht waren eens zoo lang geworden van dezorg. Hij stapte nijdig op zijn kromme beentjesyen verschoof alle momenten met een zucht zijn

Page 33: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

30

DE KLEINE STAN

grijzen pothoed. Bij poozen kon hij 't echterniet meer kroppen en den rolde veer zijnklacht lijk een litanie in de kerk .

,,In w'at postuur ne mensch zooal geraakt!En dat door de kuren van dat jongmensch! 't Isom de muren op to loopen als ge er fijn aanpeinst! Zooveel zit dat in met den goeien naamonzer stall ! Dat 's ook onze goeie naam, denonze! Wat moeten ze in 't bisdom over ons gaanpeinzen? Ziet ge me dear al staan met hatvormsel? 'k Kan er ni meer van slapen !"

De andere heeren eerbiedigden hat lead vanmijnheer Kiabots. Ze hielden, al luisterend, degale stokken op den rug en keken diepzinnignear 't verschuiven der bruine en witte bohkeien under hunne voeten .

Mijnheer Kiabots had reden tot kiagen enhij speak daarom zeer veal .

Maar amen zet hield hij zorgvuldig van aeh-ter in zijn kop, tegen dat steaks de burgemeesteren brouwer Potvlieghe hen zouden vervoegdhebben, een zet, die near zijn overtuiging 'theele gavel beeldend weergaf en den ook werken moat als een bum .

Op den gelen Sint-Gommarustoren, die vanachter een ru trapgevelen opkeek, begun hatto rammelen. Gedurende vijf minuten was ereen haastig gedraaf van werkvolk over deMarkt. De holleblokken ratelden, men riep mal-kaar wet achterna, maar algauw versmolt hatgeluid in de smalle straten en steegjes enheerschte veer de gemoedelijke stilte .

Daar kwam den de burgemeester voorzichtig

Page 34: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ELEINE STAR

31

op zijn verlakte gespschoenen of de arduinenstadhuistrappen. Aan zijn knikbeenen blonkenwitzijden kousen . Voor het ijzeren renaissancehekken met vergulde toppen en krullen wachttehij naar 't gezelschap .

Ook de dikke brouwer Potvlieghe stapte wel-dra van achter 't Belfort, waar zijn brouwerijlag, met kleine stapkens bij .

De heeren groetten elkaar zeer hoofsch, zeg-den een woord over 't wear en keken eens naarden witten wolkhemel of naar 't gevoelige wind-vaantj e op den spits den Gevangenpoort .

Mijnheer Klabots bond seffens elkeen eensnuifken aan. Hij profiteerde er ondertusschenvan om nag eens met zijn natte beefstem zijnklacht to herhalen dewelke hij dan romantiekbesloot met„En dus, Mijne Heeren! is daarmee de

schoonste panel uit de kroon onzer geliefde stallgevallen !"

Traagzaam stak hij daarbij den ivoren bolvan zijn stok omhoog en keek elkeen beteekenis-vol in 't gezicht. De heeren knikten hem alientoe als getroffen .

Alleen de brouwer knikte niet. Hij trok zijnroad, rood gezicht diaper binnen de punters van.zijn boord, zette verbaasde oogen en vroeg on-deugend

„Eenen panel, Mijnheer Klabots? Twee zijnwe er kwijt, mijn baste vriend ! Eenen eruit eneenen, die erin moest door den roam van Caro-lus en die er nooit mean inkomt !"

De hearers vonden hat nog veal j uister, j a,

Page 35: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

32

DE KLEINE STAR

twee waren ze er kwijt . Ook de burgemeesterknikte naar den brouwer en snorkte een keerdoor zijn arendsneus, zoodat zijn oogbalken : enzijn bleeke zakwangen erbij bibberden .

Mijnheer Kiabots kreeg er een stool van inde maag. Zijn oogen warden vochtig, de mondhoeken trokken wear in de lengte en hij zeivan ergernis geen woord meer.

Daarna vroegen ze aan elkaar voor den zoo-veelsten keen wat er mee moest begonnen wor-den . De meeningen liepen danig uiteen . 't Werder warm van de vale stemmen als op eenuitverkoop.De burgemeester sloeg zijn wateroogen eens

naar den hemel, trok de schouders onversehilligop en zei, tusschen twee snorken in

,,Laat Carolus doen, Mijne Heeren en laat erons over zwijgen !"

,,Dat is 't," riep mijnheer Kiabots en stakontroerd zijn stok uit. ,,Gij zegt hat, Burgermeester! Hem laten loopen! Beter kunnen weons misprijzen voor diet snotneus niet to ken-nen geven!"

De heeren waren allemaal 't akkoord met denburgemeester zijn voorstel : ze zouden 't hemlaten voelen! Daarop wenschten ze elkaar vol-daa.n ,,smakelijk eten" en verdwenen in de witteburgershuizen met de vergulde krulgevels, diede Markt omsioten met hun deftigheid.

De Markt lag verlaten . De gebeeldhouwdepoort en 't hekken van 't stadhuis waren toe .Het rammelde halfeen .

Page 36: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE ELEINE STA.b

33.... . . ... . . . . .... . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . ... . . . . . .. . . . ... . . . . ... . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . ... . . . ..

Op Palmenzondag ging de hemel toe .Een blauwe plasregen sloot de horizonnen en

vulde de lucht met zijn nat geruisch .De boomen die den sprong in 't leven peins-.

den to wagen, krompen er zwart onder ineen,ode gevelen leekten van ode nattighei .d en in destraten rilden de plassen grooter en grooter .

Voor de menschen in de kleine stall was 'teen gewenscht Goeieweekweer.

Het grijze, arme-menschen licht, bet biddendgeritsel van den regen maakten de godsdienst-oefeningen en 't mediteeren over de vijf droe-vige mysterieen van Jezus' lijden en flood eenszoo gemakkelijk . Daarbij weed er binst 'dezedagen in de Groote Kerk de buitengewone, tien-jaarlijksche Paasch nissie gepreekt door driefelbespraakte bruinpaters uit Leuven. De kerkstale er iederen keer zoo vol van als een ben-neken haring ; men verdrong malkander van't hoogzaal, en zelfs tot onder de trap van denpreekstoel en achter de dikke pilaren stondener telaatkomers met de harden aan de oorento luisteren .

„'k Zou er ook naar toe gaan, als 't hier niveel beter was," zei Carolus. En in afwachtinggvan de open dagen snuisterde hij binstdien voortin de boeken, zat zingend bij Petrus in den stalof op zolder to kleuteren, speelde voor 'zijn eigeneen liedje op fluit of klavier en volgde met oogen oor het zotte gedoe van regen en wind overde Nethe.

Fijn en aangenaam was flat laatste bijzonder .'t Water ruischte zingend van de blinkende

Carolns

3

Page 37: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

34

DE KLEINE STAR

daken, klokte in de zinken goten en maakte eenheldere muziek in de klankgevende buizen .

De wind, benepen tusschen groen en blauwuitgeslagen ;achtergevels, blies de brume riviervol rappe rimpels, veegde hier en char een plekglad waarin dan seffens de huizen weerspiegeldlagen of draaide holten in ode vliegende regen-staarten. Hij trommelde voor een veranderingtegen klirrende ruiten, rukte en stootte aan denlantaarn van 't Lievevrouwkesbeeld op den hoeken joepte dan onder en over het ronde brugholde kaai op. Daar verloor hij zijn geweld,' wreefzoevend de waterdruppels uit de zwarte olmen-kruinen of pluisde den blauwen rook uiteen dieuit de scheeve schuitschouwkens sprong .

Carolus was er nooit moe naar gekeken. 'twas altij d hetzelf de en toch `altij d zoo verschil-lend. 't Boeide hem als een schoon vertelsel .

Maar 't plezants en 't nieuwst van al bleeftoch de processie van kerkgangers, die over debrug to passeeren begon van zoodra de grooteklok luidde voor den dienst en den preek . Hetmocht water gieten met kuipen, en waaiendat de stukken pan als vogels door de luchtvlogen, dat kwam op tijd en stond zeker als dewijzers van een uurwerk .

Eerst kwamen van achter den hoek op onge-lijke afstanden achter elkaar een collectie oudevrouwkens en pekens to voorschijn, gebogenover een stoksken en kramankelijk to been . Opeen, twee, drie kreeg de wind ze to pakken, woel-de de doeken en j assen open en bliss de ma ltel-kappen op tot ronde balonnekens . Met open.

Page 38: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAD

35

mond stonden ze daar dan angstig to draaien en't was een heele operatie em de fladderende tip-pen weer samen to krijgen. Er kwam ook regel-matig een man met een houten knotsbeen eneen blinde die zich aan de armdikke, ijzerenbrugleuning vasthielden, maar die trokken al-leen hun hoedje wat dieper in 't gezicht en lietenvliegen wat vliegen wou .

Tegen dat de klok uitgebromd had, kwamende burgerf amilies, deftig en voornaam, de kin-deren van voor en mijnheer en mevrouw veiligonder een grooten, groenen of bruinen parapludaarachter . Dicht op elkaar volgden de familieKortjans, mijnheer Spinael, de griffier, mijn-heer Kaers met vrouw en zeven dochters, dekleine, krombeenige doktoor Appelmans metzijn huge madam, de burgemeesterfamilie ennog vole anderen, renteniers, kooplieden en zoomoor.

De wind besprong ze allemaal evengoed . Deparaplus snokten rimpelend naar alle kanten, delange j aspanden zweepten als vleugels rond degeruite spanbroeken, kapmantels vlogen openmet de kleurige voering als een vlag naar buitenen Carolus beleefde er een onschuldig plezieraan .

„Wind, bespring hun zielen i" zei hij .Hij herkende vole donor menschen . Hij herin-

nerde zich de avonden bij Nonkel als de heerener bij voile flesschen hun leege urea kwamenvullen met verteilen rond den haard . De heelestall passeerde er d:an tot in hot derde voorge-slacht en dat verkwikte hun hart en maakte hun

Page 39: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

36

DE KLEINE STAR

oogen smal van aandoening, meer nog dan degeest van den ouden wijn to de hooge, geslepenroomers. Ze wisten nooit van uitscheiden, zoo-dat Sophie aanhoudend de kaarsen mocht ver-nieuwen in de koperen, veelarmige kandelaarsop de schouw .

Carolus herinnerde zich vele deter verhalen .Ze spraken van menschelijk lief en leed en 'teene wortelde . in 't andere, want de menschen-levens liepen in elkaar als de straten zelf van dekleine stall . 't Eene begon waar een tweede uit-liep en van op elken hock openden zich nieuwevergezichten, elk met zijn eigen licht en don-ker . . .

Het deed Carolus droomen .Als de klok voor den tweeden keen luidde,

mineerde het beweeg. Een volksvrouw met eenkind aan de rokken, een schrijnwerkersgast ofeen paar huismeiden renden nog haastig voorbijen daarna speelde de wind weer katteken metzijn eigen .

Het maakte Carolus zijn hart stilaan warmen hij kreeg goesting naar de menschen .

Dien namiddag kwamen er gele vegen in deii,hemel en hield het bij poozen op met regenenen waaien .

Carolus profiteerde ervan . Hij trok zijn laar-zen aan, haalde zijn zwartlaken mantel uit dekast en ging op bezoek bij Kozijn Duyvewaert .

Mijnheer Duyvewaert was een kozijn langsmoeders kant. Hij woonde in de Begijnenstraatin het breede, witte huffs met den trapgevel,

Page 40: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAR

37

naast de poort van 't Begijnhof, waar flu depastorij is. Hij was evenals zijn voorvaders totin 't zooveelste geslacht borduurder van beroepen zijn huffs was voor den stijlvollen, verzorg-den arbeid bekend in alle kerken, abdijen enkloosters tot in Holland toe. Want niemand an-ders in den lande verstond de kunst zoo goad omde zij den bloemen en distels, korenaren en zin-gende vogelen zoo sierlijk op hat zwaar fluweelof hat stijfbrokaat door elkaar to werken alshij . Het was zijn trotsch voor elke bestellingeen nieuwe teekening to hebben gemaakt ennog nooit de minste klacht to hebben ont-vangen .

Aan de groote borduurramen in hat werkhuis,werkten dag in dag uit een twaalftal meisjes,under de leiding zijner twee dochters Christianen Anna-Liza. Binst de zonnen en bloemfestoe-nen van zijde en gouddraad kleurig groeiden ophat gespannen brokaat voor een koorkap en opbet groan of rood fluweel van een kerkvaan,zongen de witte stemmen geesteli jke liederen ofbaden een litanie.

Carolus was er sedert vier j aren niet meetaan huffs geweest . De herinnering aan de stem-mige kameren met hun lavendelreuk, Jaet werk-huis vol kleuren en fijn gezang, bet zachte, glad-geschoren gezicht van Kozijn, en de nichtjesmet hun lange haarvlechten, stemde zijn hartaangenaam, en lei een weaken glimlach in zijnoogen .

Als de bel uitgerinkeld had, ging de witte,met loof werk geornementeerde deur open en

Page 41: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

38

DE KLEINE STAR

over de spiegeling van het wit-en-zwarte vloer-damberd bracht de oude meid hem in het maga-2i jn.

De twee nichtjes stonden bij den met patro-nen belegden gueridon .

„Wel, wel ! wie dat daar is !" zei Anna-Lizaverrast en kwam rap op hem toe . Heur grijs-katoenen kleed met mode bloemen doorzaaid,ruischte en de lichte kant van den witten borst-;doek waaierde over de ronde, beweeglijke schou-ders open. Heur donkere, ietwat schuine oogenlachten ondeugend en keken, hem vlak in 't ge-zicht. Ze reikte hem hoog en gracielijk de handen wees hem naar een stoel, waarbij de brumekrullen fangs heur slapen dansten en het koralenkruisken tusschen de fi j ne pew van den hals-put zenuw:achtig trilde .

Christian bloosde verlegen toen Carolus naderkwam, ze boog den goudblonden kop en streakverward hat ronde witte schortj e glad over hatgroene kleed . Als ze zijn hand voelde, ward zenog rooder en haastte zich algauw de patronenop to rollen en de taf el to ruimen .

Anna-Liza bleef almaardoor lachen .„En wij die peinsden dat we nu vast nen

Kozijn-Bisschop in de familie gingen krijgen !We hoorden al zooveel van u!"

En ze schudde den kop heenentweer en bezaghem dan veer, als kon ,ze niet goad gelooven, dathij hat was.

„En hoe stelt gijlie hat?" vroeg Carolus . „EnKozijn?"

Anna-Liza gaf er maar kort bescheid op,

Page 42: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAR

39

bezig als ze was met haar eigen plezierige ver-hazing.

„En dat ge flu geenen pastoor zult worden,"zei ze weer . „Hoe is dat toch gekomen ? en watgaat ge flu beginners ?"Toen Mijnheer Duyvewaert binnenkwam,

bleef hij eerst verwonderd aan de deur staanen keerde zijn grijze, kortharigen kop overent-weer van Carolus naar zijn dochters .

„Zie nu ! en zoo op 't onverwachts, Carolus?"zei hij traagzaam .

Hij knoopte zijn botergeel huiskieltje toe enop zijn plane, blauw en oranje geborduurdemuilen schoof hij langzaam naar den met roodekussens behangen zetel voor zijn werktafel aanhet raam in den hoek. Hij duwde eerst de tee-kenplank wat verder, schikte de porseleinenverfpotjes en de penseelen op zij yen keerde toenzijn stoel naar het gezelschap .

„Hoe stelt het de gezondheid, Kozijn?" vroegCarolus .„Goed ! en met u toch oak zie 'k," antwoordde

hij met zijn lijze stem .„Beter zie 'k, als toen we malkander den laat-

sten keer zagen," voegde hij er met een zuchtbij en keek zinnend naar de biezen mat onderzijn voeten .

Er was een pons een stilte.„Rechtuit gesproken, Carolus, 't heeft me

danig getroffen toen ze me komen zeggen zijn,dat ge 't seminarie verlaten had. 'k Begrijp nogniet goed hoe dat mogelijk is geweest van u",hernam hij hoof dschuddend .

Page 43: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

40

DE KLEINE STAR

„'t Ging ni-meer, Kozijn," zei Carolus getrof-fen „met den besten wil van ode wereld, 't gingni-meer!"

Heel de miserie stond hem ineens veer voorden geest. Hij wou er meer over vertellen maarde donkere oogen van Anna-Liza vlak in dezijne gericht verwarden hem en hij wist niethoe to beginnen .„'t Heeft me bedroefd, Carolus! 't Bedroeft

me nog danig," zei Mijnheer Duyvewaert stiller,Er kwam een droeve plooi over zijnn smal gelaaten hij zuchtte diep .

Een pijnlijke stilte leefde in de kamer,waarin vreemd de bekruiste kassuif els, degoudbezonde koorkappen, de kanten koorhem-den als koplooze gestalten op hun staan-der, langs de achtermuren gerijd, hun kleu-ren opdrongen. Uit hat werkhuis zeef deflauw 't gezang van een kerklied tot hierdoor .

Anna-Liza keerde den kop nieuwsgierig naarhaar vader. Als ze nadien 't gelaat even maarnaar Carolus draaide, keken haar oogen hem stilverwijtend aan. Ze trok seffens haar stoeltjenaast den zetel en stale haar hand onder vaderzijn arm .

„'t Spijt me, Kozijn, dat hat u zoo getroffenheef t. Maar geloof me, 't ging ni-meer . 'k Be-klaag hat me geenen moment . Later spreken wedaar nen keer langer over als ge wilt !" zei hijterwijl hij rechtstond .

Christian reikte hem hoed en stole. Hij groet,to en stapte naar de deur.

Page 44: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAR

41

„Stel hat goad, Carolus" zei Mijnheer Duyve-waert .

Anna-Liza knikte lichtj es .Christian liet hem uit. In de gang reikte z.e

hem de hand en glimlachte goedmoedig .„Tot ziens, Kozijn," zei ze gedempt .Als Carolus buiten was, liep hij ontroerd met

den kop naar den grond. „Dat had ik nietkunnen peinzen !" zei hij .

Maar de wind die hem ruggelings in denmantel klepperde, 't gezoef der olmen op de yes-ten en hat glimmende licht dat over de stratenen de daken streak, brachten hem rap wear toteen open stemming.

Vandaar ging hij naar den burgemeester, dieeen vriend van zijn vader-zaliger was en waarhij als kind dikwijls gespeeld had.

De meld bracht hem in 't voorschootgrootekabinetj e naast de straatdeur. 't Duurde eenheelen tij d voor de burgemeester verscheen .Hij deed heel deftig en had zijn pruik op . Hijvroeg aan Carolus niet eens om gezeten to zijnen bleef zelf staan . Men inf ormeerde naar el-kanders gezondheid, zei een woord over hatwear en daarmee voelde Carolus dat hij kon op-trekken .

De heele stall verdween achter den burge-meester en Mijnheer Duyvewaert .

„Dat ze loopen !" zei Carolus schamper . „Mijkrijgen ze niet meer to zien ! Vivan den boar !"

De lucht was binstdien verhelderd . Tusschentwee wolkkaken brandde er een geel plaskenopen, en zienderoogen waste er een natte zonne-

Page 45: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

42

DE KLEINE STAR

balk uit, die de gevelen wit optrok en de ruitenvol verschietende schijnselen legde . De spitsehoed van 't Belfort stak er zijn blinkende wind-wijzer in .

„'t Klaart op!" zei Carolus verheugd en erging een blij geluid door zijn ziel .

Achter 't stadhuis stond de lichtbalk schuinop de brouwerij „Den Hazewind" . De blauwebeluiken spraken een vinnige taal tegen denouden, bruinen Bevel en de gebeeldhouwde, wit-steenen fruitmandekens boven de vensters gin-gen open in een weelde van fijne schaduwen engele lichtplekken . 't Koper van een bierwagenflitste voor de ronde poort, waaruit twee man-nen biertonnen buitenrolden .

Carolus botste door op brouwer Potvlieghe .De kleine, dikke vent sloeg zijn armkens openvan 't verschieten .

„Wel, mijnen tijd !" zei hij, „en dot 'k u nogniet gezien heb. Zoolang op den buiten gezeten ?En wanneer komt ge nen keer? Ge ziet er zooserieus uit? Kom mee, kom ! last me uwen dogweer goed maken !"

Hij trok Carolus door een ronde, wine gangvol zure en zoete bierreuken, trok hem een eikendraaitrap op en don in een kamertj e, waar eenwarme, blauwe reuk van wijn en tabak heersch-te. Boven het wazige spiegeltj e op de schouwwas er een met gulden krullen omlijst paneel-tj e waarin een dikke, scheele zuipgod troondescherlings op een ton gezeten en die hield eenenormen druiventrossel in de hand. 't Was eenkoddig figuur. 't Vleesch king hem als kussens

Page 46: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAD

43

met puttekens over 't lijf . Carolus schoot ervoorin een lack .

„Brouwer, zoude gij daar geen kandeleerkenvoor late make en er 's avonds dan een keerskenin brande?" vroeg hij .

De Brouwer die een goede vriend van Nonkelwas en niets waardeerde boven de deugd vaneen malschen lack, zette met een bots de wijn-flesch en 't sigarenkistje op de tafel en sloegop zijn billen van 't plezier.

,,Bravo!" zei hij . „'t Bloed kan ni-liegen. 'kZal 't doen. Maar zegt me dan een keer voorwie dat gij een keerske gaat branden !" vroeghij pinkend .

„Voor de boomers en de zon, Brouwer !" lachteCarolus terug .

Er kwamen toen roomers op tafel en er werdverteld .uit den Kapitein zijnen tijd en -er werdveal gelachen. Potvlieghe vertelde daarna ineenen asem door van de kleine stall, want Caro-lus moest al hat nieuws waters en zoo bracht hijhem top onder de menschen .

„Ja, j a ! Daar is veal gebeurd, sinds dat ge ulevend begraven had !" zei de Brouwer . „Maarflu komt de goeie tij,d toch nog weerom ! 'k Bener danig blij mee !"

Carolus bleef er eten en als 't donkey wasdeden ze samen een toerken terwille van watf rissche lucht . Ze wandelden langs de Kaai ende Vischmarkt een paar straatj es rond en na-dien nam Potvlieghe zijn gast mee near „DenBloeienden Olijf ."

Het was een oude herberg, viak naast de Ge-

Page 47: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

44

DE KLEINE STAD

vangenpoort op de Groote Markt, met ears hoogopkrullenden gavel vol vergulde ornamenten,waarboven troonde hat borstbeeld van een ge-mi j terden bisschop .De Kamer van Rethorijken van denzelfden

naam hield er dezen avond haar maandelijkschepublieke vergadering, alwaar de laden, op rijm,zouden disputeeren over de „5 Droevige Mystoties van Jezus' Lijden en Dood" .

Potvlieghe grog er regelmatig naar toe omeens to kunnen lachen, zei hij . Want sedert Kap-tein voorgoed verhuisd was, was 't hier ergerdan op ears Begijnhof geworden.Verleden maandhadden ze 't over de „Deugd der Droomen" enhij verstond nog niet hoe hij daarbij niet ge-barsten was. 't Was wel een beetj-e triestigerdezen avond, maar dat zou niet beletten dat dePrins er zotte dingen zou waters tusschen toslaan .

Langs een donkeren, gewelfden koker van eengang achter de herberg en dan een smallen,steekschen trap op, kwamen ze in het f eestlokaalvan „Den Bloeienden Olijf."

Het was een lange, smalle zaal, getapisseerdmet de bruingeworden, zwar-tomlijste portrettenvan al de Prinsen, die sedert haar stichting tentijde van Keizer Karel, haar roam hadden hooggehouden. Boven de koppen der toehoorders ver-toonde de zaal in de diepte een rond tooneel metrood en blauw gemarbreerde romeinsche zuilen,waartusschen op geornamenteerde pieterstalende Muzen prijkten. Het waxen groote, houtenvrouwenbeelden, dik en struisch lijk op Rubens

Page 48: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAD

45

zijn schilderijen~met een voile winkel van roteschouders, borsten en hesparmen die uit dedraaiende plooien hunner blinkend geverfdekleederen kwabden .

Van de geplaf oneerde zoldering, bantgekieurdmet het wapen der stall, dat der Kamer en 'tbeeld van Sinte-Gommarus den stadspatroon,daalden drie groen-overschermde lampen neerdie een dun, bruin licht over de koppen openwaaierden .

De leden der Kamer in hun statiekleedij vandonkerbruinfluweel met troesbroek en platten,witten boord, zaten op het tooneel tusschen deMuzen verspreid . Aan een groen gedrapeerdtaf elken zat de Prins in een zetel .

Bibberend en klagelijk grog de stem van denrijmenden mijnheer Klabots, die voor het voet-licht stond en medelijdend de handen schuddenaar een ingebeelden Ecce Homo :

„'t -Geronnen bloed kleeft aan zijn handen, hoofd envoeten,

't Is al om onze schuld, onz' zonden uit to boeten , ,

Hij zweeg even om beter zijn woorden tolaten inwerken, en keerde traagzaam zijn vier-kanten gezicht waarop de deernis to pakken hingnaar 't publiek .

Maar als zijn oogen de twee, laatst binnenge-komen bemerkte die tegen den roodvilten voor-hang aan de trap waren blijven staan, grog ereen schok door zijn lijf en hij trok zijn gezichtverontwaardigd omhoog .

Page 49: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

4b

DE KLEINE STAR

De Prins, een oude schoenmaker met eenkoperen bril voor zijn baksteenen gezicht, standrecht en vroeg met een vriendelijke zinnekensstem :

,,Mijn welbespraakte, zoetgefaalde vriend Kiabots,Wiens woorden vloeien lijk het water uit de rots,Wat is het dat U stoort, U 't rijrnen wil verhinderen?"

En de andere, met een tragisch gebaar dehanden op zijn hart leggend :

,,Eilaasl Eilaasl mijn hart van spijt begint to zinderen!Verbaast U niet to zeer dat ik begin to doddelen,De woorden en het rijm al door malkaar ga broddelen,Pardon, WelEdele Prins en Gij, Geacht Publiek,De foorn verlamt mijn tong en maakt mijn hersens ziek,Nu 1k t figuur giudsch zie, dat zonder mededoogenDe hoop der Steedsche Maagd zoo schroomlijk heeft

bedrogen,Haar kristne faam onder de voeten heeft vertrapt!"

De Prins, niet begrijpend, schokschouderdeeens en keek beurtelings naar de verbaasde ge-zichten der andere rederijkers .

,,Welaan, Mijnheer Kiabots, da'arover heen gestaptiLaat het aan God fe zwaaien met zijn bliksem.Geef Hem Uw poezij, ofwe1 zoo geve 'k 1k z' Hem,"

Maar mijnheer Kiabots luisterde niet en stapto reeds naar achter, 't hoofd gebogen en de handen wanhopig grijpend in de lucht.

Page 50: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KLEINE STAR

47

,,Ai mijl bet gaat niet meer, mijn bloed verkeert in gall1k moat bier wegI bier wag!! of anders nog ik vail!

Vale koppen wendden zich naar achter en erging een gezoem van stemmen omhoog als vaneen bieenkorf .

Een lange, magere rederijker vroeg met eennatte lispeistem :

,,Wat wreede smart is 't toch, die stoort MijnheerKiabots?"

waarop de dikke, ronde mijnheer Kalui gewichtig respondeerde :

,,D'humeuren die veranderen nog al nen keer zoo plots!

De Prins gebood stilte en hernam :

,,Mijn Waarde Heer Kaiui aan U ons met vt mysterie,Op rijm, van Jezus' Dood, flu willen to vereeren.

Maar voor Kalui in 't voetlicht trail, wasBrouwer Potvlieghe met Carolus al de trappenaf, de gang door en stonden ze in 't rosse lichtvan den Rochus-lantaarn onder de Gevangen-poort to proesten van 't lachen .

,,Dien zot van een Kiabots! Hij heeft bet Lochgedaan !" zei Potvlieghe. En aan den arm vanCarolus, trok hij nu naar 't huffs aan de brugen vertelde tusschen zijn lachbuien in over deoorzaak van Kiabots koleire .

In de groote kamer ledigde ze nog menigeflesch .

Page 51: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

48

DE KLETNE STAR

,,Bravo !" zei Potvlieghe gedurig. ,,De oudetijd is flood, vivan de nieuwe!"

Carolus was onder de menschen van de kleinestad geweest.

Page 52: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE LENTS

In den achternoen beviel Treza .Nelleke, de meid van in 't oudershuis speelde

baker. Ze waschte het schreiende borelingsken,wond het in wine doeken en lei het bij de j ongemoeder in de alkoof.

Treza viel algauw in slaap en er kwam stiltein het huizeken.Gebogenshoofd ruimde Nelleke de kamer .

Sours vielen heur handen onwillekeurig stil enbleef ze 'n heelen tij d door 't vierkante raampj epieren als gebeurden er van alle dingen onderden scheeven bloesemenden appelaar in hethof ken .

Daarna dekte ze 't vuur en sukkelde kopschud-dend van de kast naar de tafel en dan weer naarde leege, groene hobbelwieg als iemand die nietgoed weet wat ze doet .

Den enkelen keer dat ze 'de oogen door despleet der blauwgeruite bedgordijnen sloeg ener het bleeke, afgetrokken gezicht der bedrogenmoeder gewaar werd, schoot heur onwillens eenkrop in de keel. Ze zette zich op een biezenstoelken achter den heerd, trok den voor-schoottip voor den mond en begon lijze tosnikken .

Het zwart hondeken onder de tafel stak densnuit op en begen klagelijk to huilen.

Nelleke schrok ervan, zei koes en j oeg hem

Carolus

4

Page 53: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

50

DE LENTS

self ens het gangetj e in naar de voordeur.Juist kwam er een melkvrouw voorbij .,,Hoe staat bet, Nelleke?" vroeg ze .,,'t Is een jongen, Katrien. 't Is goe vergaan ."Meer kon ze niet gezegd krijgen, beklemd als

ze was van ingehouden snikken. Ze keek hulpe-loos over Katriens kop de lucht in, plukte aanhaar grij swollen borstdoek en drenteide toennaar binnen .

Katrien mompelde lets, hekeek als orn nogmeer to weten van under tot boven bet lage,eenzame boerenhuis en nam haar koperen melk-stoopen op. Langs bet rechte populierendreefkenvorderd ze haastig heuren weg, de steenen brugover, de holle poort door om in de kleine stad,verborgen achter de behoomde vesten, betnieuws road to dragen .

De wijven die in de nauwe straten voor hundeurgat speldewerkten, riepen bet malkaar metveel beslag toe, staken do koppen bijeen en be-spraken het geval. De winkeliers vertelden betaan de meissens en zoo drong bet nieuws in dedeftige burgershuizen die stonden plat en witmet hun onberispelijk geplooide gordijnen omde Groote Markt en de kerk .Dien namiddag hadden de burgersvrouwen

bij den vierurenkoffie stof tot babbelen : dedochter van den afgestorven orgelist, een def-tigen, kristelijken beer, en die zat nu met eenkind!

En binst de tongen ijverig roerden, ademdede vreedzame avond uit de aarde .

De wine huizekens met hun spel van roode

Page 54: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE LENTS

51

en blauwe daken waadden welds in schemering.Blauwig vervaagden de bloesemende kerselaarsachter de tuinmuren en de blaerkens der vier-dubbele populierenrij op de wallen draaiden gui-den in den kleinen wind . De voorjaarslucht wasiji en diep, van een groen-blauwe verf, waar-tegen melkgeel de steenen kerktoren reel meteen laatste kiad goud tegen den kop . De spiegelder hooggetij de Nethe, die in malschen bongdoor het stadje bochtte, droeg verinnigd dekaaien, de boomen en den hemel waarin aireedseen smal manesikkeltj e zilverde .

Als nu aan de lucht do sterren stonden endoor het harten- of ruitenpaar der beloken pla-feturen blond lamplicht pinkie, gebeurde hetdat een stoet knapen en meiden den zwartenbong der Mechelschepoort uitstroomde .

Met ketels en gotten op den rug trokken zeroepend en gichelend het dreefken in, achter eenilangen, mageren slungel die een str .ooien pophoog aan een boonstaak droeg .

\Toor Treza's huizeken echter bleven ze aile-maal stain en begonnen toen al met een keerop het blik to trommelen dat hooren en zien ver-ging. 't Groeide tot een lawij d als van 't laatsteoordeel en daarin ging of en toe, als delack van een duivelken, een snijdend fluitjehaven uit .

De slungel kiom, under algemeen gejuich, ineen canada. Rap, lijk een kat, trok hij zich tegenden stain omhoog, met de pop op den rug en inden hoogsten tjop maakte hij ze traagzaam vast,schudde met heur beenen en heur armen, waar-

Page 55: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

52

DE LENTS

op de bende nog wilder aan het tieren ging, lijkeen losgebroken hel .

Omtrent dezen tijd was het, dat Carolus inrappen draf naar huffs gereden kwam van 'tHofken van Swaen, waar hij alles in orde hadlaten brengen om er voorgoed zijn Lenten op toslaan in 't uitgelezen gezelschap van boomen,boeren, wind en zon .

Elias vloog erover en de hooge wielen van desjees zoefden lijk een wind . Carolus zijn zielwas licht als een plui.mken en hij zong zoo maarin den avond om zijn vreugde to vieren .

Toen , de ketelmuziek aan de kromming vanden weg de f likkering der twee lichten en denrappen klop 'der paardehoeven gewaar wend,mineerde efkens het lawijd en week de zwartebende uiteen.

Maar zie ! met een snok wend het paard plotsingehouden. Het steigerde, brieschte wolken vanschuim en met klawierende voorpooten trappel-de het van herres naar derres.

Carolus schoot recht, spande de teugels ensloeg de knallende zweep boven de koppen uit .Brouwer Potvlieghe had hem over Treza

verteld en hij begreep seffens wat er gaandewas.

„Bij God! als ge ni maakt dat ge weg komt,sla'k mijn leer door ulie lijf ! Weg! of go wordtgemalen !" riep hij .

Het paard krabde gensters uit de keien en dezweep pafte als geweervuur .

Ketels rammelden over de steenen, meisj esgilden en verschrikte knapen sprongen met de

Page 56: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE LENTS

53

blokken in de hand, den weg of en de bleekeweiden in .„wie spot er met het leven ? Hoera, voor het

leven!" riep Carolus .Op een twee drie was de weg leeg gezweept .

Een machtig gevoel overmeesterde Carolus .Als hij thuis kwam zong hij den „Magnificat ."

Want dat is de schoonste 'gang om to zingen alsde ziel overloopt van een schoon en grout geluk.

Denzelf den avond nog bakte Sophie vlaaienen appelbroodj es voor de j onge moeder. Petrusdroeg ze er naar toe, met een tuil roode pioenenen de complimenten van den bags dat 't Kas-teelken van Swaen in of wachting ter harer dis-positie stond. Hij zelf zou er heur naar toerij den in de groote koets .

Dien uchtend toen -de wereld blauw en vochtigwakker werd, omhangen van dunne newels, ende ontwakende zon van achter de mastebosschenden lagen hemel roos beasemde,. reed de grootekoets het roode poortgat uit en den berg derbrug over .

Het was een ouwerwetsche ruime koets vandonkey-blauwe kleur, met grijze gordijntjesvoor de vensters, een echt wandelend kamer-ken. Ze wiegde malsch en gemakkelijk aanleeren riemen op de bogen van enorme,piepende veeren. De roode wielen hadden kun-stig gedraaide spaken, de hooge bok was gedra-peerd met groen laken en de lantarens warenvan gedreven koper en geornementeerd als kerk-lampen .

Page 57: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

54

DE LENTS

De twee brume paarden trappelden van yin-nigheid in de aangenaam prikkelende lucht enbliezen struisvogelpluimen van krullenden smooruit de knikkende koppen . Ze rokken zich en dan-sten in het kiemmende gareel zoodat er rillingenover hun huid liepen, maar Petrus spande deteugels en dwong ze op stag .

Achter de koets, op Elias, volgde Carolus .De straten warm nog nat en grijs in de eer-

ste schemering en geen levende ziel was er tozien. Alleen op de Groote Markt stand een een-zame vorster in 't deurgat, under de pui van hetstadhuis zijn pup to rooken en voor de afspan-ning ,,De dubbele Arend" waschten twee stal-jongens de gele diligentie.

Ze reden de stadspoort uit en hielden stil voorhet huizeken . Nelleke deed het groene deurkenopen en een beet] e later kwam Treza buiten .

Ze was zeer bleak en haar oogen lachten voltranen. De blauwe met vos boot omzoomde man-tel buitte over het borelingsken in haar armen .Ze groette en probeerde lets to zeggen, maar erschoot seffens een krop in haar keel en hat hoofdzakte op haar burst.

Carolus had schoone dingen in zijn kop omhaar to zeggen, simpele woorden warm van zijnhart, maar hij was means danig verward dathij romantiek ward.

,,Juffrouw, de wereld is jong en blij in dezenblauwen morgen . De lucht is klaar als kristal,de vogelen zingen en de bloemkens ontwaken inhet bedauwde gras. Steak uw hart omhoog, lacktegen het leven dat u een schoon kindeken gaf

Page 58: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE LENTS

55

YMyYY+YwuuyuuM •LY~yyyYY+YV+~Yn~+•~ q~~~~~~Y+ •~ + •u . •pyY~uvYyYylY~YYVYUYY+yv~vY~YYY+~~YYU~o+YwYV~~~y7YYY •+ ~++wH

en dank den Heer om zijn mildheid. Nu rijdenwe de Lente in. Aan u de eer de Lente in, 't Hofvan Swaen to brengen !"

Ze sloeg even de oogen eons op en glimlachtetoen door heur tranen heen .

Carolushielp heur instijgen . P.akken werdendaarna 'onder den bok geladen, Nelleke stapteook in en op draf liepen char de paarden doorht bochtende dreefken, dat met zijn hoogecanarda-kruinen als •een gouden festoen overezen rat gehangen was .De zon was nu opgestaan en school zijn licht

plat over de aarde uit .De boerenhuizen, verdronken in de bloesemen-

de bo''omgaarden, lagen als eilanden in de zee van't jonge koren. Overal staken er leeuwerken totierelieren . Paarden draaf den hinnikend door deweiden en op de groene barmen, onder de popu-lieren roten, dreven toetende koewachters hunvee naar de beemden langs de rivier . Een schipmet een rood zeil, gespannen als een bulk naarde zon, dreef er traagzaam verder en op de heu-velen aan den overkant, sloegen de molens huneerste kruisen .

De weg liep van uit het dreefken naast dekoele Kloosterbosschen, . waaruit, boven het ge-lluit van honderden vogelen, de roep klonk vaneen koekoek .

Ze reden daarna over den ronden rug van eenwij den kouter, die bevierkant van allerhandebruin en groan en geel, naar alle kanten de ver-ten openhield .

Het fijne, zilveren licht van 'de eerste morgen-

Page 59: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

56

DE LENTS

zon trok de wereld van onder de smeltende ne .vets op tot een paradijs van de schoonste kleu-ren, vol frisch geluid en de hemel koepelde er-over, effen, van een stralend blauw dat aldoordieper en dieper werd en de ziel opzoog.

Carolus overzag vandaar de ontwaIende Ian-den en hij hield ervoor zijn paard in .De schoonheid van dozen ochtend verheugde

hem uitermate en met 't vooruitzicht op wat dedag van vandaag nog brengen moest, werd zijnhart speelsch en opgewekt zoodat hot aan hon-derd dingen tegelijk hing.

Er kwam een lack over zijn gelaat en hijbegon een lustig lied] e to zingen .

Maar als hij dan ook hot klare, eindeloos diepeblauw van den hemel daarboven gewaar werd,moest hij ineens aan de diepte en de schoonheidvan 't leaven zelf denken . Zijn gedachten vielenervoor uiteen en hij moest de oogen toedoenvoor hot machtig gevoelen dat zich in hem open-baarde. Het was zoo groot en zoo schoon dat hijmet 't gezicht naar den hemel to bidden begon

„Dank, mijn Heer en God, om de zon en delucht en de aarde die mijn hart doorspoelen metgratien allerhande. Dank om de velden en deboomen die spreken van Uwe heerlijkheid .Maar dank in 't allerhoogste om de lief de dieduurzaam is en om doze die faalt, om de kin-derkens die eruit geboren worden, om 't leeden de pijn van de scheiding, om al de tra-nen, die nog gestort zullen worden, wantGij verkeert hot al in zalf en honing voorde ziel !"

Page 60: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE LENTS

5?

Hij had nog veel meer willen zeggen . Maar't werd hem te- sterk alles vast to houden watineens opstond en de woorden smolten in zijnmood.

Heel in. de verte zwenkte flu de koets achterde haag van een wit kloosterken aan den buiten-rand van een dorp .

Carolus joeg Elias seffens vooruit . Het paardrekte de beenen en zijn springende hoeven klop-ten wolken van stof uit den weg.

Na twee urea rit draafden ze de olmendreefin die naar het Hof van Swaen voerde .

Het was een oud, Vlaamsch kasteelken in don-kerrooden afgepelden baksteen met witte ban-den en zandsteenen raamkruisen. Het steekschschaliendak rustte op gebeeldhouwde balkkop-pen en een slank torentj e stak een verguldenwindwijzer omhoog, die was een galjoen metbollende zeilen en kraaiennesten rond de masten.Het lag char aangenaam in een park van beu-ken en eiken op een glooiing aan den bochtvan de Schelde, die malsch van water tusschengroene dijken met notelaars beplant in den wa-zigen horizon vertrilde .

Hier was het dat Nonkel-Kapitein, dicht bijzijn geliefkoosd waterelement, den zomertijdhad doorgebracht en ~dat wou Carolus flu ookdoen.

Hij had gisteren nog de hoveniers geholpenin 't park en in den grooten, omhaagden tuinvol fruitboomen . De slaapkamers waren ver-lucht en geurden flu van lavendel en frisch lin-nen. Op tafels en kasten kleurden de delftsche

Page 61: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

58

bE LENTE

gotten met den glued van bussels pioenen engoudgele paaschbloemen .

Tegen 't uur van den noen, binst Treza ineen zijkamer een wissenwieg schikte en Sophieroad het houtskoolkomfoor in de keuken in,de weer was met koperen marmitten, vleesch,eieren en groenten voor 't feesteten, roeidenCarolus en Petrus, Nelleken met 't kindover den stroom, naar 't dorpken aan den over-kant .

In 't lage, witgekalkte boerenkerksken hieldenPetrus en Nelleken het borelingsken boven dedoopvont en de dikke pastoor met zijn hoornenbril - een kozijn van Mijnheer Duyvewaertsvrouw-zaliger - kerstende het under den naamvan Theodorus, dit is Gave Gods .

Op Carolus vraag luidde de dunne, gele kosterhet klokje en terwijl de pastoor geknield voor'tautaar een paar latijnsche gebeden las, klom hijzelf naar 't hoogzaal en duwde een machtigenzang uit het orgeltj e .

't Boerenvolk vergaderd om den papschotel inhun leemen hutten werd het klokj e en den rookder muziek gewaar, slokte haastig alles binnenen kwam nieuwsgierig toegeloopen . Onder denbreedgekruinden, groenen lindeboom troppeldenze algauw samen, boeren en boerinnen van alleuuderdoms en models . 't was daar een aange-name schilderij van roode slaaplijven, blauwekielen, wine of bebloemde burst- en hoofddoe-ken waarover de zon kiadden licht lekken liet .Ze peinsden hun roode koppen in twee van 'traden naar wat er in 't scheefgezakte kerkj e wel

Page 62: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE LENTS

59

aan den gang mocht zijn en riepen tusschendoorzottigheden naar malkander .

Toen de kleine stoet daarop uit de groenepoort kwam, stroomden ze in eenen gent road 'tportaal, gapend van verbazing.

Als Carolus al dat yolk zag, gaf hij verrastden pastoor een klop op den schouder en sprongop het kerkhofmuurken . Hij wenkte het yolk bijhem en riep hun lachend toe dat ze in „SintEloy" bij den smid, vijf tonnen bier mochten af-drinken op de gezondheid van dezen j ongenkristen. Jan Sj oechel, de doodengraver, zou doe-delzak spelen en dan moesten ze hier onder denboom maar een f likker dean, want drinken zon-der dansen was lijk rij stpap zonder suiker !

De boeren zwaaiden met hun klakken, kne~pen 't vrouwvolk in de lenden en riepen „vivanhem !" en de lange, magere Sj oechel met zijnrapenkop liep op zijn steitbeenen al weg om,zijn instrument.

Daarop zwierde Carolus een paar handvollenaenten en stuivers to grabbelen voor de kinderendie er lijk een klad musschen opvielen .

De pastoor, de koster en 't grijze burgemeesrterken met vrouw en drie dochters voeren meede Schelde over, staken hun beenen onder defeesttafel en ze dronken een heele rij bestoftewijoflesschen leeg ter eere van Theodorus, hetkind der liefde .

Page 63: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE JOPPES

Het had dien dag geregend .Tegen den avond eerst hield hat op en kwam

er van achter hat Begijnhof, waar hat wolken-schof was opengescheurd, een safraangeel lichtover de stud gevaren . De huizen en de boomerslachten van schoone kleuren onder hat donkeyblauw van de afzakkende wolken. Do bloemenin de hofkens, die den heelers dag hun asem had-den ingehouden zetten hun hart open en wolktende windstille lucht vol balsam .Dat drong tot ears de menschen hun klokhuis

en in hat avondlijke meilof leien ze hun ver-heugde ziel in de schoonste cantieken en gebe-den Ons-Liefvrouwken tar eere .

Binst dat de kerken zongen en de stratendaardoor om zoo to zeggen verlaten waren,kwam de Joppes, al zingend hat lieken van Na-poleon, met zijn pak in een rooden zakdoek aanears mispelaar op den rug, van een lange voet-reis, de stall in .

Vi jf jaren had hij to Leuven achter 't slotgestoken voor een moord tij dens een kermisge-vecht en nu, met hat schoone licht op zijn go-lukkig gezicht, kwam hij in hat smalle straatjehat huffs opzoeken waar hij met zijn wijf geleefdhad en kinders gekweekt . Hij speekte nen keen,zette zijn klak op eon oor en met een zotten slagin den mond stak hij hot deurken open .

Page 64: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE JOPPES

61

Er was niemand in de kamer .Door de open achterdeur zag hij het groene

tuintj e en de achterhuizen helder van de zon,en hij hoorde geplas van water in het pompkot .

Achter de stoof, in een wissen schommelwiegbegon er op eens een kind to schreien .

Als de Joppes dat hoorde spoot het bloed naarzijn kop en zijn vuil-bleek gezicht trok scheefvan de pijn . Hij rukte zijn klak van zijn rondenkeikop, smeet ze op den grond en begon to stam-pen en to vloeken als een zot .

Een vreemde vrouw kwam haastig binnenge~schoten, maar bleef aarzelend bij de deur staanen vroeg kwaadweg : „wa m oete gi j hebbe ?"Ze scharrelde gauw het kind uit de wieg en ginger mee in de achterdeur staan .

De Joppes zijn hart stond stil van 't verschie-ten. Hij krabde in zijn kort dievenhaar, liet nezucht lijk een paard en raapte verward zijnklak op, zoekend naar nen waarom .

Hij vond er geen, zei toen maar wie hij wasen vroeg brutaal naar zijn wijf .

't Mensch wist geen bescheid .Hij vergat nen goeien avond, nam pak en

stok en stapte een herbergsken binnen, daarschuins tegenover, waar stemmen door malkan-der hommelden. Vier man uit de geburen zatenom een rond, laag tafelken kaart to spelen, eenzatlap in een verschoten soldatenpak met zijnsteenen halve-liter in de hand, zeeverde tegeneen grijzen bult over zijn malheuren en de bass,een schoenlapper, rookte half-slapend uit eenzwart pij pken achter de leege stoof .

Page 65: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

62

DE JOPPES

Niemand herkende de Joppes . De spelerslonkte een keen nieuwsgierig op, de bags liepachter zijn tong en vroeg wat er hem ibeliefdeen de at1ap zei met een natte stem ,,bonsoir,jeun'homme!"

Alleen de butt scheen na lang pieren jets tovermoeden. Hij kwam van zijn stoel gewandeld,keek hem under den neus,

,,Laa.t ne keer zien, kameraad!" zei hij . ,,'kPeins, zou het misschien de Joppes ni zijn . . .En 't is hem begod ook, mannen !"

De venten sprongen recht, vloekten van blijdeverrassing.

,,Wie had da kunnen peinze! Wel dedju, toch!Welkom tulle, Joppes!"

De Joppes gaf elkeen do hand, maar vroegseffens naar zijn wijf en kinders .De mannen zwegen daarop, pinkten eens tegen

elkander en drunken verlegen aan hun glas . Deboas zei, dat hij eens efkes naar achter moest .

De 'bult krabde achter zijn our, keek naar dengrond en sprak daarop :

,,Joppes jonge, g'hebt heur vijf jaar uit denkop moete steken en, om alles in een woord tozegge, laat gij ze er flu maar uit. Ze is zij mettie schipper opgestoke, en de kinders 'zijn mee.Waar ze flu vane, Joppes, dat weet God! Hierhebben we ze ni meer weergezien ."

Toen brak er jets in de Joppes zijn hart . Hijsloeg met zijn vuist op de tafel als op een hoofdvan Jut en begun to vloeken dat het kraakte . Hetpakje met een gebloemden borstdoek voor zijnvrouw, hobbelewitjes en spekbollen voor de kin -

Page 66: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE JOPPES

63

cderen, alles vloog de straat op . Hij lief seffenszijn geld klinken, zei dat hij trakteerde .

Al to samen begonnen ze to zuipen en to zin-gen, vertelden vuilen klap en lachten zich dekoppen rood als tomatten. Op 't gerucht kwamfog veel yolk bij, mannen en vrouwen, en weldrawas 't heele straatje daar saamgekoekt. Hotkroegsken daverde van 't lawijd en eer 't een+uur later was, begonnen ze er natuurlijk toruzieen en de maatj es vochten .

De Joppes was de geweldigste . Hij zwaaideeen biezen stoel boven de koppen, stampte destoof omver en sloeg de pinten en kruiken vande schenkbank. De vrouwen drumden buiten algillend. De bans' stond, scheel van den schrik, ineen hook met de lump boven zijn zwart gezichtto roepen : „past oep your de lamp !"

Plots riep er een stem in 't deurgat : „deveursters ! de veursters !"

Rap als de weerlicht schoot lungs voor enlangs achter hot yolk weg .De Joppes stond char nu moedermensch al-

leen to tieren en to vloeken van : „'k zal a begodwel leere zwumme, schipperke ! en duikelenook !" en zoo moor .Voor den tweeden keer riep de stem : „de

veursters !"Een straatj ongen stak met de gauwte zijn

dik sproetengezicht nog eons binnen, schreeuw-de : „ze zijn odor!" en verdween.

Men haorde alreeds den slag van hun benagel-de laarzen op de keien .

De Joppes liet toen ineens hot stoelken vallen,

Page 67: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

64

DE JOPPES

vloog naar de deur en lisp lijk een wind hetstraatje uit. Aan 't Volmoleken sprong hijover een gracht, rends het Meulebeemdeken dooren kroop den donkeren rug der wallen op waardrie enorme molens, koolzwart tegen de geel-grijze westerlucht hun slappe kruis:en heften.

Amperkes was de Joppes erover en lisp al,rapper dan zijn beenen het wilden, de helling ofof twee duivels van honden basten op hem toe .

Hij kreeg er een schok van door zijn lijf enriep „Moeder! ai mij !"

Carolus die d:aar op de bank aan de molen-poort naar den schooners hemel en de verdonke-rende, verre beemden had zitten kijken, kwambij gesprongen en zweepte zijn honden weg.

„Mangier ! laat me loops! ze zijn dor !" hij gdsode Joppes .

„Loopt al op ! 'k Loop mee !" zei de andere.De Joppes dacht zich verloren . Hij kreeg

goesting om den j ongen man in 't water to wer-pen, maar de schrik voor de honden en de stem-men die achter den molenberg riepen : „fangshier !" j asters hem met nen snok weer vooruit,den molenweg af.

Carolus lisp met groote passers voor hem uiten hitste hem aan .

„Vooruit ! Wa rapper! ze krijgen ons ni !"Over smalls sasdeuren kwamen ze op de yes-

ten achter het Begijnhof, under de donkere wel-ting der vierdubbele olmenrij . De honden scho-ten als spoelen vooruit en weer terug en blaftenvrij ends paartj es .aan die beneden tegen hetwater in 't gras zaten .

Page 68: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE JOPPES

65rfflffquf •u uyfyy7+ •• r yyl'MU •H yyHryrn •afar .y •yHrrlr+yfraffyyyfyOyryffffafffrlrfr+r+r r.++y . .f.yryruryr+uugyrOt~

Eindelijk kwamen ze aan het Waterpoortje,een smalle straat die op de vesten uitliep .

„Nu stil en ni meer loopen en met mij mee,"zei Carolus.

De Joppes, meet en meer verward, keek eensw'antrouwend road en bleef pal staan .„Waarom? Naar de Gevangepoort zeker? 'k

Doers 't ni . 'k Blijf hier!" zei hij .Maar Carolus trok hem bij den arm, wees nen

keer achter hem en dan ging hij toch mee .Ze waren algauw den hoek om, waar in de

rosse klaarte van een lantaarn die voor eenLievevrouwken aan een ketting wiegde, kinde-ren schoentj a-lap speelden. Langs de kaai, waarlichtjes brandden in de kajuiten der schuiten,yen een eenzame schipper, op een roerboor geze-ten, harmonica speelde, liepen ze de brag overen verdwenen in de ronde koetspoort.

De Joppes trok oogen lijk sauspannekens toenhij in de gang kwam. Kaarslicht brandde vooreen ronden spiegel aan den muur.

Hij zei „wacht eens wat," en streek over zijnvoorhoof d als wou hij zich jets herinneren . MaarCarolus liet hem niet wachten -en trok hem sef-fers mee over de koer den paardenstal in . Hijnoest er in een krib kruipen tusschen tweepaardekoppen in en kreeg een gaff el hoof overzijn lijf.

Geen, vijf minuten later of de vorsters waxen{char. Ze waxen„ met twee .

De eerie, een groote met een road, stam boe-rengezicht en een breeders mand, zette zich~hij .

rid yap de ban en vaagde zijn bezweete kopCarolus

5

Page 69: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

66

DE JOPPES

met een rooden zakdoek af . De andere, smal enmager lijk een kleermaker, met een zwart snor-retje en een spitse neus, nam het woord. Hijsloeg eens aan 't scheeve klepken van zijn groe-nen kepi, zei dat hij den Joppes moest hebben,dat hij goed wist dat hij hier was, dat hij hemopeischte in naam van de wet en zoo meer .

Carolus antwoordde geenen Joppes to kennen,dat hij alleen hier was.

„En met wien zijt ge dan over de vesten ge-loopen, Meneer?" vroeg hij gebiedend .

„Met mijn eigen ."„Hoe met uw eigen ?"Pat verwarde hem . Hij keek verbaasd Carolus

aan en daarna zijn dikken spitsbroeder . Dezekeek nog meer verward, haalde een keer zijnvierkante schouders op, stak zijn zakdoek wegen stond recht als wou hij weggaan .

Maar de smalle vermande zich, haalde zijnspeeksel door en zei dat hij 't daarbij niet lief,dat z.e hem dan maar zouden zoeken .

En met de vlam van •een kaars nevens zijnneus zocht hij het heele huffs 't onderste boven,gevolgd door den Boer en door Carolus . 4

Hij lichtte den zolder af, speurde in 't donkeyverschietende balkwerk, rammelde onder dekasten en de bedden, zocht in den grooten kelder,maar nergens was er een schaduwken to ont-dekken .

Als ze de steenen draaitrap opklommen, fluis-terde de boer tegen Carolus zijn oor : „Hij zougeerne commissair worden," -

Dien avond zat de Joppes aan een vette tafel.

Page 70: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE JOPPES

67

Zijn hart kwam ervan omhoog. Hij werd ge-~praakzaam en lei zijn ziel open als eenboek.

Het verhaal was sterk en brutaal als het levenzelf, maar de trouwe, onverwoestbare aanhan,kelijkheid voor zijn vrouw en zijn kinderen, hiefhet op tot een ding van schoonheid . 't was eengenot er naar to luisteren .

„'t was Schipkenskermis en 'k was in den .avond met antler mansvolk van de familie optoer geweest. Onze Soo en onze Gommer warener bij en Nonkel Jef ook. We zaten in 't Vliege-stalleke ne kapper kaves to drinken als er almet een keen in 't Mui'zestr.aatj e een ruzie be-gint. „'t Zit er 'zeker weer op met Lucifeir ?"zei onze Nonkel. 'k Luisterde ne keer en 'k zegja, 't is hem, g' hebt gelijk . 't Bazinneke komtdaarop uit den kelder met een stoop bier en alsze dat lawijd hoort zegt ze : „Ejejee ! is, hemweeral bezig? 't Is ni to geloove wat dat dieenvandaag al afgedronken heeft . Van dezen mor-gen acht uur is hem al zat en dezen noen hadhem al geenen rooien duit meer . Hij heeft danhulle matras naar den uitdrager gedaan en nuwilt hem ook den beddebak verlappen ."

'k Zeg 'zoo : „dat is een beet] e straf," en 'k zegnog : „kom we gaan eens zien ."

Lucifeir met zijnen beddebak op zijnen rugtrok op. Zijn vrouw lag tegen hulle deur toschreien dat ze nu op den grond konden slapen'en de kinderen hingen van achter aan de spon-nen to trekken. Lucifeir zette daarop't spel neer,vloekte ze weg en hief het dan weer op . Maar

Page 71: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

68

DE JOPPES

geen vijf stappen verder of 't spelleken her-begon .

Ze lachten allemaal, maar ik laehte niet. „Dat's een beetje to straf", zei 'k. „Ziede dat al metmijn eigen wijf en kindere gebeuren? Zoo nenbeul !"

„Lucifeir", zeg 'k, „draa .g dien beddebakweerom of 'k doen ik het" .

„Voor den duvel ni," zei Lucifeir .'k Pak den beddebak van achter vast, maar

klets ! Daar stuikt Lucifeir met zijn gezicht opden grond en 't span kapt hem zoo rats in zijnennek. 'k Droeg den beddebak binnen en 'k zeizoo : „ge moet flu ni-meer schreeuwen, hier ishem weer" .'k Haalde met de gauwte bij den uitdrager aande St. Jansburg ook de matras weerom . „Nukunde weer slapen," zei .'k .

Maar Lucifeir die bleef char flu liggen, metzijn gezicht in de goot. Onze Soo en onze Gom-mer trokken hem recht . Maar hij kon op zijnbeenen ni staan en char lisp bloed uit zijnenmond. „Hij is flood," zei Nonkel Jef en de wijvenbegonnen to roepen : „mooed ! mooed !"

'k Stond char verpaft en 'k zei : „flat's niwaa r" .

In een weerlicht was 't straatj e vol yolk envoor flat 'k fijn wist, wat flat 'k zag, hadden devorsters mij al bij mijnen nek .

'k Stampte, 'k beet, 'k riep : „lot's ni waar,"maar char was niks aan to doen en 'k vloog deGevangepoort in . 'k Heb er vijf j aar kot voorgekregen .

Page 72: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE JOPPES

69

En als ik flu thuis koom is mijn wijf opge=stoke met een schipper."

De Joppes begon to weenen als een kind .Twee dagen later op 't uur van den noen als

de straten vol zon niets antlers vertoonden daneen hond of een vechtende klad musschen, reedCarolus met den Joppes, verborgen in den bakvan zijn sjees, de stall uit .

Ze reden door de koele Kloosterbosschen overKruiskesberg naar de hoef in den Graeven-polder.

De Joppes kreeg een rosse soidatenfrak, eenstok met een schupken aan en hij mocht schaperspelen .In den dag wandelde hij met zijn schapen

over den groenen rug van den Scheldedijk en's nachts zat hij ermee op de helling van eenzandheuveltj e, onder een doorgezakt strooiendak dat open was naar de vier winden .Maar de kruiden, het weer en de sterren

waren geen kost voor den Joppes zijn hert .Het klappende water . dat kwam en ging, de

breed aanzoevende winden met hun duizendmonden, de zeilende schepen en de wolken maak-ten zijn ziel wijd open voor vele verlangens .

Al de schuiten die voorbij vaarden keek hijscherp na om er zijn yolk op to ontdekken . Hijwandelde ze sours heel ver tegen of roeide denstroom op our ze van dichtenbij to bekijken,maar zijn wijf vond hij niet .

Elken morgen bad hij veel vaderonzen enweesgegroeten dat het toch vandaag mocht zijn,beloofde aan Onzen-Lieven-Heer dat hij den

Page 73: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

70

DE JOPPES

schipper niets zou misdoen, dock den eenen dagwas lijk den anderen .

Als hij de booten over nacht van pop zijn heu-veltj e varen wist aan 't lichtj e in den mast, datboven de zwarte notelaren op den dijk zoetjesvoortschoof, keerde zijn hart van spijtigheid inzijn lijf omdat hij er niet bij kon .

0 ! to mogen wandelen Tangs al de wateren,de Schelde en de Nethe en de vaarten tot in, Hol-land toe, hij zou ze dan wel vinden !

Op Sinksenmaandag, als de boeren vogeleneten, vond Carolus onder de deur van 't Kasteel-ken een vuil brief j e

„Mijnheer Carolus, ik kan 't ni meer uithave ;ik gon man wijf en man kindere opsoeke vanhier tot Hollant. Partonneer het ma en duzendkiere bedankt veur al a goetheit .

JA VAN DESSELbijgenaempt Joppes" .

Page 74: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

. . . . . . . . . ... . . . . . .... . . . . . . .. . . . . . . .. . . . .. .. .. . . .. . . . . . .. .. . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . .... . . .. .. . . . . ... .

SINTE-MARGRIETJESFEEST

.. . . . . . ... . . . . . .... . . . .. ... . . . ... . . . . . ... . . . . ... . . . . ... . . . . ... . . . .. . . . . . . ..... . . . . . . . . .. . . . . . ... . . . ... . . . . ... . . . .. . . . . . . ... .

's Zaterdags voor Margrietjes-kermis, als deprocessie op 't Begijnhof uitgaat en de begijn-tjes hun eigen dik aan rijstpap eten, werd bijMijnheer Duyvewaert hat gewone werk stilge-legd .

De borduursters droegen de borduurramen opden zolder, borgen de streentjes zij, gouddraad,paarlen en patronen in de kast en trokken danmet Anna-Liza naar den blijk waar ze, in denblauwe lommerte van den moerbezieboom, loof-kransen vlochten voor hat feast van morgen .

De tichelvloer van 't werkhuis werd opge-schrobd dat hij bloosde lijk vuur, de ruitjes ge-wasschen, en de witte muren en de zware balkender zoldering behangen met festoenen van groanen bloemen als voor een bruiloft .Anna-Liza hear hart was opgewekt als een

bieken. Ze liep van hier naar daar en had geenhanden genoeg om overal to helpen voor de ver ,siering.Tafels op schragen warden opgesteld en

Christian dekte ze met blinkend linnen, blauw-bebloemde tellooren en glazen en roomers, fijn-geslepen met sterren en groef j es waarin eenarm van de zon regenboogkleuren f likkeren liet .

De hovenier schikte roode en rote betrosseldegeraniums op de vensterrichels en de kosterstemde hat platte, mahoniehouten klavier alsook

Page 75: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

72

SINTE-MARGRIETJESFEEST

de vergulde harp van Begijntje Rozemarijn,Mijnheer Duyvewaerts schoonzuster en overst,evan het Hof. Feestelijk leefden de zingendeklanken van snaren en kristal tusschen vroolijkgesnap der bezige meisjes .

Tegen den noen als alles schoon in orde ge-raakt was en 't werkvolk near huffs, haaldeAnna-Liza hear vader van zijn teekenplank ennwandelde met hem door het feestelijk versierdewerkhuis.

Mijnheer Duyvewaert glimlachte den a.ange,-daan .

't Is goed, mijn kind, 't is heel goed !" zei hij .'t was schoon en degelijk, heelemaal in de

traditie van zijn geslacht .'t Vooruitzicht aan den dag van morgen ver-

teederde hem danig dat hij to pinken begon ter-wille van de tranen .

Want ,flees feest, door zijn, voorvaders sederttwee honderd j ear gegeven en waaraan ook dedeken, de pastoor en de acht heeren van deDeere-wacht road het H . Sakrament deelnamen,was, na de processie, de bijzonderste gebeurte-nis van Margrietj es-kermis . Daarvan getuigdenmenigvuldige Begijnhofkronijken .

Na het eten ging Mijnheer Duyvewaert zichboven scheren en opschikken om de familieleden,die dezen achternoen al met de diligentie zoudenarriveeren, of to helm .

Drie keeren achtereen verliet hij den deftig ensolenneel, met een gelukkigen glimlach op 'hetgladgeschoren, rote gezicht de ronde, wine huis-deur en wandelde, met den ivoorbebolden stok

Page 76: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

73

under 'den arm, op zijn platte gespschoenen destall in. Voor de Gevangenpoort lichtte hij eer-biedig den driesteek voor den Kruislievenheer,stak de overzonde Markt over en zette zich op degroene bank voor „Den Dubbelen Arend" towachten .

Eerst waggelde de diligentie uit Mechelen,met geschal van hoorn en zweepgeklets, deMarkt op. Achter de smalle raampj es knikten deroode koppen van Kozijn-Notaris, Kozijn-Pastoor en de geel-strooien, bontbetuilde korf-hoeden van Nicht-Hoogveld en haar dochter hemvan verre tegen .

Mijnheer Duyvewaert lachte ontroerd zijnoogen smal als de eene na den andere, steunendop zijn uitgestoken hand, langs een scheef lathderken uit den ronden buik van den wagers stap-te. Met4en steek in de ronding van zijn arm enhoofdbuigend wenschte hij ze al to samen wel-kom in fraaie, uitgezochte woorden . Aangegaaptdoor voorbijgangers en bezige huisvrouwen, diemet de gauwte hun kornet over de half deur sta-ken, bracht hij pratend en vragend het groepj enaar huffs .

De diligentie uit Antwerpen laadde een uur-ken later zijn zuster-weduwe of met haar tweezonen, en die uit Leuven zijn broeder, een dun-nen heer, in zwarten plooimantel, met eenhouten gezicht, rechtsgeleerde aan de Univer-siteit .

Voor morgen verwachtte hij dan nog PachterRozemarijn, den broeder van zijn vrouw-zali-ger ; die kwam uit Klein-Brabant en bracht zijn

Page 77: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

74

SINTE-MARGRIETJESFEEST

heele familie in een versch-opgeschilderde huif-kar aan .

Als ze daar zoo gez,ellig samen zaten rond deavondtafel, vertellend en lachend, kwam Mijn-heer Duyvewaert in zijn element. De lath gingvan zijn dunne lippen niet of en hij had aldoorgrappige gezegden in den mond, die de stem-ming onderhielden .

Na 't eten trok men den tuin in, wandelde deopgerijfde wegelingen plat en bewonderde denovervloed van rijpende vruchten aan appel- enperelaars. De dikke Pastoor plukte schertsendkersen voor zijn nichtjes en voor hemzelf . Zestaken ook een keen de koppen over het klimop-overspreide achtermuurken en genoten er dewaterfrischheid der daar voorbijstroomendeNethe en de rust der verre, afgemaaide beem-den er om heen, waaruit witte nevelbanken op-stonden .

De vrouwen verwijderden zich echter algauwin 't werkhuis. Ook de heeren keerden vandaarterug en zetten zich onder het glazen afdakwaartegen de knobbelige armen van een druive-laar groote, fluweelen bladeren openhielden . Opeen laag tafelken wachtten kristallen roomers,eenige bestofte wijnflesschen en een kastje ha-vanna's .

Mijnheer Duyvewaert ontkurkte dadelijk eenflesch en schonk voorzichtig de roomers rood . Dewarme, prikkelende ziel van den wijn trok deharten omhoog. De heeren maakten het zich ge-makkelijk in de zetelkens en dronken met kleineteugskens, genietend met de tong en met het

Page 78: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFM ST

75

hart . De havanna's werden ontstoken aan eenlangen, gelen solf erstek en grij ze draden spi-raalden onder den weligen druivelaar. Menroemde zeer de wijn en de sigaren .

Het laatste geel smolt ondertusschen uit dengoud-groenen hemel waartegen de gevelen vanhet Begijnhof blauwendig gekarteld stonden .Een zoldervenster droeg nog wat heldere, perle-moeren schijnselen en tusschen de krullen vanhet klokhuis, dat het lenig klimmende torentj edroeg, zag men scherpgeteekend het avondklokj eluiden. Uit het Marollenklooster steeg er la-tijnsch kindergezang en over een tuinmuur tast-ten twee horens blond lamplicht den avond in .Goudgeel bloeide aan den hemel de avondsterr .

Met de zoete kitteling van den wijn in betlichaam, volgden ze mijmerend de bleeke rook-rondekens, verdraaiend tegen het zwarte groender muurhooge, palmenhouten haag die de koerafsloot, en door drie ronde boogpoorten denblauwen tuin vertoonden . Men sprak over 't eenen antler en 't werd daar stillekensaan zoo goed,dat men onwillekeurig over oude dingen to spre-ken begon .

„Ja, Duyvewaert, da' paradij swijntj a zullenwe zeker ni dikwijls meer over onz' tong krij-gen," zei de Pastoor met een zucht . „Hebde ernogal wat van in den kelder sours? Houdt hemdan maar speciaal voor to naaste j aar Margriet-j esf eest en voor die van daarna !"

Hij Boot een slok tusschen zijn dikke lippenen smakte met de tong, beteekenisvol zijn broerden Notaris aankijkend .

Page 79: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

76

SINTE-MARGRIETJESFEEST

„Kozijn-Kapitein zal 't ni meer kunnen be-zorgen. Dien is nu ook al in den hemel !" zuchtteMijnheer Duyvewaert, en deed zijn oogen toe .Hij zag hem daar nog zitten, tusschen de tweedeuren, zooals hij er verleden jaar gezeten had,stevig en rond, met het licht van zijn wittenkrullekensbaard op de breeds borst en dewarms klank van zijn stem hing hem nog in deooren .

„'t Is toch spijtig dat zoo'n menschen ook almoeten sterven," zei de Notaris. „Nu mostCarolus nog maar nen keer veranderen en ookzee-kapitein worden, antlers geraken we ni-meeraan vertellingskens en fijne beetjes ."

„'t Loopt ni goed met Carolus. Eens de rokkenaan, houdt men ze aan . Dat brengt geen geluk,"beweerde Mijnheer Duyvewaert .

De Pastoor kneep grappig een oog toe en trokde mondhoeken op tot een oolijken lack .

„Ziede gij al ne pastoor van uit een sj ees 'tketelmuziek voor een bedrogen dochter uiteenkletsen ? En heelder dagen to peerd de bosschenof d'hei in? Ge zoudt in 't Bisdom wat hooren !"zei hij. Hij zag al de lange azijngezichten vande eerweerde heeren daar, groen uitslaan vanergernis en hij lachte ondeugend achter zijnronden bril .

„'t Bloed liegt ni," besloot hij . „Daar most ertoch eenen in de familie zijn om 't vaantje vanplezier omhoog to houden ! Kwel u daar ni mee,Bonifaas ! 't Is altij d zoo geweest !"Maar mijnheer Duyvewaert schudde naden-

kend zijn kop overentweer en keek zeer ernstig .

Page 80: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

77M.YrMruurr\rorrrYrrYrrouY+rYYUgbYYrrurrYYUbrNYYYYYgrrrYYYYYYUYYYUYrr\ •Y pLYYrrYYr

•YrYYr .YSYUHYuugYr

••

De Notaris vertelde daarop 't geval met denJoppes. Alleman luisterde gespannen .

„Hoe weete gij dat?" vroeg de Pastoor nieuws-gierig .

Maar hij ontweek het antwoord en begon sel-fens over den kapitein .

De Notaris, die kostelijk vertellen kon, kendeduizend trekken uit zijn leven . zijn kop wasniet een boek, maar honderd, •een bibliotheek. .Hij leunde zijn bovenlijf gemakkelijk naarwren, steunde de ellebogen op de knieen envertelde .

De pittige woorden hadden op zijn dikke,morge lippen een bijzonder smakelijken klank .Met het spel van zijn open, beweeglijk gezichten beeldende gebaren zag men alles permentelijkzoo gebeuren.

De kapitein heerschte weldra . Hij passeerdedaar fiks en cordaat voor hun verbeelding, metnen zotten slag in den mond en twintig knepen inzijn kop. En met hem passeerde heel de wereld't schipperskwartier van Antwerpen, Franscheblazers, Engelschen, Laplanders, Mooren, Chi-neeskens, kortom den duivel en zijn moer .

De twee neven luisterden zich de ooren vanden kop en kletsten op hun billen . De schateren-de Pastoor hield de handen op zijn schuddendenbuik. Mijnheer Duyvewaert lachte met schok ~kens, monkelend van 't genot, en de dunnerechtsgeleerde werd er j ong en uitgelaten vanals een kind, zoodat hij er warm van rood zijnoogen kreeg en zijn lange beenen maar niet stilkon houden .

Page 81: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

78

SINTE-MARGRIETJESFEEST

't Gezelschap was van den eenen lack nog nietfun bekomen, of met een vraag liep er al eenantler vertelselken van den Notaris zijn lippen .Ze beleefden er een kermis aan .

„Nen doode aan wien dat ge zoo terug kuntpeinzen is niet flood!" besloot de Pastoor .

„Hij is in den hemel !" zei mijnheer Duyve-waert.

„Neen, hij is hier bij ons . 'k Voel het . Schinknog eens in, Bonifaas !" hernam hij aangedaan .

Mijnheer Duyvewaert deed het .Daarop stond de Pastoor recht en stak met

een breed gebaar zijn glas naar den leegen stoel,die tusschen de twee donkere holten der opendeuren van de eetzaal stond .

„Prosit, kaptein ! Prosit !" zei hij en zijn vettestem beefde van de ontroering.

Ze stonden alien recht en staken geroerd hunglas naar den leegen stoel .

Door de stilte ronkte flu een laatste harp-ak-koord uit het werkhuis en men wend er kaars-licht gewaar flat een raam rood verheiderde .Maar het licht slikte zijn eigen plots in en doorde haagportieken kwamen de grijze gestaltender vrouwen naar hen-toe .

De Pastoor liet een groote zucht.De rozen geurden bedwelmend . De hemel was

vol sterren en in de vesteboomen zong een nach-tegaal .

Ze spraken nog gedempt een woord, maar dePastoor stond weldra recht en wenschte gaanto slapen . Daarop zegden ze malkander goeden-avond en met een kaarsvlam voor 't gezicht

Page 82: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

79

stapten ze op een rijtj e de wenteltrap op, elknaar zijn kamer, --

De Zondag was er eenen van de duizend .'t Begijnhof, opgekalkt en opgekuischt, ontr

waakte met een glans en een geur als van eenzieltj e in staat van gratie . De zon stond in destraten, de klokken luidden en 't was er een f ees-telijk beweeg van opgekleede menschen, haastigebegijnen en maagdekens in stijve, witte kleed-j es. Een klein wind] e speelde met den tip dergeel-en-wine vlaggen, wat verschietende scha-duwen op de gevelen legde .

Als mijnheer Duyvewaert met zijn yolk uithet achturenmisken kwam, voelde hij zich be-hagelijk buitenmate. Zijn hart was opgewektlijk een kwikstaart in de zon en van puur geluklachte hij tegen alleman .

„Een echt processieweer !" zei hij. „Van bui-ten en van binnen !"

Als ze uit de Begijnhof-poort kwamen, zagenze, 't ende de straat van onder den donkerenspitsboog der Gevangenpoort de huifkar vanNonkel Rozemarijn de zon inrijden .

Anna-Liza klapte in de handers en riep : „Zie !ginder!"

De wagers blonk groen lijk lentekoren en dehuff was lijk een melkwitte ballonwolk. Hijnam bijkans de heele breedte der straat in . Overde spekruggen der geelgemaande vossen spron-gen zilveren schijnselen en de roode wielen dok-kerden lijk een donder.

„Daar zijn ze !" juichte Begijntje Rozema-rijn. „Nen vollen wagers boeren en boerinne-

Page 83: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

80

SINTE-MARGRIETJE.SFEEST

kens !" en ze voelde zich plots omhangen meteen blijdschap die heur 't bloed naar den kopj oeg en tranen in heur zwarte oogskens kittelde .Voor de wagers stilhield sprung een rose

knecht plots er uit en haastte zich de paardenbi j de koppen to bedwingen .

Uit het oranje licht der zondoortrokken huffstapten daar achtereen de blauwgekielde boerenmet roode, zweetende koppen en daarna deboerinnekens in wi jnroode, mosgroene en drui-venpurpere kleeren waarover het zware goudvan kettingen en kruisen blonk . De vrouwendroegen over de wine kornetten zwart-zij denhoofddoeken met matglanzende groene, blauweof oranje bloemen doorweven en ze stonden~daar, met hun wissen korfkens vol eieren, lateaardbezien, kersen en krieken, to midden vanal dat stadsche yolk to draaien, half-lachend,half-schreiend, beschaamd het kon niet meer .Mijnheer Duyvewaert had een zwak voor zijn

zwager en zijn huisgezin, terwille van veleschoone herinneringen uit den tijd van zijnvrouw zaliger. Hij moest aldoor zijn grijzeoogen toeknijpen van de tranen en in zijn keelzat er een krop dien hij met een lack bedwong .

„Komt nu maar binnen !" z-ei hij aldoor, metzijn koperen sleutel wenkend . „Komt nu lochbinnen !"

Maar 't duurde en 't bleef duren voor zemalkander een . goeien dag gezegd hadden endoor het schertsen van Kozijn Pastoor, waar zeallemaal gretig naar luisterden, scheen er aan't getalm Been einde to komen.

Page 84: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

$1

„Rozemarijn zijnen bloemenhof !" lachte $ij .„Als dot in den hemel ni komt, wil ik er ookniet in!"

De rosse knecht reed den wagen met de leegestoelkens naar de of spanning en binnen begonhet eerste schuifke van den kermis met welrierkenden koffie, boterkoeken, korentenbrood engeurige vlaaien .

Nadien kwam de hoogmis en de schoone pro-cessie en 't was voorbij zonder dot men het fijnwist : 't was maar alles klank van klokken enkoperen muziek, kleuren van vanen, wierook enzon, een echte roes .

Mijnheer Duyvewaert zijn hart zw'om in 'tgeluk als in geurige olie. 't Schoone feest vanSinte-Margrietj e en •den toegetrokken f amilie-kring gaven hem een voorsmaak van den hemel ;hij moest zich moeite doen om niet alle vijf mi-nuten to weenen van pure teederheid .

's Noens aan tafel eerst, werd de klop van,zijn hart rustiger en kon hij weer gemakkelijkadem halen .

In 't werkhuis was alles wit en zacht vanklank, 't rook er frisch naar water en kruid endot wekte een fijn stemming als in een lente-tuin .

Ook de andere kozijns en nichten uit de kleinestall waren alien present. Er waren daar een+goede veertig man . De grijze deken met zijninnemend heiligengezicht, de lange, etagere pas-toor van 't Begijnhof, Mijnheer Duyvewaert,de rechtsgeleerde en de acht heeren der eere-wacht zaten op een rij op de eereplaats .Carolus

6

Page 85: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

82

SINTE-MARGRIETJESFEEST

Kozijn Pastoor bedankte om er bij komen tozitten .

„'k Koom bier als kozijn en niet als pastoor,"herhaalde bij, zooals elk j aar . „Als 1k jets vra-gen mag dan is 't om neffens den opvolger vanmijn vroegeren tafelgenoot den kaptein tomogen zitten !" Hij drong daarop zijn dik lijftusschen de stoelen en zette zich nevens Carolus,want de gesehiedenis van den Joppes intrigeer-de hem .

Als de deken 't gebed gezeid had en door alienrechtstaande nagehommeld, vroeg mijnheerDuyvewaert de afgestorven tafelgenooten en in't bijzonder Kozijn-Kapitein to willen herden-ken, waarop per nog drie vaderonzen en drieweesgegroeten gelezen werden .

Na den fijnen kermis der ziel van dezen mor-gen, begon toen de kermis der maag. De stem-men gonsden lijk een hommelennest en de meis-sens droegen maar ringaaneen wollig dampendekommen en schotels aan waaruit een reuk neer-sloeg die tong en news aangenaam bekittelde .

Carolus, die twee maanden op 't land had ge-~eten bij de buitenmenschen en de boomen, be-leefde er een nieuw genot aan, voor een ver-andering, in dit voornaam gezelschap to ver-keeren .

Elke kop zei hem jets eigens en bij fantaseer-de er seffens een boel vertelsels achter . 't Meestvan al nog boeide hem op 't laatste Anna-Lizadie aan 't andere eind van de tafel naast Begjjn-tj e Rozemarijn zat en grappige dingen scheento vertellen, want dikwijls vielen de vorken er

Page 86: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

83b4av+ •a •n ,ra . uaaaarraruar„ •U , a •a •a ,,, •u aaua •u , •a ru•a rrvna,•a avfa •• aaraauara •u re„r, I nra4 .a r ..au .raar.a,aa

stil en werden de blozende gezichten naar haaruitgestoken .

„Behalve met die van 't zwarte rijtje," peins-de hij, „zal men nog wel wat levensdeugd uitdezen dag slaan !" en hij keek voldaan in zijnbord .

Zijn hart werd er stilaan van opgewekt .Maar dat spel voor zijn eigen, duurde juist

zoolang totdat zijn dikken tafelgenoot den eer-sten honger had weggeeten en nu zijn vettestem lief gonzen, binst hij zijn telloor met eenwitte hanenbil en goudgele geurige appelspijsvulde.

„'t Komt allemaal van God en ik ben zijndienaar," zei hij met een zucht en hij zochtdaarbij voor Carolus een zilverwit rugstuk . „Detraditie ophouden, kameraad ! vergeet niet datge op de plaats van uwen onkel zit! Etenmoet ge !"

Daarmee was Carolus gebonden en tusschende beten in, verteiden ze plezierige dingen tegenmalkander en deden de verlegen boeren enboerinnekens, en ook de zwijgzame nicht Hoog-veld, die langs dezen kant zaten, lachen dat zeschokten .

Als nadien de eierkoeken overgoten met roo-den kriekengelei en ook de vlaaien van de grooteschotels verdwenen waren en de handen kersenplukten uit diepe, geel en groen, heblomde kom~men, zette Begijntje Rozemarijn zich bij hetvenster voor haar harp en zong met een wit,bevend stemmeken, binst haar korte, roode vin-geren over de ronkende snaren stapten, het

Page 87: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

84

SINTE-MARGRIETJESFEEST

liedje van : „Hear Jezus heeft een hofken charschoon bloemen staan ."

Daardoor kwam er stilte. Er warden daarnanog andere geestelijke liederen gezongen doorChristian, Nicht Hoogveld en ook door mijnheerDuyvewaert, waarbij Anna-Lizaa pop hat platteklavier elken keer de hegeleiding speelde .

Als 't gedaan was en alleman zijn instemminghad betuigd, hief de Pastoor zijn dik lijf rechten vroeg een plezant liedje .

,,'k Stel voor dat Carolus zou zingen . Geesliedje in 't Chineesch of in de Moorkenstaal lijkzijnen onkel, maar iets in. 't Vlaamsch dat weook weten waarom dat we lachen !"

Carolus stribbelde eerst een beet] e tegen,maar als hij Anna-Liza al aan 't klavier zag zit-ten die hem lachend wenkte, stond hij op enzong. 't was van ,,In den tij d der patrioten" envan „Den Pastoor zijn koe" en op een, twee, driekende alleman 't refrain en singelde de ruitjesvan 't plezierig gezang,

Mijnheer Duyvewaert trok eerst een geergerdgezicht, maar als hij den deken 'zoo smakelijkzag lachen dat hij met zijn roode zakdoek detranen uit de oogen moest doppen, lachee hijook en knikte den zingenden Carolus toe .

Maar 't plezier duurde niet lang . Als ookKozijn-Notaris recht stood om iets vermakelijksto laten hooren, begon 't op eens to tampen voorhat lof waarop hat heele gezelschap recht stood,de serviettes neerlei en zich in de gang groggereed makes voor de kerk .

Na 't lof names de vreemde heeren afscheid

Page 88: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

85

en ook Pachter Rozemarijn reed, dikgeeten, metzijn bloemenhof terug naar huffs . De .anderefamilie bleef flu alleen .

„Gij hebt 't schoonst gezongen en ikke 't bestgegete, last ons ruste," zei de Pastoor tot Caro-lus en zij zetten zich onder den groenen koepelvan den treuresch die, van achter in den tuinover een blauw tafelken met een ronde bankeen gordijn van koele takken hangen lief . Eenwindeken speelde in de vingers der blaren enliet wilde reuken van 't water en de beemdenvallen. Men hoorde er het aangenaam geprevelvan bet water in bet net en de zon schoot tus-schen de verschuivende bladspleten roodgoudenpijltjes op de grijze takkenkoorden aan denaverkant .Onder de schaduwende kruinen der fruit-

boomen en over een rood bloemperk been,zagen ze in 't verschiet van den tuin, doorde drie bogen van de geschoren palmenhaag,de and-ere familie zitten in de dikke, f luweelenlommerte van den druivelaar onder bet glazenof dak .

Ze leunden zich gemakkelijk elk in een hoekder ronde bank. De Pastoor vouwde zijnn vettehanden op den bulk en wou juist lets vragenals de Notaris met Anna-Liza en Christianook binnen kwamen. De blanke, ruisehendevrouwenkleeren sloegen een witten asem binnenbet prieeltj e en ook in Carolus zijn ziel .

„Days niks," zei de Pastoor kalm tegen Caro-lus, een keer ondeugend pinkend achter zijn ron-den bril. „Ze molten zij bet ook wel hooren . Ver-

Page 89: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

86

SINTE-MARGRIETJESFEEST

tel flu nen keer die laatste deugnieterij met denJoppes"

Christian kreeg een blos en keek glimlachendnaar een roode roes die ze in haar schoothield. Anna-Liza keerde met rappe schokskensheur kop naar alle gezichten en zich verbaasdtot Kozijn-Pastoor wendend vroeg ze : ,,Is datdan toch waar geweest ?" waarop ze in een hel-deren lack schoot en Carolus de hand reikte meteen : „Proficiat ! Kozijn !"

Carolus liet zich niet prengelen. Hij verteldewat er gebeurd was en ook de Joppes zijn moordvan over zes j aar . Anna-Liza luisterde gespan-non, heur brume- oogen waren groot open engingen van zijn gezicht niet af.

„Maar go hadt dat door den Joppes zelf moe~ten hooren vertellen . 't Was honderd keerenstarker !" besloot hij . „En flu vliegt hij lijk eenwatervogel rivieren en kanalen of van Vlaan-deren en Holland, op zoek naar zijn vrouw . . .Zie ! als hij heur terugbrengt dan geef ik er eenfeast op voor al 't yolk van 't Gasthuisvestj e, datze er in hun graf nog zullen aan peinzen !"

„'k Koom meefeesten, Carolus !" zei de Pas-toor rap, en stak nen wijsvinger uit, „en ik, iklees de dankmis !"

De Notaris lachte luidop . Christian draaide deroode roos heenentweer.

Anna-Liza zuchtte . Ze legde heur handen inden schoot en keek droomend voor zich uit . Dewereld ward heur plots heel groot en vreemd . Erkwam een onbestemd verlangen in heur op, datden klop van heur hart verhaastte . . .

Page 90: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

87

Maar zie ! daar kwam al met nen keer Begijn-tje Rozemarijn langs een wegelken, kronkelendtusschen boomers en beziestruiken, nader en zeriep al van verre met haar wit stemmeken

„Hawel? gale gijlie dan ni mee tot bij mij,een taske koffie drinkers en een beschuitjeeten?"

De Pastoor riep : „We'l zeker ! Wij slaan niksof dan de vliegen !"

Langs een achterdeurken van den tuin kwa-men ze door een gang tusschen twee huizen in,op 't Begijnhof .

Er was danig veel yolk op bezoek . De vlaggenhingen nag uit, er lag nog gesneden kruid, papie-ren strooisel en zand tusschen de keien en doorde open poortj es zag men in de voortuintj es be-gijnen en burgers-menschen road de koffietafel .De wit-en-zwart geplaveide huisgangen vertoon-den bebloemde achtertuinen en de spitse gevelenhielden hun vensters open op witbegordijndebegijnenbedden .

Vele kinderen speelden in de straten en 'theele Hof roezemoesde feestelijk . De zon zat nogamperkes hovers de vesteboomen en lei schuinzijn appelsienen goud to gloeien op daken engevelen.

„Na pastoor, is begijn-zijn 't schoonst," zeide Pastoor als hij dat allemaal zag . „Eenen voetbij God en eenen in de schoone wereld, met eeneigen huffs, een bloemenhof en alle jaren eenkermis !"

Maar Carolus moest daarom lathers . „Neee,Kozijn !" zei hij, „op mijn twee voeten bij den

Page 91: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

88

SINTE-MARGRIETJESFEEST

eenen of bij den anderen ! Dat blijft mijn lens !"Bij Begijntje Rozemarijn, achter 't Convent,

was het danig fijn en stemmig . De achtergevelop den tuin was in zijn voile breedte, tot tus-schen de smalle vensters van 't eerste verdiepgetapisseerd met een rozelaar, waarin een hemelvan theerozen leefde . De oranje avondzon zat ervlak op en lichtte ze gouden en roomgeel uit hatfluweel van het dichte, bronsgroene loover. Alle-man moest dezen ro elaar bewonderen .

't Rook er als in een engelenhof en de reukhaalde de ziel der gasten omhoog zooals doet degeest van oude, zoete wijnen . Na 't feast vanklank en kleur en smakelijkheden, flu dezen ker-mis van welriekendheid .

„wij zijn al to groot om nog Margrietjes-kaarsen to branden, Juf f rouw !" zei Carolus ont-roerd. „Leaf de rozen branden tar harer ear!"

En semen met den Pastoor plukte hij velaschoone tuiltj es . Ze warden in smalle, glazenvaaskens gestoken en tusschen hat effen, winebegi j nenporselein tar koff ietaf el op den blij k,hingen ze hun verlief de koppen near alle kantenuit hat rankende groan .

„Maar niet alleen voor Margrietj e !" verbeter-de de Pastoor en hij presenteerde hoofsch eentuiltje aan Begijntje Rozemarijn, die hatlachend aannam en nevens heur tas lei .

Al de vrouwen kregen flu ook rozen . Carolusplukte haastig vier, vijf van de alderschoonste,half-toe, half-open rozen met een safraangeelasemken op de krulling der bladranden en rood-gouden adertjes in de oksels . Hij asemde eerst

Page 92: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

89. ... . . . .... . . ... . . . . . ... . . . . . .. . . . . . ... . . . .. . . . . . .. . . . . ... . . . . ... . . . . . . ... . . . . . .. . . . . . . .. . . . . .. . . . . . .. . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . .

een walmpj e van hun ziel op en stak hottuiltj e in 't kruis van Anna-Liza haar kantenborstdoek .

„De schoonste voor u, Nichtj e !" zei hij, meteen blijde beving in de stem .

Anna-Liza kook hem glimlachend, rats in zijnoogen en boog toen hot gezicht over de rozen .Het koralen kruis in 't putteken van haar hallbeef de lichtj es . Ze trok den borstdoek vast overhot tuiltj e.

De koffie word voorzichtig uit de hooge, tulp-achtige begijnenkopjes gedronken, puur alleenom nog beter nadien van de rozen to kunnen ge-nieten .

Carolus kon er maar niet over zwijgen. Zewekten gedichten. Hij kruiste zijn handen overde tas om den bloemen-geur zuiver tot aan 'zijnhart to laten komen .

„Bloemen-reuken zijn de ziel van 'de aarde instoat van gratie. 't Is alles van fijn goud dozenavond, de zon, de rozen, de geuren," iei hij tegenChristian die naast hem zat.

De lack grog van zijn mood niet af. Hij luis-terde binstdien almaardoor naar de stem vanAnna-Liza die vier plaatsen vender tegen haartame speak .

Dat word ook goud voor hem . Hij wend erstil bij .De zon zakte schuin achter de stammen den

vesteboomen. De rozen verbleekten in de ver-schuivende schaduwen . De avond wasemde blau-wendig uit den grond en in den watergroenenhemel deden de sterren hun oog open. De stem-

Page 93: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

90

SINTE-MARGRIETJESFEEST

men mineerden aan tafel. In een boschken op devesten, achter het klimopoverspreid muurken,sloeg een nachtegaal .

„Luistert !" zei mijnheer Duyvewaert toen enhij stak zijn gezicht omhoog .

„'t Is voor Margrietje!" beweerde Begijntje-Rozemarijn .

Alleman luisterde .„Days 't zingend hart van den avond," zei

Carolus luisterend en hij kreeg een groot ver-langen om alleen to zijn, om met dat gevoelenvan zaligheid in de ziel, onder de canadas opden dijk to gaan liggen droomen, wachtend naarde opkomst van de maan . . .

Maar zie! als't gezelschap wat later op straatkwam, sloeg hun de gloed van honderd kaars-kens-hofkens, verblindend in 't gezicht .

De Margrietjes-vuren brandden ! Al mij ! zewaren het bijkans vergeten !

In 't midden van de lange Sinte-Margareta-straat, in de zij straatj es, rond de kerk, overalwaren er door de kinderen tusschen de keienhofkens van kaarsen geplant in alle mogelijkefiguren : wielen, vierkanten, sterren, rozen,kronen, kruisen en wat weet ik nog .

't Was een vreemd gezicht 't Begijnhof ver-licht uit den grond . De gloed plakte rood tegende gevelen, brandde de ruiten open en sloeg desterren uit den hemel . Het torenhaantje blonkvan onder op zijn buik, en men zag den klepelin de klok hangen .

Honderden kinderen, knapen en meisj es, invele reien, dansstapten rond die gloeiende

Page 94: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

SINTE-MARGRIETJESFEEST

91

figuurkens, de zingende gezichten rood verlichten hier en daar was er ook we .1 een jong begijn-tje dat meedeed. Elk op de beurt danste dwarsdoor 't vuur. 't Kionk overal van :

Keerseken in den lanteern,Is mijnheer Pastoor ni thuis?'k Zou hem gere spreke,t' Avend in zijn huffs .Ze zegge dat ik ne voddeman ben,Ze zegge dat ik gee geld en heb,En 'k zou da' gere wete,t' Avend in zijn huffs .

Of wilder en uitgelatener, met groote, rappeprongen :

't Is vandaag Margrietjesfeest,Laat ons viere, laat ons viere!'t Is vandaag Margrietjesfeest,Laat ons vieren omter meest!

Op den steenen waterbak der ijzeren pomp op't hoekje van 't Hemdsmouwken zat een langejongen en die speelde viool .

Als Carolus dat gewaar wend, kon hij zichniet meer weerhouden .

„Days niet om to hezien, dat 'a om mee topringen !" zei hij . ,,Kozijn laat ons dansen !"En hij riam den Notaris en Anna-Liza bij de

hand. De Pastoor trok er Mijnheer Duyvewaerten Nicht Hoogveld bij en voor dat ze 't fijnmoisten, stapten ze allemaal zingend rond eenvuurroos .

Page 95: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

92

SINTE-MARGRIETJEZFEEST

Na twee, drie toerkens trokken de ouderenzich algauw terug en de j onkheid bleef luchtigdansen, samen met Begijntje Rozemarijn, op derythmische mast van viool en zang

'k Heb een wit, wit spiegelken gevo-on-den,'k Heb het aan mijn herteken gebo-on-den.Aan mijn hertke met nen draad,Waar het zeven j aren slaat .Zeven jaar in den ro-on-de,Herteke gebo-on-den .

Van a een,Van a twee,Van a drie

Anna-Liza's stem klonk boven de anderen uit .Carolus zijn ziel was een vlammenhofken ge-

worden ; er brandden duizend vlamtulpen in vanallerhande gouden kleuren .

Als 't lied] e bijna uit was en men naar bin-nen boog, wipte hij tusschen de kaarskens door,draaide eens op de tippen zijner laarzen rond enstond toen vlak voor Anna-Liz.a stil, gebogen,met den hoed in de hand .

„Door 't vuur, nichtj e !" zei hij .Ze boog terug, liet hem in heur oogen kijken

en lachte toen een helderen lack .Het jubelde in hem lijk een zonsopgang .

Page 96: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND.. . . . . . ... . . . . .... . . . . .... . . . .... . . . . .. . . . . . ... . . . ... . .. . . . . . . ... . ... . .. . . . ... .. . . . . .. . . . . ... .. . . .. . . . . . .. . . . ... . . . . . .. .

Den avond van dezen fijnen kermisdag konCarolus niet slapen .

Hij was zoo maar van gewoonte in zijn bedgestapt, maar lag daar, wakker als een vink todroomen met een lack op zijn mond .

t' Beeld van Anna-Liza zette zijn hart volwarmte. Er waarde een zoet gevoelen om en doorzijn lijf, dat schoone liedjes wekte in zijn kopen hem een groote goesting deed: krijgen naarbuiten.

Hij kon er op 't laatst niet-meer aan weer-staan, trok terug zijn kleeren aan en : zette zichin 't open venster .

Maar de kaarskensdans zat nog met een aan-gename kitteling in zijn beenen to trekken . Datdreef hem naar ruimer beweeg en ten slotte ginghij dan in den tuin wandelen .

De hemel was bleek van de sterren . De zwartefruitboomen, dik van het zomerloof, waren eenszoo groot in de donkerte en of en toe ritseldeer de zucht van een kort windeken door of spraker een vogel in Broom . Er hing een zerpe reukvan rijpe bessen en citroenkruid, die bij 't op-leven van een windeken aangenaam dooraaidwend met den warmen reuk van den bloeiendenvlier .

Maar al met een keer streek er een wazige,onvatbare klaarte door de lucht die de sterren

Y

Page 97: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

94

DE BAND

verbleekte en stilaan de gevelen uit de blauwedoezeling van den nacht optrok . Als een myste-rie asemde het door de hemelen, hief den grondop en breidde schaduwen onder de boomen .

't Was de maan die opstond .Er kwam daardoor uit alle dingen een wij ding

alsof ze hun ziel gingen veropenbaren .Carolus volgde het, aangenaam verrast . Hij

hield er zijn asem voor in .En zie ! van achter den scherpafgelijnden

kerkrug rees rond en vol nu de melkwitte asemen een beet] e nadien, als een geelzilveren plateel,verhief zich de voile maan .

Al rijzende trok ze de schaduwen der huizensmaller toe, waarin als moorengezichten de ven-sters leefden . Heur licht bloeide witter en zuiver-der en lei de wereld open in een ijle, heiligeklaarte als van een j ongen dag .

Daar ging een tinteling door Carolus zijn zin-nen. 't Werd alles licht, reuk en fijne muziek .

„Nu begint mijn feest," zei hij .Hij haalde algauw zijn luit, plukte een arm

vol sneeuwballen, pioenen en vlieren, en rijkaan ongezongen ~zangen, sprong hij het schuitjein dat bij 't achterpoortje aan de Nethe gemeerdlag. Hij haakte de ketting van den ring en liefhet op den tragen stroom meedrijven .

In zijn hoofd groeide binstdien zacht en zoethet liedeken dat hij seffens zingen zou ter serevan de Lievevrouw van zijn hart .

Het groeide zoo schoon en innig dat hij zichbedwingen moest om het hier al niet, in dezebegevelde waterstraat ten halve belegd met pun-

Page 98: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND

95~YrY, .,r .r,Yr, .,,u, .Y . .,nr, .,,ru .,1 v„,, . . • • 4 N , . • . .y •r ,1, ,, •r y. , •r 1fYYY •• r Yfrrr .•r YblrfYY .YY,yYiYHYn{ufy•Y YUyiRi

tige huisschaduwen, de snaren to laten spreken .Hij dreef door den donkeren koker van twee

rugbogen, langs de boomenbeplante kaai en leidaarna het bootje vast achter het huffs Duyve~waert .

Hij raapte den van geuren brekenden bloem-tuil uit het schuitj e, was met een wip over hetbrokkelige, met klimop overhangen muurtj a enlei hem op het tafelken onder den treuresch .

De takken ritselden maanstrepen over zijnhanden en zijn gezicht, en een vogel vloog pie-pend weg .

Hij klom voldaan terug en liet zich toen overde maankrinkels meedrijven .

De maan zat nu hoog en helder lijk kristal inheur hofken. Heur ijl-groen licht beefde als eendun waterken over de boomen en de daken,waarboven breed en wit den spitse achtergevelvan het huffs Duyvewaert uitkeek, De smalleramen droegen beweeglijke schijnselen .

Carolus nam de luit op de knie en zong meteen zachte, gedempte stem .

Scoop Lief, hoe ligt ghi daer en slaept,In uwen eersten droome,wil opstaen en den Mey ontfaen,Den Mey, den alderscoonste .

De fijne woorden en het zoete getokkel, groei-den uit den lichten maneschijn als iets dat erbij behoorde, als het zingen van den nachtegaalin de populieren aan den overkant, als het stillefluiten der vogels in de olmenbeuken op de yes-ten. 't was of de maan die zong .

Page 99: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

96

DE BAND

Hij dreef voorbij het Begijnhof, dot laag enwit achter de zwarte zuilen der vesteboomento droomen lag, en bochtte toen de blakke beem-den in .

De moan wandelde een tijdeken mee achter deritselende, van maanpijlen doorsehoten cana :da-kruinen, maar aan den -draai der rivier gees zeer ineens boven uit. Ze lei haar beeld in heteffen-vloeiende water en haalde de kladden wittewaterbloemen uit het schaduwende oevergras.De beemden begonnen to dampen . Witte

smoorstrenen kropen uit het korte gras en uit deblinkende grachten, draaiden zich traagzaamrekkend omhoog en overstroomden langzamer-hand de bleeke weilanden als net een zilverwater. De klepperboomen longs de klimmendewegen daarachter, de huizen en de hagen, demolens en de korenplekken trilden van hetleekende maanpoeder. 't Liep alles in elkaar, ineene tinteling van blauwig zilver dat van deaarde tot den sterrenhemel stood.

Het water ritselde op het net, verre nachte-galen zongen parelfijn en de zoete nareuk vangrassappen waarde over de ijie, witte nevelen .

Ai mij ! dot was een nacht om het hart tolaten leven . . .

Carolus kon 'de snaren niet laten rusten . Heteene lied] e was amperkes in den maneschijnversmolten of er zat al een antler op zijn tong,dat aan den schooners nacht de taal van zijneigen geluk gaf . . .

De lief de was in Carolus zijn bloed geslagen;

Page 100: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND

97

en, nu begonnen zeer schooane dagen waar dehemel niet aan kost .Onverminderd leefde het beeld van Anna-

Liza in zijn hart .'t wekte een wereld van gevoelens die moes-

ten gevierd worden, kost wat kost. Hij verzonduizend dingen tegelijk, om van dees aardeeen hemel to maken. Hij wou met haar in zijnarmen gaan rij en, varen, vliegen lijk de vogels,heur den heelen wereld laten zien, van bovenen van onder en dan maar weer opnieuw, 'ttweede al geweldiger dan 't eerste, zoodat hijniet meer wise hoe 't aan to pakken, met zijnhanders in zijn haar geraakte voor de uitgelaten-heid van iz .ijn eigen verbeelding, en t'ende raad,als bevreesd voor zijn eigen, den buiten optrok,zot lijk een merel in den uitkoom .

Maar daar stond de zomer in zijn voile glorieop de aarde .

't Rijpende koren overstroomde heuvelen endalen, 't loof kliste over de boomers dik lijk dewol op de schapen, de booga:ards braken van hettrosselende fruit en er waxen lange, schoonewolken aan: den hemel, met malsche roomwitteborsten en buiken, en ruggers van perlemoer watvelerlei wisselende lichten over de landen wan-delen liet .

De huizen, de molens en de menschen zaten inal die zinderende uitbundigheid verdronken envan hue levee werd men geen teeken meer ge-waar .

De aarde had gewerkt en gebaard, en nu, in 'topperste van heur vruchtbaarheid, lag ze in earsCarolus

7

Page 101: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

98

DE BAND

kalme, rijpe rust, waarover een groote stiltsheerschte, koninklijk lijk van een paleis .

Als Carolus dat gewaar werd, viel zijn hevig^heid algauw. De stilts lei zich op zijn hert en alwat hij kon doers was ergens langs een koel-ruischende beek gaan liggen droomen .

Maar 't was niets. Hij wist zijn schade in tohalen in de f rissche, maandoorhuiverde nachten,als de aardsche dingen gesmolten lagers in hetzilverwitte maanpoeder, als de ziel van denzomer in duizend reuken door de dunne misterswaarde, lijk in dien eersten schooners avond .

Hij werd het niet moe zich 'op de maankrin-kels van het water to laten drijven tot waar detij hem bracht en dan weer terug, zijn hart zong,de luit zong, de maan zong, en inniger werdzijn verrukking, om to smilten van zaligheid . . .

Maar flees geurig zomerliedje duurde nietlang.

Na enkele dagen zaten t'allenkante de pik-kers in het land en beten de blinkende zeiselsin de goudene yacht. Heuvelen en dalen snerptenvan 't staal, de bindsters verschenen en over denaakte veldruggen liepen de rijen schoven lijkbegijntjes achter malkander.

Met de schoone kalmte was 't gedaan voorflees j aar.

De huizen rezen weer ten voeten uit en ook dehagen en de boomers, en allerwege was er beweegvan boeren en van beesten . Paarden en karrenhaalden den oogst binnen en nadien sneed hetmss van den ploeg de aarde open waarin hetzaad voor de rapen reuzelend neerkwam .

Page 102: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND

99

Ook aan de maannachten kwam rap een einde .De zon haalde de maan in en de nachten weif-den donkey, bespikkeld met dikke sterren .

Het uitzicht der dingen had zich weer ver-effend, 't feest was voorbij en alles leefde weervoor zijn eigen .

't was voor Carolus of hij uit een Broom ont-waakte.

,,'k Heb het gehad," zei hij met een fijnenlack .

't was voorbij, hij kon zijn eigen weer ver-trouwen en alzoo kreeg hij een groot verlangenom Anna-Liza terug to zien en hear aangenamestem to hooren .

Na den noen was er over de kleine stall eendonkey onweer heengedonderd met een rappersdraaiwind en purpere bliksemhaken . Daaropwas 't aan 't gieten gegaan, met heele kuiperi,een echte zondvloed .

Nu het over was, stonden de menschen in hundear met open monden de koele lucht to drinkersen ze wezen malkander naar den vinnigen regen-boog die de kiaterende zon van tusschen nadrij-vende wolkenklompen tegen het schalieblauwe,afzakkende wolkgevaarte spande .De gevelen en de Bakers warm malsch van

kleur om to streelen en de boomers, waaruit eenwindeken groote lekken wreef, warm geurenden frisch Iijk in de lente . 't Water klokte in degoten en de plassen weerspiegelden den helderenhemel, waarin piepende zwaluwen to slierenhingen .

Page 103: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

100

DE BAND

Carolus voelde er zich danig door verj ongden frisch to moede, dat hij zijn hart niet meerkon weerhouden en maar naar Duyvewaert trok .

Al de vensters van het huffs stonden wage-wijd open en Mijnheer Duyvewaert zat inzijn hoeksken, met zijn teekenplank op 't ven-sterkussen, fijn-gelukkig to glimlachen tegen deschoone krullen die under zijn traag-bewegendehand openbloeiden .

Als hij de schaduw van Carolus op zijn papiergewaar wend, hief hij schuin zijn mageren kopmet het zwart solideeken omhoog, trok de wenk-brauwen seam en vorschte met pimpelendeoogen wie dear your zijn venster staan bleef .

„Zie flu! Carolus !" zei hij verrast en de glim-lach lei opnieuw zijn wit gezicht vol gelukkigerimpels. „Zijt ge er ook van aan 't profiteeren?Dat regenske heeft parmentelijk deugd gedaan .'t Was antlers ni meer om uit to houden . 't Lagop mijn asem lijk loud en 'k viel er van in sleepop mijn papier. Maar nu is 't weer een plezier !"en hij weer monkelend naar het volgeteekendepapier, waarop tusschen trosselende wijngaard•ranken, eikenloof en korenaren, vogelen en vlin-ders vlogen .

„Maar kom toch binnen !" zei hij means. Hijstond seffens recht en kwam zelf opendoen .In de gang kwam Carolus de veelmondige

zang van een meiliedeken uit het werkhuis te-gen en ook als hij bij Kozijn in 't magazijn atbleef het onverminderd doorklinken .

„Sedert Margrietjes kermis heb ik bijkansniets meer kunnen doen," grog hij voort, „maar

Page 104: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND

101

deze vlaag heeft bevrucht !" en hij begun tovertellen van zijn werk, spreidde schoon ge-kleurde patronen open voor autaarsdoeken,vanen en zoo meet, want dat was 't liefste wethij deed. Hij hing aan zijn werk lijk een non-neken aan 't gebed, 't was lijk een eeredienstvoor hem .

En daaronder was er een bij voor een balda-kijn, waardig om er een Lievevrouwkenstroonin den hemel van to makers . 't Was van mei;blauwe zij, zwaar belegd van gouden en zilverenbloemen lenig door malkaar openbloeiend, lelienen rozen en pioenen, een heele bloemenhof .Kozijn Duyvewaert geraakte er maar niet

over uitgepraat. 't Was, voor de Ab,dij 'vanAverbode en besteld door de j onge gravin vanOeleghem. Er was een echt roman mee verbon-den. En nadien begun hij over de symboliek,want alles had er zijn beteekenis op.

Carolus luisterde maar half. Hij had meet ourvoor den zang die aldoor klonk en hij probeerdeer de stem in to verkennen van 't Lievevrouw-ken van zijn hart .

Als alles was uitgelegd nam Mijnheer Duyve-waert Carolus bij de hand en trok hem meenear 't werkhuis om dear eens near 't werk tozien .

Als ze binnenkwamen mineerde de zang eenbeet] e. Anna-Liza zag hij echter niet . De bor-duursters in hun witte schortjes, heften evenhun bleeke armemenschengezichten met hotzedig gekamde hear, near hem op, maar hunwitte pijpkesmuts bong seffens weer over de

Page 105: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

102

DE BAND

ramen, wa.arop ze met rappe harden kleurigezij de door rood of groan fluweel werkten .

De vensters waren omhoog geschoven en erheersehte een blauwe schaduw vermengd metkruid- en waterreuken die uit den rattan, blin-kenden tuin binnenasemden .

Van achter de dear der openstaande kast,kwam Christian met de harden vol zij draad enklossen good en zilver. Ze verschoot en bloosdeverlegen . Er was een bedeesde lack op haarmood en ze pinkie verlegen met de oogen .

„Days goad dat ge ears gekomen zijt," zei zeschuchter .

„Ja. Nichtj e, ne menseh doet altij d nietwat hij geerne zoo willen doer !" antwoord-de hij .Maar Mijnheer Duyvewaert wenkte Carolus

naar 't baldakijn, dat van achter op een grootraam gespannen stood en waarrond zes meisj esto werken zaten .

D'e zilver-blauwe, gemoireerde zij had eenglans en een weerglans, de koninklijke orna-menten waren er een pink dik opgewerkt alsgebeeldhouwd zoodat hat om en om een fijnendraad schaduw gaf en de large kunstig gevloch-ten franj es voor de boorden ritselden lijk eenzenuwachtig waterken .

„Zoo wil bet de familietraditie, Carolus," be-sloot hij vol•daan en er s'prong een blos op zijnj ukbeenderen. „En als 't God belieft, als 'kmijnen kop moat leggen, zal Anna-Liza 't werkvoortzetten in dawn geest . Ze heeft er verstandvan. Ze werkti aan een autaar-doek voor 't

Page 106: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND

103

nieuwe Lievevrouwkappelleken in de kerk vanDendermonde. Alles door heur geteekend . 'k Zou't ni beter kunnen ; kom maar zien."

Zijn kop ging naar den hoek bij 't achterven-ster waar Anna-Liza gewoonlijk zat .

„Ze zit met heur roam in den hof, mijnheer,"zei een werkster .

Ze gingen daarop buiten en zagen haar, doorde bogen in de haag, onder het glazen afdakop een laag stoelken zitten, gebogen over hetraam. Zonnelekken dropen van tusschen debreeds, fluweelen bladeren van den druivelaar,speelden over heur haar en heur hander enhieven de ronding van heur slanken, schoonernek perzikroos uit de schaduw .

Als ze Carolus bemerkte list ze een angstigschreeuwken en sprong recht. Met een katten-rapte wierp ze een wit doek over heur werken lisp de twee haastig tegemoet .

„Wie dat daar is !" riep ze hem toe en staklachend de wine harden uit . „Hoe stelt gij het,Kozijn ?"Ze begon zenuwachtig to lachen, wierp hot

hoofd eens achterover en heur pimpelende oogengingen van Carolus naar heur vader en zoo maaroverentweer .

„Carolus kwam nen keen naar 't baldakijnkijken," zei mijnheer Duyvewaert lijze, „en nuzou hij ook eens geerne uw autaerdoek zien ."

Ze werd rood tot in heur haar, begon to hijgenen greep de hand van heur vader .„Neen ! niet later zien ! Doe het niet !" smeek-

te ze gej aagd .

Page 107: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

104

DE BAND

„Toe, toe ! ge moet daarvoor niet beschaamdzijn, kind !" antwoordde hij gemoedelijk . „KomCarolus !"Anna-Liza borg plots het gezicht in de han-

den om heur ontroering to verbergen .Ze stond daar slunk en fijn in heur geel

oranje-gewafeld kleed, beweeglijk geprofileerdtegen de donkergroene palmenhaag met zijnbogen en geschoren torentj es met haantj es . . .

Kozijn Duyvewaert wees Carolus monkelendnaar het ontbloote dock .

Op hemelsblauwe, effen zijde, waarop zon-r.ondekens glansden, was een slanke gouden vacsgeborduurd waaruit met sierlijke buigingen eenweelde van roomgele theerozen openwaaierde, deeene schooner nog dan de andere .

Ei ! theerozen ! in honderd golden schakeerin-gen verwerkt, zachtlichtend lijk zongedrenktamber, met botergele, melkwitte en oranj eglanzen over de ronding der bladeren, eenBroom !

Zijne bloemen l . . .'t Was of Carolus zijn hart openbrak en er al

de deugd van den hemel in neerregende .Hij rude ervan .,,Mijn lief ! mijn lief!" juichte hij stil en

streek een lange lok van zijn voorhoofd .„Ja ! rozen voor OnsrLiefvrouwken !" zei

mijnheer Duyvewaert bewonderend gebogenover het raam. „Theerozen van Tante Begijnheuren ro'zelaar. Ons~Liefvrouwken zal er con-tent van zijn !"

Het weed Carolus to machtig . Hi j liep tot bij

Page 108: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BAND

105

haar, wou jets zeggen, maar ze greep plots zijnhanders, hartstochtelijk .

,,'t Is niet waar, Carolus! Ge moogt het nietgelooven! Neen, 't is niet waar! Jezus-Maria!ik kan er niets aan doers !" hijgde ze en keerdeweenend het hoofd op zij .

Ze steunde op zijn 'handers, de armen strak ge-spannen, als wou ze hem nader trekken enof duwen terzelfdertijd . Heur oogen waren voltranen en toch lachten ze. Als ze den hop keerdebleven ze onwillekeurig recht in de zijne gerichten heur adem streelde Carolus over 't gelaat,warm als een lange, lange kus .

,,Mijn lief !" fluisterde hij en begon to pinkenter wille van de tranen .

Mijnheer Duyvewaert was op het lage stoel-ken gaan utters en opgetrokken van fiere be-wondering glimlachte hij tegen het werk terwijlhij met voorzichtige vingertoppen de rozen be-streelde.

Een merel floot in den appelaar . Er stagersreuken uit de ronde bloemperkjes en een kleinwindeken kiopte blinkende regendroppels uit deboomers. In 't werkhuis hief een stem een nieuwlied aan .

Dien avond, als Anna-Liza op heur slaap-kamer kwam, ontstak ze de groen-wassen, gewijde kaarsen voor hat Spaansche Mariabeeldmet het kindeken Jezus, dat in een glazen kastjemet eikenhouten gebeeldhouwd kopstuk, tus-schen bloemenruikers in slanke, vergulde vazen,op de kast stond .

Page 109: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

106

DE BAND

De lange, gouden vlammekens verlichtten hel-der het ronde, lachende gezichtje achter hetgroen-schemerend glas .Ze schudde den plooirok open en zakte op de

knieen, het gelaat geleund op heur saamgevou-wen handers .

„Zie naar mijn no'od, Maria ! 1k weet niet water met mij gebeurt. Het is zoo zwoel om mijnhart en zijn beeld verlaat me niet meer.1k hadu zijn rozen ten offer gebracht in good en zilvervoor uw altaar en ach ! flu hebt gij hem in mijnhart laten zien . . . Sta me bij, Heilige Moeder !"

En in de kamer daarnaast, in het licht van desterren die door het open venster binnenkeken,lag haar zuster met het hoofd in de armen opheur bed, to weenen.

„Stil mijn hart!" zei ze, „Stil !"

Page 110: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

Voor een jaar of zes, zeven was hat gebeurddat hat klokkenspel in den St . Gommarustorenzoo stillekesaan van de wijs geraakt was .

Met den hasten wil van de wereld kon men hatniet meer fatsoenlijk aan het zingen krijgen,zoodat men zeif verplicht was den rammel stilto leggen .

Van voor een klein jaarken al, hadden fijneooren beweerd dat er valsche tonen tussehenzinderden, maar flu was hot al met een keen zooerg geworden dat Corneal de beiardier, er zeif't onnoozeiste lied] e zooals ,,Van 't Reuzeke"niet meer kon uitklopperen of de menschen, beneden in de straten duwden hun duimen in deooren en riepen met scheeve gezichten : ,,Oejoe-joe

jscheid er uit, Neel! of we worden nog zot !"

't was alsof al de klokken gebarsten waren .'t Sloeg in Corneal zijn hart . llij ward er bij-

kans ziek van, verwaarloosde zijn snuif-winkel-ken en zat zoo maar heelder dagen op den torentussehen de klokken naar den worm van dcziekte to speuren .

Hij onderzocht met een heilig geduld hat stetvan draden, stangen en hamerkens, stuk voorstuk, hij moerde ooren vaster, losser, en danwear vaster, maar 't was alles boter aan de galg .Kiank kreeg hij er niet wear in .

,,Daar is den duvet mee gemoeid," besloot hij

Page 111: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

108

INTERMEZZO

ten langen laatste. „Ze moeten opnieuw geweeenworden."

't Dunne kapelaantje met den scheevenschoeft, dat voor alles to vinden was, haalde rapeen kwispel en den koperen wijwateremmer uitde sakristij, kroop naar boven, bezwoer het spelmet latijn en besprinkelde de klokken met wij-water. Maar de duivel wilde er niet uit .

„Hij zal 't weeral malt half gedaan hebben !"sakkerde Corneel als hij na twee, drie kloppenhet eendere zotte gesingel hoorde, dat meet weghad van gebroken glas dan van brons .

Ook burgers trokken zich voor de gelegenheidkrochend en blazend aan het leizeel den don-keren, steenen wenteltrap op, draaiden hun pot-hoeden in het web van balken en ladders eensroad, beklopten angstvallig de klokken met denbol van hun stok, dock dropen algauw even wijsterug naar beneden . Alles wat ze beneden tovertellen wisten, was dat op den bulk der klok-ken de Heilige Driekoningen hand in hand ge-beeldhouwd stonden, boven het woord „MeisterClaus, Ao Di . 1627 Cole ."Als Corneel, van den torenwachter 't nieuws

van dit laatste bezoek to hooren kreeg, vloektehij een keer en werd kwaad als een huffs .

„Nu is 't zeker naar de knoppen ! 'k Geef hetop!" zei hij en hij bleef in zijn donkey winkel-ken zijn pakskens snuff wegen .

De beiaard was ziek en zweeg, en zon- enfeestdagen waxen hol van vervelende stilte . Demenschen misten de muziek lijk brood op detaf el, en ze drongen aan bi j den burgemeester

Page 112: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

109

om 't spel to laten herstellen . Volgens burge-meesterstraditie wachtte hij daarmee eerst cenheelers tijd om dan ten langen laatste den secre-taris toch naar den klokkEgieter to Keulen tolaten schrijven .

En zie, geen drie weken later, op een schooners,zomerdag, kwam een j onge handwerkersgezelde Leuvensche poort ingestapt, met brief enopdracht de klokken to genezen .

Hij was groot en blond, de Duitscher, meteen open, lachend gezicht, kersroode lippen inden wol van zijn korenblonden kroezelbaard eneen zonneken in de donkey-blauwe oogen, eenecht wandelend plezier .De drie dochters uit de afspanning „Den

Engel", waar hij op logist ging, begonnen vanden eersten dag al, onder malkaar ruzie tomakers om hem to molten bedienen, zoodat dedikke moeder er moest tusschen komen en ze elkhunnen toer kregen .

's Avonds, na 't werk, kwam hij bij de bur-gers, onder den welvenden druivelaar op dekoer, zijn stoop dobbelen gersten drinkers eneen pup smoren binst hij vertelde van zijn rei-zen, grappen uithaalde, die de menschen dedenlachen of plezierige lied] es zong .

't Duurde geen drie dagen of alleman had allets van hem gehoord en al de lief hebbers vanplezier en zang, j ongen en ouden, hielden's avonds op de koer van „Den Engel" road hem~reunie .

De dikke bass moest weldra bankers laten bij-maken voor al 't yolk . Hij zelf feestte mee met

Page 113: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

110

INTERMEZZO

iederen avond een wit schort voor zijn ballon-nekens-buik to binden en een propere slaap-muts over zijn kletskop to trekken .

't word er elken keen tot last in den nacht,in 't bruine licht van de drie bo11antaarndie onder den druivelaar hingen, eon echtekermis.

Als 't yolk weg was en de poort toe, zette doDuitscher hot venster van zijn kamer open, lietde mean near binnen en speelde den viool voor'zijn eigen .

Pat was hot schoonste nog, zegden de driemeiskes, iets om eon mensch zijn hart to doerssmilten . . .

Op een morgen van de tweede week, teen hijop den toren met Corned aan 't week was,kwam mijnheer Bollekes - een dik, kortasemigrentenierke dat maar leefde om to lechers en todrinkers, - hem dear in de hoogte eons opzoe-ken, om hem to vragen een avond thuis to komenpasseeren ; hij zou er zijn vrouw en zijn doch-ters danig veel plezier mee doers . De Duitschersloeg toe en viol al mee voor dat ze hem fijnbezien hadden.

Na mijnheer Bollekes kroop mijnheer Kort-jans met een dito tending de trap op en 't wordnadien een echte litanie van invitaties .

De bags uit ,,Den Engel" sakkerde geen kleinbeet] e toeri do bankers elken avond moor enmoor verlaten stonden en eenen bollantaarn nogto veel licht gaf voor 't handvol menschen datuit gewoonte komen bleef!

Hij schampte op hot vrouwvolk dat daar de

Page 114: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

111

oorzaak van was en liet hot zijn vrouw en zijndochters uitzweeten .

En zoo gebeurde hot dat de Duitscher ook ver-zocht word in hot witte notaris-huffs achter hotMinderbroedersklooster . . .

Notaris Boschstraeten was liefhebber vanmuziek buitenmate ; hij golf speelde uitstekendfluit, maar waardeerde boven alles hot edelepel der viool. Hij beloofde zich een hemel voordozen avond en had daarvoor dan ook eenvriend of vijf zes uitgenoodigd om to komenluisteren .

„Een viool kunde doen spreken als een engel !"zei hij, binst hij aan zijn vrouw en de heereneen geparf umeerd snuffj e presenteerde. „Eenviool heeft een ziel. En wie dat verstaat om deziel er uit to halen, dat is mime man !"

Door de open vensters zeeg de avend weldrade zaal binnen en fevers gong er een nachtegaal.

De dochter kwam binnen, groette gracielijkde heeren, deed de kaarsen in brand en opendemaar seffens hot met perlemoer geincrusteerdedeksel van hot klavier .

Het was een Blank, beweeglijk meisje, fijnvan leest, met een melkwit vel en goudbruinkrulhaar . Hour donkerbruine amandeloogendroegen schoone schijnselen als leefden er al-door gelukkige gedachten in hour hoof d en 'twas zeker daarom ook dat hour mond aldoorglimlachte .

Ze schudde •dadelijk den ruischenden metrooskens omspeten rok van hour roomgeelavondkleed open, zette zich voor hot klavier en

Page 115: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

112

INTERMEZZO

begeleidde bet zoete fluitspel van heur vader,met viugge, witte handen .

Een kaalhoofdig beer, met de oogen toe achterzijn hoornen bril en den mond naar omlaag ge-trokken, streelde nadien een kiagend vooiskenuit zijn violoncel en een andere, die nog eenpruik droeg, zong herdersliedjes op de luit .Nadien liet men de Duitscher zijn viool

spreken . . .Hij was binstdien under de bekoring geraakt

van bet notarisdochterken . Zijn hart woog vanverlangens. Hij keerde zich algauw van den les-senaar of en zong van zijn •eigen ziel, waarinduizend beelden leefden, 't eerie nog schoonerdan 't andere, allemaal haar ter eere.

Zij zag zijn wit, gespannen gelaat en ook dezonnen in zijn oogen. Heur ziel wend den zinvan bet lied gewaar. Een fijne lack verhelderdeheur gezicht, heur oogen gingen naar jets in delucht en al luisterend naar zijn belijdenis beganheur hart to springen, to springen, zoodat ze ermet een zucht de witte handen over kruisenmoest om bet tegen to houden. Want dat wasjets van heur Broom . . .

Toen sloegen er viammen uit de viool . Hetspetterde open lijk een fontein van de schoonstekleuren, nooit gezien, die rijzend door malkan-der cirkelden en een vloeiepden regenboog omheur hoofd spanden. Het was Been muziek meer,bet was vuur. En daaruit regenden plots flu-weelen geluiden neer, rnalsch en warm als 'tvleesch van een jongen mond, streelend heurgansche lichaam lijk met kussen . . .

Page 116: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

113

Reeds was de zang lang uitgestorven eer ze uitheur verrukking ontwaakte .

Ze zag de gezichten en de kaarsen op 't kla-vier, voelde zijn oogen op haar gevestigd enkeerde toen traagzaam het warme gelaat naarhet venster waardoor de frissche avondluchtinnenasemde .De Notaris klapte verrukt in zijn gele, smalle

handen .„Hij heeft heur ziel doen spreken . Bravo !"

zei hij en knikte zonder ophouden tegen elkeen .„Dat is nog nooit gebeurd," zei verpaft de

zanger met de pruik.De heeren en ook de huisvrouw, vriendelijk

lachend onder het zwartkanten mutsje dat haarwit haar omsloot, stonden recht van de hoogge<rugd~, blinkende stoelen, heften de voile roo-mers naar den speler en wenschten hem pro-f iciat .

Voor de verandering weed er nadien wat ge-sproken over beroemde muzikanten, gelachen endan weer eens gezongen .

Lena begeleidde. De Duitscher wist van Beenuitscheiden dien avond

ier weken duurde het werk op den toren .De klokken kw:amen van de stoelen, kregen

kussens van vile en kalfsleer onder de ooren enwerden weer vastgemoerd . . .

En ook twee harten wierden uit hun bintengehaakt en vastgemoerd, vleesch tegen vleesch,waar ze 's nachts malkander vonden onderden vlier, in den grooten, eenzamen notaris-tuin .Carolus

8

Page 117: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

114

INTERMEZZO

Op Half-Oogst, als Onze-Lieve-Vrouw naarden hemel vloog, sloegen de hamers weer luehtigop de zingende klokken .

De zon stond op den toren die uit al zijnvensters kleurige puntvlaggen uitstak . Demenschen wandelden rond de kerk of zaten toluisteren onder de gelende linden op het Kerk-hof plein .

„Hij's weer geneze," lachten ze en pinktenvoldaan tegen malkander .

De Duitscher speelde, Corneel speelde en doorde zinderende zonlucht tong de beiaard „van't Reuzeke", „van 't Paterke", „De meisjes vanDuinkerke", „van 't Wit Spiegelke" en hon-derd :andere plesante liedjes waar men op dan-sen kon .

De broeders van 't plezier en den goedensmeer uit „Den Engel" konden dezen dag echterniet laten passeeren zonder to kermissen .

Ze wachtten den klokmeester of en achter eenmuziek van een man of twaalf met trommel,fluit, viool en schuiftrompet trokken ze langsde Trezestraat en 't Nieuwland naar 't befaam-de „Hof van Beieren" waar 't f eesteten gegevenwerd.

„Ne gestolen kermis smaakt het best!" riepenze en zwaaiden met hun stokken en zondagschehoeden, waaraan bloemen en loof vastgemaaktwaren.

't Rook er danig lekker op de binnen-koerwaar tafels op schragen gedekt stonden underhet plat dak der kunstig geschoren linden .

De zon stak zijn vingeren door de gaten en

Page 118: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

115

list over 't kleurig bebloemde tafelgoed en dekostelijke roods koppen, zijn gels rondekensspringen. Plezierige vertelsels deden de buikenvasthouden van 't lachen, zotte slagen viogenvan 't een eind naar 't antler en de zweetendeknechten hadden werk to veel met de halve-lieters vol to schinken, die de keel moesten koelhouden .In den achternoen kwam er veel mans- en

vrouwvolk uit do stad, zoodat weidra de prieel-kens vol zaten als een ei en er bierstoopen tokort warm .

Drie muzikanten kropen op de leege tonnenbij de staldeur en er werd gedanst en gepolkaddat do puntboorden grauw zagen van 't tweeten de vrouwen de perlemoeren knoopkens vanhors jakken moesten losdoen .

Alleen de Duitscher tat stil to midden van deuitbundigheid. Hij lachte maar flauwkens meeen tat droomend to kijken naar het tinnen dek-sel van 'zijn pot . . .

Dien avond is hij niet naar den tuin bij dennotaris gegaan . Hij kon niet .

Den heelers nacht lag hij wakker en keeknaar de sterren .

Als de eerste vogels ontwaakten was hij allang op.

Hij was Meek en afgetrokken en ziju onderlipbeefde .

Do bass bracht hem brood met hesp en peenpot oud, zwart bier op een tinnen schotel .

,,Dat zal u weer gauw op de been helpers,"beweerde hij . ,,Ge zijt wat moe van gisteren, al

Page 119: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

116

INTERMEZZO

dat spelen en eten en dansen, dat houdt denbeste niet uit ."

De meiskes alle drie, hielpen hem den rugzakaangespen waar den hats van zijn viooi uitstak .Ze bonden rozen op zijn hoed en ook aan zijnreisstok, iachten binstdien korte lachjes, en als't gedaan was liepen ze ineens met den voorschoot voor 't ge'zicht weenend de keuken in .

Een adieu, een stevige hand en hij stapte deverlaten, schemerige straten door, naar de Leu-vensche Poort die ginder, boven de lage dakeii,grauw en log optorende tegen den eersten biasvan den hemel.

Hij stapte altijd maar recht door, zonder om-zien, met den kop naar den grond.Maar voor hij de mastebosschen in moest,

werd 't hem to sterk en moest hij zich toch eensomkeeren .

Achter 't verschiet der groene beemden kleur-de de kieine stad .

De daken en de gevelen bionken rood en wittusschen de boomen op de vesten . Klokjes luid-den fijn uit de slanke klooster-torentj es en dui-venvluchten toerden hoog in de iucht boven dengeleri Sint-Gommarustoren . . .

Er vielen ineens steenen op zijn hart, moien-steenen. Zijn knieen knikten ervan en hij dachtto breken .

Hij nam zijn hoed of en met een natte stem,verdronken in snikken en tranen zong hij zijnafscheid .

Page 120: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

117

Jetzt reisen wir zum Tor hinaus, ade .Jetzt reisen wir zum Tor hinaus,Feinsliebchen schaut zum Fenster heraus,

Ade, ade, ade !

Mein Schatz, lass dock dein Schauen sein, ade .Mein Schatz, lass dock dein Schauen sein,Ich kann j a nimmer bei dir sein,

Ade, ade, ade !

Die Kirschen, die sind schwarz and rot, ade.Die Kirschen, die sind schwarz and rot,ich lieb mein Schatz bis in den Tod,

Ade, ade, ade!

Met het gezicht in den hoed geduwd, sleeptehij zijn verdriet de groene stilte van de maste-bosschen in .

Maar zie tegen 't uur oat de zon op 't hoogstebrandde en hij reeds ver in de hei was, trok hettrippelend geklop van rappe paardepooten in 'tzand,zijn kop ineens naar achter.

Ach, Leentje !Hij zwierde hoed en stok weg en zijn hart

barstte bijkans, als zij van het hooge, wittepaard in zijn armen reel .

Honderdduizend liedjes tuimelden door zijnkop, honderdduizend zoete woorden, alien om terschoonste, en hij kon er maar geen enkel vast-houden om 't in de schelp van heur oor to kussenals ze 't \hoofd in zijn schouder duwde .

Ach, Leentj e !En onafzienbaar ging open de purper-gloeien-

Page 121: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

118

INTERMEZZO

de hei, met hier en char den zwarten kegel vaneen den, en vegen van blekkend wit of donker-groen, waardoor het hooge paard de twee naarnieuwe landen droeg.

De zon draaide 'daarover en uit het zilver vaneen yen vloog een vlucht reigers op .

Dat wa's er gebeurd voor j aren . . .Waar geburen de neuzen sa.menstaken om een

keer to snuiven, werd 't een echten bieenkorfvan 't gezoem en gefluister over Leentjes ver-dwijning. Weken lang kon men er maar nietover zwijgen. De menschen liepen er letterlijkvan over .

De Notaris was als met stomheid geslagen enkreeg een butt van 't verdriet . De vrouw ween-de 'zich ziek en moest naar bed .

Hij zond den belleman uit, liet het land afzoe-ken, uren in den ronde . Met twintig in eenstrokken ze er op uit en namen er nog honden bij .

Ze ketsten de bosschen af, roerden in grach-ten en beken, vroegen de boeren uit, maar geenhaarken werd er gevonden .

Ze vischten nadien de Nethe af, tot tegenHerenthals en ver voorbij Duffel, maar dehaken trokken alleen wat dooie honden 'op enkapotte schoenen. Van Lena vond men nietsmeer .

Eenige weken later vertelde de hei-jager, dienaar de zaterdagsche markt kwam om zijn voor-raad kruidenierswaren en winterondergo'ed tokoopen, in „'t Smierken", wat er zooal to ziengeweest was in de hei .

Page 122: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

INTERMEZZO

119

En onder andere had hij, zoo omtrent Half-®ogst, van ver een wit paard zien voorbij rij denmet van voor een meisken op en van achter eenj ongen die viool speelde, echt jets uit een vertel-selken .

„Daar hebde 't!" riep de boloogige boas, „da'szij geweest !"Hij vergat de boeren die naar een pint

wachtten, wierp van alteratie een steenen stoopvan de schenkbank en kwakkelde armzwaaiendde markt op, recht naar een hoopke burgers, datrond een lied] eszanger stond, om 't nieuws meeto deelen .

In een, twee, drie stak 't herbergske vol yolk .De hei-j alter wend getrakteerd en hij moest hetnog wel honderd keeren vertellen, ze wilden hetallemaal uit zijn eigen mond hooren .

Lijk een vuurken liep het nieuws de stall rond .In den achternoen kwam de Notaris op 't

stadhuis en school zijn trouwboekje onder hetverbaasde bril-gezicht van den burgemeester .

„Gelief dat to doen uitkrabben," zei hij strengen wees naar het bovenste vakj e waar Magda-lena, Maria, Therezia ingeschreven stond . „Datmoet een missing geweest zijn. wij hebben geendochter gehad."

Hij groette, liet het boekj a liggen en stapte,recht en plechtig lijk een paal, met den gelenstok onder den arm, def tilt de pui af, alsof erniets gebeurd was .

En tegen den avond, reed de knecht een krui-wagen vol kleeren naar den beemd achter hetVolmoleken alwaar de menschen de lakens ver-

Page 123: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

120

INTERMEZZO

brandden waar dooden in gelegen hadden . Hetwas een home hoop kleedjes, borstdoeken, schor-tj es en zooal meer. De viammen woelden er in,beten omhoog en een zwarte sleep van rookdreef over de roode achterbuurtdaken de stad in .

In het witte huffs werd sintsdien nooit meerover Leentje gesproken . . .

Maar 's avonds, als de Notaris uit was en demeiden sliepen, ontstak de vrouw de gewij dekeersen voor de zwart-ornlijste drieluik in detrapzaal en ~ij bad, de bevende handen gehevennaar de zoet-lachende Moeder Gods met het kin-deken Jezus in den schoot, voor haar eenig kind,dat het geluk had durven volgen .

Page 124: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

Op Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte was het datLena met de avonddiligentie terug near huffsreed .

Ze was in den achternoen uit Leuven vertrok-ken, semen met twee nonnen, een dragonder eneenige boerinnen, maar die waren de eenen nade anderen omtrent Aersehot uitgestapt en zezat nu moederrnensch alleen in den rapper,gelen wagon .Ze droeg een zwarten mantel met een vinger

vas bona afgezet en van binnen do huff vanhear zwarten korfhoed, waarvan ze hot kortevooltje had opgeslagen, keken hear smalle oogennear de late velden waarboven een stile Septemberdag uitblauwde .

De fijne glimlach, lijk van iemand die zeerschoone herinneringen heeft, ging van hearmend niet af .

Ze probeerde zich voor to stellen wet nukomen zou, maar hour gedachten sloegen ied&-ren keen om en wijiden onwillekeurig bij hon-derd schoone dingen

Gelijkmatig kiopten do springende paarden-hoevon, do widen ronkten over hot zand en depostiljon fleet eon sentimenteel vooisken .

Het geed in de lucht bieekte binstdien ziender-oogen tot een iji, watergroen koleur. De laatsteklaarte viol van de wine boerenhuizen, boomer

Page 125: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

122

DE KONINGIN

en hagen verdoezelden tot een eender blauw en't was nog maar alleen de bocht van een waterken langs een knotwilgenkant dat lijk een witoog naar den hemel bleef kijken, waarin almaar dikker en dichter de sterren open-bloeiden .

Toen de wagen in het bruine lantaarnlicht on-'der de Leuvensche poort stil stand, trok van verden stralenden gloed van een verlicht Mariankappelleken Lena uit haar droomeri jen, en wendze al met een keen den beiaard gewaar, die inden blauwen avond Maria-liederen speelde .

Ze verschoot, aangenaam getroffen en heuroogen groeiden groot open. Verrukt luisterdeze naar de klare klokken en luisterend wardenduizend ontroerende dingen tegelijk wakker,met een levendigheid en een kleur alsof ze 'tzoo voor heur oogen zag .

Maar de ontroering ward heur welds tomachtig. Heur hart begon to kloppen lijk eenhamer en de tranen trokken allengs heur oogentoe. Ze sloeg de handen voor 't gezicht en begundaarop lijze to weenen . . .

Voor den eersten keen besefte ze heur geniisin zijn vollen omvang en dat deed pun tot in 'tkenneken van de ziel . . . .

Het was vandaag feast geweest in de kleinestall .

De vale Lievevrouwekappellekens die aan destraathoeken of boven de pompen hingen, wagenfrisch opgeschilderd, de zilverbestikte, fluweeylen kleedjes uitgeborsteld en de beeldjes verbeid-den nu, achter de gewasschen ruiten, in hun

Page 126: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

123

grot van zilver- en goudpapieren bloemen eennieuw jaar devotie.

Groote houten ramen, waaraan oritelbare vet-potj es hingen, waren er near j aarlijksche ge-woonte over heen gehangen en nu, in den fijnenavondnevel, dooraaid van nazomersehe veld-roken, warden de poijes in brand gedaan, Mariatar eere .

Door de straten en langs de kaaien stroomdeweidra ears echte processie van menschen dienear de lichtjes gingen kijken .

Het duurde niet lang of overal gloorden diehangende hofkens van blond vetlicht en hunzachte gloed hief appelsienenkleurig de bewon-derende gezichten uit hat donkere beweeg,brandde de venster-ruitj es open en lijnde roodde omliggende gevelen of tegen den sterren-hemel.

De kleine stall gonsde zoet lijk ears bijenkorfop Kerstnacht en de beiaard sprinkelde erzacht-gerythmeerd 't eene Maria?-liedj e na 'tandere over heen .

Traagzaam dokkerde de breede diligentie doorde bochtende straten . Lichtarmen tastten vanalle kanten door de raampj es en draaiden overLena hear wine handers .

En alnaar gelang de wagers den toren naderdewerkte klaarder de heiaard op Lena heur hart .

't Viel van hoog uit de lucht, almaardoor vol-ler en zwaarder, bellen van kiank die zinde-rend near beneden regenden en tegen de rin-kelende ruitj es openbarstten . In hat langgerok-ken, kiagende hommeleii van brons en hat lichte

Page 127: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

124

DE KONINGIN.. . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

klinken van zilver met zijn fijne natrillingenals van sprekend kristal, werd heur ziel onwil-lens 't geluid van allerhande stemmen gewaar,heur eigen verhaal .

Heur hert beleef de weer de schoone vluohten klopte nog eens binnen het zwartgebalktgevelhuisj e, gedoken tussehen twee steun-pilaren van den toren to Bazel, waarin hij deklokken lief zingen . . . Maar 't was een beet] e toschoon voor een menschenhart en dus naar men-schengewoonte kort van rduur, zoodat Pietj e deDoad er een eind aan knoopte met eerst hem endrie j aar later aok hun j ongetj a naar 't andereland to wenken . . .

De klanken lekten als bellen van vuur op hetweeke vleesch van heur hert .

Ze duwde de handen straf op de burst, en zemoest. op de tanden bijten om de zee van 't op-wellend verdriet to bedwingen . . .

Ach, Leentj e ! . . .Zonder dat ze het fijn wist stond ze in de ver-

laten gelagzaal van „Den dubbelen Arend" .Een porseleinen lamp brandde lui op den hoek

van den tong en er was voorts veel schaduwwaarin traag de tik van een kasthorloge knerste .

Als de dikke bazin heur afgetrokken, bleekgezicht bemerkte, haastte ze zich om een kaarsin de keuken en bracht haar gauw naar boven .Ze zette de koperen kaarspan op het nachttaf el-tj e, trok de groene bed-gordij nen open en ver-dween met een goeien avond achter het toeklin-kende, vierkanten deurken .

Lena zakte gebroken op de knieen en met het

Page 128: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

125. .. . . . . . .. . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

hoofd in de armen vigil ze tegen het hooge bed .Het leed dat ze ginder zoo gemakkelijk had

weten to sussen brak los flu mateloos. De tranenleekten van heur kaken en heur etagere sehoudersschokten van de snikken . Het brandende kaars-ken bekeek heur van uit een gelen, natten kransen voegde droomend schaduwen aan de schameledingen van het lage of spanningskamerken .

Effekens streek het mode licht van een road-gedragen stallantaarn over de gebalkte zol-dering en kwam 't gerinkel van kettingen overde keien de stilte breken, maar nadien smolt allegeluid en door 't opengeschoven venster, omlij stmet slappe druivenblaren, zinderde maar aldoorde beiaard . . .

Toen Lena opstond was het stil daarbuiten .De klokken zwegen en met de vochtige roken

van laat loof kwam alleen het fijne sjirpen vaneen muurkrekel of de stamp van een paard inden stal, naar binnen .

De goedheid van den avond lei zich over heurhert lijk een balsem. Ze voelde zich verlucht enicon weer diep adem halen .

Ze keek naar 'de sterren, mat en groot in devochtige lucht en dat wekte zachte gedachten .De fijne, weemoedige lack kwam weer op heurmond, want ze voelde zich nu weer in het zoetebezit hearer schoone herinneringen . . .

Zoo kon ze aan haar ouders denken . 't Wasvoor hen dat ze gekomen was, voor hen alleen .En hoe meer ze daar moest over na peizen, hoemeer ze zich gedrongen voelde er seffens naartoe to gaan, dezen avond nog .

Page 129: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

126

DE KONINGIN

Ze sloeg den mantel om, bond den hoedop en wandelde naar het witte huffs achter hetMinderbroedersklooster .

De lichtj es waren uitgebrand, de duisternisslikte alle ding op en 't waren maar alleen delantaarns, aan een zeel over de straten gehan-gen, die 't verschiet der smalls straten open-pinkten . . .

Toen de oude meid Lena heur stem verkende,liet ze een kres als voor een verschijning, sloegde hander voor 't gezicht en zakte van alteratieineen . 't Mensch kon bijkans geen woord uit-brengen en al wat ze deed was bevend naar derondo dour in de trapzaal wijzen, die in de scha-duw van een hooge, eiken kast doezelde . Tweebrume waskaarsen brandden voor de openge-plooide drieluik.

,,Daar, char is zip . . . Ga rap, Juffrouw !"stotterde de meid .

Als Lena de dour openstak, stood ze viak voorheur moeder.

,,Ik voelde hot !" zei de nude vrouw met eennatte, trillende stem .

Ze begon to women en to lachen, greep Lenabij de harden en trok heur zenuwachtig bij denhaard waar ze heur hijgend in den hoog-gerugden zetel lief nederzinken . Ze dwong heurkind op de knieen, maakte zeif den hoed los entrok heur hoof d in den schoot .

De large linten van heur zwart-kanten huis-kap en heur grijze krullen bibberden, heur lip-pen beef den en 't duurde een heeler tijd alvo-rens ze iets gezegd kreeg.

Page 130: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

127

„Zeven jaren zijt ge weg geweest . .. Maar 'tis niks, Leentj e, 't is allemaal niks . . . Ons Lief-vrouwke heeft mijn gebed verhoord . . . en fluzijt ge toch hier . . . Een mirakel is't !"

Ze zuchtte en weende den voort met piepen-de, bevende snikken, terwijl heur witte, door-zichtige handers aldoor over Lena's haar en wan-gen open en toe gingen.

Het werd Lena vreemd to moede . Ze dacht erzelf niet aan near heur vader to vragen . Ze lietzich doers lijk een kind en moest binstdien aanhaar j ongentj e denken en ook aan hem, die vanheur ziel muziek had gema,akt en hoe zij diebeiden geliefkoosd had . . .

Plots stood de oude vrouw recht en veegdemet de vingertoppen de tranen uit de rimpelsvan hour mager, wit gelaat .

„'t Is niets, Leentj e . . . 't is over!" lachte ze .Ze liep nen keer zuchtend rood de taf el, ver-

schoof een pear stoelen, draaide de olielamp wetop en trok toen vinnig en lang aan den groenenbelkwispel tegen den muur, om hem er of totrekken bijkans. Een bel rinkelde in de gangen de oude meld kwam daarop haastig binnen-gesleft.

„Eten. Katrien !" zei ze en klopte gej aagd inheur handers . „'t Kind heeft honger na zoo'nreds. Heal 't beste maar op, mask een kermis,rap Katrien ! Na zeven maanden moet er gefeestworden l . . . zeven maanden is ze immers weg ge-weest, Katrien !"

Ze geraakte verward in heur eigen woorden,bleef een beet] e lijk versuft staan, met den kop

Page 131: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

128

DE KONINGIN

naar den grond, terwiji ze traag het hoofdschudde : ,,Zeven jaren . .. of zeven maanden . . .wat is 't flu ook?"

Maar plots schoot ze weer in zenuwachtigbeweeg en lachte andermaal.

,,'t Is niets, Leentje . . . 't is weeral over!"zei ze .

Ze nam daarop een kandelaar van de buikigekommodekast, ontstak de kaars aan het haard-vuur en leidde Lena aan de hand naar boven .Daar knoopte ze haar jak open en haalde ereen sleutel uit, waarmede zij geheimzinnig dedeur van Lena heur kamerken opendeed .

Het kaarslicht haalde de dingen uit de wijken-de duisternis en Lena zag dat alles er nog stondzooals voor zeven jaren : de heiligenprenten inhun ovale lijsten hingen er in hun zelfde schik-king tegen de bleekbebloemde muren, op hetronde tafeltje voor 't venster lag nog den al-manak met de schoone fransche gedichten in .En toen moeder de roomgele met rote bloempjesbezaaide bedgordijnen opentrok lag daar aan 'tvoeteneind, over haar nachthemd, !dezelfdegroene sjaal waarin ze zich hulde om hem toverbeiden in den tuin onder den vlierstruik . . .

De oude vrouw trok ijverig al de laden open,almaardoor pratend over alles wat ze to toonenhad .

,,Ge ziet het, Leentje! 't Is allemaal nog pre-cies gelijk voor zeven maanden . Niets is er wegen daar is ook niets verbrand," voegde ze er ver-zekerend bij .

Toen ze beneden kwamen: was een hoek van de

Page 132: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

129

tafel feestelijk gedekt en Katrien school de eeneschotel na de andere in den blonden lichtkringwaar Lena gezeten was .

Ze raakte echter maar weinig aan . Ze voeldezich zoo vreemd hier dat ze er begon aan totwi j f elen of hat wel van zi j n leven zou kunnengaan. Het was apess zoo oud dat hat heur be-klemde en de vreemde doening van moedermaakte heur angstig buitenmate. Ze luisterdemaar met een half oor naar de honderd dingendie moeder to vertellen had, 't eene door 't an-dere geslagen, over apes wat ze bewaard haden wat er gebeurd was .Toen Katrien den zwartaarden koffiepot met

het z.ilveren tootbelegsel op tafel zette, brachtmoeder fier de vroegere kop van papierdun por-celein aan, waarop omrankt van teere bloem-kens heur naam in gouden letters gecalligra-f eerd stun d .

„Kijk, Leentj e," zei ze gelukkig, „uw zondag-sche tas, ge moogt er nu alle dagen uit drinken . . .M.aar kom dan ni-maar zoo laat naar huffs, kind .'t was al negen uur gerammeld . Ge moat omzeven komen, dan kunnen we samen eten," voeg-de ze er smeekend bij .

Daaropzette ze zich wear in heur zetel enzakte langs eenen kant in elkaar, zenuwachtiglachend tegen de vlammekens in 't haardvuur .

„'t Is niets, Leentj e. 't Zal wel over gaan !'~fluisterde ze .

De koperen pendule op de schouw sloeg tienuur, naaldfijn als een zindering van kristal eneen beet] e daarna begon de rammel to lawaaien .Caro.Ius

Page 133: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

130

DE KONINGIN

De kamerdeur ging open en uit de schaduwkwam de Notaris binnen . Maar ineens bleef hijstaan en duwde traagzaam de ronde witte dearachter zich weer open . Hij stond daar een poolheel stiff en plechtig en geen schaduwtje roerdein de rimpels van zijn lung gezicht, dat bleak ensteak als een masker boven den breeden, zwar-ten das schemerde. Zijn oogen blonken wit ensteak .

Lena schrok voor zijn verschijning en denedam stokte in heur keel .

Maar toen ze zijn arm zag omhoog gaan enden langen, dunnen wijsvinger naar de voordeurwijzen, was het heur of ze ontwaakte, plots uiteen nachtmerrie .

Ze begreep, raape mantel en hoed van denstoel en bong zich over moeder om heur wor-sted vaarwel to kussen .

De oude vrouw had heur man niet gezien .,,Slaap wel, Leentje!" fluisterde ze . ,,Ik ken

nu niet mee naar boven gaan . 1k ban to moe,veal to moe. Maar 't is niets . Dat gaat over ."

Ze perelde een paternoster uit een leerenbeursje en begon half-luid to bidden, hat beven-de hoofd over de geraamtige handen neerge-zonken .

De Notari's zei geen wooed. Hij liet Lena bui-ten en grendelde traagzaam de voordeur . -

In den frisschen morgen stood Carolus in zijntuin to kijken naar 't schoone weer.

De koperen zon, maakte hat geel en rood vancle huizen malsch lijk boter, haalde blinkend den

Page 134: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

131

overvloed van appelen en peren uit het gedaagdeloof der scheefhangende boomers en spon roodedraden in den wilden wijngaard die lijk earsberg over 't wagenhuis ping . Vogelen viogenpiepend overentweer en van achter de wittetuinmuren kionk 't aangenaam geluid van kin-der stemmen en 't gehamer van een kopersiager .

Carolus zijn oogeri pinkten tegen de malscheboterkleuren en wandelend door de paden dronkhij met diepe teugen de reuken die uit de boomersvielen of van de seiderijbedden opstonden .

Zijn hart kwam er van los en gereed om meeto doers met de zon, de vogelen en de vruchten .

Hij zocht daarom near een lied]e en wou hatj uist op zijn tong leggen toen uit de open stal-deur Marus de timmerman haastig op zijn rood-tapijten mailers near hem kwam afgesleft .

't was een kleine vent met een vierkant bak-steenen gezicht, zakkaken, ros krulhaar en kleineoolijke varkensoogen. Van zoolang dat Carolus't zich herinnerde kwam hij alle waken een dagwerken om 't een en 't antler to repareerenwant hij vond altijd jets waaraan moest gek1euterd worden. Hij kende de stad op zijn duimkenen bracht den ook ears Noiikel Kaptein de fijn-ste nieuwskens van de week .

,,De ruif is gemaakt. Komt nen keen zien of 'tzoo goed is," zei hij gewichtig, binst hij zijnkoperen bril op 't toppeken van zijn aardbezienews afschoof en Carolus over de bestofte glazendoordringend begon to bekijken .

,Z'is terug. Van gisteren," ging hij al met eenkeer diepzinnig voort . ,,En hij heeft ze buiteii

Page 135: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

132

DE KONINGIN

genet . Zie, als nen armen mensch dat dierfdoen. . . maar dat doe nen arme mensch niet, alkwam ze met een regiment kinderen weerom !"

En hij draaide met zijn vuist in de lucht enstampte een keer, kwaad als een huffs .„wie da' Marus ?" vroeg Carolus nieuws-

gierig .„Met d'avend' diligentie is ze gearriveerd . Nie`

mand had heur gezien, met de lichtj es ook, ende bazin uit den „Arend" had heur ni herkend .Ze is een beet] e op heur kamerken gegaan, maarsito daarop was ze weerom bends en is uitge-gaan, naar huffs . Maar hij heeft ze ni willen ont-vange, geen sprake van, dien hertvreter ook . Zeis zij in den „Arend" gaan slapen en nu is zenog 'ne keer naar de kerk gegaan voor dat zevertrekt. Ze zit aan 't Lievrouw-kappelleke ; 'kheb er heur gezien ; alleman loopt om heur tozien, processies !" vertelde hij met veel beslagvender.

„Maar mag'k flu wete over wie dat ge't hebt,Marus ? Of wilde 't niet zeggen misschiens."vroeg Carolus nieuwsgierig uitermate .

„Heb 'k da' ni gezeid ?" vroeg Marus verwon-derd. „wel over heur, over Leentj e van deNotaris !"

Carolus rude .Ze was dus in de stall, de Koningin van de

Lief de, die 't geluk had durum to volgen ! zewas in de stall !

Duizend schoone dingen tegelijk tuimeldendoor zijn kop. Ze moest gefeest worden ! Inge-haald met eerepaorten en groan, muziek, vlaggen

Page 136: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

133IXVaXnX+nnUnXUU •uuuUnauaV •a +uYa++YU • • V an++aaa •a XVUU+uVn+VVVV/++asXq+ •u aX+nuau+na+VUaXaVYX(YMaYY •X•X YMVu

en maagdekens en 's avonds de lichtj es ! En hijriep zeer hard : „Peterus !" en sprong naar denstal en dan naar de keuken .„Maar dien is immers weg !" zei Marus die

hem verbauwereerd naliep .God van de zee! hij was 't rats vergeten dat

Peterus gisteren met Kozijn Duyvewaert naarDendermonde gereden was, naar de inhuldigingvan 't Maria-altaar, waarvoor Anna-Liza dedoeken had geborduurd . En dezen avond eerstzouden ze terug zijn .

„Dan moete gij helpen, Marus ! Rap met devossen buiten en 't beste tuig !" riep Carolus .En vlug als de weerlicht trok hij 't wagenkotopen en sleurde al de groote koets buiten, dekoer op .

„Wat gaat hij flu weer uitsteken !" zuchtteMarus, binst`hij, hijgend en blazend, de beenenverward in riemen en kettingen, met de armenvol tuig aangestrunkeld kwam.

„Maar de peerde durf 'k ni . . . neee, neee . . .'k ben ekik timmerman !" voegde hij er afwij-kend aan toe .

Carolus haalde ze zelf buiten en in een tweedrie waren ze ingespannen .

,,We feesten. Marus ! Houdt vast!" riep hij enwierp hem de teugels toe .

Hij sprong -nog eens naar binnen, maar wasseffens terug met verlakte, hooge rijlaarzen aan,een spannenden, zwarten jas, en zijn wit-zijdenpothoed op . Hij stak met de gauwte rozen op depaardekoppen, bond er aan de zweep en strooideze met handsvollen in de koets .

Page 137: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

134

DE KONINGIN

Mares deed de poorten open en op een drafreed hij den blinkenden wagers tot viak voor betkerkportaal. Hij bond de teugels aan een muur-ring en was de kerk binnen .

Ze zat er nog, want in de zijbeuk, wear 'tMaria-altaar was, zag het zwart van 't yolk enmaar gedurig aan kwamen er nog vrouwen enmeiskens binnen die in de andere beuken eenstoelken gingen oprapen en zich haastig bij deanderen voegden .

Carolus drong er tusschen door en zag hearzwarte gestalte toen 'zitten, over een stoelkengebogen, viak voor het altaar.

De kapel stond nog vol met bloemen van 'tfeest van gisteren, in yawn en potters op houtentrappers geschikt zoodat het altaar omsioten wasmet een berg van groen en heldere kleuren .

,,Bloemen voor u !" peinsde Carolus . Hijplaatste zich een beetje op zij en wachtte .

Er bleef veel gefluister, en geschuif van voe-ten en stoelen om hem been en van den anderenleant wear een misken begon kionk er belgerin-kel. Maar de menschen bleven aliemaal bier zit-ten en gingen er niet been .

,,Vandaag huldigen ze deKoningin !" peinsdehij andermaal . 't Maakte hem jong en sterk, volblij den durf, en was hij zeker geweest van heardaardoor niet kwijt to spelen zoo was hij seffensnear 't hoogzaal geloopen en had de kerk voldaverende orgelmuziek genet, hear ter eere .

Maar tegen den was ze misschien weg en deinhaling bleef toch de hoof dzaak .

Hij moest niet lang wachten . Ze stond weidra

Page 138: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KONINGIN

135

recht, boog eens near het glimlachende Maria-beeld en keerde zich, om uit to gaan . Als ze aldat yolk dear zitten zag, schrok ze en bleef evenstaan .Vele menschen knikten vrienclelijk en er

warm zelfs vrouwen die hardop begonnen toweenen. Ze boog verwar:d het hoof d en gingtraagzaam near buiten .

Carolus volgde hear op den voet . Hij hoodhear een kruisken ears, hield de kerkdeur opensri wees hear toen near de koets, waarrond veelyolk zich nieuwsgierig verdrong .

Ze aarzelde eerst, wilde achter den wagersdoorgaan, maar als ze dear ook dien kring vanverbaasde gezichten gewaar wend, kwam ze ver-schrikt terug en stapte toch in .

Toen werd het plots stil op straat . Een pearoude heeren die op de stoep aan den overkantstonden, lichtten hun hoeden en knikten lachend .

Carolus sprong op den bok, bedwong de vos-sen, en op step, met knikkende koppen trokkenze de groote koets door de bezonde straten, deHooge Brug over, trappelden deGevangenpoortdoor en recht near 't huffs Duyvewaert .

Carolus zat recht, met de bekranste zweepomhoog, en hij moest zich inhouden om nietluidkeels aan 't zingers to gaan, want dat ont-brak er nog bij dezen nt : muziek!Overal kwamen de menschen nieuwsgieirg

aan hun dear staan kijken en jong yolk wandel.ede langs de stoepen mee .

Rapper dan hij 't dacht was de wagers aande Begijnhofpoort .

Page 139: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

136

DE KONINGIN

Hij belle. De maid deed tie eene deurheiftopen en hij do andere en over den wit-en-b1auwen gangvloer kwamen Anna-Liza en Christianhaastig nader. Eerst bleven ze verbaasd staankijken, maar als Lena hat vooltje had opgesla-gen en zij haar verkenden, als ze daarbij 't stra-lende gezicht van Carolus zagen die hun tieKoningin aanmeldde, begrepen ze .Lena begon to weenen en bleat getroffen

staan .Zij wenschten haar met een kus welkom,

namen elk een hand en leidden haar binnen .,,Nu is de Koningin onderdak in mijnen

hemel !" zei Carolus en uitgelaten lijk een ker-misvogel reed hij de groote koets terug naarhuffs.

Page 140: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . ... . . . . . .. .

DEBRIEF

: : .

Dien morgen was mijnheer Duyvewaert ein-delijk beginners to werken aan den patroon voorhet autaarvaantj e, besteld door 't klooster derKarmelietessen tot Tongeren .Hij had flu al wel twintig keeren geprobeerd

een schooners pelikaan to teekenen in een kransvan wijngaardloof en korenaren, maar iederenkeer had hij, onvoldaan, den vogel met watbroodkruim moeten uitvagen, zoodat zijn blader ten langen laatste, rats door bedorven ge-raakt was .

Sints hij terug was uit Dendermonde en dedochter van Notaris Boschstraeten bij hem inhuffs gevonden had, hingen zijn gedachten nogmaar aaneen met haken en oogen ; alle minutenschoten ze los van malkander en dat maakte hemwrevelig uitermate.

Hij had het duidelijk gevoel dat er iets nietin orde was ; maar zijn blijde verbazing over defeestelijke stemming in huffs, de gelukkige ge-zichten van zijn dochters, al de muziek en deverzorgde taf els precies of 't nu alle dagenzondag en alle zondagen kermis grog zijn,hadden hem tot flu toe belet op die stem in togaan.

Zuchtend lijmde hij een nieuw blad papierop de plank om de teekening nog maar een keenmet versch geduld to herbeginnen.

Page 141: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

138

DE BRIEF

Hij trachtte zijn aandacht op het werk to ves-tigen, penseelde den lijm een pinkbreed langsde randen en wilde het met voorzichtige vin-geren aanspannen ; maar 't ging weerom niet,het trek vol blazen .

Hij schudde kreunend zijn mageren kop heen-entweer, liet een grooten zucht vallen en haaldeeen tweede blad uit de bovenste kommodeschuif .

Dezen keen mocht het lukken .Hij nam zijn potlood, kopieerde machinaal de

wijngaardkrullen en de korenaren van de eersteteekening en spande zich in om den pelikaaneens geed op zijn plaats to zetten .

Maar, met den besten wil van de wereld, 'twas al even veel gekort .

„Days tech ongelukkig !" jammerde hij enschoof mismoedig zijn teekengerief weg .

Hij trek zijn solideeken vaster pop den kop,wandelde eens rend de kamer en 't einde raadbegen hij in de eiken kast, tusschen de stapelssaamgebonden patronen, naar een gelijkvormigmodel to zoeken, om hot of to teekenen .

Het was den eersten keen van Mijnheer Duy-vewaert zijn leven dat dit gebeurde.

't Verdroot hem danig dat hij er de tranen inde o gen van kreeg. Hij ken hot ten slotte echterniet over zijn hert krijgen, draaide rap de deu-ren op slot en schoof den sleutel tegen alle ver-dere temptatie under de kast .

„'k Meet wachten.'t Zal wel een keer komen,"troostte hij zich, binst hij een witten doek overode begonnen teekening spreidde .

Hij zette zich 'daarop weer in zijn zetel en

Page 142: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BRIEF

139

trok een langen, geel-beenderen paternoster uitzijn vestzakje, want hij wou bidden .

Hij maakte devout het kruisteeken, kuste hetkoperen kruisken en begun halfluid het Symbo-lum des Geloofs .

Maar in de stilts die daarmee over hem kwam,voelde hij eerst fijn hoe diep de onrust in zijnhert to wroeten zat. 't Beklemde hem al met eenkeen zoo, dat hij 't gebed niet eens tot 't eindeuitgezegd kreeg .

Hij kreeg stilaan de zekerheid dat er tegendie onrust niet op to komen was, door werkenniet en ook door bidden niet .

Het was nu al voile vijf dagen dat hij denvrede des harten kwijt was, dat zijn nachtenonveilig gemaakt werden door de zotste, bang-ste droomen 't eerst, en char moest een erodeaan komen .Mijnheer Duyvewaert rolde den paternoster

scam in 't hulls van zijn hand en list hem terugin 't vestzakje glij den, binst hij zich vast voor-nam al de gedachten die hobbel en sobbel opgekomen waren een keer rustig, maar Perm underhanden to nemen .

Dat die heels miserie met de komst van Lenasamen hmg, was zeker .

Lena was hier, in zijn huffs . Ze was gaan loo-pen om heur lief to volgen en dat dit zondig was,daaraan moest zelf een kind geenen halven se-kond twijfelen. Maar nadien was ze getrouwdvoor de kerk en ook voor de wet en zoo wasde zaak voor God en ook voor de menschengeregeld. Heur man was daarna gestorven

Page 143: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

140

DE BRIEF

en ook heur kind en nu kwam ze near huffs.vaarom weigerde Notaris Boschstraeten heur

zijn deur?Notaris Boschstraeten had dat recht niet. Was

ze daar opgenomen, zooals 't moest zijn, danhad ze naar hier niet moeten komen .

Mijnheer Duyvewaert streek eens over zijnvoorhoofd em de zaak heelemaal to overzien enden draad goed vast to houden, want nu zag hijal met eens den pelikaan weer voor zijn oogen,hoe hij hem zou moeten schikken met den kopschuin onder een roodgebrand druivenblad eneen trossel gele druiven .

Hij moest zich bedwingen om de plank nietbij to trekken en den vogel seffens vast to leg-gen. Maar hij hield toch een pons de oogen toeom het beeld niet to vergeten .

„Neen," zei hij beslist, als hij den pelikaangoed vasthad, „eerst moet die onrust uit de voe~ten. Zoo blijf ik niet leven !" En hij raapte al-gauw zijn gedachten weer saam .

De Notaris had dat recht niet. Dat viel to ver-antwoorden voor God, meende Mijnheer Duyve-waert.

Maar, als ge 't wel bekeekt, waren dat zijnetaken? Met wat bemoeide hij zich ?

Als hij zijn eigen daarop betrapte, ging ereen schoksken door zijn lijf. Hij trok verwon-derde oogen en een blos sprong op zijn j uk-beenderen.

„Dat is niet goed, Bonifaas !" zei hij tegenzichzelf en zijn gezicht vertrok pijnlijk . Hijstond andermaal recht en begon zenuwachtig

Page 144: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BRIEF

141

heenentweer to wandelen . Zijn hart kiopte vanpure alteratie .

Hij voelde zich schuldig tegenover den Nota-ris, zoo'n gedachten gekoesterd to hebben . Zijnngepeinzen gingen nu onwillens die richting uiten stillekensaan begun hij to vermoeden dat hetwel jets ken zjjn omtrent zijn verhouding metden notarjs, die de geheime bron was van zijnkwellingen .

Zijn hoof d zakte dieper op zijn burst en natwee, drie wandelingen, van de eiken kast tegenden achtermuur, near 't venster wear zijn tafelstond, lei hij triomfantelijk den wijsvinger ophet voorhoofd .

„Jewel ! dear zit het hem !" zei hij . ,,En datmeet site geed gemaakt worden !"

Hij was er zoo blij mee dat hij seffens nearboven gjng om zich to kleeden en near den Nota-ris toe to gaan . Hij zou hem het geval in alle fat-soen uitleggen en zich beroepen op den wenschzijner dochters .

Hij scheerde zich zorgvuldig, trek de gesp-schoenen met den hoornen trekker aan en begunvoorzichtig zijn pruik to poederen, binst hijnear fraaie, gepaste woorden zocht om de zaakop tafel to leggen .

Maar teen hij de pruik al op Aden kophad en zijn goudgeel ondervest met groenekiaverkens, afborstelde, moest hij zich weer be-denken .

,,Als de Notaris zijn dochter ni meer erkent,den is 't een vreemde veer hem . En meek ikrnijn eigen dan niet simplement belachelijk met

Page 145: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

142 DE BRIEF

me daarvoor te willen gaan verexcuseeren?"vroeg hij zich angstig af.

Mijnheer .Duyvewaert liet een grooten zucht.Hij lei den borstel op een stoel en hing de

pruik over het staandertj e op de kommode. Hijtrok terug de geborduurde muilen aan en,knoop­te zijn smal bovenlijf in het gele werkkieltje,

Heelemaal ontdaan door ,deze ontdekking, methet zwart solideeken scheef op den kop, traptehij terug naar beneden.

Hij ging recht naar zijn teekenplank, 'deedeen PODS de oogen toe om 'den pelikaan goed tezien en begon toen maar te werken,

Maar hoe traag ging dat nu nieten hoe bitterbleef zijn stemming!

En binst zijn handen den geschetsten pelikaanmet schoone pluimen en gekrulde veerkens om­hingen en zijn half-toegeknepe.n oogeri er reedsde kleuren over schikten, gingen zijn gedachtenandermaal nieuwe wegen uit.

In eenen keer, zoodanig dat hij van 't ver­schieten zijn potlood liet vallen, schoot 'hemiets te binnen, Was, Lena weI een gepast gezel­schap voor 'ziJn, kinderen? iemand die dat haddurven doen ?

Hij schoof ontroerd zijn zetel achteruit enmoest diep naar asem snakken, Mijnheer Duyve­waert vergat alles wat hem deze dagen had be­ziggehouden, zijn onrust en ook het plezier, ,Idebloemen en de muziek, en in zijn kop groeidehet vast lijk 'een muur dat Lena. weg moest...

Hij raapte zijn potlood op en wilde verderteekenen. Maar de veeren van den pelikaan wer-

Page 146: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BRIEF

143

den zoo stiff, zonder een beetje zwaai, dat hij 'talgauw uitvaagde en alles staan liet om 't maarniet vender to bederven .

Hij vergat er het doeksken op to leggen enbegon zenuwachtig heenentweer to wandelen,veneer d door die eene gedachte .

't Stond vast, Lena moest weg . Alleen hoe hijhet aan boord moest gaan leggen, zag hij nognit in .

Zijn kop wend er wezzelig van lijk een spin-neweb. Alles kwam er overhoop to staan . Zijnooren begonnen to suizen en van vertwijfelingtrommelde hij met de vingertoppen tegen zijnperkamenten voorhoofd .

,,Hoe dat flu gedaan gekregen !" vroeg hij zichmaar ringaaneen of en hij peinsde aan zijn tweedochters.

Moe gedubd wilde hij maar Never aan denpelikaan voortdoen. Maar 't stak hem al tegenvan voor hij neerzat .

Mijnheer Duyvewaert proheerde dan zijn harteens op to halen in 't boeksken : ,,Binnenleydingetot het Devote Leven" van Sinte Fransiscus vanSales, den nobelen, aristocratischen heilige ;maar hij had nog maar fijn zijn wijsvinger natgemaakt om gemakkelijk to bladeren, als hij erde nutteloosheid van voelde en 't boeksken opden gueridon vallen liet .

Met de oogen vol tranen stond hij daar eenbeetje als versuft to draaien, totdat hij plots volijver de stoelen to schikken begun en ook dekoorkappen, de kassuifels en vanen op hunstaanders langs de muren . Daarna sloeg hij de

Page 147: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

144

DE BRIEF

kastdeuren open en begun daarin to rommelenals hing er zijn zaligheid van af . Alles kwam eruit : patronen, boeken, doo'zen enz, om alles na-dien weer ordelijk to kunnen Bergen. Na de kastging er de kommode aan en ook zijn teekentafelen nadien trok hij hetzeifde op wider doen .

Dat deed hem zijn eigen loch een beetje ver-geten .

Als Christian hem 's noenens roepen kwamvoor 't eten, sloeg hij eens met de hand naarachter en riep geergerd : „Laat me gerust ! Ikkoom ni eten ! Ik kan ni eten ! Laat me gerust !"

Als alias dan gedaan was en hij tegen denavond, achter in den tuin weerom met zijn eigenaileen was, stond hat nog eens zoo vast dal Lenawag moest.

Maar hij had al goad snuifjes to nemen om 'tin zijn kop helder to maken hoe hij dat aanpak-ken moest, daarin bleef hij even wijs acs's mor-gens .Hij begon daarom maar weer to wandelen,

echt to draven dal ;zijn oude beenen er vantrokken, hij dubde zijn kop in twee over •demeest onmogelijke dingen, een oplossing vondhij niet, zoodat hij ten siotte van wanhoop aan't sakkeren ging tegen hat Coeval dal hem Lenain huffs gebracht had .

waarom was die maar seffens niet terug ver-trokken ? Waarom wou 't ongeluk dal Caroluschar nu weer j uist op uit kwam ?

Mijnheer Duyvewaert wond zijn eigen op enhij sprak half-luid van nijdigheid .

Dien Carolus ook ! dal ward me de man! hoe

Page 148: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BRIEF

145

longer, hoe schoonder! Eerst den toer metTreza, don met de Joppes en als een menschpeinst dot hij nu eindelijk een klein beetje totbezinning komt, flu flees avontuur!

Waarom bracht hij Lena naar hier? Waaromreed hij met hear niet naar 't Hofken van Swaenzooals met de anderen?

Hij had dien mijnheer al dikwijls genoeg inhuffs ontvangen, maar flat moest nu ook amenen uit zijn .

,,Carolus heeft hear gebracht en hij zal hearkomen halen ook! en rap! !" zei hij gedurig .

Hij zou 't hem seffens per brief laten wetenen flan was 't ineens uit.

Daarop haastte hij zich naar 't magazijnwaarin de schemering al dik hing, trok densecretaire open en in 't licht der aangestokenkaars speed hij een versch punt aan zijn gan-zenpen .

Maar na een lijntje of drie geschreven teahebben, schoot hem plots een nieuw bedenkseltegen zijn schrijven to binnen .

Hij was weg toen Lena gekomen was ; washet aan hem of aan zijn dochters dat Carolushear gebracht had?

God in den hemel! wat al hoofdbrekerij hemflat avontuur al niet gekost had! Zijn werk lager door stil en zijn hart was er door beroerdals een water door een storm . En als hij 't gevaimaar effekes van onder de voeten meende tokrijgen, kwam er sito een antler bezwaar zijndorms door zijn hersens draaien!

Hij lei de pen peer en strooide zenuwachtigCarolus

10

Page 149: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

146

DE BRIEF

een snuifken zand over hat flog vochtige schrift.,,Dan moeten zij hat hem maar schrijveTl! Dat

heeft flu al lang genoeg geduurd !" besloot hij .Mijnheer Duyvewaert stapte de gang in en

zag door de glazen tuindeur de drie meisjes inde blauwe schemering onder den druivelaar zit-ten. Lena was aan 't vertellen . Anna-Liza luis-terde gespannen, de oogen greet open . Christiankeek droomend naar heur handen in denschoot .Hij deed de deur open en wou Anna-Liza bij

zich roepen. Maar als hij heur groote, glanzen-de oogen zag, schrok hij ervoor terug .

Maar gebeuren zou hat tech !Dan moest Christian hat maar dean .Hij riep heur bij zich in 't magazijn, deed

heur aan den secretaire zitten en begon opge-wonden to spreken.

't Kon niet langer meer duren, dat Lena hiernog bleef ; dear ward in de stall al genoeg overgebabbeld en daarvoor had hij hun ook zoo'neducatie niet gegeven, om hun goeden naamover de tongen to laten rij den. Carolus had Lenagebracht, en 't paste dat zij hem zou verzoekenLena to komen halen, zoo rap mogelijk .

Christian schrok erg .,,Maar Vader! wear meet ze den near toe?"

vroeg ze angstig.,,Vanwaar ze gekomen is . Of fevers antlers .

't Is mu gelijk. Maar hier tech niet meer !" ant-woordde hij beslist .

Ze boog zuchtend heur blond hoof d en begunlijze to snikken .

Page 150: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DR BRIEF

147

,,Toe, meisje!" heval hij bits. ,,Ik zal wel dic-teeren !"

Mijnheer Duyvewaert haalde een proper bladpapier uit de bovenste schuif en duwde heur depen in de hand . Hij boog zich over heur, lei dehanden op den rug en dicteerde .Dikke tranen vertroebelden Christian heur

oogen. Ze zag maar half wat ze schreef . De penspatte gedurig en de Iekkende tranen trokkenblaasjes op hat geribde papier .

Maar toen hij haar wou doen schrijven datCarolus hun van zijn bezoeken moest verschoo-nen, liet ze de pen vallen, sloeg heur handen voor't gezicht en barstte in pijnlijk snikken los .Mijnheer Duyvewaert werd kwaad lijk een

huffs en deed maar niets dan zuchten . Hij namde kaars en 't papier weg en zette 'zich aan dengueridon om den brief zeif voor to schrijven .Nadien lei hij nog eens een nieuw vel voor heur,bracht de kaars terug en zei dat ze 't moest af-schrijvan .

,,Ik kan niet !" snikte ze. ,,Ik kan niet !"Mijnheer Duyvewaert werd bleak van woede.

Zijn handen beefden. De asem haperde in zijnkeel en hij moest gedurig kuchen .

,,Ga dan maar! Toe! Uit rnijn oogen!" stot-terde hij .

Christian sukkelde recht en aldoor snikkendschoof ze, achter de schaduw van een goudenkoorkap, de deur uit.

Mijnheer Duyvewaert vial near op een stoelen verzonk in gepeinzen .

,,Wat beteekent dat toch allemaal?" vroeg hij

Page 151: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

148

DE BRIEF

zich of en schudde den smallen kop heenentweer .De kaars in, den rood koperen kandelaar was

reeds ver opgebrand toen Anna-Liza den kopbinnenstak om hem to komen roepen voor 'tavondeten .

Als ze haar vader zoo troosteloos zitten zag,bet gelaat vertrokken en vol zorgelijke rimpels,kwam ze naderbij en lei den arm over zijnschouders .

„Wat is er, Vader?" vroeg ze verschrikt .„Kom aan tafel" .

Maar hij schudde van neen, trok den brief bijen gaf hem heur.

„Schrijf gij het dan," smeekte hij .Anna-Liza las . Ze verschoot er danig van dat

ze overeind sprong en 't papier bet vallen .„Maar wat is er toch, Vader !" gilde ze ang-

stig, niet begrijpend .„Schrijf het, Anna-Liza!" smeekte hij ander-

maal, dringender .„Neen ! Dat doe ik niet ! Dat kan ik niet !

Jezus, Maria, Jozef !" huilde ze.Ze wendde den kop af, duwde 't gezicht in

den mosgroenen avondsj aal die laag over heurschouders hing en begon zenuwachtig tokermen .

„Ga dann ook maar weg!" zei Mijnheer Duyve-waert bitsig. „'k Zal het dan maar zelf doen !"

Hij nam de pen op, schreef den brief, en droeghem dadelijk naar 't huffs aan de brug .

Dat gaf een heele verlichting .Maar terwijl hij dan nadien bij 't licht eerier

nieuwe kaars voor zijn secretaire to peinzen zat

Page 152: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BRIEF

149

wat hij flu aan Lena moest gaan vertellen, wender ineens zacht op de deur geklopt .

Hij draaide wrevelig den kop om en riep alstegen goesting : binnen.

En zie ! wat verschoot hij niet als uit de doe-zelige donkerte hat witte gezicht van Lena naarhem toe kwam .Mijnheer Duyveweart wise niet meer waar

hij hat had. Hij stond van verbouwereeringrecht en schoof een stoelken naar waar ze stond .

„Wees gezeten, Juffrouw. Wees gezeten," zeihij verward binst hij naar woorden zocht omheur 'zijn besluit mee to deelen .

Maar ze schudde lijze van neen, zei dat zekwam om hem to bedanken voor de dagen die 'zein zijn huffs had mogen doorbrengen, dat ze fluterug naar huffs moest, bij heur dooden .

„'t Is niet mogen zijn en dat is maar goadook," voegde ze er bij, „ik had hat hier Lochnooit meer kunnen gewoon worden ."

Er kwam een zachte, gelukkige lack op heurgezicht en ze stak beide handen ten afscheid uit .

Mijnheer Duyvewaert vial lijk uit de lucht.Het pakte hem en zijn ergernis vial al met eenkeer. Hij stotterde dat er mats to bedanken vial,'t was met plezier gegund en hij wenschte heurgoads reis .

Hij hoorde in de gang 't gesnik zijner doch-ters, dacht aan den brief die nu zeker in Carolu~~ijn handen moest zijn en toen Lena wag was,beklemde hem ineens het bang voorgevoelen dathet nu voorgoed uit ging zijn met de rust en denvrede des huizes. . .

Page 153: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

150

DE BRIEF

Dienzelfden avond nog vertrok Lena .Carolus reed heur terug naar Leuven, waar

ze in de morgenuren, met de eerste diligentieverder het land in reisde, op weg naar heurdooden . . .

Page 154: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

.: :.

In die dagen was de herfst in 't land gevallenen had voorgoed het weer gebroken .Waaiende regenstaarten en zwermen van

vliegende bladeren maakten de dagen grijs, ende nachten warm dik van kilte en mist. Daar-onder wend de aarde rap oud, verslenst en vuilvan kleur .

Dat kon i u echter niet veel kwaad meet . Depatatten, de koeien en ook 't fruit was -binnen,de zwaluwen en de ooievaars uit de lucht en 'twarm nag alleen in de boogaards wat late ra-bauwen en mispelen, alsook de rapen op de vel-den, die oversehoten, wachtend naar een la .atstevinger zon .

Maar 'flees weer duurde niet lang, geen tweeweken, of de herfst. verloor van zijn eerste ge-weld, gaf nog wat kleine, nijdige windjes metmotregen en dunne misten, om flan ten laatstede verten en den hemel weer open to trekken .

En zie ! char lag toen, onder een fijnen, bleek-blauwen hemel, de wereld, bekleed met konink-lijke kleuren, ver en groot .

Voor Carolus bracht het een echte verlochting .Sints hij Anna-Liza niet meer to zien kreeg

was zijn leven op den buiten grijs en triestiggeworden, halfzooveel niet meet waard .Maar flu, door al die zon en al flat goud, was

er ineens weer veal hoop in zijn hart en hij voel-

Page 155: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

152

DE KERMISDANS

de dat het niet antlers meer kon of alles moestin orde komen .

,,Harten breken ijzer!" zei hij, en hij moestdan iederen keer aan Lena peinzen .Daarbij Zondag was hat Sinte-Gommarus-

kermis, hat groote feast . Dan zou hij Anna-Lizaterug 'zien, haar in zijn huffs kunnen ontvangenen dan warden ze den hemel to rijk l . . .

,,De kermis wordt begenadigd! 't Wordt ernen dubbelen flees jaar!" Iachte hij tegen de zon .

En waarachtig, 't was een weerken in diedagen, zoo fijn en buitengewoon •zoet, flat demanke herder van de Graevenhoef die met zijnschapen langs 't Kasteelken passeerde, bekendezich zoo iets niet meer to herinneren en 't meteen dubbel kruisken in zijn vuilen, omgekroldenalmanak aanteekende .

Het wlndeke zat in 't 'widen, er warm geenkraanvogeldriehoeke'n en ook geen pluimwolkjesin de lucht, zoodat men er zeker kon van zijn't goe weer voor vela dagen vast to houden .

't Aangename kermis-vooruitzicht, al de kleuren prikkelende loofroken, maakten Carolus zijnhart jong en vinnig lijk in den frisschen Lente .

't Sloeg hem naar den kop en joeg zijn ge-dachten meer en meer naar 't feest van Zondagflat hij geven zou Anna-Liza tar eere .

Want daze kermis, tar gelegenheid van denfeestdag van den stadspatroon Sinte-Gommarus,was de meestgevierde van 't jaar en met zulkeen gebenedijd weerken moest er jets buitenge-woons van in huffs komen.

Al 't werk was nu buiten gedaan .

Page 156: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

153

De schuren hingen scheef van 't koren, depatatten staken warm toegedekt onder stroo eneerde, de appele i en de perm lagers, met destaartj es omhoog, in batalj ons op zolder, deboter was ingestoken en uit alle hoeven hoordemen nu 't gekrijt van 't kermisvarken dot ge-keeld werd .

De slameur van den zomer mocht vergetenworden en in den vollen vrede des hatters, zonderkommernis voor den komenden winter, kon mende ziel een laatsten, grooten keen ophalen en vul-len met zaligheden allerhande .

Daarbij kwam don nog het feit, dot op dezendag, de menschen al het kwaad, wat ze van mal-kander hadden to verduren gekregen, moestenvergeten, alle ruzies en veten bijleggen, om invoile kermis--overgaaf samen broederlijk to kun-nen klinken. 't Plezier mocht niet door 't minsteachterdochtsken verzuurd worden, zoo had degroote heilige, Sinte Gommarus, het meermaler_,zelfs na zijn flood nog, verkondigd en die tradi-tie werd gerespecteerd . Dat gaf aan het f eesteen schoone beteekenis en daarom was ze voor demeesten, welkom uitermate.

Seffens wandelden Carolus zijn gedachten inde kleine stall, bij de bezige menschen .

Voor elk huisken zag hij al een vent op eenladder met de gauwte het puntgevelken aan 'twitten, de deurkens en de ramen blonken groenen blauw van ode frissche verf, en over dostoepen kropen jongens en meiskens op hunhukken road em met een maskers 't kleingras van tusschen de keien to steken . Hier en

Page 157: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

154

DE KERMISDANSY ~u1uuYYYyYYYYYUaY1y

•y yttYa{{{uYYy{uaYYUYYtyyYHY{aYUyYOIYYYYYtYU1Y~Y•~ YYUYYYYaYyq~yYYY• • aYUUauyYYY a V VaYa ~

char zag hij er al een vlaggestok uit het gevel-gat steken, en uit de openstaande bakkerswin-kels, waarvan de bel geenen minuut stil stand,walmde een zoete, warme reuk van eieren, melken confijten hem zoo in 't gezicht .

Als Carolus dat alles zoo plezierig overdacht,vond hij 't kermisfeest dat hij, naar gewoontevan Nonkel Kapitein, voor de familie Zondag inde kleine stall geven zou, maar een mager beest-j e, am perkens goed genoeg voor oude begij nen.

„Dat kan flu toch niet zijn !" zuchtte hij enkrabde zinnend achter zijn ooren .

Hij zadelde Elias en reed algauw naar de stall .God! hoe schoon was de wereld toch waardoor

hij reed ! En hoe los kwamen er zijn gedachten !De klepperboomen langs de wegen, verhieven

op hun slanke, helder-bemoste stammen, sa-f raangele wolkkruinen waarin het gouden lichtto trillen hing. De beuken of eiken over dewitte kruisstraatkappellekens geb~ogen vlamdenrood lijk bloed, en de boogaerds en de hagenbrandden in allerlei vlammen van 't diepstebrons tot citroengeel vuur toe . Heel de wereldwas nu good geworden, de blaren op den grondgaven een ruischenden weersiag, zoodat men erde boerenhuizen bijkans niet meer kon door zien.

Purper met zilveren glanzen erover blonken devette, omgeploegde veldlappen daartusschen en't waren maar alleen de rapenstukken en ook demoskussens onder de boomen, die een heldergroen koleurken ophielden, een laatste lachskenvan den zomer .

Een klein windeken ruischte door die gouden

Page 158: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

155

weelderigheden en wreef de blaren uit de lich-tende boomsoppen als draaiende lekken vuur .

En over dat alles heerschte een schoone rusten een stilte lijk van een paleis . . .

Carolus zijn gedachten schoten ervan los,los lijk de blaren uit de boomen . En ze haddenook hun schoon koleur en maakten molekens inden wind van zijn geestdrift.

Dat gaf al rijdend door de gouden landenvol glimmende herl stdraden en zoete bladroken,een groot en innig gent

Hij bouwde een feest op! een feest, waar 'tschoonste uit Nonkel zijnen tijd maar een scha-duwke van zou zijn !

't Feesteten moest blijven zooals 't was, daar-in had hij flu al latijn genoeg gestoken . Alleenmoest men zorgen om den overvloed van spijzenwat rapper binnen to spelen, want 't weer wasal to schoon om rond een tafel blijven to zitten,een echt affront voor Sinte-Gommarus ! Daarnazou men al to samen in belooverde wagens naarde Eloosterbosschen rijden met muziek en zangen vandaar naar 't Appelhof waar, op den deel,een boereneten zou opgediend worden met beu~lingers, appelspij s, rij stpap, waf els en bier . Na-dien, in 't licht van kleurige lanteernkens zoualdaar gedanst worden, gedanst om er 't gaandoor to verleeren ! En dan door den luwen nacht,vol dikke sterren en frissche nevelen zou menterug naar huffs rij den, genietend van zijn goed-en zoetheid . . .

Dat bedacht hij voor Anna-Liza ! voor haaralleen l . . .

Page 159: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

156

DE KERMISDANS

Hij zag het al voor zijn oogen gebeuren enzijn hart sprong ervan op in zijn borst .

En rap zwenkte het paard langs de bochtendezandwegen dat de blaren er van stoven, maartoch niet rap genoeg naar Carolus zijn goesting,want 't was al Vrijdag vandaag, en er vielgeenen minuut meer to verliezen, om alles in,orde to krijgen in 't huffs aan de brug .

Dien Zondag was bet een weer, echt van zalfen honing, om er een Lazarus van doen to be-komen.

Carolus smeet al de vensters open om betdeugdelijk Octoberzonneke binnen to laten, ende zoete roken uit den tuin, verdicht door deblauwe morgenklamte, wandelden over de fees-teli j k gedekte taf el .De lucht zinderde van klok- en beiaard-

klanken, zoodat al 't kristal en ook desnaren in 't klavier fijntjes meezongen, wat dekamer vulde met een aangeTiaam, veelstemmigliedje .

Sophie had twee weesmeisj es uit de Marollendoen komen om to helpen en ze warm nu in deweer van de keuken naar den kelder en dan weernaar de eetzaal, 't en kon niet meer .

Van achter de vlaggendragende trapgevelenkwam aanhoudend 't gedokker van rap aan-rollende wagens en 't gehinnik van boeren-paarden, alsof 't heele land bier vandaag gingbijeenkomen. Dat was niet to verwonderenwant de Heilige Gommarus werd vereerd, tot inLimburg toe, tegen de breuken, en de boerkens

Page 160: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DR KERMISDANS

157MYYYYY∎ •Y Y+Y•a •u YYY •u ,„uYU,uYYYYYYYYAYYYrY~~u •u uupY+ •Y +~YYY, , ,uU,++~+ , rrr , r,r,aA~rur„~ru,ur•, r,~ur •u Yr,

uit de Kempen riepen hem bizonder aan vooreen lang levers .

Over de brug was 't een echte begankenis vanboeren en boerinnen, 't Wemelde er van kastan-jebruine, olijfgroene en blinkend zwarte kleerenwaartusschen de pompadouren sjaals, de wit-kanten mutsen en 't blinkend goud van kruis enborstketting heldere toontj es zongen .Op de Kaai kwamen er nog almaardoor

boerenwagens aan, die yolk afzetten en de uitge~spanners wagens stonden er zoo dicht op malkaargepakt dat al die gele en witte huiven daarsamen lagers lijk een bezonde pruikwolk .'t Wateren de lucht en de huizen errond zagen er wit van .

Carolus klakte met de tong als hij dat alle-maal door 't venster zag. Zijn hart wipte er vanomhoog .De manden met aspergenloof en lauwerier-

kransen voor de wagers-versiering, alsook de velekorven met wijn, appelen, druiven, gebak enz.om onderwegen de keel frisch to houden, ston-den in 't wagenkot gereed en op 't Appelhof hin-gen de kleurige balonnekens, al van gisteren meteen kaarsken in den buik to wachten naar 'talderschoonste kermisvuur .

De eerste van de gasten voor wie Petrus depoort moest opendoen was Pachter Rozemarijnen zijnen bloemenhof . Pas warm de twee dikkevossen uitgespannen en de groene huifkar opzij gerold of Kozijn Notaris en Kozijn Pastoorkwamen op hun hooggeveerd, blauw sj eeskenbinnen gewiegd en dan ging er geen kwartier-ken meer voorbij of er kwam weer yolk bij .

Page 161: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

158

DE KERMISDANS

Carolus spetterde. Voor alleman had hij ple-zierige woordeii, en hij vierde al maar zijnvreugde in afwachting van Anna-Liza's komst .Hear beeld zat vast in zijn kop en . zijn hartbrandde ongeduldig van verlangen near 't uurvan den noen als de processie binnen was enhij haar verwachten mocht .

Tegen 't uur dat de groote kiok begon te brom-men voor de mis, waren al de uitgenoodigdenvan buiten de shad present, en kon Petrus densluitboom v:oor de poort draaien .

't Heele gezelsehap grog semen near de hoog-mis, wandelde achter dc processie mee straat instraat uit, en was dan blij orn met grooten hon-ger de beenen onder tafel to kunnen steken,want in de gang sloeg bun den smakelijken reekvan waterzooi, wildbraad en andere lekkerebeet] es tegen .

,,Zie nu ?" zei Kozijn Pastoor als ze in defeestzaal kwamen, „wear blijven de kianten vanpasseerde jaar? En Duyvewaert is er ook nogniet?"

Hij lachte een keer fijntjes achter zijn boor-nen bril en zijn road, rood gezicht trok voloolijke plooien .

Van al de uitgenoodigden uit de kleine stadwas alleen Brouwer Potvlieghe present .

't Ging Carolus als een steek door zijn hartads hij dat gewaar werd . Een bang vermoedenkwam zijn stemming verzuren en hij moest gedung near zijn voorhoofd grijpen als om zijnkop to steunen .

,,'t Is eerst half-een gerammeld !" zei Potv1ie

Page 162: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

159. . .. . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . ... . . . . . . . . . . . .. . . . .

ghe vergoelijkend. „Ze zullen wel gaan komen !"Maar 't rammelde 't kwartier en den 't half-

kwartier en als 't een uur sloeg, was er nog nie-mand bij .

Men zette zich toen maar aan tafel en er ston-den dear wel vijftien tellooren leeg.

Carolus zijn vreugde viel lijk een zak . Hijwerd er koud en stil van en zijn mond trokscheef van bitterheid .

„Trek het u niet aan, Carolus !" schertste Pot-vlieghe. En zich tot het meisj e wendend : ,,Ma-rieke, schuif de flesschen maar naar dezen kant,we zullen ze op hun gezondheid drinken . Hoeminder yolk, hoe meer voor ons !" lachte hij ensloeg zijn hand omhoog .

De schotels gingen rond, alleman viel dapperaan 't eten, men sprak en lachte en maakte f ees-telijk rumoer .

Carolus alleen roerde niets aan . Hij moestmaar altijd naar de leege plaatsen kijken enbizonder naar dear wear zij zou gezeten heb-ben. Zijn hart keerde ervan in zijn lijf en hijmoest aanhoudend drinken om de ontroering todoen zakken .

De Pastoor, de Notaris, Potvlieghe en al deandere nichtjes en kozijns trokken het zich al-gauw aan .Ze probeerden op honderd manieren zijn ge-

moed omhoog to trekken, maar lukken mocht hetniet .

Totdat de Pastoor, Carolus zijn strakken blikopmerkend, als wou hij iets zien wet er niet was,in eenen keer begreep, zijn vorket neerlei en het

Page 163: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

160

DE KERMISDANS

dienstmeisje aan een binder van heur schort bijrich trok .

„Marieke, draag flu eerst eens rap al die leegetellooren en glazen af. Spoken eten ni, en diehebben we hier ni noodig !" zei hij .

Alleman stak seffens mee een handje toe enin een ommezien was alles weg . Ook de aange-schoven tafel werd buitengestoken en men konden taf elkring sluiten .

„De steenen des aanstoots zijn flu verwij decd,laat ons nog eens probeeren !" zei de pastoorrechtstaand .

Hij schoof zijn bril op 't mode bolleken vanzijn rieus, veegde met zijn servet zijn dikkelippen proper en met de vette handen in dentoogband gestoken, improviseerde hij een plezie-rig lied] e op : „Vivan ons en van Been anderen !"waarmee alleman luid moest lachen .

Carolus zijn eogen stootten nu langs alle kan-ten op plezierige gezichten en stillekens aankwam zijn hart los.

Men zag het aan zijn gezicht en de Pastoorspande zich in, om 't zotste 't eerst in zijn liedjeto verwerken, tot hij ook aan 't_ lachen zoug4aan . . . En waarachtig 't lukte !

Toen gingen de roomers als bij afspraak omkoog, men tong van „Waar kan men beter zijn !"en Carolus zong mee .

De Notaris en Potvlieghe lieten het niet koudworden. Ze vertelde grappen, en nog, nooit ge-ioeg, zoodat de breede stoelen kraakten van 'tlachen en alleman een kopken kreeg lijk eenpioen. Daar werd klavier gespeeld, gezongen

Page 164: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

161

op de luit, men haalde fluit en cello voor dendag en flu was er niets meer to kort .

Carolus werd nog de meest uitgelatene vanalien .

Zoo werd het drie uur, rapper dan men hetmoist, en Pachter Rozemarijn reed af .

En geen kwartierken later kwam Petrus bin-nen, uitgedost lijk een bruiloftskoetsier metbloemen aan zijn zweep, en met een breedelack op zijn goed gezicht zei hij dat alles gereedstond voor den nt .

Men keek elkander verbaasd aan, ging rapnaar buiten kijken, niet begrijpend . Maar zehadden nog maar pas de omlooverde sj sewnen wagens gezien met de korven waaruit demode fleschkoppen staken, en waarrond dewarme reuk van fruit en gebak hing, of allemanliep om hoed en f rak en in een ommezien zatende rijtuigen vol .

Carolus sprong op Elias en ook Kozijn Raep-saet met zijn vrouw en heur twee zusters zatenal to paard, toen de vier muzikanten, in devoorste sj ees bij Petrus gezeten, de violen onderde kin en de fluit aan den mond brachten en 'tof gesproken vooisken ten beste gaven .

En dan ging de tocht met muziek en feeste .lijk zweepgeklets de zonnige landen in .

Alle gezichten lachten opgeruimd, want zezagen aan Carolus dat de vlaag flu voorgoedover was en 't schoonste plezier van den dag nogkomen moest .

De speelmannen streken er maar op los, en,boven het geronk der wielen, droeg de muziekCarolus

11

Page 165: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

162

DE KERMISDANS

ver het land in, zoodat de vrijende paren op debinnenpaden, lachend bleven luisteren en dekegelspelers voor de boerenherbergskens hunspel lieten staan, en roepend met de mutsenwuif den .

Carolus zijn kop werd er warm van . Hij wasuitgelaten alsof er niets gebeurd en het altij dzon in zijn herte geweest was .En zoo kwamen ze aan „Den Hertog van

Lorreinen", halverwege de Kloosterbosschen .'t Was een ouwerwetsche, witte afspanning meteen geweldig strooien dak vol donderplanten .De bezem stak er uit en 't krioelde er vanrumoerig boerenvolk aan lange tafels-op-schra-gen of rond leege biertonnen gezeten, die volstonden van blauwsteinen en gooen-aardenbierpotten. Knechten in roodbaaien slaaplijf meteen lang wit vrouwenschort voor de borst ge-bonden, liepen maar ringaaneen in en uit hetronde deurgat, de armen vol schuimende stoo-pen . In e•en beemdeken aan den overkant, scho-ten boogschutters naar de wig, en nevens deleemen schuur, onder een knoestigen reuzeneik,was een danstent opgeslagen waaruit een rappeclarinet klonk boven 't gedonder der zware,stampende dansvoeten .

Carolus deed den stoet hier stilstaan . Hij be^stelde bruin bier en als de speelmannen hungotten leeg hadden moesten ze spelen .

De danstent en de herberg stroomde leeg, deschutters lieten hun bogen liggen en van uit eenelzenkant langs een blond draaiend wegelkenkwamen er vrijende koppels haastig bijgespron-

Page 166: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE RERMISDANS

163

gen. Maar lang luisterden ze niet naar deerschoone muziek, want in een ommezien was 'theele beemdeken en den blonden zandweg vospringende paren .

Alleman sprong, Alleen de oude boerkens, dieal den beverik hadden en ook de Notaris en dePastoor zaten achter hun stoop naar 't plezierigbedrijf to lachen .

Carolus hield Nicht Raepsaet bij de hand,zwierde de armen omhoog, trippelde naast haareen endeken vooruit, keerde met een ruk om,greep haar in de lenden en draaide den maar,gewonnen verloren .

't Deed Carolus een groote deugd aan zijneigen niet to peinzen . Hij vergat hat avondfeestop 't Appelenhof, de lichtj es en den heelen sank-ten boutiek en bleef er maar op los springen .

Maar Nicht Raepsaet was rap moe en liet zichblazend naast den pastoor op de greene bankneervallen .

Carolus plukte daarop een blond, kortgeroktboerinneke uit den hoop en danste er mee denechten boerendans .

Het rappe loopen, wippen en zwieren gaf hemeen prikkelend, stark genot en hij wist van geenuitscheiden. 't Was maar 't gedacht dat er nogandere herbergen waren, dat hem deed besluitenwear in to stappen en nieuw genot to gaanzoeken .

En zoo reden ze naar „Den Grooten Snoek"aan de Sint-Gommarusvijvers wear de prieel-kens vol zaten met palingeters en zondagroeiers,vandaar naar „De Drie Uilkens" halverwege

Page 167: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

164

DE KERMISDANS

Balder, en dan naar „'t Land van Belofte", dattop in de Mastebosschen lag en waar niets danj ong yolk to zien was .

4veral liepen de tafels en de tenten leeg ter-wille van de schoone muziek, en er werd gedanstalsof er hun zaligheid van of hing .

Maar Carolus geraakte daardoor niet moe ennog minder voldaan .

De tegenslag van dozen noon werd door zijnhart nog zoo rap niet vergeten . Hij kreeg eenonbestemd verlangen naar hij wist zelf niet wat,naar jets geweldigs, jets waarin hij zijn eigenzou kunnen verliezen maar dat tevens als eenbalsem over zijn ziel zou komen . En hoe wil-der hij danste, hoe moor hij reed en dronk,hoe erger hot hem kwelde en ook hoe vaster hijde banden in 't vleesch van zijn hart voeldeknellen . . .

't Was al tegen den avond aan als ze ,,In 'tHerderinneken", even buiten de Mechelschepoort aankwamen .

't Was een oude herberg, bekend tot in 't Bra-bantsche voor hear lekker kriekenbier, en zeliet, onder een krans van geschoren linden,hear schooners rooden gevel met wit-steenenhanders, aangenaam kleuren.

't Zag er omendom zwart van 't yolk en zelfsin den tuin, die binnen een vette palmenhaag mettorentj es en haantj es, zachtj es tot tegen debeemden zakte, krioelde hot van menschen . Detafels en bankers vulden den weg in zijn voilebreedte, zoodat men er bijkans niet passeerenkon. Wijfkens leurden er met harde eieren, ge-

Page 168: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

165

droogden visch en engelsm,ans in groen blik-ken emmerkens, twee hardloopers lieten er hunbellen rinkelen, er was een bolt met een hobbele-witj esmolen en een zaksken hazelnoten en daar-bij nog een Bohemer met een ruigen dansbeeraan een paaltje. Die stond een beetje op zij enmet zijn bruin, zwartbehaard gezicht, blies hijop een gele schalmei, vreemde, triestige vooisrkens, terwijl de beer op zijn achterste pootenrond het paaltje kwakkelde en een bruin meisjemet pekzwart haar zich lenig tusschen de tafelswrong en centen zamelde in een koperen busken .

De menschen keken verrast op en staken eenvinger omhoog, als ze van uit het Molendreefkende muziek gewaar werden. Als ze dan ineens denstoet zagen naderen van achter een wit hoek-kappelleken, lieten ze algauw hun stuk schol ofden bierpot op taf el vallen en haastten zich omter eerste bij de speelmannen to zijn. De tuinstroomde leeg, de leursters, hardloopers en ookde man met den beer werden op zij gedrongenen de daps was al aan den gang vooraleer 'theele gezelschap was uitgestapt .

Carolus danste lijk dronken, de voeten los vanden grond, en elk meisken was hem welkom .Tusschen twee dansen in, terwijl elkeen eenblaasken liet en 't tweet van zijn gezicht veegde,bemerkte hij plots, bij den man met den beer,het vreemde bedelmeisj e .

Ze droeg een lang, zwart-fluweelen kleed enhear wild, zwart haar was op den rug saamge-bonden met een vuurrood lint, wat kleurig vlek-te op den loshangenden, mosgroenen borstdoek .

Page 169: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

166

DE KERMISDANS

Ze keek met heur groote, purpere oogen volverlangen naar het woelige bedrijf, bewoog on-willekeurig de heupen en de handen, en heurnaakte voeten, die in sandalen staken, trippeldenen schoven ongedurig door het groene gras .

Toen de violen inzetten, ging Carolus naarhaar toe, nam haar bij de handen en leidde haarten daps. Ze schrok eerst, wilde tegenstribbelen,maar men speelde j uist het vinnig, raploopend,oud-gekend dansken, ,,In 't Toreken van Baby-lorien" genaamd, waar niemand aan weerstaankon .

Heur lenig, j ong lichaam rok en wenteldezich als de muziek zelf, heur voetjes waren raplijk springende hazen, en als ze heur eigen tegenhem aanvlijde en hij zijn arm om heur leestlegde, was 't een bedwelmend genot to voelen hoeelk vezeltj e, elk spiertj e meetrilde met de zin-gende snaren, in volle overgaaf. Zij hield heurverrukt gezicht naar het zijne opge .heven, lachteheur wine tanden bloot en door heur oogen lie-pen er duizend wisselende schijnselen die hemeen ongekende wereld openden .

Zijn ziel verloor zich in die groote, purpereoogen en hun daps werd licht en levendig alseen vlam .

Hij welds het, nu begon de groote bloed-en vuurdans, waarvan de Kabala spreekt, diehet li j f tot vlam maakt en alle smart en geheu-genis wegbrandt . Die houdt de ziel in zijntoovermacht tot hij heelegansch is uitgedanst,tot 't allerlaatste toontj e toe, zooniet breekt hijhaar . :

Page 170: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

167

God van den hemel ! vooruit dan maar ! Nulossen de banden en breken, nu slaat het hartweer vrij, en hij voelt zijn ziel weer sterk enonstuimig genoeg om de stoutste droomen uit toleven l . . .

's Anderendaags sliep Carolus een gat in dendag. De gasten lieten hem uitslapen en vertrok-ken de eene na de andere .

't was al ver over den noen toen hij ont-waakte .

De zon stond in zijn kamer en ook nogin zijn hart, zoodat hij luid aan het zingenging.

Hij at maar half genoeg, liet Elias zadelenen reed toen maar seffens naar 't Peerdebeem-deken, achter 't Begijnhof, waar de kermis-heidens hun tenten hadden opgeslagen .

't Was er stil omtrent flees uur . Alleen watkinderen met een papieren moleken of een trom-petje in de hand, een begijntje of vier, vijf enwat zonnekloppers stonden van op de vest, underde gele olmen, naar de kudde langharige, zwartepaardjes to kijken, die los lijk schapen, tus-schen de punttenten, de groene foorwagentjes ende leege karren in 't vrije graasden .Eenige bout gekleede, zwarte wijven met

groote koperen ringen in de ooren zaten op hunhurken rond een houtvuur waarboven aan driestaken een zwarte ketel hing, en van achtereen met zeildoek afgespannen ruimte, waarvoorwel honderd koperen melkkannen, groen uitge-slagen marmitj es en emmers door malkander

Page 171: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

168

DE KERMISDANS

lagen, gonsde helder de rappe hamerslag vanketellapper en koperslager.

Het kamp lag char kleurig in het groene, zon-nige beemdeken, aangeleund tegen de bruinroodeachtergevels van het Begijnhof, waarboven dui-ven toerden .

Carolus zijn oogen pierden en zochten naarhet schoone, wellustige meisje van gisteren . Hijreed traag het eindeken vest of en toen dendijk op, die den beemd van de Nethe scheidde .

Plots hoorde hij van achter een tent een wee-moedige schalmeimuziek omhoog stijgen en 'tduurde geen twee minuten of uit alle tenten enwagentj es kwamen er kinderen buitengestormd,ze gaven malkander de hand en begonnen eenri j dens. De j ongskens droegen botten en hoogepelsen mutsen precies lijk de grooten en demeisj es warm blootsvoets, in roods en arppel-groene kleedjes .

En zie ! toen kwam ook zij van uit een ros-rood tent-zeil en klapte in de handen .

Maar van zoohaast ze Carolus gezien had, riepze luid een vreemden roep en kwam ,haastig naarhem toegeloopen . Ze greep zijn handen, drukteze tegen hear gezichtj e en kuste ze aanhoudend .De wijven, de kinderen en ook de venten kwa-men naderbij en toen ze hen lachend het leerengeldbeurseken, dat ze gisteren van hem had ge-kregen, toonde, lachten de mannen vriendelijken de vrouwen hieven bei de handen boven hunbontbedoekte koppen en oogen wel twintigkeeren .

Carolus kwam van zijn paard en sprak in ge-

Page 172: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

169

broken fransch met een oude baard, die er uitzagals den aartsvader en op een langen staf meteen zilveren bol aanleunde. Hij droeg een veelhoogere pelsenpots dan de anderen en zijn span-nende, blauwe jas met zwart bout afgezet, wasversierd met een driedubbele rij groote knoo-pen van gedreven zilver .

Carolus liet binstdien de j ongskens op Eliasrond het beemdeken draven en nadien deed hetwondere meisj e het ook.

Ze hield zich kranig, het bovenlijf gebogen enklakte rap met de tong, zoodat Elias opgehitstde pooten rok en met vlugge, sierlijke wippenomendom de Lenten sprong . Heur groene borstrdoek en de roodbestrikte haarvlecht dansten ophaar rug en ze kraaide luid heur vreugde uit,dat het feestelijk klonk boven het gehinnik derkudde ruige, achternaloopende paardj es .

Alleman moest er naar kijken . De mannenlachten hun zwartbebaarde gezichten open, sme-ten hun potsen omhoog en riepen dat 't helmdeStarniej e Norj a ! De vrouwen wuif den met hungdoeken en de kinderen gilden .

Als Carolus dat zag, ontwaakte ineens in zijnkop, als gespeeld door duizend violen denzelfdenrappen onweerstaanbaren tooverdans ,,In 'tToreken van Babylorien" een storm van muziek.

Zijn bloed zong! . . .De groote bloed- en vuurdans, waarvan de

Kabala spreekt, moet uitgedanst, of de zielwordt gebroken . . .

Hij liet het yolk staan, wierp zijn hoed wegen toen Elias voorbij galopeerde, greep hij den

Page 173: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

170

DE KERMISDANS

za.del en wipte achter het meisj e op het paard .De heidens gierden, buitelden van uitgelaten-

heid door het gers en de aartsvader stak zijnstaf omhoog. De begijntjes liepen met de han-den voor 't gezicht, verschrikt van de vesten depoort binnen, de kinderen huilden en de zonne-kloppers vloekten van alteratie.

Een bloedgolf schoot Carolus naar den kop .'t was of zijn kop barstte, van de honderddui-zend schoone dingen die hij hoorde en zag.

Hij nam de teugels uit heur handers, zette desporen en, hoera voor de vlucht ! zoo grog hetvooruit .

Elias kreffelde hinnikend den vestenbarm op,wipte over een sloot en in gestrekten galop vlooghij de verre herfstvelden in .

Norja keerde meteens heur stralend, verruktgezicht] e naar Carolus op, sloeg de armen rondzijn hals en liet zich tegen zijn borst hangers.

De bloed- en vuurdans moest uitgedanst !Drie voile weken duurde dezen daps en toen

verdween het Dohemersmeisj e plotseling .Op .Allerzielenavond had Carolus boven het

gehuil der boomers, aanhoudend geschuifel ver-nomen rond het Hof van Swaen .

Norj a was beginners to snikken, had zichwoest tegen zijn borst geborgen, zijn kop inheur armen geperst.Ze waen vroeg to bed gegaan, maar toen

de uchtend Carolus wekken kwam uit zijn droo~men, vond hij de mode bedgordijnen wijd opengetrokken en zijn legerstede verlaten . De groeneborstdoek, het zwart fluweelen kleed en de san-

Page 174: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE KERMISDANS

171

dalen warm uit de kleerkast, maar voor hetivoren kruisbeeld, op de kommode, lag een haar-lok met het roode lint errond .

Elias was uit den stal verdwenen .Carolus zijn hert kromp erbij samen en hij

voelde plots weer het knellen der banden .Buiten, door den mist, kwam 't geluid der Al-

lerzielenklokken van over de Schelde.De groote bloed- en vuurdans was uitgedanst .

Page 175: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

Sedert voile twee maanden leef de Carolus inalle eenzaamheid op 't Hof van Swaen, puur lijkeen heremi j t.

Hij had zijn eigen verloren en daarmee wasde wereld als afgestorven voor hem .

Dezen achternoen nu, 'zat hij in de grootebovenkamer, gebogen over het kleine, mahonie-houten clavecimbel en hij streelde uit heur ver-geelde toetsen weemoedige Duitsche liederen .Het mode haardvuur gaf een deugdelijke

warmte en van buiten, waar een dunne namid-dagsneeuw den laten Onnoozelenkinderdag witverdoezelde, kwamen er bijkans geene geluidenmeer dam 't gekras van een kraai in de be-sneeuwde parkboomen en twee, drie keerenover den Schelde-dijk een beetje zilveren belge-rinkel van een rappe slee .

De liedjes volgden malkander op en binst heteene met een ingehouden snik in zijn hart ver-klonk, bladerde hij met trage vingeren naar 'tgenot van een nog inniger lied] e .

Zoo vermeidde hij zijn zinnen in het fijnespel van wisselende stemmingen en dat asidezijn ziel zoo weldadig, dat ze week en ijl werdvan een onbestemd, stil geluk, waarin alle ge-dacht en herinnering smolt lijk dauw in de zon . . .

Maar onverwachts, in dees gedegen, winter-sche stilte, klonk uitermate luid en rap de over-

Page 176: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

173

zetklok, tien, twaalf keeren achtereen, zoodat devierkanten, groene ruitj es ervan rinkelden. Hettrok hem met zoo'n geweld uit zijn droomerijendat hij ervan verschoot en onwillens naar 't yen-ster sprong om to zien .Onder den grooten eik aan de waadde, 't em-

de van 't park, stond er -een zwarte stoet vanyolk to wachten naar de veer . 't Waren venten,wijven en kinderen en ze hadden karrekens,sleden en kruiwagens bij, volgeladen met pak-ken, zakken en huisgerief waarop de sneeuwdikke kussens had gelegd . 't Leek een echte ult-tocht uit Egypte .

Als eindelijk de zwarte, platte veer in desneeuwwarreling zichtbaar wend, kwam er in-eens een zenuwachtig leven in de bende : de yen-ten trokken de honden recht, raapten zeelen enberries op en de vrouwen scharrelden rap dekinders road hun rokken .Maar op een halven boogscheut van dezen

oever, hielden de twee veermannen de roeispa-nen in en riepen jets naar het yolk. Er werd hunnets weerom geroepen, waarop ze alle twee eenrap kruisken sloegen en haastig, als hadden zeden duivel gezien, met ronde ruggen terugroei-den .

Er ging een gelammenteer op lijk van eenlaatste oordeel. Venten liepen tot tegen hetwater en staken er vloekend de vuisten naar uit,wijven begonnen met de armen to zwaaien ento tieren van : leelijke moordenaars ! hertvre-ters ! lafaards ! en de jongens wierpen een rap-pen regen van sneeuwballen achterna, totdat er

Page 177: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

174

DE GROENE PLAAG

een naar de bel liep en van koleire, lijk een ra-zende, zoomaar ringaaneen den belklepel over-entweer sloeg, waarin dan alle lawij d ver-smoorde .

Carolus had met spannende nieuwsgierigheidhet heele spektakel gevolgd en liep toen algauwnaar beneden om to hooren wat er gaande was .

Maar als hij achter 't wagenhuis draaide, zie,daar kwam de stoet door de smalle olmendreefrecht naar 't kasteelken toe .

Carolus versehoot als hij zag wat daar uitde schuivende sneeuwgordijnen nadergroeide enduidelijke vormen vertoonde .

Vier venten, eng geduffeld in verschoten sol-datenmantels, met sneeuw op den kop en deschouders en tot over de knieen witbesmeurd,sleurden en stootten kreunend een volgeladen,piepend stootkarreken door het ijzeren hekkennaar binnen ; j ongens met sj erpen rond den kopgedraaid, waaruit alleen een roode news en be-sneeuwde wimpers opstaken sleepten saamge-bonden kindersleden voort, hots en scheef volge-stapeld met pakken, stroozakken, spinnewielen,korven, wiegen, stoelen en bovenop daarbij nogeen kevieken met een vink of een lijster in, wag-gelende torekens van huisgerief, zoodat er warmdie 't met beide handers moesten stutters om 'tniet laten om to klinken . En daarachter kwa-men er dan nog hondenkarrekens zonder wielen,ladderkens, omgekeerde tafels, alles volgeladen,en voortgesj ord door venten met bibberendohonden in een gareel naast zich .

Smalneuzige, bleeke vrouwen, met enterende

Page 178: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

175

borelingskens onder den plooienden kapmantelliepen er nevens, jonge meisjes met versietensjaalkens om de platte schouders trokken struikelende kinderen door den tweevoetdikkensiieeuw ; daar waren ook jongskens met eengeit of een schaap aan eon zeel en van achter,om den stoet to sluiten, op een blauw karrekenvoortgesleurd door een ezel, zaten vier oudemekens met den rok over den kop geslagen enook een blinde vent met een wit hondeken onderzijn jas geknoopt, en die lazen samen hardopeen paternoster .

Als Carolus dot alles naderen zag, sprong zijnhert ineens los en in zijn kop begon het to sprut-telen en to spuiten lijk in de schoone dagen vanden uitkoom .

Was 't oorlog of hongersnood of pest? Redendo vier apokalyptische ruiters over de aarde enwas de heele wereld aan 't waggelen en 't kra-ken geraakt, binst hij daarboven liedjes speeldeen voor zijn eigen probeerde to vluchten, omdat't leven een beet je ingewikkelder geworden was?

Hij rude ervan .Maar van achter een wagentje kwam er in-

eens een bult naar hem toe, een vent met eenrooden dikken news en uitgeloopen oogen die8cheel opkeken van onder de besneeuwde, grijzeKaren zijner konijnenpelsenmuts .

Hij sloeg eens aan lijk de soldaten doen ensprak bevend met een gebroken tong : ,,Weweten ni meer waar iiaar toe, menheer! 't Gaatdonkey worden en wij zijn maar naar hier go-komen. Kunnen we hier misschien ni logeeren?

Page 179: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

176

DE GROENE PLAAG

in de schuur? of op zolder over de koord? Wantze late ons ni over, die lafaards !" vroeg hij erkoleirig bij en stak zijn vuist omlloog .

Seffens kwamen er wel tien andere ventenbij en ze wilden allemaal wat zeggen .

„Omda we van de stall kome !" riep er een,zijn scheeven news uit zijn groenen sjerp op-stekend .

„Omda we voor de groene flood gaan loopenzijn !" verbeterde een lange, etagere slungel .

„Ze peinze da we de flood meebrenge, da wijde flood bij hebbe!" jammerde een kleine dikkeverontwaardigd.„En terug goon we toch ni, voor geen geld !"

verzekerde krachtdadig een manke, die eenblauwlinnen bedelzak droeg en op een stokskensteunde .

Ze begonnen allemaal door malkaar to sprekenen ook de wi j yen kwamen bij en roerden kla-gend de tong ; 't werd een echte brabbelmerkt.

„'t Is niets !" zei Carolus seffens. „Kom maarbinnen en last daar eens hooren !"Hij sleurde mee aan een hondenkarreken,

wierp 't wagenhuis open en al 't gerij en geglijwerd er binnengesleurd . Hij bracht daarna 'tyolk in de groote, laaggezolderde keuken vanden bijbouw, wierp rijshout en beukenblokkenin den hoard waarrond alleman zich haastig ver-drong .

't Duurde niet long of de sneeuw was gesmol-ten, en op banken, stoelen, omgekeerde houtenemmers, bakken en takkenbossen zaten ze daarrond het roode, knetterende vuur, dot hitte uit-

Page 180: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GRGENE PLAAG

177

wolkte . Hun magere armemenschengezichtenlachten tegen de weldadige vlammen, de vrou-wen staken er hun druipende voeten naar uit ener waren venten die zich gestadig omkeerden omde hitte fangs alle kanten to laten inwerken .

Carolus had nog niet half begrepen wat ereigenlijk aan den gang was, maar dat kon hemniet schelen, want 't was, na deze twee maan-den van stilte, al een f eest op zich zelf, allemaaldeze gezichten to zien opengaan . En daarom washij maar bezig met stoopen bier uit den kelderto halen, brood to smeren en schellen hesp tosnijden die Petrus dan uitdeelde .

De menschen vielen erop lijk verhongerdenen aten zwij gzaam, met groote tanden, van delange boterhammen. En als 't brood op wasmoest Petrus maar naar Baziel, de pachter vande hoef in den Graevepolder, om nog, voor denhonger die kwam .

Zoodoende geraakten de menschen verzadigden hier en char kwam er een tong los . 't Jongyolk begon al seffens met zottigheden naar mal-kander to smijten en er was er een, een beervan een j ongen met een guitig wipneuzengezichtdie na zijn eten een luiden zucht liet vallen enhardop besloot : „Eindelijk zooals 't moet zijndroog van buiten en nat van binnen !" en daarbijeen vollen pot bier klokkend door zijn keelgatBoot .

Eenigen begonnen al to lachen, maar er stoodineens een etagere, lange vrouw recht, met eengeel gezicht vol diepe, rechte plooien, en zwartesteek-oogen .Carolus

12

Page 181: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

178

DE GROENE PLAAG

„Zijde ni beschaamd hier flu to willen kermis-sen !" beet ze den wipneus kressend toe . „Peinstaan de flood, manneke ! God weet hebde gij hemni meegebracht en moeten we straks al onzenpak ni make! Leest liever een paternoster!"

Alleman zweeg daarop en sloeg verlegen deoogen naar omlaag.

En zich tot Carolus keerend begon ze seffensto vertellen van de kwade plaag die met zijnzeisen door de kleine steal spookte en waarvoorze gevlucht waren .

,,Over een flag of tien is 't begonnen, Menheer,in de Kerkhofpoort . --

Fransoo, de torenblazer, was 's morgens naarbeneden gekomen ziek lijk een hond . Hij hadj ustekes het torenpoortj e toegedaan of hijstuikte neer in de sneeuw en kon voor geenenwaarom ni meer opstaan. Ze hebben hem moe-ten naar huffs dragen .

-'k Ben ziek, jankte hij . 't Is daarboven uitde lucht op mij gevalle. 't Zit overal to trekke ento knage, in mijnen buik, in mijn teenen, inmijn ellebogen, in mijn hear, overal, overal !

Men stak hem in zijn bed met een goed, warmstoopken .aan de voeten en heel veel saargies,om 't doen to zakken .Maar geen uurken na datum of hij sloeg

groen uit, groen lijk een kikvorsch, menheer ! 'tKinneke van zijn oogen liep geel uiteen, de tan-den trokken bloot, zijn nagelen werden zwartlijk pek en hij begon to bibberen flat den bedde-bak ervan kraakte .

Zijn wijf verschoot lijk zot al's ze flat zag .

Page 182: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

179

Ze kreste heel de poort samen en alleman kwamalgauw zien. De kuiper liep om 't doktoorken,Seppe naar een pastoor, maar voor dat ze erwaren was 't met Fransoo geloopenGodhebbe zijn ziel, Menheer l"

De vrouw zweeg of kens, sloeg een kruisken ener waren er die baden : Amen .

„Days den eerste geweest, Menheer ! Hijheeft het uit de locht meegebracht .

En nog den eigensten dag waren er, in deKerkhof poort alleen, zeven anderen die 't zittenhadden : Marusken den bult, Seppe de koper-slager, zijn wijf en zijn moeder, en Bienus dekuiper met zijn twee zusters . Zeven in de Kerk-hofpoort alleen l . . .

Geen uurken trokken zij 't of 't was er ookalmee gedaan l . . .

En toen, och Heere ! wie zou 't kunnen ont-houden wie 't allemaal kreeg ! Ze vielen lijkode vliegen .

Op 't Gasthuisvestj e, op de Vischmarkt, in 'tMechelsch kwartierken, op 't Begijnhof, in 'tGodshuis, bij de Zwert-Zusters, overal ; 'k kan't ni zeggen waar overal

En geen zeven, maar twintig, honderd, du-zend . . . Ze moeten er allemaal aan ! allemaal . . .God-en-Heere !"

Ze rude van ofgrijzen en sloeg de geraamtigehanden voor heur van angst vertrokken gezicht .

Er woog een angstige stilte .„Daar is geen stookhout ni-meer", j ammerde

ze verder, „daar komt geen eten ni-meer bin-nen, daar zijn geen kisten ni-meer en ook geen

Page 183: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

180

DE GROENE PLAAG

grafmakers. Niemand wil helpers. Van alles iser to kort !"Ze begon ineens to snikken en met hour,

eenige kleine kinders .Maar ze weende niet long. Ze schudde ineens

zenuwachtig de rokken open en zakte op deknieen voor den grooten Kruis-Lieven-Heer dieboven de schapraai zijn armors openhield .

„Kom, laat ons nog maar eon keer lezen,"zei ze. „Dot we toch moat overgezet kunnenworden, en verder trekken naar mijn broers tatBelcele."

De venten trokken hoed of routs van den kop,de vrouwen haalden de paternosters uit hunmoederkeszak en hot doffe, veelstemmig gehom-mel van vaderonzen en weesgegroeten rolde uitde zwarte mondholten .

't Was voor Carolus eon stijgende ontroeringgeweest en hij was er door aangedaan tot in't putteken van de ziel . Hij voelde weer dengolfslag en den grooten wind van 't levers overzijn hart spoelen, duizend schoone dingen scho~ten door zijn kop en hij hing oars allen tegelijk .Hij had zich in stukken willen kappen om over-al bij to kunnen zijn, want 't was of hij her-boren word op eer nieuwen wereld waarover eropeens veel licht liep . . .De menschen baden en bleven bidden, eon

groot stuk in den nacht .De kinderen waxen met den kop op de tafel

in sloop gevallen en ook de vier nude wijfkessliepen ineengezakt op de groene rugbank bij't vuur. De patters yen de stoopen bier bleven

Page 184: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

181. . .. . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . . . ... . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . .

onaangeroerd naast de stoelkens staan en 'twas alleen de blinde die daar glimlachend zat,met een blauwsteenen bierpot op de knieen,dien hij bestreelde alsof 't een beestj e was .

Het vuur haalde rood de gezichten en desaamgekneukelde handen uit de mollegrauweschemering die alle ding omhulde en liet hetwit der oogen vochtig glimmen .

Toen de vrouw ophield bleef de stilte nog langduren .Petrus haalde met twee, drie man strooi

en hoof uit den stal en elkeen lei zich torusten .

Een kind geeuwde luid en in het wagenhuisblaatte meewarig een geitj e . . .

En nog denzelf den nacht, tegen den morgenaan, roeiden Carolus en Petrus den stroom overen ze werkten de veerpont naar dezen karat .

Het yolk werd wakker gemaakt en de vluchtstak ongeweten de Schelde over, op weg naarBelcele .

Geen uur later of Carolus zijn slee stond rin-kelend to wachten voor den steenen trap van 'tkasteelken .

Uit de verdunnende donkerte groeiden de wit-bekladde boomstammen de eenen na de anderento voorschijn en ook het besneeuwde galjoen ophet torentj e werd zichtbaar tegen den loodgrij-zen hemel .

„God beware u !" zei Petrus met een nattestem terwiji hij 't hekken openmaakte . „Dat 'ku toch maar mag terugzien !" En hij zette zijn

Page 185: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

1$2

DE GROENE PLAAG

lantaarn veer en trok een zakdoek van. onderzijn schort.

„'t Is al to schoon, Petrus, om daar ni bij tozijn !" antwoordde Carolus .

Eens het smalle olmendreefken uit, stondCarolus recht en liet de zweep knallen om Fylaxdrift bij to zetten . Het paard steigerde eenigekeeren hinnikend overentweer, maar schoottoen ineens, lijk een pijl vooruit, de bleeke,openklarende verte in . Het was geen rijden watze deden, maar vliegen, want Carolus kon erniet rap genoeg zijn .

De roode, waaiende veeren op het paard zijn,kop en de gras-groene tremmen kleurden op inden j ongen dag en ook de vele zingende bellenglommen zilveren . De wine verten gingen open,verder en verder, vertoonend hun rijkdom aanboomwegen, torens, hoeven en molenheuvelen .

Langs dik ingesneeuwde dorpen, scheef han-gende kruisstaart-kappellekens en eenzame hoe-veil, kronkelde zich zijn weg heuvel op en heuvelaf, tot waar hij de wine kloosterbosschen bin-nenbochtte .

Daar was het, in 't hart van de hooggewelfde,plechtige bosschen, boven de honderd ethos uit,die op de zingende bellen t'allenkante een regenvan zilver uit de kruinen lieten rinkelen, datCarolus, hoog in de lucht, het gehommel vanverre klokken gewaar wend .

Met een ruk hield hij 't paard in, haakte spoe-dig de bellensnoeren van het roodlederen tuig enrolde ze in den zwarten schapenpels aan zijnvoeten om de klokken volley over zijn hart to

Page 186: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

183

Iaten gaan. De stilte suisde toe en luisterde meenaar het klagelijk gezoem, dot deinend lijk eengolf slag door de besneeuwde kruinen rude .

Carolus werd koud van ontroering .„floor, Fylax !" zei hij, „dot is de stem van

de flood. Nu moeten wij zwijgen."Hij trok zijn otterpelsemuts van den kop en

al luisterend verkende zijn oor uit het eenderegedommel, de ernstige, diepstemmige Groote~Kerk-klok, de klagende van de Preekheeren, hetweenende kloksken van de Minnebroeders enal de anderen die er daar warm. De stallweende.

„floor, Fylax ! daar liggen flu de zielen blooten spreken," zei hij fluisterend en zijn gelaatverhelderde .

Geruischloos bi jkans sneed de slede door dezuchtende sneeuw. Zijn hart stond stil en bad .

Weldra reed hij de poort onderdoor . Voor hemlag daar flu de kleine stall bleak en ineengekrom-pen onder de dikbesneeuwde daken ; alleen hetgedaagde groan en blauw der gesloten beluikenen ronde deurkens was de eenige kleur die 'tverschiet der laag-behuisde straten openhield,waarin een bediening met bel en koperen lan-taren nader kwam. En hier en ginder, en nog,om niet to tellen, leunden er ruw-houten kruinennevens de dorpels, bediedende een doodenhuis .

Blootevoetpaters liepen deur in deur uit ombiecht to hooren, en van onder een rond poortj emet een Lieve-Vrouwkappelleken boven kwamer een kiad arme kinderen haastig aangesleeptmet kleine takkenbossen voor vuur ; er warm er

Page 187: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

184

DE GROENE PLAAG

bij die vier, vijf takskens in de hand hielden enook al blij waren met 't vooruitzicht van eenbeet] e houtwarmte .

Een stootkarreken beladen met tiers, twaalfwithouten doodkisten reed van huffs tot huffs .

Carolus zag dat de twee venten bij Palooken,den kaarsengieter aan de Kolvenierspaort, driekinderkisten binnendroegen en toen hij er voor-bijreed hoorde hij 't geklop van een hamer enook een huilende vrouwenstem die kreet : ,,Pa-looke ! Palooke ! wat moet ik nu gaan beginners !"

Voor den winkel van Jan, den bakker, stonder een trossel menschen, kinderen, wijven enoude pekens, met roodneuzige, bleeke gezichtentegei eengedrumd to wachten naar het broodjedat maar niet kwam, en wat verder ontmoettehij een troep weenende meisj es met leege kor-ven aan den arm, die luidop kloegen : „weeralgeen patatten vandaag ! wat zal onze vader fluzeggen !"

Carolus reed de Groote Markt op waar 't van-daag markt moest zijn ; ze was verlaten enbloot lijk een hand. Rond het ijzeren hekken vanhet stadhuis en voor de gesloten burgershuizen,grauw en vuil onder de witheid van de sneeuwdie de venster-ornamenten en gevelkrullen be-dekte, had men zoo maar puur uit gewoontede kraamkens opgetimmerd ; maar van eier- enboterboerkens was er nog geen schaduw to zienen 't waxen alleen wat graat-magere honden diemet den staart tusschen de pooten, onder deschraagskens snuffelden naar iets wat er nietlag.

Page 188: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

185. . . ... . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . ... . . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ... . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . ... . . . . . . ..

Maar ginder ! van onder de Gevangenpoortkwam er means bibberend latijnsch Miserere-gezang en kort daarop een lijkstoet .

Achter een zingenden priester, slechts bijge-staan door twee heesche kerkzangers, volgde ereen stoat van wel twaalf doodskisten . De ventendie ze droegen liepen gebroken alsof ze allemomenten gingen ineenzakken ; 't waren maarde drie voorste kisten, die een baarkleed droegenen bijna 't erode was er nog een kleine kist meteen vrouwenkapmantel over ; de anderen warenbloot. Er mankte een beet] e yolk achter, man-nen en vrouwen, voorovergebogen, de handerswilloos zwierend tegen de doorknikkende knieenen de lange, witte gezichten, waarin de zwart-omrande oogen draaiden lijk oogen van krank-zinnigen, hingen open naar den grond. Af entoe begon er iemand schor een vaderons to bid-den, maar na twee, drie woorden brak de stemplots of en drukte de stilte veer de koppen naarbeneden.

Als Carolus dat zag scheurde er iets in hem .Hij kreeg plots hat gevoel alsof er een stuk

van zijn eigen in die twaalf kisten lag, alsof hijzeif char om hout, brood en patatten to bedelenliep, alsof de vrouw van Paloo en honderd an-deren nog, over zijn lijk to jammeren hingen„Wat moat ik flu gaan doers!"

De ontzetting voor de flood kwam over hemen hij voelde zich koud worden, ijs tot op debeen deren .

Fylax draaide uit zijn eigen de Vischmarktop, naar huffs, maar hij hield hat paard in en

Page 189: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

186

DE GROENE PLAAG

j oeg het in een vaart naar 't Paterspleintj e,voor 't huizeken van Marus, den timmerman .

Marus sloeg de handen saam en begun to wee-nen als hij Carolus zag.

„Waarom zijde toch ni ginder gebleve? Ster-ven er dan al ni genoeg?" kermde hij .

„Zwijgen !" viel Carolus in. „Roep yolk, mettienen, met honderden, dat ze mee komen wer-ken, Marus !"

„Toch aan geen kisten ? . . . of op 't kerkhof ? .. ."rude hij angstig .„Neee ? serieus ni ? . . . alle dan !" en daarop

was hij weg, schoof al loopende den koperenbril vaster en klopte deur aan deur, 't heelsplein of en de belendende straatj es ook : „Daaris werk, manne ! komt algauw !"

Ze kwamen bij, de venten, met dozijnen, eenheels hoop, en geen half-uur later trokken ze metzagen, bijlen, schuppen, kapmessen, zeelen, naarde Kloosterbosschen .

't Heldere geluid van bijlen en krakend houtwekte de echos en ma,akte het woud grout . Inden avond waren ze terug en hun lantarens be.lichtten een lange rij wandelende mutsaards dieaanstonds verdeeld waren en de arms-menschenhaarden vol deugdelijke vlammen blaasden .

Dat gaf al een danige verlichting. Er werd ge-stookt en nog, zoodat er velen dien nacht nietslapen gingen om van de warmte to genieten ;en allerwege vonkten en spuwden de kaven lijkklein vuurwerken .

Carolus zag ,het en zijn ziel werd er warmvan .

Page 190: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

187

's Anderendaags en al de dagen daarop wayshij van in den donkeren uchtend al to been .

Met breeds vrachtsleden reden ze naar 't Ap-pelhof en naar 't Hof in den Graevepolder. Inden achternoen kwamen ze er dan mee terug,opgetorend met zakken koren, patatten, appelen,perm, kuipkens boter, rapen, roods en gelspeenen, boekweit en dat alles omhangen metkoperen stoopen waarin de zoete melk voor dekinderen smakelijk klotste .

Sedert twee weken was er geen simpele boermeer naar de stad durven komen en nustroomde daar ineens 't Land van Belofte metzijn weldaden en goedertierenheden de poortenbinnen ! 't Werd een feest in elk huisken en inelk hart !Maar na twee, drie dagen was de nieuwig-

heid er weeral af, want Pietj e-de-Dood bleefkatteken spelen met de arms mensehen . Van-daag tikte hij er evenveel of meer nog dangisteren, en ze tuimelden allemaal met pijnoveral, pijn tot in de ziel, en het groene koleurgroeide in helderheid, tot ze den laatsten snikgaven .Kou en hunger warm buitengevochten maar

wat kortte het? wat kortte het? . . .Nu ze den buik vol hadden beseften ze eerst

danig goed hoe wreed het was to moeten sterven .En er warm er toen bij wien dat naar den

kop sloeg, en liever nog dan 't onvermijdelijkemet bidden en lammenteeren of to wachten,vielen ze aan 't zuipen en wallebakken dat 'tniet was om na to zien .

Page 191: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

188

DE GROENE PLAAG.. . . . . . .. . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .. . .

In „'t N,achtlicht" een slecht befaamd stami-neeken achter 't Voldersmoleken, waarvan debags al zeven keeren in den bak had gezeten,begonnen ze met 't uitgedeelde koren to latenbranden tot j enevel. De eene volgde er denandere. Venten wier vrouw nog geenen dagunder den grond stak, wijven, jongens die nogniet gelot hadden, ze trokken er allemaal naartoe, en 's avonds als de klokken zwegen werdhet char een braspartij zonder weerga .

Na „'t Nachtlicht" begonnen ze er ook al mee,,In den Paus van Rome" over 't Arme Gasthui-zeken, ,,In den Nachtergael", ,,In 't Lievevrouw-ken", overal, en toen kwam er geen einde meeraan .

Op tijd van eenige dagen waren het zoovelebordeelen geworden, waar den smerigsten klapverteld wierd, gebrast, gezopen en gehoerd dathet om wraak riep .

Paters en pastoors stonden er machteloostegenover. Ze preekten hun kelen heesch, badenen smeekten Gode om erbarming met de ver-doolden, maar dat was allemaal boter aan degalg. De zonde woekerde voort en drong in elkherte .

De stamineekens barstten van 't yolk en inde kerken brandden de keersen your leege stoe-len, want zelf s de goeden dierven er niet meernaar toe gaan uit schrik your de ergerlijke too-neelen die publiek op straat vertoond werden .

De hemel was toe achter sneeuw, de aardestak onder sneeuw en daartusschen haddenPietje-de-Dood, en zijn compagnon de duivel, 't

Page 192: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE GROENE PLAAG

189

kot vrij, en ze solden met 't lichaam en de zielder menschenkinderen, alsof 't zoo maar voorkiks was.

Maar voor Carolus was dat leven geen belet-sel, integendeel, het werd er des to groot-scher om .

Dag in dag uit kwamen de sleden binnen,hij hielp de lijken kisten, zong in de kerk bijde gemeenschappelijke uitvaarten en leefde dui-zend levens .

't Was een roes voor zijn hart, dat geen palenkende .

Page 193: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

't Was dien avond den besteek van Goeleken,'t poezelig bazinneken uit ,,Den Nachtergael",in de steeg achter 't Preekheerenklooster endaarom werd er char warme j enevel geschonkenmet suiker in.

Van in den vroegen donkeren al, daverde hetstamineeken van 't uitgelaten mannevolk, enhoe later het werd hoe meer er nog maar bin-nen wilden, zoodat Fille-Magritj e zelf, de f ellemeid met de wellustige lonkj es en lenige heupen,er genoeg van kreeg en brutaal den grendel opde voordeur schoof.

„'t Is vol !" treiterde ze door 't getraliedj udasvensterken en stak daarbij heur tonguit naar de sneeuwbelichte gezichten dieop de trappen stonden om nog binnen tokomen, en heur vloekend leelijke dingen toe-.beten.

Maar 't echte feest waarnaar ze char zatento wachten begon toch maar eerst toen er eenbende meisjes van plezier --- en 't was verschie-telijk hoeveel er waren in die dagen vantribulatie, -- Tangs 't achterdeurken dat op deMolenvest uitgaf, dansend en zingend binnenvielen .

Ze schudden algauw den besneeuwden boven-rok van den kop en daarmee was er in de bruinelichtkegels der twee hanglampen, ineens veel

Page 194: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

191

kleurgeschater van bebloemde schootj akken enroos gepoederde gezichten .

Rukkend en kletsend wrongen ze zich tusschende grijphanden der zatte venten door, haaldenhet blozende, schoklachende Goeleken van achterheur grijs met bloemenkorven en herderinne-kens beschilderd toogsken, en zetten haar, mid-den van de gelagzaal, op een stoel .

Onder uitbundig gelach en gej uich, en binsteen bleeke j ongeling klarinet speelde, werd zedoor de meiskes, van boven tot under, met kleu-rige papieren bloemen bestoken . Daar zaten tuil-tj es in heur wolkend, zwart krulhaar, kransenliepen krakend over het zwartfluweelen bor-duursel van heur kortgerokt, zalmroze kleed,daar shaken er op heur witbekouste dikkebeenen, overal en allekanten zat ze in debloemen .

Als 't gedaan was dansten ze er allemaaleens road, al zingend : „'t Is vandaag Goelekes-feest, laat ons vieren, laat ons vieren ! „waarna't opgezette Goeleken, krakend van 't papier ende koleuren hun van achter heur toiogsken meteen kapper heete j enevel en een gesuikerdewaf el trakteerde .

Eer dat het binnen was al, werden de meiskesvan alle kanten tusschen het tierende mannevolkgetrokken, en daar werd toen gezongen en ge-dronken, gekust en gebluscht, meer nog dan opde feesten van Pan en Bachus to samen .

't Stamineeken zag er rood van. De grooteblikken lampschermen under de geribde zol-dering, die dat gewoel en gej oel kleurig weer-

Page 195: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

192

DE BOETEVAART

spiegelden schenen ervan to draaien als dolle-kensmolens .

Weldra waren er venten die van hun stoelenrolden, er zaten er op en under de taf els meteen lief in den arm to zingen van „Waar kanmen beter zijn" en 't duurde niet lang of 'teene koppel na 't antler trek zwijmelend naarboven, zooveel dat de ronde trapdeur nevens dentong ervoor open bleef.

Maar zie, binst dat hun zweetende knikkop-pen meer en meer in de deugd van de roes open-gloeiden, scheurde er ineens, ieverans van boven,een kres los en daarop een scherpe vrouwenstemdie moord en brand begun to huilen . Er wasgestommel van rappe venten en geenen sekondlater of char kwam Fille-Magritj e de trap af-geviogen, bleek als de deed en hijgend lijk eenblaasbalg .

„Flue heeft het zitten ! Nu krij g ik het ook !Moeder ! 'k wil nog ni sterve ! !" kreste ze al-door .

Radeloos van den angst rukte ze heur krollenuiteen, stampte, trek gezichten lijk een bezeteneen sprung ineens naar de deur om weg to zijn .

Maar twee j onge venten grepen heur vast .„Neee, Fille, zoo ni op straat" zeien ze en duw-den heur terug .

De schrik sloeg in de herten . 't Lawaai ver-stierf in hun mono en de gezichten verschotenwit lijk bagel .

Velen vielen op hun knieen en baden luidopvele aktes van berouw . Er waxen meiskes dieflauw vielen en ook de bleeke jongeling met de

Page 196: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

193

klarinet onder den arm ,zakte lijk een vod ineenop een stoel . Een oude, grijze vent met een.oog, die bij Goeleken zat, begon to vloeken en tosakkeren lijk een duivel .

't Was maar alleen Goeleken die bij den heu-ren bleef.

„Toe!" suste ze. „Zij flu een keer allemaalbraaf. 't Zal zoo erg nog ni zijn, Fills-Magritjeoverdrijft altijd . Voor mij is 't antlers niks, 'kheb toch geen ziel ni-meer."

Maar char stond toen ineens de lange gebro-ken gestalts van Flup, de kuiper, in 't ronde,donkere trapgat .Hij knikte door zijn knieen, zijn mond viel

open en zijn groote zwartomrande oogen draai-den verdwaasd naar alle kanten .„Pijn overal," stotterde hij een keer, en

streek daarbij kreunend met zijn linkerhand,waaraan twee vingeren ontbraken, over denbuik en de lendenen .

„Kom, doe me maar naar huffs Soo" smeekteFlup. „Adieu, schoon leven !" zei hij aangedaan,en van compassie met zijn eigen, begon hij in-eens is snikken dat zijn smalls, afhangendeschouders er van schokten .

Soo, zijn broer, kwam bevend en bibberendvan achter den haard, nam hem onder den armen zwijgzaam sleften ze naar buiten .

Fills-Magritje sloeg heur handen voor 't ge-zicht en begon opnieuw is lamenteeren .

,,Laat mij ook maar naar ons moeder gaan !"Wie zal er mij naar huffs doen ?" smeekte zeringaaneen .Carolus

13

Page 197: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

194

DE BOETEVAART

Goeleke probeerde heur to overreden nog toblij ve . Ze kwam zelf s bij heur zitten om heurto sussen, maar er was niets aan to doen .

„'k wil bij ons moeder starve !" huilde ze tus-schen heur snikbuien in . „Bij ons moeder !"

Binstdien was 't stamineeken leeggeloopen,en de twee olielampen glommen tusschen de em-gevallen stoelen, op scherven van gebroken kap-pers en plaskens gestorten drank . Al wat er nagzat waren drie, vier meiskes van plezier en tweeknapen van de eerste broek, die van pure alte-ratie den kluts waren kwi j tgeraakt en daar metopen monden en verdwaasde oogen op een stoel-ken zaten to hi j gen .

't Duurde lang voor Fille-Magritje tot beda-ren kwam.

„'k Voel nog altij niks", zei ze zuchtend ende twee jongens bij de hand grijpend smeekteze hun, heur toch naar huffs to willen brengen,bij heur moeder .

„Toe, doet dat nu, mannekes," voegde ze ermet een natte stem bij, „dan zal 'k ulie altijdgeren zien !"

De j ongens knikten willoos van j a en ook demeiskes zeien dat ze mee gingen, en dicht tegenmalkaar gedrumd, sukkelden ze den steenenhuistrap af, den witten nacht in .

Het was opnieuw beginners sneeuwen en 'tzeeg zoo dik, dat men Been hand voor de oogenken zien .

Fille-Magritj e liet zich tusschen de twee j on-gens hangers als een vod, ze maesten haar puurdragen, en achter de drie, met den rok over den

Page 198: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

195

kop, ineengekrompen van de kou, sleften armaan arm de vier andere meisj es .

Niets was er to hooren dan hat lispelendzijgen der vingergroote vlokken en 't kriepenvan den sneeuw under de voeten .

Af en toe bleef Fille eens staan, maakte zicheven los als wachtte ze naar nets en zei dan naeen stilte, dat ze nog altijd niets voelde.

Zoo werkten ze zich moezaam door de verlatenstraten, over de Sint-Jansbrug, fangs de Capu-cienenvest, naar 't Mechelsche kwartierken .waar heur moeder woonde.

Maar als ze daar omtrent het klooster derColletintj es kwamen, bleef Fille-Magritj a ineensstaan en stak den kop vooruit als hoorde ze jets .

„Stil, manna !" f luisterde ze . „Hoort flueens . . ."

Ze maakte zich los en deed eenige stappenopzij naar waar het lage, spitsbogige klooster-poortje in de grijze warreling van sneeuw don-key doezelde.

Het eentonig gehommel der nachtelijk bid-dende nonnekens zeef de f lauw naar buiten enkort daarop luidde schuchter hat kleine kloos-terkloksken driemaal .

„Die lezen flu voor ons, manna!" zei Fille-Magritja verbaasd. „Omda we ni zouden starve .Hoort . . ."

En plots, zonder dat iemand er een schijivan gedacht kon van hebben, deed ze heur ar-men open en liet zich voorover, lijk een gekruis-ten Lieven-Hear, plat in den sneeuw vallen methat gezicht naar hat donkere poortje.

Page 199: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

196

DE BOETEVAART

„Laat ons boete, manna!" smeekte ze snik-kend. „Laat ons boete !"

En ze begon to bidden, rap en veal en luid, dathat ver door den sneeuw droeg .

De anderen hadden dat atom gevolgd, niet be-grij pend .

Maar het laatste was op hun hart gevallenals een hand van God. Ontroerd tot in de been-deren, waxen ze op hun knieen gevallen, densneeuw en den nacht vergetend, en samen be-gonnen ze to vaderonzen en to weesgegroeten,lung en veal lijk in een kerk . . .

Dat was 't begin geweest .De almanakken van die jaren spreken erover

als van een mirakel . Alle j aren, op -den avondvan Sinte-Goedele, sneeuw of geenen sneeuw,komen de j onge meisj es uit de gebuurte voorhetzelfde poortj e kaarsen branden en een rozen-hoedj e bidden .

's Anderendaags liep hat nieuws lijk eenvuurken van mond tot mond. Op een kwartierwas heel de stall er van vol .

Het klopte de mensehen hun harten open enzonder dat ze hat begrepen dauwde er een leks-ken hoop in near. Velen weenden van ontroeringen er waxen vrouwen en ook mannen die haastignaar de kerk liepen om God to danken, in-dachtig de spreuk : „De laatste zullen de eerstezijn."

Maar 't geweldigst, werkte hat nieuws nog inde stamineekens, waar van in den vroegen mor-gen al, dieven, zatlappen, hoerenj agars en slechtvrouwvolk samengekoekt zaten om den nieuwen

Page 200: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

197

dag, evenals de anderen, met brassen en walle-bakken door to brengen .

Er warm er die hun pot bier op de plaveienkapot smeten en van ontroering begonnen tovloeken. Anderen schokschouderden medelij fienden z'eiden : „Fille-Magritje overdrijft altij ."

Maar toch bij velen trof het zoo, fiat ze opden minuut naar 't Mechelsch kwartierken lie-pen, naar Fille-Magritje heur huffs om mee toboeten.

En zie! 't was als bij afspraak fiat ze, gedre-ven door dezelfde gedachte, van alle kanten af-gestesseld kwamen, al 't klootj esvolk, al 't kra-puul, venten en wijven, in hun gescheurde, ver-lodderde kleeren .

„Hebde 't gehoord van Fi11eLMagritj e? wiehad fiat kunne peinze !" riepen ze malkandertoe .

't Huizeken nog geenen voorschoot groot, stakop een, twee, drie vol yolk, en de meesten blevenvoor de deur op hun teenen naar binnen staankijken .

Maar ze vonden er alleen heur oude moeder,een geel, gerimpeld wijveken met een kapman-tel aan, fiat ineengedoken lijk een kreukel, bijden leegen haard aan een beenen paternosterzat to lezen .

Fille-Magritje was al weg, zei ze, beewegenvoor heur zonden, en daarop begon ze to weenen,en met haar, al fiat yolk .

Er was er een bij, de Flesch, een zatlap meteen purper, opgeblazen padden-gezicht, die op tokorte beentj es een geweldigen bierbuik droeg en

Page 201: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

198

DE BOETEVAART

wien de tranen zoo maar van de kaken rolden,die seffens zei, dot ze gekomen waren om mee tobeewegen, ni-waar manners? Alleman z,ei van j a,en daarop drumden ze gauw de straat op, opzoek naar Fille-Magritj e .

Onder de Gevangenpoort vonden ze heur, gewknield voor den mageren Sinte-Rochus, diehaar van uit de hoogte, met open mond enbloedbeloopen oogen to bekijken scheen . Seffenslagers ze allemaal op hun knieen en volgden heurnadien overal waar ze ging .

Uit alle steegj es en achterbuurtpoorten waarze voorbij liepen, kwamen . er gedurig venten,wijven en snotkinderen bij om mee to doers !

En als ze van 't Begijnhof aftrokken, waarze long hadden zitten bidden rond den dikken,gedoornenkroonde Ecce-Homo, die in een getra-liede kooi tegen den muur der Begijnenkerk, inzijn purperen mantel met een net tusschen dearmen, en gezeten op een schabbelleken, bloedweent uit zijn opzij gekeerde oogen, was het omto verschieten als men zag wat voor een proces-sie het geworden was .

't Was jets geweldigs die stoet!Fille-Magritj e liep van voor met een pater-

noster en nevens heur, weenend lijk een kind,de Flesch. En daarachter, wanordelijk onder-een, oude venten in versleten rood-baaien slaap-lijven, kinderen in groote menschenkleeren,bulten en kreupelen, bleeke vrouwen in kapman-tels en gescheurde sjaals gewikkeld, wijfkesdie op krukken mee kapikkelden, lodderjoos ver-gaann van 't vuil om met geen tang oars to pak-

Page 202: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE EOETEVAART

199

ken, mossel-en-vischleurders met zone, schelegezichten, meiskes van plezier, scheresliepen,tuischers, bedelaars en landloopers, zonneklop-pers, vechtersbazen, en nog, om niet to noemen,alles wit antlers nooit geen zon en zag en in zijnkrotten verstoken bleef, liep char flu op straitto vaderonzen om den groenen dood weg to lezen .

En die den stoet sloot en 't luidste bad was eenblinde met een blauwe slaapmuts op en voort-g'etrokken door een wager, grij s hondeken ; hijkeek stiff, met zijn uitgezworen oogen naar dengrijzen hemel die laag over de vuile gevelen ende besneeuwde daken hing .

Als ze woe gevaderonsd waren, lazen ze denlitanie van alle heiligen of zongen voor eenverandering, op de voois van een Scherpenheu-velsch beevaartlieken, waarvan er geeneende woorden kende,

een-en-twintig, twee-en-twintig,drie-en-vier-en-vijf-en-zes-en-twintig,zeven-en-twintig, acht.en-twintig,negen-en-twintig der-tig .Aveej, aveej, aveej Maria,Aveej, aveej, aveej Maria,

en daarna ging het zoo voort tot honderd .Zoo trokken ze voort van kappelleken near

kappelleken en overal bleven ze wel een kwar-tier lezen .

Op 't Gasthuisvestje was het dat Carolus hentegenkwam, waar hij, al psalmzingend met eeneater en een kruisdragende koorknaap van

Page 203: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

200

DE BOETEVAART~,u .rr . .u . . . .r .u .r . .rarerr . . . .rr .rrrr •r r,r .r . . .ru . .r .a • . ,r ...rr . .r ..us .rv. ., .r . .uorrq

't Arm-Gasthuizeken mee een lijkstoet vanzeven, acht kisten naar de kerk bracht.

Al zingend en biddend daalden ze van het ron-de, steenen brugsken aan den Voldersmolen . Ener scheen geen eind aan to komen, altijd kwamener rijen afgeteerde en afgeleefde gezichten ach-ter de afzakkende koppen opduiken .

De zang stokte in Carolus zijn keel als hijdien stoet zag en hij wera koud als us.Maar nog erger verschoot hij als er ineens,

uit de voorste rijen, gekende zatlappen, hoer-kens enz . naar hem toegeloopen kwamen en road:zijn voeten op de knieen 'zakten, terwijl ze al-maardoor met de vuisten op hun borst bonkten .

De Flesch was de ergste . Hij sloeg zijn dikkenkop tegen Carolus zijn knieen en begon to jam-meren„Och ! menheer ! pardonneer het ons ! par-

doneer het ons ! Van uw koren hebben we j enij-vel gebrand, uw patatten en uw stookhout heb-ben we verkocht om to kunnen brassen, onswijven en ons jong hebben we honger en koulaten lijen ! Maar nu is dat gedaan ! We zullenhet nooit meer doer ! nooit ni-meer ! pardoneerhet ons ! Heb compassie! We moeten boeten !boeten ! !"

En uit al die scheefgetrokken, zwarte gezich-ten klonk het veelmondig : boete ! boete ! ! enook de kinderen riepen het mee .

't Sloeg in Carolus zijn bloed . Hij voelde in-eens al die miserie en die zonde in zijn eigenhert gevallen en hij kreeg een grooten dorstnaar boetvaardigheid .

Page 204: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

201

En zie ! de venten warm flu weerom recht ge-kropen, 'drumden alien lijk een man naar vorenen namen de kisten van de dragers over . En heelde processie met zijn stank en zijn ellende voeg-de zich al biddend bij den lijkstoet .

't was jets kolossaals, die ongeschoren zat-lappen en spitsboeven-smoelen deemoedig ge-bogen onder den last der ongedekte, ruwhoutenkisten !

Er kwam plots een drift in Carolus die moestgevierd worden ! Zijn hart barstte bijkans vanhet overweldigende leven dat daar opengebrokenwas en luid als een klok sloeg zijn stem die ver-der den Miserere zon.g

„Want mime boosheden zijn mij bekend en„mijne zonden staan gedurig tegen mij !"

„Tegen U alleen, o Heere, heb ik gezondigd ;„voor uw .aangezicht bedreef ik mijne zonden .

„Begiet mij met hyssopo en ik zal gereinigd„worden ; wasch mij en boven het wit des„sneeuws zal ik witter worden .

„Juichen zal ik voor den Heer !"

De tang domineerde welds . Hij omhulde alde menschen, van den priester tot het geringsteder hoerkens, als met een boetekleed . . .De harten braken open en in de koppen leef-

de maar een gedacht : boete ! De lucht was ervol van .

't Leekte met 't gedommel der klokken uit delucht, 't spoof uit den grond en overal en vanalle kanten beklopte het de zielen .

Page 205: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

202

DE BOETEVAART

„Nu zet het leven zijn laatste spuigatenopen !" zei Carolus en er ging als een grootewind door zijn hoafd . . .

Men wachtte er niet lang mee .Want nog denzelfden namiddag liep Klavits,

de belleman, begeleid van een koorknaap die eenkruis droeg, de straten en stegen af, belle dekoppen over de halfdeur en zijn rood neuzen-gezicht riep alleman op, om morgen deel to ne-men aan de groote, algemeene boet-processie .

En tot laat in den nacht, timmerde Carolus in't werkhuis der Minnebroers driftig mee aan degroote, houten kruisen, die bij deze gelegenheiddoor vrijwillige boetelingen in pij en met deoogkap over den kop, in de processie zoudenngedragen worden.

Van uit het schemerige kerkportaal, dat bovenzijn scheefgezakten spitsboog een Sinte-Gommarus droeg, school de zwarte boetprocessiede smalbegevelde straten in die vol draaiendesneeuwlinten hingen .Zware klokkeklanken dommelden gonzend

naar beneden, dat de lucht er pijnlijk van ronk-te, en van achter de witverdoezelde dakenkar-teling zinderden de vele kloosterklokskens erals kindergejammer tussehendoor.

Van voren stapte de koster en hij droeg hetetagere, koperen processiekruis . Hij was noggeen tien stappen de kerk uit of de sneeuwplakte in de haarkens van zijn zwarten sj erpen lei zich dik op het solideeken, dat eirondover zijn kletskop getrokken was . Hij boog al-

Page 206: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

203

gauw het bovenlijf terwille van de vlokken diein zijn pimpelend lijkbiddersgezicht vlogen endaamee knikte het kruis bij iederen stag laagvoorover alsof het ging vallen .

Nevens en achter hem waadden een zestalbleeke, bibberende koorknapen moeilijk doorden verschgevallen sneeuw, dragend een kope-ren kerklantaarn waarin een schraal, geel vlam-meken pinkte.

Daarachter, op twee lange rij en, kwamen dekerkzangers en geestelijken, rillend in hun ge-steven koorhemd en met het bonnet op de insj erpen gewikkelde koppen waaruit heesch enkaput de psalmen golden .

Een lange vent met een geel, perkamenten ge-zicht yen een groenen soldatenmantel aan, liep ermidden in en hield met het rietzagerig ape! vanzijn saxofon, die lijk een ontzaggelijke, koperenpijp tot op 'zijn buik hing, de zingende stemmensaam.Voorafgegaan van wierook en belgerinkel

kwam dan, under een klein, loshangend geelbaldakijn door vier man aan roodbeschilderdestokken gedragen, het Heilig Sacrament . Hetstraaide matgeel voor het wassen, doorschij-nende gezicht van den ~deken in g uden koor-kap gehuld, en hij hield de oogen biddend naaromlaag geslagen .

Warm ingeduf f elde heeren die hun kalenschedel en 't zwavelgele vlammeken van hunbedruppelden f lambouw beveiligden undergroote, donkerwervige paraplus, omgaven het alseen eerewacht.

Page 207: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

204

DE BOETEVAART. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Daar achter, in hunn grijze, verhakkelde pijenmet een zeel in de lenden opgehouden en de oog-kappen diep over het gelaat, kwamen de kruis-dragers psalmzingende buiten. Ai mij ! om bijto rillen ! Wel met dertig, veertig warm zee enze liepen, op een lange, ordelooze rij, gebogenunder den last der zware kruisen, die hun schou-ders ineendrukte.

Er lag stiffens veel sneeuw op de kruisen, ophun rug en op hun bloote handen die om het af-hangende dwarshout geslagen warm. Men zagbij velen under de verlodderde pijzoomen laar-zen blinken met sporen aan, en omtrent in hetmidden, bij een lang, dun figuur, dat zijn kruishet achterste voren droeg, met het dwarshoutop den rug, zag men door een groote vijf, hetgroen met rood galon en de zilveren knoopenvan een kapiteinsvest .

Er warm char kleine, etagere gestalten bij,zwoegende under hun last, wier veel to grootepij om 'hun beenen klodderde en die met eennfijne, verdronken stem m'eezongen ; kerels lijkboomen, gespannen in hun kleed, met stemmenlijk klokken en die het kruis droegen, licht engemakkelijk als voor hun plezier ; kleine, dikkeventen, die zwijgzaam met den kop op de burstvoortsj orden, van alle soorten en models liepener under, en bij de laatsten was er een die zijnkleed ophield boven een enormen buik, die maarniets deed dan luidop snikken .

Heelemaal t'ende kwam Carolus, sluitendedeze rij .

Hij had voor zich de sm.erigste pij uitgekozen

Page 208: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

205

en was de eenigste die blootvoeteling in ruwemonniksandalen liep .

Carolus leefde als in een roes en wierp zijnsterke zang de natte lucht in, naar achterenwaar het yolk volgde.

In kleine en grootere kudden, schuin tegen-eengedrumd rond een scheefhellende, groen ofrood processievaan schoven ze voort, met in hunmidden een witten patter, die luidop litanieenbad, waarop ze met holle monden hun bid-voor-onzen bevend lieten nadreunen .

Ordeloos tegeneengeplakt, met het hoof d naarden grond, werkten ze zich door den eeuwigeneneeuw : mannen met dikke s j erpen rond denkop gewonden, vrouwen in zwarte kapmantelsof lakengroote sj aals gehuld, bibberende knapen,jonge deernen, soldaten, begijntjes, godshuis-ventj es op stokj es leunend, kinderen die zichwilloos lieten voorttrekken . Hier en char over-dakte een dik-besneeuwde paraplu in 't zwart-gekleede notabelen en hun in pelsen geduff eldevrouwen die 't angstige gezicht achter plattemof f els verborgen .

Arm en rijk, 't liep char allemaal ondereengeslagen lijk voor het iaatste oordeel .

En zoo waadde de processie, laag over dengrond gebogen door de kronkelende straten,waarvan de krul- en trapgevels in het geelgrijzeneeuwgeweld verdronken staken, kroop de hollestadspoort door en slingerde de achter sneeuw-gordijnen weggesluierde vlakte in .Voor ze de poorten uit was echter head men al

Brie menschen moeten wegdragen en er was

Page 209: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

206

DE BOETEVAA2T

then ook al yolk dat aehter begon to bli j yen .Er waren kruisdragers die onophoudelijk hun

kruis neerzetten om het van schouder to verwis .aelen en zoodoende tusschen het yolk verzeildgeraakten,

Aan een steenen straatkappelleken, waarbin-nen achter ijzeren staven geel kaarslicht hetblauw en goud van een Lievevrouwenmantel op-lichtte, zette de dikke drager zich uitgeput neer,net het kruis in de amen, en began nog luiderto weenen .

Hoe vender de processie 't open veld inkron-kelde, hoe meer menschen .hun eigen terug trok-ken, zich ergens tegen een zwarte haag, een ehzenkant of een steenen brugsken lieten neerzak-ken en order malkander begonnen to vader-onzen, wachtend naar de terugkomst van denatoet .

En er waren ook vele kruisdragers die nietmeer kosten en tegen een knotwilg of een kapel-dragende linde, gebroken ginger leunen . Alleenode sterksten hielden het vol .

Tusschen twee psalmen in, luisterde Carolusaangedaan naar het holle dreunen den „bid-vooronzen" van het meeloopende yolk en nu zijn ge-dachten niet meer aan de gebeden hingen, voeldehij weer dat vreemde gevoel opkomen, dat on-bestemd verlangen om to vergaan en zich to kun-iien verliezen in die duizend beewegende men-ichen .

Het was al lang stil in hem, van zich zelf wendhij toch niets meer gewaar en dat verlangennaakte zijn hoofd nu ruim als een hemel .

Page 210: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DBE BOETEVAART

207

Hij voelde duidelijk in zijn eigen vleesch delast van hun alley angst, van hun rouw enhun droefheid en ook hun dorst naar een half-pijiken zonneschijn to midden deter donkeretribulatie. Daarom was 't hem een deugd desneeuw op zijn voeten to voelen vriezen en 'thout dat zijn schouders uiteen drukte.

Want hij was wel de minste onder de mm-sten, de grootste zondaar van de heele stad, hijwiens ziel genietingen zocht op de uitspruitselendes loads .

Waarom moest dat nu zoo zijn?Warom kon het niet antlers ?Maar van ginder, kwam weer, ala de stem

van een reus, het verdragende, rietklankigblaasinstrument aanzwellen en het trok de uit-eengevallen stemmen omhoog.

En luide, omhooggeblazen door zijn ziel, droe-gen Carolus' woorden andermaal over de lita-nieende menigte :

,,Heer, in uwe verbolgenheid straf mij niet,alsook in uwe gramschap kastijd mu niet!Want uwe pijien zijn vast in mij en Gij hebtbezwaard over mij uwe hand. 1k ben vermoeidvan het zuchten, de nachten alle zal ik mijnebedstede wasschen, met rnijne tranen zal 1kmijne rustplaats doordrenken !"

De smeeking der gekwelde, gemartelde zielen!Stilaan, al vorderend werd het sneeuwen dun-

ner en in de verten werden zichtbaar eenzam.ehoeven, bosschen en een boomenbeplante weglie zwart over de witte golving van het landnaar een flauw-grijzen molenheuvel liep .

Page 211: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

208

DE BOETEVAART

En zoo, ordeloos, uiteengebrokkeld klom deprocessie eindelijk den veldbuik op, waar, geel-gekalkt, binnen hot vierkant van plat-gekruindelinden, een eenzaam veldkappelleken met rondovensters en groene dour opkleurde .

't Lag maar en goei uur gaans van de stall,maar 't had er wel drie geduurd eer ze er ge-raakten. Daar prijkte, boven een smal, verguldaltaarken een Onze-Lieve-Vrouw der 7 Weeenmet de zeven zwaarden in hot hart en de be-traande oogen ten hemel gericht. Van tien ureain den rondo kwam men er beewegen, en als dekaarsen en gebeden de roerloosheid van de homeheiligenbeelden in de dorpskerk niet vermoch-ten to bewegen, was hot bij hear 'dat ,tads -en buitenmensohen hun laatste toevluchtnamen.Het rondo deurken word opengedaan, de

priestess en de vlaggen gingen binnen en ter-wijl de menigte omendom in de sneeuw geknieldto bidden zat, word daarbinnen bij kaarslicht,latijnsch gezang en wierook de groote boetemisgelezen. Hier en dear tusschen hot yolk ,takende groote kruisen omhoog en de kruisdragerszongen alien mee .

En zie! terwijl de mis verliep met belgerin-kel, zang en wederzang in de groote sneeuw-stilte, slechts onderbroken door hot verse huilenvan bandhonden en 't krassen van overvliegen-de kraaien, verhelderde de lucht zienderoogenen ginder, boven een zwarte populierenroot,klaarde matgouden de zon uit een wasgeel plas-ken open. De hemel weed bleek-blauw . De lage,

Page 212: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE BOETEVAART

209

guldene zon lei weldra een rote asem over desneeuw en voegd'e teerblauwe schaduwen aan deboomen en de menschen.

Dat hief de harten omhoog want 't was demenschen als een antwoord van den hemel . Erwaren vele vrauwen en j ongelingen ook, die zichdaardoor zoo verlicht voelden dat ze ontroerdbegonnen to weenen en God al op voorhand be ..dankten.

En door dat heldere, opengetrokken landschapvervlietend in purpere einders, keerde de proces-sie nadien met heur vlaggen terug naar de stall,die ginder met zijn torens en daken perelmoerentegen den mauven horizon afgelijnd stand .

De hoop was in de harten neergedauwd en erlag een schoone kalmte en berusting op al degezic ten .

Die 't langste bidden bleven waren de kruis^dragers.

De stoet slingerde in de verte Tangs den loopeerier beknotwilgde beek een ronde brug over,verzamelend de achterblijvers, als zij daar nogaltij d stonden, shun hout in den :arm . . .

Maar toen de koster met zijn kruis reeds in't kerkportaal verdwenen was en de priestessopnieuw begannen to zingers, stond de dekenunder 't baldakijn ineens stil, zoodat ze terugbuiten moesten komen en de heele stoet daar-achter staan bleef.

Hij draaide zijn bleeken kop naar een derheeren van de wacht en vroeg naar de kruis-dragers .

Heel veer, in het verschiet der blauwgescha-Caralus

14

Page 213: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

210

DE BOETEVAA1 P

duwde, met menschen en vlaggen gevulde straat,waarboven oranje bezand de gevelen uitstaken,drong hors gezang tot hier door .

„Na Ons-Heer, moeten zij 't eerst de kerkbinnen," besloot hij ontroerd en list toen zijnwit gezicht naar de remonstrantie zakken .

't Ging seffens van mond tot mond, allemanschaarde zich van weerskanten Tangs de huizenen daarover kwam flu een groote stilts hangers .

Ginder, of den berg van de Hooge Brug, zak-ten ze nader, de kruisdragers .Kapot, gebroken, met sleepende, verlamde

voeten, zwijmelend van vermoeienis en gereedcm neer to stuiken onder den last der schotsen scheef gedragen kruisen, met natte, zwart-doortrokken pijen en 't bovenlijf met de drui-pende oogkappen wolkend van 't tweet, suk-kelden ze naderbij. Er waren er maar eenigenmeer die nog zinger kosten .

Carolus hield hors tang recht, want nu hijdaar al die menschen to samen tag, naar wierellende hij gekomen was lijk een dorstige naareen waterken, was het hem of zijn smeekenrichtte zich tot elk van hun, tot de bibberendegodshuisventj es, tot de bleeke, weenende vrou-wen, tot de kinderen en de begijntj es, tot ieder •een en alleman .

„Want vergaan lijk den rook der vuurkenszijn mijne dagen, en mime beenderen zijn ge-lijk aan flood hoot, dor geworden . Ik ben ver-nietigd als hoof, en mijn hart is uitgedroogd :omdat ik vergeten ben mijn broad to eten . Vande stem mijns zuchtens, plakt mijn gebeenderte

Page 214: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DJ BOETEVAART

211

tegen mijn vleesch . Gelijk ben ik aan den peli-kaan der woestijnen : gelijk aan de nachtraafin eem huffs. Omdat ik asch als brood at : enmijnen drank met tranen mengde."

Aan den hoek van de straat, waar, onder eenschaliendaksken een kruislieveriheer hing achtereen ijzeren lantaarn, vielen zijn oogen opeens opAnna-Liza, half-weggestoken achter heur zuster .Heur gezicht was nat van de tranen en ze hieldde moffel voor den mond om de snikken to bedwingen .

't Bloed zonk Carolus in zijn beenen en ergrog een priem door zijn hart. Hij sleepte zichnaar heur toe, liet zich voor heur voeten op deknieen vallen, den kop in den grond .

,,Heere, verhoor mijn gebed met uwe ooren,neem mijn klagelijke bidden aan in uwe waar-heid, verhoor mij in uwe rechtveerdigheid . Toonmij den weg in denwelken ik moet wandelen :want tot U heb ik mijne ziel opgeheven . Gijzult mijne ziel van de tribulatie uitleiden enmijne vijanden geheel vernielen . Gij zult ver-nielen al die mijne ziel verdrukken, want ikben uw dienaar!"

Ach! den heelen weg lang had Anna-Liza zijnstem gedronken, ze had zijn gestalte herkendtijdens de boetemis en flu dat hij zijn ziel aanhaar voeteri kwam uitzingen kon ze zich nietmeer bedwingen. Ze boog zich over hem, trokbet kruis recht en snikte het uit aan zijn ooren :

,,Carolus! Carolus.! laat mij u helpen, lastmij mee het kruis dragen . . . sta nu recht! Heere!1k kan het niet langer meer zien !"

Page 215: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

212

DE BOETEVAAET

Heur hart brak ervan, maar ze Meld zichsterk tot hij terug op 'de been was om dan ineenstegen de schouder van heur zuster gaan uit toweenen .

Toen stokten de woorden in Carolus zijnkeel. 't Geluk smakte over hem neer en 't roer-de hem zoo, dat hij naar asem moest snakkeh .Zijn ziel verkeerde met den slag en was plotsinnerlijk vol ruimte en licht en zon . Alle ver-moeienis smolt weg en zonder dat hij 't begreepschoot het volklinkend uit zijn burst„Te Deum Laudamus : to Dominum conf ite-

mur. U eeuwige Vader, brengt het ganscheaardrijk hulde. U loven al de engelen, de hemelenalle en de machten. U roepen de Cherubijnenen Sarafijnen onophoudelijk toe : Heilig, Heilig,Heilig, de Heer, God van Sabaoth !"

De zang heerschte, overklonk de andere stemmen en trok ze mee omhoog .

't Sloeg in de ziel der mensehen en ze rilden .Wat hun hart in stille dankbaarheid had be-

vangen nu ze den ommekeer der plaag gevoeldhadden, kreeg plots zijn eigen taal en galmdechar veelmondig, achter het in belgerinkel enblauwen wierook binnenwandelende baldakijn .

De hemelen dauwden in Anna-Liza's pert . Vangrout geluk begun ze toen to snikken dat de tra-nen van heur wangen leekten .

„Stil mijn hart! Stil mijn hart!" kloeg Chris-tian en met den krop in de keel wandelde zeachter heur zuster de orgelende kerk binnen .

Page 216: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET NOODLOT

Deze nacht was wel de allerschoonste ge-weest, een hemeL . .

Met den loch op den mond lag Carolus hemvan wren of aan to herdroornen en 't ontroerdehem zoo, dat er daardoor ineens weer veel lichtrond zijn hoof d kwam cirkelen en zijn bloed eenheerlijke muziek maakte, bedwelmend tot in hetminste vezeltje .

Door 't venstervierkant, open op den luwennacht, groeide almaardoor 't blijzame getokkelen gezing van den dooi en het maakte zulkmachtig, veelstemmig geruisch over 'de kleinestad, dat zijn oor maar nipkens 't gekraai derontwakende haven gewaar werd, en zelfs hetkleine kloksken der Preekheeren, luidend demetten, er zilveren in vertrilden .

Den dooi, het lied der ontwakende aarde!Terwille daarvan had Anna-Liza gisteren

avond het lage venster van achter in 't werk-huis opengezet, en dicht bijeen gekropen, methaar hoofdje geborgen in de schouderholte bovenzijn hart, hadden ze samen zitten luisteren naaral die fijne wind en watermuziek, 't eerste liedvan de naderende Lente!

't was een ondereen en overmalkaar van duizend fijne perelliedjes elk met zijn eigen toonen rythmus, gelek en gerol van kristallen boonen die van de steeksche dakei huppelden, zon-

Page 217: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

214 BET NOODLOT

gen in de klankgevende regenbuizen, kneukelen...de klanken nit de straatkeien klopten, of hel­der orgelden in de holle regentonnen,

De tuin ruischte ervan lijk van een malschezomerregen, en van achter de klare waterzin­gende begijnhofdaken kwam vol als 't geruischvan ,de zee, het lied der hooge vesteboomen.

Nog nooit had Carolus de aarde zoo schoonhooren spreken.

Elk ding klapte en zong zijn eigen blijheid delucht in, en 't was veelvuldig en verschillend lijkde ontwakende dingen in 't eigen gemoed.

't Deed danig deugd aan 't hart, na de bela­kenheid en de miserie vtln den winter, de wereldzoo hooren open te gaan en de frissche, meiro­kige lucht door 't lijf te voelen spoolen, die 'tbloed doet opspringen,

En daarboven, tusschen de bleeke, verpluisdewaterwolken, was het donkerblauw weer diep,oneindig, en vol rillende, natte sterren.

't Werkte allemaal de zinnen open. 't Wasof elke waterbel zingend op zijn hart open­sprong, er almaardoor nieuw leven wekte enzijn ziel wijder en wijder openging, tot tegende sterren, Hij drukte zijn zoete lief vast in dearmen, boog zich ·dichter over heur wit, glim­lachend gelaat en kuste heur lang en: innig opde toee oogen en den malschen mond,

Verrukt had ·zeheur hoofdeken naar aehterlaten ,'zakken ·en luisterde in zalige bedwelmingweggesmolten, naar al de schoone dingen die hijal kussend over heur gezicht fluisterde.

Plots scheurde het ijs der Nethe open en door

Page 218: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

BE'r NOODLOT 215

den ruischenden, nacht liep het gekraak de openverten in, verder en verder, tot achter de wereld,lijk een groote zucht van wellust. De lucht rildeen huiverde ervan.

"Dat 's 't hart van de aarde dat openbreekt I"zel Carolus.

't Was hem of daarrnee de wereld eens zoo.groot wierden hij zelf lijk een reus, met hethoofd in de wolken.

"Kom," zei hij, ,,'t hart van de aarde gaatopen 1- laat er ons in vergaan I" Hij wilde metAnna-Liz.a naar buiten. Rillend van ontroering,nam hij haar op in de armen.

Vervoerd sloeg ze toen heur armen rond 'zijnnek en trok zich aan hem Ope Er kwam een klaar­te uit heur oogen, en heur asem ruischte warmen kort over zijn gezicht. Hij omprangde heurnog vaster en, zijn lippen gleden over heurmond, over heur oogen, van in heur haar tot inhet putteken van heur hals...

Zij zuchtte lang en diep en liet zich toen maarbangen in zljn sterke armen, in volle overgaaf.

De liefde groeide bedwelmend in en over hen,de zinnen sloten zich en glimlachend vergingenze in malkander...

En daarbuiten in den zoelen nacht groeide al­maardoor het eerste lente-lied over daken, boo­men en velden lijk een hoogtij van gonzendewaterklanken, en alles verging in het machtigegeruisch...

In den bleeken ochtend werd Carolus onver­wachts gewekt door 't gestamp en gehinnik van,

Page 219: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

216

HET NOODLOT

aware paarden, die men op de koer aan den ringlegde.

't Sloeg hard door 't open venster waardoor-heen hij de eerste klaarte bibberen zag in dendunnen, blauwen smoor die de gevelen en delaag-ommuurde tuinen zacht verdoezelde .

Hij wipte zijn bed uit om to zien wat er gaan-de was, maar met veal gestommel en gekreunstood Sophie al tegen de deur to bonken en tojammeren.

„Oeh, menheer ! Komt flu toch eens hooren !Daar is yolk uit de Graevehoef ! 'k Kan 't nigezegd krijgen. Kom toch algauwkes !"

In een ommezien was hij gekleed en benedenin de keuken .

Sophie liep er verslagen overentweer, hoof d-schuddend en al klagend. „Mensche, menschetack !"

Bij den hoard, op loge stoelkens, zaten ertwee boeren met hun schenen in 't vuur, tegende vlammen to zuchten . De eene, een tang, wagerfiguur met een rosgroenen mantelfrak aan, ver-telde met een hakkelende neusstem, als dierf hij't niet goad zeggen, dat dezen nacht de Schelde~dijk was doorgebroken en de heele Graevepolderondergespoeld . Hij zweette van inspanning enzweeg, waarop de andere boar, een korten dikzakmet een scheeven mood, nets onverstaanbaar be-got to doddelen over Baziel, den pachter van dehoef, en den burgemeester .

't Viel lijk een zweepslag op Carolus .„Geeft de mannen eten, Sophie !" riep hij

door de deurspleet, en geen twee minuten later

Page 220: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET NOODLOT

217

of 't rappe getrappel van paardenhoeven droeghem, de beslijkte straatjes uit, den buiten op .

De dog klaarde open . Boven de blauwe heuve-len kwam weldra een stralend Februarizonnekenhangen, dot de reode boerendaken, de zwarteboomenroten en de draaiende molens teerkleuriguit de met wierook-blauw benevelde sneeuwver-ten haarlde.

De weg kronkelde er wit en grij s door, mether en daar een fielder plasken water of eenklad groen op den harm naar den zuidkant, enuit de mosgroen-uitgeslagen klepperboomen re-gende de laatste sneeuw in langgerokken, zon-doorstraalde lekken naar beneden . 't Was stil opbet land ; alleen 't gekraaii van een verren haan,een bond die baste en kraaien die naar de zwartebosschen vlogen .

Maar Carolus had daar nu geen oogen voor .Almaardoor hitste hij zijn paard op tot een rap-peren draf .

Maar dot grog moeilijk. De pooten zogen zichvast in bet slijk en 't sneeuwwater pletste lijkfonteinen tot boven zijn kop . 't Paard was be-slijkt en ook hij was weldra bespetterd tot inzijn gezicht ; maar daar dacht hij nog niet aan.

Hij reed door een druipend bosch, daarna overeen witten veldbuik en draaide toen den laatstenheuvel op .

Ginder ver, achter de vlakte met zijn gehuch-ten, zwart-omhaagde hoeven en boomenrotenblonk de overstroomde polder not-zilveren lijkeen meer .

Het dorp met zijn wit kerksken, zijn houten

Page 221: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

218

HET NOODLOT

molen, zijn lage daken en zwarte boomgaards,stond er scherp tegen geprofileerd en kleinezwarte bootjes vaarden op het water heenentweer tussehen haIfverdronken huizen en boom-kruinenruigte.

't Ende van dat meer, waar de Schelde blonkachter scheeve dijknotelaars, op een hoogte,lijnde blauwig de domper van 't Hofken vanSwaen uit het grijze bosch der parkboomen .

Als Carolus al dat water zag trok zijn mondvan spijtigheid naar omlaag en hij hield zijnhijgend paard in, dat seffens in een wolk vandraaienden damp stond .

,,Den heelers polder", zei hij bitter, ,,en datj uist, als 't j aar zoo schoon openging!"

Maar er kwam daarna jets in opstand in hem .Een groote drift om er bij to zijn en alles opstaanden voet goed to makers deed hem dadelijkFylax weer vooruitjagen, de helling of en naarhet dorp toe .

Hij dacht aan Anna-Liza en aan al 't gelukdat zij op zijn ziel had saamgevouwen . Dat ga.fhem een sterkte om den duivel to breken .

In 't dorpken krioelde en rumoerde het allesdooreen lijk een hommelennest .

Op 't kerkplein stond er veel yolk in de mod-der to trampelen rond beslijkte koeien en paar-den die langs het kerkhofmuurken aan ringers,en aan de palm van het smidsafdak, vastgebon-den waxen ; en rond de herderlooze schapenkud-cle onder den lindeboom waxen er veel kin deren .

De kerkpoort stond open . In de schemerigediepte waar kaarslicht een heiligenbeeld kleurig

Page 222: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

RET NOODLOT

219

verhelderde, zaten er zwarte gedaanten met op-geheven armen to bidden en aanhoudend liepener maar gekapmantelde vrouwen en kinderenhot lage poortgat, in en uit .Voor 't Gemeentehuis was hot gored huisge.

rief neergezet . Schapraaien, beddebakken, stoe-len, manden met gotten en tellooren, lijk vooreon uitverkoop stonden er voor den langenblauwuitgeslagen gevel gerij d. Uit hot straatj e,dat tusschen hot kosterswinkeltj a en de vettepalmenhaag van den pastorijtuin afzakte, naarwaar de school hour rondo vensters en hour beluit hot grijze water stale, laadden venten en jon-gens uit platte schuitjes nog maar gedurig aanallerhande dingen af .

Elkeen roerde zich uitermate : aan eon tafel-ken dat eon vent spelenderwij s had kunnendragon, trokken en sleurden ze flu met vijvenen dan liep er nog al eon,, mast .

Er schoven veel boot] es over .hot water. Tweeroeiden in de richting van eon gezaalrugdschuurdak waarboven kiekens, duiven, kalkoe-nen en eon pauw nevens elkaar ineengedokenzaten ; ginder beukte men van uit eon schuitj eeon blauw gevelbeluik in en van achter hotsteeksche schaliendak van de verdronken Grae-vehoef werkte men met veel moeite drijvendeboomstammen van tusschen hot zwart gestruikder bovenwatersche boomgaardkruinen .

Dwars door den afhellenden pastorijtuin metzijn f ruitboomen en draaiwegskens en zoo ven-der door de hofkens den dorpsstraathuizen hadmen reeds eon dam opgeworpen tegen verderen

Page 223: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

220

HET NOODLOT

naod ; maar 't water stond er nog ver of enkinderen zaten langs de waterlijn met aard-klonten to 'smijten naar de aandrijvende klad-'den strooi, planken, verminkte stoelen en ginderzelf naar een kapotte wieg waarop een zwermratten to piepen zat .

4p den Scheldedijk echter was er aan werk-zaamheid niets to bespeuren ; alleen wat schaar-sche, zwarte vent] es, die naar het dijkgat ston-den to zien en enkelen die al terugwandelden inde richting van 't Hofken van $waen en ooknaar den anderen kant waar een antler polder-dorpj e rond een vierkant, stomp kerktorentj e,zich wit en, rood in het zilvergrijze water spiergelds .

't Sloeg Carolus in de ziel en andermaal zathij daar als vernietigd, van op zijn paard datalles t'overzien. En geen hand aan 't werk om't gat to stoppen . . .

Maar ineens, uit het burgemeesterhuis datachter een hofken met strop-omwonden razelaars zijn proper wit geveltj e vertoonde, kwamhet rond burgemeesterken haastig aangepikkeld .

„Dat 's goed dat ge gekomen zijt !" riep hijCarolus al van verre toe en zijn haarloos vrou-wengezicht ging er rood van open . „Dat 's nual den heelen morgen dat Baziel 'den contre-veerse ligt to spelen . 't Kort allemaal niets, zegthij, om 't gat to stoppen en nu wilt er niemandeen hand uitsteken . 'k Heb alleman gebid en ge-smeekt, de pastoor heeft 't gedaan, de champet-ter, maar 't is al boter aan de galg . 'k word ernog zot van. En na den polder gaat 't dorp er

Page 224: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET NOODLOT

221

aan, en nadatum de kouter en altij d maar zoovoort ! Ge zult het zien !" en hij stak zijn dikke,roods handen uit naar enkele boeren die rondhen kwamen staan en onverschillig luisterdennaar 't op en of gaan van zijn piepende meiskes-stem.

Carolus sprang rap van zijn paard, beloofdegeld en een kermis als ze seffens met hem aan't werk wilden gaan, maar ze schokschouderdenallemaal en keken met een ongeloovig gezichtnaar de of spanning „Den Tinnen Pot" waarBaziel, de pachter van de Graevehoef, juist bui-tenkwam .

Baziel stak zijn steenen baardbranderkeneens uit naar Carolus en kwam sleepvoetendnaderbij .

't Was een klein, vierkant f iguur met eenhoogen rug en van onder een groen punthoede-ken waarop wit en blauw een eksterpluim kleur-de, keek het vooruitgestoken, baksteenen voge-lengezicht vorschend overentweer .

Hij was in, zijn j onge j aren door Nonkel-Kapitein van uit 't Veurne-Ambacht naar hiergebracht, was als pachter van de hoef niet mindan vijf keeren getrouwd geweest en hij stondtot diep in 't Brabantsche beroemd en vereerdvoor zijn ervaring in de geheimenissen van hetleven. Hij wist uit kruiden, gras en steenen,zalfkens en olieen to distileeren tegen 't ver-derf des menschelijken lichaams, kende denkleinen en zelf s naar men beweerde den grooten„Albertus" op zijn duimken van buiten, en be-zat het vermogen uit den loop van zon, maan

Page 225: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

222

HET NOODLOT

en sterren de oorzaken van velerlei gebeurento ontraadselen . Zijn woord was evangelic voorde boeren en zelf s menschen uit de stall kwamenbij hem om raad .

„Zij de ook eens komen zien ?" vroeg hij, trokpeinzend een wolksken nit zijn pijp enn keek metzijn ronde, wimperlooze oogen r~cht naarCarolus zijn voorhoofd . „Wat is mogen geredworden, is gered, en meer is hier ni to doen daneens to zien. 't Spel is voorgoed naar de knop-pen. Gelooft mij, want ik weet het," voegde hijer geheimzinnig aan toe en neep beteekenisvolpond en oogen toe .'t Burgemeesterken sloeg verschrikt de han-

den saam boven zijn dikken buik en draaidezijn oogen naar den hemel .

„Dat zullen we zien !" riep Carolus hem toe .„Vooruit ! wie komt er mee ! een daalder en eenkermis !" Hij keerde zijn paa,rd om en wenktede boeren.

Maar dezen aarzelden, krabden eens zinnendachter hun ooren en keken naar Baziel .Het was maar als Baziel weer zijn oogen

opendeed en zei : „Wilde 't probeeren ? gekunt !", dat ze al to samen Carolus : top ! toerie .pen en rap nom schuppen, houweelen en bespan-nen driewielkarren voor de aan to voeren aardeen takkenbossen liepen .

„Doet gij al op," zei Baziel . „'t Is toch voor-niet, al deden het pastoors en toovenaars meteerde van 't kerkhof, 't water houdt ge toch niettegen. 't Staat immers geschreven."

Weldra was 't op den Scheldendijk een ijverig

Page 226: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

NET NOODLOT

223

overentweer van karren en paarden die van 'tHof van Swaen aarde, bergen rijsthout en rusesen aanbrachten om 't gat to stoppen .Een mierenhoop van wel honderd boeren

krioelde er zwart dooreen . Ze sleurden en,zwoegden omtermeest, en de takkenbossen en deaarde werden verder en verder het afloapende,ruischende gat ingewerkt.Carolus had jas en vest uitgeworpen en

wroette mee lijk een razende. Zijn lang, blondhear hing in natte klissen in zijn gezicht enzijn hemd plakte op zijn rug van het tweet .Maar 'hij voelde het niet . Er tat een koppigedrift in hem om 't angeluk rap goed to makenen onbezorgd het nieuwe j ear kunnen open todoen, met alleen de volheid van zijn liefde inhet hart. Hij had opj agende woorden en lietveel bier en eten aanroeien door den baasuit „Den Tinnen Pot" om er tocht in tohouden.

De boeren werkten lijk paarden, 't tweet lektemaar van de verhitte koppen en als er warmdie de schup neerlegden, den was het am met degauwte een straal koel bier in 't li j f to gieten,diet in grij ssteenen gotten aangebracht weed .

't Gat weed smaller en als de tij op zijnJaagst liep, was het tae .

't Water was al ver gezakt. De palmenhaagvan den pastorijtuin tat er hoog boven uit enrond de wine school liepen er kinderen . Van 'tGraevehof tag men alree, tusschen het geweivan den boomgaard, de blauwe beluiken kleu-ren en rond de wine werkmanshuizekens meer

Page 227: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

224

HET NOODLOP

dorpwaarts, was 't grijze water tot onder degeteerde plant gedaald .Men trappelde of sloeg met de schuppen de

russen vast ineen, j onge boeren reden zweep-djakkend met de karren of en de anderen lietenzich met schuitj es over 't water roeien, naarwaar veel yolk hen met geroep afwachtte .

Carolus zag ze zingend „Den Tinnen Pot"binnentrekken. Hij bleef voorloopig nog meteenige jonge boeren op den dijk en ze boomdenmet lange stokken de ijsschollen van de weeksplek, die door 't oploopende water in beweginggebracht waxen. „'t Water heeft een judassen-aard en is nooit to betrouwen" zei Carolus .

't Duurde niet long of er kwam ringaaneendoor de killige achternoennevelen die de vertenblauwig verdoezelden, boerenvolk in schuitj esaangeroeid om eens to kijken hoe 't er meestond. Tegen dot 't bijkans donkey was en desterren in den ijlgroenen hemel openpinkten,kwam ook Baziel, moedermensch alleen in eenplatten vischboot, op zijn duizend gemakkenaangewrikkeld .

Hij kwam tot bij Carolus, rok den behaarden,pezigen hats uit den rooden halsdoek en vroeghem : „Waarom blijft ge u toch zoo moe maken?'t Water komt er immers toch door . 't Stoat ge-schreven. Vult het got met steenen, met staal,bouwt er een kerk in, plant er 't kruis van Ons-J`eer op, 't water komt er toch door !"

„Waarom?" vroeg Carolus krikkel, terwijlhij uit alle macht een reuzige ijsplaat aan 'twegboomen was.

Page 228: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET NOODLOT

225

„Daarom. Dat zulde beter weten of ik," ant-woordde Baziel bitsig en draaide zich om . Hijstapte terug in bet boot] e en wrikkelde weglangs een knotwilgenrij .Ze werkten zwijgzaam voort en de nacht

kwam op de aarde. De tij stond op zijn hougsten in de ineengedoezelde verten ging er bier enchar een lichtj e open .

En then, ineens, begun de grond under bunvoeten to waggelen en to schuiven . Ze warennag maar met rappe voeten op 't hoogere ge-sprongen of met een doffe zucht zakte de damineen en li j k een breede waterval, li j k een muurvan water sprung de Schelde krakend den pol-der in, bet gat in zijn voile breedte openscheu-rend. De lucht zinderde van 't geweld en eenwolk van kokend schuim draaide er boven om-hoog.

Carolus zijn hart sloeg om to breken . Erkwam plots een groote moeheid over hem. Hijdacht aan Baziel en liet moedeloos de armenhangen .

Ginder ver, in bet avondgrijze dorp begun nude noodklok to tampen en er was langs de water-lijn een grout beweeg van lantaarns en geroepvan angstige stemmen. Bootj es met lantaarnskwamen snel aangeroeid en een zware stem gingop, als in een horen : „Manne ! zijde er nag?"

„'t Is niets," zei Carolus tegen bet water„morgen komen we weerom !"

En met zijn handen lijk een trechter aan zijnnmond, riep hij terug : „Ja wij ! alle vijf !"

Carolus

15

Page 229: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

226

HET NOODLOT

Denn anderen morgen als Carolus uit ,,DeuTinnen Pot" kwam, alwaar hij vernacht had,verschoot hij geweldig nog niemand to zien vanaide boerenventen die vast beloofd hadden van-daag opnieuw mee aan 't werk to g an .

De huizen warm toe en 't kerkplein verla-ten. Alieen wat sehaarsche, gekapmanteldevrouwen liepen naar het tampende kerksken,kiekens pikten in 't slijk yonder het smisafdaken achter het huffs van den koster, tegen hetgrijze water waarboven een dunne smoor hing,warm ;eenige venten ijverig aan 't sohuppen en't kloppen aan den nooddam .

Carolus begreep er geenen knop meer van .Maar ginder, aan den draai vann de straat, die

naar den zuidkant het blakke land inliep, merk-te hij ineens den langen stoet van een boerenverhuis.

Vier, vijf met paarden en ossen bespannenhuifwagens waarboven in wissen korvr n, kake-lende ganzen, eenden en kiekens daoreen woel-den, stonden er vertrekkens gereed . Daarachter,tegeneengedrumd door heenentweer schietendehonden en 't zweepgeklets van roepende koeiers,kwamen de koeien en runderen en om do stoetto sluiten een kudde schapen met hun herder .

Uit een stamineeken, daaromtrent gelegen,kwamen er veel boeren buiten gevallen en zeverdrongen zich luidruchtig rond den eerstenwagen .

„Days Baziel die er uit trekt !" wi Carolus,verbaasd 't en kon niet-meer, en hij daar sef-fens op af.

Page 230: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET NOODi OT

De boeren zwegen als ze hem zagen aanke nen draaiden hun gezich4en van hen af .

Hij wou jets vragen maar daar zag hij Bazielzijn vogelengezicht van achter de bruine huffuitsteken, waar hij met den toom in de handeren de zweep tegen de schouders gezeten was .

„'k Weet wel waarom dat ge kop t," zei hijtegen Carolus en keek hem rats op zijn voor-hoofd. „Ge moat nu zoo gear verwonderd ge-zicht trekken, 'k heb hot immers van gisterenal gezeid. 't Kort allemaal niets en de mannerzijn 't moe van voor den duivel to werken ."

,,Maar wat beteekent dat tack allemaal ?" riepCarolus. „Ge wordt toch niet zot, Baziel !"

„'t Water zal blijven komen. 't Water moatblijven komen," ging de andere met eon ijzerengezicht voort en hij liet zijn ronde oogen eensover de verbaasd-gapende boerenkoppen gear .„De polder is betooverd . Of peinsde gij, dat 'ttvoorniet is dat ge met dat heidensmeisken hierdrij waken hebt gefloreerd? Ze heeft alles be- .tooverd. Daar zijn boeken over to vertellen . 'kHeb hat wel gevoeld. En als er mats meer tobetooveren was, is den duivel heur to peerdkomen haleft. 'k Heb hat gezien . Daarbij gij zijtzelf betooverd. En daarom trek ik eruit . Salu !"

't Viel lijk eon steep op Carolus . 't Bloeddsloeg hem near den kop. Hij sprong vooruit omBaziel met zijn zotten kop van den wager todearer, maar de boeren hielden hem tegen .

Baziel klakte ears onversch llig met de tong,stak , de zweep omhoog en dear dokkerde deboerenverhuis de straat uit. De ganzen kwaak-

Page 231: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

228

HET NOODLOT

ten verschrikt, honden blaften, de koeien loeidenen de knechten vulden dc lucht met hot geknalhunner leeren zweepen .

Carolus woo zich 1osrukken, maar twintigarmen hielden hem vast.

Eerst als do laatste man van den stoet, diewas do manke herder achter zijn schapen, overhot steenen brugsken hot dorp uit draaide, lietende boeren hem los en als bevangen door eengeheimzinnige vrees, verwij derden ze zich toenrap en zwijgzaam elk naar zijn huffs .

Carolus zijn woede viol, als hij al die boronvan mannen, em zoo to zeggen voor hem viuch-ten zag. En hij voelde toen ook heel scherp datzijn leven bier voor good was ofgeloopen .

,,Als gij hot niet doen wilt, zullen anderenden polder wel droog krijgen !" zei hij onver-schillig.

Als hij nadien op Fylax do afspanning uit-reed, was hot dorp lijk verlaten . Van tussehenopzijgetrokken gordijntjes zag hij bier en daareen vrouw die angstig een kruisken sloeg ofeen loerende, bestoppelbaarde boerentronie.

,,Betooverd !" zei hij aldoor. „Days dus voorden laatsten keen missehien !" en hij draaidedroevig hot hoofd even om naar hot kleurigedorpken, hot water en hot verre torentje van 'tHof van Swaen .

Maar hot beeld van Anna-Liza kwarn algauwvoor zijn oogen staan en dat zette zijn kop volwarmte.

Hij kreeg toen een mateloos verlangen naarhaar, om altijd en eeuwig bij hour to kun-

Page 232: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

HET NOODLOT

229. . . .. . . . . ... . . . . .... . . . .... . . . . .... . . . . . . . . . . . ... . . . . . .. . . . . . . . . . . . ... . . . . .... . . . .... . . . . ... . . . . ... . . . . ... . . . ... .. . . . ... . . . .

nenzijn en semen inmalkander to vergaan .'t Werkte zijn ziel open lijk een hemel .En als hij den onwillens, door een spleet in

zijn gedachten, Baziel zag en de roode boeren-koppen en ook de menschen uit de kleine stall,din kreeg hij 't duidelijk gevoelen, dat het erprecies maar geweest was om zijn lief de nogruimer en vrijer to makers .

Hoe luttel en gering was dat allemaal, nu zijnhart los lijk de vogelen hoog de lucht in schooten aan hear alleen nog behoorde.

„'t Is niets !" zei hij . „Alles verliezen om al-les to winners ! Kom mijn lief! laat ons doers lijkde vogelen ! semen de wereld in! en niets meerdat ons scheidt ! . . ."

't Gedacht overweldigde hem . Hij deed ont .roerd zijn hoed af, liet zijn Karen vliegen enmet het gezicht near de zon, die hovers de bruinen blauw beboschte heuvelen blozend openging,bong hij een machtig lied .

Page 233: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE SCHOONE DROOM

In het dunne licht van het koperen pierkendat over den schouwrand zijn hall uitstak, zatAnna-Liza to droomen, almaardoor to droomenaan de dingen die nu voorgoed voorbij gingenzijn .

Heur bleek gezicht hing roerloos uit betsmalle, pelsen kraagsken van heur groenen, metgrijs bout afgezetten reismantel en ze list dobetraande oogen rusten op heur handers dieslap en wit in den schoot lagers .

Ret was danig stil in bet werkhuis . De stiltshing er to mijmeren. 't Was maar nu en dandat met een fijn gekraak bet vettige, openwal-mende viammeken jets voor zijn eigen zei, waar-bij dan uit de even opengebiazen schemering dewitoverdekte borduurramen, als tafelkens vanalierhande grootte to voorschijn sprongen .

Buiten in den nacht ruischte een regentjeover de daken . Ret huffs was lijk afgestorven enalleen van achter het donkere, glazen deurkenwaarin hot gels lichtje diep to spiegelen hing,tastte gedempt de ijzeren step der kasthorlogieuit de gang tot bier door .

Op de tafel voor Anna-Liza lag er nog vanalles ondereen to wachten, om in de scheef in-eengezakte reismale op den stool daarnevens,ingepakt to worden.

't Warm hooge, vierkante doozen van hel-

Page 234: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE SCHOONE DROOM

231rrn , a .rrnr , rrrr , er , rnnnrur,ru,.r, . .rv„ur ., . .n . . . .r .un .nn. .r .uno.rourr .rr .rrrrrurrrrr

der bebloemd linnen, donkerhouten ki'stjes waar-van de ingelegde schelpen en 't ivoor perel-moerig glommen, kleine witleeren juweelschrij-nen met een rand van gulden versieringen, boek-jes en albums in zijde gebonden, taschjes enzakjes met donkerglanzige perelen bestikt endaarbij ook nog den geellederen getijdenboekvan Moeder-zaliger, met gouden krullen sierlijkomzet en gesloten met zilveren, gesiceleerde sla-ten ; allemaal dingen waaromheen den reukhing van vele herinneringen .

Anna-Liza had gepeinsd dat alles als vanzelfzou gaan, gemakkelijk en, licht lijk een spel-leken, nu ze eindelijk voorgoed bij hen grogzijn, dien ze boven alles liefhad . Maar in dewa,chtende stilte van dozen nacht was er moonsveel weemoed yap heur hart komen wegen .

En in Aden onbestemden gang der weeks ge-voelens doken nu, duidelijk geteekend alsof 'tmaar van gisteren gebeurd was, vole schooneurea uit heur leven naar voren .

Heimwee naar al dit voorbije lei zich overheur ziel. En zonder dat ze 't begreep rolden erdots veel tranen van tusschen heur zwartewimpers op heur handen open en heur burstword beklemd van omhoogwellende snikken,

't Gekraak van fevers een steel deed heur plotsverschrikt rechtspringen en de tranen weg-vagen. Ze bond; den hoed op en begon teenhaastig al de dingen verder in de male toberrgen .

Maar de goedheid van de stilte die zich weershot, verdreef stilaan den angst en heur schik-

Page 235: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

232

DE SCDOONE DROOL

kende handers vertra'agden hun gang over hetbijna leege tafelken .

Met moeders gebedenboek open naar het licht,zakte ze zoetlui op den stoel neer en bepaaldernu gingn heur gedachten naar moeder-zaliger .

Zooals ze char in de voorzaal, binnen dengouden ovalen lijst geportreteerd hing, het fijn-krullende, donkere haar omkransend het teer-blozig gelaat met de diepbruine, oolijke oogenen den zachten loch die den rooden mond open-krult, zoo leefde ze steeds in Anna-Liza's ver-rukte verbeelding.

Met datzelfde open, jong gelaat zag ze heur's avonds weer over heur kinderbedje gebogen,zag ze heur, lachend door de tranen heen, ophet ziekbed liggen en kiiielde AnnaLiz:a er ingedachten voor neer, toen ze, in het guldenkaarslicht van h:et tafel-altaarken, met violettenomstrooid, met geloken oogen, weemoedig todroomen lag bFnnen de witte gordijnen van heurdoodenbed .

Helder als voor heur oogen geschilderd voig-den de herinneringen malkander op, menigvul-dig en afwisselend lijk de wolken aan den lente-hemel .Anna-Liza lieu het boek in den sehoot vallen,

heur gezicht verdween in den schaduw der om-huivende hoedranden en het olielicht lei zichplat op de over 'de burst gekruiste handers .

In heur gesloten, zwart-zij den kleed metzware paarlenranken gegarnierd, fijn verhel-derd door de smalle kanten pals- en polsboordjeren de gouden borstketting met het effen kruis-

Page 236: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE SCHOONE DROOM

233,rv. . . .+ ,+,+++ .,. .u++ .n+ . . .u+uu•uu . ..,au . ...a . . .r ..u . . . .+ru . . .u++nuu++auu

ken aan, ging en kwam Moeder wear door hathuffs. Een lack verklaarde heur oogen en opheur lippen lag hat gehommel van een zachtliedje .

Al mij ! de zondagachternoen na 't lof, alsvader met de gestrenge heeren van den kerke~road in de sakristijj vergadering hield rondmijnheer pastoor, en moeder in 't voorbijgaan,voor een uur of twee bans was thuis ! Dat warengouden uurkens, stukj es van den hemel !

's Zomers was hat ~dan in den koeloverlom-merden, riekenden tuin een sped lijk van uitge-laten kinderen : piepenborg, blin~dendulleman,pottekenstamp en zooveel andere spelen flog,niet to tellen, of ze dansten en zongen op dengeklaverden blijk onder den moerbezieboom vankirremondee en 't paterken .

's Winters buitelden ze er door den sneeuw,of als 't wear slecht was, warden tafel enstoelen uit de huiskamer geruimd en dansten

met tweeen, terwijl de derde Whet clavecimbelaangenaam liet zingen, over hat groen enblauw gestreept tapijt lichtvoetig een sierlijknenuet.En daarbij don flog de scho'one dagen van

Kerstmis, Onnoozelen-Kinderdag, Nieuwj oar,Drie-Koningen enz, enz. ell om nooit to vergetende foordagen, als ze onder hun driekes in 't ge-nipt hop-snap naar de Groote-Markt muisden,om ook hat hunne to hebben van 't vertier en't plezier rond de blauwgeschilderde, walmendekramen en de rappe, blinkende paardj esmolens !

Maar deugdelijk aan 't home en onvergetelijk

Page 237: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

234

DE SCENE DROOM

schoon, warm en bleven voor Anna-Liza dewandelingen fangs de Nethe, in de witte, b1eekbesternde zomeravonden als Moeder van hewneigen kinderjaren vertelde toen zij, scharnelweesken, in de bisschopstad woonde bij denkinderloozen oom, beoefenaar der fraaie 1etteren, en tussehenbei fijnzinnig fluit- en harppspeler! Altijd spel en lack en zoete muiek bijhem en zijn vrieiiden, die de bloem van 't leveemet de lippen genoten lijk men de reuk vanrozen geniet! Een Broom !

't was voor AnnaLiza of ze Bat alles zeifbeleefd had! . . .

Zoo zag ze Moeder .En semen met die veelvuldige, ontroerende

gestalten kwam heur nu stillekensaan ook hetheels huffs levend voor de oogen staan, lijk oreaan het beeld zijn voile innigheid to geven .De stemmige, laaggezolderde kameren met

hun stills, nude meubelen en de effen, witlinnengordijnen waardoorheen het asemlooze Iichtdroomend near binnen zeefde, warm als doorhuiverd van innigheid als Moeder er zich rul-schend door bewoog ; en de zolder, hoe plechtigwas het dear als zij er, met hun beider meisjes-koppen in de ronding van heur leest aangeleund,to mijmeren stonden in het ovals gevelvenster,Bat alover de daken van het Begijmhof, een teer-kleurig vergezicht opende op de verblauwendeNethelanden ; en ook de vleesehkleurig overtrok-ken stoelen err- 'zetels in de voorzaal, het rank-omhijste spiegeltje en de gulden sehouwklok,hoe lenig van hijn en helder van kleur groeide

Page 238: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE SCHOONE DROOM

'35.aaaaYafaafYffaafaaVlfa/aYfaaafaaflfaafafaafYaflfYffafYafYfaYHplHf aaa alaaYUf111Haaf1HllfaaVaYYYUfYfYYHVaffafl4uYYY/

er alles, als Moeder er -de vergulde harp en hearwarme stem to samen liet zingers !Anna-Liza's gedachten wandelden bewogen

van ding tot ding. Machtig voelde ze de wij-ding van het huffs over hear ziel neerkomen.Alles had nets eigens en vertrouwds to vertellen,uit elk hoekj a kwamen de beelden en stemn in-gen met wisselende kracht naar hear toe, entoch zat het alles in en door malkaar gevlochten,een met hear herinneringen en saamgewassenmet de vezels van hear eigen hert .

Achter het glazen gangdeurken met zijn ze-nuwachtig spiegellichtj a in 't middenste ruit-vierkant, wist ze dat alles nu slapende in dennacht en hun zaohtverhalende nabijheid werkteop hear gemoed . . .

En dat was het, wat ze flu voorgoed ging ver-laten om het nooit meer weer to zien misschien ?

Het ging als een priem door heur hart daar-aan to moeten denken .

De wanhoop woelde hear gedachten 't onder-ate boven. Ze voelde zich zoo ellendig om hearplotse verlatenheid dat ze de handers voor 't ge-zieht sloeg en laid began to snikken . . .

Maar ineens, door het eendere geruisch vanhet regentje dat aldoor over de daken en deruitj es to f ezelen hing, werd ze in den tuin hetsmakken van naderende voeten gewaar .

Voor ze, opgesprongen, 't gebedenboek in demale had geborgen, draaide traag en geruisch-loos de achterdeur open en helderde het ver-rukte gezicht van Caroluss uit de donkerte naarhaar toe .

Page 239: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

236

DE SCHOONE DROOM

Anna-Liza heur gemoed keerde ervan om enmet een kr'eetj e vloog ze naar hem toe . Ze wondhartstochtelijk de armen road zijn hall, drukteheur gezicht tegen het zijne en begon toen ze-nuwachtig to lachen .

Carolus hief haar seffens op en droeg haar,lijk een moeder heur kind . Hij drukte heur tegenzijn burst en zijn warme lippen daalden op heurgelaat .

„Tranen?" vroeg hij verwonderd, binst hijhet nat van heur wangen en nit heur oogen weg-kuste .

„Voor u ! voor u !" hijgde ze ineens als drun-ken in de schelp van zijn our . Ze nam zijn hoofdin heur handen en keerde het naar het wiegendelichtj e .„Last me in uw oogen zien," bad ze smee-

kend, „hang en diep in uw oogen zien, Carolus !"En ze keek erin, met mgehouden adem ; ze

dompelde heur ziel in het warme licht dat er insaamgetrokken leef de, drunk het met gulzige,lachende oogen en geleidelijk, terwijl ze zichomhangen voelde met zijn groote liefde, werdheur gemoed veer rustig en zalig-gelukkig lijkeen bloem in de zon .

Ze rok zich binstdien langzaam tegen zijnburst omhoog en kuste hem then de oogen toe.

„Zoo is het nu goed !" f luisterde heur warmeadem. „Last me nu zoo altijd bij u ! Draag meflu mast mee, naar waar ge wilt, mijn God !"

Lachende en weenende tegelijk maakte ze zichlos, trok de reismale op tafel en begon gedemptto vertellen van al wat ze meenam .

Page 240: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE SCHOONE DROOM

237 • V ++•r rY+ .Yn,u+,Y,Y .+ .,Y .,. .vY .u . . .n, .+Y+++ .unYYU+u .+ . .++YU+,vY .Y,+ .+nu+++uuYn+ •+ +Y+Y+YYYU+rYYn+YdY+ •+VYYYi

„En draag alles flu eerst naar den wagen,Carolus !" zei ze. „Meer is er niet.1k last nietsantlers achter !" voegde ze er teeder aan toe, termwij i ze de natte haarklissen van zijn voorhoof dstreelde.

Hij kuste haar op :de oogen, nam de reismaleen verdween in de donkerte van den tuin . „Sef-fens kom ik dan om u!" lispelde hij heur nogachterna .

Anna-Liza bleef in het deurken staan en volg-de zijn stappen in den nacht . Ze hoorde denklimop die dik over het brokkelig tuinmuurkenhing, ritselen en kraken en even daarna, ergensvan under de donkere vesteboomen, die machtigruischten van het water, het holle stampen vanpaardenhoeven in den zompigen grond en 'tklirren van tuigijzer .

Nu ging hij om haar komen . . .Het benam heur bi j kans den asem en ze

moest heur hart vasthouden terwille van denhevigen slag.

Ze kwarn terug eenige stappen naar binnenen keerde zich toen onwillens naar het verre,donkere gangdeurken .

Ze kon er heur oogen niet-meer van afwen-den, en zacht maar machtig drong het nudehuffs zijn eigen weer aan haar op. . .En zoo, moest 't afscheid nu genomen

worden. .De onrust en de angst sloegen haar zinnen 't

onderste boven . Er ontwaakte iets in heur, ster-ker dan heur wil .

„Ach, Moeder ! Moeder !" kreunde ze, ver-

Page 241: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

238

LE SHOONE DROOM

drunken in tranen . ,,Ja . . . 1k kom! voor denlaatsten keen !"Anna-Liza ram het pierken van de schouw en

lijze schoof ze er mee tusschen de borduurr'a,men, door het openklarende deurken de gang in,naarwaar, tussehen twee witte deuren, op eenrood, kegelvormig trapken, vol met geraniums,een houten, blauw-en-wit-gesehilderde LieveVrouwenbeeld haar raze gezicht open deed naarhet gele, bibberende viammeken.

Ze zette het lichtje neer aan den voet van hetbeeld, tank op de knieen en began to bidden .

De slag van de achterdeur, door den wind toe .gezogen, deed haar even schrikken, mast zeboog algauw weer het hoofd naar het wiegenlight en verzonk in heur mijmering .

Daar vond Carolus heur biddend . Het kwamaan zijn hart . Verteederd, met tranen in deauger, bleef hij even wachten alvorens bij heurto komen .

Ze zat er zoo stil, en het beeld scheen to levertegen den ovalen, zacht-wiegenden schaduw opden muur. De geraniumtrossels vlekten helder-rood tussehen het diepe green der blaren en inde verdoezelende witheid van de gang, glommenflauw de groote, koperen deurklinken . In de ge-polijste kasthorlogie, mast de darken trap ..opening in den muur, zag Carolus onduidelijkzijn gelaat en zijn gele reisjas met de zilverenkTloopen weerspiegeld .Maar gauw ginger zijn auger terug naar

Anna-Liza en hij lei zacht zijn hand op heurschouder .

Page 242: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE SCHOONE DROOM 239 .

"Ja!" fluisterde ze in een grooten zucht engreep zijn hand. "Nu moeten we gaan !"...

Maar ineens hoorden ze het kraken van eentrap en, onmiddellijk daarop het gedempte ge­doffel van, voeten over den looper naar benedenkomen.

Rood kaarslicht opende den ronden trapboogen, daar stond al met een keer Mijnheer Duyve­waert voor hen, mager in het mosgroen kamer­kleed, met de, koperen kaarsepan boven zijnwitbeslaapmutsten kop, Zijn oogen die veeI witlieten blinken, groeiden groot open en gingenrap overentweer van Carolus naar Anna-Liza,'zijn mond viel schuin open 'en 'zijn gelaat werdgrauw van de vele, pijnlijke rimpels die in zijn.voorhoofd en de ingevallen wangen getrokkenstonden.

Anna-Liza was rechtgesprongen en borg ker­mend heur hoofd in Ca.rolus zijn schouder,

"Kom nu I" zei Carolus beangstigd.Hij nam haar in, dearm,en ,open, wilde

weg,Doch eer hij zich gekeerd had, vielde kaarse..

pan uit Mijnheer Duyvewaert zijn opgestokenhand, zijn armen draaiden in 't ijle en, hij stuik­te zijdelings voorover, plat op de witte-en­blauwe vloersteenen. Hij kreunde eendig en'zijn geraamtige handen. gingen. open en toe, alagrepen ze naar iets.

Anna-Liza rukte zieh met een gil los vanCarolus, viel over haar vader neer en begon ang­stig te huilen,

Carolus wou heur optrekken, maar ze weerde

Page 243: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

240

DE SCHOONE DROOM

zich. ,,Ik kan niet!" snikte ze . ,,Moeder! 1k kannooit meer!"

Toen beak er jets in Carolus.Zijn hoofd werd duizelig alsof er duizend

winden met al hun geweld doorgingen . Hij konzijn oogen nog niet gelooven, riep nog peensdringender, en slap, met hangende armen, suk-kelde hij naar buiten . Zijn beenen knikten en hijmeende telkens neer to stuiken, zoodat hij groutsmoeite had om over het tuinmuurken to geraken .

In den wagen zonk hij gebroken ineen overde reismale, waarin Anna-Liza alles geborgenhad, wat haar hart niet had kunnen achter-laten . . .

Traagzaarn reed Ptrus den wagen van onderdo donkere, lekkende vesteboomen, de hollestadspoort door, en toen den rechten, bleekensteenweg op die leidde naar de havenstad, waaralles in gereedheid wachtende was voor :hunviucht naar opener landen .

Page 244: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

..... . . .... . . ... . . . . ... . . . ..... . . . . .. . . . . . .. . . . . . . .. . . ... . .... . . . . . . . . .... . . . . . .. . . . . . ... . . . . ... . . . ... . . . . . .. . . . . . ... .

ANNA-LIZA

Op Onze-Lieve-Vrouwe-Boodschap was hetdat Mijnheer Duyvewaert voor den eersten keenhet bed verliet.

Terwijl hij zich langzaam uit den armm van,Anna-Liza tusschen de witte kussens in den zetelbij 't venster liet zinken, verschoot hij danigbij het zien van haar afgemagerd, Meek ge-zichtj e.

Ze was nog maar het vel over de beenderenniet meer, en alhoewel oen zachte glimlach haardunne lippen haar hem openkrulde, merkte hijtoch duidelijk dat er iets onuitsprekelijks treu-rends in hour oogen to droomen hing .

Binnen de schemering der groene bedgordij-nen had hij dat vroeger niet bemerkt en daaromvoelde hij flu ineens zijn 'hart warm worden vanbezorgde teederheid .

Hij nam heur smalle, of getrokken handers inde zijn en klopte erin, heur zacht vermanend

„Toe, kind ! alles moot flu voorbij zijn, ver-geven en vergeten," sprak hij ontroerd. „Laator u niet langer moor door kwellen . 't Is eonbeproeving geweest, eon zware beproeving . Onslevee was toch al to schoon als ge hot fijn be-denkt en Ons-Heer weet wel wat wij noodighebben : eon kruisken van tij d tot tij d maaktde zielen stork. Vertrouw op God, kind ! en bidveel. Zie maar eons naar mij. Wie had kunnenCarolus

16

Page 245: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

242 ANNAL1ZA

peinzen dat alles nog zoo goad zou gekomen zijn?'k Voel mijn hert weep litht lijk een pluimkenin de zon, en mijn ziel vol vrede . . . 'k Zal meevoor u bidden, Anna-Liza!"

Ze luisterde met een weemoedigen, innsden gliml:ach op den mond, maar in haarkw:amen vale tranen .

,,Ja, wader !" zuchtte ze en trok zorgelijk zijnzwartomzoomd ; groan kamerkleed tot onder zijnkin toe, sloot de grijs-wollen deken: road zijflbeenen en lei daarna nog peen beukenblek inlagen haard .

,,'t Is goad, kind'" dankte hij en knikte beurgemoedelijk toe, terwiji ze zich, geruischioterugtrok .Het ward flu heel stil in de kamer, waarin

alleen de golden herderinnenklok op de schouwzijn tragen, naaldfijnen tiktak liet hooren .

Het etagere hoof d schuin op de burst gezakten de hand aan de kin, verzonk Mijnheer Duyvewaert wear in bepeinzingen over de beproevin .gen des Hemels .

Hi j dacht daar in den Iaatsten ti jd gee seover na, want hat was troostend uitermate enzacht lijk zaif op hat weeke vleesch van zijnpert, Zijn ziel wend er ruim en licht door en 'tgaf hem de zekerheid dat hat leven nu weepmild en goad zoo worden, lijk een goode moeder .

Na daze waken van ellende en wanhopigQ ver-bittering, kende hij wear den vrede des hertenen hij zoo van de opengaande dagen wear kun-nen genieten precies alsof er niets gebeurd was.

Daaraan to kunnen peinzen maakte hem zoo

Page 246: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

ANNA-LIZA

243

gelukkig en frisch, alsof hij nieuw blood go-kregen had!

„Wie had dat nag kunnen pein'zen !" zei hijherhaaldelijk om zijn vreugde to uiten, en ter-wijl keek hij innemend de kamer rond, near desilhouettes en de gekleurde heiligenprinten aanden muur, naar de herderinnenklok, near hetvergulde koper van den heard, near alles, want't was of hij het voor den eersten keer zag .

Maar een aarzelende streep zon die over 'tzwarte marmerbiad der gepolijste, dikbuikigekommode openschoof en dear een wassen vruch-tentuil onder glazes stulp abrikooskleurig om-glansde, trok gauw zijn aandacht near buiten .

Hij trok de witlinnen gordijnen open, ver-schoof den rood-betrosselden geranium op hetvensterberd en liet door de kleine ruitvierkantenzijn oogen zacht-genietend overentweer gaanover de tuinen en de daken, waarop de jongezon zijn dun goud to trillen lei,

Hoe jeugdig en frisch lag dear de tuin metzijn gesnoeide boomer, omgespitten grond eno gereven paden . Madelieven spikkelden overden biijk en in de beziestruiken hing alree eengeelgroen asemken. De boomer droegen op hue

hoogvorkende twijgen een regen van bleek-grioene blvd-kuifj es, en de witte plekken van 'tanoeimes op de stammer deden Mijnheer Duyve-waert inwendig glimlachen, want 't deed hemdenken aan verwonderde gezichten .

Maar daar viel ineens een staartwippende me-rel op 't laatste torentje der driebogige palmen-haag, die den bloemenhof scheidde van den tuin .

Page 247: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

244

ANNA-LIZA

De vogel sloeg de vleugelen eens open, staleden kop omhoog en stootte toen rap een schiet-gebed van zone kianken uit zijn safraangelenbek, waarna hij over den tuin wegsnorde enop een dun, opkrollend taksken der over-Neeth-sche populieren ging zitten wiegen .Mijnheer Duyvewaert had hem zachtmonke-

lend gevolgd en nu verschoot hij er werkelijkvan de lucht ineens vol beweeg to zien van dui-yen- en spreeuwenzwermen, musschen en viii-ken en de hemeltent daarboven van eennooit gezien Lieve-Vrouwkensblauw, waarinop zijn eentje een groote, melkwitte pruikwolkhoog boven den gelen St . Gommarustoren over-dreef en door zijn wine vastheid het blauw nogdieper en inniger maakte .

,,'t Goe weer is op komst," zei hij inwendig .,,Tegen dat 'k voorgoed n:aar buiten mag, staatde wereld in het groen !"En welgezind keek hij over het bezonde

Begijnhof tusschen de purperbloozende veste-boornen naar de groenopgetrokken verten waar-door het lenige lint der Nethe schitterde.

Maar 't Begijnhofklokj e dat tegen de ruitenkwam kioppen voor de mis, trok zijn oogennaar een anderen karat.

Hij schoof daarvoor den geranium heelemaalin den hock, role het hoofd schuin tegen de rui-ten en alover de nederige begijnenhuizen, diehun achterdak tot op den tuinmuur lietien door-zinken kon hij een lange spie der St. Margare-thastraat zien waarin de kerk lag .

De zon stond er viak in en liet dc witte ge-

Page 248: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

ANNA-LIZA

245. .u.. .u, .u, . .v . ..vvn . . ..+u, . .,.v . .r .,u++ . .nv . .+ . .+v . . . .ru .n. . .+r . . .,r . .rv+vu+v+urvvvv+n+,r,v,vv,

velen en de groene deuren aangenaam bun-ken . Hoog daarboven krulde het renaissance-torentje vriendelijk zijn klokkenhuis open,waarin met korte zwaaikens de klok overentweergalmde. Het gulden haantj e keek naar het Zui-den en droeg op zijn staart een ineengedokenkraai .

't Deed Mijnheer Duyvewaert werkelijkdeugd weerom het zondagsehe beweeg van kerk-gaande menschen to zien. Daar warm de be-gijntj es die langs dawn kant van 't Hof woon-den, de weesmeisj es en de gekapvleugelendenonnen uit het Marollenklooster, pekens van't Godshuis en ook vele menschen uit de stad inhum beste kleeren .

Maar als hij opeens Anna-Liza daartusschenzag, mager en gebogen over den arm van Chris-tian, kwam ode zorg wear op zijn hart gevallenen hij trok zuchtend zijn hoof d van 't vensterwag.

Het klokje vial stil. Hij nam zijn gebeden-boek op de knieen, trok zijn solideeken vasteren sloeg een kruis, want hij wou van hier uitmee de mis hooren.

Mijnheer Duyvewaert meende 't orgel to hoo-ren en den belklapper, hij zag onwillens Mijn-heer Pastoor in zijn wit kerkgewaad achterkaarslichten wierookwolken de roodbetapeeteaftaartrappen opgaan en de wij ding der kerkstemde zijn ziel stil en vroom .

Maar 't was niet voor hem dat hij samenmet den priester belijdenis deed van zijn be-rouw, offerde en communaceerde, Gode zijn

Page 249: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

246

ANNA-LIZA

dank zei en den zegen ontving. Het bleeke,doorsehijnende gezichtje van Anna-Liza, hemingevaflen schouders en heur sleependengang ginger van voor zijn oogen nietmeerweg .

En 't was Loch maar een beproeving geweest,een zware beproeving des Hemel, ook vrhear. . .

De zon bekleedde vender en vender den muen teekende scherp de gram-brume rankersdie op het melkbleeke behangpapier in regel-matigen opgang hun bladeren en bloemen opemraden . . .

Als de gewone misgebeden warm uitgelezen,look hij een minuut de oogen en sloeg een grGobkruis. Hij meende daariia nog tot geestelijkeverheuging van zijn hart, den schooners ,,Lof-zang der 3 Jongelingen in den Oven," to lez,maar char kwam de oude meid binnengesleftmet een brief in de uitgestoken hand. Ze keekverward van achter heuren koperen bril naar 'topen gebedenboek op zijn knieen en bleef thenineens bedremmeld staan .

,,De mis is al wel een kwartierke gedaan,Mijnheer!" vergoelijkte ze. ,,'k Ben daarommaar seffens near hovers gekomen met deerpapier. De postiljon nit den „Arend" is 't dearjuist komen afgeven ." Ze reikte hem den briefen draaide algauw de deur nit .

Mijnheer Duyvewaert brak den zegel, vouwde het gel bled open, en zie! terwiji zijn scherpgezicht heenentweer over de letteren grog,sprong er een sterke bias op zijn voorhoofd en

Page 250: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

AA-LIZA

247Urvvornr . .•.n .nn .r •, • • • ••r . .rr, . .r,rrs,r .rmrrr .n . .ru .rrr .rn . . .uu .rv .r.rn .urr. .. n ur .rr .n r.rrrrurrr~n

een kinderlijk-gelukkigen'lach krulde zijn dunnelippen open .

't was een brief van den ~deken van Scherp -heuvel, met de vereerende opdracht een schoo-ners kanten vool to makers voor het wij d-,bef aam-de, zeer miraculeuze Lieve-vrouwen-beeld datzijn kerk heiligde.

Mijnheer Duyvewaert las en herlas den brieftot hij hem zoo met zijn sierlijke letters en pen-krullen voor de oogen zag steers, en dan bleefhij er nag fang in de hand mee zitten glimlachen,aangedaan tot in 't kenneken van zijn ziel .Wat zou Anna-Liza flu zeggen ? Want 't was

fang geleden dat er nog zoo'n schoon werk gea-vraagd was

't Kwam hem voor, dat Onze~Lieve-vrouwhem ter hulpe kwam om alles weer op zijn effento brengen. En dat 'ontroerde hem zoo dat zijnpert ervan began to kloppen en hij niets goonpijn meer gevoelde en geen zwakte meer in dennek noch in de nieren .

„'k Ben genezen !" zei hij ineens tot zijneigen, aangenaam verrast door het deugddoendegevoel van levenslust dat hij in zijn blond voel-de kittelen .

Hij plooide de saargie van zijn smalle knieen,stond recht en begon waarachtig to wandelen .Zijn hoofd wend er wel een beetje duizelig vanen hij moest zich nog wel aan de bedetijlen ofpop stoelruggen steunen, maar het ~duurde geenvijf minuten of hij liep alleen .

En near oude gewoonte vouwde hij de handersop den rug, keek met halftoee oogen plat en

Page 251: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

248

ANNA- ,1ZA

recht voor zioh uit als volgde hij jets, en wandel-de daar precieus op zijn plane, geborduurdemuilen in de kamer overentweer terwiji de fijneglimlach van, zijn mond niet afging.

En begeesterd door zijn vroomheid, zag Mijn-heer Duyvewaert aireeds voor zijn bewonderingop een besternd, kanten voolveld de ijiwittebloemen- en wijngaardranken waardoor zingen-de paradijsvogeien vlogen, in velerlei gestaltenopenkrullen rond een overkroonde A en M, diesierlijk door elkaar gestrengeld warm .

't Groeide en bloeide in zijn verbeelding toteen hemelschen bloemenhof .

Hij zag wel honderd voolen en de eene wonhat in schoonheid op den andere .En opgetrokken van verheuging om al die

weelde die zich voor zijn gezicht openvouwde,dacht hij almaardoor aan Anna-Liz .

,,Ziede 't, kind!" zei hij verteederd, ,,nu iser wear schoon werk . Wat zullen we er niet vanmaken? Laat er ons in opgaan, zooals we ervroeger in opgingen. 't Zal zoo'n deugd doeraan uw hart. Onze-Lieve-Vrouw wil u oak ge-nezen !"

En bintsdien lei hij de teekening vast in zijnhoofd. Hij verbeeldde zich daarna hat miracueleuze beeld van Scherpenheuvel en hij zagduideiijk hoe, van under de openbuigende,gouden kroon die op hat zoetIachend ge-zichtje schitterde, de kanten vool over hat stijve,blauwfluweelen hoepelmanteltje, zijn bloemenen vogelen wazig to droomeri lei . En zijn hartwas erover tevreden .

Page 252: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

ANNA-LIZA

249

Toen Christian en Anna-Liza een beet] a latervan hat na-kerksche vestewandelingsken thuiskwamen, verschoten ze lijk zot vader op de beento vinden en wandelend lijk een eerste jonkheid.

Christian rolde seffens den zetel naar wear hijbij den haard beteekenisvol den brief omhoog-stak. Maar hij wou niet gaan zitten .

„Wean, peen' !" zei hij, „'k ban gne'zen, kind!"en hij begun met een warme, ontroerde stern tovertellen over hat vereerende werk .

't Gaf Anna-Liza een zoet gevoelen, hem charzoo opgewekt en levenslustig lijk een bieken tozien. Haar oogen warden er voehtig van .

„Zou hij dan toch nog genezen !" vroeg zezich glimlachend af. En dat gedacht wenteldeeen zwaren last van hear gemoed. Een teereblozing van zachte, hoopvolle vreugde bloemdeop 'heur witte wangen, heur burst hijgde, enlachend en weenend tegelijk nam ze vader bijden arm en wandelde wear met hem road dekamer, zooals ze vroeger placht to doen .

„Ziede wel ? 'ziede wel !" zei Mijnheer Duyve-waert zalig-verrukt, terwij 1 hij met welgevallennaar heur blozend gezichtj e keek, „weeral eenstep vooruit ! 't Komt nog heelemaal goad !"

Hij wist Anna-Liza gelukkig en blijmoedig,hij zag ide voolteekening openasemen tegen dezon en meteen voelde hij een ruling van werk-lust door zijn lijf gaan, om de schoone vormenmaar d'adelijk op 't papier to brengen zooals hij't vroeger deed .

Anna-Liza haalde zijn teekengerief en Chris-tien' 'schudde de zetelkussens op.

Page 253: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

250

ANNA-LIZA

Het voorjaarslicht, door de toegeschoven goresdijnen aangenaam getemperd, lag kostelijkover het doorsehijnende papist . Hij teekendeeerst zijn zielegroet van Ave Maria in fijnozbIoeinde letters met erboven een koninginnenkroon en ,list toen, under zijn zacht-drooniend gern.

laat de ranken door elkander openbloeien en dovliegende vogelen zingen .

't Was een geestelijk gent zijn eigen daaraanto kunnen overgeven, terwiji van bender, voorden eersten keer sedert zoovele weken, west hetstreelende spel van clavecimbel en harp opklenk .Het werk Meld hem zoo vast dat hij zich's rumens bijkansi den tijd niet gunde dovleeschsoep en het malsch hanenstuk met dotwee ingelegde perm to nuttigen .

„Last me maar doer !" zei hij tegen Ohris., tien,drunk den roomer wijn leeg then Anna.

Liza hem reikte en list sierlijk zijn potlood irer-der loopen . . .

't Was een feest voor de ziel! waaraehtig eenfeest! . . .

.Maar als Christian, na 't lof, met den koffieboven kwam vond ze Vader daar ianguit op deigrond liggen en hi j bewoog niet-meer.

Heur hoold was om to barsten, er sprung ekrop ;jfl heur keel en heur hart begun to bonseiijk eon kiok. Maar ze hield zich stork en kniekiehaa:stig naast hem near.

Ze keerde hem op den rug, knoopte de zwartekoorden van hat kamerkleed los en ook zijn withemd en lei eon rattan handdoek op zijn voor-hoofd. Ze luisterde angstig gespannem met hat

Page 254: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

ANNA-LIZA

251..n . •~ nrrr . . urr .r .nr., .vrr,r.. .rr .r.nnur.• . r .rrnrrnu.,rrrru.onr .rr,rvnrrrrvrrrq .rnnr . .ro.

or aan zijn mond, voelde lang den pezigen poleen toen eerst kwam de zekerheid over heur dartbij dood was .

De teekening lag voleindigd, lijk een rag-fijnehaduw op hat gale papier en hat roode potlood

lag naast zijn smalle, blauw-dooraderde hand .Ze liet traagzaam de gestreepte rolgordijnen

veer en plaatste den ivoren kruislievenheer opnachttafel nevens hat bed tusschen brandende

kaarsen met hat koperen palmdragend wijwater-atja ervoor .'adieu belle Christian om de meld. Samen

n amen ze Mijnheer Duyvewaert op en legde hemin hat bed met een kruisken op de borst en deit'agere saamgevouwen handen in zijn beenenpaternoster gewonden .

Hij lag char schoon. De oogen warm lichtj estOe ale in slaap en een kinderlijken, vredigenglimlach verhelderde hat gladgeschoren,, inge-vallen gezlcht.

Christian meende flu naar beneden to gaan, bijheur zuster, maar char ~hoorde ze reeds mope

eten over de trap naar boven komen . Het ver-driet overweldigde heur toen . Ze vial snikkendveer op hat bed en de tranen stroomden van tus-

hen heur handen op de gebreide bedsprel .De oude mend zakte ook op de knieen, liet hat

bebrild gezicl t over hat gebedenboek vallen enbegun met een verdronken stem de gebeden deraoden op to zeggen .Daarop was hat dat Anna.-Liza binnen kwam .Met een snok, als liep ze tegen een muur, bleef

ze in hat deurgat staan. Heur groote oogen groei-

Page 255: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

252 ANNA-LIZA

den verdwaasd open ,en heur gezicht werd langen wit lijk hagel,

Droomde ze TIn? ..Er viel plots een groot gewicht op heur hart

en binnen in heur borst voelde ze duidelijk deschrijnende pijn van iets dat scheurde. Ze wouroepen, maar heur keel was lijk toegevezen, In­eens begon de kamer lijk zot te draaien, Zevoelde heur knieen knikken, stak angstig de tas­tende handen uit en barstte toen in een reute­lende hoestbui los.

Ze proefden iets dik en warm nit heur mondgulpen, zag nog heeleven bloedkoorden door denkanten borstdoek op heur perelgrijs kleed naarbeneden loopen en toen voelde ze zich in een on..doordringbaar, grijs kluwen van wolkdraden ge­wikkeld die door en over elkaar begonnen teschuiven en te draaien, rapper en rapper, lijkbezeten, en heur den asem afsneden,

Ze verzonk erin, voelde zich ineenkrimpen,kleiner, tot ze er heelemaal in verzwond, -

Als Anna-Liza wakker werd lag ze op haarbed. Het draaiende kluwen dat haar zoolang be­vangen had, verdunde en steeg, Er kwarnenspleten en gaten in en de nevelstrepen trokkenzich terug tot achter de sterren.

Ze voelde nu weer de lucht lijk een frischwaterken door heur mond spoelen en heur hoofdging open, koel en ruim lijk een nachtelijkenhemel doorhangen van vrede en stilte.

Maar het ijzig gewicht van natte doeken opheur keel en het onophoudelijk, koele gekittelvan waterdraden, die langs heur sehouders,

Page 256: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

ANNALIZA

253

fangs heur borsten en heur heupen naar bene-den liepen, deed heur langzaam de oogen open-doen op liet kaarslicht dat de kamer vuide .

De opengetrokken bedgordijnen hingen rondde bedstijlen 2acht to wiegen en legden verschui-vende scha:duwen over heur smal, dungedekteiicha:am. Door 't venstervierkant, open op delichten van den nacht, vigil een klein windeken .Het rimpelde het water in de kom op de tafelen kiopte lijk met spelende vingeren tegen dekaarsviammen die aan weerskanten van deSpaansche Lievevrouw op de kommode, hun geelschijnsel open en toe lieten gaan .

Anna-Liza rook het van houtsapgeuren door-trokken windeken en heur oor werd then dennacht daarbuiten gewaar waarin heel ver hetgedempte blaffen van een hond even opleefde .

De nacht was schoon uitermate en stil lijkeen kerk. Zijn goedheid kwam als een balsemover heur ziel en een zachten glimlach lei zich opheur lippen. Het deed danig deugd . En om datnog beter in heur hert to later druppelen liet zede oogen weer toevallen .Ze voelde de tuinen char liggen met hun

riekende boomer waarin een vogel in Broomfloot, het slapende Begijnhof en ook de Nethedie met heur water vol sterren tusschen de be-boomde dijken lenig de bleeke beemden inkron-kelde . . .

Ze voelde zich fangs het water zweven, traag-aam als op wandelstap en laag tegen den grondoodat heur hangende voeten sours de tippekensvan het gras geraakten .

Page 257: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

254

A

blear, als gegroeid uit de donkerte, was erineens remand die aan haar Iinkerzij meewen- .delde. Zij hoorde duidelijk zijn stag in het naBras neerkomen en ook het lichte krakeh vzijn lichaam .

Eer ze tiers stappen vender warm voeldede warmte van zijn hand in haar heap, en nhear linkeroor, zacht en onduidelijk, lijk hetpelen van water in net, begon het suizen vanzijn adem to levers .Hour hart wend ineens gewaar wie daar

nevens hear grog, en dat to weten maakte heurIithaam licht en spon cirkelende muziek vanregenbogen rond hear hoof d .

Hoe vender ze 1ang de bothtende nivier dennacht inging hoe dichter ze hem bij zich meend.to voelen .

Hi j sprak hear toe in een vr{eemde teal diealleen hear ziel verstond, vertelde hear van zijnliefde en dat groeide tot een lichtende muzi&tot gedichten en cantieken, bedwelmend vankleuren en roken .

Ala ze het met hear verstand poogde to vatten, smolt het weg tot het eerste zingende sui ..zen, zoodat ze den zeif niet meer moist of hetbet net dan wel uit zijn mond kwam .

Daarom gaf ze er zich mean heelemaal aauover, wend en zaligdroriken van en zie! hoe Iiehten gemakkelijk bet zweven toen wend, een spell

Ze zweefde de beemden in en hij volgde hear ;ze zweefde over bet donkere, sternenspiegelendwater en hij volgde hear ; ze school de lucht litboog, zoodat ze de sterren zag opengaan 1

Page 258: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

ANNAVLIZA

groote zilveren rozen, en hij volgde heur nog.Mar zoodoende vieleii iangzamerhand iin

zaaigen sail en ze voelde dat heur eigeng hert aanlet zinger ging, zinger lijk spel van cimbaleiien cithers en kristallen klokken, dat de luchtvulde. De sterren zongen mee en diep onder heuro~k de nachteiijke aarde met zijn bleek-blinken-de wateren .

Hij was flu stil aan heur zij, ma:ar ze begreepheel Coed, dat aide zoetigheid die heur lichaamdoorstroomde en optrok, alleen van hem kwam .

En vervoerd, smiltend van geluk en verheu-ging, sloeg ze de armen rood zijni hall, duwdebeur hoof d tegen zijn borst en heur ziel fluffsVerde : ,,Draag me flu waar ge wilt, rnijn Lief!"

Ze had ineens Been wil meer, alles stood etilen 't was of haar hart char nog maar aileen wasrn muziek to maker . . .Moar nauwelijks was dat gezegd of, lijk

levend getooverd, stood heur vader voor heuren Mj stak de arnien omhoog als om haar tegento louder .

Anna-Liza voelde zich ineens zinken, rapperen rapper. De angst vigil lijk een biok op heurfirst en ze riep : ,,Caroius! Carolus!"

Hij vigil heur achterna, ving haar op in zijnamen. Ze drukte zich vast tegen hem aan, knel-de heur armen road zijn 1ichaam en toen stegenze weer, met een vaart lijk van een vogel .

De iucht float scherp large hun ooren, heurr vloog over zijn schouder achteruit met een

geweld als werd er aan getrokken, heur lichaamversteef van de suizende koude en wend iijk us.

Page 259: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

256

ANNA-LIZA

M;aar vol en warm als een zomerzon leefdezijn mond op hear mond, zijr hart op hear hart.

't Geluk hief hear op. Heur ziel zwol open vanzaligheid en ;hear asern stond ervan stil. Ze konhat bijkans niet meer dragen. Ze kon hat nietmeer dragen . . . 't was al to sthoon . . .

Maar uit hat diepe zeteltje aan hat hoofdeindvan hat bed was Christian terwiji angstig nearde zieke gesprongen . Ze wischte hat warme bloeduit heur mond en van heur hats, en boog, zich omversche doeken op heur borst to leggen . Ze hoorde den edam reutelen en d:aarin verkende zeopeens hat flauwe gelispel van : Carolus!

Toen sloeg Christian dc handers voor hat ge-zicht .

,,Stil, mijn hart ! Stil, ruijn hart !" snikte ze.In hat bed, met de armen op de borst gevoti

wen lag Anna-Liza en bewoog niet-meer .Heur hoofd hing schuin achterover en heur

oogen waren half-open als keken ze near jetsheel ver. Heur mond glimlachte . Over de kinhing nog ears draadje bloed: to g1immen .

Buiten in den nacht sloeg hat Begijnhofklokjedrie uur .Het windeken was gaan liggen . De gordijnen

hingen roerloos in hun rechte plooien en dekaarsvlammen bloeiden stil lijk tulpen .

Overweldigd 'door verdriet liet Christian zichin hat zeteltje vallen . De tranen leekten zoo maarvan heur wangen en ze wrong de handers krannph.achtig op de burst.

„Sail, mijn hart !"

Page 260: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

.. . .... . . . . . .. . . . . . .. . . . . . . ... . . . . ... . . . . . . . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .... . . . ... . . . . . ... . . .. . . . ... .. . . . ... . . . . ... . . . . ... . . . . ... . . .

DE STILTS

Het is stil in huffs, en van op straat komen ergeene geruchten op dit our.

De voile twaalf-urenzon ligt to denderen opden witten Godshuisgevel aan den overkant enzijn weerschijn slaat een wolk ijl kloosterlicht inde kamer.

Het diepkleurig fluweel der vanen, het good-brokaat en 't zilverlaken der kerkgewaden glanstplat over de staanders langsheen de murene het ovals, ingepaneelde spiegeltje op dethouw is ijl en witzilveren lijk de stilts erghet licht dat over de dingen hangt.

In den hoek bij het venster, al waar MijmheerDuyvewaert zoovele jaren in den vrede desharten zijn schoone teekeningen uitwerkte,heeft Christien zooeven den kanten Lievevrou-wenvool over een blauw-f luweelen lap ge-hangen,

R et licht zeeft erdoor lijk door een bloesem enheft ragfijn de bloemende ranken, de paradijs-rogelen en de dooxeengestrengelde letteren uitdie sneeuwwitte wazigheid .

Zooals altijd pakt heur de witte stilts vande kamer.

„De laatste teekening . . ." zegt 'ze en zucht .Terwijl ze voorzichtig den zwaarbewerkten

zoom in schoone plooien openschudt en met trageviugeren hier en char nog een los draadj a weg-Carolus

17

Page 261: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

258

DE STILTS

plukt most ze er weer aan peinzen dat samenmet den dood van Vader en Anna-Liza, er nogveel meer in huffs gestorven is . En 't meest vanalles nog in heur eigen herte.

In deze blanks, ademlooze stilts welt ze datwel tiers keeren sterker aan ais anders en hetmaakt heur bang voor heur eigen. . .

Om te ontkomen aan de kwelling der beeldenen gevoelens die plots opstaan, wil ze maar gauwmet heur werk voortdoen .

Dezen morgen heeft de bode op Mechelen seenhaastige bestelling gebracht voor een : kanteneommuniekleed en daarvoor komt ze flu naareen ouden, vroeger reeds uitgewerkten patroonzoeken .

Tegen den aclttermuur rust zwaar en breed opkopdikke bollen, de zwart-eiken kast waarvande schappen van onder tot hovers vol teekenin-gen van Vader-zaliger steken.

Christian heur hart wordt beklemd lijk metijzeren handers als ze de deuren opendraait enterwiji ze zenuwachtig dc saamgebonden pakkengeel papier van hat bovenste schap laadt staanheur gedachten geenen miriuut meer stil .

Ret huffs is dood, ze west hat. En heur liefdevoor al de oude, voorbije dingen is uit heur hartverdrongen, door, God! zoo gansch andere ver-langens .

Wat doet zij hier flu nog? . . .Ret is al wel honderd keeren in heur opge-

komen 'daze laatste maand, maar nog nooitheeft ze de nutteloosheid van dit levers zooschrijnend gevoeld als op dezen oogenblik .

Page 262: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE STILTS

259

Ze heeft geprobeerd zich zeif van alles wijsto makers : dat hat wel schoon is den oudennaam van het huffs recht to ho'uden, dat ze tochniet met de handers in den schoot kan gaat zit.-ten en zoo meer .

Maar heur hart wordt daardoor niet gerustgesteld. Over alles wat heur ziel bereist, wat erdag en nacht in roert en kwelt, daarover durftze niet napeinzen . . .

Christian heur blauwe oogen worden smal vande tranen en aan heur lippen kornt een dro'eveglimlach hangen .

Daar rij den reeds vela pakken teekeningen opde smalle begijnenstoelen rond, en zelfs over hatgroan-en-zwart gestreept vloerkleed liggen zeverspreid . Heur arm is moe van hat heffen .

Ze draagt hat delftsche vaasje met de paasch-bloemen van de blinkende tafel 'op hat schouw-bl:a'd en begint dan gejaagd de patronen open tovouwen .

Het dunne, gale papier is verkreukeld, maarhelder zwart nog loopen de dooreengestrengeldedruivenranken en korenaren er over, sierlijkomkransend de medal] ons waarin verbe'eld staaneen kelk met ears hostie hovers, een lammetjemeteen kruisvaan tusschen de pooten, een gedoorn-kroond hart of andere heilige symbolen .

Daar hangers er al vijf, zes over de tafel,maar Christian weet niet wat voor een zekiezen zou.

Ze plooit daarom nog meer patronen open,maar hoe meer er b'oven elkaar komen to liggen,hoe meer ze in heur keus verward geraakt .

Page 263: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

260

DE STU,TE

Het huffs is immers dood. . . Allen heeft zijuteal en :sprake verloren . . . wet wil ze bier nogblijven zoeken? . . .

Heur gedahten vallen uiteen lijk rook in denwind. Heur hoofd begint ervan to draaienmoedeloos last ze zich op een stoel neervalien .

En tie! zonder dat ze er jets tegen doer kanbreekt hear hart nu opeens open .

,,Stil! Stil !" zegt ze angstig, drnkt de banop de borst en leaf hear bleak gezicht erovnear zakken .

Maar ze ken den vloed van gevoelens nietbedwingen .Honderd :dingen tegelijk staan op in hear very

beelding en overal wandelt zijn rijzige geataltemade . . .

Ach! Carolus! . . .'t Ontroert Christian tot in 't putteken van

hear ziel -en ze slaat de handen voor 't gichtiijk voor een verschijning.

Maar in dc donkerte die h'aar hoofd flu omsinitrijst zijn beeld nog klaarder, ten voeten uit, Ujkgeachilderd voor hear oogen .

Het bloed springt op in hear lijf en ze kanhear gedachten niet meer bedwingen .

Zie! dear komt hij wear de kamer ingestapt,lenig en slank in den spannenden jas met dezilveren knoopen . Een fijne lack opent zijnmode lippen en in zijn lange, blauwe oogenapelen wisselende lichten . Zijn stem is hoo enj ong, aangenaam als muziek, en hear oor wordter niet moe near geluisterd. Hij zet zich schreilings op een stoel bij bun werk neder, en be

Page 264: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

STILTS

261

gint to vertellen . . . Alsof het juist van gisterenis, hervoelt ze wear al de heerlijke gewaa or-dingen van then . . .Heur hart wordt omzet met bloemen en de

witklankige lame daarbuiten, doorwim,peldan zoetreukige winders, is tiers keeren zoo

achoon, vol licht en blijde kleuren en zingendevogelen, een paradij s . Ze is opgewekt als earsbieken, de lath gaat niet meer uit heur oogenwig, noch hit lied van heur lippen .

Wat was hat levers then schoon en geed, eengeestelijk g+enot ! Het werk licht lijk ears' spelen al de menschen om heur heen gelukkig envergenoegd alsof 't nu alle dagen hoogtij was

Dat had de lief de gedaan !Ze had vroeger van de liefde gelezen in heur

getij denboek, ze had ervan gezongen op cleverci nbel en harp, maar voor heur gemoed was hataltij d iets vreem'ds gebleven .

Maar hij had then, de poorten opengedaan !Door hem, was de wergild eens zoo rulm ge-

worden en begeerenswaard, en heur hart door-huiverd van geluk. Het liep over van geluk .'t Zong en kweelde in heur en ze voelde aldohreen warm, lichtend vuur door heur lichaamloopen, zoodat ze sours meende to stralen en 'tlight lijk ears krans rond heur hoofd voelde cir-kelen !

't Was allemaal door hem gekomen !Daaraan to kunnen terugpeinzen meer,

Heere ! 't heft heur op van zoetigheidMaar Christian heur gedachten bli jven niet

steers en wandelen algauw vender.

Page 265: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

262

DE STILTS

Ze ziet Magrietjesfeest weerom, de cozen enden kaarskensdans, en met pijnlijke ontroeringziet ze hoe Carolus zijn gelaat en zijn ziel opengaan naar Anna-Liza . . .

,,Stil, mijn hart !" zegt ze en slikt den kropdoor die heur keel toenijpt .

Tranen springen in heur oogen en rollen vantusschen de vingeren op heur zwart kleed .Ze voelt weer de vlijmende pijn van 't kwetsuur en 't komt heur voor dat ze nu niets nieerdoen kan dan treuren en weenen, heur leef- dagen lang.

Maar ala heur ziel dan Carolus zijn geluk ge-waar ward, dan was 't als een zoete zaif die overheur wonde gelegd ward .

Zie! hoe hij groeit en opengaat aisnu : zijnoogen stralen van 't vuur dat in zijn bloed gslagen is, zijn gang w:ordt lenig en stark ala eenBans, zijn bewegingen beheizen 't beweeg derheele aarde met al wat crop leeft en ala hij ver-telt gait de ziel van de wergild open . Een heldis hij geworden!

Dat to molten zien en aan to voelen is heur deschoonste troost!

Ze denkt aan Lena, aan 't heidenmeisje, aande groene plaag en de hoetevaart en zooveelaridere dingen nog. Ze ziet zijn gestalte veran-deren en door heur hart gaat, lijk een ge-weidige golf slag, bet grootsche bewegen van zijnhart.

Christian herleeft ook weer de voorjaarsnach-ten als ze Carolus bij Anna-Liza beneden in betwerkhuis, wist .

Page 266: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE STILTS

263. . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . ... . . . . . ... . . . . . ... . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . . .. . . . . .. . . . . . . . .. . . . . ... . . . .... . . . .... . . . . . .. . . . . .

En dan het allerlaatste en allergrootste, dennacht als hij om Anna-Liza kwam !

Ze boom 4uidelijk het eendere ruischen vanhet regent] e en daardoor dringt van ver hetijzeren eeklir der paarden op de vesten . . .Waarom was Anna-Liza then niet meege-

gaan ? God ! waarom was dat toch ni:et moltenzijn?

Ze vindt het zoo onuitsprekelijk spijtig entriestig. Het nijpt heur hurt toe en opnieuw be-ginners de tranen rijkelijk to stroomen .

Nu weet ze zijn hart doorwond en dat gunthaar geen minuutj e rust meer in heur levers .Ze kan het buiten heur gedachten niet houden .Ze weent om hem en ook om Anna-Liza, maardat terwille van hem .

Ze voelt het zoo diep en smertelijk wet hetbeteekent voor de poort van het geluk to moe-ten blijven steers, zonder een kruimeltj e hoop .

En als het bij heur zoo wrong en neep, wetmoet het den bij hem geweest zijn, den held metzijn 'hart groot~open op alles wet des levees isen daardoor kwetsbaar uitermate l . . .

Ze heeft van Petrus gehoord dat Carolus nufevers in Italie ronddoolt, het verre land wearvuurbergen zijn, wear de aarde alle dagenkraakt en beeft en wear vele bandieten worsen .Dat maakt heur angstig van de zorg . . .Kon de groote won:d in zijn hert maar een

beet] e geheild worden, dear zou een steers vanheur hart vallen .Heere ! als hij het eens weten mocht hoe

Anna-Liza heur dagen voortsleepte verteerd

Page 267: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

264

DE STTLTh

door €en groat ver1angen naar hem, hoe ze ge •storven was met zijn naam op de lippen en eenlack op hat gezicht!

Waarom mag hij dat toch niet weten?Kon zij hat hem zeif eens dragen dat nieuws!Moctet ze 't geluk beleven zijn oogen ,zip

open to kiaren en de rust over zijn ziel doeineerkomen!

Daaraan to denken alleen ontroert hear go-weldig. Ze welt dat teat levers voor hear nogjets schoons heeft weggelegd en dat trekt hewgemoed omhoog.

Ze wil daarvoor 'alles verlaten bier om 't.nooit meer wear to zien!

Ze zal hem gaan opzoeken en hem dien 1aat .seen, schooners troost brengen .

Christian ziet alles reeds gebeuren . Carohastaat fielder voor hear verbeelding : zijn ow genzijnn beneveld en dof, en ears bittere, pijnlijkeplooi trekt zijn mond omlaag. Haar lippen zgen als 'in droom de zinnen die 'ze vooraf ge-reed heeft gemaakt, maar met 'hear heelehangt ze ears hem.

Ze ziet zijn oogen verhelderen, zijn gelaatstraalt en van ontroering moat hij over zijnvoorhoofd strijken .Een groote voldoening komt over hem near

en hij kan bijna niet spreken .,,Dank!" zegt hij ten slotte en 'grijpt heave

handers. ,,Dat gij me dit gebraoht hebt!" en hi'kijkt hear long en diep in de oogen .

't Geluk smakt op hear near lijk warme zonneschijn en hear ziel juicht.

Page 268: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

DE STILTE

Ze ziet zoo voor hear oogen de yrhem openbioeien en van zaligheid begiit ze opnieuw to weenen .

Dan zal ze terugkeeren en levers g an wont't is 'hear gehjk+ waar. Ze zal hear levee

in de stilts maar ze west hat, in hear lzal er iicht zijn, altijd, altijd . . .

van op street komt stilaan het geruoht vank}epperende kloonvoeten over de keien . Deur-kens klinken met een hoes toe, er zijn stemmenvan manner en kinderen, en schaduwen sc'huiyen traa:gzaam voorbij de vensters . Een hondb1aft. Op de huistrap spelen meisjes met 'de bik-kels en Christian hear oor wor'dt den scherpen,regelmatigen tik van een labast op den ordaingewear .

Ret shat een uur op het Begijnhoftorentje .Dat kiopt op Christian heur hart en ze wordt

w~kker als uit een Broom .Door de half-open dear dringt geroezemoes

nit hat werkhuis : de gichelende stemmen derbiimenkomende borduursters, 't gesehuifel vanstoelen over de plaveien en een bevende meis-jesstem die laid een herderslied aanheft .

Christian stoat recht en zucht diep. Ze wischtde tranen uit hear gezicht, trekt den kantenbe 'rstdoek vaster aan en schudt de plooien uitheur zwart kleed .Even stoat ze dear nog met hat hoofd ge-

bogen en de handers op de burst .Sti1, mijn hart!" fluistert

Dan neemt ze voor hat kanten communie-

In

Page 269: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

266

DE STILTSwwuvuwnn • • • • t yYVnnn+ •n ~+ •Ynvvuu,un • • u u++ •n+ •, •a •Y .. .+ , au++ . . .a . , a, .+nnuuvvvl+,Inn •+ u,n+MVYVYYYYY„vYUYVYYVwvYV •

kleed, zonder eens to kiezen, als werktuigelijkden bovensten patraon van den hoop op de tafel,en gaat er gelaten mee naar het werkhuis . . .

RENKUM-VOORBURG 1919,

EINDE

Page 270: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

I

I

>

I

DE ERFENIS 5

II DE I SINE STAD 2$

III DE LENTS 49

IV DE JOPPES 60

V SINTE-MARGRIETJESFEEST71

VI DE BAND 93

VII INTERMEZZO 107

VIII DE KONINGIN 121

IX DE BRIEF 137

X DE KERMISDANS 151

XI DE GROENE PLAAG172

XII DE BOETEVAART 190

XIII HET NOODLOT 213

XIV DE SCHOONE DROOM230

XV ANNA-LIZA 241

XVI DE STILTS 257

Page 271: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een
Page 272: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

BIJ DE MAATSCHAPPIJ VOOR GO DE ENGOEDKOOPE LECTUUR VERSCHENEN INDE SERI ,,NIETJWE ROMANS" :

HRr v BoovEN : De Scheiding.

C. J. A. VAN BRUGGEN : Een Goed Huwelijk.

IDEM : Het Verstoo"rde Mierennest . Een fante ie.

CAiuY VAN BRUGGEN : De Verlatene.

CYRIEI4 BUYSSE : De ro-nvnz van den Schaatzen-rijder .

JosEF COHEN : Zonnedauw .

ADA GERL0 : Herinneringen van een Onafhava

lcelijke Vronw.

IDEM : Daad1ooze Droomen .

G. v . HULZEN : Aan 't Lichtende Strand.

MAZuE KOENEN : De Andere.

JCAN DE MEESTER : De Zonde in het de, figsDorp. Een vertelling van Menschem enZeden .

Is. QuERIDo : Jordaan I.

IDEM : 'Jordaan II . (Van Nes en Zeedijk) .IDEM : Menschenwee, nieuwe, gehee1 omgewerkte

uitgave.

LITA DE RANITZ : Als de Broom in droam verb.

C. en M. SCHARTEN-ANTINK : Ken huffs volMenschen.

Page 273: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een

C. n M. SCHARTEN-ANTINK : Typen en Curios .

teiten.

IDEM : De Vreemde Heerschers .IDEM : 't Geluk hangt al een Druiventros . . .

M. SCHARTEN-ANTINK : Sprotje, nieuwe, geheelomgewerkte uitgave, geIllustreerd .

JEANNE REINEKE VAN STUWE : Ildeiheid derIJdelheden. Haagsche Roman .

Nico VAN SUCHTELEN : De Stile Lctch .

HERMAN TEIRLINCK : Het Ivoren Aapje .

FELIx TIMMERMANS en ANTOON THIRY : Begun-hofsproken.

AUGUSTA DE WIT : De Wake bij de Brug enandere Verhalen.

IDEM : Natuur en Menschen in Indie. (Gelll .} .

Page 274: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een
Page 275: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een
Page 276: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een
Page 277: HET SCHOONE JAAR VAN CAROLUS ANTOON THIRY · 2011-09-14 · weerskanten van het koor in de gebeeldhouwde bankers zaten, 'zuchtte en keek mistroostig de kerk in. ... bleven als een