Het CDA en visie op zorg aan kwetsbare ouderen · verhaal gaat over een man ... bemoeienis van de...

13
Ria de Korte-Verhoef Mentor: Marius Buiting Het CDA en visie op zorg aan kwetsbare ouderen

Transcript of Het CDA en visie op zorg aan kwetsbare ouderen · verhaal gaat over een man ... bemoeienis van de...

Ria de Korte-Verhoef

Mentor: Marius Buiting

Het CDA en visie op zorg aan kwetsbare ouderen

1

“De mate van beschaving van een land/volk kun je aflezen aan hoe een land voor zijn ouderen, zieken en zwakkeren zorgt.”

(Auteur uitspraak onbekend)

2

Voorwoord

Zorg voor de kwetsbaren gaat mij aan het hart en ik wist al snel dat ik voor de CDA Talent

Academie iets wilde schrijven over de ouderenzorg. Om hierop een breed perspectief te verkrijgen

heb ik mensen van binnen en buiten het CDA geïnterviewd (zie bijlage). Daarnaast is een

bijeenkomst gehouden met de CDA vrouwen en CDA senioren in de provincie Utrecht waarbij 34

mensen aanwezig waren. Ook is input gevraagd aan de landelijke CDA Fractie

Begeleidingscommissie verpleging en verzorging (FBC V&V). De interviews en de aanwezigen

van de bijeenkomsten vormen de basis van de tekst. Zij worden in deze paper respondenten

genoemd. Alle respondenten wil ik heel hartelijk bedanken voor hun medewerking. Deze paper en

de input van de respondenten vormen de basis voor een uitgebreider essay wat ik deze zomer voor

het CDA WI hoop te schrijven. Vooral wil ik mijn mentor Marius Buiting bedanken, zijn visionaire

blik op de gezondheidszorg heeft mij zeer geholpen om tot een mooi eindresultaat te komen.

Vanwege mijn achtergrond als verpleegkundige kijk ik vooral naar aspecten die met verpleging en

verzorging te maken hebben. Om dit brede terrein af te bakenen laat ik de ziekenhuiszorg

grotendeels achterwege.

Ria de Korte-Verhoef

3

4

Het CDA en de zorg aan kwetsbare ouderen

Introductie

Een foto van het verhaal over de barmhartige Samaritaan prijkte op de kaft van mijn

geschiedenisboek “Van olie en wijn”, geschreven door mijn docent Aly van der Meij-de Leur.1 Het

verhaal gaat over een man die onderweg is beroofd en mishandeld. Hij ligt ernstig gewond aan de

kant van de weg. Twee landgenoten, een priester en een wetsgeleerde, lopen toevallig voorbij maar

helpen niet. Een buitenlander, een Samaritaan, helpt wel. De wonden worden verzorgd met olie en

wijn en er wordt verband om de wonden gedaan. Vervolgens wordt de gewonde op de ezel gezet en

naar een herberg gebracht, waar de Samaritaan verder voor hem zorgt. De volgende dag geeft hij de

herbergier geld om de man goed te verzorgen. Als het meer geld zou kosten dan zou hij dat op de

terugreis vergoeden. Dit verhaal is de basis van de barmhartigheid in de christelijke traditie.

Verzorgingsstaat

Begin vorige eeuw werden vanuit de gemeenschap en kerken de zogenaamde kruisverenigingen

opgericht om wijkverpleging te bieden. Ook werd vanuit de kerken het initiatief genomen voor het

oprichten van veel bejaardenhuizen en verpleeghuizen. De namen van vele verpleeg- en

verzorgingshuizen herinneren ons hieraan zoals: Maria-oord, Bethanië en Theresia-oord. Vanaf de

60-er jaren nam de overheid de kosten over voor de ouderenzorg in de bejaardenhuizen (later

verzorgingshuizen genoemd) en de verpleeghuizen, Nederland werd een verzorgingsstaat.2

De rol

van de gemeenschap en de kerken bij de instellingen verdween naar de achtergrond. Tevens nam de

bemoeienis van de overheid toe door aan de inhoud van zorg kwaliteitseisen op te stellen. Kort na

2000 vond de overheid dat het paradigma van verzorgingsstaat omgebogen moest worden naar zorg

dicht bij de mensen, langer thuis wonen en eigen regie.3 In 2012 kwam CDA staatssecretaris

Veldhuizen van Zanten met de eerste plannen waarin wonen en zorg in verzorgingshuizen werden

gescheiden.4

De ouderen moesten zelf de huur betalen en de verzorging in het verzorgingshuis zou

betaald moeten worden zoals dat ook thuis gedaan zou worden. Staatsecretaris van Rijn heeft deze

gedachte met voortvarendheid voortgezet door de decentralisatie van de zorg in 2015 van start te

laten gaan.5 Dat wil zeggen dat de gemeente, als decentrale overheid, een deel van de zorg thuis

moest regelen. De wijkverpleging wordt vanaf 2015 betaald vanuit de ziektekostenverzekering.

Vergrijzing

Het bewustzijn dat het systeem van verpleeg- en verzorgingshuizen onhoudbaar werd kwam vooral

door de snel toenemende vergrijzing. De babyboomers, de mensen die tussen 1945 en 1955 geboren

zijn, zouden immers vanaf 2010 met pensioen gaan. De cijfers over de vergrijzing liegen er niet om.

In 2016 bestaat het aantal 65 plussers uit ruim 3 miljoen mensen en in 2035 zal zij bestaan uit ruim

4,6 miljoen mensen; een stijging van 50%. Het aantal mensen van 80 jaar en ouder zal echter in 20

jaar verdubbelen van 750.000 in 2016 naar bijna 1,5 miljoen mensen in 2035.6

5

CDA visie op zorg aan kwetsbare ouderen

De zorg terug naar de maatschappij brengen en de kosten beheersen, dat is de achtergrond van de

decentralisatie van de zorg. Wat is er nodig om ouderen langer thuis te laten wonen? Tot hoever

reikt de verantwoordelijkheid van de overheid als het gaat om kwetsbare ouderen1 en wat is de rol

van de samenleving? Er is zoveel gaande in de ouderenzorg dat ik graag wilde weten welke visie

het CDA kan hebben op de zorg aan kwetsbare ouderen. Daarom is de vraagstelling in deze paper:

Welke visie op zorg aan kwetsbare ouderen past bij het CDA?

Resultaten

In dit resultatenhoofdstuk probeer ik antwoord te geven op de vraagstelling. Hiervoor heb ik

gebruik gemaakt van vele respondenten zoals in het voorwoord is geschreven. De beantwoording

van de vraag wordt gekoppeld aan vier uitgangspunten van het CDA gedachtegoed: solidariteit,

gespreide verantwoordelijkheid, rentmeesterschap en publieke gerechtigheid. Het verhaal van de

barmhartige Samaritaan zal hierbij als kapstok fungeren.

Vooraf wil ik graag noemen dat vele respondenten vinden dat bij het CDA het thema ouderenzorg

onderbelicht is gebleven en zij het nodig vinden dat er een toekomstvisie is vanuit het CDA om daar

nader vorm aan te geven in het landelijk en lokaal beleid. Deze paper is daar een eerste aanzet toe.

Solidariteit

Volgens het boek “Waardevast; over de uitgangspunten van het CDA”7

moeten we solidariteit

vanuit verschillende perspectieven bekijken en antwoord geven op de vragen: Met wie moeten we

solidair zijn? Tot hoever moeten we solidair zijn? En wie moet solidariteit gestalte geven? Op deze

vragen ga ik eerst in vanuit het verhaal van de barmhartige Samaritaan en vervolgens geef ik er

invulling aan voor de zorg aan kwetsbare ouderen.

Vanuit de het verhaal van de barmhartige Samaritaan komt de solidariteit vanuit diverse

perspectieven naar voren. Allereerst is er de man die gewond aan de kant van de weg ligt; de

kwetsbare die het niet alleen kan en hulp nodig heeft. Wie is dan degene die hulp moet geven? Dat

is degene die de kwetsbare op zijn pad tegen komt. Dat is de naaste en dat kan familie, vriend of

buur zijn. De derde persoon is de herbergier die de hulp overneemt als de Samaritaan weer zijn weg

vervolgd. De Samaritaan zegt op voorhand ruim voldoende geld toe aan de herbergier. Deze

herbergier kunnen we zien als de betaalde professional. Deze drie vormen van solidariteit worden

achtereenvolgens besproken: de kwetsbare oudere, de naaste en de professional.

1 Onder kwetsbaarheid bij ouderen wordt verstaan een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of

sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen,

opname, overlijden) (www.SCP.nl).

6

Kwetsbare ouderen

Alle respondenten zijn ervan overtuigd dat de echt kwetsbare ouderen in Nederland moeten kunnen

rekenen op hulp van de overheid. Verschil van mening is er over wie nu echt kwetsbaar is en voor

wie de overheid moet zorgen. Zolang ouderen zelf de regie kunnen voeren kunnen zij ook veel zorg

om zich heen regelen. Eigen regie hangt volgens respondenten vooral af van de cognitieve of

verbale vermogens, als die verminderen dan zal er hulp geboden moeten worden. Eerst door

mantelzorgers en vrijwilligers en pas als dat niet meer kan door professionals. Deze lijn is al ingezet

door de gemeentes die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke

ondersteuning en de wijkverpleegkundigen die indiceren voor de zorg thuis.

Veel respondenten zien grote mogelijkheden om de eigen regie te verhogen doormiddel van ICT

voorzieningen en e-Health. Zo zijn er apps die waarschuwen op het tijdstip van de inname van

medicatie. Robots bieden medicatie aan en registreren het als medicatie niet wordt ingenomen. Er is

beeldschermtechnologie voor digitaal contact met de arts of wijkverpleegkundige. Ouderen kunnen

met eenvoudige meters zelf bloedwaarden bepalen voor bijvoorbeeld trombose of diabetes. Zo

komen er steeds meer hulpmiddelen voor monitoring, diagnostiek en behandeling, wat de eigen

regie verhoogt en de kwetsbare minder afhankelijk maakt van de ander. Grote onduidelijkheid is er

bij respondenten over welke overheid (landelijk of gemeentelijk) of zorgverzekeraar deze moderne

voorzieningen voor het verhogen van eigen regie moet bekostigen. Soms worden ICT

voorzieningen tijdelijk bekostigd via een experimentele regeling en later niet meer. De

respondenten zijn er duidelijk over dat de overheid meer moet investeren in ICT voorzieningen en

e-health om de eigen regie van kwetsbare ouderen te vergroten. Daarnaast zijn sommigen van

mening dat ouderen zelf kunnen sparen voor eenvoudige voorzieningen.

Naaste

De naaste kan gezien worden als ieder die verantwoordelijkheid wil nemen voor de kwetsbare

ander. De zorg voor de kwetsbare oudere kan niet alleen bij de mantelzorger neergelegd worden.

Mantelzorgers zijn vanwege hun emotionele band verbonden aan de kwetsbare, het overkomt hen

vaak om voor hun directe naaste te zorgen.8

Vaak zijn het partners of kinderen die voor de

kwetsbare oudere zorgen. Bij thuiswonende kwetsbare ouderen wordt er steeds meer gevraagd van

de mantelzorger en met name degene die het dichtste bij staat, de centrale mantelzorger. Ook in

verpleeghuizen komt de mantelzorg meer op de voorgrond. Vroeger werd de familie geweerd

tijdens het eten, nu wordt de familie ingeschakeld om de partner maar ook medebewoners te helpen

met eten. Het is echter de vraag of we alles van de centrale mantelzorger moeten vragen of dat er

veel meer mogelijkheden zijn om de kring daarbuiten in te schakelen. Op dit moment zijn er

buurten waar mensen met elkaar in contact worden gebracht en omdat zij in dezelfde straat wonen

is af en toe hulp bieden niet zo moeilijk. Initiatieven zoals een dementie- of ouderenvriendelijke

gemeente spelen hier op in. De rek voor de inzet van mantelzorg en vrijwilligers zit vooral in de

kring buiten de directe familieleden. De energie en het plezier komt juist uit de buurten die de

leefbaarheid en barmhartigheid willen bevorderen door er voor elkaar te zijn. Nieuwe vormen van

burenhulp ontstaan omdat er een appèl wordt gedaan op verantwoordelijkheid en zorgzaamheid.

Soms is dit appèl te veel voor mensen die al een gezin hebben en werk. Toch zien enkele

respondenten grote kansen in de grote groep gezonde ouderen. Bij de zestigers ervaart nog ruim

7

twee derde van de mensen een goede tot zeer goede gezondheid, bij de 80-plussers is dat nog maar

de helft.9 De relatief gezonde groep ouderen tussen de 65 en 80 jaar werd door een respondent “de

gewonnen generatie” genoemd. Zo zijn er meer kansen om de vergrijzing op te vangen door

mantelzorgers en vrijwilligers. Landelijke en gemeentelijke overheden kunnen deze ruimte in

vrijwillige zorg meer gaan stimuleren en faciliteren.

Professional

Als de kwetsbare het zelf niet kan en degenen die dicht bij hem staan overbelast gaan raken, zal de

betaalde professional zorg moeten bieden. De HBO opgeleide wijkverpleegkundigen hebben sinds

2015 meer vrijheden en taken gekregen, waar veel tevredenheid over is. Respondenten vertellen dat

in veel verpleeghuizen de verzorging handen tekort komt. Ook vreest men de bezuinigingen die

binnenkort nog opgelegd worden. Een respondent uitte zijn zorgen over het verwachte tekort aan

verpleegkundigen en verzorgenden, want als er twee keer zoveel kwetsbare ouderen komen hebben

we in de ouderenzorg twee keer zoveel verzorgend personeel nodig. Aan de andere kant zijn er veel

verpleegkundigen en verzorgenden in de ouderenzorg die kleine en flexibele contracten hebben.

Deze contracten opwaarderen zou een deel van het tekort kunnen oplossen.

Rentmeesterschap

Rentmeesterschap gaat vaak over betaalbaarheid. Een tweede aspect dat valt onder

rentmeesterschap is het delen van waarden.7

Daarom wordt hierna de betaalbaarheid en het delen

van waarden besproken.

Betaalbaarheid

Een deel van de respondenten vindt dat we meer aan de maatschappij moeten overlaten omdat de

kosten van de ouderenzorg anders onbetaalbaar worden. De verdubbeling van het aantal zeer oude

mensen betekent, als we niets doen, een verdubbeling van kosten van de ouderenzorg. Daarom moet

de overheid volgens hen wel meer eigen bijdrage vragen en meer inzetten op de maatschappij.

Andere respondenten zijn hier genuanceerder over. In 2012 woonde slechts 4% van de 65+ers in

een verpleeg- of verzorgingshuis.10

Opvallend genoeg wordt veel meer geld in de gezondheidszorg

besteed aan de vitale ouderen vertelde een hoogleraar. Dat wordt besteed aan medicatie, diagnostiek

en curatieve behandelingen. Bij kwetsbare ouderen wordt vaker dan bij vitale ouderen afgewogen

welke behandeling of diagnostiek nog zin heeft. Ook wordt genoemd dat nu al de verpleegduur in

verpleeghuizen lijkt af te nemen omdat mensen langer thuis blijven wonen. Er zit volgens de meeste

respondenten nog rek in om mensen langer thuis te laten wonen. Dit heeft echter ook een keerzijde.

Van verpleegkundigen komen er geluiden dat steeds meer ouderen in het ziekenhuis wachten op een

plek in het verpleeghuis. De “verkeerde bedden problematiek” lijkt op te duiken en werkt

kostenverhogend voor de curatieve zorg. Dit laat zien dat de cure (ziekenhuiszorg) en de care

(verzorging) communicerende vaten zijn, iets waar niet altijd rekening mee wordt gehouden.

Delen van waarden

Enkele respondenten noemen uitdrukkelijk dat het CDA de waarde van elk leven moet blijven

benadrukken. Zij vinden dat we ouderen niet mogen afschrijven als kostenpost. Ook is het nodig dat

8

we aan de maatschappij uitleggen wat een kwetsbare oudere is. Dat het een periode van loslaten is.

Kwetsbare ouderen kunnen lichamelijk en misschien ook psychisch en cognitief achteruit gaan.

Maar soms verliezen zij hun hardheid en worden meer onbevangen. Dat kan een verkilde relatie wel

eens tot een meer warme liefdevolle relatie brengen. De laatste levensfase waarin toenadering komt,

kan soms als waardevol ervaren worden.

Enkele respondenten vinden dat voor waardevolle zorg iedereen aanspreekbaar moet zijn. Daarvoor

is het nodig dat organisaties vanuit een visie werken en dit in hun organisaties in alle niveaus laten

doorklinken. Daarnaast is een organisatie niet alleen van waarde voor zichzelf maar ook voor de

omgeving waarin het zich bevindt. In de inleiding werd al genoemd dat organisaties vroeger werden

opgezet door kerken en de maatschappij. Dit zorgde ervoor dat er draagvlak was in de maatschappij

om iets te doen in deze organisaties. Op dit moment lijken veel grote organisaties ontworteld van

kerk en maatschappij en zullen zij zich opnieuw lokaal moeten wortelen. Verschillende

respondenten vertellen over goede initiatieven van zorgorganisaties om te wortelen in de wijk of het

dorp. In ieder geval zullen de deuren open moeten staan om bijvoorbeeld koor, kaartclub of

leeskring uit de wijk naar binnen te halen. Genoemd is dat verpleeghuizen een slechte naam hebben

in de maatschappij en daarom willen velen daar zo ver mogelijk vandaan blijven. Terwijl de

hospices wel een goede naam hebben in warme zorgverlening en ook status geven aan vrijwilligers,

verpleegkundigen en verzorgenden. Iedereen heeft respect voor het goede werk wat in hospices

verricht wordt. Dit respect zal ook moeten gelden voor het werk in verpleeghuizen, waar kwetsbare

ouderen gemiddeld maar anderhalf jaar wonen.

Gespreide verantwoordelijkheid.

De gespreide verantwoordelijkheid wordt in deze paper beschreven vanuit de inhoud van de

zorgverlening. De inhoud van zorg wordt gecontroleerd via de kwaliteitswetten die in de jaren

negentig zijn ingevoerd.11

Kwaliteit van zorg lijkt volgens sommige respondenten vooral extern

georganiseerd te zijn waar professionals de bewijsvoering moeten leveren voor de kwaliteit op

patiëntniveau. Deze sturing van buitenaf wekt bij professionals in de zorg wrevel op, het lijkt een

bureaucratische moloch waar zij zelf geen invloed op hebben. Naar de mening van sommige

respondenten zal deze externe oriëntatie op kwaliteit zich moeten ombuigen naar een interne

oriëntatie. Continue werken aan kwaliteit zal een intrinsieke motivatie van alle professionals

moeten zijn. Wij willen hier de beste zorg leveren, dit zal niet alleen een mission statement op

papier moeten zijn maar een doel van alle professionals en vrijwilligers. Genoemd wordt dat de

zorg voor kwetsbare ouderen, waarvoor de samenleving niet meer kan zorgen, vaak complex is.

Zeer kwetsbare ouderen hebben vaak meerdere ziektes (multimorbiditeit), psychosociale

problemen, cognitieve problemen en kunnen verwardheid zijn. Meer hoger opgeleide

verpleegkundigen zijn hiervoor nodig om proactief in te spelen op problemen en om met complex

gedrag om te gaan.

Publieke gerechtigheid

Onder publieke gerechtigheid verstaat het CDA, onder andere dat “de overheid moet zorgen voor

mensen die kwetsbaar en afhankelijk zijn”.12

Bij solidariteit is het al genoemd dat iedere respondent

9

daarvan overtuigd is. Een ander punt wat is aangereikt is dat de vele regels en de bureaucratie de

nieuwe initiatieven in de weg staan. Als een oudere bij de kinderen wil gaan wonen dan wordt op de

AOW gekort omdat men dan met anderen een huishouden vormt. Vrijwilligers worden regels

opgelegd. Nieuwe woonvormen kennen lange procedures. De bureaucratie, kwaliteitseisen,

beroepsregels staan het appèl op de samenleving en de creativiteit in de weg.

Conclusies

Over een visie op zorg aan kwetsbare ouderen is met een groot aantal CDA-ers en niet CDA-ers

gesproken. Allereerst is van belang om aan te geven dat iedere respondent het belangrijk vindt dat

het CDA een visie heeft over zorg aan kwetsbare ouderen omdat het aantal zeer oude ouderen sterk

stijgt. De meningen van de respondenten zijn geordend naar de CDA uitgangspunten. In deze

conclusie destilleer ik een visie die naar mijn mening het best bij het CDA past.

In de CDA visie past het om de waarde van elk leven te blijven benadrukken. De eigen regie terug

naar de kwetsbare oudere en hun familie is positief. Veel wordt verwacht van de centrale

mantelzorger. Vanuit de solidariteit is het noodzakelijk dat breder wordt gekeken naar de grotere

kring van familie, buren en buurt. Het grote potentieel van mantelzorgers en vrijwilligers zit vooral

bij de groter wordende groep gezonde ouderen, zij zijn een gewonnen generatie. Het appèl om met

elkaar een leefbare wijk vorm te geven en op basis van vrijwilligheid en verantwoordelijkheid de

ondersteunende taken op zich te nemen maakt de wijken leefbaarder. Zo kan de kwetsbare oudere

zich ingebed weten in een zorgzame wijk. De vernieuwende initiatieven om voor elkaar te zorgen

als familie, ouderen onderling en in de wijk zijn een positieve ontwikkeling. Teveel regelen vanuit

overheid en organisaties kan de creativiteit van de samenleving uithollen. Voor die vernieuwende

initiatieven uit de samenleving moet de overheid belemmerende regelgeving wegenemen,

stimulansen inzetten en randvoorwaarden scheppen.

Het gaat allereerst om zorg door de samenleving aan de kwetsbare oudere. Professionals en

instellingen zijn ondersteunend hieraan en zullen naar buiten gericht moeten zijn en geworteld in de

samenleving. Werken en wonen in een verpleeghuis zal meer waardigheid en respect mogen

verdienen. De extrinsieke kwaliteitsbeheersing die aan organisaties wordt gevraagd zal omgebogen

moeten worden naar intrinsieke motivatie om kwaliteit te leveren vanuit professionaliteit. Meer

vanuit de samenleving en minder overheid past bij de visie op ouderenzorg van het CDA.

De overheid blijft verantwoordelijkheid houden om de kwetsbare en zijn omgeving niet aan haar lot

over te laten. Kwalitatief goed opgeleide professionals en moderne middelen zullen ruimschoots

voorhanden moeten zijn. Ook zal ruim geïnvesteerd moeten worden in ICT en eHealth om ouderen

langer de eigen regie te laten behouden. Een heldere financiering hiervoor is van groot belang.

Daarnaast kunnen ouderen zich er in beperkte mate financieel op voorbereiden dat hulpmiddelen in

de toekomst nodig zijn.

De care kan niet los van de cure gezien worden. Bezuinigen in de ouderzorg kunnen hogere kosten

in de cure opleveren. Het uitgangspunt is de care. Kwetsbare ouderen, hun omgeving en

10

professionals zullen meer moeten nadenken welke curatieve behandeling en diagnostiek

levenskwaliteit oplevert. Tevens lijkt het erop dat in het grote plaatje van de gehele

gezondheidszorg de kosten voor zorg aan kwetsbare ouderen maar een klein deel uitmaakt. Het past

niet in een CDA visie om kwetsbare ouderen aan hun lot over te laten, maar dat is een

verantwoordelijkheid van de samenleving en de overheid samen.

Ik eindig met het verhaal waarmee ik ook begon. Vanuit barmhartigheid moet een gekwetste

kunnen rekenen op hulp van degene die hem ontmoet. De brede ontmoeting kan vanuit de hele

samenleving komen. Schrale zorg werd er in het verhaal van de barmhartige Samaritaan niet

gegeven; de kosten werden ruimschoots gefinancierd. Laten we als christendemocraten de zorg

voor de naaste en de waardigheid van het leven voorop stellen.

11

Literatuurlijst

1. Van der Meij-de Leur, APM. Van olie en wijn. Geschiedenis van verpleegkunde, geneeskunde

en sociale zorg. Amsterdam: Agon Elsevier; 1971.

2. CDA WI. Naar een toekomstbestendig AWBZ. Den Haag: CDA WI; 2008.

3. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Bevrijdende kaders; sturen op

verantwoordelijkheid. Den Haag: Sdu Uitgevers; 2002.

4. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Kamerbrief over het extramuraliseren van

lichte zorgzwaartepakketten. De Haag; 2012.

5. Ledenbrief VNG. Overlegresultaat decentralistie langdurige zorg en maatschappelijke

ondersteuning; 2013.

6. CBS. www.CBS.nl (geraadpleegd 6 mei 2016)

7. CDA WI. Waardevast; over de uitgangspunten van het CDA. Den Haag: CDA WI; 2011.

8. Mezzo. www.mezzo.nl (geraadpleegd 6 mei 2016)

9. Volksgezonheid en zorg. www.volksgezondheidenzorg.nl (geraadpleegd 6 mei 2016)

10. Nationaal kompas. www.nationaalkompas.nl (geraadpleegd 6 mei 2016)

11. Wet- en regelgeving. www.wetten.overheid.nl (geraadpleegd 6 mei 2016)

12. CDA. www.CDA.nl (geraadpleegd 6 mei 2016)

12

Bijlage: Geïnterviewde respondenten

Henk Bakker Directeur beroepsorganisatie Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland

Jan Beumer Vicevoorzitter, CDA senioren

Jan Hamers Hoogleraar ouderenzorg

Chantal Holtkamp Directeur VPTZ, Vrijwilligers palliatieve terminale zorg

Karsten Klein CDA wethouder Rotterdam

Ab Klink Raad van bestuur van zorgverzekeraar VGZ.

Julie Meerveld Manager belangenbehartiging Alzheimer Nederland:

Clémence Ross Raad van Bestuur van Agora, landelijk ondersteuningspunt palliatieve zorg

Joris Slaets Hoogleraar Ouderengeneeskunde

Geeske Telgen Bestuurder PCOB Christelijke Ouderenorganisatie

Jan de Vries Directeur organisatie van zorgondernemers ActiZ