32 KUNSTSTOF & RUBBER # 6-7/2017

ONDERNEMEN RUBBER

In hartje Aalten, tegenover het station, wordt vanaf september gebouwd aan Beele Engineering Center for Excellence and Technology Advancement oftewel Sealing Valley, de campus voor kennis en ontwikkeling.

Op een inmiddels braakliggend terrein van vierenhalve hectare tegenover het station van Aalten zal in september de bouw beginnen van het Beele Engineering Center for Excellence and Technology Advancement. Dit ambiti-euze miljoenenproject is een initiatief van de uitermate gedreven onderne-mer Hans Beele die zich met zijn Beele Engineering in 45 jaar tijd ontwik-kelde tot een wereldwijd opererende autoriteit op het gebied van safety sealing systems. Beele Engineering wil de opgebouwde specialistische ken-nis verder uitbreiden maar wil die ook delen met jongere generaties in een nieuw te verrijzen campus in hartje Aalten. “Het is best bijzonder dat een private onderneming dit doet.”

TEKST HENK HEUVELMAN | FOTO’S BEELE

Hans Beele bouwt campus voor kennisoverdracht In hartje Aalten verrijst de ‘Sealing Valley’ voor toekomst van safety-sealings

032-035_KR0607ART2P_3_BEELE.indd 32 13-06-17 11:48

33KUNSTSTOF & RUBBER # 6-7/2017

ONDERNEMEN RUBBER

Sealing Valley

De bouw van het complex Sealing Valley begint vanaf september 2017. Het doel is om verdergaande ontwikkeling te faciliteren maar ook om kennis en informatie over te dragen. Men wil ook expertises bundelen om de totale markt naar een hoger plan te tillen. Het nieuwe complex bevat met multimedia-uitgeruste collegezalen en lokalen, state-of-the-art laboratoria voor r&d en testen en een productiefaciliteit. In de toekomst komt er ook een showroom waar studenten en bezoekers simulaties kunnen meebeleven van calamiteiten met water, gas, brand, corrosie en natuurrampen. De hoogste prioriteit is het trainen van Beele ingenieurs en technici zodat zij hun eigen bijdragen kunnen leveren aan de ontwikkeling van producten en systemen en in staat worden gesteld hun eigen professionele kennis overal op de wereld in te zetten.

In 1973 om precies te zijn, begon Hans Beele vanuit zijn woonkamer een handel in technische producten.

“Ik vertegenwoordigde een aantal Duitse ondernemin-gen en ik zat al een beetje in de hoek van het afdich-ten. We deden van alles, van bovenleidingen van trolly-bussen tot bewakingsapparatuur, noem maar op. Maar ik verkocht altijd spullen die een ander had gemaakt en was dus totaal afhankelijk van wat ik van hen geleverd kreeg. Dat ging me regelmatig niet naar de zin. Op een gegeven moment werd ik er helemaal gek van en toen heb ik besloten dat ik het zelf moest gaan doen. In die periode in 1978 vonden in het westen van het land nogal wat gasexplosies plaats, haast wekelijks had je die. Dat was echt een ding, toen. Ik kreeg een telefoontje van de gemeente Maassluis. Ik

‘Aan ons werk komt heel veel kennis te pas en die kennis moeten

we op de een of andere manier borgen en overdragen’

moest over de afdichtingen komen praten omdat ze van mening waren dat ik er wel verstand van had. In het westen is de bodemgesteldheid gewoon slecht, als daar een vrachtwagen langs je huis rijdt dan trilt het hele huis. Maar dat doet de gasleiding onder het huis dus ook en dat kan op den duur lekken veroorzaken. Het gas hoopt zich dan op onder het huis en zo kan het mis gaan. Ik ben toen begonnen met het maken van een ontwerp van mijn eerste afdichtingsplug. Ik heb toen nog samengewerkt met het kunststof- en rubberinstituut van TNO.

Zelf maken Maassluis wilde van die explosie-ellende af en ging alle nutsbedrijven uitnodigen voor een presentatie die ik moest geven over de kwestie. Die presentatie was de winter van 1979 met pákken sneeuw. Ik dacht dat er

geen mens zou komen opdagen maar uiteindelijk zat er honderddertig man in de zaal. Die presentatie sloeg aan. Andere gemeenten toonden ook interesse. Het ontwerp van de prototypen moest dus snel productie-rijp worden gemaakt. Maar hoe? Moest ik de afdich-tingspluggen elders laten maken met de bekende pro-blemen op het gebied van levertijden en kwaliteit en zo? Nou, dat is niks voor mij dus heb ik toen een rub-berfabriek in Brummen gestart. Het product was hele-maal van mezelf, ik wist precies wat ik deed en dat product begon te lopen. Daarna kwam ook de scheepsbouw want die hebben natuurlijk ook afdich-tingsproblemen. En zo geraak je langzaamaan in het circuit. Dan vragen ze: heb je niet dit en heb je niet ook

032-035_KR0607ART2P_3_BEELE.indd 33 13-06-17 11:48

34 KUNSTSTOF & RUBBER # 6-7/2017

dat? Zo breidde het werk zich uit. In 1990 begonnen de buitenlandse verkopen ook te lopen dus we moesten steeds meer gaan doen. En omdat ik van mening ben dat je het beter allemaal zelf kan doen, ook het com-pounderen, had ik steeds meer ruimte nodig. We heb-ben het in Aalten tot dusver voor elkaar gekregen door maar aan te bouwen en aan te bouwen in de jaren 1997, 2002, 2005, 2007, 2012 en 2015. Maar nu is de beschikbare grond echt wel vol. Het is over.”

Honderd machines “Ik heb nu honderd machines staan voor rubber en ook kunststof, metaal zelfs. De export is enorm gegroeid naar inmiddels vijftig landen. Er komt steeds meer op ons af, dat komt ook door de reputatie die we hebben opgebouwd, daar ben ik van overtuigd. Met als gevolg dat van overal uit de wereld de vraag naar expertise op ons afkomt. We produceren nu naast tonnen rubber ook kunststof en zelf metalen componenten - alles in eigen regie We maken bijvoorbeeld brandwerende, gesloten celrubber, dat is heel speciaal. We maken harde plastics, we doen extrusie. We hebben inmiddels een behoorlijke r&d-afdeling om zelf te kunnen ont-wikkelen en testen en we produceren aansluitend dus ook alles zelf. Dit is ook in logistieke zin een keuze want je moet dus ook permanent alle ingrediënten in huis hebben. Dat is een dure hobby hoor, als je voor drie maanden rubber, additieven en andere polymeren in het magazijn moet hebben. Ik heb bijvoorbeeld alleen al permanent veertig duizend kilo siliconenrub-ber op voorraad. Voor tonnen in euro’s is dat. Maar het moet want je moet altijd kunnen leveren.”

Tegenhouden van calamiteitenHet vakgebied van Beele is het ‘tegenhouden van cala-miteiten’. “Brand in kerncentrales, in tunnels of op cruiseschepen en offshore constructies bijvoorbeeld, dat zijn ernstige zaken hoor. In die omstandigheden is een brand wel even wat anders dan anders. Lekkages opheffen en voorkomen, dat vormt een niet te onder-schatten markt en onze oplossingen hebben een levensduur van twintig jaar en meer. Voor kerncentra-les is een gammastralingstest met succes uitgevoerd, waarbij is aangetoond dat de basismaterialen van onze

afdichting tachtig jaar goed blijven, dat is natuurlijk nogal wat. We worden inmiddels overal als expert bij geroepen. We zijn niet meer alleen de leverancier, we zijn ook de adviseur. Wij hebben de faciliteiten en de testmogelijkheden en dat betekent telkens weer dat je nog meer aantrekt. Een jaar of vijf geleden heb ik een stuk of zes jonge ingenieurs aangenomen die het vak moeten leren. Want een gaatje dichtmaken lijkt zo simpel maar de praktijk kan heel weerbarstig zijn, dat

ONDERNEMEN RUBBER

‘Hier in Aalten ben ik mijn anonimiteit inmiddels wel kwijt’

blijkt steeds weer. We hebben bij-voorbeeld een booreiland gehad dat kapseisde doordat de afdichtingen in de kolom-men het naar binnen komen-de water niet konden stoppen Een jaar hebben ze erover gedaan om het platform weer boven water te krijgen. En toen konden wij er aan werken om de juiste afdich-tingstechniek toe te passen. Je moet erop kunnen ver-trouwen dat afdich-tingen functioneren als het nodig is, dus als de omstandig-heid zich voordoet, over vijf jaar of tien jaar. In een hevige storm of bij een heftige brand. Al het kabel- en leidingwerk gaat van de ene naar de andere ruimte en al die doorvoeren moeten allemaal steeds dicht zijn.”

Geen school voor Alles wat Beele aan grond en gebouwen ter beschikking had, heeft hij inmiddels volgebouwd of in gebruik genomen. Maar het is nog niet genoeg. “Omdat we verder moeten, heb ik de gemeente maar eens een brief geschreven. Die hing de volgende dag al aan de tele-foon. Ons bedrijf is low profile opgebouwd, we hebben nu veertig man personeel maar niemand wist dat het zo groot was. Als wij verder willen dan moeten we onszelf afvragen: wie weet er nou eigenlijk alles van deze markt af? Er komt heel veel kennis aan te pas en die kennis moeten we op de een of andere manier borgen en overdragen. Ik zei al dat ik ben begonnen met jonge ingenieurs aan te trekken om ze op te leiden. Want op een school kan je dit vak nergens leren. En we zullen steeds aan het ontwikkelen en het tes-ten moeten blijven. Ik heb de gemeente uitgelegd dat ik hier in Aalten een kenniscentrum wil bouwen in de vorm van een open campus. We gaan ons helemaal specialiseren in het vak van afdich-ten en afschermen tegen calamiteiten. Dus ik zei dateen zichtloca-tie de voorkeur verdiende, met name vanwege onze buitenlandse betrokkenheid. Dat hebben ze bij de gemeente goed opgepakt en ze kwamen al rap met het idee van de kavel in het centrum waar we nu ook inderdaad gaan bouwen. Het was een bestaand oud indus-trieterrein, tegenover het treinstation. Maar er gebeurde al jaren niks en het raakte vervallen. En het is vierenhalve hectare groot. Ik zag de plek wel zitten dus is de gemeente gaan overleggen met de eigenaren. Uiteindelijk is alles heel snel gegaan, we waren augus-tus 2015 al rond, dat is maar een half jaar nadat ik mij had gemeld. De gemeente kocht de grond en ik heb de grond weer van de gemeente gekocht en alle omwonenden heb ik uitgenodigd om ze te informeren. Die mensen waren allemaal allang blij, want met al die lege hallen werd het maar een bende en zoiets trekt criminaliteit aan. Ik heb een boekje en een video voor de mensen gemaakt. Er komt overigens wel productie, schone productie, maar het wordt vooral een campus: we gaan mensen opleiden, we gaan starters op weg helpen in deze markt. En het centrum van Aalten zal ervan

Hans Beele: “Een bank stapt er niet in.”

032-035_KR0607ART2P_3_BEELE.indd 34 13-06-17 11:48

35KUNSTSTOF & RUBBER # 6-7/2017

opknappen. Helaas zat de sloop behoorlijk tegen waar-door er vertraging optrad maar het is nu klaar om te kunnen beginnen. De kick-off staat gepland voor sep-tember. We gaan het in drie fasen bouwen omdat het zo groot is.”

Self certificationVan 1973 tot 2017 heeft Beele zich geprofileerd op de wereldmarkt. “Inmiddels moeten we bijna aan self certification doen want als wij zeggen dat iets goed is, dan is het goed. We geven trainingen, we organiseren workshops, we dragen onze kennis uit. En we zijn geen kleine partij meer, ook niet als producent. We gebrui-ken tonnen aan materialen, niet alleen rubber maar ook polymeren en additieven. Uit dien hoofde is de campus ook interessant voor onze leveranciers, die in productontwikkeling willen participeren.”

Private ondernemer Hans Beele ziet het helemaal voor zich, zijn eigen Sealing Valley in Aalten, dat hij voluit Beele Engineering Center for Excellence and Technology Advancement heeft genoemd. “Dat een private onder-nemer dit doet, is wel uitzonderlijk. Ik hoef het niet te doen natuurlijk maar ik stap er met volle overtuiging in, het is een initiatief van mijzelf. Je moet de drive hebben en de financiering rond hebben. Buffelen en bufferen, dat is altijd mijn credo geweest. Ik ben opge-voed met de idee dat je geen geld moet lenen. Alleen dan kan je op een gegeven moment dit soort grote investeringen doen. Want een bank stapt er niet in hoor, die vindt het risico veel te groot. We zoeken wel partners die met ons gaan meedenken om ons werk, het hoger leggen van de lat om de gevolgen vancala-miteiten te voorkomen of te beperken. Ik weet dat het

verbeterproces er één van lange adem is en dat daar de nodige mankracht voor nodig is. Vooruitlopend op de beschikbaarheid van de campus beginnen we eerst met het aantrekken en opleiden van mensen. IWe zijn op zoek naar jonge afgestudeerden die hier in Aalten het vak gaan leren. We zoeken trouwens ook buiten-landers die hier de kennis bijgebracht krijgen en ver-volgens als Beele-expert in hun eigen land actief kun-nen worden. O ja, had ik het al gezegd? We zijn ook nog bezig met een kavel van een halve hectare voor een gespecialiseerd brandtestcentrum.”

Voorbeelden van activiteiten Voorbeelden van markten voor Beele zijn de offshore en scheepsbouw, marineschepen, lng-terminals of subsea-tunnels, transformatorhuizen, datacentra, et cetera. Beele zorgt voor brandveilige, gas- en waterdichte doorvoeringen van kabels en leidingen, die duurzaam zijn. Bijvoorbeeld bij de datacentra van Google en Facebook of in kerncentrales, want die worden nog steeds gebouwd. Beele ontwikkelde een stralingsafschermend rubber. Voor een tunnel in Zeeland heeft Beele vier kilometer brandwerend schuimrubber geleverd. De constructie (in feite een dichtgemaakte sleuf) is bij 1250 graden getest en na anderhalf uur was niet allen de temperatuur aan deniet-vuurzijde marginaal gestegen, maar was er ook geen enkele rookemissie. Beele brengt nu een corrosiebestendige, niet brandbare coating op de markt met een enorme potentie. Die coating krijg je er dus ook nooit meer van af. “We moesten het er op een draaibank afdraaien”, aldus Hans Beele. Super snelle schepen uit aluminium hebben bij brand een isolatieprobleem want aluminium brandt al bij 600 graden. “We hebben onze coating gebruikt en we hebben er vervolgens 1120 graden tegenaan gezet. Er gebeurt niks. We hebben met deze coating iets totaal nieuws in handen.”

ONDERNEMEN RUBBER

Safety sealings: afdichtsystemen voor waterdicht en brandwerend afdichten van doorvoeringen in damwanden.

032-035_KR0607ART2P_3_BEELE.indd 35 13-06-17 11:48