handleiding paddenstoelen 2007

48
m a t e r i a a l z e n d i n g

Transcript of handleiding paddenstoelen 2007

Page 1: handleiding paddenstoelen 2007

mat eri aal zendi ng

Page 2: handleiding paddenstoelen 2007

1

© Centra voor Natuur- en Milieueducatie in Gelderland 2007 MATERIAALZENDING PADDENSTOELEN OKTOBER 2007 Deze handleiding is samengesteld door Milieu Educatie Centrum gemeente Renkum Het Natuurhuis Apeldoorn Met dank aan: Amsterdams NME Centrum Milieu Educatie Centrum Genneper parken SOM Nijmegen Drukwerk: Felua-groep, Apeldoorn Tekening voorzijde: Laura Holthaus Dienst Milieu Educatie Den Haag Colofon Het Natuurhuis - Apeldoorn Centra voor Natuur en Milieu Educatie - Arnhem Regionaal Centrum voor Natuur- en Milieueducatie Het Dijkmagazijn - Beuningen Steunpunt Natuur- en Milieueducatie - Culemborg Stichting De Ulebelt, Centrum voor natuur- en milieueducatie & kinderboerderij - Deventer Regionaal Centrum Natuur en Milieu Educatie - Doetinchem e.o. De Hortus, Centrum voor Natuur en Milieu - Harderwijk Bezoekerscentrum De Grote Rivieren - Heerewaarden Natuurmuseum - Nijmegen e.o. Milieu Educatie Centrum - Renkum Natuur- en Milieu Educatie centrum Midden Betuwe - Maurik Stichting Duurzaam Rivierenland - Tiel Het Groene Wiel – NME Centrum Wageningen Natuuractiviteitencentrum De Huusker - Winterswijk Liemers Centrum voor Natuur en Milieu Educatie - Zevenaar Centrum voor Duurzaamheid ‘De Kaardebol’ - Zutphen

Page 3: handleiding paddenstoelen 2007

2

INHOUD

GEBRUIKSAANWIJZING KWEEKPAKKET ..........................................................................3

INLEIDING ...............................................................................................................................4

LESSUGGESTIES KLEUTERBOUW......................................................................................6 STARTACTIVITEIT ..............................................................................................................6 VERVOLGACTIVITEITEN....................................................................................................8 AFSLUITENDE ACTIVITEITEN .........................................................................................10

LESSUGGESTIES ONDERBOUW........................................................................................12 STARTACTIVITEITEN .......................................................................................................12 VERVOLGACTIVITEITEN..................................................................................................14 AFSLUITENDE ACTIVITEITEN .........................................................................................16

LESSUGGESTIES MIDDENBOUW ......................................................................................17 STARTACTIVITEITEN .......................................................................................................17 VERVOLGACTIVITEITEN..................................................................................................19 AFSLUITENDE ACTIVITEITEN .........................................................................................23

LESSUGGESTIES BOVENBOUW........................................................................................24 STARTACTIVITEITEN .......................................................................................................24 VERVOLGACTIVITEITEN..................................................................................................26 AFSLUITENDE ACTIVITEITEN .........................................................................................30

BIJLAGE 1 VERHALEN ........................................................................................................31 1. KONING HERFST OP BEZOEK (GROEP 1 – 3) ...........................................................31 2. DE MANNETJES IN HET BOS.......................................................................................33 3. KEIZER HAN EN DE GEHEIMZINNIGE PADDENSTOEL.............................................35 4. KEIZER CLAUDIUS .......................................................................................................37 5. DE ELFENKRING...........................................................................................................39

BIJLAGE 2.............................................................................................................................41 ACHTERGRONDINFORMATIE .........................................................................................41 PADDO’S............................................................................................................................44

AANSLUITING BIJ METHODEN NATUURONDERWIJS.....................................................46

BOEKEN:...............................................................................................................................47

WEBSITES.............................................................................................................................47

BRONVERMELDING.............................................................................................................47

Page 4: handleiding paddenstoelen 2007

3

GEBRUIKSAANWIJZING KWEEKPAKKET In de doos bevindt zich een wit zakje met dekaarde en een grote transparante zak met compost. Neem een bak of emmer en schud de dekaarde uit het witte zakje erin. Vervolgens neemt u een handvol compost uit de grote transparante zak en deze mengt u goed door de dekaarde. Voeg nu 300 ml water toe en meng het nogmaals. Open hierna de grote transparante zak en vouw deze over de rand van de doos. Maak nu de bovenlaag van de compost gelijk; losse delen licht aandrukken. Verdeel nu het mengsel met de dekaarde gelijkmatig en losjes over de compost. Sluit de doos weer en zet deze op een plek waar het ca 21°C is. Open na 3 dagen de doos en besproei het oppervlak met ongeveer 50 ml water. Plaats nu het deksel gekruist op de doos (zoals op de tekening), en zet de doos op een plek waar het ca. 18°C is. Let op, vanaf nu moet u het oppervlak iedere dag bevochtigen met een klein beetje water.

Zodra er op het oppervlak erwtgrote champignons staan (na ongeveer 14 dagen), moet u meer water gaan geven. Het is moeilijk aan te geven hoeveel water u precies moet geven. U moet proberen zoveel water te geven dat de dekaarde vochtig blijft. U kunt naar eigen voorkeur champignons oogsten. Tijdens de oogstperiode kunt u het deksel helemaal van de doos laten. Als u alle champignons geoogst hebt, moet u in 1 à 2 dagen de dekaarde weer sproeien, zodat deze weer vochtig wordt. Eén dag na de oogstperiode moet het deksel weer gekruist teruggeplaatst worden. U moet nu weer overgaan op iedere dag bevochtigen met een klein beetje water, en dit blijven doen tot er weer erwtgrote champignons verschijnen. Deze cyclus herhaalt zich, er zal 3 tot 4 maal geoogst kunnen worden. Er komen telkens wat minder champignons tijdens een oogstperiode, daarom kunt u de hoeveelheid water geleidelijk laten verminderen. Na afloop kan de compost prima worden uitgestrooid in bijvoorbeeld de schooltuin.

De kweekpakketten zijn geleverd door de Fa. Hobbychamp. Meer informatie vindt u op www.hobbychamp.com.

Page 5: handleiding paddenstoelen 2007

4

INLEIDING Van paddenstoelen gaat iets mysterieus, iets magisch uit. Dit begint al met de geheimzinnige manier waarop ze groeien en met de medicinale kracht die aan sommige wordt toegeschreven. Om nog maar niets te zeggen over hun soms delicate smaak. Veel van hun ontstaan en bestaan onttrekt zich aan de inzichten van de wetenschap. Deze handleiding Paddenstoelen, bestaat uit achtergrond-informatie en lessuggesties voor kleuter-, onder-, midden- en bovenbouw van het primair onderwijs. Een aantal les-suggesties is uitgewerkt in de vorm van een werkblad. De werkbladen kunt u downloaden vanaf de website www.natuurhuisapeldoorn.nl. Klik op het grijze balkje ‘NME-gids voor scholen’ (links onderaan de pagina) en zoek in het aanbod naar de materiaalzending paddenstoelen. Bij dit materiaal maakt u gebruik van een kweekpakket voor champignons. Meer informatie hierover leest u bij “materiaaltips”. Doel van het lesmateriaal Het doel van het lespakket “paddenstoelen” is leerlingen kennis te laten maken met het uiterlijk en de eigenschappen van paddenstoelen. Afhankelijk van het niveau van uw leerlingen en de activiteiten die u kiest kunnen de leerlingen na afloop vertellen: • Wat paddenstoelen zijn • Uit welke delen een paddenstoel

bestaat. • Hoe paddenstoelen groeien. • Hoe paddenstoelen zich

vermeerderen. • Hoe eetbare paddenstoelen smaken. HET LESMATERIAAL SLUIT AAN BIJ DE KERNDOELEN: Oriëntatie op jezelf en de wereld kerndoel 39: De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuur en techniek kerndoel 40: De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren

onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. Natuur en techniek kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Ook leergebiedoverstijgende leerdoelen voor het basisonderwijs kunnen aan de orde komen zoals handvaardigheid en techniek (koken), het stellen van gerichte vragen, samenwerken en met elkaar overleggen, en de resultaten van het werk presenteren in verschillende vormen. Organisatie. Met de ideeën en werkbladen in deze handleiding kunt u aandacht besteden aan het onderwerp paddenstoelen. U treft lessuggesties, werkbladen en verhalen, die met paddenstoelen en schimmels te maken hebben. Door een keuze te maken uit de beschreven lessuggesties, bepaalt u zelf hoeveel tijd u aan het onderwerp besteedt. Het is dus niet noodzakelijk dat alle activiteiten gedaan worden. De activiteiten waaruit gekozen kan worden, hebben steeds wisselende accenten zoals onderzoeks-, handvaardigheids- en taalopdrachten. De activiteiten zijn verdeeld in start-, vervolg en afsluitende activiteiten zodat u een logische opbouw en diepgang in uw lessen(serie) kunt aanbrengen. Hoe u met de handleiding werkt, hangt af van uw eigen voorkeur voor activiteiten, het niveau van de kinderen en de grootte van de groep. U kunt verschillende werkvormen kiezen voor het uitvoeren van de activiteiten. • Een ontdekhoek waar champignons

worden gekweekt. Hierbij kunt u loepjes, zoekkaarten, werkbladen en boeken klaarleggen. De leerlingen werken om beurten, bijvoorkeur in tweetallen of in een groepje.

• Een circuitles waarbij gedurende een bepaalde tijd door de hele klas tegelijk

Page 6: handleiding paddenstoelen 2007

5

aan verschillende opdrachten gewerkt wordt.

• Een lessenserie: u besteedt elke dag of week, een lesuur of dagdeel aan het onderwerp.

Bij het maken van een keuze uit de activiteiten, kunt u rekening houden met het volgende: BIJ DE KLEUTER- EN ONDERBOUW LIGT DE NADRUK OP: • Waarnemen met alle zintuigen • Leren en gebruiken van algemene

begrippen die iets zeggen over de paddenstoel (kort, zacht, dik, rond)

• Onderzoeken van de ontwikkeling van champignons in de klas en andere paddenstoelen in de schoolomgeving.

BIJ DE MIDDENBOUW LIGT DE NADRUK OP • Leren en gebruiken van begrippen die

bij paddenstoelen horen (hoed, steel, rand, plaatjes, schimmeldraden, heksenkring)

• Volgen van de ontwikkeling van paddenstoelen in de klas en in de schoolomgeving.

BIJ DE BOVENBOUW LIGT DE NADRUK OP. • Leren en gebruiken van begrippen die

bij paddenstoelen horen (hoed, rand, steel, myceliumdraden, zwamvlok)

• Volgen van de ontwikkeling van paddenstoelen in de klas en in de schoolomgeving

• Nauwkeurig waarnemen, beschrijven en tekenen.

• Eigen onderzoek naar paddenstoelen: onderzoeksvraag bedenken, verslag-legging.

Materiaaltips. Met het kweekpakket voor champignons is het eenvoudig om de ontwikkeling van paddenstoelen te volgen. De gekweekte paddenstoelen zijn te gebruiken bij de verschillende opdrachten uit de handleiding.

Laat de leerlingen de handelingen zo veel mogelijk zelf uitvoeren, eventueel na instructie aan de hand van een bordschema. Het is leuk om de groei van de champignons bij te houden. Dit kan in een tabel, grafiek of met behulp van tekeningen. Houd er rekening mee dat de ontwikkeling van de paddenstoelen in het kweekpakket 4 tot 5 weken duurt. Voor sommige opdrachten is het noodzakelijk enkele handelingen vooraf te verrichten. Ook is het soms nodig paddenstoelen bij de (super)markt of groentewinkel aan te schaffen. Lees daarom voor aanvang van het project de werkbladen goed door. Dit voorkomt (nare) verrassingen achteraf. Bij een aantal NME centra is het mogelijk een leskist te lenen die past bij dit onderwerp. Uiteraard is dit alleen mogelijk wanneer de reguliere uitleen dit toelaat. Aan deze handleiding is een zoekkaart paddenstoelen toegevoegd. Onderzoeksmateriaal en boeken Een eenvoudige loep maakt het bekijken van de paddenstoelen nog interessanter. Bij de extra opdrachten wordt gebruik gemaakt van een stereomicroscoop. Informeer bij uw NME-centrum of u een stereomicroscoop kunt lenen. In boeken over paddenstoelen kunnen de leerlingen extra informatie opzoeken. Ook internet kan een goede informatiebron zijn.

Page 7: handleiding paddenstoelen 2007

6

LESSUGGESTIES KLEUTERBOUW STARTACTIVITEITEN VERHAAL VOORLEZEN MATERIAAL • Koning Herfst.

Zie bijlage 1, verhaal 1 ORGANISATIE De leerlingen zitten in de kring of aan hun eigen tafel. VERLOOP Lees het verhaal voor. Na het voorlezen kunt u de leerlingen vragen waaraan je kunt merken dat het herfst wordt. (blad aan de bomen verkleurt, sommige bomen verliezen hun blad, dieren leggen wintervoorraden aan, vogels trekken weg, het weer verandert) PADDENSTOELEN ORDENEN MATERIAAL • Werkblad 1 Paddenstoelen ordenen ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel VERLOOP Laat de leerlingen de paddenstoelen kleuren en uitknippen. Daarna plakken ze deze op van klein naar groot. STIPPEN TELLEN MATERIAAL • Werkblad 2 Stippen tellen ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel VERLOOP Laat de leerlingen bij de eerste opdracht de paddenstoelen met 2 stippen kleuren. Bij de tweede opdracht kleuren ze de paddenstoel met de meeste stippen.

KLEURPLAAT PADDENSTOELEN MATERIAAL • Werkblad 4a en/of 4b

Kleurplaat paddenstoelen • Kleurpotloden (of verf) ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel VERLOOP Laat de kleurplaat maken als de leerlingen tijd over hebben of als verwerking op het voorlezen van het verhaal. HET HEKSENSPEL MATERIAAL • Werkblad 5 Heksenspel • 3 of 4 kleuren pionnen • 3 of 4 kleurpotloden in dezelfde kleur

als de pionnen • Dobbelsteen ORGANISATIE De kinderen spelen het spel met 3 of 4 kinderen aan hun tafel. VERLOOP Spelregels Begin bij start. Gooi met de dobbelsteen en ga vooruit (links af) Kom je op een paddenstoel dan kleur je die in de kleur van je pion Als je op een gekleurde paddenstoel komt dan doe je niets. Het spel is uit als alle paddenstoelen zijn gekleurd. Welke kleur wint?

Page 8: handleiding paddenstoelen 2007

7

EEN HERFSTWANDELING MATERIAAL • Bakjes • Potjes • Tassen • Vergrootglazen • Zoekkaart paddenstoelen • Werkblad 3 Paddenstoelen bekijken ORGANISATIE De wandeling kan worden gehouden in de nabije schoolomgeving, in een stadspark of nabijgelegen bos. Bij sommige scholen is het ook mogelijk een wandeling uit te zetten op het schoolplein. Onderzoek vooraf of er voldoende materiaal te vinden is rondom het thema. Al ligt de nadruk op de aanwezigheid van paddenstoelen ook de andere herfstverschijnselen kunnen tijdens deze wandeling aan de orde komen. Bij een aantal centra is het mogelijk een dierenvriendjeskist of een kabouterkist te lenen. Hiermee kunt u op eenvoudige wijze een herfstwandeling uitzetten. Verdeel de klas in groepjes van 3 à 4 leerlingen. Regel voor elk groepje een begeleider. Dit kan een ouder of stagiair zijn, maar als u op het schoolplein blijft kunt u ook leerlingen van groep 8 inschakelen.

VERLOOP Om de leerlingen alvast in de juiste stemming te brengen voor het onderwerp paddenstoelen kan een herfstwandeling gemaakt worden. Verzamel met de leerlingen dingen die met de herfst te maken hebben zoals dennenappels, sparrenkegels, kastanjes, beukennootjes, takjes, bladeren. Natuurlijk gaan ze ook op zoek naar paddenstoelen. Als de leerlingen een paddenstoel vinden, laat ze er dan met een vergrootglas goed naar kijken. Maar er valt nog veel meer te ontdekken. Waar ruikt hij naar, welke kleur heeft hij en welke vorm heeft hij. Onder boomschors van dode bomen kun je vaak heel duidelijk de schimmeldraden zien. Met de verzamelde herfstspullen kan in het lokaal een tentoonstelling of een herfsttafel worden ingericht. NB. Laat de leerlingen geen paddenstoelen plukken. Gebruik voor de tentoon-stelling zelfgemaakte paddenstoelen, de paddenstoelen van het kweekpakket of paddenstoelen uit de supermarkt.

Page 9: handleiding paddenstoelen 2007

8

VERVOLGACTIVITEITEN TEKEN EN ONDERZOEK EEN PADDENSTOEL Aan een paddenstoel valt heel wat te ontdekken. Leerlingen kunnen zelf een heleboel te weten komen zonder dat u ze er van tevoren iets over vertelt. Ze kunnen de paddenstoel vast pakken, er aan ruiken en open snijden. Natekenen is ook altijd een goed hulpmiddel om goed te leren kijken. MATERIAAL • Voor elk kind een champignon ( markt,

groentewinkel, supermarkt,) • Potlood en kleurpotloden • Tekenpapier ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel. Elke leerling heeft een champignon voor zich. VERLOOP Vertel aan de kinderen dat deze paddenstoelen champignons zijn. Laat de leerlingen de paddenstoel natekenen. Laat de leerlingen daarna hun paddenstoel verder onderzoeken en bespreek de volgende punten: Hoe ruikt je champignon? Hoe smaakt hij? Leg hierbij uit dat sommige paddenstoelen giftig zijn en sommige niet. Zomaar proeven mag dus nooit. Hoe voelt de champignon? Ruw, glad, hard, zacht, nat, droog. Zijn alle champignons even groot, even dik, even wit enz?

HERFSTCOLLAGE MATERIAAL • Tijdschriften met afbeeldingen van

paddenstoelen en herfst. • Stevig vel papier • Potlood • Schaar ORGANISATIE Klassikale opdracht VERLOOP Bekijk met de leerlingen de afbeeldingen van de herfst. Laat de leerlingen de plaatjes uitknippen en opplakken PADDENSTOELEN SJABLONEREN MATERIAAL • Afbeeldingen van paddenstoelen

(tijdschriften, internet) • Potlood • Schaar • Plakkaatverf • Tamponneerkwasten • Vel stevig papier. ORGANISATIE Klassikale opdracht. VERLOOP Bekijk met de leerlingen de afbeeldingen van de paddenstoelen. Laat de leerlingen de vorm van de paddenstoel overtrekken of natekenen op stevig papier en daarna uitknippen. De vorm wordt rondom getamponneerd op een vel stevig papier. Haal de basisvorm voorzichtig weg. Na drogen kan de vorm worden ingevuld met motorische schrijfoefeningen.

Page 10: handleiding paddenstoelen 2007

9

SPORENAFDRUK MAKEN Door een sporenafdruk te maken kunnen leerlingen de sporen goed zien en de structuur van de plaatjes bekijken. MATERIAAL • Een grote open champignon

(Portobello) • Een mesje • A5 papier lichtblauw. Hierop zie je alle

kleuren sporen. • Een glas dat over de champignon past • Eventueel boeklon of laminaat. ORGANISATIE Deze proef wordt door de leerkracht uitgevoerd. Voor de proef uit op een rustige plek in het lokaal waar de proefopstelling een paar dagen onge-stoord kan blijven staan. VERLOOP Snijd voorzichtig de steel van de champignon. Laat de leerlingen de onderkant van de champignon goed bekijken. Wijs ze op de plaatjes (lamellen). Leg de hoed, met de lamellen naar beneden, op het vel papier. Plaats het glas over de hoed om te voorkomen dat de sporen wegwaaien. Laat de opstelling zo enkele dagen staan.

Haal daarna het glas weg en til de hoed voorzichtig op. Maak het extra spannend door alle leerlingen de adem in te laten houden zodat de sporen niet wegwaaien. Schuif niet met de hoed anders verstoor je het resultaat. Op het papier zie je nu de sporen in een bepaald patroon liggen. Als de sporen op de juiste voedingsbodem terecht komen groeit er nieuw mycelium uit. Hieruit komen weer nieuwe champignons voort. (in het kweekpakket is het mycelium zichtbaar als ragfijne draden). Door de sporenafdruk te lamineren of met boeklon te beplakken kan het behouden blijven en zo eventueel worden gebruikt bij de tentoonstelling of op de herfsttafel. TIP: gelamineerd en met een leuke lijst geeft deze afdruk een mooi schilderij voor in de klas.

Page 11: handleiding paddenstoelen 2007

10

AFSLUITENDE ACTIVITEITEN EEN HERFSTTAFEL MAKEN Kleed een hoek in het lokaal aan met allerlei herfstmaterialen. Hang de werkjes die de kinderen gemaakt hebben op aan een waslijn door de klas. Beschilder de ramen met paddenstoelen en herfstverschijnselen. Nodig (groot)ouders uit om de gemaakte producten te komen bekijken en proeven. TIP: bij tuincentra en zaken als Xenos en Marskramer zijn tegen een redelijke prijs leuke decoratiematerialen te koop. RECEPT VOOR…. CHAMPIGNONSOEP INGREDIËNTEN • Champignons • Vloeibare boter of olie • Water • Pak basis voor roomsoep (1 liter) BENODIGDHEDEN • Zacht borsteltje • Mesje • Snijplank • Koekenpan • Spatel • Soeppan • Kookplaat • Soepkommen • Lepels WERKWIJZE Borstel de champignons schoon. Snijd de champignons in dunne plakjes en bak ze in de koekenpan. Maak in de soeppan de roomsoep warm. Doe de gare champignons erbij en laat de soep even trekken. Schep de soep in de kommen. RECEPT VOOR GEVULDE CHAMPIGNONS INGREDIËNTEN • Champignons • Geraspte kaas, roomkaas BENODIGDHEDEN • Een theelepel • Een oven

WERKWIJZE Veeg de champignons schoon en draai het steeltje eruit. Hol de champignons voorzichtig een beetje uit met het theelepeltje. Vul de hoedjes met geraspte kaas of roomkaas. Zet de gevulde hoeden in de oven op 150 graden Celsius. Als de kaas gesmolten is, zijn de champignons klaar. Goed laten afkoelen en smullen maar. PAS OP, gesmolten kaas is erg warm! RECEPT VOOR CHAMPIGNONSALADE. INGREDIËNTEN • Champignons • Peterselie • Citroensap • Zout, peper • Olijfolie • Geroosterd brood BENODIGDHEDEN • Mes • Snijplank • Broodrooster • Keukenrol WERKWIJZE Was de champignons en dep ze droog. Snijd ze in stukjes. Besprenkel ze met citroensap en breng het geheel op smaak met wat zout, peper, peterselie en een paar druppels olijfolie. Heerlijk op een toastje of geroosterde boterham.

Page 12: handleiding paddenstoelen 2007

11

RECEPT VOOR GEBAKKEN PADDENSTOELEN OP TOAST! INGREDIËNTEN • Paddenstoelen • Vloeibare boter of olie • Toast of snackcups • Peper en zout BENODIGDHEDEN • Keukenrol • Mes • Snijplank • Koekenpan • Spatel • Kookplaat • Bordjes WERKWIJZE Wrijf de paddenstoelen schoon met het keukenpapier. Snijd de paddenstoelen in kleine stukjes of plakjes. Smelt de boter in de koekenpan en bak de paddenstoelen. Breng ze eventueel op smaak met een beetje peper en zout. Leg op elk toastje gebakken paddenstoelen.

Page 13: handleiding paddenstoelen 2007

12

LESSUGGESTIES ONDERBOUW STARTACTIVITEITEN VERHAAL VOORLEZEN MATERIAAL • Koning Herfst.

Zie bijlage 1, verhaal 1 ORGANISATIE De leerlingen zitten in de kring of aan hun eigen tafel. VERLOOP Lees het verhaal voor. Na het voorlezen kunt u de leerlingen vragen waaraan je kunt merken dat het herfst wordt. (blad aan de bomen verkleurt, sommige bomen verliezen hun blad, dieren leggen wintervoorraden aan, vogels trekken weg, het weer verandert) KLEURPLAAT PADDENSTOELEN MATERIAAL • Werkblad 4a en/of 4b

Kleurplaat paddenstoelen • Kleurpotloden (of verf) ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel VERLOOP Laat de kleurplaat maken als de leerlingen tijd over hebben of als verwerking op het voorlezen van het verhaal. EEN HERFSTWANDELING MATERIAAL • Bakjes • Potjes • Tassen • Vergrootglazen • Zoekkaart paddenstoelen • Werkblad 3 Paddenstoelen bekijken ORGANISATIE De wandeling kan worden gehouden in de nabije schoolomgeving, in een stadspark of nabijgelegen bos. Bij sommige scholen is het zelfs mogelijk een wandeling uit te zetten op het schoolplein. Onderzoek

vooraf of er voldoende materiaal te vinden is rondom het thema. Al ligt de nadruk op de aanwezigheid van paddenstoelen ook de andere herfstverschijnselen kunnen tijdens deze wandeling aan de orde komen. Bij een aantal centra is het mogelijk een kabouterkist of dierenvriendjeskist te lenen. Hiermee kunt u op eenvoudige wijze een herfstwandeling uitzetten. Verdeel de klas in groepjes van 3 à 4 leerlingen. Regel voor elk groepje een begeleider. Dit kan een ouder of stagiair zijn, maar als u op het schoolplein blijft kunt u ook leerlingen van groep 8 inschakelen. VERLOOP Om de leerlingen alvast in de juiste stemming te brengen voor het onderwerp paddenstoelen is het leuk om een herfstwandeling te maken. Verzamel met de leerlingen dingen die met de herfst te maken hebben zoals dennenappels, sparrenkegels, kastanjes, beukennootjes, takjes, bladeren. Natuurlijk gaan ze ook op zoek naar paddenstoelen. Als de leerlingen een paddenstoel vinden, laat ze er dan met een vergrootglas goed naar kijken. Maar er valt nog veel meer te ontdekken. Waar ruikt hij naar, welke kleur heeft hij en welke vorm heeft hij. Onder boomschors van dode bomen kun je vaak heel duidelijk de schimmeldraden zien.Met de verzamelde herfstspullen kan in het lokaal een tentoonstelling of een herfsttafel worden ingericht. NB. Laat de leerlingen geen paddenstoelen plukken. Gebruik voor de tentoonstelling zelfgemaakte paddenstoelen, de paddenstoelen van het kweekpakket of paddenstoelen uit de supermarkt.

Page 14: handleiding paddenstoelen 2007

13

HET HEKSENSPEL MATERIAAL • Werkblad 5 • 3 of 4 kleuren pionnen • 3 of 4 kleurpotloden in dezelfde kleur

als de pionnen • Dobbelsteen ORGANISATIE De kinderen spelen het spel met 3 of 4 kinderen aan hun tafel. VERLOOP Spelregels Begin bij start. Gooi met de dobbelsteen en ga vooruit (links af) Kom je op een paddenstoel dan kleur je die in de kleur van hun pion Als je op een gekleurde paddenstoel komt dan doe je niets. Het spel is uit als alle paddenstoelen zijn gekleurd. Welke kleur wint?

Page 15: handleiding paddenstoelen 2007

14

VERVOLGACTIVITEITEN TEKEN EN ONDERZOEK EEN PADDENSTOEL Aan een paddenstoel valt heel wat te ontdekken. Leerlingen kunnen zelf een heleboel te weten komen zonder dat u ze er van tevoren iets over vertelt. Ze kunnen de paddenstoel vast pakken, er aan ruiken en open snijden. Natekenen is ook altijd een goed hulpmiddel om goed te leren kijken. MATERIAAL • Voor elk kind een champignon

(supermarkt) • Potlood en kleurpotloden • Tekenpapier ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel. Elke leerling heeft een champignon voor zich. VERLOOP Vertel aan de kinderen dat deze paddenstoelen champignons zijn. Laat de leerlingen de paddenstoel natekenen. Laat de leerlingen daarna hun paddenstoel verder onderzoeken en bespreek de volgende punten: Hoe ruikt je champignon? Hoe smaakt hij? Leg hierbij uit dat sommige paddenstoelen giftig zijn en sommige niet. Zomaar proeven mag dus nooit. Hoe voelt de champignon? Ruw, glad, hard, zacht, nat, droog. Zijn alle champignons even groot, even dik, even wit enz? Al pratend bedenken de leerlingen misschien een onderzoekje: • Wat gebeurt er als een champignon

een paar uur blijft liggen. Laat een paar champignons uitdrogen op de verwarming. Je kunt na afloop zien dat er veel water in heeft gezeten dat is verdampt.

• Blijft een champignon drijven? • Kun je alle paddenstoelen eten?

HERFSTCOLLAGE MATERIAAL • Tijdschriften met afbeeldingen van

paddenstoelen en herfst. • Stevig vel papier • Potlood • Schaar ORGANISATIE Klassikale opdracht VERLOOP Bekijk met de leerlingen de afbeeldingen van de herfst. Laat de leerlingen de plaatjes uitknippen en opplakken PADDENSTOELEN SJABLONEREN MATERIAAL • Afbeeldingen van paddenstoelen

(tijdschriften, internet) • Potlood • Schaar • Plakkaatverf • Tamponneerkwasten • Vel stevig papier. ORGANISATIE Klassikale opdracht. VERLOOP Bekijk met de leerlingen de afbeeldingen van de paddenstoelen. Laat de leerlingen de vorm van de paddenstoel overtrekken of natekenen op stevig papier en daarna uitknippen. De omtrek van de vorm moet heel blijven. De sjabloon wordt volgetamponeerd met verf. Haal de basisvorm voorzichtig weg. Na het drogen dan de omgeving van de paddenstoel worden bijgetekend.

Page 16: handleiding paddenstoelen 2007

15

SPORENAFDRUK MAKEN Door een sporenafdruk te maken kunnen leerlingen de sporen goed zien en de structuur van de plaatjes bekijken. MATERIAAL • Een grote open champignon

(Portobello) • Een mesje • A5 papier lichtblauw. Hierop zie je alle

kleuren sporen. • Een glas dat over de champignon past • Eventueel boeklon of laminaat. ORGANISATIE Deze proef wordt door de leerkracht uitgevoerd. Voor de proef uit op een rustige plek in het lokaal waar de proefopstelling een paar dagen ongestoord kan blijven staan. VERLOOP Snijd voorzichtig de steel van de champignon. Laat de leerlingen de onderkant van de champignon goed bekijken. Wijs ze op de plaatjes (lamellen). Leg de hoed, met de lamellen naar beneden, op het vel papier. Plaats het glas over de hoed om te voorkomen dat de sporen wegwaaien. Laat de opstelling zo enkele dagen staan.

Haal daarna het glas weg en til de hoed voorzichtig op. Maak het extra spannend door alle leerlingen de adem in te laten houden zodat de sporen niet wegwaaien. Schuif niet met het de hoed anders verstoor je het resultaat. Op het papier zie je nu de sporen in een bepaald patroon liggen. Als de sporen op de juiste voedingsbodem terecht komen groeit er nieuw mycelium uit. Hieruit komen weer nieuwe champignons voort. (in het kweekpakket is het mycelium zichtbaar als ragfijne draden). Door de sporenafdruk te lamineren of met boeklon te beplakken kan het behouden blijven en zo eventueel worden gebruikt bij de tentoonstelling of op de herfsttafel. TIP: gelamineerd en met een leuke lijst geeft deze afdruk een mooi schilderij voor in de klas.

Page 17: handleiding paddenstoelen 2007

16

VAN SPORE TOT PADDENSTOEL MATERIAAL • Werkblad 6 van spore tot paddenstoel • Kleurpotloden • Schaar • Lijm • Vel papier formaat A3 ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel en maken daar de opdracht. VERLOOP De kinderen kleuren de plaatjes, knippen deze uit en plakken ze in de juiste volgorde op.

AFSLUITENDE ACTIVITEITEN EEN HERFSTTAFEL MAKEN Kleed een hoek in het lokaal aan met allerlei herfstmaterialen. Hang de werkjes die de kinderen gemaakt hebben op aan een waslijn door de klas. Beschilder de ramen met paddenstoelen en herfstverschijnselen. Nodig (groot)ouders uit om de gemaakte producten te komen kijken en proeven. TIP: bij tuincentra en zaken als Xenos en Marskramer zijn tegen een redelijke prijs leuke decoratiematerialen te koop. RECEPTEN VOOR Champignonsoep Gevulde champignons Gebakken paddenstoelen op toast en Champignonsalade Zie de beschrijving bij de kleuterbouw.

Page 18: handleiding paddenstoelen 2007

17

LESSUGGESTIES MIDDENBOUW STARTACTIVITEITEN VERHAAL VOORLEZEN MATERIAAL Zie bijlage 1, verhaal 2, 3, 4, en 5. • Mannetjes in het bos. • Keizer Han en de geheimzinnige

paddenstoel • Keizer Claudius • De elfenkring ORGANISATIE De leerlingen zitten in de kring of aan hun eigen tafel. VERLOOP Lees het verhaal voor. Na het voorlezen kunt u de leerlingen vragen waaraan je kunt merken dat het herfst wordt. (blad aan de bomen verkleurt, sommige bomen verliezen hun blad, dieren leggen wintervoorraden aan, vogels trekken weg, het weer verandert). Waar denken de kinderen aan bij paddenstoelen. Wat weten ze van dit onderwerp? EEN HERFSTWANDELING MATERIAAL • Bakjes • Potjes • Tassen • Vergrootglazen • Zoekkaart paddenstoelen • Werkblad 3 of 9. ORGANISATIE De wandeling kan worden gehouden in de nabije schoolomgeving, in een stadspark of nabijgelegen bos. Bij sommige scholen is het zelfs mogelijk een wandeling uit te zetten op het schoolplein. Onderzoek vooraf of er voldoende materiaal te vinden is rondom het thema. Al ligt de nadruk op de aanwezigheid van paddenstoelen ook de andere herfstverschijnselen kunnen tijdens deze wandeling aan de orde komen. Bij een aantal centra is het mogelijk een schoolomgevingskist te lenen. Hiermee kunt u op eenvoudige wijze een herfstwandeling uitzetten.

Verdeel de klas in groepjes van 3 à 4 leerlingen. Blijft u op het schoolplein dan is begeleiding niet echt noodzakelijk, gaat u echter van het terrein af, dan wordt elk groepje begeleid door een volwassene. VERLOOP Om de leerlingen alvast in de juiste stemming te brengen voor het onderwerp paddenstoelen is het leuk om een herfstwandeling te maken. Verzamel met de leerlingen dingen die met de herfst te maken hebben zoals dennenappels, sparrenkegels, kastanjes, beukennootjes, takjes, bladeren. Natuurlijk gaan ze ook op zoek naar paddenstoelen. Als de leerlingen een paddenstoel vinden, laat ze er dan met een vergrootglas goed naar kijken. Maar er valt nog veel meer te ontdekken. Waar ruikt hij naar, welke kleur heeft hij en welke vorm heeft hij. Onder boomschors van dode bomen kun je vaak heel duidelijk de schimmeldraden zien. Met de verzamelde herfstspullen kan in het lokaal een tentoonstelling of een herfsttafel worden ingericht. Bij deze opdracht kun je gebruik maken van werkblad 3 of 9. NB. Laat de leerlingen geen paddenstoelen plukken. Gebruik voor de tentoonstelling zelfgemaakte paddenstoelen, de paddenstoelen van het kweekpakket of paddenstoelen uit de supermarkt.

Page 19: handleiding paddenstoelen 2007

18

KIJKEN, VOELEN, RUIKEN, PROEVEN MATERIAAL • Champignons van verschillende

grootte • Oesterzwammen, het liefst een aantal

aan elkaar (groentewinkel, supermarkt) • Mesje ORGANISATIE Deze opdracht kan op twee manieren worden uitgevoerd: in de kring of in groepjes. VERLOOP Laat de champignons zien. Laat de cluster oesterzwammen zien. Hoeveel oesterzwammen zijn het. Zijn ze allemaal even groot? Hoe zitten ze aan elkaar vast? Snijdt één oesterzwam van het cluster los. Laat ze daarna doorgeven en vraag de leerlingen hoe deze aanvoelt. Laat meerdere oesterzwammen op volgorde van klein naar groot leggen. Doe dit laatste ook met de champignons. Wat gebeurt er als je zachtjes in een champignon knijpt? Laat ze aan de champignons ruiken. Waar ruiken ze naar: welke kleur hebben ze? Zijn ze overal helemaal wit? Kijk goed naar de hoeden van de oesterzwam en de champignons. Wat zijn de verschillen? Kijk onder de hoeden van beide paddenstoelen. Wat zien de leerlingen? Ruiken de paddenstoelen hetzelfde? Voelen ze hetzelfde aan? Heeft de oesterzwam een even lange steel als de champignon? Beide paddenstoelsoorten horen bij de eetbare paddenstoelen. Proef een stukje van beide soorten paddenstoel. Is er verschil in smaak? WOORDWEB MATERIAAL • Werkblad 7 Woordweb • Potlood, gum, puntenslijper • Achtergrondinformatie, zie bijlage 2 ORGANISATIE De leerlingen maken het woordweb zelfstandig aan hun tafel. Het woordweb kan eventueel ook klassikaal worden gemaakt op het bord.

VERLOOP Laat de leerlingen, als ze zelfstandig werken, zoveel mogelijk woorden opschrijven die met paddenstoelen te maken hebben. Dit kan natuurlijk ook in tweetallen of groepsgewijs. Na de opdracht inventariseert u de antwoorden. Op deze manier krijgt u een aardig beeld van wat de leerlingen al van het onderwerp weten. Vertel het een en ander over paddenstoelen. Bijvoorbeeld over het ontstaan van heksenkringen, waar het woord paddenstoel vandaan komt en de rol die de paddenstoel vervult in de kringloop. (zie achtergrondinformatie bijlage 2) WOORDENBRIJ MATERIAAL • Werkblad 8 woordenbrij òf • Ongeveer 30 woorden die met

paddenstoelen te maken hebben • http://puzzlemaker.school.discovery.com ORGANISATIE De leerlingen maken de puzzel van werkblad 8 of u maakt zelf een puzzel met behulp van internet. VERLOOP Ga naar bovenstaande website en klik op het uitrolvenster Klik op wordsearch Vul bij “step 1” de titel van de puzzel in, deze komt boven de puzzel te staan Vul bij “step 5” dertig woorden in en klik op “create my puzzle” De leerlingen zoeken de woorden in de puzzel op en strepen alle mogelijke woorden af onder de puzzel. De letters die overblijven bij de puzzel van werkblad 8 vormen de zin: op deze stoel kun je niet zitten. De letters die overblijven na het invullen van de internetpuzzel hebben geen betekenis.

Page 20: handleiding paddenstoelen 2007

19

VERVOLGACTIVITEITEN TEKEN EEN PADDENSTOEL MATERIAAL • Werkblad 9 Teken een paddenstoel • (kleur)potloden • Verschillende soorten paddenstoelen

(groetenwinkel, supermarkt) • Zoekkaart paddenstoelen ORGANISATIE De leerlingen maken deze opdracht buiten tijdens de herfstwandeling of in het lokaal aan de groepstafel. VERLOOP Als u de opdracht in de klas maakt, leg op elke groepstafel dan een aantal soorten paddenstoelen neer. Elke leerling kiest er één om op werkblad 9 te tekenen. De tekening kan worden aangevuld met begrippen als: hoed, steel, plaatjes, buisjes, voet, buik. HOE ZIET MIJN PADDENSTOEL ER UIT? Aan een paddenstoel valt heel wat te ontdekken. Leerlingen kunnen zelf een heleboel te weten komen zonder dat u ze er van tevoren iets over vertelt. Ze kunnen de paddenstoel vast pakken, er aan ruiken en open snijden. Natekenen is ook altijd een goed hulpmiddel om goed te leren kijken. MATERIAAL • Voor elk kind een paddenstoel

(supermarkt) • Potlood en kleurpotloden • Werkblad 10 ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel. Elke leerling, of elke groep leerlingen, heeft een paddenstoel voor zich. VERLOOP Met behulp van werkblad 10 kunnen de leerlingen diverse aspecten van paddenstoelen onderzoeken.

Leg uit dat de gekochte paddenstoelen eetbaar zijn maar dat in de natuur sommige paddenstoelen giftig zijn. Zomaar proeven mag dus nooit. Al pratend bedenken de leerlingen misschien zelf een onderzoekje: • Wat gebeurt er als een champignon

een paar uur blijft liggen. Laat een paar champignons uitdrogen op de verwarming. Je kunt na afloop zien dat er veel water in heeft gezeten dat is verdampt.

• Blijft een champignon drijven? • Kun je alle paddenstoelen eten? WAAR GROEIT MIJN PADDENSTOEL MATERIAAL • Werkblad 11a en 11b Waar groeit mijn

paddenstoel? • Kleurpotloden ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel en maken daar de werkbladen. VERLOOP Door de puzzel op werkblad 11b te maken ontdekken de leerlingen dat paddenstoelen op verschillende plekken groeien. De leerlingen vullen de antwoorden van de puzzel in op werkblad 11a. Met behulp van dit werkblad kunt u ook de kringloop in de natuur onder de aandacht brengen. Paddenstoelen (schimmels) spelen samen met andere organismen een belangrijke rol bij het opruimen van organisch materiaal. (zie achtergrondinformatie bijlage 2)

Page 21: handleiding paddenstoelen 2007

20

GROEICIRKEL MATERIAAL • Werkblad 12a en 12b Groeicirkel • Kleurpotloden • Een schaar • Lijm • Een A3 vel ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel en maken daar de opdracht. VERLOOP De plaatjes op werkblad 12b vormen samen een cirkel die de levenscyclus van een paddenstoel voorstelt. De leerlingen gaan plaatjes in de juiste volgorde leggen en opplakken. Laat de leerlingen de zinnen over het groeiproces van de paddenstoel onder het goede plaatje schrijven. Deze zinnen staan op werkblad 12a. Als alternatief kan werkblad 6, van spore tot paddenstoel, van de onderbouw worden gebruikt. SPORENAFDRUK MAKEN Door een sporenafdruk te maken kunnen leerlingen de sporen goed zien en de structuur van de plaatjes bekijken. MATERIAAL • Een grote open champignon

(Portobello) • Een mesje • A5 papier lichtblauw. Hierop zie je alle

kleuren sporen. • Een glas dat over de champignon past • Eventueel boeklon of laminaat. ORGANISATIE Deze proef wordt door de leerkracht uitgevoerd. Voor de proef uit op een rustige plek in het lokaal waar de proefopstelling een paar dagen ongestoord kan blijven staan. VERLOOP Snijd voorzichtig de steel van de champignon. Laat de leerlingen de onderkant van de champignon goed bekijken. Wijs ze op de plaatjes (lamellen).

Leg de hoed, met de lamellen naar beneden, op het vel papier. Plaats het glas over de hoed om te voorkomen dat de sporen wegwaaien. Laat de opstelling zo enkele dagen staan. Haal daarna het glas weg en til de hoed voorzichtig op. Maak het extra spannend door alle leerlingen de adem in te laten houden zodat de sporen niet wegwaaien. Schuif niet met het de hoed anders verstoor je het resultaat. Op het papier zie je nu de sporen in een bepaald patroon liggen. Als de sporen op de juiste voedingsbodem terecht komen groeit er nieuw mycelium uit. Hieruit komen weer nieuwe champignons voort. (in het kweekpakket is het mycelium zichtbaar als ragfijne draden). Door de sporenafdruk te lamineren of met boeklon te beplakken kan het behouden blijven en zo eventueel worden gebruikt bij de tentoonstelling of op de herfsttafel.

TIP: gelamineerd en met een leuke lijst geeft deze afdruk een mooi schilderij voor in de klas. EEN SPORENKIJKDOOS MAKEN Met behulp van een sporenkijkdoos kun je de sporen uit de hoed zien vallen. MATERIAAL • Schoenendoos • Schaar • Kwast, zwarte verf • Sterke zaklamp • Hoed van een rijpe paddenstoel

Page 22: handleiding paddenstoelen 2007

21

ORGANISATIE Laat een groepje deze proef opstellen op een rustige plek in de klas. De andere leerlingen kunnen deze sporenkijkdoos ook bekijken.

VERLOOP Maak in het deksel van de schoenendoos een gat, dat iets kleiner is dan de hoed van de paddenstoel. Maak ook een kijkgat en een lichtsleuf aan de zijkant (zie tekening). Snijd of breek de steel van de hoed. Leg de hoed op het gat. Schijn nu met de lamp door de lichtsleuf. Misschien moet je wat geduld hebben, maar als je door het kijkgat kijkt, kun je in het schijnsel van de lamp de sporen als een stofregen zien vallen. ZELF SCHIMMELS KWEKEN De bekendste soorten in het schimmelrijk zijn de paddenstoelen. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van een ondergrondse zwam. Paddenstoelen maken miljoenen sporen. Ze zweven overal in de lucht en zijn met het blote oog niet te zien. Ze zijn heel licht en klein. Soms vallen ze op een plekje waar ze zich verder kunnen ontwikkelen. Beschimmeld brood of beschimmelde kaas kent iedereen. Dat vinden mensen vervelend, maar in de natuur spelen schimmels een belangrijke rol als opruimers van afval.

MATERIAAL • Brood • Stukjes appel • Water • Twee bakjes met deksel • Loepje • Werkblad Er zit schimmel op! ORGANISATIE De leerlingen werken in groepjes van twee à drie leerlingen. Er zijn twee mogelijkheden. A: voer de proef eerst uit zoals beschreven en voer daarna de variaties uit. B: Laat één groep de proef doen zoals beschreven. De andere groepjes voeren een variant op de proef uit. Daarna kunnen de resultaten met elkaar vergeleken worden. VERLOOP Het werkblad is eigenlijk bedoeld voor de bovenbouw, maar ook goed voor de middenbouw te gebruiken. Laat dan aanwijzing 1 tot en met 5 bij de opdracht niet door de leerlingen zelf lezen, maar geef deze instructie klassikaal. Geef elk groepje een bakje, brood, een paar stukjes appel en een werkblad. De leerlingen maken het brood en de stukjes appel een heel klein beetje vochtig. Ze stoppen het brood en de appel in het bakje en sluiten deze goed af. De bakjes worden op een donkere warme plek gezet. De komende week kijken de kinderen elke dag om beurten hoe het brood en de appel eruitzien. Ze schrijven elke dag op wat ze zien. Na een paar dagen groeien op het brood en de appel de draden van een schimmel. Uiteindelijk zal de schimmel het brood en de appel helemaal opeten. Met een loepje kun je er heel kleine knopjes of penseeltjes op zien zitten: de vruchtlichamen, waar de nieuwe sporen van de schimmel worden gevormd. Deze sporen zijn zichtbaar als een groen poeder. Is de proef klaar? Laat de deksels op de bakjes zitten en gooi na de lessen de bakjes met inhoud en al weg. Hierdoor voorkomt u dat de sporen zich door de gehele klas verspreiden.

Page 23: handleiding paddenstoelen 2007

22

VARIATIE Doe dezelfde proef ook op een lichte plek, een koude plek en met droog brood. Groeit de schimmel net zo snel? Is er meer of minder schimmel? Zijn er andere onderzoeksresultaten? Zo ja, hoe komt dat? PADDENSTOELEN VAN PAPIER-MACHÉ MATERIAAL • Kranten- of toiletpapier • Behangersplaksel • Schotels en/of schalen van

verschillend formaat • Kartonnen kokers (wc- of keukenrollen) • Witte verf • Kwasten VERLOOP Laat de leerlingen de kranten in stukjes scheuren of de velletjes van de toiletrol losmaken. Maak het behangersplaksel aan en doe het in een grote bak. De leerlingen smeren het plaksel op de velletjes papier en plakken die op een schotel of op de binnenkant van een schaal. Dit wordt de hoed van de paddenstoel. Als er een dikke laag is vastgeplakt, zetten ze de koker of een stuk ervan in het midden van de schotel of schaal. Met het papier en het plaksel, plakken ze de steel vast aan de hoed. Vervolgens wordt de onderkant van de hoed gemaakt van papier-maché. Laat de paddenstoelen goed drogen. Haal de schotels of de schalen er af. Laat de paddenstoelen verven. Zet de paddenstoelen dicht tegen elkaar aan.

PADDENSTOELEN VAN KLEI MATERIAAL • Natuurklei • Witte en bruine verf • Kwasten en dunne penselen • Satéprikkers • Champignons en oesterzwammen

(markt, groentewinkel of supermarkt) VERLOOP Laat de leerlingen de champignons en de oesterzwammen goed bekijken. Wijs ze op de verschillen tussen beide paddenstoelen. Let op de vorm van de hoed, de lamellen, de steel en de grootte. Verdeel de klei en laat de leerlingen de paddenstoelen namaken. Smeer bij elke paddenstoel de hoed goed vast op de steel. Kerf met een satéprikker de lamellen aan de onderkant van de hoeden. Laat de paddenstoelen goed drogen en verf ze in de juiste kleuren. Vul een brede platte bak met aarde en zet de champignons in de aarde. Leg een stuk boomstam in de bak en zet daar de oesterzwammen op. Zet er ook echte paddenstoelen tussen. Ziet iemand het verschil tussen de echte en de kleipaddenstoelen?

Page 24: handleiding paddenstoelen 2007

23

AFSLUITENDE ACTIVITEITEN EEN TENTOONSTELLING MAKEN WERKWIJZE Maak samen met de leerlingen een tentoonstelling met en over de paddenstoelen. Bespreek wat ze willen laten zien en hoe ze alles willen neerzetten Gebruik zoveel mogelijk de teksten en (aan)tekeningen die de leerlingen gemaakt hebben bij de buiten- en binnen-opdrachten. Spreek af wie wat gaat doen. Laat de leerlingen iemand uitkiezen die straks bij de presentatie iets over de tentoonstelling vertelt. Natuurlijk mogen ze zelf ook nog van alles erbij bedenken. TIP: bij tuincentra en zaken als Xenos en Marskramer zijn tegen een redelijke prijs leuke decoratiematerialen te koop.

RECEPTEN VOOR Champignonsoep Gevulde champignons Gebakken paddenstoelen op toast en Champignonsalade Zie de beschrijving bij de kleuterbouw.

Page 25: handleiding paddenstoelen 2007

24

LESSUGGESTIES BOVENBOUW STARTACTIVITEITEN VERHAAL VOORLEZEN MATERIAAL Zie bijlage 1, verhaal 2, 3, 4, en 5. • Mannetjes in het bos, • Keizer Han en de geheimzinnige

paddenstoel • Keizer Claudius • De elfenkring ORGANISATIE De leerlingen zitten in de kring of aan hun eigen tafel. VERLOOP Lees het verhaal voor. Na het voorlezen kunt u de leerlingen vragen waaraan je kunt merken dat het herfst wordt. (blad aan de bomen verkleurt, sommige bomen verliezen hun blad, dieren leggen wintervoorraden aan, vogels trekken weg, het weer verandert). Waar denken de kinderen aan bij paddenstoelen. Wat weten ze van dit onderwerp. EEN HERFSTWANDELING MATERIAAL • Bakjes • Potjes • Tassen • Vergrootglazen • Zoekkaart paddenstoelen • Werkblad 3 of 9 ORGANISATIE De wandeling kan worden gehouden in de nabije schoolomgeving, in een stadspark of nabijgelegen bos. Bij sommige scholen is het zelfs mogelijk een wandeling uit te zetten op het schoolplein. Onderzoek vooraf of er voldoende materiaal te vinden is rondom het thema. Al ligt de nadruk op de aanwezigheid van paddenstoelen ook de andere herfstverschijnselen kunnen tijdens deze wandeling aan de orde komen.

Bij een aantal centra is het mogelijk een schoolomgevingskist te lenen. Hiermee kunt u op eenvoudige wijze een herfstwandeling uitzetten. Verdeel de klas in groepjes van 3 à 4 leerlingen. Blijft u op het schoolplein dan is begeleiding niet echt noodzakelijk, gaat u echter van het terrein af, dan wordt elk groepje begeleid door een volwassene VERLOOP Om de leerlingen alvast in de juiste stemming te brengen voor het onderwerp paddenstoelen is het leuk om een herfstwandeling te maken. Verzamel met de leerlingen dingen die met de herfst te maken hebben zoals dennenappels, sparrenkegels, kastanjes, beukennootjes, takjes, bladeren. Natuurlijk gaan ze ook op zoek naar paddenstoelen. Als de leerlingen een paddenstoel vinden, laat ze er dan met een vergrootglas goed naar kijken. Maar er valt nog veel meer te ontdekken. Waar ruikt hij naar, welke kleur heeft hij en welke vorm heeft hij. Onder boomschors van dode bomen kun je vaak heel duidelijk de schimmeldraden zien. Met de verzamelde herfstspullen kan in het lokaal een tentoonstelling of een herfsttafel worden ingericht. Bij deze opdracht kun je gebruik maken van werkblad 3 of 9. NB. Laat de leerlingen geen paddenstoelen plukken. Gebruik voor de tentoonstelling zelfgemaakte padden-stoelen, de paddenstoelen van het kweekpakket of paddenstoelen uit de supermarkt.

Page 26: handleiding paddenstoelen 2007

25

WOORDWEB MATERIAAL • Werkblad 7 Woordweb • Potlood, gum, puntenslijper • Achtergrondinformatie, zie bijlage ORGANISATIE De leerlingen maken het woordweb zelfstandig aan hun tafel. Het woordweb kan eventueel ook klassikaal worden gemaakt op het bord. VERLOOP Laat de leerlingen, als ze zelfstandig werken, zoveel mogelijk woorden opschrijven die met paddenstoelen te maken hebben. Dit kan natuurlijk ook in tweetallen of groepsgewijs. Na de opdracht inventariseert u de antwoorden. Op deze manier krijgt u een aardig beeld van wat de leerlingen al van het onderwerp weten. Vertel het een en ander over paddenstoelen. Bijvoorbeeld over het ontstaan van heksenkringen, waar het woord paddenstoel vandaan komt en welke rol de paddenstoel vervult in de kringloop. (zie achtergrondinformatie bijlage 2) WOORDENBRIJ MATERIAAL • Werkblad 8 Woordenbrij òf • Ongeveer 30 woorden die met

paddenstoelen te maken hebben • http://puzzlemaker.school.discovery.

com ORGANISATIE De leerlingen maken de puzzel van werkblad 8 of u maakt zelf een puzzel met behulp van internet. VERLOOP Ga naar bovenstaande website en klik op het uitrolvenster Klik op wordsearch Vul bij “step 1” de titel van de puzzel in, deze komt boven de puzzel te staan Vul bij “step 5” dertig woorden in en klik op “create my puzzle”

De leerlingen zoeken de woorden in de puzzel op en strepen alle mogelijke woorden af onder de puzzel. De letters die overblijven bij de puzzel van werkblad 8 vormen de zin: op deze stoel kun je niet zitten. De letters die overblijven na het invullen van de internetpuzzel hebben geen betekenis. HOE ZIET MIJN PADDENSTOEL ER UIT? Aan een paddenstoel valt heel wat te ontdekken. Leerlingen kunnen zelf een heleboel te weten komen zonder dat u ze er van tevoren iets over vertelt. Ze kunnen de paddenstoel vast pakken, er aan ruiken en open snijden. Natekenen is ook altijd een goed hulpmiddel om goed te leren kijken. MATERIAAL • Voor elk kind een paddenstoel

(supermarkt) • Potlood en kleurpotloden • Werkblad 10 ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel. Elke leerling, of elke groep leerlingen, heeft een paddenstoel voor zich. VERLOOP Met behulp van werkblad 10a en 10b kunnen de leerlingen diverse aspecten van paddenstoelen onderzoeken. Leg uit dat de gekochte paddenstoelen eetbaar zijn maar dat in de natuur sommige paddenstoelen giftig zijn. Zomaar proeven mag dus nooit. Al pratend bedenken de leerlingen misschien zelf een onderzoekje: • Wat gebeurt er als een champignon

een paar uur blijft liggen. Laat een paar champignons uitdrogen op de verwarming. Je kunt na afloop zien dat er veel water in heeft gezeten dat is verdampt.

• Blijft een champignon drijven? • Kun je alle paddenstoelen eten?

Page 27: handleiding paddenstoelen 2007

26

VERVOLGACTIVITEITEN WAAR GROEIT MIJN PADDENSTOEL? MATERIAAL • Werkblad 11a en 11b Waar groeit mijn

paddenstoel? • Kleurpotloden ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel en maken daar de werkbladen. VERLOOP Door de puzzel op werkblad 11b te maken ontdekken de leerlingen dat paddenstoelen op verschillende plekken groeien. De leerlingen vullen de antwoorden van de puzzel in op werkblad 11a. Met behulp van dit werkblad kunt u ook de kringloop in de natuur onder de aandacht brengen. Paddenstoelen (schimmels) spelen samen met andere organismen een belangrijke rol bij het opruimen van organisch materiaal. (zie achtergrondinformatie bijlage 2) GROEICIRKEL MATERIAAL • Werkblad 12a en 12b groeicirkel • Kleurpotloden • Een schaar • Lijm • Een A3 vel ORGANISATIE De leerlingen zitten aan hun eigen tafel en maken daar de opdracht VERLOOP De plaatjes op werkblad 12b vormen samen een cirkel die de levenscyclus van een paddenstoel voorstelt. De leerlingen gaan plaatjes in de juiste volgorde leggen en opplakken. Laat de leerlingen de zinnen over het groeiproces van de paddenstoel onder het goede plaatje schrijven. Deze zinnen staan op werkblad 12a.

SPORENAFDRUK MAKEN Door een sporenafdruk te maken kunnen leerlingen de sporen goed zien en de structuur van de plaatjes bekijken. MATERIAAL • Een grote open champignon

(Portobello) • Een mesje • A5 papier lichtblauw. Hierop zie je alle

kleuren sporen. • Een glas dat over de champignon past • Eventueel boeklon of laminaat. ORGANISATIE Deze proef wordt door de leerkracht uitgevoerd. Voor de proef uit op een rustige plek in het lokaal waar de proefopstelling een paar dagen ongestoord kan blijven staan. VERLOOP Snijd voorzichtig de steel van de champignon. Laat de leerlingen de onderkant van de champignon goed bekijken. Wijs ze op de plaatjes (lamellen). Leg de hoed, met de lamellen naar beneden, op het vel papier. Plaats het glas over de hoed om te voorkomen dat de sporen wegwaaien. Laat de opstelling zo enkele dagen staan. Haal daarna het glas weg en til de hoed voorzichtig op. Maak het extra spannend door alle leerlingen de adem in te laten houden zodat de sporen niet wegwaaien. Schuif niet met het de hoed anders verstoor je het resultaat. Op het papier zie je nu de sporen in een bepaald patroon liggen. Als de sporen op de juiste voedingsbodem terecht komen groeit er nieuw mycelium uit.

Page 28: handleiding paddenstoelen 2007

27

Hieruit komen weer nieuwe champignons voort. (in het kweekpakket is het mycelium zichtbaar als ragfijne draden). Door de sporenafdruk te lamineren of met boeklon te beplakken kan het behouden blijven en zo eventueel worden gebruikt bij de tentoonstelling of op de herfsttafel. TIP: gelamineerd en met een leuke lijst geeft deze afdruk een mooi schilderij voor in de klas. EEN SPORENKIJKDOOS MAKEN Met behulp van een sporenkijkdoos kun je de sporen uit de hoed zien vallen. MATERIAAL • Schoenendoos • Schaar • Kwast, zwarte verf • Sterke zaklamp • Hoed van een rijpe paddenstoel ORGANISATIE Laat een groepje deze proef opstellen op een rustige plek in de klas. De andere leerlingen kunnen deze sporenkijkdoos ook bekijken. VERLOOP Maak in het deksel van de schoenendoos een gat, dat iets kleiner is dan de hoed van de paddenstoel. Maak ook een kijkgat en een lichtsleuf aan de zijkant (zie tekening). Snij of breek de steel van de hoed. Leg de hoed op het gat. Schijn nu met de lamp door de lichtsleuf. Misschien moet je wat geduld hebben, maar als je door het kijkgat kijkt, kun je in het schijnsel van de lamp de sporen als een stofregen zien vallen.

ZELF SCHIMMELS KWEKEN De bekendste soorten in het schimmelrijk zijn de paddenstoelen. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van een ondergrondse zwam. Paddenstoelen maken miljoenen sporen. Ze zweven overal in de lucht en zijn met het blote oog niet te zien. Ze zijn heel licht en klein. Soms vallen ze op een plekje waar ze zich verder kunnen ontwikkelen. Beschimmeld brood of beschimmelde kaas kent iedereen. Dat vinden mensen vervelend, maar in de natuur spelen schimmels een belangrijke rol als opruimers van afval. MATERIAAL • Brood • Stukjes appel • Water • Twee bakjes met deksel • Loepje • Werkblad 13 Er zit schimmel op! ORGANISATIE De leerlingen werken in groepjes van twee à drie leerlingen. Er zijn twee mogelijkheden. A: voer de proef eerst uit zoals beschreven en voer daarna de variaties uit. B: Laat één groep de proef doen zoals beschreven. De andere groepjes voeren een variant op de proef uit. Daarna kunnen de resultaten met elkaar vergeleken worden. VERLOOP Geef elk groepje een bakje, brood, een paar stukjes appel en een werkblad. De leerlingen maken het brood en de stukjes appel een heel klein beetje vochtig. Ze stoppen het brood en de appel in het bakje en sluiten deze goed af. De bakjes worden op een donkere warme plek gezet. De komende week kijken de kinderen elke dag om beurten hoe het brood en de appel eruitzien. Ze schrijven elke dag op wat ze zien. Na een paar dagen groeien op het brood en de appel de draden van een schimmel. Uiteindelijk zal de schimmel het brood en de appel helemaal opeten.

Page 29: handleiding paddenstoelen 2007

28

Met een loepje kun je er heel kleine knopjes of penseeltjes op zien zitten: de vruchtlichamen, waar de nieuwe sporen van de schimmel worden gevormd. Deze sporen zijn zichtbaar als een groen poeder. Is de proef klaar? Laat de deksels op de bakjes zitten en gooi na de lessen de bakjes met inhoud en al weg. Hierdoor voorkomt u dat de sporen zich door de gehele klas verspreiden. VARIATIE Doe dezelfde proef ook op een lichte plek, een koude plek en met droog brood. Groeit de schimmel net zo snel? Is er meer of minder schimmel? Zijn er andere onderzoeksresultaten? Zo ja, hoe komt dat? GIFTIGE PADDENSTOELEN In de achtergrondinformatie vindt u extra informatie over de zogenaamde paddo’s. MATERIAAL • Verschillende soorten eetbare

paddenstoelen. Van elke soort enkele stuks die verschillen in grootte (markt, supermarkt of groentewinkel)

• Afbeeldingen van paddenstoelen, bijvoorbeeld uit tijdschriften, internet enz. enz.

ORGANISATIE Voer deze activiteiten uit in de kring. VERLOOP Lees de achtergrondinformatie over giftige paddenstoelen en schrijf kort op wat u de leerlingen over paddenstoelen wilt vertellen. Laat de afbeeldingen van paddenstoelen zien en vraag de leerlingen wat ze over de paddenstoelen kunnen vertellen. Laat nu de eetbare paddenstoelen zien en in de kring doorgeven. Weten de leerlingen hoe ze heten? Wie heeft ze wel een gegeten? Vonden ze de paddenstoelen lekker? Kunnen alle paddenstoelen gegeten worden? Waarom wel, waarom niet?

Hoe weet je dat je ze kunt eten? (paddenstoelen die je in de winkel koopt kun je eten, ga nooit zelf zoeken en eten) Zijn eetbare paddenstoelen herkenbaar? PADDENSTOELEN ONDER EN BOVEN DE GROND MATERIAAL • Lang stuk behangpapier • Zwarte, bruine en witte verf • Kwasten • Witte wol • Behangersplaksel • Schotels • Plakband • Achtergrondinformatie (zie bijlage) ORGANISATIE De activiteiten kan in het handvaardigheidlokaal worden uitgevoerd. VERLOOP Vertel de leerlingen hoe de zwamvlok onder de grond groeit en hoe de paddenstoelen boven de grond komen (zie achtergrondinformatie in de bijlage). Dit verhaal gaan de leerlingen nu schilderen. Plak het behangpapier met plakband op de tafel vast om te voorkomen dat het oprolt. Verdeel het papier in de lengte doormidden en laat de onderkant zwart verven. Dit is het gedeelte onder de aarde. Laat de verf goed drogen. Knip lange witte draden en haal deze door het behangersplaksel. Leg de draden op de zwarte verf. Laat de draden goed drogen. De draden van het mycelium (zwamvlok) kunnen ook met witte verf geschilderd worden. Verf op het bovenste gedeelde de verschillende stadia van de paddenstoelen. Teken of verf eventueel dieren die paddenstoelen eten, zoals slakken, eekhoorns, kevers, konijnen, reeën en muizen.

Page 30: handleiding paddenstoelen 2007

29

OPPERVLAKTEVERGROTING. Door de plaatjes of buisjes kan een paddenstoelenhoed veel meer sporen bergen dan wanneer het oppervlak gewoon glad zou zijn. Voor een zelfde hoeveelheid sporen als de paddenstoel nu heeft, zou dan een veel grotere goed en dus een veel dikkere steel nodig zijn. Om het principe van de oppervlaktevergroting aan de leerlingen uit te leggen gaan we zelf de onderkant van een paddenstoelenhoed namaken. MATERIAAL • Twee vierkant vouwblaadjes • Schaar • Lijm ORGANISATIE De activiteit kan aan de groepstafel worden uitgevoerd VERLOOP Vouw één blaadje om en om (zie fig. 1). Knip het gevouwen blaadje doormidden. Vouw elke helft vervolgens dubbel en buig ze uit tot een waaier (fig. 2). Plak de helften weer aan elkaar. Leg deze zelfgemaakte “hoed” nu op het andere vouwblaadje. De gevouwen hoed (fig. 3.) is heel wat kleiner dan het vouwblaadje en toch hebben ze hetzelfde oppervlak.

figuur 1 figuur 2 figuur 3

Page 31: handleiding paddenstoelen 2007

30

AFSLUITENDE ACTIVITEITEN EEN TENTOONSTELLING MAKEN WERKWIJZE Maak samen met de leerlingen een tentoonstelling met en over de paddenstoelen. Bespreek wat ze willen laten zien en hoe ze alles willen neerzetten Gebruik zoveel mogelijk de teksten en (aan)tekeningen die de leerlingen gemaakt hebben bij de buiten- en binnenopdrachten. Spreek af wie wat gaat doen. Laat de leerlingen iemand uitkiezen die straks bij de presentatie iets over de tentoonstelling vertelt. Natuurlijk mogen ze zelf ook nog van alles erbij bedenken. TIP: bij tuincentra en zaken als Xenos en Marskramer zijn tegen een redelijke prijs leuke decoratiematerialen te koop.

RECEPTEN VOOR Champignonsoep Gevulde champignons Gebakken paddenstoelen op toast en Champignonsalade Zie de beschrijving bij de kleuterbouw.

Page 32: handleiding paddenstoelen 2007

31

BIJLAGE 1 VERHALEN 1. KONING HERFST OP BEZOEK (groep 1 – 3) Wie zit daar op een paddenstoel in het bos? Een klein elfje met vleugels die glanzen in het zonlicht. Wat zijn haar vleugels mooi. Ze lijken wel van zilver. Daarom hebben de dieren in het bos haar Elfje Zilverglans genoemd. Elfje Zilverglans woont haar hele leven al in het bos. Ze vindt het er fijn. De bloemen, bomen en dieren zijn haar vrienden. Zo licht als een veertje springt ze van haar elfenbankje en danst tussen de bomen door. “Kwaak, kwaak, Elfje Zilverglans, “ roept Bart de Kikker. Met grote sprongen komt hij dichterbij. “Elfje Zilverglans, ik moet je iets vertellen! Wij krijgen bezoek. Koning Herfst komt! Alle dieren, elfen en kabouters moeten vanavond op het Hertenweitje komen”. Elfje Zilverglans klapt in haar handen van vreugde. Koning Herfst, wat een feest! Koning Herfst is zo vriendelijk en hij breng altijd cadeautjes mee. “Ik kom ook hoor Bart”, zegt Elfje Zilverglans. “Fijn”, kwaakt Bart, “maar nu ga ik er snel vandoor. Ik moet nog naar Pluimstaart de Eekhoorn en naar Bobo het Konijn en naar Rikkeprik de Egel. Dag, Elfje Zilverglans!” En weg is Bart de Kikker. ’s Avonds in het bos zitten alle dieren, elfjes en kabouters in spanning te wachten op de komst van Koning Herfst. Ze zitten in een kring op het gras. De volle maan verlicht het Hertenweitje. Plotseling gaat het waaien en waaien…. Het stormt! De bomen zuchten en steunen. Het gras buigt diep door naar de grond. De dieren, elfjes en kabouters schuiven dicht naar elkaar toe. Het wordt even héél donker. Iedereen kijkt omhoog naar de hemel. Een dikke wolk hangt voor de maan. Dan ineens roept Elfje Zilverglans: “Koning Herfst, koning Herfst, ik zie hem!” En ja hoor, daar staat koning Herfst op de wolk. Hij komt heel langzaam dichterbij. De wolk daalt en daalt…. O, wat ziet koning Herfst er mooi uit. Hij draagt een mantel van bladeren, zo prachtig van kleur. De harde stormwind is nu verdwenen. Wat is het nu stil. Heel zacht komen koning Herfst en de wolk op

de aarde neer. De wolk legt een deken van mist over het Hertenweitje. De Koning stapt voorzichtig van de wolk af en loopt naar het midden van de kring. Alle dieren, elfjes en kabouters kijken met grote ogen naar koning Herfst. Dan spreekt de koning langzaam: “Dag leerlingen van het bos, wat ben ik blij jullie weer te zien. Het lijkt al weer zo lang geleden dat ik hier de vorige keer was.” “Ja leerlingen”, spreekt koning Herfst verder, “het was weer een lange reis. Onderweg kwam ik nog de Zomerkoningin tegen, samen met haar vrienden de zwaluwen. Zij trokken naar warme landen. De Zomerkoningin vroeg of ik jullie de groeten wilde doen”. De koning vouwt zijn prachtige mantel open en haalt kleine pakjes tevoorschijn. “Ik heb jullie niet vergeten hoor! Hier heb ik iets voor de kabouters van het bos. Het zijn potten vol verf. Niet zomaar gewone verf, maar verf zo wonderlijk mooi van kleur: zo rood als de avondzon, zo geel als het koren en zo bruin als de aarde. De bladeren die de Zomerkoningin achterliet zijn groen. Maar nu moeten jullie het bos in de kleuren van mijn mantel schilderen”, zegt de koning tegen de kabouters. En dan zegt hij: “Voor de andere leerlingen van het bos heb ik ook iets meegebracht”. En weer vouwt hij zijn prachtige mantel open en haalt nog meer pakjes tevoorschijn. Het zijn manden om paddenstoelen, eikels, nootjes en bessen in te verzamelen. Blij gaat iedereen direct aan de slag. De eekhoorns rapen beukennootjes en rennen van tak tot tak. Al het heerlijke eten voor de winter stoppen ze in de manden. Ook de kabouters zijn hard aan het werk. Ze verven blad voor blad. Bij het licht van de volle maan kunnen ze alle goed zien. Heel langzaam verandert het groene bos van de Zomerkoningin in het kleurige bos van de Herfstkoning. Koning Herfst kijkt glimlachend toe. Tot diep in de nacht wordt er hard gewerkt. Dan zijn alle verfpotten leeg en alle manden vol.

Page 33: handleiding paddenstoelen 2007

32

Moe maar tevreden komen alle dieren, elfjes en kabouters terug bij de koning. Wat is het bos mooi geworden en wat is er veel eten verzameld voor de komende winter. Ze hoeven niet meer bang te zijn dat ze dan honger zullen hebben. Elfje Zilverglans zit naast Bart en Rikkeprik. Ze zit te wippen van ongeduld. Wat is er toch aan de hand met haar? Ze slaat haar vleugel om Bart heen en fluistert hem zachtjes iets in het oor. Ze giechelen allebei heel geheimzinnig. “Uh hum, kan het even stil zijn?” Roept Bart. Het duurt eventjes maar dan is het echt stil. “Koning Herfst”, zegt Bart, “Elfje Zilverglans heeft vanmiddag iets gemaakt, iets heel lekker. We willen u graag iets aanbieden. Het zit in deze pan, kijkt u maar”. De Herfstkoning staat op en tilt het deksel van de pan. “Mmmmmm…. Wat een verrassing! Dat ruikt lekker…!

Paddenstoelensoep! Wat vind ik dat aardig van jullie”, roept de koning. “Ik eet graag een bordje mee, maar dan moet ik heus opstappen. Het is nog lang niet overal herfst”. Iedereen smult van de lekkere paddenstoelensoep. Na drie borden soep neemt koning Herfst eindelijk afscheid. “Dag leerlingen van het bos”, roept hij vanaf zijn wolk. “Nu moet ik gauw weg, want koning Winter zit mij achterna. Tot volgend jaar, dan kom ik terug.” Alle dieren, elfjes en kabouters zwaaien hem na. Dan wordt het weer even héél donker in het bos, maar ze weten allemaal dat koning Herfst op zijn wolk voor de maan langs gaat. Als toepasselijke afsluiting van het verhaal kunnen de leerlingen bladeren verven en net als de koning en de bosbewoners, champignonsoep eten. Een recept voor de soep vindt u bij de afsluitende activiteiten. UIT; Het Vier-Seizoenenboek, natuurbeleving voor kleuters, Marja Roozen, Jacob Dijkstra Groningen 1989.

Page 34: handleiding paddenstoelen 2007

33

2. DE MANNETJES IN HET BOS (groep 4 – 8) Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen, zit…ja, wie zit daar eigenlijk? Kabouter Spillebeen is het niet. Maar wie dan wel? Het is een mannetje met grote handen en voeten. Hij heeft een fijn snorretje en een vrolijk gezichtje. Wie is toch dat mannetje? Laten we maar eens snel kennismaken! “Hallo, ik ben Bonkel, het bosmannetje. Nee, ik ben geen kabouter. Die dragen rode puntmutsjes. Wij bosmannetjes zien er heel anders uit kijk maar!” ”Weet je waarom ze mij bosmannetje noemen? Nee? Let op, dan zal ik het je vertellen. Honderden jaren geleden ben ik in dit bos geboren. Ik woon hier met mijn familie en heel veel dieren en planten. Je ziet mij altijd in de buurt van paddenstoelen. De hoed van de paddenstoel gebruik ik als bed of als stoel. Ik eet ook paddenstoelen. Mijn lievelingsgerecht is oesterzwammen in dennensaus. Heerlijk! Om je vingers bij af te likken! Je ziet wel dat paddenstoelen heel belangrijk voor mij zijn. Zonder kan ik niet leven. Maar weet je wat het rare is? Mensen denken daar vaak heel anders over. Die vinden paddenstoelen vreemd en eng. Vind jij dat ook? Champignons en oesterzwammen eten ze nog wel. Van sommige kennen ze de namen, maar daar houdt het verder mee op. Vroeger dachten de mensen zelfs dat paddenstoelen iets te maken hadden met de duivel. De duivel had zich vermomd als een pad. En elke keer als hij dan ergens ging zitten, kwam er een paddenstoel uit de grond. Nu weet je meteen waar de naam paddenstoel vandaan komt. Zo zijn er nog veel meer verhalen over paddenstoelen. Mijn opa vertelt ze altijd als we met de familie bij elkaar zijn. Ik zal je een aantal van deze verhalen over paddenstoelen vertellen. Elk verhaal speelt zich af in een andere tijd en in een ander land.

In het eerste verhaal gaan we terug naar de tijd van de oerbewoners, zo’n 3000 jaar geleden. Orin, de jongen in het verhaal komt voor het eerst van zijn leven paddenstoelen tegen. Hij noemt ze: ‘de mannetjes in het bos’. Deze naam lijkt heel veel op die van mij, maar ik ben een echte man en geen paddenstoel! Als je dat maar weet! Oké, genoeg gepraat. Ben je er klaar voor? Dan komt hier het eerste verhaal: Orin woont met zijn vader, moeder en drie zusjes ergens ver weg in een hut van takken en bladeren. Als Orin ‘s ochtends wakker wordt, moet hij altijd eerst met zijn oudste zus bessen plukken en wortels zoeken voor het eten. De vader van Orin gaat vaak op jacht om herten te vangen of konijnen. Orin is een paar keer mee geweest om te leren hoe hij moet jagen. En dat is pas echt spannend! Het liefst zou hij elke keer meegaan, maar zijn vader vindt dat hij daar nog te jong voor is. Vaak speelt Orin dat hij de beste jager is van iedereen. Hij heeft zelfs een speer en een mes nagemaakt. Zo gaan de dagen rustig voorbij. Totdat er een tijd van grote droogte aanbreekt. Het heeft al maanden niet meer geregend. De grond is uitgedroogd door de warme zon. De planten hebben geen water meer en veel gaan er dood. Zelfs herten, konijnen

Page 35: handleiding paddenstoelen 2007

34

en vogels vluchten naar andere plekken om water te zoeken. Orin en zijn familie krijgen steeds meer honger. Het gedroogde hertenvlees is allang op. In de voorraadkruik zitten alleen nog een paar wortels en een handjevol zaden. Elke ochtend gaat Orin toch weer naar het bos om eten te zoeken. Soms vindt hij nog een paar bessen, maar die zijn zo klein daar kan hij zijn maag niet mee vullen. Het moet nu toch echt gaan regenen, want anders…… Orin’s vader en een paar mannen uit het dorp hebben al verschillende keren gebeden en gedanst voor Aswan, de god van de regen. Maar Aswan is zeker met andere dingen bezig, want er valt geen druppel! Het lijkt zelfs wel of de zon steeds feller gaat schijnen. Zou de god van de regen soms boos zijn? Op een avond bidt Orin zelf tot Aswan. “laat het toch regenen, Grote Aswan, alstublieft!” zegt hij hardop. Maar buiten blijft het stil. Alleen het knorren van zijn maag is te horen. Midden in de nacht, als iedereen ligt te slapen, begint het plotseling te waaien. De donkere hemel wordt verlicht door de bliksem. En dan… tik…tik, tikkerdetik, tik, tik; de regendruppels kletteren op de droge grond. Orin wordt wakker van dit geluid en springt uit bed. De god van de regen heeft hem gehoord! Orin loopt fluitend naar het bos om eten te gaan zoeken. Hij voelt de natte grond onder zijn voeten. Bij de rand van het bos blijft hij plotseling staan. Tussen de bomen staan kleine rare dingen. Het lijken wel dikke mannetjes met een hoed.

Die waren er gisteren nog niet! Ze zitten met hun voetjes vast in de grond. Orin begrijpt er niets van. Een beetje aarzelend plukt hij een van de “mannetjes” en ruikt eraan. Zou je dit kunnen eten? Voorzichtig breekt Orin een stukje van het “hoedje” af en stopt het in zijn mond. Hé, dat smaakt goed! Orin wacht niet langer en plukt zoveel mogelijk mannetjes. Bruine en witte, dikke en dunne. ‘ Met zijn handen vol rent Orin naar huis. Zijn moeder zit bij het vuur wortels te koken. Orin gooit de “mannetjes” naast haar neer en vertelt zijn moeder wat hij heeft gevonden. Een paar “mannetjes” rollen per ongeluk in het vuur. Niet lang daarna verspreidt een heerlijke geur zich door de lucht. Vind je het een mooi verhaal? En het leuke is dat mensen nu nog steeds “mannetjes in het bos” eten. Rauw, gekookt of gebakken, allemaal even lekker! Alleen heten ze nu paddenstoelen. Paddenstoelen kun je dus eten. Niet allemaal, maar heel veel soorten wel. Je kunt er ook thee van trekken. Zo was er eens ongeveer 2500 jaar geleden, een keizer in China. Deze keizer dronk elke dag een paar kopjes paddenstoelenthee. Op een dag hoort hij dat er een paddenstoel met geheimzinnige krachten bestaat. De keizer wil deze paddenstoel persé vinden, maar of het lukt? Luister…..

Page 36: handleiding paddenstoelen 2007

35

3. KEIZER HAN EN DE GEHEIMZINNIGE PADDENSTOEL (groep 4 – 8) “Waar blijft mijn Thee?” schreeuwt keizer Han vanaf zijn troon. Een dienaar komt aangesneld met een kopje paddenstoelen thee. “hé hé, eindelijk! Waarom doe je er zo lang over?” zucht de keizer. De dienaar gaat op zijn knieën zitten en zegt: “Neem mij niet kwalijk keizer, maar de paddenstoelen waren op. Ik moest er nog snel wat gaan plukken.” De keizer schudt zijn hoofd. “Ja, ja het zal wel. Die smoesjes van jou altijd! Verdwijn uit mijn ogen en laat Ping Li komen! En snel! Even later staat Ping Li, de raadgever van de keizer, voor de troon. Ping Li kucht voorzichtig. “Keizer, u hebt mij gevraagd hier te komen. Waarmee kan ik u van dienst zijn? Luister Ping Li”, zegt keizer Han, “laat het volk weten dat ze elke dag twee uur langer moeten werken. En elke familie moet mij twee zakken rijst per maand geven in plaats van één”. Ping Li kucht voorzichtig. “ Keizer, ik wil niet onbeleefd zijn, maar… maar het volk werkt al zo hard voor u. En…. en die rijst, die hebben de mensen zelf hard nodig”. De keizer begint paars aan te lopen. “Wat?! Durf jij me tegen te spreken? Pas op, of ik laat je hoofd eraf hakken. Je praat toch alleen maar onzin”. Ping Li trilt van angst. “Maar keizer”, probeert Ping Li nog een keer, “u wilt toch geliefd zijn bij het volk? Op deze manier keert het volk zich tegen u!” Maar de keizer is koppig en stuurt Ping Li weg. Zo gebeurt het dat de onderdanen van keizer Han elke dag twee uur langer werken. En elke maand geven ze een extra zak rijst. Na vijf maanden komt het volk in opstand. Voor het keizerlijke paleis staat een grote menigte te schreeuwen. De soldaten van de keizer nemen tientallen mensen gevangen. De rest van de menigte wordt uiteen gedreven. De volgende ochtend staat Ping Li voor de troon van de keizer. “Keizer, ik moet u iets belangrijks zeggen. Een boer vertelde mij dat er een paddenstoel bestaat met geheimzinnige krachten. De paddenstoel is roodbruin van kleur en hij glimt. Tot nu toe heeft niemand de paddenstoel gevonden!” De keizer hoort het verhaal opgewonden aan.

“Stuur iedereen in dit paleis op pad. Laat ze op zoek gaan naar deze geheimzinnige paddenstoel. Degene die de paddenstoel naar mij toe brengt, zal ik zeer goed belonen. Nog één ding, Ping Li, niemand buiten het paleis mag het weten. Want ik wil die paddenstoel hebben!” Als Ping Li is vertrokken, zit keizer Han tevreden op zijn troon. “Met deze paddenstoel kan ik nog meer macht krijgen”, denkt hij bij zichzelf. Na een week is de paddenstoel nog steeds niet gevonden. Keizer Han wordt ongeduldig. Er gaat een maand voorbij, maar de paddenstoel blijft onvindbaar. Het humeur van de keizer wordt er niet beter op. Hij schreeuwt en scheldt tegen zijn dienaren. Op een ochtend klinkt er een luide schreeuw uit de slaapkamer van de keizer. Een dienaar rent de kamer in. De keizer zit rechtop in zijn bed. “Laat Ping Li komen, er is een wonder gebeurd!” roept de keizer. Binnen twee minuten staat Ping Li bij het bed. De keizer kijkt Ping Li met stralende ogen aan. “We hoeven niet meer te zoeken”, zegt hij, “kijk daar maar eens!” Op de rand van het bed van bamboe staat een roodbruine glimmende paddenstoel. “Oh’ de geheimzinnige paddenstoel, wat is hij mooi!” zegt Ping Li en gaat op zijn knieën zitten. Hij buigt zo diep voor de paddenstoel dat zijn neus de grond raakt. Keizer Han raakt de paddenstoel voorzichtig aan. “Wat ben ik blij dat ik je gevonden heb”. Dan keert de keizer zich naar Ping Li. Weet je, Ping Li, ik ben zo gelukkig. Dit moet gevierd worden. Laat alle gevangen vrij en geef de kok opdracht om een groot feestmaal te maken! En laat het volk weten dat ze één uur per dag minder mogen werken! O ja, roep de wijze mannen bijeen en laat ze hier komen. Zij moeten onderzoeken welke geheimzinnige krachten mijn paddenstoel heeft”. De keizer zakt terug in zijn kussens en kijkt verrukt naar de roodbruine paddenstoel op de rand van zijn bed. “O mijn geheimzinnige paddenstoel, jij en ik zullen het gaan maken! We worden beroemd!”

Page 37: handleiding paddenstoelen 2007

36

Nou dat is allemaal goed afgelopen! Maar hoe ging het nu eigenlijk verder met die paddenstoel? De paddenstoel die uit het houten bed van de keizer groeide, bleek de gesteelde lakzwam te zijn. De wijze mannen van de keizer onderzochten de lakzwam van top tot teen. En weet je waar ze achterkwamen? Dat deze paddenstoel als een soort medicijn gebruikt kon worden. Ze trokken er thee van, want de lakzwam is te hard om zo te eten. Vanaf dat moment dronk de keizer elke dag een paar kopjes lakzwammen thee en hij leefde nog lang en gelukkig. Zo zie je maar weer dat paddenstoelen als voedsel kunnen dienen, maar ook als medicijn! Toch kun je paddenstoelen voor nog meer dingen gebruiken. Alleen raad ik je aan dit nooit te doen. Want het verhaal dat ik je nu ga vertellen loopt heel verdrietig af. Je weet vast en zeker wel dat er giftige paddenstoelen bestaan. Die paddenstoelen kunnen je goed ziek maken. Maar het ergste is dat je er ook aan dood kan gaan! Daar hebben sommige mensen gebruik van gemaakt.

Een heel bekend verhaal gaat over de Romeinse keizer Claudius. Het speelt zich af in het jaar 54 na Christus. Claudius en zijn vrouw hebben een zoon. Brittanicus. Na de dood van zijn vrouw trouwt Claudius met Agrippina. Samen krijgen zij ook een zoon, Nero. Agrippina wil dat Nero de nieuwe keizer wordt. Claudius kiest voor Brittanicus. En wat doet Agrippina? Ik zal je niet langer in spanning laten zitten. Hier komt het verhaal van keizer Claudius.

Page 38: handleiding paddenstoelen 2007

37

4. KEIZER CLAUDIUS (groep 4 – 8) In de keuken van het keizerlijke paleis is het een drukte van belang. Overal lopen bedienden en koks. Op tafels staan zilveren schalen met het lekkerste eten: gebraden duivenborstjes, ganzenlever-pastei, kikkerbilletjes, olijven, druiven en verschillende soorten broden. Agrippina, de vrouw van keizer Claudius, komt de keuken binnen. Ze loopt tussen de tafels door en proeft hier en daar iets. “Waar is Locustus?” vraagt ze aan een van de bedienden. “Hij is achter in de keuken bezig met de everzwijnen”, antwoordt de kok. Agrippina loopt verder en ziet Locustus, de hoofdkok, staan. “Locustus, het ziet er allemaal voortreffelijk uit” prijst Agrippina de kok. “De keizer zal tevreden zijn”. Dan pakt ze Locustus bij de arm en trekt hem een zijvertrek binnen. “Luister goed”, fluistert Agrippina, “het is zover. De keizer zal vanavond sterven! Je weet wat je moet doen?” Locustus knikt. “Eindelijk zal mijn zoon Nero keizer worden. Als Claudius daar niet voor wil zorgen, dan doe ik het wel!” zegt Agrippina met een tevreden lachje. Ze praten nog even verder en dan verlaat Agrippina de keuken. “Marcus, kom eens hier!” roept Locustus naar een van zijn koks. “We moeten het lievelingsgerecht van de keizer maken. Pak een mand en ga keizeramanieten plukken. Kom zo snel mogelijk weer terug! Maar Locustus, ik weet niet hoe die paddenstoelen er precies uitzien!” stamelt Marcus. “ Dat geeft niet”, zegt Locustus. “De keizeramanieten staan aan de rand van het bos. Ze hebben een oranje/gele hoed. Pluk alles maar wat je tegenkomt”. Na een uur komt Marcus teug met een mand vol paddenstoelen. Locustus pakt ze er een voor een uit en bekijkt ze nauwkeurig. Ja, dit zijn allemaal keizersamanieten. Maar wacht even, die ene heeft een groenige gloed. Locustus kijkt onder de hoed. Er is geen twijfel mogelijk. Dit is geen keizeramaniet, maar de giftige groene knolamaniet. Het verschil is bijna niet te zien!

Precies wat Locustus nodig heeft. Locustus maakt de paddenstoelen schoon en snijdt ze in plakjes. Vervolgens bakt hij ze met witte wijn en allerlei kruiden. Nu moet het nog twee uur zo blijven staan. “ Mmm, dat ruikt lekker”, zegt Locustus hardop. Hij pakt een lepel en haalt wat vocht uit de pan om te proeven. Op het moment dat de lepel vlakbij zijn mond is, laat hij hem verschrikt vallen. Hij had bijna van dit giftige eten geproefd! Snel ruimt hij alles op, niemand heeft iets gemerkt. “ Avé avé keizer Claudius!” De gasten die voor het feestmaal zijn gekomen, begroeten de keizer. Claudius loopt lachend door de zaal richting Agrippina en zijn twee zonen, Nero en Brittanicus. De keizer ziet er schitterend uit. Zijn witte gewaad is afgezet met gouden banden. Op zijn hoofd draagt hij een gouden kroon van palmtakken. Claudius gaat zitten en klapt drie keer in zijn handen. De deur van de zaal zwaait open en een rij van bedienden komt binnen. Ze dragen zilveren schalen met vlees, brood en vruchten. Bij elke gast wordt een kan met wijn neergezet. De gasten beginnen te juichen. “ Laat het feest beginnen!” roept Claudius. De muziek begint te spelen en iedereen doet zich tegoed aan het eten. Claudius staat op en klapt weer in zijn handen. Opnieuw komen er bedienden binnen ditmaal met grote schalen waarop everzwijnen liggen. Locustus loopt helemaal achteraan in de rij. Hij draagt een gouden schaal met deksel. Deze zet hij bij de keizer neer en haalt het deksel eraf. “o keizer, dit heb ik speciaal voor u gemaakt. Het is uw lievelingsgerecht: keizeramanieten in roomsaus”, zegt Locustus. Claudius kijkt verrukt naar het gerecht en roept uit: “Locustus je verwent me weer. De goden zullen met je zijn!” De slaaf naast keizer Claudius pakt meteen een lepel. “Afblijven slaaf”, snauwt Claudius, “je hoeft niet voor te proeven. Locustus is mijn beste kok, hem kan ik vertrouwen. Niet waar, Locustus?” “Zeker keizer, maar eet nu voordat het koud is”.

Page 39: handleiding paddenstoelen 2007

38

En Locustus blijft nog even staan en ziet hoe de keizer de paddenstoelen naar binnen slurpt. “Goddelijk Locustus, in een woord goddelijk!” prijst Claudius zijn beste kok. “Dank u, keizer” zegt Locustus en met een glimlach verlaat hij de zaal. Middenin de nacht komt een bediende bij het bed van Agrippina “U moet meteen komen, de keizer is ziek!” Agrippina snelt naar de kamer van Claudius. Daar ligt de keizer in zijn bed te kronkelen van de pijn. “O, mijn buik!” kreunt hij. “Agrippina, help me. Er moet iets in het eten gezeten hebben. Oh, au, roep de dokter!” Agrippina loopt de gang op en blijft daar even wachten. Dan gaat ze terug naar binnen. “Claudius de dokter is dronken van het feestmaal. Hij slaapt en ik krijg hem niet wakker. Ik heb alles geprobeerd”, liegt Agrippina. Ze gaat op het bed zitten en pakt Claudius’ hand. Uit alle macht probeert ze wat tranen uit haar ogen te persen. “Agrippina, luister…, kom wat dichterbij”, fluistert Claudius. “Ik…, ik…, het gaat niet goed met me. Ik voel dat de dood niet ver weg is. Ik moet…nog een… opvolger aanwijzen”. Agrippina legt een vinger op de lippen van de keizer. “Sst”, zegt ze, “zeg maar niets meer. Je hebt al je krachten nodig. Probeer wat te slapen, morgen zal het beter gaan”. Vervolgens draait ze zich om naar de bedienden in de kamer. “Laat de keizer nu alleen, hij heeft rust nodig”. Ze blijven met zijn tweeën over. Claudius probeert rechtop te gaan zitten. “Agrippina, roep mijn zoon Brittanicus. Hij….zal….nieuwe keizer worden”. Met een zucht laat Claudius zich in de kussens terugvallen en blaast zijn laatste adem uit.

Een week later is het groot feest. De nieuwe keizer wordt gekroond. Het volk dat voor het paleis is samengestroomd, roept: “De keizer is dood, lang leve de nieuwe keizer! Lang leve Nero!” Agrippina kan tevreden zijn. Wat gemeen! Agrippina die zomaar haar eigen man laat vergiftigen! Paddenstoelen kunnen dus zeer giftig en dodelijk zijn. Ze zijn vaak moeilijk te herkennen. Je moet dus veel van paddenstoelen weten om de giftige soorten er uit te zoeken. Ik ken ze allemaal! Daar ben ik ook een bosmannetje voor! Er zijn niet zo heel veel giftige soorten, maar toch. Nog één goede raad: eet nooit paddenstoelen die je zelf geplukt hebt. Je kunt ze beter in de winkel of bij een kweker kopen. Of vraag het aan mij, ik ben een echte kenner! Zo, je weet nu al aardig wat over paddenstoelen. Maar heb je wel eens van een heksenkring gehoord? Als je het niet weet, zal ik het je vertellen. Een heksenkring is een kring van paddenstoelen. Vroeger dachten dat de mensen dat de heksen daar samen kwamen. In Engeland heet het geen heksenkring, maar een elfenkring. Dat klinkt al weer iets vriendelijker! Het verhaal gaat dat er in Engeland in het jaar 1834 een meisje, Isabelle genaamd, en een elfenkring stapte. En wat er toen gebeurde… je houdt het niet voor mogelijk! Zelf vind ik dit een van de spannendste verhalen. Mijn opa zegt dat dit ook echt gebeurd is. Of het zo is, dat moet jij zelf maar uitmaken!

Page 40: handleiding paddenstoelen 2007

39

5. DE ELFENKRING (groep 4 – 8) Isabelle loopt door de straten van het stadje Warwick. Een paardenwagen ratelt over de keien langs haar heen. Isabelle verveelt zich. Al haar vriendinnetjes moeten thuis helpen, net nu zij niets hoeft te doen, Als ze de hoek omgaat, hoort ze in de verte de hamergeluiden van smid Barton. “Kling, klang, beng!” Wat een lawaai! Isabelle huppelt naar de werkplaats van Barton en kijkt nieuwsgierig door de open deur naar binnen. Barton, de smid, slaat met een grote hamer op een stuk ijzer. Het zweet gutst langs zijn hoofd en zijn armen. “hallo Barton”, roept Isabelle door het lawaai heen. Barton draait om en glimlacht. “Hé Isabelle, leuk je te zien! Hoe is het ermee?” “Mmm, het gaat wel, ik verveel me een beetje”, antwoordt Isabelle. “Oh, maar dan heb ik nog wel een karweitje voor je”, zegt Barton en hij wijst op een stapeltje hout. “Je mag wel wat hout gaan halen voor het vuur. In het bos bij de grote eik liggen nog een paar stammetjes. Neem maar mee wat je kunt dragen”. “Oké” Zegt Isabelle en rent de straat uit richting het bos. Na een paar minuten is ze er al en loopt het bospad op. Het is lekker koel in het bos en rustig. Een vogel begint te fluiten en af en toe kraakt er iets. Maar verder is er niets te horen. Isabelle komt bij de grote eik en bukt zich om het hout op te pakken. Hé, wat hoort ze daar? Ze gaat rechtop staan en luistert nog eens goed. In de verte hoort ze muziek. Geen gewone muziek, nee, zoiets moois heeft ze nog nooit gehoord! Wie zou die muziek maken? Nieuwsgierig loopt Isabelle verder het bos in, in de richting van het geluid. De muziek klinkt luider en luider, maar er is niets te zien. Isabelle begint te twijfelen. Van haar moeder mag ze hier niet eens komen. Toch wil Isabelle weten waar die muziek vandaan komt. En het lijkt wel of ze er naar toe word getrokken! Ze loopt tussen bomen en brandnetels door. Het bos wordt steeds dichter en dichter. Op sommige plaatsen drijven flarden mist voorbij. “au” roept Isabelle. Met haar haar is ze aan een tak blijven hangen. Ze rukt zich los.

Dan ziet ze een paar meter voor zich een open plek. Middenin de open plek staan heel veel paddenstoelen. En het vreemde is, ze staan in een grote kring! Isabelle loopt er langzaam naar toe. De muziek klinkt nu heel hard, maar er is helemaal niets te zien! Wat raar! Isabelle stapt over de paddenstoelen heen de kring in. Dan gebeurt het! Tientallen kleine meisjes met vleugeltjes en lange jurkjes zweven om Isabelle heen. Het zijn elfjes! Isabelle wrijft in haar ogen. Droomt ze of is het echt? Het is echt! De elfjes dansen om haar heen en lachen naar Isabelle. Ze dansen binnenin de kring van paddenstoelen. Isabelle kan haar voeten niet stilhouden en begint te dansen en te dansen. “Dit is leuk!” roept ze naar de elfen en lacht van plezier. Rondom de elfenkring wordt het donker, de nacht valt. En Isabelle? Isabelle danst nog steeds. Het wordt weer licht, de dag breekt aan. Isabelle danst en danst. Weken maanden, ja zelfs jaren gaan voorbij. Isabelle kan niet meer stoppen, ze moet gewoon dansen. Haar voeten doen zeer, haar lichaam is moe, toch moet ze doorgaan. Ze wil naar huis maar de betovering van de elfenkring houdt haar gevangen. Tot op een dag zeven jaar later, de muziek van de elfen opnieuw in het hele bos te horen is. Barton, de smid, is net hout aan het halen, als ook hij door de mooie klanken naar de elfenkring wordt gelokt. Als Barton vlakbij de kring is, ziet hij Isabelle, die na al die jaren nog steeds danst. “Isabelle”, schreeuwt hij uit, “je leeft nog! Wat een geluk! Wat doe je daar? Waarom kom je niet naar huis? Je ouders en iedereen in het dorp zijn diep bedroefd!” Barton stapt met één been over de paddenstoelen heen. “Nee stop Barton! Kom niet in de kring! De muziek zal je betoveren en je zult moeten dansen, net als ik!” waarschuwt Isabelle. Barton blijft van schrik met één been in de elfenkring staan. Er gebeurt niets. Gelukkig! “Maar Isabelle, ik kan je hier na al die jaren toch niet achterlaten? Ik haal je hier uit!”

Page 41: handleiding paddenstoelen 2007

40

En op dat moment grijpt Barton de hand van Isabelle. In een laatste, vertwijfelde poging trekt hij haar uit de elfenkring. Plotseling houdt de muziek op met spelen en de elfen zijn verdwenen. Alleen de kring van paddenstoelen staat er nog. “Kom ik zal je naar huis brengen”, zegt Barton en tilt de doodvermoeide Isabelle op. “De betovering van de heksenkring is nu, na zeven jaar, verbroken. Je hoeft niet meer te dansen”. En… is dit echt gebeurd, ja of nee? De enige manier om erachter te komen, is het zelf uitproberen. Ik hoor je al denken: waarom stapt Bonkel zelf niet in een elfenkring? Hij is zeker bang! Nee hoor, ik ben niet bang. Ik heb er al een keer in gestaan. Er gebeurde niets! Maar dat kan toeval zijn, je weet nooit wat er de volgende keer gebeurt! Dus, als je lef hebt en je ziet een keer een elfenkring, stap er maar gewoon in!

Het enige dat kan gebeuren is dat je zeven jaar moet dansen. En dansen is toch leuk om te doen? Niet dan? Laat ik er nu over ophouden. Het is trouwens de hoogste tijd om een hapje te gaan eten. Ik weet al wat ik klaar ga maken. Wat denk je? Inderdaad, oesterzwammen in dennensaus. Moet je toch een keer proberen! Ik zie je vast nog wel een keer. Als je meer over paddenstoelen wilt horen, kom gewoon langs. Want verhalen over paddenstoelen, die zijn er genoeg!

Page 42: handleiding paddenstoelen 2007

41

BIJLAGE 2. ACHTERGRONDINFORMATIE WAAR KOMT HET WOORD “PADDENSTOEL” VANDAAN? In het Nederlands kennen we maar een woord voor de vlezige vruchtlichamen van schimmels: paddenstoelen. In het Engels zijn er twee woorden voor, die vaak door elkaar gebruikt worden; mushroom en toadstool. Het Engelse “toadstool” suggereert een associatie tussen padden en paddenstoelen, net als het Schotse “paddockstool” en het Nederlandse “paddenstoel” Een dergelijke associatie wordt ook gevonden in andere talen, zoals het Frans, Scandinavisch en Welsh. In Engeland wordt het woord toadstool al vanaf de 14e eeuw gebruikt. De oorsprong ervan heeft vermoedelijk te maken met de afkeer die men had van zowel padden als paddenstoelen, welke voor een deel gezocht moet worden in het vermoedelijke gebruik door heksen, maar ook geeft de toenmalige visie weer dat beide ontstonden uit slijmerige bronnen. WAT IS EEN PADDENSTOEL? De voor ons bekendste soorten in het schimmelrijk zijn de paddenstoelen. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van een ondergrondse zwam. Op dit moment zijn er zo’n 100.000 soorten bekend. De wetenschap heeft de paddenstoelen ondergebracht bij het rijk der schimmels of zwammen. Dit rijk bestaat naast het planten- en dierenrijk. 100.000 soorten is een enorm aantal en er worden nog steeds nieuwe soorten ontdekt omdat het onderzoek aan schimmels een vrij jonge tak van de wetenschap is. Men neemt aan dat er in West-Europa ongeveer 3.000 soorten paddenstoelen voorkomen. HOE ONTSTAAN PADDENSTOELEN? Paddenstoelen planten zich voort door middel van sporen. Een enkele paddenstoel vormt miljoenen sporen. Vooral de wind, maar ook dieren of de regen verspreiden de sporen. De kans dat een spore in een gunstige omgeving om te kiemen terecht komt is echter zeer klein, Vandaar dat het voor een paddenstoel noodzakelijk is om zo’n groot aantal sporen te produceren. De recordhouder is waarschijnlijk de reuzenbovist, die 5 biljoen (een 5 met 12 nullen!) sporen vormt per paddenstoel. Als je de sporen van één reuzenbovist als een kralenketting aaneen zou kunnen rijgen, kun je met gemak de hele aardbol er mee omspannen. En dan te bedenken dat de sporen zo klein zijn dat er wel 100 tot 1000 (afhankelijk van de soort paddenstoel) in één millimeter passen! Uit een spore die op de goede plek terecht komt, groeit een heel netwerk van wittige draden; de zwamvlok of mycelium. Bij het optillen van half vergane bladeren, in rottend hout en ook in het kweekpakket is dat tere vlechtwerk goed te zien. Een enkele paddenstoel kan zo een aantal vierkante meters grond met zijn zwamvlok doorweven. Een zwamvlok breidt zich onder de grond naar alle richtingen uit. De zwamvlok neemt voedingsstoffen op van het materiaal dat hij aan het verteren is. Als het voldoende voeding heeft opgenomen ontstaan op de uitlopers ervan paddenstoelen. Deze zijn dus de sporenvormende organen van de eigenlijke plant. Omdat het zo moeilijk is paddenstoelen aan de vruchtlichamen te herkennen, gebruiken wetenschappers de microscoop om aan de vorm van de sporen te zien welke soort het is. Die sporen zijn soms maar 5 of 10 micrometer groot en verschillen per soort sterk van elkaar in vorm en kleur.

Page 43: handleiding paddenstoelen 2007

42

HEKSENKRINGEN Bij sommige plaatjeszwammen groeit het mycelium van een paddenstoel gelijkmatig naar alle kanten uit. Na verloop van tijd ontstaan aan de uiteinden van de cirkelvormige zwamvlok weer nieuwe vruchtlichamen. Je ziet dan paddenstoelen in een cirkel staan: de heksenkring. Een van de oudste heksenkringen leeft in Frankrijk, een kring van waarschijnlijk 700 jaar oud met een diameter van 600 m.! DE ROL VAN PADDENSTOELEN IN DE NATUUR. Paddenstoelen hebben geen bladgroen. Daarom kunnen ze niet, zoals de hogere planten die wel bladgroen hebben, de voor hun groei noodzakelijke stoffen uit koolzuur en water maken (fotosynthese). Dit is een belangrijk verschil met planten en daarom worden paddenstoelen niet tot het plantenrijk gerekend. De meeste paddenstoelen halen hun voedsel uit dood of stervend materiaal. Juist in de herfst komt er veel plantaardig en dierlijk afval op de grond terecht. De vele regen maakt de strooisellaag door en door nat en zo wordt deze een goede voedingsbodem voor allerlei kleine organismen zoals regenwormen, pissebedden, bacteriën en paddenstoelen. Al deze organismen verkleinen, eten en verteren dit organisch afval. Zo ontstaat humus, waar groene planten weer van kunnen leven. Paddenstoelen die zich voeden met dood materiaal worden saprofyten genoemd. Ze spelen een zeer belangrijke rol in de kringloop van de natuur. Zonder hen zou het organisch afval zich blijven opstapelen. Er zijn ook paddenstoelen die hun voedsel uit levende planten en zelfs dieren halen: de parasieten. Een bekend voorbeeld is de dennenmoorder, een paddenstoel die op dennen voorkomt. Vaak zijn de bomen die door parasieten worden aangetast al verzwakt door ziekte of ouderdom. PLAATJESZWAMMEN, BUISJESZWAMMEN EN BUIKZWAMMEN. Verreweg de meeste paddenstoelen behoren tot de plaatjeszwammen. Aan de onderkant van de hoed zitten plaatjes, waartussen de sporen gevormd worden. De sporen zitten goed beschermd onder de hoed. De vliegenzwam en de champignon bijvoorbeeld zijn allebei plaatjeszwammen. Paddenstoelen die aan de onderkant van hun hoed buisjes hebben in plaats van plaatjes worden buisjeszwammen genoemd. Voorbeelden daarvan zijn het elfenbankje en het eekhoorntjesbrood. Met behulp van een spiegeltje is de onderkant van de hoed goed te bekijken zonder dat je hem hoeft om te buigen of te plukken. Er zijn paddenstoelen die geen hoed hebben, zij vormen de sporen in hun buik: de buikzwammen. Een voorbeeld hiervan is de reuzenbovist. Hij ziet er uit als een grote witte bal die op de grond ligt. Is de bal rijp dan gaat deze stuk en komen de sporen vrij. Onder de buikzwammen zijn er een paar die stuifzwammen worden genoemd. Als deze stuifzwammen rijp zijn barsten ze open en stuiven de sporen eruit. WORTELKNOLLETJES OF MYCORHIZA Sommige paddenstoelen leven in symbiose met planten of bomen. Symbiose wil zeggen dat zowel de plant als de zwam er voordeel van heeft. De schimmel groeit dan als een zakje om de haarwortels van de plant heen. Zo kunnen ze stoffen uitwisselen. De schimmel levert de plant bijvoorbeeld stikstof en krijgt daar voor zichzelf bruikbare voedingstoffen voor terug. Sommige symbiotische schimmels maken verdikkingen: de wortelknolletjes. Voorbeelden van symbiotisch levende paddenstoelen zijn de dennenslijmkop die bij dennen groeit en de gele ringboleet bij lariksen.

Page 44: handleiding paddenstoelen 2007

43

VOORTPLANTING Zwammen vermeerderen zich dus door middel van sporen. Sporen worden aan de paddenstoel gevormd in de sporenzakjes. Bij de paddenstoelen met een hoed zitten de sporenzakjes aan de onderkant van die hoed. De oppervlakte aan de onderkant is gigantisch vergroot door plaatjes, buisjes of stekels. Zo kan de paddenstoel meer sporen produceren. Als je met een klein spiegeltje aan de onderkant van de hoed kijkt is dat goed te zien zonder dat je de paddenstoel hoeft stuk te maken. Als de paddenstoel door bijvoorbeeld regendruppels geraakt wordt, vallen de sporen op de grond en zullen onder gunstige omstandigheden een nieuwe zwamvlok vormen. VREEMDE ZWAMMEN Er zijn paddenstoelen die vanwege hun voedsel zeer vreemde eisen stellen aan hun omgeving. Anthracofiele zwammen groeien bijvoorbeeld op plekken waar brand is geweest. Ze kunnen hun voedsel alleen uit verbrand hout halen. Coprofiele paddenstoelen groeien alleen op uitwerpselen van dieren, vooral vleeseters. Dan zijn er ook zwammen die op insecten parasiteren, of op andere paddenstoelen. Een lastige klant is de huiszwam, die het op vochtig hout in huizen heeft gemunt. Er zijn zelf schimmels die op glas leven (in de lenzen van camera’s) en natuurlijk ook op mensen (zwemmerseczeem). Deze schimmels vormen echter geen paddenstoelen. DE VLIEGENZWAM. Een van de meest aansprekende paddenstoelen is de vliegenzwam. De vliegenzwam heeft giftige eigenschappen. Vooral het vlies van de hoed is zeer giftig. Het bevat iboteenzuur en muscimol. De zwam dankt zijn naam aan het feit dat hij werd gebruikt om vliegen te verdelgen. Men brak de hoed in stukken en brokkelde dat in melk. Vliegen die daarvan dronken overleefden dat niet. Een andere uitleg is dat de zwam een sterk hallucinerende werking heeft. Je gaat ervan ‘vliegen’.

Page 45: handleiding paddenstoelen 2007

44

PADDO’s MEER BASISSCHOLIEREN VERSLAAFD. ARNHEM – Het aantal kinderen van tien en elf jaar dat al zware verslavingsverschijnselen vertoont neemt onrustbarend snel toe. De centra voor verslavingszorg zien steeds meer heel jonge kinderen die frequent softdrugs gebruiken en daardoor in de problemen raken. Dat heeft de Arnhemse korpschef drs. M. Daniel gisteren gezegd. Daniel heeft in een brief aan burgemeester Scholten van Arnhem zijn bezwaren tegen legalisering van de wietteelt uiteen gezet. Een aantal burgemeesters heeft daar vorige maand voor gepleit, omdat daardoor beter toezicht mogelijk zou zijn. Volgens Daniel is de kwaliteit van de softdrugs de laatste tien jaar sterk toegenomen. Het THC-gehalte, de werkzame stof in de wiet, is toegenomen van ongeveer 7 procent naar zo’n 27 procent. Softdrugs kruipen daardoor qua verslavende werking dicht naar de harddrugs toe, stelt de politiechef. Mogelijk zouden sommige softdrugs al onder de Opiumwet moeten vallen. Kinderen experimenteren steeds jonger met steeds sterkere drugs, die ze gemakkelijk kunnen krijgen, zegt Daniel. Het Gelders Centrum voor Verslavingszorg (GCV) en basisscholen in de politieregio Gelderland-Midden krijgen zodoende steeds vaker te maken met kinderen die onder invloed in de klas zitten. Daniel pleit voor een onderzoek door het ministerie van volksgezondheid naar de kwaliteit van softdrugs. “We baseren ons gedoogbeleid op cijfers van 20 jaar gelden, maar inmiddels is de Nederlandse wiet van betere kwaliteit dan die uit thuislanden zoals Afghanistan. Toen zeiden we dat een stickie roken zoiets was als een glas bier drinken. Nu is een stickie roken volgens mij vergelijkbaar met een bierglas vol jenever drinken. Er is nieuw cijfermateriaal nodig voor het beleid.” De politie Gelderland-Midden is samen met de GGD, het GCV en gemeenten bezig lespakketten voor basisscholen samen te stellen. Uit bovenstaand artikel van een jaar of 6 terug, blijkt dat informatie over paddo’s voor basisscholieren zo gek nog niet is. Het is niet geheel ondenkbaar dat dit onderwerp tijdens een kringgesprek aan de orde komt. Onderstaand treft u achtergrondinformatie over dit onderwerp. Ook bij de GGD kunt u nadere informatie verkrijgen. Paddo is een populaire verzamelnaam voor de psilocybine en psilocine houdende paddenstoelsoorten, een groep die vooral bekend is om haar hallucinerende werking. Andere bekende bijnamen zijn: Psilo, Shroom en Magic Mushroom. De paddo komt in grote delen van de wereld in het wild voor. Ook in Nederland komen Paddo's in de natuur voor. Gedroogde paddo's worden als harddrugs beschouwd. Verse paddo's zijn in Nederland legaal en vallen onder de warenwet. GESCHIEDENIS Onder inheemse Midden- en Zuid-Amerikaanse volkeren zijn de hallucinerende effecten van de daar groeiende Psilocybe mexicana al duizenden jaren bekend; zij roemen de paddenstoel omdat deze de gebruiker in staat zou stellen in contact te treden met het hiernamaals, de toekomst of een hogere werkelijkheid. Ook in Europa worden paddo's al vele eeuwen gebruikt. Paddo's maken deel uit van het spiritueel en religieus erfgoed van de Europese sjamaan en druïde. Als religieus sacrament worden paddo's al duizenden jaren gebruikt in rituelen en ceremonies.

Page 46: handleiding paddenstoelen 2007

45

Sinds 1994 worden paddo's in smartshops in Nederland verkocht. Daarna sprongen smartshops als paddenstoelen uit de grond, vooral in Amsterdam. De meeste !!! Nederlandse smartshops verkopen geen paddo's aan minderjarigen. SOORTEN Er zijn duizenden psilocine bevattende paddenstoelen, maar slechts enkelen zijn als paddo verkrijgbaar in Nederland. Voorbeelden van paddosoorten zijn: • Psilocybe tampanensis is een truffel, ook wel bekend onder de naam philosopher stone. • Psilocybe mexicana is een uit Mexico afkomstige paddosoort. • Puntig kaalkopje Psilocybe semilanceata - komt o.a. in Nederland voor • Psilocybe cubensis ook wel de Mexicaanse genoemd, omdat deze paddo o.a. in Mexico

voorkomt. • Copelandia cyanescens en Panaeolus cyanescens wordt ook wel de Hawaïaanse

genoemd omdat deze paddo o.a. in Hawaï voorkomt, maar de paddo komt ook in Thailand voor. Van oorsprong is deze paddo waarschijnlijk Aziatisch, maar is samen met geïmporteerd vee op het eiland Hawaï terechtgekomen.

Ook de vliegenzwam kan hallucinaties veroorzaken, maar deze paddenstoel wordt niet paddo genoemd. TRIMBOS INSTITUUT Volgens het Trimbos Instituut kan er in individuele gevallen en voor bepaalde groepen mensen een groot risico bestaan. De dosering is vaak onvoorspelbaar, de combinatie met alcohol of andere drugs kan leiden tot onvoorspelbare reacties die heel vervelend kunnen zijn. Bovendien kan men zich onder invloed van paddo's roekeloos gaan gedragen. DE WETTELIJKE SITUATIE IN NEDERLAND In het kort de stand van zaken in 2007. Gedroogde paddo's zijn illegaal. Vanzelf ingedroogde paddo's of verse paddo's zijn legaal. Paddo's worden in de toekomst mogelijk verboden. TOERIST DOOR HET LINT DOOR PADDO'S Op 23 juni 2007 heeft de politie een deel van de Martelaarsgracht in Amsterdam enige tijd voor het verkeer afgesloten omdat een toerist door het lint ging in een hotel. Hij had samen met een paar vrienden paddo's gebruikt, maar omdat het gewenste effect uitbleef, at hij er nog meer. Dat had echter een verkeerde uitwerking. De man draaide helemaal door. Hij begon met glas te gooien, verminkte zichzelf en hij sloeg de bovenste verdieping van het hotel kort en klein. Agenten konden de man uiteindelijk overmeesteren. Hij is met ernstige verwondingen naar het ziekenhuis gebracht. Bron: Internet: Wikipedia De Gelderlander.

Page 47: handleiding paddenstoelen 2007

46

AANSLUITING BIJ METHODEN NATUURONDERWIJS De Grote Reis - Grote reis 6 - 12 - Seizoenen 1 Overleven (gr 6)

Leefwereld 1e editie - Het vier seizoenenboek - 7 - Op een grote paddenstoel

Leefwereld 1e editie - Leefwereld 4 - 4 Feest in het bos

Leefwereld 1e editie – Leefwereld 5 - 5 Afvaleters

Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 6 Een broodje schimmel

Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 7 De bloemen van de herfst

Leefwereld 2e Editie - Leefwereld 4 nieuw - 4 Feest in het bos

Leefwereld 2e Editie - Leefwereld 6 nieuw - 5 Herfstbloemen

Natuur Buitengewoon - Natuur Buitengewoon 6 - 2 - 2 Herfst

Natuurlijk 1e editie - Natuurlijk 3 - 13 Koud eten (3)

Natuurlijk 2e Editie - Natuurlijk nieuw 5 - 1 - .3 Levend en doos

Natuurlijk 2e Editie - Natuurlijk nieuw 8 - 1 - .3 Bacteriën en schimmels

Wijzer door de Natuur - Wijzer door de natuur 6 - 2 - .2 Paddenstoelen

Wijzer door de Natuur - Wijzer door de natuur 6 - 2 - .3 Waarom opruimen

Page 48: handleiding paddenstoelen 2007

47

BOEKEN: Het vier-seizoenenboek Marja Roozen Jacob Dijkstra Educatieve Uitgeverij

ISBN 90227 22 62 7

De wereld in de herfst Laurence Ottenheimer/Henri Galeron Uitgeverij Zwijsen

ISBN 90 276 2198.5

Het jaar rond met vier Kaboutertjes Marianne Busser&Ron Schröder, uitgever Areopagus.

Encyclopedie van paddenstoelen Ladislav Hagara Zuid Boek producties

ISBN 90 6248 901 x

100 paddestoelen, J. Daams Fleur uitgave

Kijkdoos paddestoelen uitgeverij De Ruiter

WEBSITES www.paddenstoel.nl

www.kennisnet.nl

www.iriszorg.nl (middeleninfo over paddo’s)

BRONVERMELDING Amsterdams NME Centrum, Paddestoelen in de klas

Milieu Educatie Centrum Genneper parken, Handleiding leskist paddenstoelen groep 4 – 6.

SOM Nijmegen: Mannetjes in ’t bos.

Natuur in thema’s BOS Uitgeverij De Ruiter Gorinchem.

Het vier-seizoenenboek Marja Roozen Jacob Dijkstra Educatieve Uitgeverij

Wikipedia, internetencyclopdie, informatie paddo’s.