EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het...

40
3 DAGEN * ONAFGEBROKEN INSULINE EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR MENSEN MET DIABETES DIE HUN LEVEN OP DE EERSTE PLAATS ZETTEN. Omnipod ® -insulinetoedieningssysteem PODDERS -INFORMATIEGIDS *Tot 72 uur ononderbroken insulinetoediening Katie R. SINDS 2015 TM INSULINETOEDIENINGSSYSTEEM

Transcript of EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het...

Page 1: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

3 DA

GE

N*

ON

AFG

EBR

OK

EN

INSU

LIN

E

EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR MENSEN MET DIABETES DIE HUN LEVEN OP DE EERSTE PLAATS ZETTEN.

Om

nipo

d®-in

sulin

etoe

dien

ings

syst

eem

PO

DD

ER

S™-I

NFO

RM

ATIE

GID

S*T

ot 7

2 uu

r ono

nder

brok

en in

sulin

etoe

dien

ing

Katie R.

SINDS 2015

TM

INSU

LIN

ETO

EDIE

NIN

GSS

YSTE

EM

Page 2: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

Lexi B.

SINDS 2013

TM

De Pod is gedurende 60 minuten waterdicht (IPX8) tot een diepte tot 7,6 meter. De PDM is niet waterdicht.

Page 3: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INHOUDSOPGAVE

MAAK KENNIS MET HET OMNIPOD®-INSULINETOEDIENINGSSYSTEEM

Deze informatiegids is bedoeld voor gebruik in combinatie met uw behandelplan voor diabetes, advies van uw diabeteszorgverlener en de gebruikershandleiding van het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem. Afbeeldingen van PDM zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en mogen niet worden opgevat als suggesties voor gebruikersinstellingen.

Raadpleeg de gebruikershandleiding van het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem voor volledige informatie over het gebruik van het Omnipod®-systeem en voor alle bijbehorende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen. De gebruikershandleiding van het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem is online beschikbaar op myomnipod.com of bel uw plaatselijke Insulet Customer Service Team dat 24 uur per dag beschikbaar is voor een exemplaar.

Deze bronnengids betreft de PDM-modellen ATT400, DET400, DET450, DET456, ENT450, FRT400, FRT456, ITT456 en NLT450. Het PDM-modelnummer staat op de achterkant van elke PDM. Voor meer informatie neemt u contact op met uw diabeteszorgverlener of bezoekt u myomnipod.com.

INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2Welkom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2

Lijst met benodigdheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

De Pod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

De PDM (Persoonlijke Diabetesmanager) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Toediening basale insuline en bolusinsuline . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

Uw Omnipod®-systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM . . . . . . . . . . 8Een nieuwe Pod activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Plaatsing/voorbereiding/tips voor de Pod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

Het vervangen van de Pod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Aanvullende opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Uw bloedglucose controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Een bolus toedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

Een insulinetoediening onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Belangrijke tips en herinneringen voor de PDM . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22Geavanceerde functies: bolus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22

Geavanceerde functies: basaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23

Geavanceerde functies: voorinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24

PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26Hypoglykemie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26

Hyperglykemie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27

Herinneringen en signalen aanpassen aan uw behoeften . . . . . . . .28

Alles uit uw PDM halen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30

Reizen met uw Omnipod®-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32

Voorbeeld reisbrief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33

OMNIPOD®- ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA . . . . . . . . . . .34

INSULET CUSTOMER SERVICE TEAM . . . . . . . .35

1

Page 4: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

WELKOM

Beste Podder™,

Dit is uw nieuwe Omnipod®-insulinetoedieningssysteem. We vinden het geweldig dat u het gaat gebruiken.Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft echter geen infuus. Dat onderscheidt het Omnipod®-systeem juist van andere systemen en mensen worden daardoor trouwe Podders™.

Het Omnipod®-systeem is een eenvoudig systeem dat uit slechts twee componenten bestaat: de infuusoze Pod en de draagbare PDM (Persoonlijke Diabetesmanager). Die houdt u bij u om uw insulinetoediening draadloos* te programmeren.

De Pod is praktisch en discreet, en zorgt gedurende maximaal 3 dagen voor ononderbroken insulineafgifte**. Hij kan overal worden gedragen waar u zichzelf zou injecteren en is waterdicht***, dus u kunt er ook mee douchen of zwemmen als u dat wilt. Draag wat u wilt en doe wat u wilt. Met het Omnipod®-systeem kunt u de insulinetoediening eenvoudiger maken, zodat u uw leven kunt leiden en uw diabetesbehandeling daar zonder problemen deel van uitmaakt.

Neem de tijd om deze Podder™-informatiegids door te lezen en neem de Pod mee naar de trainingssessie voor uw Omnipod®-systeem, dan helpt uw diabeteszorgverlener u met het instellen van uw Omnipod®-systeem.

Hierin staan stapsgewijze instructies waarmee u Pods kunt activeren, plaatsen en wijzigen, en ze leiden u door de belangrijkste functies en helpen u bij de verkenning van geavanceerde functies op uw PDM. Er staan ook hoofdstukken in met probleemoplossing en tips en geheugensteuntjes, zodat u uw Omnipod®-systeem optimaal kunt gebruiken.

Als u hulp nodig hebt of meer vragen hebt, kunt u altijd contact opnemen met uw plaatselijk Insulet Customer Service Team of een bezoek brengen aan myomnipod.com.

Met vriendelijke groet,Het lnsulet-team

INLEIDING | Welkom

*Als u de PDM en Pod opstart, moeten die elkaar aanraken, hetzij in of buiten het bakje om ervoor te zorgen dat de apparaten tijdens het voorvullen met elkaar kunnen communiceren. Tijdens normaal gebruik mag de afstand tussen de PDM en Pod niet meer dan 1,5 meter zijn.**Tot 72 uur ononderbroken insulineafgifte.***IPX8: 7,6 meter gedurende 60 minuten voor de Pod. De PDM is niet waterdicht.

Met deze informatiegids komt u meer te weten over het Omnipod®-systeem en hoe u het gebruikt, maar als u vragen hebt over het Omnipod®-systeem, stel die dan aan uw diabeteszorgverlener. Deze informatiegids is niet bedoeld als medisch advies over uw aandoening of behandeling. Uw diabeteszorgverlener dient u medisch advies te geven over uw aandoening en behandeling. U moet altijd eerst met uw diabeteszorgverlener overleggen over de vraag welke instelling van het Omnipod®-systeem het best voor u is.

Deze bronnengids betreft de PDM-modellen ATT400, DET400, DET450, DET456, ENT450, FRT400, FRT456, ITT456 en NLT450. Het PDM-modelnummer staat op de achterkant van elke PDM.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

De PodPDM

2

Page 5: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INLE

IDIN

G

LIJST MET BENODIGDHEDEN

Wij raden u aan om de volgende benodigdheden indien mogelijk altijd mee te nemen:

+ Enkele nieuwe, verzegelde Pods

+ Extra, nieuwe PDM-batterijen (minstens twee AAA-alkalinebatterijen)

+ Een flacon met snelwerkende U-100-insuline

+ Injectiespuiten of pennen/naalden voor het injecteren van insuline

+ Instructies van uw diabeteszorgverlener voor het injecteren van de hoeveelheid insuline wanneer de toediening via de Pod is onderbroken

+ Strips voor het testen van bloedglucose

+ Ketonenteststrips

+ Prikpen en naalden

+ Glucosetabletten of een andere snelwerkende bron van koolhydraten

+ Alcoholhoudende doekjes

+ Glucagonnoodset en schriftelijke instructies voor het toedienen van een injectie wanneer u bewusteloos bent

+ Een extra bloedglucosemeter

+ Telefoonnummers van uw diabeteszorgverlener in geval van nood

AANVULLENDE OPMERKINGEN

INLEIDING | Lijst met benodigdheden

3

Page 6: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INLEIDING | De Pod

DE POD

Een kleine, pluimgewicht en infuusloze Pod die gemakkelijk te gebruiken en te dragen is.

Kijkvenster

Vulpoort

Beschermlaag van de pleister

Naalddop

BOVEN

ONDER

De Pod die op deze pagina wordt weergegeven, dient uitsluitend ter illustratie en geeft niet de feitelijke grootte aan.

4

Page 7: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INLE

IDIN

G

HOOFDMENU-ITEMSBolus: bolusdoses toedienen ter compensatie van koolhydraten en/of correctie van hoge bloedglucose (BG)-spiegels.

Meer acties:

+ De Pod vervangen

+ BG-metingen toevoegen

+ BG-labels toekennen/bewerken

Tijdelijke basaal: insulinetoediening aanpassen tijdens sporten of ziekte in overeenstemming met uw behandelplan voor diabetes. Dit menu-item is alleen beschikbaar als de optie "Tijdelijke basaal" is ingeschakeld.

Mijn gegevens: insulinetoediening, geschiedenis van bloedglucosemetingen, alarmgeschiedenis, gegevens over koolhydraten en persoonlijke gebruikersgegevens bekijken.

Instellingen:

+ Basaalprogramma's invoeren, bewerken en een naam geven

+ Vooringestelde tijdelijke basaal, koolhydraten en bolus programmeren

+ Systeeminstellingen aanpassen

Onderbreken: insulinetoedieningsprogramma's tijdelijk onderbreken, annuleren of hervatten.

INLEIDING | De PDM

DE PDM

Een draadloze* Persoonlijke Diabetesmanager (PDM) die gemakkelijk te gebruiken is.

Omhoog/Omlaag

Informatie voor de gebruiker/Ondersteuning

LCD-kleurenscherm

USB-poort

Teststrippoort met verlichting

Schermtoetslabels

Schermtoetsen

Home / Aan/Uit

Uw diabeteszorgverlener helpt u als u uw PDM tijdens de trainingssessie voor uw Omnipod®-systeem voor het eerst gaat instellen.

*Als u de PDM en Pod opstart, moeten die elkaar aanraken, hetzij in of buiten het bakje om ervoor te zorgen dat de apparaten tijdens het voorvullen met elkaar kunnen communiceren. Tijdens normaal gebruik mag de afstand tussen de PDM en Pod niet meer dan 1,5 meter zijn.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

5

Page 8: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

TOEDIENING BASALE INSULINE

Wat is een basaalsnelheid?Uw lichaam heeft een kleine hoeveelheid insuline nodig die de hele dag door wordt afgegeven. Dit wordt basale insuline genoemd. De exacte hoeveelheid insuline die uw lichaam nodig heeft, verschilt vaak afhankelijk van het volgende:

+ De dingen die u de hele dag door doet + De hoeveelheid stress die u hebt + De tijdstippen waarop u eet + Of u ziek bent

Met het Omnipod®-systeem kunt u uw basaalsnelheden op uzelf afstemmen. Wanneer u uw Omnipod®-systeem voor het eerst instelt, helpt uw diabeteszorgverlener u bij het programmeren van de benodigde basaalsnelheden voor uw PDM. Als u uw instellingen moet aanpassen, hebt u maximaal 24 tijdsintervallen per basaalprogramma. U kunt maximaal 7 basaalprogramma's hebben*.

BOLUSINSULINEDOSES TOEDIENEN

Wat is een bolusdosis?Een bolus is een extra dosis insuline die indien nodig wordt toegediend om de koolhydraten in een maaltijd of snack gelijk te trekken en/of uw bloedglucosespiegel te verlagen wanneer die te hoog is geworden. Er zijn twee soorten bolusdoses:

+ Maaltijdbolus Met het Omnipod®-systeem kunt u een normale of een verlengde maaltijdbolus toedienen.

– Een normale maaltijdbolus geeft doorgaans voldoende insuline af voor een maaltijd of snack die u wilt gaan nuttigen.

– Een verlengde maaltijdbolus geeft over langere tijd insuline af. Wanneer u vet en/of eiwitrijk voedsel eet of dat gedurende een langere periode eet, zoals op een feestje, hebt u misschien een verlengde maaltijdbolus nodig.

+ Correctiebolus Een correctiebolus kan worden toegediend met of zonder een maaltijdbolus als u uw bloedglucosespiegel moet verlagen.

Met het Omnipod®-systeem kunt u uw bolusdoses toedienen.Uw diabeteszorgverlener helpt u bij het programmeren van uw PDM om vooraf gedefinieerde bolusdoses toe te dienen wanneer u uw Omnipod®-systeem voor het eerst instelt. Als uw insulinebehoeften veranderen, kunt u deze instellingen later aanpassen.

Bolusinsulinedoses berekenen.Het Omnipod®-systeem heeft ook een calculator voor voorgestelde bolussen. Daarmee kunt u een nauwkeurige bolusdosis toedienen. De calculator gebruikt uw huidige bloedglucose, ingevoerde koolhydraten en insuline 'on board' (IOB) om een voorgestelde bolusdosis te bepalen.

INLEIDING | Basaal/Bolus

*Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze instellingen gaat wijzigen. **Smart Pumping For People with Diabetes, A Practical Approach to Mastering the Insulin Pump, Howard Wolpert, MD, redacteur. American Diabetes Association.

Zie voor meer informatie over de calculator voor voorgestelde bolussen hoofdstuk 5, Een bolus insuline toedienen, van de gebruikershandleiding van het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem.

B L D

BASAAL

Insulinetoediening met een insulinepomp vs. normale insulinetoediening**

BOLUS

Insulineniveaus

12 uur ’s middags MiddernachtSnelwerkende insulineDiagram van natuurlijke insulinetoediening

BOLUS BOLUS

6

Page 9: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INLE

IDIN

G

UW PERSOONLIJKE OMNIPOD®-SYSTEEMINSTELLINGENHet is altijd een goed idee om een kopie van uw Omnipod®-systeeminstellingen bij de hand te hebben voor het geval u een andere PDM moet instellen.

Uw diabeteszorgverlener zal u de basissnelheden aangeven en u helpen met het programmeren van uw PDM tijdens de trainingssessie voor uw Omnipod®-systeem. Hij zal u ook adviseren over eventuele wijzigingen in de instellingen in de toekomst.

LET OP: probeer niet zelf wijzigingen aan te brengen aan uw PDM-instellingen zonder formele instructies van uw diabeteszorgverlener.

Datum ____________________________

1. Maximale basaalsnelheid ______E/u

2. Basaal 1 12:00 tot ______ ______E/u

______ tot ______ ______E/u

______ tot ______ ______E/u

______ tot ______ ______E/u

3. Tijdelijke basaalsnelheid % E/u Uit

4. BG-geluiden Aan Uit

5. Grenswaarden BG-doel Ondergrens _______ mg/dl of _______ mmol/l

Bovengrens _______ mg/dl of _______ mmol/l

6. Calculator voor voorgestelde bolus Aan Uit

7. Streefwaarde voor BG 12:00 tot ______ Streefwaarde ________ Corrigeren boven _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ Streefwaarde ________ Corrigeren boven _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ Streefwaarde ________ Corrigeren boven _______ mg/dl of _______ mmol/l

8. Min BG – voor berekeningen bolus _______ mg/dl of _______ mmol/l

9. Insuline-KH-verhouding 12:00 tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

1 insuline-eenheid doet BG dalen met

10. Correctiefactor 12:00 tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

______ tot ______ _______ mg/dl of _______ mmol/l

11. Tegenovergestelde correctie Aan Uit

12. Duur van de insulineactie ______ uur

13. Verhogingsstap voor bolus 0,05 E 0,10 E 0,50 E 1,00 E

14. Maximale bolus ______E

15. Verlengde bolus % Eenheden Uit

16. Volumesignaal "Reservoir bijna leeg" ______E

17. Signaal voor uiterste gebruiksduur ______ uur

INLEIDING | Uw persoonlijke Omnipod®-systeeminstellingen

7

Page 10: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Een nieuwe Pod activeren

EEN NIEUWE POD ACTIVEREN + Zorg dat u beschikt over de volgende

benodigdheden:

– Flacon met insuline op kamertemperatuur (U-100, snelwerkend). Raadpleeg de gebruikershandleiding van het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem voor de soorten insuline die worden aanbevolen voor gebruik met het Omnipod®-systeem.

– Een verzegelde Pod

– PDM

– Alcoholhoudend doekje

+ Was uw handen.

1. Vul de Pod

1.1 1.2 1.3 + Haal de Pod uit de steriele verpakking.

+ Maak de bovenkant van de flacon met insuline schoon met het alcoholhoudend doekje.

+ Zet de vulspuit in elkaar door de naald op de spuit te draaien.

+ Haal de beschermdop eraf. + Trek net zo veel lucht op in de vulspuit als de hoeveelheid insuline die staat aangegeven in uw behandelplan voor diabetes.

+ Druk lucht in de flacon met insuline.

+ Zet de flacon en spuit op hun kop.

+ Trek insuline op uit de flacon en vul de spuit met de hoeveelheid insuline die uw diabeteszorgverlener heeft bepaald. Vul de spuit tot minstens de streep MIN.

+ Verwijder eventuele luchtbellen uit de spuit.

WAARSCHUWING:+ NOOIT lucht in de vulpoort spuiten. Dit kan resulteren in een onbedoelde of onderbroken insulinetoediening + Gebruik NOOIT een Pod als u een krakend geluid hoort of weerstand voelt wanneer u de plunjer indrukt. Deze omstandigheden kunnen leiden tot onderbreking van de insulinetoediening

LET OP:Gebruik geen ander type naald of vulsysteem dan de vulspuit die bij elke Pod wordt meegeleverd.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

8

Page 11: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

SINSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Een nieuwe Pod activeren

1.4 + Steek de naald recht in de vulpoort aan de onderkant van de Pod. Om te zorgen dat de Pod correct wordt gevuld, steekt u de vulspuit niet schuin in de vulpoort.

+ Leeg de spuit volledig in de Pod.

+ De Pod zal twee keer piepen om aan te geven dat het Omnipod®-systeem klaar is voor gebruik.

1.5 + Pak de PDM er weer bij. Als de schermtijd van de PDM verstreken is, houd de knop Home / Aan/Uit dan ingedrukt om hem weer aan te zetten. Zet de PDM tegen de Pod zodat ze elkaar aanraken.

+ Druk op Volgende.

+ De PDM stelt een een-op-een-relatie met de Pod in die voorkomt dat die met een andere Pod communiceert als die actief is. Zodra de Pod met succes de controles van het voorvullen en de veiligheid heeft afgerond, laat de PDM pieptonen horen.

2. Breng de Pod aan

2.1 2.2 2.3 + Kies de infusieplaats en ontwijk zorgvuldig de plekken waar de Pod wordt beïnvloed door huidplooien. Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 14 van deze informatiegids voor de plekken die uw diabeteszorgverlener zou aanbevelen en voor tips over het plaatsen.

+ Voor optimale kleefkracht reinigt u de plek altijd eerst grondig met een alcoholhoudend doekje om alle huidolie en lotions te verwijderen die ervoor zorgen dat de Pod niet hecht. Laat de plek aan de lucht drogen. Blaas de plek niet droog.

+ Haal de naalddop van de Pod eraf.

Als weergave van het PDM-scherm tijdens het proces wordt onderbroken, houdt u de knop Home / Aan/Uit ingedrukt om door te gaan.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

9

Page 12: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Een nieuwe Pod activeren

3. Druk op Start

3.1 3.2

2.4 2.5

+ De Pod brengt de canule automatisch in en geeft een voorvulbolus af om de canule met insuline te vullen. Dit proces duurt een paar seconden. Laat de huid los als de canule erin zit.

+ Na voltooiing geeft de PDM aan dat de Pod actief is en krijgt u het verzoek om de infusieplaats te controleren.

+ Kijk door het kijkvenster van de Pod en druk, bij juiste plaatsing, op "Ja". Druk op "Nee" als u een probleem ziet met de canule.

+ Verwijder de witte papieren beschermlaag van de kleefstrip en gooi die weg.

+ Breng de Pod aan op de gekozen plek.

+ Gebruik uw vingers om de kleefrand vast te zetten.

+ Druk op Volgende op de PDM.

+ Om inbrengen te vergemakkelijken, plaatst u een hand op de Pod en knijpt u breeduit de huid om het kijkvenster samen. Deze stap is van groot belang als er op de inbrengplaats niet veel vetweefsel zit.

+ Als weergave van het PDM-scherm tijdens het proces wordt onderbroken, houdt u de knop Home / Aan/Uit ingedrukt om door te gaan.

WAARSCHUWING:+ De PDM genereert een automatische herinnering dat u 1,5 uur na elke vervanging van de Pod uw bloedglucose moet meten. Als de canule niet goed is ingebracht,

kan er hyperglykemie optreden. Controleer of u insuline voelt of ruikt, wat erop kan wijzen dat de canule is losgeraakt. + Injecteer NOOIT insuline (of iets anders) in de vulpoort als de Pod op uw lichaam is aangebracht. Dit kan resulteren in een onbedoelde of onderbroken

insulinetoediening. + Controleer of de canule niet uit de beschermlaag van de pleister steekt nadat de naalddop is verwijderd.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

10

Page 13: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

SINSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Plaatsing/voorbereiding/tips voor de Pod

HET OMNIPOD®-SYSTEEM NAADLOOS LATEN AANSLUITEN OP UW WERELDHet is gemakkelijk om een plaats voor uw Pod te zoeken, aangezien hij geen infuus heeft en een pluimgewicht zodat u hem vrij kunt dagen.

Bepalen waar u uw Pod moet dragen.Het is belangrijk om de plaats van uw Pod steeds af te wisselen om overmatig gebruik van de plek te voorkomen, aangezien dat kan leiden tot variabele absorptie. De nieuwe plek moet minstens 2,5 cm verwijderd zijn van de vorige plek, 5,1 cm van de navel en niet op een moedervlek, litteken of tatoeage waar insuline minder goed wordt geabsorbeerd. Zorg ervoor dat u uw Pod op een prettige plaats draagt; vermijd plaatsen waar uw riem, tailleband of strakke kleding tegen de Pod kan schuren, of waar de Pod van zijn plaats of los kan raken.

Uw Pod plaatsen.Arm en been Plaats de Pod verticaal of enigszins schuin.

Rug, buik of zitvlak Plaats de Pod horizontaal of enigszins schuin.

Omhoog knijpen Deze stap is belangrijk als de plaats van uw Pod zeer dun is of niet veel vetweefsel heeft. Leg uw hand op de Pod en knijp de huid om het kijkvenster breeduit omhoog. Druk vervolgens op de knop Start op de PDM. U kunt de huid loslaten wanneer de canule is ingebracht.

Voor Achter Voor Achter

Buik Achter

Arm

Arm

Zitvlak

Been

Dij

Been

Been

Zitvlak

WAARSCHUWING:Er kunnen zich verstoppingen op plaatsen met weinig vet voordoen wanneer u dit niet doet.

11

Page 14: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

VOEL U COMFORTABEL EN VOL VERTROUWEN

Bereid u voor op uw Pod.Blijf koelbloedig en koel (droog en niet zwetend) wanneer u uw Pod weer moet vervangen. Dit zijn mogelijke knelpunten:

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Plaatsing/voorbereiding/tips voor de Pod

Problemen met… Probleem Oplossingen

Vettige huid Resten zeep, lotion, shampoo of conditioner kunnen ervoor zorgen dat uw Pod niet blijft vastzitten.

Reinig de plek grondig met alcohol voordat u uw Pod erop aanbrengt, en droog uw huid aan de lucht.

Vochtige huid Vochtigheid zorgt voor minder hechting. Droog uw huid met een handdoek af of aan de lucht; blaas er niet op.

Lichaamsbeharing Veel haar zorgt ervoor dat de Pod niet goed plakt.

Knip of scheer dat gedeelte met een scheermes om het glad te maken zodat de Pod erop blijft plakken. Doe dit 24 uur voordat u uw Pod plaatst om irritatie te voorkomen.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

12

Page 15: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

SINSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | De Pod vervangen

HET VERVANGEN VAN DE PODU moet de Pod misschien vervangen:

+ Wanneer het reservoir bijna leeg of leeg is, of als de uiterste gebruiksdatum van de Pod nadert

+ In reactie op een alarm

+ Bij een losgeraakte Pod/canule

+ Als u een bloedglucosewaarde hebt van 250 mg/dl / 13,9 mmol/l of hoger, en er ketonen aanwezig zijn

+ Als uw bloedglucosespiegels onverwacht hoger blijken te zijn dan normaal

+ Op aangeven van uw diabeteszorgverlener

+ Als een Pod actief is en niet piept

1. Zet de PDM aan. Druk op de knop Home / Aan/Uit en selecteer vervolgens Meer acties.

2. Selecteer Pod vervangen.

3. Druk op Bevest. om de Pod te deactiveren. Verwijder de gedeactiveerde Pod voorzichtig door de plakstrip er rustig af te trekken. (Onze Podders™ hebben gemeld dat een gewoon oplosmiddel of babyolie handig kan zijn om het plakmiddel, indien nodig, zachter te maken.)

4. Druk op Ja om een nieuwe Pod te activeren. Volg de stappen op pagina's 11 en 12 van deze gids om een nieuwe Pod met insuline te vullen. Als de schermtijd van de PDM verstrijkt terwijl u bezig bent, houd de knop Home / Aan/Uit dan ingedrukt om hem weer aan te zetten.

Als weergave van het PDM-scherm tijdens het proces wordt onderbroken, houdt u de knop Home / Aan/Uit ingedrukt om door te gaan.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

13

Page 16: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

AANVULLENDE OPMERKINGEN

14

Page 17: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

SINSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Bloedglucose meten

UW BLOEDGLUCOSESPIEGELS METEN

Hoe vaak moet ik mijn glucose meten?Met de ingebouwde FreeStyle-bloedglucosemeter kunt u uw bloedglucosespiegels zo vaak als nodig meten. Maar het is beter als u uw bloedglucosespiegels minstens een paar keer per dag meet, vooral:

+ als u zich zwak voelt, transpireert, nerveus bent, zich verward voelt of hoofdpijn hebt;

+ als u te laat hebt gegeten na het toedienen van insuline;

+ als uw diabeteszorgverlener aangeeft dat u moet meten

Hoe meet ik mijn bloedglucosespiegels met FreeStyle en het Omnipod®-systeem?Voor het meten van uw bloedglucosespiegels met de FreeStyle-meter is maar een heel klein beetje bloed nodig, slechts 0,3 microliter. Maar de eerste stap is kennis van uw prikapparaat.

Opmerking: voor nauwkeurige resultaten moet u uw handen en de testplaats met water en zeep wassen. Zorg ervoor dat alle crème en lotion verwijderd zijn en de huid goed droog is.

FreeStyle Lancing Device II

Diepte-insteller

Indicatievenster voor diepte-instelling

Prikpendop

Aanprikknop

Schuifknop voor spannen/ontspannen

WAARSCHUWING:De waarden die worden gemeten op een andere plaats, mogen niet worden gebruikt voor het berekenen van de insulinedoses met het Omnipod®-systeem.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

15

Page 18: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

Boven

Onder

Bereid uw prikpen in 3 gemakkelijke stappen voor.

Uw bloedglucosespiegel meten.1. Plaats uw FreeStyle-teststrip en stel de code in*

a. Plaats een nieuwe teststrip in de teststrippoort onder aan de PDM tot die niet verder kan. Zorg ervoor dat u de bovenkant van de strip inbrengt.

+ Druk om de teststrippoort bij weinig licht te kunnen zien, op de middelste schermtoets Licht. U schakelt het licht uit door nogmaals op Licht te drukken.

b. Op de PDM verschijnt een codenummer zodra u de strip invoert. Deze code moet overeenkomen met de code op de zijkant van de teststripflacon om nauwkeurigheid van de test te garanderen. Als u deze code wilt wijzigen, drukt u gewoon op Omhoog/Omlaag om de cijfers te wijzigen tot ze met elkaar overeenkomen.

1. Haal de dop schuin van de prikpen af, en plaats een nieuwe naald stevig in de witte houder. Hierdoor spant de prikpen misschien, maar dat is niet erg.

2. Houd de naald met een hand op zijn plaats en draai met uw andere hand aan de ronde bovenkant. Zet de dop er dan weer op totdat die op zijn plek klikt. Zorg ervoor dat u de blootgestelde naald niet aanraakt.

3. Stel de diepte-instelling af; de prikpen heeft 9 verschillende instellingen (inclusief halve instellingen). Niveau 1 is de minst diepe en niveau 5 de diepste. Gebruik een laag niveau om te prikken. Trek de grijze schuifknop terug totdat die u een klik hoort. (Misschien hebt u de prikpen in stap 1 al gespannen.)

U kunt nu uw test doen! De afgebeelde prikpen dient alleen als voorbeeld. Volg de instructies die bij uw prikpen zijn meegeleverd.

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Bloedglucose meten

WAARSCHUWING:Het codenummer op het scherm moet overeenkomen met het codenummer op de zijkant van uw teststripflacon. Die moeten altijd met elkaar overeenkomen, anders zijn uw resultaten onnauwkeurig.

*Op sommige PDM-schermen kunt u de FreeStyle-bloedglucosemeter niet openen. U kunt de meter bijvoorbeeld niet gebruiken wanneer u een Pod activeert of wanneer een scherm voor signaal-, alarm- of communicatiefouten wordt weergegeven. Als u in deze gevallen een teststrip inbrengt, klinkt er op de PDM een pieptoon om u te waarschuwen. Als u de test niet binnen 2 minuten start, schakelt de PDM zichzelf uit. U schakelt de PDM weer in door de ongebruikte strip uit de PDM te halen, die er weer in te plaatsen, of simpelweg de knop Home / Aan/Uit ingedrukt te houden om de PDM aan te zetten. Als u het codenummer moet wijzigen nadat het volgende scherm al op de PDM wordt weergegeven, drukt u gewoon op de knoppen Omhoog/Omlaag. Het codescherm verschijnt opnieuw waarin u vervolgens het codenummer kunt wijzigen. Het codenummer blijft ter controle op het PDM-scherm staan, totdat u klaar bent met de BG-test.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

16

Page 19: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

SINSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Bloedglucose meten

2. Neem uw monster en vul de teststrip

Tip: Voordat u prikt, kunt u de bloedstroom stimuleren door uw hand op taillehoogte te houden en uw vinger rustig te masseren.

3. Prik op de plaats

a. Houd de prikpen stevig tegen de zijkant van uw vingertop gedrukt.b. Druk op de aanprikknop.c. Knijp, indien nodig, in uw vinger tot u bloed ziet.

4. Pak uw PDM en controleer of op uw scherm staat: "Breng een bloedmonster aan op de strip."

Breng de strip enigszins schuin naar het bloed.

Wat als mijn bloedsuiker te laag of te hoog is?"LAGE" of "HOGE" bloedglucosewaarden kunnen duiden op een mogelijk ernstige aandoening waarvoor onmiddellijk een arts moet worden geraadpleegd. Als u een meting met de uitslag "LAAG - Behandel uw lage BG!" of "HOOG - Controleer op ketonen!" krijgt, controleer dan eerst of u symptomen van een hypo of een hyper hebt. Als u die niet hebt, doe dan nog een test met controleoplossing om te controleren of het Omnipod®-systeem goed werkt. Als dat niet zo is of als u symptomen van een hypo of hyper hebt, volg dan de aanbevelingen van uw diabeteszorgverlener.

Wat u wel en niet kunt doen met de teststripsDOEN: NIET DOEN:

+ Alleen FreeStyle-teststrips en FreeStyle-controleoplossing gebruiken in combinatie met de PDM (andere merken kunnen onnauwkeurige resultaten opleveren)

+ Controleren of de code op de PDM overeenkomt met die aan de zijkant van de flacon

+ De teststrip enigszins schuin naar het bloed brengen + Per test alleen één rand van de strip gebruiken + Meer bloed aanbrengen op de strip als de PDM niet "Bezig met controleren" weergeeft

+ Elke teststrip maar één keer gebruiken + De gebruikte naald in een naaldencontainer weggooien en uw handen grondig wassen

+ Uw bloedglucose niet testen terwijl uw PDM via een USB-kabel op een computer is aangesloten. Dat kan tot een elektrische schok leiden.

+ De strip tegen de testplaats drukken + Het bloed op de strip strijken + Bloed op de vlakke kant van de teststrip aanbrengen + Bloed op een strip aanbrengen wanneer die niet in de meter zit

+ Bloed of andere lichaamsvreemde zaken in de teststrippoort invoeren

+ De strip wegtrekken voordat u 1 pieptoon hoort of "Bezig met controleren" op het scherm ziet staan

+ Strips gebruiken waarvan de uiterste gebruiksdatum op de verpakking is verstreken; deze kunnen onjuiste resultaten opleveren

WAARSCHUWING:De waarden die worden gemeten op een andere plaats, mogen niet worden gebruikt voor het berekenen van de insulinedoses met het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem.

Zie voor meer informatie over bloedglucose meten, testen met controleoplossingen en handmatige invoer van bloedglucosetests hoofdstuk 4, Uw bloedglucose controleren, van de gebruikershandleiding van uw Omnipod®-insulinetoedieningssysteem.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

17

Page 20: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

EEN BOLUS TOEDIENEN

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Een bolus toedienen

1. Was de vinger met zeep en water of gebruik een alcoholhoudend doekje, en laat de vinger helemaal drogen. Prik met de prikpen in de vinger. Druk op Licht om de teststrip te verlichten als u in een slecht verlichte ruimte bent. Breng het bloedmonster aan op de teststrip.

2. Wanneer de bloedglucosewaarde wordt weergegeven, drukt u op Volgende om verder te gaan.

3. Als u nu gaat eten, drukt u op Ja. OF Als u nu niet gaat eten, drukt u op Nee.

5. Druk op de knop Informatie voor de gebruiker/Ondersteuning om te zien hoe de voorgestelde bolus is berekend. Druk vervolgens op Sluiten.

4. Als u aan het eten bent, drukt u op de knop Omhoog/Omlaag om de juiste hoeveelheid koolhydraten in te voeren en drukt u vervolgens op Enter.

6. Druk op Enter om de voorgestelde bolus te accepteren.

OF Druk op Verleng en volg de instructies

op het scherm om een deel/percentage van de bolus direct en de rest gedurende een ingestelde tijdsperiode toe te dienen. Gebruik de optie Verleng alleen wanneer uw diabeteszorgverlener dat heeft aangegeven. Indien verlengde bolussen geen onderdeel uitmaken van uw behandelplan voor diabetes, verschijnt de optie Verleng niet op het scherm.

7. Druk op Bevest. om de bolus te starten. 8. Op het PDM-scherm wordt aangegeven wanneer de toediening van de bolus is gestart. Indien nodig, kunt u op Annuleren drukken om een bolus tijdens de toediening te stoppen. U hoeft tijdens de toediening niet in de buurt van de PDM te blijven. De toedieningstijd varieert op basis van de grootte van de bolusdosis. Zodra de toediening van de bolus start, kunt u de knop Home / Aan/Uit ingedrukt houden om het PDM-scherm uit te schakelen.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

18

Page 21: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

SINSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Onderbroken insulinetoediening

EEN INSULINETOEDIENING ONDERBREKENSoms moet u even stoppen met het toedienen van insuline (bijvoorbeeld wanneer u een actief basaalprogramma bewerkt of de tijd of datum wijzigt).

1. Zet de PDM aan. Druk op de knop Home / Aan/Uit en selecteer vervolgens Onderbreken.

2. Voer de duur van de onderbreking in (minimaal een halfuur, maximaal 2 uur) en druk vervolgens op Enter.

3. Druk op Bevest.

4. Op het statusscherm wordt aangegeven dat de insulinetoediening is onderbroken.

5. De Pod laat elke 15 minuten een pieptoon horen tot het einde van de onderbrekingsduur. Aan het einde van de onderbrekingsduur, gaat een Pod-waarschuwingsalarm af. Zet de PDM nu aan en druk op OK om het actieve basaalprogramma te hervatten.

WAARSCHUWING:De toediening van insuline wordt pas hervat als u op OK drukt. Als u niet op OK drukt om de toediening van insuline te hervatten, kunt u hyperglykemie (hoge bloedsuiker) krijgen.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

19

Page 22: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

Belangrijke tips en herinneringen voor de PDM.Deze tips zijn alleen bedoeld voor gebruik met de PDM-modellen ATT400, DET400, DET450, DET456, ENT450, FRT400, FRT456, ITT456 en NLT450. U vindt het PDM-modelnummer op de achterzijde van de PDM, naast het REF-symbool.

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Belangrijke tips en herinneringen voor de PDM

1. Selecteer op het scherm Home Mijn gegevens.

2. Selecteer Insulinetoediening. 3. De PDM geeft een samenvatting van de gegevens van vandaag, inclusief totaal aantal bolussen, totaal aantal basale en dagelijkse doses. Gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag om de samenvatting van de vorige te bekijken.

BG-trends van meerdere dagen bekijken.

1. Selecteer op het scherm Home Mijn gegevens.

2. Selecteer BG-geschiedenis. 3. Druk op Trends om de BG-gegevens over de afgelopen 7 dagen weer te geven.

4. Blijf op de middelste schermtoets drukken om de trends weer te geven van de voorgaande 14, 30, 60 en 90 dagen.

De bestaande basaalsnelheid wijzigen.OPMERKING: De insulinetoediening moet worden onderbroken voordat u basaalsnelheden wijzigt.

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

2. Selecteer Basaalprogramma’s. 3. Selecteer het basaalprogramma dat u wilt bewerken. Selecteer op het volgende scherm het segment dat u wilt bewerken, en druk vervolgens op Bewerken.

4. Voer de begintijd in en druk vervolgens op Volgende en herhaal dit voor de eindtijd.

5. Voer de basaalsnelheid voor het bewerkte segment in en druk vervolgens op Enter.

6. Druk op Opslaan. 7. Druk op Opslaan. Herhaal voor meer bewerkingen stappen 3-8.

Belangrijke herinnering

Tijdens het activeren en voorvullen van de Pod moeten de PDM en de Pod naast elkaar liggen en elkaar aanraken. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het Omnipod®-insulinetoedieningssysteem voor alle instructies.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

20

Page 23: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

INS

TRU

CTIE

S

Bewerk

Bewerk

INSTRUCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Belangrijke tips en herinneringen voor de PDM

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

5. Selecteer Correctiefactor.

A. Selecteer I/KH-verhouding.

A. Selecteer Insulineactie.

2. Selecteer Systeeminstelling.

6. Selecteer Nieuw toevoegen of kies Segment en druk op Bewerken.

Voer op het volgende scherm de begintijd in en druk vervolgens op Volgende en herhaal dit voor de eindtijd.

3. Selecteer Bolus/basaal/berekeningen.

7. Voer de correctiefactor in en druk vervolgens op Volgende.8. Herhaal stappen 6-7 om segmenten (maximaal 8 segmenten) toe te

voegen of te bewerken. Druk op Klaar en vervolgens op Opslaan wanneer u klaar bent met het wijzigen van de tijdsegmenten.

4. Selecteer Verhoudingen/factoren/doelen. OPMERKING: Bolusberekeningen moeten "aan" staan.

I/KH-verhouding of insulineactie (duur) wijzigen.

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

2. Selecteer Systeeminstelling. 3. Selecteer Bolus/basaal/berekeningen.

4. Selecteer Verhoudingen/factoren/doelen. OPMERKING: Bolusberekeningen moeten "aan" staan.

I/KH-verhouding wijzigen. Insulineactie wijzigen.

Correctiefactoren wijzigen.

B. Selecteer Nieuw toevoegen of kies Segment en druk op Bewerken.

Voer op het volgende scherm de begintijd in en druk vervolgens op Volgende en herhaal dit voor de eindtijd.

C. Voer de I/KH-verhouding in en druk vervolgens op Volgende.

Druk op Klaar en vervolgens op Opslaan wanneer u klaar bent met het wijzigen van de tijdsegmenten.

B. Gebruik de knop Omhoog/Omlaag om de duur van de insulineactie te wijzigen en druk vervolgens op Enter.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

21

Page 24: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Bolus

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEMDe functie Verlengde bolus gebruiken.Gebruik:Deze functie wordt het vaakst gebruikt bij vette en/of eiwitrijke maaltijden, zoals pizza, burgers of gefrituurd eten wanneer de vertering van koolhydraten vertraagd kan worden.

Belangrijke herinneringen:

Verlengde bolus en tijdelijke basaal moeten worden geselecteerd in % of E/u onder Systeeminstelling > Bolus/basaal/berekeningen. Elk voorbeeld wordt weergegeven met de PDM ingesteld op %.Zodra u een verlengde bolus of tijdelijke basaal hebt ingesteld, kunt u die annuleren via Home-scherm > Onderbreken/annuleren.

Kelly L.

SINDS 2014

1. Selecteer in het scherm Home Bolus.

2. Controleer of voer handmatig uw huidige bloedglucose in en druk vervolgens op Ja.

3. Druk op Ja. (Alleen maaltijdbolussen kunnen worden verlengd.)

8. Bij een laatste bevestiging wordt de volledige uitsplitsing van de verlengde bolus weergegeven. Druk op Bevest.

Correctiebolussen worden altijd "Nu" toegediend en kunnen niet worden verlengd met de maaltijdbolus.

5. Een voorgestelde bolus verschijnt op het scherm. Druk op Verleng..

6. Voer de hoeveelheid maaltijdbolus die nu moet worden toegediend, in en druk op Enter.

7. Voer de tijdsduur waarmee uw bolus moet worden verlengd, in en druk op Enter.

4. Voer het aantal gram koolhydraten in dat u wilt gaat eten, en druk vervolgens op Enter.

WAARSCHUWING:Wanneer u de functie voor een verlengde bolus gebruikt, moet u uw bloedglucosespiegels vaker meten om hypo- of hyperglykemie te voorkomen.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

22

Page 25: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

GE

AVAN

CE

ER

DE FU

NC

TIES

2. Voer het gewijzigde % of E/u in voor de tijdelijke basaal en druk vervolgens op Enter.

3. Selecteer [nieuw toevoegen] en druk vervolgens op Nieuw.

7. Druk op Opslaan.

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Basaal

Een tijdelijke basaalsnelheid instellen.Gebruik: Met een tijdelijke basaalsnelheid kunt u uw achtergrondinsuline gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur aanpassen. Deze functie kunt u het best gebruiken om een tijdelijke verandering in uw dagelijkse routine, zoals fysieke activiteit of momenten van ziekte, op te vangen. Tijdelijke basaalsnelheden kunnen worden ingesteld voor 30 minuten tot 12 uur; zodra de tijdslimiet is bereikt, keert de Pod terug naar het actieve basaalprogramma.

Meer basaalprogramma's aanmaken.Gebruik: Overleg eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u meer basaalprogramma's aanmaakt. Verschillende basaalprogramma's worden veel gebruikt voor volledige dagen met uw dagelijkse bezigheden (bijv. weekenden vs. werkdagen).

Belangrijke herinneringen:

Om uw nieuwe basaalprogramma in te schakelen, moet u eerst uw insulinepomp onderbreken. Ga vervolgens naar Instellingen > Basaalprogramma's. Selecteer het nieuwe programma dat u net hebt aangemaakt, druk op Activ. om het nieuwe programma te bekijken en te bevestigen, en druk vervolgens op Activ. om het programma naar de Pod te sturen.

1. Selecteer in het scherm Home Tijd. bas. snelh.

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

2. Selecteer Basaalprogramma’s.

6. Druk op Nieuw als u meer basaalsegmenten hebt; anders drukt u op Klaar.

3. Voer de duur in voor de tijdelijke basaal in stappen van 30 minuten en druk vervolgens op Enter.

4. U kunt de naam van uw selectie wijzigen of de standaardnaam (bijvoorbeeld, "basaal 2") wijzigen. Druk op Volgende.

4. Een samenvatting van de gegevens over uw tijdelijke basaal verschijnt ter controle op het scherm. Druk op Bevest.

5. Voer de eerste nieuwe basaalsnelheid in die uw diabetesverzorger heeft aangegeven, en druk vervolgens op Volgende.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

23

Page 26: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEMDe vooringestelde tijdelijke basaal gebruiken.Gebruik: Die wordt bij voorkeur gebruikt voor "tijdelijke" dagelijkse activiteiten, zoals een fitnessles die twee keer per week plaatsvindt. De PDM kan maximaal 7 vooringestelde tijdelijke basalen opslaan. U kunt uw vooringestelde tijdelijke basalen openen wanneer u Tijd. bas. snelh. in uw Home-scherm selecteert.

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Voorinstellingen

Belangrijke herinneringen:

Voorinstellingen zijn een snelle manier om veel van uw Pod-acties af te ronden. Als u merkt dat u dezelfde etenswaren eet of dezelfde tijdelijke basaalsnelheden instelt, kunnen voorinstellingen u echt tijd besparen.Bij elke voorinstelling hebt u de optie om de naam van uw gegevens te wijzigen voor een persoonlijk tintje.

Frank C.

VOORDAT HIJ KON LOPEN

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

5. Behoud de standaardnaam of wijzig de naam, in bijvoorbeeld Oefening. Druk op Opslaan.

2. Selecteer Voorinstellingen.

3. Selecteer Vooringestelde tijdelijke basalen.

6. Als de tijdelijke basalen zijn ingesteld als percentages (%), selecteert u Verhogen of Verlagen om aan te geven of met deze voorinstelling meer of minder insuline wordt toegediend dan met het actieve basaalprogramma.

Gebruik de knop Omhoog/Omlaag om het gewenste gewijzigde % of E/u voor de vooringestelde tijdelijke basaal in te stellen. Druk op Volgende.

4. Selecteer [nieuw toevoegen] en druk vervolgens op Nieuw.

7. Voer de duur van de vooringestelde tijdelijke basaal in en druk vervolgens op Volgende.

8. Een samenvatting van de vooringestelde tijdelijke basaal die u net hebt aangemaakt, verschijnt op het scherm. Druk op Opslaan.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

24

Page 27: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

GE

AVAN

CE

ER

DE FU

NC

TIES

De vooringestelde koolhydraten gebruiken.Gebruik:Deze wordt bij voorkeur gebruikt om favoriete etenswaren, snacks of maaltijden die u vaak eet, te openen. U kunt dan uw vooringestelde koolhydraten tijdens de berekening van de bolus openen.

De vooringestelde bolussen gebruiken.Gebruik: Vooringestelde bolussen kunnen alleen worden gebruikt als de boluscalculator UIT staat. Deze functie is het best voor mensen die vaste bolushoeveelheden bij hun maaltijden gebruiken. U kunt uw vooringestelde bolus openen wanneer u Bolus in uw Home-scherm selecteert.

GEAVANCEERDE FUNCTIES OMNIPOD®-SYSTEEM | Voorinstellingen

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

1. Selecteer op het scherm Home Instellingen.

2. Selecteer Voorinstellingen.

2. Selecteer Voorinstellingen.

3. Selecteer Vooringestelde KH.

3. Selecteer Vooringestelde bolus.

4. Selecteer Favorieten, Snacks of Maaltijden.

4. Selecteer [nieuw toevoegen] en druk vervolgens op Nieuw.

5. Behoud de standaardnaam of wijzig de naam. Druk op Volgende.

5. Behoud de standaardnaam of wijzig de naam. Druk op Volgende.

6. Voer het aantal koolhydraten in grammen in, extra voedingsinformatie is optioneel en druk vervolgens op Volgende.

6. Voer de hoeveelheid vooringestelde bolus in en druk vervolgens op Volgende.

7. Een samenvatting van de vooringestelde bolussen die u net hebt aangemaakt, verschijnt op het scherm. Druk op Opslaan.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

25

Page 28: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

PROBLEEMOPLOSSING | Hypoglykemie

PROBLEEMOPLOSSING

Hypoglykemie.Bloedglucose (BG)-waarde van minder dan 70 mg/dl / 3,9 mmol/l of ≤ 80 mg/dl / 4,5 mmol/l met symptomen.

Volg altijd de aanbevelingen van uw diabeteszorgverlener op bij de behandeling van hypoglykemie, waaronder de beste aanpak van ziekteverlofdagen en noodgevallen.

Laat iemand met hypoglykemie nooit alleen achter!

Tips voor het oplossen van problemen.

Controleer PDM-instellingen. + Is het juiste basaalprogramma actief?

+ Is de PDM-tijd goed ingesteld?

+ Is de tijdelijke basaal (indien actief) juist?

+ Zijn de beoogde bloedglucosespiegels juist?

+ Is de insulinegevoeligheidsfactor (of correctiefactor) juist?

+ Is de verhouding insuline/KH juist?

Vraag uw diabeteszorgverlener om advies bij het aanpassen van instellingen op uw PDM.

Controleer recente activiteit.Lichamelijke activiteit

+ Hebt u ongebruikelijk lang of intensief getraind?

+ Bent u lichamelijk ongewoon actief? (bijv. extra wandelen, huishoudelijk werk, zware of herhalende taken, optillen of dragen?)

+ Hebt u een lagere tijdelijke basaal tijdens deze activiteit gebruikt?

+ Hebt u koolhydraten gegeten tijdens en/of na activiteit?

Maaltijden/snacks

+ Hebt u de koolhydraten goed geteld, en substantiële vezels afgetrokken?

+ Hebt u de bolus tijdens het eten genomen?

+ Hebt u alcohol gedronken?

Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Omnipod®-systeem voor meer informatie.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN:Zorg dat uw bloedglucose minimaal 100 mg/dl / 5,5 mmol/l is als u veilig wilt autorijden en veilig gevaarlijke machines en apparatuur wilt bedienen. Ook als u uw BG niet kunt meten, dan nog mag u niet wachten met het behandelen van hypoglykemie. Voorkom hypoglykemie door uw BG vaker te meten.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

26

Page 29: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

PR

OB

LEE

MO

PLO

SS

ING

PROBLEEMOPLOSSING | Hyperglykemie

Hyperglykemie.Bloedglucose (BG)-waarde van 250 mg/dl / 13,9 mmol/l of hoger.

Volg altijd de aanbevelingen van uw diabeteszorgverlener op bij de behandeling van hyperglykemie, waaronder de beste aanpak van ziekteverlofdagen en noodgevallen.

Tips voor het oplossen van problemen.

Controleer PDM-instellingen.Statusscherm controleren

+ Laatste bolus: was de bolus te klein?

– Was de timing van de bolus juist?

– Hebt u de maaltijden met veel eiwitten of veel vet meegerekend?

+ Basaalprogramma: Wordt het juiste basaalprogramma uitgevoerd?

+ Tijdelijke basaal: Hebt u een tijdelijke basaal ingeschakeld die u had moeten uitschakelen?

Mijn gegevens controleren

+ Alarmgeschiedenis: Hebt u alarmen waarop u had moeten reageren, genegeerd of niet gehoord?

Pod controleren.Controleer uw canule via het kijkvenster.

+ Is de canule onder uw huid uit geglipt?

+ Zit er bloed in de canule?

+ Is er sprake van roodheid, drainage of andere tekenen van infectie rondom de canule?

Indien ja, moet u uw Pod vervangen. Als u een infectie vermoedt, neem dan contact op met uw diabeteszorgverlener.

Uw infusieplaats controleren

+ Is er sprake van roodheid of zwelling rondom de Pod en de kleefstrip?

+ Lekt er insuline uit uw infusieplaats of ruikt u insuline?

Indien ja, moet u uw Pod vervangen. Als u een infectie vermoedt, neem dan contact op met uw diabeteszorgverlener.

Uw kleefstrip controleren

+ Komt de kleefstrip van uw huid los?

+ Komt de Pod los van de kleefstrip?

Indien ja, en als de canule er nog goed in zit, kunt u de Pod of de kleefstrip vastplakken om verder losraken te voorkomen.

Als de canule niet langer onder uw huid zit, vervang uw Pod dan.

Uw insuline controleren

+ Is de gebruikte insuline verlopen?

+ Is de gebruikte insuline blootgesteld aan extreme temperaturen?

Indien ja, gebruik dan een nieuwe insulineflacon voor uw Pod.

WAARSCHUWING:De symptomen van hyperglykemie kunnen verwarrend zijn. Controleer altijd uw BG voordat u uw hyperglykemie gaat behandelen. Overleg met uw diabeteszorgverlener.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

27

Page 30: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

PROBLEEMOPLOSSING | Herinneringen en signalen aanpassen aan uw behoeften

HERINNERINGEN EN SIGNALEN AANPASSEN AAN UW BEHOEFTEN

Omgaan met de herinneringen van uw Omnipod®-systeem.Een herinnering is een kennisgeving die u op elk gewenst moment kunt uitzetten en naar behoefte kunt instellen. Uw Omnipod®-systeem heeft een aantal verschillende herinneringen:

+ BG-herinneringen (bloedglucose) Programmeer uw Persoonlijke Diabetesmanager (PDM) om u eraan te herinneren dat u telkens als u een bolusdosis toedient, uw bloedsuikerwaarde moet meten.

+ Bolusherinneringen Uw PDM kan u eraan herinneren als u geen maaltijdbolus binnen een specifieke tijdsperiode hebt toegediend.

+ Programmaherinneringen Uw Pod piept automatisch om u te laten weten dat een programma voor tijdelijke basaal en/of verlengde bolus wordt uitgevoerd.

+ Bevestigingsherinneringen Uw PDM is vooraf ingesteld om te piepen, zodat u weet wanneer bepaalde programma's zijn gestart of beëindigd, zoals:

– Bolustoediening – Verlengde bolus – Tijdelijke basaal

+ Aangepaste herinneringen Voer herinneringen in uw PDM in die moeten afgaan wanneer u dat wilt.

Omgaan met de signalen van uw Omnipod®-systeem.Een signaal is een melding die u naar behoefte kunt instellen. Er zitten 4 verschillende soorten signalen op uw Omnipod®-systeem:

+ Signalen voor de uiterste gebruiksdatum van de Pod Wanneer de levensduur van uw Pod bijna is verstreken (nog 72 uur te gaan), hoort u 3 minuten lang elke minuut 2 series pieptonen. Dit patroon herhaalt zich elke 15 minuten totdat u op OK op uw PDM drukt.

+ Signalen voor "Reservoir bijna leeg" Zo kunt u vervanging van uw Pod van tevoren plannen en ervoor zorgen dat u genoeg insuline hebt; uw Pod waarschuwt u wanneer uw insuline een bepaald niveau bereikt.

+ Signaal voor "Auto-uit" Programmeer uw PDM om u te waarschuwen dat de Pod binnen 1 tot 24 uur geen status heeft ontvangen.

+ Signalen voor bloedglucosemeter Als er een probleem is met uw bloedglucosemeter, teststrip, monster of resultaten, piept uw PDM en wordt er een foutberichtnummer weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie over het afhandelen van specifieke foutmeldingen, signalen en alarmen de gebruikershandleiding van uw Omnipod®-systeem.

WAARSCHUWING:+ De prioriteit van het signaal "Reservoir bijna leeg" wordt verhoogd naar een gevarenalarm "Leeg reservoir" als de insuline op is. Reageer dus meteen op een signaal

wanneer dit wordt afgegeven.+ De prioriteit van het signaal "Auto-uit" wordt verhoogd naar een gevarenalarm als het wordt genegeerd en leidt tot deactivering van uw actieve Pod. Reageer dus op

het signaal wanneer dit wordt afgegeven.

PDM-schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

28

Page 31: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

PR

OB

LEE

MO

PLO

SS

ING

PROBLEEMOPLOSSING | Herinneringen en signalen aanpassen aan uw behoeften

Herinneringen en signalen programmeren.Als u alle herinneringen en signalen behalve bolusherinneringen en aangepaste herinneringen wilt programmeren, volgt u deze eenvoudige stappen. Zie voor meer informatie over het programmeren van bolusherinneringen en aangepaste herinneringen hoofdstuk 6, De Persoonlijke Diabetesmanager gebruiken, van de gebruikershandleiding van uw Omnipod®-insulinetoedieningssysteem.

Signalen begrijpen.Omgaan met de signalen van uw Omnipod®-systeem.

Een alarm is een melding die u waarschuwt voor een ernstige of mogelijk ernstige situatie.

Wanneer er een alarm afgaat, toont uw PDM een melding met instructies voor wat u moet doen. Als u een alarm negeert, kan uw Pod worden gedeactiveerd, dus reageer direct op alarmen.

Er zijn twee soorten alarmen: waarschuwingsalarmen en gevarenalarmen.

Waarschuwingsalarmen

Waarschuwingsalarmen piepen afwisselend om u te laten weten dat er een situatie is die uw aandacht vergt.

Wanneer u een waarschuwingsalarm hoort, schakelt u uw PDM in om het statusscherm te zien. Er verschijnt een melding met een beschrijving van het alarm en instructies over wat u vervolgens moet doen.

Het is belangrijk dat u een waarschuwingsalarm zo snel mogelijk verhelpt. Als u te lang wacht met het verhelpen van het alarm, kan het overgaan in een gevarenalarm.

Gevarenalarmen

Gevarenalarmen hebben een continue toon om u te laten weten wanneer de Pod zich in een ernstige situatie bevindt of dat er iets mis is met de PDM.

Wanneer er een gevarenalarm afgaat, stopt de insulinetoediening. Om hyperglykemie te voorkomen, is het van groot belang dat u de instructies op uw PDM volgt om het probleem snel te verhelpen:

Stap 1: Druk op OK op uw PDM om het alarm uit te schakelen.

Stap 2: Deactiveer en verwijder uw huidige Pod.

Stap 3: Activeer en gebruik een nieuwe Pod.

1. Kies op het scherm Home Instellingen. Druk vervolgens op Select.

2. Kies Systeeminstelling en druk vervolgens op Select.

3. Kies Signalen/herinneringen en druk vervolgens op Select.

4. Kies de optie die u wilt instellen, en druk vervolgens op Select.

5. Kies de gewenste optie of stel de gewenste waarde in en druk vervolgens op Select. of Enter.

Zie voor meer informatie over alarmen en hoe u ze moet afhandelen hoofdstuk 9, Alarmen, kennisgevingen en andere berichten, van de gebruikershandleiding van uw Omnipod®-insulinetoedieningssysteem.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen doen.

29

Page 32: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

ALLES UIT UW PDM HALEN

Wat gebeurt er als...U weet al dat uw PDM het mogelijk maakt om zonder infuus te leven, en basale en bolusinsulinedoses op afstand en draadloos* via uw Pod toe te dienen. Maar soms zult u zich afvragen: "Waarom doet mijn PDM dat?"

Het Insulet Customer Service Team heeft alles al eens gehoord, en we hebben een top 3 gemaakt van zaken die Podders™ het vaakst vragen of er commentaar op leveren. Lees verder om te zien hoe u uw PDM zo optimaal mogelijk kunt gebruiken.

Uw PDM-batterij.De PDM heeft twee AAA alkalinebatterijen nodig om optimaal te kunnen werken. Als u een ander type batterij gebruikt, kan de levensduur van uw batterij daaronder lijden en de PDM uiteindelijk beschadigen. AAA-alkalinebatterijen zijn te koop bij de meeste apotheken, supermarkten of elektroshops.

Uw PDM neemt automatisch stappen om de levensduur van uw batterij maximaal te benutten als die bijna leeg is. U ziet eerst het signaal "Lege PDM-batterij" en vervolgens doet uw PDM het volgende:

+ De trillingswaarschuwing (indien ingesteld) wordt uitgeschakeld

+ De heldere modus wordt uitgeschakeld

+ Het lampje van de teststrippoort wordt uitgeschakeld

Nadat u de batterijen hebt vervangen, worden deze functies weer ingeschakeld.

PDM-communicatie.Een van de belangrijkste voordelen van het Omnipod®-systeem is de draadloze*, infuusloze communicatie tussen de PDM en de Pod. Dat betekent dat u uw PDM niet voortdurend bij u moet houden. Er zijn wel een paar acties waarvoor uw PDM en Pod dicht bij elkaar moeten liggen om te kunnen communiceren.

Hier volgen een paar manieren die u kunnen helpen bij die "interactie":

+ Wanneer u een Pod deactiveert, duurt het even voordat de Pod volledig is gedeactiveerd. Vaak ziet u dan het scherm "Een ogenblik geduld" terwijl uw Pod en PDM met elkaar communiceren. Wacht totdat de Pod volledig is gedeactiveerd voordat u een nieuwe Pod activeert.

+ Als u voor iemand zorgt en helpt een bolus toe te dienen (of de basaalsnelheid wijzigt), vergeet dan niet dat de PDM en Pod met elkaar moeten blijven communiceren totdat de bolus is bevestigd. Zorg ervoor dat u de Pod en de PDM dicht bij elkaar houdt (op een afstand kleiner dan 1,5 meter) totdat u het bevestigingsscherm ziet.

PROBLEEMOPLOSSING | Alles uit uw PDM halen

*Als u de PDM en Pod opstart, moeten die elkaar aanraken, hetzij in of buiten het bakje om ervoor te zorgen dat de apparaten tijdens het voorvullen met elkaar kunnen communiceren. Tijdens normaal gebruik mag de afstand tussen de PDM en Pod niet meer dan 1,5 meter zijn.

De hier getoonde waarden zijn alleen voor illustratieve doeleinden. De werkelijke schermen kunnen variëren op basis van de gebruikersinstellingen en het land. Overleg wel eerst met uw diabeteszorgverlener voordat u deze geavanceerde functies gaat gebruiken. Uw diabeteszorgverlener kan ook op uw situatie afgestemde aanbevelingen maken.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

30

Page 33: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

PR

OB

LEE

MO

PLO

SS

ING

De omgeving van uw PDM.Uw Pod kan overal heen waar u naartoe gaat, maar uw PDM heeft wat meer bescherming nodig. Als u onderstaande richtlijnen volgt, blijft uw PDM topprestaties leveren!

+ Uw Pod is waterdicht*, maar uw PDM niet; zorg er dus voor dat die droog blijft.

+ Net als alle elektronica moet uw PDM op een gemiddelde temperatuur gehouden worden. Vermijd opslag bij extreme hitte of kou (zoals in een hete auto of een koelkast).

+ Ook al heeft uw PDM een beperkte garantie van 4 jaar, jarenlange slijtage kan zijn tol eisen van uw PDM-scherm in de vorm van deuken en krasjes. U kunt helpen uw scherm en de behuizing van uw PDM heel te houden door die in uw opbergtas te bewaren.

Bel voor meer informatie op elk gewenst tijdstip uw plaatselijk Insulet Customer Service Team.

Uw PDM verzekeren.We raden u aan uw PDM te verzekeren. Uw PDM is weliswaar gedekt op grond van een beperkte garantie voor technische fouten, maar schade en breuken worden niet gedekt.

Tip: Ga na of uw PDM is gedekt door een van uw huidige verzekeringspolissen voordat u een aparte verzekering afsluit.

Nuttige tips van Podders™.Als Insule’s Customer Service Team helpen we onze klanten graag met het succesvol gebruiken van het Omnipod®-systeem, zodat ze hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen. Maar soms leren we van onze Podders™, die manieren ontdekken om hun succes met het Omnipod®-systeem nog te optimeren. Lees deze nuttige tips:

+ Maak met uw smartphone een foto van uw programma-instellingen en bewaar die. Zo hebt u, als u uw PDM niet regelmatig thuis downloadt, altijd uw instellingen bij de hand.

+ Wat gebeurt er als u uw PDM kwijtraakt? Gebruik uw telefoonnummer als uw ID, zodat een vinder hem gemakkelijk aan u kan terugbezorgen.

PROBLEEMOPLOSSING | Alles uit uw PDM halen

*De Pod is gedurende 60 minuten waterdicht (IPX8) tot een diepte van 7,6 meter.

Raadpleeg voor meer informatie over uw PDM de gebruikershandleiding van uw Omnipod®-insulinetoedieningssysteem.

31

Page 34: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

*IPX8: 7,6 meter gedurende 60 minuten voor de Pod. De PDM is niet waterdicht.

FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming.

PROBLEEMOPLOSSING | Reizen met uw Omnipod®-systeem

REIZEN MET UW OMNIPOD®-SYSTEEM

Op vakantie gaan met uw Omnipod®-systeem is gemakkelijk. Met de volgende informatie kunt u uw reis plannen.

Vakantiecontrolelijst.Medische benodigdheden en apparatuur

Verzegelde Pods: genoeg voor uw hele vakantie, inclusief reserve voor het geval dat Insulineflacons: zie hierboven (vergeet ze niet in een doorzichtige plastic tas te stoppen als u ze

meeneemt in uw handbagage) PDM Extra, nieuwe PDM-batterijen (AAA-alkalinebatterijen) Reserve-PDM Genoeg alcoholhoudende doekjes Reserve-insulinepennen (voor lang- en kortwerkende insuline) Insulinepatronen/-flacons voor uw reserve-insulinepennen Reserve-injectiespuiten of pennen/naalden Reservebloedglucosemeter (naast de meter in de PDM) Strips voor het testen van bloedglucose, voor beide meters Ketonentestapparaat en -strips Prikpen en naalden Glucosetabletten of een andere snelwerkende bron van koolhydraten Glucagonnoodset en schriftelijke instructies voor het toedienen van een injectie wanneer u bewusteloos bent

Documentatie

Reisbrief van uw diabeteszorgverlener (zie voorbeeld hieronder) over de medische benodigdheden en apparaten waarmee u moet reizen

Recepten voor alle medische benodigdheden die u meeneemt Lijst met uw meest recente Omnipod®-systeeminstellingen – basaalsnelheden/streefwaarde voor

BG/verhoudingen Reisverzekering Gegevens van contactpersoon bij noodgevallen

Overige

Als u naar een andere tijdzone reist, zorg er dan voor dat u uw basaalsnelheidsprofiel daarop afstemt. Vraag uw arts om advies.

Meer reisadvies.Uw Pod is waterdicht*, zodat u gewoon kunt gaan zwemmen en zelfs kunt duiken zonder uw insulinetoediening te verstoren. Vergeet niet om uw Pod naderhand met schoon water af te spoelen en rustig droog te deppen. U moet regelmatig controleren of de Pod nog stevig op zijn plaats vastzit.

Het is belangrijk om uw insuline te beschermen tegen extreme temperaturen die de doeltreffendheid ervan kunnen beïnvloeden. Vergeet niet om uw Pod buiten direct zonlicht te plaatsen en om sauna's, stoomcabines en jacuzzi's te vermijden.

32

Page 35: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

PR

OB

LEE

MO

PLO

SS

ING

Handtekening Datum

Naam diabeteszorgverlener

Adres

Postcode Telefoonnummer

Een reserve-PDM lenen voor uw vakantie.Voor uw gemoedsrust lenen we u graag een reserve-PDM om mee te nemen op vakantie voor het geval er iets met uw huidige gebeurt terwijl u op reis bent. Neem contact op met uw plaatselijk Insulet Customer Service Team om erachter te komen of er in uw land ook een vakantie-uitleenprogramma bestaat.

PROBLEEMOPLOSSING | Voorbeeld reisbrief

VOORBEELD REISBRIEFGeachte mevrouw, heer,

Hierbij bevestig ik dat [volledige naam invullen] , geboren op [geboortedatum invullen] een van insuline afhankelijke diabeet is en altijd een voorraad insuline en andere medische benodigdheden bij zich moet hebben, waaronder:

+ Pods van het Omnipod®-systeem en insulineflacons + PDM van het Omnipod®-systeem (plus reserve en extra AAA-batterijen) + Reserve-insulinepennen (plus insulinepatronen/-flacons) + Extra reserve-injectiespuiten of pennen/naalden + Bloedglucosemeter en teststrips + Ketonentestapparaat en -strips + Prikpen en naalden + Hypoglykemiebehandeling + Overige:

Met vriendelijke groet,

33

Page 36: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

OMNIPOD®-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA

OMNIPOD®- ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA

Het Omnipod®-ondersteuningsprogramma is ontworpen om uw overstap naar het Omnipod®-systeem zo eenvoudig mogelijk te maken. Het programma biedt een scala aan waardevolle services waarmee u optimaal gebruik kunt maken van alle mogelijkheden van het Omnipod®-systeem.

Ga voor meer informatie over de afzonderlijke services en de beschikbaarheid daarvan in uw land naar myomnipod.com of bel uw plaatselijke Insulet Customer Service.

+ Pod-demokit Een gratis, niet-werkende* demo-Pod voor mensen die hem willen uitproberen.

+ Training voor het Omnipod®-systeem Beschikbaar voor alle nieuwe Podders™ – vraag ernaar bij uw diabeteszorgverlener.

+ Voorlichtings- en trainingsmaterialen Instructievideo's, informatiegidsen, probleemoplossing en tips, veel ondersteuning bij voorlichting en training die altijd beschikbaar is op myomnipod.com.

+ PDM-vakantie-uitleenprogramma Ondersteuning waar u ook ter wereld bent. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijk Insulet Customer Service Team.

+ Nabestelling van verbruiksmaterialen** Voor advies over nabestellingen van Pods en andere verbruiksmaterialen in uw land, neemt u contact op met uw plaatselijk Insulet Customer Service Team.

+ Het verwerkingsprogramma van Insulet Insulets verwerkingsprogramma biedt Podders™ een alternatieve manier om gebruikte Pods weg te gooien. Neem contact op met uw lokale Klantenzorgteam of huidige Omnipod®-systeemaanbieder voor meer informatie.

+ Insulet gaat samenwerking aan met Glooko® + diasend® Met Glooko + diasend®, hebben u en uw diabeteszorgverlener toegang tot al uw diabetesinformatie in één gebruiksvriendelijk platform. Met Glooko + diasend® kunt u uw bloedglucosepatronen bekijken op uw smartphone of pc, ontdekken welke invloed bepaalde activiteiten hebben op uw bloedglucose en uw diabetesgegevens eenvoudig delen met uw zorgverlener.

Belangrijke herinneringen:

Overleg altijd met uw diabeteszorgverlener welke opties voor de insulinepomp het meest geschikt zijn voor u en uw behoeften.

*alleen Pod-huls, geen automatische canule-activatie (plaatsing).**Nabestellingen van verbruiksmaterialen zijn niet in elk land mogelijk. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijk Insulet Customer Service Team.

Glooko® en diasend® zijn handelsmerken van Glooko, Inc. en worden gebruikt met toestemming.

34

Page 37: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

ON

DE

RS

TEU

NIN

GINSULET CUSTOMER SERVICE-TEAM

INSULET CUSTOMER SERVICE

Het is ons doel om uw leven gemakkelijker te maken. Wees gerust dat we altijd voor u klaar staan.De Insulet Customer Service Team is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar, zelfs als u in het buitenland bent, om u te helpen bij vragen over uw Omnipod®-systeem.

Of u met spoed technische hulp nodig hebt of advies over nabestellingen van Pods, ons professionele team is er om u te helpen. Bel gewoon!

*Gesprekken kunnen worden opgenomen voor kwaliteitsdoeleinden. Gesprekken naar 0800-nummers zijn vanaf vaste lijnen gratis, maar andere telefoonaanbieders kunnen voor deze gesprekken kosten in rekening brengen.

Land: Telefoonnummer*: E-mail:

Duitsland 0800 1821629 [email protected]

Nederland 0800 0229512 [email protected]

Oostenrijk 0800 281248 [email protected]

Verenigd Koninkrijk 0800 011 6132 [email protected]

Zwitserland 0800 897618 [email protected]

Bezoek onze website op myomnipod.com

35

Page 38: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

AANVULLENDE OPMERKINGEN

36

Page 39: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

Katie R.

SINDS 2015

TM

37

Page 40: EENVOUDIGE, ONONDERBROKEN INSULINETOEDIENING VOOR … · Wat is er anders aan het Omnipod®-systeem? Simpel. De meeste insulinepompen hebben een infuus. Het Omnipod®-systeem heeft

3 DAGEN* ONAFGEBRO-KEN INSULINE

lnsulet International Ltd. 1 King Street, 5th Floor, Hammersmith, W6 9HR Telefoon: 0800 011 6132

myomnipod.com

*Tot 72 uur ononderbroken insulinetoediening

Clare F.

SINDS 2013

TM

©2018 Insulet International Ltd. Omnipod, het Omnipod-logo en Podder zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Insulet Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en in diverse andere rechtsgebieden. Glooko® en diasend® zijn handelsmerken van Glooko, Inc. en worden gebruikt met toestemming. FreeStyle en gerelateerde merken zijn handelsmerken van Abbott Diabetes Care, Inc. in verschillende rechtsgebieden en worden gebruikt met toestemming. Alle overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Het gebruik van handelsmerken van derden vormt geen onderschrijving en duidt niet op een relatie of andere band. Alle rechten voorbehouden. NLD-40077-NLD MG/MM AW R1 04/18. 1 King Street, 5th Floor, Hammersmith, London, W6 9HR

INSU

LIN

ETO

EDIE

NIN

GSS

YSTE

EM