Een rechtsunie: van Parijs tot Lissabon · 2017-10-23 · wordt op 18 april 1951 in Parijs het...

h i s t o r i s c h e r e e

© E

uro

pes

e U

nie

© E

uro

pes

e U

nie

© E

uro

pes

e U

nie

Euro

pes

e U

ni

uro

pes

e U

n

Op 13 december 2007 in Lissabon bij de ondertekening van het Verdrag

Op 25 april 2005 in Luxemburg bij de ceremonie voor de ondertekening

van het Toetredingsverdrag van Roemenië en Bulgarije

© E

uro

pes

e U

nie

Op 25 maart 1957 in Rome bij de ceremonie voor de ondertekening

van het EEG- en het Euratom-Verdrag

© E

uro

pes

e U

nie

Op 18 april 1951 bij het Verdrag van Parijs wordt de EGKS opgericht: Paul Van Zeeland,

minister van Buitenlandse Zaken van België; Joseph Bech, minister van Buitenlandse

Zaken van Luxemburg; Joseph Meurice, minister van Buitenlandse Handel van België;

Carlo Sforza, minister van Buitenlandse Zaken van Italië; Robert Schuman, minister

van Buitenlandse Zaken van Frankrijk; Konrad Adenauer, Duit ondskanselier en

minister van Buitenlandse Zaken; Dirk Stikker, minister van Buitenlandse Zaken van

Nederland; Johannes van den Brink, Nederlands minister van Economische Zaken

© E

uro

pes

e U

nie

DE VERDRAGEN

VAN DE EUROPESE UNIE

EK

RT

ET

E M

OO

R

WE

RK

ING

TR

ED

ING

TIJD

PA

TIJD

PA

D E

N IN

W

DE EUROPESE UNIE

Toetredingsverdrag Kroatië, ondertekend op 9 december 2011

Ratificatie gaande

Verdrag van Lissabon, 1 december 2009

Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië, 1 januari 2007

Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa,

ondertekend, 29 oktober 2004

niet in werking getreden

Toetredingsverdrag van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland,

Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije,

1 mei 2004

Verdrag van Nice, 1 februari 2003

Verdrag van Amsterdam, 1 mei 1999

Toetredingsverdrag van Oostenrijk, Finland, Zweden, 1 januari 1995

Akte van wijziging van het Protocol betreffende

de statuten van de EIB:

Europees Investeringsfonds,

1 mei 1994

Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

1 november 1993

Europese Akte, 1 juli 1987

Toetredingsverdrag Spanje en Portugal,

1 januari 1986

Verdrag betreffende Groenland, 1 januari 1985

Toetredingsverdrag Griekenland, 1 januari 1981

Verdrag tot wijziging van het Protocol betreffende

de statuten van de Europese

Investeringsbank (EIB): wijziging

van de rekeneenheid; omzettingsmethode,

1 oktober 1977

Verdrag houdende wijziging

van een aantal financiële bepalingen,

1 juni 1977

Toetredingsverdrag Denemarken,

Ierland en Verenigd Koninkrijk,

1 januari 1973

Verdrag houdende wijziging

van een aantal budgettaire bepalingen:

„Eigen middelen”,

1 januari 1971

Verdrag inzake de fusie van de uitvoerende organen,

1 juli 1967

Verdrag over de Nederlandse Antillen,

1 oktober 1964

Overeenkomst betreffende bepaalde

gemeenschappelijke instellingen:

Gemeenschappelijke Vergadering, Hof van Justitie,

Economisch en Sociaal Comité,

1 januari 1958

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

voor Atoomenergie (EGA),

1 januari 1958

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EEG),

1 januari 1958

Verdrag voor de oprichting van de Europese

Defensiegemeenschap, ondertekend,

27 mei 1952


Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

voor Kolen en Staal (EGKS),

23 juli 1952

verstreken op 23 juli 2002

© Europ

ese Unie, 2011 —

ISBN 978-92-824-3473-4 —

doi:10.2860/25490 —

QC-32-11-757-N

L-P

wwwwwwww.consiliuuum.euroropa.eeueuwww.wwwwwwwww.www.www.www.wwwwwww.www.wwwww.w.consconsconsconscononsconssconsconsconconsconsconscon iliuiliuiliuiliiliuiliuiliuiliuiliuiliuiliuiliuiui m.eum.eueum.eum.eueum.eum.eum.em.eum.eum.m.eum.eum eeuroroparoparoparopaoparopaparopaaparoroproparoparopaopaaapa.eueueu.eu.eu.eueuueueu.eu.e.euueu.eu.

Lissabon: 13 december 2007

Nice: 26 februari 2001

Amsterdam: 2 oktober 1997

Maastricht: 7 februari 1992

Europese Akte: 17 en 28 februari 1986

Rome: 25 maart 1957

tussen de Europese volkeren

Parijs: 18 april 1951

201201201201111111111111

595595955595111119199199199De UniDe Unie e berusberusttberusberust de op de op ttVerdVerdrageragenn rdt. Er wEr wordo. EEover over ldondeonderhanrha deldddragerag ngeg n

en zij worden en zij wordend ondertekend dooror de d

vertvert van de tegtegenwoorenwoo digersd v lidstaten

j j, nn tificeerdgeratificeerd door oor dede d nation nale

parlparrlerlementemen nng nw

en oedgekeurdgoevan dners door het Europees Parlemrlemententti e

1951-2011: 60 JAAR

RECHTSUNIE

Een steeds hechter verbond

bse

Een rechtsunie: van Parijs tot Lissabon

Historische ontwikkeling van de Verdragen van de Europese Unie

MAART 2012

SEC

RET

AR

IA

AT-G

EN

ER

AA

L V

AN

DE R

AA

DSER

IE „

AR

CH

IEF”

NL

CONSILIUM

NL.indd 1 28/06/12 15:53

http://www.wwwwwwwww.wwwwwww.wwwww.w.consconsconsconsconons

Noot

Deze brochure is door het secretariaat-generaal van de Raad samengesteld en dient enkel

ter informatie.

Voor nadere gegevens over de Europese Raad en over de Raad kunt u de volgende websites

raadplegen:

www.european-council.europa.eu

www.consilium.europa.eu

of kunt u zich wenden tot de dienst Voorlichting van het publiek van het secretariaat-

generaal van de Raad op het volgende adres:

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Tel. +32 22815650

Fax +32 22814977

www.consilium.europa.eu/infopublic

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver

(http://europa.eu).

Catalografi sche gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2012

ISBN 978-92-824-3517-5

doi:10.2860/89632

© Europese Unie, 2012

Overneming met bronvermelding toegestaan.

Printed in Belgium

Gedrukt op elementair chloorvrij gebleekt papier (ECF)

NL.indd 2 28/06/12 15:54

http://www.european-council.europa.eu

http://www.consilium.europa.eu

http://www.consilium.europa.eu/infopublic

http://europa.eu


Historische ontwikkeling van de Verdragen

van de Europese Unie

kg205052_NL_inside_b.indd 1 29/06/12 10:51

3

Inhoud

Woord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

De jaren vijft ig en zestig: van de Oprichtingsverdragen tot de Fusieverdragen. . . . . . . . . . 6

De jaren zeventig: fi nanciële en institutionele verdragen; eerste Toetredingsverdrag . . . 10

De jaren tachtig: Europese Akte en Toetredingsverdragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

De jaren negentig: Verdrag betreff ende de Europese Unie en Toetredingsverdragen . . . 14

De Verdragen van de 21e eeuw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Van Parijs tot Lissabon: chronologie van de Verdragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21


4

Woord vooraf

Deze brochure schetst aan de hand van de Verdragen de wordingsgeschiedenis van de Euro-

pese constructie. Zij vormt een aanvulling op de poster uit de historische reeks (archief): „De

Verdragen van de Europese Unie”.

De brochure is bedoeld voor de academische wereld, voor onderzoekers, maar ook voor

eenieder die bijzondere belangstelling heeft voor de geschiedenis van de Europese integratie.

Zij bevat tevens een chronologisch overzicht van de Verdragen.

De volledige tekst van de Verdragen is te raadplegen op de website: http://eur-lex.europa.eu.

Desgewenst kunt u ons per e-mail opmerkingen of voorstellen doen toekomen:

[email protected].


http://eur-lex.europa.eu

mailto:[email protected]

5

Inleiding

De Verdragen vormen de grondslag van de Europese Unie (EU). Zij komen tot stand door

onderhandelingen tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, en wor-

den in onderlinge overeenstemming aangenomen. Ze worden door de lidstaten ondertekend

en overeenkomstig hun respectieve grondwettelijke bepalingen bekrachtigd. Pas als elke fase

in dit proces met succes is voltooid, treden zij in werking.

De historische evolutie van deze Verdragen laat zien:

� hoe de Unie zich ontwikkeld heeft als een economische en politieke gemeenschap die

zich op steeds meer en steeds complexere domeinen manifesteert;

� hoe de lidstaten in elke fase hebben gereageerd op nieuwe interne en externe uitdagin-

gen; en

� hoe de Unie zich geleidelijk heeft ontwikkeld tot een verbond van volkeren en staten die

het recht als fundamentele waarde en aspiratie hebben gekozen.


6

De jaren vijftig en zestig: van de Oprichtingsverdragen

tot de Fusieverdragen

Als gevolg van de Verklaring van Robert Schuman op 9 mei 1950, waarin het gemeenschap-

pelijk beheer van de Franse en de Duitse steenkool- en staalproductie als doel wordt gesteld,

wordt op 18 april 1951 in Parijs het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

voor Kolen en Staal (EGKS) ondertekend. Na bekrachtiging door België, de Bondsrepubliek

Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland („de Zes”) treedt het Verdrag in werking

op 23 juli 1952, met een looptijd van vijft ig jaar. De termijn verstrijkt dus op 22 juli 2002.

Dit eerste Verdrag heeft als onmiddellijk doel de vorming van een gemeenschappelijke markt

voor kolen en staal, grondstoff en die in die periode van strategisch belang zijn. Beoogd wordt

voorts de grondslagen te leggen voor een economische, en later geleidelijk een politieke

gemeenschap. Het Verdrag voorziet in de oprichting van een Hoge Autoriteit, een gemeen-

schappelijke Vergadering, een speciale Raad van ministers, en een Hof van Justitie; het bevat

de kiemen van het huidige institutionele bestel van de Europese Unie.

Kort na het ontstaan van de EGKS wordt door Frankrijk een plan voor supranationale militaire

integratie gepresenteerd. Aldus wordt op 27 mei 1952 door de zes leden van de EGKS een

Verdrag voor de oprichting van de Europese Defensiegemeenschap (EDG) ondertekend.

Het voorziet in de vorming van een Europees leger. De tekst wordt echter niet bekrachtigd

door de Franse Assemblée nationale, die op 30 augustus 1954 de behandeling voor onbepaalde

tijd uitstelt. Het EDG-Verdrag treedt dus niet in werking. Dit gaat gepaard met de intrekking

van het ontwerp van Verdrag tot oprichting van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG),

dat aan het EDG-Verdrag is gekoppeld. Het EPG-Verdrag, dat door de ad-hocvergadering

van de EGKS was opgesteld, was op 10 maart 1953 aan de vertegenwoordigers van de rege-

ringen van de Zes voorgelegd.


7

Door de mislukking van de Europese Defensiegemeenschap (EDG) verschuift het zwaarte-

punt van de Europese constructie naar de economie. Na de conferentie van Messina op 1 en

2 juni 1955 wordt een comité ingesteld onder voorzitterschap van de Belgische minister van

Buitenlandse Zaken, Paul-Henri Spaak, dat een model van een Europese gemeenschappe-

lijke markt moet ontwerpen. Het comité redigeert twee teksten, bekend als de „Verdragen

van Rome”, alwaar zij op 25 maart 1957 door de Zes worden ondertekend. Zij treden op

1 januari 1958 in werking.

Plechtige ondertekening van het EEG- en het Euratom-Verdrag

(Sala degli Orazi e Curazi, Capitool, Rome, 25 maart 1957)

Bij het eerste Verdrag wordt de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. De

beginselen van het EGKS-Verdrag worden daarin uitgebreid tot nieuwe domeinen. Zo voor-

ziet het EEG-Verdrag in de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt op grond

van vrij verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal, en van een douane-unie, en in

de invoering van gemeenschappelijk beleid, bijvoorbeeld op landbouw- en op handelsgebied.

Het Verdrag wil via economische doelstellingen bijdragen tot de opbouw van een politiek

© E

uro

pes

e U

nie


8

Europa. De ondertekenende staten zijn bijgevolg „vastberaden, de grondslagen te leggen voor

een steeds hechter verbond tussen de Europese volkeren” (preambule van het EEG-Verdrag).

Het tweede Verdrag strekt tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomener-

gie (EGA of Euratom). De EGA heeft ten doel de onderzoeksprogramma’s inzake civiele

kernenergie te coördineren en te delen.

Italiaanse poster naar

aanleiding van de

ondertekening van de

Verdragen van Rome op

25 maart 1957©

Eu

rop

ese

Un

ie


9

Eveneens op 25 maart 1957 vindt de ondertekening plaats van de Overeenkomst betref-

fende bepaalde instellingen welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben. Bij deze

overeenkomst wordt één Vergadering, één Hof van Justitie en één Economisch en Sociaal

Comité voor EEG, EGA en EGKS ingesteld.

De in het EEG-Verdrag opgenomen regeling betreff ende de associatie van de landen en

gebieden overzee (1) wordt met betrekking tot aardolieproducten van toepassing verklaard

op de Nederlandse Antillen bij het Protocol betreff ende de Nederlandse Antillen, dat op

13 november 1962 wordt ondertekend en op 1 oktober 1964 in werking treedt.

Op 1 juli 1967, na de crisis van de lege stoel, waarin Frankrijk zich onthield van deelname

aan de Raadszittingen en de vergaderingen van de Raadsinstanties, treedt een van de eerste

grote institutionele veranderingen in werking: het Verdrag tot instelling van één Raad en

één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, beter bekend als

„het Verdrag inzake de fusie van de uitvoerende organen”, dat door de Zes op 8 april 1965 is

ondertekend. De drie Gemeenschappen beschikken nu samen over één Raad, één Commis-

sie en één begroting. In dit Verdrag wordt voorts een institutionele grondslag gegeven aan

het Comité van permanente vertegenwoordigers; artikel 4 bepaalt namelijk dat een comité,

bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten, tot taak heeft de werkzaam-

heden van de Raad voor te bereiden en de door de Raad verstrekte opdrachten uit te voeren.

(1) Bijlage IV bij het EEG-Verdrag: landen en gebieden overzee waarop toepasselijk zijn de bepalingen van

het vierde deel van het Verdrag.


10

De jaren zeventig: fi nanciële en institutionele verdragen;

eerste Toetredingsverdrag

In de jaren zeventig worden de institutionele hervormingen voortgezet en wordt een begin

gemaakt met fi nanciële hervormingen.

Ingevolge het besluit van de Raad van 21 april 1970, houdende vervanging van het stelsel

van fi nanciering van de Gemeenschappen uit bijdragen van de lidstaten door een stelsel van

autonome fi nanciering, worden twee Verdragen ondertekend:

� op 22 april 1970, het Verdrag van Luxemburg houdende wijziging van een aantal bud-

gettaire bepalingen. Het treedt in werking op 1 januari 1971. Het Europees Parlement

krijgt bepaalde bevoegdheden op begrotingsgebied en er komen twee categorieën eigen

middelen: de landbouwheffi ngen en de douanerechten (2);

� op 22 juli 1975, het Verdrag van Brussel houdende wijziging van een aantal fi nanciële

bepalingen. Het treedt op 1 juni 1977 in werking. Het Europees Parlement krijgt het

recht de begroting in haar geheel te verwerpen en de Commissie kwijting te verlenen

voor de uitvoering ervan. De Rekenkamer wordt ingesteld.

Deze twee Verdragen hebben het Verdrag van Rome gewijzigd; sindsdien delen de Raad en

het Europees Parlement de bevoegdheid op begrotingsgebied.

Het Verdrag houdende wijziging van het Protocol betreff ende de statuten van de Euro-

pese Investeringsbank van 10 juli 1975 wordt eveneens in Brussel ondertekend en treedt

op 1 oktober 1977 in werking. In verband met de internationale monetaire crisis is in dit

Verdrag bepaald dat de Raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank (EIB) de

omschrijving van de rekeneenheden en de methode van omrekening tussen de rekeneenheden

en de nationale valuta’s kan wijzigen.

(2) Besluit 70/243/EGKS, EEG, Euratom van de Raad betreff ende de vervanging van de fi nanciële bijdragen

door eigen middelen (21 april 1970).


11

Eveneens in de jaren zeventig, op 22 januari 1972, wordt het Verdrag betreff ende de toetre-

ding van het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Ierland tot de EEG en de EGA onder-

tekend, dat op 1 januari 1973 in werking treedt. De toetreding tot de EGKS krijgt bij besluit

van de Raad van 22 januari 1972 haar beslag. Inmiddels heeft Noorwegen zich na de negatieve

uitkomst van het referendum van 25 maart 1972 uit het toetredingsproces teruggetrokken (3).

(3) Besluit van de Raad van de EG van 1 januari 1973 houdende aanpassing van de documenten betreff ende

de toetreding van nieuwe lidstaten tot de EG.

Edward Heath ondertekent het Verdrag betreff ende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk

(Egmontpaleis, Brussel, 22 januari 1972)

© E

uro

pes

e U

nie


12

De jaren tachtig: Europese Akte en Toetredingsverdragen

Vanaf 1979 vinden er in Zuid-Europa regimewisselingen plaats. Om de herstelde democratie

in Griekenland te bestendigen en de Griekse economie te versterken, wordt op 28 mei 1979 in

Athene het Verdrag betreff ende de toetreding van Griekenland tot de Europese Gemeen-

schappen ondertekend. Het treedt in werking op 1 januari 1981. In hetzelfde verband wordt

op 12 juni 1985 in Madrid en Lissabon het Verdrag betreff ende de toetreding van Spanje

en Portugal ondertekend, dat op 1 januari 1986 in werking treedt. Het Europa van de Zes,

en vervolgens dat van de Negen en de Tien, is nu het Europa van de Twaalf geworden.

De Europese Akte, facsimile uit het archief van de Raad

© E

uro

pes

e U

nie


13

Naar aanleiding van het door de regering van Groenland op 23 februari 1982 gehouden

referendum wordt op 13 maart 1984 het Verdrag betreff ende Groenland ondertekend, op

grond waarvan Groenland aan de toepassing van de Gemeenschapsverdragen wordt ont-

trokken en onder de regeling voor de overzeese gebieden wordt gebracht.

Op 17 en 28 februari 1986, respectievelijk in Luxemburg en Den Haag, ondertekenen de

Twaalf de Europese Akte, die de Europese constructie een nieuwe politieke en economische

impuls moet geven. De Europese Akte wordt op 1 juli 1987 van kracht. In een toespraak voor

het Europees Parlement in februari 1987 worden de doelstellingen van dit Verdrag door de

toenmalige voorzitter van de Commissie, Jacques Delors, als volgt geschetst: „Met de Euro-

pese Akte gaan wij, kortom, de verplichting aan tegelijk een grote markt zonder grenzen te

verwezenlijken, meer economische en sociale samenhang te bewerkstelligen, een Europees

beleid inzake onderzoek en technologie tot stand te brengen, het Europees monetair stelsel

te versterken, de aanzet te geven tot een Europese sociale dimensie, en relevante maatregelen

op milieugebied te treff en.”

De Europese Akte houdt in dat vóór 1 januari 1993 een interne markt en vrij verkeer van

goederen, personen, diensten en kapitaal tot stand worden gebracht. De communautaire

bevoegdheden worden uitgebreid (milieu, onderzoek, technologische ontwikkeling), evenals

het aantal gevallen waarin de Raad bij gekwalifi ceerde meerderheid kan stemmen. De wetge-

vingsbevoegdheid van het Europees Parlement wordt door middel van de instemmings- en

de samenwerkingsprocedure versterkt. Voortaan zullen die bevoegdheid van het Europees

Parlement als medewetgever naast de Raad, tegelijk met het aantal gebieden waarop de Raad

bij gekwalifi ceerde meerderheid in plaats van met eenparigheid van stemmen besluit, gaan-

deweg met elk nieuw Verdrag groter worden.

In de Europese Akte wordt voor het eerst de Europese Raad vermeld. Tot slot bevat zij bepa-

lingen inzake Europese politieke samenwerking (EPS) — inzake het buitenlands beleid — die

losstaan van de bepalingen op communautair gebied.


14

De jaren negentig: Verdrag betreff ende de Europese Unie

en Toetredingsverdragen

Na twee intergouvernementele conferenties (IGC’s), die op 15 december 1990 in Rome waren

geopend, vindt op 7 februari 1992 in Maastricht de ondertekening van het Verdrag betref-

fende de Europese Unie plaats. Het treedt in werking op 1 november 1993.

Dit Verdrag vestigt een Europese Unie die op drie pijlers berust: de drie Europese Gemeen-

schappen (EG), het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), en de samen-

werking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (JBZ).

In het kader van de eerste pijler wordt de economische en monetaire unie opgezet. Het sluit-

stuk ervan is dat op 1 januari 2002 een eenheidsmunt, de euro, in omloop wordt gebracht.

De Gemeenschap krijgt meer bevoegdheden inzake milieu, onderzoek, industrie en het cohe-

siebeleid. Op wetgevingsgebied kan het Europees Parlement voortaan samen met de Raad

optreden volgens de medebeslissingsprocedure. De instemmings- en de samenwerkingspro-

cedure, evenals de stemming bij gekwalifi ceerde meerderheid in de Raad, worden uitgebreid

tot nieuwe gebieden. De in 1975 opgerichte Rekenkamer wordt de vijfde Europese instelling;

het Comité van de Regio’s wordt in het leven geroepen.

In de tweede pijler, het GBVB, worden de mechanismen en het acquis van de EPS onderge-

bracht en ontwikkeld, en worden de contouren van een gemeenschappelijk veiligheids- en

defensiebeleid geschetst.

De derde pijler van het Verdrag (JBZ) bevat bepalingen inzake de controles aan de buiten-

grenzen, bestrijding van het terrorisme, de oprichting van Europol, een gemeenschappelijk

asielbeleid, bestrijding van illegale immigratie, en justitiële samenwerking in strafzaken en

burgerlijke zaken.

Op 25 maart 1993 wordt de Akte houdende oprichting van het Europees Investeringsfonds

ondertekend, dat de economische groei moet bevorderen. Het treedt in werking op 1 mei 1994.


15

Het Verdrag betreff ende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden wordt op

24 juni 1994 in Korfoe ondertekend en treedt op 1 januari 1995 in werking. Evenals in 1972

ondertekent Noorwegen het Verdrag, dat andermaal, op 28 november 1994, bij referendum

wordt verworpen.

Groepsfoto, Europese Raad van Korfoe

(24 juni 1994)

Op 29 maart 1996 wordt in Turijn een nieuwe IGC geopend, ter herziening van de Verdragen

overeenkomstig artikel N van het Verdrag betreff ende de Europese Unie. Deze conferentie

leidt tot de ondertekening, op 2 oktober 1997, van het Verdrag van Amsterdam, dat op

1 mei 1999 in werking treedt. Het beoogt de vereiste aanpassing van de instellingen en van

de besluitvorming. Met dit Verdrag willen de lidstaten tevens de Unie dichter bij de burgers

brengen; hiertoe zijn voorschrift en inzake transparantie vastgelegd.

© E

uro

pes

e U

nie


16

Voorts krijgen de begrippen duurzame ontwikkeling en gelijke behandeling van man en

vrouw een prominente plaats, en worden eerbiediging van de mensenrechten, de democratie

en de rechtsstaat voorwaarden voor toetreding tot de EU.

De bevoegdheden van het Europees Parlement worden verder uitgebreid: de medebeslissings-

procedure is nu ook van toepassing op andere gebieden, en het Parlement kan de voordracht

voor de benoeming tot voorzitter van de Commissie goedkeuren of verwerpen. Daarnaast

wordt het GBVB versterkt door het instellen van het ambt van hoge vertegenwoordiger (4)

en door het aanhalen van de banden met de West-Europese Unie (WEU).

Het Schengenacquis (bestaande uit het op 14 juni 1985 ondertekende Akkoord van Schengen,

de Schengenovereenkomst van 19 juni 1990, en een aantal uitvoeringsmaatregelen) wordt

door middel van een protocol bij het Verdrag van Amsterdam een integrerend deel van de

EU. In dit acquis verloopt de samenwerking langs twee lijnen: harmonisatie van de controles

aan de buitengrenzen en hechtere en justitiële samenwerking. Er zal een ruimte van vrijheid,

veiligheid en recht tot stand worden gebracht. De voorschrift en inzake visa, asiel, immigratie

en justitiële samenwerking in burgerlijke zaken gaan over van de derde naar de eerste pijler,

en komen bijgevolg onder de communautaire methode te vallen.

Het Verdrag bepaalt ten slotte onder welke voorwaarden de lidstaten die dat wensen onder-

ling nauwere samenwerking kunnen aangaan.

(4) Bekleed door de secretaris-generaal van de Raad.


17

De Verdragen van de 21e eeuw

In een aan het Verdrag van Amsterdam gehechte verklaring luidt het dat de „versterking

[van de instellingen] een essentiële voorwaarde is voor het afsluiten van de eerstvolgende

toetredingsonderhandelingen”. Meteen bij de opening van de toetredingsonderhandelingen

met de kandidaat-lidstaten uit het oosten en het zuiden wordt in 1998 een nieuwe IGC ter

herziening van de Verdragen georganiseerd. Het Verdrag van Nice wordt op 26 februari 2001

ondertekend, en treedt in werking op 1 februari 2003. Met het oog op de uitbreiding van

de Unie tot 25 leden worden de institutionele bepalingen opnieuw aangepast. Het Verdrag

betreff ende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije,

Malta, Polen, Slovenië en Slowakije wordt op 16 april 2003 in Athene ondertekend. Het

treedt in werking op 1 mei 2004.

Groepsfoto ter gelegenheid van de ondertekening van het Verdrag van Nice

(Nice, 26 februari 2001)

Luidens een aan het Verdrag van Nice gehechte „Verklaring betreff ende de toekomst van de

Unie” zal in 2004 een IGC worden gehouden. Tijdens de Europese top van Laken in december

2001 wordt een Conventie over de toekomst van Europa bijeengeroepen, die een document moet

© E

uro

pes

e U

nie


18

Groepsfoto ter gelegenheid van de ondertekening van het Toetredingsverdrag

met Bulgarije en Roemenië (Luxemburg, 25 april 2005)

opstellen dat „een uitgangspunt [vormt] voor de besprekingen in de Intergouvernementele Con-

ferentie, die de uiteindelijke beslissingen zal nemen”. Door deze Conventie, voorgezeten door

Valéry Giscard d’Estaing, wordt een ontwerp van Verdrag tot vaststelling van een Grondwet

voor Europa opgesteld en gepresenteerd. In 2003 en 2004 onderhandelt een nieuwe IGC over

dit Verdrag, dat op 29 oktober 2004 in Rome wordt ondertekend. Eerdere Verdragen — met

uitzondering van het Euratom-Verdrag — worden ingetrokken en vervangen door één enkele,

als grondwet bedoelde tekst. Referenda op 29 mei 2005 in Frankrijk en 1 juni 2005 in Nederland

vallen echter negatief uit, waardoor het ratifi catieproces wordt afgebroken.

In de tussentijd wordt op 25 april 2005 in Luxemburg het Verdrag betreff ende de toetreding

van Bulgarije en Roemenië ondertekend. Het treedt in werking op 1 januari 2007.

Omdat het Constitutioneel Verdrag niet in werking is kunnen treden, worden in 2007 nieuwe

onderhandelingen ingeleid, die uitmonden in de ondertekening op 13 december 2007 en de

inwerkingtreding op 1 december 2009 van het Verdrag van Lissabon.

© E

uro

pes

e U

nie


19

Het Verdrag van Lissabon beoogt de institutionele effi ciëntie en het democratische karak-

ter van de Unie te versterken. De Unie berust nu op twee Verdragen: het Verdrag betref-

fende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreff ende de werking van de Europese

Unie (VWEU), dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vervangt. Het

Euratom-Verdrag, dat eveneens bij het Verdrag van Lissabon wordt gewijzigd, blijft voor

onbepaalde tijd bestaan (5).

De EU krijgt rechtspersoonlijkheid en er worden twee nieuwe instellingen opgericht: de

Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Raad, met een voorzitter die voor tweeënhalf

jaar wordt verkozen. De pijlerstructuur uit het Verdrag van Maastricht verdwijnt.

De stemregel in de Raad wordt gewijzigd, doordat het stelsel van de dubbele meerderheid

(van de lidstaten en van de bevolking) wordt ingevoerd. Medebeslissing wordt de gewone

wetgevingsprocedure, zodat de rol van het Europees Parlement als medewetgever naast de

Raad wordt versterkt. Het Verdrag bevat een reeks bepalingen die het democratische karakter

van de Unie moeten versterken. Deze geven niet alleen het Europees Parlement meer bevoegd-

heden, maar hebben ook betrekking op het inschakelen van de nationale parlementen bij de

besluitvorming en op participatie van de burger (bijvoorbeeld via het burgerinitiatief (6)).

Het Verdrag van Lissabon kent aan het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

dezelfde rechtskracht toe als aan de Verdragen.

Voor het eerst wordt bepaald dat een lidstaat zich uit de Unie kan terugtrekken: „Iedere

lidstaat kan overeenkomstig zijn grondwettelijke regels besluiten zich uit de Europese Unie

terug te trekken” (7).

Het Verdrag betreff ende de toetreding van Kroatië wordt op 9 december 2011 in Brussel

ondertekend. Het zal op 1 juli 2013 in werking treden (8).

Diverse wijzigingen van het Verdrag van Lissabon zijn momenteel in behandeling.

Wordt vervolgd…

(5) Het EGKS-Verdrag is op 23 juli 2002 verstreken.

(6) Artikel 11, lid 4, VEU.

(7) Artikel 50, lid 1, VEU.

(8) Op voorwaarde dat alle akten van bekrachtiging vóór die datum worden neergelegd.


20Poster „De Europese Unie — 1951-2011: 60 jaar rechtsunie”,

gepubliceerd in 2011, 60 jaar na de ondertekening van het eerste Verdrag (EGKS)0PoPoststerer „DeDe E Eururopopesesee UnUnieie — 1 1959511-20201111: 6060 j jaaaarr rerechchtstsuuniie”,,

n 2011, 60 jaar na de ondertekening van het eerste Verdrag (EGKS)gepubliceerd in

h i e v e nh i s t o r i s c h e r e e k s

© E

uro

pes

e U

nie

© E

uro

pes

e U

ni

Euro

pes

e U

ni

Euro

pes

e U

ni

©ee

Op 13 december 2007 in Lissabon bij de ondertekening van het Verdrag

Op 25 april 2005 in Luxemburg bij de ceremonie voor de ondertekening van het Toetredingsverdrag van Roemenië en Bulgarije

© E

uro

pes

e U

nie

Op 25 maart 1957 in Rome bij de ceremonie voor de ondertekening van het EEG- en het Euratom-Verdrag

© E

uro

pes

e U

nie

Op 18 april 1951 bij het Verdrag van Parijs wordt de EGKS opgericht: Paul Van Zeeland, minister van Buitenlandse Zaken van België; Joseph Bech, minister van Buitenlandse

Zaken van Luxemburg; Joseph Meurice, minister van Buitenlandse Handel van België; Carlo Sforza, minister van Buitenlandse Zaken van Italië; Robert Schuman, minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk; Konrad Adenauer, Duit ondskanselier en

minister van Buitenlandse Zaken; Dirk Stikker, minister van Buitenlandse Zaken van Nederland; Johannes van den Brink, Nederlands minister van Economische Zaken

© E

uro

pes

e U

nie

DE VERDRAGEN VAN DE EUROPESE UNIE

EK

RT

ET

E M

OO

WE

RK

ING

TR

ED

ING

TI

TIJDJD

PA

PA

D E

N IN

W

DE EUROPESE UNIE

Toetredingsverdrag Kroatië, ondertekend op 9 december 2011

Ratificatie gaande

Verdrag van Lissabon, 1 december 2009

Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië, 1 januari 2007

Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, ondertekend, 29 oktober 2004


Toetredingsverdrag van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije,

1 mei 2004

Verdrag van Nice, 1 februari 2003

Verdrag van Amsterdam, 1 mei 1999

Toetredingsverdrag van Oostenrijk, Finland, Zweden, 1 januari 1995

Akte van wijziging van het Protocol betreffende de statuten van de EIB:

Europees Investeringsfonds, 1 mei 1994

Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), 1 november 1993

Europese Akte, 1 juli 1987

Toetredingsverdrag Spanje en Portugal, 1 januari 1986

Verdrag betreffende Groenland, 1 januari 1985

Toetredingsverdrag Griekenland, 1 januari 1981

Verdrag tot wijziging van het Protocol betreffende de statuten van de Europese

Investeringsbank (EIB): wijziging van de rekeneenheid; omzettingsmethode,

1 oktober 1977

Verdrag houdende wijziging van een aantal financiële bepalingen,

1 juni 1977

Toetredingsverdrag Denemarken, Ierland en Verenigd Koninkrijk,

1 januari 1973

Verdrag houdende wijziging van een aantal budgettaire bepalingen:

„Eigen middelen”, 1 januari 1971

Verdrag inzake de fusie van de uitvoerende organen, 1 juli 1967

Verdrag over de Nederlandse Antillen, 1 oktober 1964

Overeenkomst betreffende bepaalde gemeenschappelijke instellingen:

Gemeenschappelijke Vergadering, Hof van Justitie, Economisch en Sociaal Comité,

1 januari 1958

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA),

1 januari 1958

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EEG), 1 januari 1958

Verdrag voor de oprichting van de Europese Defensiegemeenschap, ondertekend,

27 mei 1952 niet in werking getreden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS),

23 juli 1952 verstreken op 23 juli 2002

© Europ

ese Unie, 2011 —

ISBN 978-92-824-3473-4 —

doi:10.2860/25490 —

QC-32-11-757-N

L-Pwwww.consiliuuum.eurropa.eeuwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwwww.............ccccccccccccccccoooooooooooooonnnnnnnnnnnnnnsssssssssssssiiiiiiiiiiiiiillllllllllllliiiiiiiiiiiiiiuuuuuuuuuuuuuummmmmmmmmmmmmm.............eeeeeeeeeeeeeeeeuuuuuuuuuuuuuuurrrrrrrrrrrrrrrroooooooooooooooppppppppppppppppaaaaaaaaaaaaaaa...........eeeeeeeeeeeeeeeeuuuuuuuuuuuuuuu

Lissabon: 13 december 2007

Nice: 26 februari 2001

Amsterdam: 2 oktober 1997

Maastricht: 7 februari 1992

Europese Akte: 17 en 28 februari 1986

Rome: 25 maart 1957

tussen de Europese volkeren�

��

Parijs: 18 april 1951

�

2222000011111111111111111111

DeDe U Uninie e bb ttbbeerruusstt de oop p ddttVVeerrddrraaggeenn rdt. . ErEr w woro.. EE

ovoverer ldoonnddeerrhhandelgggg

en zij worden jd ondertekend doorr de dvevertrt van de ttegegenenwowoorrdid gers v lidstaten

jj, n ifi dgeratificeerd dooorr dede d nnationale

ppaarrrrlleemmeenntteenng

en oedgekeurdggo door het Europees Parrlleemmeenntt..tttt

1951-2011: 60 JAARRECHTSUNIE

Een steeds hechter verbond

bse



21

Van Parijs tot Lissabon: chronologie van de Verdragen

Ten geleide:

� Tenzij anders vermeld in de „Toelichting”, zijn de originele versies van de Verdragen

en van de nationale instrumenten van bekrachtiging neergelegd in de archieven van

de regering van de Italiaanse Republiek (ministerie van Buitenlandse Zaken, bureau

Diplomatieke Zaken).

� Daarnaast bevat de „Toelichting” ook informatie over de aard van het oprichtingsverdrag,

de eventuele toevoeging van bijlagen bij het verdrag, het verstrijken van een verdrag, een

nog niet ondertekend ontwerpverdrag, de niet-bekrachtiging van een verdrag, en de in

de Verdragen opgenomen uitzonderingen op de toepassing ervan.

� De nieuwe authentieke talen die er met de opeenvolgende toetredingen bij zijn gekomen,

zijn telkens vetgedrukt weergegeven.

� De data van bekrachtiging door de respectieve lidstaten komen overeen met de data

waarop de akten van bekrachtiging of toetreding zijn neergelegd.

� De vermelde ondertekenaars zijn de gevolmachtigde vertegenwoordigers van hun res-

pectieve landen.

� Nadere informatie is te vinden in het gegevensbestand van de dienst Akkoorden van de

Raad van de Europese Unie, op het volgende adres: http://www.consilium.europa.eu/

accords-recherche

� Dit chronologisch overzicht eindigt met het Verdrag van Lissabon. De daaropvolgende

Verdragen die thans worden besproken of worden bekrachtigd (9), zijn niet opgenomen.

Dit zal bij een volgende actualisering gebeuren.

� Aan het eind van deze brochure vindt u een lijst met de ISO-codes van alle offi ciële talen

van de Europese Unie.

(9) Bijvoorbeeld: het Verdrag betreff ende de toetreding van Kroatië, dat op 9 december 2011 te Brussel is

ondertekend.


http://www.consilium.europa.eu/

22

1Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

„Verdrag van Parijs”

Datum en plaats van ondertekening

18 april 1951, Salon de l’Horloge, Quai d’Orsay, Parijs, Frankrijk

Ondertekenaars

Konrad ADENAUER, bondskanselier en minister van Buitenlandse Zaken (DE)

Paul VAN ZEELAND, minister van Buitenlandse Zaken; Joseph MEURICE, minister van Buitenlandse Handel (BE)

Robert SCHUMAN, minister van Buitenlandse Zaken (FR)

Carlo SFORZA, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Joseph BECH, minister van Buitenlandse Zaken (LU)

Dirk STIKKER, minister van Buitenlandse Zaken; Jan VAN DEN BRINK, minister van Economische Zaken (NL)

Inwerkingtreding

23 juli 1952

Authentieke talen

FR

Toelichting

– Oprichtingsverdrag.

– Het Verdrag is verstreken op 23 juli 2002.

– De originele versies van het Verdrag en de nationale akten van bekrachtiging, alsmede de opeenvolgende

Toetredingsakten, zijn neergelegd in de archieven van de regering van de Franse Republiek.


23

2Verdrag tot oprichting van de Europese Defensiegemeenschap

„EDG-Verdrag”


27 mei 1952, Salon de l’Horloge, Quai d’Orsay, Parijs, Frankrijk

Ondertekenaars

Konrad ADENAUER, bondskanselier, minister van Buitenlandse Zaken (DE)

Paul VAN ZEELAND, minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Robert SCHUMAN, minister van Buitenlandse Zaken (FR)

Alcide DE GASPERI, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Joseph BECH, minister van Buitenlandse Zaken (LU)

Dirk STIKKER, minister van Buitenlandse Zaken (NL)

Inwerkingtreding

Niet in werking getreden

Authentieke talen

DE, FR, IT, NL

Toelichting

– De originele versies van het Verdrag en de nationale akten van bekrachtiging, alsmede de opeenvolgende

Toetredingsakten, zijn neergelegd in de archieven van de regering van de Franse Republiek.

– Het ontwerpverdrag tot oprichting van de Europese Defensiegemeenschap hing samen met het ontwerp

voor een Verdrag houdende het statuut van de Europese Politieke Gemeenschap, dat de ad-hocvergadering

van de EGKS op 10 maart 1953 had aangenomen (voorgelegd aan de ministers van Buitenlandse Zaken van

de EGKS op 9 maart 1953). Het ontwerpverdrag tot oprichting van een Europese Politieke Gemeenschap is

komen te vervallen als gevolg van de afwijzing van de Europese Defensiegemeenschap.


24

3 – 4 – 5Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap („EEG-Verdrag”)(10)

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

(„EGA-Verdrag” of „Euratom-Verdrag”) (11)

Overeenkomst betreff ende bepaalde instellingen welke de Europese Gemeenschappen

gemeen hebben


25 maart 1957, Sala dei Horatii e Curiatii, Capitool, Rome, Italië

Ondertekenaars

Paul-Henri SPAAK, minister van Buitenlandse Zaken; Jean-Charles SNOY ET D’OPPUERS, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, voorzitter van de Belgische delegatie bij de intergouvernementele conferentie (BE)

Konrad ADENAUER, bondskanselier; Walter HALLSTEIN, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (DE)

Christian PINEAU, minister van Buitenlandse Zaken; Maurice FAURE, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (FR)

Antonio SEGNI, voorzitter van de Raad van ministers; Gaetano MARTINO, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Joseph BECH, minister-president, minister van Buitenlandse Zaken; Lambert SCHAUS, ambassadeur, voorzitter van de Luxemburgse delegatie bij de intergouvernementele conferentie (LU)

Joseph LUNS, minister van Buitenlandse Zaken; Hans LINTHORST HOMAN, voorzitter van de Nederlandse delegatie bij de intergouvernementele conferentie (NL)

Inwerkingtreding

1 januari 1958

Authentieke talen

DE, FR, IT, NL

Toelichting

EEG en Euratom: Oprichtingsverdragen

(10) In tegenstelling tot de andere protocollen die aan het EEG-Verdrag zijn gehecht, is het Protocol betref-

fende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Economische Gemeenschap te Brussel

ondertekend, op 17 april 1957. Dit protocol is verschillende keren gewijzigd, niet alleen als gevolg van

de latere Verdragen, maar ook bij besluit van de Raad van 24 oktober 1988 tot instelling van een Gerecht

van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (PB L 319 van 25.11.1988).

(11) Het Protocol betreff ende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap voor

Atoomenergie, dat aan het Euratom-Verdrag is gehecht, is op 17 april 1957 te Brussel ondertekend.


25

6Overeenkomst van 13 november 1962 tot wijziging van het Verdrag

tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap teneinde de

bijzondere associatieregeling van het vierde deel van het Verdrag op de

Nederlandse Antillen van toepassing te doen zijn

„Overeenkomst Nederlandse Antillen”


13 november 1962, Brussel, België

Ondertekenaars

Henry FAYAT, adjunct-minister voor Buitenlandse Zaken (BE)

Rolf LAHR, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (DE)

Jean-Marc BOEGNER, ambassadeur, voorzitter van de Franse delegatie bij de conferentie (FR)

Carlo RUSSO, onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken (IT)

Eugène SCHAUS, vicepresident van de regering en minister van Buitenlandse Zaken (LU)

Hans VAN HOUTEN, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (NL)

Wim LAMPE, gevolmachtigd minister der Nederlandse Antillen

Inwerkingtreding en publicatie in het PB

1 oktober 1964

PB 150 van 1.10.1964

Authentieke talen

DE, FR, IT, NL

Toelichting

Bij deze overeenkomst wordt een „Protocol betreffende de invoer in de Europese Economische Gemeenschap

van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten” aan het EEG-Verdrag gehecht.


26

7Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de

Europese Gemeenschappen gemeen hebben

„Fusieverdrag” (12)


8 april 1965, Brussel, België

Ondertekenaars

Paul-Henri SPAAK, viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Kurt SCHMUECKER, minister van Economische Zaken (DE)

Maurice COUVE DE MURVILLE, minister van Buitenlandse Zaken (FR)

Amintore FANFANI, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Pierre WERNER, voorzitter van de regering en minister van Buitenlandse Zaken (LU)

Joseph LUNS, minister van Buitenlandse Zaken (NL)


1 juli 1967

PB 152 van 13.7.1967

Authentieke talen

DE, FR, IT, NL

(12) Het besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten betreff ende de voorlopige vestiging

van bepaalde instellingen en van bepaalde diensten der Gemeenschappen (PB 152 van 13.7.1967) is op

dezelfde dag ondertekend en op dezelfde dag in werking getreden als het Fusieverdrag.


27

8Verdrag houdende wijziging van een aantal budgettaire bepalingen

van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en

van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke

de Europese Gemeenschappen gemeen hebben

„Verdrag houdende wijziging van een aantal budgettaire bepalingen”


22 april 1970, Alcide de Gasperigebouw, Europees Parlement, Luxemburg, Luxemburg

Ondertekenaars

Pierre HARMEL, minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Walter SCHEEL, minister van Buitenlandse Zaken (DE)

Maurice SCHUMANN, minister van Buitenlandse Zaken (FR)

Aldo MORO, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Gaston THORN, minister van Buitenlandse Zaken en van Buitenlandse Handel (LU)

Hans DE KOSTER, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (NL)


1 januari 1971

PB L 2 van 2.1.1971

Authentieke talen

DE, FR, IT, NL


28

9Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken,

Ierland, het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van

Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de Europese Economische

Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

„Verdrag betreffende de toetreding van Denemarken,

Ierland en het Verenigd Koninkrijk tot de EEG en de EGA” (13)


22 januari 1972, Egmontpaleis, Brussel, België (14)

Ondertekenaars

Gaston EYSKENS, minister-president; Pierre HARMEL, minister van Buitenlandse Zaken; Jan VAN DER MEULEN,

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (BE)

Jens Otto KRAG, minister-president; Ivar NØRGAARD, minister van Buitenlandse Handel; Jens Otto

CHRISTENSEN, secretaris-generaal voor Buitenlandse Handel van het ministerie van Buitenlandse Zaken (DK)

Walter SCHEEL, minister van Buitenlandse Zaken; H.-G. SACHS, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger

bij de Europese Gemeenschappen (DE)

Maurice SCHUMANN, minister van Buitenlandse Zaken; Jean-Marc BOEGNER, ambassadeur, permanente

vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (FR)

Jack LYNCH, minister-president; Patrick HILLERY, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Emilio COLOMBO, minister-president; Aldo MORO, minister van Buitenlandse Zaken; Giorgio BOMBASSEI

FRASCANI DE VETTOR, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (IT)

Gaston THORN, minister van Buitenlandse Zaken; Jean DONDELINGER, ambassadeur, permanente

vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (LU)

(13) Wat de toetreding tot de EGKS betreft , wordt verwezen naar het besluit van de Raad van de Europese

Gemeenschappen van 22 januari 1972 inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland,

het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 73 van 27.3.1972) (Akten betreff ende de toetreding

tot de Europese Gemeenschappen van het Koninkrijk Denemarken, Ierland, het Koninkrijk Noorwegen

en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland).

(14) De niet-bekrachtiging van het Toetredingsverdrag door Noorwegen heeft ten aanzien van het Toe-

tredingsverdrag en de andere Toetredingsakten geleid tot een besluit van de Raad van de Europese

Gemeenschappen van 1 januari 1973 houdende aanpassing van de documenten betreff ende de toetreding

van nieuwe lidstaten tot de Europese Gemeenschappen (PB L 2 van 1.1.1973).


29

Norbert SCHMELZER, minister van Buitenlandse Zaken; Tjerk WESTERTERP, staatssecretaris van Buitenlandse

Zaken; Maan SASSEN, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (NL)

Trygve BRATTELI, minister-president; Andreas CAPPELEN, minister van Buitenlandse Zaken; Søren C.

SOMMERFELT, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur (Noorwegen)

Edward HEATH, M. B. E., M. P., minister-president, First Lord of the Treasury, minister van de Administratie;

Alec DOUGLAS-HOME, K. T., M. P., minister van Buitenlandse en Gemenebest-Zaken; Geoffrey RIPPON, Q. C.,

M. P., Chancellor of the Duchy of Lancaster (UK)


1 januari 1973

PB L 73 van 27.3.1972 (Akten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland, het

Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de Europese

Gemeenschappen)

Authentieke talen

DA, DE, EN, FR, GA, IT, NL

Toelichting

Op 25 september 1972 bij referendum verworpen in Noorwegen


30

10Verdrag houdende wijziging van een aantal bepalingen van het

Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank (15):

machtiging van de Raad van gouverneurs om de omschrijving van

de rekeneenheid en de methode van omrekening in nationale valuta

te wijzigen


10 juli 1975, Brussel, België

Ondertekenaars

Willy DE CLERCQ, minister van Financiën (BE)

Per HÆKKERUP, minister van Economische Zaken (DK)

Hans APEL, Bondsminister van Financiën (DE)

Jean-Pierre FOURCADE, minister van Economische Zaken en Financiën (FR)

Charles MURRAY, secretaris-generaal, departement van Financiën van Ierland (IE)

Emilio COLOMBO, minister van de Schatkist (IT)

Jean DONDELINGER, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de

Europese Gemeenschappen (LU)

Laurens J. BRINKHORST, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (NL)

Michael PALLISER, KCMG, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij

de Europese Gemeenschappen (UK)


1 oktober 1977

PB L 91 van 6.4.1978

Authentieke talen


(15) Het Protocol betreff ende de statuten van de Europese Investeringsbank is aan het EEG-Verdrag gehecht.


31

11Verdrag houdende wijziging van een aantal financiële bepalingen

van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en

van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke

de Europese Gemeenschappen gemeen hebben (16)

„Verdrag houdende wijziging van een aantal financiële bepalingen”


22 juli 1975, Brussel, België

Ondertekenaars

Renaat VAN ELSLANDE, minister van Buitenlandse Zaken en van Ontwikkelingssamenwerking (BE)

Niels ERSBØLL, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de

Europese Gemeenschappen (DK)

Hans-Dietrich GENSCHER, Bondsminister van Buitenlandse Zaken (DE)

Jean-Marie SOUTOU, ambassadeur van Frankrijk, permanente vertegenwoordiger bij de Europese

Gemeenschappen (FR)

Garret FITZGERALD, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Mariano RUMOR, minister van Buitenlandse Zaken, fungerend voorzitter van de Raad der Europese Gemeenschappen (IT)

Jean DONDELINGER, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de

Europese Gemeenschappen (LU)

Laurens J. BRINKHORST, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (NL)

Michael PALLISER, KCMG, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij

de Europese Gemeenschappen (UK)


1 juni 1977

PB L 359 van 31.12.1977

Authentieke talen


(16) Het besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 5 april 1977 betreff ende de

voorlopige vestiging van de Rekenkamer (PB L 104 van 28 april 1977) is op 5 april 1977 ondertekend

en op 1 juni 1977 in werking getreden.


32

12Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de

Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse

Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der

Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-

Ierland (lidstaten der Europese Gemeenschappen) en de Helleense

Republiek betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot

de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap

voor Atoomenergie

„Verdrag betreffende de toetreding van Griekenland” (17)


28 mei 1979, Zappeionpaleis, Athene, Griekenland

Ondertekenaars

Wilfried MARTENS, minister-president, Henri SIMONET, minister van Buitenlandse Zaken, Joseph VAN DER

MEULEN, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (BE)

Niels Anker KOFOED, minister van Landbouw, Gunnar RIBERHOLDT, ambassadeur, permanente

vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (DK)

Hans-Dietrich GENSCHER, Bondsminister van Buitenlandse Zaken, Helmut SIGRIST, ambassadeur, permanente

vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (DE)

Konstantinos KARAMANLIS, minister-president, Georgios RALLIS, minister van Buitenlandse Zaken, Georgios

CONTOGEORGIS, minister zonder portefeuille, belast met de betrekkingen met de Europese Gemeenschappen (EL)

Jean FRANÇOIS-PONCET, minister van Buitenlandse Zaken, Pierre BERNARD-REYMOND, staatssecretaris van

Buitenlandse Zaken, Luc DE LA BARRE DE NANTEUIL, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de

Europese Gemeenschappen (FR)

Jack LYNCH, minister-president, Michael O’KENNEDY, minister van Buitenlandse Zaken, Brendan DILLON,

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (IE)


Gemeenschappen van 24 mei 1979 inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese

Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 291 van 19.11.1979) (Documenten betreff ende de toetreding

van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen).


33

Giulio ANDREOTTI, voorzitter van de Ministerraad, Adolfo BATTAGLIA, adjunct-staatssecretaris van

Buitenlandse Zaken, Eugenio PLAJA, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese

Gemeenschappen (IT)

Gaston THORN, minister-president, minister van Buitenlandse Zaken, Jean DONDELINGER, ambassadeur,

permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (LU)

Chris VAN DER KLAAUW, minister van Buitenlandse Zaken, Jan LUBBERS, ambassadeur, permanente

vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (NL)

Peter CARRINGTON, minister van Buitenlandse en Gemenebest-Zaken, Donald MAITLAND, ambassadeur,

permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (UK)


1.1.1981

PB L 291 van 19.11.1979 (Documenten betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese

Gemeenschappen)

Authentieke talen

DA, DE, EL, EN, FR, GA, IT, NL


34

13Verdrag houdende wijziging van de Verdragen tot oprichting van

de Europese Gemeenschappen voor wat Groenland betreft

„Verdrag betreffende Groenland”


13 maart 1984, Brussel, België

Ondertekenaars

Leo TINDEMANS, minister voor Buitenlandse Betrekkingen van het Koninkrijk België (BE)

Uffe ELLEMANN-JENSEN, minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken; Gunnar RIBERHOLDT,

buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Denemarken (DK)

Hans-Dietrich GENSCHER, minister van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland (DE)

Theodoros PANGALOS, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van de Helleense Republiek (EL)

Roland DUMAS, minister voor Europese Zaken van de Franse Republiek (FR)

Peter BARRY, minister van Buitenlandse Zaken van Ierland (IE)

Giulio ANDREOTTI, minister van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek (IT)

Colette FLESCH, minister van Buitenlandse Zaken van regering van het Groothertogdom Luxemburg (LU)

Wim VAN EEKELEN, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van Nederland; H.J.Ch. RUTTEN, buitengewoon en

gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Nederland (NL)

Geoffrey HOWE, Q. C., M. P., staatssecretaris voor Buitenlandse en Gemenebest-Zaken (UK)


1 januari 1985

PB L 29 van 1.2.1985

Authentieke talen

DA, DE, EL, EN, FR, GA, IT, NL

Toelichting

Bij het Verdrag betreffende Groenland wordt het Protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing

op Groenland aan het EEG-Verdrag gehecht.


35

14Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse

Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom

Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk

van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten der Europese

Gemeenschappen) en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek,

betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese

Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese

Gemeenschap voor Atoomenergie

„Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal

tot de EEG en de EGA” (18)


12 juni 1985, Salón de Columnas del Palacio Real, Madrid, Spanje — Palácio de Belém, Lissabon, Portugal

Ondertekenaars

Wilfried MARTENS, minister-president; Leo TINDEMANS, minister van Buitenlandse Betrekkingen;

Paul NOTERDAEME, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (BE)

Poul SCHLÜTER, minister-president; Uffe ELLEMANN-JENSEN, minister van Buitenlandse Zaken;

Jakob Esper LARSEN, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (DK)

Hans-Dietrich GENSCHER, Bondsminister van Buitenlandse Zaken; Gisbert POENSGEN, ambassadeur,

permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (DE)

Yannis HARALAMBOPOULOS, minister van Buitenlandse Zaken; Theodoros PANGALOS, staatssecretaris bij het

ministerie van Buitenlandse Zaken belast met EEG-aangelegenheden; Alexandros ZAFIRIOU, ambassadeur,

permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (EL)

Felipe GONZÁLEZ MÁRQUEZ, minister-president; Fernando MÓRAN LÓPEZ, minister van Buitenlandse Zaken;

Manuel MARÍN GONZÁLEZ, staatssecretaris voor de betrekkingen met de Europese Gemeenschappen;

Gabriel FERRÁN DE ALFARO, ambassadeur, hoofd van de missie bij de Europese Gemeenschappen (ES)


Gemeenschappen van 11 juni 1985 betreff ende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese

Republiek tot de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 302 van 15.11.1985).


36

Laurent FABIUS, minister-president; Roland DUMAS, minister Buitenlandse Betrekkingen;

Catherine LALUMIÈRE, gedelegeerd minister belast met Europese Zaken; Luc DE LA BARRE DE NANTEUIL,

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (FR)

Garret FITZGERALD, TD, minister-president; Peter BARRY, TD, minister van Buitenlandse Zaken;

Andrew O’ROURKE, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (IE)

Bettino CRAXI, minister-president; Giulio ANDREOTTI, minister van Buitenlandse Zaken; Pietro CALAMIA,

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (IT)

Jacques F. POOS, viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken; Joseph WEYLAND, ambassadeur,

permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (LU)

Ruud LUBBERS, minister-president, minister van Algemene Zaken; Hans VAN DEN BROEK, minister van

Buitenlandse Zaken; Charles RUTTEN, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese

Gemeenschappen (NL)

Mário SOARES, minister-president; Rui MACHETE, viceminister-president; Jaime GAMA, minister van

Buitenlandse Zaken; Ernâni Rodrigues LOPES, minister van Financiën en het Plan (PT)

Geoffrey HOWE, QC, MP, staatssecretaris voor Buitenlandse en Gemenebest-Zaken (UK) Michael BUTLER,

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger bij de Europese Gemeenschappen (UK)


1 januari 1986

PB L 302 van 15.11.1985 (Akten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese

Republiek tot de Europese Gemeenschappen)

Authentieke talen

ES, DA, DE, EL, EN, FR, GA, IT, NL, PT


37

15Europese Akte


17 februari 1986 (België, Bondsrepubliek Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland,

Portugal, Verenigd Koninkrijk), Luxemburg, Luxemburg

28 februari 1986 (Denemarken, Griekenland, Italië), Den Haag, Nederland

Ondertekenaars

Leo TINDEMANS, minister van Buitenlandse Betrekkingen (BE);

Uffe ELLEMANN-JENSEN, minister van Buitenlandse Zaken (DK);

Hans-Dietrich GENSCHER, Bondsminister van Buitenlandse Zaken (DE);

Karolos PAPOULIAS, minister van Buitenlandse Zaken (EL)

Francisco FERNANDEZ ORDOÑEZ, minister van Buitenlandse Zaken (ES)

Roland DUMAS, minister van Buitenlandse Betrekkingen (FR);

Peter BARRY, TD, minister van Buitenlandse Zaken (IE);

Giulio ANDREOTTI, minister van Buitenlandse Zaken (IT);

Robert GOEBBELS, staatssecretaris bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (LU)

Hans VAN DEN BROEK, minister van Buitenlandse Zaken (NL);

Pedro PIRES DE MIRANDA, minister van Buitenlandse Zaken (PT)

Lynda CHALKER, onderminister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


1 juli 1987

PB L 169 van 29.6.1987

Authentieke talen


Toelichting

Wijzigt het EGKS-Verdrag, het EEG-Verdrag en het Euratom-Verdrag


38

16Verdrag betreffende de Europese Unie

„Verdrag van Maastricht”


7 februari 1992, „Statenzaal”, Provinciehuis, Maastricht, Nederland

Ondertekenaars

Mark EYSKENS, minister van Buitenlandse Zaken; Philippe MAYSTADT, minister van Financiën (BE)

Uffe ELLEMANN-JENSEN, minister van Buitenlandse Zaken; Anders FOGH RASMUSSEN, minister van

Economische Zaken (DK)

Hans-Dietrich GENSCHER, Bondsminister van Buitenlandse Zaken; Théodor WAIGEL, Bondsminister van

Financiën (DE)

Antonios SAMARAS, minister van Buitenlandse Zaken; Efthymios CHRISTODOULOU, minister van Economische

Zaken (EL)

Francisco FERNÁNDEZ ORDÓÑEZ, minister van Buitenlandse Zaken (ES) Carlos SOLCHAGA CATALÁN, minister

van Economische Zaken en Financiën (ES)

Roland DUMAS, minister Buitenlandse Zaken; Pierre BEREGOVOY, minister van Economische Zaken, Financiën

en Begroting (FR)

Gerard COLLINS, minister van Buitenlandse Zaken; Bertie AHERN, minister van Financiën (IE)

Gianni DE MICHELIS, minister van Buitenlandse Zaken; Guido CARLI, minister van de Schatkist (IT)

Jacques F. POOS, viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken; Jean-Claude JUNCKER, minister

van Financiën (LU)

Hans VAN DEN BROEK, minister van Buitenlandse Zaken; Wim KOK, minister van Financiën (NL)

João DE DEUS PINHEIRO, minister van Buitenlandse Zaken; Jorge BRAGA DE MACEDO, minister van Financiën (PT)

Douglas HURD, minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken; Francis MAUDE, financieel secretaris

van de Schatkist (UK)


1 november 1993

PB C 191 van 29.7.1992


39

Authentieke talen


Toelichting

Bij dit Verdrag wordt de Europese Unie opgericht.

Het Verdrag wijzigt het EEG-Verdrag met het oog op de oprichting van de Europese Gemeenschap; en het

wijzigt het EGKS-Verdrag en het Euratom-Verdrag.

Uitzonderingen op de toepassing van de Verdragen:

– Denemarken en het Verenigd Koninkrijk nemen niet deel aan de 3e fase van de Economische en Monetaire

Unie (19);

– Denemarken neemt niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van het Europees defensiebeleid en met

name aan de op grond van titel V van het EU-Verdrag aangenomen maatregelen die gevolgen hebben op

defensiegebied (20).

(19) Zie met name twee protocollen die bij het Verdrag betreff ende de Europese Unie aan het EG-Verdrag

zijn gehecht: het protocol betreff ende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van

Groot-Brittannië en Noord-Ierland en het protocol betreff ende enkele bepalingen inzake Denemarken.

(20) Zie meer in het bijzonder het protocol betreff ende de positie van Denemarken.


40

17Akte tot wijziging van het Protocol betreffende de statuten van de

Europese Investeringsbank waarbij de Raad van gouverneurs de

bevoegdheid wordt verleend tot de oprichting van een Europees

Investeringsfonds

„Akte tot oprichting van een Europees Investeringsfonds”


25 maart 1993, Raad, Brussel, België

Ondertekenaars

Philippe DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (BE)

Gunnar RIBERHOLDT, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (DK)

Jochen GRÜNHAGE, plaatsvervangend permanente vertegenwoordiger (DE)

Léonidas EVANGELIDIS, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (EL)

Camilo BARCIA GARCÍA-VILLAMIL, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (ES)

François SCHEER, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (FR)

Pádraig MAC KERNAN, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (IE)

Federico DI ROBERTO, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (IT)

Jean-Jacques KASEL, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (LU)

Ben BOT, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (NL)

José César PAULOURO DAS NEVES, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (PT)

John KERR, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger (UK)


1 mei 1994

PB L 173 van 7.7.1994

Authentieke talen



41

18Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk

Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het

Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de

Portugese Republiek, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië

en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en het Koninkrijk

Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, het

Koninkrijk Zweden, betreffende de toetreding van het Koninkrijk

Noorwegen, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het

Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie

„Verdrag betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot de EU”


24 juni 1994, kapel van Agios Georgios, Korfoe, Griekenland (21)

Ondertekenaars

Jean-Luc DEHAENE, minister-president; Willy CLAES, minister van Buitenlandse Zaken; Philippe DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van België bij de Europese Unie (BE)

Poul Nyrup RASMUSSEN, minister-president; Niels Helveg PETERSEN, minister van Buitenlandse Zaken; Gunnar RIBERHOLDT, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Denemarken bij de Europese Unie (DK)

Helmut KOHL, bondskanselier; Klaus KINKEL, minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervangend bondskanselier; Dietrich VON KYAW, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Duitsland bij de Europese Unie (DE)

Andreas PAPANDREOU, minister-president; Karolos PAPOULIAS, minister van Buitenlandse Zaken; Theodoros PANGALOS, onderminister van Buitenlandse Zaken (EL)

Felipe GONZÁLEZ MÁRQUEZ, minister-president; Javier SOLANA MADARIAGA, minister van Buitenlandse Zaken; Carlos WESTENDORP Y CABEZA, staatssecretaris voor de Betrekkingen met de Europese Gemeenschappen (ES)

(21) De niet-bekrachtiging van het Toetredingsverdrag door Noorwegen heeft ten aanzien van het Toetre-

dingsverdrag en de andere Toetredingsakten geleid tot Besluit 95/1/EG van de Raad van de Europese

Unie houdende aanpassing van de documenten betreff ende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de

Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995).


42

Édouard BALLADUR, minister-president; Alain JUPPÉ, minister van Buitenlandse Zaken; Alain LAMASSOURE, onderminister van Europese Zaken; Pierre DE BOISSIEU, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Frankrijk bij de Europese Unie (FR)

Albert REYNOLDS, minister-president; Dick SPRING, viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken; Pádraig MAC KERNAN, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Ierland bij de Europese Unie (IE)

Silvio BERLUSCONI, minister-president; Antonio MARTINO, minister van Buitenlandse Zaken; Livio CAPUTO, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (IT);

Jacques SANTER, minister-president; Jacques F. POOS, viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken; Jean-Jacques KASEL, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Luxemburg bij de Europese Unie (LU)

Ruud LUBBERS, minister-president; Peter KOOIJMANS, minister van Buitenlandse Zaken; Ben BOT, ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie (NL)

Gro HARLEM BRUNDTLAND, minister-president; Bjørn TORE GODAL, minister van Buitenlandse Zaken; Grete KNUDSEN, minister van Handel en Koopvaardij; Eivinn BERG, hoofd van de delegatie belast met de onderhandelingen (Noorwegen)

Franz VRANITZKY, bondskanselier; Alois MOCK, Bondsminister van Buitenlandse Zaken; Ulrich STACHER, directeur-generaal, bondskanselarij; Manfred SCHEICH, hoofd van de Missie van Oostenrijk bij de Europese Gemeenschappen (AT)

Aníbal CAVACO SILVA, minister-president; José DURÃO BARROSO, minister van Buitenlandse Zaken; Vítor MARTINS, staatssecretaris van Europese Zaken (PT)

Esko AHO, minister-president; Pertti SALOLAINEN, minister van Buitenlandse Handel; Heikki HAAVISTO, minister van Buitenlandse Zaken; Veli SUNDBAECK, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (FI);

Carl BILDT, minister-president; Margaretha af UGGLAS, minister van Buitenlandse Zaken; Ulf DINKELSPIEL, minister van Europese Zaken en van Buitenlandse Handel; Frank BELFRAGE, staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Handel (SE)

John MAJOR, minister-president; Douglas HURD, minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken; David HEATHCOAT-AMORY, onderminister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


1 januari 1995

PB C 241 van 29.8.1994 (Akten betreffende de toetreding)

Authentieke talen

ES, DA, DE, EL, EN, FR, GA, IT, NL, PT, FI, SV

Toelichting

Na de negatieve uitslag van het referendum van 28 november 1994 heeft Noorwegen het

bekrachtigingsproces stopgezet.


43

19Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag

betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de

Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten

„Verdrag van Amsterdam”


2 oktober 1997, „Burgenzaal”, koninklijk paleis Aan De Dam, Amsterdam, Nederland

Ondertekenaars

Erik DERYCKE, minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Niels HELVEG PETERSEN, minister van Buitenlandse Zaken (DK)

Klaus KINKEL, minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervangend bondskanselier (DE)

Theodoros PANGALOS, minister van Buitenlandse Zaken (EL)

Juan Abel MATUTES, minister van Buitenlandse Zaken (ES)

Hubert VÉDRINE, minister van Buitenlandse Zaken (FR)

Raphael P. BURKE, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Lamberto DINI, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Jacques F. POOS, viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en

Samenwerking (LU)

Hans VAN MIERLO, viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken (NL)

Wolfgang SCHÜSSEL, minister van Buitenlandse Zaken en vicekanselier (AT)

Jaime GAMA, minister van Buitenlandse Zaken (PT)

Tarja HALONEN, minister van Buitenlandse Zaken (FI)

Lena HJELM-WALLÉN, minister van Buitenlandse Zaken (SE)

Douglas HENDERSON, onderminister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


1 mei 1999

PB C 340 van 10.11.1997

Authentieke talen



44

Toelichting

Uitzonderingen op de toepassing van de Verdragen:

– Het Schengenacquis op het moment van de opneming ervan in het kader van de EU is bindend voor

Denemarken, maar vormt voor deze staat geen communautair acquis (22). Denemarken geniet een opt-

out met betrekking tot de latere aanneming door de Raad van maatregelen op basis van titel IV van

het EG-Verdrag. Denemarken kan evenwel besluiten een besluit van de Raad tot uitwerking van het

Schengenacquis uit hoofde van titel IV van het EG-Verdrag in zijn nationale recht om te zetten (23).

– Ierland en het Verenigd Koninkrijk zijn geen partij bij de akkoorden betreffende het Schengenacquis; het

Schengenacquis op het moment van de opneming ervan in het kader van de EU is niet van toepassing op

deze landen. Zij kunnen evenwel verzoeken om aan alle of aan enkele van de bepalingen van dit acquis deel

te nemen (24). Zij beschikken tevens over een opt-in om deel te nemen aan de aanneming en de toepassing

van maatregelen uit hoofde van titel IV van het EG-Verdrag (25).

(22) Zie het „Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie”, dat is

gehecht aan het Verdrag van Amsterdam.

(23) Zie het „Protocol betreff ende de positie van Denemarken”.

(24) Zie het „Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie”.

(25) Zie het „Protocol betreff ende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland”, dat is gehecht aan het

Verdrag van Amsterdam.


45

20Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende

de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese

Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten

„Verdrag van Nice”


26 februari 2001, „Salle de Bal”, Palais Sarde, prefectuur Alpes-Maritimes, Nice, Frankrijk

Ondertekenaars

Louis MICHEL, viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Mogens LYKKETOFT, minister van Buitenlandse Zaken (DK);

Joseph FISCHER, minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervanger van de bondskanselier (DE)

Georgios PAPANDREOU, minister van Buitenlandse Zaken (EL)

Josep PIQUÉ I CAMPS, minister van Buitenlandse Zaken (ES)

Hubert VÉDRINE, minister van Buitenlandse Zaken (FR)

Brian COWEN, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Lamberto DINI, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Lydie POLFER, viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en van Buitenlandse Handel (LU)

Jozias VAN AARTSEN, minister van Buitenlandse Zaken (NL)

Benita FERRERO-WALDNER, minister van Buitenlandse Zaken (AT)

Jaime GAMA, minister van Staat, minister van Buitenlandse Zaken (PT)

Erkki TUOMIOJA, minister van Buitenlandse Zaken (FI)

Anna LINDH, minister van Buitenlandse Zaken (SE)

Robin COOK, minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


1 februari 2003

PB C 80 van 10.3.2001

Authentieke talen



46

21Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de

Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom

Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de

Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van

de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de

Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek

Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de

Slowaakse Republiek betreff ende de toetreding van de Tsjechische Republiek,

de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek

Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen,

de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

„Groot Toetredingsverdrag”


16 april 2003, Stoa van Attalos, Oude Agora, Athene, Griekenland

Ondertekenaars

Guy VERHOFSTADT, minister-president; Louis MICHEL, viceminister-president en minister van Buitenlandse

Zaken (BE)

Václav KLAUS, president; Vladimír ŠPIDLA, minister-president; Cyril SVOBODA, viceminister-president en

minister van Buitenlandse Zaken; Pavel TELIČKA, hoofd van de delegatie van de Tsjechische Republiek voor

de onderhandelingen over de toetreding tot de Europese Unie en ambassadeur en hoofd van de missie van de

Tsjechische Republiek bij de Europese Gemeenschappen (CZ)

Anders Fogh RASMUSSEN, minister-president; Per Stig MØLLER, minister van Buitenlandse Zaken (DK)

Gerhard SCHRÖDER, bondskanselier; Joseph FISCHER, minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervanger van

de bondskanselier (DE)

Arnold RÜÜTEL, president; Kristiina OJULAND, minister van Buitenlandse Zaken (EE)

Konstantinos SIMITIS, minister-president; Giorgos PAPANDREOU, minister van Buitenlandse Zaken; Tassos

GIANNITSIS, onderminister van Buitenlandse Zaken (EL)

José Maria AZNAR LÓPEZ, minister-president; Ana PALACIO VALLELERSUNDI, minister van Buitenlandse Zaken (ES)


47

Jean-Pierre RAFFARIN, minister-president; Dominique GALOUZEAU DE VILLEPIN, minister van Buitenlandse Zaken;

Noëlle LENOIR, minister, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Europese Zaken (FR)

Bertie AHERN, minister-president (Taoiseach); Brian COWEN, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Silvio BERLUSCONI, minister-president; Franco FRATTINI, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Tassos PAPADOPOULOS, president; George IACOVOU, minister van Buitenlandse Zaken (CY)

Vaira VĪĶE-FREIBERGA, president; Einars REPŠE, minister-president; Sandra KALNIETE, minister van

Buitenlandse Zaken; Andris KESTERIS, hoofdonderhandelaar voor de toetreding van de Republiek Estland tot

de Europese Unie, ondersecretaris van Staat bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (LV)

Algirdas Mykolas BRAZAUSKAS, minister-president; Antanas VALIONIS, minister van Buitenlandse Zaken (LT)

Jean-Claude JUNCKER, minister-president, minister van Staat; Lydie POLFER, minister van Buitenlandse Zaken

en van Buitenlandse Handel (LU)

Péter MEDGYESSY, minister-president; László KOVÁCS, minister van Buitenlandse Zaken; Endre JUHÁSZ,

ambassadeur van de Republiek Hongarije, hoofdonderhandelaar voor de toetreding van de Republiek

Hongarije tot de Europese Unie (HU)

Edward FENECH ADAMI, minister-president; Joe BORG, minister van Buitenlandse Zaken; Richard CACHIA

CARUANA, hoofd van de onderhandelingsdelegatie (MT)

Jan Peter BALKENENDE, minister-president; Jakob Gijsbert DE HOOP SCHEFFER, minister van Buitenlandse Zaken (NL)

Wolfgang SCHÜSSEL, bondskanselier; Benita FERRERO-WALDNER, minister van Buitenlandse Zaken (AT)

Leszek MILLER, minister-president; Włodzimierz CIMOSZEWICZ, minister van Buitenlandse Zaken;

Danuta HÜBNER, staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken (PL)

José Manuel DURÃO BARROSO, minister-president; António MARTINS DA CRUZ, minister van Buitenlandse Zaken (PT)

Janez DRNOVŠEK, president; Anton ROP, minister-president; Dimitrij RUPEL, minister van Buitenlandse Zaken (SI)

Rudolf SCHUSTER, president; Mikuláš DZURINDA, minister-president; Eduard KUKAN, minister van

Buitenlandse Zaken; Ján FIGEL, hoofdonderhandelaar voor de toetreding van de Slowaakse Republiek tot de

Europese Unie (SK)

Paavo LIPPONEN, minister-president; Jari VILÉN, minister van Buitenlandse Handel (FI)

Göran PERSSON, minister-president; Anna LINDH, minister van Buitenlandse Zaken (SE)

Tony BLAIR, minister-president; Jack STRAW, minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


1 mei 2004

PB L 236 van 23.9.2003 (Akten betreffende de toetreding) en PB C 227 E van 23.9.2003 (Aanhangsels van de

bijlagen bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden)

Authentieke talen

ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV


48

22Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa


29 oktober 2004, Sala dei Horatii e Curiatii, Capitool, Rome, Italië

Ondertekenaars

Guy VERHOFSTADT, minister-president; Karel DE GUCHT, minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Stanislav GROSS, minister-president; Cyril SVOBODA, minister van Buitenlandse Zaken (CZ)


Gerhard SCHRÖDER, bondskanselier; Joseph FISCHER, minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervanger van

de bondskanselier (DE)

Juhan PARTS, minister-president; Kristiina OJULAND, minister van Buitenlandse Zaken (EE)

Kostas KARAMANLIS, minister-president; Petros G. MOLYVIATIS, minister van Buitenlandse Zaken (EL)

José Luis RODRÍGUEZ ZAPATERO, minister-president; Miguel Angel MORATINOS CUYAUBÉ, minister van

Buitenlandse Zaken en Samenwerking (ES)

Jacques CHIRAC, president; Jean-Pierre RAFFARIN, minister-president; Michel BARNIER, minister van

Buitenlandse Zaken (FR)

Bertie AHERN, minister-president (Taoiseach); Dermot AHERN, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Silvio BERLUSCONI, minister-president; Franco FRATTINI, minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Tassos PAPADOPOULOS, president; George IACOVOU, minister van Buitenlandse Zaken (CY)

Vaira VĪĶE-FREIBERGA, president; Indulis EMSIS, minister-president; Artis PABRIKS, minister van Buitenlandse

Zaken (LV)

Valdas ADAMKUS, president; Algirdas Mykolas BRAZAUSKAS, minister-president; Antanas VALIONIS, minister

van Buitenlandse Zaken (LT)

Jean-Claude JUNCKER, minister-president, minister van Staat; Jean ASSELBORN, viceminister-president,

minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie (LU)


49

Ferenc GYURCSÁNY, minister-president; László KOVÁCS, minister van Buitenlandse Zaken (HU)

Lawrence GONZI, minister-president; Michael FRENDO, minister van Buitenlandse Zaken (MT)

Jan Peter BALKENENDE, minister-president; Ben BOT, minister van Buitenlandse Zaken (NL)

Wolfgang SCHÜSSEL, bondskanselier; Ursula PLASSNIK, minister van Buitenlandse Zaken (AT)

Marek BELKA, minister-president; Włodzimierz CIMOSZEWICZ, minister van Buitenlandse Zaken (PL)

Pedro Miguel DE SANTANA LOPES, minister-president; António Victor MARTINS MONTEIRO, minister van

Buitenlandse Zaken en van de Portugese Gemeenschappen (PT)

Anton ROP, minister-president; Ivo VAJGL, minister van Buitenlandse Zaken (SI)

Mikuláš DZURINDA, minister-president; Eduard KUKAN, minister van Buitenlandse Zaken (SK)

Matti VANHANEN, minister-president; Erkki TUOMIOJA, minister van Buitenlandse Zaken (FI)

Göran PERSSON, minister-president; Laila FREIVALDS, minister van Buitenlandse Zaken (SE)

Tony BLAIR, minister-president; Jack STRAW, minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


Niet in werking getreden

PB C 310 van 16.12.2004

Authentieke talen

ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV


50

23Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het

Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek

Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse

Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus,

de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom

Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk

der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de

Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek,

de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk

van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie),

en de Republiek Bulgarije en Roemenië betreffende de toetreding van

de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

„Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië”


25 april 2005, abdij van Neumünster, Luxemburg, Luxemburg

Ondertekenaars

Karel DE GUCHT, minister van Buitenlandse Zaken; Didier DONFUT, staatssecretaris voor Europese Zaken,

toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Georgi PARVANOV, president; Simeon SAXE-COBOURG, minister-president; Solomon PASSY, minister van

Buitenlandse Zaken; Meglena KUNEVA, minister van Europese Zaken (BG)

Vladimír MÜLLER, viceminister van Buitenlandse Zaken, belast met EU-zaken; Jan KOHOUT, buitengewoon en

gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Tsjechische Republiek bij de Europese Unie (CZ)

Friis Arne PETERSEN, permanent staatssecretaris; Claus GRUBE, buitengewoon en gevolmachtigd

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van het Koninkrijk Denemarken bij de Europese Unie (DK)

Hans Martin BURY, staatssecretaris van Europese Zaken; Wilhelm SCHÖNFELDER, buitengewoon en

gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Bondsrepubliek Duitsland bij

de Europese Unie (DE)

Urmas PAET, minister van Buitenlandse Zaken; Väino REINART, buitengewoon en gevolmachtigd

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Republiek Estland bij de Europese Unie (EE)


51

Yannis VALINAKIS, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken; Vassilis KASKARELIS, buitengewoon en gevolmachtigd

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Helleense Republiek bij de Europese Unie (EL)

Miguel Angel MORATINOS CUYAUBÉ, minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking; Alberto NAVARRO

GONZÁLEZ, staatssecretaris voor de Europese Unie (ES)

Claudie HAIGNERÉ, toegevoegd minister van Europese Zaken, ministerie van Buitenlandse Zaken;

Pierre SELLAL, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Franse

Republiek bij de Europese Unie (FR)

Dermot AHERN, minister van Buitenlandse Zaken; Noel TREACY, onderminister, ministerie van Algemene

Zaken en van Buitenlandse Zaken (belast met Europese Zaken) (IE)

Roberto ANTONIONE, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken; Rocco Antonio CANGELOSI, buitengewoon en

gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Italiaanse Republiek bij de Europese Unie (IT)

George IACOVOU, minister van Buitenlandse Zaken; Nicholas EMILIOU, buitengewoon en gevolmachtigd

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Republiek Cyprus bij de Europese Unie (CY)

Artis PABRIKS, minister van Buitenlandse Zaken; Eduards STIPRAIS, buitengewoon en gevolmachtigd

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de Republiek Letland bij de Europese Unie (LV)

Antanas VALIONIS, minister van Buitenlandse Zaken; Albinas JANUSKA, vicestaatssecretaris, ministerie van

Buitenlandse Zaken, belast met EU-aangelegenheden (LT)

Jean-Claude JUNCKER, minister-president, minister van Staat, minister van Financiën; Jean ASSELBORN,

viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie (LU)

Ferenc SOMOGYI, minister van Buitenlandse Zaken; Etele BARÁTH, minister zonder portefeuille, belast met

Europese Zaken (HU)

Michael FRENDO, minister van Buitenlandse Zaken; Richard CACHIA CARUANA, buitengewoon en

gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van Malta bij de Europese Unie (MT)

Ben BOT, minister van Buitenlandse Zaken; Atzo NICOLAÏ, minister voor Europese Zaken (NL)

Hubert GORBACH, vicekanselier; Ursula PLASSNIK, minister van Buitenlandse Zaken (AT)

Adam Daniel ROTFELD, minister van Buitenlandse Zaken; Jaroslaw PIETRAS, staatssecretaris, secretariaat van

het Comité voor Europese Integratie (PL)

Diogo PINTO DE FREITAS DO AMARAL, minister van Staat, minister van Buitenlandse Zaken; Fernando Manuel

DE MENDONÇA D’OLIVEIRA NEVES, staatssecretaris voor Europese Zaken (PT)

Traian BASESCU, president; Călin POPESCU-TĂRICEANU, minister-president; Mihai-Răzvan UNGUREANU,

minister van Buitenlandse Zaken; Leonard ORBAN, hoofdonderhandelaar voor de toetreding tot de Europese

Unie (RO)

Božo CERAR, staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken (SI)

Eduard KUKAN, minister van Buitenlandse Zaken; József BERÉNYI, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (SK)


52

Eikka KOSONEN, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van de

Republiek Finland bij de Europese Unie (FI)

Laila FREIVALDS, minister van Buitenlandse Zaken; Sven-Olof PETERSSON, buitengewoon en gevolmachtigd

ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van het Koninkrijk Zweden bij de Europese Unie (SE)

John GRANT, KCMG, buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur, permanente vertegenwoordiger van het

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland bij de Europese Unie (UK)


1 januari 2007

PB L 157 van 21.6.2005 (Documenten betreffende de toetreding)

Authentieke talen

BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT,LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV


53

24Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese

Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

„Verdrag van Lissabon”


13 december 2007, Mosteiro dos Jerónimos, Lissabon, Portugal

Ondertekenaars

Guy VERHOFSTADT, minister-president; Karel DE GUCHT, minister van Buitenlandse Zaken (BE)

Sergei STANISHEV, minister-president; Ivailo KALFIN, viceminister-president en minister van Buitenlandse

Zaken (BG)

Mirek TOPOLÁNEK, minister-president; Karel SCHWARZENBERG, minister van Buitenlandse Zaken (CZ)


Angela MERKEL, bondskanselier; Frank-Walter STEINMEIER, Bondsminister van Buitenlandse Zaken en

vicebondskanselier (DE)

Andrus ANSIP, minister-president; Urmas PAET, minister van Buitenlandse Zaken (EE)

Bertie AHERN, minister-president (Taoiseach); Dermot AHERN, minister van Buitenlandse Zaken (IE)

Konstantinos KARAMANLIS, minister-president; Dora BAKOYANNIS, minister van Buitenlandse Zaken (EL)

José Luis RODRÍGUEZ ZAPATERO, minister-president; Miguel Ángel MORATINOS CUYAUBÉ, minister van

Buitenlandse Zaken en Samenwerking (ES)

Nicolas SARKOZY, president; François FILLON, minister-president; Bernard KOUCHNER, minister van

Buitenlandse en Europese Zaken (FR)

Romano PRODI, voorzitter van de Raad van ministers; Massimo D’ALEMA, vicepresident van de Raad van

ministers en minister van Buitenlandse Zaken (IT)

Tassos PAPADOPOULOS, president; Erato KOZAKOU-MARCOULLIS, minister van Buitenlandse Zaken (CY)

Valdis ZATLERS, president; Aigars KALVĪTIS, minister-president; Māris RIEKSTIŅŠ, minister van Buitenlandse

Zaken (LV)

Valdas ADAMKUS, president; Gediminas KIRKILAS, minister-president; Petras VAITIEKŪNAS, minister van

Buitenlandse Zaken (LT)

Jean-Claude JUNCKER, minister-president, minister van Staat; Jean ASSELBORN, minister van Buitenlandse

Zaken (LU)

Ferenc GYURCSÁNY, minister-president; Kinga GÖNCZ, minister van Buitenlandse Zaken (HU)

Lawrence GONZI, minister-president; Michael FRENDO, minister van Buitenlandse Zaken (MT)

Jan Peter BALKENENDE, minister-president; Maxime VERHAGEN, minister van Buitenlandse Zaken (NL)


54

Alfred GUSENBAUER, bondskanselier; Ursula PLASSNIK, federaal minister van Europese en Internationale

Zaken (AT)

Donald TUSK, minister-president; Radosław SIKORSKI, minister van Buitenlandse Zaken (PL)

José SÓCRATES, minister-president; Luís Filipe AMADO, minister van Staat en minister van Buitenlandse Zaken (PT)

Traian BĂSESCU, president; Călin POPESCU-TĂRICEANU, minister-president; Adrian CIOROIANU, minister van

Buitenlandse Zaken (RO)

Janez JANŠA, voorzitter van de regering; Dimitrij RUPEL, minister van Buitenlandse Zaken (SI)

Robert FICO, minister-president; Ján KUBIŠ, minister van Buitenlandse Zaken (SK)

Matti VANHANEN, minister-president; Ilkka KANERVA, minister van Buitenlandse Zaken (FI)

Fredrik REINFELDT, minister-president; Cecilia MALMSTRÖM, minister van Europese Zaken (SE)

Gordon BROWN, minister-president; David MILIBAND, minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken (UK)


1 december 2009

PB C 306 van 17.12.2007

Authentieke talen

BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT,LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV


55

Offi ciële talen van de Europe

Officiële talen

1 Bulgaars (bulg

22 Spaans (español) es

3 Tsjechisch (čeština) cs

4 Deens (dansk) da

5 Duits (Deutsch) de

6 Ests (eesti keel) et

7 Grieks (elliniká) el

8 Engelss ( (EnE glish) en

9 Frans (français) fr

100 Iers (Gaeilge) ga

11 Italiaans (italiano) it

12 Lets (latviešu valoda) lv

13 Litouws (lietuvių kalba) lt

14 Hongaars (magyar) hu

15 Maltees (Malti) mt

16 Nededederlrlr ands nl

17 Pools (p(polski) pl

18 Portugees (ppporoortut guês) pt

19 Roemeens (roomâm nă) ro

2020 Slowaaks (slovenčina)) sk

2121 Sloveens (slovenščina)a) sl

22 Finsns ( (suomi) fi

23 Zweeds (svenska) sv


56

Secretariaat-generaal van de Raad


Historische ontwikkeling van de Verdragen van de Europese Unie

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie

2012 — 55 blz. — 17,6 x 25 cm

ISBN 978-92-824-3517-5

doi:10.2860/89632


HOE KOM IK AAN EU-PUBLICATIES?

Gratis publicaties:• bij de EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu);

• bij de vertegenwoordigingen en delegaties van de Europese Unie.

Ga voor de contactgegevens naar http://ec.europa.eu of stuur een fax

naar +352 2929-42758.

Betaalde publicaties:• bij de EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu).

Betaalde abonnementen (bv. jaarreeksen van het Publicatieblad

van de Europese Unie en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie):• via een van de verkoopkantoren van het Bureau voor publicaties van de

Europese Unie (http://publications.europa.eu/others/agents/index_nl.htm).

NL.indd 3 28/06/12 15:54

http://bookshop.europa.eu

http://ec.europa.eu

http://bookshop.europa.eu

http://publications.europa.eu/others/agents/index_nl.htm

doi:10.2860/89632

ISBN 978-92-824-3517-5

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Tel. +32 22816111

www.consilium.europa.eu

QC

-31-11

-40

7-N

L-C

CONSILIUM

NL.indd 4 28/06/12 15:54


Een rechtsunie: van Parijs tot Lissabon · 2017-10-23 · wordt op 18 april 1951 in Parijs het...

Documents

Transcript of Een rechtsunie: van Parijs tot Lissabon · 2017-10-23 · wordt op 18 april 1951 in Parijs het...