Een debat in de marge
description
Transcript of Een debat in de marge
Een debat in de margeFILIP DE RYNCK
OPBOUW
1. Het planlastdecreet geduid
2. De discussie ingebed in bestuurlijke ontwikkelingen op Vlaams en lokaal niveau
3. De beleidstheorie over MKJ: een debat in de marge?
2
Het planlastdecreet geduid
Decreten en (vooral) uitvoeringsbesluiten
DE TIJDSLIJN
1. Na WOII: particulier initiatief en de gesubsidieerde vrijheid
2. Voor 1993: lokaal jeugdwerk aangestuurd door de Vlaamse overheid
3. Na 1993: beweging naar gecontroleerde decentralisering
4. 2001: geen garantieregelingen meer voor MKJ, wel prioriteit in jeugd(werk)beleidsplannen
5. 2011: geen verplichte specifieke jeugdbeleidsplannen meer
4
PLANLASTDECREET (2011)
Lokale strategische planning in beleids- en beheerscyclus is de basis
Prioriteiten Vlaamse regering moeten zichtbaar zijn in gemeentelijke actieplannen binnen de strategische planning
Sectorale subsidiëring en sectorale prioriteiten door Vlaamse regering blijven mogelijk
Van inputcontrole naar outputcontrole: uitvoeringsbesluit
5
DECREET LOKAAL JEUGDBELEID
Elementen in het voorontwerp van decreet (okt 2011 VLR):
• Ondersteuning van het jeugdwerk in het algemeen• Participatie van kinderen en jongeren in maatschappelijk
kwetsbare situaties aan het jeugdwerk• Een lokale jeugdraad blijft een voorwaarde voor subsidies• Gemeenteraad bepaalt nadere voorwaarden voor werking
van de jeugdraad• Rol van de provincies?
6
UITVOERINGSBESLUIT
1. Bijkomende Vlaamse beleidsprioriteiten zijn mogelijk. Worden in de toelichting bij het huidig voorontwerp vermeld:
• taalstimulering • en deelname aan acties ivm Brede School• toevallige prioriteiten omwille van huidige
bevoegdheidsverdeling!
2. Verdeling van de middelen over de verschillende beleidsprioriteiten
3. Criteria waaraan gemeenten moet voldoen voor de subsidiëring
4. Nadere regels voor rapporteringsverplichtingen
Tussen virtuele werkelijkheid en praktijk
Planlastdecreet ingebed in bestuurlijke ontwikkelingen
HET ECHTE INTERBESTUURLIJK SYSTEEM
9
VLAAMS BELEID IN VIRTUELE HINKSTAPSPRONG
1. Van sectoraal en organisatiegericht (input)
• Van klassieke hiërarchische verhouding en relatie
2. Over beleidsplanning en aanzet tot integratie (proces)
• Over interactiviteit, discussie over kwaliteit, andere vorm van controle
3. Naar prestaties en effecten (output / outcome)
• Naar prioriteiten, output- en effectengericht: centrale overheid in een heel andere positie
• Responsabilisering van lokale besturen
10
KAN DE VLAAMSE OVERHEID DIT AAN?
Kan de Vlaamse overheid deze nieuwe verhoudingen aan ?
• Hoeveel prioriteiten en hoe geformuleerd?• Verschuiving van planlast naar verantwoordingslast? • Opvolging en monitoring (veel studie-opdrachten te
verwachten)• Hoe verhouden lokale innovatie en lokale integratie zich tot
de Vlaamse sectorale en subsectorale verkokering ? Wat met transversale effecten ?
• Capaciteit en maatwerkgerichte intelligentie
11
LOKALE BESTUREN IN VIRTUELE HINKSTAPSPRONG
1. Van bureaucratisch, simpele taken, zwakke professionele basis (jaren 50-70)
2. Over sectorale professionalisering (jaren 80-2000)
• Planningscultuur: nog zeer sectoraal maar wel meer lokaal• Professionalisering neemt snel uitbreiding
3. Naar organisaties gericht op integraliteit
• Strategie en beleidsdoelen• Organisatiebreed • Organisatie in netwerkvorm met de interne en externe
omgeving
12
KAN HET LOKALE NIVEAU DIT AAN?
De druk naar besparingen: van hobby naar levensnoodzaak
Groeiende differentiatie tussen gemeenten
Verkokering op lokaal niveau; sectoralisering en professionalisering
Beweging naar gemeentebrede projecten en programma’s vormt de agenda voor de komende jaren
• Vergt interne organisatie, opvolging: is nu erg zwak• Bestuurskracht is beperkt• Zet druk op de relatie politici – professionelen en
professionelen onderling
13
HET “ VLOKALE “ MANAGEMENTPARADIGMA
Projectdenken, outputdenken, prestaties in de hele publieke sector en in de relatie tussen overheid en non - profit
Meting, indicatoren, monitoring:
• de meetfobie en de absolute illusie dat ‘meten’ ‘weten’ ‘is’
Dit alles zet druk op processen die steunen op trage vormen van werken, op vertrouwen opbouwen, op herkenbaarheid en een gezicht
14
Een debat in de marge?
Aanzet tot strategische bevraging van MKJ
MKJ ALS BELEIDSPROBLEMATIEK
“ Halfslachtige mix tussen socio-culturele aanpak en welzijnsgerichte aanpak “ (Van Assche)
Vage beleidstheorie over een “ wicked problem “
Deel van overgeleverde beleidstheorie binnen jeugdwerk (jaren 1970) versus een vernieuwde beleidstheorie in een nieuwe context
16
MKJ IN EEN DWANGBUIS?
Voorbehouden ‘plaats’ voor MKJ (ook nu)
• Wat is het reële beleidseffect van deze formele libellering? • Huidig ontwerpdecreet verandert daar niet veel aan en is dus
wellicht relatief effectneutraal
Te zeer gefocust op toegankelijkheid van het jeugdwerk
• Kunstmatige beleidstheorie blijft relatief onveranderd
Zwakke uitbouw, marginale positie en dominante focus van jeugddienst / jeugdraad maakt MKJ nog kwetsbaarder
• Dit blijft relatief onveranderd
Heeft MKJ eigenlijk nog belang bij de fuik van het jeugd(werk)beleid? Is dit de juiste plaats voor het juiste debat?
17
NAAR EEN RUIMERE JAS?
Lokaal herkenbaar en ingebed maar geen exclusief lokaal probleem
Relatie met bredere omgevingsfactoren en ruimere beleidsevoluties (sociale zekerheid, onderwijs, justitie, jeugdbescherming,…)
Eerder sprake van lokale netwerking met publieke en private partners
Versmalling tot publieke sector en tot Vlaams ‘versus’ lokaal lijkt een nefaste versimpeling
18
MKJ IN MEERDERE JASSEN
1. Vrijetijdsproblematiek op de brug tussen jeugdwerk, sport, cultuur
• Integratie door BBC en door spontane ontwikkelingen in lokale besturen (‘vrijetijdsbeleid’)
• Trend naar integratie van deze drie is voor complexe problematiek misschien winst (bvb: combinatie met sport)
2. Beweging rond Lokaal Sociaal Beleid en de creatie van een heel aantal nieuwe ‘stadsberoepen’
3. Discussies over Brede School, flankerend onderwijsbeleid, regie van onderwijs op lokaal niveau
Waar zitten MKJ doorheen deze evoluties? Is dit niet een juister decor?
19