Diversiteit in beleving van lijden en stervenden en vind het leuk om samen met de andere leden toe...
Transcript of Diversiteit in beleving van lijden en stervenden en vind het leuk om samen met de andere leden toe...
...zorgen dat je op de hoogte blijft!
werkt voor de zorg
ZORGANNODecember 2011 - 20e jaargang Nr.124
Verenigingsblad van NU’91
Diversiteit in beleving van lijden en sterven
Functioneringsjaargesprek, meer dan een verplicht nummerPilot Nightfever Event
Ieder zijn ding
2 ZORGANNO NU December 2011
Dag en nacht in touw op een gezonde manier
Veel medewerkers in de zorg hebben een onregelmatig
beroep. Daardoor hebben ze meer behoefte aan pre-
ventieve zorg dan anderen. IZZ organiseert daarom voor
bij haar verzekerde zorgmedewerkers gratis workshops,
bijvoorbeeld om te leren omgaan met hun dag- en nacht-
ritme en de balans tussen werk en privé. Zo kunt u
gezond de dingen blijven doen die u belangrijk vindt.
Meer weten of direct aanmelden? Bel 0900 - 0274
(lokaal tarief) of kijk op www.izz.nl en ontdek alle
voordelen van IZZ.
IZZ Zorg voor de zorg
Gratis workshop Dag & nacht-
ritme IZZ Wie in de zorg werkt,
verzekert zich bij IZZ
IZZ-TVV_215x285_0612.indd 1 9-11-11 13:08
ZORGANNO NU December 2011 3
Teenslippers en pepernoten
NUfo is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin
vind je het laatste nieuws over NU’91 en over de
ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo
ontvangen? Ga dan naar www.nu91.nl en log in via
Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan.
NU ...zorgen dat jij NUfo ontvangt!
Monique Kempff,
voorzitter NU’91
Het is te bizar voor woorden: de hele zomer zijn we wegge-
regend, maar met de pepernoten al in de winkels, zorgt het
weer in Nederland ervoor dat mensen hun korte broek en
teenslippers weer te voorschijn hebben gehaald. Het is half
september en mijn zomervakantie komt er aan, maar als jullie
dit lezen zijn de kerstdagen alweer nabij. Hoe relatief kan tijd
zijn?!
Dat tijd een bijzonder begrip is, wordt me duidelijk als ik de
goedbedoelde efficiencymaatregelen lees die ons nieuwe kabi-
net over de gezondheidszorg heeft afgeroepen. Vóór eind
2013 moeten er bijvoorbeeld 12.000 nieuwe gezondheids-
zorgers worden gevonden. Dat betekent dat er vanaf NU 103
nieuwe collega’s per week bij moeten komen, en dan mag er
niemand ontslag nemen of ontslagen worden. …. Niet echt
een realistische doelstelling, lijkt me.
Terugkijkend op het jaar 2011 tot nu toe, kan ik met tevreden-
heid vaststellen dat door de aansluiting van de Vereniging
voor Gipsverbandmeesters, de Nederlandse Vereniging voor
Hart en Vaatverpleegkundigen en de MS verpleegkundigen,
NU’91 voor een steeds grotere groep de collectieve belangen
mag behartigen.
Actuele beroepsinhoudelijke thema’s als werken in de nacht-
dienst, opsporen van verspillingen in het werkproces en agressie
in de zorg werden opgepakt, en kwamen uitgebreid aan bod
in workshops, via de media en in ons blad.
Voor 2012 heeft NU’91 weer duidelijke ambities en doelen.
Het strategisch beleidsplan NU aan de slag is daar de weerslag
van; daarmee kunnen we tot 2014 vooruit. Samen met onze
vele actieve vrijwilligers zullen wij ons de komende jaren sterk
blijven maken voor al onze leden en aangesloten beroepsver-
enigingen.
Dank voor jullie vertrouwen; ook het komende jaar zullen we
er alles aan doen dat niet te beschamen. Met de septemberzon
in m’n rug wens ik jullie genoeglijke kerstdagen, een gezellige
jaarwisseling en een goed en gezond 2012!
4 NU Nieuws 6 NU Nieuws Xtra 8 Meer dan een verplicht nummer
10 Pilot Nightfever Event
11 Woordzoeker
12 Diversiteit in beleving van lijden en sterven
16 Taboe rond prostaat doorbreken
18 Ieder zijn ding
21 Kick-off Europees project
4 ZORGANNO NU December 2011
NUNieuws NUNieuws NUNieuws
Sinds 15 november ben ik de nieuwe vrijwilligerscoördinator bij
NU’91. Eerder werkte ik als intercedente, junior HR adviseur en
bureaumanager. In de uitoefening van die dienstverlenende func-
ties stonden de medewerkers van het bedrijf centraal. De inzet
van mijn huidige functie is de actieve leden van NU’91 zoveel mo-
gelijk te ondersteunen in hun inspanningen voor de vereniging
en nog meer leden te werven voor uiteenlopende activiteiten.
Ik kijk ernaar uit om met jullie samen te werken.
Ik woon samen met Egbert en onze zoon Siem van 9 maanden in
IJsselstein. Ik vind het leuk om te koken voor vrienden en dan voor-
al gerechten uit Italië, ons favoriete vakantieland.
Verpleegkunde het mooiste vak dat bestaat!? Het contact met de
patiënten, het afwisselende werk, er voor iemand anders kunnen
zijn: het zijn belangrijke redenen om voor dit vak te kiezen.
De keerzijde van de medaille is dat verpleegkundigen vaak stress-
volle werkdruk ervaren, waardoor zij soms het gevoel hebben er
niet voldoende te kunnen zijn voor hun patiënten. Stress heeft
negatieve gevolgen voor de gezondheid. Een relatief groot aantal
verpleegkundigen krijgt te maken met stressgerelateerde ziekten.
Bovendien gaan elk jaar veel verpleegkundigen op zoek naar een
baan buiten de zorg.
De Open Universiteit Nederland doet in samenwerking met NU’91
en een aantal hogescholen onderzoek naar de manier waarop stress
zich ontwikkelt onder beginnende verpleegkundigen.
Ben je tussen de één en vier jaar werkzaam als verpleegkundige?
Of zit je nog op school maar werk je minimaal vier dagen per week
in de zorg (stage/deeltijd)? Dan willen wij heel graag weten hoe
jij hierin staat. We verzoeken je de digitale vragenlijst op www.
thesistools.com/ou in te vullen.
Mede door jouw bijdrage hopen we meer inzicht te krijgen in de
manier waarop stress zich ontwikkelt onder beginnende verpleeg-
kundigen, en op grond daarvan duidelijk te krijgen welke moge-
lijkheden er zijn hierop in te grijpen.
De vragenlijst kan tot uiterlijk 24 december ingevuld worden.
De gegevens zullen anoniem worden behandeld. Onder de deel-
nemers verloten we vijf boekenbonnen van €20. Voor vragen
of opmerkingen kun je contact opnemen met Sander de Vos,
afstuderend psycholoog aan de Open Universiteit via
Op 31 december 2011 gaat de NU Academie offline. Vanaf 1 janu-
ari kunnen NU’91 leden dus geen trainingen meer volgen via de
NU Academie. Heb je nog credits voor de NU Academie? Maak
deze dan nog deze maand op. Voor een update van de beroeps-
inhoudelijke kennis kunnen NU’91 leden nog wel trainingen,
congressen en workshops op locatie volgen. Een overzicht vind
je op www.nu91.nl / NU’91 training.
Reminder : Op 31 december stopt NU’91 met het Caremiles spaarsysteem.
Heb je nog Caremiles? Wissel ze dan vóór het einde van deze maand in.
Kijk in de Caremiles geschenkengids en geef jezelf - of iemand anders - iets
leuks. Meer informatie en de geschenkengids vind je op www.nu91.nl
Werken in de zorg: een lust of een last?
NU Academie
Nieuwe vrijwilligerscoördinator
Lever je Caremiles in!
Eveline Baarsma
ZORGANNO NU December 2011 5
NUNieuws NUNieuws NUNieuwsNUNieuws NUNieuws NUNieuws
Als 18-jarige begon ik aan de
in-service opleiding A; ik kon
mij geen mooier beroep voor-
stellen. Mensen helpen, iets be-
tekenen voor anderen.
Tegenwoordig werk ik als
transferverpleegkundige in het
UMC Utrecht. Hoewel ik dus
niet meer echt met de handen aan het bed sta, ligt mijn hart - ook
na ruim 30 jaar werken in de zorg - nog altijd bij de patiënt/cliënt
die goede zorg nodig heeft.
Daarin is eigenlijk niet veel veranderd. De zorg blijft voor mij een
vak om trots op te zijn! Maar je merkt soms wel hoe weinig waar-
dering anderen hebben voor dit mooie vak.
In de 17 jaar waarin ik voor een thuiszorgorganisatie werkte, moest
de productie omhoog, werd het condoleancebezoekje eigen tijd,
werden de taken van verpleegkundigen naar lager geschoolden
gedelegeerd omdat dat goedkoper was …. Zo kan ik nog wel even
doorgaan. En wat me ook verbaasde was dat een HBO-V afge-
studeerde een salaris ontving dat niet in verhouding stond met
wat bijvoorbeeld een HBO ICT-er kreeg.
Bij toeval kwam ik in die periode in de OR terecht. In een OR zit-
ten leden op eigen titel of als vertegenwoordiger van een vakbond.
Ik was al jaren lid van NU’91 - dat hoort gewoon bij je vak, vind
ik - maar was me nauwelijks bewust van wat NU’91 eigenlijk
allemaal deed. Ik stapte er nogal naïef in, maar al snel zat ik met
regiovertegenwoordigers van NU’91 bij onderhandelingen voor
een sociaalplan. Er ging een wereld voor mij open, een club die zo
vierkant achter de werkenden in de zorg staat: super! Vanaf dat
moment draag ik NU’91 een warm hart toe.
Toen ik drie jaar geleden las dat NU’91 nieuwe mensen voor de
ledenraad zocht, heb ik me aangemeld. Ik vind het leuk om naast
mijn werk mee te denken over de zorg in het algemeen. Het was
even wennen, maar ik heb mijn draai binnen de ledenraad gevon-
den en vind het leuk om samen met de andere leden toe te zien
op het beleid binnen NU’91.
Om optimaal met onze leden in contact te komen en te blijven,
vind je NU’91 ook op Twitter, Facebook en Linkedin. Twitter
voor de highlights, Facebook om optimaal verbonden te zijn en
Linkedin om gezondheidszorgers een platform te bieden elkaar
op een makkelijke manier te treffen en met elkaar in discussie te
gaan. Kijk op www.nu91.nl
NU’91 heeft samen met Wilkens & Partners Financiële Dienst-
verlening een online verzekeringspakket samengesteld waarbij
leden van NU’91 direct financieel voordeel krijgen.
Autoverzekering Deze verzekering is in een zogenaamde pool
verzekerd waarbij meerdere maatschappijen intekenen voor (een
deel) van het risico; Nationale Nederlanden is de hoofdverzeke-
raar. Alle vervoersmiddelen - van fiets tot scooter en van auto tot
camper - kunnen worden verzekerd.
ZZP’ers in de zorg Voor ZZP’ers bieden we de mogelijkheid de
Beroeps Aansprakelijkheid te verzekeren. Helaas kan de premie,
die zal liggen tussen € 55 en € 100 per jaar, nog niet online wor-
den opgevraagd. Neem voor meer informatie contact met ons op:
bel 0321-382323 of stuur een mail naar [email protected].
Voor studenten Ook studenten kunnen zich collectief verze-
keren in een basispakket voor Inboedel, rechtsbijstand en aan-
sprakelijkheid. Het is een misvatting te denken dat je als student
automatisch via je ouders bent verzekerd. Meer informatie:
www.nu91.nl > NU voordeel voor jou > NU Collectiviteit.
NU collectief voordeel
NU Social Media
Vanuit de Ledenraad
Nel Koppelaar
6 ZORGANNO NU December 2011
traX NUNieuws traXis NU’91 echter nog geen partij in de cao Ambulancezorg en kun-
nen we de collectieve belangen dus niet behartigen. Graag wil-
len wij met leden die binnen de ambulancezorg werken in gesprek
komen, om te onderzoeken op welke manier wij hun specifieke
belangen kunnen behartigen, waarbij toetreden als partij bij
de cao-onderhandelingen zeker niet is uitgesloten. Opstarten
van een klankbordgroep ambulancezorg kan een goede manier
zijn om deze collectieve belangenbehartiging vorm en inhoud te
geven.
We roepen onze leden die werkzaam zijn in de ambulancezorg op,
ons te laten weten of NU’91 partij zou moeten worden bij de
cao-ambulancezorg. En ben je bereid om deel te nemen aan de
voorgestelde klank-bordgroep, dan horen we dat ook graag.
Het profiel daarvoor kun je opvragen via [email protected].
Je kunt je reactie - graag vóór 1 januari - mailen aan Rolf de Wilde:
Directiesecretaris Esther de Vries heeft op 6 en 7 oktober j.l. NU’91
vertegenwoordigd tijdens de 95ste General Assembly van de
European Federation of Nurses (EFN) in Polen. Tijdens deze bij-
eenkomst werd uitgebreid gesproken over Directive 2005/36
/EC (Europese richtlijn betreffende de erkenning van beroeps-
kwalificaties) en de European Health Professional
Card. Beide regelingen moeten het voor ver-
pleegkundigen makkelijker maken om
binnen de gehele Europese Unie te kun-
nen werken. In Directive 36 wordt
onder andere geregeld aan welke eisen
een opleiding moet voldoen om de
leerlingen te kunnen laten slagen
als verpleegkundigen. Een aspirant
leerling moet bijvoorbeeld 12 jaar voor-
opleiding hebben gehad alvorens aan de
opleiding tot verpleegkundige te mogen
beginnen. Ook is het aantal uren die de gehele
opleiding minimaal moet omvatten, vastgelegd.
Dat de verschillen tussen de Europese landen discussiepunten
oplevert, blijkt uit iets ‘simpels’ als de vraag wat precies onder
een uur wordt verstaan? In het ene land duurt een lesuur
45 minuten, in het andere duurt het de volle 60 minuten.
Oproep ambulancepersoneelSteeds vaker krijgt NU’91 van leden vragen over de cao Ambu-
lancezorg. Natuurlijk beantwoorden wij deze vragen graag en be-
hartigen wij al de belangen op individueel niveau. Op dit moment
Op dit moment is het nog onduidelijk hoe de European Health
Professional Card vorm zal krijgen: wordt het een fysieke kaart
of een digitaal register? In ieder geval zal de card alle gegevens
gaan bevatten die van belang zijn voor een nieuwe werkgever.
Tijdens de General Assembly kwamen ook de verschillen in de
arbeidsomstandigheden en de werkgelegenheid van
verpleegkundigen in de diverse landen aan de
orde. In de meeste landen gaan verpleeg-
kundigen er weliswaar niet in salaris op
achteruit, maar de arbeidsomstandig-
heden kunnen verslechteren, omdat
veel vacatures niet meer (kunnen)
worden ingevuld. Dat gaat zeker ook op
voor Nederland, waar de zorgsector - bij
onveranderd beleid - in de komende
jaren geconfronteerd zal worden met
een nijpend tekort aan verzorgenden en
verpleegkundigen. Ierland, Portugal, Spanje,
Griekenland en Denemarken hebben daarentegen
juist te maken met een steeds groter wordend overschot aan ver-
pleegkundigen. Landen als Roemenië, Polen, Slovenië en Hongarije
hebben vooralsnog weinig problemen met het aantrekken, aan het
werk houden en betalen van verpleegkundigen.
General Assembly van de EFN
ZORGANNO NU December 2011 7
Als het gaat om zorginhoudelijke zaken dan zijn richtlijnen van groot belang.
Goede richtlijnen bieden houvast en onderbouwen het handelen, en door een juiste toepassing kun je betere zorg verlenen en hiaten
en fouten voorkomen. In oktober werden de twee onderstaande richtlijnen gepubliceerd.
traX NUNieuws traX
Pijn en pijnmedicatie bij kwetsbare ouderenKwetsbare ouderen kunnen anders reageren op pijn en pijnmedicatie dan jongere patiënten. Vanuit de
overtuiging dat pijn bij kwetsbare ouderen onvoldoende herkend en behandeld wordt, heeft Verenso -
de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde - de richtlijn Herkenning en behandeling van
chronische pijn bij kwetsbare ouderen opgesteld met een speciale handleiding voor verpleegkundigen
en verzorgenden. Hierin wordt uitgelegd wat pijn is en hoe het ontstaat, en wat je als verpleegkundige
kunt doen. Pijnmedicatie en mogelijke bijwerkingen worden besproken, maar ook vormen van pijn-
stilling zonder medicatie komen aan bod.
Meer informatie over deze richtlijn vind je op www.verenso.nl>richtlijnen. De speciale handleiding
voor verpleegkundigen en verzorgenden kun je downloaden via www.nu91.nl > nieuws > beroepsinhoud.
Nieuwe richtlijnen
De richtlijn Verpleegkundige en Verzorgende Verslaglegging ver-
vangt de Herziening Consensus Verpleegkundige Verslaglegging
die dateert uit 1999. Een belangrijk verschil met de consensus-
richtlijn is dat de nieuwe richtlijn ook bestemd is voor verzorgen-
den. Gegevens noteren en op een juiste wijze omgaan met het
dossier is een beroepsinhoudelijke en een juridische plicht.
De praktijk laat echter te wensen over. Dat blijkt uit onderzoek van
de Inspectie voor de Gezondheidszorg, uit verhalen van patiënten
en hun naasten en uit tuchtzaken.
Het belang van goede verslaglegging is de afgelopen jaren alleen
maar groter geworden. Niet alleen neemt de complexiteit van de
zorg toe, ook het aantal zorgverleners dat betrokken is bij de pa-
tiënt dijt uit. Dat vergroot de kans op hiaten in de zorgverlening,
op fouten en op onduidelijkheden over verantwoordelijkheden.
Tegelijkertijd komen patiënten en hun naasten vaker op voor hun
rechten en verwachten ze - terecht - dat zorgverleners hun doen
en laten verantwoorden.
Deze ontwikkelingen hebben geleid tot nieuwe eisen en voor-
waarden voor de verslaglegging en het dossier. Die zijn vastgelegd
in wet- en regelgeving, in beleidsdocumenten, richtlijnen, hand-
reikingen, checklisten van zorgkoepels, beroepsorganisaties en de
inspectie. Het is echter niet zonder meer duidelijk met welke be-
roepsinhoudelijke en juridische normen en regels verpleegkun-
digen en verzorgenden rekening moeten houden.
De nieuwe, breed gedragen richtlijn - NU91, V&VN en Sting
waren vertegenwoordigd in de Expertgroep - ondervangt dit pro-
bleem. Hij geeft antwoord op vragen als: waarom is verslaglegging
van belang? Welke gegevens moet je noteren? Uit welke onder-
delen moet de verslaglegging bestaan en welke aspecten moeten
daarin aan de orde komen? Welke rechten heeft de patiënt? Wat
zegt de wet?
In een bijlage staat een overzicht van gegevens die zorgverleners
op grond van landelijke regels en afspraken in het dossier moeten
noteren. Al met al biedt de nieuwe richtlijn verpleegkundigen en
verzorgenden houvast bij het in praktijk brengen van de dossier-
plicht. Met natuurlijk als uiteindelijk doel een goede en verant-
woorde zorgverlening aan de patiënt. Je vind de richtlijn en de
samenvattingskaart op www.nu91.nl / nieuws.
Verpleegkundige en Verzorgende Verslaglegging
8 ZORGANNO NU December 2011
Nynke Vellema en Karin Vrielink
Dat het functioneringsjaargesprek een aansprekend onderwerp
is, wordt bevestigd door het feit dat meer dan 1700 van de 5000
benaderde Isala medewerkers de tijd en moeite namen om een
vragenlijst over het onderwerp in te vullen.
Het functioneringsjaargesprek is een gesprek tussen een medewer-
ker en de direct leidinggevende over het (toekomstig) functione-
ren van de medewerker in relatie tot omstandigheden in het werk,
de afdeling, de organisatie en de balans werk/privé. Het is een
middel om zowel de medewerker als de organisatie verder te hel-
pen in hun ontwikkeling.
De term functioneringsgesprek levert soms verwarring op. Niet
alleen het functioneren van de medewerker staat centraal tijdens dit
tweezijdige gesprek, maar eigenlijk alles wat het functioneren, de
ontwikkeling en de motivatie van de medewerker kan beïnvloe-
den, positief dan wel negatief. De balans tussen werk en privé,
kennis en ervaring in het team, werkomstandigheden en werk-
methodiek, samenwerking met collega’s en leidinggevende en het
takenpakket zijn mogelijke gespreksonderwerpen.
Levert het functioneringsjaargesprek jou iets op of kun jij je tijd wel
beter besteden? Uit het onderzoek is gebleken dat het functioner
ringsjaargesprek het meest oplevert als beide partijen er op dát
moment belang bij hebben. Een functioneringsgesprek kan ook
weerstand oproepen bij de medewerker en de relatie tussen mede-
werker en leidinggevende verslechteren.
Het is uiteraard van belang dat de leidinggevende betrokken is bij
de werkvloer, niet alleen moreel maar ook fysiek. Medewerkers
van Isala klinieken gaven aan dat de effectiviteit van het functione-
ringsgesprek minder kan zijn, als de leidinggevende niet of nauwe-
lijks aanwezig is op de werkplek. Een fysieke afstand hoeft een
goed gesprek echter niet in de weg te staan, zolang er maar echte
betrokkenheid en onderling vertrouwen is. Een goede stijl van
leidinggeven en duidelijke communicatie het gehele jaar door heeft
effect op het succes van het functioneringsjaargesprek.
Een andere veelgemaakte opmerking van medewerkers: Het gaat
elk jaar weer over dezelfde onderwerpen, maar dan vaak met een
nieuwe leidinggevende. Een stabiele gesprekspartner blijkt voor
medewerkers dus ook van belang te zijn.
De Isala klinieken in Zwolle hebben
een onderzoek ingesteld naar de
functioneringsjaargesprekken om inzicht
te krijgen in de kwaliteit van het proces
en de inhoud ervan.
Nynke Vellema is met dit onderzoek
afgestudeerd aan de opleiding
Personeel & Arbeid aan
de Hanzehogeschool Groningen.
Meer dan een verplicht nummerFunctioneringsjaargesprek kan medewerker én organisatie iets opleveren
ZORGANNO NU December 2011 9
Vanuit de CAO voor ziekenhuizen heeft iedere medewerker recht
op een functioneringsjaargesprek. Maar one size fits all, dat gaat niet
op. Elke medewerker zit in een andere levens- en ontwikkelings-
fase. De medewerker die geen functioneringsjaargesprek heeft
gehad, maar gewoon - zonder problemen - lekker werkt, zal het
gesprek ook niet missen, terwijl een andere medewerker juist graag
vaker per jaar in gesprek zou willen met de leidinggevende. Drie-
kwart van de medewerkers van Isala klinieken vindt het belang-
rijk om het functioneringsjaargesprek op jaarlijkse basis te voeren,
de overige 25% wil dat liever vaker (5%) of minder vaak (20%).
Draagt het gesprek bij aan je arbeidsvreugde of vreet het alleen
maar energie?
Kees Kouwenhoven heeft een methode ontwikkeld om arbeids-
vreugde te meten: de zeven bronnen van arbeidsvreugde. Deze
methode is bij de Isala klinieken toegevoegd aan het formulier
functioneringsjaargesprek, omdat deze zeven bronnen van arbeids-
vreugde alle belangrijke elementen omvatten die in zo’n gesprek
thuishoren.
Belangrijk is dat beide partijen zich realiseren dat het gesprek meer
moet zijn dan het invullen van het formulier. De behandelde pun-
ten, afspraken en actiepunten worden idealiter samengevat en
vastgelegd. Zo nodig worden er evaluatiemomenten ingepland,
met als doel te garanderen dat afspraken door beide partijen wor-
den nagekomen. Medewerkers van de Isala klinieken vinden het
van cruciaal belang dat afspraken worden nagekomen en niet blij-
ven liggen tot het volgende jaargesprek. Anders voelt het gesprek
als een verplicht nummer. Overigens is 90% van de medewerkers
van Isala klinieken tevreden over de afspraken die tijdens het
functioneringsgesprek worden gemaakt.
Er kan nog een verbeterslag worden gemaakt wat betreft de wijze
van verslaglegging, gezien de volgende veelgemaakte opmerkin-
gen van de medewerkers: het formulier is te uitgebreid en te
complex.
Voorbereiding en evaluatie Literatuuronderzoek bevestigt dat beide partijen het gespreksdoel
duidelijk voor ogen dienen te hebben, zodat zij zich kunnen voor-
bereiden op hetzelfde gesprek. Het is een misvatting dat voorbe-
reiding enkel de taak is van de leidinggevende; het functionerings-
jaargesprek is echter een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Weet waarover je het wilt hebben en stem dit voor het gesprek
plaatsvind, met elkaar af.
Het functioneringsgesprek wordt regelmatig verward met het
(eenzijdige) beoordelingsgesprek. Dat is kwalijk, want dat ge-
sprek heeft een heel ander doel en dus een andere lading; een
beoordeling krijgen is spannend. Er is tijdens zo’n gesprek per
definitie een hiërarchische relatie tussen leidinggevende en mede-
werker. Deze zou echter niet manifest mogen zijn tijdens het func-
tioneringsgesprek, omdat dat een open en oprecht gesprek in de
weg kan staan.
Als er behoefte aan is, dan kan feedback gegeven worden aan elkaar
(leidinggevende aan medewerker én visa versa), maar dat is niet
het doel van het gesprek. Feedback geven kan beter gewoon door
het hele jaar heen op de werkvloer. Liever zelfs, aldus de Isala me-
dewerkers.
Na het gesprek is het voor de leidinggevende goed om te weten
hoe de medewerker het gesprek heeft beleefd. Was er een open
gespreksfeer? Was het gesprek een dialoog op basis van gelijk-
waardigheid? De leidinggevende kan zichzelf verbeteren als hij in
een evaluatie van het functioneringsgesprek feedback accepteert.
Op het moment dat een leidinggevende zich ontwikkelt in het
voeren van functioneringsgesprekken, kan het maximum uit de
gesprekken worden gehaald. Dat kan veel opleveren voor zowel de
organisatie als de medewerkers.
De ondernemingsraad heeft inbreng in de wijze waarop de func-
tioneringsgesprekken worden ‘vormgegeven’. Zich verdiepen in
dit soort gesprekken is aan te raden, want communicatie kan ver-
draaid lastig zijn.
Noot:Co-auteur Karin Vrielink is HR Specialist Informatie en Control
bij de Isala klinieken
De zeven bronnen van arbeidsvreugde: Fysiek welbevinden:
fysieke werkplek, gezond en veilig gevoel
Collegialiteit:
werkrelaties met collega’s, groepsgevoel, goede samenwerking
Waardering en vertrouwen:
ruimte om te handelen en waardering krijgen
Goede prestaties:
resultaten bereiken, competent zijn
Groei:
talenten ontwikkelen, anderen helpen
Werken met hart en ziel:
uitdrukking geven aan wie je bent
Hogere zingeving:
iets kunnen betekenen voor anderen.
Bron: Kouwenhoven K. De zeven bronnen van arbeidsvreugde -
Methode voor werken met plezier en goed presteren, 2005
•••••••
10 ZORGANNO NU December 2011
Auto te water jóuw zorg?Omdat je auto binnen 1 minuut zinkt? En de elektronicabinnen enkele seconden uitvalt? Kunnen ontsnappenuit de auto wanneer elke seconde telt?
Wees voorbereiden kijk tot 20 januari opautoveiligheidwinkel.nl
ResQMe™
zorgt voor20% korting
Kortingscode: NU91
OORDZOEKERADVENTCHOCOLADEMELKDINERENGELENGEZELLIGGLADGUIRLANDEGUURHANDSCHOENENHULSTJAARWISSELINGKAARSKERSTBALKINDEKEKNUSKOUDMIRRE
De woorden zitten horizontaal, verticaal en diagonaal in alle richtingen in de puzzel verstopt. Ze kunnen elkaar overlappen. Zoek ze op en streep ze af. De overblijvende letters vormen - achter elkaar gelezen - de oplossing.
NATUURIJSPIEKSFEERVOLSJAALSLOTONTDOOIERSPARSTALSTERVETBOLVORSTVRIEZENWANTENWEERALARMIJSBAANIJSVRIJIJZEL
Mail de oplossing van de jubileumpuzzel vóór
9 januari 2012 naar [email protected]
Ook niet-leden kunnen hun oplossing insturen.
Vermeld ook je naam en adres. Onder de inzenders
met de juiste oplossing verloten we tien
ResQMe’s. Geef jezelf de kans
om uit de auto te ontsnappen
wanneer elke seconde telt!
ZORGANNO NU December 2011 11
Anja Cremers Joost de Bie
In samenwerking met het Waterland ziekenhuis te Purmerend werd
op 19 september j.l. de aftrap gegeven voor de Nightfever Events.
Verpleegkundigen die bij het ziekenhuis arriveerden om hun dienst
te beginnen, werden bij de ingang verwelkomd met windlichten die
hen naar de sfeervolle ruimte leidde waar het Event plaatsvond.
Zowel de verpleegkundigen die de nachtdienst ingingen als degenen
die uit de avonddienst kwamen, werden verrast met een drankje,
vers fruit en veel cadeautjes die iets met het werken in de nacht te
maken hebben. Het ziekenhuis had voor extra koolhydraatrijke
magnetronmaaltijden gezorgd. Het is bewezen dat vanaf de tweede
helft van de nachtdienst een koolhydraatrijke maaltijd langdurig
energie geeft.
Samenwerking Het Waterlandziekenhuis haalde het
Nightfever Event in huis in het kader van de Vitaliteitsweek.
In overleg met het ziekenhuis is een Event op maat samengesteld,
waarbij gekeken is wat het ziekenhuis en wat NU’91 kon bijdragen
om het Event te laten slagen. NU’91 zorgde voor de sfeervolle ambi-
ance en het uitgebreide voorlichtingsmateriaal over hoe men fit de
nacht door kan komen. Ook waren er voor iedereen tal van cadeau-
tjes zoals oordopjes, slaapmaskers om het licht buiten te sluiten
tijdens een powernap en roze zonnebrillen. Het ziekenhuis had voor
iedereen twee gezichtsmaskers toegevoegd, waarvan er één - voor-
zien van een wenskaart - aan een collega cadeau gedaan kon worden.
Verder werden er nog enkele setjes etherische oliën uitgedeeld;
krachtige ontspannende geuren om te relaxen en frisse geuren voor
de concentratie.
Reacties De verpleegkundigen die voorzien van cadeautjes,
eten en voorlichtingsmateriaal begonnen aan hun nachtdienst of na
hun avonddienst naar huis gingen, waren blij verrast en enthou-
siast over de aandacht voor dit onderwerp. Nog dagen na het Event
is erover nagepraat.
Personeelszaken van het Waterland Ziekenhuis heeft aangegeven zich
verder in te zullen zetten voor het fit houden van de medewerkers.
Er zijn al gesprekken gaande over een lichtsysteem dat duurzame
fitheid garandeert. Ook de plaatselijke radio heeft aandacht besteed
aan het Event. Het ziekenhuis is in het nieuws gekomen als een orga-
nisatie die aandacht heeft voor zijn personeel.
Wil jij een Nightfever Event in jouw organisatie? Bel of mail met
Anja Cremers: 030-2840431 / [email protected]
Negatieve effecten van nachtdienst erkennen en aanpakken
Persoonlijke ervaringen en wetenschappelijke
onderzoeksresultaten maken duidelijk dat
negatieve effecten van werken in nachtdienst
op verschillende manieren tegengegaan
kunnen worden.
Om de mogelijkheden voor het fitter
doorkomen van de nachtdienst onder de
aandacht te brengen, organiseert NU’91 in een
aantal zorginstellingen een Nightfever Event.
Pilot Nightfever Event
12 ZORGANNO NU December 2011
Gert van Dijk en Ineke Lokker
Diversiteit in beleving van lijden en sterven
Christelijke ouders die pijnbestrijding weigeren bij hun ernstig gehandicapte pasgeborene, een islamitische
familie die sondevoeding eist voor een terminale alzheimerpatiënt, een arts die bij een Hindoestaanse familie
op een muur van onbegrip stuit als hij voorstelt een ‘zinloze behandeling’ te staken. Regelmatig worden
zorgverleners geconfronteerd met visies op lijden en sterven die afwijken van hun eigen zienswijze.
Een goede zorgverlener heeft kennis van de culturele achtergrond van zijn patiënt
ZORGANNO NU December 2011 13
Lijden en de dood zijn universele, essentiële ervaringen in het
menselijk leven. Iedere cultuur en iedere levensbeschouwing geeft
op een eigen manier invulling aan die ervaringen. Zo wordt binnen
de islam lijden gezien als een middel om mensen te beproeven:
…en Wij stellen jullie op de proef met het slechte en het goede, als een
beproeving, en tot Ons worden jullie teruggekeerd (Koran 21: 35).
Of als een gevolg van menselijk handelen: Wat jou van het goede
overkomt, het is van Allah; en wat jou van het slechte overkomt,
het is van jezelf (Koran 4: 79). De dood is binnen de islam een mid-
del om het eeuwige te bereiken. Een moslim mag de dood echter
niet wensen. Pijn moet geduldig tegemoet worden getreden en
euthanasie is verboden.
Het is de wil van Allah, is een uitspraak die zorgverleners regel-
matig horen. Voor sommige moslims geeft deze uitspraak de reden
aan voor hun eigen passiviteit. Voor anderen is het juist een ver-
klaring voor opstandig gedrag, bijvoorbeeld wanneer de arts voor-
stelt een behandeling te staken. Voor de eerste groep mensen
betekent het dat Allah het tot zover heeft gewild en dat het geen
zin meer heeft om nog verder te gaan met de behandeling.
Anderen zien het als de wil van Allah om verder te gaan met de
behandeling omdat het niet is toegestaan om in zijn plaats te be-
palen wanneer het einde is gekomen.
Uit deze verschillende interpretaties blijkt dat het steeds weer
noodzakelijk is om te achterhalen wat mensen precies bedoelen.
Ook onder moslims zijn grote individuele verschillen in de bele–
ving van hun geloof. Sommige moslims zijn streng in de leer,
anderen zijn liberaal en meer geseculariseerd. Mensen vallen niet
samen met hun religie, maar geven vanuit hun levensbeschouwing
op individuele wijze vorm aan het leven én aan lijden en dood.
Bewust stervenCultuur is niet alleen iets van de anderen, ook het doen en laten
van de zorgverlener wordt mede door de eigen culturele achter-
grond bepaald. Alleen is de eigen cultuur vaak moeilijk te herken-
nen omdat die zo alomtegenwoordig is, breed wordt gedeeld en
zo vanzelfsprekend aanvoelt. Een goudvis vindt het ook moeilijk
om het water te zien waarin hij zwemt.
De meeste zorgverleners hebben een ‘moderne’ visie op lijden en
de dood. Het sterven is in deze visie het eind van het leven, hoort
vrij van pijn en lijden te zijn en bij voorkeur thuis plaats te vinden,
omringd door vrienden en familie. De patiënt heeft in deze visie
recht op informatie over diagnose en prognose. Het naderende
overlijden moet openlijk worden erkend en het sterven dient
bewust te gebeuren: emotionele en relationele zaken moeten af-
gerond worden en innerlijke conflicten opgelost.
Vaak wordt echter in andere culturen sterven niet gezien als een
eindpunt maar als een overgang naar een andere fase, een hierna-
maals of een wedergeboorte. Het lijden wordt in dergelijke visies
niet altijd gezien als iets dat koste wat kost afgewend moet worden.
Lijden kan louterend zijn, de mogelijkheid bieden tot persoonlijke
groei, of wordt gezien als een straf van god.
Het is ook niet vanzelfsprekend dat een patiënt altijd weet wil
hebben van het naderende sterven. In veel culturen is het gebruike-
lijk om de patiënt tot het laatste moment hoop te blijven geven op
genezing. Men ziet het als respectloos en ongevoelig om iemand
met zijn naderende dood te confronteren.
Voorkom vertrouwensbreukMaar met het inzicht dat er vele visies op lijden en sterven zijn en
dat een individuele aanpak nodig is, zijn niet alle conflicten te
voorkomen. Op bijvoorbeeld de IC is onenigheid over het al dan
niet stoppen van een als medisch zinloos beschouwde behande-
ling een terugkerend iets. In een Netwerkdocumentaire van 4 ja-
nuari 2007 werden beelden getoond van het staken van de beade-
ming van een Hindoestaanse patiënt met een ernstig CVA en een
infauste prognose. De familie protesteert hevig tegen het besluit
van de ic-arts om de beademing te staken, en dit leidde tot drama-
tische taferelen.
Op de ic-neonatologie van het Sophia Kinderziekenhuis speelde
onlangs een soortgelijke casus. Hier weigerden orthodox christe-
lijke ouders pijnbestrijding bij hun ernstig lijdende pasgeborene,
en ook weigerden zij akkoord te gaan met het staken van de beade-
ming, hoewel het kind een infauste prognose had. Zij waren bang
dat het kind door de pijnstilling sneller zou overlijden, en niet meer
zou kunnen vechten. Omdat er een vertrouwensbreuk dreigde te
ontstaan tussen de ouders en het team, hebben de ic-medewer-
kers contact opgenomen met een arts uit dezelfde geloofsgemeen-
schap als de ouders. Deze heeft uiteindelijk de ouders ervan kun-
nen overtuigen dat het beter was om de beademing te staken.
Dit proces van overreding vergde veel tijd: uiteindelijk heeft de
pasgeborene bijna een maand langer aan de beademing gelegen
dan de artsen verantwoord achtten.
Het is niet vanzelfsprekend dat iedere patiënt altijd
weet wil hebben van het naderende sterven
Lees verder op pagina 14
14 ZORGANNO NU December 2011
Het komt dus voor dat er doorbehandeld wordt ten behoeve van
de naasten van de patiënt, ook al heeft de patiënt hier geen baat
meer bij. In de genoemde casus op de ic-neonatologie werd de
hulp ingeroepen van een vertrouwenspersoon uit de eigen geloofs-
gemeenschap. In andere gevallen wordt soms contact opgenomen
met een ziekenhuis in het land van herkomst, zodat de familie in
de eigen taal een second opinion kan krijgen. Ook kan dit een
effectieve methode zijn om een eventuele vertrouwenscrisis te
herstellen.
Kies je woorden bewust Het is eveneens van belang om de juiste woorden te kiezen tijdens
gesprekken over ‘het staken van een medisch zinloze behande-
ling’. Voor veel zorgverleners is dit een normale uitdrukking, maar
voor patiënten kan het onbegrijpelijk zijn: in veel levensbeschouw-
ingen is het leven gegeven door god, en iedere behandeling die dit
leven rekt per definitie zinvol. Als de arts stelt dat hij een zinloze
behandeling wil staken, kan dit de suggestie wekken dat het leven
van de patiënt zinloos is. Dit zal uiteraard op veel weerstand en
verzet stuiten. Daarom is het vaak beter om niet te spreken van
zinloos, maar te zeggen dat alles is gedaan om het leven te redden,
maar dat dat helaas niet is gelukt. Voor veel mensen is het immers
een geruststellende gedachte dat alles is gedaan voor de patiënt,
omdat dat voor veel mensen een uiting van genegenheid is.
Een andere valkuil voor ‘moderne’ zorgverleners is dat zij het als
een goede gewoonte zien om alles aan de patiënt en diens naasten
uit te leggen, en ook eventuele twijfels voor te leggen en openlijk
te bespreken. Deze cultuur van openheid zien veel zorgverleners
als een verworvenheid, maar in andere culturen wordt dit soms
gezien als een teken van zwakte, en veroorzaakt het wantrouwen.
Want als de dokter het niet zeker weet, is het dan wel een goeie
dokter?
Het goede doenEen goede zorgverlener heeft kennis van de culturele achtergron-
den van zijn patiënten, is zich bewust van het eigen normen- en
waardenpatroon en is in staat het eigen taalgebruik aan te passen
aan de specifieke patiënt of diens naasten. Daarnaast is het van be-
lang dat binnen afdelingen - met name de ic’s - duidelijke afspraken
worden gemaakt over hoe om te gaan met conflicten met patiën-
ten en hun naasten, maar ook over hoe zij conflicten kunnen voor-
komen.
Het is belangrijk om in te zien dat zorgverleners en naasten uit-
eindelijk hetzelfde nastreven: het goede doen voor de patiënt.
De conflicten gaan over wat in een specifieke situatie ‘het goede’
is, niet over de vraag of het moet worden gedaan.
Lees verder op pagina 13
In sommige gevallen wordt
contact opgenomen met een
ziekenhuis in het land van
herkomst, zodat de familie
in de eigen taal een second
opinion kan krijgen.
ZORGANNO NU December 2011 15
De vaak grote rol van de familie, taalproblemen, andere zorgopvat-
tingen en gebruiken stellen zorgverleners voor de vraag hoe zij pallia-
tieve zorg bij mensen uit andere culturen moeten vormgeven.
Onderzoekers van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van
de gezondheidszorg) deden in samenwerking met IKNL en Pharos
onderzoek naar de opvattingen en gebruiken van mensen met een
niet-westerse achtergrond over de behandeling van pijn, braken en
misselijkheid, obstipatie, depressie en delier in de palliatieve fase.
Zij richtten zich primair op mensen met een Marokkaanse, Turkse,
Surinaamse, Arubaanse of Antilliaanse achtergrond, omdat zij de groot-
ste niet-westerse groepen vormen binnen de Nederlandse samenle-
ving. Tegelijkertijd geven de onderzoekers aan dat aandacht voor
diversiteit in opvattingen, wensen en gebruiken zich niet alleen moet
uitstrekken tot allochtonen, maar tot iedereen. Een individuele bena-
dering van iedere patiënt en zijn omgeving is altijd van groot belang.
De onderzoekers legden hun bevindingen vast in een Handreiking
Palliatieve zorg (download www.nivel.nl). De handreiking is te gebrui-
ken als aanvulling op de bestaande richtlijnen voor pijn, depressie,
delier, misselijkheid/braken en obstipatie in de palliatieve fase, zoals
die zijn te vinden op www.pallialine.nl.
De handreiking is nadrukkelijk niet bedoeld als vervanging van deze
richtlijnen.
(toevoeging redactie ZaN)
Auteurs:
Gert van Dijk, ethicus en secretaris van de Commissie Medisch
Ethische Vraagstukken, Erasmus MC Rotterdam
Ineke Lokker, verpleegkundige en wetenschappelijk onderzoeker,
Erasmus MC Rotterdam
Dit artikel verscheen eerder in Medisch Contact, 25 februari 2011.
NIVEL onderzoekIn sommige gevallen wordt
contact opgenomen met een
ziekenhuis in het land van
herkomst, zodat de familie
in de eigen taal een second
opinion kan krijgen.
Het is belangrijk om in te zien dat zorgverleners en naasten uiteindelijk hetzelfde nastreven:
het goede doen voor de patiënt.
16 ZORGANNO NU December 2011
Met 9.500 nieuwe gevallen per jaar is prostaatkanker de meest
voorkomende vorm van kanker bij mannen. Prostaatkanker is na
longkanker de tweede doodsoorzaak voor mannen. Jaarlijks ster-
ven er evenveel mannen - ongeveer 3.000 - aan de gevolgen van
prostaatkanker als vrouwen aan borstkanker. Maar voor prostaat-
kanker is veel minder aandacht dan voor borstkanker. De in 2007
opgerichte stichting Blue Ribbon heeft als doelstelling bij het
grote publiek, de media en de politiek aandacht te vragen voor
prostaatkanker. Blue Ribbon ontvangt geen subsidie en werkt
hoofdzakelijk met vrijwilligers en ambassadeurs. De inkomsten
zijn afkomstig uit fondsen, sponsorwerving en particuliere giften.
Prostaatvergroting De prostaat is een klier, die bij een volwassen man niet groter hoort
te zijn dan een tamme kastanje. Problemen met de prostaat kun-
nen op elke leeftijd voorkomen, maar de kans op klachten op
oudere leeftijd is aanzienlijk groter. Vanaf vijftig jaar kan de pros-
taat - onder invloed van hormonale veranderingen - zo groot zijn
dat er geleidelijk klachten gaan ontstaan met plassen. Meestal is
er sprake van een goedaardige vergroting van de prostaat. Bijna
iedere man krijgt er ooit mee te maken, maar ‘slechts’ een derde
van hen zal er daadwerkelijk last van ondervinden.
Omdat de prostaat om de plasbuis heen ligt, zal hij bij een voort-
durende groei uiteindelijk de plasbuis dichtduwen. Het wordt
dan moeilijk om de urine door de plasbuis te persen. Door de extra
inspanning wordt de blaaswand zwakker en raakt soms uitgerekt.
Na verloop van tijd lukt het de blaas niet meer alle urine naar bui-
ten te krijgen en blijft er urine achter. Dit kan leiden tot blaasont-
steking en nierproblemen.
Symptomen van een vergrote prostaat zijn:
• minder krachtige urinestraal
• niet goed kunnen beginnen met plassen
• meer aandrang en steeds weer moeten plassen
• vaker moeten plassen met minder drang en weinig urine per keer
• nadruppelen en ongewenst urineverlies
• nachtelijk plassen
• een branderig gevoel bij het plassen
• gevoel hebben dat de blaas zich niet volledig leegt
Prostaatkanker Bovengenoemde plasproblemen wijzen meestal op een (goed-
aardige) vergroting van de prostaat. Prostaatkanker op zich veroor-
zaakt meestal geen klachten. De kanker ontstaat namelijk meestal
in het buitenste deel van de prostaat, terwijl prostaatvergroting
optreedt in de binnenste kern rond de plasbuis. In sommige ge-
vallen kunnen de klachten van iemand met prostaatkanker echter
erg lijken op die van een goedaardige vergroting van de prostaat.
Taboe rond prostaat doorbreken
Iedere man kan vroeg of laat prostaatklachten krijgen. Door onwetendheid of uit schaamte is het geen onderwerp
dat makkelijk besproken wordt. Blue Ribbon wil gezonde mannen bewust maken van de prostaat en van de risico’s
op prostaatkanker en het taboe rond het onderwerp doorbreken.
Blue Ribbon maakt mannen bewust
Cees van Schilt
ZORGANNO NU December 2011 17
Sanitaklompen.nl is onderdeel van S A N I T A K L O M P E N . N L
SANITA KLOMPENDÉ KWALITEITSKLOMPEN VOOR DE ZORG!
NU17,5%KORTING(code: nu91)
• Sanita is een Deens kwaliteitsproduct
• Keuze uit trendy (opvallend) design en modellen met strakke, professionele uitstraling
• Flexibele polyurethaan zool die geluidsarm is en schokken absorbeert, waardoor lopen, staan, tillen en/of bukken geen probleem vormt
• Naar de voet gevormd voetbed
• De leren klompen voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen
• NU 17,5% KORTING, internetkortingscode nu91 (actie is geldig van16 december 2011 t/m 16 januari 2012)
• De actie is gericht op model 560 (blauwe stippen) en model 38S (roze met zilvergrijs motief)
• Meer informatie of persoonlijk advies? Mail dan naar [email protected] of bel 030 65 60 644
Bij klachten is het dus aan te raden een afspraak te maken met de
huisarts. Die kan na een eerste onderzoek besluiten een PSA-test
af te nemen. De PSA-test meet de hoeveelheid Prostaat Specifiek
Antigeen in het bloed. PSA (een eiwit dat in de prostaat wordt
gemaakt) komt normaal gesproken in kleine hoeveelheden voor
in het bloed. Van de mannen ouder dan 50 jaar blijken twee van
de tien een verhoogde PSA-waarde te hebben. Die verhoogde
waarde kán op prostaatkanker wijzen, maar komt ook voor bij een
goedaardige prostaatvergroting, een urineweginfectie of een
prostaatontsteking. Bij een verhoogde PSA-waarde is dan ook
altijd aanvullend onderzoek nodig om te kunnen vaststellen of
het om prostaatkanker gaat.
Vrijwel iedere man krijgt prostaatkanker als hij maar oud genoeg
wordt. Het aantal mannen dat overlijdt mét prostaatkanker is
echter aanzienlijk groter dan het aantal dat overlijdt als gevolg van
prostaatkanker. Uit secties van mannen die ergens anders aan zijn
overleden, blijkt dat 10 tot 30% van de mannen tussen 50 en 60
jaar prostaatkanker heeft en bij mannen tussen 70 en 80 jaar geldt
dat voor 50 tot 70%. De tumor groeide echter zo langzaam dat
deze mannen dat nooit geweten hebben. Bij jonge patiënten is de
tumor echter beduidend agressiever.
Een duidelijke oorzaak van prostaatkanker is nog niet gevonden.
Wel is bekend dat de ziekte vaker voorkomt bij mannen in West-
Europa en de VS dan in de rest van de wereld.
Prostaatkanker is in ongeveer 10% van de gevallen erfelijk bepaald.
Van erfelijke aanleg is sprake als bij drie naaste familieleden of bij
twee eerste- of tweedegraads verwanten jonger dan 55 jaar, de
diagnose prostaatkanker is gesteld.
Over borstkanker wordt tegenwoordig openlijk gesproken.
Onder mannen is prostaatkanker nog steeds een heikel
onderwerp. De activiteiten van Blue Ribbon zijn erop gericht dit
taboe eindelijk te doorbreken.
Meer informatie: www.blueribbon.nl www.deprostaatkliniek.nl
18 ZORGANNO NU December 2011
Als je jarenlang als psycholoog hebt rondgelopen in een kliniek
voor patiënten met ernstige psychiatrische problemen, heb je
voldoende gelegenheid gehad de uiterst merkwaardige
mensensoort die daar ook rondloopt - de arts - te bestuderen.
Artsen kunnen heel aardig doen tegen ons, de gewone mensen;
dat vinden ze vooral ook zelf. In het begin van hun carrière kost
het hun nog enige moeite hun superioriteit te verbergen en dat
is vervelend, want dat komt zo onaardig over. Maar omdat artsen
zo slim zijn, leren zij snel om tegen iedereen, waar dan ook, op
elk moment te glimlachen. Zij lijken dan aardige, bijna gewone
mensen. In deze façade van gewoonheid komt een barst als er
‘artsendingen’ te bespreken zijn. In de kliniek maak ik dat bijvoor-
beeld mee tijdens de overdracht, het dagelijkse gesprek over
patiënten waaraan artsen, psychologen en verpleegkundigen deel-
nemen. Dan zie je dat artsen een voorkeur hebben voor zaken die
normale mensen verafschuwen. Tot de ‘artsendingen’ horen koorts,
bloedspiegels, pus, feces, pukkels en galoprispingen.
Artsen vinden het fijn om aan een verpleegkundige te vragen:
Maar wat voor kleur had de feces dan? of Had dat ettervocht nog
een speciale geur? Ook willen zij graag dat verpleegkundigen de
urine ‘sticken’ op eiwitten als meneer weer eens in de hoek van zijn
kamer heeft staan plassen, of dat zij elke vijf minuten even bloed-
prikken bij een patiënt die manisch staat te tieren in de rookkamer.
Als een arts zoiets vraagt tijdens de overdracht, zegt de verpleeg-
kundige met een ernstig gezicht dat het onmiddellijk zal gebeuren.
Dit onmiddellijk valt nog wel eens tegen, want verpleegkundigen
hebben erg veel andere zaken aan hun hoofd. Als blijkt dat een
verpleegkundige iets is vergeten, kijkt een arts bedenkelijk en
geeft geen standje. Géén standje, natuurlijk niet. Want dat zou
onaardig zijn en artsen hechten er aan om aardig te zijn voor ge-
wone mensen.
Tegen psychologen doen artsen aardig om nog een andere reden,
namelijk omdat zij ons een beetje eng vinden. Zij hebben geen
idee van wat een psycholoog eigenlijk doet. Ja, praten. Maar artsen
denken dat je met patiënten helemaal niet kunt praten, want tij-
dens hun opleiding vonden zij ‘communiceren met patiënten’
allemaal een verdomd lastig vak.
In het gunstigste geval denken artsen dat psychologen een soort
Artsen geven pillen,
psychologen praten,
verpleegkundigen doen
het werk.
Die duidelijke taakverde-
ling leidt niet altijd tot
betere samenwerking,
weet psycholoog
Jean-Pierre van de Ven.
Ieder zijn ding
Jean-Pierre van de Ven
ZORGANNO NU December 2011 19
helderzienden zijn, die de patiënt genezen door exact het juiste
te zeggen. In het slechtste geval denken zij dat psychologen ijdel-
tuiten zijn die denken dat zij superieur zijn aan iedereen. Als een
arts dit laatste denkt, weet ik dat ik heb gefaald. Ik doe er namelijk
alles aan om niet te laten merken dat ik boven andere mensen
verheven ben.
Dat vind ik zo onaardig. Als ik merk dat een arts mijn superioriteit
heeft ontdekt, neem ik me altijd voor om nog meer te glimlachen
en gewoon te doen. Ondanks zulke misverstanden, die inderdaad
meestal met een glimlach kunnen worden opgelost, verloopt de
samenwerking met artsen prima. De taakverdeling is duidelijk.
Artsen geven pillen, wij psychologen praten, verpleegkundigen
doen het werk. Goed, misschien let ik tijdens de overdracht wel
eens wat minder scherp op als het gaat over poep of schimmel-
tenen. En ik zie ook wel dat de aandacht van artsen verflauwt als
we komen te spreken over ‘psychologendingen’: zaken als paniek
en somberheid, scores op vragenlijsten, de inhoud van dromen
en de mening van patiënten over hun behandeling.
Wij psychologen vinden het fijn om aan verpleegkundigen te
vragen Maar wat denk jij dat de patiënt er zelf van denkt?, of Riep
die patiënt bij jou niet ook een enorme machteloosheid op?
Psychologen willen graag dat verpleegkundigen ontspannen com-
municeren met de psychotische patiënt en om de vijf minuten
aan alle bipolaire patiënten vragen hoe hun stemming is op een
schaal van nul tot honderd.
De verpleegkundigen voeren vervolgens niet uit wat wij vragen,
want zij hebben het te druk met hun werk. Dan geven wij hen
natuurlijk geen standje. Natuurlijk niet, want dan zou blijken dat
wij superieur zijn. En daar zijn we te superieur voor. In plaats
daarvan geven we de artsen een blik van verstandhouding, zo van:
hopeloos die verpleging van tegenwoordig. Dan knikken de artsen
instemmend, nauwelijks zichtbaar, als broeders van een geheim
genootschap. Nee, met die samenwerking zit het wel snor.
Jean-Pierre van de Ven is psycholoog. Tegenwoordig is hij onder andere werkzaam bij Mentrum, waar hij mensen met ernstige psychische stoornissen behandelt.Recente publicatie: Geluk in de liefde, over de samenbindende kracht van relaties (www.jeanpierrevanderven.nl).
Noot: Dit artikel verscheen eerder in De Volkskrant, 11 juni 2011.
Vrijwel iedereen zal ooit enige vorm van mantelzorg geven of
ontvangen. Op dit moment biedt een op de vier volwassenen
hulp aan mensen die zorg nodig hebben. Ruim één miljoen
mensen doet dat langdurig en intensief. Vooral voor deze groep
mantelzorgers is het belangrijk af en toe de zorg aan een andere
te kunnen overdragen en zo wat tijd voor zichzelf te krijgen.
Respijtzorg kan daarvoor worden ingezet. De zorg die de mantel-
zorger verleent wordt dan tijdelijk overgenomen door vrijwilligers
of professionals. Respijtzorg draagt ertoe bij dat de mantelzorger
in staat is de zorg vol te houden, waardoor de patiënt langer thuis
kan blijven wonen.
Mezzo - vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg - is
dit jaar gestart met www.respijtwijzer.nl. Deze site biedt een
landelijk overzicht van meer dan 4000 organisaties en instellin-
gen - zorgboerderijen, zorghotels, logeerhuizen, dagopvang, zorg
door vrijwilligers - die respijtzorgvoorzieningen leveren voor
zorgvragers en hun mantelzorgers.
Je vindt er ook informatie die zorgvragers en mantelzorgers
stimuleert drempels te overwinnen.
Uit eigen onderzoek van Mezzo blijkt bijvoorbeeld dat ruim de
helft van de ondervraagden niet weet dat men een financiële
vergoeding kan krijgen voor respijtzorg. Op de website worden
de verschillende financieringsmogelijkheden besproken.
Uit datzelfde onderzoek blijkt dat twee derde van de geënquê-
teerden weliswaar bekend is met respijtzorg, maar er geen ge-
bruik van maakt vanuit het gevoel de zorgvrager dan in de steek
te laten. Ook hebben veel mantelzorgers de neiging de belasting
te bagatelliseren of ze zijn bang dat anderen de benodigde zorg
minder goed aankunnen.
Respijtwijzer.nl is bedoeld voor zorgvragers, mantelzorgers, zorg-
aanbieders, gemeenten en verwijzers. Verpleegkundigen en ver-
zorgenden zijn, door hun contacten met zowel patiënten/cliënten
als met hun mantelzorgers, in de gelegenheid hen te wijzen op
de mogelijkheden van respijtzorg en hen te stimuleren daar ge-
bruik van te maken.
Ik doe er namelijk alles aan om niet te laten merken dat ik boven
andere mensen verheven ben.
Landelijke respijtwijzer
20 ZORGANNO NU December 2011
Clemens Ketels
Laerdal, al 50 jaar een betrouwbare partner op het gebied van medische opleidingsmaterialenLaerdal biedt producten en concepten voor de verpleegkunde opleidingen en de (gespecialiseerde) klinische omgeving Trainen met als doel: Helping save lives
Maak kennis met ons uitgebreide productportfoliotijdens “Zorgtotaal 2011” op de stand van NU’91
www.laerdal.com
SimMan 3G
SimMan Essential
ALS Simulator
SimMom
SimBaby
SimNewB
SimJunior
ZORGANNO NU December 2011 21
De kick-off meeting van het project was 21 oktober j.l. in Berlijn.
Alle deelnemers - onderzoekers, professoren, hoofden van
verpleegkundige onderwijsinstellingen en personen die zich
met het beleid rond verpleegkunde bezig houden - ontmoetten
elkaar daar voor het eerst. Anna van Luijn is een van de ver-
pleegkundigen die voor Nederland haar beroepsgroep vertegen-
woordigt. Zij legt uit wat dit project precies inhoudt.
Inventarisatie Dit driejarige project (2011-2013) is opgezet om vanuit ver-
schillende perspectieven de positie van de eerdergenoemde
beroepsgroepen in kaart te brengen. Per land zal onderzocht
worden hoe de situatie nu is en welke vaardigheden en compe-
tenties deze zorgverleners nodig hebben. Daarbij zal uiteraard
ook het onderwijs in de diverse landen in kaart worden ge-
bracht. Om alle input uit de deelnemende landen te verwerken
en te structureren is een projectbureau ingeschakeld.
Die structuur zal nodig zijn om tijdens de volgende meeting
in de herfst van 2012 doelgericht te kunnen discussiëren.
Het was goed te zien dat bijna iedereen die aan dit project mee-
doet een verpleegkundige achtergrond heeft en echt betrokken
is bij de beroepsgroep.
Als voorbereiding voor de meeting hadden alle deelnemers in
kaart gebracht wat de situatie in hun eigen land was. Voor Ne-
derland kijken we in het kader van dit project naar de niveaus
1, 2 en 3, respectievelijk zorghulp, verzorgende zorg en wel-
zijn en verzorgende-IG.
Tijdens de bijeenkomst werd het ons snel duidelijk dat in theo-
rie de Nederlandse niveaus redelijk duidelijk zijn. Landen om
ons heen hebben een veel lastiger systeem waarbij het een stuk
minder duidelijk is wie de taken van een verpleegkundig assi-
stent uitvoeren. In Nederland zijn de verschillende niveaus als
individuele beroepsgroepen veel meer complementair aan
elkaar dan in andere landen waar de verpleegkundige het echt
voor het zeggen heeft. Het definiëren van de beroepsvelden was
de grootste uitdaging van de dag met zoveel landen en zoveel
verhalen.
Volgende etappeNu zit het project in de fase dat alle informatie die tijdens de
meeting is gepresenteerd door het projectbureau worden ge-
analyseerd en aan de deelnemers zal worden teruggekoppeld.
Het komende jaar zullen - via enquêtes en andere methoden -
de projectleden nader worden bevraagd om zo alle data binnen
te krijgen die van belang zijn om het plaatje compleet te krijgen.
Om bijvoorbeeld best practices in het werkveld te verzamelen
zullen mijn collega-vertegenwoordiger Maud Pellen en ik
waarschijnlijk ook zelf het land in gaan. Iets waar ik zeer naar
uitkijk.
Alle landen zullen elkaar dan volgend jaar weer treffen in
Brussel en wederom zullen we dan - met hulp van tolken - onze
bevindingen presenteren.
Het is leuk om allerlei mensen te ontmoeten die in de diverse
landen in het verpleegkundige veld werken, maar het is voor-
al ook genieten van het enthousiasme van alle vertegenwoor-
digers om aan dit project mee te mogen werken.
Reacties: [email protected]
Anna van Luijn, MSc
Kick-off Europees projectIn het kader van het Europese project Creating a pilot network of nurse educators and regulators (SANCO/1/2009),
zijn vertegenwoordigers uit 16 landen met elkaar in gesprek over met name de inzet van nursing assistants en
health care assistants in de deelnemende Europese landen.
Nederlandse vertegenwoordigers
Anna van Luijn studeerde in 2004 af als verpleegkundige en deed
werkervaring op in het UMC Utrecht en in de thuiszorg. Aan de VU
Amsterdam rondde zij de Master Health Science af met als specia-
lisatie International Public Health, waarmee zij onderzoekservaring
opdeed in een internationale context. Op dit moment is zij ver-
bonden aan het Athena Instituut VU Amsterdam.
Maud Pellen is werkzaam in een managementfunctie in het UMC
Utrecht, afdeling Neurologie. Zij heeft een jarenlange ervaring als
verpleegkundige en teamleider.
22 ZORGANNO NU December 2011
Workshop 44-enw
De consultatiebureaus (jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen)
gaan per 1 januari 2012 van de thuiszorgorganisaties over naar
de GGD-en. Medewerkers van de consultatiebureaus krijgen
een andere werkgever en een andere rechtspositie, maar daar-
naast staat hen samen met de GGD-medewerkers nog een be-
langrijk traject te wachten. De GGD-en zullen wat betreft
jeugdgezondheidszorg dichterbij de cliënt georganiseerd
moeten worden: de GGD Dichtbij! Ook is integratie van het
jeugdgezondheidszorgbeleid een belangrijk doel. Bovenop
deze ontwikkelingen komen de bezuinigingsplannen vanuit
de gemeenten. Met andere woorden: een complexe opgaaf tot
veranderen met consequenties voor de organisatiestructuur,
functies en formatie, maar ook voor de cultuur en werkwijze
van de verschillende instanties. De noodzakelijke reorganisatie
om de GGD Dichtbij te kunnen realiseren, is overigens al inge-
zet voordat de medewerkers van de consultatiebureaus offi-
cieel overgaan naar de GGD. Onderdeel van de nieuwe werk-
wijze is onder anderen het werken in interdisciplinaire teams.
De gemeenten zullen in de nieuwe structuur nog sterker dan
nu een rol spelen in de vormgeving van het totale aanbod van
diensten en voorzieningen voor kinderen en gezinnen.
Gemeenten zullen vooral preventief willen werken; het streven
is om één doorlopende lijn in de ondersteuning van gezinnen
te ontwikkelen.
Angélique van de Velde, MZ Services
Integratie Jeugdgezondheidszorg
Wat betekent dit allemaal voor de medezeggenschap?
Formeel is in dit geval voor de OR van de GGD het politiek
primaat van toepassing voor wat betreft het principe van de
overdracht van personeel naar de GGD. Echter met betrekking
tot de vraag hoe de inpassing vorm krijgt en de nieuwe orga-
nisatie eruit gaat zien, en de personele consequenties daarvan
en hoe die worden opgevangen, is adviesrecht c-f artikel 25
lid 1 van de WOR van toepassing. Voor de reorganisatie en
de uitwerking van de bezuinigingsplannen op organisatie en
personeel, is het adviesrecht van toepassing. Voor de OR-en
van de thuiszorgorganisaties geldt ook het adviesrecht voor
de overdracht van personeel.
De OR-en van de GGD namen het initiatief een bijzondere
ondernemingsraad (BOR) in het leven te roepen zodat invloed
van alle partijen op de reorganisatieplannen (denk aan top-
structuur en hoofdlijnen) geborgd zou zijn. De medewerkers
van de consultatiebureaus zouden immers net als zij met de
reorganisatie te maken krijgen. Via deze BOR zou ook (formeel)
samengewerkt kunnen worden op het gebied van de overdracht
van het personeel en de voorwaarden waaronder dit zou plaats-
vinden.
Samenwerking in een BOR levert dus voor alle partijen voor-
deel op. Aan een dergelijke medezeggenschapssamenwerking
zit echter wel een heel formele kant. Zo moet de BOR opge-
richt worden middels een convenant waarin
afspraken staan over wie meedoet en
hoe besluitvorming tot stand komt.
Zonder de formele aspecten kan een
BOR niet opereren.
Maar wat mij betreft is doorslagge-
vend dat samenwerking in een BOR ervoor
zorgt dat de krachten gebundeld worden zodat
met één stem richting bestuur geopereerd
kan worden.
ZORGANNO NU December 2011 23
Workshop 44-enw
St
uu
r d
e b
on
, z
on
de
r p
os
tz
eg
el,
aa
n N
U’9
1 /
an
tw
oo
rdn
um
me
r 9
33
1 /
35
00
ZC
Ut
rec
ht
Ik ben NU lidWijzigingen in adres en / of werkgever?Geef ze bijtijds door! Vul hier je wijzigingen in en stuur de bon retour aan de ledenadministratie van NU’91, antwoordnummer 9331, 3500 ZC Utrecht
naam
lidnr. oude postcode
nieuw adres
postcode woonplaats
tel. bank / giro
Ik ben geen OR/MR lid meer per
Ik ben per OR/MR lid geworden. Mijn werkgever is
Bij verandering werkgever:
naam instelling
adres instelling
postcode / plaats ingangsdatum
Zorg anno NU is het verenigings-blad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging
Hoofdredactie en eindredactieYvonne Sturkenboom
RedactieCees van SchiltSinanda BenjaminsMarga VerbruggeRuth Heiligers
RedactieadresBernadottelaan 11Postbus 6001, 3503 PA UtrechtTel. 030 - 296 41 44Fax. 030 - 296 39 [email protected]
BladmanagerYvonne Sturkenboom
Vormgeving / conceptCrossings Communications - Utrecht
Vormgeving en productieMeneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdamwww.meneer-e.nl
PrintmanagementMPR Services - De [email protected]
Advertentie-exploitatieNU’91, UtrechtT [email protected].
UitgeverNU’91, UtrechtISSN 0927 - 4774
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk de standpunten en menigen van NU’91.
Hoofdkantoor NU’91 en regio’sPostbus 6001 3503 PA Utrecht T 030-296 41 44 F 030-2963904
Groningen, Friesland, Drenthe Richard Wisman Overijssel, Gelderland Gorrit Smit Utrecht, Flevoland Ymke Hylkema Noord-Holland Esther Tibbe Limburg, Noord-Brabant Peer Meesters Zeeland, Zuid-Holland Mark Froklage
Telefonische spreekurenServiceloket NU’91Maandag t/m woensdag van 9.00 - 17.00 uurdonderdag van 9.00 - 15.00 uur en vrijdag van 9.00 - 13.00 uur. Tel. 030 - 296 41 44 of [email protected]. Graag lidmaatschapnummer vermelden. Zowel voor beroepsinhoudelijke als juridische zaken
NU’91 onlinewww.nu91.nl
Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kanhalfjaarlijks. Dit dient schriftelijk, graag met reden te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of 1 januari in. U ontvangt een schriftelijke bevesti-ging van uw opzegging.NU’91 ledenadministratie, Postbus 60013503 PA Utrecht
Lize SchellevisSimone SchadeSusan Konst
Palliatieve zorg voor verpleegkundigen
Palliatieve zorg door verpleegkundigen
Redactie
Adriaan Ph. Visser
Johan J.R. Bilsen
Anneke L. Francke
Verpleegkundigen lopen voorop in expliciete aandacht voor de zorg tijdens de laatste levensfase van hun patiënten. Mede door hun inzet kwam in de laatste decennia van de vorige eeuw een professionele en wetenschappelijke benadering van de palliatieve zorg voort.
In Palliatieve zorg door verpleegkundigen wordt een overzicht gepresenteerd van deze zorg in Nederland en Vlaanderen. Een keur van deskundigen staat op heldere wijze stil bij wat palliatieve zorg is, de geschiedenis, de huidige organisatie, de inhoud ervan, en bij de verschillende moeilijke beslissingen aan het levenseinde. Zij belichten uitgebreid de inhoud van zorg en hun samenwerking met andere professionals, zoals artsen, geestelijk verzorgers, psychiaters en psychologen. In een apart hoofdstuk wordt ingegaan op de palliatieve zorg voor specifieke groepen, zoals kinderen, mensen met dementie, psychiatrische patiënten en mensen uit andere culturen.
Dr. Adriaan Visser is psycholoog, onderzoeker in de psycho-sociale oncologie; assistant lector transities in Zorg, Hogeschool Rotterdam.Prof. dr. Johan Bilsen is diensthoofd van de vakgroep Maatschappelijke gezondheidszorg, Vrije Universiteit Brussel; senior onderzoeker bij de VUB-UGENT onderzoeksgroep Zorg rond het levenseinde en verpleegkundige.Prof. dr. Anneke Francke is bijzonder hoogleraar Verpleging en verzorging in de laatste levensfase, Vrije Universiteit in Amsterdam; coördinator van het onderzoeksprogramma Verpleging en Verzorging bij het NIVEL.
Visser, B
ilsen en Francke (red.) Palliatieve zorg
door verp
leegkund
igen
www.elseviergezondheidszorg.nl
Visser_DEF.indd 1 30-03-11 16:39
In Palliatieve zorg voor verpleegkundigen wordt ingegaan op de vele facetten van palliatieve
zorg: de geschiedenis, de huidige organisatie, de inhoud van de zorg en de verschillende
moeilijke beslissingen aan het levenseinde. Daarnaast wordt de samenwerking tussen ver-
pleegkundigen, verzorgenden, artsen, paramedici en vrijwilligers uitgebreid belicht.
Immers een belangrijk kenmerk van palliatieve zorg is het multidisciplinaire karakter.
De arts draagt de eindverantwoordelijkheid voor de ingrijpende beslissingen die in overleg
met de patiënt, zijn naasten en de betrokken zorgverleners genomen moeten worden.
In dat besluitvormingsproces spelen verpleegkundigen echter een belangrijke rol en zijn
vaak betrokken bij de uitvoering van de uiteindelijke beslissing.
In een apart hoofdstuk wordt aandacht besteed aan palliatieve zorg voor specifieke groepen
- kinderen, mensen met dementie of een verstandelijke beperking, psychiatrische patiënten,
mensen met een niet-westerse culturele achtergrond - en de specifieke kennis en vaardig-
heden die dat vraagt van de betrokken zorgverleners.
titel Palliatieve zorg door verpleegkundigen
auteur A. Visser, J. Bilsen, A. Francke
ISBN 978 90 352 3306 5
druk 1e druk 2011 (Reed Business)
prijs € 37.50
24 ZORGANNO NU December 2011werkt voor de zorg
BEROEPSORGANISATIE VOOR DE VERPLEGING EN VERZORGING
Gelukkig en gezond 2012
...zorgen dat je de nieuwe NU’91 agenda gaat gebruiken!!