Descent of Man - The John Adams Institute

2

Transcript of Descent of Man - The John Adams Institute

Page 1: Descent of Man - The John Adams Institute
Page 2: Descent of Man - The John Adams Institute

T.C. (Tom Cora -ghessan) Boylewerd geboren inPe e k skill, NY, in1948. Hij debuteer-de als verhalen-schrijver in 1979 metDescent of Man enals romancier in1982 met Wa t e rBabies (over deo n t d e k k i n g s re i z i g e rMungo Park).

Sindsdien schreefhij acht verhalen-bundels en veertienhistorische enco n t e m p o ra i n eromans, waarvande volgende eruitspringen:

Wo r l d ’s End (19 8 8 ) ;het even humoristi-sche als determinis-tische verhaal vaneen gedoemdNederlands ge-slacht in de Hudson-vallei sinds het gou-verneurschap vanPieter Stuyvesant

The Road toWe l l v i l l e (19 93 ) ;een satire op deAmerikaanse ge-zo n d h e i d s m a n i e ,in de vorm van eeng e f i c t i o n a l i s e e rd ebiografie van JohnKellogg, de uit-vinder van deco r n f l a ke s

Door Pieter Steinz

Als het om klassieke Amerikaansegeschiedenis gaat, denk je aanhelden als Franklin, Washington,Davy Crockett, Sitting Bull, HenryFord, Rosa Parks. Hun succesver-halen zijn bekend, vaak verteld en

door de jaren heen een beetje sleets geworden.Geen goede onderwerpen voor een roman,vindt de Californische schrijver T.C. Boyle, diebij voorkeur vrij omspringt met de geschiedenisen veel van zijn romans ‘historische fuga’s’noemt .

„De geschiedenis is niet in beton gezet doorG od”, zei hij halverwege zijn carrière in dezekrant. „Het is de taak van de romanschrijver omzich in de geest van zijn personages te nestelen,en er vervolgens mee op de loop te gaan.”

Boyle houdt van unsung heroes als Stanley Mc-Cormick, een van de eerste Amerikaanse psy-chiaters (Riven Rock, 1998), en Alfred Kinsey, desamensteller van het Kinsey Report (The InnerC ircle, 2004). Hij raakt geïnspireerd door 17de-eeuwse kolonisten, 19de-eeuwse utopisten,vroeg 20ste-eeuwse gezondheidsgoeroes. Zelfsin zijn contemporaine romans maken onbeken-de historische grootheden hun opwachting. Ikhad tenminste nog nooit gehoord van de pelsja-ger John Colter, die aan het begin van de 19deeeuw deelnam aan de verkenningsexpeditie vanLewis en Clark en daarna de eerste blanke wasdie de wildernis van Wyoming en Montana be-trad. In de prille Verenigde Staten werd hij eenlevende legende door ‘C olter ’s run’, zijn won-derbaarlijke ontsnapping in adamskostuum aaneen posse van bloeddorstige Zwartvoetindia-nen.

De ‘mountain man’ Colter is het grote voor-beeld van de twintiger Adam Stensen, een vande hoofdpersonen van Boyles verbluffende vijf-tiende roman The Harder They Come. Adam, deontspoorde zoon van een Vietnamveteraan,probeert zich min of meer selfsupporting staan-de te houden in de bossen rond Mendocino, inCalifornië, maar radicaliseert in een hoog tem-po wanneer hij uit de blokhut van zijn groot-moeder wordt gezet. Hij is een typisch Boyle-personage: onberekenbaar, gewelddadig, socio-pathisch, drugsverslaafd en op den duur zo gekals een deur. We volgen zijn afdaling in de hel,maar zijn verhaal is verweven met dat van tweeandere personages: zijn vader Sten, een gepen-sioneerde middelbare-schoolrector met eenverleden als marinier; en zijn vriendin Sara, eenhoefsmid van veertig die er ten minste zulkevreemde ideeën op nahoudt als Adam.

P o l it i e age ntTerwijl Adam ervan overtuigd is dat Amerikawordt overgenomen door Chinese ‘hostile s’ diezich in talloze gedaanten kunnen presenteren(als politieagent, als eerzame burger, zelfs alsdier in het woud), is Sara een aanhanger van de‘Redemption Theory’, een reëel bestaand geloofin de fundamentele slechtheid van de overheid,die ‘sjoemelde met geboortebewijzen zodat zeiedere op Amerikaanse bodem geboren babykonden gebruiken als onderpand voor leningendie de Federal Reserve aan de overheid verstrek-te nadat zij de goudstandaard had losgelaten’.Redemptionisten proberen geen belasting te be-talen en accepteren de jurisdictie van de over-heid niet. Sara zegt voortdurend dat zij ‘ge e n

T.C. BoyleEen romanschrijver moet zich in de geest van zijn personages

nestelen en er vervolgens mee op de loop gaan, vindtT.C. Boyle, de grote schilder van de unsung heroes. In zijn

nieuwe, verbluffende roman wint de ernst het van de satire.

BI(BLI)OGRAFIE

T.C. Boyle

Als je van hout bent,steken ze je in brand

contrac t’ heeft met de staat Californië. De reg-gaesong van Jimmy Cliff waaraan Boyles romanzijn titel ontleent, ‘The Harder They Come, TheHarder They Fall’, is haar op het lijf geschreven:‘I’d rather be a free man in my grave/ Than livinglike a puppet or a slave’.

S a ra’s weerspannigheid zet de plot van TheHarder They Come in gang. Als zij door de politievan de weg wordt gehaald omdat ze weigerthaar autogordel om te doen en haar hond Kutyawordt geconfisqueerd omdat die een agentheeft gebeten, besluit ze het dier met geweld te-rug te halen uit het asiel waar het in quarantaineis geplaatst. Adam, die ze van vroeger kent endie ze toevallig tegenkomt, helpt haar daarbij,waarna ze samen naar Adams huis in de bossenvluchten. Daar verliest Sara al snel de greep opde gestoorde jongen, die wil leven als een survi-valist maar flipt wanneer zijn ouders de hut ver-kopen waar hij al een paar jaar in woont. Do-lend door de bossen gijzelt hij een oude vrouwen schiet hij twee mensen neer, waardoor hijeen jacht op zichzelf ontketent die alleen maarfout kan aflopen.

Boyle bespot het paranoïde gedachtegoedvan de extreemrechtse sektes die zich vooralthuis voelen in het berg- en bosachtige gebiedvan het Amerikaanse noordwesten. Maar satireis in The Harder They Come bijzaak, anders danin The Road to Wellville (1993), waarin Boyle deAmerikaanse gezondheidsmanie op de haknam, of Drop City (2003), waarin een hippie-commune het moest ontgelden. Dit boek draaitom geweld; een thema dat in bijna al Boyles ro-mans terugkomt maar dat het overtuigendstwerd uitgewerkt in zijn PEN/Faulkner Award-winnende epos Wo rl d ’s End (1988), dat be-schrijft hoe geweld van generatie op generatie –als een eeuwenoude vloek – wordt doorgege-ve n .

Ook in The Harder They Come (door Anne Jon-geling vertaald als Wie storm zaait, alsof Wi ewind zaait niet al sterk genoeg was) staat het ge-weld van de hoofdpersoon niet op zichzelf. Na-tuurlijk, Adams geest is vergiftigd door drugs enrare ideeën, maar Boyle maakt duidelijk dat eriets is in de Amerikaanse cultuur dat ook jon-gens uit de gegoede middenklasse naar het para-militaire leven drijft. Niet voor niets koos hij alsmotto voor de roman een citaat uit D.H. Law-re n c e ’ verkenning van de Amerikaanse psycheStudies in Classic American Literature: ‘In wezenis de Amerikaanse ziel hard, gesloten, stoïcijns,dodelijk. En nog steeds niet milder geworden.’Noem het de vervloekte erfenis van stoere pio-niers als John Colter, voor wie het ideaal vanself-reliance al snel omsloeg in ‘kom me niet ten a’.

Bovendien lijkt het geweld in Adams geval vanvader op zoon overgedragen. In de lange, ra-zend spannend gestileerde proloog lezen wehoe vader en moeder Stensen tijdens een pensi-onadocruise aanmeren in Costa Rica en eengroepsuitstapje naar het binnenland maken.Aangekomen op hun bestemming worden zeonder bedreiging van een pistool beroofd doordrie jonge locals, totdat Sten erin slaagt de gewa-pende boef in een wurggreep te nemen en metzijn blote handen te doden. Een militaire oplei-ding verloochent zich niet, maar Sten voelt zicher ongemakkelijk bij, en al helemaal wanneer hijterug in de States gevierd wordt als grote held.Niemand, ook de Costaricaanse overheid niet,geeft een zier om de gedode jongen.

liseerde biografievan architect FrankLloyd Wright(1867-1959), aan dehand van zijn rela-ties met vier vrou-wen en beschrevendoor een oud-leerling

San Miguel ( 2 0 1 2) ;historisch dramaover twee familiesdie tussen 1890 en1930 een nieuw be-staan proberen opte bouwen op eeneiland voor de kustvan Californië

Boyles zinnen hebben een superieure cadansdie samen met de spannende plot vele van zijnromans tot pageturners maakt. Maar zeg nietdat zijn boeken filmisch zijn. Toen ik dat deed,in een interview twintig jaar geleden, antwoord-de hij quasi-bestraffend: „Literatuur is een sterkmedium, veel spectaculairder dan film; eenboek bestaat pas op het moment dat de lezer hetpakt en er zijn eigen versie van maakt. Om zo-veel mogelijk mensen die ervaring te geven,moet je romans schrijven zoals Dickens en Már-quez: boeken waarop serieuze critici hun tan-den kunnen stukbijten, maar die ook gelezenkunnen worden door tv-verslaafde couch pota-toes. Eén ding heb je daar in ieder geval voor no-dig: een goed verhaal.”

Boyle vergat destijds het een en ander, wanteigenlijk heb je drie dingen nodig: een goed ver-haal, overtuigende personages en een tot lezendwingende stijl. In The Harder They Come ko -men ze alle drie bij elkaar, alsof de geest van Dic-kens en García Márquez er vaardig over was.

T.C. Boyle is begin september in Nederland, ondermeer op za. 5 sept. in Paradiso, Amsterdam. (para-diso.nl). Voor overige optredens in Nederland zie:m e r i d i a a n u i t g e ve r s . n l /

The TortillaCu r t a i n (19 9 5 ) ;tragikomedie waar-in de levens vaneen Mexicaansegastarbeider eneen Californischeliberaal (letterlijk)op elkaar botsen

The Women(2004); gefictiona-

T.C. Boyle: The Harder They Come.Ecco / Harper, 384 blz. € 19,95. In het Neder-lands vertaald door Anne Jongeling alsWie storm zaait.Meridiaan, 368 blz. € 19,9 9.*4

De vijftiende roman van T.C. Boyle (1948)draait om het geweld dat in de VS niet meertoevallig genoemd kan worden.

ILLU

STRAT

IE GIJS KAST

Stens gedachten komen tot ons door middel vanafwisselend geestige en geprangde innerlijkemonologen. Ook Adam en Sara worden op dezemanier gekenschetst; hun verhalen wisselen el-kaar af, zodat het perspectief telkens anders is.Die vorm is al sinds zijn romandebuut uit 1982een van Boyles specialiteiten, maar anders danin sommige van zijn andere romans slaagt hij er-in om van zijn personages ook round characterste maken. Met de tegelijkertijd moederlijke enmeisjesachtige Sara sympathiseer je ondankshaar krankzinnige ideeën; je hebt met Sten tedoen als hij worstelt met zijn houding tegenoverzijn redeloze zoon; en zelfs Adam gun je niet heteinde dat Boyle voor hem in petto heeft. De va-der-zoonverhouding tussen Sten en Adam is ookveel minder karikaturaal dan bijvoorbeeld dietussen Dr Kellogg en zijn boosaardige adoptief-zoon in The Road to Welville.

Licht-verteerbare zinnenBoyle houdt nog steeds van lange maar licht-ver-teerbare zinnen, die soms wel een derde bladzijbeslaan en die door zijn vertalers vaak noodge-dwongen in stukjes worden gehakt; van humo-ristische persoonsbeschrijvingen, die getuigenvan mededogen en vriendelijke spot; van goed

getimede spreektaaldialogen en originele, ster-ke vergelijkingen. Stilistisch zoekt hij het mid-den tussen de barok van Tom Wolfe en het neo-dickensiaanse proza van John Irving, van wie hijnog les heeft gehad toen hij na een ongelukkigejeugd en een drankovergoten adolescentie toe-gelaten was op de Iowa Writers Workshop. Enhet is zijn duik in de overstuurde geest vanAdam die de beste alinea’s oplevert. Dit is Adamals hij met een kater in de regen wakker wordt:‘Feeling like crap. Or no, warmed-over crap, crapthat wasn’t even fresh but just heated up in a panand served to all the shit-eaters of the world in so-me alien soup kitchen.’ (Vrij vertaald door Jonge-ling als: ‘Kotsmisselijk. Zo misselijk als de daklo-ze zatlappen die zodra ze buiten stonden de go-re grijze prak uit de gaarkeukens weer uitkot-s te n . ’)

En dit is Adam in zijn laatste minuten: ‘Zo ginghet. Zo ging het altijd. Zo verging het iedereenop deze planeet. Als je van hout was gemaakt,zetten ze je in brand. Als je van staal was, gooi-den ze water over je heen tot je wegroestte [...]Er was gewoon geen uitweg, maar dat was ookniet erg. Je moest gewoon snoeihard gehardzijn, je moest je eigen legende creëren en de din-gen op hun beloop laten.’