DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG...

94
Universiteit Gent Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Academiejaar 2006-2007 DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG EN OP DE OKTOBER- REVOLUTIE Verhandeling ingediend tot het behalen van de graad van licentiaat in de Oost-Europese Talen en Culturen

Transcript of DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG...

Page 1: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Universiteit Gent

Faculteit Letteren & Wijsbegeerte

Academiejaar 2006-2007

DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP

DE EERSTE WERELDOORLOG

EN OP DE OKTOBER-

REVOLUTIE

Verhandeling ingediend tot het behalen

van de graad van licentiaat in de

Oost-Europese Talen en Culturen

Page 2: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Promotor: Eric Metz Door: Heidi De

Langhe

INHOUDSTAFEL

DANKWOORD ............................................................................................................... 4

INLEIDING ..................................................................................................................... 5

I. ZINAIDA GIPPIUS EN HET RUSSISCH SYMBOLISME ....................................... 7

1. Korte levensschets .................................................................................................... 7

2.Het Russisch symbolisme ........................................................................................ 10

Ontstaan .................................................................................................................. 10

Ontwikkeling: twee generaties ............................................................................... 13

3.De Znanie-groep ...................................................................................................... 14

4. Het oeuvre van Zinaida Gippius tot 1920 .............................................................. 17

II.METAFYSICA EN RELIGIEUZE ACTIVITEITEN ............................................... 22

1. De filosofisch-religieuze zoektocht in Rusland ..................................................... 22

Ontstaan .................................................................................................................. 22

De Christelijke Broederlijkheid van de Strijd ........................................................ 24

Christelijk anarchisme en christelijk socialisme .................................................... 25

De Filosofisch-Religieuze Genootschappen van Moskou en Sint-Petersburg ....... 26

Het mystiek anarchisme ......................................................................................... 27

De Godbouwers ...................................................................................................... 29

2.Zinaida Gippius: metafysica en religie .................................................................... 30

Inleiding ................................................................................................................. 30

Vrijheid en gelijkheid ............................................................................................. 31

Liefde ..................................................................................................................... 32

Trouw ..................................................................................................................... 33

Dood ....................................................................................................................... 33

Het getal drie .......................................................................................................... 34

Religieuze revolutie en religieuze activiteiten ....................................................... 35

III.DE EERSTE WERELDOORLOG EN DE OKTOBERREVOLUTIE ..................... 46

1. De eeuwenoude idee van Messianisme in Rusland ................................................ 46

“Moskou, het Derde Rome” ................................................................................... 47

Heilig Rusland ........................................................................................................ 48

Ontstaan van een nationaal bewustzijn .................................................................. 49

Slavofielen versus westerlingen ............................................................................. 49

Vertegenwoordigers ............................................................................................... 50

Fëdor Dostoevskij (1821-1881) ............................................................................. 51

Vladimir Solov‟ëv (1853-1900) ............................................................................. 52

2. De revolutie van 1905 ............................................................................................ 54

Oorzaken en verloop .............................................................................................. 54

Zinaida Gippius en de revolutie van 1905 ............................................................. 57

3. De Eerste Wereldoorlog (1914-1917) .................................................................... 60

Verloop ................................................................................................................... 60

Reacties van de Russische symbolisten ................................................................. 61

Reacties van andere Russische schrijvers .............................................................. 67

Page 3: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Zinaida Gippius en de Eerste Wereldoorlog .......................................................... 69

4. Revolutie ................................................................................................................ 83

Verloop van de Februarirevolutie .......................................................................... 83

Verloop van de Oktoberrevolutie ........................................................................... 85

Verloop van de burgeroorlog ................................................................................. 86

Reacties van de Russische symbolisten ................................................................. 86

Reacties van andere Russische schrijvers .............................................................. 88

Gippius en de revoluties ......................................................................................... 90

BESLUIT ..................................................................................................................... 101

BIBLIOGRAFIE .......................................................................................................... 104

Page 4: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

DANKWOORD

In de eerste plaats gaat mijn dank vanzelfsprekend uit naar mijn promotor, Eric Metz. Ook stel ik

de informatie die Nel Grillaert mij gegeven heeft bijzonder op prijs. Zonder hun opbouwende

kritiek en luisterende oor zou ik het ongetwijfeld moeilijker gehad hebben om deze thesis tot een

goed einde te brengen.

Verder bedank ik mijn ouders voor het feit dat zij mij gedurende mijn studies steeds

gesteund hebben en mij de vrijheid gegeven hebben om te studeren wat ik echt wilde.

Ten slotte wil ik Brecht Verhelst bedanken en natuurlijk ook mijn vrienden, waarop ik

steeds kon rekenen.

Page 5: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

INLEIDING

“Словом, готовится “социальный переворот”,

самый тѐмный, идиотический и грязный,

какой только будет в истории.”

Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober 1917.

De probleemstelling van mijn thesis luidt: “Wat is de visie van Zinaida Gippius op de Eerste

Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie?”

Om de visie van de metafysisch symboliste op deze bewogen jaren ten volle te begrijpen,

is het belangrijk haar eerst en vooral te kaderen binnen het symbolisme. Daarna ga ik dieper in op

Gippius‟ metafysica en haar religieuze activiteiten die ze onderneemt, waarbij haar doelstelling

de totstandkoming van een “nieuw religieus bewustzijn” is. Haar activiteiten worden tegen de

achtergrond geplaatst van enkele andere religieus-filosofische groeperingen die ontstaan zijn in

het begin van de 20e eeuw. Er is toen namelijk sprake van een religieuze heropleving in Rusland.

In het laatste hoofdstuk vang ik aan met een overzicht van de ontwikkeling van het messianisme

in Rusland, aangezien er in Gippius‟ gedichten en filosofie sprake is van messianisme. Vooral de

kernelementen van de filosofie van Vladimir Solov‟ëv komen daarbij uitgebreid aan bod.

Solov‟ëv heeft immers een grote invloed op Gippius uitgeoefend met betrekking tot haar

religieuze filosofie. Ten slotte wordt het belangrijkste gedeelte besproken, namelijk de Eerste

Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie. Om haar visie op deze gebeurtenissen te illustreren, richt

ik mij voornamelijk op haar oeuvre geschreven tussen 1914 en 1918. Aan de hand van haar

gedichten, dagboeken en een toneelstuk van in die periode probeer ik een gedetailleerd beeld te

scheppen van haar zienswijze. Af en toe grijp ik terug naar brieven of boeken die ze na die

periode heeft geschreven om aan te tonen dat haar visie niet veranderdt. Ook de visie van de

overige Russische symbolisten en van andere schrijvers op deze gebeurtenissen wordt behandeld.

Bij de bespreking van Gippius oeuvre tussen 1914 en 1918 analyseer ik de gedichten niet.

Ik bespreek enkel de boodschap en/of het motief van de gedichten. Op die manier kan ik veel

gedichten gefragmenteerd weergeven en er telkens de kern uithalen. Dit zorgt ervoor dat haar

visie op de gebeurtenissen in al haar facetten grondig geïllustreerd wordt.

Page 6: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

In het verleden hebben Ben Hellman en in het bijzonder Temira Pachmuss Gippius besproken.

Hellman legt in zijn boek Poets of Hope and Despair de nadruk op haar visie op de Eerste

Wereldoorlog. Verder bespreekt hij ook kort haar visie op de Februari– en Oktoberrevolutie.

Temira Pachmuss bespreekt de metafysisch symboliste dan weer in haar totaliteit in haar boek An

Intellectual Profile. Pachmuss gaat namelijk dieper in op haar metafysica en religieuze

activiteiten en haar visie op de revolutie van 1905 en de revoluties van 1917. Ook geeft ze een

overzicht van Gippius‟ leven in Parijs na haar vlucht uit Rusland en bespreekt ze Gippius als een

literair critica.

Ook Vladimir Zlobin schetst een beeld van Gippius in zijn A difficult Soul. Hij legt daarbij

de nadruk op Gippius‟ persoonlijke leven en karakter. Zo komt Gippius‟ relatie met Dmitrij

Mereţkovskij uitgebreid aan bod, alsook haar hechte vriendschap met Dmitrij Filosofov.

In mijn thesis geef ik een uitgebreid overzicht van haar gedichten geschreven tijdens de

Eerste Wereldoorlog en de revoluties van 1917. Terwijl Pachmuss enkele gedichten van Gippius

volledig weergeeft en kort bespreekt, breng ik alle gedichten van Gippius waarin haar visie

weerklinkt, gefragmenteerd naar voren. Ik heb dus telkens de kern uit haar gedichten proberen te

halen, om zo een totaalbeeld te schetsen. Hellman beperkt zich dan weer tot een verwijzing naar

de titels van haar belangrijkste gedichten en licht kort het motief toe.

Ook breng ik Gippius, in tegenstelling tot Hellman, Pachmuss en Zlobin, in verband met

het Russisch messianisme en toon ik aan dat Gippius zich heeft laten inspireren door de filosoof

Vladimir Solov‟ëv.

Page 7: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

I. ZINAIDA GIPPIUS EN HET RUSSISCH SYMBOLISME

Voor een beter begrip van Gippius‟ visie op de Eerste Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie van

1917 is het noodzakelijk om de metafysisch symboliste eerst te kaderen binnen de symbolistische

beweging. Hierbij bespreek ik de ontwikkeling van het symbolisme in Rusland en ga ik dieper in

op haar oeuvre tot 1920.

1. Korte levensschets

Zinaïda Nikolaevna Gippius werd geboren in Belev op acht november 1869. Haar vader, Nikolaj

Romanovič Gippius, was procurator in de Senaat van Sint-Petersburg en werd later hoofdrechter

in Neţin. Nikolaj Gippius stierf aan tuberculose toen Zinaïda amper tien jaar was. Hij heeft een

niet-Russische familienaam, doordat zijn familie in de zestiende eeuw van Duitsland naar

Rusland geëmigreerd was. Zinaïda‟s moeder, Anastasija Stepanova, was afkomstig van Siberië.

Zinaïda was als kind enorm gehecht aan haar ouders. Met uitzondering van een paar

maanden heeft ze altijd thuis onderricht genoten. Voor de kleine Zinaïda was er niks erger dan

gescheiden worden van haar ouders. Toen ze bijvoorbeeld naar een kostschool in Kiev gestuurd

werd in 1877, werd ze ziek van heimwee. Dus zo kreeg ze thuis literatuur, muziek, geschiedenis

en wiskunde van verschillende leraars van het lyceum van Nezin en van studenten van de

universiteit van Moskou. Franse, Engelse en Duitse gouvernantes stonden in voor haar

taalonderricht. Zinaïda was als kind heel leergierig. Ze deed haar leraars versteld staan van haar

grote kennis over de Russische literatuur, in het bijzonder over Gogol en Turgenev. Haar

favoriete auteur was Dostoevskij. Ook de Russische dichter Nadson behoorde tot haar favorieten,

maar deze voorliefde was van korte duur. Nadson, die de overgang van burgerlijke lyriek naar het

symbolisme inluidde, heeft haar wel het belang van maatschappelijk engagement doen inzien.

Dat engagement duurde voort tot het einde van haar dagen.

Al op heel jonge leeftijd begon de kleine Zinaïda gedichten te schrijven. Ze was welgeteld

zeven jaar oud toen ze haar eerste gedicht op haar palmares had. Het zou het begin betekenen van

een indrukwekkende schrijverscarrière die duurde tot aan haar dood. Die carrière zou wellicht

nooit zo invloedrijk geweest zijn, mocht ze de intellectueel en schrijver Dmitrij Mereţkovskij

niet ontmoet hebben. Na hun huwelijk in 1889 trok het kersverse bruidspaar naar Sint-Petersburg.

Daar introduceerde Mereţkovskij haar bij de literaire elite van die tijd. Ze ontmoette er schrijvers

Page 8: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

als Konstantin Bal‟mont, Lev Tolstoj, Polonskij, Čechov en met een aantal van hen knoopte ze

een hechte vriendschapsband aan. Haar echtgenoot nam haar ook mee naar het buitenland. In

Parijs, Nice, Italië en Griekenland legde ze niet enkel contacten met schrijvers, ook haar culturele

horizon verruimde enorm.

De metafysische symboliste Gippius was een veelzijdig schrijfster. Naast poëzie, schreef

ze ook verhalen, toneelstukken, literaire kritieken en politieke artikelen. Ze was een van de

eersten die typisch symbolistische thema‟s aansneed. Samen met Mereţkovskij en andere

symbolisten, protesteerde ze tegen het positivisme, het realisme en vooral het naturalisme in de

literatuur.

In haar schrijverschap maakt Zinaïda verschillende fasen door. Haar vroege werk van de

jaren negentig van de 19e eeuw werd gekenmerkt door estheticisme, pessimisme en

individualisme. Gippius bracht de dagelijkse deprimerende routine in het dagelijks leven en het

hunkeren van de bourgeoisie naar meer comfort in contrast met het motief van de droom.

Belangrijk was haar vernieuwing op het vlak van vorm en inhoud.

Tegen het einde van de negentiende eeuw begonnen Gippius en Mereţkovskij voor het

kunsttijdschrift De Wereld van de Kunst (Mir Isskustva) te schrijven met Sergej P. Djagilev als

hoofdredacteur. Daar kwamen ze ook in contact met de neef van Djagilev, de journalist Dmitrij

Filosofov, die later een intieme vriend van het echtpaar werd. Onder invloed van de mensen die

ze ontmoette tijdens de vele soirées georganiseerd door de artistieke groep rond het tijdschrift en

de overtuiging van Mereţkovskij dat er een “nieuwe kerk” nodig was, richtte ze zich tussen de

periode 1899-1905 in hoofdzaak op religie. In het kader van de nood aan een “nieuw religieus

bewustzijn” (novoe religioznoe soznanie), werden er religieus-filosofische ontmoetingen

gehouden in Sint-Petersburg op initiatief van Zinaïda. Een jaar later werd het tijdschrift De

Nieuwe Weg (Novyj Put‟) opgericht door de Mereţkovskijs. De Nieuwe Weg vervulde de rol van

literaire en filosofische spreekbuis van die religieuze beweging.

In de jaren 1905-1914 stonden haar religieuze, politieke en filosofische ideeën in nauw

verband met sociaal-politieke aangelegenheden. Gippius wilde een reorganisatie van de

Russisch-orthodoxe kerk en protesteerde tegen de onderwerping van de kerk aan de staat. Zinaïda

was voorstander van een hervorming van de kerk en van de sociaal-politieke aangelegenheden. In

de aanloop naar de Februarirevolutie van 1905, koesterden de Mereţkovskijs dan ook

hooggespannen verwachtingen. Ze hoopten dat de revolutie de verwezenlijking van hun

Page 9: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

theocratie zou inluiden. Na afloop van de Februarirevolutie waren de Mereţkovskijs dan ook

enerzijds teleurgesteld in het resultaat van de Februarirevolutie, anderzijds geloofden ze dat de

Februarirevolutie een voorloper was van de ultieme religieuze revolutie die hun religieuze

theocratie tot stand zou brengen. Die theocratie zou het begin van universalisme betekenen. De

intelligentsia speelde volgens hen een belangrijke rol in de totstandkoming daarvan. Ze besloten

dat de Februarirevolutie pseudo-religieus was en dat er “nieuwe methoden” moesten aangewend

worden voor de realisatie van universalisme. Daarvoor gingen ze in Rusland en in het buitenland

hun ideeën verspreiden en daarenboven contacten leggen met Russische politieke ballingen in

Frankrijk.

In de periode tussen 1914-1920 gebeurde er heel wat in Rusland: de Eerste Wereldoorlog

brak uit, de Februarirevolutie kwam er, enkele maanden later stortte de Oktoberrevolutie van

1917 het land in een complete chaos. Meteen daarna brak de Russische Burgeroorlog tussen de

Witten en de Roden uit. Gippius was in die periode volledig in beslag genomen door de politieke

omwentelingen van die tijd. Al snel profileerde ze zich als een grote tegenstander van de Eerste

Wereldoorlog op basis van haar religieuze overtuigingen. Na een tijd veranderde haar visie op de

oorlog. De oorlog was volgens haar een teruggang op de weg naar universele menselijkheid.

Gippius sloot daarbij een positief effect van de oorlog niet uit; de oorlog zou als een spirituele

stimulans kunnen dienen. Ze ging ervan uit dat de oorlog aanvaard kon worden, zonder dat hij

daarom gerechtvaardigd werd. Nadat de oktoberrevolutie uitgebroken was, spatten de

verwachtingen van de Mereţkovskijs als een zeepbel uit elkaar. De kerk was het slachtoffer

geworden van het nieuwe regime, zodat er weinig plaats meer overbleef voor religie. Zinaïda was

ervan overtuigd dat het bolsjevisme erger was dan het tsarisme. Ze zag namelijk in het

bolsjevisme de incarnatie van de Antichrist. Voor haar was het koninkrijk van het “Tsaarbeest”

verschrikkelijk geweest, doordat het de vrijheid van de kerk niet erkende. Maar het koninkrijk

van de “Beestenmensen”, geïntroduceerd door de bolsjevieken, beschouwde ze als zijnde veel

erger, omdat de menselijke persoonlijkheid de kop werd ingedrukt en de Russische spirituele en

culturele erfenis verloochend werd. Toen de Russische Burgeroorlog tussen de Witten en de

Roden resulteerde in de overwinning van de Roden, besloot het echtpaar samen met Zlobin, hun

secretaris, en Filosofov te emigreren.

In februari 1920 kwam het viertal aan in Polen. De Mereţkovskijs stelden alles in het

werk om een vrede tussen Rusland en Polen te verhinderen. Toen Polen enkele maanden later

Page 10: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

toch vrede sloot met Rusland, zag het echtpaar zich genoodzaakt het land te verlaten. Hun goede

vriend Filosofov bleef echter achter in Polen.

In Parijs ondernam het koppel een nieuwe poging om hun thuisland te bevrijden van de

bolsjevieken en hun religieuze ideeën te verspreiden. Gippius aardde evenwel niet in de

Russische gemeenschap in Parijs; men was onverschillig tegenover haar religieuze en politieke

ideeën. Ondanks de passiviteit van de Europeanen, de desinteresse van de Russische emigranten

en hun financiële problemen, bleef Zinaïda politiek en religieus actief en nam geen afstand van

haar idealen. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog stond Gippius tegenover Duitsland met

gemengde gevoelens. Enerzijds stond ze geenszins aan de kant van Nazi-Duitsland, anderzijds

hoopte ze dat Hitler de bolsjevieken zou overwinnen en zo haar vaderland zou bevrijden. In 1943,

twee jaar na de dood van Dmitrij Mereţkovskij, begon Gippius met het schrijven van de biografie

Merežkovskij. Gippius stierf echter nog voor de voltooiing van het boek een eenzame dood op

negen september 1945.

2. Het Russisch symbolisme

Ontstaan

Het Russisch symbolisme was een esthetische en mystieke beweging die te situeren valt tussen de

jaren 1890 en 1910. De wortels van deze beweging lagen in de jaren 1880. In Rusland groeide de

frustratie op verschillende vlakken. Op het vlak van de politiek had de moord op tsaar Aleksandr

II in 1881 een periode van stilstand ingeluid; de sociale en politieke hervormingen werden

uitgesteld. Een andere frustratie situeerde zich op het vlak van de literatuur. De overheersende

idee van Vissarion Belinskij, die beweerde dat literatuur in de eerste plaats sociaal relevant moest

zijn en de lezers moest oproepen om de maatschappij te veranderen, werd in twijfel getrokken.

De resultaten van de “burgerlijke schrijvers” waren namelijk al bij al mager uitgevallen en

bovendien werd het fictieve en esthetische aspect van de literatuur verwaarloosd. Dit was vooral

het geval in de poëzie.

Deze tendensen bleven niet enkel beperkt tot Rusland. Ook in andere landen was er sprake

van een veranderende levensopvatting tegen het einde van de 19e eeuw. Het is niet verwonderlijk

dat dit een Europees verschijnsel was, aangezien de tweede helft van de 19e eeuw in heel Europa

een periode was van baanbrekende vooruitgang op het vlak van wetenschap, industrie en

technologie. Er was sprake van een afzetting tegen het positivisme, rationalisme en

Page 11: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

wetenschappelijke methodes om kennis te verwerven. Ook de invloed van de filosofen Arthur

Schopenhauer en Friedrich Nietzsche in Europa en Rusland liet zich duidelijk gelden in deze

periode. Naar aanleiding van al deze veranderingen ontstond er in Frankrijk een nieuwe

beweging op het vlak van de literatuur: het symbolisme. De essentie van het symbolisme bestond

erin “ongeziene realiteiten” op te roepen door middel van emoties en fantasieën en het gebruik

van metaforen en symbolen.

In Rusland was er sinds het midden van de jaren 1880 zo‟n opmerkelijke heropleving van

de cultuur, dat die uiteindelijk culmineerde in “de zilveren eeuw van de Russische cultuur”.

Nikolaj Minskij (1855-1937) en Dmitrij Mereţkovskij (1865-1941) waren de eersten die een

theoretische basis gaven aan het Russisch symbolisme. In zijn werk In het licht van het

bewustzijn, 1890 (Pri svete sovesti) trok Minskij van leer tegen het heersende realisme en

populisme in de literatuur en propageerde de vrijheid in de kunst. Mereţkovskij steunde de

beweringen van Minskij en formuleerde ook zelf zijn ideeën in essays, die in 1893 gebundeld

werden in Over de oorzaken van het verval en over de nieuwe stromingen in de hedendaagse

Russische literatuur (O pričinach upadka i o novych tečenijach sovremennoj russkoj literatury).

Deze essaybundel wordt wel eens beschouwd als het manifest van het Russisch symbolisme.

Daarin aanzag Mereţkovskij de literaire critici als de schuldigen van de crisis in de Russische

literatuur, wegens hun eis dat literatuur nuttig en altruïstisch moest zijn en wegens het verwerpen

van het metafysische en esthetische in de literatuur. Hij wilde een overgang van het “positivisme

zonder ziel” naar het “goddelijke idealisme”. Naar analogie met de toenmalige Europese

literatuur, kondigde hij met zijn essays het ontstaan van een idealistische, neoromantische

literatuur in Rusland aan.

Doordat de pijlers van de samenleving bestonden uit het rationalisme en het

vooruitgangsoptimisme, werd het symbolisme over het algemeen beschouwd als een teruggang,

een periode van verval. Er werd met veel protest gereageerd op de beweging. Zo betreurde de

Russische populistische criticus N. K. Michajlovskij de publicatie van Mereţkovskijs essays en

waarschuwde dat Europa zich had bekeerd tot het mystieke, waarbij neoboeddhisten, theosofen

en dergelijke meer overal opdoken. Michajlovskij vond dat het symbolisme en andere

symptomen van culturele uitputting, zoals extreem individualisme en estheticisme in een

ontwikkeld, kapitalistisch land als Frankrijk nog enigszins gerechtvaardigd konden worden als

“protest”. Hij begreep echter niet waartegen Mereţkovskij zo nodig moest protesteren in het

Page 12: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

primitieve Rusland.

Mereţkovskij klaagde de misvatting aan van het idealisme als een modeverschijnsel,

overgewaaid uit Parijs. Idealisme betekende volgens hem een “zoektocht naar het onuitdrukbare,

het donkere, het onderbewuste en een liefde voor de mensen, gebaseerd op een diepe en vurige

subjectiviteit en niet op een utilitaire politiek of economische voorschriften”. Volgens

Mereţkovskij was het doel van de moderne kunst om datgene te verkennen wat verder lag dan

het puur rationele. Om dat doel te bereiken, moesten symbolen aangewend worden, want

“woorden definiëren enkel en zijn begrensd, terwijl symbolen het onbegrensde aspect van de

gedachte uitdrukken.”

Ontwikkeling: twee generaties

De eerste symbolisten kunnen we aanduiden met de term “oudere symbolisten”, eerder dan met

de term “decadenten”. Valerij Brjusov, Konstantin Bal‟mont, Fëdor Sologub en Zinaida Gippius

pasten als eersten de theorieën van Minskij en Mereţkovskij toe in het midden van de jaren 1890.

Gippius werd door haar tijdgenoten vaak aangeduid met de term “decadent”. De decadenten

waren voorstanders van l‟art pour l‟art en protesteerden tegen de sociale moraal in de literatuur.

Ook wilden ze vernieuwingen op alle vlakken doorvoeren in de poëzie. Gippius wilde ook

vernieuwingen aanbrengen, maar ze vond dat de vernieuwingen van de decadenten te ver gingen

en geen betekenis meer hadden. Bovendien verwierp ze het feit dat erotiek hun voornaamste

onderwerp was en dat ze onverschillig waren voor moraliteit. Mereţkovskij behoorde ook tot de

groep van de “oudere symbolisten”. Kenmerkend waren hun estheticisme en een fin de

siècle-stemming. Maar al vanaf het begin waren er verschillen merkbaar tussen de symbolisten

onderling en die verschillen namen alleen maar toe. Terwijl Gippius en Mereţkovskij zich actief

bezighielden met het propageren van een “nieuw religieus bewustzijn” en hun gedichten

doordrongen waren van christelijke waarden, besteedden de overige symbolisten van de eerste

generatie gedurende een lange tijd weinig aandacht aan het christendom.

Mereţkovskij en Gippius konden het op het vlak van religie duidelijk beter vinden met de

“jongere symbolisten”. Deze tweede groep symbolisten bestond uit Vjačeslav Ivanov, Aleksandr

Blok en Andrej Belyj. De term sloeg niet op de ouderdom van de symbolisten, maar toonde wel

aan dat hun debuut later plaatsvond en onderscheidde hun opvatting over kunst van die van de

Page 13: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

“oudere symbolisten”. Gippius en Mereţkovskij verlangden samen met de “jongere symbolisten”

naar de Tweede Komst van Christus, die een universele theocratie tot stand zou brengen: het

Koninkrijk Gods op aarde. De Mereţkovskijs namen daarom afstand van het individualisme,

omdat dit tegenstrijdig was met hun verlangen naar een universele eenheid. Terwijl de “oudere

symbolisten” zichzelf beschouwden als de schepper van strikt individuele en puur artistieke

waarden, betekende het symbolisme voor de “jongere symbolisten” meer dan louter een literaire

beweging, namelijk een levensopvatting en de weg naar een religieuze mystiek. De dichter was

voor de “jongere symbolisten” een ziener die toegang had tot verborgen waarheden.

Alhoewel er veel verschillen waren tussen de Russische symbolisten onderling – Sologub

zag in de schepping krachten van Satan, Gippius en Mereţkovskij zagen dan weer een beweging

naar een theocratie, Ivanov legde de nadruk op geleerdheid en taalkundige vaardigheden – waren

er ook gemeenschappelijke kenmerken. Beide generaties vonden de artistieke methode even

belangrijk. Bovendien maakten ze allemaal gebruik van symbolen en metaforen om “het

onbereikbare” te bereiken. Ook hadden de symbolisten een neoplatonistische wereldopvatting. Ze

onderscheidden twee werelden: de wereld van de ideeën en de wereld van de verschijnselen.

Enkel de dichter kon volgens hen contact krijgen met beide werelden en zo een diepere

werkelijkheid onthullen. Poëzie was volgens hen ook in staat om een transformatie van de wereld

tot stand te brengen. Vandaar hun talrijke anticipaties op een op handen zijnde Apocalyps en

andere grote veranderingen.

In 1910 brak er een conflict uit tussen Brjusov en de “jongere symbolisten”. Brjusov kon

zich namelijk niet langer verzoenen met het overheersende mysticisme in hun poëzie en hun

streven naar een eenmaking van de mensheid. Voor hem waren het esthetische en het

individualisme het belangrijkst.

Na 1910 ontstonden er twee nieuwe literaire bewegingen: het acmeïsme en het futurisme.

Deze stromingen zetten zich af tegen het platonische idealisme van de symbolisten. Sporen van

het decadentisme werden echter wel nog teruggevonden in de arrogante glamor van het

egofuturisme en het tegen de bourgeois gerichte dandyisme van de cubofuturisten.

3. De Znanie-groep

Bijna gelijktijdig met het symbolisme ontstond de Gor‟kij-Andreevschool, genoemd naar de

schrijvers Gor‟kij en Andreev. Een van hun belangrijkste doelstellingen was de bevrijding van de

Page 14: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Russische literatuur van bepaalde taboes. In de periode van het realisme probeerden de Russische

schrijvers namelijk het gemene, het lage en het ruwe in hun oeuvre te vermijden. Ook het fysieke

aspect van seks kwam niet aan bod. Gogol‟ was de eerste om met bepaalde conventies te breken.

Zo had hij het wel eens over onaangename geurtjes en vuil taalgebruik. Tolstoj zette deze trend

verder in zijn boeken De dood van Ivan Il’ič en De Kreutzersonate door de nadruk die hij legde

op het fysieke aspect van de liefde en de uitbeelding van ziekte en dood. Dit betekende genoeg

stof voor het oprichten van een nieuwe literaire beweging: de Gor‟kij-Andreevschool.

In 1902 richtte Gor‟kij de uitgeverij Znanie (Kennis) op. De naam Znanie diende om het

praktische en het rationele aspect van de gepubliceerde werken aan te duiden. Behalve Gor‟kij

waren de belangrijkste leden van de groep rond de uitgeverij de latere Nobelprijswinnaar Bunin,

Kuprin, Arcybašev en Andreev. De overige schrijvers hebben nooit faam verworven. De

schrijvers profileerden zich als neorealisten, waarbij sociaal protest tegen de bestaande manier

van leven en politiek optimisme in hun werken typerend waren. Ze hadden geen duidelijk

afgelijnd programma. Enkel hun sympathie voor het marxisme en hun streven naar eenvoud

hadden ze gemeenschappelijk. In tegenstelling tot de symbolisten, wilden ze geen stilistische

vernieuwingen doorvoeren en taalverfijning nastreven. Gor‟kij zette zich overigens af tegen de

vele Godzoekers binnen de symbolistische beweging.

De neorealisten gebruikten drie verschillende manieren om het realisme te vernieuwen.

Ten eerste door het gebruik van humor en satire, zoals de schrijvers rond het tijdschrift Satirikon.

Ten tweede door middel van gewaagde thema‟s, zoals bijvoorbeeld in het boek Sanin van

Arcybašev. Daarin heeft het hoofdpersonage, Vladimir Sanin, als enige levensdoel het

bevredigen van zijn seksuele verlangens. Een derde manier bestond erin de aandacht te vestigen

op de arbeider en de problemen van het proletariaat in de geest van het marxisme.

Gippius was diep verontwaardigd over de literatuur van de Znanie-groep en voelde zich

dan ook moreel en sociaal verplicht deze tendensen uitgebreid te lijf te gaan in haar literaire

kritieken. Ze aanzag hun gebrek aan vakmanschap en cultuur als bedreigend voor de Russische

literatuur en het Russische theater. Literatuur was voor de metafysische symboliste Gippius

immers een spirituele ervaring, een manier om het mysterieuze te verkennen. Kunst had in haar

ogen het doel om de evolutie van de wereld richting het ultieme doel van de mensheid te

promoten. Dit ultieme doel was het bereiken van universele harmonie. De voornaamste thema‟s

in de literatuur moesten God en onsterfelijkheid zijn. In haar artikel Het Brood van het Leven

Page 15: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

(Chleb ţizni) beweerde ze dat echte kunst die kunst was die versmelt met God. Op die manier

versmelt het “brood van de geest” met het “brood van het lichaam” en vormen beiden het “brood

van het leven”.

De dichter moest daarenboven streven naar een mystieke inhoud, symbolen aanwenden en de

artistieke gevoeligheid van de lezer verdiepen. Voor Gippius moest kunst eeuwig zijn en was het

“tendentieuze” in de kunst uit den boze. Ze beschouwde deze groepering dan ook als de

“decadentie van de decadentie”, omdat ieder esthetisch criterium ontbrak en elke verfijning van

de smaak zoek was.

In een van haar literaire artikels richtte ze haar pijlen op Gor‟kij en zijn leerlingen.

“[П]роповедь Максима Горького и его учеников (…) освобождает

человека от всего, что он имеет и когда- либо имел: от любви, от

нравственности, от имущества, от знания, от красоты, от долга, от семьи,

от всякого помысления, от Боге, от всякой надежды, от всякого страха,

от всякого духвного или телесного устремления и, наконец, от всякой

активной воли. (…) [О]но существо совершенно не человек. Зверь? Вряд

ли. Даже и не зверь.”

Gippius‟ speciale schrijfstijl bezorgde haar een unieke plaats binnen de Russische literaire

kritiek. Haar stijl was ironisch, serieus en elegant en trok de aandacht van andere Russische

schrijvers. Gor‟kij en zijn Znanie-groep vormden haar voornaamste onderwerp van literaire

kritiek. Ook tijdens de Oktoberrevolutie kreeg Gor‟kij veel

kritiek te slikken van Gippius, maar dan vanwege zijn bolsjevistische activiteiten.

4. Het oeuvre van Zinaida Gippius tot 1920

Gippius liet een veelzijdig oeuvre na. Behalve als dichteres, profileerde ze zich ook als literair

critica en toneelschrijfster en schreef ze politieke artikels en verhalen. Als dichteres werd ze het

bekendst. Ze was een van de eerste vertegenwoordigers van het Russisch symbolisme. In 1888

werden haar eerste symbolistische gedichten gepubliceerd. Gippius gebruikte de poëzie van

Tjučev, Baratynskij, Lermontov en Fet als uitgangspunt. Zinaida onderscheidde zich al in de

jaren 1890 van andere dichters, omdat ze erin slaagde het “onuitdrukbare” uit te drukken. Dit was

Page 16: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

mogelijk door haar vernieuwingen op het vlak van vorm en inhoud. Zo brak ze met het

traditionele metrum, weerklonk er een melodie van klanken en kleuren in haar gedichten,

populariseerde ze het gebruik van geaccentueerde verzen en introduceerde het gebruik van het

assonantierijm. Vanaf dat moment begon men overigens in het algemeen volop te experimenteren

in de poëzie en wordt deze periode “het tijdperk van de experimenten” (1895-1930) genoemd.

Haar thema‟s waren onder andere: de liefde voor schoonheid, de liefde voor God, de dood en het

nauwe verband tussen religie, poëzie en het mystieke. Samen met Mereţkovskij, Minskij,

Rozanov en Sologub wilde ze een nieuwe artistieke smaak creëren. Hoewel ze veel

experimenteerde, deed dit nooit afbreuk aan de kwaliteit van haar gedichten.

Gippius was een metafysisch symboliste. Ze onderscheidde twee werelden: de empirische

wereld en de spirituele wereld. In navolging van Goethe beweerde Gippius dat “Alles

Vergängliche ist nur ein Gleichnis”. In haar gedichten werd de wereld chaotisch voorgesteld,

waarbij er een voortdurende wisselwerking was tussen het materiële en het spirituele. Ze aanzag

poëzie als een middel om in contact te komen met de transcendentale werkelijkheid.

In de beginperiode van Gippius‟ schrijverschap, namelijk in de jaren 1890, overheersten

het esthetische, het individualisme, melancholie, de wens om zich af te sluiten van de rest van de

wereld en een gevoel van vervreemding. Nostalgie vormde het leidmotief in haar gedichten.

Slechts zelden had de dichteres het over de schoonheid van de natuur of de volheid van het

menselijk bestaan, waarbij ze zich inspireerde op de Hellenistische idee van de heiligheid van het

vlees.

Vanaf 1899 veranderde de toon van haar gedichten. In dat jaar was Mereţkovskij immers

tot de overtuiging gekomen dat er een “nieuwe kerk” nodig was, omdat de bestaande kerk door

zijn structuur niemand nog enige voldoening schonk. Het pessimisme en individualisme van haar

eerste periode maakte zo plaats voor een metafysisch optimisme. Ook bij de andere

symbolistische dichters was die geest van metafysisch optimisme te bespeuren, zoals bij

Bal‟mont, Brjusov en Sologub. Aan haar idee over God voegde ze het concept van vrijheid toe en

ze verlangde naar een diep geloof in God. Ook haar Hellenistische concept van de heiligheid van

het vlees werd bijgesteld. Samen met Mereţkovskij was ze ervan overtuigd dat de Hellenistische

opvatting van de heiligheid van het vlees en de christelijke overtuiging van de heiligheid van de

geest moesten versmelten in een religie van de Drie-eenheid. Dit was het concept van hun

“apocalyptisch” christendom, waarbij ze geloofden in de Tweede Komst van Christus op aarde.

Page 17: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Ook beweerden ze dat Rusland in heel dit proces een messianistische rol te vervullen had. De

Mereţkovskijs waren duidelijk sterk beïnvloed door de filosoof Vladimir Solov‟ëv. Naar

analogie met Solov‟ëv baseerden ze zich op de Heilige Drievuldigheid met betrekking tot hun

ideaal, maar werkte het echtpaar de Heilige Drievuldigheid op een andere manier uit. Verder

geloofden ze net zoals Solov‟ëv dat Rusland een messianistische rol was toebedeeld,waarbij haar

missie de realisatie van een theocratie was, namelijk het Konkrijk Gods op aarde. Cf. infra, p. 35.

Deze religieuze renaissance drukte Gippius uit in haar gedichten. Niet enkel passief, ook

actief wilde Gippius hun nieuwe religieuze bewustzijn promoten. Dit deed ze door in 1901 voor

het eerst de “Religieus-Filosofische ontmoetingen” in Sint-Petersburg te organiseren. Gippius‟

initiatief werd enthousiast onthaald en werd aangezien als een ideale mogelijkheid om religieuze,

culturele en filosofische aangelegenheden te bespreken. Gippius was ervan overtuigd dat

Mereţkovskij, Filosofov en zijzelf een drie-eenheid moesten vormen en op die manier religieuze

activiteiten moesten ondernemen om een “nieuw religieus bewustzijn” te realiseren. Korte tijd

later richtten de Mereţkovskijs het tijdschrift De Nieuwe Weg (Novyj Put‟)op. Dit tijdschrift

publiceerde de werken van symbolistische schrijvers en de verslagen van de

“Religieus-Filosofische ontmoetingen”.

In haar volgende periode (1905 – 1914) paste Gippius haar religieuze, mystieke en

filosofische ideeën toe op de maatschappelijke orde. Vanaf dat moment was ze gekant tegen de

autocratie. In hun boek Le tsar et la Révolution uitten de Mereţkovskijs en Filosofov hun

misprijzen over de gang van zaken in het tsaristische Rusland. Ze beschouwden daarin het

tsarenrijk als het rijk van de duivel. Gippius verlangde in plaats daarvan naar een theocratie die

universalisme zou inluiden, waarbij vrijheid een centrale plaats zou innemen. Ze schreef daarbij

een belangrijke rol toe aan de intelligentsia. De Mereţkovskijs zagen in de mislukte revolutie van

1905 een voorloper van de ultieme religieuze revolutie die hun verwachtingen zou realiseren. Om

haar religieuze ideeën te promoten, ging ze samen met Mereţkovskij naar het buitenland.

In het centrum van haar metafysische filosofie stond altijd de liefde, die in deze periode

van haar schrijverschap in nauw verband stond met vrijheid. Haar concept over de liefde werkte

ze ook uit in haar gedichten. Voor Gippius was de zin van het leven het streven van de mens naar

liefde, naar een innerlijke harmonie. Als inspiratiebron voor haar metafysische filosofie gebruikte

Gippius boeken als de bijbel, Indische bronnen, boeken van Emmanuel Swedenborg, Karl van

Eckhardthausen, Elias Levi en het boek van de wijsheid van Solomon.

Page 18: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

In de jaren 1914-1920 werd Gippius volledig opgeslorpt door de politieke en sociale

problemen waarmee Rusland af te rekenen kreeg. De Eerste Wereldoorlog brak namelijk uit in

1914 en werd kort na het uitbreken van de Oktoberrevolutie van 1917 beëindigd. Meteen na de

Oktoberrevolutie brak er opnieuw een oorlog uit, maar dit keer een burgeroorlog tussen de Witten

en de Roden. Haar metafysica was in die periode niet langer prioritair. Gippius was in die tijd een

“burgerlijke” dichteres die het leed van de bevolking en hun liefde voor Rusland vertolkte.

Daarenboven koesterde ze hooggespannen verwachtingen op het vlak van de toekomst van

Rusland.

De Mereţkovskijs ergerden zich voor de Oktoberrevolutie vooral aan de mentaliteit van

de bourgeoisie en de positivisten in Rusland en West-Europa en aanzagen hen als de

belangrijkste obstakels voor de verwezenlijking van hun ideeën. Ze waren namelijk niet

geïnteresseerd in het apocalyptisch christendom , gefocust op technologische prestaties,

ongebreidelde vooruitgang en materieel comfort en beschouwden trouwen en kinderen krijgen als

heilige principes. Voor de Mereţkovskijs waren deze principes vals en ze vreesden dan ook dat

de bourgeoisie de touwtjes in handen zou krijgen over de hele wereld en het Koninkrijk van de

Antichrist tot stand zou brengen, waar er geen vrijheid en individualisme meer zouden zijn. Eens

dat zou gebeurd zijn, zou het volgens hen onmogelijk zijn om het Koninkrijk van God op aarde

nog te realiseren.

Een andere bedreiging voor haar verwachtingen vormde het uitbreken van de Eerste

Wereldoorlog (WOI). De Mereţkovskijs waren in het begin heftige tegenstanders van de oorlog

wegens hun religieuze overtuiging. Een oorlog viel immers niet te rijmen met hun religieuze

ambities. Gippius profileerde zich in die periode als een overtuigde pacifist en drukte haar

antioorlogsgevoelens in haar gedichten, essays en Petersburgse dagboeken (Peterburgskie

dnevniki) uit.

Na een tijd begon Gippius‟ kijk op de oorlog te veranderen. Ze aanvaardde de oorlog

enkel op basis van haar religieuze overtuigingen. Ze dacht dat God de oorlog voorbestemd had en

dat de Russen de oorlog moesten aanvaarden en moesten aanzien als een stap terug op de weg

naar universalisme (vselenskost’).”

Terwijl Gippius in haar vorige periode dacht dat de intelligentsia een belangrijke rol

moest spelen in de verwezenlijking van haar religieuze ideeën, schreef ze nu die rol toe aan de

jonge generatie van de intellegentsia. Dat bleek uit haar toneelstuk De groene ring (zelënoe

Page 19: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

kol‟co), dat in 1914 opgevoerd werd. Daarin was de centrale idee de “vreugde van het

gemeenschapsgevoel”. Deze filosofie komt in het volgende hoofdstuk uitvoerig aan bod. Het

toneelstuk ging over een conflict tussen de oude en de jonge generatie. De jongeren wilden op

een vredevolle manier komaf maken met het verleden en een nieuwe samenleving creëren met

nieuwe spirituele waarden. De oude generatie bleef zich echter koppig vastklampen aan het

verleden. Het conflict resulteerde ten slotte in een overwinning voor de jonge generatie, waarbij

de hoop en het gemeenschapsgevoel van de jongeren geprijsd werden.

Wanneer in 1917 de Februarirevolutie uitbrak, was Gippius razend enthousiast. Net als de

“jongere symbolisten” Blok, Belyj en Brjusov aanzag ze deze revolutie als een omwenteling. Ze

werd opnieuw politiek actief en schreef manifesten voor de Socialistisch-Revolutionaire partij.

Ook in haar gedichten weerklonk haar verrukking over de gewonnen vrijheid. Na de

Februarirevolutie werd de Voorlopige Regering opgericht. Gippius discussieerde geregeld over

sociale en politieke aangelegenheden met de leden van de Voorlopige Regering Kerenskij,

Bunakov-Fondaminskij en Savinkov in haar appartement. Tot Gippius‟ grote frustratie bleek de

Voorlopige Regering te zwak om iets te verwezenlijken. Wanneer de Okotberrevolutie enkele

maanden later uitbrak, werd het land in een complete chaos gestort. Gippius stond enkel achter de

beginfase van de Oktoberrrevolutie, waarbij de autocratie werd afgeschaft en vrijheid werd

beloofd. Maar al snel keerde Gippius zich tegen de bolsjevieken en vergeleek het regime met de

heerschappij van de duivel. In haar gedichten en dagboeken beschreef ze uitvoerig haar emoties.

Toen het Witte Leger van het Rode Leger verloren had, besloten de Mereţkovskijs samen

met Filosofov en hun secretaris, Vladimir Zlobin, te emigreren. Daarbij wilden ze hun religieuze

ideeën promoten en vooral hun vaderland bevrijden van het koninkrijk van de Antichrist. Net

zoals Solov‟ëv gebruikte ze de benaming Antichrist, maar terwijl Gippius onder de Antichrist de

bolsjevieken verstond, waren de antichristelijke filosofie van Nietzsche, de verspreiding van het

Christelijk anarchisme en de bedreiging uit het Oosten volgens Solov‟ëv uitingen van het kwaad

die de komst van de Antichrist aankondigden.

Als schrijfster baande Zinaida Gippius de weg voor dichters als Blok, Majakovskij, Achmatova

en Mandel‟stam, doordat ze brak met de bestaande tradities binnen de Russische poëzie. Ook

haar filosofische en religieuze thema‟s in de vroege jaren 1890 dienden als inspiratiebron voor

Page 20: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

heel wat dichters. De originaliteit van Zinaida Gippius‟ inzichten op sociaal en religieus vlak en

de waarde van haar dichtkunst zouden wellicht in eender welk ander land geprezen worden, maar

in de SU werd ze doodgezwegen. Zinaida was namelijk vanwege haar uitgesproken

antibolsjevistische houding een persona non grata in de Sovjet-Unie.

II. METAFYSICA EN RELIGIEUZE ACTIVITEITEN

In het begin van de 20e eeuw is er sprake van een religieuze revolutie in Rusland. Een deel van de

intellectuelen, waaronder Zinaida Gippius, is in die tijd erg gefocust op religie. Alvorens

Gippius‟ visie op de Eerste Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie van 1917 uit te werken, is het

belangrijk om eerst dieper in te gaan op de ontwikkeling van haar religieuze filosofie. Enkel op

die manier kan haar visie op de evenementen tussen 1914 en 1917 ten volle begrepen worden.

In dit hoofdstuk beperk ik mij niet enkel tot de religieuze filosofie van Gippius, maar

bespreek ook enkele belangrijke filosofisch-religieuze bewegingen en hun voornaamste

vertegenwoordigers. Zo is het mogelijk om de ideeën van Gippius vanuit een breder perspectief

te bekijken. Net als Gippius streven veel bewegingen namelijk naar een betere toekomst voor de

mensheid en naar de eenmaking van de mensheid. Vaak gaat dit gepaard met het verlangen naar

een revolutie en koesteren ze apocalyptische verwachtingen.

Verder ga ik ook dieper in op de wortels van de religieuze heropleving.

1. De filosofisch-religieuze zoektocht in Rusland

Ontstaan

Onder invloed van de economische en industriële ontwikkeling en de veranderingen op sociaal

vlak was er vanaf het midden van de jaren 1890 een culturele heropleving waarneembaar. Deze

opbloei situeerde zich niet enkel op het vlak van literatuur, maar ook in de filosofie, de schone

kunsten, de muziek, het ballet en het theater. Naar analogie met deze culturele opbloei die

uiteindelijk culmineerde in de “zilveren eeuw”, richtte een klein deel van de intelligentsia zich

volgens Efim Etkind in die mate op religie, dat er gesproken werd van een “religieuze

renaissance”.

Page 21: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Avril Pyman beschouwde het religieuze vacuüm als de voornaamste oorzaak van de

religieuze heropleving. Tegen de tweede helft van de 19e eeuw had Europa een grote vooruitgang

geboekt op het vlak van wetenschap, industrie en technologie en had zo zijn invloed op de rest

van de wereld op verschillende vlakken laten gelden. De Europese cultuur werd verspreid, wetten

werden opgelegd en hun geloof in de vooruitgang werd doorgegeven. Daardoor ontstond er in die

periode een gevoel van onbehaaglijkheid. Rusland had namelijk de Middeleeuwen doorgemaakt,

maar de Renaissance en de Verlichting waren grotendeels aan haar voorbijgegaan. Dit resulteerde

uiteindelijk in een geloofscrisis in Rusland. Rond de eeuwwisseling voelden de Russen de

culturele breuk, maar hadden ze tegelijkertijd de overtuiging dat ze nog een keuze hadden,

namelijk terugkeren naar het geloof.

De religieuze heropleving kwam ondanks alles onverwacht, aangezien de intelligentsia

daarvoor relatief weinig interesse aan de dag legde voor religieuze kwesties. In het verleden

hadden Fëdor Dostoevskij, Lev Tolstoj en Vladimir Solov‟ëv zich verdiept in religieuze

vraagstukken. Net de invloed van deze figuren droeg in belangrijke mate bij tot de religieuze

renaissance (religioznoe vozroždenie).

Vooral de ideeën van Solov‟ëv hebben veel invloed uitgeoefend ten tijde van de religieuze

zoektocht in Rusland. Hij heeft zowel op symbolistische dichters, waaronder Belyj, Blok en

Ivanov, als op de filosofen Sergej Bulgakov, Trubeckoj en Florenskij grote invloed uitgeoefend.

Solov‟ëv protesteerde tegen het overheersende positivisme en materialisme dat hoogtij vierde in

het Westen en werkte als alternatief een universele synthese uit van natuurwetenschap, filosofie

en theologie, waarbij hij zich baseerde op de Platoonse drie-eenheid van schoonheid, het goede

en de waarheid. Zijn filosofie omvatte drie kernbegrippen, namelijk zijn idee van “totale eenheid”

of vseedinstvo, Godmensheid of Bogočelovečestvo en zijn leer over de Sophia of de Wereldziel

(Mirovaja Duša). Het concept van vseedinstvo betekende dat God Absoluut is en dat God in alles

is en alles op zijn beurt in God is. Bogočelovečestvo duidde op de vereniging van God en mens.

De Sophia is de perfecte mensheid zoals belichaamd in Christus. Cf. infra, p. 53-54.

Ondanks het feit dat slechts een klein deel van de intelligentsia in de ban was van religie,

rezen religieuze stromingen en religieuze kringen als paddestoelen uit de grond. Deze kringen

waren niet strikt gedefinieerd, zodat het verloop tussen de kringen betrekkelijk groot was.

Alhoewel de grondslagen van hun maatschappelijke ideaal verschillend waren -

anarchistisch of socialistisch – bevatte elk ideaal wel telkens dezelfde kern: een religieuze

Page 22: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

samenleving als resultaat van de religieuze zoektocht. Deze samenleving werd aangeduid met de

termen religioznaja obščestvennost’ (religieuze samenleving) of

sobornost’(gemeenschapsgevoel). Ze koppelden namelijk vaak hun religieuze interesse aan een

revolutionaire omwenteling en koesterden daarbij apocalyptische verwachtingen. Ze voelden

immers aan dat er een culturele catastrofe op til was. Voor de meesten luidde de apocalyps

tegelijkertijd een nieuwe tijd aan, een heropstanding.

Hieronder volgt een overzicht van enkele belangrijke filosofisch-religieuze bewegingen en hun

vertegenwoordigers.

De Christelijke Broederlijkheid van de Strijd

Meteen na de “Bloedige Zondag”, op 9 januari 1905, stichtten de filosofen Vladimir Èrn en

Valentin Svencickij de Christelijke Broederlijkheid van de Strijd (Christianskoe Bratstvo Borby).

Hun voornaamste doelstellingen waren de scheiding van Orthodoxie en autocratie en de

oprichting van een constituoneel-democratische orde in Rusland. Het dichter bij mekaar brengen

van het volk en de intelligentsia vormde een belangrijke voorwaarde voor het slagen van hun

doelstellingen.

Een jaar na de oprichting van de Christelijke Broederschap werd hun programma bekend

gemaakt. Een van hun belangrijkste standpunten was het verlangen naar de scheiding van

Orthodoxie en autocratie, omdat enkel dan de kerk uit haar passieve toestand bevrijd zou

worden. De kerk zou dan namelijk in staat zijn om onafhankelijk stellingnames in te nemen met

betrekking tot de politieke, sociale en culturele problemen van haar tijd.

Ook vonden ze dat vanuit het principe van het gemeenschapsgevoel (sobornost’) van de

kerk men zich moest inlaten met het oplossen van de sociale problemen. Op basis van de

christelijke principes vrijheid en liefde moest het verbod op eigendom ingevoerd worden. Verder

moesten alle gelovigen volgens hen leven en werken in de kerkelijke gemeenschap en was het

algemene moto: wie niet werkt, die niet eet. Iedereen moest tevens de mogelijkheid krijgen zijn

talenten te ontplooien. Aan de hand van deze maatregelen wilden ze de bevrijding van het

kapitalistische juk bewerkstelligen. Bij de strijd tegen de kapitalisten was geweld toegelaten,

omdat de strijd niet in naam van een individu plaatsvond, maar in naam van Christus.

Verder vonden ze dat er een christelijke politieke partij moest opgericht worden, die haar

Page 23: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

eigen economische en politieke programma zou hebben.

Bovendien waren de oprichters van de Christelijke Broederschap geïnspireerd door de

ideeën van Solov‟ëv. Zo hoopten ze via het streven naar al hun doelstellingen de voorlaatste fase

van de geschiedenis van de mensheid te bereiken. Eens ze die fase bereikt zouden hebben, dan

zou de laatste fase, de apocalyptische, heel nabij zijn.

Ook de Mereţkovskijs en Filosofov koesterden apocalyptische verwachtingen. Maar

terwijl de Christelijke Broederschap wilde dat de kerk zou terugkeren naar haar primitieve staat

van in de tijd van de eerste christenen, dus naar het “oude religieuze bewustzijn” , streefden de

Mereţkovskijs en Filosofov naar een “nieuw religieus bewustzijn”, omdat ze het oerchristendom

als onvolmaakt beschouwden.

Christelijk anarchisme en christelijk socialisme

Alhoewel Sergej Bulgakov en Nikolaj Berdjajev vaak in een adem genoemd worden, waren hun

meningen over het christendom en revolutie fundamenteel verschillend. Terwijl ze beiden de

evolutie van marxisme naar idealisme doorgemaakt hadden in hun denken, verdedigden ze toch

elk andere principes.

Bulgakov noemde zichzelf een christelijke socialist. In tegenstelling tot de meerderheid

van zijn tijdgenoten was Bulgakov niet gekant tegen het tsarisme. Dit resulteerde in de

uitwerking van zijn theocratische ideaal. In Bulgakovs ogen bestond de wereld dan ook uit

mensen die voor God waren en mensen die tegen Hem waren.

In 1905 publiceerde Bulgakov het programma van zijn politieke partij De Unie van de

Christelijke Strijd (Sojuz christianskoi borby) in het laatste nummer van De vragen des levens

(Voprosy ţizni). Het programma bevatte vijf pijlers. Ten eerste moest er een christelijke

maatschappij tot stand komen waarbij politieke activiteit gelijk zou staan met de vervulling van

de religieuze plicht. Ten tweede moesten de christenen, ongeacht hun geloof, verenigd worden.

Verder streefde hij naar de bevrijding van het individu op politiek en sociaal vlak. Dit principe

was gebaseerd op het anarchistisch communisme van de vroege christelijke gemeenschappen en

vormde de voornaamste taak van de partij. Ten vierde wilde hij een alliantie met alle

niet-religieuze partijen die net als de Unie van de Christelijke Strijd democratisch waren met als

doel dezelfde doelstellingen te bereiken en tegelijkertijd de strijd aan te binden tegen hun

atheïstische ideeën. Ten slotte moest er christelijke literatuur verspreid worden en een krant

Page 24: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

worden opgericht om de ideeën van de Unie te propageren en streefde hij naar de oprichting van

verenigingen die steunden op de pijlers van het partijprogramma. De slogan van de toekomstige

samenleving was God en het volk (Bog i narod).

Terwijl Bulgakov een autoritair theocratisch ideaal koesterde, stond Berdjajev een

extreem libertaire samenleving voor. Zelfs God had in Berdjajevs ogen niet het recht de vrijheid

van de mens in te perken. Voor Bulgakov impliceerde individualisme net de onderwerping van de

mens aan een autoriteit.

Een tweede fundamenteel verschil bestond erin dat Berdjajev veel minder bezig was met

theologie en apocalyptische theorieën. Bulgakov geloofde net als Mereţkovskij in een

theologische apocalyps, terwijl Berdjajev gefocust was op mystiek, niet in de christelijke, maar in

de heidense zin en hij geloofde in een geseculariseerde vorm van revolutie. Berdjajev verlangde

naar een revolutie, omdat hij opkwam voor de onderdrukten en haat koesterde tegenover de

onderdrukker. Hij had dan ook een aversie tegen de middenklasse en hun kleinburgerlijkheid.

Berdjajev geloofde ook in de theorie van Godmensheid (Bogočelovečestvo). Hij

verlangde naar een religie die grootser was dan het christendom, namelijk de religie van

Godmensheid. Dit zou het begin inluiden van de perfecte eenheid van het goddelijke met de

mensheid. Enkel Christus had het goddeloze mensdom en de mensloze goddelijkheid kunnen

overwinnen. In de volgende fase van de menselijk geschiedenis zou ook de mensheid volgens

Berdjajev erin slagen die eenheid te bereiken. Eens de mensheid in die fase zou zijn, zou de

mensheid bevrijd zijn en zou er een gemeenschap tot stand komen gebaseerd op God.

De Filosofisch-Religieuze Genootschappen van Moskou en Sint-Petersburg

De Filosofisch-Religieuze Genootschappen in Moskou en Sint-Petersburg situeerden zich tussen

de jaren 1905-1917. Het doel van deze genootschappen bestond erin de intellectuelen op

regelmatige basis samen te brengen om filosofisch-religieuze aangelegenheden te bespreken.

Beide genootschappen vormden de belangrijkste voorbeelden van de religieuze zoektocht die

menig intellectueel in die tijd in de ban hield.

Tussen deze genootschappen onderling waren er echter verschillen. In Sint-Petersburg

draaide alles rond het “nieuwe religieuze bewustzijn” van Mereţkovskij, Gippius en Filosofov. In

Moskou werd het religieuze denken in het algemeen geanalyseerd op een systematische en

filosofische manier. De belangrijkste vertegenwoordigers waren Sergej Bulgakov, Pavel

Page 25: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Florenskij en de prins Evgenij Trubeckoj. Ze gebruikten in het bijzonder de religieuze

bespiegelingen van Vladimir Solov‟ëv als uitgangspunt. De idee van Solov‟ëv om filosofie en

religie te verenigen, vormde de basis van waaruit ze hun eigen filosofie ontwikkelden. Daarbij

formuleerden ze wel eens kritiek op de bestaande kerk.

Florenskij probeerde in de lijn van Bulgakov de christelijke politiek van Solov‟ëv om te

zetten in de praktijk en was ook lid van de Christelijke Broederlijkheid van de Strijd, omdat hij

een maatschappij nastreefde gebaseerd op christelijke grondslagen. Florenskij bekeerde zich

uiteindelijk nog voor de revolutie tot het priesterschap. Bekeringen onder de intellectuelen die in

een religieuze zoektocht verwikkeld waren, kwamen overigens verre van zeldzaam voor.

Het Filosofisch-Religieuze Genootschap van Sint-Petersburg wilde dan weer breken met

de bestaande kerk en had veel commentaar op de “historische kerk”. In de plaats daarvan wilden

ze een “nieuw religieus bewustzijn” creëren. Hun uiteindelijke doelstelling was daarbij om een

“nieuwe” kerk te stichten en een “nieuw” religieus bestaan in te luiden. Cf. infra, p. 34-35.

Het mystiek anarchisme

De belangrijkste vertegenwoordigers van het mystiek anarchisme waren de symbolisten Georgij

Čulkov en Vjačeslav Ivanov. Het mystiek anarchisme ontstond in juli 1905 naar aanleiding van

een pennenstrijd tussen Čulkov en Bulgakov. Čulkov verzette zich tegen de ideeën van Bulgakov,

omdat hij via het christendom de toenmalige sociale problemen trachtte op te lossen. Hij

protesteerde ook tegen de zoektocht naar een “nieuw religieus geloof” van de

Religieus-Filosofische Gemeenschap in Sint-Petersburg. Čulkov was namelijk gekant tegen het

ascetisme, de nederigheid, de onderdanigheid en de passiviteit die gepropageerd werden door het

Historisch Christendom. Daar tegenover stelde hij zijn maatschappijvisie waarbij hij het sociaal

activisme promootte en net als Mereţkovskij apocalyptische verwachtingen koesterde en naar een

nieuwe wereldorde verlangde. Maar terwijl Mereţkovskij met zijn idee van een “nieuw religieus

bewustzijn” naar een nieuw christelijk dogma streefde, wilde Čulkov net breken met alle

dogma‟s in de religie, filosofie, ethiek en politiek. Hij was er namelijk van overtuigd dat zijn

anarchistische ideaal niet naar een “vormeloze chaos” maar naar een “overwinning van de

wereld” zou leiden.

Daarenboven moesten de metafysisch anarchisten zich volgens Čulkov inzetten voor de

emancipatiestrijd aan de hand van “mystieke ervaringen” in de kunst en de liefde en hun

Page 26: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

bewustzijn van de Sophia of Wereldziel. Volgens de mystiek is er namelijk een verband tussen de

innerlijke ervaring en de externe wereld en kan er op die manier bijgedragen worden tot de

apocalyptische transfiguratie van de wereld.

Vanaf de uitvaardiging van het Oktobermanifest in 1905 beleefde het mystiek anarchisme

haar hoogdagen. Zelfs toen de regering al vanaf november 1905 haar beloftes niet meer nakwam

en de opstand van december 1905 gewelddadig onderdrukt werd, gaven de mystiek anarchisten

de hoop op de realisatie van hun idealen niet op.

In 1906 werd gestart met de publicatie van almanakken onder de titel Fakkels (Fakely).

Deze titel verwijst naar de mystieke liefde die “eeuwig brandt en nooit uitdooft”. Enkele

maanden later verscheen het eerste manifest van de mystiek anarchisten, Over het Mystiek

Anarchisme, geschreven door Čulkov en Ivanov. Daarin werd er verkondigd dat een

anarchistische samenleving voldoet aan de noden van elk mens, namelijk de nood aan vrijheid en

aan liefde. Ze streefden in wezen naar een “religieus-sociale eenheid” of sobornost’, waarbij elk

afzonderlijk element van het geheel zijn eigenheid behield. Ze waren er namelijk van overtuigd

dat er een onderliggende eenheid bestond tussen alle mensen en dat die eenheid opgewekt kon

worden aan de hand van “mystieke ervaringen” in de kunst en de liefde.

Maar toen de stabiliteit van Rusland in 1907 teruggekeerd was, verminderde de

populariteit van het mystiek anarchisme. In 1910 was de interesse in het mystiek anarchisme

definitief uitgedoofd.

De Godbouwers

De Godbouwers (bogostroiteli) waren prerevolutionaire marxisten die de gnoseologische,

esthetische en ethische aspecten van het marxisme wilden uitwerken, omdat die in hun ogen

verwaarloosd werden. De voornaamste vertegenwoordigers waren Maksim Gor‟kij en Anatolij

Lunačarskij. De Godbouwers verlangden naar een spirituele vernieuwing in Rusland, namelijk de

totstandkoming van een nieuwe religie.

In Gor‟kijs werk De Biecht (Ispoved‟), geschreven eind 1907-begin 1908, maakte hij een

onderscheid tussen twee soorten mensen: de eerste groep omvatte de Godbouwers, de tweede

groep waren de eeuwige slaven van hun behoefte om niet enkel de eerste groep, maar de hele

wereld te domineren. Gor‟kij zette zich af tegen deze laatste groep, omdat ze de bevelen van

Christus verworpen hadden en omdat Christus tegen de overheersing van de mens over zijn

Page 27: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

naaste was. De Godbouwers zouden in het geheim echter een nieuwe god creëren: een god van de

schoonheid, de gerechtigheid, het begrip en de liefde. Daarenboven zouden ze het volk

samenbrengen en hen de enige manier tonen om iedereen met mekaar te verenigen. Ten slotte

zou de genezing van het volk voltooid worden door hun vurige geloof. Gor‟kijs conclusie luidde

dat “een volk dat verenigd wordt door een gemeenschapsgevoel mirakels kan verwezenlijken

dankzij zijn scheppende krachten, kortom, dat een volk God kan scheppen.”

Lunačarskij had dan weer zijn visie op de geschiedenis van de mensheid uitgewerkt.

Volgens hem bestond deze uit drie verschillende etappes die gebaseerd waren op het religieuze

bewustzijn van de mens. De eerste etappe omvatte de mythes van de oude godsdiensten en het

christendom. De volgende etappe omvatte de filosofisch-religieuze systemen van de moderne tijd

van geleerden als Spinoza, Fichte, Schellling en Hegel. Ten slotte kwam het wetenschappelijk

socialisme. Lunačarskij was er namelijk van overtuigd dat de ultieme streefdoelen van alle grote

religies – geluk, rechtvaardigheid, vrijheid en de overheersing over de natuur - vervat zaten in de

filosofie van Marx.

Verder was religie voor Lunačarskij een “eeuwige waarde”; de mens zou volgens hem

altijd nood hebben aan religie. Zelfs de socialistische maatschappij zonder klasseverschillen zou

moeten opboksen tegen eenzaamheid, wanhoop, angst, de dood, liefde enz. Enkel in de

samenleving waarin de mens een god voor zijn medemens zou zijn, zou de samenleving

voorgoed verlost zijn van het lijden, aangezien het lijden voortkomt uit het individualisme, het

privé-bezit en de kapitalistische economie.

De meningen van de intelligentsia ten opzichte van de Godbouwers waren tamelijk uiteenlopend.

Gippius, Mereţkovskij en Minskij waren in elk geval tegen het feit dat het individu weggecijferd

werd ten gunste van het collectieve, omdat dat volgens hen de kiem van een nieuwe autocratie

kon bevatten.

2.Zinaida Gippius: metafysica en religie

Inleiding

Als metafysisch symboliste maakte Gippius geen duidelijk onderscheid tussen deze wereld en de

transcendentale wereld. Ze probeerde bijvoorbeeld aan de hand van haar gedichten een perfecte

Page 28: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

eenheid met God te bereiken. Haar manier om die eenheid met God te bereiken, was door

introspectie. Gippius dacht namelijk dat “God in haar aanwezig was, alsook Zijn wil, verlangen

en alwetendheid”.

Ook in haar dagelijkse leven was Zinaida religieus geëngageerd. Zo kwamen de

Petersburgse intellectuelen vaak samen in de woonst van het echtpaar, genaamd Dom Muruzi aan

de Litejnyj Prospekt, om religieuze discussies te voeren en was zij de initiatiefneemster van de

Religieus-Filosofische Ontmoetingen. Gippius leverde dan ook haar bijdrage aan de religieuze

heropleving die kenmerkend was voor die tijd.

De voornaamste elementen die deel uitmaakten van Gippius‟ filosofie waren vrijheid,

gelijkheid en liefde. Gippius aanzag het zelfs als haar maatschappelijke plicht om het Russische

volk ervan te overtuigen dat deze drie elementen de belangrijkste waarden in het menselijke

leven waren.

Vrijheid en gelijkheid

Zinaida had haar visie op vrijheid beschreven in haar artikel Het brood van het leven:

“Должно быть свобода, но перерождѐнная в высшее подчинение. Такая

свобода, нам ещѐ недоступная. […] Пусть же будет у нас чувство

обязанности по отношению к плоти, к жизни, и предчувствие свободы - к

духу, к религии. Когда жизнь и религия действительно сойдутся, станут

как бы одно наше чувство долга неизбежно коснется и религии,

слившись с предчувствием свободы; и вместе они опять составят одно,

может быть, ту высшую, ещѐ неизвестную, свободу, которую обещал

нам Сын Человеческий: “Я пришѐл сделать вас свободными”.”

Gippius dacht de mens via het christendom de hoogste vorm van vrijheid kon bereiken.

Die vrijheid hield in dat de mens beschikte over vrijheid en tegelijkertijd gehoorzaam bleef aan

God. Het basisprincipe van het christendom was in Gippius‟ ogen vrije liefde.

Een andere belangrijke pijler in Gippius‟ gedachtesysteem was gelijkheid. Vrijheid en

gelijkheid waren volgens haar nauw verbonden. Het principe van gelijkheid gold niet enkel in

menselijke relaties, maar ook in de samenleving en in religie.

Page 29: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Liefde

Volgens Gippius stonden vrijheid en gelijkheid in nauw verband met de liefde.

Zinaida ging akkoord met de idee van Solov‟ëv dat echte liefde de tijd en de dood overstijgt.

Echte liefde veranderde volgens haar het tijdelijke in het eeuwige en het sterfelijke in het

onsterfelijke. Tijdgenoten als de fictieschrijvers Leonid Andreev, Michail Arcybašev, Alexander

Kuprin en Ivan Bunin beschouwden de liefde net als voorbijgaand en ze benaderden de liefde op

een gevoelsmatige manier. Gippius daarentegen benaderde de liefde als een spirituele kracht die

een voorname rol speelde in het leven en die in staat was de despotische kracht van egocentrisme

teniet te doen.

Op basis van Solov‟ëvs concept van de liefde bouwde Gippius verder op zijn ideeën. De

drie elementen menselijke persoonlijkheid, persoonlijke liefde en maatschappij vormden een

eenheid in haar filosofie. Daarin speelde de menselijke liefde een centrale rol en vormde als het

ware een brug tussen de mens en de maatschappij. Verder beweerde Gippius dat er geen dualisme

tussen lichaam en geest bestond, maar dat deze twee componenten net een eenheid vormden. Een

goddelijke liefde kon volgens haar het zondige en wellustige lichaam veranderen.

Gippius streefde ook naar een perfecte liefde die “zowel het spirituele als het materiële

zou omvatten die het goddelijke en onsterfelijke in de mensheid zou herstellen”. Alhoewel

Gippius besefte dat dit ideaal onbereikbaar was, achtte ze het de moeite waard om ernaar te

streven, aangezien ze dit streven als het doel van het menselijke leven beschouwde. In een van de

aforismen van Vladimir Solov‟ëv vond Gippius de perfecte weergave van de betekenis van het

leven voor haar: “het doel van het leven is liefde, zijn vorm is schoonheid, zijn basis is vrijheid”.

Gippius beweerde dat het onvermogen van de mens om de perfecte liefde te bereiken een

geestelijke kwelling was. Deze kwelling beschouwde ze als inherent aan de menselijke evolutie

en een noodzakelijke voorwaarde voor de totstandkoming van het Koninkrijk Gods op aarde.

Leven betekende voor haar vreugde, geloof, maar ook verdriet.

Voor Gippius was liefhebben hetzelfde als leven; zonder de liefde was er geen leven. In

een brief aan Filosofov in 1905 vergeleek ze haar beeld van de hel met dat van de starets Zosima

uit De gebroeders Karamazov. Daarin zei Zosima dat de hel “de liefde is die je wel begrijpt en

ziet, maar niet bezit”, kortom, het onvermogen van de mens om lief te hebben. Verder beschreef

Page 30: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

ze in dezelfde brief haar zoektocht naar God:

«Я ищу Бога-Любви, ведь это и еcть Путь, и Истина, и Жизнь. От Негo, в

Нëм, к Нему - Тут начинается и кончается всë моë понимание выхода,

избавления. Доcтижение всяческой к всему и во всем – Любви.»

Trouw

Verder was er nog trouw. Trouw nam voor haar een centrale plaats in het leven in, en dan in het

bijzonder in de liefde. Daarbij onderscheidde ze twee componenten: verraad (izmena) en

verandering (izmenenie). Zeker als het over principes ging, bleef Gippius er trouw aan:

“I may change, but I never betray, especially if some principle is involved. „In

principles‟ I am uncompromising.”

Dood

Een ander belangrijk aspect van haar metafysica was haar opvatting over de dood. Alhoewel

Gippius geloofde in de onsterfelijkheid van de menselijke persoonlijkheid, was ze toch bang voor

de dood. Ze geloofde immers dat de ziel sterfelijk was. Zinaida was ervan overtuigd dat het heel

belangrijk was om zich voor te bereiden op de transcendentale wereld. De dood was er in haar

ogen niet “omwille van de dood zelf, maar omwille van de verrijzenis van de menselijke

persoonlijkheid”.

In het volgende citaat beschrijft Gippius de manier waarop men de dood moet

aanzien:

“Man must see death as a transfiguration of reality, as a merging of Heaven

and earth; he must learn to love them, for then, and only then, can the

thriumph of his spiritual resurrection accompany the thriumph of his physical

death.” Man will then be able to benefit from death, as does Valentina in The

Asphodel: “Pure and powerful, death has imparted to her face the ultimate

expression of thruth, knowledge, and tranquility”.”

Page 31: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Het getal drie

Verder speelde het mystieke getal drie een belangrijke rol in haar metafysica. Het getal drie stond

symbool voor de ondeelbaarheid die men kon terugvinden in bijvoorbeeld de Heilige

Drievuldigheid. Gippius was van mening dat de ondeelbare eenheid het middelpunt moest

vormen van alle menselijke relaties en dat er enkel rond die ondeelbaarheid enkelvoudigheid

mocht zijn en de opeenvolging van de „een‟, de „twee‟, en de „drie‟. In haar filosofie was drie

tegelijkertijd een. Ze verzette zich dan ook tegen de filosoof Nikolaj Berdjajev, omdat hij enkel

gericht was op individuele vrijheid.

Het getal drie bracht Gippius ook in verband met seks. De reden daarvoor was dat ze

vreesde dat het “goddelijke en miraculeuze gevoel van de ware liefde” zou moeten onderdoen

voor sensualiteit. Zo vond Gippius bijvoorbeeld dat koppels pas mochten trouwen op voorwaarde

dat ze God konden opnemen in hun eenheid. Seks was voor haar een uiting van de goddelijke

Drievuldigheid in het menselijk lichaam en een manier om in contact te komen met de

transcendentale wereld.

Ook haar wereldvisie was gestoeld op het concept van het getal drie. Net als

Mereţkovskij dacht Gippius dat de geschiedenis van de mensheid in totaal uit drie fases bestond.

Elk van die fases betrof een koninkrijk en een testament. Het eerste koninkrijk was het

Koninkrijk van de Schepper God de Vader en het Oude Testament. Daarin waren de macht van

God en zijn gezag gelijk aan waarheid. Het tweede koninkrijk betrof het Koninkrijk van de Zoon,

Jezus Christus, en het Nieuwe Testament. Dit was volgens haar de huidige fase in de

geschiedenis van de mensheid. Daarin wordt waarheid als liefde geopenbaard. Ten slotte zou er

nog een derde koninkrijk komen, het Koninkrijk van de Heilige Geest of de eeuwige

Vrouwenmoeder en het Derde Testament. In dit koninkrijk zou liefde als vrijheid geopenbaard

worden en zouden de bestaande antitheses voorgoed opgeheven worden, zoals seks en ascetisme,

individualisme en gemeenschapsgevoel, atheïsme en religiositeit, slavernij en vrijheid, haat en

liefde etc.. Deze antitheses zouden dan een synthese vormen in het Koninkrijk van het

Apocalyptische Christendom. In dit laatste koninkrijk zou de wereld verlost worden en zouden de

mensen in vrede, harmonie en liefde met mekaar samenleven. Ook zouden God de Vader en God

de Zoon samen opgaan in de Heilige Geest, alsook het lichaam en de geest en hemel en aarde.

Overigens had Gippius kritiek op het feit dat het historisch christendom geen verband

Page 32: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

legde tussen het eerste boek van de bijbel, het boek Genesis, en het laatste boek, de Openbaring.

De Eeuwige Moeder, die voorkwam in het begin en het einde, moest in haar ogen voorgesteld

worden als de “perfecte eenheid van de Goddelijke persoonlijkheid”

Religieuze revolutie en religieuze activiteiten

Een religieuze revolutie was volgens Gippius de voorwaarde voor de totstandkoming van het

Derde Koninkrijk. Dit koninkrijk was volgens haar heel nabij. Gippius bekritiseerde de

historische kerk, omdat men enkel gewag maakte van Christus en dat de Vader en de Heilige

Geest over het hoofd gezien werden. Volgens haar werd op die manier enkel de waarheid

geopenbaard aan de mensen en werden de twee overige elementen van de Drie-Eenheid

verwaarloosd. Enkel in de apocalyptische kerk zouden Christus, God de Vader en de Heilige

Geest verenigd zijn.

Verder geloofde ze in de Tweede Komst van Christus. Door de Tweede Komst van

Christus als de Drie in Een zou er een einde komen aan de huidige staat van de mensheid en de

wereld en zou hij de mensheid in liefde en harmonie verenigen. Daarna zou de apocalyptische

kerk gesticht worden. Deze kerk moest aangezien worden als een “nieuwe beleving van God in

het menselijke bewustzijn en de menselijke ziel”. De historische kerk of de Kerk van de Eerste

Komst zou ten slotte opgaan in de apocalyptische kerk. Het ontstaan van dergelijke

oecumenische kerk zou betekenen dat de geschiedenis van de mensheid zich in zijn laatste fase

bevindt.

Gippius was ervan overtuigd dat zij de totstandkoming van een religieuze revolutie moest

stimuleren. Zoals blijkt uit een brief naar Dmitrij Filosofov, dacht ze dat haar verlangen om die

taak uit te voeren kwam door Gods liefde voor de mens :

“My longing to perform this task [the creation of a new Church], my longing

for love, does not stem from me. My awareness – that the only way out from

our impasse is a firm faith in God – does not originate with me either. My

longing and my awareness stem from God‟s love for us.”

Het begin van Gippius‟ overtuiging dat een nieuwe Russische kerk noodzakelijk was, valt te

situeren in 1899. Toen de Mereţkovskijs de herfst doorbrachten in het dorpje Orlino, kwam

Page 33: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Mereţkovskij plotseling Gippius‟ kamer binnengelopen en riep uit dat er een nieuwe kerk moest

komen die universeel moest zijn. Daarna praatten ze nog lang na en werkten hun visie op de kerk

uit:

« (…) et il nous apparut ce qui suit: l‟Eglise est nécessaire comme image

d‟une religion évangélique, chrétienne, d‟une religion de la Chair et du Sang.

L‟Eglise existante ne peut satisfaire, à cause de sa structure, ni nous-mêmes, ni

les gens qui nous sont proches dans le temps. »

Het echtpaar vond namelijk dat het christendom enkel gefocust was op de Geest en dat het Vlees

genegeerd werd. Daarmee bedoelden ze concreet dat het christendom het aardse leven en aardse

plezier, alsook schoonheid en sensualiteit verloochende. Ook stelden ze dat de blinde

onderwerping van de kerk aan de staat aan de kaak.

Vanaf dat moment begon de belangrijkste periode in Gippius‟ leven op het vlak van

religieuze activiteiten. Tussen de jaren 1906-1908 beleefden de Mereţkovskijs en Filosofov in

het buitenland hun “Gouden Tijd” op het vlak van de uitwerking van hun religieus gedachtegoed.

Ten slotte kwam deze fase van religieuze activiteiten tot stilstand eens de Oktoberrevolutie van

1917 uitgebroken was. Die revolutie deed namelijk in een klap al hun apocalyptische

verwachtingen teniet.Cf. infra, p.97. Gippius had deze fases uitgebreid beschreven in een speciaal

dagboek dat ze bijhield, getiteld Over het belangrijkste (O glavnom).

Gippius gaf zich in het prille begin van de 20e eeuw vol enthousiasme over aan haar religieuze

activiteiten. Ze verlangde naar een nieuwe Russische kerk waarin de hemel en de aarde verenigd

zouden zijn. Ze geloofde daarbij dat het Koninkrijk van het Derde Testament heel nabij was en

dat de kerk en de staat absoluut gescheiden zouden zijn, aangezien kerk en staat mekaars

tegenpolen zijn, net zoals het Koninkrijk van God tegengesteld is aan het koninkrijk van de

Duivel. In het kader van hun “nieuw religieus bewustzijn” (novoe religioznoe soznanie)

begonnen de Mereţkovskijs al snel geheime samenkomsten met hun vrienden te organiseren in

hun appartement in Sint-Petersburg. Het doel van die samenkomsten was om een nieuwe religie

te vestigen en een nieuw bewustzijn te introduceren. Filosofov, Nikolaj Berdjajev, Nikolaj

Minskij, Vasilij Rozanov, Sergej Djagilev, Andrej Belyj en anderen namen deel aan die

Page 34: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

samenkomsten. Tot Gippius‟ grote teleurstelling waren de meningen van de leden van de

samenkomsten tijdens discussies al snel verdeeld en werd de aandacht afgeleid van de

belangrijkste reden van de samenkomsten, namelijk de totstandkoming van een “nieuw religieus

bewustzijn”. Volgens haar werd er teveel nadruk gelegd op het mysterie van seks, terwijl de

enige belangrijke thema‟s voor haar God en de mens, de incarnatie van de Geest en de sublimatie

van het Vlees waren.

Omdat enkel Filosofov op dezelfde golflengte stond als de Mereţkovskijs, besloot

Gippius om samen met Mereţkovskij en Filosofov een trio te vormen, waarbij ze hun eigen

vieringen hielden in het appartement van de Mereţkovskijs en actief deelnamen aan de

Eucharistie. Gippius schreef in een brief naar Filosofov over hoe ze dit project moesten

aanvangen:

“For the beginning of our Cause there must be three people who can

eventually become three in one. There must be an experience of the real and

symbolized mystery of the „one‟, of the „two‟, and of the „three‟, in one

circle.”

De Eucharistie was voor het drietal zo belangrijk, omdat de Eucharistie die plaatsvond in de

Orthodoxe Kerk communicatie met God mogelijk maakte. Om die reden konden ze geen

volledige afstand nemen van de Orthodoxe Kerk. Daaruit volgden twee postulaten waarop hun

kring gefundeerd was. Ten eerste gingen ze akkoord met een innerlijke unie met de Orthodoxe

kerk. Ten tweede wilden ze zich uiterlijk afscheiden van die unie.

Gippius startte ook met het schrijven van een gebedsboek. In een van haar eerste

gebeden richtte ze zich tot God met de smeekbede om het trio de weg te tonen om Hem te dienen.

In het belangrijkste gebed smeekte ze God om de mensheid te verenigen. Ook gedurende de

Eerste Wereldoorlog schreef Gippius gebeden. Zo verlangde ze dat God de Russische soldaten op

het slagveld zou bijstaan. Ze probeerde de soldaten er dan ook van te overtuigen dat hun strijd

kaderde in een religieuze missie.

In het najaar van 1901 kwam Gippius tot het inzicht dat het noodzakelijk was om

naast de ontmoetingen van het drietal ook Religieus-Filosofische Ontmoetingen

(Religiozno-Filosofskie sobranija) in Sint-Petersburg te organiseren, omdat enkel op die manier

Page 35: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

een “nieuw religieus bewustzijn” gerealiseerd kon worden. Over die ontmoetingen zei ze dat ze

dit keer minder geheim moesten zijn, dat de discussies niet mochten afdwalen naar het abstracte,

maar concreet moesten blijven en dat de ontmoetingen bijgewoond moesten worden door een

heterogene groep mensen. Ook Mereţkovskij, Filosofov en zijzelf moesten deel uitmaken van die

groep. V.A. Ternavcev, de secretaris van de Heilige Synode, Vasilij Rozanov en V.S.

Miroljubov, de uitgever van Het tijdschrift voor allen (ţurnal dlja vsech) waren vol van Gippius‟

initiatief en beschouwden het als een mogelijkheid om discussies over religieuze, filosofische en

culturele onderwerpen te voeren. Mereţkovskij, Filosofov, Ternavtsev and Miroljubov gingen

allen naar de Overprocurator van de Heilige Synode, K.P. Pobedonoscev, en de metropoliet

Antonij om toestemming te vragen voor het houden van dergelijke ontmoetingen. Die

toestemming kregen ze en de kerk besloot daarop bisschoppen, priesters en monniken naar de

Ontmoetingen te sturen.Behalve door geestelijken en leden van de intelligentsia werden de

Ontmoetingen ook bijgewoond door professoren van de Theologische Academie.

Gippius en de leden van de intelligentsia wilden tijdens de ontmoetingen openlijk

met vertegenwoordigers van de kerk praten over hun visie op de Orthodoxe Kerk en hun

religieuze ideaal. De geestelijken beschouwden hun ideeën echter als “religieuze propaganda” en

een “missie onder de intellectuelen”. Tot Gippius‟ teleurstelling werden de Religieus-Filosofische

Ontmoetingen al in april 1903 ontbonden door Pobedonoscev.

In de zomer van 1902 kwam Gippius op het idee om een literair tijdschrift op te

richten samen met haar man. Het tijdschrift kreeg de naam De Nieuwe Weg (Novyj Put‟) en

publiceerde naast werken van symbolistische schrijvers eveneens de verslagen van de

Religieus-Filosofische Ontmoetingen. Veel schrijvers kregen de kans om te debuteren in De

Nieuwe Weg, waaronder Aleksandr Blok met zijn gedichtencyclus over de Schone Dame, de

dichter Vladimir V. Pestovskij en de mystieke schrijver Leonid D. Semënov. Andere schrijvers

die hun steentje bijdroegen waren de criticus en essayist Sergej Lundberg, een professor aan de

Theologische Faculteit van Moskou genaamd Pavel Florenskij en de schrijvers Minskij, šev en

Uspenskij. Verder publiceerden Vjačeslav Ivanov en Vasilij Rozanov hun religieuze ideeën,

schreef Sologub gedichten en publiceerde Mereţkovskij zijn roman Peter en Alexis (“Pëtr i

Aleksis”). Het doel van hun literaire tijdschrift was om de leden van de orthodoxe geestelijkheid

en de religieuze leden van de intelligentsia met mekaar te verenigen. Zowel hun literaire

tijdschrift als de Religieus-Filosofische Ontmoetingen lieten in het begin van de 20e eeuw hun

Page 36: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

invloed gelden onder de Russische intelligentsia.

Ook begonnen de Mereţkovskijs en Filosofov samen met anderen te bidden en

vieringen te houden in hun appartement, waaronder Tatjana en Natalja Gippius (de jongere

zussen van Zinaida), Andrej Belyj, de journalisten en critici A. Volţskij, A. Glinka en A.

Rumanov, Aleksandr Blok, Pestovskij, Lundberg en Ternavcev.

In 1905 breidde ze eveneens haar idee uit van de nummers „een‟, „twee‟ en „drie.

Deze keer paste ze haar theorie niet toe op religieus, maar op sociaal vlak. Over die nummers

schreef ze in haar dagboek dat ze “de eenheid van Persoonlijkheid, Seks en Sociaal Engagement

voorstellen” en dat die eenheid “alles bevat.

Terwijl Gippius daarvoor geen verband zag tussen enerzijds het

gemeenschapsgevoel en anderzijds religie, mystiek en metafysica, stond het gemeenschapsgevoel

nu centraal in haar gedachtegoed en had haar concept van de getallen „een‟, „twee‟ en „drie‟ niet

langer een symbolische, maar een concrete betekenis.

Net voor de bloedige Revolutie van 1905 keerde Gippius zich tegen de autocratie,

omdat ze vond dat deze staatsvorm niet paste binnen haar filosofie. In haar ogen waren de

“Russische keizer en de Russische autocratie instrumenten van de Antichrist en was elke vorm

van macht en gezag uitgeoefend door mensen des duivels”. De macht van de tsaar was volgens

haar de “usurpatie van de spirituele macht” die de macht in handen had over de Heilige Synode.

De Mereţkovskijs samen met Filosofov zagen heil in een anarchistisch getinte theocratie. Ze

benadrukten daarbij dat ze geen anarchisten in de politieke zin waren. God, als symbool van

vrijheid en liefde, zou de basis vormen van hun anarchistisch getinte theocratie. Het trio was

ervan overtuigd dat er voor de intelligentsia een belangrijke rol was weggelegd bij de

verwezenlijking daarvan. De boeren konden in hun ogen weinig verwezenlijken, aangezien een

revolutie complex was en men kennis moest hebben van wetenschap, filosofie etc. om er vat op

te kunnen krijgen.

Naar aanloop van de Revolutie van 1905 hoopten ze dan ook dat hun ideaal

verwezenlijkt zou worden. Maar toen hun verwachtingen in het water gevallen waren, besloten ze

dat het nog te vroeg was voor een religieuze revolutie die hun theocratie tot stand zou brengen.

Ook begonnen ze na de bloedige onderdrukking van de revolutie het officiële Russische

christendom te associëren met sociale onrechtvaardigheid, politieke onderdrukking en andere

uitingen van het absolutisme.

Page 37: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Snel daarna trokken ze naar het buitenland met als doel hun religieuze ideeën te

verspreiden en contacten te leggen met Russische politieke bannelingen in Frankrijk. In deze

buitenlandse periode, die duurde van 1906 tot 1908, beleefde het drietal het hoogtepunt in hun

religieuze project. In de overtuiging dat ze de maatschappelijke taak hadden om de overgang van

een autocratie naar een vrije religieuze samenleving in te luiden, schreef het drietal het boek “Le

Tsar et la Révolution” in Parijs in 1907. Daarin deed Gippius haar visie op de Orthodoxe kerk en

de autocratie uit de doeken. Volgens haar had de Russische Orthodoxe kerk geen vrijheid en

autonomie meer. Ze beweerde dat de mens van nature religieus is. Maar net omdat de mens niet

zonder religie kan leven, moest de gelovige volgens haar afstand nemen van de officiële

orthodoxie. In het volgende citaat trekt Gippius van leer tegen de blinde onderwerping van de

Orthodoxe Kerk aan de autocratie:

«(…) elle [l‟Eglise] a substitué le tsar russe au Christ. Alors, conséquente avec

elle-même, elle approuve les supplices, l‟esclavage, toutes les violences, car

tel est le maître, tel est le serviteur. »

Verder maande ze het volk aan de Orthodoxe kerk en de autocratie te verwerpen:

“Si la peuple a besoin de conserver non seulement sa vie mais aussi son esprit

religieux, il doit rompre avec l‟Eglise orthodoxe comme avec l‟autocratie.”

Gippius beweerde bovendien dat het gebruik van geweld gerechtvaardigd was in de strijd tegen

de autocratie:

“Par la vie sont justifiés, par la vie sont couronnés tous ceux qui donnent leur

force à la lutte pour la sainteté éternelle et mystérieuse de la vie.”

Eenmaal teruggekomen in Sint-Petersburg in 1908 kwam Gippius tot de vaststelling

dat ze in het buitenland niet veel mensen had kunnen overtuigen van haar religieuze ideaal. Toch

engageerde ze zich opnieuw in haar thuisland. Na hun thuiskomst woonden de Mereţkovskijs en

Filosofov de ontmoetingen bij van het Religieus-Filosofische Genootschap

Page 38: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

(Religiozno-Filosofskoe Obščestvo) opgericht door Berdjajev met officiële toestemming van de

overheid. Door het vertrek van Berdjajev in het begin van 1908 lag het genootschap echter op

apegapen. Toen ze er eenmaal in geslaagd waren om het genootschap nieuw leven in te blazen,

verloren ze al snel hun interesse in die ontmoetingen. Het Religieus-Filosofische Genootschap

was er immers niet op gericht om de geestelijken en de intelligentsia met mekaar in contact te

brengen.

In de jaren 1911-1912 hield Gippius zich bezig met het op punt stellen van de

voornaamste stellingen van hun “profession de foi”, zoals zij het noemde. Gippius wilde daarin

een uiteenzetting geven van hun ideeën over het gemeenschapsgevoel, de autocratie en de

revolutie. Bovendien moest hun “profession de foi” ook een nauwgezet overzicht bevatten van

hun religieuze activiteiten die ze nog zouden ondernemen. Filosofov was vierkant tegen het

initiatief van Gippius, omdat hij hun ideeën en activiteiten net niet concreet wilde maken.

Volgens Zinaida waren er twee redenen voor Filosofovs terughoudendheid. Ten eerste geloofde

Filosofov dat Mereţkovskij wel een groot denker was, maar niet geschikt was om dingen te

ondernemen. Ten tweede was hij ervan overtuigd dat het drietal er niet zou in slagen hun

religieuze project te realiseren. In een brief naar Filosofov op 26 november 1904 deed ze haar

beklag over zijn tegenwerkende gedrag:

“Как раз то, что я считаю святым – вы считаете дъявольским. Как раз моë

создание кажется вам разрушением. (…) Я буду усиливать то, что мне

кажется святым – и что вас “уничтожает, разлагает”, что вам кажется

мëртвенным ядom.”

In een andere brief naar Filosofov op 13 september 1905 uitte Gippius haar twijfels

ten opzichte van hun drie-eenheid. Bovendien verweet ze Mereţkovskij zijn gebrek aan interesse

in anderen en vond ze dat Filosofov te passief was.

“Дело в том, что я не верю в нас. Это ужасно страшно. (…) Вы не

помагаете мне, не поддерживаете[.] (…) Дмитрий (…) не видит чужой

души[.] (…) Он и своей душой не интересуется. Ты (…) в феноменальом

параличе.”

Page 39: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Alhoewel Gippius vaak moest opboksen tegen de twijfels en onverschilligheden van

haar man en Filosofov, verloor ze nooit zelf de moed om haar religieuze ideeën uit te werken en

te verspreiden.

De jaren 1913 en 1914 waren heel belangrijk voor de religieuze activiteiten van het

drietal. De voorzitter van het Religieus-Filosofische Genootschap, Kartašev, stond helemaal

achter Gippius‟ idee van het gemeenschapsgevoel. Ook de professor A. Mejer, Savinkov en

Plechanov steunden haar. In 1914 vertrokken de Mereţkovskijs en Filosofov opnieuw naar Parijs.

Toen ging alles beter tussen Gippius en Filosofov en prees ze zijn trouw en hulpvaardigheid. Op

dit punt eindigde Gippius‟ dagboek Over het belangrijkste.

Tijdens de bewogen jaren 1914-1917 schreef Gippius in haar memoires dat de

fundamentele principes van hun centrale kring behouden werden. Ze voegde daaraan toe dat hun

kring vanaf hun bestaan een belangrijke invloed had uitgeoefend op de geestelijken en de leden

van de Russische intelligentsia en dat die invloed bleef voortduren tot het moment waarop de

Revolutie van 1917 uitbrak.

Toen Gippius jaren later als emigrante in Parijs woonde, verzoende ze zich met de

Russische kerk zonder daarbij ooit afstand te nemen van haar religieuze ideaal dat ze zo fel had

gekoesterd voor de Oktoberrevolutie van 1917. Zinaida beweerde dat de kerk pas na de revolutie

haar latente krachten, onderdrukt door de overheid, kon laten gelden.

«Elle [l‟Eglise russe] n‟a pas acquis de forces nouvelles, elle en a seulement

découvertes de grandes, qui se trouvaient en elle, (…) réduite au repos par les

soins autoritaire de l‟Etat. Une fois ceux-ci perdus, elle a montré sa propre

force.»

Ondanks haar verzoening stuurde ze wel nog steeds aan op een vernieuwing van de kerk.

Gippius beschouwde de jaren 1900-1917 als de belangrijkste periode op het vlak van

haar religieuze activiteiten. Wel was ze teleurgesteld over het feit dat ze haar ideaal niet had

kunnen waarmaken. Na de revolutie bleef ze achter met een verward gevoel, omdat ze niet wist

hoe ze haar religieuze project moest plaatsen in het heden en in de toekomst. Soms had ze er spijt

van dat ze er geen graten ingezien hadden dat het aantal overtuigden zo laag was en dat de

Page 40: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

ontwikkeling van hun religieuze ideaal zo traag verliep. Ze dachten namelijk dat alles vanzelf zou

gaan. Verder dacht ze dat ze meer invloed moesten uitgeoefend hebben op het grote aantal

religieuze bewegingen die ontstaan waren rond de eeuwwisseling.

In een van haar dagboeken schreef ze dat andere mensen in de toekomst vast en

zeker dezelfde vragen zouden opwerpen in verband met het christendom en daarop de

apocalyptische kerk zouden stichten. Ze besloot dat zij blijkbaar te zwak waren om die taak uit te

voeren.

Helemaal op het einde van haar leven, toen Filosofov en Mereţkovskij al gestorven

waren, voegde Gippius aan haar speciale dagboek Over het belangrijkste het volgende toe:

“This is the end.

Everybody is dead.

For the time being I am dead,

Spiritually.

Christmas Eve of 1943.

Paris.”

Gippius bleef dus tot op het einde van haar leven rotsvast geloven in haar religieuze ideaal, zelfs

na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie. Alhoewel Gippius zich na

de Oktoberrevolutie verzoende met de Russche kerk, bleef ze een vernieuwing van de kerk

nastreven.

Page 41: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

III. DE EERSTE WERELDOORLOG EN DE OKTOBERREVOLUTIE

In dit laatste hoofdstuk, wat het belangrijkste deel uitmaakt van mijn thesis, bespreek ik naast de

revolutie van 1905 ook de Eerste Wereldoorlog, de Februarirevolutie van 1917 en de

Oktoberrevolutie van 1917. Ik besteed daarbij specifiek aandacht aan de visie van Zinaida

Gippius op deze gebeurtenissen. Haar oeuvre vanaf het begin van de Eerste Wereldoorlog tot

1918 vormt daarbij mijn voornaamste uitgangspunt.

Om het uitbreken van de revoluties in het begin van de 20e eeuw in Rusland en de

messianistische verwachtingen van Zinaida Gippius met betrekking tot de oorlog en de revoluties

in een breder kader te plaatsen, lijkt het mij zinvol om aan te vangen met een overzicht van de

ontwikkeling van de idee van Russisch messianisme doorheen de geschiedenis van Rusland.

Verder ga ik ook dieper in op de visie van de Russisch symbolisten en van andere

schrijvers op de Eerste Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie. Gippius‟ kritiek op de Russisch

symbolisten wordt daarbij belicht.

1. De eeuwenoude idee van Messianisme in Rusland

De term „messianisme‟ is afgeleid van „Messias‟, wat op zijn beurt afgeleid is van het

Hebreeuwse woord mashiah, wat „de gezalfde‟ betekent. In zijn boek gewijd aan het Russisch

messianisme definieert Peter Duncan messianisme als volgt:

“(…) the proposition or belief that a given group is in some way chosen for a

purpose. Closely linked to this is the view that the great suffering endured by

the group will lead somehow to the redemption of the group itself and possibly

of all humanity.”

Het Russisch messianisme manifesteerde zich in verschillende vormen en gradaties doorheen de

geschiedenis. Grote schrijvers als Puškin, Gogol‟, Dostoevskij, Blok en Belyj werden erdoor

beïnvloed.

Met betrekking tot Rusland onderscheidt Duncan twee soorten messianisme.

Enerzijds is er sprake van een messianisme waarbij de tsaar en de staat centraal staan, anderzijds

van een messianisme waarbij het land en het volk centraal staan. De eerste tendens wordt

Page 42: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

beschouwd als nationalistisch messianisme en steunt op de theorie van “Moskou, het Derde

Rome”. De tweede tendens wordt aangeduid met de term „universeel messianisme‟ en gaat terug

op de idee dat het Russische volk als model dient voor andere landen . Dit concept is dan weer

gebaseerd op de folkloristische mythe van “Heilig Rusland”.

“Moskou, het Derde Rome”

Het vroegste bewijs van het concept van Moskou als het Derde Rome dateert van 1511. In dat

jaar schreef Philotheus, een monnik van Pskov, een brief aan de toenmalige tsaar Vasilij III

waarin onder andere het volgende stond:

“The Church of old Rome fell because of the impiety of the Apollinarian

heresy; the Church of the Second Rome, Constantinople, was smitten under

the battle-axes of the Agarenes; but this present Church of the Third, New

Rome (…) shines in the whole universe more resplendent than the sun. (…)

[T]wo Romes have fallen, and the Third stands, and a fourth shall never be[.]”

Uit de theorie van het Derde Rome volgde dat de tsaren zichzelf als de opvolgers van de

Byzantijnse keizers en als de vertegenwoordigers van God op aarde beschouwden. Moskou werd

immers aangezien als de uitverkoren stad en de heerser was de uitverkoren keizer. Dit zorgde

ervoor dat de tsaar zich niet moest verantwoorden voor zijn autocratische regime.

Toen de Metropoliet van Moskou in 1589 verheven werd tot Patriarch, betekende dit

het definitieve einde van Moskous onderwerping aan Constantinopel. Aan dit Patriarchaat kwam

een einde onder de heerschappij van de Russische tsaar Peter de Grote (1696-1725). Hij voerde

namelijk een hele reeks indringende veranderingen door in de Russische maatschappij,

waaronder de afschaffing van het Patriarchaat in 1721. Door deze maatregel werd de

intensifiëring van de onderwerping van de kerk aan de staat in gang gezet. Het Patriarchaat moest

plaats maken voor een Heilige Synode, die bestond uit een groep bisschoppen onder leiding van

een Procurator. Ook de theorie van Moskou als het Derde Rome bleef niet gespaard. Aan deze

theorie werd een serieuze kaakslag toegediend toen Peter de hoofdstad van Moskou naar

Sint-Petersburg verplaatste. Het beleid van Peter de Grote in het algemeen, waarbij hij Rusland

wilde moderniseren aan de hand van westerse invloeden, stond in feite haaks op het concept van

Page 43: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

het Russisch messianisme.

Heilig Rusland

De tweede tendens in de geschiedenis van het Russisch messianisme betreft de ideologie

gebaseerd op de mythe van “Heilig Rusland”. Terwijl bij de eerste tendens de klemtoon op de

heiligheid van de tsaar ligt, staan bij deze theorie de heiligheid en de uniciteit van de Russen en

hun land centraal. Zo was het karakteristiek voor de 17e eeuwse opstanden dat ze niet enkel

wilden terugkeren naar de “ware tsaar”, maar dat ze ook terug wilden naar het “ware Russische

pad” dat verwaarloosd was door de verwesterde tsaren. Deze opstanden waren dus in wezen

conservatief.

Het sterk verwesterde bewind van Peter de Grote en het feit dat hij vreemdelingen

hoge posten liet bekleden, deed het aantal Oudgelovigen sterk toenemen. Vanaf de 17e eeuw

ontstonden er in Rusland ook veel sektarische groeperingen, waaronder de chlysty (flagellanten)

en de skopcy (de gecastreerden). Zowel de Oudgelovigen als de sectarische groeperingen

geloofden dat het Einde der Tijden was gekomen, maar terwijl de Oudgelovigen daarmee het

Laatste Oordeel bedoelden, verwachtten de secten dat het duizendjarige Koninkrijk van God op

Aarde gevestigd zou worden. Verder waren er ook die beweerden dat Peter de Grote de incarnatie

van de Antichrist was.

Ontstaan van een nationaal bewustzijn

De hierboven beschreven vormen van Russisch messianisme tonen aan dat er al lang een soort

van nationaal bewustzijn onder de Russen bestaat. Verder flakkerde het nationale bewustzijn in

het begin van de 18e eeuw opnieuw op, doordat Rusland overspoeld werd door westerse ideeën

en door het feit dat een groot aantal westerlingen topposities kon bemachtigen in de Russische

regering.

Keizerin Catharina de Grote (1762-96) maakte gebruik van het bestaan van een

nationaal bewustzijn door de Russische deugden te benadrukken en de ontwikkeling van de

Russische cultuur te stimuleren. Hoewel Catharina veel sympathie had voor de

Verlichtingsideeën in het Westen, was ze ontzet door de Franse Revolutie en werd haar beleid

Page 44: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

erna prompt veel repressiever.

Het bewind van Aleksandr I (1801-1825) maakte eveneens de overgang van een

periode van hervormingen naar een repressiever en conservatiever beleid. Nadat Rusland niet

alleen immuun was gebleven voor de Franse revolutie die West-Europa door mekaar had

geschud, maar ook Napoleon had kunnen verslaan in 1812, werd Aleksandr I beschouwd als de

gezalfde van God. Ruslands overwinning op Napoleon en de daaropvolgende aankomst van

Russische troepen in Parijs in 1814 zorgde opnieuw voor een enorme opflakkering van nationale

gevoelens onder het Russische volk. Kort daarna sloot Aleksandr I een “Heilige Alliantie” met de

keizer van Oostenrijk en de koning van Pruisen. De Russische tsaar was er namelijk van

overtuigd dat Rusland de heilige missie had om Europa te verlossen van zijn liberalen en

revolutionairen.

Slavofielen versus westerlingen

Toen de Dekabristenopstand uitbrak in Rusland net op het moment dat Nikolaj I wilde aantreden

als tsaar, resulteerde dat in een blijvende angst van de tsaar voor revolutie en westerse ideeën.

Naar zijn ideologie wordt doorgaans verwezen met de term officiële volksheid (oficial‟naja

narodnost‟). De pijlers van deze ideologie – orthodoxie, autocratie en narodnost’ – werden ook

uitgedragen door de slavofielen. De slavofielen interpreteerden de kernelementen echter op een

andere manier. De officiële ideologie en de slavofielen stonden vijandig tegenover het liberalisme

en het socialisme zoals die gepropageerd werden door het Westen. Ook waren ze er allebei van

overtuigd dat het rationalisme aan de basis lag van alle problemen in het Westen. Aan de hand

van bovenstaande drie pijlers, wilden ze Europa proberen te redden van haar ondergang.

Maar beide ideologieën waren niet helemaal gelijklopend. Terwijl de slavofielen

gekant waren tegen de hervormingen van Peter de Grote, stond de officiële ideologie net achter

die hervormingen. Verder verheerlijkten de slavofielen het Russische volk, in het bijzonder de

boeren, en protesteerden ze tegen het gebrek aan vrijheid onder het bewind van Nikolaj I. De

officiële ideologie verheerlijkte dan weer de staat.

Terwijl Duncan een direct verband zag tussen het beleid van Nikolaj I en het ontstaan

van slavofilie, beweerde Howard Stein in zijn artikel over het Russisch nationalisme dat een

gevoel van inferioriteit tegenover het Westen de kern vormde van de opkomst van het

nationalisme in de late 18e eeuw en in de 19

e eeuw. Het zelfbeeld van Rusland was in die periode

Page 45: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

negatief en werd in de ogen van Stein gekenmerkt door de volgende eigenschappen: onbeschaafd,

achterlijk, reactionair, fanatiek religieus, ruw, autocratisch, mystiek, onstabiel, gewelddadig,

plattelands, landelijk en veroosterd (Byzantium, Tataren etc.). Het zelfbeeld van het Westen zag

er toen helemaal anders uit: beschaafd, progressief, verlicht, beleefd, democratisch en rationeel,

stabiel, vredevol, verstedelijkt, aristocratisch, verwesterd (Rome, etc.). Als reactie daarop

ontstonden er twee ideologieën in Rusland, namelijk de westerlingen die de Russische cultuur

verwierpen en de slavofielen die de westerse cultuur verwierpen.

Vertegenwoordigers

Enkele vertegenwoordigers van de westerse ideologie waren de filosoof Peter Čaadaev

(1794-1856), de literaire criticus Vissarion Belinskij (1811-1848), de filosoof en schrijver

Aleksandr Herzen (1812-1870) en de anarchist Michail Bakunin (1814-1876). Deze intellectuelen

waren allen gefocust op het Westen en wilden de status van de Russische boeren verbeteren.

Enkele belangrijke vertegenwoordigers van de slavofiele ideologie waren: de gebroeders

Aksakov, Aleksej Chomjakov (1804-1860), M.A.Pogodin (1800-1875), Ivan Kireevskij

(1806-1856), Nikolaj Gogol‟ (1809-1852), Aleksandr Puškin (1799-1837), Fëdor Tjutčev

(1803-1873) en Fëdor Dostoevskij (1821-1881). Typerend voor de slavofielen was hun sterke

overtuiging dat Rusland een speciale missie te vervullen had in de wereld.

De nederlaag van Rusland in de Krimoorlog en de onverwachte dood van Nikolaj I

maakten grote veranderingen op politiek en sociaal vlak onvermijdelijk. De nieuwe tsaar, tsaar

Aleksandr II (1855-1881), besefte dat het autocratische regime versoepeld moest worden en dat

de afschaffing van de lijfeigenschap niet langer uitgesteld kon worden. Alhoewel zijn liberalisme

halfslachtig was, luidde zijn bewind een periode in van hoop op sociale en politieke

verbeteringen. De slavofilie bevond zich toen op haar hoogtepunt. Alhoewel deze ideologie

steeds meer vertakkingen kreeg, bleef de idee van messianisme meestal behouden. Ik zal mij

hierbij echter enkel focussen op Fëdor Dostoevskij en Vladimir Solov‟ëv, omdat zij Zinaida

Gippius in het bijzonder hebben beïnvloed in de uitwerking van haar religieuze filosofie.

Fëdor Dostoevskij (1821-1881)

Zowel het kapitalisme als het socialisme waren volgens Dostoevskij uitingen van de afvalligheid

Page 46: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

van de mens van God. Een goddeloze staat leidde in zijn ogen tot de desintegratie van de

menselijke persoonlijkheid en dreef de mens ofwel tot zelfmoord (cf. de zelfmoord van Kirillov

in Boze geesten), ofwel tot een ultieme vorm van immoralisme (cf. Raskol‟nikov in Misdaad en

straf ). De Russische messianist Dostoevskij zag enkel heil in de orthodoxie. Hij beschouwde

Rusland als de „leider van de orthodoxie‟ die alle Slaven moest verenigen en het Russische volk

als het „God-dragende volk‟ (narod-bogonosec).

Verder beweerde hij dat het Russische volk gekenmerkt werd door zijn vermogen om

leed te ondergaan, wat ervoor zorgde dat hun zonden vergeven konden worden. Vooral in zijn

boek De gebroeders Karamazov komt het thema van verlossing door te lijden naar voren. Ook bij

Gippius speelde leed een belangrijke rol. Cf. supra, p. 32.

Net voor zijn dood, namelijk in 1880, hield Dostoevskij zijn beroemde Puškinrede

aan het Puškinmonument in Moskou. Daarmee manifesteerde hij zich als een Russische

universele messianist. In zijn toespraak had hij het niet meer over „het God-dragende volk‟, maar

wel over zijn verlangen naar de verzoening van alle volkeren. De speech werd zowel door de

westerlingen als door de slavofielen gesmaakt, aangezien hij het zowel over de uniciteit van

Rusland, als over de liefde van Europa had.

Vladimir Solov’ëv (1853-1900)

Solov‟ëv was een veelzijdige filosoof en schrijver. Zo schreef hij niet enkel literaire kritieken en

essays over allerhande onderwerpen, maar hield hij zich ook bezig met vertalingen en het

schrijven van poëzie.

In zijn filosofie kan men drie periodes onderscheiden. In de eerste periode, in de jaren

‟70, stond hij kritisch tegenover de westerse filosofie. Hij vond namelijk dat het Westen de

Christelijke boodschap had verwaarloosd en hun cultuur te seculier was. Rusland had dan weer in

zijn ogen de Christelijke spiritualiteit overgewaardeerd ten koste van de seculiere cultuur.

Solov‟ëv streefde bijgevolg naar een synthese van de westerse en de oosterse filosofie.

In zijn tweede periode, in de jaren ‟80, verlangde hij naar de totstandkoming van een

Universele Kerk en een “vrije theocratie”. Hij beweerde dat het Ruslands missie was om die vrije

theocratie te realiseren, namelijk een socio-politiek systeem, gebaseerd op de Christelijke

principes broederlijkheid en gelijkheid, kortom, het Koninkrijk Gods op aarde. Solov‟ëv

inspireerde zich op de Heilige Drievuldigheid op het vlak van de autoritaire structuur in het

Page 47: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Koninkrijk Gods. Zo zou één hogepriester God vertegenwoordigen, één wereldlijke leider zou de

Zoon vertegenwoordigen en ten slotte zouden profeten de Heilige Geest vertegenwoordigen.

Concreet zou de katholieke paus de rol van hogepriester op zich nemen en de Russische tsaar de

seculiere autoriteit op zich nemen.

Zijn laatste periode, de jaren ‟90, werd gekenmerkt door een “pessimistisch

apocalypticisme”. Zijn geloof in de totstandkoming van het Koningrijk Gods op aarde begon

namelijk te tanen. Volgens Solov‟ëv was de missie van Rusland niet geslaagd en zou de Europese

en de Russische maatschappij ophouden te bestaan. In de plaats daarvan zou er een nieuwe,

onbekende tijd zou aanbreken. Solov‟ëv begon steeds vaker uitingen van het kwaad te zien in

Rusland en daarbuiten. Zo maakte hij zich zorgen over de antichristelijke filosofie van Nietzsche

die steeds populairder werd, alsook over het Christelijk anarchisme dat verspreid werd onder

leiding van Lev Tolstoj. Verder voelde hij zich ook bedreigd door het oosten. Deze uitingen van

het kwaad luidden volgens hem de komst van de Antichrist in. Dit drukte hij bijvoorbeeld uit in

zijn mythische parabel Een korte vertelling over de Antichrist (Kratkaja povest‟ ob

Antichriste).Terwijl zijn theocratische ideaal in een spirituele eenheid onder de mensheid zou

resulteren, zou de komst van de Antichrist een eenheid, gebaseerd op de bevrediging van

materiële behoeften met zich meebrengen. Toch gaf hij zijn geloof in de komst van het

Koninkrijk Gods niet op door te pretenderen dat er een strijd zou plaatsvinden tegen de Antichrist

die uiteindelijk zou gewonnen worden.

Met betrekking tot de filosofie van Solov‟ëv is het noodzakelijk om de drie reeds vermelde

begrippen, namelijk “totale eenheid” of vseedinstvo, Godmensheid of Bogočelovečestvo en zijn

Sophiologie, gedetailleerd te behandelen.

Het metafysische concept vseedinstvo speelde een belangrijke rol in zijn filosofie.

Solov‟ëv beschouwde de wereld als “het eeuwige worden en ontwikkelen van het goddelijke

absolute”. Dit moest gezien worden als een proces dat drie fases omvatte. Ten eerste was er de

fase van statische, ongedifferentieerde eenheid. Ten tweede de fase van individuatie en

afzondering. De laatste fase hield een vrije, gedifferentieerde eenheid in en was tevens de

belangrijkste fase. Concreet betekende dit voor de mensheid dat ze in de tweede fase zat, omdat

de mens de eenheid met God verloren was door de zondeval. Maar Solov‟ëv geloofde dat die

eenheid kon hersteld worden.

Page 48: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Het herstel van die eenheid was mogelijk via de Godmensheid. Het was namelijk zo

dat de mens ondanks de zondeval nog steeds verbonden was met God, aangezien God in alles is

en alles in God is. De komst van Christus, die tegelijkertijd mens en God is of kortom Godmens

(Bogočelovek), had het proces van de hereniging met God in gang gezet. Het uiteindelijke doel en

eindpunt van de mensheid vormde het bereiken van het ideaal van de Godmens. Dit ideaal kon

enkel via de mens zelf en onafhankelijk van de genade van God bereikt worden, wat inhield dat

de mens de fundamentele eenheid met God moest erkennen.

De idee van de Godmensheid is ook verbonden met Solov‟ëvs leer van de Sophia of

Wereldziel. Onder de Sophia verstond hij “de ideale of perfecte mensheid, zoals eeuwig

belichaamd in Christus”. Het was namelijk zo dat God en Sophia één waren in het begin der

tijden. Op een bepaalde moment had de Sophia echter de noodzaak gevoeld zichzelf te bevestigen

en had zich losgemaakt van God. Aangezien God naar “totale eenheid” streefde, gaf God de

afvallige Sophia de kans zich te herenigen met God, want enkel via een hereniging met God kon

de Wereldziel zich volledig ontplooien. De Sophia kon in ieder mens tot ontwikkeling komen en

had als doelstelling de mensheid voor altijd te verenigen met God en zo de Godmensheid tot

stand te brengen. In het gedicht Drie ontmoetingen (Tri svidanija), geschreven twee jaar voor zijn

dood, gaf Solov‟ëv een beschrijving van de drie mystieke ervaringen die hij had gehad met de

Sophia.

2. De revolutie van 1905

Oorzaken en verloop

Er zijn veel factoren die hebben bijgedragen tot het uitbreken van de revolutie van 1905 in

Rusland. Hieronder zal ik dieper ingaan op drie factoren, namelijk de liberale beweging, de

oorlog tussen Japan en Rusland en de onverzettelijkheid van de Russische tsaar.

Ondanks het feit dat tsaar Nikolaj II het autocratische regime even krachtig wilde handhaven als

zijn vader, ontstonden er enkele politieke bewegingen in Rusland rond de eeuwwisseling.

Ten eerste waren er de liberalen. Zij vonden vooral aanhangers onder de landadel, de

beambten van de zemstvo‟s, de beoefenaars van de vrije beroepen en de stedelijke middenstand.

In 1902 richtten ze het blad De Bevrijding (Osvoboţdenie) op in het buitenland, waarvan de

Page 49: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

uitgever Pëtr Struve was. Een jaar later richtten ze een Bond voor de Bevrijding (Sojuz

Osvoboţdenija) op. In het programma was er sprake van een constitutie, van zorg voor de

arbeidende klasse en van zelfbeschikking voor de nationale minderheden. Volgens Abraham

Ascher speelden de liberalen en niet de boeren of de arbeiders een sleutelrol tijdens de

evenementen van 1905.

De tweede partij betrof de Russische sociaal-democratische arbeiderspartij die door

enkele Russische marxisten opgericht werd in Minsk in 1898. Hun manifest was geschreven door

Pëtr Struve. De officiële oprichting van de partij vond plaats in Brussel in 1903. Tijdens het

congres waren er echter spanningen tussen Julij Martov en Lenin, waardoor de partij in twee

facties uiteenviel, namelijk de bolsjevieken (bol‟ševiki) onder leiding van Lenin en de

mensjevieken (men‟ševiki) onder leiding van Martov.

Ten slotte was er de Socialistisch-Revolutionaire partij die opgericht was in 1900

onder leiding van Viktor Černov. Ze vonden aanhangers onder zowel de boeren als de arbeiders

en de intellectuelen. De socialisten-revolutionairen waren ervan overtuigd dat het socialisme het

eerst tot stand zou komen op het platteland door de boeren. Na 1900 hadden ze een

terreurorganisatie opgericht, de Strijdorganisatie (Bojevaja organizacija) en trokken vooral de

aandacht door hun aanslagen op hoge ambtenaren.

Ook in de oorlog tussen Japan en Rusland die uitbrak in januari 1904 speelde de

onverzettelijkheid van Nikolaj II een grote rol. Zo was hij ervan overtuigd dat hij uitverkoren was

door God om het land te besturen en de door God opgelegde verantwoordelijkheid droeg om de

autocratie met ijzeren hand te handhaven en om de waardigheid en eer van Rusland te

verdedigen. Om die redenen bleef de tsaar de oorlog koppig verderzetten. Tijdens de eerste

maanden van het conflict genoot de tsaar, ondanks de nederlagen, nog volop de steun van de

overgrote meerderheid van de bevolking. Enkele maanden later werd de haven Port Arthur, die al

sinds 1898 in het bezit was van Rusland, aangevallen door Japan. In december 1904 moesten de

Russen de haven uit handen geven.

In januari 1905 brak de revolutie uit die bloedig werd onderdrukt. Naar aanleiding

van alle tegenslagen voor Rusland, werd de sfeer een stuk grimmiger in Sint-Petersburg en

stonden zelfs enkele leden van de regering niet meer achter de oorlog. Ondanks alles bleef tsaar

Nikolaj II onverzettelijk. Een maand later, tijdens de slag bij Moekden, verloren de Russen

opnieuw van de Japanners. De oorlog kwam pas echt tot zijn einde na de slag bij Tsoesima in mei

Page 50: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

1905. Nog in de herfst van 1904, nadat Rusland opnieuw enkele nederlagen had geleden, had

Nikolaj II besloten om de Baltische vloot naar het Verre Oosten te sturen. Toen wensten nog

enkel de regering en het leger een verderzetting van de oorlog, terwijl het overgrote deel van de

bevolking naar vrede verlangde. Eens de vloot aangekomen was in de straat van Tsoesima, werd

hij onmiddellijk vernietigd door Japan.

Doordat Rusland midden in een binnenlandse crisis verkeerde en Japan economisch

aan de grond zat, werd de Vrede van Portsmouth ondertekend in augustus 1905.

Volgens Abraham Ascher speelden de liberalen en niet de boeren of de arbeiders een

sleutelrol in de evenementen in en na 1905, doordat ze nieuwe impulsen hadden gegeven aan het

politieke klimaat op het einde van 1904. In 1904 hadden de zemstvoliberalen namelijk in een

resolutie aangekondigd dat de meerderheid van de zemstvoliberalen een wetgevend parlement

voorstond. Dit initiatief oogstte veel bijval bij de bevolking. Nicolaas II weigerde echter de eerste

stap naar een constitutionele monarchie te zetten en verwierp de resolutie. In de loop van de jaren

1901-1905 werd er een reeks vakverenigingen en arbeidersbonden opgericht, maar die mondden

telkens uit in grote stakingen. De staking van 1905 onder leiding van de priester en stichter van

de “Vereniging van Russische fabrieksarbeiders”, Georgi Gapon, culmineerde uiteindelijk in de

“Bloedige Zondag”. Gapon was samen met zijn aanhangers naar het Winterpaleis gestapt om een

petitie te overhandigen aan de tsaar waarin er radicale sociale en politieke hervormingen werden

geëist, zoals het recht om vakverenigingen te stichten, vrijheid van meningsuiting en een

volksvertegenwoordiging. Toen de ordetroepen er niet in slaagden de demonstranten de toegang

tot het Winterpaleis te versperren, openden ze het vuur waardoor er een groot aantal mensen

gedood of gewond werd.

Naast de drang naar meer vrijheid die onderukt werd, heeft volgens mij ook de

onverzettelijke houding van Nikolaj II ten tijde van de Russisch-Japanse oorlog een rol gespeeld.

Het was namelijk zo dat de meerderheid van de bevolking niet meer te vinden was voor een

verderzetting van de oorlog vanaf het moment dat de tsaar de vloot naar het Verre Oosten had

gestuurd. Dit zorgde volgens mij voor een steeds groter wordende kloof tussen de tsaar en het

volk. Toen de val van Port Arthur een feit was, brak de revolutie van 1905 heel kort daarna uit.

Dit was volgens mij geen toeval.

Na de revolutie verkeerde het land in grote onrust. Er werd massaal gestaakt en er

werden talloze vakverenigingen en bonden opgericht. In oktober 1905 zag tsaar Nikolaj II zich

Page 51: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

dan ook genoodzaakt het Oktobermanifest te ondertekenen. Daarin werden de burgerlijke

vrijheden beloofd en werd verklaard dat er voortaan geen wetten meer van kracht zouden zijn

zonder de goedkeuring van de Rijksdoema. In werkelijkheid veranderde er bijna niks na de

ondertekening van het Oktobermanifest.

De socialisten beschouwden het Oktobermanifest als het begin van de echte revolutie

die het begin van de republiek moest inluiden. De bevolking was echter niet meer te vinden voor

grote politieke stakingen na de ondertekening van het manifest.

Zinaida Gippius en de revolutie van 1905

Eenmaal Zinaida Gippius tot het inzicht gekomen was dat “autocratie van de Antichrist” was,

wilde ze dat er een scheiding van de Russische kerk en de staat zou plaatsvinden. Vanaf dan

verwierp Gippius de van bovenaf opgelegde macht en streefde ze samen met Mereţkovskij en

Filosofov naar een religieuze anarchie.

Bij het promoten van hun religieuze ideaal richtten ze zich in het bijzonder op de

intelligentsia, omdat deze groep in hun ogen een belangrijke rol speelde in de totstandkoming

daarvan. Maar toen het trio merkte dat de intelligentsia er niet snel genoeg in slaagde hun ideeën

in de praktijk om te zetten, besloten ze dat ze enkel via een revolutie erin zouden slagen om hun

religieuze anarchie te verwezenlijken. Ze hoopten dat de revolutie het begin van universalisme

zou inleiden, dit wil zeggen, “de universele eenheid van de mensheid”. Naar analogie met

Solov‟ëv verlangde Zinaida naar een eenmaking van de mensheid en geloofde ze dat het

Russische volk uitverkoren was om die paneenheid (vseedinstvo) te realiseren, waardoor ze zich

profileerde als een Russisch messianist:

“The Russians, the most universal of all peoples, would lead the way to

panhumanity, to the salvation of the world, to the true, apocalyptical religion,

and the Third Humanity, the humanity of the Third Testament.”

Revolutie betekende voor Gippius “een van de elementaire uitbarstingen van het

Eeuwige in het Tijdelijke.” Terwijl de menselijke persoonlijkheid die uitbarstingen ervoer in

contemplatie en liefde, ervoer het menselijke gemeenschapsgevoel de uitbarstingen in vrijheid.

Ze beweerde verder dat een revolutie een nieuw leven inluidde, maar dat een beter leven na een

Page 52: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

revolutie niet gegarandeerd was. In tegenstelling tot Mereţkovskij geloofde Gippius niet dat elke

natie moest sterven omwille van de eenmaking van de mensheid en zou verrijzen in

Godmensheid (Bogočelovečestvo). Ze dacht wel dat iedereen zijn individualiteit moest

opofferen, zodat de mensheid van het Derde Testament gerealiseerd zou kunnen worden.

Aan de basis van hun vereniging van religie en revolutie lag de idee van de Mereţkovskijs

van een religieus gemeenschapsgevoel en van de openbaring van de Heilige Geest. Enkel in de

religie van de Heilige Geest zou de kerk de geest en het lichaam kunnen verenigen, niet enkel op

een mystieke, maar ook op een concreet zichtbare manier. De religie van het Derde Testament

zou volgens hen een definitief einde maken aan de staatsmacht en het begin van een religieus

gemeenschapsgevoel betekenen. De totstandkoming van zo‟n religie was enkel mogelijk via een

religieuze anarchie die uiteindelijk zou resulteren in de vernieting van de staatsmacht door een

revolutie.

Gippius vond ook dat religie en literatuur moesten samenvloeien en verzette zich

bijgevolg tegen l’art pour l’art. Zo schreef ze in Het brood van het leven het volgende:

“Искусство для искусства - это змея кусающая свой хвост. […] Это

чѐрствый кусок хлеба”

Toen bleek dat de revolutie van 1905 hun verwachtingen niet had kunnen waarmaken,

namen de Mereţkovskijs en Filosofov desalniettemin geen afstand van hun ideeën en besloten ze

dat Rusland nog niet klaar was voor de ultieme revolutie. Daarop gingen ze naar het buitenland

om hun religieuze ideaal te promoten en om contacten te leggen..

Naast Gippius‟ teleurstelling inzake de revolutie werd ze ook geconfronteerd met de

stopzetting van het tijdschrift De Nieuwe Weg. Dit betekende een zware klap voor haar. Het

maandblad was immers opgericht om haar religieuze ideeën bekend te maken en om een nieuw

religieus bewustzijn te realiseren. Tegen het einde van 1904 was De Nieuwe Weg geheel

overgenomen door een sociaal-politiek georiënteerde groep bestaande uit onder andere Sergej

Bulgakov, G.N. Stil‟man, V.V. Vodovozov en Berdjajev. In januari 1905 werd het blad

omgedoopt tot De vragen des levens (Voprosy ţizni). Door een ruzie tussen Bulgakov en Gippius

heeft ze nooit iets gepubliceerd in De vragen des levens. Vanaf dat moment begon ze wel te

publiceren in De Weegschalen (Vesy) en Noordelijke Bloemen (Severnye Cvety) die allebei

Page 53: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

uitgegeven werden door Brjusov.

3. De Eerste Wereldoorlog (1914-1917)

Verloop

In juni 1914 werd aartshertog Frans Ferdinand, de Oostenrijkse troonopvolger, vermoord door de

Bosnische Serf Gavrilo Princip in Sarajevo. Dit gegeven lag aan de basis van een kettingreactie

die in een mum van tijd de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog tot gevolg had.

Voor Rusland begon de oorlog slecht. In augustus 1914 leed Rusland een verpletterende

nederlaag tegen Oost-Pruisen. De maanden daarop verliep alles gunstiger. Zo veroverde Rusland

Galicië op de Oostenrijkers. Maar het liep mis toen de Duitsers in mei 1915 een groot offensief

op touw zetten, waardoor de Russen zich uiteindelijk moesten terugtrekken.

Toen tsaar Nikolaj II in augustus 1915 besliste om zich aan het hoofd van het leger te

stellen, veroorzaakte dat een storm van verzet onder de ministers. Zij vreesden immers dat de

reputatie van de koning geschaad zou worden door de nederlagen aan het front. In het begin

vielen de gevolgen van dit besluit mee, maar op lange termijn werd zijn beslissing het keizerrijk

fataal.

Na de nederlagen van de zomer van 1915 schoot de Rijksdoema in gang. De

Doemapolitici sprongen bij op het vlak van de militaire en bestuurlijke organisatie. Maar

naarmate de zomer vorderde, groeide het protest onder de leden van de Doema en werd er op de

duur een Progressief Blok gesticht, bestaande uit liberalen en conservatieven. Pavel Miljoekov en

Michail Rodţanko waren de protagonisten van het Blok. Het Progressief Blok verlangde in de

eerste plaats naar een nauwere samenwerking tussen de raad van ministers en de Rijksdoema. De

meerderheid van de ministers was bereid om hun verlangen in te willigen, maar de tsaar ging niet

akkoord. Niet alleen het protest van de ministers tegen zijn beslissing om het leger te leiden, maar

ook hun bereidheid tot het inwilligen van de eisen van het Blok stootten hem tegen de borst. De

ministers werden dan ook geleidelijk aan vervangen.

Door het langdurige verblijf van de keizer aan het front kreeg zijn vrouw, keizerin

Aleksandra, meer invloed. Ook Raspoetin, een Siberische boer en kwakzalver die heel dicht

stond bij het keizerlijke echtpaar, verwierf steeds meer macht. De figuur van Raspoetin was

veelbesproken en het object van vele roddels. Dit escaleerde uiteindelijk in de moord op de

Siberische boer in december 1916. Zijn invloed op het vlak van de keuze van dienaren is achteraf

Page 54: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

gezien noodlottig gebleken voor de monarchie.

Reacties van de Russische symbolisten

De visies van de symbolisten op de Eerste Wereldoorlog liepen nogal uiteen. Zo profileerden

Vjačeslav Ivanov, Fëdor Sologub en Valerij Brjusov zich als neoslavofielen. Konstantin

Bal‟mont kwam dan weer naar voren als een patriot. Aleksandr Blok en Andrej Belyj waren

eerder buitenstaanders.

Net als Gippius koesterde de neoslavofiel Ivanov (1866-1949) apocalyptische verwachtingen. Zo

geloofde hij dat de geschiedenis van de mensheid niets meer was dan de vervulling van het plan

van de Voorzienigheid met als doel de verwezenlijking van een universeel christendom.. De idee

van een universele gemeenschap (vselenskaja obščina) dateerde van de 19e eeuw en was

alomtegenwoordig onder de slavofielen en de populisten.

Een andere term die centraal stond in zijn visie was sobornost’. Ook die idee was reeds

populair onder de slavofielen. Ivanov geloofde dat sobornost’ , of anders gezegd het ideaal van

een vrije eenheid, alomtegenwoordig zou zijn onder de mensen in de toekomst. Sobornost’ was in

feite een tijdloos christelijk ideaal, maar net omdat er geen precies equivalent van dit woord in

andere talen vindbaar was, achtte hij het typisch Russisch. Deze vaststelling gebruikte hij dan ook

als basis voor zijn messianistische overtuiging. Hij dacht namelijk dat Rusland en de Slavische

volkeren in het algemeen een culturele en religieuze missie hadden te vervullen in de wereld.

Ivanov doelde met Rusland niet op het empirisch zichtbare Rusland, maar op het metafysische

Heilig Rusland. Zijn overtuiging dat het Russische volk het Uitverkoren Volk was, steunde in de

eerste plaats op zijn religieuze en mystieke interpretatie van de Russische ziel. Zo waren

vriendelijkheid en een Scytische geest, alsook de neiging tot sobornost’ typisch Russische

eigenschappen in zijn ogen. Maar opdat Rusland zijn ideaal zou kunnen waarmaken, moest de

onderwerping van de kerk aan de staat opgeheven worden en moest het Russische volk in staat

zijn meer verantwoordelijkheden op zich te nemen. Op die manier hoopte hij dat een op

sobornost’-gebaseerde christelijke democratie zou ontstaan.

Maar zijn droom van een universele, christelijke gemeenschap werd bedreigd door

Duitsland. Hij was ervan overtuigd dat als Duitsland de overwinnaar van de oorlog zou zijn,

individualiteit uiteindelijk zou ophouden te bestaan en er in de plaats daarvan een

Page 55: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

ontpersoonlijkte eenheid zou ontstaan. Ivanov hoopte bijgevolg vurig op een Russische

overwinning, zodat de Duitse bedreiging voorgoed geëlimineerd zou worden en Rusland samen

met de andere Slavische volkeren zijn universele missie zou kunnen vervullen.

In de periode tussen 1915 en 1917 claimde hij dat Azië het echte gevaar vormde en wilde

dan ook dat de oorlog zo snel mogelijk ten einde kwam. Hij dacht dat Duitsland een alliantie had

gevormd met China met als doel Europa te ontdoen van het christendom. Daarom wilde Ivanov

dat Rusland en Engeland een bondgenootschap zouden sluiten om Azië te kerstenen.

Volgens Fëdor Sologub (1863-1927) lag de Drang nach Osten van de Duitsers aan de

basis van de hele oorlog. Duitsland had in zijn ogen meer ruimte nodig voor het Duitse volk en

nieuwe markten voor zijn industriële producten. Daarom werd het territorium van de Slaven en

van Rusland bedreigd. Daaruit volgde zijn stelling dat de wereld verdeeld was in Oost en West.

Het Oosten associeerde hij met spiritualiteit, mystiek, religie, Plato, Christus etc. met Rusland als

vertegenwoordiger. Hierbij doelde hij net als Ivanov op “Heilig Rusland”. Het Westen

vereenzelvigde hij met de cultus van het materialisme en het rijk van de Antichrist.

In tegenstelling tot de wijdverspreide overtuiging dat de Eerste Wereldoorlog de laatste

grote oorlog van de geschiedenis was, dacht Sologub dat dit het begin was van een hele reeks

oorlogen tegen Duitsland. Naar analogie met Ivanov dacht ook Sologub dat Rusland een missie

had te vervullen in de oorlog. Sologub vond dat de Russen door de universele aard van hun

Russische karakter het Uitverkoren Volk waren.

Ook zou de bondgenootschap van Rusland met Engeland resulteren in de vereniging van

alle naties ter wereld. De eerste stap die daartoe ondernomen moest worden, was via de

vereniging van India, China en Japan. Dus in tegenstelling tot vele van zijn tijdgenoten,

waaronder Ivanov, Blok en Belyj, vreesde hij niet voor het “Gele gevaar”.

Na 1915 was Sologub van mening dat Rusland, ondanks de nederlagen, de oorlog moest

verderzetten om zijn historische missie te kunnen realiseren. In deze fase vestigde hij zijn hoop

op de jonge Russische generatie, omdat zij in zijn ogen de ideale karaktereigenschappen, zoals

zelfvertrouwen en wilskracht, had om Rusland een stralende toekomst te geven.

Van alle symbolisten was Valerij Brjusov (1973-1924) de enige die wilde werken als

oorlogscorrespondent. In de zomer van 1914 verliet hij Moskou. Zijn oorlogsavonturen duurden

tot de zomer van 1915. Als oorlogscorrespondent hechtte Brjusov veel belang aan geruchten en

waarnemingen van wreedheden begaan door de Duitsers. Op basis daarvan ontstond zijn retoriek

Page 56: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

van de “goeden en de slechten” en “wij en zij”. Zo was hij ervan overtuigd dat de Russen zich

tijdens de oorlog niet schuldig maakten aan moord en verkrachting, terwijl de Duitsers zich daar

volop aan overgaven.

Alhoewel Brjusov steeds objectiviteit nastreefde, weerklonken er toch enkele

doelstellingen inzake de toekomst in zijn poëzie. Hij verlangde bijvoorbeeld naar het herstel van

de oude grenzen van het Koninkrijk Polen en de inlijving van Galicië en Constantinopel bij

Rusland. Ook koesterde hij de panslavische droom dat de oorlog de Slavische volkeren dichter bij

mekaar zou brengen en ze bijgevolg meer macht zouden verwerven.

Voor Brjusov was de oorlog een oorlog tussen de Slaven en de Duitsers. Het conflict

betrof niet enkel grondgebied, maar had volgens hem ook een universele betekenis. Het

resultaat van de oorlog zou in zijn ogen immers de hele loop van de wereldgeschiedenis bepalen.

Brjusov was er alvast van overtuigd dat de Slaven vochten in het belang van de hele mensheid

door de menselijke principes, cultuur, recht en vrijheid na te streven.

In de zomer van 1915 keerde Brjusov terug naar Moskou. Na zijn avonturen in de oorlog

hield hij zich vooral bezig met de Armeense cultuur en literatuur.

Op het moment dat de oorlog uitbrak, bevond de patriot Konstantin Bal‟mont (1967-1942) zich in

frankrijk. Net als vele anderen, was hij ervan overtuigd dat de oorlog een blitzkrieg betrof en over

enkele maanden afgelopen zou zijn. Pas in mei 1915 was Bal‟mont opnieuw in zijn vaderland.

Daar profileerde hij zich al snel als een voorstander van de oorlog. Hij beschouwde de oorlog als

onvermijdelijk, aangezien Duitsland al eeuwenlang een dreiging vormde voor zijn buurlanden en

dit latente conflict vroeg of laat moest losbarsten. De kern van het conflict betrof de nationale

geest van Duitsland, die gekenmerkt werd door een combinatie van hun arrogante gevoel van

superioriteit en hun neiging tot geweld.

Alhoewel de Duitse cultuur ook op Bal‟mont een grote invloed had uitgeoefend toen hij

nog in zijn jonge jaren was, was zijn bewondering voor Duitsland omgeslaan in haat. Zo noemde

hij de Duitsers “satanische honden” die schaamteloos en gewetenloos waren. De vergelijking

“satanische honden” is niet willekeurig gekozen, aangezien Bal‟mont de oorlog kaderde in een

conflict tussen goed en kwaad, tussen materialisme en spiritualiteit en tussen God en de duivel,

maar dan niet in de christelijke zin van het woord.

Bovendien was hij ervan overtuigd dat de Slavische volkeren een belangrijke missie te

Page 57: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

vervullen hadden in de oorlog. Terwijl Rusland eeuwen geleden had verhinderd dat de

Mongoolse horde Europa bereikte, hadden Rusland en Polen nu de taak Europa van de Duitsers

te verlossen. Verder beweerde hij dat er na de oorlog een wedergeboorte van de Slavische

volkeren zou plaatsvinden, waarbij er welvaart als nooit tevoren zou heersen onder de Slaven.

Bal‟mont profileerde zich niet enkel als een messianist, maar ook als een pantheïst. Zo

dacht hij dat Duitsland streefde naar een totale onderwerping en germanisering van Europa.

Bijgevolg vond hij dat de oorlog, ongeacht het aantal slachtoffers, moest verdergezet worden,

aangezien de mensheid “door de vlammen van het vagevuur” moest gaan om vooruitgang te

boeken en de ultieme vrijheid te bereiken. Verder beweerde hij dat harmonie alomtegenwoordig

zou zijn en dat het menselijke leven in schoonheid zou veranderen. Zo kwam hij tot zijn

pantheïstische overtuiging dat het doel van de geschiedenis de eenmaking van God en de

schepping was.

Maar Terwijl Bal‟mont in het eerste jaar van de oorlog apocalyptische verwachtingen had

gekoesterd inzake de oorlog, sloeg zijn optimisme drastisch om naarmate de oorlog vorderde.

Nadat Rusland een hele reeks tegenslagen had geïncasseerd en zijn theorieën niet bewaarheid

werden, gaf hij niet toe dat zijn verwachtingen loos waren, maar schoof hij in de plaats daarvan

alle schuld in de schoenen van Rusland.

Net voor de Februarirevolutie nam zijn visie op de oorlog een totaal andere wending aan.

Zo verklaarde hij dat de oorlog wel eens het begin kon inluiden van een donkere periode vol met

problemen in plaats van de ultieme bevrijding van de mensheid.

De visie van Aleksandr Blok (1880-1921) en Andrej Belyj (1880-1934) op de oorlog was nogal

verschillend in vergelijking met die van de overige symbolisten. Op die manier profileerden ze

zich als buitenstaanders.

In het begin stond Aleksandr Blok (1880-1921) positief tegenover de Wereldoorlog. Al

snel engageerde hij zich in een hulpcomité voor soldatenfamilies en volgde de

oorlogsevenementen op de voet. Bij het vernemen van de Russische overwinning in Galicië

verklaarde hij optimistisch dat de oorlog gauw gedaan zou zijn en Rusland de overwinnaar zou

zijn. In die periode aanzag hij de oorlog zelfs als een “feest” en zei dat de oorlog al bij al “leuk”

was. Door deze attitude shockeerde hij Gippius, waarmee hij nauwe vriendschapsbanden

onderhield.

Page 58: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Blok heeft de oorlog nooit beschouwd als een conflict tussen twee tegenovergestelde

krachten. Dat komt voornamelijk doordat hij geen antipathie voelde voor Duitsland en

tegelijkertijd niet helemaal achter de Geallieerden stond. De oorlog betekende voor hem een stap

in de geschiedenis die grote veranderingen zou inluiden, zonder te weten wat het precieze

resultaat daarvan zou zijn.

Al snel hield Bloks engagement in het hulpcomité op en richtte hij zich opnieuw op

literatuur. Hij begon artikels te schrijven in het tijdschrift van Andreev en Sologub, genaamd

Vaderland (Otečestvo) en in het blad van Gippius en Mereţkovskij, De Stem van het leven

(Golos ţizni). Mocht Gippius hem niet tegengehouden hebben, zou Blok alsook zijn literaire

bijdrage geleverd hebben aan het ultrarechtse tijdschrift De Baai (Lukomor‟e).

In tegenstelling tot de meeste schrijvers van die tijd, nam het thema van de oorlog geen

dominante plaats in Bloks oeuvre in. Op twee gedichten na had hij niks geschreven dat naar de

oorlog verwees, zelfs geen artikels. Vooral Zinaida Gippius prees hem voor het feit dat hij zich

niet had overgegeven aan het platte patriottisme dat typisch was voor de toenmalige

oorlogsliteratuur. Paradoxaal genoeg werd net Blok beschouwd als de ware vertolker van de

oorlog en werd hij uitgeroepen tot nationaal dichter.

In de jaren 1915-1916 maakte hij zich in de eerste plaats zorgen over de heersende

stemming van verbittering en woede in Sint-Petersburg. In tegenstelling tot Gippius en Sologub

beschouwde Blok de jeugd niet als de redder van Rusland, maar als “een bende apolitieke

zelfgenoegzame nietsnutten die zich niet bekommerden om de oorlog en het lot van Rusland.”

Terwijl hij in het begin optimistisch stond tegenover de oorlog, aanzag hij de oorlog tegen 1916

als een negatieve ontwikkeling die afstevende op een totale demoralisatie (odičanie). Voor hem

was de oorlog nu totaal zinloos en zette een proces van ontmenselijking in gang, waarvan het

einde nog lang niet in zicht was.

Andrej Belyjs visie op de oorlog was sterk getekend door zijn ervaringen in de

antroposofische gemeenschap onder leiding van Rudolf Steiner in Zwitserland, waar hij verbleef

tot in de zomer van 1916. In het stadje Dornach leidde Steiner ten tijde van de Eerste

Wereldoorlog een internationale broederschap waartoe mensen van bijna twintig verschillende

nationaliteiten behoorden. Belyj beschouwde de antroposofische kolonie in Dornach als de top

van de berg Ararat. De antroposofen hadden namelijk het gevoel dat ze de enige overlevenden

waren in een wereld die overstroomd was door de Zondvloed. Op die manier werd hun

Page 59: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

broederschap aangezien als een spirituele Ark die hen zou redden van een catastrofe.

Pas in 1916 slaagde Belyj er voor het eerst in zijn visie op de oorlog te verduidelijken in

Het Beursnieuws (Birţevye Vedomosti). Daarvoor was hij echter te verward geweest om zijn

ideeën te formuleren. In zijn artikels viel op dat ze niet nationalistisch of patriottisch geïnspireerd

waren. Dit kwam wellicht door zijn lange verblijf in het neutrale Zwitserland en de vrije toegang

tot informatie die hij daar genoot. In Bloks ogen viel er in de oorlog geen collectieve held of een

schurk aan te wijzen. Hij verzette zich dan ook tegen de neoslavofielen en hun idee dat de oorlog

een strijd was tussen het Oosten en het Westen. Voor Belyj was de oorlog geen conflict tussen

individuen, landen of nationale principes, maar een uiting van een crisis die al een lange tijd

woedde in Europa. Daarbij greep Belyj terug naar de periode van het Humanisme, waarbij de

mensheid zijn spirituele hoogtepunt had bereikt. Daarna vond er een degeneratie plaats, die ten

slotte resulteerde in de cultus van het materiële in de twintigste eeuw. De technologische

vooruitgang betekende voor hem een bedreiging voor de Europese cultuur en Belyj vond dan ook

dat het humanisme opnieuw moest primeren. Belyj beweerde dat de oorlog in de eerste plaats een

subjectief drama was, aangezien het de taak was van elk individu om het conflict dat in zijn

bewustzijn heerste zelf op te lossen. Daarvoor moest iedereen op zoek gaan naar het ware

menselijke in zichzelf. Enkel zo kon de mens terugkeren naar zijn spirituele staat die hij had

bereikt tijdens het Humanisme.

Enkele maanden later vond hij niet meer dat de oplossing van de oorlog op het niveau van

het individu moest plaatsvinden, maar wel op het niveau van de natie. Zo was hij ervan overtuigd

dat elke natie zijn eigen missie had te vervullen in de wereld. De belangrijkste taak van de mens

was nu om het individuele ego en het ego van het volk in harmonie met mekaar te brengen.

Reacties van andere Russische schrijvers

Toen Ruslands deelname aan de Eerste Wereldoorlog een feit was, zorgde dat voor een explosie

van enthousiasme en patriottisme bij het grootste deel van de Russische geleerden, schrijvers en

artiesten.

Een van de voorstanders van de oorlog was de anarchist Pëtr Kropotkin. Hij riep al

diegenen die daartoe in staat waren Europa te verlossen van het Duitse leger en het Duitse

imperialisme. Kropotkin aanzag de Duitsers als vijanden van de heiligste Russische principes. De

revolutionairen Georgij Plechanov en Vera zassulyč deelden zijn visie. Ook de monarchisten,

Page 60: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

kadetten, oktobristen en afgevaardigden van de Rijksdoema riepen op om Rusland te verdedigen.

Zelfs de joden waren bereid om zich te engageren in de strijd tegen Duitsland.

De schrijver en filosoof Vasilij Rozanov aanzag de oorlog niet als een eenvoudige oorlog,

noch als een politieke oorlog, maar als een strijd tussen twee werelden. Sergej Boulgakov vond

dan weer dat Rusland Europa beschermde tegen Europa, meerbepaald tegen de Duitse dreiging

en voegde daaraan toe dat Rusland de vlag van de vrijheid van het volk droeg. De schrijver

Aleksandr Kuprin hield er een andere mening op na. Hij beweerde dat Rusland op een bepaald

moment zou moeten handelen met een meedogenloze wreedheid, maar die wreedheid zou niet

gericht zijn tegen vrouwen, oude mannen en baby‟s. Via die wreedheid zou er ten slotte een

vrede heersen op aarde voor enkele eeuwen of misschien wel voor altijd. Het triomferende

Rusland zou dan een van de bewaarders van die vrede zijn.

De historicus Michail Gerschenson beklemtoonde de eenheid van het volk die ontstaan

was, doordat er gestreden werd tegen een gemeenschappelijke vijand. Voor de oorlog was er een

aanzienlijke kloof tussen het gewone volk en de Russische intelligentsia, maar volgens

Gerschenson was die kloof sinds de oorlog overbrugd. De schrijver Aleksej Nikolaevič Tolstoj

had dan weer een aparte blik op de vijand. Zo dacht hij dat Duitsland een incarnatie was van de

vijand die Rusland al sinds zijn bestaan kende. Rusland had de Chazaar gekend, maar ook de

polovts en de cavalerist van de Gouden Horde. Al deze vijanden waren in Tolstojs ogen een en

dezelfde, maar ze manifesteerden zich telkens onder een andere naam.

Leonid Andreev gaf uiting aan zijn ongerustheid over het feit dat iedereen wel over de

oorlog sprak, maar dat de dichters zich relatief stil hielden. Hij riep hen dan ook op om de stilte te

doorbreken (“Pust’ ne molčat poety!”). Hij vond dat het thema van de oorlog het voornaamste

thema van de literatuur moest zijn. Aleksej Remizov vond dat het zinloos was om een dichter te

zeggen dat hij moet zwijgen of net niet moet zwijgen, aangezien een dichter geen paard is die

klakkeloos doet wat men hem oplegt.

De acmeïst Nikolaj Gumilëv wordt in het algemeen aangezien als de voortreffelijke

Russische dichter-soldaat van de Eerste Wereldoorlog. Zijn oorlogsgedichten waren superieur in

vergelijking met de gedichten van zijn tijdgenoten, niet doordat hij meestreed met de Russische

troepen in de oorlog, maar wel omdat hij de enige was die de oorlog beschouwde als een

persoonlijke uitdaging en een avontuur. Voor de oorlog had hij als avonturier uitdagingen

gezocht in Afrika, maar door oorlog bereikte hij uiteindelijk het hoogtepunt of akmè van zijn

Page 61: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

leven. Vaak wordt er gesuggereerd dat Gumilëv de oorlog vanuit een spirituele bril bekeek en dat

hij daarenboven het “mysterie van de ziel” tijdens de oorlog had ontdekt.

Wanneer de nederlagen aan de zijde van de Russische troepen elkaar in sneltempo

opvolgden in 1915, drongen de verschrikkingen van de oorlog tot steeds meer mensen door en

smolt de hoop op een overwinning als sneeuw voor de zon. Maar de schrijvers trokken zich niet

terug, in tegendeel, ze probeerden opnieuw hun vroegere rol van critici van de regering op zich te

nemen. Zo werden er artikels gepubliceerd naar aanleiding van de slag bij Warschau waarin men

het opnam voor de Poolse bevolking en de Russische politiek bekritiseerde. Ook verzette men

zich ostentatief tegen het heersende antisemitisme in het blad Het Schild (Ščit).

Op het einde van 1915 richtte Maksim Gor‟kij het blad Kroniek (Letopis‟) op, waarin hij

zich opwierp als een tegenstander van de oorlog. Ivan Bunin, Aleksandr Blok, Sergej Esenin,

Evgenij Zamjatin, Isaak Babel‟ en anderen deelden zijn antioorlogsgevoelens en publiceerden

ook in dit blad.

Alhoewel er veel geschreven is in de oorlogsjaren, is er in die periode geen enkel groots

oeuvre naar boven gekomen.

Zinaida Gippius en de Eerste Wereldoorlog

Gippius beschouwde de overontwikkeling van de mechanische cultuur van de Duitse

maatschappij als de oorzaak van de oorlog. Volgens haar bestonden er namelijk twee culturen:

een spirituele en een mechanische. De aard van een land was afhankelijk van de ontwikkeling

van deze twee culturen. In het geval van Duitsland was het probleem dat de mechanische cultuur

zich sneller ontwikkeld had dan de spirituele cultuur, waardoor het geestelijke ondergeschikt

geraakt was aan het materiële. Het reslutaat daarvan was dat Duitsland getransformeerd was in

een destructieve Machine die niet meer onderhevig was aan de menselijke wil. In haar ogen was

Duitsland een barbaars land waarin mechanisatie, automatisering, empirische kennis en

positivisme hoogtij vierden, terwijl universele cultuur, zelfbeheersing en de innerlijke

harmonische ontwikkeling onderdrukt werden. Rusland had net de tegenovergestelde

ontwikkeling doorgemaakt, doordat de spirituele cultuur in plaats van de mechanische cultuur

dominant was. Ze gaf toe dat dit voor een onevenwicht zorgde, maar verkoos het onevenwicht

van Rusland, want een overheersende spirituele cultuur stond dichter bij het christelijke ideaal.

Voor Gippius was Duitsland ook de vijand van het christelijke gemeenschapsgevoel,

Page 62: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

aangezien het protestantisme een religie voor het individu was en kon leiden tot mensgodheid.

Hun nationalisme, militarisme en religieus individualisme stonden dan ook in schril contrast met

de religieuze contemplatie en nederigheid kenmerkend voor het Russische christendom.

Volgens Gippius was de echte vijand niet Duitsland zelf, maar de overheersende

mechanische cultuur die de “ziel” van de Duitsers in haar macht had. Ze beschouwde Rusland als

het geknipte land om het barbaarse Duitsland te bevrijden, omdat de Russen de geschikte

karaktereigenschappen bezaten om zo‟n missie uit te voeren. Gippius beweerde dat Duitsland in

feite streefde naar bevrijding en in die zin een bondgenoot van Rusland was. De essentie van de

oorlog was voor Gippius dan ook de strijd voor de bevrijding van Europa van het

automatiseringsproces.

De uitwassen van de negatieve ontwikkeling van Duitsland waren volgens haar

militarisme en barbarij. Naar aanleiding van de bezetting van België, de verwoesting van Leuven,

de bombardementen op Parijs en de onzekere toekomst van Warschau schreef ze op 29 september

1914: ““Снижение” немцев в смысле их всесокрушающей ярости, не подлежит сомнению.”

In haar artikel Oorlog, litratuur, theater (Vojna, literatura, teatr) schreef ze dat Duitsland in feite

de belichaming was van het manifest van de Italiaanse futurist Marinetti. In de drie belangrijkste

leuzen van de futuristen werd er opgeroepen om alle culturele monumenten te verwoesten en

vrouwen te verkrachten en werd de oorlog geprezen.

In het begin van de oorlog waren de Mereţkovskijs fel gekant tegen de oorlog,

voornamelijk door hun religieuze overtuigingen. Beiden verlangden namelijk naar de

totstandkoming van het Koninkrijk van God op aarde, maar de oorlog verwijderde hen van dat

ideaal. In haar Petersburgse dagboeken schreef ze in augustus 1914:

“[…] всякая война кончающаяся полной победой одного государства над

другим (…) носит в себе зародыш новой войны, ибо рoждает

национально-государственное озлобление, а каждая война отдаляет нас

от того, к чему мы идëм, от вселенскости.”

In Dmitrij Merežkovskij schreef ze over haar man en haarzelf ten tijde van het begin van

de oorlog het volgende: “Оба мы давно всякой войне сказали принципально: “нет”.” Ze

probeerde dan ook de Religieus-Filosofische Gemeenschap te overtuigen van haar standpunt door

Page 63: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

een rede te houden in november 1914, waarin ze beweerde dat oorlog een “снижение с

общечеловеческого уровня” was. Maar Kartašev repliceerde dat men de oorlog moest

aanvaarden vanuit religieus oogpunt. Ook Filosofov ging tot haar grote teleurstelling niet akkoord

met haar mening. Enkele jaren later merkte ze op dat er vanaf de Eerste Wereldoorlog een

vervreemding tussen Filosofov en haar was opgetreden op politiek vlak, terwijl ze voor de oorlog

al op religieus vlak vervreemd geraakt waren van mekaar. De linkse intelligentsia had duidelijk

geen eenduidig standpunt over de oorlog. Zo schreef Gippius dat de intelligentsia “samenkwam,

uiteenging, bruiste, vergeefs en verwoed discussieerde”.

In augustus 1914 schreef ze in haar dagboek dat er in feite een georganiseerde

mensenmoord plaatsvond en en dat ze resoluut “nee” zei tegen de oorlog:

“Идѐт организованнoе самоистребление, человекоубийство. “Или всегда

можно убить, или никогда нельзя”. […]Должно каждому данному часу

истории говорить “да” или “нет”. […] я говорю “нет”. […] войне я скажу:

никогда нельзя, но уже никогда и не надо.

Nog in dezelfde maand zei ze dat aangezien de oorlog toch al een feit was, ze op een overwinning

van de Geallieerden hoopte. Gippius hoopte niet in de eerste plaats op een Russische

overwinning, omdat ze tegen het tsaristische regime van haar land was. Zo schreef ze in haar

dagboek in augustus 1914:

“Что такое отечество? Народ или государство? Все вместе. Но, если я

ненавижу государство российское? Если оно - против моего народа на

моей земле?”

Toen de Russen de slag bij Przemysl gewonnen hadden in de lente van 1915, schreef Gippius

naar aanleiding daarvan in haar dagboek ironisch dat ze nu de autocratie ook daar zouden

vestigen:

“А мы у австрийцев понабрали городов и крепостей. И наводим там

самодержавные порядки.”

Page 64: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

In het begin van de oorlog protesteerde Gippius heftig tegen het patriottisme van de

Russische schrijvers. Zo schreef ze in haar dagboek in augustus 1914 dat “alle schrijvers gek

geworden waren”. En in december 1914 schreef ze:

“Боже, но с каким безответственным легкомыслием кричат за войну, как

безумно еѐ оправдывают! Какую тьму сгущают в грядущем!”

Gippius vond dat kunst en literatuur niet samen gingen. Ze redeneerde dat oorlog zich enkel

afspeelde in het heden, terwijl echte kunst het heden, verleden en de toekomst probeerde te

verenigen en “op de een of andere manier het eeuwige aanraakt”. In feite vreesde ze dat utilitaire

kunst opnieuw de overhand zou krijgen naar aanleiding van de oorlogsevenementen. Gippius

erkende het feit dat schrijvers in de eerste plaats mensen zijn en pas daarna kunstenaars en dat het

alleen maar normaal was om beïnvloed te worden door actuele gebeurtenissen en daar op te

reageren. Haar conclusie was dat een conflict tussen mens en kunstenaar tijdens de oorlog

onvermijdelijk was. Het lage niveau waarmee de oorlogsliteratuur te kampen had, beschouwde ze

als het bewijs van de onmogelijkheid om kunst te creëren vanuit een spontane reactie op de

oorlogsevenementen.

Bijgevolg hekelde ze het orthodoxe patriottisme van Vjačeslav Ivanov, Èrn,

Florenskij, Sergej Bulgakov, Trubeckoj etc.. Ook de oproep van Aleksandr Kuprin, Leonid

Andreev en Kartašev om tegen de Duitsers te gaan vechten, bekritiseerde ze.

Alle symbolisten werden verguisd als zijnde chauvinisten, op Mereţkovskij na. Over de staat van

de Russische literatuur en Blok en Brjusov schreef ze in mei 1915 in haar dagboek:

“Как противна наша […] литература. Завопила, как зарезанная, о войне, с

первого момента. И так бездарно, один стыд сплошной. Об А[ндреевe] я

не говорю. Но Брюсов! Но Блок! и все, по нисходящей линии. Не хватило

их на молчание. И наказаны печатью бездарности.”

Jaren na de Oktoberrevolutie verweet ze Brjusov dat niemand chauvinistischer was tijdens de

oorlog dan hijzelf in haar boek Levende gezichten (Ţivye lica):

Page 65: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

“Никто так упрямо и так “дерзновенно” не прославлял войну, год за

годом, как Брюсов. Никто не писaл таких грубо шовинистических стихов

вo время войны, как Брюсов.”

In december 1914 schreef Gippius dat het een zonde was om nu gedichten te

schrijven (“это грех теперь – писать стихи”). Volgens haar was stilzwijgen immers de enige

juiste attitude tegenover de oorlog. In het begin van de oorlog maande ze in enkele gedichten de

schrijvers aan tot stilte.

In het gedicht Stilte (Tiše!), geschreven in augustus 1914, bekritiseerde ze Sologubs

verheerlijking van de oorlog en stelde in de plaats daarvan voor om de stilte te bewaren en

stilletjes te bidden. Het was immers nog te vroeg om over de oorlog iets te schrijven:

“ТИШЕ!

Громки будут великие дела.

Сологуб, 7.8.14.

Поэты, не пишите слишком рано,

Победа ещѐ в руке Господней.

Сегодня ещѐ дымятся раны,

Никакие слова не нужны сегодня.

В часы неоправданного страданья

И нерешѐнной битвы

Нужно целомудрие молчанья

И, может быть, тихие молитвы.”

In Oorlog, literatuur, theater schreef Gippius dat telkens wanneer een schrijver

over een actueel onderwerp schreef, dat noch in leven, noch in kunst resulteerde, maar slechts

pseudokunst was. Volgens haar was de kunstenaar in dat geval kunst aan het verraden. Ze vond

dat het onmogelijk was voor schrijvers om een waarheidsgetrouw beeld te geven van een oorlog

Page 66: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

die nog bezig was, doordat de persoonlijke betrokkenheid van de schrijver te groot was. Doordat

er steeds een onvermijdelijk conflict tussen mens en kunstenaar plaatsvond, was de schrijver in

haar ogen gedoemd om een buitenstaander te zijn tijdens belangrijke historische gebeurtenissen.

Daarom riep ze in de gedichten Rust (Отдych), Over Polen (О Пол‟še), Toen en opnieuw (Togda

i opjat‟) op om zich te onderwerpen aan de stilte.

“ОТДЫХ

[…]

Я знаю, надо

Сейчас молчанию покориться.

Но в том отрада,

Что дление не вeчно длится.”

“О ПОЛЬШЕ

[…]

О Бельгия, о Польше,

О всех, кто так скорбит -

Не гoворите больше!

Имейте этот стыд!”

“ТОГДА И ОПЯТЬ

Просили мы тогда, чтоб помолчали

Поэты о войне;

Чтоб пережить хоть первые печали

Могли мы в тишине.”

[…]

Gippius‟ kritiek op de “oorlogsschrijvers” was vaak gebaseerd op vooroordelen en

Page 67: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

simplificaties. Alhoewel Gippius fel tekeer ging tegen haar tijdgenoten die de stilte niet

handhaafden en zich overgaven aan de oorlogsliteratuur, was haar persoonlijke bijdrage aan de

oorlogsliteratuur aanzienlijk.

Zo schreef ze in 1916 het antioorlogsgedicht Zonder rechtvaardiging (Bez opravdanija).

Terwijl Pachmuss beweerde dat uit dit gedicht bleek dat Gippius zelfs tegen God zou rebelleren

mocht hij het bevel gegeven hebben tot de oorlog, dacht Hellman dat het gedicht in de eerste

plaats opgedragen was aan Gor‟kij wegens zijn verwerping van de oorlog en moest de rebellie

tegen God gezien worden als het verzet van Gippius tegen schrijvers als Sologub en Ivanov, die

God aan de kant van Rusland wilden betrekken in de oorlog. Volgens Hellman was Gippius‟

boodschap ook dat de oorlog niet gerechtvaardigd mocht worden, maar wel aanvaard moest

worden.

“БЕЗ ОПРАВДАНИЯ

Нет, никогда не примирюсь.

[…]

Нет оправдания войне,

И никогда нe будет.

И если это Божья длань -

Кровавая дорога, -

Мой дух пойдѐт и с ним на брань,

Восстанет и на Бога.”

Gippius maakte dus een evolutie door van een totale afwijzing van de oorlog naar een

aanvaarding van de oorlog, zonder dat de oorlog gerechtvaardigd werd. Die idee werkte ze uit in

haar dagboek. In september 1914 schreef ze dat de oorlog voor haar een “noodzakelijke,

algemene waanzin” (neobchodimoe obščee bezumie) was. Drie maanden later schreef ze het

volgende over de oorlog:

Page 68: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

“Я еѐ отрицаю не только метафизически, но исторически… т.е. моя

метафизика истории еѐ […] отрица[e]т… и лишь практически я еѐ

признаю. Это, впрочем, очень важно. […] нужно еѐ “принять”… но […]

корень еѐ отрицая.”

Vanaf dan beschouwde ze de oorlog als een opoffering die voorbeschikt was door God.

Bovendien beschouwde ze de oorlog niet als een alleenstaande historische

gebeurtenis, maar kaderde ze de oorlog in haar apocalyptische religie. Ze noemde het pad dat de

christenen aflegden en dat naar het einddoel van de geschiedenis zou leiden het “Grote Pad”. Met

het einddoel bedoelde ze almensheid (vsečelovečestvo) of universalisme (vselenskost‟). De

oorlog beschouwde ze als een regressie op het pad naar het einddoel van de geschiedenis van de

mensheid. Maar ze beweerde dat het wel mogelijk was om door de oorlog een nieuwe, spiritueel

harmonieuze menselijke toestand te bereiken mits het doorlopen van drie fases. De eerste fase in

dat proces zou het besef van de mens vormen dat de oorlog zijn eigen schuld is. Eenmaal de mens

zou beseffen dat elke oorlog een regressie was, dan zou hij de tweede fase bereikt hebben. De

derde fase zou inhouden dat de mens de oorlog zou beschouwen als een opoffering en als een

stap “op het pad van een Grote Beweging” die zou leiden naar het Koninkrijk van God op aarde

en naar universele menselijkheid. In die zin was haar concept breder en apocalyptischer getint

dan dat van Dostoevskij ten tijde van zijn Puškinrede. Hij had het namelijk over een

supranationaal bewustzijn. Gippius‟ vsečelovečestvo leunde sterk aan bij Solov‟ëvs concept van

Bogočelovečestvo.Cf. supra, pp. 53-54. Gippius twijfelde niet aan het feit dat de Eerste

Wereldoorlog een wereldvrede zou inluiden, aangezien de oorlog een wereldoorlog betrof. Ze

vond dan ook dat het de taak was van de Russische intelligentsia om het Russische volk bewust te

maken van het resultaat van de oorlog, namelijk de openbaring van een nieuw religieus

bewustzijn.

De idee dat de oorlog een regressie was, werd ook uitgedrukt in het gedicht Adonai,

geschreven in november 1914. Daarin werd God aangespoord om het uitmoorden te stoppen en

medelijden te hebben met alle moeders. Gippius sprak daarbij de God van het Oude Testament

aan, namelijk Adonai, wat Hebreeuws is voor “Mijn Heer”, omdat de mensheid niet van het

Nieuwe Testament naar het Derde Testament geëvolueerd was, maar teruggekeerd was naar het

Oude Testament. De God van de Oorlog was immers de God van het Oude Testament en dit

Page 69: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Testament verwees ook naar een christendom zonder Christus en liefde.

“АДОНАЙ

Твои народы вопиют: доколь?

Твои народы с севера и юга.

Или ты ещѐ не утолен? Позволь

Сынам любви не убивать друг друга.

[…]

Кровавый Бог отмщения и гнева!

[…] Но, Боже, матерям -

Твоѐ оружие проходит душу!

[…]

Железо вынь из материнской раны!”

[…]

In het gedicht Aan de jonge eeuw (Моlodomu veku) kwam eveneens de idee naar voren dat de

oorlog een regressie betekende:

“МОЛОДОМУ ВЕКУ

Тринадцать лет! Мы так недавно

Его приветили, любя.

В тринадцать лет он своенравно

И дерзко показал себя.

Вновь наступает день рождеия…

[…] На этот раз

Ни празднества ни поздравления

Page 70: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Не требуй и не жди oт нас.”

[…]

Het motief van het leed van de moeder kwam niet enkel in “Adonai” voor, maar ook

in haar dagboek. Zo schreef ze in september 1914:

“Я подло боюсь матерей, тех, что ждут всѐ время вести о “павшем”.

Кажется они чувствуют каждый проходящий миг: цепь мгновенный

сквозь душу продѐргивается, […], цепляясь, медленно и заметно.”

Twee jaar later schreef ze in haar dagboek:

“Вот мать, у которой убили сына. Глаз на неѐ поднять нельзя. Все

рассуждения, всe мысли перед ней замолкают. Только бы ей утешение.”

Nog in datzelfde jaar schreef ze het gedicht Vandaag op de aarde (Segodnja na zemle) over het

leed van de moeders. Op het einde van het gedicht besloot ze dat stilzwijgen de beste houding

tegenover dat leed was.

“СЕГОДНЯ НА ЗЕМЛЕ

Есть такое трудное,

Такое стыдное.

Почти невозможное -

Такое трудное:

Это поднять ресницы

И взглянуть в лицо матери,

У которой убили сына.

Не надо говорить об этом.”

Gippius schreef naast gebeden die opriepen tot stilte en gedichten over lijdende

Page 71: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

moeders ook gebeden in dichtvorm. Daarin drukte ze uit dat de mens enkel kon bidden dat de

oorlog snel gedaan zou eindigen. In Wit (Beloe) en Tweede Kerstmis (Vtoroe Roţdestvo) drukte

ze haar wens uit dat het woord van God ingang zou vinden in het hart van de mensen.

“БЕЛОЕ

[…]

Мир на земле, в человеках благоволение…

Боже, прими нашу мольбу несмелую:

дай земле Твоей умирение,

дай побеждающей одежду белую…”

“ВТОРОЕ РОЖДЕСТВО

[…]

Но вихрeм, огню и мечу

Покориться навсегда не могу

я храню восковую свeчу,

я снова еѐ зажгу

и буду молиться снова:

родись, прeдвeчное Слово!

затепли тишину земную,

обними землю родную…”

In de gedichten De wereld! (Svet!, 1915) en In de Sergievski (Na Sergievskoj, 1916) stond haar

pessimistische visie op de wereld centraal. In De Wereld drukte ze haar oorlogsmoeheid uit. In

het tweede gedicht drukte ze uit dat er geen verschil meer was tussen de doden en de levenden en

vergeleek ze de wereld met de hel.

“СВЕТ!

Page 72: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Стоны,

Стоны,

Истомные, бездонные,

Долгие, долгие звоны

Похоронные,

Стоны,

Стоны…

Жалобы,

Жалобы на Отца…

Жалость язвящая, жаркая,

Жажда конца,

Жалобы,

Жалобы…”

“НА СЕРГИЕВСКОЙ

[…]

Эти годы, эти годы длится,

Что живые и мѐртвые – вместе!

[…]

Я сам, - живой или мѐртвый?

[…]

Всѐ равно… живой или мѐртвый.

[…]

Мы думали, что живѐм на свете…

Но мы […] в преисподней.”

Behalve dagboeken, artikels en gedichten schreef Zinaida ook een toneelstuk, De

groene ring (Zelënoe Kol‟co, 1914). De centrale idee van het toneelstuk is “het genot van het

gemeenschapsgevoel (radost‟ sovmestnosti) in overeenstemming met haar religieuze filosofie. De

Page 73: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

jongere generatie speelt de hoofdrol en wil breken met het verleden en streeft naar de opbouw

van nieuwe menselijke relaties op basis van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. De

ongevoeligheid, inertie en mentale wreedheid van de oudere generatie worden veroordeeld,

terwijl de hoop en het gemeenschapsgevoel van de jongere generatie geprezen worden. Op de

titelpagina van de epiloog staan de laatste twee verzen van Gippius‟ gedicht De jonge vlag

(Molodoe znamja, 1915):

“Да здравствуютъ Молодость, Правда и Воля,

Вперѐд! Нас зовëт небывалое.”

Gippius geloofde immers niet meer dat de intellectuelen haar religieuze ideaal konden helpen

verwezenlijken, maar wel de jeugd.

Naast haar oeuvre probeerde ze ook via de Religieus-Filosofische Ontmoetingen, De

Nieuwe Weg (Novyj Put‟) en later na de Oktoberrevolutie in Parijs via het door de Mereţkovskijs

opgerichte literaire genootschap De groene lantaarn (Zelënaja lampa) de mensen voor te breiden

op de Tweede Komst van Christus en het Koninkrijk van God op aarde.

4. Revolutie

Verloop van de Februarirevolutie

In de winter van 1916-1917 was de druk op de Russische economie onder invloed van de oorlog

zodanig groot, dat de voedselvoorziening in de grote steden in het gedrang kwam. Daarop brak er

in februari 1917 een volksoproer uit, waarbij er geplunderd en gestaakt werd en er rellen

uitbraken. Dit oproer ontaardde ten slotte in een revolutie, die het gevolg was van de

vertrouwenscrisis die in de loop van de oorlog gegroeid was. De revolutie wa geslaagd,

aangezien de abdicatie van tsaar Nikolaj II succesvol afgedwongen werd door de legerleiding.

Men hoopte dat een regering van doemapolitici op die manier in staat zou zijn de oorlog op een

efficiëntere wijze dan voorheen te voeren.

Kort na de Februarirevolutie was er sprake van een dyarchie. Zowel de Voorlopige

Regering, bestaande uit Doemapolitici, als de Sovjet of de Raad van Arbeiders –en

soldatenafgevaardigden van Petrograd regeerden. Terwijl de Voorlopige Regering op de socialist

Page 74: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Aleksandr Kerenskij na uit liberale en conservatieve politici bestond, was de Sovjet socialistisch

en genoot de steun van de fabrieksarbeiders en de garnizoenssoldaten. De Rijksdoema was na de

oprichting van de Voorlopige Regering verleden tijd.

De Voorlopige Regering en de Sovjet waren het op veel punten oneens. Zo beschouwden

de Doemapolitici de revolutie als een patriottische daad van het Russische volk met als doel een

krachtigere vorm van oorlogvoering te bereiken. Ook wensten ze de voortzetting van de oorlog

“tot een zegevierend eind”. De socialisten beschouwden de oorlog evenwel als een protest tegen

de onmenselijkheid van de oorlog en pleitten voor een vrede zonder annexaties en contributies.

In april 1917 kwam het conflict tussen beide partijen tot een uitbarsting. Grote betogingen

werden georganiseerd in Petrograd tegen de oorlogsgezinde Voorlopige Regering en men kwam

tot het besef dat een dyarchie, waarbij de Voorlopige Regering het land moest leiden, maar daar

te zwak voor was, geen goed systeem was. In feite behoorde de werkelijke macht toe aan de

Sovjet. Daarna werd er besloten een coalitieregering in het leven te roepen. De twee belangrijkste

voorstanders van de oorlog werden uit de Voorlopige Regering gezet en de socialisten werden

overtuigd in de coalitie te stappen. Zo ontstond op 6 mei een coalitieregering, bestaande uit negen

liberalen en zes socialisten. De invloedrijkste ministers waren de socialisten Kerenskij en

Cereteli. De coalitie had gehoopt op een afzonderlijke vrede met Duitsland en hun bondgenoten

aan de onderhandelingstafel te krijgen. Maar zowel Duitsland als de Westelijke bondgenoten

waren daartoe niet bereid. De bolsjeviek Vladimir Lenin ging echter niet akkoord met hun

strategie van overleg en pleitte in de plaats daarvan voor revolutie en burgeroorlog. In zijn

“Aprilthesen” ijverde hij voor een zuiver socialistische regering en pakte uit met de slogans: alle

macht aan de sovjets, vrede voor allen, land voor de boeren, macht over de bedrijven voor de

fabrieksarbeiders en zelfbeschikkingsrecht voor de minderheden.

Intussen was het wachten geblazen op de verkiezingen voor de constituerende vergadering

die steeds maar uitgesteld werden. Ook was er een machtsvacuüm ontstaan door het besluiteloze

optreden van Kerenskij. Zo gingen de boeren bijvoorbeeld steeds massaler landgoederen in bezit

nemen.

Verloop van de Oktoberrevolutie

In het midden van september besloot Lenin dat de tijd rijp was voor een revolutie. Lenins plan

stootte echter op veel verzet bij de bolsjevieken. Zij waren er namelijk van overtuigd dat de

Page 75: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

bolsjevieken veel stemmen zouden halen tijdens de verkiezingen voor de constituerende

vergadering en in de regering zouden kunnen zetelen. Ook vreesden ze dat als er een

bolsjevistische opstand zou uitbreken, de kans reëel was dat de opstand hetzelfde korte leven zou

beschoren zijn als de Parijse Commune van destijds. Maar Lenin gaf niet toe en schreef zelfs het

volgende naar het centrale comité van zijn partij: “De geschiedenis zal het ons niet vergeven

indien wij nu niet de macht in handen nemen.” Uiteindelijk kreeg Lenin zijn gelijk. Leon Trockij

was toen de trouwe medestander van de bolsjevistische leider.

In oktober kwam er geen massa burgers en garnizoenssoldaten op straat. Al snel hadden

de bolsjevieken Moskou en Sint-Petersburg in handen met achter hen de matrozen van Kronstadt.

De regering was kansloos.

Eind oktober werd de Voorlopige Regering afgezet en werd er een nieuwe, bolsjevistische

regering gevormd. Lenins decreet over de vrede zonder annexaties en contributies stootte op

onbegrip bij de Russische bondgenoten, maar werd wel met beide handen aangegrepen door

Duitsland. Uiteindelijk werd de vrede van Brest-Litovsk tussen Rusland en Duitsland in maart

1918 ondertekend.

In november 1917 werden er verkiezingen gehouden. De socialisten-revolutionairen

verwierven daarbij de meerderheid van de stemmen, terwijl de bolsjevieken slechts een kwart van

de zetels hadden veroverd. De constituerende vergadering werd toch bijeengeroepen, maar al na

een dag ontbonden. Op die manier spatte de lang verwachte droom van de Russen van een

parlementaire democratie uit elkaar. In de plaats daarvan werd er een Russische sovjetrepubliek

opgericht. In juli 1918 verkreeg ze een grondwet en de nieuwe benaming Russische

Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR). De Sovjetdemocratie werd verondersteld

democratischer te zijn dan een parlemenaire democratie, maar dit bleek in de praktijk allerminst

het geval te zijn. Zo werd de stedelijke bevolking op het vlak van het kiesrecht sterk bevoordeeld

ten opzichte van de plattelandsbevolking. Ook hadden de bolsjevieken nagenoeg alle

concurrerende politieke partijen monddood gemaakt hadden.

Verloop van de burgeroorlog

De drang naar macht van de bolsjevieken zorgde bij een groot deel van de bevolking voor protest.

Uiteindelijk brak er in 1918 een burgeroorlog uit tussen de Witten en de Roden. In juli 1918 werd

de keizerlijke familie, die al een hele tijd in gevangenschap verbleef in Jekaterinburg, vermoord.

Page 76: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

De geallieerden stonden aan de kant van de Witten. Maar doordat de staatshoofden geen

consensus konden bereiken en de publieke opinie gekant was tegen de deelname van de

geallieerden, konden ze de Witte beweging nauwelijks troepen leveren. Mede daardoor en door

het feit dat de Witten niet goed georganiseerd waren, behaalden de Roden in 1920 de

overwinning.

Reacties van de Russische symbolisten

De Oktoberrevolutie verdeelde de symbolisten in twee kampen. Enerzijds stonden de

Mereţkovskijs, Sologub, Bal‟mont en Ivanov eerder negatief tegenover de revolutie, anderzijds

zagen Blok, Belyj en Brjusov er niet veel graten in.

Sologub vond dat de Oktoberrevolutie een schande was, omdat men aan de hand van de

revolutie een einde wou maken aan Ruslands deelname aan de Wereldoorlog. Bal‟mont was het

met Sologub eens en voegde daaraan toe dat Rusland door zijn verraad nog zou boeten in de

toekomst. Bal‟mont beschouwde zichzelf als een revolutionair. In zijn boekje Ben ik een

revolutionair of niet (“Revoljucioner ja ili net”) gepubliceerd in het begin van 1918 poneerde hij

dat het mogelijk was om een revolutionair te zijn, zelfs als je niet achter het socialisme en het

bolsjevisme stond. Voor hem bedreigden zowel de oorlog als de revolutie vrijheid, individualiteit

en Schoonheid.

Ivanov liet dan weer zijn theorie van het “Gele gevaar” vallen en claimde in de plaats

daarvan dat Duitsland banden had met de bolsjevieken. Zo veronderstelde hij dat de

revolutionaire dynamiek van Rusland door de Duits-bolsjevistische connecties geïmplementeerd

zou worden in Duitsland en zich zo over de hele wereld zou verspreiden. Verder dacht Ivanov dat

er een demonische kracht achter de Oktoberrevolutie zat en beweerde hij dat de spirituele

grootsheid van Rusland kon hersteld worden op voorwaarde dat een goddelijke interventie de

bolsjevieken zou omverwerpen.

De overige symbolisten interpreteerden de revolutie op een totaal andere manier. Zo stond Blok

achter de Oktoberrevolutie om twee redenen. Ten eerste stimuleerde hij de revolutionaire

tendensen in 1917 ten volle, omdat hij fel gekant was tegen de mentaliteit van de bourgeois die

overal de kop opstak in zijn ogen. Ten tweede wilde hij net zoals de bolsjevieken een snelle

Page 77: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

beëindiging van de oorlog. Blok beschouwde de Oktoberrevolutie als het beginpunt van de

apocalyptische fase in de geschiedenis van de mensheid. De oude wereld zou vernietigd worden

en plaatsmaken voor iets nieuws. Blok veroordeelde de antibolsjevistische houding van de

Russische intelligentsia. Ze hadden namelijk zo lang de revolutie aangekondigd en nu ze

eindelijk uitgebroken was, verwierpen ze haar.

Ook Belyj had commentaar op de Russische intelligentsia. Zo veroordeelde hij het

feit dat Ivanov de “slachting” van de oorlog een “universele zaak” noemde, terwijl hij de

Oktoberrevolutie als een catastrofe beschouwde. Belyj beweerde dat niet de Wereldoorlog, maar

de Oktoberrevolutie de apocalyptische verwachtingen van Ivanov in vervulling zouden brengen.

De derde symbolist die zijn steun aan de bolsjevieken betuigde was Brjusov. Terwijl

hij tijdens de Eerste Wereldoorlog als oorlogscorrespondent de Russische overwinningen

ophemelde, schaarde hij zich kort na de vrede van Brest-Litovsk achter de communisten. Brjusov

vond dat noch de Voorlopige Regering, noch het tsaristische regime Rusland konden verdedigen

en geloofde dat de bolsjevieken daartoe wel in staat waren.

Reacties van andere Russische schrijvers

Naast de reacties van de symbolisten zijn reacties van diverse schrijvers en het ontstaan van

groeperingen ook de moeite waard om te vermelden.

Naar aanleiding van de revolutie schreef Rozanov in zijn Apocalyps van onze tijd

(Apokalipsis našego vremeni) dat er een “ijzeren gordijn” neergelaten was over de Russische

geschiedenis en dat het “Russische licht” misschien wel voor altijd zal uitdoven. Veel schrijvers

deelden zijn pessimistische ideeën. Zo was ook Gor‟kij in het begin van de revolutie fel gekant

tegen de bolsjevieken. Zo schreef hij op zeven november 1917 in een essay in de krant Nieuw

Leven (Novaja Ţizn‟) het volgende: “Blind fanatics and dishonest adventurers are rushing madly,

supposedly along the road to the “social revolution”; in reality this is the road to anarchy, to the

destruction of the proletariat and of the revolution.” Naar aanleiding van de invallen van de

communisten in de drukkerijen in Petrograd die uiteindelijk tot de sluiting van de redacties

leidde, schreef Gor‟kij:

“Lenin, Trotsky, and their companions have already become poisoned with the

filthy venom of power, and this is evidenced by their shameful attitude toward

Page 78: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

freedom of speech, the individual, and the sum total of those rights for the

thriumph of which democracy struggled.”

Mandel‟stam drukte zijn ongenoegen uit in onder andere een gedicht gepubliceerd op vijftien

maart 1917 in de Socialistisch-Revolutionaire krant De Wil van het volk (Volja naroda). Daarin

associeerde hij vrijheid met Kerenskij (“svobodnyj graždanin”: vrije burger), terwijl Lenins

respressieve beleid gelijkgesteld werd aan “het juk van geweld” (jarmo nasilija). De verbitterde

conclusie van het gedicht luidde dat eenmaal het volk zou treuren om de keuze van Lenin, de

situatie al onomkeerbaar zou zijn. In zijn Begin van een onbekend tijdperk schreef Paustovskij

zijn ervaring van de woelige tijden neer:

“De middeleeuwen verbleekten bij de wreedheid, de teugelloosheid en de

plotseling uitbrekende barbaarsheid van de twintigste eeuw. […] Het leek wel

of het rad van de geschiedenis terugdraaide.”

Verder verdient ook de futuristische dichter Vladimir Majakovskij aandacht. Het

postrevolutionaire futurisme wordt in twee periodes onderverdeeld. De eerste periode liep van

oktober 1917 tot april 1918 en werd aangeduid met de benaming Café van de dichters (Kafe

poetov). De tweede periode, vanaf het einde van 1918 tot april 1919, is de periode van de IZO

(Otdel Izobrazitel’nych iskusstv).

Gedurende de eerste periode heerste er pluralisme in de Russische maatschappij, met

andere woorden, met kon zich nog profileren als antibolsjeviek. Net na de Oktoberrevolutie sloot

Majakovskij zich aan bij het Café van de dichters, omdat hij niet akkoord ging met de culturele

richtlijnen van de bolsjevieken. Het Café van de dichters was de inmenging van de staat in

culturele aangelegenheden beu en stond een antiautoritair en anarchistisch socialisme voor. De

dichters streefden ook naar een derde revolutie, de “Revolutie van de Geest”. Volgens hen waren

de twee voorgaande revoluties, de politieke en de economische, succesvol geweest, maar zou de

revolutie pas compleet zijn na een spirituele transformatie. Na de ontbinding van het Café van de

dichters volgde een periode van ingrijpende veranderingen. Zo bracht de burgeroorlog een

polarisering van het politieke leven met zich mee: ofwel was men voor de Roden, ofwel voor de

Witten. Op het einde van 1918 stelde Majakovskij zich ten dienste van de bolsjevieken door zich

Page 79: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

aan te sluiten bij de IZO, de afdeling die in het kader van het Commissariaat voor de Opvoeding

en de Cultuur opgericht was door de commissaris Anatolij Lunačarskij. Vanaf dan maakte

Majakovskij sociale en utilitaire kunst. De voornaamste doelstelling van de IZO was de strijd

tegen de invloed van de vroegere kunst op de nieuwe samenleving.

Ten slotte was er de Proletku‟lt (Proletarskaja kul‟tura). De Proletku‟lt was een

cultureel-educatieve organisatie, die enkele dagen voor het uitbreken van de Oktoberrevolutie

opgericht werd. In het begin was er sprake van een verbond van fabrieksarbeiders, clubs,

educatieve genootschappen etc., maar al snel groeide de organisatie uit tot een nationale

beweging met als doelstelling om een unieke proletarische cultuur tot stand te brengen die de

revolutionaire Russische maatschappij zou informeren en inspireren. De voornaamste theoreticus

was Aleksandr Bogdanov. Hij was van mening dat een proletarische revolutie slechts kon slagen

indien de arbeidersklasse haar eigen ideologie en proletarische intelligentsia ontwikkelde om de

macht te grijpen.Verder streefde hij naar een volledige onafhankelijkheid van de communistische

partij. Hoewel de voornaamste activiteiten van de Proletku‟lt beperkt bleven tot elementaire

alfabetisering, stuitte de beweging op heel wat kritiek vanwege de communistische partij. Nadat

de Nieuwe Economische Politiek (NEP) in 1921 ingevoerd werd door Lenin en zo een

kapitalistische economie tot stand kwam, stierf de Proletku‟lt een stille dood.

Gippius en de revoluties

Tegen eind 1916, begin 1917 had de oorlog zijn populariteit verloren. In haar dagboek schreef

Gippius dat er ofwel een revolutie op til was, ofwel anarchie zou ontstaan. Ze vreesde voor een

revolutie “van beneden”:

“Я боюсь, ибо во время войны революция только снизу -особенно

страшна. Кто ей поставит пределы? Кто будет кончать ненавистную

войну?”

Gippius verlangde toen naar een echte revolutie die de oorlog zou beëindigen: “Хочу, чтобы это

была именно Революция, чтобы она взяла, честная, войну в свои руки и докончила еѐ”.

Toen de Februarirevolutie uitbrak, waren de Mereţkovskijs in Sint-Petersburg.

Gippius verwelkomde de omwenteling. Net als Blok, Brjusov en Belyj beschouwde ze de

Page 80: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

revolutie als “een hoogtepunt die een uitlaatklep zou vormen voor revolutionair destructieve en

revolutionair creatieve krachten die latent aanwezig waren in Rusland”. Ze geloofde dat

Aleksandr Kerenskij, die zowel in de sovjet als in de Voorlopige Regering zetelde, de geknipte

persoon was om beide krachten te bundelen tot een entiteit, namelijk een revolutionair creatief

Rusland. Ze hoopte ook dat er voor het eerst een Vrij Rusland zou ontstaan en er vrijheid,

gelijkheid en broederlijkheid zou heersen in Rusland. Verder hoopte ze dat de Februarirevolutie

de mensen zou emanciperen en hun religieuze bewustzijn, dat onderdrukt was geweest door de

autocratie, zou stimuleren. In haar dagboek schreef ze op 9 maart 1917:

“Россия освобождeна - но не очищена. Она уже не в муках родов, - но она

ещѐ очень, очень больна. Опасно больна […] Но первый крик младенца

всегда радость, хотя бы и знали, что ещѐ могут погибнуть и мать и дитя.”

Een dag daarvoor schreef ze het gedicht Jeugdige Maart (Junyj Mart). Daarin drukte

ze haar verrukking uit over de revolutie. Ze dacht immers dat de vrijheid die toen heerste in een

religieuze revolutie zou resulteren. Ze geloofde ook dat de oorlog snel beëindigd zou worden.

“ЮНЫЙ МАРТ

Allons, enfants de la patrie…

Пойдѐм на весенние улицы,

Пойдѐм в золотую метель.

Там солнце со снегом целуется

И льет огнерадостный хмель.

[…]

Ещѐ не изжито проклятие,

Позор небывалой войны.

Дерзайте! поможет нам снять его

Свобода великой страны.»

[…]

Page 81: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Ook in het volgende gedicht, Allen (Vsja), drukte ze haar enthousiasme uit over de

gebeurtenissen. Ze dacht immers dat haar religieuze ideaal nabij was.

“ВСЯ

[…]

Всю я тебя люблю, Единственная,

Вся ты моя, моя!

Вместе воскреснем, за гранью таинственною,

Вместе - и ты, и я!”

In het begin van maart schreef ze in haar dagboek dat ze voor de oorlog was, waarmee

ze bedoelde dat ze wilde dat de oorlog zo snel mogelijk en op een waardige manier beëindigd zou

worden: “Вот: я ЗА войну. То есть: за еѐ наискорейший и достойный КОНЕЦ.” Ze vond dat

men in naam van echte vrijheid moest vechten. Daarmee bedoelde ze dat de Russen hun

vaderland moesten beschermen tegen het Duitse leger, maar ook tegen de Russische tsaar en zijn

entourage. Ze omschreef de oorlog als een “bittere erfenis” en zei dat iedereen er schuldig aan

was, aangezien men de oorlog had aanvaard en zich slaafs had laten behandelen. Er zat voor haar

niks anders op dan de oorlog als de zonde van iedereen te beschouwen en “hem te verheffen tot

een verlossende daad en met een tot nu toe ongekende kracht tot een definitief einde te brengen”.

Mochten ze de oorlog nu stoppen, dan zou de oorlog hen “te pakken krijgen en wurgen”.

Gippius werd in die periode politiek heel actief. Ze schreef namelijk manifesten voor

de Socialistisch-Revolutionaire partij en voerde regelmatig discussies met Kerenskij,

Bunakov-Fondaminskij en Savinkov in haar appartement in Sint-Petersburg. Ze was vooral

geïnteresseerd in onderwerpen in verband met de oorlog, religie, vrijheid en de relatie tussen de

Russische kerk en de staat. Tijdens een bijeenkomst van de Religieus-Filosofische Gemeenschap

schreef ze een verklaring waarin ze de scheiding van kerk en staat voorstelde. Ze wilde dat die

verklaring doorgegeven zou worden aan de Voorlopige Regering, maar tot haar grote

teleurstelling ging Kartašev daar niet mee akkoord.

Terwijl Gippius tot dan toe een voorstander van een religieuze anarchie was geweest,

Page 82: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

zag ze nu in dat enkel een democratie geschikt was om vrijheid, gelijkheid en het religieuze

gemeenschapsgevoel te garanderen. Vanaf dan was haar ideaal een theocratische democratie.

Haar enthousiasme over de huidige toestand begon al snel te tanen. Op twee mei 1917

schreef ze over de chaos en de precaire toestand van het leger:

“Мы знаем здесь… почти ничего нe знаем. Железнодорожный мост не

исправлен. Газеты беспорядочны. Письма запаздывают. Из этого хаоса

сведений можно, однако, вывести, что дела ухудшаются: […] в армии

плохо, развал самый беспардонный везде.”

Toch had ze nog steeds vertrouwen in Kerenskij, de minister van oorlog. Gippius en Kerenskij

stonden op dezelfde lijn op het vlak van de oorlog. Maar geleidelijk aan nam de chaos op

economisch en politiek vlak toe. Op acht augustus schreef ze:

“Внутренний развал экономический и политический – полный. Дорога

каждая минута, ибо это минуты - предпоследние.”

Eind augustus, begin september liep de politieke situatie volledig uit de hand. Nadat de

losgeslagen Kerenskij generaal Kornilov had beschuldigd van muiterij en hem als een verrader

had bestempeld, dienden de ministers een voor een hun ontslag in. Kerenskij probeerde daarop

wanhopig een nieuwe coalitie samen te stellen. Naar aanleiding daarvan schreef Gippius op een

september:

“Керенский – самодержец-безумец и теперь раб большевиков. […]

Николай II самодержец-упрямец… Оба положения имеют один конец -

крах.”

Eind september schreef ze in haar dagboek dat iedereen zijn buik vol had van de

regeringscoalitie en voorspelde dat er weldra verschrikkelijke dingen zouden gebeuren in

Sint-Petersburg:

Page 83: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

“Когда именно будет резня, пальба, восстание, погром в Петербуре - ещѐ

не определeно. Будет.”

Op 24 oktober beschreef ze uitgebreid de gebeurtenissen in Sint-Petersburg. De

bolsjevieken begonnen zich stilaan meester te maken van de regeringsinstellingen en er werd

massaal overgelopen naar de bolsjevieken. Gippius was heel negatief over deze ontwikkelingen:

“Словом, готовится “социальный переворот”, самый тѐмный, идиотический и грязный,

какой только будет в истории. Gippius was in staat om sommige evenementen, zoals de

bestorming van het Winterpaleis in de nacht van 25 oktober te horen, aangezien de

Mereţkovskijs vlakbij het Taurische paleis woonden. Enkele dagen later schreef ze over de sfeer

in Sint-Petersburg het volgende:

“Петербург […] угрюмо и озлобленно молчит, нахмуренный, как

октябрь. О, какие противные, чѐрные, страшные и стыдные дни!”

Eind oktober schreef ze het gedicht Luizen (Tli) toen de naweeën van de Oktoberrevolutie

nog weerklonken:

“ТЛИ

Припав к моему изголовью,

ворчит, будто выстрелы, тишина,

запекшейся чѐрной кровью

ночная дыра полна.

[…]

Душа на ключе, на тяжком запоре.

Отврат… тошнота… но не страх.”

Een dag later schreef Gippius het gedicht Jolijt (Vesel‟e), waarin ze het feit dat Rusland

voor de bolsjevieken gekozen had, zodat er een einde aan de oorlog zou komen, betreurde.

Page 84: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Rusland had er namelijk een kater aan overgehouden en het volk was haar vrijheid kwijt.

“ВЕСЕЛЬЕ

Блевотина войны - октябрьское веселье!

От этого зловонного вина

Как было омерзительно твоѐ похмелье,

О бедная, о грешная страна!

Какому дьяволу, какому псу в угоду,

[…]

Народ, безумствуя, убил свою свободу,”

[…]

In het begin van november 1917 drukte Gippius in het gedicht Tegenwoordig (Sejčas) uit

dat ze de toenmalige gang van zaken in Rusland schandalig vond:

“СЕЙЧАС

Как скользки улицы отвратные,

Какая стыд!

Как в эти дни невероятные

Позорно жить!”

[…]

Nog in november 1917 schreef Gippius over de tevergeefs gekoesterde dromen en hoop

en de tevergeefse opofferingen die gemaakt werden voor de revolutie uitbrak. Zelfs de

wetgevende vergadering had gefaald.

“У.С.

Page 85: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Наших дедов мечта невозможная,

Наших героев жертва острожная,

Наша молитва устами несмелыми,

Наша надежда и воздыхание, -

Учредительное Собрание, -

Что мы с ним сделали?”

Het nieuwe regime ging heftig tekeer tegen de Kerk. Ook vond ze dat het nieuwe

religieuze orgaan dat toegelaten was door de bolsjevieken, de “Levende Kerk”, ontoereikend was.

Gippius beschouwde de heerschappij van de communisten als des duivels en als veel erger dan

het tsarendom. Voor haar stond het bolsjevisme gelijk aan slavernij, aangezien ieders

persoonlijkheid de kop ingedrukt werd en alles wat een mens onderscheidde van een dier. Ze

vernietigden in haar ogen de hele Russische cultuur. Bovendien beweerde ze dat geen van alle

dingen die volgens de bolsjevieken gerealiseerd waren in werkelijkheid bestonden. Volgens haar

was er geen revolutie, geen dictatuur van het proletariaat, geen socialisme en geen sovjets. Verder

beweerde ze dat het einde van de oorlog nog niet nabij was en dat het bolsjevisme “een natuurlijk

resultaat was van de oorlog en gelijk was aan een permanente staat van oorlog”.

Haar goeie vrienden Blok en Belyj hadden zich tot haar grote teleurstelling bij de

bolsjevieken aangesloten. Ze had dan ook onverbiddelijk alle contact met hen verbroken. Het feit

dat Brjusov ook een communist was geworden, deed haar minder hartzeer. Ze vond het in de

eerste plaats jammer voor hemzelf. Sologub was volgens haar wel “mens” gebleven, doordat hij

zich niet in het bolsjevistische kamp bevond.

In april 1918 schreef ze een gedicht aan Blok gericht, Aan A. Blok (A. Bloku), waarin ze

uitdrukte dat ze hem nooit zou vergeven. De laatste vier verzen luidden als volgt:

“Прямая улица была пустынна,

И ты ушѐл - в неѐ, туда…

Я не прощу. Душа твоя невинна.

Я не прощу ей - никогда.”

In Levende gezichten schreef ze over Brjusov dat hij door zijn aansluiting bij de bolsjevieken

Page 86: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

“dood” was voor haar:

“Брюсов не умер физически. Но […] он умер для меня”

Zinaida was er het hart van in dat het de slechte kant opging met haar land. In

februari 1918 drukte ze haar gevoelens uit in het gedicht Als (Esli), waarin ze zich identificeerde

met Rusland. Gippius schreef namelijk dat als “haar” Rusland ten onder zou gaan, zij ook zou

sterven. Volgens Gippius had Rusland namelijk een messianistische rol te vervullen. Aangezien

haar leven in het teken stond van het creëren van een “nieuw religieus bewustzijn”, zou ze geen

doel meer hebben om te leven indien Rusland het niet zou halen.

“Если гаснет свет – я ничего не вижу.

Если человек зверь – я его ненавижу.

Если человек хуже зверя – я его убиваю.

Если кончена моя Россия – я умираю.”

Maar toch geloofde ze dat Rusland er weer bovenop zou komen. Zo bleek uit haar strijdlustige

gedicht Nee (Net) geschreven in februari 1918. Daarin stelde ze dat de redding van Rusland de

redding van het volk impliceerde.

“НЕТ

Она не погибнет, - знайте!

Она не погибнет, Россия.

Они всколосятся, - верьте!

Поля еѐ золотыe.

И мы не погибнем, - вeрьте!

Но что нам наше спасение:

Россия спасѐтся, - знайте!

И близко еѐ воскресенье.”

Page 87: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Na de Oktoberrevolutie stelden de Mereţkovskijs hun hoop in de Witten. Toen in

de zomer van 1919 bleek dat het Rode Leger de overwinning had behaald, besloten ze samen met

Zlobin en Filosofov te emigreren. De levensomstandigheden waren ondertussen bijna onhoudbaar

geworden. Zo was er hongersnood, tierden allerlei ziektes welig, viel de electriciteit constant uit,

waren er voortdurend huiszoekingen en kregen ze af te rekenen met een gevoel van onmacht over

de hele situatie. Aangezien ze normaal gezien de kost verdienden door te schrijven, zaten ze nu

zonder inkomen. Ze weigerden immers bolsjevistische publicaties af te leveren. Volgens Zinaida

was het geen optie om aan de situatie gewend te raken, aangezien men dan maar half mens zou

zijn en in apathie zou verzinken. Filosofov, die toen nog steeds diep onder de indruk was van de

dood van de drie zonen van zijn zus, was tot haar grote verdriet langzaamaan aan het afglijden in

zo‟n toestand.

Het viertal verliet Sint-Petersburg uiteindelijk in de nacht van 24 op 25 december

1919. In het gedicht Vertrek (Ot”ezd) beschreef ze haar gevoelens bij haar misschien wel

definitieve vertrek uit Rusland:

“ОТЪЕЗД

До самой смерти… Кто бы мог думать?

(Санки у подъезда. Вечер. Снег.)

Никто не знал. Но как было думать,

Что это – совсем? Навсегда? Навек?

Молчи! Не надо твоей надежды!

(Улица. Вечер. Ветер. Дома.)

Но как было знать, что нет надежды?

Вечер. Метелица. Ветер. Тьма.)”

In een brief aan haar goeie vriendin Greta Gerell schreef ze enkele jaren voor haar

dood, op 26 oktober 1938, dat ze nooit “ja” zou zeggen tegen een oorlog, noch tegen de

bolsjevieken: “Jamais, dans aucune circonstance, je ne dirais “oui” à la guerre tout comme je ne

Page 88: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

le dirais jamais aux bolchevistes.”

Page 89: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

BESLUIT

In deze thesis heb ik Gippius‟ visie op de Eerste Wereldoorlog en de Oktoberrevolutie uitgebreid

proberen te illustreren aan de hand van haar oeuvre. Ik heb daarbij proberen aan te tonen dat haar

visie op deze gebeurtenissen moet gezien worden tegen de achtergrond van haar verlangen om

een “nieuw religieus bewustzijn” te realiseren.

Gippius was namelijk ontevreden met de officiële orthodoxie en voelde zich

verantwoordelijk om een religieuze revolutie te stimuleren die uiteindelijk zou culmineren in het

Koninkrijk van het Derde Testament. In die fase, die volgens haar de laatste fase van de

mensheid was, zou het historisch christendom opgaan in de apocalyptische kerk en zo

vervolledigd worden. Naar analogie met Vladimir Solov‟ëv geloofde ze in een religie van de

Drie-eenheid. Ze dacht namelijk dat de heiligheid van het vlees en de heiligheid van de geest met

mekaar zouden versmelten in een religie van de Drie-eenheid. Ook was ze ervan overtuigd dat er

een messianistische rol voor Rusland was weggelegd in heel dit proces

In het begin van de 20e eeuw voelde men dat er grote veranderingen op til waren. Bij een

deel van de Russische intelligentsia was er plots een grote interesse in religieus-filosofische

aangelegenheden merkbaar. Ook Gippius‟ interesse in religie kwam tot volle bloei. Nadat haar

echtgenoot, Mereţkovskijs, tot het inzicht gekomen was dat er een nieuwe Russische kerk nodig

was, omdat de bestaande kerk enkel gefocust was op de Geest en het Vlees verloochende, begon

de belangrijkste periode op het vlak van Gippius‟ religieuze activiteiten. Gippius had het gevoel

dat ze de roeping had om een “nieuw religieus bewustzijn” tot stand te brengen. Zo werden vanaf

1901 op haar initiatief de Filosofisch-Religieuze Ontmoetingen georganiseerd in Sint-Petersburg.

Ook richtte ze kort daarna het tijdschrift De Nieuwe Weg (Novyj Put‟) op.

Net voor het uitbreken van de revolutie van 1905 hoopte Gippius dat haar ideaal van een

anarchistisch getinte theocratie ideaal zou verwezenlijkt worden. Toen dat echter niet het geval

was, gaf ze haar ideaal niet op en trok samen met haar echtgenoot en Filosofov naar het

buitenland om mensen te overtuigen van hun religieuze ideaal. Ze besloten dat de revolutie van

1905 slechts een voorloper was van de ware revolutie. De intelligentsia speelde volgens hen een

belangrijke rol in de totstandkoming van hun ideaal. Ze begonnen zich ook steeds meer te

verzetten tegen de autocratie. Het trio zag het als hun maatschappelijke taak om de overgang van

een autocratie naar een vrije theocratie te bewerkstelligen. Vooral Gippius was ervan overtuigd

Page 90: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

dat ze een soort missie had die niet vanuit haarzelf kwam, maar vanuit Gods liefde voor de mens.

In Parijs beleefden ze het hoogtepunt van hun religieuze activiteiten. Daar schreef het drietal “Le

Tsar et la Révolution”. Daarin stelde gippius de blinde onderwerping van de Orthodoxe kerk aan

de autocratie aan de kaak.

Toen ze terug in Sint-Petersburg waren in 1908 engageerde het drietal zich opnieuw. Zo

woonden ze de ontmoetingen van het Religieus-Filosofische Genootschap bij. Maar toen bleek

dat het genootschap er niet op gericht was de geestelijken en de intelligentsia samen te brengen,

staakten ze hun deelname aan de ontmoetingen.

Op het moment dat de oorlog uitbrak, protesteerde Gippius fel tegen de oorlog. Volgens

haar verhinderde de oorlog de totstandkoming van het Koninkrijk Gods op aarde. In haar

dagboeken beschreef ze de oorlog als een “georganiseerde mensenmoord”. Ook bekritiseerde ze

heftig het patriottisme van de Russische schrijvers. In het begin van de oorlog uitte ze in enkele

gedichten dat de enige juiste houding tegenover de oorlog stilzwijgen was.

Na een tijdje evolueerde Gippius‟ houding tegenover de oorlog. Zo schreef ze dat ze de

oorlog aanvaardde, zonder de oorlog te rechtvaardigen. De oorlog was vanaf dan voor haar een

opoffering voorbeschikt door God en een “noodzakelijke algemene waanzin”. Toegepast op haar

apocalyptische religie betekende de oorlog voor haar een regressie op het “Grote Pad” naar het

einddoel van de geschiedenis van de mensheid: universalisme (vselenskost‟) of almensheid

(vsečelovečestvo). Niettegenstaande het feit dat ze de oorlog aanvaardde, riep ze in haar

gedichten op om medelijden te hebben met de moeders wiens zonen gesneuveld waren in de

oorlog. Ook schreef ze gebeden in dichtvorm. Zo bad ze voor een snel einde van de oorlog. In

haar toneelstuk De groene ring was haar boodschap dat niet langer de intelligentsia, maar wel de

jeugd haar konden helpen haar religieuze ideaal te verwezenlijken.

Toen iedereen de oorlog moe was tegen het einde van 1916 en het begin van 1917 voelde

Gippius dat er iets op til was: ofwel zou er een revolutie uitbreken, ofwel zou er een toestand van

complete anarchie ontstaan. Gippius hoopte op een revolutie die een einde zou maken aan de

oorlog. Ze verwelkomde dan ook de Februarirevolutie. Ze had er het volste vertrouwen in dat het

met Aleksandr Kerensij, die zowel in de Voorlopige Regering als in de sovjet zetelde, de goede

kant zou uitgaan met Rusland. Ook hoopte ze dat de revolutie het religieuze bewustzijn van de

Russische bevolking zou stimuleren. In enkele gedichten drukte ze kort na de uitbarsting van de

Februarirevolutie haar enthousiasme uit, omdat ze ervan overtuigd was dat haar religieuze ideaal

Page 91: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

nabij was. Ook begon ze politieke manifesten te schrijven. Verder veranderde haar voorkeur voor

een religieuze anarchie naar een democratie, omdat enkel in zo‟n staatsvorm vrijheid, gelijkheid

en een religieus gemeenschapsgevoel verzekerd waren volgens haar.

Maar enkele maanden later was haar enthousiasme bekoeld. De Voorlopige Regering met

aan het hoofd Kerenskij verloor haar greep op de gang van zaken en er ontstond een

machtsvacuüm. Eind september 1917 anticipeerde ze in haar dagboek op een verschrikkelijke

afloop van de hele situatie.

Nadat de Oktoberrevolutie uitgebroken was en de bolsjevieken aan het hoofd stonden van

Rusland, reageerde Gippius heel teleurgesteld. Voor haar stond de heerschappij van de

communisten gelijk aan de overheersing van de duivel. Ze voelde zich dan ook genoodzaakt haar

goeie vrienden Blok en Bleyj, die achter de bolsjevieken stonden, te laten vallen. In haar

gedichten drukte ze uit dat ze de communistische heerschappij schandalig vond.

Na de overwinning van de Roden op de Witten emigreerden de Mereţkovskijs naar Parijs.

Zelfs na haar teleurstellende ervaringen gaf Gippius haar engagement niet op. Samen met

Mereţkovskij richtte ze in Parijs de literaire genootschap De groene lantaarn op met als doel de

mensen voor te bereiden op de Tweede Komst van Christus en het Koninkrijk van God op aarde.

Ook beschouwde ze het als haar taak Europa te waarschuwen voor de gevaren van het

communisme.

Zelfs op het einde van haar leven bleef ze trouw aan haar religieuze ideaal en beweerde ze

dat ze nooit “ja” zou zeggen tegen een oorlog of tegen de bolsjevieken. Ze legde zich uiteindelijk

neer bij de gedachte dat anderen in de toekomst in staat zouden zijn de apocalyptische kerk te

stichten en dat het drietal te zwak was geweest om die taak te volbrengen.

Page 92: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

BIBLIOGRAFIE

Ascher, Abraham

1990 The Revolution of 1905: Russia in Disarray The American Historical Review 95/2:

550-551. [recensie]

Bezemer, J.W.

1999 Een geschiedenis van Rusland: van Rurik tot Gorbatsjov. Amsterdam: Van Oorschot.

Bristol, Evelyn

1979 Idealism and Decadence in Russian Symbolist Poetry Slavic Review 39/2: 269-280.

Broyde, Steven

1975 Osip Mandel’štam and his age: a commentary on the themes of war and revolution in the

poetry. 1913-1923. Cambridge (Mass.): Harvard university press.

Crainz, Alessandra

1987 L‟itinéraire religieux de Zinaida Hippius Cahiers du Monde russe et soviétique 29/3-4:

447- 454.

Duncan, Peter

2000 Russian Messianism: Third Rome, Revolution, Communism and After. London:

Routledge.

Esthus, Raymond

1980 Nicholas II and the Russo-Japanese War Russian Review 40/4: pp. 369-411.

Etkind, Efim

1987a Histoire de la littérature russe :le XXe siècle, 1. L’âge d’argent. Paris: Fayard.

1988b Histoire de la littérature russe : le XXe siècle, 2. La révolution et les années vingt.Paris:

Fayard.

Gippius, Zinaida

1951a Merežkovskij. Paris: YMCA-Press.

1971b Živye lica. München: Wilhelm Fink.

1972c Intellect and Ideas in Action. München: Wilhelm Fink.

1972d P’esy. München: Wilhelm Fink.

1974e Poslednie stichi.Letchworth (Herts): Prideaux Press.

1982f Peterburgskie dnevniki (1914-1919). New York: Orfej.

1984g De schittering van woorden. Amsterdam: Arbeiderspers.

1999h Stichotvorenija. Sankt-Peterburg: Akademičeskij proekt.

2002i Novye materialy – Issledovanija. Moskva: Imli Ran.

2003j Sobranie sočinenij , T. 7: My i oni. Literaturnyi dnevnik. Publicistika 1899-1916 gg.

Moskva: Russkaja kniga.

2005k Sobranie sočinenij, T. 9: Dnevniki 1919-1941. Iz publicistiki 1907-1917 gg.

Page 93: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Vospominanija sovremennikov. Moskva : Russkaja kniga.

Gor‟kij, Maksim

1968 Untimely thought. New York: Paul S. Eriksson.

Grillaert, Nel

2004a What the God-seekers found in Nietzsche: the reception of Nietzsche's Übermensch

by the philosophers of the Russian Religious Renaissance. Proefschrift Ugent, Gent, 2004.

2005b “Vladimir Sergeevich Solov‟ëv: de belangrijkste Russische filosoof van de 19e eeuw”,

(Ongepubliceerde tekst van een lezing voor “Uitstraling Permanente Vorming” op 24

november 2005 aan de Vrije Universiteit Brussel).

Hellman, Ben

1995 Poets of hope and despair. Helsinki: Institute for Russian and East European Studies.

Karlinskij, Vladimir & Zlobin, Vladimir

1980 A Difficult Soul. Berkeley (Calif.): University of California press.

Krahn, Cornelius

1963 Russia: Messianism-Marxism Journal of Bible and Religion 31/3: 210- 215.

Mereţkovskij, Dmitrij & Gippius, Zinaida & Filosofov, Dmitrij

1907 Le Tsar et la Révolution. Paris: Mercure.

Pachmuss, Temira

1971a An Intellectual Profile. Illinois: Southern Illinois University Press.

1981b Zinaida Gippius and her cause Melbourne Slavonic Studies 15: 18-40.

Paustovskij, Konstantin

1982 Begin van een onbekend tijdperk: herinneringen aan de Russische revolutie. Amsterdam:

Arbeiderspers.

Pyman, Avril

1994 A History of Russian Symbolism. Cambridge: Cambridge university press.

Read, Christopher

1981 Religion, Revolution and the Russian Intelligentsia, 1900-1912. London en Basingstoke:

The Macmillan Press.

Rogger, Hans

1961 National Consciousness in Eighteenth-Century Russia The American Historical Review

66/4: 1041-1042. [recensie]

Rosenthal, Bernice Glatzer

1977 Transmutation of the Symbolist Ethos: Mystical Anarchism and the Revolution of 1905

Slavic Review 36/4: 608-627.

Page 94: DE VISIE VAN ZINAIDA GIPPIUS OP DE EERSTE WERELDOORLOG …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/348/587/RUG01... · Zinaida Gippius, Петербургские дневники, 24 oktober

Rusinko, Elaine

1977 The Theme of War in the Works of Gumilëv The Slavic and East European Journal

21/2: pp. 204-213.

Scherrer, Jutta

1971 Forschungen zur Osteuropäischen geschichte: die Entwicklung des religiösen

Selbstverständnisses ihrer Intelligencija-Mitglieder (1901-1917). Wiesbaden:

Harrassowitz.

Stein, Howard

1976 Russian Nationalism and the Divided Soul of the Westernizers and Slavophiles Ethos 4/4:

403-438.

Waegemans, Emmanuel

2001 Geschiedenis van de Russische literatuur sinds de tijd van Peter de Grote. Antwerpen:

Standaard Uitgeverij.

Walicki, Andrzej

1977 Russian Social Thought: An Introduction to the Intellectual History of

Nineteenth-Century Russia Russian Review 36/1: 1-45.