De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 ›...

61
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 De tax shift Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Cedric Geelen onder leiding van Pieter Buyl

Transcript of De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 ›...

Page 1: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

De tax shift

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Cedric Geelen

onder leiding van

Pieter Buyl

Page 2: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2014 – 2015

De tax shift

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Handelswetenschappen

Cedric Geelen

onder leiding van

Pieter Buyl

Page 3: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

Vertrouwelijkheidsclausule

Ondertekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Cedric Geelen

Page 4: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

I

Woord vooraf

Met veel trots stel ik mijn masterproef ter beschikking van het publiek. Deze kadert in het afsluiten

van mijn opleiding Master of Science in de Handelswetenschappen, afstudeerrichting Accountancy-

Fiscaliteit. De verworven economische en fiscale kennis tijdens de opleiding vormde een absolute

meerwaarde tot het schrijven van dit werk. Deze masterproef geeft een aantal denkpistes weer

inzake belastinginkomsten in België. Naast vaststaande economische feiten wordt ook kritisch

gekeken naar alternatieven om de hoge loonkosten in België te verminderen. Hierbij is het woord tax

shift een wederkerend begrip.

Het schrijven van deze masterproef is geen individueel succes. Net zoals in de sport is het vaak een

teamgebeuren. Specialisten in hun vakgebied hebben mij bijgestaan met hun professionele kennis.

Bij deze wil ik de gelegenheid nemen om hen te bedanken. Een eerste dankwoord gaat uit naar mijn

promotor, de heer Pieter Buyl. Ondanks zijn jeugdige leeftijd van grote waarde voor dit werk. Zijn

suggesties hielden mij op het juiste pad. Daarnaast ook een grote dank aan professor Antoine

Doolaege. Niet alleen heeft hij zijn uitmuntende fiscale kennis met mij gedeeld, ook heeft hij dit

onderwerp mede mogelijk gemaakt. Hij zorgde voor de opstart van de masterproef.

Andere personen die mij met raad en daad hebben bijgestaan zijn mijn ouders, familie en vrienden.

Dankzij mijn ouders kon ik de opleiding Master in de Handelswetenschappen studeren en na deze

masterproef met succes voltooien. Hun onvoorwaardelijke steun heeft mij gevormd tot wie ik nu

ben. Daar ben ik hen heel dankbaar voor. Familie en vrienden gaven hun eigen kijk op het probleem

en waren bereid tot het nalezen van mijn eindwerk. Hierbij wil ik in het bijzonder mijn medestudent

Benjamin Vermeulen en student Toegepaste Taalkunde Dennis Monbaliu bedanken.

Mijn oprechte dank aan iedereen.

Cedric Geelen

Gent, mei 2015

Page 5: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

II

Inhoudsopgave

Woord vooraf ........................................................................................................................................... I

Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ II

Lijst gebruikte afkortingen ..................................................................................................................... IV

Lijst van tabellen ..................................................................................................................................... VI

Lijst van figuren ...................................................................................................................................... VI

Inleiding ................................................................................................................................................... 1

1. De tax shift: een nieuw begrip? ........................................................................................................... 3

1.1 Het begrip tax shift ........................................................................................................................ 3

1.2 Tax shift, geen tax lift .................................................................................................................... 4

1.3 Ontstaan ........................................................................................................................................ 5

1.3.1 De loonhandicap van België ................................................................................................... 6

1.3.2 Sociale onrust ......................................................................................................................... 8

2. Verschuiving naar consumptie, milieu of vermogen? ....................................................................... 10

2.1 Consumptie ................................................................................................................................. 10

2.1.1 Btw ........................................................................................................................................ 11

2.1.2 Accijnzen ............................................................................................................................... 16

2.2 Ecofiscaliteit................................................................................................................................. 16

2.2.1 Soorten milieubelastingen ................................................................................................... 17

2.2.2 Een goede keuze ................................................................................................................... 22

2.3 Vermogen .................................................................................................................................... 23

2.3.1 Vermogensbelasting ............................................................................................................. 26

2.3.2 Vermogenswinstbelasting .................................................................................................... 28

2.3.3 Een kapitaalvlucht ................................................................................................................ 31

3. De tax shift door regering-Michel I ................................................................................................... 32

3.1 Lasten op arbeid .......................................................................................................................... 33

3.1.1 Forfaitaire kostenaftrek voor de werknemers ..................................................................... 33

3.1.2 Indexsprong .......................................................................................................................... 35

3.1.3 Werkgeversbijdrage ............................................................................................................. 36

3.2 Lasten op consumptie, milieu of vermogen ................................................................................ 36

3.2.1 Btw en accijnzen ................................................................................................................... 36

3.2.2 Beurstaks .............................................................................................................................. 37

3.2.3 Bankentaks ........................................................................................................................... 38

3.2.4 Doorkijktaks of kaaimantaks ................................................................................................ 39

Page 6: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

III

Algemeen besluit ................................................................................................................................... 42

Bibliografie ............................................................................................................................................. VI

Bijlagen ................................................................................................................................................. XIV

Page 7: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

IV

Lijst gebruikte afkortingen

Bbp Bruto binnenlands product

BEVEK Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal

BIV Belasting op de inverkeerstelling

Bv. Bijvoorbeeld

CD&V Christen-Democratisch en Vlaams

DBI Definitief belaste inkomsten

EC Europese Commissie

EU Europese Unie

GKS Geregistreerd kassasysteem

IMF Internationaal Monetair Fonds

INR Instituut voor de Nationale Rekeningen

I.v.m In verband met

KMO Kleine en middelgrote onderneming

MR Mouvement Réformateur

NBB Nationale Bank van België

NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie

OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

Open VLD Open Vlaamse Liberalen en Democraten

PS Parti Socialiste

RP Rechtspersoonlijkheid

Sp.a Socialistische Partij Anders

Page 8: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

V

VAA voordeel alle aard

VBO Verbond van Belgische Ondernemingen

VS Verenigde Staten van Amerika

WIB Wetboek van de inkomstenbelastingen

W. Venn. Wetboek van vennootschappen

Page 9: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

VI

Lijst van tabellen

Tabel 1: Aftrekbaarheid autokosten ..................................................................................................... 20

Tabel 2: VAA leeftijd bedrijfswagen ...................................................................................................... 20

Tabel 3: Belastingen op consumptie, arbeid en kapitaal in % van het bbp (cijfers 2012) .................... 24

Tabel 4: Forfaitaire kostenaftrek inkomstenjaar 2014 .......................................................................... 34

Tabel 5: Forfaitaire kostenaftrek inkomstenjaar 2015 .......................................................................... 34

Lijst van figuren

Figuur 1: Belgische loonhandicap tegenover buurlanden ....................................................................... 7

Figuur 2: De Laffer-curve ......................................................................................................................... 9

Figuur 3: Verdeling volgens type milieubelasting (gemiddelde 2008-2012) ......................................... 17

Figuur 4: Meerwaarde op aandelen in % van het bbp (2012) ............................................................... 26

Figuur 5: Fiscale constructie achter de doorkijk- of kaaimantaks ......................................................... 40

Page 10: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

1

Inleiding

“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax shift”, zo suste premier

Charles Michel de oppositie tijdens de plenaire vergadering van 15 januari 2015 in de Kamer van

Volksvertegenwoordigers.1 Sinds de aantreding van de nieuwe federale regering onder leiding van

Charles Michel op 11 oktober 2014 heeft zich op politiek vlak heel wat afgespeeld. De regering-

Michel I kondigde nieuwe maatregelen aan om het Belgische concurrentievermogen en de

koopkracht te versterken. Het begrip tax shift staat hierbij centraal. Met bovenstaande uitspraak

duidt de premier aan dat zijn regering een tax shift wil realiseren. Opvallend is dat ook oppositie,

vakbonden en werkgeversorganisaties een tax shift naar voren schuiven, net als adviserende

nationale en internationale organisaties. Als iedereen dit idee steunt, dan implementeert België toch

gewoon een tax shift. Zo eenvoudig is het echter niet. Tax shift is immers een breed begrip en houdt

niet voor alle partijen hetzelfde in.

Zoals het woord tax shift al doet vermoeden, gaat het om een belastingverschuiving. Deze

masterproef legt uit wat een tax shift precies betekent vanuit een Belgische context. Voorop staan de

hoge lasten op arbeid die België al decennia lang achtervolgen. Hoe kunnen de lasten op arbeid

dalen en welke alternatieve inkomstenbronnen kan België zwaarder gaan belasten om de

loonhandicap weg te werken? Er wordt aangetoond welke alternatieve inkomstenbronnen het meest

voor de hand liggen en wat de gevolgen zijn voor de Belgische economie.

Ten slotte benoemt deze masterproef de maatregelen die de regering-Michel I neemt of zal nemen

om de lasten op arbeid terug te dringen. De beslissingen van de regering gebeuren echter niet

zonder slag of stoot. Net als het woord tax shift zijn opstanden en betogingen een actueel fenomeen.

De regering-Michel I, ook wel Zweedse regering genoemd naar de kleuren van de Zweedse vlag,

tracht haar vooropgestelde beleid uit te voeren ondanks de vele conflicten.

Deze masterproef handelt in eerste instantie over de federale regering en haar bevoegdheden. Toch

kunnen de gewesten niet zomaar worden genegeerd. Regelmatig wordt een link gelegd naar

Vlaanderen, want door de zesde staatshervorming zijn de Gewestelijke bevoegdheden verder

toegenomen. Bovendien denkt ook het Vlaamse gewest aan een tax shift.2 Dit overstijgt echter de

opzet van deze masterproef.

1 Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 15 januari 20152014, CRABV 54 PLEN 014, 15,

http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap014.pdf 2 Moens, B., & Blomme, P. (2015, 2 april). Vlaanderen zet mes in tarieven schenking. Geraadpleegd op

http://netto.tijd.be/dossier/erfenisgids/Vlaanderen_zet_mes_in_tarieven_schenking.9618045-8011.art

Page 11: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

2

Bedoeling is om zoveel mogelijk mensen vertrouwd te maken met het actuele begrip tax shift. Niet

iedereen weet wat het betekent en er bestaan contradicties rond het thema. Op een verstaanbare

en fiscaal correcte wijze wordt via deze masterproef een grote groep van de bevolking geïnformeerd

over een tax shift in België.

Page 12: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

3

1. De tax shift: een nieuw begrip?

1.1 Het begrip tax shift

Het belangrijkste begrip in deze masterproef is tax shift of belastingverschuiving. Er kunnen hier en

daar wat afwijkingen mogelijk zijn in de omschrijving, maar in het algemeen wordt onder tax shift

verstaan: het verschuiven van de belastingen op arbeid naar andere inkomstenbronnen.3 De

alternatieve inkomstenbronnen die het meest aanbod komen zijn consumptie, ecofiscaliteit en

vermogen. Belangrijke instanties, zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en

Ontwikkeling (hierna verkort: OESO), gebruiken ook die volgorde.4 Dus ten eerste consumptie, ten

tweede milieu en als laatste redmiddel vermogen. Maar niet iedereen sluit zich aan bij deze

internationale organisaties. De socialistische oppositiepartijen sp.a en PS laten duidelijk blijken dat

hun standpunten enkel uitgaan naar een hogere belasting uit vermogen. Ook de vakbonden willen

vermogen meer belasten. Hierin proberen ze de publieke opinie mee te nemen.

De alternatieve inkomstenbronnen kunnen we onderverdelen in 3 pijlers: consumptie, ecofiscaliteit

en vermogen. De term consumptie verwijst naar btw en accijnzen. Al worden sommige accijnzen ook

geassocieerd met milieubelastingen, bv. accijnzen op diesel en benzine.

Bij ecofiscaliteit is het de bedoeling om milieuvervuilende en niet duurzame gebruiken zwaarder te

gaan belasten. In deze context wordt vaak gesproken van een green tax shift.5 Voorbeelden zijn hier

luchtvervuiling, watervervuiling, grondvervuiling, … Ook energieverbruik is milieubelastend tenzij het

gaat om duurzame energie zoals wind- en zonne-energie. Contradictoir in deze context was de btw-

verlaging op elektriciteit van 21% naar 6% sinds 1 april 2014.6 Deze maatregel geldt voor de Belgische

gezinnen (huishoudelijke afnemers) en dateert nog van de vorige regering-Di Rupo I. Toch is deze

btw-verlaging niet absurd. De energiefactuur ligt immers behoorlijk hoog zowel voor de gezinnen als

de bedrijven (cf. infra 17, 2.2.1, Elektriciteit).

De lastenverschuiving naar vermogen wordt opgesplitst in een vermogensbelasting en/of

vermogenswinstbelasting.7 Nochtans staat in het regeerakkoord van 9 oktober 2014 geen woord

over een verschuiving naar vermogen.8 Toch horen we deze begrippen overal vallen, zelfs binnen de

regering. Zo benadrukte parlementslid Eric van Rompuy (CD&V) in de plenaire vergadering van 19

3 Nationale Bank van België, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 27,

http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 4 Buxant, M., & Blomme, P. (2015, 4 februari). OESO voor tax shift naar btw, milieu en vermogen. De Tijd, p. 1

5 Mondelinge vraag nr. 5239 van de heer Goffin dd. 28.06.2011

6 Beslissing Btw, nr. E.T.125.294, dd. 01.04.2014

7 Nationale Bank van België, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 35,

http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 8 Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be

Page 13: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

4

december 2014 dat de vermogenswinstbelasting op de regeringstafel komt.9 De oorzaak hiervan is

dat adviserende organisaties zoals de OESO10, de Nationale Bank van België11 (hierna verkort: NBB)

en de Hoge Raad Van Financiën12 ernaar verwijzen.

Een vermogensbelasting is niet hetzelfde als een vermogenswinstbelasting. Een vermogensbelasting

is een belasting op iemands vermogen bv. het bezitten van een woning. Vandaag geldt hiervoor al de

onroerende voorheffing gebaseerd op het kadastraal inkomen met een mogelijke vrijstelling voor de

eigen woning.13 Natuurlijk is vermogen erg uitgebreid en niet beperkt tot een woning. Echter zijn

nieuwe vermogensbelastingen weinig waarschijnlijk aangezien het de invoering van een

vermogenskadaster vraagt. Vandaar dat een vermogenswinstbelasting meer realistisch is, toch

volatieler qua inkomsten voor de overheid. Het betreft namelijk een waardevermeerdering of

meerwaarde op vermogen. Actuele voorbeelden zijn de meerwaarde op aandelen en de

speculatietaks.14 Deze zijn in België nog niet ingevoerd. Wel bestaande vermogenswinstbelastingen

zijn de roerende voorheffing op dividenden (aandelen) en interesten (obligaties, termijnrekeningen,

…).

Naast een vermogensbelasting en vermogenswinstbelasting sluit het begrip vermogen ook aan bij

transacties of overdrachten van vermogen. Deze overdrachten worden in de meeste studies tot de

vermogensbelasting gerekend. De beurstaks (cf. infra 38, 3.2.2) en de heffing van de registratie- en

successierechten betreffen zo’n transactiekosten.15

1.2 Tax shift, geen tax lift

Elke welgevormde burger is het erover eens: “Een tax shift kan, een tax lift niet”. Een tax lift betekent

hogere belastingen en dit kan niet.16 Aangezien België al bij de top van Europa behoort als het gaat

om de belastingdruk (cf. infra 6, 1.3.1). Zo benadrukte minister van Financiën Johan Van Overtveldt

9 Parl. St. 2014-15, Plen. Verg., 19 december 2014, CRABV 54 PLEN 025, 21,

http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap025.pdf 10

OECD, “Revenue Statistics 2014”, 10 december 2014 11

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 12

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 13

Art. 12, §3 WIB 1992 14

Negen manier om kapitaal te belasten. (2014, 18 december). Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Negen_manieren_om_kapitaal_te_belasten.9580471-3136.art 15

Janssens, K. (2015, 8 januari). Wat bracht 2014, wat brengt 2015? Fiscale actualiteit, nr. 01 16

Michielsen, S. (2014, 9 september). Tax shift of tax lift? Geraadpleegd op http://www.tijd.be/opinie/commentaar/Tax_shift_of_tax_lift.9542423-620.art

Page 14: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

5

in De Tijd dat een tax lift uit den boze is.17 De minister van Financiën sprak in het

actualiteitsprogramma Terzake van 22 mei 2015 zelfs over een belastingvermindering of tax cut. Hij

wil de globale belastingdruk naar beneden brengen.

1.3 Ontstaan

Sinds de verkiezingen van 25 mei 2014 en de vorming van de federale regering na deze verkiezingen

is een tax shift niet meer weg te denken uit de Belgische actualiteit. De meerderheid tussen N-VA,

CD&V, Open VLD en MR steunde onder andere op een verlaging van de loonkosten. Vooral de

verbetering van het concurrentievermogen met de buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland)

stond voorop.18 De expertengroep “Concurrentievermogen en Werkgelegenheid” toonde in hun

verslag nogmaals de nood aan een verlaging van de loonkosten.19Die hoge loonkost is dan ook een

eerste reden voor de verlaging van de lasten op arbeid.

Een tweede argument voor het ontstaan van de tax shift is de sociale onrust. Vakbonden, oppositie

en publieke opinie, ze schreeuwen allemaal om een tax shift. Zo verklaarde ACV-voorzitter Marc

Leemans: “Maar zonder tax shift komt er geen sociale vrede”.20 Een oorzaak in de opstand van het

volk zit ook in de toenemende ongelijkheid. Zo uitte Frans econoom Thomas Piketty (2014) zijn

angsten over de toenemende inkomsten- en vermogensongelijkheid.21 Ook president Obama sprak

over de toenemende economische ongelijkheid in zijn State of the Union.22

“Het begrip tax shift is ontstaan in 2014” is een verkeerdelijk uitspraak. Akkoord sinds het

regeerakkoord komt het woord tax shift wekelijks in het Belgische nieuws, maar het bestond al

vroeger. Zo introduceerde toenmalig Amerikaans president Reagan een tax shift in 1986.23 Net als

vandaag in België om de lasten op arbeid te verlagen. Ook in België zelf werd het woord tax shift al

vroeger gebruikt. De heer Schiltz (Open VLD) sprak in zijn mondelinge vraag aan de minister van

Financiën in 2011 over een green tax shift.24 Dit was in het kader van de CO2-uitstoot door wagens.

17

Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5 18

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 19

Expertengroep Concurrentievermogen en Werkgelegenheid, “Arbeidskosten, loonsubsidies, arbeidsproductiviteit en opleidingsinspanningen van ondernemingen”, juli 2013, Synthese, http://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/Rapport_GECE_Verslag%20EGCW_201301.pdf 20

Sokol, K. (2014, 25 november). Leemans: "Geen sociale vrede zonder tax shift". Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2158982 21

Piketty, T. (2014). Kapitaal in de 21ste eeuw. Amsterdam: De Bezige Bij. 22

Torfs, M. (2015, 21 januari). Obama pleit voor rijkentaks in State of the Union. Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2214715 23

Novack, J. (2012, 22 oktober). 10 Reasons Reagan Could Cut The Top Tax Rate To 28%, But Romney Can't. Geraadpleegd op http://www.forbes.com/sites/janetnovack/2012/10/22/10-reasons-reagan-could-cut-the-top-tax-rate-to-28-but-romney-cant/ 24

Mondelinge vraag nr. 3710 van de heer Schiltz dd. 11.05.2011

Page 15: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

6

1.3.1 De loonhandicap van België

De belastingdruk in België is één van de hoogste van Europa. Uit het rapport van de OESO blijkt dat

België op het podium staat met de derde hoogste belastingdruk in de EU.25 Denemarken neemt de

eerste positie voor zijn rekening met 48,6% van het bruto binnenlands product (bbp) gevolgd door

Frankrijk op plek twee (45%). Daaronder komt dan België met 44,6% van het bbp. Verwant met de

belastingdruk is de Tax Freedom Day. De dag waarop een werknemer in theorie niet langer

belastingen betaalt en voor eigen rekening kan beginnen werken.26 België vierde in 2014 als laatste

EU-lidstaat zijn Tax Freedom of Tax Liberation Day, namelijk op 6 augustus 2014. Wat Belgen betalen

aan de staat is het hoogste van de EU. Er wordt rekening gehouden met alle heffingen, niet enkel

met lasten op arbeid, maar ook met btw, accijnzen, registratierechten, roerende en onroerende

voorheffing, schenkingsrechten en zoveel meer.27

Toch zijn vooral de loonkosten een doorn in het oog van internationale organisaties,

werkgeversorganisaties en al wie het aanbelangt. De loonkosten per uur behoren tot de hoogste in

de eurozone.28 De recentste cijfers (2014) van Eurostat beamen dit feit nogmaals.29 In vergelijking

met onze buurlanden zitten we met een enorme loonhandicap (zie figuur 1). De Centrale Raad voor

het Bedrijfsleven becijferde de loonhandicap. Die bedroeg in 2014 2,9% t.o.v. Duitsland, Frankrijk en

Nederland.30 Daarom dat een tax shift sterk wordt aanbevolen door de NBB,31 maar ook de OESO32,

het Internationaal Monetair Fonds33 (hierna verkort: IMF) en de Europese Commissie34 steunen het

idee van een tax shift.

25

OECD, “Revenue Statistics 2014”, 10 december 2014 26

Tax Liberation Day valt in België op 6 augustus. (2014, 5 augustus). Geraadpleegd op http://www.ey.com/BE/en/Newsroom/News-releases/Tax-Liberation-Day-valt-in-Belgie-op-6-augustus 27

De wekelijkse nieuwsbrief van Paul D’Hoore. (2014, 5 augustus). Beurssucces, nr. 326 28

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 7, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 29

EUROSTAT, “Hourly labour costs ranged from €3.8 to €40.3 across the EU Member States in 2014”, 30 maart 2015, http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/6761066/3-30032015-AP-EN.pdf/7462a05e-7118-480e-a3f5-34e690c11545 30

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 26, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 31

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 32

Buxant, M., & Blomme, P. (2015, 4 februari). OESO voor taxshift naar btw, milieu en vermogen. De Tijd, p. 1 33

IMF, “Belgium: Concluding Statement of the 2015 Article IV Mission”, 15 december 2014, http://www.imf.org/external/np/ms/2014/121514.htm 34

EUROPESE COMMISSIE, “Taxation trends in the European Union”, 2014, 51, http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/gen_info/economic_analysis/tax_structures/2014/report.pdf

Page 16: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

7

Die hoge loonkosten zijn voornamelijk het gevolg van te hoge lasten op arbeid. De oorzaak van die

hoge lasten op arbeid vinden we onder andere in de hoge werkgevers- en werknemersbijdrage35, de

personenbelasting en de automatische loonindexering. Het verschil tussen wat een bedrijf betaalt en

een werknemer ontvangt aan nettoloon is in België te groot, zeker voor de alleenstaanden.36 Daar

zijn meerderheid en oppositie het min of meer over eens. De lasten op arbeid moeten dus naar

beneden. De discussie bestaat erin hoe die lastenverlaging te realiseren. Een mogelijke optie om de

lasten op arbeid te verlagen is een vermindering van de werkgeversbijdrage bv. van 33% naar 25%.37

Deze vermindering zou dan een positief effect hebben op de werkgelegenheid. Echter willen de

vakbonden en hun achterban een lastenverlaging voor de werknemers bv. via een verlaging van de

personenbelasting. Een combinatie van de twee is misschien het meest opportuun.

Hoge lasten op arbeid tasten het concurrentievermogen van België aan. Bedrijven zullen sneller naar

onze buurlanden trekken om te investeren. Dit zorgt ervoor dat België heel wat mogelijke inkomsten

misloopt. De OESO spreekt over een gebrek aan structurele concurrentiekracht. Ten tweede heeft

het een grote invloed op de koopkracht van de burgers aangezien een groot deel van het loon wordt

afgeroomd door de Belgische staat.

De regering-Michel I wil hierop inspelen en de lasten op arbeid inperken (cf. infra 33, 3.). Deze hoge

lasten prijst bovendien minder productieve arbeid uit de markt, wat vooral nadelig is voor de

35

De Grauwe, P. (2015, 21 april). Een tax shift kan maar als de lasten nieuwe schouders vinden. Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/nieuws/een-tax-shift-kan-maar-slagen-als-de-lasten-nieuwe-schouders-vinden-a2293785/ 36

OECD, “Taxing wages 2015”, 14 april 2015, http://www.oecd.org/tax/oecd-tax-burdens-on-wages-rising-without-tax-rate-increases.htm 37

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be

Figuur 1: Belgische loonhandicap tegenover buurlanden

Bron: OESO

Page 17: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

8

laaggeschoolden.38 De socialistische partijen ijveren voor deze zwakkere groep, maar vergeten vaak

dat ze mee de oorzaak vormen voor de hoge loonkost. Ze zetelden namelijk meer dan 25 jaar lang

onafgebroken in de federale regering.

1.3.2 Sociale onrust

De bekendmaking van het regeerakkoord op 9 oktober 2014 zorgde voor consternatie. De

vakbonden die naar eigen zeggen het woord van de man uit de straat verkondigen waren furieus. Zij

vinden het regeerakkoord asociaal, onevenwichtig en onrechtvaardig.39 De inspanningen worden

geleverd door werknemers, werklozen, zieken en gepensioneerden. Dit leidde tot een reeks van

onnavolgbare stakingen in het najaar van 2014, ook wel de hete herfst genoemd. Het begon met een

grote nationale betoging in Brussel op donderdag 6 november 2014, gevolgd door drie provinciale

stakingsdagen. Dit mondde uit in een algemene staking op 15 december 2014. Ondanks enkele

daden van geweld waren de stakingen een groot succes.40 Daar kunnen zelfs de

meerderheidspartijen niet onderuit. Wat de vakbonden en hun militanten vooral dwars zit is de

loonindexsprong en het feit dat de vermogenden amper bijdragen. In dit opzicht verwijzen ook zij

naar een tax shift, maar enkel een tax shift naar vermogen.41

De oppositiepartijen spelen maar al te graag in op deze volksopstand. Tijdens de plenaire

vergadering van 6 november 2014 (eerste nationale stakingsdag) werd de eerste minister Charles

Michel dan ook overstelpt met vragen over de betoging.42 Zo zei Kristof Calvo (Groen) dat het sociaal

overleg pas een kans heeft als de premier de indexsprong (cf. infra 35, 3.1.2) intrekt en een tax shift

doorvoert. 43 Ook de PS en de sp.a uitten hun standpunt door mee te gaan betogen. Zo nam ex-

premier Di Rupo deel aan de nationale betoging. Dit komt uiteraard de sociale vrede niet ten goede.

Alsof de regering het nog niet moeilijk genoeg had kwamen journalisten met opvallende

onthullingen. LuxLeaks, BelgoLeaks44 en SwissLeaks gooiden nog wat olie op het vuur. Vooral de

38

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 27, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 39

Laat je niet pluimen door een antisociaal, onevenwichtig en onrechtvaardig regeerakkoord. (2014, 15 oktober). Geraadpleegd op http://www.abvv.be/web/guest/news-nl/-/article/2727953/&p_l_id=10187 40

De Greef, J. (2014, 15 december 2014). Nooit is er zo'n sterke staking geweest. Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2182291 41

Sokol, K. (2014, 25 november). Leemans: "Geen sociale vrede zonder tax shift". Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2158982 42

Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 6 november 2014, CRABV 54 PLEN 014, 6, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap014.pdf 43

Mondelinge vraag nr. 0026 van de heer Calvo dd. 06.11.2014 44

Bové, L., & Blomme, P. (2014, 12 december). ‘Belgoleaks' is slechts het kleine broertje van ‘LuxLeaks'. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/dossier/luxleaks/Belgoleaks_is_slechts_het_kleine_broertje_van_LuxLeaks.9579097-7887.art

Page 18: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

9

omvang van LuxLeaks zorgde voor verontwaardiging, ook binnen de regeringspartijen.45 Begin

november 2014 werden de eerste lekken gepubliceerd. Topbedrijven en rijke families hebben op

grote schaal belastingen ontweken in het Groothertogdom Luxemburg.46 Er werden constructies

opgezet en daarover belastingafspraken gemaakt met de Luxemburgse fiscus, beter bekend als

rulings. Een voorbeeld van een vaak gebruikte constructie is de excess profit ruling. 47Er wordt winst

gemaakt in Luxemburg, maar het is eigenlijk knowhow uit een ander land bv. de VS. Een deel zal

belast worden in Luxemburg en een deel in de VS, maar Luxemburg controleert niet of die winst

effectief in de VS wordt belast. Dit gaat hier om royalties. De excess profit ruling is gesteund op

documenten van de OESO en is dus volledig legaal. Ook bij BelgoLeaks worden rulings afgesloten,

maar dan met de Belgische fiscus. Deze voorafgaande akkoorden zijn legaal en zullen op Europees

niveau moeten worden aangepakt. Ook de doorkijktaks of kaaimantaks(cf. infra 39, 3.2.4) moet

daarop deels een antwoord bieden.48

De hoge belastingdruk (cf. supra 6, 1.3.1) leidt ook tot deze opgezette constructies. Hierbij kan

verwezen worden naar de Laffer-curve (zie figuur 2) genoemd naar de Amerikaanse econoom Arthur

Laffer.49

De curve geeft het verband weer tussen het belastingpercentage en de belastingopbrengsten. Een

toename van het belastingpercentage leidt in eerste instantie tot een stijging van de

belastinginkomsten voor de overheid. Maar naarmate het belastingpercentage te hoog wordt, zullen

45

Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 6 november 2014, CRABV 54 PLEN 014, 11-12, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap014.pdf 46

Bové, L. (2014, 9 december). Nieuwe LuxLeaks onthult ongeziene belastingontwijking in Luxemburg. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/dossier/luxleaks/Nieuwe_LuxLeaks_onthult_ongeziene_belastingontwijking_in_Luxemburg.9576873-7887.art 47

Gesprek met de heer Jan Verhoeye, 13 november 2014, Gent 48

Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 6 november 2014, CRABV 54 PLEN 014, 13, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap014.pdf 49

Gesprek met de heer Herwig Joosten, 20 februari 2015, Gent

Figuur 2: De Laffer-curve

Page 19: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

10

de belastinginkomsten dalen. De bedrijven en gezinnen zullen de belastingdruk als te hoog ervaren

en kiezen voor belastingontwijking of zelfs belastingontduiking (illegaal). Het Franse gezegde “l’impôt

tue l’impôt” sluit hier perfect bij aan.

De perceptie dat de grote vermogens profiteren van de werkende mens leidt tot grote sociale

onvrede. Dit heeft zonder enige twijfel effect op de huidige regering. Door die sociale druk is het

vooropgestelde beleid van de regering-Michel I gemilderd. Het willen voeren van een rechts beleid is

niet altijd mogelijk. Uit cijfers is zelfs gebleken dat de belastingen in België meer stijgen tijdens een

rechtse dan bij een linkse regering (periode 1960-1983).50 Hiervoor waren economische, maar ook

politieke redenen. Economisch aspecten waren de oliecrisis van de jaren ’70, diverse

begrotingstekorten, de hoge staatsschuld, … Politieke redenen vinden we in het ronselen van kiezers,

maar in de huidige context is dit anders. Tegenwoordig worden federale volksvertegenwoordigers

slecht om de vijf jaar verkozen. Regeringen hebben meer tijd om hun beleid uit te voeren. Het

binnenhalen van kiezers is nog niet meteen aan de orde na verkiezingen. Wat op dit ogenblik wel

speelt is de druk van de vakbonden en de publieke opinie. Het zorgt ervoor dat de regering-Michel I

minder rechts is dan zij zou willen. De kracht van verandering is minder sterk dan sommigen

meenden.

2. Verschuiving naar consumptie, milieu of vermogen?

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar alternatieve inkomstenbronnen die België zwaarder kan

belasten om de lasten op arbeid te verlagen. Welke inkomstenbronnen zijn een optie? Welke zaken

hebben een positieve/negatieve invloed op de Belgische economie? Hoe de tax shift realiseren? Er

wordt hierbij een opsplitsing gemaakt tussen consumptie, ecofiscaliteit en vermogen.

2.1 Consumptie

Een eerste mogelijkheid is om de lasten op consumptie te verhogen. De lasten op consumptie

worden verdeeld in btw en accijnzen. Btw is een belasting op goederen en diensten die door de

eindconsument wordt gedragen. Het is een verbruiksbelasting. In België zijn er verschillende btw-

tarieven. Er is het basistarief van 21%, maar daarnaast zijn er nog de verlaagde tarieven van 12, 6 en

zelfs nul procent.51 Accijnzen zijn belastingen op het gebruik van specifieke goederen bv. benzine,

diesel, tabak, alcohol, … Ze hebben bijna altijd een ontradend effect. Accijnzen hangen vaak ook

samen met milieubelastingen.

50

De Grauwe, P. (1984). De politieke economie van de belastingdruk. Tijdschrift voor Economie en Management, afl. 3, 385-396, http://core.ac.uk/download/pdf/6468603.pdf 51

Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, BS 31 juli 1970

Page 20: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

11

2.1.1 Btw

Een btw-verhoging

Het verhogen van de btw is een eenvoudige aanpassing.52 Er zijn geen grote hervormingen nodig,

geen oneindig nieuwe of onduidelijke wetten. Zoals blijkt uit cijfers van de OESO is er ook nog ruimte

voor een btw-verhoging.53 België belast goederen en diensten weinig in vergelijking met andere

Europese landen. 10,8% van het bbp zijn belastingen op consumptie (zie tabel 3). De oorzaak hiervan

is niet het standaardtarief van 21%, maar wel al de uitzonderingen erop54. De btw is bovendien een

relatief stabiele belasting.55 Het biedt enige zekerheid voor de overheid. Het verhogen van de btw is

dus het overwegen waard. Zo’n btw-verhoging kan dan op verschillende manieren worden

gerealiseerd.

Verhogen van het standaardtarief

Een eerste eenvoudige optie is de verhoging van het standaardtarief. Het tarief van 21% optrekken

naar bv. 22%. Deze maatregel lag al in 2012 op de begrotingstafel van de federale regering, maar

kwam er uiteindelijk niet.56 De mogelijke extra opbrengsten van een verhoging naar 22% worden

geraamd op 534 miljoen euro.57 In deze berekening wordt enkel rekening gehouden met de door

private gezinnen betaalde btw. In deze 534 miljoen zitten niet de bedrijven, want ook zij betalen btw.

Bedrijven kunnen immers niet alle btw-handelingen aftrekken, denk bv. maar aan de grens van 50%

voor personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen.58

Harmonisering van de btw-tarieven

Een tweede voor de hand liggende optie is de harmonisering van de btw-tarieven. Zowel de OESO,

het IMF als de NBB vragen zich het nut af van al die verlaagde btw-tarieven. België kent op dit

moment immers een hele reeks uitzonderingen op het basistarief van 21%.59 Minister van Financiën

Johan Van Overtveldt erkent dit probleem,60 maar het toekennen van een verlaagd tarief is veel

makkelijker dan het weer terug te draaien. Er zit namelijk vaak een belangengroep achter. Alleen al

52

Michielsen, S. (2015, 10 februari). Zeven goede argumenten voor belastingshift naar btw. De Tijd, p. 9 53

OECD, “Revenue Statistics 2014”, 10 december 2014 54

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 27, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 55

Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5 56

Van de Velden, W. (2012, 2 november). Regering Di Rupo legt btw-verhoging op tafel. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Regering_Di_Rupo_legt_btw_verhoging_op_tafel.9262740-3136.art 57

Decoster, A., & Spiritus, K., “Wie draagt de last van een btw-verhoging?”, 12 november 2012, 7, http://www.flemosi.be/uploads/131/Verdelingseffecten%20BTW-verhoging.pdf 58

Art. 45 §2 Wetboek BTW 59

Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, BS 31 juli 1970 60

Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5

Page 21: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

12

om het overzicht te bewaren is een harmonisering van de btw-tarieven een goede optie. Al die

uitzonderingen zorgen voor onduidelijkheid en discriminatie. En elke rechtsstaat is gebaat bij

transparantie. Er is dus niet enkel sprake van een budgettair voordeel, maar ook van verhoogde

transparantie.

Er zijn twee oorzaken voor de verlaagde btw-tarieven. Een eerste reden is het herverdelingseffect.

De verlaagde tarieven zijn grotendeels van toepassing op levensnoodzakelijke producten zoals water,

groenten, melk, geneesmiddelen, …61 Dit dient om de basisbehoeften te ondersteunen, maar uit

studies is gebleken dat het vooropgestelde herverdelingseffect gering is.62 De btw is geen efficiënt

middel om rijkdom te gaan herverdelen. En wil men toch de basisbehoeften beschermen dan kan dit

beter via maatregelen die direct bij de gewenste bevolkingsgroep terecht komen. Maatregelen die

gericht zijn op de lagere inkomens.

Een tweede reden voor al die uitzonderingen is zoals reeds aangehaald de invloed van sectoren en

hun belangenorganisaties. Tal van sectoren hebben een uitzondering verkregen op het basistarief. De

meest bekende sectoren zijn de geschreven pers, de elektriciteitssector, de bouw en de horeca.63

De bouwsector geniet al tientallen jaren van verlaagde btw-tarieven. Na het Europees akkoord in

2000 over arbeidsintensieve diensten werd dit nog uitgebreid. De bedoeling was deze sector meer te

beschermen. Het is een sector met relatief lage lonen waardoor een btw-verlaging een groot aantal

extra jobs creëert. Bovendien vindt de Belgische overheid een onroerend patrimonium in goede staat

belangrijk. Het ging in eerste instantie om een tijdelijke maatregel die een permanent karakter

kreeg.64 De btw-verlaging werd toegepast mits een aantal voorwaarden. Zo konden renovatiewerken

aan een private woning belast worden aan 6% als de eerste ingebruikneming ten minste vijf jaar oud

was.65 De regering-Michel I wil deze btw-verlaging op werken in onroerende staat verstrengen. De

periode van ingebruikneming wordt mogelijks verhoogd van 5 naar 10 jaar (cf. infra 37, 3.2.1).66 Na

de financiële crisis van 2007 kwam er een bijkomende btw-verlaging. De bouwsector had immers

61

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 71, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 62

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 69, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 63

Blomme, P. (2015, 10 februari). Elke sector zijn eigen btw tarief. De Tijd, p. 9 64

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 77, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 65

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS 29 januari 2000 66

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be

Page 22: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

13

zwaar te lijden onder de crisis.67 Het ging om een tijdelijke vrijstelling (6% i.p.v. 21%) van 50.000 euro

op renovatiewerken. Deze maatregel kende uitwerking tot 31 december 2009.68

In de horecasector is de btw-verlaging er gekomen op 1 januari 2010. De verlaging vindt zijn oorzaak

in het lobbywerk van de sector. In ruil voor de tariefverlaging van 21% naar 12% voor restaurant- en

cateringdiensten (niet op de dranken) werd aan de sector een extra inspanning gevraagd. Meer

specifiek ging het om de verplichting tot ingebruikneming van het geregistreerd kassasysteem.69 De

GKS of black box moet het zwart werk in de sector tegengaan. De verplichting van de GKS kwam

echter vijf jaar na de btw-verlaging, namelijk in het jaar 2015. De horecasector heeft dus vijf jaar lang

kunnen profiteren van het verlaagde tarief zonder enige tegenprestatie, zonder verhoogde

fraudebestrijding. Dit zette bij heel wat burgers kwaad bloed. Bovendien werd de btw-verlaging niet

in de prijzen doorgerekend.70 De prijzen exclusief btw namen toe waardoor de btw-verlaging volledig

binnen de horecasector bleef. De consument genoot geen enkel voordeel.

Verhogen van de btw op luxeproducten

Studies of rapporten verwijzen niet naar een btw-verhoging op specifieke luxeproducten. Naar mijn

mening kan een belasting op een beperkte groep van luxeproducten veel opbrengen zonder nefast te

zijn voor de Belgische economie. Dit zijn producten voor de hogere klasse die een btw-verhoging

amper voelen. Belangrijk hierbij is een korf op te stellen van luxeproducten. Het moet gaan om

luxeproducten waarbij geweten is dat ze door superrijken worden geconsumeerd. Deze nichegroep

heeft zich na de financiële crisis van 2007 het snelst hersteld en blijft consumeren ondanks

prijsstijgingen.71 Een voorbeeld kan zijn om luxewagens boven de 150.000 euro zwaarder te

belasten. Een verhoging van enkele procenten kan op zo’n bedrag heel wat opbrengen. Een kleine

kanttekening hierbij is dat luxeproducten regelmatig door vennootschappen worden aangekocht

waarbij de btw dan volledig of gedeeltelijk kan worden afgetrokken.

67

Blomme, P. (2015, 10 februari). Elke sector zijn eigen btw tarief. De Tijd, p. 9 68

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS 13 februari 2009 69

Beslissing Btw, nr. E.T.123.798, dd. 24.01.2014 70

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 79, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 71

OXFAM, “Wealth: having it all and wanting more”, januari 2015, https://www.oxfam.org/sites/www.oxfam.org/files/file_attachments/ib-wealth-having-all-wanting-more-190115-en.pdf

Page 23: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

14

Wie voelt een btw-verhoging?

Een belangrijke discussie is wie een btw-verhoging het hardst treft. Zijn dit de armen, de rijken of de

middenklasse? Hierover bestaat aardig wat onenigheid. Beleidmakers willen vaak de zwakkeren in de

samenleving beschermen. Daarom zijn degelijke en betrouwbare studies nodig om het effect van een

btw-verhoging te kunnen inschatten.

Volgens professor economie aan de Katholieke Universiteit Leuven André Decoster treft een btw-

verhoging vooral de sterke schouders. Naarmate mensen meer welvarend zijn, neemt de extra btw

meer toe.72 Het zijn dus in grote mate de rijken die een btw-verhoging financieren. Maar een btw-

verhoging heeft op iedereen effect. Elke groep van de samenleving is namelijk een consument. Dus

ook minder welvarende mensen zullen een btw-verhoging voelen, zei het in mindere mate. Gert

Peersman, tevens professor economie aan de Universiteit Gent, deelt deze mening. Een btw-

verhoging is volgens hem een impliciete belasting op kapitaal.73 Het betekent dat vermogenden meer

van hun kapitaal moeten aanspreken om te consumeren. Aangezien rijken meer consumeren, zal een

btw-verhoging hen het meest treffen.

Met deze mening is echter niet iedereen het eens. Sp.a is tegen een btw-verhoging omdat het

volgens hen vooral de lagere inkomens treft.74 Lagere inkomens besteden in verhouding tot hun

inkomen meer aan consumptie dan hogere inkomens. Ook de vakbonden delen deze mening.75 De

laagste inkomens worden zwaar getroffen omdat hun inkomen nagenoeg volledig opgaat aan

consumptie.

Beide redeneringswijzen zijn correct, maar wie voelt een btw-verhoging nu het meest? Het zijn

vooral de rijken die nominaal meer btw zullen betalen, maar de armen voelen het meest in hun

portemonnee.

Gevolgen van een btw-verhoging

Een stijging van de btw leidt onvermijdelijk tot een stijging van de prijzen. Die hogere inflatie heeft

dan gevolgen voor de economie in zijn geheel.

72

Decoster, A., & Spiritus, K., “Wie draagt de last van een btw-verhoging?”, 12 november 2012, 2, http://www.flemosi.be/uploads/131/Verdelingseffecten%20BTW-verhoging.pdf 73

Mouton, A. (2014, 25 november). Taxshift: bedrijven winnen, vermogens verliezen. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/taxshift-bedrijven-winnen-vermogens-verliezen/article-normal-326875.html 74

Mondelinge vraag nr. P0280 van de heer Vanvelthoven dd. 12.02.2015 75

BTW verhogen om vermogenden opnieuw te ontzien. (2015, 7 februari). Geraadpleegd op https://openbarediensten.acv-online.be/Images/150207-BTW-verhogen-om-vermogenden-te-ontzien-tcm185-354200.pdf

Page 24: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

15

Een eerste gevolg vinden we in de koopkracht van de consument. Door de hogere prijzen zal deze

met hetzelfde budget minder kunnen aankopen. Het koopgedrag wijzigt richting minder consumptie.

Een daling van de bestedingen is nefast voor de binnenlandse economie. Bedrijven zien hun omzet

afnemen waardoor jobs op de hellingen komen te staan. De grootte van dit effect hangt af van

verschillende factoren. Een belangrijke factor is welke goederen en diensten onderworpen worden

aan de btw-verhoging. Een andere wijziging in het koopgedrag zijn de grensoverschrijdende

aankopen. Door de verhoogde binnenlandse prijzen nemen deze grensoverschrijdende aankopen

toe. Belgen zullen sneller geneigd zijn om hun aankopen in de buurlanden te doen.76

Een tweede gevolg slaat op de loonkosten voor bedrijven. Een prijsstijging zal op relatief korte

termijn leiden tot verhoogde loonkosten via het mechanisme van de automatische loonindexering.77

De lonen worden in België immers aangepast aan de inflatie. Een toename van de prijzen leidt

onherroepelijk tot een toename van de loon- en productiekosten, dus een verdere toename van de

lasten op arbeid. Dit is in strijd met een tax shift want deze wil juist de lasten op arbeid verlagen. Om

die lasten op arbeid te ontzien kan gekozen worden om de automatische loonindexering af te

schaffen. Dan is er geen competitiviteitsverlies voor de bedrijven, maar wel een verzwakking van de

koopkracht aangezien de lonen niet langer de inflatie volgen.78

Dus een afschaffing van de automatische loonindexering verbetert het concurrentievermogen en de

werkgelegenheid, maar leidt wel tot een verdere afname van de koopkracht. Dit is de afweging die

moet worden gemaakt door een regering. De huidige regering-Michel I opteert voor een indexsprong

ten belope van 2% (cf. infra 35, 3.1.2).79 De regering kiest dus voor verbetering van het

concurrentievermogen, maar met enkele beperkte sociale correcties. Om de indexsprong te

verzachten is er de verhoging van de forfaitaire beroepskosten (cf. infra 34, 3.1.2) en de stijging van

de fiscale werkbonus, een correctie op de laagste lonen.80 Door de indexsprong zou een verhoging

van de btw niet automatisch resulteren in een toename van de loonkosten. Om deze reden lijkt het

dan ook een geschikt moment voor een btw-verhoging. In de nieuwste programmawet zijn al enkele

76

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 70, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 77

Mouton, A. (2014, 25 november). Taxshift: bedrijven winnen, vermogens verliezen. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/taxshift-bedrijven-winnen-vermogens-verliezen/article-normal-326875.html 78

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 65, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 79

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 80

Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001

Page 25: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

16

btw- en accijnsverhogingen opgenomen, maar uitgebreid kan je deze niet noemen.81 Minister van

Financiën Johan Van Overtveldt werkt op dit moment (april-mei 2015) binnen de regering een

tweede tax shift uit. De toekomst zal uitwijzen of er ook een btw en/of accijnsverhoging inzit.

Verwacht wordt van wel aangezien de minister al een pleidooi gaf voor een verhoging van de btw.82

Patrick Dewael (Open VLD) sprak zich in het VRT-debatprogramma de Zevende Dag van 19 april 2015

dan weer uit tegen een btw-verhoging. De liberalen vrezen een daling van het aantal jobs door het

verlies aan koopkracht van de consument.

2.1.2 Accijnzen

Inzake accijnzen is net zoals bij de btw een verhoging mogelijk. Deze worden behandeld in het deel

over ecofiscaliteit (cf. infra 16, 2.2). Het regeerakkoord van 9 oktober 2014 voorziet al in een

verhoging van de accijnzen.83

2.2 Ecofiscaliteit

Een tweede mogelijkheid om de lasten op arbeid te verlagen zijn verschuivingen richting milieu of

ecofiscaliteit. Nog meer als inzake consumptie zijn er mogelijkheden om de lasten op milieu op te

trekken. Zowel de OESO als het IMF zien ruimte voor een verhoging van de milieubelastingen in

België.84 De NBB sluit zich hierbij aan. België heeft lagere accijnzen en milieuheffingen dan andere

landen in Europa.85 In 2012 bedroegen de milieubelastingen in België 2,16% van het bbp of 8,1

miljard euro.86 Het EU-gemiddelde lag op 2,4 % van het bbp.87

Om de lasten op milieu te verhogen moet niet enkel gekeken worden naar de federale overheid. Ook

lokale en regionale instanties hebben een uitgebreide milieubevoegdheid. Zo is het Vlaamse Gewest

onder andere bevoegd voor mobiliteit (met uitzondering van de NMBS), waterbeleid en

natuurbehoud. Zelfs buiten België liggen mogelijkheden om de ecofiscaliteit te hervormen. Op

Europees niveau zijn er maatregelen die voor alle EU-lidstaten gelden en op internationaal vlak zijn

er tal van klimaatconferenties. Zo wordt veel verwacht van de volgende klimaattop eind dit jaar in

Parijs.

81

Memorie van Toelichting bij programmawet, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0672/001 82

Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5 83

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 84

IMF, “Belgium: Concluding Statement of the 2015 Article IV Mission”, 15 december 2014, http://www.imf.org/external/np/ms/2014/121514.htm 85

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 27, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 86

Federaal Planbureau, “Milieubelastingen naar economische activiteit”, september 2014, 1, http://www.plan.be/admin/uploaded/201409301421190.Rep_ETEA2014_10846_N.pdf 87

EUROPESE COMMISSIE, “Taxation trends in the European Union”, 2014, 52, http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/gen_info/economic_analysis/tax_structures/2014/report.pdf

Page 26: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

17

2.2.1 Soorten milieubelastingen

Milieubelastingen (met inbegrip van accijnzen) kunnen in verschillende categorieën worden

ingedeeld. Eurostat maakt gebruik van 4 categorieën: energie, transport, vervuiling en

hulpbronnen.88 Deze opdeling wordt vaak toegepast waardoor het handig is om de verschillende

categorieën met elkaar te vergelijken. Toch is het niet altijd evident om een adequate indeling te

maken (cf. infra 18, 2.2.1, Bedrijfswagens). Hoewel de belastingen op energie 59% van de totale

milieubelastingen bedragen (zie figuur 3), zijn de heffingen op energie te laag. In vergelijking met

andere Europese landen wordt energie te weinig belast, maar er zijn uitzonderingen.89 Zo liggen de

lasten op elektriciteit voor bedrijven hoger dan in onze buurlanden. Daarentegen geniet het stelsel

van de bedrijfswagens veel fiscale voordelen. Een reden waarom het Federaal Planbureau wijst op

een aanpassing van de lasten op bedrijfswagens.90

Elektriciteit

De elektriciteitsbelastingen in België zijn heel uitgebreid en verschillen per gewest door zowel de

federale als regionale bevoegdheden. De heffingen op elektriciteit vormen voor de bedrijven al een

zware last. Vandaar dat een verschuiving richting ecofiscaliteit niet meteen bij elektriciteit moet

worden gezocht. De heffingen zitten op een hoger niveau dan in de buurlanden waardoor er een

energiehandicap ontstaat.91 Die energiehandicap en bijgevolg verzwakte concurrentiekracht ligt niet

alleen bij de heffingen op elektriciteit. De onzekerheid over de kerncentrales en de beperkte

88

EUROSTAT, “Environmental taxes: a statistical guide”, 2013, 11, http://ec.europa.eu/eurostat/documents/3859598/5936129/KS-GQ-13-005-EN.PDF 89

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 27, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 90

FEDERAAL PLANBUREAU, “Onze consumptie en productie houdbaar maken”, maart 2015, 122, http://www.plan.be/admin/uploaded/201504020955410.REP_TFDO2015_10985_N_print.pdf 91

FEBELIEC, “High electricity cost chases industry away out of Belgium. Governments must urgently introduce energy norm.”, 1 april 2015, http://www.febeliec.be/data/1427875089Persbericht%20Deloitte_20150401_ENG.pdf

Bron: INR

Figuur 3: Verdeling volgens type milieubelasting (gemiddelde 2008-2012)

Page 27: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

18

invoercapaciteit vormen mee de oorzaak van de hoge elektriciteitsfactuur voor de Belgische

bedrijven, maar ook voor de gezinnen. Het mechanisme van vraag en aanbod speelt hierbij zijn rol.

Een beperkt aanbod leidt tot een hoge prijs.

Bovendien heeft de regering-Michel I beslist om intercommunales aan de vennootschapsbelasting te

onderwerpen.92 Dit kadert in het creëren van loyale fiscale concurrentie tussen de overheid- en

privésector. Discriminerend is dat sommige overheidsbedrijven in concurrentie treden met de

privésector zonder vennootschapsbelasting te betalen. Deze nieuwe maatregel wil de oneerlijkheid

wegwerken, maar zorgt mogelijks voor een verhoging van de elektriciteitsfactuur.

Distributienetbeheerder Eandis is één van die intercommunales die voorlopig was vrijgesteld. Het

bedrijf staat in voor het distributienetwerk van aardgas en elektriciteit in heel wat Vlaamse

gemeenten. Als Eandis aan de vennootschapsbelasting wordt onderworpen, zal het die

hoogstwaarschijnlijk doorrekenen aan haar klanten. Toch bizar aangezien de vennootschapsbelasting

een belasting is op de winst.93 Misschien daarom dat Eandis zelf een forse prijsstijging ontkent.94

Ondanks de hoge elektriciteitsprijzen suggereert de Hoge Raad van Financiën een belasting op het

huishoudelijke energieverbruik.95 Er is namelijk een positief verband tussen het inkomen en de

verbruikte hoeveelheid aan energie.96 Bovendien betalen de lagere inkomens procentueel (verbruik

t.o.v. inkomen) een hogere energieprijs. Als herverdelingseffect en om het energieverbruik te

verminderen, kan een belastingverhoging voor de hogere inkomens overwogen worden.

Bedrijfswagens

Een bedrijfswagen verwijst in deze masterproef naar andere dan uitsluitend voor bezoldigd vervoer

van personen gebruikte personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen97 die eigendom

zijn van een vennootschap. De belastingen op die bedrijfswagens zijn erg uiteenlopend en kunnen

niet in één categorie (Eurostat) worden onderverdeeld. De verkeersbelastingen bevinden zich onder

de transportbelastingen. Belastingen op brandstof zitten dan weer bij de energiebelastingen.

Daarnaast wordt er nog een voordeel van alle aard of voordeel in natura toegekend aan de

werknemer of bedrijfsleider die het voertuig kosteloos ter beschikking krijgt voor privégebruik. Dit

92

Programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014 93

De Groote, P. (2015, 15 april). ‘Burger mag twee keer te veel betalen’. De Tijd, p. 5 94

De Roo, M. (2015, 10 april). “ Eandis ontkent forse stijging stroomfactuur”. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Eandis_rekent_vennootschapsbelasting_door_aan_klant.9620825-3136.art 95

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 80, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 96

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Het belastingbeleid en het leefmilieu”, september 2009, 92, http://financien.belgium.be/nl/binaries/HRF_fisc_milieu_2009_tcm306-242782.pdf 97

Art. 65 WIB 1992

Page 28: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

19

gebeurt op basis van de cataloguswaarde, de CO2-uitstoot, het type brandstof en de leeftijd van de

wagen. Op basis van de CO2-uitstoot kan het voordeel van alle aard (VAA) onder de categorie

belastingen op vervuiling vallen. Van de vier categorieën worden er dus drie benut door de

bedrijfswagens. Hieruit blijkt dat het niet eenvoudig is om alle milieubelastingen in kaart te brengen.

De lasten op bedrijfswagens zijn zowel op federaal als op Vlaams niveau te vinden. Zo is vanaf 1

januari 2011 het Vlaamse Gewest bevoegd voor de belasting op de inverkeerstelling (BIV) en de

jaarlijkse verkeersbelasting.98 De BIV is een belasting op het inverkeerstellen van nieuwe of

tweedehands wagens op de openbare weg. Het is een eenmalige belasting waarbij de belastbare

grondslag afhankelijk is van de volgende factoren: CO2-uitstoot, uitstoot fijn stof, brandstoftype en

euronorm. De verkeersbelasting hangt dan weer af van de aard van het voertuig bv.

personenwagens, kampeerwagens, lichte vrachtwagens, … Deze belastingen zijn voor de meeste

bedrijven een bagatel in hun totale kosten. Bovendien zijn ze aftrekbaar afhankelijk van de CO2-

uitstoot per kilometer en het type brandstof van de wagen (zie tabel 1).99 De niet-aftrekbare kosten

worden opgenomen in de verworpen uitgaven van de vennootschap waar ze onderworpen zijn aan

de vennootschapsbelasting.

De brandstofkosten van de bedrijfswagen zijn voor 75% aftrekbaar.100 Deze bevatten ook de niet-

aftrekbare btw en de accijnzen (gewone accijns, bijzondere accijns en energiebijdrage). De btw op

bedrijfswagens is voor maximaal 50% aftrekbaar101 waardoor de niet-aftrekbare btw mee wordt

opgenomen in kosten. De accijnstarieven voor de meest gebruikte brandstoffen zijn op 1 januari

2015 de volgende: 0,77 euro/liter voor benzine en 0,48 euro/liter voor diesel.102 De heffingen maken

toch 1/3de uit van de brandstofprijs.

Ondernemingen die een bedrijfswagen ter beschikking stellen zijn sinds 1 januari 2005 een CO2-

solidariteitsbijdrage verschuldigd, ook wel CO2-taks genoemd. Op voorwaarde dat de bedrijfswagen

ook privé wordt gebruikt, dus voor woon-werkverkeer of eigen privéverplaatsingen. De CO2-

solidariteitsbijdrage hangt af van de CO2-uitstoot en het type brandstof van de wagen. Er is ook een

minimum aan verbonden die op 1 januari 2014 25,10 euro/maand bedroeg. De kost is voor de

onderneming aftrekbaar op basis van art. 52, 3°, a WIB 1992.103 Dit betekent dat de CO2-

98

AGENTSCHAP VLAAMSE BELASTINGSDIENST, “Tarieven van de verkeersbelasting”, 2012, http://koba.minfin.fgov.be/commande/pdf/Folder-tarievenVB-2012.pdf 99

Art. 198 bis WIB 1992 100

Art. 66, §1 WIB 1992 101

Art. 45, §2 Wetboek BTW 102

Wijziging in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2015. (2014, 17 december). Geraadpleegd op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/2014/12/17/wijziging-in-de-belastingheffing-met-ingang-van-2015.html 103

Vr. en Antw. Kamer, 11 januari 2008, nr. 011, 1609-1610 (Vr. nr. 56 Devlies)

Page 29: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

20

solidariteitsbijdrage een personeelskost is en geen autokost. Bijgevolg is de bijdrage 100% aftrekbaar

binnen de vennootschap.

Een aanzienlijkere kost voor de onderneming zijn de effectieve autokosten van de wagen zoals

aanschaffingsprijs of huurprijs, onderhoudskosten, pechverhelping… Deze kosten zijn aftrekbaar in

functie van de CO2-uitstoot en het type brandstof van de wagen (zie tabel 1).104 Zo zijn elektrische

wagens voor 120% aftrekbaar. Toch is 100% correcter aangezien 20% nog belast wordt bij ontbinding

van de vennootschap.

Diesel Benzine Aftrekpercentage 0 gram 0 gram 120%

< 60 gram < 60 gram 100%

61 - 105 gram 60 - 105 gram 90%

106 - 115 gram 106 - 125 gram 80%

116 - 145 gram 126 - 155 gram 75%

146 - 170 gram 156 - 180 gram 70%

171 - 195 gram 181 - 205 gram 60%

> 195 gram > 205 gram 50%

Tabel 1: Aftrekbaarheid autokosten

De werknemer of bedrijfsleider die het voertuig ter beschikking krijgt dient een voordeel van alle

aard te betalen voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig als

bedoeld in artikel 65 WIB 1992.105 Het VAA is geen last voor de vennootschap, maar belast in de

personenbelasting. De formule om het VAA te berekenen is de volgende: cataloguswaarde x leeftijd x

CO2-coëfficiënt x 6/7.106 De cataloguswaarde is de catalogusprijs in nieuwe staat bij verkoop aan een

particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde btw, zonder rekening te houden met een korting.

De leeftijd wordt bepaald aan de hand van een tabel waarbij een oudere wagen een lager VAA

oplevert (zie tabel 2).

104

Art. 198 bis WIB 1992 105

Art. 36 WIB 1992 106

Art. 36 WIB 1992

Tabel 2: VAA leeftijd bedrijfswagen

Page 30: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

21

De CO2-coëfficient is afhankelijk van de CO2-uitstoot van de wagen. Voor inkomstenjaar 2015 geldt

een CO2-basispercentage van 5,5% voor een benzinemotor van 110 g/km (referentie-CO2-uitstoot)

en een dieselmotor van 91 g/km (referentie-CO2-uitstoot).107 Per gram CO2 de bedrijfswagen meer

of minder uitstoot, vermeerdert of vermindert de CO2-coëffciënt met 0,1% met een maximum van

18% en een minimum van 4%. Elektrische wagens komen bijgevolg op 4% uit. Elk jaar daalt de

referentie-CO2-uitstoot een paar gram waardoor het belastbaar voordeel toeneemt, tenzij de

bedrijfswagen al aan het plafond van 18 of 4 procent zit.108 Het voordeel wordt berekent aan de hand

van deze componenten. Echter mag het VAA nooit minder bedragen dan 1250 euro per jaar

(inkomstenjaar 2014 en 2015).109 Om ondernemingen meer richting milieuvriendelijke wagens te

sturen, onderzoekt de regering-Michel I of dit minimale voordeel kan worden afgeschaft.110 Wagens

met een lage uitstoot zitten onder het minimum van 1250 euro per jaar, maar genieten er op dit

moment niet van.111

Sinds aanslagjaar 2013 wordt ook een deel van het VAA belast binnen de vennootschap. 17% van het

VAA wordt niet aangemerkt als beroepskost en is onderdeel van de verworpen uitgaven.112 Toch is er

een correctie op die verworpen uitgaven om dubbele belasting te vermijden. Werknemer of

bedrijfsleider worden immers belast op het voordeel waar ook de kosten van het privégebruik

inzitten. Die kosten gedragen door de vennootschap zijn echter beperkt aftrekbaar (verworpen

uitgaven) waardoor ook de vennootschap hierop belastingen betaalt. Daarom mag de vennootschap

deze dubbele belasting in mindering brengen van de verworpen uitgaven.113

Via de juiste optimalisatietechnieken en fiscale kennis kunnen bedrijfswagens erg voordelig zijn voor

zowel werknemer als werkgever. De oorzaak voor die subsidiëring ligt bij de lasten op arbeid.

Bedoeling was om de lasten op arbeid te verlagen via de bedrijfswagens. Een bedrijfswagen maakt

immers deel uit van het loonpakket. Hierop worden echter geen sociale zekerheidsbijdragen betaalt,

maar wel de CO2-solidariteitsbijdrage. Toch is het een grote last die wegvalt voor de onderneming.

Door dergelijke maatregelen bevindt de bedrijfswagen zich in een gunstig fiscaal regime waar de

107

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig, BS 22 december 2014 108

Bedrijfswagens zwaarder belast. (2014, 23 december). Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20141223_01443696 109

Art. 36 WIB 1992 110

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 111

Janssens, K. (2014, 9 oktober). Nieuwe regering focust op rechtszekerheid en transparantie. Fiscale actualiteit, nr. 34, p. 1-4 112

Art. 198, §1, 9° WIB 1992 113

Circulaire nr. Ci.RH.243/633.725 dd. 17.07.2014

Page 31: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

22

belastingbetaler voor opdraait.114 Naast het fiscaal voordeel is er ook een maatschappelijk probleem.

We staan steeds langer in de file en daar zitten de vele bedrijfswagens voor iets tussen. De

uitbreiding van het wegennetwerk in België zal daarin maar weinig soelaas brengen.115 Daarnaast zijn

er nog de gevolgen voor het milieu. De OESO pleit al langer om de lasten op bedrijfswagens te

herzien, want dit is niet meer van deze tijd.116 De regering-Di Rupo I heeft in 2012 wel initiatieven

genomen om de bedrijfswagens anders en meestal zwaarder te belasten. Wagens met een lagere

CO2-uitstoot en een lagere cataloguswaarde zijn daardoor populairder geworden, maar grote

veranderingen blijven voorlopig uit. Misschien heeft de aanpassing wat tijd nodig of moeten verdere

initiatieven worden genomen bv. door het minimale VAA af te schaffen, maar de tijd voor

verandering is beperkt (cf. infra 22, 2.2.2).

2.2.2 Een goede keuze

Een groene tax shift komt meer en meer op het voorplan. De belastingen op milieuvervuilende

producten en gebruiken moeten immers omhoog. Daarover groeit een wereldwijde consensus. De

opwarming van de aarde is steeds uitdrukkelijker aanwezig en de gevolgen worden beter zichtbaar.

Ondanks alle wetenschappelijke onderzoeken blijven ingrijpende maatregelen uit. Het zijn vooral de

beleidmakers die hun kop in het zand steken. Ze vrezen economische groei te verliezen en durven

niet naar behoren te handelen. Bovendien vertoeven sommige politici in hun eigen geloof. Volgens

Amerikaans senator James Inhofe is de opwarming van de aarde de grootste hoax die ooit aan het

Amerikaanse volk is opgedrongen.117 De verontwaardiging op dergelijke uitspraken neemt

internationale proporties aan. Wetende dat hij zetelt als Republikeins voorzitter van een

klimaatcommissie versterkt de ongerustheid.

Die klimaatverandering en de toenemende vervuiling kan leiden tot een daling van de

groeiverwachtingen en de levensstandaard.118 Zeker in een land als België met een hoge

bevolkingsdichtheid zijn de gevolgen niet te onderschatten. Om onze levensstandaard te behouden,

114

Sinardet, D. (2014, 26 november). File shift: zet voordelen bedrijfswagens om in daling lasten op arbeid. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/opinie/column/File_shift_zet_voordelen_bedrijfswagens_om_in_daling_lasten_op_arbeid.9571782-2337.art 115

Proost, S. (2015, 8 april). “We moeten stoppen met mobiliteit te subsidiëren”. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/we-moeten-stoppen-met-mobiliteit-te-subsidieren/article-normal-560453.html?utm_source=facebook&utm_medium=social&utm_campaign=trends 116

Brockmans, H. (2014, 2 oktober). Fiscaal voordeel bedrijfswagen is niet van deze tijd. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/fiscaal-voordeel-bedrijfswagen-is-niet-van-deze-tijd/article-opinion-433807.html 117

Senator brengt sneeuwbal mee, want "opwarming aarde is nonsens". (2015, 5 maart). Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/nieuws/buitenland/1.2259112 118

OECD, “Greener Growth in the Belgian Federation”, 29 september 2011, http://www.oecd-ilibrary.org/docserver/download/5kg51mbq589w.pdf?expires=1427706359&id=id&accname=guest&checksum=325536FDC38C73EC8B718653BF7A52D5

Page 32: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

23

dringt een wijziging zich op. Zo is de luchtvervuiling in steden als Brussel en Antwerpen

verontrustend. Om dit op te lossen krijgen milieubelastingen de voorkeur op milieusubsidies.119

Milieusubsidies pakken het gedrag van de vervuiler niet aan, maar belonen enkel wie goed doet. De

vooropgestelde gedragswijziging is veel beperkter. Ook op budgettair gebied zijn milieubelastingen

een stuk voordeliger. Ze leveren in tegenstelling tot milieusubsidies een opbrengst op. Die nieuwe

inkomsten zorgen voor een dubbel dividend. Ten eerste het realiseren van een groene tax shift met

jobcreatie tot gevolg, ten tweede een positieve impact op ons (leef)milieu.120

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt lijkt geen voorstander van milieubelastingen. Hogere

milieubelastingen leiden tot een gedragswijziging waardoor ze op termijn niks zullen opbrengen.121

Daar zit natuurlijk wel iets in. Toch is kiezen voor ecofiscaliteit een goede keuze omdat juist die

gedragswijziging er moet komen. Op korte termijn zullen hogere milieubelastingen wel degelijk iets

opbrengen voor de overheid. Bovendien zal er op middellange en lange termijn een gedragswijziging

plaatsvinden. Daarmee slaat de overheid meteen twee vliegen in één klap.

Dit kan verduidelijkt worden met een praktijkvoorbeeld. De huidige regering schaft de milieuheffing

op wegwerptassen en –zakken af.122 Die heffing heeft namelijk de beoogde gedragswijziging

verwezenlijkt waardoor de opbrengsten fors zijn teruggevallen. De administratieve kosten liggen

zelfs boven de opbrengsten. Mensen nemen nu zelf zakken mee naar de winkel of gebruiken

hernieuwbare tassen. Het milieu wordt ontzien en de heffing heeft wel degelijk opbrengsten

gegeneerd voor de staat. Waarom zou een milieuheffing dan geen goede optie zijn?

Elke medaille heeft echter een keerzijde. De hoogte van milieubelastingen hebben een invloed op

het concurrentievermogen.123 Hogere milieubelastingen doen het concurrentievermogen afnemen.

Wat niet de bedoeling is van een tax shift. Een tax shift beoogt precies het verlagen van de lasten op

arbeid waardoor het concurrentievermogen verbetert. Dit effect mag niet uit het oog worden

verloren. De invloed op het concurrentievermogen hangt af van wie de milieubelastingen dient te

voldoen. Voor bedrijven zijn nieuwe milieubelastingen een extra kost die hun concurrentiekracht

beïnvloeden.

2.3 Vermogen

119

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Het belastingbeleid en het leefmilieu”, 6, september 2009, http://financien.belgium.be/nl/binaries/HRF_fisc_milieu_2009_tcm306-242782.pdf 120

Vanschoubroek, C. (2015, 7 april). Groene tax shift levert duizenden banen op. Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20150406_01617633 121

Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5 122

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 123

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Het belastingbeleid en het leefmilieu”, september 2009, 9, http://financien.belgium.be/nl/binaries/HRF_fisc_milieu_2009_tcm306-242782.pdf

Page 33: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

24

Ten slotte biedt ook vermogen een alternatief om de lasten op arbeid te verlagen. Die lasten op

vermogen zijn erg omstreden. Heel wat mensen willen hun mening geven waardoor contradicties

ontstaan bv. of België vermogen nu zwaar belast of niet. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt

in eerste instantie van wel. België zit met de 4de hoogste lasten op vermogen in de EU na

respectievelijk Luxemburg, Italië en Frankrijk.124 10% van het bbp zijn heffingen op kapitaal (zie tabel

3).

Er wordt een opsplitsing gemaakt tussen de vermogens- en vermogenswinstbelastingen. De

vermogensbelastingen (inclusief transactiekosten) zijn goed voor 4,1% van het bbp waarbij vastgoed

de grootste inkomstenbron is met 3,4% van het bbp.125 De vermogenswinstbelastingen bestaan uit

behaalde inkomsten zoals winsten, dividenden, interesten, meerwaarden… De ondernemingswinsten

zorgen hier met 3,1% van het bbp voor de grootste inkomstenbron (zie tabel 3).

Eurostat en de Europese Commissie hanteren echter een brede definitie van het begrip kapitaal bv.

inclusief successierechten. Waarin de discussie bestaat of successierechten behoren tot een

vermogensbelasting. Naast de brede definitie leidt ook de toegepaste indicator tot kritiek. Het

percentage van het bbp kan een misleidend beeld vertonen. België haalt veel inkomsten uit

vermogen, maar komt dit door de hogere tarieven of omdat er veel vermogen aanwezig is in België.

Lage tarieven op een groot vermogen genereren immers ook veel opbrengsten. Dit is de reden

waarom Luxemburg helemaal bovenaan staat in de lijst. Veel gezinnen en bedrijven zitten met hun

124

EUROPESE COMMISSIE, “Taxation trends in the European Union”, 2014, http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/gen_info/economic_analysis/tax_structures/2014/report.pdf 125

EUROPESE COMMISSIE, “Taxation trends in the European Union”, 2014, 50, http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/gen_info/economic_analysis/tax_structures/2014/report.pdf

Bron: EC

Tabel 3: Belastingen op consumptie, arbeid en kapitaal in % van het bbp (cijfers 2012)

Page 34: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

25

vermogen in het Groothertogdom Luxemburg omwille van de voordelige tarieven, denk maar aan

LuxLeaks (cf. supra 8 , 1.3.2). Dit fenomeen speelt ook in België, maar toch in mindere mate. Zo

bedraagt de impliciete belastingvoet op vermogen (belastinginkomsten t.o.v. belastbare basis)

35,5%. En ook daarmee staat België vanboven in Europa, meer precies op plek vijf.126

Vermogens worden dus al zwaar belast in België. Waarom maken oppositie en vakbonden dan een

strijdpunt van de vermogens(winst)belasting? Zij willen dat de grote vermogens meer bijdragen.

Daarin behoort België inderdaad niet tot de Europese top. De gewone man uit de straat betaalt een

groot stuk. Zij betalen mee via de registratie- en successierechten, maar ook via de roerende en

onroerende voorheffing. De middenklasse bezit en verkoopt immers vaak een woning, hebben wat

geld belegd in beleggingsinstrumenten (spaar- en termijnrekeningen, obligaties, aandelen, …),

ontvangen gelden uit nalatenschappen, … Deze zijn dan ook de vier belangrijkste

vermogensinkomstenbronnen in België.127 De Hoge Raad van Financiën erkent dit gegeven. In

vergelijking met andere landen wordt vermogen zelf niet zwaar belast, maar wel de

vermogenstransacties en overdrachten.128 Die overdrachten zijn niet specifiek op de grote

vermogens gericht.

Het rechtvaardigheidsgevoel bij de burgers speelt een grote rol. Een vaak gebruikt cliché is dat de

rijken steeds rijker worden en bijgevolg de armen armer. Net als het begrip grote vermogens, zijn

arm en rijk in deze context subjectief. Wat zijn grote vermogens? Wanneer zijn mensen arm of rijk?

Ondanks de subjectiviteit wijzen de cijfers wel op een vermogens- en inkomstenongelijkheid zoals

Thomas Piketty (2014) neerschreef in zijn recentste boek.129 Ook al is de inkomstenongelijkheid in

België gedurende het jaar 2014 afgenomen, de grote ongelijkheid blijft bestaan. De rijkste 10% van

de bevolking bezit immers 44% van alle rijkdom.130

Een ander heikel punt is dat inkomsten uit kapitaal niet uniform worden belast.131 Niet alle

vermogenswinstbelastingen wegen even zwaar door. De bewegingsruimte speelt zich dan ook eerder

126

EUROPESE COMMISSIE, “Taxation trends in the European Union”, 2014, http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/gen_info/economic_analysis/tax_structures/2014/report.pdf 127

Michielsen, S., & Vervenne, V. (2014, 18 november). België geen paradijs voor vermogens. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_economie/Belgie_geen_paradijs_voor_vermogens.9568910-3148.art?utm_medium=twitter&utm_source=dlvr.it 128

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 129

Piketty, T. (2014). Kapitaal in de 21ste eeuw. Amsterdam: De Bezige Bij. 130

Kuypers, S., & Marx, I., “De verdeling van de vermogens in België”, mei 2014, http://www.centrumvoorsociaalbeleid.be/sites/default/files/D%202014%206104%2001_mei%202014_0.pdf 131

IMF, “Belgium: Concluding Statement of the 2015 Article IV Mission”, 15 december 2014, http://www.imf.org/external/np/ms/2014/121514.htm

Page 35: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

26

bij deze vermogenscategorie.132 Zo zijn de meerwaardebelastingen op zowel onroerend als roerend

vermogen beperkt, wat leidt tot een gevoel van onrechtvaardigheid. Vooral in geval van speculatie

rijst de vraag naar hogere lasten. Een optie kan zijn om een nieuwe speculatietaks op aandelen in te

voeren of een algemene meerwaardebelasting op aandelen. De meerwaardebelastingen op aandelen

bedragen in België immers maar 8% van het bbp waarmee België ver onder het OESO-gemiddelde

ligt (zie figuur 4).133

2.3.1 Vermogensbelasting

Zoals reeds aangehaald bestaan belastingen op iemands vermogen al in België. Het betreft dan

hoofzakelijk belastingen op vastgoed. Met deze beperkte vermogensbelasting zijn de vakbonden

echter niet tevreden. Zij pleiten al jaren voor een vergevorderde vermogensbelasting op grote

vermogens. Na alle ophef en opstand van de laatste maanden lijkt het jaar 2015 een ideaal moment

om hun ideeën door te duwen. Als gevolg ontstaan er nieuwe voorstellen of worden oude

voorstellen opnieuw op tafel gelegd.

Vermogenstaks

Als beleidmakers effectief willen dat de grote vermogens meer bijdragen, zoals de vakbonden

suggereren, dan ligt een vermogenstaks het meest voor de hand. Zo’n vermogenstaks gebruikt het

totale vermogen als belastbare basis, dus ongeacht de inkomsten uit dat vermogen. Meer precies

gaat het om het netto eigen vermogen waardoor schulden fiscaal aftrekbaar zijn. Eventueel worden

132

HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, 98, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf 133

OECD, “Taxation of Dividend, Interest, and Capital Gain Income”, 2013, 29, http://www.oecd-ilibrary.org/docserver/download/5k3wh96w246k.pdf?expires=1429385052&id=id&accname=guest&checksum=F72EE553DBA88B541CCC469CC571F305

Bron: OESO

Figuur 4: Meerwaarde op aandelen in % van het bbp (2012)

Page 36: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

27

ook vrijstellingen toegekend bv. voor de eigen woning. Een vermogenstaks wordt bovendien vaak

gelinkt met een ondergrens. Vanaf een bepaald bedrag treedt de belasting in werking bv. wie een

vermogen heeft groter dan 1 miljoen euro, zal aan de belastingen worden onderworpen. Deze

maatregelen zorgen ervoor dat grote vermogens meer bijdragen en minder kapitaalkrachtigen

worden ontzien.

De meerderheidspartijen van de huidige regering-Michel I zijn daar echter geen voorstander van,

maar gesteund door de vakbonden en hun militanten lanceren oppositiepartijen nieuwe voorstellen

zoals een vermogenstaks. Begin 2015 dienden de Franstalige socialisten (PS) zo’n wetsvoorstel in met

vrijstellingen voor de eigen woning en de beroepsgoederen.134 Het betrof een progressieve

vermogensbelasting op vermogens vanaf 1,25 miljoen euro. Het progressieve tarief liep van 0,4% tot

1,5%. Zo zouden de grote vermogens meer moeten bijdragen zonder dat ze hun kapitaal in andere

landen plaatsen (cf. infra 31, 2.3.3). Toch werd het voorstel weggelachen in de economisch wereld.

Rik Torfs, rector aan de Katholieke Universiteit Leuven, antwoorde erg cynisch op het voorstel: “De

PS wil een vermogensbelasting 'op woord van eer'. België, land van innovatie en spitstechnologie.”135

Hiermee verwijst de rector naar het ontbreken van een vermogenskadaster in het wetsvoorstel van

de PS. Burgers moeten zelf hun vermogen schatten en aangeven. Zo vermijdt de overheid de kost

van een vermogenskadaster, maar zullen potentiële belastingplichtigen geen correct beeld geven van

hun vermogen. Dit is de grote moeilijkheid aan een vermogenstaks. Zonder de invoering van een

vermogenskadaster blijft het een absurd en onrealistisch voorstel.

Toch zijn zelfs liberale economen zoals Paul De Grauwe te vinden voor een vermogenstaks.136 Net als

ex-gouverneur van de NBB Luc Coene. Bovendien klopt volgens Coene het tegenargument niet dat

een vermogenskadaster veel tijd en geld kost. Veel vermogensbestanddelen zoals immobiliën en

financiële vaste activa zijn al bekend bij diverse overheidsinstanties.137 En niet alleen op Belgische,

maar ook op Europees en internationaal vlak worden inspanningen geleverd om vermogens beter in

kaart te brengen (cf. infra 31, 2.3.3). Die transparantie zal de komende jaren alleen nog maar

toenemen waardoor een vermogenskadaster niet ver weg lijkt. Of er daarmee ook een

vermogenstaks komt, is totaal iets anders.

134

Wetsvoorstel tot instelling van een belasting op de grote vermogens, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr. 54 0960/009 135

Torfs, R. (2015, 5 januari). Geraadpleegd op https://twitter.com/torfsrik/status/551993816631500800 136

De Grauwe, P. (2014, 16 december). Jawel, er bestaan vermogensbelastingen die de middenklasse sparen. Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/opinie/jawel-er-bestaan-vermogensbelastingen-die-de-middenklasse-sparen-a2152991/ 137

Van Lierop, T., Van Droogenbroeck, M., & De Greef, J. (2014, 19 december). Coene: "Beter vermogensbelasting dan vermogenswinstbelasting". Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.2186818

Page 37: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

28

2.3.2 Vermogenswinstbelasting

De vermogenswinstbelasting is een breed begrip, maar toch wordt vooral richting

meerwaardebelastingen gekeken aangezien deze in België lager liggen dan in andere EU-landen.138

De meerwaarde op vastgoed en de meerwaarde op aandelen komen hierbij meest aan bod. Als je de

recente uitspraken van politici, fiscalisten, economisten, … mag geloven, heeft een

meerwaardebelasting op aandelen de meeste slaagkans. Vastgoed wordt immers al behoorlijk belast

via vermogensbelastingen en transacties op vermogen, maar ook meewaardebelastingen op

vastgoed bestaan al. Toch zijn ook hier aanpassingen nodig zoals het verouderde systeem van het

kadastraal inkomen die gebaseerd is op het jaar 1975.

Zoals het vermogenskadaster een pijnpunt is voor een vermogensbelasting, zo is de volatiliteit een

struikelblok inzake vermogenswinstbelasting. De inkomsten hangen af van periode tot periode en

zijn bijgevolg geen vaste inkomstenbron voor de overheid. Een eventuele meerwaardebelasting op

aandelen brengt in het jaar 2013 veel meer op dan in een crisisjaar als 2008.139

Meerwaarde op aandelen

Volgens professor aan de Katholieke Universiteit Leuven Jozef Palcolet treft een

meerwaardebelasting op aandelen in eerste instantie de grote vermogens. Rechtstreeks beleggen in

aandelen is immers maar weggelegd voor 15% van de Belgen.140 Toch een belangrijke drijfveer om

een nieuwe vermogensheffing in te voeren. Maar door verschillende factoren zoals de lage rente, de

lage olieprijs, de quantitative easing van de ECB (opkopen van staatspapier), … beleggen steeds meer

particulieren in aandelen.141 Het beurssucces van het biotechbedrijf Biocartis illustreert dit

fenomeen. Heel veel particulieren tekenden in op de beursgang van het bedrijf.142 Al is de hype van

de biotechbedrijven ook een reden voor het succes.

Om aandelen zwaarder te gaan belasten, mag niet enkel naar de verwezelijkte meerwaarde worden

gekeken. De beurstaks of taks op beursverrichtingen maakt ook onderdeel uit van de heffing op

aandelen. Deze weegt steeds zwaarder door na de verhogingen van de laatste jaren (cf. infra 37,

3.2.2).

138

OECD, “Taxation of Dividend, Interest, and Capital Gain Income”, 2013, http://www.oecd-ilibrary.org/docserver/download/5k3wh96w246k.pdf?expires=1429385052&id=id&accname=guest&checksum=F72EE553DBA88B541CCC469CC571F305 139

Palcolet, J., De Wispelaere, F., & Vanormelingen, J. “De ontbrekende schakel: een echte meerwaardebelasting voor België”, september 2014, 93, https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/463818/1/Rapport+meerwaardebelasting.pdf 140

Palcolet, J., De Wispelaere, F., & Vanormelingen, J. “De ontbrekende schakel: een echte meerwaardebelasting voor België”, september 2014, 123, https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/463818/1/Rapport+meerwaardebelasting.pdf 141

Reyns, J. (2014, 27 maart). Vlaamse beleggers terug naar de beurs. De Standaard, p. 1 142

Sephiha, M., & Vekeman, J. (2015, 24 april). Stormloop op nieuwe aandelen Biocartis. De Tijd, p. 25

Page 38: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

29

Meerwaarde op aandelen verschillen naar gelang ze belast worden in de personen- of

vennootschapsbelasting. In de personenbelasting is zo’n meerwaarde veelal vrijgesteld waardoor de

keuze om zwaarder te belasten eerder deze richting uitgaat. Bovendien zijn in de

vennootschapsbelasting de meerwaarde op aandelen recentelijk verhoogd.

Meerwaarde op aandelen in de vennootschapsbelasting

Om de begroting op orde te krijgen voerde de regering-Di Rupo I vanaf aanslagjaar 2013 een bredere

meerwaardebelasting in op aandelen voor de vennootschappen.143 Vóór 2013 waren meerwaarde op

aandelen vrijgesteld als aan de taxatievoorwaarden van art. 203 WIB 1992 was voldaan, de DBI-

aftrek. De regering-Di Rupo I voegde er een voorwaarde aan toe. De aandelen moeten een

ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom werden behouden.144 Op

voorwaarde van een positief fiscaal resultaat is de onderneming hierop 25,75% belastingen

verschuldigd (25% afzonderlijk tarief145 + 3% crisisbelasting146). Deze bijkomende voorwaarde belast

een speculatieve heffing. Een optie die ook binnen de personenbelastingen wordt bekeken. Als de

inkomsten van de aandelen echter niet voldoen aan de taxatievoorwoorden van de DBI-aftrek

bedraagt de meerwaardebelasting op aandelen nog steeds 33,99%. Een tarief dat geldt voor

vennootschappen die niet onderworpen zijn aan een normale vennootschapsbelasting.147

Daarnaast introduceerde Di Rupo ook een Tobin taks op aandelen voor grote vennootschappen,

vennootschappen die krachtens art. 15 W. Venn. niet als kleine vennootschap worden aangemerkt.

Vanaf aanslagjaar 2014 is deze belasting van 0,412% (4% afzonderlijk tarief148 + 3% crisisbelasting149)

steeds verschuldigd ongeacht verlies of fiscale aftrekken.150 De Tobin taks heeft dus een forfaitair

karakter.

Deze nieuwe regelgeving verandert niets aan de minderwaarden of waardeverminderingen op

aandelen. Ondanks de belast gerealiseerde meerwaarde blijven de minderwaarden niet aftrekbaar.

Minderwaarden op aandelen geleden naar aanleiding van de gehele verdeling van het

maatschappelijke vermogen van een vennootschap tot ten hoogste het verlies van het gestorte

kapitaal behouden wel hun aftrekbaarheid.151

143

Art. 146 programmawet van 29 maart 2012, BS 6 april 2012 144

Art. 192, §1, lid 1 WIB 1992 145

Art. 217, 2° WIB 1192 146

Art. 463 bis WIB 1992 147

Art. 203, §1 WIB 1992 148

Art. 217, 3° WIB 1992 149

Art. 463 bis WIB 1992 150

Art. 100 programmawet van 27 december 2012, BS 31 december 2012 151

Art. 198, 7° WIB 1992

Page 39: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

30

Sinds de programmawet van 29 maart 2012 genieten tradingvennootschappen (kredietinstellingen,

beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve beleggingen)

een afzonderlijk tarief. Algemeen kan worden beschouwd dat aandelen in de handelsportefeuille niet

zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting, maar de minderwaarden en waardeverminderingen

wel in mindering kunnen worden gebracht.152

Deze maatregelen vormen toch een keerpunt in de Belgische fiscaliteit. Voor het eerst kwam er een

brede meerwaardebelasting op aandelen in de vorm van een speculatietaks. Een verdere uitbreiding

van de meerwaarde op aandelen voor vennootschappen is op dit moment echter niet aan de orde.

Twee opeenvolgende legislaturen eenzelfde verhoging invoeren wordt zelden gesmaakt.

Meerwaarde op aandelen in de personenbelasting: de particuliere belegger

Om de meerwaarde op aandelen te herzien wordt vaak naar de (particuliere) beleggers gelonkt. Wie

immers zijn geld belegt in aandelen en op korte of langere termijn een meerwaarde realiseert is bijna

altijd vrijgesteld van een meerwaardebelasting. De oorzaak hiervoor is te vinden in art. 90, 1° en 9°

eerste streepje WIB 1992, en de daarbij horende rechtspraak. Volgens het relatief recentelijk

ingevoerde art. 90, 9° zijn de meerwaarde op aandelen die een particuliere belegger realiseert naar

aanleiding van de overdracht onder bezwarende titel en buiten het uitoefenen van een

beroepswerkzaamheid belastbaar aan 33%153, tenzij het gaat om normale verrichtingen van beheer

van een privévermogen. Voordeel voor de particuliere belegger is dat de rechtspraak en de

administratie zijn aandelentransacties zelden kwalificeert als abnormaal beheer van privévermogen.

Als er wordt gehandeld als daden van een goede huisvader dan zijn de meerwaarde op aandelen niet

belastbaar. Wat een goede huisvader is, hangt af van geval tot geval en is dus een feitenkwestie. Een

goede huisvader mag zijn geld wel beleggen via de beurs, ook al zijn er risico’s aan verbonden.154

Een meerwaardetaks voor de particuliere belegger bestaat dus zelden of nooit. Als

symboolmaatregel zou een aanpassing van deze meerwaarde op aandelen wel tellen.

Werkgeversorganisatie VBO stelde een speculatietaks voor op aandelen met een

houdbaarheidsperiode van drie maanden. Wie zijn aandelen binnen de drie maanden terug verkoopt

wordt in het voorstel van het VBO belast aan 25%.155 De meeste beleggers zijn uiteraard tegen zo’n

heffing, maar het aantal voorstanders groeit wel. 36% van de beleggers willen een meerwaardetaks

aanvaarden in ruil voor lagere lasten op arbeid.156 Als er in de nabije of verre toekomst een

152

Art. 146-147 programmawet van 29 maart 2012, BS 6 april 2012 153

Art. 171, 1°, a WIB 1992 154

Comm. IB, nr. 90/8 155

Blomme, P., & D’Hoore, J. (2015, 25 april). ‘Tax shift moet naar bedrijven gaan. De Tijd, p. 1 156

Mampaey, S. (2015, 11 april. Ruim helft beleggers tegen meerwaardetaks. De Tijd, p. 1

Page 40: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

31

meerwaardebelasting komt voor de particuliere belegger dan moeten de verliezen ook in mindering

kunnen worden gebracht. Het is maar billijk als de meerwaarde wordt belast dat de minderwaarde

aftrekbaar is. Eventueel kan hierbij ook een vrijstelling worden opgenomen voor de kleine beleggers,

beleggers die een kleine meerwaarde realiseren zoals vandaag al geldt voor de interesten op

spaarboekjes tot 1900 euro per persoon (inkomstenjaar 2014).

2.3.3 Een kapitaalvlucht

Het grote gevaar van hogere lasten op vermogen is een kapitaalvlucht. Dit betekent vermogen

onderbrengen in een ander land waar de vermogensbelastingen lager zijn. Een duidelijk voorbeeld is

Frankrijk. Het Franse parlement voerde onder socialistisch president François Hollande een

zogenoemde rijkentaks of miljonairstaks in. Een taks van 75% voor wie meer dan 1 miljoen euro per

jaar verdient.157 De wet had heel wat voeten in de aarde wegens schending van het

gelijkheidsbeginsel. Een alleenstaande met een inkomen hoger dan 1 miljoen euro werd immers aan

de rijkentaks onderworpen terwijl een echtpaar dat in eerste instantie niet was.158 Na aanpassing

werd de belasting uitbetaald door de werkgevers, maar nog voor de inwerkingtreding kozen vele

rijke Fransen het hazenpad. Ze vertrokken richting landen waar hun vermogens minder worden

afgeroomd. Zo besliste Frans acteur en grootverdiener Gérard Depardieu Frankrijk te ontvluchten

omwille van fiscale motieven. Hij kreeg het Russisch staatsburgerschap waar hij slechts 6%

(inkomstenjaar 2013) belastingen betaalde aan de Russische fiscus.159 Na de vlucht van Franse

grootverdieners en een schamele opbrengt van 420 miljoen euro in 2013 begroef Hollande zijn

rijkentaks.160

Regeringspartijen N-VA en Open VLD zien in dit gegeven het bewijs dat een rijkentaks niet werkt.161

Een kapitaalvlucht is geen verzinsel, maar een reëel gevaar. Vandaar dat binnen de regering-Michel I

niet wordt gesproken van een vermogensbelasting, maar wel van een vermogenswinstbelasting zoals

de meerwaarde op aandelen. De kans op een kapitaalvlucht is daarbij veel beperkter. Bij een

eventuele meerwaardebelasting op aandelen zullen beleggers en investeerders niet meteen

wegtrekken uit België, zeker als in ruil de lasten op arbeid dalen.162 Toch moet worden toegezien dat

institutionele beleggers en grote bedrijven niet door de mazen van het net glippen door bv. hun

157

Ziarczyk, E. (2013, 26 september). Parijs laat bedrijven met rust in begroting. De Tijd, p. 11 158

Mouton, A. (2015, 9 januari). ‘Rijkentaks is zinloos’. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/rijkentaks-is-zinloos/article-opinion-523949.html 159

Dierckx, L. (2014, 31 mei). Depardieu betaalt amper belastingen. De Tijd, p. 10 160

Mouton, A. (2015, 9 januari). ‘Rijkentaks is zinloos’. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/rijkentaks-is-zinloos/article-opinion-523949.html 161

Blomme, P. (2015, 3 januari). Open VLD en NV-A juichen einde Franse rijkentaks toe. De Tijd, p. 3 162

Soenens, D. (2014, 12 november). Ook België is een fiscaal toevluchtsoord. De Morgen, p. 4

Page 41: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

32

aandelenportefeuille te verhuizen of fiscale constructies op te zetten. Sluitende wetteksten zijn

hierbij noodzakelijk.

De laatste jaren worden stappen gezet om dergelijke fiscale constructies in te perken. Al zullen

multinationals altijd meer belastingvoordelen kunnen genieten dan KMO’s of particulieren.

Multinationals kunnen door hun internationaal karakter relatief eenvoudig switchen tussen landen

waardoor een vorm van concurrentie ontstaat. Op deze manier kiezen ze voor de meest gunstige

ligging en ontstaan belastingakkoorden zoals het geval was bij LuxLeaks en BelgoLeaks (cf. supra 8 ,

1.3.2). Overheden gaan vaak in zee met deze grote bedrijven omdat ze nieuwe jobs opleveren.

Hierdoor ontstaat de perceptie dat grote vermogens en bedrijven zich meer kunnen permitteren.

Ondanks de publieke perceptie wordt steeds meer ingezet op informatie-uitwisseling tussen de

verschillende landen. Een belangrijke stap aangezien het anno 2015 ethisch moeilijk ligt dat grote

vermogens zo eenvoudig belastingen kunnen ontwijken.163 Nieuwe wetten worden ingevoerd en

akkoorden tussen landen worden gesloten om deze vorm van kapitaalvlucht tegen te gaan.

Bedoeling is om vermogens wereldwijd in kaart te brengen. Op Belgisch niveau gebeurt dit door

nieuwe verplichtingen op te leggen zoals het verplicht aangeven van buitenlandse rekeningen,

levensverzekeringscontracten, juridische constructies, …164 Op Europees niveau worden richtlijnen

omgezet in nationale wetgeving zoals de Europese Spaar165- en Bijstandrichtlijn166. En internationaal

sluiten landen nieuwe akkoorden zoals het actieplan BEPS (Base Erosion and Profit Shifting) van de

OESO om internationale fiscale optimalisatietechnieken van vennootschappen aan te pakken.167

3. De tax shift door regering-Michel I

Welke pistes er ook worden aangereikt. De regering heeft uiteindelijk het laatste woord. Daarom

wordt gekeken welke maatregelen de regering-Michel I in petto heeft om de lasten op arbeid te

verlagen. Grote veranderingen blijven voorlopig uit, maar de regering engageert zich wel duidelijk

voor een lastenverlaging op arbeid.

163

Mondelinge vraag nr. 0031 van mevrouw Wouters dd. 06.11.2014 164

Art. 307 WIB 1992 165

Art. 338 bis WIB 1992 166

Art. 338 WIB 1992 167

OECD, “Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting”, 2013, http://www.oecd.org/ctp/BEPSActionPlan.pdf

Page 42: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

33

Een eerste tax shift van 2 miljard euro is opgenomen in het regeerakkoord van 9 oktober 2014.168

Alle maatregelen die verder worden besproken maken deel uit van deze eerste tax shift behalve de

werkgeversbijdrage (cf. infra 36 ,3.1.3).

De regering-Michel I heeft de intentie om een tweede tax shift te realiseren.Bedoeling was om deze

tweede tax shift tijdens de begrotingscontrole van eind maart 2015 uit te werken, maar die kwam er

uiteindelijk niet.169 Toch benadrukte premier Charles Michel dat er een tweede tax shift komt. Die

wordt eerst door de minister van Financiën uitgewerkt en daarna volgt overleg binnen de regering.170

In Terzake op Canvas sprak de premier zijn hoop uit om de tweede tax shift vóór 21 juli af te ronden.

Al beseft hij dat het geen eenvoudige opdracht wordt. Uit het recent verleden is immers gebleken

dat er regelmatig schermutselingen bestaan tussen de meerderheidspartijen. Vooral de partijen

N-VA en CD&V doen de bijnaam kibbelregering alle eer aan. Zo sprak minister van Financiën Johan

Van Overtveldt (N-VA) in het kader van de tax shift zijn voorkeur uit om eerst de btw te verhogen.171

CD&V was daar niet over te spreken waarop Van Overtveldt zijn uitspraken nuanceerde.172 Daarnaast

proberen de liberalen de cohesie binnen de regering te vrijwaren.173 De moeilijkste stap moet echter

nog worden gezet namelijk een akkoord bereiken over een tweede en uitgebreide tax shift. Tot nu

toe zijn enkele bescheiden maatregelen genomen om de lasten op arbeid te verlagen en bij

consumptie, milieu of vermogen te halen.

3.1 Lasten op arbeid

3.1.1 Forfaitaire kostenaftrek voor de werknemers

Om de belastbare grondslag te bepalen in de personenbelasting wordt het brutobedrag van de

inkomsten verminderd met de beroepskosten. Deze beroepskosten kunnen op twee manieren

worden berekend. Ofwel kiest de werknemer,bedrijfsleider, meewerkende echtgenoot of vrij

beroeper voor de werkelijke kostenaftrek ofwel voor de forfaitaire kostenaftrek. De werkelijke

kosten zijn aftrekbaar als aan de criteria van art. 49 WIB 1992 zijn voldaan. De belastingplichtige

168

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 169

Mondelinge vraag nr. 1103 van de heer Calvo dd. 06.01.2014 170

Van Overtveldt nuanceert uitspraken over tax shift, Peeters reageert tevreden. (2015, 8 februari). Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/binnenland/van-overtveldt-nuanceert-uitspraken-over-tax-shift-peeters-reageert-tevreden-a2210541/ 171

Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5 172

Van Overtveldt nuanceert uitspraken over tax shift, Peeters reageert tevreden. (2015, 8 februari). Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/binnenland/van-overtveldt-nuanceert-uitspraken-over-tax-shift-peeters-reageert-tevreden-a2210541/ 173

Blomme, P., Lambrecht, K., & Haeck, B. (2015, 8 februari). MR sust uitspraken tax shift Van Overtveldt. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/MR_sust_uitspraken_taxshift_Van_Overtveldt.9597821-3136.art

Page 43: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

34

dient ook rekening te houden met aftrekbeperkingen en extra duidingen in het wetboek zoals art. 52

en 53 WIB 1992. Hieraan verandert echter niets. De regering-Michel I wijzigt wel de forfaitaire

kostenaftrek. Het forfait voor de werknemers wordt verhoogd waardoor zij meer kosten kunnen

aftrekken (zie tabel 4 en 5).174 Wie het forfaitair stelsel toepast, ontvangt vanaf 1 januari 2015 een

hoger nettoloon. Er is een direct effect aangezien het verrekend wordt via de bedrijfsvoorheffing en

niet via de aanslag in de personenbelasting.175

Kostenforfait inkomstenjaar 2014

Percentage Niet-geïndexeerd bedrag Geïndexeerd bedrag

28,7 pct. 0 - 3.750 EUR 0 - 5.710 EUR

10,5 pct. 3.750 - 7.450 EUR 5.710 - 11.340 EUR

5 pct. 7.450 - 12.400 EUR 11.340 EUR - 18.880 EUR

3 pct. > 12.400 EUR > 18.880 EUR

Maximumforfait 2.592,50 EUR Maximumforfait 3.950 EUR

Tabel 4: Forfaitaire kostenaftrek inkomstenjaar 2014

Kostenforfait inkomstenjaar 2015

Percentage Niet-geïndexeerd bedrag Geïndexeerd bedrag

29,35 pct. 0 - 3.775 EUR 0 - 5.760 EUR

10,5 pct. 3.7750 - 7.450 EUR 5.760 - 11.380 EUR

8 pct. 7.450 - 12.700 EUR 11.380 EUR - 19.390 EUR

3 pct. > 12.700 EUR > 19.390 EUR

Maximumforfait 2.676,25 EUR Maximumforfait 4.090 EUR

Tabel 5: Forfaitaire kostenaftrek inkomstenjaar 2015

Het verhogen van de forfaitaire kostenaftrek is een extraatje voor de werknemers. Maar door de

indexsprong (cf. infra 35, 3.1.2) en het niet-indexeren van fiscale aftrekken zoals voor het

pensioensparen houden werknemers niet meer, maar minder over. De forfaitaire kostenaftrek dient

174

Art. 2-4 programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014 175

Koninklijk besluit van 10 december 2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing, BS 16 december 2014

Page 44: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

35

als compensatie maatregel voor de indexsprong.176 Toch verliezen de werknemers uiteindelijk 0,5%

van hun beschikbaar inkomen.177 Bovendien maakt niet elke werknemer gebruik van het forfait. Wie

er wel gebruik van maakt geniet hierop een voordeel van elke tientallen euro’s per maand afhankelijk

van de categorie waarin men zich bevindt (zie bijlage 1.1). Een positief element is dat iemand met

een laag inkomen meer voordeel geniet dan iemand met een hoog inkomen.178 Lagere inkomens

hebben immers meer nood aan een lastenverlaging op arbeid.179

De verhoogde forfaitaire kostenaftrek worden onder meer gefinancierd door de meeropbrengst

inzake btw en accijnzen (cf. infra 36, 3.2.1), en de nieuwe doorkijkbelasting (cf. infra 39, 3.2.4).180

3.1.2 Indexsprong

Om de loonhandicap t.o.v. de buurlanden weg te werken, werd door de meerderheidspartijen op 22

april 2015 een indexsprong goedgekeurd.181 Een maatregel om de concurrentiekracht van de

bedrijven te versterken. Een indexsprong betekent dat het mechanisme van de automatische

loonindexering eenmaal wordt overgeslaan. De lonen, wedden, sociale uitkeringen, toelagen,

premies en vergoedingen worden tijdelijk niet aangepast aan de index der consumptieprijzen.182 Er

ontstaat een lastenverlaging voor de bedrijven doordat de loonkosten dalen. Het zijn echter de

werknemers die ongewild de indexsprong financieren. Hun loon blijft stabiel terwijl de prijzen verder

stijgen. Hierdoor daalt de koopkracht en hoogstwaarschijnlijk ook de consumptie.

De regering-Michel I opteert voor een indexsprong ten belope van 2%. De afgevlakte

gezondheidsindex (index zonder ongezonde producten zoals alcohol, tabakswaren,

motorbrandstoffen, …) wordt tijdelijk geblokkeerd.183 Deze blokkering zal dan permanent haar

impact behouden tot 2% is bereikt.184 Afhankelijk van de sector verschilt de wijze en timing van de

176

Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001 177

Memorie van Toelichting bij programmawet, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0672/001 178

Ontwerp van programmawet, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr. 54 0672/009 179

FEDERAAL PLANBUREAU, “Het Federaal Planbureau analyseert de impact van een lastenverlaging op arbeid op de voornaamste macro-economische doelstellingen van het Nationaal Hervormingsprogramma”, 17 oktober 2007, http://www.plan.be/admin/uploaded/200710171006550.CP_WP1107_nl.pdf 180

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 181

Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001 182

Wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, BS 27 april 2015 183

Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001 184

Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001

Page 45: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

36

indexsprong. Verschillende sectoren hanteren immers andere indexcijfers en

berekeningsformules.185

Het Federaal Planbureau verwacht in 2015 een daling van de nominale arbeidskosten per uur in de

sector van de ondernemingen met 0,1%. Dit is grotendeels toe te schrijven aan de pas goedgekeurde

indexsprong.186 Ook de macro-economische modellen van de NBB wijzen op postieve effecten. De

NBB verwacht door de indexsprong een postitieve impact op de werkgelegenheid in 2016 en op de

economische groei vanaf 2017.187 Omwille van deze effecten heeft de regering-Michel I een

indexsprong ingevoerd. Bedoeling is om zoveel mogelijk mensen een job aan te bieden.188 Om de

uitgaven in de sociale zekerheid te doen dalen, is inzetten op dergelijke jobcreatie essentieel.

3.1.3 Werkgeversbijdrage

Via het regeerakkoord beloofde de regering-Michel I een verdere lastenverlaging voor de

werkgevers. Ze wil het basispercentage van de werkgeversbijdragen tegen het einde van de

legislatuur (2019) op 25% brengen.189 Op dit moment verschilt de gewone werkgeversbijdrage voor

arbeiders en bedienden. Het basispercentage voor arbeiders bedraagt 38,43% en voor bedienden

32,43%.190 Deze percentages wil de regering tegen 2019 richting 25% brengen. Al bestaan vandaag

ook al werkgeversbijdragen van 25% of lager voor specifieke categorieën zoals de laagste lonen.

3.2 Lasten op consumptie, milieu of vermogen

3.2.1 Btw en accijnzen

Om nieuwe middelen te vinden tijdens een begrotingscontrole zijn btw en accijnzen vaak een

populair middel. Een verhoging inzake btw en accijnzen kan echter ook dienen om de lasten op

arbeid te verlagen.

Het regeerakkoord voorzag in een aantal btw-maatregelen waarvan voorlopig één effectief

uitwerking kreeg. Deze bevindt zich in de telecommunicatiesector. Sinds 1 januari 2015 zijn

185

De Rouck, P. (2015, 19 maart.) Wat betekent indexsprong voor uw loon? Geraadpleegd op http://netto.tijd.be/loopbaan/Wat_betekent_indexsprong_voor_uw_loon.9612731-2211.art 186

FEDERAAL PLANBUREAU, “De vooruitzichten voor de Belgische economie worden gekenmerkt door een groeiherneming, een bestendige jobcreatie en een daling van het overheidstekort”, 12 mei 2015, http://www.plan.be/admin/uploaded/201505121150100.PC_eco_vooruitzichten_mei_2015.pdf 187

NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, 26, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf 188

Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001 189

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 190

Welke bijdragen betaalt de werkgever bovenop het brutoloon? (2015, 1 januari). Geraadpleegd op http://www.securex.eu/lexgo.nsf/vwFicheByCategory_nl/8FC72DB00DAA2144C12579F800258ED3?OpenDocument#.VU98RiHtmko

Page 46: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

37

elektronische diensten aangeboden door Europese buitenlandse ondernemingen aan Belgische

particulieren onderworpen aan de Belgische btw.191 Het betreft de omzetting van een Europese

richtlijn. Er is echter geen tariefwijziging, maar een aanpassing van de bestemmingsregel. Vanaf 1

januari 2015 is de aanbieder van elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio- en

televisie-omroepdiensten binnen de EU btw verschuldigd in de lidstaat van de afnemer, en niet

langer waar de aanbieder van de dienst gevestigd is. Stel dat een Belgische particulier een download

uitvoert online, dan ontvangt de Belgische schatkist nu de verschuldigde btw. Dit zou een extra

opbrengst van 10 miljoen euro opleveren.192

De regering-Michel I engageert zich ook om de vrijstelling inzake esthetische chirurgie af te schaffen

en het verlaagd tarief voor werken in onroerende staat aan privé-woningen te wijzigen. De

ouderdomsvereiste zou van 5 naar 10 jaar gaan.193 Deze beslissingen kregen echter nog geen

uitwerking. De regering wil eerst de mogelijke impact onderzoeken.

De accijnzen op dranken werden vanaf 1 januari 2015 opnieuw geïndexeerd behalve voor de bieren.

Een opbrengst van 23 miljoen euro wordt hierop verwacht.194 De accijnzen op tabak ondergingen ook

een wijziging. Een specifieke accijns werd ingevoerd in functie van de hoeveelheid en niet langer in

functie van de prijs, goed voor een verwachte meeropbrengst van 100 miljoen euro.195 De verhoging

van de accijnzen op diesel zoals neergeschreven in het regeerakkoord kent pas uitwerking in 2016.

Hierbij wordt het cliquet-systeem toegepast.196 Een systeem waardoor een prijsdaling aan de pomp

wordt afgeroomd door de overheid. Consumenten voelen daardoor een eventuele prijsdaling niet of

in mindere mate.

3.2.2 Beurstaks

De beurstaks of taks op beursverrichtingen kende sinds de aantreding van de regering-Di Rupo I eind

2011 forse stijgingen. Afhankelijk van het beleggingsproduct is een verdubbeling of verdrievoudiging

van het belastingtarief niet uitzonderlijk. De huidige regering-Michel I zet hier verder op in.

Op 1 januari 2015 steeg de beurstaks op aandelen en kapitalisatiefondsen. Aandelentransacties

gebeuren tegenwoordig tegen 2,70 per duizend of 0,27% met een plafond van 800 euro.197 Per

aandelentransactie moeten beleggers maximaal 800 euro beurstaks betalen. De kapitalisatiefondsen

kennen een sterkere procentuele toename van het tarief, van 1% naar 1,32% met een plafond van

191

Titel 2, Hoofdstuk 2, Afdeling 1, Programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014 192

Programmawet: belangrijkste maatregelen, 27 november 2014, www.premier.fgov.be 193

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 194

Programmawet: belangrijkste maatregelen, 27 november 2014, www.premier.fgov.be 195

Programmawet: belangrijkste maatregelen, 27 november 2014, www.premier.fgov.be 196

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 197

Art. 99 en 101 programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014

Page 47: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

38

2000 euro.198 Deze verhoging geldt enkel voor kapitalisatieaandelen van BEVEK’s inclusief inkoop

eigen aandelen. Dit zijn beleggingsfondsen die geen dividend uitkeren, maar waar de opbrengst

bestaat uit de meerwaarde. De dividendfondsen daarentegen zijn vrijgesteld van de beurstaks, maar

op de dividenden betaalt een belegger roerende voorheffing van 25%.

De beurstaks geldt zowel bij de aan- als verkoop van beleggingsproducten. In feite is het een

speculatieve heffing. Wie veel koopt en verkoopt zal het voelen waardoor een hogere beurstaks

gedragswijzigingen kan veroorzaken. Beleggers opteren voor dividendfondsen, buitenlandse brokers

zonder beurstaks, …199 Een reden waarom de verwachte meeropbrengst van 80 miljoen euro200 geen

zekerheid is.

Bedoeling is dat de beurstaks in de toekomst vervangen wordt door een Europese transactietaks. De

regering-Michel I zal binnen de EU pleiten dat deze taks focust op aandelen en derivaten met een

speculatief karakter.201 Als deze maatregel er komt, zal een Europese broker geen oplossing meer

bieden om de beurstaks te ontwijken.

3.2.3 Bankentaks

Reeds in de plenaire vergadering van 19 december 2014 bevestigde minister van Financiën Johan

Van Overtveldt de nieuwe bankentaks voor een bedrag van 100 miljoen euro.202 Het voorontwerp

van de minister van Financiën werd dan ook goedgekeurd in de ministerraad van 6 maart 2015.

Deze bankentaks is een extra bijdrage die gevraagd wordt aan de bank- en verzekeringsinstellingen.

De sector heeft immers de voorbije jaren heel wat overheidssteun gekregen en de regering-Michel I

vindt het maar billijk dat de financiële sector nu een bijdrage levert aan de economische groei en

jobcreatie.203

De extra bijdrage kwam er in eerste instantie door de inperking van de notionele-interestaftrek voor

de financiële sector. Maar aangezien niet alle financiële instellingen gebruik maken van deze

notionele-interestaftrek, zijn ook andere beperkingen opgenomen in het voorontwerp. Eerst worden

de overdraagbare verliezen beperkt, daarna de DBI-aftrek en ten slotte de notionele-

198

Art. 99 en 101 programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014 199

Van Maldegem, P. (2014, 19 december). Hogere beurstaks maakt beleggen duurder. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/dossier/michelgids/Hogere_beurstaks_maakt_beleggen_duurder.9580514-7926.art?ckc=1 200

Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 15 oktober 2014, CRABV 54 PLEN 010, 58, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap010.pdf 201

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 202

Parl. St. 2014-15, Plen. Verg., 19 december 2014, CRABV 54 PLEN 025, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap025.pdf 203

Mondelinge vraag nr. P0332 van mevrouw Meyrem Almaci dd. 05.03.2015

Page 48: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

39

interestaftrek.204 Deze nieuwe bankentaks is goed voor een verwachte opbrengst van 100 miljoen

euro in 2015 en 150 miljoen euro in 2016. Daarvan wordt 75% door de banken en 25% door de

verzekeraars gefinancierd.205 In de bankensector zouden de 4 grootbanken (BNP Paribas Fortis,

Belfius, KBC en ING België) instaan voor 2/3de van de totale bijdrage.206 De kritiek van mevrouw

Almaci (Groen) dat de kleinere en veiligere spaarbanken het hardst worden getroffen en daardoor de

bankentaks disproportioneel is, klopt niet volgens de minister van Financiën.207 De Raad van State zal

het voorontwerp bovendien nog controleren op zijn wettelijke basis bv. of er eventuele discriminatie

is voor de spaarbanken.

3.2.4 Doorkijktaks of kaaimantaks

De bankentaks is op dit moment verder ontwikkeld dan de doorkijk- of kaaimantaks. Analoog als met

de bankentaks wordt door de minister van Financiën eerst een voorontwerp uitgewerkt. Dit ontwerp

moet echter nog worden goedgekeurd door de ministerraad. Dit staat eind mei gepland via een

voorontwerp van programmawet met fiscale bepalingen zoals de kaaimantaks.208

De kaaimantaks genoemd naar de Kaaimaneilanden is een belasting op inkomsten van stichtingen en

andere fiscale constructies in het buitenland.209 Het betreft dus een vermogenswinstbelasting. De

benaming kaaimantaks is eerder foutief gekozen aangezien het niet enkel verwijst naar het

belastingparadijs de Kaaimaneilanden, maar naar alle juridische constructies die niet aan een

inkomstenbelasting zijn onderworpen of aan een aanzienlijk gunstigere belastingregeling dan in

België.210 Een aanzienlijk gunstigere belastingregeling verwijst naar een inkomstenbelasting van 15%

of lager. Daarbij zijn rechtsvormen uit de EU geen juridische constructies tenzij de rechtsvorm wordt

opgenomen in een nog door de wet te bekrachtigen Koninklijk Besluit.211 Het ontwerp steunt op de

meldingsplicht voor juridische constructies212 ingevoerd door de Wet van 30 juli 2013 houdende

diverse bepalingen (BS 1 augustus 2013). Wie oprichter, begunstigde of potentieel begunstigde is van

een juridische constructie dient dit aan te vinken in de aangifte personenbelasting.213 Deze

204

Mondelinge vraag nr.2860 van mevrouw Temmerman dd. 11.03.2015 205

Mondelinge vraag nr. P0332 van mevrouw Meyrem Almaci dd. 05.03.2015 206

Mondelinge vraag nr.2860 van mevrouw Temmerman dd. 11.03.2015 207

Mondelinge vraag nr. P0332 van mevrouw Meyrem Almaci dd. 05.03.2015 208

Mondelinge vraag nr.3790 van mevrouw Temmerman dd. 29.04.2015 209

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be 210

Smet, P. (2015, 29 april). ‘Doorkijkbelasting’: ook soms ‘before cash’ en zelfs ‘regardless of cash’, Fiscoloog, nr. 1429, p. 1 211

Smet, P. (2015, 29 april). ‘Doorkijkbelasting’: ook soms ‘before cash’ en zelfs ‘regardless of cash’, Fiscoloog, nr. 1429, p. 1 212

Art. 2, §1, 13° 213

Art. 307, §1, lid 4 WIB 1992

Page 49: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

40

meldingsplicht wordt uitgebreid naar rechtspersonen onderworpen aan de

rechtspersonenbelasting.214

Figuur 5 toont de fiscale constructie achter deze doorkijk- of kaaimantaks die de regering-Michel I wil

invoeren. De oprichter, een natuurlijke persoon of rechtspersoon met RP,215 brengt zijn vermogen

onder in een juridsiche constructie zoals een stichting. Deze juridische constructie beschikt

discretionair over het vermogen. Dit betekent dat de natuurlijk persoon of rechtspersoon geen

zeggenschap meer heeft over het vermogen. Dit vermogen wordt door de juridische constructie

belegt, maar dit zijn vaak niet of laag belaste entiteiten. De oprichter (natuurlijke persoon of

rechtspersoon) ontvangt daarna de opbrengsten belastingvrij via bv. een gift. Op dit ogenblik wordt

dergelijke fiscale constructie dus niet of tegen een aanzienlijk gunstiger tarief belast als in België. De

regering-Michel I wil met de invoering van deze kaaimantaks de ondergebrachte vermogens in

offshoreconstructies gaan belasten.

Het voorontwerp voorziet om de oprichter rechtstreeks te belasten volgens de aard van de

inkomsten: roerende, onroerende, diverse of beroepsinkomsten. De fiscale constructie wordt dus

fiscaal genegeerd en er ontstaat een fictieve belasting in hoofde van de oprichter,tenzij de oprichter

kan aantonen dat de inkomsten werden betaald of toegekend aan een derde begunstigde.216 De

invoering van deze nieuwe fictie zorgt ervoor dat door de juridische constructie heen wordt gekeken.

Over de verwachte opbrengst van de kaaimantaks bestaat discussie. De totale opbrengst werd eerst

geschat op 120 miljoen euro, maar werd door de minister van Financiën onlangs verhoogd naar 460

miljoen euro. Deze 460 miljoen euro is de opbrengst op kruissnelheid. Voor inkomstenjaar 2015 zal

slechts 50 miljoen euro worden ontvangen via voorafbetalingen op beroepsinkomsten.217

Volgens sp.a en Groen heeft de kaaimantaks echter geen tanden en zal de taks nooit 460 miljoen

euro opbrengen. Herwig Joosten, Managing Partner Tax bij EY, is het daar niet mee eens. De nieuwe

214

Smet, P. (2015, 29 april). ‘Doorkijkbelasting’: ook soms ‘before cash’ en zelfs ‘regardless of cash’, Fiscoloog, nr. 1429, p. 1 215

Art. 2, §1, 14° 216

Smet, P. (2015, 29 april). ‘Doorkijkbelasting’: ook soms ‘before cash’ en zelfs ‘regardless of cash’, Fiscoloog, nr. 1429, p. 1 217

Mondelinge vraag nr. 3547 van de heer Gilkinet dd. 01.04.2015

Oprichter (natuurlijk

of rechtspersoon)

Juridische constructie

bv. stichting

Vermogen beleggen

bv. in aandelen

Figuur 5: Fiscale constructie achter de doorkijk- of kaaimantaks

Page 50: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

41

kaaimantaks zal wel degelijk veel opbrengen. De buitenlandse constructies die worden geviseerd,

hebben immers een smak geld in bezit.218 Toch bestaat de kans dat door de invoering van de

kaaimantaks andere fiscale constructies ontstaan of hiaten in de wet worden gezocht. Het werk voor

de fiscaal advocaten van deze tijd lijkt verzekerd.

218

Gesprek met de heer Herwig Joosten, 20 februari 2015, Gent

Page 51: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

42

Algemeen besluit

De tax shift is een onmiskenbaar hot item, welke quasi dagelijks in de actualiteit komt. Politici,

professoren, werknemers, werkgevers, adviserende organisaties, … ze hebben vaak een eigen

mening over een tax shift. Deze masterproef zette de meningen en ideeën op een rijtje om tot een

objectief overzicht te komen.

Een tax shift moet worden doorgevoerd om de lasten op arbeid te verlagen. De loonkosten behoren

immers tot de hoogste in de eurozone. De discussie gaat vooral over wie een belastingverlaging moet

krijgen. Zijn het de werkgevers om het Belgische concurrentievermogen te verbeteren of de

werknemers om de koopkracht te versterken? Consensus bestaat hier niet over, maar om zowel de

werknemers- als werkgeversorganisaties tevreden te houden is een combinatie het meest

opportuun.

Om de lasten op arbeid te verlagen zijn nieuwe inkomstenbronnen nodig om de staatsschuld niet

verder de hoogte in te jagen. De alternatieve inkomstenbronnen die het meest voorkomen zijn

consumptie, ecofiscaliteit en vermogen. Deze masterproef gaf een overzicht van de mogelijkheden

en gevolgen van het zwaarder belasten van deze drie categorieën.

Inzake consumptie kunnen verschillende btw- en/of accijnsverhogingen worden doorgevoerd. Hierbij

speelt echter het gevaar dat het doel van een tax shift wordt voorbijgestreefd. Een btw-verhoging

leidt immers tot een daling van de koopkracht en een verhoogde loonkost voor de bedrijven mits de

automatische loonindexering in stand wordt gehouden. Dat is precies het tegenovergestelde waar

een tax shift voor staat.

Een tweede optie zijn hogere milieubelastingen. Net als internationale organisaties gaat mijn

persoonlijke voorkeur uit naar deze groep van belastingen. Niet enkel omdat er in vergelijking met

andere Europese landen ruimte is voor toenemende milieubelastingen, maar vooral omwille van de

ecologische reden. Op korte termijn genereert het extra inkomsten voor de overheid terwijl er op

langere termijn een gedragswijziging plaatsvindt die onze planeet ten goede komt. Hiervoor wordt

niet enkel gekeken naar de federale overheid. Op Europees niveau kunnen maatregelen worden

opgelegd aan de lidstaten, maar ook de regio’s in België hebben uitgebreide bevoegdheden. Zo

keurde de Vlaamse regering een kilometerheffing goed voor vrachtwagens. Bovendien overweegt

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts dit ook te doen voor personenwagens.

Een derde en heikele alternatieve inkomstenbron zijn vermogensbelastingen. In feite wordt

vermogen al zwaar belast in België, maar er zijn uitzonderingen. Vooral sommige

meerwaardebelastingen genieten in vergelijking met andere Europese landen fiscale

Page 52: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

43

gunstmaatregelen zoals de meerwaardebelasting op aandelen. Er moet ernstig over nagedacht

worden of en hoe België dat kan veranderen zonder een kapitaalvlucht te veroorzaken. De sociale

druk om vermogens zwaarder te gaan belasten speelt ook zijn rol. Door vaak legale fiscale

constructies groeit het onrechtvaardigheidsgevoel van de bevolking. In de toekomst moet meer

worden ingezet om deze fiscale achterpoorten zoals LuxLeaks te sluiten. De regering-Michel I poogt

dat te doen via de nieuwe doorkijk- of kaaimantaks, een goede eerste stap.

Deze masterpoef haalde enkele opties aan, maar uiteindelijk is het de regering die finaal beslist

welke inkomstenbronnen meer of minder worden belast. Een zware opdracht die op dit moment

door de regering-Michel I wordt genomen. Wat de huidige regering ook beslist, het is belangrijk dat

de tax shift geen technische veldslag wordt zoals CEO van lingerieproducent Van de velde

benadrukte in De Tijd.219 De nieuwe wetten moeten duidelijk en transparant worden toegepast.

Om de lasten op arbeid te doen dalen voor een specifieke groep, zijn echter niet altijd nieuwe

inkomstenbronnen nodig. Dat kan ook op basis van verschuivingen binnen de lasten op arbeid zelf

bv. via een indexsprong waarbij de lastenverlaging voor de bedrijven gefinancierd wordt door de

werknemers. Daarnaast kunnen lasten op arbeid ook dalen door overheidsbesparingen door te

voeren. Dat laaste was geen onderdeel van deze masterproef, maar de regering-Michel I verbindt

zich er wel toe om fors te besparen en de effeciëntie binnen het overheidsorgaan te verbeteren.220

219

Van Doorselaere, I. (2015, 13 mei). Tax shift mag geen technische veldslag worden. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/opinie/algemeen/Taxshift_mag_geen_technische_veldslag_worden.9632829-7765.art 220

Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be

Page 53: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

VI

Bibliografie

1) Wetgeving

Wetten Art. 45 Wetboek BTW Art. 12 WIB 1992 Art. 36 WIB 1992 Art. 65 WIB 1992 Art. 66 WIB 1992 Art. 171 WIB 1992 Art. 198 WIB 1992 Art. 198 bis WIB 1992 Art. 203 WIB 1992 Art. 307 WIB 1992 Art. 338 WIB 1992 Art. 338 bis WIB 1992 Art. 463 bis WIB 1992 Programmawet van 29 maart 2012, BS 6 april 2012 Programmawet van 27 december 2012, BS 31 december 2012 Wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen, BS 1 augustus 2013 Programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014 Wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, BS 27 april 2015 Koninklijke besluiten Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, BS 31 juli 1970 Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS 29 januari 2000

Page 54: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

VII

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS 13 februari 2009 Koninklijk besluit van 10 december 2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing, BS 16 december 2014 Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig, BS 22 december 2014 voorbereidende werken Ontwerp van programmawet, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr. 54 0672/009 Memorie van Toelichting bij programmawet, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0672/001 Wetsvoorstel tot instelling van een belasting op de grote vermogens, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr. 54 0960/009 Memorie van Toelichting bij wetsontwerp tot verbetering van de werkgelegenheid, Parl.St. Kamer 2014-2015, nr.54 0960/001 andere documenten Beslissing Btw, nr. E.T.123.798, dd. 24.01.2014

Beslissing Btw, nr. E.T.125.294, dd. 01.04.2014 Circulaire nr. Ci. RH.243/633.725 dd. 17.07.2014 Comm. IB, nr. 90/8 Mondelinge vraag nr. 3710 van de heer Schiltz dd. 11.05.2011 Mondelinge vraag nr. 5239 van de heer Goffin dd. 28.06.2011 Mondelinge vraag nr. 0026 van de heer Calvo dd. 06.11.2014 Mondelinge vraag nr. 0031 van mevrouw Wouters dd. 06.11.2014 Mondelinge vraag nr. 1103 van de heer Calvo dd. 06.01.2015 Mondelinge vraag nr. 1318 van de heer Vanvelthoven dd. 28.01.2015 Mondelinge vraag nr. P0280 van de heer Vanvelthoven dd. 12.02.2015 Mondelinge vraag nr. P0332 van mevrouw Meyrem Almaci dd. 05.03.2015 Mondelinge vraag nr.2860 van mevrouw Temmerman dd. 11.03.2015 Mondelinge vraag nr. 3547 van de heer Gilkinet dd. 01.04.2015

Page 55: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

VIII

Mondelinge vraag nr.3790 van mevrouw Temmerman dd. 29.04.2015 Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 15 oktober 2014, CRABV 54 PLEN 010, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap010.pdf Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 6 november 2014, CRABV 54 PLEN 014, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap014.pdf Parl. St. 2014-15, Plen. Verg., 19 december 2014, CRABV 54 PLEN 025, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap025.pdf Parl. St. 2014-2015, Plen. Verg., 15 januari 20152014, CRABV 54 PLEN 014, http://www.dekamer.be/doc/PCRA/pdf/54/ap014.pdf Vr. en Antw. Kamer, 11 januari 2008, nr. 011, 1609-1610 (Vr. nr. 56 Devlies)

2) Rapporten AGENTSCHAP VLAAMSE BELASTINGSDIENST, “Tarieven van de verkeersbelasting”, 2012, http://koba.minfin.fgov.be/commande/pdf/Folder-tarievenVB-2012.pdf Decoster, A., & Spiritus, K., “Wie draagt de last van een btw-verhoging?”, 12 november 2012, http://www.flemosi.be/uploads/131/Verdelingseffecten%20BTW-verhoging.pdf EUROPESE COMMISSIE, “Taxation trends in the European Union”, 2014, http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/gen_info/economic_analysis/tax_structures/2014/report.pdf EUROSTAT, “Environmental taxes: a statistical guide”, 2013, http://ec.europa.eu/eurostat/documents/3859598/5936129/KS-GQ-13-005-EN.PDF EUROSTAT, “Hourly labour costs ranged from €3.8 to €40.3 across the EU Member States in 2014”, 30 maart 2015, http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/6761066/3-30032015-AP-EN.pdf/7462a05e-7118-480e-a3f5-34e690c11545 Expertengroep Concurrentievermogen en Werkgelegenheid, “Arbeidskosten, loonsubsidies, arbeidsproductiviteit en opleidingsinspanningen van ondernemingen”, juli 2013, http://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/Rapport_GECE_Verslag%20EGCW_201301.pdf FEBELIEC, “High electricity cost chases industry away out of Belgium. Governments must urgently introduce energy norm.”, 1 april 2015, http://www.febeliec.be/data/1427875089Persbericht%20Deloitte_20150401_ENG.pdf FEDERAAL PLANBUREAU, “Het Federaal Planbureau analyseert de impact van een lastenverlaging op arbeid op de voornaamste macro-economische doelstellingen van het Nationaal Hervormingsprogramma”, 17 oktober 2007, http://www.plan.be/admin/uploaded/200710171006550.CP_WP1107_nl.pdf FEDERAAL PLANBUREAU, “Milieubelastingen naar economische activiteit”, september 2014, http://www.plan.be/admin/uploaded/201409301421190.Rep_ETEA2014_10846_N.pdf

Page 56: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

IX

FEDERAAL PLANBUREAU, “Onze consumptie en productie houdbaar maken”, maart 2015, http://www.plan.be/admin/uploaded/201504020955410.REP_TFDO2015_10985_N_print.pdf FEDERAAL PLANBUREAU, “De vooruitzichten voor de Belgische economie worden gekenmerkt door een groeiherneming, een bestendige jobcreatie en een daling van het overheidstekort”, 12 mei 2015, http://www.plan.be/admin/uploaded/201505121150100.PC_eco_vooruitzichten_mei_2015.pdf HIVA, “De ontbrekende schakel: een echte meerwaardebelasting voor België”, september 2014, https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/463818/1/Rapport+meerwaardebelasting.pdf HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Een tax shifting ten voordele van arbeid en bredere belastinggrondslagen”, augustus 2014, http://financien.belgium.be/nl/binaries/hrf_fisc_rapport_2014_08_tcm306-255311.pdf HOGE RAAD VAN FINANCIËN, “Afdeling: Fiscaliteit en Parafiscaliteit, Het belastingbeleid en het leefmilieu”, september 2009, http://financien.belgium.be/nl/binaries/HRF_fisc_milieu_2009_tcm306-242782.pdf IMF, “Belgium: Concluding Statement of the 2015 Article IV Mission”, 15 december 2014, http://www.imf.org/external/np/ms/2014/121514.htm Kuypers, S., & Marx, I., “De verdeling van de vermogens in België”, mei 2014, http://www.centrumvoorsociaalbeleid.be/sites/default/files/D%202014%206104%2001_mei%202014_0.pdf NATIONALE BANK VAN BELGIË, “Verslag 2014”, 12 februari 2014, http://www.nbb.be/doc/ts/Publications/NBBreport/2014/NL/T1/verslag2014_TI.pdf OECD, “Greener Growth in the Belgian Federation”, 29 september 2011, http://www.oecd-ilibrary.org/docserver/download/5kg51mbq589w.pdf?expires=1427706359&id=id&accname=guest&checksum=325536FDC38C73EC8B718653BF7A52D5 OECD, “Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting”, 2013, http://www.oecd.org/ctp/BEPSActionPlan.pdf OECD, “Taxation of Dividend, Interest, and Capital Gain Income”, 2013, http://www.oecd-ilibrary.org/docserver/download/5k3wh96w246k.pdf?expires=1429385052&id=id&accname=guest&checksum=F72EE553DBA88B541CCC469CC571F305 OECD, “Revenue Statistics 2014”, 10 december 2014 OECD, “Taxing wages 2015”, 14 april 2015, http://www.oecd.org/tax/oecd-tax-burdens-on-wages-rising-without-tax-rate-increases.htm OXFAM, “Wealth: having it all and wanting more”, januari 2015, https://www.oxfam.org/sites/www.oxfam.org/files/file_attachments/ib-wealth-having-all-wanting-more-190115-en.pdf Palcolet, J., De Wispelaere, F., & Vanormelingen, J. “De ontbrekende schakel: een echte meerwaardebelasting voor België”, september 2014, https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/463818/1/Rapport+meerwaardebelasting.pdf

Page 57: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

X

3) Rechtsleer Boeken Piketty, T. (2014). Kapitaal in de 21ste eeuw. Amsterdam: De Bezige Bij. Artikels uit vaktijdschriften & publicaties Blomme, P. (2015, 3 januari). Open VLD en NV-A juichen einde Franse rijkentaks toe. De Tijd, p. 3 Blomme, P. (2015, 10 februari). Elke sector zijn eigen btw tarief. De Tijd, p. 9 Blomme, P., & D’Hoore, J. (2015, 25 april). ‘Tax shift moet naar bedrijven gaan. De Tijd, p. 1 Blomme, P., & Haeck, B. (2015, 7 februari). Taxshift van 5 miljard is geen dwaas voorstel. De Tijd, p. 4-5 Buysse, C. (2014, 5 november). Regering 'Michel I' engageert zich voor belastinghervorming met 'tax shift'. Fiscoloog, nr. 1405, p. 1 Buxant, M., & Blomme, P. (2015, 4 februari). OESO voor taxshift naar btw, milieu en vermogen. De Tijd, p. 1 De Grauwe, P. (1984). De politieke economie van de belastingdruk. Tijdschrift voor Economie en Management, afl. 3, 385-396 De Groote, P. (2015, 15 april). ‘Burger mag twee keer te veel betalen’. De Tijd, p. 5 De wekelijkse nieuwsbrief van Paul D’Hoore. (2014, 5 augustus). Beurssucces, nr. 326 Dierckx, L. (2014, 31 mei). Depardieu betaalt amper belastingen. De Tijd, p. 10 Janssens, K. (2014, 9 oktober). Nieuwe regering focust op rechtszekerheid en transparantie. Fiscale actualiteit, nr. 34, p. 1-4 Janssens, K. (2015, 8 januari). Wat bracht 2014, wat brengt 2015? Fiscale actualiteit, nr. 01 Mampaey, S. (2015, 11 april. Ruim helft beleggers tegen meerwaardetaks. De Tijd, p. 1 Michielsen, S. (2015, 10 februari). Zeven goede argumenten voor belastingshift naar btw. De Tijd, p. 9 Nijs, L. (2015, 10 februari). Minister Van Overtveldt toont hoe het niet moet. De Tijd, p. 11 Reyns, J. (2014, 27 maart). Vlaamse beleggers terug naar de beurs. De Standaard, p. 1 Sephiha, M., & Vekeman, J. (2015, 24 april). Stormloop op nieuwe aandelen Biocartis. De Tijd, p. 25 Smet, P. (2015, 29 april). ‘Doorkijkbelasting’: ook soms ‘before cash’ en zelfs ‘regardless of cash’, Fiscoloog, nr. 1429, p. 1 Soenens, D. (2014, 12 november). Ook België is een fiscaal toevluchtsoord. De Morgen, p. 4

Page 58: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

XI

Ziarczyk, E. (2013, 26 september). Parijs laat bedrijven met rust in begroting. De Tijd, p. 11 Online Bedrijfswagens zwaarder belast. (2014, 23 december). Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20141223_01443696 Blomme, P., Lambrecht, K., & Haeck, B. (2015, 8 februari). MR sust uitspraken tax shift Van Overtveldt. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/MR_sust_uitspraken_taxshift_Van_Overtveldt.9597821-3136.art Bové, L. (2014, 9 december). Nieuwe LuxLeaks onthult ongeziene belastingontwijking in Luxemburg. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/dossier/luxleaks/Nieuwe_LuxLeaks_onthult_ongeziene_belastingontwijking_in_Luxemburg.9576873-7887.art Bové, L., & Blomme, P. (2014, 12 december). ‘Belgoleaks' is slechts het kleine broertje van ‘LuxLeaks'. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/dossier/luxleaks/Belgoleaks_is_slechts_het_kleine_broertje_van_LuxLeaks.9579097-7887.art Brockmans, H. (2014, 2 oktober). Fiscaal voordeel bedrijfswagen is niet van deze tijd. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/fiscaal-voordeel-bedrijfswagen-is-niet-van-deze-tijd/article-opinion-433807.html BTW verhogen om vermogenden opnieuw te ontzien. (2015, 7 februari). Geraadpleegd op https://openbarediensten.acv-online.be/Images/150207-BTW-verhogen-om-vermogenden-te-ontzien-tcm185-354200.pdf De Grauwe, P. (2014, 16 december). Jawel, er bestaan vermogensbelastingen die de middenklasse sparen. Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/opinie/jawel-er-bestaan-vermogensbelastingen-die-de-middenklasse-sparen-a2152991/ De Grauwe, P. (2015, 21 april). Een tax shift kan maar als de lasten nieuwe schouders vinden. Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/nieuws/een-tax-shift-kan-maar-slagen-als-de-lasten-nieuwe-schouders-vinden-a2293785/ De Greef, J. (2014, 15 december 2014). Nooit is er zo'n sterke staking geweest. Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2182291 De Greef, J. (2014, 19 december). Vermogenswinstbelasting vs. vermogensbelasting. Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2186919 De Roo, M. (2015, 10 april). “ Eandis ontkent forse stijging stroomfactuur”. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Eandis_rekent_vennootschapsbelasting_door_aan_klant.9620825-3136.art De Rouck, P. (2015, 19 maart.) Wat betekent indexsprong voor uw loon? Geraadpleegd op http://netto.tijd.be/loopbaan/Wat_betekent_indexsprong_voor_uw_loon.9612731-2211.art

Page 59: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

XII

Haeck, P. (2015, 4 februari). De vijf lessen van de OESO voor België. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/De_vijf_lessen_van_de_OESO_voor_Belgie.9596568-3136.art Laat je niet pluimen door een antisociaal, onevenwichtig en onrechtvaardig regeerakkoord. (2014, 15 oktober). Geraadpleegd op http://www.abvv.be/web/guest/news-nl/-/article/2727953/&p_l_id=10187 Michielsen, S. (2014, 9 september). Tax shift of tax lift? Geraadpleegd op http://www.tijd.be/opinie/commentaar/Tax_shift_of_tax_lift.9542423-620.art Michielsen, S., & Vervenne, V. (2014, 18 november). België geen paradijs voor vermogens. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_economie/Belgie_geen_paradijs_voor_vermogens.9568910-3148.art?utm_medium=twitter&utm_source=dlvr.it Moens, B., & Blomme, P. (2015, 2 april). Vlaanderen zet mes in tarieven schenking. Geraadpleegd op http://netto.tijd.be/dossier/erfenisgids/Vlaanderen_zet_mes_in_tarieven_schenking.9618045-8011.art Mouton, A. (2014, 25 november). Taxshift: bedrijven winnen, vermogens verliezen. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/taxshift-bedrijven-winnen-vermogens-verliezen/article-normal-326875.html Mouton, A. (2015, 9 januari). ‘Rijkentaks is zinloos’. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/rijkentaks-is-zinloos/article-opinion-523949.html Negen manier om kapitaal te belasten. (2014, 18 december). Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Negen_manieren_om_kapitaal_te_belasten.9580471-3136.art Novack, J. (2012, 22 oktober). 10 Reasons Reagan Could Cut The Top Tax Rate To 28%, But Romney Can't. Geraadpleegd op http://www.forbes.com/sites/janetnovack/2012/10/22/10-reasons-reagan-could-cut-the-top-tax-rate-to-28-but-romney-cant/ Programmawet: belangrijkste maatregelen, 27 november 2014, www.premier.fgov.be Proost, S. (2015, 8 april). “We moeten stoppen met mobiliteit te subsidiëren”. Geraadpleegd op http://trends.knack.be/economie/beleid/we-moeten-stoppen-met-mobiliteit-te-subsidieren/article-normal-560453.html?utm_source=facebook&utm_medium=social&utm_campaign=trends Regeerakkoord Michel, 9 oktober 2014, www.premier.fgov.be Senator brengt sneeuwbal mee, want "opwarming aarde is nonsens". (2015, 5 maart). Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/nieuws/buitenland/1.2259112 Sinardet, D. (2014, 26 november). File shift: zet voordelen bedrijfswagens om in daling lasten op arbeid. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/opinie/column/File_shift_zet_voordelen_bedrijfswagens_om_in_daling_lasten_op_arbeid.9571782-2337.art

Page 60: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

XIII

Sokol, K. (2014, 25 november). Leemans: "Geen sociale vrede zonder tax shift". Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2158982 Tax Liberation Day valt in België op 6 augustus. (2014, 5 augustus). Geraadpleegd op http://www.ey.com/BE/en/Newsroom/News-releases/Tax-Liberation-Day-valt-in-Belgie-op-6-augustus Torfs, M. (2015, 21 januari). Obama pleit voor rijkentaks in State of the Union. Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2214715 Torfs, R. (2015, 5 januari). Geraadpleegd op https://twitter.com/torfsrik/status/551993816631500800 Van de Velden, W. (2012, 2 november). Regering Di Rupo legt btw-verhoging op tafel. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Regering_Di_Rupo_legt_btw_verhoging_op_tafel.9262740-3136.art Van Doorselaere, I. (2015, 13 mei). Tax shift mag geen technische veldslag worden. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/opinie/algemeen/Taxshift_mag_geen_technische_veldslag_worden.9632829-7765.art Van Lierop, T., Van Droogenbroeck, M., & De Greef, J. (2014, 19 december). Coene: "Beter vermogensbelasting dan vermogenswinstbelasting". Geraadpleegd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.2186818 Van Maldegem, P. (2014, 19 december). Hogere beurstaks maakt beleggen duurder. Geraadpleegd op http://www.tijd.be/dossier/michelgids/Hogere_beurstaks_maakt_beleggen_duurder.9580514-7926.art?ckc=1 Van Overtveldt nuanceert uitspraken over tax shift, Peeters reageert tevreden. (2015, 8 februari). Geraadpleegd op http://www.demorgen.be/binnenland/van-overtveldt-nuanceert-uitspraken-over-tax-shift-peeters-reageert-tevreden-a2210541/ Vanschoubroek, C. (2015, 7 april). Groene tax shift levert duizenden banen op. Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20150406_01617633 Welke bijdragen betaalt de werkgever bovenop het brutoloon? (2015, 1 januari). Geraadpleegd op http://www.securex.eu/lexgo.nsf/vwFicheByCategory_nl/8FC72DB00DAA2144C12579F800258ED3?OpenDocument#.VU98RiHtmko Wijziging in de belastingheffing met ingang van 1 januari 2015. (2014, 17 december). Geraadpleegd op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/2014/12/17/wijziging-in-de-belastingheffing-met-ingang-van-2015.html Gesprekken Gesprek met de heer Jan Verhoeye, 13 november 2014, Gent Gesprek met de heer Herwig Joosten, 20 februari 2015, Gent

Page 61: De tax shiftlib.ugent.be › fulltxt › RUG01 › 002 › 214 › 868 › RUG01-002214868_2015_0001_AC.pdf“Ik bevestig dat er al in 2015-2016 werk gemaakt zal worden van een tax

XIV

Bijlagen

Bijlage 1.1 Vergelijking forfaitaire kostenaftrek (2014-2015)

Inkomstenjaar 2014

Bediende/gehuwd /echtgenote heeft beroepsinkomen/1 kind ten laste

Bruto maandloon 2.500 EUR

Bruto maandloon 3.000 EUR

Bruto maandloon 3.500 EUR

RSZ werknemer 13,07% -326,75 -392,10 -496,66

Belastbaar 2.173,25 2.607,90 3.303,34

Normale bedrijfsvoorheffing -533,68 -743,09 -1.072,36

Bijzondere bijdrage sociale zekerheid -22,01 -27,51 -36,31

Uit te betalen nettoloon 1.617,56 EUR 1.837,30 EUR 2.194,67

Inkomstenjaar 2015

Bediende/gehuwd /echtgenote heeft beroepsinkomen/1 kind ten laste

Bruto maandloon 2.500 EUR

Bruto maandloon 3.000 EUR

Bruto maandloon 3.500 EUR

RSZ werknemer 13,07% -326,75 -392,10 -496,66

Belastbaar 2.173,25 2.607,90 3.303,34

Normale bedrijfsvoorheffing -519,00 -728,63 -1.057,90

Bijzondere bijdrage sociale zekerheid -22,01 -27,51 -36,31

Uit te betalen nettoloon 1632,24 EUR 1851,76 EUR 2209,13 EUR

Verschil 14,68 EUR 14,46 EUR 14,46 EUR

Bron: SD Worx