Dagkrant 05/09/2013

12
donderdag 5 september 2013 www.theaterfestival.be DAG KRANT © Kevin J Dotson / © Henry Krul / © Willem Weemhoff

description

Nieuwe dagkrant, met een interview met Lotte Van den Berg over Pleinvrees en de naam OMSK, vertaler en taalcoach Miles O'Shea over Book Burning, een artikel over de locatietheaterconferentie van het VTi met een kort interview met Willi Dorner, foto's van alle locatievoorstellingen van Studio Orka, interview met Lisa Verbelen en Judith De Joode over BOG, jurylid Natali Broods, Barbaar Zoë over Pleinvrees, en de theatertekst van BOG in een wordcloud. Veel leesplezier!

Transcript of Dagkrant 05/09/2013

Page 1: Dagkrant 05/09/2013

donderdag 5 september 2013 www.theaterfestival.beDAGKRANT

© Kevin J Dotson / © Henry Krul / © Willem Weemhoff

Page 2: Dagkrant 05/09/2013

2

Alvorens het met jou te hebben over Pleinvrees, wilde ik graag van je weten hoe je ervaringen als theatermaker verliepen in Kinshasa. Je hebt ook daar gewerkt in de openbare ruimte. Lotte Van den Berg: “Het land fascineerde mij enorm: de energie, de heftigheid. Ik ging er naartoe met de vraag of ik met de ogen van iemand anders kon kijken. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit niet mogelijk is: ik moest in Kinshasa vaststel-len dat we heel verschillend naar de wereld kijken. We gebruiken onze zintuigen wezenlijk anders en we staan lichamelijk en zintuiglijk anders in de wereld. We heb-ben daar werk gemaakt vanuit de poging om elkaar voor even aan te raken, zonder volledig te willen samenvallen.“

Zou je in Congo ook een performance of theater-voorstelling kunnen maken?

“We hebben ons daar beperkt tot openbare repetities en korte performances op straat. Ik kwam terug naar Nederland met de bedenking dat ik in Congo eigenlijk niets moest maken, maar wel de inwoners van daar zelf. We wilden daar niet zoals hier een grote voorstelling maken met een lange voorbereiding gespreid over een aantal weken. Mensen leven daar in een economie die functioneert van dag tot dag. Elke dag wordt er gekeken wat mogelijk is en wat niet. Ik wilde me aan die andere tijdsbeleving overgeven.” Is er een verband met de manier waarop Plein-vrees tot stand is gekomen?

“De ervaringen die ik daar heb opgedaan, klinken in Pleinvrees nog altijd door. De kernvraag daarbij is hoe mensen samen kunnen zijn en hoe mensen met elkaar

omgaan. In Afrika was ik enorm geraakt door de manier waarop de mensen om me heen met elkaar spraken: praten is daar niet enkel een uitwisseling van verschil-lende standpunten, maar een op zoek gaan naar één gezamenlijk antwoord, naar één betekenis, naar één “waarheid”. Het gaat niet over het poneren van standpunten en het uitwisselen van perspectieven. Er wordt gezocht naar de zogenaamde waar-heid. Een waarheid waar wij allang niet meer in durven geloven.”

Wat was de aanleiding om Pleinvrees te maken?“Ik ben Pleinvrees gaan maken naar aanlei-ding van de protesten in Noord-Afrika en het gebrek aan protest in Nederland en naar aanleiding van de verandering van

het sociale klimaat in Nederland. En dan bedoel ik niet alleen de bezuinigingen in de kunstsector, maar ook in het onderwijs, in de zorg- en in de sociale sector. Mijn vraag was: kunnen we alleen nog maar voor onszelf spreken? Daarom is er aan het begin van de performance sprake van een

‘alleen zijn’, je staat daar met je eigen gsm, wat toch een beetje een soort privé sound-system is. Je bent als publiek dus op een bepaalde manier alleen, zoals ook de acteur die tegen zichzelf praat. Maar langzaam verandert er iets tijdens de performance. Op het eind staat iedereen dicht bij hem, alsof er een beeld ontstaat van een groep, zoals een groep zich zou scharen rond een profeet of een politicus.”

Hoe ben je gekomen tot de keuze van de vier Brusselse pleinen waar Pleinvrees opgevoerd zal worden?

“Pleinvrees is een heel flexibele perfor-mance: je kan ze eigenlijk overal brengen. We zijn op zoek gegaan naar pleinen in de stad die heel verschillend zijn en elk hun eigen dynamiek hebben: het Sint-Katelijneplein in de Dansaertbuurt is bijvoorbeeld totaal anders dan het plein voor het Centraal Station of het pleintje

Agoraphobia of Pleinvrees, de nieuwe performance van Lotte Van den Berg, werd al op meer dan honderd stadspleinen en in vijf verschillende talen (Nederlands, Frans, Duits, Italiaans, Engels) opgevoerd. Op Het Theaterfestival kan het Brusselse publiek de Franse en de Nederlandsta-lige versie van Pleinvrees zien op vijf verschillende locaties. De acteurs Marien Jongewaard en Soeuf Benmali geven gestalte aan respectievelijk de Nederlandstalige en Franstalige versie.

“Met een performance als Pleinvrees kan je nooit voorzien wat er precies zal gebeuren”

© Ilaria Scarpa

Page 3: Dagkrant 05/09/2013

3

voor de Finisterraekerk in de Nieuwstraat. En deze pleinen verschillen dan weer enorm van het Sint-Jan Baptistvoorplein in Sint-Jans-Molenbeek. Elk plein is een totaal andere wereld. Het uitgangspunt van deze performance is ook dat we niet meer dan één keer op hetzelfde plein spe-len. We zijn dus zeker niet op zoek gegaan naar de perfecte plek of de ideale voorstel-ling, maar wel naar hoe het iedere dag anders kan lopen. Dat is de essentie van performance: je kan het niet controleren. Telkens zal de stand van zon en schaduw anders zijn, mensen zullen anders lopen en staan op deze pleinen, … Met een perfor-mance als Pleinvrees kan je nooit voorzien wat er precies zal gebeuren, je kan het ook nooit herhalen en dat maakte het juiste zo spannend. Het gaat om de gelaagdheid van de verhalen die op zo’n plein samen-komen: de verhalen van de mensen die er zitten, van de pendelaars die over het plein rennen met verschillende snelheden, van de jongens die er rond hangen en alle looplijnen die elkaar kruisen.”

Kunnen storende, onverwachte elementen de performance dan niet in de war brengen?

“Niets kan echt storen, dat is het juist: ook storende elementen maken deel uit van de performance! Alles wat gebeurt op die plek en op dat moment hoort er bij. Het onverwachte maakt deel uit van de perfor-mance, net als hoe je daar als toeschouwer én als acteur mee omgaat. Pleinvrees is geen monoloog, maar eerder een dialoog of duet: het gaat om het samenspel van de

man die spreekt en de mensen die luisteren. Het samenspel tussen spreker en luisteraar is ongelooflijk belangrijk: het feit dat rond de spreker mensen staan die luisteren, ver-andert juist de waarde van zijn woorden.”

Eigenlijk sta je op het festival dus met vier ver-schillende voorstellingen of tenminste twee, want Pleinvrees wordt gespeeld door twee acteurs.

“De Nederlandse acteur Marien Jonge-waard speelt de oerversie en Soeuf Elbadawi, afkomstig uit de Komoren, neemt de Franstalige versie voor zijn re-kening. Het zijn inderdaad totaal verschil-lende acteurs. Eigenlijk kan ik het publiek sterk aanraden om in Brussel beide versies te zien, want de acteurs zijn totaal verschil-lend. De vader van Marien Jongewaard verkocht vis op de markt in Amsterdam. Marien is een man van de straat die zijn levenservaringen heel direct en zichtbaar meeneemt het theater in. Elbadawi is een charismatisch Afrikaanse man die op de Komoren al veel acteurservaring heeft opgedaan in de straten op de Komoren.”

Je maakt een belangrijke stap in je oeuvre want je gebruikt voor het eerst tekst. Of moet ik de vraag omkeren en jou de vraag stellen waarom je vorige voorstellingen tekstloos waren?

“Bij Pleinvrees is de noodzaak van de tekst ontstaan uit de vraag: hoe belangrijk is het om te spreken, in het bijzonder om te spreken in de openbare ruimte. De vraag waarom mijn vorig werk woordloos was, heb ik altijd wat beledigend gevonden: je vraagt aan een fotograaf toch ook niet

waarom hij aan zijn mooie foto’s geen teksten heeft toegevoegd? Ik vind dat de beelden die ik heb gemaakt voor zich spraken: tekst was niet nodig. Bij Pleinvrees is het meer dan gewoon tekst: het is een woordenstroom die lijkt op een mantra die voortdurend wordt herhaald. Wat uit-eindelijk belangrijk is, is de relatie tussen toeschouwer en spreker: hoe ze op hem reageren, hoe ze zich tot hem verhouden: staan ze stil, lopen ze voorbij…”

Lotte Van den Berg: “Er zit niet zoveel in die naam. Omsk is een stad in Siberië vlakbij Tomsk. Ik ben ooit in die stad geweest en ik heb daar heel lekkere warme chocolademelk gedronken in de winter. Het is een plek ver weg van huis. Ik heb die naam gekozen toen ik begon te werken in Dordrecht, nadat ik België had verlaten. Er was een verlangen om ver weg te gaan, naar plekken waar ik zelf een vreemde-ling zou zijn. Een plek tussen heimwee en fernwee. Ik hield van die letters. Je kan het niet zo goed uitspreken, de M en de K zijn zo hard, maar de O is zo zacht. En het functioneert in alle talen.”

Stefan Moens

© Ilaria Scarpa

Page 4: Dagkrant 05/09/2013

4

Je kent Pieter De Buysser al een lange tijd. Waar hebben jullie elkaar leren kennen?

“Voor ik zes jaar geleden in België te-rechtkwam, heb ik lange tijd in Berlijn gewoond. Daar heb ik Pieter De Buysser leren kennen. Ik was aan het werk als acteur in theater en film en speelde mee in Pieters stuk The Welcoming of Ishmael Stamp. Sindsdien zijn we goede vrienden en hebben we al meermaals samengewerkt. Het is ook dankzij Pieter en de vraag om in een stuk van hem mee te spelen dat ik zes jaar geleden naar Brussel ben gekomen. Nadien ben ik gebleven en heb ik reeds met verschillende Belgische theatergroe-pen meegespeeld.”

Hoe ben je dan bij het stuk Book Burning betrok-ken geraakt?

“Pieters stuk Book Burning wordt gebracht in het Nederlands, Frans en Engels, waar-door er ook een soort bizarre kruisbestui-ving ontstaat tussen de verschillende talen. Er was reeds een globale vertaling van het stuk gemaakt door Jodie Hruby, maar in de vertaling was toch veel van de speels-heid en de essentie van de originele taal verloren gegaan. Margarita Production ging vervolgens op zoek naar iemand om enerzijds deze vertaling minder letterlijk en meer ‘typisch Pieter’ te maken, en anderzijds om Pieter te helpen bij het leren en het correct uitspreken van zijn tekst. Ik had reeds eerder samengewerkt met Margarita Production en ik kende Pieter goed, dus zo kwamen ze uiteindelijk bij mij terecht.”

Hoe zijn jullie vervolgens te werk gegaan? Wat hield je rol als vertaler en als taalcoach precies in?

“Pieter en ik zijn dan lijn per lijn over de vertaling gegaan en bij elke zin heeft Pieter me uitgelegd wat hij er precies mee wilde uitdrukken. Zo is er bijvoorbeeld de tekst

‘en dan kan iedereen achterop, bij de eerste

letter in galop’ die vaak herhaald wordt in het stuk. In de letterlijke vertaling was de speelsheid verloren gegaan. Dit hebben we dan omgevormd tot ‘everyone can get on up and set the first letter in gallop’ om toch de betekenis en dat ritme te bewaren.”

“Pieter is in de eerste plaats een schrijver, terwijl ik een achtergrond als acteur heb. Pieter worstelde met enkele vragen zoals:

‘Wat is de beste manier om je tekst te leren? Hoeveel lijnen zou ik per dag moeten le-ren?’ Vijf weken lang zijn we elke ochtend, wanneer je hoofd nog niet vol met andere dingen zit, gedurende een tweetal uren heel intensief bijeengekomen. Naast tekst leren, hebben we vooral geoefend op de juiste uitspraak van woorden. Wanneer ik in het publiek zit, is het soms nog span-nend voor mij en zit ik stilletjes te hopen dat hij bijvoorbeeld ‘moth’ correct zal uitspreken.”

Is het interessant om de voorstelling in verschil-lende talen te zien of in een taal die je misschien niet helemaal eigen is?

“Hoewel het een complexe tekst is, is het qua taal en woordenschat toch gemakke-lijk te begrijpen voor wie het Engels niet als moedertaal heeft. Het zijn eerder de structuur en de speelsheid waarmee de taal aangewend wordt, die het complex kun-nen maken. Op de Engelstalige première was 80% van het publiek Nederlandstalig en dit zal op Het Theaterfestival niet anders zijn, maar toch kunnen zij ten volle van de voorstelling genieten. Het is een compact stuk waarin heel veel informatie op je afkomt en tegelijk is het toch gemak-kelijk te begrijpen. Het kan ook interes-sant zijn om het stuk in de twee talen te zien en te kijken of en hoe de taal het stuk verandert.”

De rollen waren voor dit stuk omgekeerd: Pieter was acteur en jij stond naast het podium. Hoe heb

jij die samenwerking met Pieter en de hele ploeg ervaren?

“Ik heb heel graag aan dit stuk meege-werkt. Pieter houdt echt van zijn werk en dat merk je ook. Iedereen was steeds erg vriendelijk en zelfs familiair. Er heerste een gevoel van samenhorigheid en niet alles hoefde steeds strikt volgens de regels te verlopen. In de eerste plaats waren we daar allemaal samen om een boeiend stuk te maken. Dat is ook wat Pieter op een zekere manier probeert te zeggen in Book Burning. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje, we kunnen er samen iets van maken en dat kan ook op een alternatieve manier gebeuren.”

Waaraan ben je op dit moment nog aan het werken?

“Momenteel werk ik al enkele jaren samen met de artiest Olivier Duprez in wat we blackbookblack noemen. Ons werk is gebaseerd op de kleur zwart en houtsnede prints. Voor mij draait ook dit niet enkel om beeldende kunst, maar hangt het ook samen met drama en literatuur. In de es-sentie hou ik ervan om samen te werken met mensen, ongeacht hun achtergrond of taal. Het is door het contact met een nieuwe cultuur of taal dat we met een frisse kijk onder de loep kunnen nemen waar we zelf vandaan komen en wat de taal is die we zelf hanteren.”

Rini Vyncke

Voor de voorstelling Book Burning werkte Pieter De Buysser nauw samen met Miles O’Shea, zowel om de theatertekst naar het Engels te vertalen als om de juiste Angelsaksische tongval te vinden. Als Pieter De Buysser er op donderdag 5 september Book Burning in vlekkeloos Engels speelt op Het Theaterfestival, is dat dus te danken aan Miles O’Shea. Wij hadden een gesprek met O’Shea, die afkomstig is uit Ierland en ondertussen al enkele jaren in België verblijft, waar hij samenwerkt met verschillende theatergezelschappen.

“Als ik in het publiek zit, hoop ik stilletjes dat Pieter de Engelse tekst

met de juiste tongval uitspreekt”

Page 5: Dagkrant 05/09/2013

5

In de voormiddag stonden enkele buiten-landse gasten centraal. Sodja Lotker uit Praag gaf een korte introductie. Ze werkt als dramaturge, professor en artistiek coördinator van de Prague Quadrennial of Performance Design and Space. Haar focus lag voornamelijk op hedendaagse vormen van scenografie en hun relatie met de omgeving. Activist John Jordan nam vervolgens de fakkel over. Hij werd onder meer bekend door zijn ‘Clandestine Insurgent Rebel clown Army’, een groep felgekleurde figuren die opduiken bij be-togingen. De tweede keynote spreker was Willi Dorner: deze Weense artiest verovert de wereld met zijn project Bodies in Urban Spaces. Hierbij plooien dansers zich naar hun omgeving, wat al meerdere iconische foto’s opleverde. De Duitse Claudia Bosse vertelde vervolgens over haar performance collectief Theatercombinant waarin zowel allerlei praktische als theoretische onderzoeksvragen worden gesteld. De drie sprekers gingen vervolgens in debat waar-bij het publiek ook de gelegenheid kreeg om vragen te stellen.

In de namiddag waren er parallelle sessies waaruit vrij uit gekozen kon worden. Sébastien Hendrickx blikte terug op het Tok Toc Knock-festival van KVS in enkele sociale woonwijken in Brussel en liet twee artiesten aan het woord. In een interac-tieve discussie met de Brusselse Master-architect Olivier Bastin werd het ‘kunst in de stad’-model besproken. Hoe kunnen de podiumkunsten hier een rol in spelen? Artieste Elly Van Eeghem en sociaal on-derzoeker Riet Steel gingen dan weer de discussie aan over de samenwerking tussen kunstenaars en sociale werkers. Hoewel zij elkaar kunnen versterken, is het nooit de bedoeling elkaars rol over te nemen. Artistiek leider van het Kaaitheater Guy Gypens ging in gesprek met internationale programmators die deel uitmaken van de SPACE groep. Adrien Grimmeau verzorg-de een gegidste tour langs de kanaalzone waar heel wat artistieke interventies deel

uitmaken van het stadsbeeld. Amongst, de workshop van Lotte van den Berg, focuste op het publiek in plaats van op de perfor-mer. Tenslotte brachten ook Heine Avdal en Yukiko Shinozaki hun performance Borrowed Landscape - Brussels waarin de locatie (een supermarkt) centraal staat.

WILLI DORNER OVER OUT OF THE BOX

Choreograaf Willi Dorner startte in 1990 met zijn eigen producties. Negen jaar later stichtte hij zijn eigen gezelschap. Vooral Bodies in Urban Spaces, allerlei sculpturen in de openbare ruimte gevormd door profes-sionele dansers in kleurige sportkledij, kreeg veel weerklank.

Tijdens deze conferentie staat werk in de open-bare ruimte centraal. Wat trekt jou hierin aan? Willi Dorner: “Het openbare is maar een aspect van mijn werk. Ik maak ook dingen die bijvoorbeeld in woonkamers worden uitgevoerd. Ik heb vooral interesse in de manier waarop mensen ruimte percipiëren. Er zijn altijd verschillende perspectieven mogelijk. Maar al enkele jaren ligt die fo-cus specifieker op de openbare ruimtes, ik ben daar een beetje bij blijven plakken.”

Wat is voor jou de meerwaarde van een conferentie? “Een conferentie als deze geeft me altijd nieuwe ideeën. De uitwisseling is een belangrijke inspiratiebron voor mij: ik neem dingen mee en kan zelf ook bijdra-gen leveren. Ik vind de discussies die hier gevoerd worden erg interessant.”

Voel je een connectie met de andere keynote sprekers van deze ochtend zoals John Jordan?

“Ik zou zelf niet het werk kunnen maken dat hij maakt. We hebben een ander karak-ter. Ik zie een zekere ambiguïteit in zijn werk. Daar had ik het tijdens de discus-sie ook over: artiesten hebben soms last van hun ego. Wanneer ze hun werk met activisme willen combineren moeten ze op bepaalde dingen letten. De mensen die je

betrekt moet je bijvoorbeeld altijd vrijheid geven en hen niks proberen opleggen.”

In 2010 was je in Brussel voor het Festival Kanal, een leuke ervaring?

“Het was niet zo gemakkelijk om daar te werken. Ik weet nog dat ik aan de slag ging zonder echt op mijn omgeving te let-ten. Toen ik even later over mijn schouder keek stond er een massa mensen naar me te kijken. De sfeer was eerder grimmig, ik denk dat ze niet goed begrepen wat ik aan het doen was. Na een dag of drie accepteerden ze me, dan kwamen ze me schouderklopjes geven.”

Zou je graag nog iets in Brussel maken? “Ik ken Brussel nog niet zo goed. Als ik er-gens een interventie plan, probeer ik eerst voeling te krijgen met de ruimte. Ik zou hier dus eerst nog wat moeten rondwan-delen.”

Karolien ByttebierRini Vyncke

Op donderdag 5 september was het Kaaitheater gastheer van de ‘Out of the box — International conference on (performing) arts in the public space’. De conferentie werd georganiseerd door het Vlaams Theater Instituut in samenwerking met Kaaitheater en SPACE en was volledig uit-verkocht. De deelnemers bogen zich over vragen over de rol van artiesten in de publieke ruimte, hun motivatie en de relatie tot hun publiek.

Page 6: Dagkrant 05/09/2013

WATERTANDEN EN ZEEWOLVEN

Studio Orka staat al een heel tijdje bekend om haar bijzondere locatietheatervoorstellingen die niet al-leen kinderen maar ook volwassenen doen lachen en ontroeren. De eerste vier voorstellingen van Studio Orka speelden in verschillende parken, maar voor hun laatste vijf producties zocht het Gentse gezel-schap specifiekere locaties op. Zo speelde Bernnina in een oud herenhuis, werd het publiek in Warmoes opgevangen in een moestuintje, speelde Mister More, Lady Less zich af op de parking van een su-permarkt, vind je Duikvlucht aan de oever van een rivier en daal je als toeschouwer van Jacobsneus af tot de onderste verdieping van een kelder.

DE LEGENDE VAN WOESTERDAM

© Phile Deprez

MIJNHEER PORSELEIN

LAVA, EEN BODEMONDERZOEK

Page 7: Dagkrant 05/09/2013

© Phile Deprez

© Phile Deprez

© Phile Deprez

MISTER MORE, LADY LESS

© Phile Deprez

© Fred De Brock

BERNNINA

DUIKVLUCHT JACOBSNEUS

WARMOES

Page 8: Dagkrant 05/09/2013

8

Hoe is de voorstelling BOG oorspronkelijk tot stand gekomen? Was iedereen vanaf het begin reeds bij het project betrokken?Lisa Verbelen: “Ik had een concept en ging dat pitchen bij Festival Cement in Den Bosch. Toen was het idee alleen nog maar:

‘we gaan het leven structureren, punt’. Het ging toen al wel over duidelijkheid schep-pen en het leven helemaal willen vatten. Ik had de drie andere spelers in dat dossier geschreven, omdat ik op dat moment met elk van hen een ander project had lopen. Met Judith en Benjamin was ik brieven aan het schrijven en met Sanne ging ik elke maandag op café om te praten over ‘tijd’. Ik heb hen in het dossier geschreven zonder dat zij dat zelf wisten (lacht).” Judith De Joode: “Als ik het nu bekijk vind ik het geniaal van jou dat jij had gezien dat wij met ons vier goed samen zouden passen. Ik dacht toen: ‘Allez, wie zet er ons nu samen?’.”Lisa: “Echt?”Judith: “Ja, met Sanne zat ik samen in de middelbare school, met Benjamin zat ik in de klas op de Toneelacademie Maastricht en Lisa kende ik heel goed. Ik zag ons niet meteen samenkomen. Volgens mij zijn we eerder vier ‘kapiteinen’, maar toen we bezig waren, klopte dat juist heel erg.” Lisa: “Judith hielp mij ook al bij het voorbereiden van die pitch. We hadden het toen over schakelmomenten en zij zei dat er meer gemeenschappelijke punten in een mensenleven zijn dan enkel de liefde en de

dood. We dachten dat er misschien zo’n zeven gemeenschappelijke punten zijn, maar toen we met ons vieren aan de voor-stelling werkten, bleken het er miljoenen te zijn (lacht).”

Jullie hebben een grondig vooronderzoek gedaan op basis van brieven die jullie schreven. Hoe gingen jullie daarin precies te werk?Lisa: “In de eerste plaats zijn we brieven beginnen schrijven met mensen die op dat moment in een schakelmoment zaten. Een bevriende actrice was op dat moment zwanger, mijn moeder ging op pensioen, er was iemand die doodging, en zo hadden we een hele lijst van mensen die iets bij-zonder meemaakten. Deze brieven gingen behoorlijk diep. Met ons vieren schreven we elkaar ook veel brieven over het leven. Daarna hebben we vooral volgende drie vragen aan mensen gesteld: ‘Hoe zou je het leven indelen zoals je het tot nu hebt beleefd?’, ‘Hoe zou je het komende jaar in een tekening weergegeven?’ en ‘Wat was voor jou een schakelmoment in je leven?’. Deze vragen hebben we aan veel mensen gesteld en daar hebben we heel wat ver-schillende antwoorden op gekregen. Dat was het grootste basismateriaal van onze voorstelling. Er zit niet zo veel persoonlijk materiaal in de voorstelling. Wij heb-ben vooral getracht om iets algemeens te maken. Er zitten dan ook heel veel dingen in de voorstelling die niet van een van ons vieren zijn. Ik weet ook nog dat Judith zei

toen we begonnen met BOG: ‘Ik wil niet mijn hele hart hier op tafel leggen, ik wil dit niet als een soort ego-document gaan opvatten, daar heb ik geen zin in.’ Daar was iedereen het over eens. BOG gaat niet over ons.”Judith: “We hebben vaak gepraat over objectief zijn, wat dat is en of we een objectieve voorstelling zouden kunnen maken over het leven. Het woord ‘ik’ komt trouwens niet in de voorstelling voor. We hebben echt geprobeerd om zo veel moge-lijk levens van zo veel mogelijk mensen te verzamelen en daar één leven van te maken. We hebben er ook heel bewust nooit een oordeel over geveld of gezegd dat een leven goed of slecht was. Vanuit al dat materiaal hebben we een soort middelma-tige mens proberen vormgeven. Ik vond het bijvoorbeeld heel tof om te merken dat heel weinig mensen hun leven op basis van werk indeelden, terwijl we net in een werkwereld leven. De liefde, de dood en andere grote dingen in het leven bleken belangrijker te zijn.”Lisa: “Op een gegeven moment kwamen we bijvoorbeeld tot de constatatie dat er heel veel weerkerende loopjes terug te vinden zijn in het leven: herhaaldelijk iets beloven en dat toch niet doen; iets verlangen, dat krijgen en dan iets nieuws verlangen; een lief willen, een hebben en dan toch weer geen willen; enz. Heel veel van die loopjes zijn wij dan beginnen oplijsten. Dat resulteerde in een onaf-gewerkte puzzel. We zochten naar een structuur en we kregen het idee om alles te vertellen door enkel werkwoorden te gebruiken. De tekst uit het hoofd leren was echt heel moeilijk, maar doordat we enkel werkwoorden gebruiken, maken we het ook wel universeler.”

© Sil Vanderbruggen

De voorstelling BOG won op Theater Aan Zee de Jong Theaterprijs en is ook geselecteerd voor Circuit X. De vier jonge makers (Lisa Verbelen, Judith De Joode, Sanne Vanderbruggen en Benjamin Moen) hebben elkaar echt gevonden en hebben van de naam BOG ook meteen de naam van hun gezelschap gemaakt.

Page 9: Dagkrant 05/09/2013

9

Eens jullie dat idee hadden, hoe is de voorstelling dan nog verder geëvolueerd?Judith: “Benjamin kwam op de prop-pen met de spullen van Mies Regina Van Gemeren. Tijdens de repetitieperiode ver-telde Benjamin plots dat zijn buurvrouw Mies gestorven was en dat zijn moeder al haar spullen kreeg.”Lisa: “Dat was letterlijk een huis vol met overgebleven spullen, waarop we onmid-dellijk ingepikt hebben: ‘Dat ís een leven. Dat moeten we hebben. Dat wordt ons decor’.” Judith: “We snuffelen als een soort voyeurs rond in het huis en gingen aan de slag met het materiaal dat we daar vonden. We worstelden op een gegeven moment ook met het feit dat we veel spullen niet in de voorstelling konden verwerken, waardoor we dachten om een hoek met verloren voorwerpen te maken. Toen kwamen we echter een tekst van Georges Perec tegen waarin hij zei dat er iets heel verdrietigs is aan een lijst maken, omdat nooit helemaal volledig kan zijn. Dat was wel een troos-tende gedachte.” Lisa: “Als je volledig zou willen zijn over het leven, word je echt gek. Na verloop van tijd ga je over elke dagdagelijkse handeling denken dat moet ze ook in de voorstelling moet, zoals bijvoorbeeld koffie drinken.”

Lijkt het niet wat voorbarig om als jonge mensen nu reeds terug te kijken op het leven? Of zijn het inderdaad deze grote vragen die jullie generatie bezig houden?Judith: “Het zijn de vragen die wij ons stel-len als jonge mensen. Als je bijvoorbeeld op Theater Aan Zee naar het werk van andere jonge makers gaat kijken, zie je dat zij ook met grote thema’s bezig zijn. Het maakte

me vrolijk en tegelijkertijd ontroerde me het om te zien dat we allemaal samen op zoek zijn. Voorstellingen als Dorstig van Hof Van Eede en Heimat, bijvoorbeeld, zit-ten op een andere manier ook in diezelfde richting te zoeken.”Lisa: “Ik denk dat het ook een logisch gevoel is om te hebben op deze leeftijd. Eens je afgestudeerd bent, ligt het hele leven voor je en staat er een waaier aan mogelijkheden voor je klaar. Nu begin je pas echt aan het leven, voorheen ging je kort gezegd gewoon naar school. Nu zie je alle mogelijke wegen die je zou kunnen be-wandelen en daar staar je je dan blind op. Ik had echt het gevoel: ‘Ik wil het leven even duidelijk structureren in een uur en een kwartier.’ En dat heeft ook echt gewerkt, want ik dacht onlangs nog: ‘Ik was vroeger echt meer bang van het leven dan nu.’ Theater als therapie bijna. We zijn ook van plan om BOG om de tien jaar opnieuw te maken. Elke keer zal daar zeker een andere voorstelling uitkomen. Judith: “Mensen gaven dat ook aan in hun brieven: ‘Vraag me dit opnieuw binnen vijf jaar en ik geef je er waarschijnlijk een heel ander antwoord op’.”

Hoe ziet de toekomst er uit voor jullie vier?Lisa: “We zijn nu ook een gezelschap dat we de naam BOG hebben gegeven, naar onze eerste voorstelling.”Judith: “We zien het eigenlijk eerder als een koepel. We gaan alle vier ook nog individuele voorstellingen maken en dat kan onder BOG als het inhoudelijk aansluit. We hebben voornamelijk een inhoudelijk boog van waar BOG voor staat.Lisa: “We willen werken rond grote thema’s.”

Judith: “Het op zoek gaan naar grote thema’s hebben wij eigenlijk allemaal al heel ons leven gedaan. Er moet ook steeds een vooronderzoek zijn.”Lisa: “Ja, en er is het belang van het open-trekken naar de rest van de wereld. We proberen objectief te zijn en geen oordeel te vellen. Dat is een onmogelijke opdracht, maar we pogen dat wel steeds. Het pogen op zich is ook een belangrijk element. We gaan daar nooit volledig slagen in wat we proberen, maar we proberen dat wel zo veel mogelijk.” Judith: “Omdat je zo grote thema’s kiest, gaat je voorstelling ook de hele wereld aan. We hopen dan ook dat iedereen komt (lacht).”Lisa: “Daar ben ik ook trots op bij BOG. Toen we in première gingen in Amsterdam kwamen er ook veel mensen naar onze voorstelling die niet zo vaak naar theater gaan en zij voelden niet aan dat de voorstel-ling toch wel een experimentele vorm heeft. Zij vonden het in de eerste plaats geweldig dat ze zich in de voorstelling konden her-kennen. Dat vind ik een echt compliment, dat het laagdrempelig is en tegelijk toch experimenteel.”Judith: “Je merkt dat het publiek aan het einde van het voorstelling in de foyer niet aan het praten is over onze acteerprestaties of over het decor, maar over de inhoud en

‘het leven’. Dan denk ik dat we de goede richting aan het uitgaan zijn.”

Rini VynckeFilip TielensAnne Declercq

© Sil Vanderbruggen

Page 10: Dagkrant 05/09/2013

Hoe vond je het om in de jury te zitten?“Ik vond het heel leuk. Maar het was ook een druk jaar. Soms was het moeilijk combineren, omdat ik ook veel zelf moest spelen. Deel uitmaken van de jury was voor mij een soort van inhaalmanoeuvre: ik heb veel groepen voor het eerst gezien. Het was erg verfrissend om andere manie-ren van werken te zien. Onze manier van werken bij De Koe is anders dan bij veel andere groepen.”

Kijk je anders als jurylid?“Je weet meestal wel welk soort theater je mag verwachten wanneer je naar een voorstelling gaat, maar als jurylid kijk je toch diepgaander. Je refl ecteert over je eigen mening. Waarom word ik hier blij van? Waarom neem ik het hier voor op? Waarom kan de ene voorstelling in de longlist en de andere niet?”

Hoe werd uiteindelijk over de selectie beslist?“Niemand liet in het begin echt in zijn of haar kaarten kijken. Doorheen het jaar praatten we minder over inhoud, omdat we eerst verschillende voorstellingen gezien moesten hebben om te kunnen ver-gelijken. Vooral de discussies in het jury-weekend waren interessant, omdat we dan gefocust waren op wat we goed vonden en waarom we voor een bepaalde voorstelling pleitten. Het heeft lang geduurd vooraleer ik wist wat de smaak was van de andere juryleden.”

Wat is je favoriete voorstelling? A Brief History of Hell van Abattoir Fermé was een van mijn favoriete voorstellingen. Ik had nog nooit iets van Abattoir Fermé gezien. Ik vond het een fi jne voorstelling, zowel qua inhoud als vorm: een goede tekst die goed werd gespeeld. Het schijnt geen typische Abattoir-voorstelling te zijn, maar ik was toch aangenaam verrast. Ook Book Burning vond ik fantastisch. Ik ben blij met de selectie. Er zijn voorstellingen die niet echt mijn keuze zijn, maar het is een mooi geheel, als een puzzel.

Raak je al die voorstellingen kijken niet moe? Nee, maar ik was wel blij om weer een avond vrij te hebben. Ik genoot ervan terug thuis voor tv te kunnen zitten. Maar ik hoop dat ik vanaf nu meer ga kijken dan vroeger.

Eline Van de Voorde

Natali Broods is actrice bij De Koe. Samen met De Morgen-recensent Evelyne Coussens, juryvoorzit-ter en radiomaker Jan Hautekiet, programmator Cees Vossen en de Nederlandse theaterjournalist Robbert van Heuven vormde zij de jury van Het Theaterfestival 2013.

“De selectie is een mooi geheel, als een puzzel”

info & ReseRvatie: debijloke.be | 09 269 92 92

ensemble

modeRndo 12 seP 201320:00

De Bijloke

‘Three Tales’

van steve Reich

en beRyl KoRot

v.U. D

aan

BaUw

ens,

MUz

iekce

nTrU

M De

Bijl

oke G

enT v

zw, B

ijlok

ekaa

i 7, 9

000 G

enT

v.U. D

aan

BaUw

ens,

MUz

iekce

nTrU

M De

Bijl

oke G

enT v

zw, B

ijlok

ekaa

i 7, 9

000 G

enT

rEsErvEEr nu: debijloke.be | 09 269 92 92

EnsEmblE modErn & synErGy vocAls‘thrEE tAlEs’eeN ViDeo-oPeRA VAN SteVe Reich eN BeRyl koRot

Steve Reich mag een levende legende genoemd worden. Zijn muziek is radicaal én wereldberoemd, indrukwekkend, zinnelijk en aangrijpend. Vraag dat maar aan Anne Teresa De Keersmaeker, die er de wereld op ronddanste.

Reich schreef de video-opera ‘Three Tales’ samen met zijn vrouw Beryl Korot, op de stapsteen tussen de 20ste en 21ste eeuw. Het thema: een eeuw van voortsnel-lende technologische ontwikkeling en de almaar ingewikkelder wordende ethische vragen errond.

Reich en Korot stellen scherp op schijnbaar onfeilbare technologie, massavernie-tigingswapens, klonen en artificiële intelligentie. De verhalen: Hindenburg, Bikini en Dolly. De muziek neemt de luisteraar mee in een beklijvende klankenstroom, soms koortsachtig denderend als een trein, soms vrijwel sprakeloos. Historische journaalfragmenten, stemmen uit de cockpit van een atoombommenwerper en interviews met wetenschappers zoals Richard Dawkins dringen door in de muziek.

‘Three Tales’ vertelt over een planeet en het heersen erover, over Darwin, religie en poëzie. Maar vooral over de mens.

do 12 sEP 2013 - 20:00

dE bijloKE

v.U. D

aan

BaUw

ens,

MUz

iekce

nTrU

M De

Bijl

oke G

enT v

zw, B

ijlok

ekaa

i 7, 9

000 G

enT

rEsErvEEr nu: debijloke.be | 09 269 92 92

EnsEmblE modErn & synErGy vocAls‘thrEE tAlEs’eeN ViDeo-oPeRA VAN SteVe Reich eN BeRyl koRot

Steve Reich mag een levende legende genoemd worden. Zijn muziek is radicaal én wereldberoemd, indrukwekkend, zinnelijk en aangrijpend. Vraag dat maar aan Anne Teresa De Keersmaeker, die er de wereld op ronddanste.

Reich schreef de video-opera ‘Three Tales’ samen met zijn vrouw Beryl Korot, op de stapsteen tussen de 20ste en 21ste eeuw. Het thema: een eeuw van voortsnel-lende technologische ontwikkeling en de almaar ingewikkelder wordende ethische vragen errond.

Reich en Korot stellen scherp op schijnbaar onfeilbare technologie, massavernie-tigingswapens, klonen en artificiële intelligentie. De verhalen: Hindenburg, Bikini en Dolly. De muziek neemt de luisteraar mee in een beklijvende klankenstroom, soms koortsachtig denderend als een trein, soms vrijwel sprakeloos. Historische journaalfragmenten, stemmen uit de cockpit van een atoombommenwerper en interviews met wetenschappers zoals Richard Dawkins dringen door in de muziek.

‘Three Tales’ vertelt over een planeet en het heersen erover, over Darwin, religie en poëzie. Maar vooral over de mens.

do 12 sEP 2013 - 20:00

dE bijloKE

http://www.debijloke.be/concerts/ensemble-modern-synergy-vocals

Page 11: Dagkrant 05/09/2013

11

Mensen zijn blijkbaar nooit op de juiste plek. We blijven rond dwalen, op zoek naar de juiste plaats. Onze plek. Wat is onze plek? Dat vraag ik me steeds af. Maar vooral: wanneer weten we dat we er zijn? Is het de veiligste plek? Is het een plaats van herkenning? Een plaats waar we één zijn met onze eigen gedachten en niet steeds met die van anderen? Of zoeken we juist naar de plaats van de andere? Willen we gehoord worden? Zijn we niet op zoek naar een plaats, maar naar iemand?

Willen we zeggen, wat er schuil gaat in ons eigen kleine cocon? Zijn we daar eenzaam?

Wat zorgt er voor dat we eenzaam zijn? En wanneer kan je het eenzaamheid noe-men? Het is niet omdat je alleen bent,dat je eenzaam bent. Vaak is het gewoon de veiligste plek die we kunnen bedenken. De plek die het dichtst bij ons ligt. De plek in ons zelf dus.

Vandaag de dag zit ik nog in mijn cocon. Vandaag moet ik nog niet vrij rond fladde-ren op zoek naar een andere plek. Vandaag hoef ik nog niet te spreken. Ik mag nog denken. Ik mag de andere nog aankijken

en bedenken waar ze nu eigenlijk mee be-zig zijn. Waar zijn we eigenlijk mee bezig?

Morgen zal ik wel spreken! Morgen kom ik uit mijn veilige thuis en breek ik naar de andere. Morgen zoek ik naar herkenning, zoek ik naar die ene vreemde die naar me wil luisteren. Naar samenhorigheid en niet naar rond lopen in het niets. Ik wil deel uitmaken van het beeld en niet doelloos staan staren. Ik wil weg van het gevoel dat ik alles beleef van op een afstand. Het gevoel van onzichtbaar te zijn voor mezelf.

Of het zal lukken? Iedereen lijkt zo hard bezig te zijn met zichzelf ontdekken: weten wat je zelf wilt, alles zelf uit zoeken. Soms lijkt het alsof we niet meer durven vragen om hulp. We vragen ons minder af hoe het met andere gaat. Voelen zij dit ook? Denken zij ook zo als ik? Of ben ik weer de enige die dit ziet?

Stiekem, diep van binnen willen we wel contact. We wachten op die vreemde die naar ons luistert, zonder er iets op te zeggen.

Twee maanden geleden werden negen jongeren uitgenodigd om zich min-stens voor de duur van Het Theaterfestival fataal aangetrokken te voelen tot één van de geselecteerde voorstellingen. Het doel van hun missie is onbekend. Voor de één eindigt het in een ontmoeting. Voor de ander in een vers voetspoor. Volg alles op blog.fabuleus.be.

ALS JE WEGGAAT KOM JE DAN OOK WEER TERUG?Tramtram

Dag meisje met het ijsje aan het raam.Dag beentjes van het meisje in de tram.Dag bengeling. En tingeling.Dag Marokkaan, dag Indiaan, dag onderdaan.Dag mevrouw getrouwd met uw sjakosj.Dag meneer in de weer met uw moustache.Dag gast, ik zie u groeien aan uw rugtas.Dag Turk. Dag snurker uit de late nacht.Dag Chinees, dag Kongolees, dag Kees.Dag Jood, dag tingeling, dag rode muts,dag kleine duts in de te grote koets.Dag blinde en dag hond, dag blind verbond.Dag hanger in de lus, dag musje in de hoek,dag denker aan het venster,dag oortjes in de oren van de stille zanger.Dag reizigers allemaal. Dag elk verhaal.Dag alle taal. Dag alle reizelingenin de bedding van de stad. Dag dag dag.Dagelijks klinkt in ons heelal de tingeling — Bernard Dewulf

Mensen moeten vaker zien in plaats van te kijken. In de stad leeft iedereen op zichzelf, maar als je goed kijkt, zie je een heel theaterstuk dat zich daar altijd afspeelt. Speel je er zelf in mee? Of niet? Ik vind het prachtig om gewoon toe te kijken. Hoe mensen hun eigen leven spelen. Waar denken ze aan? Wat brengt hen net daar, op die plaats waar ik zelf ook ben. Op de één of andere manier raak je zo verbonden. Je kent ze niet en hoogstwaar-schijnlijk zal je ze nooit meer terug zien, maar dat maakt het net zo interessant.

Zoë Heyninck

© Ilaria Scarpa

Page 12: Dagkrant 05/09/2013

HOOFDREDACTIE Filip Tielens REDACTIE Stefan Moens, Anne Declercq, Karolien Byttebier, Rini Vyncke, Eline Van de VoordeVORMGEVING Mies Van Roy WORDCLOUD Bregt Van Wijnendaele — www.zendelingen.beREACTIES [email protected]

WORDCLOUD AGENDA COLOFON SPONSORS

BOG L. VERBELEN, S. VANDERBRUGGEN, B. MOEN, J. DE JOODETHEATERTEKST

FESTIVALCENTRUM KAAITHEATER Sainctelettesquare 20, 1000 BrusselKAAISTUDIO’S Onze-Lieve-Vrouw Van Vaakstraat 81, 1000 BrusselBRONKS Varkensmarkt 15-17, 1000 BrusselFESTIVALKEUKEN doorlopend geopend van 12u tot 20u30 in KaaicaféONLINE www.theaterfestival.be, www.facebook.com/het.theaterfestivalLEES ALLE DAGKRANTEN ONLINE OP WWW.ISSUU.COM/HETTHEATERFESTIVAL

09:30 Out of the box conferentie VTI KaaitHEatER

11:00 Expo An Old Monk BENOîT VAN INNIS & BACHE JESPERS KaaitHEatER

11:00 Domo de Europa Historio en Ekzilo THOMAS BELLINCK/KVS EttERBEEK

14:00 Borrowed landscape – Brussels FIELDWORKS CaRREFOUR aNDERLECHt

17:00 Pleinvrees (FR) LOTTE VAN DEN BERG/OMSK CENtRaaL StatiON

19:00 Pleinvrees (NL) LOTTE VAN DEN BERG/OMSK SiNt-KatELiJNEPLEiN

19:00 Duikvlucht STUDIO ORKA & THEATER ANTIGONE ViLVOORDE

20:30 Book Burning PIETER DE BUYSSER & HANS OP DE BEECK KaaitHEatER

20:30 BOG L. VERBELEN, S. VANDERBRUGGEN, B. MOEN, J. DE JOODE KaaiStUDiO'S

donderdag 5 september 2013

11:00 Expo An Old Monk BENOîT VAN INNIS & BACHE JESPERS KaaitHEatER

11:00 Domo de Europa Historio en Ekzilo THOMAS BELLINCK/KVS EttERBEEK

14:00 Borrowed landscape – Brussels FIELDWORKS CaRREFOUR aNDERLECHt

16:00 30 jaar Etcetera KaaiCaFE

16:00 Pleinvrees (NL) LOTTE VAN DEN BERG/OMSK NiEUWStRaat

17:30 Uitreiking Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Podiumkunsten KaaitHEatER

19:00 Pleinvrees (FR) LOTTE VAN DEN BERG/OMSK PLEiN MOLENBEEK

19:00 Duikvlucht STUDIO ORKA & THEATER ANTIGONE ViLVOORDE

20:30 Book Burning PIETER DE BUYSSER & HANS OP DE BEECK KaaitHEatER

20:30 Sweat baby sweat JAN MARTENS KaaiStUDiO'S

vrijdag 6 september 2013