Crash Course Toetsing · Web viewIn het eerst hoorcollege van het vak wordt ook tevens uitleg...

CRASH COURSE TOETSINGIGOTOETSINGMini-portfolio bestaand uit drie opdrachten met betrekking tot constructive alignment, kwaliteitscriteria toetsen en aanbevelingen voor verbetering van een toets.

Lidewij ten KateDocent Logistiek en economieIGOHogeschool Rotterdam

InhoudInleiding...................................................................................................................................................................................................3

Dank..................................................................................................................................................................................................... 3

Het MINI-Portfolio..........................................................................................................................................................................3

Opdracht 1: Constructive alignment: afstemmen van leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing.........................4

Afstemming van leerdoelen en toets......................................................................................................................................4

Afstemming van leerdoelen en toets: Tentamenopdracht............................................................................................5

Afstemming van leerdoelen en toets: Schriftelijk tentamen........................................................................................6

Afstemming van onderwijsactiviteiten met de toets.......................................................................................................7

Formatieve toetsing.......................................................................................................................................................................7

Informatie over beoordeling......................................................................................................................................................8

Opdracht 2: Toets analyseren aan de hand van het toetsanalyse formulier..............................................................9

Tentamen opdracht 20%.............................................................................................................................................................9

Schriftelijk tentamen 80%.......................................................................................................................................................12

Opdracht 3: Aanbevelingen/Conclusies/Actiepunten......................................................................................................15

Bronnen................................................................................................................................................................................................ 16

Pagina 2

InleidingMet het beleid van de Hogeschool Rotterdam kunnen docenten pas examinator worden als zij minimaal een half jaar in dienst zijn en “toetsbekwaam” zijn. De Crash Course Toetsing vangt een deel op tot dat de didactische cursus is gevolgd.

DANKAllereerst wil ik Anne Potters, Sien Trotz en Annemiek Grootendorst bedanken voor hun inzet en kennis tijdens de Crash Course Toetsing gehouden op 27 januari 2015. De dag heeft mij toch weer veel kennis bij gebracht op het gebied van onderwijs. Als professional uit het bedrijfsleven had ik niet gedacht dat er diepgaand over kwaliteit van het onderwijs en toetsing werd nagedacht. Het was een leuke dag met veel aandacht voor de startende docent. Het leek in eerste instantie veel terminologie, maar met een aantal eenvoudige handvaten, geven ze toch een inzicht in het maken en opstellen van een toets. Mijn grote dank voor deze Crash Course Toetsing.

HET MINI-PORTFOLIOHet mini-portfolio bestaat uit drie opdrachten die zijn gegeven in de Modulewijzer van de Crash Course Toetsing. Het vak Economie in Bedrijf 2 wordt voor de opdrachten gebruikt als uitgangpunt. De eerste opdracht is gerelateerd aan de relatie leerdoelen, toetsing en onderwijsactiviteiten. In de tweede opdracht wordt er een analyse gemaakt van de toetsen. In de derde opdracht worden er aanbevelingen gedaan na aanleiding van de eerdere opdrachten.

Pagina 3

Opdracht 1: Constructive alignment: afstemmen van leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing.

AFSTEMMING VAN LEERDOELEN EN TOETS

Het vak economie in bedrijf 2 aan de opleiding Logistiek en Economie volgt de Kennis gestuurde Leerlijn. De toetsvorm is een Schriftelijk Tentamen dat voor 80% van het eindcijfer zorgt en een tentamenopdracht bedrijfsanalyse die voor 20% deel uit maakt van het eindcijfer. Het schriftelijk tentamen bestaat uit 12 Multiple Choice vragen en 4 open opgaven met sub vragen.

De leerdoelen van dit vak zijn volgens de Verantwoording 1:

1. De student kan verschillende vormen van activa en vermogen benoemen en de vermogensbehoefte en samenstelling van een onderneming analyseren en beoordelen.

2. De student kan de ontwikkeling van de liquiditeit en de resultaten van een onderneming begroten.

3. De student kent 3 methodes van waardebepaling van de onderneming en kan deze toepassen en beoordelen.

4. De student kan de financiële besturing van de onderneming analyseren en beoordelen aan de hand van berekende kengetallen en hun samenhang.

5. De student kan berekenen welke financieringsvorm van kort vreemd vermogen voor de onderneming het voordeligst is.

6. De student kan verschillende mogelijkheden voor het verminderen van de vermogensbehoefte in de logistieke keten benoemen, analyseren en beoordelen.

Uitgezonderd van leerdoel 2 en 5 vragen alle bovenstaande leerdoelen een combinatie van benoemen, analyseren en beoordelen. Dit betekent dat de student aangesproken wordt op verschillende vaardigheden. ‘Surface learning’ komt naar voren bij het benoemen of reproduceren, maar van de student wordt ook een stap verder gevraagd: deep learning oftewel analyseren en beoordelen. (Presentatie: Introductie toets denken, IGO). Leerdoelen 2 en 5 vragen meer om begrip en toepassing,

De toetsmatrijs2 van deze module geeft een punten verdeling weer tussen Kennis, Begrip en Toepassen, waarbij het gewicht ligt bij Toepassen, daarna Kennis en Begrip (puntenverdeling resp. 37/50, 10/50 en 37/50). Daarnaast zijn de leerdoelen die genoemd worden in de toetsmatrijs licht inconsistent met de leerdoelen in de verantwoording. Leerdoel 2 wordt aangevuld met analyseren, leerdoel 3 richt zich alleen op kennen en toepassen, bij leerdoel 6 valt beoordelen weg.

1. Modulewijzer ILEEIB20, Logistiek en Economie, 2013-2014 p.9


Pagina 4

In de toetsmatrijs zijn geen punten toegekend aan de taxonomie probleem oplossen, terwijl volgens IGO Format Toetsmatrijs voor modulen uit de Kennis gestuurde Leerlijn3 beoordelen wel degelijk tot de taxonomie Probleem oplossen behoort. Leerdoel 1, 3, 4 en 6 relateren allemaal aan de taxonomie Probleem oplossen.

AFSTEMMING VAN LEERDOELEN EN TOETS: TENTAMENOPDRACHT De tentamenopdracht bedrijfsanalyse (20% van het eindcijfer) vraagt een beschrijving, verklaring en beoordeling van financiële karakteristieken van een door de student gekozen logistieke onderneming met onderbouwing. Deze opdracht is representatief qua omvang voor het niveau van de leerdoelen waar een beoordeling wordt gevraagd. De bedrijfsanalyse is een praktijkgerichte toetsing waar studenten in een team de geleerde stof om zullen moeten zetten in een onderbouwd oordeel over de financiële situatie van een bedrijf. Dit staat ook in de leerdoelen van het vak en kan ervaren worden als een valide toetsing van het probleem oplossend vermogen van een student. Validiteit van de tentamenopdracht heeft te maken met: “ in hoeverre meet de toets wat het zou moeten weten”: betekenis, bruikbaarheid en juistheid van de scores4.

Waarschijnlijk geeft de toetsmatrijs in de modulewijzer van Economie in Bedrijf 2 alleen het schriftelijk tentamen weer. Het is aan te bevelen om de tentamenopdracht ook mee te nemen. Hiervoor is het nodig om studiepunten toe te kennen aan de taxonomie Probleem oplossen. Het niveau van deze opdracht is voor een eerstejaars student hoog, maar te doen. Een beargumenteerd oordeel vellen over financiële karakteristieken, is onderdeel van het lesprogramma.

De tentamenopdracht wordt beoordeeld via het rapport waar ook een reflectie bij zit van de individuele prestatie van de teamleden. Vooral het laatste vind ik lastig in te schatten, juist omdat de groepen niet vergaderen, nog een tussentijdse rapportage opleveren. Het is voor de docent onmogelijk om een individuele beoordeling/reflectie te controleren of te toetsen in de huidige vorm.

De leerdoelen in de modulewijzer geven geen adequate omschrijving over wat de student zou moeten leren bij het opleveren van een groepsproduct, nog wat zij individueel moeten presteren ten opzichte van elkaar. Er staat geen leerdoel formulering in de modulewijzer over: gezamenlijk kunnen werken, projectmatig kunnen werken, als groep opzetten van een verslag4. Hierbij lijkt de individuele prestatie beoordeling het doel voorbij te schieten wat eigenlijk beoogt wordt: een gedegen financiële analyse maken van een bedrijf. Omdat het een groepsopdracht is, is het geen de individuele prestatie van de student, maar een prestatie van de groep. Ik vraag me af of de opdracht in “groepsvorm” de meeste efficiënte manier is om het leerdoel 4 (zie pag.2) uit de modulewijzer te behalen.

Wel begrijp ik dat er een evaluatie moet plaatsvinden over de uiteindelijke samenwerking van de groep, maar ik zie geen meerwaarde in de reflectie als deze niet zijn omschreven in de leerdoelen. Een ander idee is om een reflectie te vragen van de individuele student over wat zij geleerd hebben van de bedrijfsanalyse die ze hebben gemaakt. Dit zou beter aansluiten met de leerdoelen.

3. IGO Format Toetsmatrijs voor modulen uit de Kennis gestuurde Leerlijn, HINT, IGO, 2013, p.3

4. Toetsen in het hoger onderwijs, Van Berkel, Bax en Joosten-ten Brinke , uitgever Bohn,Stafleu, van Loghum, 3e druk 2014, p17

5. Toetsen in het hoger onderwijs, Van Berkel, Bax, , uitgever Bohn, Stafleu, van Loghum, 2e druk 2006, p.308

Pagina 5

AFSTEMMING VAN LEERDOELEN EN TOETS: SCHRIFTELIJK TENTAMENHet schriftelijk tentamen heeft een tiental gesloten vragen6 variërend van standaardtype, aanvulvragen en vragen met stellingen. De standaardtype vragen zijn vragen met één correct alternatief, waarbij het aantal alternatieven waaruit gekozen kan worden vier zijn.7 De meest optimale meerkeuzevraag bestaat uit 3 alternatieven waarvan één correct.8 In de huidige toets van Economie in Bedrijf wordt vastgehouden aan vier alternatieven.

In het schriftelijk tentamen zijn de meerkeuze vragen vooral gericht op het reproduceren van de stof: Kennis en Begrip, resp. 7 van de 12 vragen en 5 van de 12 vragen. Hier wordt meer een ‘surface learning’ 9 gevraagd van de student. De vraag is of dit representatief is voor de leerstof, de leerdoelen zijn vooral gericht op begrip en toepassen volgens de toetsmatrijs. Tevens vraag ik mij af of de meerkeuze vragen niet te weinig zijn om een acceptabele betrouwbaarheid weer te geven10 van de scores van de studenten op dit onderdeel. Want de meerkeuzevragen zijn een klein onderdeel van de toets en representeren maar 10 van de 50 punten. De toetsmatrijs geeft 13 punten aan Kennis en Begrip, tevens staan er ook nog een beperkt aantal begrips- en kennisvragen in de open vragen van de toets.

De open vragen uit het schriftelijk tentamen zijn vooral gericht op sommen en berekening, wat de taxonomie Toepassing benaderd. Een aantal begripsvragen starten met: leg uit of welke en waarom. Tevens is in de open vragen één kennis vraag en één probleem oplossend gerichte vraag. Hieruit blijkt dat de toetsmatrijs veelal gericht is op het schriftelijke tentamen. Het toepassen en berekenen heeft hier de boventoon. Het toepassen in het schriftelijk tentamen vraagt wel een dieper leer niveau van de student, hier wordt gevraagd om de theorie in verschillende opgaven toe te passen. De open vragen zijn met betrekking tot de leerdoelen te checken op relevantie11: blijkt de inhoud uit de vraag en is de toets representatief voor de leerdoelen? De open vragen uit de toets sluiten goed aan op de toetsmatrijs en de gestelde leerdoelen. Vooral toepassen komt goed naar voren in opgaven waar berekeningen worden gevraagd. Dit is ook in lijn met de ‘operationele woorden’ uit het IGO Format Toetsmatrijs12.

6. Vragen beoordelen, KCH Examens, mei 2014 p. 4-6

7. Toetsen in het hoger onderwijs, Van Berkel, Bax en Joosten-ten Brinke , uitgever Bohn, Stafleu, van Loghum, 3e druk 2014, p.114


9. Presentatie: Introductie toets denken, IGO Carsh course toetsing, Anne Potters, Januari 2015, slide 20


11.Toetsen in het hoger onderwijs, Van Berkel, Bax en Joosten-ten Brinke , uitgever Bohn, Stafleu, van Loghum, 3e druk 2014, p.141

12.IGO Format Toetsmatrijs voor modulen uit de Kennis gestuurde Leerlijn, HINT, IGO, 2013, p.3

Pagina 6

AFSTEMMING VAN ONDERWIJSACTIVITEITEN MET DE TOETS

Het vak Economie in Bedrijf 2 heeft wekelijks een uur hoorcollege en twee uren werkcollege. In het hoorcollege wordt de theorie toegelicht, terwijl het werkcollege de student in staat stelt om gerichte vragen te stellen en opgaven te maken die aanverwant zijn aan de theorie. Deze combinatie is ook terug te vinden in de toetsing (summatief), de gesloten vragen zijn gericht op Kennis en Begrip, dit komt naar voren in het hoorcollege, terwijl in het werkcollege opgaven worden gemaakt waar de student berekent en toepast, dit zijn de open opgaven in het schriftelijk examen.

Het boek en de aanverwante opgaven zijn naar mijn inzicht complexer dan wat wij van de student vragen op het schriftelijk tentamen. De opgaven uit het boek zijn vaak moeilijker dan de leerdoelen die wij stellen.

FORMATIEVE TOETSINGEr is geen tussentijdse formatieve toetsing13 bij het vak Economie in Bedrijf 2, dit zou eventueel opgelost kunnen worden met een korte open vraag die met het start van het werkcollege wordt gesteld, bijvoorbeeld uit een oefententamen. Om de student in staat te stellen om te reflecteren op het geen wat hij heeft geleerd in het hoorcollege.

Bij formatieve toetsing staan drie vragen centraal14: wat is de eindsituatie? Waar bevinden de studenten zich in het leerproces? En hoe kan je de brug leggen tussen de huidige situatie en de eindsituatie?

Het formatief toetsen is belangrijk omdat het een communicatie opgang brengt over het leerproces van de studenten en de uiteindelijke doelen die behaald dienen te worden. Tevens verhoogt het de motivatie en geeft het feedback15. Doordat er geen tussentijdse formatieve toetsing is bij Economie in bedrijf 2, ben ik van mening dat het leergedrag van de student meer naar het leren vlak voor het tentamen neigt dan tijdens de lesweken.

In het werkcollege worden de studenten geacht aan sommen te werken, maar door ook daar een formatieve toetsing toe te passen, door middel van oude tentamen sommen kunnen zij direct reflecteren op de sommen die ze hebben gemaakt tijdens het werkcollege. Dit kan een actieve deelname aan het werkcollege verhogen. De tentamenopdracht gaat van start in week 3 van de lesperiode tot week 7. Dit vraagt wel al eerder dan het schriftelijk tentamen een respons van de student op de theorie gedurende de lesweken.

13. Vragen beoordelen, KCH Examens, mei 2014 p. 1



Pagina 7

INFORMATIE OVER BEOORDELINGIn de modulewijzer van Economie in Bedrijf 2 staat beschreven hoe de student beoordeeld wordt.16

Tevens staat er in de bijlage een uitgebreide omschrijving van de tentamenopdracht en is er een voorbeeldtentamen te vinden met dezelfde structuur en vragen als op het schriftelijk tentamen. Bij nader inzien mis ik wel een open opgave, er zijn 2 open opgaven, terwijl het er 3 zouden moeten zijn. In het eerst hoorcollege van het vak wordt ook tevens uitleg gegeven over het schriftelijk tentamen en in week 3 een toelichting op de tentamenopdracht.


Pagina 8

Opdracht 2: Toets analyseren aan de hand van het toetsanalyse formulier

Aangezien Economie in bedrijf 2, twee toets momenten heeft zal ik beide toetsen beoordelen aan de hand van het toetsanalyseformulier.

TENTAMEN OPDRACHT 20%

Toetsanalyseformulier

AlgemeenDatum analyse 31-1-2015Opleiding Logistiek en EconomieModulenaam Economie in Bedrijf 2Modulecode ILEEIO20Modulehouder C.SteendamToetsvorm/conform OER Praktijk opdrachtStudiepunten 2Plaats in het curriculum Jaar 1Leerlijn Kennis gestuurdToetsdossier volledig (Modulewijzer, hertoets, 2e lezerchecklist, antwoordmodel)

JA

Leerdoelen/competenties zijn conform competentiematrix.

JA

Advies:

1. Validiteit van de toets Ja / Nee ToelichtingDe toetsvorm is passend in relatie tot de werkvorm(en) en leerlijn.

JA De bedrijfsopdracht is een praktijkgerichte opdracht: de studenten mogen een logistiek bedrijf uitkiezen. Zij analyseren en beoordelen dat bedrijf op basis van de lesstof. Toepassing van theorie in de praktijk.

De representativiteit van de vragen/opdracht is passend in relatie tot leerdoelen / literatuur / competenties.

JA De leerdoelen zijn gericht op beoordelen op basis van financiële ratio’s. Competenties: Ontwikkelen beleid: voert interne/externe analyse uit op basis van gegeven modellen binnen een gegeven casus en geeft benodigde veranderingen aan.

Het niveau van de JA Het niveau past bij het beheersingsniveau

Pagina 9

vragen/opdracht past bij het beoogde beheersingsniveau van kennis/ inzicht/ toepassingsvaardigheden van het betreffende leerjaar.

wat na jaar 1 bereikt dient te zijn. De student is dan in staat om zelf een evenwichtig oordeel te geven over een bedrijf. Wat past bij de competentie van niveau 1 ondersteunt logistieke adviezen met economische onderbouwing.

De toetsvorm van de herkansing is gelijk aan de toetsvorm van de oorspronkelijke toets.

JA De studenten krijgen een reparatie kans voor de opdracht.

Advies:

2. Betrouwbaarheid van de toets ToelichtingDe toetsvragen/opdrachten zijn eenduidig:- Concreet en specifiek- Taalkundig correct

JA De vragen zijn helder en er wordt uitgelegd wat er verklaard dient te worden en wat studenten aan beoordeling moeten geven over het bedrijf.

Het antwoordmodel is eenduidig te interpreteren.

NVT De studenten zijn vrij om een bedrijf te kiezen, dus antwoorden zijn op meerdere manieren te interpreteren. Er zijn wel criteria gegeven die van toepassing zijn op de beoordeling van de opdracht.

Het aantal toetsvragen/omvang van de opdracht is voldoende (Bij mc zie HR Instructiefolder).

JA Studenten dienen een onderzoek uit te voeren en daar een rapport over te schrijven. Hiervoor staat 8 uur volgens de studiebelasting in de modulewijzer.

Er is voldoende tijd beschikbaar voor de student om de toets te maken.

JA de studenten hebben 4 weken de tijd om de opdracht af te ronden. Dit is voldoende.

Advies:

3. Inzichtelijkheid ToelichtingDe toetsvorm en normering is van tevoren bekend bij de student.

JA In de bijlage van de modulewijzer staat een uitgebreide beschrijving van de toetsvorm.

Er is een voorbeeldtoets beschikbaar voor de student.

NEE Omdat dit een opdracht is die per studententeam kan verschillen, is er voor de tentamenopdracht geen voorbeeldtoets. Wel wordt er uitgebreid in de bijlage van de modulewijzer beschreven wat er van de student verwacht wordt.

Er is inzage mogelijk. JA Op aanvraag van de student is er inzage mogelijk.

Er is feedback geregeld. JA Tijdens het laatste werkcollege geef ik de meest voorkomende fouten aan uit de gemaakte opdrachten. Tevens kunnen studenten feedback krijgen over hun

Pagina 10

opdracht op aanvraagAdvies:- een voorbeeldanalyse uit de praktijk verstrekken aan de student d.m.v. een opdracht in het werkcollege

4. Belasting / efficiëntie ToelichtingDocent heeft voldoende tijd voor het nakijken en beoordelen van de toets/opdracht.

NEE De opdracht wordt ingeleverd in week 7, om op tijd feedback te kunnen geven in week 8, moet de opdracht binnen een week nagekeken worden. Tevens zijn de opdrachten specifiek en op een zelf gekozen bedrijf gericht wat zorgt dat de snelheid van nakijken naar beneden zal gaan.

De gekozen toetsvorm is efficiënt in relatie tot het aantal studenten en ECT.

NEE Er zullen teams zijn van 3-4 studenten, dit levert gemiddeld 8-10 rapporten per klas op. Studenten hebben per team gemiddeld 24-32 uur te besteden, dat is teveel voor de opdracht zelf.

De tijd die de student nodig heeft om de toets voor te bereiden is in verhouding met de omvang (aantal ECT) van de module en de leerdoelen.

NEE In combinatie met het schriftelijk tentamen, denk ik dat de leerdoelen voor een deel dubbel worden afgetoetst. Het vak is 2 ECT waard. In de studiebelasting staat 8 uur voor de voorbereiding van het tentamen. Ik vermoed dat dit te weinig is.

Advies: -studenten hebben nu 4 weken de tijd voor de opdracht, terwijl er 8 uur maximaal aan studiebelasting staat. Het inleveren van de toets zou eerder kunnen waardoor de docent in staat is om op tijd feedback te geven, zonder een enorme werkdruk in week 7.-Herbekijken van de combinatie schriftelijk tentamen met de tentamenopdracht. De tentamenopdracht toetst ook toepassing.

5. Eerder uitgebracht advies op: ToelichtingEerder uitgebrachte adviezen verwerkt in deze module/toets?

NVT

Advies:

6. Resultaten ToelichtingGeven de cijfers / beoordelingen een realistisch beeld van de prestaties van de studenten? Is er sprake van een evenwichtige spreiding van de resultaten?

NVT

Advies:

Conclusie en bevindingen naar aanleiding van de analyse:

Pagina 11

SCHRIFTELIJK TENTAMEN 80%

Toetsanalyseformulier

AlgemeenDatum analyse 1-2-2015Opleiding Logistiek en EconomieModulenaam Economie in Bedrijf 2Modulecode ILEEIB20Modulehouder C.SteendamToetsvorm/conform OER Schriftelijk tentamenStudiepunten 2 ECTSPlaats in het curriculum 1e jaarLeerlijn Kennis gestuurdToetsdossier volledig (Modulewijzer, hertoets, 2e lezerchecklist, antwoordmodel)

JA

Leerdoelen/competenties zijn conform competentiematrix.

JA

Advies:

1. Validiteit van de toets Ja / Nee ToelichtingDe toetsvorm is passend in relatie tot de werkvorm(en) en leerlijn.

JA Het schriftelijk tentamen toetst vooral kennis/ begrip en toepassing. Dit is voldoende voor het 1e jaar.

De representativiteit van de vragen/opdracht is passend in relatie tot leerdoelen / literatuur / competenties.

JA/NEE Literatuur: Het boek en de opgaven vind ik complexer dan het schriftelijk tentamen. In relatie tot de leerdoelen wordt er vooral berekenen en toepassing getoetst wat in overeenkomst is. Het tentamen vraagt om beheersing van berekeningen en toepassing van theorie voor het onderbouwen van logistieke adviezen.

Het niveau van de vragen/opdracht past bij het beoogde beheersingsniveau van kennis/ inzicht/ toepassingsvaardigheden van het betreffende leerjaar.

JA De student dient aan het einde van het jaar eenvoudige adviezen met economische onderbouwing te geven. Het niveau van het tentamen is voldoende aangezien het kennis, begrip en toepassing vraagt.

De toetsvorm van de herkansing is JA Het hertentamen is hetzelfde met andere

Pagina 12

gelijk aan de toetsvorm van de oorspronkelijke toets.

opdrachten.

Advies: -Herbekijken van de literatuur t.o.v. de competenties die de studenten dienen te halen. De literatuur is naar mijn inzien complexer dan wat wij af toetsen.

2. Betrouwbaarheid van de toets ToelichtingDe toetsvragen/opdrachten zijn eenduidig:- Concreet en specifiek- Taalkundig correct

JA De vragen zijn helder geformuleerd en concreet. Er kan geen misverstand bestaan.

Het antwoordmodel is eenduidig te interpreteren.

JA Bijvoorbeeld opgave 2 G, staat vermeld dat het antwoord alleen niet voldoende is maar dat er een toelicht erop dient te zijn die specifiek is.

Het aantal toetsvragen/ omvang van de opdracht is voldoende (Bij mc zie HR Instructiefolder).

JA/NEE Ik denk dat een aantal toetsvragen niet zouden hoeven omdat er al een aantal vragen toepassing en probleem oplossend vermogen in de tentamenopdracht gevraagd zijn. Het aantal meerkeuzevragen vind ik te weinig representatief om een betrouwbaar beeld te geven.

Er is voldoende tijd beschikbaar voor de student om de toets te maken.

JA De student moet veel rekenen en beredeneren. En heeft 12 MC vragen te maken. Met gemiddeld 60 seconden per MC vraag zijn zij, al snel 12 minuten onderweg. Daarnaast zullen de openvragen beantwoord moeten worden waar toch of een korte berekening van één zin wordt gevraagd of een maximaal ¼ pagina berekening. Dit duurt maximaal 5 minuten per vraag* 15 vragen: 1 uur en een kwartier. Dit betekent dat de student weinig tijd heeft voor reflectie. Het past precies. Voor onderbouwing tijd zie ** onderaan het formulier.

Advies:-De gesloten vragen meer richten op toepassing, zo kan het aantal open vragen naar beneden.

3. Inzichtelijkheid ToelichtingDe toetsvorm en normering is van tevoren bekend bij de student.

JA In de modulewijzer staat een voorbeeldtoets en staat beschreven hoe de normering is.

Er is een voorbeeldtoets beschikbaar voor de student.

JA In de bijlage van de modulewijzer.

Er is inzage mogelijk. JA Er is een inzage moment die tevens dient als feedback moment.

Er is feedback geregeld. JA Zie vraag hierboven.

Pagina 13

Advies:

4. Belasting / efficiëntie ToelichtingDocent heeft voldoende tijd voor het nakijken en beoordelen van de toets/opdracht.

JA/NEE De gesloten vragen kunnen snel nagekeken worden, de open vragen vergen meer tijd, er zijn 4 open vragen met deelvragen. Dat is veel werk met gemiddeld 2 klassen. Ervaring leert (ikzelf) dat dit soort toetsen mij ongeveer 5-8 uur nakijkwerk bezorgen.

De gekozen toetsvorm is efficiënt in relatie tot het aantal studenten en ECT.

JA/NEE Het schriftelijk tentamen bestaat uit open en gesloten vragen. Ik vraag mij af in combinatie met de tentamenopdracht of het niet teveel is.

De tijd die de student nodig heeft om de toets voor te bereiden is in verhouding met de omvang (aantal ECT) van de module en de leerdoelen.

JA/NEE In combinatie met het schriftelijk tentamen denk ik dat de leerdoelen voor een deel dubbel worden afgetoetst. Het vak is 2 ECT waard. In de studiebelasting staat 8 uur voor de voorbereiding van het tentamen. Ik vermoed dat dit te weinig is.

Advies: -Herbekijken combinatie tentamenopdracht vs. schriftelijk tentamen.Meer weging toekennen aan de tentamenopdracht?

5. Eerder uitgebracht advies op: ToelichtingEerder uitgebrachte adviezen verwerkt in deze module/toets?

n.v.t.

Advies:

6. Resultaten ToelichtingGeven de cijfers / beoordelingen een realistisch beeld van de prestaties van de studenten? Is er sprake van een evenwichtige spreiding van de resultaten?

n.v.t.

Advies:

Conclusie en bevindingen naar aanleiding van de analyse:

Pagina 14

** Toetsen in het hoger onderwijs, Van Berkel, Bax en Joosten-ten Brinke , uitgever Bohn, Stafleu, van Loghum, 3e druk 2014, p119 en p132

Opdracht 3: Aanbevelingen/Conclusies/ActiepuntenNa aanleiding van de analyse in opdracht 2 en 3 kan ik een aantal aanbevelingen c.q. actiepunten opstellen. Dit doe ik puntsgewijs om het summier te houden. Voor toelichting van de punten is de argumentatie te vinden in opdracht 2 en 3. Tevens wordt komend kwartaal de vak inhoud licht veranderd. Dit zal vooral impact hebben op de leerdoelen, toetsmatrijs en de toets.

1. De tentamenopdracht opnemen in de in toetsmatrijs: de tentamenopdracht vraagt Probleem oplossend vermogen van de student. Dit is in de huidige toetsmatrijs niet gereflecteerd.

2. De reflectie van de tentamenopdracht aanpassen naar reflectie over het geleerde met betrekking tot inhoud in plaats van de nu gevraagde groepssamenwerking. Of leerdoel aanpassen naar een leerdoel voor groepssamenwerking.

3. Uit de toets analyse komt naar voren dat de tentamenopdracht veel tijd vergt van de docent om na te kijken. Na aanleiding hiervan is voorgesteld en aangenomen om een top-10 van logistieke bedrijven samen te stellen waar studenten uit mogen kiezen. De bedrijven worden verdeeld over de docenten.

4. Doordat de tentamenopdracht laat wordt ingeleverd, is er weinig tijd om na te kijken en feedback te geven aan de docent. De opdracht eerder in laten leveren door de studenten zou de werkdruk enigszins kunnen verlagen.

5. Formatieve toetsing wordt niet toegepast tijdens de lessen. Het zou een idee zijn om een aantal oude toetsvragen om te zetten in het programma “Socrative” halverwege het kwartaal zodat studenten een idee hebben van waar ze nu staan en wat ze bij zouden moeten leren. (www.socrative.com)

6. Uit de toets analyse blijkt dat wij geen voorbeeld bedrijfsanalyse verstrekken voor de tentamenopdracht. Dit zou opgevangen kunnen worden door een voorbeeldanalyse te bespreken in het hoor- of werkcollege.

7. Het aantal meerkeuze vragen in het schriftelijk tentamen is twijfelachtig voor de representativiteit van de toets. Aanbeveling om het uit te breiden of weg te laten. Uitbreiding zou betekenen meer gesloten vragen op toepassingsniveau (zie toets analyse formulier).

8. Tevens kwam uit de literatuur naar voren dat het optimaal aantal alternatieven voor een meerkeuze vraag drie is. Waarom hanteren wij vier alternatieven bij Economie in Bedrijf 2?

9. Een aantal vragen van het tentamen worden al afgetoetst in de tentamenopdracht volgens het toets analyse formulier. Aanbeveling om het schriftelijk tentamen te herbekijken op dubbele toetsing. Eventueel kunnen hierdoor een aantal vragen geschrapt worden.

10. Met in punt 7 aanbevolen dubbele toetsing van vak inhoud is het de vraag of de weging voor de tentamenopdracht niet te licht is ten opzichte van het schriftelijk tentamen. Is de balans van de studiebelasting correct verdeeld en zijn de toets vormen efficiënt naar verhouding van de studiebelasting en het aantal ECTS. Hiervoor zal de verantwoorde studiebelasting tegen het licht gehouden moeten worden.

Pagina 15

11. Aanpassing van de voorbeeldtoets in de modulewijzer, deze moet in ieder geval hetzelfde aantal vragen bevatten als het echte schriftelijke tentamen.

12. Herbekijken op lange termijn: het boek versus de leerdoelen en de inhoudelijke stof van het vak. De sommen in het tentamen zijn minder complex dan het boek.

BronnenIGO Format Toetsmatrijs voor modulen uit de Kennisgestuurde Leerlijn, HINT, IGO, 2013.

IGO Format Toetsmatrijs voor modulen uit de Kennisgestuurde Leerlijn, HINT, IGO, 2013.

Modulewijzer ILEEIB20, Logistiek en Economie 2013-2014.

Modulewijzer Crash Course Toetsing IGO, 27-1-2015

Presentatie: Introductie toetsdenken, IGO Carsh course toetsing, Anne Potters, Januari 2015

Toetsen in het hoger onderwijs, Henk van Berkel, Anneke Bax en Desirée Joosten-ten Brinke , uitgever: Bohn,Stafleu, van Loghum, te Houten 3e druk 2014.

Toetsen in het hoger onderwijs, Henk van Berkel, Anneke Bax, Uitgever Bohn, Stafleu, van Loghum te Houten, 2e druk 2006.

Toetsanalyse Formulier, HINT, IGO, 2014.

Vragen beoordelen, KCH Examens, mei 2014.

www.socrative.com

Pagina 16

Crash Course Toetsing · Web viewIn het eerst hoorcollege van het vak wordt ook tevens uitleg...

Documents

Transcript of Crash Course Toetsing · Web viewIn het eerst hoorcollege van het vak wordt ook tevens uitleg...