Caput Biodiversiteit 2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

84
Caput Biodiversiteit 2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

description

Caput Biodiversiteit 2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael. Caput biodiversiteit colleges 5+6 De paradox van biodiversiteit. biodiversiteitsparadoxen. 1 Biodiversiteit is een continue stijgende functie van de tijd (met enkele onderbrekingen) - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Caput Biodiversiteit 2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Page 1: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Caput Biodiversiteit

2004

Philippine Vergeer

Jan van Groenendael

Page 2: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Caput biodiversiteit colleges 5+6Caput biodiversiteit colleges 5+6

De paradox van De paradox van biodiversiteitbiodiversiteit

Page 3: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

biodiversiteitsparadoxen

1 Biodiversiteit is een continue stijgende functie van de tijd (met enkele onderbrekingen)

2 Biodiversiteit is functioneel in hoge mate redundant

3 Biodiversiteit is theoretisch tenminste onwaarschijnlijk

Page 4: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Diversiteit door de tijd

Page 5: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

biodiversiteitsparadoxen

1 Biodiversiteit is een continue stijgende functie van de tijd (met enkele onderbrekingen)

2 Biodiversiteit is functioneel in hoge mate redundant

3 Biodiversiteit is theoretisch tenminste onwaarschijnlijk

Page 6: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Soortenrijkdom en biomassa

Page 7: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Soortenrijkdom en ecosysteemfunctie

After Tilman

Page 8: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Eigenschappen

Page 9: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Endemisme vs diversiteit

No. species

% e

ndem

ics

rs=0.538

P<0.0001

Page 10: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Sleutelsoorten

Page 11: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Abundantie vs importantie

meeste organismefunctionele groepering nuttig

zeldzaam & onbelangrijk

sleutel-soorten

dominante

Functionele importantie (effect op productiviteit van systeem)

Ab

un

dan

tie (

gew

ich

t/op

perv

lakte

Page 12: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

biodiversiteitsparadoxen

1 Biodiversiteit is een continue stijgende functie van de tijd (met enkele onderbrekingen)

2 Biodiversiteit is functioneel in hoge mate redundant

3 Biodiversiteit is theoretisch tenminste onwaarschijnlijk

Page 13: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Sinds Darwin worden interacties tussen soorten doorgaans gedacht

vanuit een perspectief van competitie, “Survival of the fittest”

Dit heeft vergaande gevolgen gehad voor de ecologische theorievorming over biodiversiteit in de 20ste eeuw

Page 14: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Logistische groei:

Een populatie groeit naar een draagkracht toe:

dN/dt = rN (K-N)/K

r = intrinsieke groeisnelheid

N = populatiegrootte

K = draagkracht: ‘carrying capacity’

P.F. Verhulst 1838

Notice sur la loi que la population suit dans son

acroissement Correspondances Mathematiques et Physiques

Page 15: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Interspecifieke competitie: interactie tussen 2 soorten

Theoretische biologen, ontwikkelden het logistische model voor populatiegroei en

koppelden dit aan het effect van interspecifieke concurrentie

‘het Lotka-Volterra model’

Alfred James Lotka

1880-1949

Vito Volterra

1860-1940

Page 16: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Het Lotka-Volterra model

Logistische groei: dN/dt = rN (K-N)/K

Nu 2 soorten: soort 1 (met r1, N1 en K1)

soort 2 (met r2, N2 en K2)

Er is competitie tussen de 2 soorten:

een competitie-coefficient:

12 de last die soort 1 van soort 2 ondervindt

21 de last die soort 2 van soort 1 ondervindt

Page 17: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dat geeft voor soort 1: dN1/dt = r1N1 (K1-N1- 12 N2)/ K1

Dat geeft voor soort 2: dN2/dt = r2N2 (K2-N2- 21 N1)/ K2

Onder welke omstandigheden neemt soort 1 toe/af en onder welke omstandigheden soort 2?

Als dN1/dt = 0 blijft soort 1 gelijk

Als dN2/dt = 0 blijft soort 2 gelijk

(het berekenen van de ‘nul-isoclines’)

Het Lotka-Volterra model

Page 18: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dat geeft voor soort 1: dN1/dt = r1N1 (K1-N1- 12 N2)/ K1

dN1/dt = 0 r1N1 (K1-N1- 12 N2)/ K1 = 0

N1 = K1- 12 N2 = 0

N1 = K1 en N2 = K1 /12

Het Lotka-Volterra model

Page 19: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dat geeft voor soort 2: dN2/dt = r2N2 (K2-N2- 21 N1)/ K2

dN2/dt = 0 r2N2 (K2-N2- 21 N1)/ K2 = 0

N2 = K2- 21 N1 = 0

N2 = K2 en N1 = K2 /21

Het Lotka-Volterra model

Page 20: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Het Lotka-Volterra model

Page 21: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

• 1 stabiel evenwichten

• 3 instabiele evenwichten

Het Lotka-Volterra model:

Page 22: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

In 1934 testte de russische ecoloog Georgii Frantsevich Gause (geb.1910) deze theorieën met laboratorium proeven met 2 aan elkaar verwante

pantoffeldiertjes (Paramecium aurelia en Paramecium caudatum)

De theorieën bleken te kloppen:

Page 23: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Georgii Frantsevich Gause (geb.1910)

2 soorten met gelijke behoeftes (zoals bijv. voedsel) kunnen niet in dezelfde ruimte samenleven: de een zal de ander ‘weg-concurreren’:

‘competitive exclusion principle’

‘limiting similarity principle’

Ook wel ‘Gause’s exclusion principle’

Page 24: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Lotka-Volterra en het ‘competitive exclusion principle’ zijn sterk gerelateerd

aan het ‘ecologisch niche concept’

ecologische niche: het totaal van alles wat een organisme gebruikt van de biotische en abiotische bronnen

fundamentele niche: die bronnen die een populatie theoretisch nodig heeft onder optimale omstandigheden

realised niche: de bronnen die een populatie op dat moment gebruikt

Page 25: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

De test voor competitie:

Page 26: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Competitie heeft een grote invloed op de ecologisch/evolutionaire theorievorming:

Door een verandering van eigenschappen kunnen organismen zich aanpassen aan specifieke

omstandigheden (‘character displacement’) en zo competitie vermijden

‘character displacement’ kan leiden tot sympatrische soortvorming

Page 27: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Competitie speelt in de natuur aantoonbaar een rol.

Waarom is dan toch de competitie-theorie een ongeloofwaardig verklaringsmodel

voor biodiversiteit?

Welke belangrijke elementen ontbreken aan deze theorie?

Page 28: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Hoe verklaar je dit?

Page 29: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Paradigma shift

niche assembly theory

dispersal assembly theory

Page 30: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dispersal assembly theorykarakteristieken:

• Neutrale theorie

• Stochastisch, gericht op alle soorten

• Regionaal en patroongevoelig

• dispersie paradox

Page 31: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Regionale populatie dynamiek

dpdt = cp(1-p)-ep p = patch occupancy

c = colonisation probability

e = extinction probability

ep = 1-

c^

colonisation

extinction

Page 32: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Trade-off (hypothese)

levensverwachting

vers

pre

idin

gsc

apaci

teit

Page 33: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

tijd

rel. a

bu

nd

anti

e

1 winnaar

2 verliezer

Page 34: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

tijd

rel. a

bu

nd

anti

e

2

4

1

3

Page 35: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

0.01

0.1

1

10

100

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Sites occupied (%)

Nu

mb

er o

f sp

ecie

s

Satellite species(N=72)

Intermediate species(N=35)

Core species(N=19)

Ozinga et al. (in prep.)

CORE SATELLITE SPECIES

Page 36: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

core satellite species

Average species richnessy = 0.61xR2 = 0.83p < 0.001

0

10

20

30

40

50

60

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Regional species pool

loca

l sp

eci

es

rich

ness

Potential species richness

Core species(mostly present)

Satellite species(mostly absent)

Page 37: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dispersal assembly theorykarakteristieken:

• Neutrale theorie

• Stochastisch, gericht op alle soorten

• Regionaal en patroongevoelig

• dispersie paradox

Page 38: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

0.1 m1 m100 m1000 m

Fractal geometry:-> self-similarity of patterns across scales

Page 39: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Amerikaanse zeearend

Page 40: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Log(Scale of Resolution)Lo

g(A

rea

or “

Mas

s”)

Natural landscapes

Filled Circles, Squares, etc.

Slope = 2

D=Slope = 1.61

Describing food, habitat abundance: use fractal geometry instead of euclidean

geometry

Page 41: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dm=1.37c= 0.72

Dm=1.40c= 0.83

Dm=1.63c= 0.49

Dm=1.90c= - 1.57

Completelyrandom

Dm=1.90c = 0

Completelyaggregated

Different spatial arrangements of the same 15% fill

Page 42: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Potential biodiversity treat:“Euclidination” of natural landscapes

1850 1980

Page 43: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

06H - Uffelterveen

h=0.10, D=1.82

10H - Engbertsdijksvenen

h=0.10, D=1.92

33H - Groote Heide

h=0.09, D=1.72

3H - Drouwenerveld

h=0.05, D=1.61

28H - De Bult

h=0.04, D=1.74

29H - de Hamert

h=0.05, D=1.80

12H - Notterveen

h=0.06, D=1.89

34H - Groote Peel

h=0.16, D=1.94

13H - Elspeet/Gortel

h=0.17, D=1.83

Increasing fragmentation

Incr

easi

ng

hab

itat

loss

Separation of effects of habitat loss and habitat fragmentation: Dutch heathland landscapes (9x9 km)

Page 44: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

The effect is species dependantDiversity of butterflies

8

9

9

10

11

8

127

5

6

7

6

106

7

9

9

1212

8

5

9

7

5

8

45

4

7

7

8

8

7

8

88

1.40

1.50

1.60

1.70

1.80

1.90

2.00

0 1 10 100

Total habitat surface (km2))

Ha

bit

at f

rac

tal d

ime

ns

ion

(D

)

(after Olff et al)(after Olff et al)

Page 45: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

9

11

12

12

10

12

1212

7

10

11

11

1110

9

12

12

1313

8

10

11

11

8

12

109

12

10

10

12

12

10

11

1111

1.40

1.50

1.60

1.70

1.80

1.90

2.00

0 1 10 100

Total habitat surface habitat (km2)

Ha

bit

at f

rac

tal d

ime

ns

ion

(D

)Fragmentation has effect

Diversity of breeding birds

(after Olff et al.)(after Olff et al.)

Page 46: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Species richness vs habitat area and isolation

phyt

opha

ges

para

sito

ids

Tscharntke et al 2000

Page 47: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Dispersal assembly theorykarakteristieken:

• Neutrale theorie

• Stochastisch, gericht op alle soorten

• Regionaal en patroongevoelig

• dispersie paradox

Page 48: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

The Oak, to gain its present most northerly position in North Britain after being driven out by the cold, probably had to travel fully six

hundred miles, and this without external aid

would take something like a million years

(Reid, 1899)

Page 49: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Niche assembly theorykarakteristieken:

• Uitsluitings beginsel

• Deterministische competitieve hiërarchie, gericht op dominantie

• Fitness concept; Beijerinck principe

• Lokaal

• Hutchingson’s paradox

Page 50: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

concurrentie en chaos

3 voedingstoffen,3 soorten: kringetje

1 voedingstof, 2 soorten: 1 winnaar

Page 51: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

concurrentie en chaos3 voedingstoffen, 5 soorten: chaos

Page 52: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

The null model problem

How much of species composition and changes therein can we understand from underlying habitat characteristics (niche

assembly) and how much is the mere result of differences in species attributes such as dispersal capacity and longevity

(dispersal assembly)

Page 53: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Habitat restoratie en Biodiversiteitsherstel

Page 54: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Habitat restoratie en Biodiversiteitsherstel

Page 55: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Er is nog een derde verklaringsmodel voor hoge biodiversiteit:

• Competitie en chaos

• Kolonisatie en extinctie

• Hierarchie en schaal

Page 56: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Han Olff: schalingsmodel

Page 57: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Habitat

Food

Resources

Large Species

Small Species

Exclusive niches

Exclusive spatial niches of species with different body

size

Page 58: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Caput biodiversiteit colleges 7+8Caput biodiversiteit colleges 7+8

De bedreigingen van De bedreigingen van biodiversiteitbiodiversiteit

Page 59: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

5-50 millioen species 5-20% bedreigd of extinct laatste

paar eeuwen

Is er sprake van een mondiale biodiversiteitscrisis ?

Page 60: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Homo sapiens fixes more nitrogen than all other N-fixing

organisms together

global eutrophication

Page 61: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Homo sapiens consumes about 40% of the total global primary

production and burns fossil fuels at an equivalent of 10% of

the present day biomass

global warming

Page 62: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Homo sapiens breaks down dispersal barriers as

a result of his unprecedented mobility

global species mixing

Page 63: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Homo sapiens converts natural habitats into agro-

ecosystems at an unprecedented rate

global species extinctions

Page 64: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Current human population density

Cincotta et al. (1999) Nature 404, 990 - 992

Page 65: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael
Page 66: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael
Page 67: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

% beschermd gebied

3.99.250.252Koude winter woestijnen

7.522.017.390Toendra

3.115.682.817Gematigd naaldbos

0.88.976.591Gematigd grasland

3.211.216.660Gematigd loofbos

4.124.279.842Warme woestijn

9.33.930.979Subtropisch regenwoud

4.717.312.538Tropisch droog bos

5.54.264.833Savanne

5.110.513.210Tropisch regenwoud

% beschermdOpp. (km2)bioom

Page 68: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

25% van alle plantensoorten (80.000) worden gekweekt in

botanische tuinen. Kew garden alleen heeft al 38.000 soorten

waarvan 10% bedreigde soorten.

Page 69: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Meer dan 2.000.000 varieteiten van gewassen worden

wereldwijd bewaard als zaad in zaadbanken, soms ook als

weefsel diepgevroren.

Page 70: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

3000 diersoorten worden gehouden in zoo’s, 700.000

individuen in totaal. 900 daarvan kunnen langere tijd

worden behouden en daarvan weer slechts een deel in genetisch verantwoorde

teeltprogramma’s

Page 71: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Ex situ conservering van soorten is minstens 50x zo

duur als in situ bescherming van dezelfde soorten binnen hun habitat. Dit bedrag wordt

verveelvoudigd als ook aandacht wordt besteed het

behoud van voldoende genetische variatie.

Page 72: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Voor een duurzame oplossing moeten ecologisch gezonde

keuzes worden gemaakt, gebaseerd op begrijpen van de

processen die biodiversiteit bepalen

Page 73: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Maar er zijn majeure problemen bij het voorspellen van

biodiversiteit!

Expertise meestal over lokale processen maar de

problemen zijn regionaal tot mondiaal.

Page 74: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Diversiteit vs habitat

0

5

10

15

20

25

30

35

freshwater terrestrial marine

nu

mb

er

of

ph

yla

total

endemic

habitat

Page 75: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Holdridge levenszones

humidity

Lati

tude r

eg

io’s

Alt

itud

e r

eg

io’sev

opor

atie

precipitatie

Page 76: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

diversiteit vs verdamping

Page 77: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Verdeling soorten

potential dominantssubordinateshighly adapted to disturbed conditions

Page 78: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

soorten- vs nutriëntenrijkdom

Page 79: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Grime’s model

Page 80: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

diversiteit vs verstoring

Page 81: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

diversiteit vs verstoring

species ranking

hurricane simulationnon-hurricane simulation

actual forest data

1 6 12 18 24 30 36

1

2

5

10

20

50

100

200

500num

ber

of

stem

s/ s

peci

es

/ hect

are

Page 82: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael
Page 83: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Eutrophication of Lake Veluwe

Scheffer et al Nature 2001

Page 84: Caput Biodiversiteit  2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael

Scheffer et al Nature 2001