Boek van Tipsie

24
Het boek van Tipsie 1986 - 2006

Transcript of Boek van Tipsie

Het boek van Tipsie1986 - 2006

Lieve Tipsie

Tipsie, mijn lieve maatje, je bent er niet meer. Op 3 mei 2006 ben je overleden. ’T was moeilijk voor me om je te laten gaan. We zijn 19 jaar en 7 maanden samen geweest - bijna de helft van mijn leven - en hebben heel wat avonturen beleefd. Je was er altijd voor me als ik steun en troost nodig had en begreep me beter dan ikzelf.

Ik ben blij dat je nog twee mooie zonnige lentedagen hebt mogen beleven. Je hebt nog heerlijk twee dagen in je mandje, in de zon, in het keukenraam gelegen. Op je laatste dag heb je zelfs nog even in de tuin rondgewandeld en aan het groen gesnuffeld.

’T doet me ontzettend veel verdriet dat je er niet meer bent. Ik zal je heel erg missen. Maar het is goed zo. Je kan nu uitrusten en daarna nieuwe avonturen gaan beleven.

Lieve Tipsiepipsie, dank je wel voor al je liefde, tederheid en aandacht. Ik hou van je. Tot snel.

Piepkusjes.Jolanda (& Eric)

Je kwam bij me wonen toen je net zes weken was. Ik vond het moeilijk om een naam te bedenken die bij je zou passen. Lang geleden was ik gefascineerd door 'het verhaal van de kleine vos', een boekje over de avonturen van vos Tapsie en poesje Tipsie. En omdat je een prachtig wit puntje aan je staart had, vond ik Tipsie helemaal bij je passen.

Omlaag glijdende waterdruppels,dat vond je fascinerend. Je kon er uren naar kijken.

Beertje was niet zo blij met je komst. En jij begreep absoluut niet waarom. Altijd wilde je bij hem liggen en met hem spelen.

Opgerold en slapend was je prachtig.

Dit beeld is helemaal jij. Verlangend, met je gezicht omhoog, om mij te begroeten. Vragend om een snuffel aan mijn lippen.

Op de stapel met kussens lag je graag. Je leek net de prinses op de erwt. Samen met Begonia deelde je deze fijne plaats.

Genietend van mijn aandacht. Half opgaand in je eigen wereld.

Wat een uitvinding was dat. De vakjes van de boekenkast vullen met zachte kussens. Die plekjes waren snel ontdekt door jullie allemaal. En bijna altijd bezet door jou, Begonia en Jesse.

Altijd was je blij. Behalve als we terugkwamen van vakantie. Dan liep je 'stampend' rondjes te draaien door het huis. Mij negerend. Het duurde dan eventjes voor je me vergeven had dat ik je alleen thuis had gelaten.

Een oud afgedankt vest vond je heerlijk om op te liggen. Maar je allerfijnste plekje was onder het dekbed op het warme waterbed. Altijd op hetzelfde plekje. Als ik je zocht en ik kon je niet vinden, dan was dat de plek waar je je verstopt had.

Hier werd je al zichtbaar ouder.

Dat je ouder werd, kon ik ook merken aan jouw behoefte om samen te zijn. Als ik op de bank zat, dan wilde je altijd op mijn armen, dicht bij mijn gezicht, liggen. Genieten was dat, zo samen.

De mand was van jou. In het nieuwe huis lag je hier het liefst. Als je wakker werd en je was me kwijt, dan ging je hard miauwen. Maar misschien was dat ook omdat je ietwat doof begon te worden.

Nog steeds diezelfde blik in je ogen. Genietend van het moment. Blij met waar je bent.

Iets liefs van je dat ik niet wil vergeten, is dat je mijn handen of kin likte als je op mijn schoot lag. Dat vond je heerlijk smaken.

Mijn lieve maatje.

De laatste loodjes waren zwaar. Ik had het gevoel dat je eigenlijk nog niet wilde gaan, maar je lichaam gaf aan dat je er klaar voor was. Het was goed zo.

Weer even in dromenland.

Ondernemend en vol van vertrouwen toen je jong was, langzamerhand veranderend in een wijze vrouw toen je ouder werd. Je leven was mooi.